www.researchportal.be - 11 Jul 2016 00:35:04
Onderzoeksprojecten (40 - 60 van 296) Zoekfilter: Classificaties: Rechtswetenschappen
Spionnen uit de Eerste Wereldoorlog. De repressie van contraspionage inBelgië en Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog - een vergelijkende studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Jozef Monballyu • Stephan Dusil • Katrin Vanheule
Solidariteit en concurrentie in de private verzekering. Een juridische en beleidmatige analyse van hun rol, methodes en begrenzing. KU Leuven Abstract: In de afgelopen decennia is er in het verzekeringsrecht sprake van een amalgaam van mechanismen, die allen tot doel hebben solidariteit in te voeren. Dit is een reactie tegen een (te) ver doorgedreven segmentatie als gevolg van het vrije markt gerichte Europa. De vraag naar de verzoenbaarheid van beide evoluties in de private verzekering, is het uitgangspunt van het doctoraat. We vertrekken vanuit een analyse vande verschillende solidariteitsmechanismen en hun oorzaken in de privateverzekering. Waarom worden deze mechanismen recent in het verzekeringsrecht ingevoerd, terwijl de verzekeraar van nature uit winst nastreeft? Voorts wordt er ingegaan op de vraag of er geen limieten zijn aan solidariteit in private verzekering. In de zoektocht naar een referentiekader, zullen de verzekeringstechniek en de imperatieven van de contractsvrijheid en het eigendomsrecht aan bod komen. Organisaties: • Instituut voor Verzekeringsrecht
Onderzoekers: • Caroline Van Schoubroeck • Herman Cousy • Eveline Goessens
Sociale zekerheid, territorialiteit en het beginsel van assimilatie. Een verkenning van de uiterste grenzen van het beginsel van non-discriminatie. Universiteit Gent Abstract: Het nieuw beginsel van assimilatie schrijft de gelijke behandeling van feiten voor bij de beoordeling van de socialezekerheidsrechtelijke positie van migranten in de Europese Unie. Dit project bestudeert de reikwijdte en toepassing van dit principe alsook zijn impact op nationale socialezekerheidsstelsels en hun Europese coördinatie. Organisaties: • Vakgroep Sociaal recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
Sociale geschiedenis van de Limburgse Mijnen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aandacht voor de geschiedenis van de Europese mijnen is de laatste tijd groot. Wat België en Limburg betreft, blijven verschillende aspecten echter onderbelicht, met name de geschiedenis van de werkomstandigheden, arbeidsverhoudingen en syndicalisme in de 20ste eeuw. aan regionale en bedrijfsgebonden specifiteiten werd vrijwel geen aandacht besteed, hoewel deze zeer relevant zijn op het nationale niveau. Dit project wil deze lacunes opvullen. Komen aan bod : gedragingen en aspiraties van de arbeiders, hun onderlinge belangenverschillen, de werkomstandigheden (en meer in het bijzonder de loonvorming en de conflicten daarrond), de syndicalisatie en de arbeidsverhoudingen. de centrale vraagstelling is het nauwe verband tussen de arbeidsomstandigheden en de arbeidverhoudingen : zij werken wederzijds op elkaar in. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • DIRK LUYTEN
Sociale bescherming vanuit het levensloopperspectief. Naar een levensloopbestendig pensioenstelsel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel op academisch als op beleidsniveau vindt het zgn. levensloopperspectief of de levensloopbenadering steeds meer ingang bij het denken over het sociaal en arbeidsbeleid. Deze vernieuwende benadering vertrekt van de stelling dat hedendaagse levenslopen van mensen steeds vaker en duidelijker afwijken van de standaardlevensloop van achtereenvolens leren-werken of zorgen-rust, die nu nog een sterke verankering kent in het gevoerde beleid en de daaruuit volgende wet- en regelgeving. Moderne levenslopen zouden resulteren uit individuele flexibele combinaties van taken en activiteiten in meer levenssferen tegelijkertijd, de zgn. keuzebiografie. Het gaat daarbij om combinaites en transities tussen betaald werk en andere sociaal-productieve activiteiten zoals zorg, scholing en vrijwilligerswerk. Het doel van de levensloopbenadering bestaat erin om het beleid levensloopbestendig te maken, d.w.z. mensen beter in staat te stellen verschillende activiteiten in bepaalde levensfasen te