www.researchportal.be - 4 Jul 2016 05:02:14
Onderzoeksprojecten (1 - 296 van 296) Zoekfilter: Classificaties: Rechtswetenschappen
De grondwettelijke bescherming van eigendom in het Burundese recht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Vincent Sagaert • Emery Nukuri
Wanneer een origineel niet origineel is - een analyse van de originaliteitsvereiste in verschillende Belgische rechtstakken. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
De Middeleeuwse grondslagen van het internationaal recht: Baldus de Ubaldis (1327-1400), rechtsleer en praktijk van het ius gentium. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Alain Wijffels
CLARUS KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Maria-Christina Janssens
Innovatieplatform voor bedrijven en mensenrechten: recht en management verenigd ter bescherming van de mensenrechten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Luc Van Liedekerke
Innovatieplatform voor bedrijven en mensenrechten: recht en management verenigd ter bescherming van de mensenrechten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
Spionnen uit de Eerste Wereldoorlog. De repressie van contraspionage inBelgië en Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog - een vergelijkende studie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Jozef Monballyu • Stephan Dusil • Katrin Vanheule
Betrokkenheid van staten bij gewapende conflicten: gradaties, internationaalrechtelijke gevolgen en nationale parlementaire verantwoordelijkheid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Nele Verlinden
Overdracht van familiebedrijven naar de volgende generatie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Brussel
Onderzoekers: • Frank Hellemans • Bert Keirsbilck • Eveline Vanthorre
Het juridisch statuut van het dier KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Brussel
Onderzoekers: • Bert Demarsin • Charline De Coster
Het contract in het aansprakelijkheidsrecht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Contractenrecht
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Tom Gladinez
Actio pauliana en rechtspersoon KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Inst. voor Handels- en Insolventierecht
Onderzoekers: • Joeri Vananroye • Benoit Allemeersch • Gillis Lindemans
Systeemrisico's in EU recht. De mogelijke bijdrage van EU-agentschappen aan het mitigatiebeleid inzake netwerkdiensten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Gerhard Straetmans • Patricia Popelier • Alexia Herwig • Marta Simoncini
Grensoverschrijdende procesvoering in Europa: Wetgevend kader voor Internationaal Privaatrecht, de nationale rechterlijke instanties en het Hof van Justitie van de Europese Unie . Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Thalia Kruger
Kwalitatieve verbintenissen KU Leuven Abstract: Een kwalitatieve verbintenis is een verbintenisverbonden aan een goed, of, correcter, aan een zakelijk recht. Als er bijvoorbeeld een recht van overgang bestond waarbij de eigenaar van het lijdend erf het onderhoud deed van het weggetje waarover de overgang liep, dan is de koper van dat lijdend erf ook tot die verplichting gehouden. normal">Het bestaan van dergelijke kwalitatieve verbintenissen is onomstreden, maar het is onduidelijk wat juist de gevolgen zijn van een overdracht of afstand vanhet zakelijk recht. Bevrijden die de persoon die het recht overdraagt of er afstand van doet van alle verbintenissen? Evenmin bestaat Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Vincent Sagaert • Siel Demeyere
Doctoraat Insolventierecht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Inst. voor Handels- en Insolventierecht
Onderzoekers: • Matthias Edward Storme • Caro Van den Broeck
Risicoleer in het contractenrecht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Sebastien De Rey
De invloed van de Europese rechtspraak op het vluchtelingenrecht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor de Rechten van de Mens
Onderzoekers: • Koen Lemmens • Nele Verbrugghe
Europees Economisch Recht KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Consument, Concurrentie en Markt
Onderzoekers: • Wouter Devroe • Hannelore Buelens
Beslechtende rechtsmacht tussen internationale organisaties KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Geert Van Calster • Wouter Devroe • Andreas Schöpgens
Academisch werk i.v.m. Algemene Praktische Rechtsverzameling. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een dienstverleningsopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds APR. UA levert aan APR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Michael Traest
Het huwelijk als vennootschap: de juridische positie van gehuwde vrouwen in de zestiende-eeuwse Zuidelijke Nederlanden Vrije Universiteit Brussel Abstract: In the early modern Low Countries, the household was by law built on cooperation between spouses. It was construed as a partnership, which made that the wife - since she was an 'associate' - could sign contracts that were beneficial for the household. Assessing the extent to which this autonomous behaviour was allowed in legal terms, thus detailing the legal position of married women, will contribute to debates on the impact of law on gender status in history, and to discussions regarding the patriarchal nature of sixteenth-century family law, contract law and patrimonial law. It will allow for an adjustment of older legal-historical scholarship that sets forth the general incapacity of married women to sign contracts and to act in court without the authority of their husband. The proposed project will advance conclusions on the basis of an analysis of different types of rules and law that in the 1500s were in use in Antwerp and in Leuven, both of which had a different economic setting and legal regime as to family estates. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER • Eva SCHANDEVYL
Schuldeisers aan de onderhandelingstafel. Naar een herwaardering van het vroeg-negentiende-eeuwse Belgische insolventierecht (1808-1850)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Belgian law regarding indebtedness, proclaimed insolvency (faillite) and bankruptcy (banqueroute, which was a crime), of the first half of the nineteenth century, has traditionally been labelled as severe and out of touch with commercial reality. This image has been built up mainly from normative texts, and in particular on the basis of some sections of the Napoleonic Code de commerce, even though many other left open amicable approaches. For the period from 1808 until 1850 included, the relative importance and the contents of negotiated solutions, which were agreed upon in the meetings of creditors that were organized upon a debtor's faillite, or which had the form of agreements that were drawn up outside the court, have never been studied. Judicial statistics demonstrate that concordats and extrajudicial arrangements were very important, and they suggest continuity with the eighteenth-century situation. In the proposed project, it will be detailed which strategies creditors pursued when being confronted with financial problems of their debtors, thereby using the possibilities of the open-ended legislative framework. The results of the research will add weight to recent arguments pointing to an optimal bankruptcy proceeding as involving the balancing of interests of debtor and creditors. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER
Internationale dubbele belasting en het recht op eigendom KU Leuven Abstract: Internationale dubbele belasting wordt beschouwd als een ernstige belemmering van de vrije handel en een obstakel voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende activiteiten. Maximalisatie van de economische output vereist dat investeringen gebeuren daar waar dit het meest productief is.Internationale dubbele belasting voorkomt dit, want het ontmoedigt om in het buitenland te werken of te investeren. Ondanks dat het een duidelijk obstakel vormt voor de verdere ontwikkeling van de wereldhandel, blijft dubbele belasting een probleem in internationale economische betrekkingen . Ook het sluiten van belastingverdragen en de invoering van EU-wetgeving hebben deze kwestie niet volledig opgelost. Er lijkt een brede consensus te bestaan dat het probleem van internationale dubbele belastingheffing nog niet is opgelost, maar een debat is momenteel gaande over devraag of de belastingbetaler beroep kan doen op primair EU-recht om eenverplichting op te leggen aan de EU-lidstaten om internationale dub Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Luc De Broe • Filip Debelva
Justitie en management: de uitdagingen voor de modernisering van justitie (JAM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
De temporele werking van fiscale rechtspraak in België: een afweging van belangen in het licht van een hernieuwde invulling van het grondwettelijk fiscaal legaliteitsbeginsel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Luc De Broe • Bernard Tilleman • Henk Verstraete
Consumenteninformatielabels onder WTO-regelgeving: minder gunstige behandeling, overbodige handelsrestricties of in lijn met de tekst en geest van de WTO-regelgeving? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Alexia Herwig
Leerlijn onderzoeksvaardigheden in de rechtenopleiding. KU Leuven Abstract: Dit onderwijsproject heeft tot doel om een leerlijn onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen die bepaalt welke onderzoeksvaardigheden moeten worden aangeleerd, beoefend én beoordeeld binnen elke fase vande bachelor of de master afzonderlijk (horizontale uitlijning) en over de gehele rechtenopleiding heen (verticale uitlijning). De implementatievan deze leerlijn zal bewerkstelligd worden door de ontwikkeling van verschillende begeleidings- en evaluatie-instrumenten voor (onderwijs in) onderzoeksvaardigheden in de rechtenopleiding. Het begrip onderzoeksvaardigheden wordt hierbij ruim opgevat en omvat zowel professionele onderzoeksvaardigheden (noodzakelijk voor het opstellen van o.a. conclusies en juridische adviezen) als wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden(nodig voor rechtswetenschappelijk onderzoek). In een eerste fase wordt een globaal onderwijsplan voor onderzoeksvaardigheden uitgewerkt in de vorm van een leerlijn onderzoeksvaardigheden. Volgende vragen worden hierbij aangesneden Organisaties: • Instituut voor Sociaal Recht
Onderzoekers: • Paul Schoukens
Federalisme en buitenlandbeleid in de EU. Amerikaanse perspectieven. KU Leuven Abstract: Federale staten en de EU (een 'federatie van staten') worden geconfronteerd met de uitdaging om een coherent buitenlandbeleid te ontwikkelen voor een staatsbestel dat op het interne vlak gekenmerkt wordt door diversiteit. Traditioneel wordt gesteld dat federaties met één stem dienen te spreken op het internationale toneel. Deelentiteiten van federaties van recente datum genieten echter een steeds belangrijkere rol op het vlak van buitenlandbeleid. Dit project beoogt te onderzoeken of/in welke mate deze recente ontwikkeling doorschemert in het constitutioneel bestel van verschillende federale systemen. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een rechtsvergelijkend onderzoek. In dit onderzoek wordtde plaats onderzocht die het buitenlandbeleid binnen verschillende staten en de EU inneemt. België, Duitsland, Zwitserland, de Verenigde Statenen Canada zijn als comparators opgenomen; dit omdat zij verschillende posities innemen op een spectrum van verschillende opvattingen aangaande buite Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Stefan Sottiaux • Geert De Baere • Thomas Verellen
Anticipatief genot van de nalatenschap in het licht van de gelijkheid der erfgenamen KU Leuven Abstract: Via een schenking kan men niet alleen een bepaalde erfgenaam bevoordelen maar kan men hem ook een voorschot van de erfenis toekennen zonder datmen de bedoeling heeft om andere erfgenamen te benadelen. Om die gelijkheid te realiseren, zal de begiftigde de geschonken goederen bij het overlijden van de schenker moeten inbrengen in de nalatenschap. Het voorwerp van deze inbrengverplichting is evenwel beperkt: een erfgenaam die kosteloos een appartement van zijn ouders mag bewonen zal niet tot inbreng verplicht zijn, terwijl dat wel het geval is voor de erfgenaam die van hen een som geld ontving om zijn huur te betalen. In dit onderzoek zal vanuit een historisch, rechtsvergelijkend (Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland) en normatief perspectief worden onderzochtwelke kosteloze voordelen moeten worden ingebracht om de gelijkheid tussen erfgenamen te waarborgen. Organisaties: • Instituut voor Familiaal Vermogensrecht
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Ariadne Van den Broeck
De actieve vrijheid van onderwijs. Een onderzoek naar de betekenis van de actieve onderwijsvrijheid en de doorwerking ervan in het Vlaamse onderwijsbeleid KU Leuven Abstract: In dit onderzoek wordt nagegaan welke rol de overheid en het vrije initiatief hebben in een rechtsorde waarin de actieve vrijheid van onderwijswordt gewaarborgd. Deze actieve onderwijsvrijheid houdt de vrijheid in om scholen op en in te richten en er les te geven in overeenstemming metde eigen levensbeschouwelijke of pedagogische opvattingen. De centrale onderzoeksvraag is tweeledig: hoe moet de actieve vrijheid van onderwijsvandaag worden ingevuld en in welke mate eerbiedigt het Vlaamse onderwijsbeleid de actieve onderwijsvrijheid. Op basis van een rechtshistorischonderzoek, een analyse van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, de analyse van de adviespraktijk en de rechtspraak van de Raad van State en de verrijkende inzichten uit een rechtsvergelijkende studie van de voor ons meest relevante rechtssystemen (de Franse Gemeenschap, Frankrijk en Nederland) wordt een hedendaagse invulling gegeven aan de actieve vrijheid van onderwijs. Die moderne invulling van de actieve onderwijsvr Organisaties: • Instituut voor Constitutioneel Recht
Onderzoekers: • Stefan Sottiaux • Johan Lievens
Décentralisation et gestion des conflits des compétences en République Démocratique du Congo (RDC) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor de Rechten van de Mens
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Patrick Devlieger • Ursil Lelo Di Makungu
De rol van Britse juristen van het internationaal recht met betrekking tot het imperialistische beleid van Groot-Brittanië (1810-1902) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Randall Lesaffer • Inge Van Hulle
Fundamentele rechten als belemmering voor beperkende maatregelen die door de Europese Unie worden opgelegd. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Koenraad Lenaerts • N. N.
• Geert De Baere
Kapitaal en kapitaalverrichtingen: een vennootschapsrechtelijke en fiscaalrechtelijke analyse. KU Leuven Abstract: Het kapitaal wordt traditioneel beschouwd als één van de hoekstenen van zowel het Belgisch vennootschapsrecht als fiscaal recht. Hoewel er parallellen zijn, heeft het kapitaal een verschillende doelstelling in beide rechtsdomeinen. Vennootschapsrechtelijk vormt het kapitaal een buffer voor de schuldeisers t.o.v. de aandeelhouders, alsook een maatstafvoor de (economische en politieke) krachtverhoudingen van de aandeelhouders binnen de vennootschap. In het fiscaal recht daarentegen vormt het kapitaal een uitzondering op de regel dat vermogensverschuivingen naar de vennootschap belast zijn, en dat uitkeringen aan aandeelhouders als dividend beschouwd worden. Bovendien is het de afbakening van een deel vanhet vennootschapsfinanciering dat fiscaal als eigen wordt behandeld, endaardoor in principe onderworpen is aan een fundamenteel verschillende fiscale behandeling. De traditionele kapitaalsregels staan onder druk in het vennootschapsrecht en vervagen in het fiscaalrecht (zie onder me Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Axel Haelterman • Maria Wyckaert • Steven Peeters
Toegang tot milieu-informatie gehouden door particulieren vanuit internationaal, Europees en rechtsvergelijkend perspectief KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Geert Van Calster • Juliana Zuluaga Madrid
De verplichting van de overheid om economische en sociale rechten te beschermen tegen inbreuken door transnationale ondernemingen: rechtsgeschillen inzake gezondheidsproblemen naar aanleiding van grondstofwinning. Universiteit Gent Abstract: Mensenrechten verbinden transnationale ondernemingen (TNO's) in principe niet rechtstreeks. Overheden zijn daarentegen verplicht om de rechten van hun burgers te beschermen tegen inbreuken door TNO's. Ontwikkelingslanden willen echter een aantrekkelijk investeringsklimaat behouden en leggen dus geen strikte reglementering op aan TNO's. Het onderzoeksproject analyseert of de verplichting van overheden om mensenrechten te beschermen via procesvoering kan worden afgedwongen. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Handelsfinanciering. Kredietverlening in het Romeinse recht, de common law en het ius commune KU Leuven Abstract: Het doctoraatsonderzoek wil een overzicht bieden van de geschiedenis van het recht van de kredietverlening, met een bijzondere aandacht voor definanciering van handelaren. Allereerst gaat de aandacht uit naar het recht van de lening in het Romeinse recht (vooral vanaf hetVroege Keizerrijk). De huidige Romeinsrechtelijke literatuur is sterk negentiende-eeuws gekleurd. Dit Romeinse negentiende-eeuwse recht wordt gedeconstrueerd en geherinterpreteerd op basis van enkele nieuwe Leuvense inzichten. Daarbij worden ook de grondslagen van die figuren bekeken die later zouden gebruikt worden als alternatieve kredietverlening om het woekerverbod te omzeilen (zoals de societas, het faenus nauticum, ). Persoonlijke en zakelijke zekerheden zullen de nodige aandacht krijgen, maar in mindere mate. Vanzelfsprekend komt ook het boekhoudrecht aan bod. Kredietverlening en boekhoudrecht zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. De nadruk zal echter liggen op enerzijds de late middeleeuwen en ande Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Laurent Waelkens • Wim Decock • Wouter Druwé
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en ethische clausules in zakencontracten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Ingmar Samyn
Handhaving van onderhoudsverplichtingen KU Leuven Abstract: Bart en Els zijn getrouwd en hebben twee kinderen. Helaas groeien Bart en Els uit elkaar en besluiten ze uit de echt te scheiden. Ze raken er niet uit bij wie de kinderen moeten verblijven. Bovendien eist Els onderhoudsgeld. Zij werkt immers halftijds sinds de geboorte van de kinderen. Ze stappen naar de rechter die een verblijfsregeling bepaalt en die Bartverplicht om 250 voor de kinderen en 150 voor Els te betalen. Gedurende enkele maanden komt Bart zijn onderhoudsverplichting na, maar na een discussie met Els over de kinderen stopt hij met betalen. Wat kan Els doen?De niet-betaling van onderhoudsgeld of alimentatie is een groot maatschappelijk probleem. Wanneer de alimentatieplichtige niet betaalt, kan dit de onderhoudsgerechtigde in financiële moeilijkheden brengen. In dit onderzoek gaan we na welke middelen het recht aanreikt om hieraan tegemoet te komen. We onderzoeken het doel en de werking van deze middelen. Daarbij maken we een vergelijking met de regels die gelden in Nederl Organisaties:
• Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Patrick Senaeve • Ingrid Boone • Katrien De Vos
Schadefondsen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Verbintenissenrecht
Onderzoekers: • Ilse Samoy • Dorien Vervoort
Overgangsrecht. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Thijs Vancoppernolle
Expertise bij juridische aspecten bij organenhandel en THB bij orgaantransplantatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Expertise bij juridische aspecten bij organenhandel en THB bij orgaantransplantatie Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Metajuridica
Onderzoekers: • Sigrid STERCKX • Kristof VAN ASSCHE • SERGE GUTWIRTH
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Facultés universitaires Saint-Louis, Marijke De Pauw Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mensenrechten door een milde wet: ouderlingen Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-ULB, Javier Mena Parras Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees recht - fundamentele rechten Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Studie over de interne verdeling van boetes of dwangsommen uitgesproken door het Hof van Justitie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier • Christine Janssens
Het Europese juridische kader voor kwantitatief waterbeheer in internationale stroomgebiedsdistricten: een race naar de top? KU Leuven Abstract: Dit doctoraatsproject heeft betrekkingop samenwerking tussen lidstaten van de Europese Unie met betrekking totinternationale stroomgebiedsdistricten, met een bijzondere focus op dekwantitatieve aspecten van het waterbeheer, met name, overstromingen, droogteen schaarste. Het water in dezedistricten doorkruist de staatsgrenzen,waardoor een solide juridisch kader voor het beheer ervan van vitaal belang is.Immers, een maatregel genomen door de ene lidstaat in hetstroomgebiedsdistrict, heefteen impact op de toestand van het water in deandere lidstaat, hetgeen o.m. diens naleving van de toepasselijke Richtlijnbepalingenmogelijks compromitteert. Echter, het toepasselijke Europese kader voorziet onvoldoendein mechanismen om samenwerking tussen deze lidstaten te verzekeren. Ditdoctoraatsproject zal vooreerst de juridische basis voor wetgevendeinitiatieven inzake kwantitatief waterbeheer op het niveau van de Europese Unieanalyseren, teneinde de precieze draagwijdte ervan te identificeren. Vervol Organisaties: • Instituut voor Milieu- & Energierecht
Onderzoekers: • Kurt Deketelaere • Cathy Suykens
EU-bonuskrediet type B2c voor PHAEDRA Vrije Universiteit Brussel Abstract: EU-bonuskrediet type B2c voor PHAEDRA, een Europees project rond de studie mbt databescherming (DPAs) en privacy rechten Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
De juridische relatie tussen ruimtelijke ordening en waterbeheer in hetkader van adaptatie aan de klimaatverandering. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Milieu- & Energierecht
Onderzoekers: • Kurt Deketelaere • Jean-Christophe Beyers
'Displaced persons' in het licht van het hedendaags internationale recht : het recht op eigendom en het recht om terug te keren na een gewapend conflict. Universiteit Gent Abstract: De 'displacement' van personen als gevolg van een gewapend conflict vormt één van de grootste hedendaagse juridische vraagstukken met ernstigevolgen voor de mensenrechten van de betrokkenen. Het onderzoek zal zich richten op het internationaal rechtskader met betrekking tot het eigendomsrecht en het recht om naar huis terug te keren als belangrijke factoren in het herstel van de vrede en de rechtsstaat. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Johan Vande Lanotte • Yves Haeck
Bescherming van jonge verdachten bij verhoor: een studie over waarborgen en uitvoering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemene doel van dit project is om de effectieve bescherming van de rechten van jonge verdachten te versterken tijdens ondervraging door de autoriteiten in het strafrechtelijk onderzoek in de EU. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Joachim Meese
PHAEDRA Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een consortium van vier partners uit België, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Polen heeft een nieuw Europees project opgericht ter verhelping van gegevensbeschermingsautoriteiten (DPA) over de hele wereld, met als doel het verbeteren van de handhaving van de privacywetgeving ingeleid. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Omgaan met overlast: regulering, vertegenwoordiging en legitirme bestraffing. Universiteit Gent Abstract: Het project zal de legitimiteit van regelgeving in het geval van overlast onderzoeken. Op basis van de criminaliseringstheorie, vergelijkende jurisprudentie en hedendaagse criminologische theoreën en aan de hand van empirisch onderzoek (analyse van media representaties) zal het fenomeen worden geanalyseerd vanuit een zowel nationaal als internationaal of comparatief perspectief. De consequenties voor het toekomstig beleid zullen eveneens worden toegelicht. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Nina Persak
Toetredingsprotocollen en de WTO inclusief een kritische analyse van de regels aangaande export restricties KU Leuven Abstract: H'Times New Roman','serif';mso-ansi-language:EN-US" lang="EN-US">et toetredingsproces tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) resulteert in een Toetredingsprotocol waarin de (aanvullende) verplichtingen (WTO-Plus verplichtingen) van het nieuwe Lid zijn opgenomen. In deze thesis worden het toetredingsproces en de plaats van de toetredingsprotocollen in het juridischkader van de WTO onderzocht. Omdat toetredingsprotocollen een nieuw juridisch instrument vormen, kan de vraag gesteld worden in welke mate nieuwe WTO Leden een beroep kunnen doen op de algemene uitzonderingsgronden die vervat zijn in Artikel XX van de General Agreement on Tariffs and Trade 1994 (GATT 1994). Verplichtingen met betrekking tot export restricties zijn een voorbeeld van WTO-Plus verplichtingen waartoe nieuwe WTO Leden zich hebben verbonden om Lid te mogen worden van de organisatie. Daarnaast, als case study, onderzoekt de thesis of er sprake is vaneen tekort aan regelgeving met betrekking tot dit onderwerp, aangezi Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Geert Van Calster • Jan Wouters • Dylan Jan Werner Arnold Geraets
Europese nationale mensenrechteninstituten als bruggenbouwers in een meerlagig mensenrechtensysteem? Een internationaalrechtelijke analyse
KU Leuven Abstract: Nationale Mensenrechteninstituten (NMRIs) zijn instituten opgericht door de overheid, met een mandaat om mensenrechten te promoten en beschermen; een rol die vaak een kritische houding impliceert van deze instituten ten opzichte van de overheid. De oprichting en werking van NMRIs wordt sterk aangemoedigd en ondersteund door de Verenigde Naties en regionale mensenrechteninstituten die in NMRIs potentieel zien om een brug te slaan tussen internationale en regionale mechanismes en normen enerzijds, en de nationale implementatie van mensenrechten, anderzijds. Hoewel NMRIs zijn opgericht over de hele wereld, zal deze thesis zich toespitsen op Europa als illustratie van het functioneren van NMRIs in een regionale context. Een diepgaande juridische analyse van NMRIsals bruggenbouwers in een meerlagig mensenrechtensysteem bestaat nog niet. Dit proefschrift beoogt deze lacune in de literatuur te vullen, en beoogt een antwoord te bieden op de internationaalrechtelijke vraagstukken die aan de op Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Katrien Meuwissen
Commerciële garanties in de verschillende koopregimes: naar een uniformeregeling? KU Leuven Abstract: Bij de aankoop van bv. een koelkast, gsm of auto wordt door verkopers of producenten vaak een belofte tot garantie gedaan, dit is een commerciële garantie. Deze garantie geldt dan naast de wettelijke garantieregeling, die in het onderzoek ook ruim zal besproken worden. Het gaat om een bescherming tegen verborgen gebreken. Er bestaat veel onduidelijkheid over commerciële garanties. Kopers/consumenten weten niet wat een dergelijke garantie precies inhoudt, wat de gevolgen van zon garantie zijn, of hiervoor een bijkomende prijs mag gevraagd worden en zo ja, hoeveel, enzovoort. Deze onduidelijkheid heeft gevolgen voor het (economisch) zelfbeschikkingsrecht van elke marktdeelnemer, hier de kopers/consumenten. Dit zelfbeschikkingsrecht is het recht om een vrije, goed geïnformeerde, doordachte keuze te maken. De huidige wettelijke regeling voor commerciële garanties lijkt niet voldoende om dit zelfbeschikkingsrecht te garanderen. In het onderzoek worden vijf voorbeelden van de miskenning van Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Evelyne Terryn • Sanne Vandemaele
De toegang tot de burgerlijke rechter in Burundi: een juridisch-institutionele benadering. KU Leuven Abstract: Referring to an article by Moutéké and Locko, Alioune Fall Badara notesthat the African judges, and thus justice in Africa, would be brokenwhile Demba Sy points out that as an institution, justice [in Africa] isin crisis. Even if these words were spoken almost a decade ago, the reality they convey is still relevant, particularly with regard to Burundi. From an institutional perspective, several actors pretend to administer justice through binding decisions but whether their procedures meet the standards of a fair trial is sometimes questionable. This research examines the legal context in which these institutions operate as well as the relationship between these institutions and performs an analysis based on the fundamental requirements of an effective right of access to court. Organisaties: • Instituut voor Gerechtelijk Recht
Onderzoekers: • Benoit Allemeersch • Aime-Parfait Niyonkuru
Humanist Jurisprudence and the Emergence of the Law of Nations KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Randall Lesaffer • James Mearns
Afwijkingen van de bewijslast in het aansprakelijkheidsrecht KU Leuven Abstract: This project focuses on deviations from the principles of the burden ofproof in tort law. It can be alleged that a party injured by a tortiousact finds himself confronted with a severe burden of proof (he must prove fault, damage and causation), which can provoke serious difficulties and even situations of evidence need. How do you demonstrate that a doctor failed in his duty of care during a medical surgery? Or that the government committed a wrongful act in the dismantlement of a financial institution? Even so, the administration of evidence of a defending party can be problematic, for example in case he has to prove force majeure, a fault of the victim or an act of a third party. The existing deviations from the principles of the burden of proof, which are intended to meetthose evidential problems, take place in a very diverse and fragmented way. They are applied by different actors (legislator, courts and parties) and in different stages of the administration of evidence, that ther Organisaties: • Instituut voor Verbintenissenrecht
Onderzoekers: • Ilse Samoy • Benoit Allemeersch • Wannes Vandenbussche
De nietigheid van ongeldige rechtshandelingen KU Leuven Abstract: Stel dat u een contract ondertekent, maar dat uw tegenpartij u hiertoe dwingt (bv. door geweld). Betekent dit dat u dit contract zult moeten uitvoeren, of kan u toch onder het contract uitkomen door aan te voeren dat u dit contract niet vrijwillig gesloten hebt? Andere hypothese: stel dat u een woning wilt huren, maar dat het huurcontractde volgende clausule bevat: Bij laattijdige betaling van de huurprijs door de huurder wordt die huurder automatisch voor de rest van diens leven de persoonlijke slaaf van de verhuurder.. Wat zouden de gevolgen zijn als u dit contract ondertekent en één dag te laat betaalt? Wordt u dan werkelijk meteen voor de rest van uw leven de persoonlijke slaaf van de verhuurder? Beide voorbeelden zijn voorbeelden van contracten die men in het recht (minstens voor een deel) nietig noemt. Een contract is nietig indien het bij de totstandkoming niet aan alle vereisten voldoet. In het eerste voorbeeld is het contract nietig omdatniet alle partijen hun vrije to
Organisaties: • Instituut voor Verbintenissenrecht
Onderzoekers: • Ilse Samoy • Sophie Styns • Frederik Peeraer
Tussen constitutionele structuren en beleidsdoelstellingen: een analysevan het juridisch kader van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Geert De Baere • Tina Van den Sanden
De uitbouw van een adequaat juridisch kader voor bescherming en beheer van cultureel erfgoed als proeve van een geïntegreerd omgevingsrecht. KU Leuven Abstract: De uitbouw van een adequaat juridisch kader voor bescherming en beheer van cultureel erfgoed als proeve van een geïntegreerd omgevingsrecht.Het Europese continent bezit een schat aan cultureel erfgoed dat bescherming behoeft. Cultureel erfgoed is immers niet alleen intrinsiek (cultuur-historisch) waardevol. Het brengt bovendien mensen bij elkaar en stimuleert het onderzoek naar en de kennis van ons verleden. De meeste Europese burgers leven in historische steden waarmee zij zichzelf identificeren als gevolg van het unieke en onvervangbare karakter vande historische gebouwen, erfgoedsites en collecties. Bovendien is het cultureel erfgoed een economische motor door tewerkstelling te creëren enjaarlijks miljoenen bezoekers naar monumenten, historische stadscentra,archeologische sites en musea te lokken. Dit patrimonium is van onschatbare waarde, maar tegelijk ook zeer kwetsbaar. De laatste decennia komt het gevaar goeddeels uit de hoek van de milieuvervuiling en de globalisatie in alle mo Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Brussel
Onderzoekers: • Anne Draye • Bert Demarsin • Stijn Aerts
Vereiste van volle rechtsmacht in de zin van art. 6 EVRM in bestuursgeschillen KU Leuven Abstract: mso-bidi-font-size:11.0pt;line-height:115%;mso-bidi-font-family:'Times New Roman'">mso-bidi-font-size:11.0pt;line-height:115%;mso-bidifont-family:'Times New Roman'">Hoever reikt de omvang van de toetsingsbevoegdheid van de rechter in zijn controle van overheidshandelingen? Wat is mogelijk binnen het kader van de scheiding der machten? Sindsde Franse Revolutie van 1789-1799 bestaat, vooral in Frankrijk, het schrikbeeld van een gouvernement des juges. Het is evident dat een rechter zich niet op de stoel van het bestuur mag plaatsen. Anderzijds is het even vanzelfsprekend dat er, binnen de rechtsstaat, bepaalde grenzen worden gesteld aan het handelen van de uitvoerende macht (rule of law). mso-bidi-font-size:11.0pt;line-height:115%;mso-bidi-font-family:'Times New Roman'">De laatste jaren krijgt deze, reeds zeer complexe verhouding, nog een extra dimensie door de invloed van art. 6.1 EVRM en de rechtspraakvan het EHRM met betrekking tot de volle rechtsmacht-vereiste. Het EHRMvereist met n Organisaties: • Instituut voor Administratief Recht
Onderzoekers: • Steven Lierman • Pieter-Jan Van de Weyer
De (pakket)reisovereenkomst. KU Leuven Abstract: De verhoogde levensstandaard en de toegankelijkheid van het commercieeltoerisme hebben ervoor gezorgd dat reizen voor het overgrote deel van de bevolking een gemeenzaam goed is geworden. Het aantal internationale toeristen steeg in 2012 met 4% en bereikte voor de eerste keer in de geschiedenis de kaap van 1 biljoen wereldwijd. De manier van reizen wijzigdegedurende de afgelopen twintig jaar grondig. Vooral inzake de manier waarop reizen worden geboekt is veel veranderd. Daar waar begin jaren 90 reizigers een beroep deden op het reisbureau om de hoek of op een gekende touroperator om een reispakket (vervoer, logies en/of andere toeristische diensten) aan te kopen, boeken mensen vandaag minder dergelijke vooraf samengestelde reispakketten. Veeleer regelen mensen thuis online hun vakantie door zelf op zoek te gaan naar een vliegtuigticket, een hotel en een auto om ter plaatse te huren. In 2008 organiseerde 56% van de EU-vakantiegangers hun vakantie zelf in plaats van een vooraf georganis Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Evelyne Terryn • Bert Wyseur
Medeverzekering: een juridische analyse van de rechtsverhoudingen tussen de betrokken partijen in het kader van een Europese concurrentiële verzekeringsmarkt KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Verzekeringsrecht
Onderzoekers: • Caroline Van Schoubroeck • Tine Meurs
Het sponsoringscontract - Onbekend maar toch bemind?