combineren en af te wisselen en hun de vrijetijd te geven om daarin eigen keuzes en afwegingen te maken. Een levensloopbestendig sociaal beleid streeft ernaar dat de sociale bescherming niet langer afhankelijk is van het voltijds verrichten van arbeid gedurende een bepaalde fase van het leven, maar bewaard blijft in elk gedeelte van een steeds meer geïndividualiseerde levensloop. De invoering van een dergelijke levensloopbenadering zou belangrijke repercussies hebben voor de actuele premissen in het sociaal beleid en het sociaal recht en belangrijke standaarden en centrale concepten binnen het sociaal beleid en het sociaal recht zoals (passende) arbeid, werkbereidheid, pensioen, enz. in vraag stellen. Vooraleer op zoek te gaan naar de wijze waarop aanpassingen zouden kunnen gebeuren, is het echter van belang te weten in welke mate dit kan gebeuren. Het is deze vraag naar het adaptatievermogen en de rekbaarheid van het sociaal beleid en het sociaal recht die centraal staat in dit onderzoek. In de aanvangsfase van twee jaar willen wij de grondslag leggen voor een multidisciplinair wetenchappelijk ondezoek naar de invloed van de levensloopbenadering op het sociaal beleid en de hieruit voortvloeiende sociale bescherming. Wij leggen in deze aanvangsfase de focus op een van de belangrijkste transities in de standaardlevensloop, met name de transitie tussen werken en de opruststelling of pensionering, op het einde van de loopbaan. De pensionering impliceert thans de definitieve afsluiting van de beroepsactieve levensfase. De
pensioenuitkering wordt opgebouwd, rekening houdend met de duur en de beloning van in het verleden verrichte prestaties binnen de betaalde arbeid. De levensloopbenadering gaat uit van de mogelijkheid om de beroepsactiviteiten naar eigen inzicht te spreiden over de gehele levensloop en houdt ook rekening met andere sociaal-productieve activiteiten dan betaalde arbeid. Zij werpt belangrijke vragen op, zowel met betrekking tot het concept pensioen, als met betrekking tot de wijze waarop het pensioen wordt opgebouwd. Zo rijst vooreerst de vraag wat het concept pensioen nog kan betekenen binnen de levensloopbenadering? Vormt de overgang tussen werken en rusten nog steeds een scharniermoment in de levensloop en is er nog wel een duidelijk pensioenmoment aan te duiden of dient (opnieuw) aansluiting gezocht te worden bij de noties arbeidsongeschiktheid en invaliditeit en brengt dit in voorkomend geval het concept pensioengerechtigde leeftijd op de heling? Werpt dit een nieuw licht op de vraag of het genot van een pensioen kan worden gecombineerd met arbeid? Moet de omvang van het pensioen gekoppeld blijven aan het arbeidsverleden? Welke principes kunnen het effect van rustperiodes tijdens de levensloop op de uiteindelijke pensioenuitkering reguleren? Dient, wat de pensioenvoorziening betreft, uitgegaan te worden van het verzekeringsprincipe of veeleer van solidariteit? Welke gevolgen kan één en ander hebben voor de verhouding tussen wettenlijke basispensioenstelsels en buitenwettelijke aanvullende pensioenstelsels? Deze eerste fase geeft ons inzicht in de effecten van een levensloopbenadering op het pensioenbeleid en de pensioenwetgeving. In een tweede faste willen wij de levensloopbenadering zelf onderwerpen aan een kritisch onderzoek vanuit diverse invalshoeken. Sociologisch onderzoek moet ons leren in hoeverre de uitgangspunten van de levensloopbenadering empirisch bevestigd worden. Is het effectief wel zo dat een traditionele standaardlevensloop steeds duidelijker moet wijken voor een moderne geïndividualiseerde keuzebiografie of moet dit beeld juist sterk genuanceerd worden? Historisch onderzoek moet uitwijzen of een evolutie kan worden vastgesteld, in welke richitng zij gaat en welke daarbij de bepalende factoren zijn? Stelt de levensloopbenadering het sociaal beleid voor nieuwe vragen of gaat het om varianten van reeds vroeger gerezen vragen? Juridisch onderzoek moet uitwijzen of de levensloopbenadering of een bepaalde invulling ervan al dan niet strijdt met grondrechtennormen die zijn vastgelegd in het internationaal en het interne recht en hoe, indien gewenst, een levensloopbestendig pensioenstelsel juridisch kan worden uitgewerkt? Organisaties: • Sociologie • Sociaal Recht • Historisch Onderzoek naar Stedelijke Transformatieprocessen
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Renaat HOOP • CATHARINA LIS • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Small numbers, big problems? Een kwalitatieve studie naar het jeugdbeschermingstraject van vrouwelijke persistente delinquenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meisjes zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Hun aandeel is echter nog kleiner in de ernstige jeugddelinquentie. Onderzoek over ernstige jeugddelinquentie besteedt bijgevolg weinig aandacht aan meisjes. Over risicofactoren die leiden tot ernstige jeuddelinquentie bij meisjes alsook over criminele carrières bij meisjes is zo goed als niets bekend. Hoewel empirisch onderzoek over dit thema doorgaans gebeurt op basis van een volledig mannelijke populatie, wordt aan de theorieën over risicofactoren en criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten een algemene geldigheid toegekend. Voorliggend onderzoek wenst te toetsen of de traditionele theorievorming over dit thema toepasbaar is op het vrouwelijke geslacht. Een van de stellingen van de "paradox of persistence" stelt dat wanneer we terugkijken naar de jeugd van volwassen delinquenten, het merendeel jeugddelinquent was. In voorliggend onderzoek zullen we d.m.v. retrospectief onderzoek bij jongvolwassen vrouwelijke gedetineerden nagaan of dit ook gelds voor jongvolwassen vrouwen. Op basis van verscheidene onderzoeken, waaronder ook eigen onderzoek, vermoeden we dat bij meisjes de welzijnscomponent (problematische opvoedingssituatie) een grote(re) rol speelt in de ontwikkeling van ernstige jeugddelinquentie en criminele carrières. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS
Small numbers, big problems? Een kwalitatieve studie naar het jeugdbeschermingstraject van vrouwelijke persistente delinquenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meisjes zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Hun aandeel is echter nog kleiner in de ernstige jeugddelinquentie. Onderzoek over ernstige jeugddelinquentie besteedt bijgevolg weinig aandacht aan meisjes. Over risicofactoren die leiden tot ernstige jeuddelinquentie bij meisjes alsook over criminele carrières bij meisjes is zo goed als niets bekend. Hoewel empirisch onderzoek over dit thema doorgaans gebeurt op basis van een volledig mannelijke populatie, wordt aan de theorieën over risicofactoren en criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten een algemene geldigheid toegekend. Voorliggend onderzoek wenst te toetsen of de traditionele theorievorming over dit thema toepasbaar is op het vrouwelijke geslacht. Een van de stellingen van de "paradox of persistence" stelt dat wanneer we terugkijken naar de jeugd van volwassen delinquenten, het merendeel jeugddelinquent was. In voorliggend onderzoek zullen we d.m.v. retrospectief onderzoek bij jongvolwassen vrouwelijke gedetineerden nagaan of dit ook gelds voor jongvolwassen vrouwen. Op basis van verscheidene onderzoeken, waaronder ook eigen onderzoek, vermoeden we dat bij meisjes de welzijnscomponent (problematische opvoedingssituatie) een grote(re) rol speelt in de ontwikkeling van ernstige jeugddelinquentie en criminele carrières. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • JENNEKE CHRISTIAENS
Scientific REsearch J.I.T. Universiteit Gent Abstract: Het doel van het wetenschappelijke onderzoek naar gemeenschappelijke onderzoeksteams bestaat erin om aan de hand van de eerste operationele JIT in Nederland het concept van een JIT te evalueren. De onderzoeksgroep zal de activiteiten van de operationele JIT volgen en zijn onwikkeling en functioneren bestuderen. Ook de JIG (gemeenschappelijk onderzoeksgroep) zal aan dezelfde studie worden onderworpen. Een analyse zal een jit en dit op juridisch, criminologisch, politiek en sociologisch niveau. Op basis van de analyse zullen aanbevelingen worden geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Schuldeisers aan de onderhandelingstafel. Naar een herwaardering van het vroeg-negentiende-eeuwse Belgische insolventierecht (1808-1850) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Belgian law regarding indebtedness, proclaimed insolvency (faillite) and bankruptcy (banqueroute, which was a crime), of