KU Leuven Abstract: Sponsoring is een fenomeen dat in talrijketakken van onze maatschappij opduikt. Niet alleen kunnen we daarbijdenken aan sportsponsoring, maar ook aan cultuursponsoring, maatschappelijke of sociale sponsoring, onderwijssponsoring, enz. Als relatief nieuw concept blijkt hieruit dat sponsoring aan een exponentiëlegroei onderhevig is. Steeds meer personen grijpen dan ook naar sponsoring als belangrijk marketing en communicatie instrument. Desondanks blijft een juridische verankering nog steeds uit: sponsoringscontracten zijn tot op heden grotendeels een onontgonnen juridische terrein. Niet alleen jammer, maar ook bijzonder risicovol als men tot het besef komt welke grote economische impact sponsoring heeft op de wereldwijde economie. Zo moeten we vaststellen dat de praktijk te vaak worstelt met verschillende juridische problemen die nog niet, of althans niet voldoende, onderzocht zijn. Ten eerste zien we dat in de praktijk uiteenlopende sponsoringsconstructies gehanteerd worden waarbij per Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Joost Vynckier
De invloed van de partijautonomie op de vaststellingsovereenkomst KU Leuven Abstract: Partijen kunnen verschillende methoden aanwenden om een einde te stellen aan hun geschil; van onderhandelingen voeren tot de zaak bij een rechter aanhangig maken. In dit onderzoek analyseren wij de piste van het contractueel beëindigen (en vermijden) van een gerezen (of toekomstig) geschil. Alle landen die we vergelijken (België, Frankrijk, Nederland en Duitsland) kennen het concept van de vaststellingsovereenkomst. Het belangrijkste, en eveneens de gemene deler, is dat men telkens tracht om maximaal te vermijden dat het geschil opnieuw tot leven kan komen. De afdwingbaarheid van deze nationale regelingen bevindt zich op de as tussen een overeenkomst, onderworpen aan het gemene verbintenissenrecht, en de grotere kracht - op het vlak van rechtszekerheid - van een rechterlijke uitspraak. In ons onderzoek gaan we na of en in welke matehet beginsel van de partij autonomie partijen toestaat om een geschil voor eens en voor altijd op contractuele wijze te beslechten. Als eerste gaan we na ho Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Nick Portugaels
De bescherming van ondernemingen tegen oneerlijke handelspraktijken. KU Leuven Abstract: Dit onderzoek zal zich toespitsen op de bescherming van ondernemingen tegen oneerlijke handelspraktijken. Een studie uitgevoerd door de Europese Commissie heeft aangetoond dat deze zogenaamde B2B‑oneerlijke handelspraktijken veelvuldig voorkomen. In tegenstelling tot B2C‑oneerlijke handelspraktijken heeft Europa deze materie (tot nu toe) echter slechts gedeeltelijk geharmoniseerd. Bijgevolg hebben meerdere lidstaten een eigen regelgeving uitgewerkt om ondernemingen tegen deze praktijken te beschermen. De Belgische wetgever heeft hiertoe voornamelijk een algemene norm ingevoerd die praktijken verbiedt die de beroepsbelangen van een of meer andere ondernemingen schaden of kunnen schaden. Een blik op de regelgeving die enkele nabije rechtsstelsels hieromtrent hebben opgesteld, leidt tot de conclusie dat de Belgische bescherming eerder van beperkte omvang is. Andere Europese rechtsstelsels, zoals Duitsland en Frankrijk, beschikken namelijk over bijzondere bepalingen d Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Evelyne Terryn • Sofie De Pourcq
De vennootschap met rechtspersoonlijkheid als bijzondere overeenkomst: de goede trouw van aandeelhouders in gemeenschappelijke dochtervennootschappen (corporate joint ventures). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Koenraad Geens • Bernard Tilleman • Nick Hallemeesch
Over-the-counter derivatives: market failure and remedies. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Jan Ronse-Instituut vr Vennootsch.recht
Onderzoekers: • Koenraad Geens • Veerle Colaert • Katrien Morbée
National Substantive Autonomy in EU Economic Law KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Consument, Concurrentie en Markt
Onderzoekers: • Wouter Devroe • Zuzana Vikarská
Dualiteit tussen europeanisering en regionalisering van de fiscale bevoegdheden met betrekking tot de directe belastingen KU Leuven Abstract: De titel van dit onderzoek weerspiegelt de voortdurende bewegingen van de fiscale bevoegdheid. Enerzijds treedt de Europese Unie meer en meer op in het domein van de directe belastingen en anderzijds verschuiven landen meer en meer bevoegdheden naar de deelstaten. De huidige financieringstechnieken van de gemeenschappen en gewesten in België en de bevoegdheidsverdeling in de directe belastingen geven aanleiding tot een aantal minder efficiënte gevolgen. In dit proefschrift willen we dan ook onderzoeken hoe de financiering kan geoptimaliseerd worden en dit binnen het Europese en nationale kader. Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Luc De Broe • Joke De Bruycker
Kansen en valkuilen voor duurzaam materialenbeheer in Europees recht EU materialenrecht onderzocht. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Geert Van Calster
Niet-bestaande plaatsen in het internationaal recht: een conceptualisering van de status, rechten en verplichtingen van niet-erkende staten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • N. N. • Cedric Ryngaert
Het handelsbeleid van de Europese Unie op vlak van het auteursrecht: schipperen tussen de verplichting tot auteursrechtbescherming, mensenrechtenbescherming en het respecteren van een constitutioneel beperkte bevoegdheid KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Esther van Zimmeren • Geert De Baere • Yole Tanghe
Officiële wetgeving en maatschappelijke betekenis: het homo-huwelijk als een voorbeeld van wettelijk pluralisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Georgios Pavlakos • Mariano Croce
Buitenlandse Francqui Leerstoel 2011-12 Universiteit Gent Abstract: Gedurende zes maanden (oktober 2012-maart 2013) was prof. Heikki Pihlajamäki (hoogleraar rechtsgeschiedenis aan de Universiteit van Helsinki) te gast aan de Gentse rechtsfaculteit als internationale Francqui Professor. Hij gaf er verschillende gastcolleges, organiseerde een binnen- en een buitenlands colloquium, begeleidde jonge onderzoekers en gaf enkele master classes voor doctorandi inzake rechtsvergelijkende rechtsgeschiedenis. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Piet Taelman
VUB Onderzoekscontingent Sabbatical Leave 2012 (Call 2011). Toekenning aan Prof. dr. Paul De Hert: Constitutional European Criminal in Search of a Foundation Respectful of Human Rights. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Evenwicht tussen veiligheid en vrijheid in het kader van Europese mensenrechten Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
De wereldwijde uitdaging van integratie van mensenrechten: naar een 'gebruikersperspectief' (HRI). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het uitgangspunt van het onderzoek is de vaststelling dat zowel individuen als groepen die houders zijn van mensenrechten, als de overheid en de andere entiteiten die de mensenrechten dienen te verzekeren, worden geconfronteerd met een veelheid aan mensenrechtenbepalingen die verschillen qua draagwijdte, focus, rechtskracht en beleidsniveau. Deze niet-hiërarchische accumulatie van mensenrechtenbepalingen resulteert in een complexe en ongecoördineerde juridische structuur die in sommige gevallen tot belemmeringen kan
leiden voor een effectieve bescherming van de mensenrechten. De centrale doelstelling van het voorgestelde netwerk is de studie van het recht inzake de mensenrechten als een geïntegreerd geheel vanuit gebruikers-perspectief. Organisaties: • Internationaal en Europees recht • Metajuridica
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS • PAUL DE HERT
De globale uitdaging van mensenrechten integratie: naar een gebruikers perspectief Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie rond mensenrechten als een geïntegreerd geheel vanuit een gebruikersperspectief Organisaties: • Internationaal en Europees recht • Metajuridica
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS • PAUL DE HERT
Interpretatie van dubbelbelastingverdragen ? Een studie van de doorwerking van nationaalrechtelijke interpretatieprincipes en van het juridischstatuut en de functie van extrinsieke instrumenten voor de interpretatie van Belgische dubbelbelastingverdragen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Luc De Broe • Jasper Bossuyt
De meertrapse verhouding centrale vereffeningsinstelling - belegger. Eenonderzoek naar de aansprakelijkheid van bewaarders van financiële instrumenten. KU Leuven Abstract: mso-add-space:auto;text-align:justify;tab-stops:21.3pt">De bewaring enverhandeling van financiële instrumenten heeft aan het einde van de 20steeeuw een grondige transformatie ondergaan. Het fysiek waardepapier heeft plaatsgemaakt voor boekingen op effectenrekeningen die vaak deel uitmaken vancomplexe piramidale rekeningstelsels met een centrale vereffeningsinstellingaan het hoofd. mso-add-space:auto;textalign:justify;tab-stops:21.3pt"> mso-add-space:auto;text-align:justify;tab-stops:21.3pt">Het nationale recht bepaaltde omvang van de rechtenen plichten van personen en instellingen in elkeschakel in de piramide door middel van regels uit verschillende rechtstakken(het gemeenverbintenissenrecht, het financieel recht, het consumentenrecht,hetzakenrecht, en het vennootschapsrecht). Sinds de crisis werden door Europa daarenboveneen aantal specifieke regels opgelegd inzake de aansprakelijkheid vanbewaarders, doch zonder dat werd duidelijk gemaakt hoe deze nieuwe regels zichverhouden tot het Organisaties: • Jan Ronse-Instituut vr Vennootsch.recht
Onderzoekers: • Matthias Edward Storme • Veerle Colaert • Andreas Van Impe
Meerkaderovereenkomst - Dienstenovereenkomst - Data collection and research services on fundamental right issues (2 overeenkomsten!) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Milieu Ltd' hebben voor het project ' Multiple Framework Service Contract Data collection and research services on fundamental right issues (Paul De Hert)' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Onderzoek naar doorlooptijden in de juridische procedure. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Orde van Advocaten te Antwerpen. UA levert aan de Orde van Advocaten te Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. De bedoeling is de doorlooptijden van de behandeling van aanvragen voor juridische tweedelijnsbijstand te analyseren, te onderzoeken welke de determinerende factoren zijn en beleidsvoorstellen te formuleren om de doorlooptijden te optimaliseren. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Dimitry Mortelmans • Bernard Hubeau
Regionalisering private huurwetgeving (ikv Steunpunt Wonen). Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek betreffende de bevoegdheidsoverdracht inzake woninghuur omvat twee luiken: dit project betreft het juridisch-technisch luik: hoe komt de bevoegdheidsoverdracht en de inbedding ervan binnen de Vlaamse regelgeving tot stand? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: IRISS (FP7-SSH-2011-2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: IRISS beoogt het reconstrueren van de verspreiding van systemen voor de bewaking en technologieën in de publieke en private sector vanuit het oogpunt van hun effect op de structuur van een democratische samenleving. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: TELL ME (FP7-HEALTH-2011-two-stage) Vrije Universiteit Brussel Abstract: TELL ME beoogt het opzetten van een geïntegreerd onderzoeksproject door het betrekken van experten in sociale en gedragswetenschappen, communicatie en media, gezondheidsprofessionals en verscheidene niveau's en representatieven van burgerlijke organisaties, om een evidence-based gedrags- en mededeling pakket te ontwikkeln om te reageren op grote epidemische ziekten uitbraken, met name grieppandemieën. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: PRISMS (FP7-SEC-2011-1) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De privacy en veiligheidsspiegels - Naar een Europees kader voor geïntegreerde besluitvorming. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
EU-bonuskrediet type B2c voor EU FP7 project: EPINET (FP7-Science-in-society-2011-1) Vrije Universiteit Brussel Abstract: not available Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
PARIS - gepersonaliseerde advertenties gemaakt op basis van webbronnen. Universiteit Antwerpen Abstract: Gepersonaliseerde advertenties willen inspelen op de unieke interesses en voorkeuren van de individuele gebruiker. De juiste advertentie voor de juiste persoon wordt geselecteerd, gebaseerd op een bestaande set van advertenties voor verschillende producten. User generated content, bv. beschikbaar via sociale netwerken, biedt een wereld van informatie over een individu en haar of zijn leefwereld. Hij of zij kan zeer gedetailleerd in blogs schrijven, kan foto's opladen, tweeten via Twitter of andere microblogging applicaties, of sporen nalaten in de vorm van online videomateriaal. Met dit project wordt getracht de advertenties te personaliseren op basis van user generated content. Deze personalisering moet eveneens voldoen aan de juridische vereisten betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en rechten van de intellectuele eigendom. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Patrick Van Eecke
EPINET - Epistemische Netwerken Vrije Universiteit Brussel Abstract: Not available Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Niels VAN DIJK • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT
Naar een nieuw groeipad: Welzijn, Rijkdom en Werk voor Europa: WWWforEurope Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van dit 4-jaar durende project is het leveren van de analytische basis voor een sociaal-ecologische transitie in Europa: De overgang naar een nieuw groeipad met slimme, duurzame en inclusief de groei zoals wordt voorgesteld in de EU 2020-strategie. Om de overgang te ondersteunen, analyseren we de noodzaak, de haalbaarheid en de beste praktijken voor verandering, met vermelding van de institutionele veranderingen die nodig zijn op alle beleidsniveaus om deze opties uit te voeren. De oude en de nieuwe uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd bepalen het beginpunt: de globalisering, nieuwe technologieën en postindustrialisatie, demografische veranderingen en de ecologie in het kader van sociale systemen die onder stress zijn komen te staan als gevolg van hoge overheidstekorten. De visie is dat Europa zal uitgroeien tot een rolmodel voor een "high road groeipad" dat actief sociale en ecologische doelstellingen omvat, werkgelegenheid, geslachts- en culturele aspecten op een ambitieuze, toekomstgerichte manier en tegelijkertijd concurrerend te zijn in een geglobaliseerde wereld. Om deze doelstellingen te bereiken, zal het consortium robuust onderzoek in de onderzoeksgebieden met betrekking tot de uitdagingen voor het welzijnswerk uitvoeren en synthetiseren, de biofysische dimensie van de sociaal-economische ontwikkeling, de identificatie van de bestuurders op sociaal-ecologische overgang, de rol van het bestuur en de instellingen op het Europese als het regionale niveau. Het consortium zal profiteren van een permanente dialoog met internationale experts in de vorm van panels van deskundigen en aanspreekpunten, rekening houdend met hun visie op de richting en de haalbaarheid van dit nieuwe groeipad.
Het project zal worden uitgevoerd door een consortium van 33 partners uit universiteiten en onderzoeksinstituten met internationale en interdisciplinaire expertise. Het vertegenwoordigt 12 lidstaten. Hoog niveau wetenschappelijk en beleidsmatig Bestuur zal de analyse en de beleidsconclusies bewaken om de impact en de verspreiding van de resultaten te waarborgen. Organisaties: • Econometrie • Economie en beleidsmanagement
Onderzoekers: • Lode VEREECK • Bas VAN AARLE
TELL ME- EU project Vrije Universiteit Brussel Abstract: TELL ME beoogt het oprichten van een geïntegreerde onderzoeksproject waarbij deskundigen op het gebied van sociale en Gedragswetenschappen, communicatie en media, gezondheidswerkers op verschillende niveaus en specialiteiten en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties om een op basis van bewijs gedrags- en mededeling pakket te ontwikkelen om te reageren op grote epidemische ziekten uitbraken, met name grieppandemieën. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
PRISMS - De privacy en veiligheid spiegels Vrije Universiteit Brussel Abstract: Niet beschikbaar Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Criminologie • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • Francesca MENICHELLI • JENNEKE CHRISTIAENS • SERGE GUTWIRTH • Kristof VERFAILLIE
Colloquium Internationalisering van de Rand Vrije Universiteit Brussel Abstract: De effecten van de Europese en internationale rol van Brussel blijven niet beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar doen zich in toenemende mate ook in de Rand voelen. Internationale instellingen en bedrijven vestigen zich in omliggende gemeenten nabij de Europese hoofdzetel en trekken daarbij diverse diensten en arbeidskrachten aan. Verschillende indicatoren wijzen op een ontnederlandsing van de Rand door de instroom van een permanente anderstalige migratie uit Brussel, maar ook door de aanwezigheid van tijdelijke arbeidskrachten, voornamelijk uit de EU-landen. De internationalisering is er divers en verspreid en vraagt om een meerzijdige analyse. Inzetten op de internationalisering van de economie en de samenleving wordt ook door de Vlaamse Overheid gezien als een economische noodzakelijkheid. Vlaanderen is immers een belangrijke internationale draaischijf en heeft de ambitie om haar positie van Europese topregio te behouden. Internationalisering wordt beschouwd als een noodzakelijk goed met veelal positieve effecten, maar op een aantal terreinen is de impact problematisch en worden passende beleidsantwoorden gezocht. De bedoeling van het colloquium en van de publicatie is een status quaestionis op te maken van het onderzoek in binnen- en buitenland naar de effecten van deze internationalisering op demografisch, economisch, cultureel, sociaal, ruimtelijk, politiek vlak en ook op identiteit en taalgebruik. De internationalisering versterkt immers nog de historische taalveranderingsprocessen te wijten aan de stadsvlucht vanuit Brussel. Terwijl het vroeger om een in hoofdzaak Franstalige inwijking ging vanuit de hoofdstad, zorgt de bevolkingsdruk op Brussel door de instroom van anderstalige inwoners van niet-Belgische origine voor een uitgesteld effect in de Rand. De bevolkingsprognoses voor Brussel wijzen op een sterke toename de komende jaren en de effecten ervan op het vlak van tewerkstelling, huisvesting, onderwijs, taalgebruik, onthaal en integratie stellen ook de beleidsmakers uit de omliggende gemeenten voor grote uitdagingen. Hoe kan worden omgegaan met deze vraagstukken en dat tegen de achtergrond van het beleid van de Vlaamse Overheid en van de provincie Vlaams-Brabant dat er op gericht is om het Nederlandstalig karakter van de gemeenten in de Rand te handhaven, sociale verdringing tegen te gaan en de open ruimten te beschermen? Brussel en het randgebied zijn economisch en functioneel sterk vervlochten, maar administratieve en politieke grenzen maken een coherent beleid slechts mogelijk als alle betrokken overheden en bestuursniveau's hun verantwoordelijkheid opnemen en samenwerken. Zowel het spanningsveld als de samenwerking van steden en hun omringende regio zijn een internationaal gegeven. Daarom zullen ook buitenlandse cases centraal staan. Vergelijkingspunten met Brussel zelf en met andere steden in het land komen eveneens aan bod. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ANN MARES • MACHTELD DE METSENAERE
Staatsaansprakelijkheid voor onrechtmatige handelingen van internationale organisaties. KU Leuven Abstract: Staten dragen steeds meer bevoegdheden over aan internationale organisaties, en geloven dat die laatste grensoverschrijdende en globale problemen beter kunnen aanpakken. De overdracht van bevoegdheden aan een internationale organisatie een afzonderlijke rechtspersoon gaat logischerwijs gepaard met een overdracht van aansprakelijkheid wanneer iets fout loopt bij de uitoefening van de overgedragen bevoegdheden. Helaas hebben heel wat organisaties nagelaten adequate aansprakelijkheids- of geschillenbeslechtingsmechanismen op te richten. In de afwezigheid van dergelijke mechanismen kunnen organisaties vaak slechts in abstracto aansprakelijk worden gehouden, een situatie die niet van die aard isnaleving van het recht door internationale organisaties te bevorderen.Gezien het accountabilitydeficit waaronder heel wat internationale organisaties lijden, en het belang van het recht op een rechtsmiddel van gelaedeerde partijen, kan het argument worden gemaakt dat lidstaten aansprakelijk moete Organisaties:
• Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Geert De Baere
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP-leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van 50.000 euro. Deze ZAP-startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Dave DE RUYSSCHER
Multilaterale wederkerigheid. KU Leuven Abstract: Tâm Dang Vu bereidt een doctoraat voor dat tot doel heeft vormte geven aan het concept multilaterale wederkerigheid. Daarbij wordt onderzocht of de principes en rechtsfiguren (bv. de ontbinding, de risicoleer, de enac en het verval) die destijds zijn ontwikkeld voor een situatie van pluraliteit van verbintenissen binnen één enkelcontract met twee partijen (bilaterale wederkerigheid) bij analogiekunnen worden toegepast op een situatie van pluraliteit van verbintenissen binnen meerdere samenhangende contracten met meer dan twee partijen (multilaterale wederkerigheid). Er wordt nagegaan of dit begrip een rol kan spelen in het creëren van lotsverbondenheid tussen samenhangende contracten. Organisaties: • Instituut voor Verbintenissenrecht
Onderzoekers: • Ilse Samoy • Tam Dang Vu
Unietrouw en Europese integratie: een studie naar de pluriformiteit vanloyaliteit in het EU-recht. KU Leuven Abstract: Het algemeen beginsel van loyale samenwerking is een fundamenteel grondwettelijk beginsel in het Unierecht dat de uitoefening van debevoegdheden van zowel de Unie als haar Lidstaten regelt. Het vormt daarnaast de rechtsgrond voor vele andere algemene rechtsbeginselen van Unierecht, zoals het beginsel van de voorrang van Unierecht, het beginsel van rechtstreekse werking, het doeltreffendheidsbeginsel, enz. Omdat het echter zo alomvattend is qua reikwijdte en zo'n vergaande rechtsgevolgenheeft, is het gevaar reëel dat het de Unierechtsorde ontwricht door ookover het bestaan en de verdeling van de bevoegdheden tussen EU en Lidstaten te beschikken. Dit onderzoek bestudeert precies deze impact van het beginsel van loyale samenwerking op het beginsel van bevoegdheidstoedeling en wel in vier verschillende rechtsverhoudingen, te weten de verhouding (1) tussen de Unie en de Lidstaten en (2) viceversa, (3) tussen de Lidstaten en tenslotte (4) tussen de Unie-instellingen onderling. Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Koenraad Lenaerts • Geert De Baere • Timothy Roes
Het beraad van de rechter. KU Leuven Abstract: Het onderzoek vertrekt vanuit de vaststelling dat in verband met de rechterlijke organisatie, rechtbanken talrijke bevoegdheden uitoefenen zonder dat daarvoor een wettelijke basis voorhanden is. Zo stellen rechtbanken bijvoorbeeld de rechtsdag uit, bepalen zij de duur van het beraad of nemen zij maatregelen om de orde in de rechtbank te bewaren. Dit onderzoek probeert een juridische kader te ontwerpen voor deze bevoegdheden door hen te kwalificeren als voorbeelden van de inherente machten van rechtbanken. Dit zijn machten die zo nauw verbonden zijn met wathet betekent om een rechtbank te zijn en om rechtsmacht uit toe oefenen, dat rechtbanken die machten kunnen uitoefenen zonder uitdrukkelijke rechtsgrond. Het onderzoek zal proberen aan te tonen dat dit concept van inherent rechterlijke macht besloten ligt in de Belgische, Franse en Nederlandse Grondwet. Het bestaande debat over de inherente macht van rechtbanken in de Verenigde Staten zal hierbij een belangrijke bron van inspirati Organisaties: • Instituut voor Gerechtelijk Recht
Onderzoekers: • Benoit Allemeersch • Els Vandensande
De exclusiviteit van het eigendomsrecht KU Leuven Abstract: Het goederenrecht van civil law rechtsstelsels, dat grotendeels gebaseerd is op het Romeinse recht, kent een ondeelbaar of exclusief eigendomsbegrip. Dat betekent dat op een gegeven moment en op een gegeven zaak slechts één persoon de meest volstrekte rechten kan hebben. Het beginsel van exclusiviteit is er vooral gekomen als tegenreactie tegen de gelaagdheid van het eigendomsrecht onder het feodale stelsel. De Franse Revolutie schafte de feodaliteit af en vandaar dat sinds begin 19de eeuw de exclusiviteit één van de wezenskenmerken van ons eigendomsrecht is geworden. Een belangrijke implicatie van dit beginsel is een sterke aversie tegen een opsplitsing van heteigendomsrecht. De voorbijedecennia lijkt dit beginsel echter niet meer zo vanzelfsprekend te zijn. Recente evoluties in onder andere het goederenrecht, zekerhedenrecht en familiaal vermogensrecht hebben opnieuw lagen gecreëerd in het eigendomsrecht. We denken daarbij vooral aan het eigendomsvoorbehoud, de fiduciaire eigendom en Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Vincent Sagaert • Dorothy Gruyaert
De eigenheid van de onderzoeksovereenkomst. KU Leuven
Abstract: DE EIGENHEID VAN DE ONDERZOEKSOVEREENKOMST Economische vooruitgang en de daarmee gepaard gaande welvaart van een land worden sterk bepaald door het innovatievermogen van het industriële weefsel. De overheid, kennisinstellingen1 en industrie sluiten hierdoor onderzoeksovereenkomsten om innovatieve kennis te creëren en efficiënt samen te werken. Er bestaat geen type onderzoeksovereenkomst vermits elke onderzoeksovereenkomst onder andere afhankelijk is van de specifieke doelstellingen bepaald door de sector en de structuur van het bedrijf en de markt waarbinnen de verschillende contractspartijen (overheid/industrie/kennisinstellingen) opereren. Andere determinanten hebben betrekking op het potentieel van de onderneming en de financieringsmiddelen. Het uit te voeren (wetenschappelijk) onderzoek en de verbintenis om de resultaten van het onderzoek mee te delen aan de cliënt/medeonderzoeker maken het voorwerp uit van de onderzoeksovereenkomst. Het onderzoek kan gaan van de bestudering van Organisaties: • Instituut voor Familiaal Vermogensrecht
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Alain Laurent Verbeke • Joris Swennen
Feitelijke algemeenheden in het privaatrecht. KU Leuven Abstract: Het concept feitelijke algemeenheid duidt op een veelheid van goederen die als een eenheid wordt beschouwd. De term wordt niet algemeen aangewend in de wetgeving, maar een onderzoek van het Belgische, Nederlandse,Franse en Duitse privaatrecht levert niettemin heel wat toepassingsgevallen op, zoals de handelszaak, een effectenportefeuille, een databank eneen kudde. Het onderzoek heeft tot doel om vanuit een studie van concrete toepassingsgevallen tot een algemene theorie van feitelijke algemeenheden te komen. Er wordt gezocht naar de oorsprong, de historische ontwikkeling en de bronnen van het concept. Ook wordt de notie feitelijke algemeenheid afgelijnd van naburige concepten die eveneens op een veelheidvan goederen wijzen. Vervolgens worden vereisten vooropgesteld waaraan alle veelheden van goederen dienen te voldoen om als een feitelijke algemeenheid te worden gekwalificeerd. Tot slot wordt gefocust op de rechtsgevolgen en de functies van de aanduiding van een verzameling van goe Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Vincent Sagaert • Elien Dewitte
Het fiscale regime van private equityfondsen en hedgefondsen vanuit Belgisch perspectief KU Leuven Abstract: Het vertrekpunt van dit doctraal onderzoek zijn de actuele structureringsmogelijkheden van dergelijke investeringsfondsen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de verschijningsvormen zoals deze gegroeid zijn in de praktijk. Vervolgens wordt de fiscale behandeling bestudeerd vanuit de specificiteit van deze beleggingsvehikels. Dit leidt onvermijdelijk tot een analyse van de tegenstelling tussen transparante en niet-transparante entiteiten (inclusief bijzondere regimes), en de grens tussen beroepsinkomsten en meerwaarden. Deze problematiek komt in het bijzonder aan bod wanneer het gaat om de specifieke winstallocatie tussen de verschillende betrokken spelers. Deze fiscaal-technische aspecten worden omkaderd door de verschillende beleidsmatige vragen die deze investeringsvorm oproept. Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Luc De Broe • Axel Haelterman • Thomas Gernay
De preventieve en repressieve strijd tegen het witwassen van vermogensvoordelen verkregen uit fiscale fraude: een rechtsvergelijkend onderzoek naar de bijzondere positie van het fiscaal basismisdrijf KU Leuven Abstract: Fiscale fraude is wellicht een van de meest wijdverspreide van alle economische misdrijven. Paradoxaal genoeg kunnen precies belastinggerelateerde misdrijven in de anti-witwaswetgeving rekenen op een bijzonder gunstregime. In veel rechtsstelsels worden fiscale misdrijven, of minstens bepaalde minder ernstige vormen van fiscale fraude, traditioneel uitgesloten van zowel preventieve als repressieve antiwitwaswetgeving. Dat gunstregime heeft geleid tot een problematische fiscale lacune in nationale, supranationale en internationale antiwitwaswetgeving, die een belangrijk obstakel vormt voor een doeltreffende bestrijding van financiële criminaliteit.Dit doctoraatsonderzoek beoogt een juridisch coherente oplossing aan te reiken voor die fiscale lacune door verder te bouwen op criminologische en rechtseconomische inzichten in witwasoperaties en fiscale fraudemechanismen. Het nieuwe rechtskader wordt bottom-up ontwikkeldop basis van een grondige rechtsvergelijkende studie van Europese en Organisaties: • Jan Ronse-Instituut vr Vennootsch.recht
Onderzoekers: • Raphaël Verstraeten • Veerle Colaert • Thomas Incalza
De grenzen van persoonlijke autonomie: reproductieve rechten als casus voor een onderzoek naar de toepassingsvoorwaarden van een fundamenteel rechtsbeginsel KU Leuven Abstract: Wetenschappelijke ontwikkelingen binnen de medisch begeleide voortplanting creëren steeds meer mogelijkheden voor wensouders. Eén van deze nieuwe technieken is de pre-implantatie diagnostiek, waarbij het mogelijk wordt om embryos te screenen, niet alleen op genetische afwijkingen, maarook op andere kenmerken, zoals geslacht. De maakbaarheid van de mens komt daarmee steeds dichterbij, en wordt een realiteit binnen handbereik, in dit geval van ouders in samenspraak met de geneeskunde .De centrale vraag waarop het onderzoek zich wilt toepsitsen is of het autonomiebeginsel het passende normatieve kader aanreikt om met dit (nieuwe) type van situaties om te gaan, en of het recht de grenzen kan/moet bepalenvan hoe met de maakbaarheid van de mens wordt omgegaan.Laat het autonomiebeginsel toe om rekening te houden met de verschillende belangen die spelen bij vragen van selectieve reproductie de wensouder, het toekomstige kind en ook de samenleving meer in het algemeen omdat het hier om centr Organisaties: • Instituut voor de Rechten van de Mens
Onderzoekers:
• Marie-Claire Foblets • Koen Lemmens • Toon Agten
Overheidsaansprakelijkheid voor het foutief optreden en nalaten van de wetgever KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Constitutioneel Recht
Onderzoekers: • André Alen • Margo Merckaert • Steven Lierman
Vennootschappen en mensenrechten: een kritische reflectie op de verantwoordelijkheden van vennootschappen op het vlak van mensenrechten via eenherinterpretatie van Amerikaans en Europees vennootschapsrecht en hun grondslagen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Ann Sofie Cloots
Dubbele niet-belasting KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Luc De Broe • Katrina Petrosovica
Naar een gestandaardiseerde risicoregeling in de Europese Unie: een nieuwe uitdaging in een meergelaagd rechtssysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Overheid en Recht • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Gerhard Straetmans • Alexia Herwig • Marta Simoncini
De juridische dimensie van ontwikkeling: partnerschap tussen het Refugee Law Project (Makerere Universiteit) en de onderzoeksgroep Recht en Ontwikkeling (Universiteit Antwerpen). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Politieke economie van de Grote Meren Regio • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Stefan Vandeginste • Wouter Vandenhole
Bevoegdheidsverdeling inzake gerechtelijke organisatie en justitiële hervormingen Universiteit Gent Abstract: Het project zal hervormingsvoorstellen ontwikkelen aangaande de verticale verdeling van de bevoegdheid inzake gerechtelijke organisatie en procesrecht van de federale staat tegenover de gemeenschappen en gewesten en de horizontale gerechtelijke bevoegdheidsverdeling met het debat over jurisdictioneel pluralisme (gescheiden administratieve en burgerlijke rechtbanken) en monisme. Een rechtsvergelijkende analyse en een rechtseconomische evaluatie zullen worden verricht. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Johan Vande Lanotte • Yves Haeck
Sociale zekerheid, territorialiteit en het beginsel van assimilatie. Een verkenning van de uiterste grenzen van het beginsel van non-discriminatie. Universiteit Gent Abstract: Het nieuw beginsel van assimilatie schrijft de gelijke behandeling van feiten voor bij de beoordeling van de socialezekerheidsrechtelijke positie van migranten in de Europese Unie. Dit project bestudeert de reikwijdte en toepassing van dit principe alsook zijn impact op nationale socialezekerheidsstelsels en hun Europese coördinatie. Organisaties: • Vakgroep Sociaal recht
Onderzoekers: • Yves Jorens
MOVINGLIFE: Vrije Universiteit Brussel Abstract: Roadmaps voor technologisch onderzoek, implementatie praktijk en beleidsondersteuning. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Paul QUINN • Ann-Katrin HABBIG • PAUL DE HERT
Review of the EU-legal framework for privacy and data protection Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Centre for European Policy Studies (CEPS)' hebben voor het project ' Services Agreement - Multiple Research Framework Contract on Justice and Home Affairs - "Review of the EU legal framework for data protection and privacy"' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • SERGE GUTWIRTH
Measuring trace elements by using DGT systems (Diffusive Gradient in Thin Films) in the environment of storage sites of uranium mining process residues Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' KONING BOUDEWIJNSTICHTING' hebben voor het project ' Measuring trace elements by using DGT systems (Diffusive Gradient in Thin Films) in the environment of storage sites of uranium mining process residues' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARTINE LEERMAKERS
Het gebruik van biobrandstoffen in het internationaal recht: een vergelijkend onderzoek naar de ten uitvoerlegging van de EU en China Universiteit Gent Abstract: Biobrandstoffen worden aangezien als hernieuwde energie en kunnen een bijdrage leveren in het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, maar hebben tevens effecten op de voedselproductie en het bosbeheer. Dit onderzoek gaat na hoe de internationale regelgeving in het kader van het Klimaatverdrag, het Kyoto Protocol, het Biodiversiteitsverdrag en de besluitvorming van de Wereldvoedselorganisatie mbt biobrandstoffen wordt tenuitvoergelegd in de EU en in China. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Veiligheidsimpact evalueren. Een beslissingsondersteunend systeem voor veiligheidstechnologieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het SIAM beslissingsondersteunend systeem zal de complexiteit versimpelen die gepaard gaat met het nemen van veiligheidsmaatregelen en technologieën. SIAM zal de kloof dichten tussen het perspectief van voorkomen of verstoren van criminele bedreigingen en het perspectief van potentiële inbreuken op de vrijheid die gekoppeld is aan veel veiligheidsmaatregelen en technologieën. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Rosamunde VAN BRAKEL • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT • Kristof VERFAILLIE