the first half of the nineteenth century, has traditionally been labelled as severe and out of touch with commercial reality. This image has been built up mainly from normative texts, and in particular on the basis of some sections of the Napoleonic Code de commerce, even though many other left open amicable approaches. For the period from 1808 until 1850 included, the relative importance and the contents of negotiated solutions, which were agreed upon in the meetings of creditors that were organized upon a debtor's faillite, or which had the form of agreements that were drawn up outside the court, have never been studied. Judicial statistics demonstrate that concordats and extrajudicial arrangements were very important, and they suggest continuity with the eighteenth-century situation. In the proposed project, it will be detailed which strategies creditors pursued when being confronted with financial problems of their debtors, thereby using the possibilities of the open-ended legislative framework. The results of the research will add weight to recent arguments pointing to an optimal bankruptcy proceeding as involving the balancing of interests of debtor and creditors. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER
Schenking aan evenement Koepelproject 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Schenking aan evenement Koepelproject 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MICHEL MAGITS
Schadefondsen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Verbintenissenrecht
Onderzoekers: • Ilse Samoy • Dorien Vervoort
Samenwerking tussen UHasselt en de KVKM binnen het raam van het Project (Technologiemarketing), waarvoor tussen de KVKM en het IWT een overeenkomst met betrekking tot dit Project met IWT - projectnr 70490 werd afgesloten. Universiteit Hasselt Abstract: In de 2de semester van 2007 start Voka - Kamer van Koophandel arr. Mechelen met een nieuw initiatief op gebied van innovatie, nl. Technologiemarketing voor innovatieve KMO's. Het is een project dat zeer goed past in het ambitieuze transformatieprogramma van de Voka-voorzitter Urbain Vandeurzen voor een diepgaande vernieuwing van onze economie. Werken aan een 'slimmere economie' is één van de transformatie pijlers. In een 'slimmere economie' zit 'passie voor innovatie' vervat. De volgende sleutelcompetenties zitten er in verweven: internationaal ondernemen, integrale innovatie en talenontwikkeling. Een integrale benadering van het innovatieproces is nodig omdat niet-technische aspecten van innovatie een grote rol spelen als het gaat om het succesvol vermarkten van innovatie. Organisaties: • Innovation Management • Strategie en Organisatie • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Wim VANHAVERBEKE
Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Safeguards in a World of Ambient Intelligence. (SWAMI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interdiscpilaire analyse van de sociale, economische, juridische, technologische en ethische vraagstukken ivm privacy, identiteit en veiligheid in Ambient Inteligence (AmI) Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Anna MOSCIBRODA • SERGE GUTWIRTH
• Michiel VERLINDEN
Rondetafels interculturele dialoog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Minister van Werk en Gelijke Kansen' hebben voor het project ' Rondetafels interculturele dialoog. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Risicoleer in het contractenrecht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Sebastien De Rey
Review of the EU-legal framework for privacy and data protection Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centre for European Policy Studies (CEPS)' hebben voor het project ' Services Agreement - Multiple Research Framework Contract on Justice and Home Affairs - "Review of the EU legal framework for data protection and privacy"' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • SERGE GUTWIRTH
Research Transnational Organized Crime, Trafficking and Smuggling Universiteit Gent Abstract: Ter ondersteuning van de projecten van UNODC in hun strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel, is onderzoek vereist naar de links tussen deze grensoverschrijdende misdaden en grensoverschrijdende criminele organisaties. De paper zal een antwoord bieden op de vraag naar deze links en hoe deze vandaag worden bestreden. De paper zal ook dienen als ondersteunend document in de discussies die over dit onderwerp zullen worden gevoerd op het 12de ?Crime Congress? te Brazilië in 2010. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Religieuze uitingen in de publieke sfeer. Evenwichtsoefeningen tussen de vrijheid van godsdienst en de seculariteit van de staat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 2.2. Doelstelling van het project. Dit onderzoek wil bijdragen tot de uitbouw van een aan de Belgische context aangepast actueel en theoretisch onderbouwd publiekrechtelijk kader, bruikbaar voor de juridische aanpak van problemen veroorzaakt door de toename van religieuze diversiteit binnen publieke instellingen. Het project bestaat uit 5 taken die hieronder achtereenvolgens worden toegelicht. TAAK 1: het Belgisch publiekrechtelijk kader In de eerste plaats wensen we het bestaande juridische en institutionele kader van de problematiek van de religieuze uitingen in publieke instellingen te analyseren en te systematiseren. Daarbij zal een analyse worden gemaakt van de relevante Belgische publiekrechtelijke beginselen. Artikel 19 van de Gec. Gw poneert de vrijheid van godsdienst en eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid van meningsuiting zonder overheidsinmenging. Daarnaast verzekeren de artikelen 10 en 191 van de Gec. Gw eenieders gelijkheid voor de wet en de neutraliteit van de overheid ten aanzien van de rechtsonderhorigen. Dit betekent dat de openbare diensten alle burgers in gelijke mate een gelijke dienstverlening dienen aan te bieden, ongeacht hun religie. De vraag rijst naar in hoeverre de uitoefening van een grondrecht in het kader van de neutraliteitsverplichting van de Staat juridisch ingeperkt kan worden. Ook andere grondrechten dan de godsdienstvrijheid kunnen t.a.v. de gestelde problematiek een belangrijke (bijkomende) rol spelen: de uitingsvrijheid, recht op bescherming van het privé-leven, het recht van leden van een minderheidsgroep om hun cultuur te beleven, het recht op (gelijke) toegang tot het openbaar ambt (onder meer beschermd in artikel 25 (c) IVBPR en artikel 11bis GW). De problematiek dient eveneens te worden geanalyseerd in het licht van de nieuwe antidiscriminatiewetgeving van 10 mei 2007. Tenslotte dient te worden ingegaan op de vraag hoe de neutraliteitsverplichting doorsijpelt respectievelijk in de verschillende besturen, in het onderwijs, de rechterlijke macht, ziekenhuizen, enz.. TAAK 2: het Belgisch antidiscriminatierecht Vervolgens zal de Belgische antidiscriminatiewetgeving worden geanalyseerd. Wat betreft de exclusief federale bevoegdheden gelden de drie antidiscriminatiewetten van 10 mei 2007: de Antiracismewet, de Genderwet en de Antidiscriminatiewet. Maar ook in Vlaanderen zijn verschillende antidiscriminatieregels van kracht op het vlak van onderwijs, tewerkstelling bij de Vlaamse overheid en sociaal woonbeleid. Hier gelden het Decreet houdende evenredige deelname aan de arbeidsmarkt en het Gelijke Onderwijs Kansen Decreet (GOK-decreet). Bovendien is er op dit ogenblik een ontwerp van een algemeen Gelijkekansendecreet hangende in het Vlaams Parlement - een decreet dat discriminatie verbiedt op alle domeinen waarvoor Vlaanderen bevoegd is. TAAK 3: Europees en internationaal mensenrechtenrecht inzake religie en overheid Aangezien de relevante grondrechten ook zijn opgenomen in Europese en internationale verdragen met rechtstreekse werking, moet ook een analyse worden gemaakt van het internationaal en Europees recht terzake. De verschillende rechtsregels vermeld onder TAAK 2 zijn immers voor een groot deel het resultaat van de implementatie van Europese antidiscriminatierichtlijnen. De Europese Commissie en het Europees Parlement, die mede voor de inhoud van de antidiscriminatierichtlijnen verantwoordelijk zijn, klagen aan dat de meeste lidstaten (waaronder België en Vlaanderen) wel voor nationale omzettingswetgeving gezorgd hebben, maar nagelaten hebben deze ook werkelijk operationeel te maken, zodat mede hierdoor onduidelijkheid bestaat over de toepasbaarheid van de regelgeving op concrete problemen en op personen van allochtone origine. TAAK 4: Rechtsvergelijking. Tenslotte zal vanuit een rechtsvergelijkende onderzoekslijn, worden gekeken naar de juridische vormgeving van de relatie tussen religie en overheid en de ontwikkelingen hierrond in Frankrijk, Nederland en Groot- Brittannië (taak 4). In Nederland en Groot-Brittannië is sprake van een vrij