Internationaal privaatrecht: de scheidingslijn tussen europese en nationale regels Universiteit Antwerpen Abstract: De bedoeling van dit Klein Project is om mijn onderzoek over de precieze scheidingslijn tussen Europese en nationale regels van internationaal privaatrecht (IPR) uit te bouwen. Mijn doctoraatsthesis (2005) had dit als onderwerp. Sedertdien blijven de vragen over de afstemming van Europese en nationale regels zich (toenemend) stellen. In de eerste plaats wil ik Belgische rechterlijke uitspraken waarin bestaande EU-wetgeving op het gebied van het internationaal privaatrecht wordt toegepast, in een databank te verzamelen. In de eerste fase wordt de databank best intern opgebouwd, om later eventueel publiek te worden gemaakt. De Katholieke Universiteit Leuven heeft in 2003 een website opgericht om Belgische rechtspraak waarin de Europese IPR-regels worden toegepast, kenbaar te maken aan het ruimere publiek. Op dat moment werkte ik mee aan de databank als AAP-lid aan die Universiteit. Het huidig Instituut voor Internationaal Privaatrecht heeft echter beslist om een punt te zetten achter het onderhouden van de databank, en ook om de registratie van de domeinnaam niet te verlengen. Men is bereid om de domeinnaam aan mij over te dragen. Het lijkt me opportuun om deze databank bij te werken en verder uit te bouwen. België heeft op dit moment nog geen omvattende centrale databank van (gepubliceerde en ongepubliceerde) rechtspraak, hoewel sommige andere landen dit wel hebben. Het opzetten van een databank met IPR-rechtspraak zal nuttig zijn voor advocaten en voor academische onderzoekers in België en in andere landen. Het toevoegen van Engelstalige samenvattingen maakt de data beschikbaar voor een breder publiek. De databank kan dan ook bijdragen tot het uniform interpreteren van de Europese instrumenten. Het proces van uniformering van de IPR-regels in the EU staat immers niet los van een
correcte en uniforme toepassing van deze regels in de praktijk (bijvoorbeeld door de rechtbanken). Voor het verzamelen van rechtspraak en het invoeren in de databank, worden best jobstudenten ingeschakeld. Naast de databank zou ik ook graag een studiedag over het IPR in april 2011 willen bijwonen (en mogelijk meerdere studiedagen) en boeken kopen die relevant zijn voor het onderzoek. Organisaties: • Persoon en vermogen • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Thalia Kruger
Analyse van de componenten van rechtsculturen : een vergelijking van het Franse en Amerikaans recht Universiteit Gent Abstract: Research question : To what extent does a historically developped system of representations determine the law and the way it is interpreted? To what extent can differences between the American and French legal systems be linked to this historical-ideological dimension. To what extent is law the outcome of a dialectic between the text (statutory and/or case-law) and the cultural-ideological context? Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut • Marc Van Hoecke
Analyse van de componenten van rechtsculturen : een vergelijking van het Franse en Amerikaans recht. Universiteit Gent Abstract: Research question : To what extent does a historically developped system of representations determine the law and the way it is interpreted? To what extent can differences between the American and French legal systems be linked to this historical-ideological dimension. To what extent is law the outcome of a dialectic between the text (statutory and/or case-law) and the cultural-ideological context? Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut • Marc Van Hoecke
Verzamelen en gebruiken van persoonsgegevens met betrekking tot etnische afkomst en handicap voor statistische doeleinden ter bestrijding van discriminatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorstel concentreert zich op het gebruik van gevoelige data voor de uitvoering van het antidiscriminatie beleid. België vormt de focus van het onderzoek. De bedoeling is een model of systeem te ontwikkelen voor de verzoening van privacy rechten en andere rechten die gelijkheid bevorderen. De groeiende consensus op internationaal en Europees vlak over het belang van gedetailleerde statistieken over de samenstelling van een bepaalde bevolking vormt de basis van het onderzoek. Op deze manier zal geprobeerd worden bestaande het bestaande antidiscriminatie en diversiteitbeleid volledig operationeel te laten worden. Discriminatie kan op geen enkel niveau geïdentificeerd worden zonder betrouwbare en gedetailleerde gegevens over de samenstelling van de bevolking inzake gelijkheidsgroepen. Dergelijke data moeten beschikbaar zijn voor de maatschappij in haar geheel (macro niveau) als in de personeelsmappen van de overheid en bedrijven (micro niveau). Privacy wetgeving is geïdentificeerd als de voornaamste struikelblok voor de verzameling van (gender) statistieken. Omdat wetgeving op gebied van gegevensbescherming een erg stijf systeem bevatten voor de registratie en verwerking van gevoelige gegevens over ras, etniciteit, gender, seksualiteit en gezondheid, is er een groeiende nood om naar deze regels te kijken zodat de mogelijkheden voor toezicht op minderheid gelijkheidsgroepen bepaald kunnen worden. Het is nodig te analyseren hoe deze wetgeving inzake gegevenbescherming opgesteld is, en of statistisch toezicht op minderheidsgroepen en groepen die gevoelig zijn voor discriminatie compatibel is met de onderliggende principes en of het mogelijk is een wettelijk kader te creëren om te verzekeren dat privacy en discriminatie optimaal samengaan. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan welke soort data (persoonlijk, gecodeerd of anoniem) bewerkt moet worden en hoe dit het best kan gebeuren (primaire of secundaire bewerking). De verwachte uitkomt van dit onderzoek bestaat uit duidelijke richtlijnen over dit onderwerp die de voorwaarden uiteen zetten hoe de ultieme doelstelling van bestrijding van discriminatie bereikt kan worden door de verwerking van gegevens die discriminerend zijn. Organisaties: • Fundamentele rechten en constitutionalisme • Metajuridica
Onderzoekers: • Emanuela IGNATOIU-SORA • Jozefien VAN CAENEGHEM • PAUL DE HERT
Contextuele privacy en de proliferatie van location data. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt het bieden van een kader voor advocaten en computerwetenschappers om (1) onderhandelen over een gemeenschappelijk begrip van wat er op het spel en om (2) onderzoeken tot op welke hoogte privacylocatie technologieën geïntegreerd kunnen worden in een meer ambigue en dynamische natuur van legale en ethische noties van contextuele privacylocatie. Verder zullen we originele bijdragen ontwikkelen aan zowel recht als computer wetenschappen. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Laura TIELEMANS • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT
Publiek en privaat gebruik: een online private sfeer in het auteursrecht? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Publiek en privaat gebruik: een online private sfeer in het auteursrecht? (zie Engelse abstract) Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Communicatiewetenschappen • Metajuridica
Onderzoekers: • Irina BARALIUC • FABIENNE BRISON • SERGE GUTWIRTH
Juridisch advies met betrekking tot religieuze tekens in onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Vlaamse Overheid - dept. Onderwijs en vorming van de Vlaamse Gemeenschap' hebben voor het project ' Juridisch advies met betrekking tot religieuze tekens in onderwijs. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Naar een theorie van Europese grondwettelijke interpretatie. Een trans-Atlantische dialoog. KU Leuven Abstract: Grondwettelijke Hoven zijn machtige instellingen, vermits ze dagdagelijks de (nationale) hoogste rechtsnormen interpreteren, en zo punten beslechten die buiten de rechtsmacht komen te vallen van de wetgevende macht.Daar waar dit in de Verenigde Staten van doorslaggevend belang wordt geacht bij de constructie van grondwettelijk recht, wordt dit feit in Europa, ofschoon het in specifieke rechts- en grondwettelijke theorie wel behandeld is geworden, veelal genegeerd, of minstens geminimaliseerd qua impact op de normale (analytische / rechtsgeleerde) uitoefening van grondwettelijk recht. Nochtans heeft dit vraagstuk van grondwettelijke interpretatie belangrijke praktische repercussies voor voor een normale uitoefening van grondwettelijk recht, en voor een beter begrip van constitutionalisme in het algemeen. In dat licht zal het doctoraatsproefschrift trachten op interdisciplinaire wijze te analyseren hoe constitutionele rechtsanalyse best begrepen wordt, zodoende pogend een brug te slaan t Organisaties: • Onderzoekseenheid Publiekrecht
Onderzoekers: • René Foqué • André Alen • Stef Feyen
Solidariteit en concurrentie in de private verzekering. Een juridische en beleidmatige analyse van hun rol, methodes en begrenzing. KU Leuven Abstract: In de afgelopen decennia is er in het verzekeringsrecht sprake van een amalgaam van mechanismen, die allen tot doel hebben solidariteit in te voeren. Dit is een reactie tegen een (te) ver doorgedreven segmentatie als gevolg van het vrije markt gerichte Europa. De vraag naar de verzoenbaarheid van beide evoluties in de private verzekering, is het uitgangspunt van het doctoraat. We vertrekken vanuit een analyse vande verschillende solidariteitsmechanismen en hun oorzaken in de privateverzekering. Waarom worden deze mechanismen recent in het verzekeringsrecht ingevoerd, terwijl de verzekeraar van nature uit winst nastreeft? Voorts wordt er ingegaan op de vraag of er geen limieten zijn aan solidariteit in private verzekering. In de zoektocht naar een referentiekader, zullen de verzekeringstechniek en de imperatieven van de contractsvrijheid en het eigendomsrecht aan bod komen. Organisaties: • Instituut voor Verzekeringsrecht
Onderzoekers: • Caroline Van Schoubroeck • Herman Cousy • Eveline Goessens
Vertegenwoordiging in het burgerlijk geding. KU Leuven Abstract: De regels inzake vertegenwoordiging in rechte de vertegenwoordiging van een materiële procespartij door een formele procespartij zijn onder het huidige Belgische recht niet eenduidig. De bestaande rechtspraak en rechtsleer is disparaat en casuïstisch, nietzelden vaag of onvolledig en soms zelfs inconsistent. Hoewel de vertegenwoordigingsfiguur in het procesrecht vele vragen oproept Wat zijn de voorwaarden tot vertegenwoordiging in rechte?Wat zijn de gevolgen, bijvoorbeeld voor het gezag van gewijsdeof de aanwending van rechtsmiddelen? Kan men zich anoniem laten vertegenwoordigen? zijn de antwoorden moeilijk te vinden envaak onbevredigend. Dit gebrek aan systematiek en coherentie leidt op zijn beurt tot rechtsonzekerheid en tegenstrijdige resultaten in de praktijk. Deze status quaestionis inzake procesrechtelijke vertegenwoordiging staat in schril contrast met de leer van de privaatrechtelijke vertegenwoordiging in het gemeen verbintenissenrecht. De studie der vertegenwoordiging Organisaties: • Instituut voor Gerechtelijk Recht
Onderzoekers: • Benoit Allemeersch • Sven Sobrie
De bescherming van het contractueel evenwicht bij de vorming en uitvoering van overeenkomsten met geïntegreerde handelstussenpersonen endistributeurs. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Bernard Tilleman • Evelyne Terryn • Michael Vansteenbeeck
Een nieuwe kijk op het recht van bezetting. KU Leuven
Abstract: De regels die de situaties van bezetting reguleren dateren van het begin van de 20ste eeuw. De hedendaagse situaties van bezetting lijken echter in tegenstrijd te zijn met de fundamenten zelf van het bezettingsrecht. Ik denk o.a. aan de bezetting van de Palestijnse Gebieden die reeds sinds 1967 bezet zijn en die dus moeilijk beschouwd kan worden als een situatie van korte duur; of de bezetting van Irak in 2003-2004 die vaak omschreven wordt als een tranformative occupation. Beide situaties zijn moeilijk verenigbaar met de verplichting om de status quo ante te behouden. De status quo ante behouden in bezettingen die op lange termijn plaatsvinden is problematisch in die zin dat het niet in acht nemen van problemen die na verloop van tijd onstaan en dus de nodige veranderingen nietdoorvoeren uiteindelijk zal leiden tot politieke en economische onontwikkeling van het bezette gebied en diens bevolking. Wat transformative occupation betreft gaat het om een bezetting waarvan het doel juist Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Hanne Cuyckens
De invloed van de wil van partijen op de kwalificatie van goederen. KU Leuven Abstract: In een poging om de complexe realiteit juridisch meer beheersbaar te maken, schept het recht orde in de heterogene groep van juridisch relevante goederen. Deze goederen worden ingedeeld in verschillende abstracte categorieën, die elk aan een ander regime onderworpen zijn. Deze omzettinggebeurt volgens een bepaald mechanisme, nl. de juridische kwalificatie.Deze kwalificatie vereist criteria op grond waarvan een onderscheid gemaakt zal worden. De criteria die in het Belgische recht gehanteerd worden, zijn hetzij objectief, i.e. gebaseerd op de aard van de goederen (vb.het verplaatsbaar karakter), hetzij subjectief, i.e. gebaseerd op de bestemming die partijen aan het goed geven (vb. waarde, functie,). Kwalificaties gebaseerd op de bestemming die een goed voor partijen heeft, impliceren een ruime marge voor conventionele regelingen. Anders is het gesteld bij kwalificaties die van oudsher gebaseerd zijn op de aard van goederen. Bij deze categorieën kunnen de partijenin principe geen invlo Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Vincent Sagaert • Ann Apers
De soevereine rechtspraak van de Banco di San Giorgio over Corsica (1453-1562). Het eerste koloniale regime? KU Leuven Abstract: Wat inspireert een jonge onderzoeker om een half millennium terug in detijd te duiken en een academische - in plaats van een toeristische - blik op l Île de Beauté te werpen?Het antwoord ligt beslotenin de huidige crisis op het Europese continent. Meer dan ooit hoort de rechtsgeschiedenis zich in de 21ste eeuw te profileren als dienstmaagd van de Pax Europea. Ze kan de integratie bevorderen door de juridische fundamenten van ons financieel systeem en economisch weefsel bloot te leggen. De studie van receptie van (Grieks-) Romeins recht vermag centrum enperiferie in de rechtspraktijk rond de Middellandse Zee te verzoenen.In 1407 werd de Casa delle compere e dei banchi di San Giorgio in de Italiaanse havenstad Genua opgericht als een soort premature naamlozevennootschap om de staatsschuld (maona) van de republiek te beheren en de partnerschips (societates comperarum) voor de overzeese bezittingen te financieren, mede ondersteund door eigen bankactiviteiten (banchi). Bij de herkapitalisa Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Laurent Waelkens • Matthias Castelein
Een familierechtelijk statuut voor draagmoederschap in België Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de wetenschappelijke onderbouw te creëren voor een juridisch statuut voor draagmoederschap in België. De vele problemen die rijzen wannneer een vrouw een kind baart voor een ander, worden benaderd vanuit een dubbel perspectief: intern en internationaal privaatrecht. De mate waarin draagmoederschapscontracten rechtsgeldig en afdwingbaar zijn, wordt uitgeklaard, naast de wijze van vaststelling van de afstamming van de wensouders. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Gerd Verschelden
Task Force Mineral Resources in Centraal Afrika (TF MIRECA) en Geology for an Economic Sustainable Development (GECO) (Task force voorzitter = Prof. J. Gorus/co-voorzitter Prof. De Putter (KMMA))(=VERLENGING CONO217) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een herstructurering van de artisanale CU en Co mijnsector in Katanga om het transparanter en efficiënter te maken, en om bij te dragen bij de progressieve formalisering. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS
VALUE-AGEING:Incorporating European Fundamental Values into ICT for Ageing : a Vital Political, Ethical, Technological and Industrial Challenge. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Europees project rond incorporatie van Fundamentele Europese waarden op het gebied van ICT Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Eugenio MANTOVANI • Emma Dora LOEFFELSTIEL • PAUL DE HERT
Onderzoek naar de gevolgen van de afwijziging van een verzoek tot juridische tweedelijnsbijstand op de oplossing van het geschil. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de gevolgen van de afwijziging van een verzoek tot juridische tweedelijnsbijstand op de oplossing van het geschil, bij wijze van een telefonische enquête op basis van een vragenlijst die een combinatie vormt van open en gesloten vragen, voorgesteld aan 100 personen die bij wijze van steekproef worden getrokken uit de personen wiens vraag om rechtsbijstand in 2008-2009 werd afgewezen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Bernard Hubeau
Rondetafels interculturele dialoog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Minister van Werk en Gelijke Kansen' hebben voor het project ' Rondetafels interculturele dialoog. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Grensoverschrijdende maritieme planning Universiteit Gent Abstract: In TransMasp worden de juridische en politieke mogelijkheden en problemen onderzocht om tot een grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke planning te komen in het Belgisch-Frans (Pas-de-Calais) gedeelte van de Noordzee. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Inhoudelijk nazien en aanvullen van de bronverwijzingen van een publicatie i.v.m. een internationale workshop betreffende de normativiteit van recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het inhoudelijk nazien en aanvullen van de bronverwijzingen in het manuscript van een wetenschappelijke publicatie die de neerslag vormt van een internationale workshop over de normativiteit van recht en het inpassen van dit manuscript in de "style sheet" van een wetenschappelijke uitgeverij. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Verkennende studie aangaande het opzetten van een meet- en opvolgsysteem van lokale besturen. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste doelstelling van de op te zetten verkennende studie bestaat uit het beantwoorden van de vraag naar de mogelijkheden om een reeks basisgegevens te verzamelen. Het valt op dat er geen 'systematische' (laat staan betrouwbare) gegevens beschikbaar zijn ter ondersteuning van de sociale partners bij onderhandelingen in Comite C(1) en/of bij het staven van bepaalde wetgevende initiatieven in de meest brede betekenis van het woord. Een gedegen databank die onder andere de impact van bepaalde voorstellen in kaart kan brengen, zou alvast een bijzondere realisatie en meerwaarde zijn. De tweede doelstelling is het inzamelen van een aantal bijkomende data die in combinatie zouden kunnen gelden als indicatoren voor het gevoerde personeelsbeleid. Een laatste oogmerk moet erin bestaan om de lokale besturen toe te laten onderling aan benchmarking te doen. Organisaties: • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Ria Janvier
De emissiehandel in broekasgassen in de EU en de VS. Invloed en opportuniteiten voor derde landen, in casu China Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek gaat na binnen welke juridische context China aan emissiehandel in broeikasgassen kan doen. Vertrekkende van de internationale emissiehandel tussen landen onder het Kyotot Protocol, zal worden nagegaan hoe de emissiehandel tussen private entiteiten juridisch is geregeld in de EU en in de VS. Deze vorm van emissiehandel zal worden getoetst aan de mogelijkheden in China om hetzij aan interne emissiehandel te doen, hetzij de Chinese emissiehandel te koppelen aan het Europese emissiehandelsysteem. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Toonaangevende juridische tijdschriften in België als instrumenten van de praktijk (1830 tot vandaag) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek valt uiteen in twee grote delen. Aangevangen wordt met een contextuele rechtshistorische analyse, waarin de grote tendensen en triggers in de juridische tijdschriftengeschiedenis worden blootgelegd. In het tweede deel toetst de vorser deze algemene geschiedenis aan de zeven belangrijkste, toonaangevende juridische tijdschriften die tot op heden hun stempel drukten op de Belgische juridische wereld. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut • Georges Martyn
lexibilisering van het recht van de personenvennootschappen, in het bijzonder de BVBA Universiteit Gent Abstract: Het hoofddoel van het project is om na te gaan of er een behoefte bestaat om het Belgische recht van de personenvennootschappen, en in het bijzonder dat van de BVBA, flexibeler te maken. Dit moet uitmonden in concrete voorstellen die bruikbaar zijn voor de Belgische beleidsmakers. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Hans De Wulf
PRESCIENT: Privacy en opkomende velden van wetenschap en technologie : naar een gemeenschappelijk raamwerk voor privacygerichte en ethische evaluaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: rivacy is a multifaceted concept, a moving target and a salient topic in technology policy-making. PRESCIENT will provide an early identification of privacy and ethical issues arising from emerging technologies and their relevance for EC policy. It will contribute to the quality of research in the field of ethics, by distinguishing between privacy and data protection and analysing the ethical, legal and socio-economic conceptualisations of each. The project unfolds in four stages. The first stage is ANALYSIS: the partners will provide a state-of-the-art analysis of privacy and data protection as conceptualised from an ethical, socio-economic and legal perspective. The second stage is CASE STUDIES wherein the partners will identify the privacy, data protection and ethical issues arising from five different emerging technologies and their applications. The third stage focuses on CITIZENS. The partners will analyse various existing surveys to assess citizen concerns and knowledge of the way in which their data are collected, stored and used and their concerns about new technologies and how their concerns have changed over time. The partners will examine 20 top websites and interview data collectors to assess how easy or difficult it is for citizens to access their information and to find out how it is being used. The fourth and final stage focuses on development of a NEW FRAMEWORK FOR PRIVACY AND ETHICAL IMPACT ASSESSMENTS. The partners will develop four scenarios as an element in this new framework, which is based on an integration of the results of this study and on privacy impact assessment guidelines such as those of the UK. The partners will invite a multi-disciplinary panel of 10 external experts to comment on their deliverables and discuss the issues raised in a workshop at each stage. The project will conclude with a final conference to which experts, policy-makers and other stakeholders will be invited in order to debate the project's findings and recommendations. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Rocco BELLANOVA • Raphaël GELLERT • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
De feminisering van justitie in België (20ste eeuw) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project betreft de feminisering van justitie in België en de impact ervan op de werking van het gerechtelijk apparaat en zijn actoren. In drie opeenvolgende onderdelen gaat de aandacht naar: het begin van die feminisering en de wetgeving die ze mogelijk gemaakt heeft; de evolutie van de man/vrouwverhoudingen en ongelijkheden binnen de magistratuur sinds de jaren 1940-50; de reële en/of vermeende karakteristieken van vrouwelijke rechtspraak, en de bestaande genderbepaalde beeldvorming omtrent justitie en de staat. We spiegelen de Belgische casus daarbij aan evoluties in Frankrijk en Nederland. Dit onderzoek sluit aan bij een groeiende internationale belangstelling voor de dialectiek tussen gender en (ge)recht. We stellen een coherente analyse voor die de ambitie heeft om de verschillende aspecten in de wisselwerking tussen vrouweneisen, gelijke rechten en moderne rechtspraak in hun onderlinge samenhang te begrijpen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur, officiële documenten, benoemingsdossiers, archieven van personen en verenigingen, interviews, en informatie uit buitenlandse documentatiecentra. De link tussen genderperspectieven en rechtstheorie en -geschiedenis opent een geheel nieuw onderzoeksterrein, waarin in het bijzonder de prosopografie van en de beeldvorming omtrent vrouwelijke magistraten in België sterk onderbelicht is in vergelijking met onderzoek terzake in landen die behoren tot de Angelsaksische rechtstraditie. Dit project wil die leemte opvullen. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Metajuridica
Onderzoekers: • Eva SCHANDEVYL • MACHTELD DE METSENAERE
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-ULB: European Criminal LAW - RECL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toekomst van Europees Crimineel Recht Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Databases in beeld Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Rathenau Instituut' hebben voor het project ' Databases in beeld' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke
vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Niels VAN DIJK • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT
Internationale Conferentie: Computers, Privacy & Data Protection (CPDP 2010) 29 & 30 januari 2010 (ikv IPAVUB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale Conferentie: Computers, Privacy & Data Protection (CPDP 2010) 29 & 30 januari 2010 (ikv IPAVUB) Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
Modellen van handhaving van financieel toezichtsrecht in een geïntegreerde Europese markt. Universiteit Gent Abstract: De uitbouw van een geïntegreerde Europese bancaire en kapitaalmarkt heeft de jongste twee decennia een bijzonder sterke ontwikkeling gekend. Dit onderzoeksvoorstel beoogt de effectiviteit en de efficiëntie van bestaande, op nationaal niveau uitgebouwde systemen inzake handhaving van de financiële regulering, en van de samenwerkingsvormen tussen nationale toezichthouders te analyseren, teneinde voorstellen voor een optimale toezichtsstructuur te formuleren in de context van de Europese geïntegreerde markt. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Michel Tison
Modellen van handhaving van financieel toezichtsrecht in een geïntegreerde Europese markt. Universiteit Gent Abstract: De uitbouw van een geïntegreerde Europese bancaire en kapitaalmarkt heeft de jongste twee decennia een bijzonder sterke ontwikkeling gekend. Dit onderzoeksvoorstel beoogt de effectiviteit en efficiëntie van bestaande, op nationaal niveau uitgebouwde systemen inzake handhaving van de financiële regulering, en van de samenwerkingsvormen tussen nationale toezichthouders te analyseren, teneinde voorstellen voor een optimale toezichtsstructuur te formuleren in de context van de Europese geïntegreerde markt Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Michel Tison
'Law and Autonomic Computing: Mutual Transformations'- (Besteding sabbatical leave 2009-2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recht en autonome computers : wederzijdse transformaties Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT
Geautomatiseerde statistische anticipaties en het recht. Een juridisch onderzoek naar de mogelijkheden voor grondwettelijke waarborgen binnen het recht op privacy, de bescherming van persoonsgegevens en non-discriminatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het sterk opkomende gebied van proactive computing wordt het verleden op een zeer specifieke manier ingezet om een bepaalde toekomst te anticiperen en te produceren . namelijk door het handelen van individuen te voorzien op grond van verwachtingen die zijn gegenereerd door middel van geautomatiseerde statistische algoritmes (zoals bijvoorbeeld in Amazon.s aanbevelingsalgoritmen). De vraag is of dit zou kunnen leiden tot een dusdanige sturing van toekomstige mogelijkheden van een individu dat men deze kan definiëren als een grondwettelijke inbreuk op de persoonlijke identiteit, dan wel op het gelijkheidsbeginsel. Tegelijkertijd is het niet onwaarschijnlijk dat noch het privacyrecht, noch het dataprotectierecht, noch het antidiscriminatierecht, afdoende bescherming kan bieden tegen dergelijke gedragsbeïnvloeding. Bij het recht op de bescherming van persoonsgegevens is het de noodzakelijke link naar een identificeerbare natuurlijke persoon, die problematisch lijkt (omdat vaak sprake zal zijn van toepassing van een statistische categorisatie op een geanonimiseerd individu); bij het privacyrecht is het de sfeer van het privé-leven die mogelijk te beperkt is; en wanneer de grond voor ongelijke behandeling geen gevoelige discriminatoire grond betreft zal vermoedelijk ook het recht op non-discriminatie niet van toepassing zijn. In dit doctoraatsproject wordt gezocht naar constitutionele en/of wettelijke aanpassingen die aan deze lacune het hoofd zouden kunnen bieden. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Ekaterina DE VRIES • SERGE GUTWIRTH
Bibliotheekkrediet Sociale en Human Wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Onderneming en recht • Overheid en Recht
Onderzoekers:
• Gerhard Straetmans • Dirk Vanheule
Research Transnational Organized Crime, Trafficking and Smuggling Universiteit Gent Abstract: Ter ondersteuning van de projecten van UNODC in hun strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel, is onderzoek vereist naar de links tussen deze grensoverschrijdende misdaden en grensoverschrijdende criminele organisaties. De paper zal een antwoord bieden op de vraag naar deze links en hoe deze vandaag worden bestreden. De paper zal ook dienen als ondersteunend document in de discussies die over dit onderwerp zullen worden gevoerd op het 12de ?Crime Congress? te Brazilië in 2010. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Consistente bestraffing: een droom of realiteit? Universiteit Antwerpen Abstract: Op wetgevend niveau worden gelijkaardige gedragingen soms uiteenlopend bestraft en worden de criteria m.b.t. de zwaarte van de straf slechts zeer summier vastgelegd. Ook vormt de straftoemeting door de strafrechter zelf een bron van inconsistenties. In België bestaan er echter geen geofficialiseerde instrumenten ter ondersteuning van de rechter bij de straftoemeting. In het onderzoek wordt op zoek gegaan naar oplossingen voor bestaande inconsistenties. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Joëlle Rozie
Study on the laws of evidence in criminal proceedings throughout the European Union Universiteit Gent Abstract: De beoordeling van de mogelijkheid gemeenschappelijk minimum standaarden inzake bewijsgaring uit te werken en tegelijk de europese Commissie de nodige informatie te geven om wetgevende initiatieven voor te bereiden, vereist gegevens over de relevante nationale bepalingen. Deze vervolgstudie beoogt geactualiseerde data te verzamelen in alle 27 lidstaten gelet op de recente ontwikkelingen op gebied van grensoverschrijdende uitwisseling van bewijsmateriaal en de uitbreiding van de EU met Bulgarije en Roemenië in 2007. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Offerte Onderzoeksopdracht: " Analyseren van de Vlaamse regelgeving en praktijken met het oog op de correcte toepassing van de REACH-verordening , en uitwerking van een methodiek en werkwijze voor het optimaal inspelen op de REACH-mechanismen vanuit de V Universiteit Hasselt Abstract: Op 1 juni 2007 is de REACH-Verordening in werking getreden. Deze verordening vervangt grotendeels, zij het gefaseerde, het juridische kader inzake chemische stoffen. De voorgaande regelgeving inzake chemische stoffen bleek namelijk ontoereikend om de door chemicaliën veroorzaakte risico's te detecteren. Bijkomend voerde die een kunstmatig onderscheid in tussen "bestaande stoffen" en "nieuwe stoffen". De REACH-Verordening biedt nu een algemeen kader voor chemische producten. Op dit ogenblik heerst er nog heel wat onduidelijkheid omtrent de concrete impact van de REACH-Verordening, en dit zowel binnen de betrokken sectoren als binnen de overheid. Deze studieopdracht moet de betrokken overheden van het Vlaamse Gewest in staat stellen de vereiste voorzieningen te treffen voor de implementatie en toepassing van de REACH-Verordening en de organisatie van de betrokken Vlaamse overheden. Op die manier zou de onduidelijkheid moeten verdwijnen, of toch minstens sterk moeten afnemen. Hiertoe zal tevens rekening moeten worden gehouden met ontwikkelingen op Europees en Belgisch niveau. De bevindingen van de in het bestek aangegeven deels reeds voltooide en deels nog in uitvoering zijnde studies in opdracht van de federale overheid zullen hiervoor zeker dienstig zijn. Organisaties: • Centrum Overheid en Recht • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Bernard VANHEUSDEN
Onderzoek naar aanbevelingen voor een sterker Vlaams handhavingsbeleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar aanbevelingen voor een sterker Vlaams handhavingsbeleid. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier
FWO junior vis. Postdoc. Fellow Mekonnen Daniel. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een studie van de rol van inheemse Afrikaanse rechtstradities in transitional justic in het algemeen en in truth and reconciliation commissions in het bijzonder. Deze studie gebeurt door middel van een vergelijkende evaluatie van geselecteerde Afrikaanse transitional justice modellen in een aantal landen. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Religieuze uitingen in de publieke sfeer. Evenwichtsoefeningen tussen de vrijheid van godsdienst en de seculariteit van de staat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 2.2. Doelstelling van het project. Dit onderzoek wil bijdragen tot de uitbouw van een aan de Belgische context aangepast actueel en theoretisch onderbouwd publiekrechtelijk kader, bruikbaar voor de juridische aanpak van problemen veroorzaakt door de toename van religieuze
diversiteit binnen publieke instellingen. Het project bestaat uit 5 taken die hieronder achtereenvolgens worden toegelicht. TAAK 1: het Belgisch publiekrechtelijk kader In de eerste plaats wensen we het bestaande juridische en institutionele kader van de problematiek van de religieuze uitingen in publieke instellingen te analyseren en te systematiseren. Daarbij zal een analyse worden gemaakt van de relevante Belgische publiekrechtelijke beginselen. Artikel 19 van de Gec. Gw poneert de vrijheid van godsdienst en eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid van meningsuiting zonder overheidsinmenging. Daarnaast verzekeren de artikelen 10 en 191 van de Gec. Gw eenieders gelijkheid voor de wet en de neutraliteit van de overheid ten aanzien van de rechtsonderhorigen. Dit betekent dat de openbare diensten alle burgers in gelijke mate een gelijke dienstverlening dienen aan te bieden, ongeacht hun religie. De vraag rijst naar in hoeverre de uitoefening van een grondrecht in het kader van de neutraliteitsverplichting van de Staat juridisch ingeperkt kan worden. Ook andere grondrechten dan de godsdienstvrijheid kunnen t.a.v. de gestelde problematiek een belangrijke (bijkomende) rol spelen: de uitingsvrijheid, recht op bescherming van het privé-leven, het recht van leden van een minderheidsgroep om hun cultuur te beleven, het recht op (gelijke) toegang tot het openbaar ambt (onder meer beschermd in artikel 25 (c) IVBPR en artikel 11bis GW). De problematiek dient eveneens te worden geanalyseerd in het licht van de nieuwe antidiscriminatiewetgeving van 10 mei 2007. Tenslotte dient te worden ingegaan op de vraag hoe de neutraliteitsverplichting doorsijpelt respectievelijk in de verschillende besturen, in het onderwijs, de rechterlijke macht, ziekenhuizen, enz.. TAAK 2: het Belgisch antidiscriminatierecht Vervolgens zal de Belgische antidiscriminatiewetgeving worden geanalyseerd. Wat betreft de exclusief federale bevoegdheden gelden de drie antidiscriminatiewetten van 10 mei 2007: de Antiracismewet, de Genderwet en de Antidiscriminatiewet. Maar ook in Vlaanderen zijn verschillende antidiscriminatieregels van kracht op het vlak van onderwijs, tewerkstelling bij de Vlaamse overheid en sociaal woonbeleid. Hier gelden het Decreet houdende evenredige deelname aan de arbeidsmarkt en het Gelijke Onderwijs Kansen Decreet (GOK-decreet). Bovendien is er op dit ogenblik een ontwerp van een algemeen Gelijkekansendecreet hangende in het Vlaams Parlement - een decreet dat discriminatie verbiedt op alle domeinen waarvoor Vlaanderen bevoegd is. TAAK 3: Europees en internationaal mensenrechtenrecht inzake religie en overheid Aangezien de relevante grondrechten ook zijn opgenomen in Europese en internationale verdragen met rechtstreekse werking, moet ook een analyse worden gemaakt van het internationaal en Europees recht terzake. De verschillende rechtsregels vermeld onder TAAK 2 zijn immers voor een groot deel het resultaat van de implementatie van Europese antidiscriminatierichtlijnen. De Europese Commissie en het Europees Parlement, die mede voor de inhoud van de antidiscriminatierichtlijnen verantwoordelijk zijn, klagen aan dat de meeste lidstaten (waaronder België en Vlaanderen) wel voor nationale omzettingswetgeving gezorgd hebben, maar nagelaten hebben deze ook werkelijk operationeel te maken, zodat mede hierdoor onduidelijkheid bestaat over de toepasbaarheid van de regelgeving op concrete problemen en op personen van allochtone origine. TAAK 4: Rechtsvergelijking. Tenslotte zal vanuit een rechtsvergelijkende onderzoekslijn, worden gekeken naar de juridische vormgeving van de relatie tussen religie en overheid en de ontwikkelingen hierrond in Frankrijk, Nederland en Groot- Brittannië (taak 4). In Nederland en Groot-Brittannië is sprake van een vrij grote tolerantie in het beleid ten aanzien van religieuze uitingen in de openbare sfeer waarbij de antidiscriminatiewetgeving een belangrijke rol speelt. Daarom is het relevant om het aldaar geldende publiekrechtelijke kader goed te onderzoeken, en de toepassing en de interpretatie van de bestaande regelgeving in de Nederlandse en Britse rechtspraak en rechtsleer te analyseren. Anderzijds krijgt de keuze voor .tolerantie. in die landen echter meer en meer kritiek te verduren en wint het Franse laïciteitsmodel aan populariteit. Dit model zal daarom tevens aan een grondige analyse wordt onderworpen (regelgeving, rechtspraak en rechtsleer). Deze rechtsvergelijking dringt zich des te meer op omdat het Franse publiekrecht traditioneel een sterke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van het Belgisch publiekrecht. TAAK 5: Grondslagenonderzoek Nauw aansluitend bij de analyses en cases behandeld onder de vier vorige taken zal simultaan op meer speculatieve en theoretische wijze worden ingegaan op concepten als gelijkheid, godsdienstvrijheid, secularisme, neutraliteit en de scheiding van kerk en staat binnen een democratische rechtsstaat. De invulling van deze open concepten staat vandaag immers opnieuw ter discussie. De bedoeling is dat hieruit pistes zouden voortvloeien die relevant zijn hetzij voor legislatieve initiatieven, hetzij voor de hermeneutiek van de rechter, of voor beide. Wat het laatste aspect betreft, rijst al onmiddellijk de vraag of het nuttig zou zijn om inzake conflicten rond religie in de publieke sfeer, een methode te ontwikkelen om tot een nauwkeurigere belangenafweging te komen, welke criteria hierbij door de rechter dienen te worden gehanteerd en hoe het gewicht van de verschillende erbij betrokken belangen moet worden gewogen. In deze taak zal, in wisselwerking met het meer toegespitst positiefrechtelijk onderzoek van de taken 1 tot 4, onder meer worden ingegaan op de vraag welk gewicht en welke rechtskracht toekomen en zouden moeten toekomen aan het principe van secularisme, met name de scheiding tussen kerk en staat op institutioneel vlak en de verwante principes van neutraliteit en onpartijdigheid op normatief vlak. Terzake zijn immers verschillende perspectieven en referentiekaders aan het werk die tot uiteenlopende argumentaties en rechtsbescherming leiden (Jonkers, 2006; zie ook Brems, 2004). Academici bezinnen zich vandaag over de vraag of de klassiek liberale interpretatie van dit principe, met name de statelijke plicht tot .hands-off. of verschillende neutraliteit, geen herijking of herdefiniëring behoeft (bvb. Carens en Bader). Anderen wijzen er op dat het principe van scheiding van kerk en staat geen adequaat perspectief zou bieden om de hedendaagse uitdagingen van religie in de politiek, het recht en het publieke leven te benaderen (Van Bijsterveld, 2006). Kortom, er is nood aan een verduidelijking van de verhoudingen tussen het principe van secularisme en de basiswaarden van een democratische rechtsstaat met zijn sterke mensenrechtenstandaarden op het vlak van de religieuze vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Hoe verhouden de verschillende conceptualiseringen van neutraliteit/secularisme zich tot de democratische rechtsstaat, waar de bescherming van de vrijheid, de diversiteit en het pluralisme centraal staan? Zijn actief pluralisme of relationele neutraliteit vandaag een dwingende mensenrechtelijke of constitutionele optie die staten moeten implementeren? Organisaties: • Sociaal Recht • Metajuridica
Onderzoekers: • Cécile MATHIEU • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT • Alexander DE BECKER
De professionele epuratie van RTT-werkneemsters na de Tweede Wereldoorlog: een genderanalyse van de epuratiedossiers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De professionele epuratie na de Tweede Wereldoorlog in Belgie vonnde tot nu toe nog niet het onderwerp van systematisch historisch onderzoek; evenmin werd deze problematiek geanalyseerd vanuit een genderperspectief. Nochtans tonen studies uit het buitenland dat de vervolging van de collaboratie duidelijk een gegenderd karakter had en dat welbepaalde constructies van vrouwelijkheid en mannelijkheid hieraan ten grondslag lagen. Via een unieke en tot nu toe nog nooit gebruikte bron, individuele epuratiedossiers van de RTT, werd deze lacune opgevuld. Deze bron werd aangevuld met vakbonds-en verzetsarchieven, persoonlijke archieven, archieven van politieke organisaties, overheidsarchieven en de pers. De verzamelde gegevens werden zowel aan een kwantitatieve als kwalitatieve analyse onderworpen. Hierdoor konden niet alleen de profielen van de van collaboratie beschuldigde werknemers en het bestraffingsbeleid worden geanalyseerd, maar werd (en wordt) eveneens het discours t.a.v. collaboratie doorgelicht op genderconstructies. Meer bepaald werd bijzondere aandacht geschonken aan de beschuldigingen van collaboratie en arbeidscultuur op de RTT. Daarnaast werd de RTT-zuivering ook in een bredere naoorlogse politieke en maatschappelijke context geplaatst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers:
• MACHTELD DE METSENAERE
Voorstellen voor cursussen en seminaries voor personeel en studenten van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de universiteit (UNIKIS) en het maatschappelijk middenveld in Kisangani. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorstellen voor cursussen en seminaries voor personeel en studenten van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de universiteit (UNIKIS) en het maatschappelijk middenveld in Kisangani. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Gunter Maes
CPDP 2009 - Data Protection in profiled world - 2nd annual Conference on Computer, Privacy and Data Protection (16-17 januari 2009) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de tweede editie van CPDP in Brussel op 16-17 januari 2009 : Data Protection in profiled world Organisaties: • Fundamentele rechten en constitutionalisme • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
Bepaling van de rapporten en studies over de juridische aspecten betreffende de bevordering en bescherming van de grondrechten in de Europese Unie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt studies aan te leveren over juridische aspecten aangaande de promotie en bescherming van de rechten van de kinderen in de Europese Unie, ten behoeve van het Agentschap voor grondrechten. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Wouter Vandenhole
Consumentenbescherming bij de uitvoering en herziening van kredietovereenkomsten. KU Leuven Abstract: In het proefschrift gingen wij na of er nood is aan een inhoudelijke bescherming van de consument tijdens de uitvoering en bij de herziening van kredietovereenkomsten. Thans gaat de voorkeur van wet-en regelgevers immers vaak uit naar het informatieparadigma. Daarbij neemt men aan dat de zoekende geïnformeerde consument zelf in staat is om vrije en rationale beslissingen te nemen. Om dit doel te bereiken legt men informatieplichten op aan de sterkere contractpartij,i.c. de kredietgever, opdat de consument volledige, juiste en duidelijke informatie over een bepaald product of dienst verkrijgt.In een eerste deel analyseerden wij de beginselen en kernbegrippen van ons onderzoek. Zo bestudeerden wij de grondslagen van het gemeen contracten- en consumentencontractenrecht. Wij definieerden tevens het consumentenbegrip en beeld. Ons baserend op deze beginselen omschreven wij depro's en contra's van het informatieparadigma als methode van consumentenbescherming, waarbij twee een dubbele assum Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Evelyne Terryn • Johan Vannerom
De Internationale Bescherming en Rechten van 'Ecologische Vluchtelingen' Universiteit Gent Abstract: Ecologische vluchtelingen vormen een steeds groter wordend probleem voor de internationale gemeenschap. Gedwongen door externe milieufactoren het thuisland te verlaten, hebben zij geen juridisch vastgelegd recht op bescherming, in tegenstelling tot 'politieke' vluchtelingen. Het onderzoek focust eerst op een ecologische migratietypologie ('vluchteling' versus 'migrant' versus 'ontheemde'), waarna wordt onderzocht welk huidig of toekomstig juridisch instrumentarium de beste bescherming kan bieden aan ecologische vluchtelingen. Focus op Oost-Afrika. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Waarde voor de klant: meting, creatie en communicatie Universiteit Hasselt Abstract: Met customer value bedoelen we de afweging (trade-off) die de klant maakt tussen de voordelen (benefits) en de kosten (sacrifices) die een product of dienst met zich meebrengt. Het belang van verder wetenschappelijk onderzoek naar dit concept bestaat erin dat customer value wordt gezien als de sleutel tot het verkrijgen en behouden van een concurrentievoordeel. Hoewel het onderzoeksgebied van customer value erg breed is, focussen we in ons onderzoek op de volgende drie met elkaar verbonden onderzoeksdoelen: Het ontwikkelen van een betere meetmethode voor customer value (measuring customer value) Het verkrijgen van inzicht in de rol van de werknemer-klant interactie in customer value creatie (creating customer value) Het optimaal communiceren van customer value (communicating customer value) Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Alexandra STREUKENS
Een 'Fuzzy Cognitive Maps' gebaseerd model voor individuele reisgedrag. Universiteit Hasselt Abstract: Individuele reiskeuzes kunnen beschouwd worden als effectieve beslissingsproblemen die in het hoofd van de expert een mentale representatie of cognitieve mapping van de beslissingssituatie en de alternatieve 'course of action' genereren. Naar dit cognitieve-mappingconcept wordt vaak verwezen in theoretische frameworks van reisgerelateerde vraagmodellen, in het bijzonder gerelateerd aan de representatie van
ruimtelijke dimensies. Nochtans zijn effectieve toepassingen van het model uitzonderlijk, wat voornamelijk te wijten is aan problemen met het meten van de constructie en het in praktijk brengen van het model (Hannes, 2008). Het modelleren van een dynamisch systeem (zoals de cognitieve mapping van een individu) kan een probleem betekenen vanuit computationeel perspectief. Voorts kan het formuleren van een mathematisch model moeilijk zijn, duur en zelfs onmogelijk. Deze benaderingen bieden het voordeel van gekwantificeerde resultaten, maar gaan gebukt onder verscheidene nadelen. Ten eerste vereist de ontwikkeling van het model typisch een hoge mate van inspanning en gespecialiseerde domeinkennis. Ten tweede kan het zijn dat bij systemen die significante feedback omvatten een kwantitatief model niet mogelijk is. Tot slot kunnen numerieke data moeilijk of mogelijk te verkrijgen zijn. Inspanningen om een begrip over te brengen van het systeem en voorgestelde oplossingen berusten op argumenten in natuurlijke taal in de afwezigheid van formele modellen (kwalitatieve benadering). FCM zijn hybride methodes die in zekere zin tussen 'fuzzy' systemen en neurale netwerken liggen. FWM combineren de robuuste kenmerken van 'fuzzy' logica en neurale netwerken. FCM representeren kennis op een symbolische manier en relateren toestanden, processen, beleidsmethodes, gebeurtenissen, waardes en vormen van input op een analoge manier. In het voorliggende onderzoek wordt een FCM-gebaseerd model voorgesteld, met gebruikmaking van de faciliteiten en voordelen van FCM voor het modelleren van problemen, en gestoeld op de specifieke noodzaak om het gedragsrealisme van state-of-the-art activiteit gebaseerde reisgerelateerde vraagmodellen te verbeteren. Een tool gebaseerd op FCM zal ontwikkeld worden om individuele mentale representaties van activiteit reiskeuzes te meten en representeren. Organisaties: • Beleidsinformatica • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
Burgerparticipatie: naar een herformulering van het principe van de vertegenwoordiging? Vrije Universiteit Brussel Abstract: a. Project 1. Historiek. Art. 42 van de Grondwet bepaalt: "De leden van beide Kamers vertegenwoordigen de Natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen". Dit artikel wordt traditioneel gezien als de juridische basis van het "vertegenwoordigingsbeginsel" van het Belgisch grondwettelijk recht (Velu, 1986). Volgens deze traditionele interpretatie, afkomstig uit de Franse doctrine, bestaat dit beginsel uit vier subsidiaire principes (Carré de Malberg, 1921). Deze zijn : (1°) Het principe van de nationale vertegenwoordiging: elke vertegenwoordiger, ongeacht de oorsprong van zijn verkiezing, vertegenwoordigt de hele natie en niet enkel zijn kiezers; (2°) Het principe van de onherroepelijkheid: de kiezers hebben geen enkele herroepingsmacht, zelfs niet als de vertegenwoordiger fouten begaat; (3°) Het principe van de juridische nietaansprakelijkheid: de enige mogelijke sanctionering van de volksvertegenwoordiger ligt besloten in zijn niet-herverkiezing; (4°) Het principe van het verbod van het bindend mandaat: de vertegenwoordiger kan in geen geval gebonden zijn door de wensen van zijn kiezers, zelfs al heeft hij zich hiertoe geëngageerd. Deze principes geven samen gestalte aan een opvatting van vertegenwoordiging die van Otto von Gierke en Georg Jellinek afkomstig is: met name de theorie van de organieke vertegenwoordiging (Brunet, 2004). De theorie van de organieke vertegenwoordiging is altijd al controversieel geweest. Lange tijd was het belangrijkste bezwaar ertegen dat de theorie niet op een ander politiek lichaam toegepast kon worden dan het Parlement. Zo werden in Frankrijk vragen gesteld bij de representativiteit van de Président de la République, en, daarna, bij die van de grondwettelijke rechters (Hamon, Troper, 2005). In België, waar de de theorie van de organieke vertegenwoordiging werd ingevoerd door Oscar Orban, in zijn Droit constitutionnel de la Belgique (Orban, 1906), bleef de controverse rond de invoering van ervan uit. De kwestie van de representativiteit van de Koning of van de leden van het Arbitragehof werd nooit bediscussieerd. Erger nog: de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 bevat geen enkele bepaling die dit principe, dat wel op het federale Parlement van toepassing is, omzet op het niveau van de gefedereerde entiteiten. De laatste Belgische jurist die terzake naar de controverse rond de theorie van de organieke vertegenwoordiging verwezen heeft was Pierre Wigny in Droit constitutionnel (Wigny, 1952). Sindsdien heeft de inhoud, noch het toepassingsgebied van het vertegenwoordigingsbeginsel het voorwerp van enige ernstige kritiek uitgemaakt. Alleen een het lopend doctoraatsonderzoek van A.-E. Bourgaux (ULB) lijkt de discussie opnieuw te willen opnemen. 2. Problematiek. Actuele ontwikkelingen werpen vandaag de dag een nieuw licht op dit gebrek aan belangstelling voor het vertegenwoordigingsbeginsel in België. In het bijzonder denken we daarbij aan de opvallende eis van burgers om beter te worden betrokken bij de publieke besluitvorming (Ost, van de Kerchove, 2002 ; Chevallier, 2004). Deze ontwikkeling uit zich op twee manieren : (1°) Op een positieve wijze, door de stijging van het aantal instanties die tussenkomen vòòr de publieke besluitvorming, zoals bijvoorbeeld het geval is voor de werkzaamheden van het VIWTA bij het Vlaams Parlement inzake de evaluatie van de impact van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen (De Sutter, 2006). (2°) Op een negatieve wijze, door de toegenomen kritiek op het gebrek aan belang dat aan het standpunt van de burgers wordt gehecht in de publieke besluitvorming. Dit was bijvoorbeeld het geval in de controverse rond de toelating om GGO's (genetisch gemodificeerde organismen) te telen op Belgisch grondgebied (De Sutter, 2006). De eis tot meer burgerparticipatie steunt op een sterke stroming binnen de politieke filosofie en theorie, die op zijn beurt wordt versterkt door allerhande activistische praktijken. Samen vormen zij de drijvende kracht van de ontwikkeling van "burgerparticipatie" als een belangrijk politiek thema bij het begin van de 21ste eeuw (Sintomer, 2007 ; Crépon, Stiegler, 2007). Vanuit juridisch oogpunt heeft de ontwikkeling van de burgerparticipatie geleid tot twee kritieken betreffende het vertegenwoordigingsbeginsel. (1°) In de eerste plaats heeft ze aanleiding gegeven tot de theoretische formulering van een aantal kritieken ('doleanties') op de idee van vertegenwoordiging (Hardt, Negri, 2004), waarbij vooral het principe van de nationale vertegenwoordiging in vraag wordt gesteld. In de plaats hiervan wordt een verplichte inachtneming van concrete diversiteit van de burgers bepleit, eerder dan een ijl vertegenwoordigingsbeginsel dat is opgehangen aan een abstract lichaam zoals de Natie. (2°) Een tweede kritiek heeft geleid tot tot een praktische formering van een "lastenboek" voor de hervorming van de vertegenwoordiging (Latour, 2005). Dit "lastenboek" heeft als doel het principiële verbod van het imperatief mandaat gedeeltelijk te herbekijken. In tegenstelling tot wat de orgaantheorie voorziet, zou de ontwikkeling van nieuwe vormen van burgerparticipatie de verplichting in het leven roepen om in het grondwettelijk recht ruimte te maken voor ad hoc vertegenwoordigers, die anders dan door verkiezingen aangewezen zouden worden. Hier kan ook gekeken worden naar de evolutie van de (nietverkozen) representatieve orgaantheorie bij de uitvoerende macht, gezien de ontwikkeling van het concept van de mandaathouders eenzelfde probleem heeft doen rijzen (De Becker, 2006). Tenzij aangenomen wordt dat België geen representatieve democratie is, moet deze dubbele kritiek technisch aangepakt worden, zoals dit het geval is in Frankrijk of in Nederland (Hermitte et alii, 2003 ; Lindahl, 2000). 3. Centrale onderzoeksvraag en onderzoekshypothese. Hoe kunnen de eisen van art. 42 GW vanuit een juridisch oogpunt verzoend worden met de sociale eisen van de burgers, alsook met de politieke eisen van de institutionele spelers en de in de literatuur ontwikkelde kritieken? Of anders gesteld : hoe kunnen de eisen van art. 42 GW juridisch worden verzoend met de coëxistentie van heterogene praktijken terzake ? Dit is geenszins een abstract probleem. (1°) Vanuit de het oogpunt van rechtsfilosofie heb ik in mijn proefschrift over de rol van het VIWTA bij het Vlaams Parlement, al aangetoond dat dit probleem van coëxistentie concrete gevolgen heeft voor de legitimiteit en de rechtskracht van de beslissingen die door satellietorganen van parlementaire instellingen genomen worden (De Sutter, 2006). (2°) Vanuit het oogpunt van de politieke filosofie heb ik mij in het kader van het éénjarig postdoctoraal mandaat dat de Vrije Universiteit Brussel mij voor het jaar 2007 heeft toegekend, gepoogd aan te tonen dat dit probleem ook concrete gevolgen heeft voor de politieke aanvaardbaarheid van gerechtelijke strategieën die worden ingezet door activistische groeperingen, zoals de anti-GGO of anti-reclame groepen (Berns, De Sutter, 2008). (3°) Dit post-doctoraal onderzoeksproject strekt dan ook tot het onderzoek van de concrete gevolgen van deze ontwikkelingen voor de theorie en de grondslagen van het grondwettelijk recht als dusdanig. De hypothese die ik in voorliggend project wil toetsen op basis van een verkenning van de relevante staatsrechtelijke literatuur, luidt als volgt. Om in België een evenwicht te bewerkstelligen tussen enerzijds het grondwettelijk principe van vertegenwoordiging, en anderzijds de sociale eisen met betrekking tot
participatie, de politieke respons erop en het hieraan verbonden militante activisme, is het noodzakelijk om het genoemde principe te herformuleren. In het kader van de Europese Unie heeft een soortgelijke bekommernis geleid tot de ontwikkeling van een hybride theorie, met name de theorie van de belangenvertegenwoordiging (Greenwood, 2003 ; Giorgi, 2006). Deze theorie is echter niet bevredigend in die zin dat zij niet meer doet dan de institutionele situatie (het monopolie van de belanghebbenden - de stakeholders) in het recht te verankeren, en dat is precies datgene waartegen de sociale participatie-eisen en activisme gericht zijn: de theorie verzekert geenszins dat er met de concrete eisen van burgerparticipatie rekening zou worden gehouden. Om tot een herformulering van het vertegenwoordigingsbeginsel te komen dat het evenwicht tussen alle krachten tot stand brengt, moeten een lokale en afgebakende toegang van nieuwe actoren tot de politieke besluitvorming mogelijk gemaakt worden (Callon, Lascoumes, Barthe, 2001). In dat geval zou de politieke vertegenwoordiging evolueren tot wat men een vorm van gedistribueerde vertegenwoordiging zou kunnen noemen. I. Doelstellingen De doelstellingen van voorliggend project zijn: A. Een exhaustieve analyse te bieden van het principe van vertegenwoordiging in het Belgisch grondwettelijk recht; B. Een volledige juridische analyse te ondernemen van de kritieken op dit principe; C. De problemen in kaart brengen die de vertegenwoordiging in het Belgisch grondwettelijk recht ondervindt; D. Onderzoeken op welke punten het vertegenwoordigingsprincipe onder impuls van deze problemen hervormd moet worden; E. De juridische noodzaak van deze hervorming afwegen tegen de geformuleerde politieke en sociale eisen; F. Tot een geloofwaardige formulering van het vertegenwoordigingsprincipe komen die rekening houdt met al deze elementen Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Laurent DESUTTER • SERGE GUTWIRTH
Europees grondwettelijk strafrecht in een Europese Unie zonder Grondwettelijke Verdrag. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Misdaden tegen de internationale gemeenschappen zijn internationale misdaden die aan alle staten het recht verlenen, of soms de plicht opleggen, om deze misdrijven te vervolgen ongeacht de plaats waar zij werden gepleegd en ongeachte de nationaliteit van dader of slachtoffer. Het universaliteitbeginsel heeft zijn intrede in de interne rechtsorde van alle lidstaten van de Europese Unie gedaan. De toepassing van het universaliteitsbeginsel in het nationaal strafrecht van de lidstaten, de (definiëring van) internationale misdrijven waarvoor de lidstaten het universaliteitsbeginsel aanwenden, de opsporing van internationale misdrijven in lidstaten, de vervolging van internationale misdrijven voor (inter)nationale rechtbanken en de invloed van Europese instellingen en instrumenten op de uitoefening van universele jurisdictie door lidstaten vormen de basis voor een rechtsvergelijkend onderzoek. Het rechtsvergelijkend onderzoek heeft vooreerst tot doel om gelijkenissen en verschillen inzake de uitoefening van universele jurisdictie door lidstaten vast te stellen. Het bepalen van de rol die de Europese instellingen spelen bij de toepassing van universele jurisdictie door lidstaten vormt de tweede doelstelling. In de derde plaats streeft het onderzoek om de toekomstige ontwikkelingen van universele jurisdictie binnen de Europese (kandidaat)lidstaten te schetsen. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Corporate Governance voor de social profit sector. Universiteit Antwerpen Abstract: Corporate Governance voor de social profit sector. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
DANGER - Het inschatten van de gevaarlijkheid van georganiseerde criminaliteit Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is een nieuwe systematische methodologische werkmethode voor de inschatting van de gevaarlijkheid van georganiseerde criminaliteit te verschaffen (dit vertrekkende van een integratie van de twee meest veelbelovende en haalbare benaderingen van georganiseerde criminaliteit, m.n. dreigingstudies met focus op de daders en kwetsbaarheidstudies met focus op de criminele opportuniteiten in de omgeving) en deze te testen in België. De nadruk ligt daarbij op de economische sectoren transport, catering en import-export, op de politieke omgeving alsook op de daders en/of groepen die de kwetsbaarheid van deze sectoren exploiteren. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Tom Vander Beken
Samenwerking tussen UHasselt en de KVKM binnen het raam van het Project (Technologiemarketing), waarvoor tussen de KVKM en het IWT een overeenkomst met betrekking tot dit Project met IWT - projectnr 70490 werd afgesloten. Universiteit Hasselt Abstract: In de 2de semester van 2007 start Voka - Kamer van Koophandel arr. Mechelen met een nieuw initiatief op gebied van innovatie, nl. Technologiemarketing voor innovatieve KMO's. Het is een project dat zeer goed past in het ambitieuze transformatieprogramma van de Voka-voorzitter Urbain Vandeurzen voor een diepgaande vernieuwing van onze economie. Werken aan een 'slimmere economie' is één van de transformatie pijlers. In een 'slimmere economie' zit 'passie voor innovatie' vervat. De volgende sleutelcompetenties zitten er in verweven: internationaal ondernemen, integrale innovatie en talenontwikkeling. Een integrale benadering van het innovatieproces is nodig omdat niet-technische aspecten van innovatie een grote rol spelen als het gaat om het succesvol vermarkten van innovatie. Organisaties: • Innovation Management • Strategie en Organisatie • Kenniscentrum voor Ondernemerschap en Innovatie
Onderzoekers: • Wim VANHAVERBEKE
INEX: convergerende en tegenstrijdige ethische waarden in het continuüm interne/externe veiligheid in Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veiligheid en onveiligheid zijn sociale, culturele en politieke concepten. Het interdisciplinair project INEX is ontworpen rond 2 onderzoeksassen: thematisch en geopolitiek. Het thematische onderzoeksas heeft 4 velden: 1. de ethische gevolgen van de proliferatie van veiligheidstechnologiën
2. de legale dilemma's die zich ontwikkelen van transnationale veiligheidsarrangementen 3. de ethische en waarde vraagstellingen rond de veranderende rol van veiligheidsmensen. 4. de gevolgen van de veranderende rol van buitenlandse veiligheidsbeleid Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • Rocco BELLANOVA • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
ODIS: Databank Intermediaire Structuren Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil ODIS ontwikkelen als informatieknooppunt in een breed netwerk van gegevensverzamelingen, met meer en gebruiksvriendelijke onderzoeksondersteunende functies, en dit alles binnen een duurzame, eigentijdse omgeving. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
Rekenschapsplichtigheid voor mensenrechtenschendingen door internationale organisaties Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek gaat na op welke wijze rekenschap kan worden afgelegd voor schendingen van mensenrechten die begaan worden door internationale organisaties of hun stafleden of vertegenwoordigers. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers: • Eva Brems
Herstelgerichte detentie: nieuwe hoop of oude leugen? Vrije Universiteit Brussel Abstract: De afgelopen jaren is een proces aan de gang gericht op het herstelrechtelijk herdenken van de vrijheidsberovende sanctie. De evolutie naar een "herstelgerichte detentie" maakt deel uit van een brede beweging in en rond de strafrechtsbedeling, bekend als "restorative justice" of "herstelrecht". Dit staat voor een nieuwe benadering van de reactie op criminaliteit, die,in tegenstelling tot vroegere opvattingen waar het hoofdaccent lag op retributie of rehabilitatie, veel aandacht schenkt aan de noden van het slachtoffer en waarbij men diverse vormen van responsabilisering van de respectievelijke betrokkenen nastreeft. Het nieuwe denkmodel van herstelrecht kan omschreven worden als "a process whereby parties with a stake in a specific offence resolve collectively how to deal with the aftermath of the offence and its complications for the future" (Marshall, 1999). Het herstelrecht tracht een evenwicht te vinden tussen de belangen van het slachtoffer en de samenleving en de nood aan reïntegratie van de dader (Aertsen, 1997). Het ontstaan van een herstelrechtelijke benadering in de uitvoering van de gevangenisstraf in België kan geplaatst worden tegen de achtergrond van bredere maatschappelijke ontwikkelingen De strafrechtsbedeling wordt meer interactionistisch van aard met momenten van participatie of onderhandeling met de rechtssubjecten (Tulkens & Vandekerkhove, 1996; Beyens & Raes, 2005; Raes, 2006). Tegelijk is er een toenemende solidariteit met en wettelijke verankering van de slachtofferpositie in de verschillende fasen van de strafrechtsbedeling (wet 1994 op bemiddeling in strafzaken, wet Franchimont 1998, wet 22 juni 2005 op de bemiddeling). Dit heeft mede te maken met de vertrouwenscrisis in Justitie van de laatste jaren. Vanaf de jaren negentig worden criminaliteit en onveiligheid een belangrijk maatschappelijk en politiek thema. Dit leidt tot een instrumenteel strafrechtsbeleid gericht op snelle, zichtbare politieke beslissingen. De toenemende aandacht voor slachtoffers is hier een onderdeel van (Mary, 1997; Gutwirth en De Hert, 2002; Snacken, 2001, 2007). Daarnaast wordt ook nadruk gelegd op een betere beheersing van risico's en risicogroepen en een grotere effectiviteit en efficiëntie in de bestraffing, het zgn actuarialism (Feeley & Simon, 1994) en managerialism (Bottoms,,1995). Deze verschillende tendensen zijn ook zichtbaar binnen de strafuitvoering. Na de maatschappelijke schok veroorzaakt door de zaak Dutroux in 1996 worden meer punitieve maatregelen getroffen (bv. verstrenging van de mogelijkheden tot voorwaardelijke invrijheidstelling van gedetineerden, wetten 5 en 18 maart 1998), worden massaal psychologen aangesteld in de gevangenissen met het oog op een efficiëntere risicotaxatie voor recidive (vanaf 1998), en worden herstelconsulenten aangesteld in alle gevangenissen om op een structurele wijze de slachtofferdimensie binnen de gevangeniscontext te introduceren (2000). Recent is herstel, naast beperking van de detentieschade en voorbereiding van de reïntegratie, wettelijk als één van de doelstellingen van de vrijheidsberovende straf erkend (Basiswet Gevangeniswezen en Rechtspositie van Gedetineerden, 12 januari 2005; wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden; wet van 17 mei 2006 tot oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken). Waar het herstelrecht binnen de criminologische theorievorming in belangrijke mate gegroeid is als antwoord op de tekortkomingen van en als alternatief voor het geldende retributieve/rehabilitatieve strafrecht, het de negatieve effecten van de vrijheidsberovende straf erkent en een meer humane en probleemoplossende aanpak naar voren wil schuiven (Zehr, 1990), doet de invoering van een slachtoffer- en hersteldimensie binnen de gevangeniscontext echter fundamentele vragen rijzen. Vanaf de jaren 1950-1960 wijzen sociologische studies van gevangenissen als microsociale structuur op de totalitaire en autoritaire kenmerken ervan (Goffman, 1961). Gedetineerden worden onderworpen aan een machtssysteem, waarin zij via mortificatieprocessen hun identiteit als individu moeten inruilen voor een collectief stigma als gedetineerde, die volledig ondergeschikt gemaakt wordt aan de belangen van het instituut. Deze deprivaties leiden op hun beurt tot weerstand, die individueel of collectief kan zijn, en de vorm kan aannemen van een eigen deviante subcultuur (Sykes, 1958). In Surveiller et punir laat Foucault (1975) zien dat de gevangenis, als niet openbare, oncontroleerbare, dure, onnuttige, uitsluitende en criminogene instelling, dysfunctioneel te noemen is t.a.v. de in de strafrechtstheorie vooropgestelde doelen. De gevangenis ligt niet in het verlengde van een groot humaniserend Verlichtingsdiscours, maar van strategieën van disciplinering en normalisering ("disciplinaire machtspraktijken") die op micro-vlak aan het werk zijn in de sjablonen van familie, school, leger, ziekenhuis en werkplek. Steeds wordt in die settings het verschil tussen normaal en abnormaal zichtbaar gemaakt tegen de achtergrond van een norm die ontstaat zonder referentie naar de individuen zelf. Foucault spreekt in dat verband van een panoptische machtsuitoefening: iedereen is steeds zichtbaar en vergelijkbaar, net zoals in het panoptisch gebouw van Bentham, waarvan het archetype de gevangenis is. Dat de kritiek op de gevangenis al even oud is als de instelling zelf hoeft bijgevolg niet te verwonderen: deze laatste wortelt zich in praktijken die geenszins humanistisch of bevrijdend zijn, maar normalisering en 'dressuur' beogen (Gutwirth, 1993). Maar Foucault erkent ook dat in de microfysica van de machtsrelaties er mogelijkheden blijven tot voortdurende weerstanden vanwege de gedetineerden (Foucault 1984). Ofschoon de analyse van Foucault in Surveiller et Punir zich toespitste op het Verlichtingsdiscours en de gevangenis van de 19e eeuw, kan eenzelfde vraag gesteld worden betreffende het recentere herstelgerichte discours en de gevangenis van de 21e eeuw. Eerste onderzoeksvraag: in dit onderzoek wensen we derhalve in te gaan op de wijze waarop de 'herstelgerichte detentie' zich articuleert op de door Foucault geduide tweespalt tussen enerzijds het klassieke discours van rehabilitatie en preventie en anderzijds de praktijk van disciplinering en normalisering. Wat brengt restorative justice teweeg in de gevangenis ? Ligt de introductie van herstelgerichte praktijken in de context van detentie in het verlengde van een rehabilitatief perspectief (empowerment), of gaat het hier om verfijnde (perverse) disciplinering ?
Om deze vragen te beantwoorden moeten de analyses van Foucault echter worden doorgetrokken tot op het heden, zoals de 'late Foucault' met zijn aandacht voor 'governmentality' ook zelf ondernam, maar zonder toespitsing op de kwestie van de gevangenis (Foucault, 1997). In vele westerse landen is men de laatste jaren geëvolueerd naar een zgn "post-autoritaire" gevangenis, waarin erkend wordt dat gedetineerden sociale actoren blijven die reflecteren over hun situatie en hier strategisch op reageren (Giddens, 1984; Snacken, 1990; Debuyst, 1990; Sparks a.o. 1996). Dit betekent dat de doelen van de gevangenis (zoals herstel) slechts kunnen bereikt worden via een "dialectiek van controle", waarin de microrelaties tussen personeel en gedetineerden van fundamenteel belang zijn voor de legitimiteit van het instituut (Giddens, 1984:156; Sparks a.o. 1996:35). Daarnaast is er echter ook recent onderzoek dat aantoont dat gevangenissen nog steeds zeer destructieve en schadelijke situaties en structuren (kunnen) teweeg brengen, die ernstige psychologische en sociale consequenties hebben voor de gedetineerden (Haney, 2005; Irwin & Owen, 2005). Dit lijkt dan weer in tegenstrijd met de doelstelling van "zelfherstel" van de dader in het herstelrecht (Hagemann, 2003; Van Ness, 2007). In België hebben we via eigen empirisch onderzoek kunnen vaststellen dat er belangrijke verschillen in gradaties van autoritarisme en totalitaire kenmerken bestaan tussen gevangenissen, waarin zowel structurele (grootte van de gevangenis, personeelskader, regime) als culturele aspecten (beroepscultuur bewaarders, organisatiecultuur directie, (sub)cultuur van gedetineerden) een rol spelen (Snacken e.a. 2001; Snacken 2005). Ook deze culturele aspecten, zowel bij personeel als bij gedetineerden, krijgen in de recente penologische literatuur terug meer aandacht (Liebling, 2004; Crewe, 2005). Tweede onderzoeksvraag: welke plaats krijgt herstel in de structuur en de cultuur van verschillende gevangenissen en gevangenispopulaties in België in vergelijking met andere doelstellingen en effecten (orde en veiligheid, reïntegratie, beperking detentieschade, beheersing risico's)? Organisaties: • Criminologie • Metajuridica
Onderzoekers: • Nathalie TRUSSART • Bart CLAES • SERGE GUTWIRTH • SONJA SNACKEN
Small numbers, big problems? Een kwalitatieve studie naar het jeugdbeschermingstraject van vrouwelijke persistente delinquenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meisjes zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Hun aandeel is echter nog kleiner in de ernstige jeugddelinquentie. Onderzoek over ernstige jeugddelinquentie besteedt bijgevolg weinig aandacht aan meisjes. Over risicofactoren die leiden tot ernstige jeuddelinquentie bij meisjes alsook over criminele carrières bij meisjes is zo goed als niets bekend. Hoewel empirisch onderzoek over dit thema doorgaans gebeurt op basis van een volledig mannelijke populatie, wordt aan de theorieën over risicofactoren en criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten een algemene geldigheid toegekend. Voorliggend onderzoek wenst te toetsen of de traditionele theorievorming over dit thema toepasbaar is op het vrouwelijke geslacht. Een van de stellingen van de "paradox of persistence" stelt dat wanneer we terugkijken naar de jeugd van volwassen delinquenten, het merendeel jeugddelinquent was. In voorliggend onderzoek zullen we d.m.v. retrospectief onderzoek bij jongvolwassen vrouwelijke gedetineerden nagaan of dit ook gelds voor jongvolwassen vrouwen. Op basis van verscheidene onderzoeken, waaronder ook eigen onderzoek, vermoeden we dat bij meisjes de welzijnscomponent (problematische opvoedingssituatie) een grote(re) rol speelt in de ontwikkeling van ernstige jeugddelinquentie en criminele carrières. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS
Recht tegen buitenlandse mensenrechtenschendingen vanwege multinationals? Vrije Universiteit Brussel Abstract: A. Inleiding en probleemstelling Het mensenrechtenrecht staat vandaag voor een nieuwe uitdaging: een kader scheppen waarin effectieve bescherming geboden kan worden voor situaties waarin machtige transnational corporations (TNC.s) zich schuldig maken aan, of betrokken zijn bij schendingen van de mensenrechten. In dat verband kan men actueel twee trends onderscheiden: enerzijds de extraterritoriale toepassing van de nationale wet (juridische dimensie), anderzijds een toename aan zelfregulering via .Codes of Conduct. (politieke dimensie). De socio-economische realiteit beantwoordt niet langer aan de klassieke Westfalische conceptie van een internationale rechtsorde waarin enkel de staat rechtssubjectiviteit dient te hebben. De staat is niet langer een tussenpersoon tussen het individu en het internationale recht. Meer en meer staatsfuncties worden geprivatiseerd in handen van private ondernemingen, waaronder TNC.s, en belangrijke componenten van de productie en de handel worden geglobaliseerd. Kortom, bij de uitoefening van maatschappelijk gezien vitale taken leggen TNC.s tegenwoordig steeds meer gewicht in de schaal en maken zich daarbij vaak ongestraft schuldig aan schendingen van mensenrechten. Centraal in dit onderzoek staat de vraag hoe men TNC.s .juridisch. kan verplichten ethisch te ondernemen en hen doeltreffend aansprakelijk kan stellen voor schendingen van de mensenrechten. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Verschijnen voor de jeugdrechter: een criminologisch onderzoek naar het "in court" gebeuren (de interactie en de communicatie) in jeugdzaken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ondanks het (hevige) maatschappelijke en academische Belgische debat over de jeugdbescherming en aanpak van jeugdige daders, zijn er geen wetenschappelijke (ethnografische) studies bechikbaar over het in court gebeuren binnen de jeugdstrafrechtspleiting. Nochtans blijkt uit schaars onderzoek bij jongeren dat de contacten met "justitie" belangrijk zijn in de beleving van straf en schuld. Dit onderzoeksproject wil tegemoet komen aan deze leemte. Vier onderzoeksvragen staan centraal: (1) Hoe verloopt de interactie tussen jeugdrechter en verschijnende minderjarige bij kabinetszitting en bij zitting ten gronde? (2) Welke specifieke sociale, culturele, pedagogische, ontwikkelingspsychologische of juridische elementen, dimensies, relaties en rolpatronen tekenen de communicatie en interactie in de jeugd(straf)rechtspleging en welke knelpunten treden op? (3) Wat is de impact van de gerechtelijke interactie en communicatie op de minderjarige dader (volgens de betrokkenen)? De onderzoeksopzet sluit aan bij de criminologische aandacht voor "law in action" via een kwalitatieve ethnografische studie van de dagdagelijkse praktijk ("het gebeuren" - de interactie) in de jeugdrechtbank. Het hieraan verbonden veldwerk steunt op een combinatie van klassieke ethnografische onderzoekstechnieken van de observatie (in de jeugdrechtbank) en interviews met betrokkenen (cf. feedback interviewluik). Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers:
• JENNEKE CHRISTIAENS
PRITUIS : Study on privacy and trust in the ubiquitous information society - analysis of the impact of convergent and pervasive information and communication technologies on privacy and data protection and needs and options for development of the legal... Vrije Universiteit Brussel Abstract: PRITUIS : Study on privacy and trust in the ubiquitous information society - analysis of the impact of convergent and pervasive information and communication technologies on privacy and data protection and needs and options for development of the legal framework. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
(ikv Eu project van Milieu Ltd ) Conformity studies of Member States' national implementation measures transposing Community instruments in the area of citizenship of the Union. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conformiteitsstudie van nationale implementatie van Europese wetgeving op het vlak van burgerschap van de Unie. Organisaties: • Metajuridica • Institute for European Studies
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Pieter PAEPE • PAUL DE HERT
De uitvoering van een gecertificeerde opleiding CACERSD10 ANC "Uitwisseling van informatie betreffende sociale zekerheid - module 1: handvest van de sociaal verzekerde" in het Nederlands voor Nederlandstalige ambtenaren van niveau A vanuit de vakrichti... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De uitvoering van een gecertificeerde opleiding CACERSD10 ANC "Uitwisseling van informatie betreffende sociale zekerheid - module 1: handvest van de sociaal verzekerde" in het Nederlands voor Nederlandstalige ambtenaren van niveau A vanuit de vakrichting "sociale zekerheid en sociale bescherming". Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Reinventing data Pretection? wetenschappelijk bijeenkomst Brussel 12-13 oktober 2007 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de jaarlijkse Computers, Privacy and Data Protection conferentie in Brussel Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
Steunpunt Onderwijs en Recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het steunpunt beoogt uit te groeien tot een excellentiecentrum in onderwijsrecht en onderwijsbeleid met een collegiale inter-disciplinaire en intra-disciplinaire werkwijze. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Daniël Cuypers
Regulering van hedge funds Universiteit Gent Abstract: Het eerste onderzoeksdeel beoogt een definiëring die hedge funds isoleert van andere vehikels voor gemeenschappelijke belegging. In een tweede fase worden de nefaste facetten van het fenomeen afgetekend tegenover zijn mogelijke stimulansen voor het ondernemingsgebeuren in ruime zin. De laatste fase onderzoekt op basis van de bevindingen uit het vorige deel de behoefte aan regulering. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Michel Tison
Kiezen voor multiconvivialiteit of sociale uitsluiting? Een praktische en theoretische juridische analyse van de geboden mogelijkheden voor een solidair gewestelijk stadsproject inzake veiligheid en overlast. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige onderzoeksproject heeft als opzet specifiek voor Brussel na te gaan welke rol het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de lokale overheden kunnen spelenin een geintegreerd integraal veiligheidsbeleid en dit in de specifieke context van een stedelijke gediversifieerde bevolkingssamenstelling. Uitgangspunt hierbij is dat een legitieme veiligheidspolitiek door alle bevolkingsgroepen moet worden gedragen en en een coherent antwoord dient te bieden op de realiteit van de stedelijke diversiteit, dus zonder (arbitrair) uit te sluiten noch te assimileren. Vertrekpunt van dit onderzoek betreft de vaststelling dat gemeenten belangrijke nieuwe bevoegdheden hebben gekregen inzake overlast en veiligheid. Mede door de rekbaarheid van deze begrippen, rijst de bekommernis voor de aanwending van dergelijk nieuw instrumentarium op een wijze die sociale uitsluiting met zich meebrengt, in het bijzonder van minderheidsgroepen. Aldus peilt de centrale onderzoeksvraag van dit project naar de regierol die het Gewest kan spelen om haar 19 gemeenten te sturen bij de conceptualisering van hun lokaal overlast- en veiligheidsbeleid, zodat hierbij
geen sociale uitsluiting plaatsgrijpt, doch daarentegen een gewestelijke ontwikkeling naar multiconvivialiteit (multivconvivialité) in de hand wordt gewerkt. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
De gelijkschakeling van de rechtsposities van de ambtenaren en de werknemers: is het arbeidsrecht ook bruikbaar voor de ambtenaren? Een rechstvergelijkende analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In mijn doctoraal onderzoek, dat ik grotendeels als FWO-aspirant heb verricht, ben ik tot de vaststelling gekomen dat er niet één maar meerdere grondslagen aan de basis liggen van de statutaire tewerkstelling in de publieke sector. De eerste grondslag koppelde de statutaire tewerkstelling aan de uitoefening van een deel van het openbaar gezag, ten tweede lag het beginsel van de veranderlijkheid van de openbare dienst aan de basis van de statutaire tewerkstelling bij de functioneel gedecentraliseerde diensten en tenslotte speelde de vereiste van onafhankelijkheid een grote rol bij de keuze voor statutaire tewerkstelling bij de lokale besturen (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 460-464). Uit het rechtsvergelijkende luik van het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat de uitoefening van een deel van het openbaar gezag een grote rol had gespeeld bij de keuze voor statutaire tewerkstelling in Duitsland, Frankrijk, Nederland en Denemarken (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 83-104). Hoewel Denemarken intussen het aantal statutaire tewerkgestelde personeelsleden sterk heeft ingeperkt, speelt de bescherming tegen politieke willekeur (en daaraan gekoppeld een gewaarborgde onafhankelijkheid) nog steeds een grote rol bij de beperkte groep van statutaire personeelsleden (zie A. DE BECKER, Een onderzoek naar de juridische grondslagen van de rechtspositie van de ambtenaar, Brussel, VUB-proefschrift, 2006, 373) . In alle onderzochte landen komen dus toch, tenminste gedeeltelijk, soortgelijke grondslagen voor de statutaire tewerkstelling naar voren als in het Belgisch publiekrecht. Niettemin hebben een aantal andere landen op dit ogenblik geen statutaire personeelsleden (meer) in dienst. Voor het Verenigd Koninkrijk ligt de verklaring hiervan in de rechtsgeschiedenis, waarbij het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht in de Common Law-stelsels nooit zo duidelijk is geweest als in de continentale rechtsstelsels. Echter, ook in Zweden en in Italië worden op dit ogenblik geen statutaire personeelsleden meer aangeworven in de publieke sector. In deze beide landen is dit een gevolg van een zeer bewuste optie om af te stappen van het principe van statutaire tewerkstelling in de publieke sector. Toch is het zo dat zeker in het Verenigd Koninkrijk een groot aantal waarborgen in de arbeidsverhouding zijn geïntegreerd die de onafhankelijkheid van de betrokken .civil servants. moeten garanderen. Zo bestaat er bijvoorbeeld wel een onderscheid tussen het permanent personeel en het tijdelijk personeel (zie D. BOSSAERT, C. DEMMKE, K. NOMDEN en R. POLET, La fonction publique dans l.Europe des Quinze, Maastricht, IEAP, 2001, 37). In het eerste onderzoeksjaar zou een diepgaande analyse van de waarborgen van onafhankelijkheid in het Britse stelsel dienen te gebeuren, waarbij ze in het tweede onderzoeksjaar vergeleken worden met de mechanismen, die in het Belgisch ambtenarenrecht inhouden dat er (toch nog) voor statutaire tewerkstelling dient te worden geopteerd. Deze rechtsvergelijkende analyse beperkt er zich uiteraard niet toe de garanties van onafhankelijkheid die zijn opgenomen om de civil servant te beschermen tegen eventuele politieke inmenging te vergelijken met de garanties die de statutaire tewerkstelling aan de Belgische ambtenaar (zowel federaal als bij de Gemeenschappen en de Gewesten) biedt. Daarnaast zal ook nog in het eerste onderzoeksjaar een analyse van de gehele rechtspositie van de civil servant worden gemaakt, waarbij de arbeidsrelatie vergeleken zal worden met de arbeidsrelatie in de private sector in het Verenigd Koninkrijk. Die arbeidsrelatie in de private sector zal in het tweede onderzoeksjaar vergeleken worden met de privaatrechtelijke regeling van de arbeidsverhouding in het Belgisch arbeidsrecht, zodat in het eerste jaar een volledig beeld ontstaat van het onderscheid tussen de aanstelling van een civil servant en van een werknemer in het Britse recht, waarna dat onderscheid in het tweede onderzoeksjaar vergeleken wordt met het bestaande onderscheid tussen ambtenaren en werknemers in de private sector in het Belgisch recht. Organisaties: • Staats- en Bestuursrecht
Onderzoekers: • Alexander DE BECKER
Vloeberghs-Leerstoel : academiejaar 2007-2008 : titularis Prof. Dr. Eddy WYMEERSCH (Hoogleraar Universiteit Gent) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een reeks van studiedagen die, op vraag van de faculteit Recht en Criminologie, in het verleden diverse malen werden georganiseerd. Organisaties: • Economisch Recht
Onderzoekers: • KOEN BYTTEBIER
Leerstoel Discriminatierecht. Universiteit Antwerpen Abstract: Leerstoel Discriminatierecht. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Stefan Sottiaux • Jan Velaers
Impact van de globalisering op het recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het proces van globalisering heeft gevolgen op het gebied van de economie, het milieu, de mensenrechten, het bestuur, de cultuur, de arbeidsomstandigheden... waarvoor evenveel rechtstakken relevant zijn. Vanuit juridisch perspectief roept globalisering een aantal fundamentele vragen op zoals (a) wat is de optimale bevoegdheidsverdeling tussen regelgevers op internationaal, regionaal, nationaal en lokaal vlak?; (b) wat is de wisselwerking tussen de verschillende niveau's van regelgeving? (c) Wat is de blijvende relevantie van gebruikelijke onderscheiden in juridische vakgebieden zoals de indeling internationaal recht/nationaal recht of publiek/privaatrecht? (d) Wat is de finaliteit van het recht m.b.t. globalisering: moet het recht globalisering mogelijk maken, rechtszekerheid creëren of verzekeren dat economische globalisering rechtvaardig is? Wat is meer algemeen de impact van het recht op wereldwijde economische en culturele processen? Of anders benaderd, in hoeverre moet een juridische benadering worden afgestemd op inzichten uit andere disciplines (zoals de economie of de sociale wetenschappen)? Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers:
• Johan Meeusen • Georgios Pavlakos
Etude de faisabilité d'une coopération structurelle avec la faculté de droit de l'Université de Kisangani, combinée avec un projet de recherche sur la réforme législative du secteur forestier et sur l'impact de celle-ci sur les Pygmées en province Orient Universiteit Antwerpen Abstract: L'objectif du mission est d'abord d'examiner la praticabilité du dévelopment d'une coopération structurelle envisagée entre la faculté de droit de l'Université d'Anvers et la faculté de droit de l'Université de Kisangani. Le but et aussi d'établir dans cette première phase des contacts locaux en vue d'un projet de recherche concernant la nouvelle légisation forestière congolaise, l'impact de celle-ci sur les droits des Pygmées qui habitent les forêts en province Orientale et l'influence de la Banque Mondiale dans cette matière. Organisaties: • Recht en Ontwikkeling
Onderzoekers: • Koen De Feyter
Het oplijsten van corporate governance initiatieven voor de non-profitsector. Universiteit Antwerpen Abstract: Het oplijsten van corporate governance initiatieven voor de non-profitsector. Organisaties: • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge • Marleen Denef
Globalisering van het recht. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksvoorstel heeft betrekking op de impact van globalisatie op het concept recht vanuit het perspectief van de algemene rechtstheorie en de rechtsfilosofie. De studie houdt o.m. ook een onderzoek in naar de aard van recht ("nature of law"; "Wissenschaftlichkeit of the discipline"). Wettelijke normen en formele karakteristieken evolueren in het licht van de sociale, economische en politieke veranderingen die teweeggebracht worden door globalisatie. Het tweede luik betreft het verklarend kader. Enerzijds is er het gegeven van het wettelijk, institutioneel en normatief kader, en anderzijds de praktijk van de rechtsspraak. Onenigheid omtrent substantiële principes die aan de grondslag liggen van de praktijk van de rechtsspraak komt meer algemeen voor in globale contexten. Hierbij primeren overwegingen (balancing) op deductie (legal reasoning). Deel drie betreft de toepassingen op het vlak van mensenrechten en ECHR, internationaal handelsrecht, en toepassingen op het vlak van milieukwesties en armoede. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Coördinatie van de regelgeving inzake werknemers- en zelfstandigenpensioenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Codificatie van wetgeving Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Impactstructuur van het syndicaal charter inzake gender mainstreaming. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De goedkeuring van het Charter Gendermainstreaming in 2004 door de drie representatieve interprofessionele Belgische vakbonden moet nog steeds als een belangrijk moment worden beschouwd in het genderbeleid van de syndicale beweging. Tegelijkertijd is het ook een scharniermoment voor de modernisering van ons bedrijfsleven. De vakorganisaties wensten hun genderbeleid te actualiseren, rekening houdend met de nieuwe opvattingen over de posities van vrouwen en mannen in het maatschappelijk leven. Dit impliceerde onder meer de omvorming van een beleid gericht op de afwijzing van geslachtsdiscriminatie tot een genderbeleid waarin het gendermainstreamingsprincipe wordt aanvaard. De vakbeweging is hier echter nog niet volledig op voorbereid, onder meer omdat in de maatschappelijke context het begrip nog niet voldoende is doorgedrongen, laat staan dat het al werd geoperationaliseerd. Het tot op heden gevoerde, meer gefragmenteerde, genderbeleid wordt ondertussen evenwel verdergezet. Het is een positief beleid maar het is niet echt baanbrekend zoals men dat van een vooruitstrevende vakbeweging mag verwachten. Het traditionele algemene vakbondswerk blijft te veel de aandacht vragen. De integratie van de genderdimensie in alle domeinen en op alle niveaus is nog steeds niet aanwezig als permanente bekommernis. Het gendermainstreamingsprincipe moet dit verhelpen, ook al omdat de impact van de algemene maatschappelijke cultuur in het bedrijfsleven inzake de posities van vrouwen en mannen erg groot blijft. Vrouwen krijgen nog steeds in grote mate de gezinsverantwoordelijkheid toebedeeld en mannen nemen eerder de politieke verantwoordelijkheid op zich. De 20ste eeuw heeft hierin weliswaar een belangrijke wijziging gebracht, maar de opdracht om vrouwen en mannen gelijke kansen te bieden blijft nog immens Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE
Introduire le Genre dans les formations universitaires Universiteit Gent Abstract: Dit kleinschalige project is gericht op het identificeren van de noden en het evalueren van de mogelijkheden en beperkingen ter voorbereiding van een groot project tussen de universiteiten van Gent en Lubumbashi. Het grote project beoogt de aandacht voor de gender problematiek in de Congolese maatschappij te versterken door het creëren van een specifieke academische opleiding ?gender? en door het integreren van het genderperspectief in alle vormingen aan de Universiteit van Lubumbashi. Organisaties: • Vakgroep Publiek recht
Onderzoekers:
• Eva Brems
Inventarisatie van de consultatie van ontwerpregelgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoe ziet de huidige praktijk van de consultatie van ontwerpregelgeving er in kwantitatieve en in kwalitatieve zin uit ? Volgende items worden bekeken: - de plaats van consultatie in het wetgevingsproces: de ontwikkeling van een proces van kwaliteitsbewaking; - de functie van consultatie in een ideaal wetgevingsproces. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Patricia Popelier
Protection sociale des (ex)détenus et de leur famille. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van de socialezekerheidsrechten van gedetineerden en hun verwanten tijdens en na de gevangenneming. Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Politie en Persoonlijkheid. Een correlatief, analyserend onderzoek naar verhoorcompetenties en -management Universiteit Gent Abstract: Deze empirische studie onderzoekt de structuur van verhoorcompetenties, hoe deze verder ontwikkeld kunnen worden en de samenhang van competenties met persoonlijkheid. De studie is een substantiële voortzetting op de vijf-dimensionale taxonomie van De Fruyt (2006) en onderzoekt of deze voldoende comprehensief is. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Filip De Fruyt • Paul Ponsaers
Onderzoek naar de ontwerpparameters van circulatieruimtes in woonomgevingen, aan de hand van de haptische belevingswaarden van congenitale blinden Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een aanvraag voor een specialisatiebeurs IWT voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2008. Het betreft "Onderzoek naar de ontwerpparameters van circulatieruimtes in woonomgevingen, aan de hand van de haptische belevingswaarden van congenitale blinden" en zal uitgevoerd worden door Herssens Jasmine binnen het onderzoeksinstituut IMOB. Organisaties: • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Bert WILLEMS
Politie aan het werk: Grondige studie van evoluties in de taken en rol van de lokale politie in een veranderende samenleving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op het dagelijkse werk van de politie en gaat na op welke terreinen ze actief is, hoe en vanuit welk perspectief politiemensen hun taken afhandelen. Het verzamelde materiaal moet een antwoord bieden op de vraag naar de wijze waarop de door de wetgever uitgewerkte regelgeving in de praktijk wordt omgezet. Verder is het mogelijk om voor de twee belangrijkste 'klanten' (de burgers en de overheid) na te gaan welke verwachti,ngen beiden hebben tav de politierol en op welke wijze deze verwachtingen een invloed hebben op het takenpakket en haar afhandeling. Dit perspectief wordt aangevuld door de invulling die politiemensen geven aan deze rol in complexe, multiculturele setting aangestuurd door zowel lokale, federale, Europese als internationale overheden. Deze ontwikkelingen worden vervolgens vergeleken met een eerdere uitgevoerde studie (Enhus, Eliaerts, 2001) en nagegaan in welke mate rolpercepties, verwachtingen van burgers en overheid zijn verschoven onder invloed van recente beleidsbeslissingen tav de politie (politiehervorming, invoering community policing filosofie) en andere politieke, culturele, economische ontwikkelingen (ontstaan en uitbouw private bewakingssector, internationalisering van de politie, ontstaan van 'nieuwe beroepen in veiligheid'...) Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • Isabel VERWEE • CHAIM DEMAREE • ELISABETH ENHUS
Small numbers, big problems? Een kwalitatieve studie naar het jeugdbeschermingstraject van vrouwelijke persistente delinquenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meisjes zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Hun aandeel is echter nog kleiner in de ernstige jeugddelinquentie. Onderzoek over ernstige jeugddelinquentie besteedt bijgevolg weinig aandacht aan meisjes. Over risicofactoren die leiden tot ernstige jeuddelinquentie bij meisjes alsook over criminele carrières bij meisjes is zo goed als niets bekend. Hoewel empirisch onderzoek over dit thema doorgaans gebeurt op basis van een volledig mannelijke populatie, wordt aan de theorieën over risicofactoren en criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten een algemene geldigheid toegekend. Voorliggend onderzoek wenst te toetsen of de traditionele theorievorming over dit thema toepasbaar is op het vrouwelijke geslacht. Een van de stellingen van de "paradox of persistence" stelt dat wanneer we terugkijken naar de jeugd van volwassen delinquenten, het merendeel jeugddelinquent was. In voorliggend onderzoek zullen we d.m.v. retrospectief onderzoek bij jongvolwassen vrouwelijke gedetineerden nagaan of dit ook gelds voor jongvolwassen vrouwen. Op basis van verscheidene onderzoeken, waaronder ook eigen onderzoek, vermoeden we dat bij meisjes de welzijnscomponent (problematische opvoedingssituatie) een grote(re) rol speelt in de ontwikkeling van ernstige jeugddelinquentie en criminele carrières.
Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • JENNEKE CHRISTIAENS
Obstakels en stimuli in de loopbanen van mannen en vrouwen in optische wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vrouwen zijn ondervertegehnwoordigd in wetenschappelijk onderzoek. Er is sprake van horizontale, verticale en contractuele segregatie. Om hierin een kentering teweeg te brengen is een grondig begrip van de achterliggende oorzaken en mechanismen noodzakelijk. Er gebeurde reeds veel onderzoekn maar internationaal comparatief onderzoek op kwalitatief niveau ontbreekt in Europa. DIt is echter nodig om de impact van de nationale cultuur beter te begrijpen. Dit onderzoek zal een dergelijke studie uitvoeren met de Europese optische onderzoekswereld als object. Door toe te spitsen op een specifiek onderzoeksdomein (micro-optica), kan dit als constante gehouden worden. Cultureel bepaalde verschillen kunnen zo gericht onderzocht worden. Het onderzoek zal obstakels en stimuli op drie niveaus onderzoeken: de maatschappelijke context, organisatiecultuur en individuele aspecten. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE
De politiek van de representatie en de juridische constructie van het publiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rechtstheorie van vandaag staat voor de cruciale optie om de lessen te integreren die voortvloeien uit de Science Technology & Society Studies van de laatste 10 jaar. Deze lessen zijn eenvoudig voor te stellen : het is tijd dat we ons bevrijden van de grote scheiding waarbinnen de wetenschap zich beperkt tot het vaststellen van feiten terwijl de politiek als verantwoordelijkheid heeft de waarden te bepalen. Zich bevrijden van zon verdeling betekent dat het verschil tussen matters of fact en matters of norm & value niet meer zo interessant en relevant bevonden wordt. Deze deling voorbij heeft Bruno Latour het concept van matters of concern voorgesteld. De matter of concern wijst op alles wat degenen verzamelt die in een issue geïnteresseerd zijn. Zon verzameling is echter niet allen een kwestie van omstandigheden, zij produceert ook kennis, namelijk die kennis die in- en samengebracht wordt al degenen die in de issue geïnteresseerd zijn. Het benadrukken van concerns en issues i.p.v. facts en norms leidt tot nieuwe begripsvorming niet alleen over de wetenschappelijke waarheidsaanspraken, maar ook over de verhoudingen tussen deze waarheidsaanspraken en de hedendaagse politieke structuren. Deze nieuwe begripsvorming stond reeds centraal het IUAP fase V/16 project De verbondenheden van het weten (zie www.imbroglio.be) waarin o.m. Bruno Latour en Isabelle Stengers participeerden. Het proefschrift van Laurent Desutter over het principe van de vertegenwoordiging vond in dit project plaats. Dit project strekt tot de valorisatie van de resultaten van Laurent Desutters proefschrift op het vlak van de juridische aspecten en gevolgen van de nieuwe conceptie van het politiek. In het bijzonder zal worden ingegaan op de impact hiervan op de notie van rechtsbeginselen. Wat doet een rechtsbeginsel zoals, bijvoorbeeld, het representatiebeginsel, wanneer het gaat om concerns, en niet om facts ? En wat kan een antwoord op deze vraag voor de rechtstheorie betekenen ? Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Laurent DESUTTER • SERGE GUTWIRTH
Sociale bescherming vanuit het levensloopperspectief. Naar een levensloopbestendig pensioenstelsel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel op academisch als op beleidsniveau vindt het zgn. levensloopperspectief of de levensloopbenadering steeds meer ingang bij het denken over het sociaal en arbeidsbeleid. Deze vernieuwende benadering vertrekt van de stelling dat hedendaagse levenslopen van mensen steeds vaker en duidelijker afwijken van de standaardlevensloop van achtereenvolens leren-werken of zorgen-rust, die nu nog een sterke verankering kent in het gevoerde beleid en de daaruuit volgende wet- en regelgeving. Moderne levenslopen zouden resulteren uit individuele flexibele combinaties van taken en activiteiten in meer levenssferen tegelijkertijd, de zgn. keuzebiografie. Het gaat daarbij om combinaites en transities tussen betaald werk en andere sociaal-productieve activiteiten zoals zorg, scholing en vrijwilligerswerk. Het doel van de levensloopbenadering bestaat erin om het beleid levensloopbestendig te maken, d.w.z. mensen beter in staat te stellen verschillende activiteiten in bepaalde levensfasen te combineren en af te wisselen en hun de vrijetijd te geven om daarin eigen keuzes en afwegingen te maken. Een levensloopbestendig sociaal beleid streeft ernaar dat de sociale bescherming niet langer afhankelijk is van het voltijds verrichten van arbeid gedurende een bepaalde fase van het leven, maar bewaard blijft in elk gedeelte van een steeds meer geïndividualiseerde levensloop. De invoering van een dergelijke levensloopbenadering zou belangrijke repercussies hebben voor de actuele premissen in het sociaal beleid en het sociaal recht en belangrijke standaarden en centrale concepten binnen het sociaal beleid en het sociaal recht zoals (passende) arbeid, werkbereidheid, pensioen, enz. in vraag stellen. Vooraleer op zoek te gaan naar de wijze waarop aanpassingen zouden kunnen gebeuren, is het echter van belang te weten in welke mate dit kan gebeuren. Het is deze vraag naar het adaptatievermogen en de rekbaarheid van het sociaal beleid en het sociaal recht die centraal staat in dit onderzoek. In de aanvangsfase van twee jaar willen wij de grondslag leggen voor een multidisciplinair wetenchappelijk ondezoek naar de invloed van de levensloopbenadering op het sociaal beleid en de hieruit voortvloeiende sociale bescherming. Wij leggen in deze aanvangsfase de focus op een van de belangrijkste transities in de standaardlevensloop, met name de transitie tussen werken en de opruststelling of pensionering, op het einde van de loopbaan. De pensionering impliceert thans de definitieve afsluiting van de beroepsactieve levensfase. De pensioenuitkering wordt opgebouwd, rekening houdend met de duur en de beloning van in het verleden verrichte prestaties binnen de betaalde arbeid. De levensloopbenadering gaat uit van de mogelijkheid om de beroepsactiviteiten naar eigen inzicht te spreiden over de gehele levensloop en houdt ook rekening met andere sociaal-productieve activiteiten dan betaalde arbeid. Zij werpt belangrijke vragen op, zowel met betrekking tot het concept pensioen, als met betrekking tot de wijze waarop het pensioen wordt opgebouwd. Zo rijst vooreerst de vraag wat het concept pensioen nog kan betekenen binnen de levensloopbenadering? Vormt de overgang tussen werken en rusten nog steeds een scharniermoment in de levensloop en is er nog wel een duidelijk pensioenmoment aan te duiden of dient (opnieuw) aansluiting gezocht te worden bij de noties arbeidsongeschiktheid en invaliditeit en brengt dit in voorkomend geval het concept pensioengerechtigde leeftijd op de heling? Werpt dit een nieuw licht op de vraag of het genot van een pensioen kan worden gecombineerd met arbeid? Moet de omvang van het pensioen gekoppeld blijven aan het arbeidsverleden? Welke principes kunnen het effect van rustperiodes tijdens de levensloop op de uiteindelijke pensioenuitkering reguleren? Dient, wat de pensioenvoorziening betreft, uitgegaan te worden van het verzekeringsprincipe of veeleer van solidariteit? Welke gevolgen kan één en ander hebben voor de verhouding tussen wettenlijke basispensioenstelsels en buitenwettelijke aanvullende pensioenstelsels? Deze eerste fase geeft ons inzicht in de effecten van een levensloopbenadering op het pensioenbeleid en de pensioenwetgeving. In een tweede faste willen wij de levensloopbenadering zelf onderwerpen aan een kritisch onderzoek vanuit diverse invalshoeken. Sociologisch onderzoek moet ons leren in hoeverre de uitgangspunten van de levensloopbenadering empirisch bevestigd worden. Is het effectief wel zo dat een traditionele standaardlevensloop steeds duidelijker moet wijken voor een moderne geïndividualiseerde keuzebiografie of moet dit beeld juist sterk genuanceerd worden? Historisch onderzoek moet uitwijzen of een evolutie kan worden vastgesteld, in welke richitng zij gaat en welke daarbij de
bepalende factoren zijn? Stelt de levensloopbenadering het sociaal beleid voor nieuwe vragen of gaat het om varianten van reeds vroeger gerezen vragen? Juridisch onderzoek moet uitwijzen of de levensloopbenadering of een bepaalde invulling ervan al dan niet strijdt met grondrechtennormen die zijn vastgelegd in het internationaal en het interne recht en hoe, indien gewenst, een levensloopbestendig pensioenstelsel juridisch kan worden uitgewerkt? Organisaties: • Sociologie • Sociaal Recht • Historisch Onderzoek naar Stedelijke Transformatieprocessen
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Renaat HOOP • CATHARINA LIS • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Law and Autonomic Computing: Mutual Transformations. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt het beoordelen van de legale implicaties van technologieën die onze dagelijke omgeving zullen veranderen in wat het Ambient Intelligent (AmI) omgeving of het Internet der Dingen wordt genoemd. Zo'n omgeving is afhankelijk van een soort machinale intelligentie dat niet in een machine zit, maar in de interconnecties met sensoren, RFIS-systemen, biometrie en online databases, dat gewoontes en wensen door complexe datamining technieken met omgevingskenmerken afgeleid kan worden. Bij zulke opkomende technieken rijzen er zowel praktische als fundamenteel legaal vragen, bijvoorbeeld op het vlak van privacy, data bescherming, burgerlijk en crimineel aansprakelijkheid, intellectuele rechten en fundamentele noties zoals legale subjectiviteit, gelijkheid van wapens, een eerlijk proces, toestemming en vertegenwoordiging. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Ronny SAELENS • Ekaterina DE VRIES • Niels VAN DIJK • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT • PAUL DE HERT
De uitvoering van een gecertificeerde opleiding CACERTE07ANC "Sociaal zekerheidsstatuut en handvest van de sociale verzekerde vanuit het oogpunt werkgelegenheid" bestemd voor alle federale ambtenaren van niveau A van de vakrichting tewerkstelling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Administratieve procedures en werkgelegenheidsvallen in het socialezekerheidssysteem Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Bestuurlijke sanctioneringsmechanismen: een wondermiddel tegen handhavingstekorten of een lege doos? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een onderzoek naar de kenmerken en de maatschappelijke evolutie van bestuurlijke sanctionering met het oog op de ontwikkeling van een steekkaart voor beleidskeuzes tegen handhavingstekorten. Het onderzoek concentreert zich rond twee pijlers: enerzijds een inventaris van de bestaande bestuurlijke sancties en anderzijds een toekomstgerichte kritische analyse. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Joëlle Rozie
Duurzaam management van de Noordzee (SUMANOS) Symposium Universiteit Gent Abstract: SUMANOS clustert 4 Noordzeewetenschappelijke onderzoeksprojecten (MAREBASSE, TROPHOS, BALANS en GAUFRE) die hoewel verschillend qua thematiek onderling sterk verbonden zijn - zowel in relatie tot de inhoud als de gebruikte methodologie. De cluster tracht de potentiële synergieën te formalisieren op niveau van informatieuitwisseling, methodologie en onderzoekservaringen. Output omvat een gezamenlijke publicatie en symposium om de verschillende onderzoekspartners te stimuleren hun werk in een breder perspectief te plaatsen en te pogen de mono-disciplinaire benaderingen te doorbreken. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Het oplossend karakter van publieke en private vormen van geschillenbeslechting voor hedendaagse conflicten. Een analyse van vier maatschappelijke relevante domeinen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek richt zich op vier vormen van conflicten: huurgeschillen, arbeidsgeschillen, consumentengeschillen en geschillen inzake intellectuele eigendomsrechten. Aan de hand van interviews, dossieranalyses en gesprekken met betrokken partijen in die geschillen beoogt het onderzoek een inventarisatie te maken van de verschillende vormen waarop deze geschillen afgehandeld kunnen worden, hun context en hun voor- en nadelen. Uiteindelijke doelstelling is het rapporteren over deze vier conflictvormen en hun afhandeling in een internationale publicatie die tevens op een studiedag voorgesteld zal worden. Als spin-off van het onderzoek zullen tevens vier naslagwerken (één per conflictvorm) samengesteld worden. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Paul Ponsaers
Duurzaam landbeheer van met zware metalen verontreinigde gebieden Universiteit Hasselt Abstract: Definitie van de probleemstelling te analyseren in het doctoraat (opzet). Fytoremediatie is een lage kosten techniek betreffende de remediatie van medium vervuilde gronden. In het bijzonder is deze techniek relevant voor grote oppervlakten waar andere saneringstechnieken geen optie zijn omdat ze veel te duur uitvallen. Het doen ingang vinden bij de voornaamste stakeholders, de landbouwers die geconfronteerd worden met bodemvervuiling, heeft zeer veel te maken met het economische aspect. Het (partieel) vervangen van traditionele teelten door fytoremediatieteelten is geen neutrale operatie. Een dergelijke introductie heeft gevolgen voor het de teeltsamenstelling en de rotatie van de teelten op een areaal van een landbouwer en het daarmee samenhangend inkomen. Een economisch beslissingsmodel dient de aanvaardbaarheid van fytoremediatieteelten te onderbouwen. Een kosten-batenanalyse vanuit het private standpunt van de belanghebbenden dient volgende elementen op te nemen: (i) de kost van de fytoremediatie op zich, (ii) de grootte van het initiële aandeel van de fytoremediatieteelten in het totale areaal, dit bepaalt in sterke mate de lengte van de remediatieperiode, (iii) het verlies aan inkomen tijdens de remediatieperiode die de grond toch nog oplevert zelfs in zijn vervuilde toestand, (iv) het eventueel inkomen door de valorisatie van de geoogste biomassa van de fytoremediatieteelten, (v) het hogere inkomen dat kan gerealiseerd worden op de gesaneerde grond, (vi) het effect van onzekerheid betreffende de toekomstverwachtingen inzake kosten en opbrengsten. De hoogte van de netto actuele waarde van het inkomen gegenereerd op het herschikte landbouwareaal, berekend over een afzienbare tijdsperiode (bv. 40 jaar), vormt dan een criterium om de economische aanvaardbaarheid van het fytoremediatie project te beoordelen. De realisatie van het opzet via de doctoraatswerkzaamheden Tot nu toe hebben de doctoraatswerkzaamheden zich toegelegd op flankerende elementen van de economische problematiek zoals de regelgeving betreffende bodem en voedselkwaliteit en de externe effecten gepaard gaand met productie van bio-energie (CO2 reductie t.o.v. het gebruik van fossiele energie) en inzake nevenproducten(bv. digestaat uit vergisting van energiemaïs). Hierbij gebeurde analyse op het vlak van een hectare. De hoger beschreven economische probleemstelling ingebed in een areaal optiek met diverse scenarios qua initieel aandeel van fytoremediatie versus niet fytoremediatie teelten (zoals energiemaïs) en een samenhangend rotatiesysteem, wat bepalend is voor de lengte van de remediatieperiode en dus de snelheid waarmee hogere inkomens kunnen behaald worden, dient ontwikkeld te worden. Tevens dient gewerkt aan een algemeen analyse model waarvan de huidige berekeningen een toepassing kunnen zijn. Organisaties: • Milieueconomie • Economie en beleidsmanagement • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Theo THEWYS
Justitieel welzijnswerk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : voorbereiding strategisch plan, hulp en dienstverlening aan gedetineerden (en ex-gedetineerden) in de de Brusselse gevangenissen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Justitie / Recht / Criminologie / Gevangenis / Gedetineerden Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • HILDA TUBEX
Multiple community policing : Hoezo? Vrije Universiteit Brussel Abstract: PROBLEEMSTELLING Diverse omgevingsanalyses, onder meer door het Nationaal Instituut voor Statistiek & Administratie Planning en Statistiek van de Vlaamse Gemeenschap (NIS-APS, 2005), wijzen uit dat België evolueerde tot een multiculturele samenleving en de allochtone bevolking zich voornamelijk concentreert in (middel)grote steden waarbinnen concentraties in bepaalde buurten optreden. Voor de politiezorg in (deze buurten in) die steden vormt dit een belangrijke contextvariabele. Talrijke voorbeelden van conflictueuze ontmoetingen tussen politie en allochtonen en - veel minder talrijk - onderzoek wijzen echter op een gespannen verhouding. In de politiepraktijk valt in deze context een tendens naar coercive policing op (cf. invoeren van zero-tolerance in diverse steden). Dit biedt echter slechts kortetermijnoplossingen en raakt niet aan fundamentele, meer structurele oorzaken. Een zinvolle aanpak vergt integendeel een meer proactief en preventief optreden en samenwerking met verschillende diensten en organisaties op maatschappelijk en bestuurlijk vlak alsook met de allochtone gemeenschap zelf (Feys, 2002). Dergelijke aanpak sluit naadloos aan bij community policing, een filosofie die de laatste twee decennia ook in ons land wordt geambieerd en door de overheid wordt gestimuleerd (cf. o.a. omzendbrief CP 1 van 27 mei 2003). Community policing bouwt echter op de - mythische - idee van een homogene samenleving met gedeelde waarden, normen en levensstijl wat de implementatie van deze filosofie in de reële samenleving, die immers heterogeen is, ernstig compliceert (Van den Broeck & Eliaerts, 1995; Van de Sompel & Ponsaers, 2003; Van Outrive, 1998). Deze lacune in de concipiëring van community policing laat zich in de praktijk bijzonder scherp voelen bij pogingen tot implementatie ervan in een multiculturele setting. Ondanks aanbevelingen - zoals bv. geformuleerd door het Comité-P - blijven interacties tussen politiefunctionarissen en allochtonen vaak moeilijk. Het lukt vaak niet om het 'abstract' bedachte beleid tot uitvoering te brengen. DOELSTELLING Om de vertaalslag van community policing naar de praktijk in een multiculturele setting te ondersteunen, is inzicht nodig in die praktijk, in de manier waarop concrete interacties tussen politie en allochtonen verlopen en de elementen die deze interacties beïnvloeden, waarbij percepties, betekenisverlening en verwachtingen van beide partijen een voorname rol spelen. Dergelijke vorm van politieonderzoek sluit nauw aan bij wat vaak wordt aangeduid als politiesociologie, hetgeen in beeld brengt hoe politiewerk concreet getalte krijgt in het sociaal proces tussen agenten en burgers en tussen agenten onderling (van der Torre, 1999). Voorliggend onderzoek beoogt inzicht te verwerven in die materie en dit in functie van de volgende concrete doelstellingen: 1. Nagaan hoe community policing in de interactie met allochtonen in kader van de afhandeling van dagelijkse taken en incidenten al dan niet vorm krijgt [realiteit]. 2. Nagaan hoe allochtonen de interactie met politie in kader van hun afhandeling van dagelijkse taken en incidenten percipiëren/ervaren en wat hun verwachtingen terzake zijn, evenals nagaan in hoeverre deze verwachtingen congruent zijn aan community policing [perceptie allochtonen]. 3. Nagaan in welke mate politiefunctionarissen die op het terrein werkzaam zijn community policing in de interactie met allochtonen in kader van de afhandeling van dagelijkse taken en incidenten toepasbaar achten, welke problemen en mogelijkheden zij terzake zien en wat hun verwachtingen zijn [perceptie politie]. METHODOLOGIE
I. Ter verkenning en omkadering van de materie is een literatuurstudie onontbeerlijk. Deze literatuurstudie concentreert zich in de eerste plaats op de inzichten die in ons land en ook in andere landen reeds omtrent de relatie tussen politie en allochtonen werden verworven. Anderzijds wordt in de literatuurstudie aandacht besteed aan community policing in multiculturele settings en in het bijzonder in concrete interacties met allochtonen. II. De centrale methodologie bestaat uit een veldstudie die in vijf politiezones wordt uitgevoerd: twee in Vlaanderen, twee in Wallonië en één in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 1. Als eerste stap in de veldstudie in een zone wordt de verhouding tussen het lokale politiekorps en de allochtone bevolking verkend. Dit gebeurt voornamelijk aan de hand van interviews. Enerzijds wordt geruime aandacht besteed aan de verkenning van de dominante allochtone gemeenschappen in de zone. Deze gemeenschappen en in het bijzonder hun middenveld worden in kaart gebracht en contactpersonen binnen deze gemeenschappen worden gezocht. Van deze contactpersonen worden semi-gestructureerde interviews afgenomen waarin wordt gepeild naar hun visie en globale ervaringen ten aanzien van politie. Maar ook ruimer worden de allochtone buurten fysiek verkend waarbij spontane contacten worden gelegd. Het ontwikkelen van een adequate intredestrategie in het veld is immers van cruciaal belang. Anderzijds worden semigestructureerde interviews afgenomen van politiefunctionarissen (korpschef, interventieagenten en wijkagenten) waarin wordt gepeild naar hun visie, globale ervaringen en initiatieven inzake de relatie tussen politie en allochtonen. 2. In de tweede en voornaamste plaats worden observaties uitgevoerd. Gezien de focus op interacties met allochtonen in kader van de uitvoering van routinetaken en de eventueel daaruit voortvloeiende afhandeling van incidenten worden enerzijds interventieteams enerzijds en anderzijds wijkagenten gevolgd. Deze observaties genereren cases die verder worden bestudeerd. Daarbij wordt enerzijds waargenomen vanuit een 'outer perspective' wat duidt op een kennisname en verwerking van objectieve feiten (Bruyn, 1966). Observatie vanuit dit perspectief staat in relatie tot de eerste doelstelling, met name het nagaan hoe community policing in de interacties al dan niet vorm krijgt. Anderzijds is echter ook een 'inner perspective' van essentieel belang, wat het achterhalen van de subjectieve betekenis inhoudt (Bruyn, 1966). Dit verwerven van een inzicht in de wederzijdse percepties die de interactie vorm geven, in de manier waarop de interactie door de betrokkenen wordt ervaren en in hun verwachtingen omtrent een dergelijke interactie dient de tweede en de derde doelstelling die immers betrekking hebben op de perceptie van respectievelijk de allochtonen en de politie. Deze elementen kunnen evenwel niet via louter observatie worden achterhaald, maar vergen interviews met beide aan de interactie deelnemende partijen. De individuele cases worden dan ook teruggekoppeld naar enerzijds de betrokken politiefuntionaris(sen) en anderzijds de betrokken allochto(o)n(en) of - indien dit niet tot de mogelijkheden behoort - (een) andere vertegenwoordiger(s) van de allochtone gemeenschap waartoe deze behoort. Teneinde de complexiteit hierbij inzichtelijk te kunnen maken en in het bijzonder de werkelijkheid in haar verschillende aspecten te kunnen duiden, kan gebruik worden gemaakt van het zgn. flashpoint-model van Waddington (1989) dat zes dimensies aanreikt die interacties kunnen beïnvloeden, met name de onmiddellijk interactionele dimensie, de situationele dimensie, de contextuele, de culturele, de socio-politieke en de structurele dimensie. 3. De ruimere bevindingen van het veldonderzoek in een zone worden in focusgroepen besproken met korpsleden en vertegenwoordigers van de allochtone gemeenschappen (die ook reeds ter verkenning werden geïnterviewd). Daarbij wordt opnieuw gepeild naar hun visie en interpretatie. III. De bevindingen opgedaan in de verschillende zones worden geïntegreerd in een eindrapport dat aangrijpingspunten biedt om de toepassing van community policing te ondersteunen en aldus een meerwaarde vormt voor beleidsmakers - en andere instanties - die politie in haar ontwikkeling naar deze filosofie wensen te ondersteunen (via bv. opleiding of aanbevelingen).
BRUYN, S.T. (1966). The human perspective in sociology: the methodology of participant observation. Englewood Cliffs, Prentice-Hall. FEYS, J. (2002). Politie, een afspiegeling van de samenleving? De relatie tussen politie en etnische minderheden. In: G. Duhaut, P. Ponsaers, G. Pyl & R. Van de Sompel (red.), Voor verder onderzoek... Essays over de politie en haar rol in onze samenleving. Brussel: Politeia, 771-794. Ministeriële Omzendbrief CP 1 van 27 mei 2003 betreffende community policing, definitie van de Belgische interpretatie van toepassing op de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. B.S., 9 juli 2003. VAN DEN BROECK, T. & ELIAERTS, C. (1995). Community policing: een basis voor de politiezorg in ons land? Politeia, 9, 5-13. VAN DE SOMPEL, R. & PONSAERS, P. (2003). Bronnen van community (oriented) policing en de toepassing ervan in België. Elektronische kopie dd. 23 mei 2005: http://www.info-zone.be. VAN DER TORRE, E.J. (1999). Politiewerk: politiestijlen, community policing, professionalisme. Alphen aan den Rijn: Samson. VAN OUTRIVE, L. (1998). De ware aard van de inbreng van de burger en van de lokale politie. De Orde van de Dag, 3, 34-41. WADDINGTON, D., JONES, K. & CRITCHER, C. (1989). Flashpoints. Studies in public disorder. London: Routledge. NIS-APS (2005). Vlaanderen in cijfers 2005. Electronische kopie: http://aps.vlaanderen.be/statistiek/publicaties/pdf/vic/ vic2005.pdf. Organisaties: • Sociale Veiligheidsanalyse • Criminologie
Onderzoekers: • CHAIM DEMAREE • ELISABETH ENHUS
De positie van de psychiatrische patiënt in de patiëntenrechtenwet. Universiteit Antwerpen Abstract: De positie van de psychiatrische patiënt in de patiëntenrechtenwet. Organisaties: • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Frederik Swennen • Thierry Vansweevelt
Naar een algemene theorievorming inzake georganiseerde bestuurlijke beroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar een algemene theorievorming inzake georganiseerde bestuurlijke beroepen. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers:
• Ingrid Opdebeek • Joke Goris
De efficiëntie van de Europese voorschriften inzake vennootschapskapitaal en alternatieve technieken ter bescherming van vennootschapsschuldeisers Universiteit Gent Abstract: De voorschriften inzake kapitaalvorming en kapitaalbescherming bij vennootschappen, zoals deze voortvloeien uit de TweedeVennootschapsrichtlijn, staan internationaal onder toenemende druk. Er wordt onderzocht of deze voorschriften erin slagen de doelstellingen van de Richtlijn te realiseren, of de Richtlijn gebaseerd is op een efficiënte aanpak van schuldeiserbescherming en welke alternatieven voor schuldeiserbescherming denkbaar en concreet implementeerbaar zijn tegenover het huidige systeem. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Eddy Wymeersch • Hans De Wulf
Ambient Intelligence en de bescherming van persoonsgegevens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doctoraat onderzoekt in welke mate privacy en persoonsgegevens vanuit een juridisch perspectief beschermd kunnen worden in het kader van 'Ambient Intelligence' technologie. De term verwijst naar een netwerkmaatschappij waarin personen en objecten (computers) intensief met elkaar verbonden zijn en met elkaar communiceren op een autonome en automatische wijze, eventueel met behulp van softwareagenten. Dit veronderstelt een snel groeiende stroom en verwerking van onze persoonsgegevens, hetgeen aantasting van onze privacy met zich mee kan brengen. Het onderzoek, vanuit interdisciplinair oogpunt, slaat op de invloed van Ambient Intelligence op privacy en persoonsgegevens en op de juridisch bescherming ervan in deze netwerken. Er wordt getracht om een voorstel tot wetgeving te concipiëren, waarbij er rekening wordt gehouden met de technologische mogelijkheden en de maatschappelijke en economische behoeften. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Wim Jan SCHREURS
Uitbreiding van een template en verzamel plan voor statistische informatie en analyse voor vermiste en sexueel misbruikte kinderen en mensenhandel Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project bestaat erin om een EU template and EU collectieplan te ontwikkelen met het oog op gestandaardiseerde en geïntegreerde statistische informatie en strategische analyse rond mensenhandel en vermiste en seksueel misbruikte kinderen en dit op zowel staatsniveau als EU niveau. Methodologisch gezien is de ontwikkeling van zo een template en collectieplan absoluut onontbeerlijk om gecentraliseerde, coherente, wetenschappelijke, betwrouwbare en vergelijkbare date te bekomen over hierboven vermelde fenomenen. Deze vergelijkbare data is nodig om een beleid te kunnen voeren dat evidence-based is. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Het recht van de Wereldhandelsorganisatie (WTO): een overkoepelende rechtstak met verregaande implicaties voor Vlaanderen, België en Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Het recht van de Werelhandelsorganisatie (WTO) ontwikkelt zich tot een cruciale ¿ doch vaak onvoldoende bekende - component van de nationale en internationale rechtsorde voor het grensoverschrijdende handelsverkeer. Een studie van de materiële en institutionele facetten van deze overkoepelende rechtstak zal de steeds belangrijker repercussies van de WTO op de rechtsorde verklaren. Het project vormt een aanzet tot de profilering van de UA als erkende onderzoekscel rond het WTO-recht. Organisaties: • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Marta Pertegas
Schenking aan evenement Koepelproject 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Schenking aan evenement Koepelproject 150 jaar Vlaamse studenten in Brussel. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MICHEL MAGITS
Publicatie : "De arbeidsgerechten en hun lekenrechters". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie : "De arbeidsgerechten en hun lekenrechters". Organisaties: • Centrum voor rechtssociologie
Onderzoekers: • Francis Van Loon
Safeguards in a World of Ambient Intelligence. (SWAMI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interdiscpilaire analyse van de sociale, economische, juridische, technologische en ethische vraagstukken ivm privacy, identiteit en veiligheid in Ambient Inteligence (AmI) Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Anna MOSCIBRODA • SERGE GUTWIRTH • Michiel VERLINDEN
Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenstelling van een informatiebundel m.b.t. juridische, wettelijke, sociale, sociologische, maatschappelijke elementen inzake de informele arbeid van clandestienen die in België verblijven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman
Het taalgebruik in rechtszaken en inzonderheid binnen de Brussels magistratuur sinds de Tweede Wereldoorlog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project stelt vragen i.v.m. de oorsprong en de evolutie van de taalverhoudingen binnen de (vooral Brusselse) magistratuur en de totstandkoming en toepassing van de taalwetgeving in de 20ste eeuw. Door onderzoek naar het complexe samenspel van sociale, politieke en culturele factoren binnen de Brusselse taalcontext, wensen we een reeks oude en actuele misverstanden hierover weg te werken. Die complexiteit maakt een multidisciplinaire en vergelijkende aanpak meer dan noodzakelijk, want de hoofdstedelijke problematiek is in vele opzichten uniek, maar biedt tevens interessante aanknopingspunten met andere meertalige regio's of stedelijke samenlevingen. Het zijn uitgangspunten die in dit project gekoppeld worden aan een theoretische en concrete benadering van het gerechtelijk apparaat in België en zijn banden met de wetgevende en uitvoerende macht. Daarbij wordt onder meer de gerechtselite, via steekproeven en in het kader van taalgebonden mobiliteitsprocessen, doorgelicht op haar sociale achtergronden, opleiding, carrièrepatronen en sekse. Ook de positie van de vrouwen binnen juridische beroepen sinds het begin van de vorige eeuw, komt ruim aan bod. De samenwerking tussen verschillende onderzoekseenheden (JURI, RHEA, HIST, BRIO) en de thematische en methodologische bruggen die aldus geslagen worden tussen rechtshistorisch onderzoek, cultuur-intellectuele geschiedenis en prospografie, gender en diversiteit, de politiek-institutionele geschiedenis van Brussel, stadsgeschiedenis en de ontwikkeling van stedelijke groepen en processen, fungeren als waarborg voor de succesvolle uitvoering van dit onderzoeksproject. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • MICHEL MAGITS • Eva SCHANDEVYL • MACHTELD DE METSENAERE • ELS WITTE
Rechtspreken in een veranderende penale en laatmoderne context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rechtspreken in een veranderende penale en laatmoderne context. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • Veerle SCHEIRS • KRISTEL BEYENS
Criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten : theorievorming, trajecten en interventies in het jeugdbeschermingssysteem, doorstroming naar het strafrechtsysteem. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naast de groep jongeren die enkel in de adolescentie criminaliteit pleegt ('adolescence-limited offenders'), bestaat ook een groep jongeren die een persistent patroon van strafbare gedragingen vertoont. Deze jongeren kennen doorgaans een voorgeschiedenis van probleemgedrag in de kinderjaren, en zouden ook na de adolescentie strafbare feiten blijven plegen ('persistent offenders'). Vanuit deze vaststelling werd een groot aantal (voornamelijk buitenlandse) onderzoeken geweid aan het opsporen van de aanwezigheid van risicofactoren in het leven van jongeren teneinde jeugdcriminaliteit te verklaren en / of voorspellen. Voorliggend onderzoek heeft als doel een veelheid aan empirisch materiaal verzameld door de vakgroep criminologie te valoriseren naar criminologische theorievorming toe. In een vorig onderzoek werden de dossiers van de jeugdrechtbanken en de strafrechtbanken van 'persistent offenders', namelijk uithanden gegeven jongeren, bestudeerd. Vertrekkende vanuit deze empirische gegevens kunnen we vier onderzoeksvragen formuleren; 1.Kan de theorievorming omtrent criminele carrières (risicofactoren) toegepast worden op ons empirisch materiaal inzake ernstige jeugddelinquenten? 2.Is er sprake van een specifiek traject dat wordt afgelegd door de 'harde kern' jongeren? 3.Hoe verloopt de doorstroom van het jeugdbeschermingssysteem naar het strafrechtsysteem? 4.Heeft de aard van de in het jeugdbeschermingsrecht en in het strafrecht genomen interventies een invloed op de risicofactoren? Hiertoe wordt volgende methode gehanteerd: -Vooreerst zal een exhaustieve literatuurstudie van zowel nationale als internationale bronnen de verschillende risicofactoren en de mogelijke trajectbeschrijvingen met betrekking tot de harde kern jongeren in kaart brengen. -In een tweede fase zal een volledig beeld van de criminele carrière tot op het moment van het onderzoek geschetst worden aan de hand van de studie van de jeugddossiers en strafdossiers. -In een derde fase zullen interviews worden afgenomen van voorzieningen uit de Bijzondere Jeugdbijstand, waar we zullen peilen naar de noden die specifiek van onze doelgroep uitgaan. Globaal worden twee doelstellingen vooropgesteld: -In België werd tot op heden weinig onderzoek verricht waarbij empirisch materiaal werd getoetst aan de criminologische theorievorming inzake criminele carrières van jeugddelinquenten. Voorliggend onderzoeksproject beoogt dit hiaat dan ook op te vullen d.m.v. de valorisatie van reeds verzameld empirisch materiaal. In het bijzonder willen we een bijdrage leveren in de discussie over het belang van collectieve factoren in de verklaring en aanpak van 'harde kern' jongeren. -Tevens zal het onderzoek de relatie onderzoeken tussen de gerechtelijke interventies en de zich manifesterende risicofactoren. We zullen nagaan of deze interventies op hun beurt ook een invloed uitoefenen op de (wijze van) verderzetting van het traject. Het onderzoek heeft dus tevens
beleidsrelevantie; we verwerven inzicht in de waarde van bestaande interventies en de noden tot het ontwikkelen van nieuwe antwoorden op delinquent gedrag waarbij beter kan ingespeeld worden op de aanwezige risicofactoren. Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • JENNEKE CHRISTIAENS
Legitimate Criminal Justice in Times of Insecurity; A Belgian and comparative European Perspective. Vrije Universiteit Brussel Abstract: From this research on "Contemporary punishment", two major voids appear, raising new research questions: 1)Why is western "contemporary punishment" generally seen as an institution "in transition"? What are the broader social-political tendencies in western societies which can explain the transformations? The answer to these questions is usually linked to the emergence of "insecurity" as a major political issue in many western countries, often leading to a crisis of legitimacy of political and juridical institutions and raising political and public interest in and pressure on criminal justice systems. Important questions however remain unanswered in this area, i.a. concerning the extent of the crisis of legitimacy with the citizen and the real importance of "insecurity" in this crisis, and concerning different reactions by political and justice systems to regain legitimacy. 2)One of the major consequences of this pressure on criminal justice systems described in Anglo-Saxon penological literature concerns the penal paradigm of "rehabilitation", result of the "penal welfarism" once seen as the central structural basis for penal actors and agencies, and now either described as discredited and in decline or fundamentally transformed. Are the evolutions described however equally valid for Belgium or other continental European countries? The current research proposal has two major aims: -to answer these questions for Belgium, -to compare the Belgian situation internationally. The interdisciplinary team cooperating in the current GOA-research on "Contemporary punishment" hence wants to continue its cooperation within the university and to extend it to European colleagues, in order to develop a European comparative research network on these important questions. Moreover, two of the post-doctoral researchers of the current GOA-research are now co-promotors of the new proposal: Prof. Dr. Kristel Beyens and Prof. Dr. Paul De Hert. The interdisciplinary character of the new research proposal is hence guaranteed by bringing together experts in (comparative) penology, sociology of punishment, sociology of law, legal theory, criminological theory, comparative European criminal law and human rights. Organisaties: • Criminologie • Metajuridica
Onderzoekers: • KRISTEL BEYENS • Els DUMORTIER • SERGE GUTWIRTH • SONJA SNACKEN • HILDA TUBEX • PAUL DE HERT • Kristof VERFAILLIE
Studie inzake de toepassing van 1409/1410 Ger. W. op pensioenen en sociale uitkeringen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onbeslagbaar inkomen Organisaties: • Sociaal Recht
Onderzoekers: • GUIDO VAN LIMBERGHEN
Contractvoorwaarden van kredietinstellingen Universiteit Gent Abstract: Onderzoek van algemene bankvoorwaarden en onrechtmaige bedrijven. Organisaties: • Vakgroep Burgerlijk Recht
Onderzoekers: • Walter De Bondt
De impact van 'nieuwe' intellectuele rechten op het 'klassieke' intellectuele eigendomsrecht Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek gaat de impact na van recent ontstane intellectuele rechten op bestaande intellectuele rechten en dit voornamelijk op twee punten: ten eerste of deze nieuwe intellectuele rechten de druk wegnemen op bestaande intellectuele rechten om hun beschermde voorwerp verder te verruimen daarnaast of deze bijkomende intellectuele rechten op hun beurt aanleiding geven tot een problematische cumulatie van beschermingsregimes. Organisaties: • Vakgroep Economisch Recht
Onderzoekers: • Hendrik Vanhees
Scientific REsearch J.I.T. Universiteit Gent Abstract: Het doel van het wetenschappelijke onderzoek naar gemeenschappelijke onderzoeksteams bestaat erin om aan de hand van de eerste operationele JIT in Nederland het concept van een JIT te evalueren. De onderzoeksgroep zal de activiteiten van de operationele JIT volgen en zijn onwikkeling en functioneren bestuderen. Ook de JIG (gemeenschappelijk onderzoeksgroep) zal aan dezelfde studie worden onderworpen. Een analyse zal een jit en dit op juridisch, criminologisch, politiek en sociologisch niveau. Op basis van de analyse zullen aanbevelingen worden geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Strafrecht en criminologie
Onderzoekers: • Gert Vermeulen
Eigen initiatief : "Birzeit University Institute of Law towards a Peaceful Future" in de Palestijnse Gebieden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Birzeit University Institute of Law towards a Peaceful Future" in de Palestijnse Gebieden Organisaties: • Economisch Recht • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX • TONY JORIS • KIM VAN DER BORGHT
FIDIS, The future of Identity in the information Society Vrije Universiteit Brussel Abstract: De toekomst van identiteit in de informatiesamenleving is een FP6 Network of excellence waaraan het LSTS team vooral bijdroeg tot de werkzaamheden rond profilering Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT • Wim Jan SCHREURS • Els SOENENS • PAUL DE HERT
Positie van Vlaanderen en andere subnationale entiteiten in de toekomstige Europese Grondwet. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project wil op concrete wijze in kaart brengen hoe subnationale entiteiten, inzonderheid Vlaanderen, deelnemen aan de besluitvorming in de Europese Unie, en hoe deze deelname in de nabije toekomst kan geoptimaliseerd worden. In die zin poogt het project een antwoord te vinden op één van de belangrijke uitdagingen waarvoor de Europese Unie (EU) zich aan de vooravond van de uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa geplaatst ziet, met name de instellingen dichter bij de burger brengen. In concreto spitst het onderzoek zich toe op de vraag in welke mate subnationale beleidsverantwoordelijkheid de kloof met de burger ten aanzien van de Europese besluitvorming kan dichten. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Gerhard Straetmans
Transpositie van en rechtsbescherming onder het Europees migratierecht. Universiteit Antwerpen Abstract: Transpositie van en rechtsbescherming onder het Europees migratierecht. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen
Een individueel recht op vrije vestiging. Een rechtstheoretisch en politiek filosofisch onderzoek naar een normatieve theorie over immigratie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project betreft een rechtstheoretisch en politiek filosofisch onderzoek naar een normatieve theorie van immigratie. De belangrijkste werkhypothese van het onderzoeksproject is dat het immigratiebeleid een illegitieme praktijk van a priori uitsluiting uitmaakt. Een individueel recht tot vrije vestiging daarentegen zou een meer gerechtvaardigd en haalbaar alternatief zijn. Het onderzoeksproject bestaat uit drie onderdelen. i) "De Staat ontbeert de autoriteit om a priori uit te sluiten". Het vertrekpunt is hier dat a priori uitsluiting slechts legitiem zou zijn indien a) eigendom van goederen volledig exclusief is, en b) de gemeenschap principieel exclusief is. In dit onderdeel wordt onderzocht in hoeverre de aard van onze fundamentele rechtsfiguren zoals staatssoevereiniteit, territoriale jurisdictie, publiek en privaat eigendom, valt te rijmen met a priori uitsluiting. Tevens wordt bekeken in hoeverre a priori uitsluiting overeenstemt met de criteria voor lidmaatschap van een gemeenschap van staatsburgers in een liberale democratie. ii) "Een individueel recht op vrije vestiging maakt van de gewone immigrant een erkende betrokken partij bij de uitvoering en toetsing van het immigratiebeleid". In dit onderdeel wordt onderzocht hoe een recht tot vrije vestiging past in het kader van de mensenrechten, vrijheden en morele ideeën bekrachtigd door liberale democratieën. iii) "Modaliteiten van en rechtvaardige excepties op een recht tot vrije vestiging". Hier wordt nader ingegaan op het recht tot vrije vestiging in actie tegen de achtergond van de actuele - min of meer- deliberatieve democratie. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Bas SCHOTEL
Doctoraatsonderzoek Elly Van de Velde. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek Elly Van de Velde. Organisaties: • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Bruno Peeters • Elly Van de Velde
Codex kustzone Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het opstellen van een codex met wetgeving van toepassing op of relevant voor de Belgische kustzone. Dit omvat de selectie van de teksten, evenals het consolideren ervan. De codex omvat zowel internationale, federale, Vlaamse als gemeentelijke wetgeving. Zowel wetgeving van toepassing op zee als op het landgedeelte van de kustzone komt aan bod. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes • An Cliquet
Training Centre for EU Affairs Strengthening State Institutions for EU Membership. Universiteit Antwerpen Abstract: "Training centre for EU affairs" maakt deel uit van het Samenwerkingsprogramma tussen Vlaanderen en Centraal en Oost Europa. De doelstelling van dit project is het opstarten van een opleidingscentrum om de kennis en vaardigheden van Tsjechische ambtenaren over Europa te bevorderen met het oog op de toetreding tot de Europese Unie in 2004. Op deze manier ondersteunt het project zowel de meest voorname doelstelling van het Tsjechische buitenlands beleid: het stimuleren van de noodzakelijke hervormingen voor integratie in de Europese Unie, als de intentie van de Vlaamse regering om kandidaat lidstaten hierin bij te staan. Organisaties: • Bestuurswetenschappen • Management & Bestuur (M&B)
Onderzoekers: • Peter Bursens • Ria Janvier
Recht van de Europese Unie met bijzondere klemtoon op het Europees internationaal privaatrecht (Jean Monnet leerstoel ad personam) Universiteit Antwerpen Abstract: Project van onderwijs en onderzoek inzake EU-recht. Daarbij zal in het bijzonder de nadruk worden gelegd op de ontwikkeling van de nog jonge subdiscipline van het communautair internationaal privaatrecht. Twee rechtstakken worden aldus met elkaar geconfronteerd: het internationaal privaatrecht (dat grensoverschrijdend verkeer privaatrechtelijk reguleert) en het EG-vrij verkeersrecht (dat een specifieke, verdragsrechtelijke ingekaderde regulering van grensoverschrijdend economisch verkeer beoogt in functie van de in het EG-Verdrag neergelegde doelstellingen). Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen
Geschillenbeslechting inzake internationale contracten in de Europese Unie : convergenties en divergenties tussen 'Brussel I' en 'Rome I'. Universiteit Antwerpen Abstract: Geschillenbeslechting inzake internationale contracten in de Europese Unie : convergenties en divergenties tussen 'Brussel I' en 'Rome I'. Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Johan Meeusen • Gerhard Straetmans • Marta Pertegas
Installatiekrediet nieuwe ZAP. Universiteit Antwerpen Abstract: Installatiekrediet nieuwe ZAP. Organisaties: • Burgerlijk recht : Familiaal vermogensrecht • Persoon en vermogen
Onderzoekers: • Frederik Swennen
Installatiekrediet nieuwe ZAP. Universiteit Antwerpen Abstract: Installatiekrediet nieuwe ZAP. Organisaties: • Burgerlijk recht : Familiaal vermogensrecht • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Marta Pertegas
Analyse van de rechtspraak van de Raad van State over de toepassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toelating, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een grondige analyse te maken van de rechtspraak van de Raad van State over de toepassing van de Vreemdelingenwet, die de toegang, het verblijf en de verwijdering van niet-Belgen in België regelt. De Raad van State controleert als rechter de correcte toepassing van deze wet door de overheid. Dit vormt thans het hoofddeel van zijn werklast. Alhoewel de kennis van die rechtspraak dus essentieel is voor een goed begrip van de werking en betekenis van de wet, ontbreekt een exhaustief juridisch onderzoek naar meer dan 20 jaar rechtspraak. Het onderzoek zal geschieden vanuit verschillende juridische invalshoeken: het strikte migratie- of verblijfsrecht, het administratief recht, het administratief procesrecht, het grondwettelijk recht, het internationaal publiekrecht, het Europees recht en de fundamentele rechten en vrijheden.
Organisaties: • CENTRUM GRONDSLAGEN VAN HET RECHT • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Marie-Claire Foblets • Dirk Vanheule
Conflicten tussen fundamentele rechten Universiteit Gent Abstract: Het project onderzoekt situaties waarin fundamentele rechten onderling in conflict komen. Aan de hand van een analyse van rechtspraak wordt nagegaan hoe rechters in grondwettelijke hoven en in Europees Hof voor de Rechten van de Mens met dergelijke conflicten omgaan. Bovendien wordt onderzocht hoe regelgevers in verschillende landen dergelijke conflicten aanpakken. Na het analytische deel volgt een normatief deel, waarin criteria worden voorgesteld voor het oplossen van conflicten tussen fundamentele rechten. Organisaties: • Vakgroep belastingrecht
Onderzoekers: • Eva Brems
De theorie van de rechtvaardige oorlog en secessie: principes en case-studies Vrije Universiteit Brussel Abstract: De theorie van de rechtvaardige oorlog en secessie: principes en case-studies Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
De detraditionalisering van het Vlaamse eetpatroon: realiteit of gerucht? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tegenwoordig is de idee dat eten zich aan geen enkele vorm van regels meer onderwerpt, sterk verspreid. Deze idee steunt op een aantal ontwikkelingen die zich de laatste twee eeuwen op vlak van voeding hebben voorgedaan en die aanleiding hebben gegeven tot een detraditionalisering en een destructurering op vlak van eetgewoonten. Essentieel bij de studie van de destructualisering van eetpraktijken is het concept van de traditionele maaltijd. Uit vroeger sociologisch onderzoek bleek dat er een vrij grote consencus bestond over hoe een maaltijd er juist moet uitzien om als maaltijd gedefinieerd te worden. In die zin kunnen we spreken van destructualisering wanneer onze eetpraktijken dit ideaalbeeld steeds minder in acht nemen. Het onderzoek is gebaseerd op de analyse van Vlaamse en Belgische tijdsbudgetgegevens. Het betreft Belgische data uit 1966 en 1999 en Vlaamse data uit 1988, 1999 en 2004, die gegevens bevatten over de duur, het tijdstip en de plaats van de maaltijd, het gezelschap waarin men verkeert bij de maaltijd en het soort maaltijd (warme maaltijd of broodmaaltijd). Ook achtergrondkenmerken zoals de opleiding, de leeftijd, de sociaal-economische status en dergelijke van de respondent zijn opgenomen in deze data. Het feit dat tijdsbudgetgegevens uit verschillende periodes beschikbaar zijn, zal ons toelaten de ontwikkelingen van de plaats van eten in het tijdsgebruik en de tijdsordening over deze periode te schetsen. Organisaties: • Sociologie • Geschiedenis
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • Inge MESTDAG • PETER SCHOLLIERS
Meting van de doeltreffendheid van studeren via het web. Een vergelijking van drie methoden van onderwijzen en hun effect op de studieresultaten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meting van de doeltreffendheid van studeren via het Web. Een vergelijking van drie methoden van onderwijzen en hun effect op de studieresultaten. Om de leerdoeltreffendheid van de drie methodes (face to face, online en de combinatie van de twee) te onderzoeken werd verder literatuuronderzoek rond een aantal cruciale topics gedaan. Ook wordt door middel van een electronisch databestand dat ontwikkeld wordt in samenwerking met Visual Tools online vragenlijsten geconstrueerd voor de pretesten, testen en post-testen. Op deze manier zal de analyse mogelijk worden van de oriëntaties, motivaties en voldoening van de studenten. Organisaties: • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • JACQUES VILROKX
Indicatoren van cliëntgerichte veranderingsprocessen in de jeugdhulpverlening: het project integrale Jeugdhulpverlening als gevalstudie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek beogen we het verloop van het veranderingsproces naar cliëntgerichte jeugdhulpverlening vanuit een interdisciplinair perspectief in kaart te brengen en te analyseren, op macro-, meso- en microniveau. We geven een antwoord op de vragen: Waarom en hoe vindt de verschuiving naar cliëntgericht werken plaats in de jeugdhulpverlening? In dit opzicht trachten we de relevante indicatoren van dit veranderingsproces te achterhalen en te contextualiseren. Het onderzoeksopzet valt uiteen in twee delen. Ten eerste het definiëren, situeren en traceren van het model 'cliëntgericht' werken op macro- en mesoniveau. Hierbij stellen we ons de vraag welke sociale, politieke en culturele evoluties hebben bijgedragen tot de bestaande perceptie en verwachtingen ten aanzien van de jeugdhulpverlening, wat deze evoluties in de praktijk veranderden en of het beleid als legitiem wordt ervaren. Deze vraag beantwoorden we d.m.v. een exhaustieve literatuurstudie van de relevante psychologische, (ortho)pedagogische, criminologische, sociologische bronnen, de literatuur met betrekking tot management en beleidsvoering en een uitgebreide analyse van de betreffende beleidsdocumenten. Ten tweede beschouwen we het project 'Integrale Jeugdhulpverlening' als gevalstudie, waarbij we de ontwikkelde kaders willen toesten aan het veranderingsproces in het werkveld zelf (meso- en microniveau). Hierbij hebben we aandacht voor de praktische implementatie zelf, vooral d.m.v. uitgebreide observatie, alsook voor de inhoudelijke verschuivingen voor de basishulpverlener, onderzocht d.m.v. semi-gestructureerde interviews en een vragenlijst. Doorheen heel het onderzoek kiezen we voor een vergelijkend perspectief, door Nederland als toetssteen te gebruiken.
Organisaties: • Orthopsychologie • Pedagogiek en Orthopedagogiek • Criminologie
Onderzoekers: • GERRIT LOOTS • JENNEKE CHRISTIAENS • Katrien DE KOSTER
Geheugenconsolidatie van verbaal en niet-verbaal stimulusmateriaal bij expliciet en impliciet leren Vrije Universiteit Brussel Abstract: Huidige aanvraag ligt in het verlangde van het 4-jarig OZR-mandaat van Inge zeeuws en heeft tot doel toe te laten het doctoraat succesvol af te ronden. Het onderzoek kende vertraging ten gevolge van het gebruikte onderzoeksdesign. Er werd immers gebruik gemaakt van within-subjects designs, waarbioj de deelnemers steeds een sessie uitvoeren onder invloed van d-amfetamine en een sessie met placebo. De afname van een experiment liep hiermee al gauw op tot enkele maanden. Hoewel de data van verscheidene experimenten leiden tot duidelijke conclusies blijven er twee vragen onbeantwoord, waarvoor nog doorslaggevende experimentele data nodig zijn. Het beantwoorden van beide vragen is daarenboven essentieel voor het succesvol afronden van het doctoraat (zie verder in verslag voorbije activiteiten). Met dit project onderzoeken we de consolidatie van verbaal en niet-verbaal materiaal in impliciete en expliciete geheugentaken. Consolidatie verwijst naar de verdere verankering van opgenomen kennis na het leren. Kennis wordt met andere woorden niet plots, maar gradueel in het lange termijn geheugen vastgelegd (McGauch, 2000). Aansluitend op vroeger onderzoek in ons laboratorium werd het consolidatieproces door middel van d-amfetamine onderzocht (Soetens et al 1995; Soetens et al 1993). De voor de hand liggende te beantwoorden vraag is of impliciet leren gemeenschappelijke consolidatie-eigenschappen bezitten (zie verder verslag voorbije activiteiten). Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • ERIC SOETENS • Inge ZEEUWS • Natacha DEROOST
Vroegtijdige differentiaaldiagnosiek tussen Alzheimerdementie, depressie en Mild Cognitive Impaiment bij ouderen: de mogelijkheden en beperkingen van het neuropsychologisch onderzoek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is vaak moeilijk om een correcte differentiaaldiagnose te stellen tussen een dementie van het Alzheimertype (DAT) en een depressie; dit omwille van de overlappende cognitieve en affectieve symptomen. Bestaande psychodiagnostische instrumenten voor de detectie van een DAT en een depressie blijken ontoereikend te zijn voor een vroegtijdige differentiaaldiagnose. Nochtans is een vroegtijdige accurate diagnose in het licht van het geven van een adequate behandeling zeer belangrijk. De huidige acethylcholinesterase-inhibitoren, die aangewend worden voor de symptoomstabilisering bij een DAT, zijn immers het meest effectief gebleken inhet beginstadium van de ziekte. Mild Cognitive Impairment (MCI) wordt aangegeven als zijnde een transitiefase tussen een goedaardige ouderdomsvergeetachtigheid en een DAT (m.a.w. een preklinische DAT), waardoor ook het belang blijkt vaan een vroegtijdige differentiaaldiagnose tussen een MCI (die kan evolueren naar een DAT) en een depressie. In ons onderzoek willen we ten eerste nagaan of het met een zelf samengestelde testbatterij (bestaande uit neuropsychologische test en gebaseerd op theoretische modellen m.b.t. geheugen en intellectuele deterioratie) mogelijk is om een onderscheid te maken tussen een DAT en een MCI (als preklinische DAT) aan de ene kant en depressie aan de andere kant. Bijkomend willen we met onze studie nagaan of het met de voorgestelde testbatterij mogelijk is om een eventuele cognitieve achteruitgang (en conversie naar een DAT) te voorspellen (prospectief longitudinaal onderzoek). Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Ernstige jeugddelinquenten worden gestraft : een onderzoek naar de praktijk van de uithandengeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek steunt op volgende onderzoeksvragen: -Wie wordt "uit-handen-gegeven" (profiel) en wat zijn de concrete resultaten van de uithandengeving in België? -Hoe kan de Belgische praktijk gecontextualiseerd worden binnen het internationaal debat ter zake? -Wat zijn de implicaties van de bevindingen op het huidige hervormingsdebat? In navolging hiervan omvat de onderzoeksopzet drie luiken of stappen: 1.In kaart brengen van de uithandengeving gedurende de laatste 5 jaar In een eerste stap zal aan de hand van beschikbaar cijfermateriaal (gepubliceerde gerechtelijke statistieken, wetenschappelijke empirische gegevens, statistieken van parket en griffie van de jeugdrechtbanken) een kwantitatief beeld geschetst worden van de uithandengeving. In een tweede stap zal een analyse van uithandengegeven dossiers worden verricht. Deze dossierstudie is tweeledig. Enerzijds zal een analyse worden gemaakt van het 'jeugdbeschermingsdossier', met bijzondere aandacht voor 'ernst' (feiten, parcours, falen beschermingsmaatregelen), persoonlijkheids- (maatschappelijke en/of medisch-psychologische enquête) en leeftijdsindicatoren. Anderzijds zal de dossierstudie gericht zijn op het traceren van het uiteindelijke resultaat (vonnis) van de uithandengeving (opvolging via het vonnis van de gewone strafrechtbanken en het strafregister). Dit moet resulteren in een gedifferentieerd profiel van de uithandengegeven dossiers (minderjarigen) alsook van de uiteindelijke maatschappelijke reactie (bestraffing). De methodologische concretisering en afbakening van de dossierstudie zal geschieden na en op basis van de eerste kwantitatieve beschrijving van het beschikbare cijfermateriaal, om bijvoorbeeld rekening te houden met verschillen tussen arrondissementen. Zo zullen arrondissementen waar een significant hoog aantal minderjarigen uithanden worden gegeven in aanmerking komen voor de steekproef. Daarbij kan ook rekening worden gehouden met het reeds verrichte NICC onderzoek. Een aanvullende (inzake te betrekken arrondissementen) steekproef van de hier voorgestelde dossierstudie behoort tot de opties. Op basis van een schatting van het aantal dossiers per arrondissement zal de steekproef worden samengesteld. In een derde stap zal een bevraging van de magistraten (parketmagistraten, jeugdrechters) plaatsvinden. Alzo kan een toetsing gebeuren van de gehanteerde beslissingspolitiek van de magistraten aan het in de dossiers aangetroffen profiel van de 'ernstige jeugddelinquent'.
2. Comparatief onderzoek Het verrichten van een comparatief (juridisch en criminologisch) onderzoek naar het (internationaal) debat betreffende 'uithandengeving' (legal waiver) en getrapt rechtssysteem in overgang van jeugdrecht naar volwassenen strafrecht (onder meer het debat in Nederland, Frankrijk, VS). Deze fase van het onderzoek omvat een exhaustieve studie van het internationale debat en de buitenlandse regelgeving met het oog op een vergelijkende analyse/toetsing aan de Belgische regelgeving en praktijk. 3. Beleidsaanbevelingen Een laatste facet van het onderzoek behelst het trekken van conclusies en het formuleren van beleidsaanbevelingen. Concreet wordt gepoogd een antwoord te formuleren op volgende vragen: - Heeft de eventuele omslag naar een jeugdsanctierecht implicaties op de procedure van de uithandengeving zoals ze nu bestaat? -Welke plaats krijgt de uithandengeving in de hervorming van de wet op de jeugdbescherming? -Welke zijn de implicaties naar de opvangsmogelijkheden toe? (zie de huidige discussie over het tekort aan opvang voor minderjarigen) Organisaties: • Criminologie
Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • JENNEKE CHRISTIAENS
Recht en maatschappelijke diversiteit. Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een rechtsvergelijkende en rechtstheoretische analyse met bijzondere illustraties uit het pluralistisch familierechtstelsel in Maleisië Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • KARIN MEERSCHAUT
Zorgevolutie. Universiteit Antwerpen Abstract: Zorgevolutie. Organisaties: • Sociaal recht : sociaal zekerheidsrecht • Sociale Concurrentie en Recht
Onderzoekers: • Josse Van Steenberge
Doctoraatsonderzoek Van den Eede Edith. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek Van den Eede Edith. Organisaties: • Handels- en economisch recht • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Henri Swennen
Naar een nieuwe dynamiek in de Horeca-discussie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek is de neerslag van een verkenningsronde binnen de horecasector naar aanleiding van een opdracht door Minister Rik Daems van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en participaties, belast met Middenstand. Het centrale onderzoeksdoel behelst een duidelijk beeld te schetsen van de knelpunten waarmee de sector geconfronteerd is. In een eerste deel, Profiel van de sector, wordt ingaan op de tewerkstelling en de omzet van de sector. Op basis daarvan worden in het tweede gedeelte, Een sociaal-economisch kwetsbare sector, de structurele knelpunten besproken waarmee de sector te kampen heeft op het gebied van de tewerkstelling. In het derde gedeelte, Een bedrijfseconomisch kwetsbare sector, worden de bedrijfseconomische indicatoren netto exploitatieoverschot, toegevoegde waarde, rendabiliteit en de faillissementen onder de loep genomen. Het vierde deel, Voorbij de particularistische eisenformulering, geeft ons de gelegenheid om in het licht van de voorgaande elementen de klassieke sectoriële en subsectoriële eisen als onvoldoende te kenmerken omdat zij niet tegemoet (kunnen) komen aan de structurele problemen van de sector. In de Conclusie en aanbevelingen: Naar een nieuwe dynamiek, deel vijf, wordt een geheel van invalshoeken voorgesteld gekoppeld aan een langeretermijnperspectief met als doel de sector te regulariseren, leefbaar te maken en het conviviaal karakter van de horeca te bewaren. Organisaties: • Studiegroep Technologische, Economische en Sociale Veranderingen en Arbeidsmarktonderzoek
Onderzoekers: • JACQUES VILROKX
Doctoraatsonderzoek R. Barbaix. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek R. Barbaix. Organisaties: • Burgerlijk recht : Familiaal vermogensrecht • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Maria Coene • Renate Barbaix
Doctoraatsonderzoek C. De Roy.
Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek C. De Roy. Organisaties: • Publiek recht : staatsrecht • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Christiane Van den Wyngaert
Doctoraatsonderzoek Volders Bart. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek Volders Bart. Organisaties: • Burgerlijk recht : Familiaal vermogensrecht • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Marta Pertegas • Bart Volders
Invloed van de globalisering op de positie van de consument in het Europese en internationale mededingingsrecht. Universiteit Antwerpen Abstract: De globalisering van de economie zet marktorganisatorische beginselen op de helling, niet in het minst in het mededingingsrecht. De overtuiging dat de consument de ultieme beneficiaris van mondiale mededinging is, wordt nadrukkelijk in vraag gesteld. In dit licht verschilt de Amerikaanse aanpak, met een voorname rol voor de consument, sterk van de Europese. Onderhavig onderzoek stelt daarom een vergelijkende analyse van de positie van de consument in beider mededingingsbeleid voorop. Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Gerhard Straetmans
Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs.(OBPWO 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vanaf het schooljaar 2000-2001 wordt in het Vlaams onderwijs geëxperimenteerd met een modulaire opleidingsstructuur. Dit experiment vindt plaats in 41 modulaire scholen. In dit onderzoek werd nagaan in welke mate de modulaire opleidingsstructuur de gestelde doelen bereikt heeft. Er wordt daarvoor verder gebouwd op het OBPWO 00.04 onderzoek. In dat onderzoek werden de eerste twee cohortes die instapten in het modulair onderwijs en een controlegroep twee keer bevraagd. Daarnaast werd op schoolniveau nagegaan hoe het modulair onderwijs werd ingevoerd en welke de knelpunten zijn. In het hier voorgestelde onderzoek zullen de beide cohortes opnieuw worden bevraagd met het oog op de evaluatie van de gestelde doelstellingen. Daarnaast zal ook ingegaan worden op de pedagogische en organisatorische uitbouw van het project modularisering. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • TOON KUPPENS • TIM PEETERS • KOEN PELLERIAUX
Analyse toets-enquête "kleurrijk Vlaanderen". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naar aanleiding van het spontaan respons onderzoek over Mobiliteit, georganiseerd door het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, in het kader van het toekomstproject Kleurrijk Vlaanderen, werd door de Mobiliteitscel van de Vlaamse Gemeenschap een representatieve enquête, met dezelfde vragenlijst georganiseerd. Dit project werd de toetsenquête van het spontaan respons onderzoek. De opdracht voor de onderzoeksgroep TOR van de VUB bestaat in de voorbereiding van de dataverzameling en de analyse van de resultaten en de vergelijking van de resultaten met deze bekomen uit het spontaan responsonderzoek. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS • JOERI MINNEN • Leen VAN THIELEN • Jessie VANDEWEYER
ATLAS : Valorisatie v/d resultaten v/d sociaal-economische enquête 2001 : Datamanagement, bevolkingsmigraties binnen België, huishoudens en gezinnen, nuptialiteit en vruchtbaarheid; Atlas van België: Bevolking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project is gericht op de valorisatie van de data van de sociaal-economische enquête 2001 (SEE2001) en omvat 5 deelonderwerpen: controle, verwerking en documentering van de gegevens alvorens deze toe te leveren aan andere wetenschappelijke onderzoeksploegen (1); beschrijven van de interne migraties in België tegen de achtergrond van de kenmerken van de SEE2001 (2); studie van de huishoudens naar omvang en samenstelling met o.m. aandacht voor de socio-economische positie, kwetsbaarheid van non-conventionele huishoudenstypes en de leef- en woonsituatie van bejaarden (3); studie van nuptialiteit en vruchtbaarheid in longitudinaal en periode-perspectief (4) en de opmaak van een Atlas van België rond de belangrijkste bevolkingskarakteristieken komende uit de SEE2001. Organisaties: • Interface Demografie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • RONNY LESTHAEGHE • Jan VAN BAVEL • DIDIER WILLAERT • Sylvie GADEYNE • KAREL NEELS
• JOHAN SURKYN • PATRICK DEBOOSERE
Beloningen en stimulansen in particuliere non-profitorganisaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de motivatie van werknemers tewerkgesteld in de non-profit sector, meer bepaald leerkrachten en ziekenhuispersoneel. Bovendien zal er een vergelijking gemaakt worden met de motivatie van werknemers uit de profit sector. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • CINDY DU BOIS • ROLAND PEPERMANS • Catherine SCHEPERS • Ralf CAERS • Sara DE GIETER • MARC JEGERS
Draagvlak solidariteit en rapportering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek naar de houdingen en attitudes van Vlamingen ten aanzien van solidariteit, het sociaal zekerheidsstelsel en de verzorgingsstaat wordt opgesplitst in 4 deelonderzoeken. In het eerste onderdeel (houdingen ten aanzien van de sociale zekerheid en de verzorgingsstaat) wordt nagegaan hoe de Vlamingen staan tegenover de verzorgingsstaat. Onderkent men de positieve gevolgen van de werking van de verzorgingsstaat, of zijn het eerder de vermeende negatieve gevolgen van de verzorgingsstaat die onder de Vlamingen reeds verspreid zijn? Verder wordt een profilering opgesteld van diegenen die eerder de positieve gevolgen benadrukken en analoog van diegenen die voornamelijk negatieve gevolgen onderkennen. In het tweede onderdeel (risicosolidariteit) wordt nagegaan welke houding de Vlaamse bevolking inneemt tegenover enkele ingrijpende aanpassingen in de financiering van het sociaal zekerheidsstelsel. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds levensstijlaansprakelijkheid, m.a.w. moeten mensen die ongezond leven of een risicovolle levensstijl hebben zelf de prijs betalen voor de kosten die ze genereren? Anderzijds onderscheiden we de levensloopaansprakelijkheid, m.a.w. moeten mensen die slachtoffer zijn van de risico's van het leven, zoals ziekte, handicap of ouderdom een hogere bijdrage leveren? In het derde onderdeel (de steun van de sociale zekerheid) gaat de aandacht naar de steun die Vlamingen verlenen aan het sociaal zekerheidsstelsel. We maken een onderscheid tussen enerzijds redenen of motieven om het stelsel te steunen en anderzijds de financiële noodzaak van het stelsel en de eigen bijdrage daarvoor. Verder wordt nagegaan welke factoren een invloed uitoefenen op deze houdingen. Daarbij wordt de vraag gesteld hoe deze houdingen inspelen op de steun om de verschillende soorten uitkeringen te verhogen. Het vierde onderdeel (de politieke en ideologische inbedding van het draagvlak van de solidariteit) onderzoekt de samenhang tussen de houdingen ten aanzien van het draagvlak van de solidariteit en de politieke positionering van de Vlamingen. Op basis van het politiek landschap wordt een sociologisch en ideologisch profiel opgesteld van het electoraten en hun houding tegenover solidariteit. Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN
Voorbereiding van het project "Eindeloopbaanproblematiek". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen abstract beschikbaar Organisaties: • Tempus Omnia Revelat • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • Sven SANCTOBIN
Arts-patiënt informatie en communicatie aan het levenseinde. Onderzoek van juridische en medisch-sociale aspecten van patiënteninformatie, arts-patiëntcommunicatie en wilsverklaringen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Titel: Arts-patiënt informatie en communicatie aan het levenseinde. Een onderzoek van juridische en medisch-sociale aspecten van patiënteninformatie, arts-patiëntcommunicatie en wilsverklaringen. Dit project bestaat uit een juridisch en een medisch-sociaal luik. 1. HET JURIDISCHE LUIK. Hieronder treft u in grote lijnen de te behandelen aspecten van het doctoraat aan. A. - Algemene schets van de beginselen die in het gezondheidsrecht gelden zoals de algemene rechtsbeginselen. Hieraan wordt een rechtstheoretisch luik gekoppeld. B. - De relatie tussen de patiënt en de arts (verbintenisrechtelijke aspecten), in de eerste plaats de huisarts, de behandelde arts, in de tweede instantie in ziekenhuisverband. In dit laatste geval onderzoeken we ook in welke mate de directie van het ziekenhuis beperkingen/richtlijnen aan de arts kan/mag opleggen. Is er een verschil tussen de publieke en private ziekenhuizen? - Uitwerken van onderdelen van de bovenstaande relatie; zie bijvoorbeeld het informatierecht, de toestemming. Rol van de wilsverklaring; hoe moet die opgesteld zijn, waar moet ze bewaard worden, wat is de waarde ervan?
- Op welke manier zijn bovenstaande elementen van toepassing t.a.v. wilsonbekwamen? Wie is niet bekwaam, hoe stelt men dit vast en wie stelt dit vast? Hoe oordeelt de medische en de juridische wereld (zie BW, gerechtelijk onbekwaam verklaarde, voorlopig bewindvoerder, verlengde minderjarigheid, en het specifiek onbekwaam moeten verklaard zijn door de rechter) hierover? Aandacht zou voornamelijk uitgaan naar dementen, minderjarigen en psychiatrische patiënten. - Op welke manier werken de vertegenwoordigingssystemen; zijn ze effectief, kunnen we betere alternatieven voorstellen? Op welke manier kan de arts afwijken van de beslissing van de vertegenwoordiger? Rol van de wilsverklaring en de daarin aangeduide persoon die optreedt in de plaats van de patiënt. Zijn de rechtsfiguren lastgeving, bewargeving...hier bruikbaar? - Wat kan de eventuele rol zijn van de familie, naasten...? C. - Handelingen betreffende het levenseinde hierin plaatsen. Het zou dan voornamelijk gaan om euthanasie en HBZ. In een eerste gedeelte kan men deze handelingen situeren t.o.v. de andere beslissingen rond het levenseinde, de procedurele en de materiële aspecten beschrijven... - Hoe kan men het aanhalen van euthanasie/HBZ binnen de informatieplicht van de arts plaatsen? Kunnen minderjarigen, dementen, psychiatrische patiënten hierom verzoeken; zouden zij daartoe de mogelijkheid moeten krijgen? Hoe moet de arts omgaan met een wilsverklaring uitgaande van deze patiënten? D. - Vergelijk van de Belgische regeling met deze in Nederland en Oregon. E. - Aan de hand van onderzoek in de praktijk uitgevoerd het systeem evalueren en voorstellen formuleren. - Hoe gebeurt de informering betreffende de euthanasie? Wat wenst de patiënt en hoe wil de arts handelen? - In welke mate worden wilsverklaringen opgesteld? Hoe worden ze bewaard? Hoe staat de, zowel van geest en lichaam, gezonde mens hier tegenover? - Hoe wordt de bekwaamheid van de patiënt beoordeeld? -Hoe staat de medische wereld tegenover levensbeëidigend handelen bij dementen, minderjargen en psychiatrische patiënten? 2. HET MEDISCH-SOCIALE LUIK Adequate zorgverlening voor terminale patiënten krijgt in toenemende mate maatschappelijke en wetenschappelijke aandacht. De overtuiging groeit daarbij dat de kwaliteit van de laatste levensfase een belangrijke bijkomende doelstelling is van de medische zorg. Uit onderzoek blijkt dat artsen frequent beslissingen nemen en handelingen stellen i.v.m. het levenseinde van patiënten (HALP) maar dat dit niet altijd zorgvuldig gebeurt. Zo wordt er bijvoorbeeld niet steeds met de patiënten overlegd bij HALP (Deliens et al., 2000). Een manier om meer rekening te houden met de visie van de patiënt en de ethisch-medische kwaliteit van HALP te verbeteren, is het gebruik van een protocol dat artsen als richtlijn voor hun handelen kunnen gebruiken. In dit onderzoek wordt gepoogd om een dergelijk protocol op te stellen voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Het zal ondermeer gericht zijn op het optimaliseren van de participatie en communicatie tussen alle betrokken partijen bij de terminale besluitvorming, het bepalen van hoe de doorverwijzing bij voorkeur verloopt en hoe men het best kan omgaan met een verzoek tot potentieel levensverkortende of levensbeëindigende handelingen. Er wordt geopteerd voor een kwalitatieve methode op basis van half-gestructureerde interviews en focusgroepintervieuws met de betrokken actoren (artsen, verpleegkundigen, palliatieve teams, patiënten met een levensbedreigende aandoening, familieleden van overleden patiënten, enz.). In een eerste fase is de dataverzameling gericht op het inventariseren van de noden en behoeften i.v.m. beslissingen rond het levenseinde. Deze fase moet resulteren in een ontwerpprotocol 'Ethische kwaliteitszorg bij HALP in de eerstelijnszorg'. In een tweede fase wordt dit voorgelegd aan huisartsen en andere betrokkenen en wordt terug via interviews en focusgroepen nagegaan of dit protocol werkbaar is. Een tweede objectief betreft de ontwikkeling van een Levenseinde Informatie en Communicatie Contract (LICC): in welke mate komt dit tegemoet aan de noden en wensen van de patiënt? Wat zijn de practisch modaliteiten? Welke condities moeten vervuld zijn om een succesvolle implementatie mogelijk te maken? Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Menselijke Ecologie • Metajuridica
Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • LUC DELIENS • MICHEL MAGITS • Els DE KEYSER • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER
De verbondenheden van het weten. De posities en verantwoordelijkheden van de wetenschappen en de wetenschappers in een democratische rechtsstaat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dat wetenschap en techniek een algemene en beslissende impact hebben op onze levens, maatschappijen en leefmilieus trekt niemand meer in twijfel. Verbazend genoeg, daarentegen, blijft de stelling overeind dat de wetenschap zich beperkt tot het vaststellen van 'feiten' terwijl de politiek als verantwoordelijkheid heeft de 'waarden' te bepalen. Deze stelling doet echter geen recht aan de diverse dynamische verstrengelingen van wetenschap ('natuur') en maatschappij ('cultuur'), zoals ze aan het licht gebracht zijn door de praktijk zelf van de wetenschappen, door sommige wetenschapsdenkers (zoals Foucault, Serres, Stengers en Latour) en door de claims van sociale bewegingen (zoals o.m. inzake biogenetica, milieu, cloning, enz.) Wij gaan ervan uit, dat is voor ons het 'nieuwe feit', dat de kwestie de impact van de wetenschappen vandaag de dag moet worden onderzocht met verwijzing naar de 'democratische rechtsstaat'. Aldus dienen begrippen-principes zoals de juridische bemiddeling van rechten en belangen, de democratische participatie, de rule of law (rechtsstatelijkheid), transparantie en accountability, het algemeen belang, de mensenrechten en de individuele vrijheid, voortaan deel uit te maken van de vereisten - de contraintes - van het wetenschappelijk werk. Het komt erop aan de gevolgen hiervan te onderzoeken met betrekking tot de wetenschappelijke activiteit en de universitaire vorming, omdat die begrippen-principes alleen pertinent kunnen zijn wanneer zij steunen op een actieve interesse en openheid van alle wetenschappers voor de activiteiten en kennis van hun
collega uit andere disciplines en meer zelfs, van hun medeburgers. Thans moet kennis worden ontwikkeld die 'interessant' is in de etymologische betekenis van dat woord, waarbij interesse staat voor het creëren van verbanden, voor het scheppen van verbindingsmogelijkheden. Anders gezegd roept de kwestie van de impact van de wetenschappen spontaan de vraagstelling op van het publieke karakter/algemeen nut van de wetenschappen en het wetenschappelijk onderzoek. Want indien de wetenschappen en de democratische rechtsstaat aan elkaar worden geweven, dan rijst enerzijds de vraag naar de plaats- en rolbepaling van het algemeen belang in het wetenschappelijk onderzoek, en anderzijds deze naar de voorwaarden waaronder een onderzoek publiek kan zijn of worden, zowel inhoudelijk (ten aanzien van welke doelstellingen en belangen ?) als formeel (door middel van welke procedure ?). Voorliggend onderzoek heeft dus tot algemeen doel de technisch-wetenschappelijke activiteiten binnen een democratische rechtstaat te conceptualiseren. Theoretisch gesproken komt het erop neer de verbanden tussen wetenschappen en maatschappij te herbeschouwen aan de hand van twee inter- of transdisciplinaire case-studies (de gecorreleerde mens en de biotechnologie en voedselveiligheid). Op juridisch vlak dienen de noodzaak en de grenzen van de juridische bemiddeling met betrekking tot de technisch-wetenschappelijke activiteiten te worden omschreven en bepaald. Vanuit politiek en constitutioneel oogpunt zal, met betrekking tot deze activiteiten, worden gestreefd naar de uittekening van nieuwe vormen van vertegenwoordiging, machtsevenwichten en transparantie. Vanuit ethisch perspectief zal de aandacht gaan de talrijke huidige conflictzones tussen wetenschapsbeoefening en ethiek. Meer concreet wensen we procedurele middelen tot stand te brengen, die, of ze van juridische, ethische of andere aard zijn, kunnen bijdragen tot de implementatie van de theoretische en conceptuele resultaten van dit onderzoek. De belangrijkste originaliteit van dit project is echter educationeel van aard, en betreft de vorming van de vorsers zelf. Ons onderzoek wil immers een 'actieonderzoek zijn (een recherche-action) of nog, een 'experiment' dat samen en interactief met vorsers uit verschillende hoeken wordt gevoerd, waarbij de wederkerige uitsluiting (op grond van onwetendheid) wordt overstegen. Er kan inderdaad enkel op het terrein zelf naar mogelijkheden worden gezocht om een gemeenschappelijke belangstelling, werkzin of 'eetlust' tot stand te brengen vertrekkende van onderling verschillende opvattingen en gebruiken. Ons project streeft er aldus naar om op proefondervindelijke wijze, de nieuwe educationele noodwendigheden van wetenschapspraktijken verbonden met de democratische rechtsstaat te duiden (graduate training school). Naast de meer klassieke doelstelling van 'productie van kennis' zoals in de verschillende work packages wordt beschreven, wil dit project dus trachten te komen tot de 'productie van communicatie tussen de verschillende vormen van weten' : deze worden hier niet benaderd als inhouden die eenieder zich kan toeëigenen, maar wel vanuit het oogpunt dat ze moeten 'tellen' , 'wegen' en deel uitmaken van de manier waarop alle vorsers hun vragen stellen. Daarom spreken we van 'verbondenheden' (of 'loyauteiten') in beide betekenissen van dat woord. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Metajuridica
Onderzoekers: • Hans COMIJN • Daniel DE BEER DE LAER • Laurent DESUTTER • Karen FRANCOIS • SERGE GUTWIRTH • Wim Jan SCHREURS • JEAN VAN BENDEGEM
Een economische analyse van verkeersveiligheid: theorie en toepassingen Universiteit Gent Abstract: Transport veroorzaakt aanzienlijk ongevalskosten. De consensus groeit dat er inspanningen moeten geleverd worden om verkeersongevallen en de kosten ervan te verminderen. Hiervoor kunnen de beleidsmakers beroep doen op verschillende instrumenten, die beogen het gedrag van weggebruikers in de gewenste richting te sturen. Doel: op basis van theoretische en empirische analyse concrete beleidsvoorstellen formuleren ter bevordering van de Belgische verkeersveiligheid. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Gerrit De Geest
Steunpunt : Re-Creatief Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het steunpunt heeft als missie om op basis van het wetenschappelijk onderzoek de beleids- en beheerscyclus van het Vlaamse cultuurbeleid te ondersteunen. De basisdoelstelling van het steunpunt is het opbouwen en uitwerken van een systematische set van beleidsindicatoren en het uitwerken van survey-onderzoek in het domein van cultuurpartcipatie. Daarnaast wordt er onderzoek verricht in het domein van het erfgoedbeleid, ICT en tijdsbudgetonderzoek. De verzamelde wetenschappelijke kennis en expertise wordt toegankelijk gemaakt voor de Vlaamse overheid en aan haar overgedragen. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen • Sociologie
Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • IGNACE GLORIEUX • MAARTEN MOENS • GERT NULENS • CAROLINE PAUWELS • KATIA SEGERS • Jan CLAEYS • Frank STEVENS • Dieter VANDEBROECK
Financiële stromen tussen het Brussels Hoofdstedelijke Gewest en de Gemeenten ikv. interuniversitair colloquium (VERL : Fin. politieke relatie tss gewest en Br. gemeenten 1994-2001 : analyse gew. fondsen en toelagen vr Br. gemeenten) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek richt zich op de verhouding tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse gemeenten in de periode 19942001. Deze problematiek wordt benaderd vanuit een politiek-financiële invalshoek. Hoewel deze overheden en hun onderlinge verhouding een wezenlijk onderdeel van het 'Brussels model' vormen is hiernaar weinig wetenschappelijk onderzoek verricht. Eerst en vooral werd een inventaris opgemaakt van de fondsen en toelagen die door het Gewest aan de gemeenten verstrekt worden. Een eerste luik van het onderzoek bestaat uit een kwantitatieve analyse, met name de omvang van de financiële stromen in kwestie en de impact ervan op zowel de Gewestelijke als de gemeentelijke begrotingen en rekeningen. Een tweede luik behelst een kwalitatieve analyse van deze problematiek. Er werd onderzocht welk beleid er door het Gewest en de gemeenten ontwikkeld werd, hoe de verhouding tussen beide overheden er uit zag, hoe de politici hiertegen aankeken en welke politieke conflicten er naar voren kwamen. Met andere woorden, het onderzoek richt zich op de verhouding tussen de Brusselse lokale
besturen en intermediaire overheden, die een belangrijke positie innemen binnen het 'Brussels model'. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel
Onderzoekers: • Joost VAESEN • ELS WITTE
De juridische aspecten van de internationalisering en de europeanisering van de economie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het vooropgestelde onderzoek zou onder de noemer `global governance' kunnen worden gerangschikt, waarbij de vraag centraal staat naar `hoe de juridische en maatschappelijke samenhang te verzekeren in een plurale samenleving die transnationaal van aard is ?'. `Global governance` kan in relatie met het individu, maar ook, in relatie met de markt onderzocht worden. Het vooropgestelde onderzoek neemt vooreerst de globalisering van de markt als uitgangspunt en peilt naar de invloed van de wezenlijke veranderingen van economische aard op de regelgeving. Daarbij wordt de nadruk gelegd op drie deelaspecten, met name de organisatie van de internationale economie, het internationale contractenrecht en de eenmaking van het Europese privaatrecht. In een algemeen deel dat als een vooronderzoek de twee aanvullende bijzondere delen voorafgaat, wordt de juridische organisatie van de internationale economie bestudeerd. In de deelonderzoeken verschuift de focus naar deelaspecten van die organisatie. Het mededingingsrecht in ruime zin, d.i. met inbegrip van de zogenaamde reglementering van de handelspraktijken, wordt daarin aangegrepen als illustratie bij uitstek van de (on)mogelijkheid het Europese privaatrecht een te maken en van de invloed van de globalisering op het internationale contractenrecht. In dit deelonderzoek wordt bijzondere aandacht besteed aan de rol en de positie van de consument in het Europese en internationale mededingingsrecht. Het tweede deelonderzoek spitst de onderzoeksvraag toe op het bijzondere domein van elektronische handel. Uitgerekend in dit domein noopt de mondialisering van de handel tot het herijken van het rechtskader. De vraag naar een adequate regelgeving, waarmee liberalisering wordt bedoeld, is onlosmakelijk verbonden met de legitieme, gebeurlijk conflicterende belangen van onderneming en consument. Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Onderneming en recht
Onderzoekers: • Gerhard Straetmans
The right to adversarial proceedings in civil matters. Universiteit Antwerpen Abstract: The right to adversarial proceedings in civil matters. Organisaties: • Burgerlijk recht : Familiaal vermogensrecht • Rechtshandhaving
Onderzoekers: • Jean Laenens • Ann Smets
Doctoraatsonderzoek S. Van Garsse. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek S. Van Garsse. Organisaties: • Publiek recht : staatsrecht • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Ingrid Opdebeek • Steven Van Garsse
Bijstand aan de rechtsfaculteit van de Université du Burundi. Universiteit Antwerpen Abstract: Bijstand aan de rechtsfaculteit van de Université du Burundi. Organisaties: • Internationaal recht : volkenrecht • Faculteit Rechten - overige
Onderzoekers: • Marc Bossuyt
Diaspora, identiteit en politiek. Een studie over de politieke aspiraties van Rwandese vluchtelingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bevolkingsverplaatsingen spelen een centrale rol in de sociale, politieke en economische geschiedenis van de Grote Meren in OostCentraal Afrika. Sinds de jaren 1960 echter gaat het in toenemende mate om gedwongen verplaatsingen di bovendien plaatsvinden in een context van toenemend geweld. Deze situatie is groeperingen gaan voortbrengen voor wie de "band met het vaderland" op dergelijke wijze werd geïdealiseerd dat de terugkeer bovenaan de politieke agenda kwam te staan. Het gaat hier dus om bewegingen die zich in zekere zin gedragen als diaspora. Het volstaat m.a.w. niet langer om de vluchtelingenproblematiek te benaderen vanuit een louter humanitair standpunt maar als een fenomeen met belangrijke politieke gevolgen. Dit onderzoeksproject stelt zich in de eerste plaats de vraag in welke mate de gebeurtenissen van 1994 in Rwanda hebben bijgedragen tot de vorming van een counter-diaspora. Om op deze vraag te kunnen beantwoorden, en dus te peilen naar de politieke aspiraties en attitudes van de huidige Rwandese vluchtelingengemeenschap, zal er vertrokken worden van een interdisciplinair onderzoekskader. Er zal erst een socio-cultureel profiel worden geschetst van de groep in kwestie. Vervolgens zal bestudeerd worden in welke mate de "oude Rwandese Elite" zich een politiek discours aanmeet dat mensen mobiliseert om een terugkeer te bedingen. Tenslotte zal nagegaan worden of de gemeenschap in kwestie gebruik maakt van de geo-politieke tegenstellingen in de Grote Meren ter financiële of diplomatieke ondersteuning van haar politieke aspiraties. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS
BIOMED 2 - EURICUS III. The implementation of guidelines for budget control and cost calculation, and their effect on the quality of management of intensive care units in the countries of the European Union
Vrije Universiteit Brussel Abstract: As far as costing and budgeting procedures are concerned, a non-systematic diversity across intensive care units (ICUs) and European countries has been observed mainly characterised by the absence of any standardised operationalisation of relevant concepts. Therefore this "reinforced concerted action" will (a) develop guidelines for the standardisation and harmonisation of budgeting and costing procedures in ICUs in Europe; (b) develop instruments to assess the quality of management in ICUs (medical directors and head nurses); (c) explore the effects of a training about the costing and budgeting guidelines, and their implementation on the cost-effectiveness of ICUs; and (d) explore their effects on the quality of management of ICUs. Organisaties: • Micro-economie voor Profit en Non-Profit Sector • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • MARC JEGERS
Georganiseerde criminaliteit: naar een materiële en formele strafrechtelijke omkadering Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan de hand van een steekproef van gerechtelijke dossiers uit verschillende arrondissementen van het land, worden de factoren die het uitreiken van een bevel tot aanhouding bepalen onderzocht, evenals de procedure, de motiveringen en de duur van de voorlopige hechtenis, en de invloed ervan op de straftoemeting.Het voorgestelde project heeft tot doel na te gaan of het Belgische strafrechtsarsenaal volstaat om een passend antwoord te kunnen bieden aan het steeds groeiende fenomeen van de georganiseerde criminaliteit. Is er m.a.w. al dan niet nood aan het invoeren van een specifieke wetgeving, en dit zowel op materieelrechtelijk vlak (bijzondere strafbaarstelling van -bepaalde aspecten van- de georganiseerde criminaliteit) als op formeelrechtelijk vlak (bijzondere procedures, i.h.b. inzake bewijsverzameling en bewijslast)?Het project maakt hoofdzakelijk deel uit van het bijzonder strafrecht. Aldus dient te worden nagegaan:a.) of in het 'klassieke' strafrecht (waarmee bedoeld wordt boekII van het strafwetboek) bepaalde incriminaties bij uitstek geschikt zijn ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (gedacht wordt o.m. aan de gewelddelicten, de omkoping en de prostitutie)b.) of in het 'moderne' strafrecht (waarmee bedoeld worden de bijzondere strafwetten) reeds voldoende initiatieven werden genomen ter aanvulling van het klassieke instrumentarium (o.m. witwassen van geld, hormonenhandel, mensenhandel). Organisaties: • Strafrecht en Strafprocesrecht
Onderzoekers: • ALAIN DE NAUW
Tendensen in het genotmiddelengebruik (alcohol, medicatie en illegale drugs) van Nederlandstalige jongeren van 12 tot 22 jaar in Brussel en Vlaams-Brabant. Ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning bij ouders van adolescenten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op basis van het onderzoek in 1994 bij een representatieve steekproef van 2103 jongeren uit Brusselse Nederlandstalige scholen werd het middelengebruik bij adolescenten van 12 tot 22 jaar in kaart gebracht. Deze resultaten betreffen de eerste epidemiologische gegevens op dit vlak voor het Nederlandstalige gedeelte van de hoofdstad alsook een eerste bevraging waarbij de volledige ontwikkelingsfase van de adolescentie bestreken wordt. Hoewel bij de opzet van het onderzoek rekening werd gehouden met de mogelijke vergelijkbaarheid van de onderzoeksresultaten met die van soortgelijke onderzoeken in Vlaanderen, is het niet eenduidig mogelijk resultaten naast elkaar te plaatsen. Op basis van deze regionale cross-sectionele studies is het zo goed als onmogelijk om tendenzen in het gebruik van genotmiddelen bij adolescenten na te gaan. Harrison maakt melding van een duidelijke stijging van het illegale genotmiddelengebruik in de V.S. sinds 1991. Om de evolutie van het gebruiksgedrag van genotmiddelen bij adolescenten te kunnen volgen is het noodzakelijk dit soort onderzoek op geregelde tijdstippen te herhalen. Inzicht in de tendenzen van het genotmiddelengebruik van adolescenten in de jaren 90 is voor verschillende doeleinden bruikbaar. Om zulke tendenzen in het genotmiddelengebruik na te gaan, dient het onderzoek herhaald te worden. Het onderzoek wordt omwille van onderzoektechnische redenen demografisch uitgebreid naar de provincie Vlaams-Brabant en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en dient gezien de omvang gespreid te worden over twee jaar. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Programma Toekomstzorg "Burger, Recht en Samenleving" - Recht en politiek : een dubbelzinnige en dubbele relatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit rapport zal de idee ontwikkeld worden dat er tussen recht en politiek steeds een dubbele en dubbelzinnige relatie bestaat. Recht is het instrument waarmee politiek antwoordt op maatschappelijke vragen, maar dan op een algemene en dwingende wijze. Wat de ene vraagt is een beperking voor de andere. Er zal betoogd worden dat in een democratische omgeving deze spanning sterker en zichtbaarder wordt. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Taalverhoudingen, taalverschuivingen en taalidentiteit in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De belangrijkste doelstellingen van dit onderzoek zijn een representatief beeld te krijgen van de taalverhoudingen in Brussel in al hun complexiteit, greep te herwinnen op de dynamieken die deze taalverhoudingen genereren en zicht te krijgen op (taal)identiteitsvonning. Daartoe zal gebruik gemaakt worden van sociologische en microlinguistische onderzoekstechnieken via een mondelinge bevraging van Brusselse bewoners, geselecteerd via een representatieve steekproef, en van vier specifieke doelgroepen. Organisaties: • Germaanse Talen • Metajuridica
Onderzoekers: • HUGO BAETENS BEARDSMORE • MACHTELD DE METSENAERE
The Psychology of the European Monetary Union. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek kaderend in Europees project waarbij een aantal psychologische concepten (bv; control , national & social identity , waarden) zullen gehanteerd worden ter verklaring van verschillen in attituden t.o.v. de Europese Unie.Deze gedeeltelijke financiering betreft specifiek de verantwoordelijkheid voor het onderzoek in België(700 respondenten) en Luxemburg(300 respondenten) Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Project Psychology of the European Monetary Union Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de attituden t.o.v. de Europese Monetaire Unie, met name de introductie van de Euro. Verschillende sociaal psychologische concepten (vb. equity, nationale identificatie, controle, sociale representaties,..) worden hypothetisch vooruitgeschoven als zijnde van invloed op deze attituden, of worden erdoor beÏnvloed. Dit kan ook verschillen geven tussen de 15 landen van de Europese Unie. Specifiek wordt de verantwoordelijkheid opgenomen voor de coördinatie van het onderzoeksnetwerk in de en van de Europese Unie en voor het onderzoeksgedeelte in België en Luxemburg. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
De politieke aanwezigheid van de Vlamingen in Brussel - 19 op gemeentelijk en gewestelijk vlak, 1946-1995 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opzet van het onderzoek is te komen tot een analyse van de politieke situatie van de Nederlandstalige Brusselaars in de 19 gemeenten van de agglomeratie van 1946 tot 1995. De 9 gemeenteraadsverkiezingen die sinds 1946 plaatsvonden, zullen samen met de 3 'Brusselse' verkiezingen (Agglomeratieraadsverkiezingen in 1971 en de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1989 en 1995) als raamwerk dienen voor de rekonstruktie van de gemeentelijke en gewestelijke politieke situatie van de Vlamingen. Het spreekt voor zich dat we met dit onderzoek niet kunnen voorbijgaan aan de wisselwerking lokale-nationale politiek, omdat de betrokken periode bij uitstek wordt gekenmerkt door het zoeken naar oplossingen voor de kommunautaire problemen op wetgevend vlak. Brussel, omwille van haar ligging pal op deze konfliktlijn, heeft daarin steeds een centrale plaats ingenomen. Zoveel mogelijk gegevens, die relevant zijn om de Vlaamse vertegenwoordiging in de gemeente- en gewestpolitiek te verklaren, zullen worden bijééngebracht. Verkiezingsuitslagen, gegevens over het kiezerskorps, de politieke partijen, de drukkingsgroepen en de zuilorganisaties, de kieskampognes en over koalitievorming in Brussel zullen onder de loep worden genomen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen • Germaanse Talen • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • HUGO BAETENS BEARDSMORE • CHRISTIAN DESCHOUWER • MACHTELD DE METSENAERE • ELS WITTE
De houding van een liberale politieke filosofie tegenover de technische rationaliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sedert de zeventiende eeuw wordt het westerse denken beheerst door cartesiaanse grondslagen. Dit denken gaat uit van vaste fundamenten, streeft naar zekerheid en beheersbaarheid, meent de menselijke geest als een spiegel van de natuur te kunnen beschouwen en is zo in wezen technisch georiënteerd. De teloorgang van marxistisch geïnspireerde maatschappijmodellen en het in vraag stellen van de westerse verzorgingsstaat naar sociaal-democratisch model maken de vraag naar een liberale politieke filosofie meer dan ooit actueel. Kan een denken worden geformuleerd dat kritisch staat tegenover deze technische rationaliteit, die immers de pluraliteit uitsluit en die veronderstelt het wezen van mens en maatschappij te kennen en het denken en handelen te moeten richten op een voorafgegeven model? Als mogelijke oplossing kan worden gedacht aan een liberale - in de Angelsaksische betekenis -, participatorische politiek, waarin de burgerlijke maatschappij (civil society) opnieuw een rol zou kunnen spelen. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Metajuridica
Onderzoekers: • JOHAN STUY • JOZEF VAN BELLINGEN • MAURICE WEYEMBERGH
Effecten van emotie-inducerende informatie op attituden t.o.v. informatiemateriaal en -bron Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de mate waarin organisationeel informatiemateriaal( cfr. introductiebrochures) een invloed heeft op die organisatie.Als werkhypothese wordt gesteld dat deze relatie verloopt via de emoties die dit materiaal oproept bij nieuwe werknemers.Dit onderzoek verloopt in diverse fasen.Vooreerst worden beoordelingscriteria voor reëel informatiemateriaal opgespoord ,hetgeen tevens moet leiden tot een schalering van diverse stimuli ( informatiebrochures) op deze criteria.Vervolgens kunnen de stimuli gebruikt worden om een experimentele variatie in de beoordelingscriteria toe te passen waarbij de emotie-inducerende waarde van deze factoren worden onderzocht.In een derde fase wordt tenslotte de verbinding gelegd tussen de geinduceerde emoties enerzijds, en attituden en herinneringen i.v.m. dit materiaal en de informatiebron zelf (nl. de organisatie) anderzijds.Vanuit deze data zal getracht worden om via structurele modelering variabelen zoals informatiefactoren , emoties, materiaalherinnering en ' commitment' op mekaar te betrekken. Dit onderzoek zal ontegensprekelijk een bijdrage leveren tot het begrijpen van communicatieprocessen in het algemeen en organisatiepsychologische processen in het algemeen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Naar een nieuwe interpretatie van het recht op zelfbeschikking? De juridische consequenties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Probleemstelling: de vraag naar de volkenrechtelijke toelaatbaarheid van secessie als resultaat van de uitoefening van het recht op zelfbeschikking, en naar de juridische consequenties. De ontwikkeling van dat "recht" vanuit bestaande internationaal erkende principes. De rol van de volkenbond en van de Verenigde Naties in dat ontwikkelingsproces: analyse van VN-verklaringen, tot en met het slotdocument van de VNmensenrectenconferentie in Wenen, 1993. De vraag van de verwezenlijking van het recht op zelfbeschikking als collectief mensenrecht. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS • JOZEF VAN BELLINGEN
Taalverhoudingen, taalverschuivingen en taalidentiteit in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De belangrijkste doelstellingen van dit onderzoek zijn een representatief beeld te krijgen van de taalverhoudingen in Brussel in al hun complexiteit, greep te herwinnen op de dynamieken die deze taalverhoudingen genereren en zicht te krijgen op (taal)identiteitsvonning. Daartoe zal gebruik gemaakt worden van sociologische en microlinguistische onderzoekstechnieken via een mondelinge bevraging van Brusselse bewoners,geselecteerd via een representatieve steekproef ,en van vier specifieke doelgroepen. Organisaties: • Germaanse Talen • Metajuridica
Onderzoekers: • HUGO BAETENS BEARDSMORE • MACHTELD DE METSENAERE
UNESCO : participatieprogramma 1997-1998 Les enfants de rue en Afrique Centrale et Australie: bilans et perspectives Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling in miden 1997 een conferentie in te richten over alle aspecten van het straatkinderenprobleem met deelnemers uit Rwande, Burundi,Oegana, Kenya en Tanzania. De conferentie moet uitmonden in een meer regionaal gecoordineerde aanpak van het straatkinderenprobleem. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
Sociale geschiedenis van de Limburgse Mijnen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aandacht voor de geschiedenis van de Europese mijnen is de laatste tijd groot. Wat België en Limburg betreft, blijven verschillende aspecten echter onderbelicht, met name de geschiedenis van de werkomstandigheden, arbeidsverhoudingen en syndicalisme in de 20ste eeuw. aan regionale en bedrijfsgebonden specifiteiten werd vrijwel geen aandacht besteed, hoewel deze zeer relevant zijn op het nationale niveau. Dit project wil deze lacunes opvullen. Komen aan bod : gedragingen en aspiraties van de arbeiders, hun onderlinge belangenverschillen, de werkomstandigheden (en meer in het bijzonder de loonvorming en de conflicten daarrond), de syndicalisatie en de arbeidsverhoudingen. de centrale vraagstelling is het nauwe verband tussen de arbeidsomstandigheden en de arbeidverhoudingen : zij werken wederzijds op elkaar in. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • DIRK LUYTEN
De politieke aanwezigheid van de Vlamingen in Brussel-19 op gemeentelijk en gewestelijk vlak, 1946-1989. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opzet van het onderzoek is te komen tot een analyse van de politieke situatie van de Nederlandstalige Brusselaars in de 19 gemeenten van de agglomeratie van 1946 tot 1995. De 9 gemeenteraadsverkiezingen die sinds 1946 plaatsvonden, zullen samen met de 3 'Brusselse' verkiezingen (Agglomeratieraadsverkiezingen in 1971 en de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1989 en 1995) als raamwerk dienen voor de rekonstruktie van de gemeentelijke en gewestelijke politieke situatie van de Vlamingen. Het spreekt voor zich dat we met dit onderzoek niet kunnen voorbijgaan aan de wisselwerking lokale-nationale politiek, omdat de betrokken periode bij uitstek wordt gekenmerkt door het zoeken naar oplossingen voor de kommunautaire problemen op wetgevend vlak. Brussel, omwille van haar ligging pal op deze konfliktlijn, heeft daarin steeds een centrale plaats ingenomen. Zoveel mogelijk gegevens, die relevant zijn om de Vlaamse vertegenwoordiging in de gemeente- en gewestpolitiek te verklaren, zullen worden bijééngebracht. Verkiezingsuitslagen, gegevens over het kiezerskorps, de politieke partijen, de drukkingsgroepen en de zuilorganisaties, de kieskampognes en over koalitievorming in Brussel zullen onder de loep worden genomen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen • Germaanse Talen • Geschiedenis • Metajuridica
Onderzoekers: • HUGO BAETENS BEARDSMORE • CHRISTIAN DESCHOUWER • MACHTELD DE METSENAERE • ELS WITTE
Etniciteit in Zaire, Rwanda en Burundi : een vergelijkende studie naar het ontstaan van hedendaagse vormen van collectieve identiteit in een regionale context. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel na te gaan: (I) welke de invloed is van politieke, economische, sociale e.a. factoren op de verschillende identificatiemechanismen in Zaïre, Rwanda en Burundi; (2) welke de rol is van etniciteit in de huidige politieke processen in deze landen, en (3) een conceptuele verfijning van het begrip etniciteit te leveren. Hierbij zal o.m. aandacht worden besteed aan volgende problemen: de interactic van staat en maatschappij bij het tot stand komen van etniciteit; etniciteit en klassevorming; de rol van externe factoren in de articulatie van collectieve identiteit; de invloed van de controle van de staat over het economisch apparaat.
Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • JAN GORUS
Vrouwenarbeid en gelegenheidsprostitutie in Centraal- en Oost-Afrikaanse steden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt, binnen de oost-afrikaanse socio-culturele context na te gaan: A) in welke morele en materiële omstandigheden bepaalde vrouwelijke stedelijke migranten zich begeven in vormen van sex work en prostitutie; B) welke morele en materiële voorwaarden voldaan moeten zijn opdat (stedelijke) sex workers uit de 'business ' zouden stappen en in hoeverre de vrees voor aidsbesmetting een dergelijke beslissing stimuleert; C) in hoeverre de verhandeling van in