grote tolerantie in het beleid ten aanzien van religieuze uitingen in de openbare sfeer waarbij de antidiscriminatiewetgeving een belangrijke rol speelt. Daarom is het relevant om het aldaar geldende publiekrechtelijke kader goed te onderzoeken, en de toepassing en de interpretatie van de bestaande regelgeving in de Nederlandse en Britse rechtspraak en rechtsleer te analyseren. Anderzijds krijgt de keuze voor .tolerantie. in die landen echter meer en meer kritiek te verduren en wint het Franse laïciteitsmodel aan populariteit. Dit model zal daarom tevens aan een grondige analyse wordt onderworpen (regelgeving, rechtspraak en rechtsleer). Deze rechtsvergelijking dringt zich des te meer op omdat het Franse publiekrecht traditioneel een sterke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van het Belgisch publiekrecht. TAAK 5: Grondslagenonderzoek Nauw aansluitend bij de analyses en cases behandeld onder de vier vorige taken zal simultaan op meer speculatieve en theoretische wijze worden ingegaan op concepten als gelijkheid, godsdienstvrijheid, secularisme, neutraliteit en de scheiding van kerk en staat binnen een democratische rechtsstaat. De invulling van deze open concepten staat vandaag immers opnieuw ter discussie. De bedoeling is dat hieruit pistes zouden voortvloeien die relevant zijn hetzij voor legislatieve initiatieven, hetzij voor de hermeneutiek van de rechter, of voor beide. Wat het laatste aspect betreft, rijst al onmiddellijk de vraag of het nuttig zou zijn om inzake conflicten rond religie in de publieke sfeer, een methode te ontwikkelen om tot een nauwkeurigere belangenafweging te komen, welke criteria hierbij door de rechter dienen te worden gehanteerd en hoe het gewicht van de verschillende erbij betrokken belangen moet worden gewogen. In deze taak zal, in wisselwerking met het meer toegespitst positiefrechtelijk onderzoek van de taken 1 tot 4, onder meer worden ingegaan op de vraag welk gewicht en welke rechtskracht toekomen en zouden moeten toekomen aan het principe van secularisme, met name de scheiding tussen kerk en staat op institutioneel vlak en de verwante principes van neutraliteit en onpartijdigheid op normatief vlak. Terzake zijn immers verschillende perspectieven en referentiekaders aan het werk die tot uiteenlopende argumentaties en rechtsbescherming leiden (Jonkers, 2006; zie ook Brems, 2004). Academici bezinnen zich vandaag over de vraag of de klassiek liberale interpretatie van dit principe, met name de statelijke plicht tot .hands-off. of verschillende neutraliteit, geen herijking of herdefiniëring behoeft (bvb. Carens en Bader). Anderen wijzen er op dat het principe van scheiding van kerk en staat geen adequaat perspectief zou bieden om de hedendaagse uitdagingen van religie in de politiek, het recht en het publieke leven te benaderen (Van Bijsterveld, 2006). Kortom, er is nood aan een verduidelijking van de verhoudingen tussen het principe van secularisme en de basiswaarden van een democratische rechtsstaat met zijn sterke mensenrechtenstandaarden op het vlak van de religieuze vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Hoe verhouden de verschillende conceptualiseringen van neutraliteit/secularisme zich tot de democratische rechtsstaat, waar de bescherming van de vrijheid, de diversiteit en het pluralisme centraal staan? Zijn actief pluralisme of relationele neutraliteit vandaag een dwingende mensenrechtelijke of constitutionele optie die staten moeten implementeren? Organisaties: • Sociaal Recht • Metajuridica
Onderzoekers: • Cécile MATHIEU • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT • Alexander DE BECKER
Rekenschapsplichtigheid voor mensenrechtenschendingen door internationale organisaties Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek gaat na op welke wijze rekenschap kan worden afgelegd voor schendingen van mensenrechten die begaan worden door internationale organisaties of hun stafleden of vertegenwoordigers. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems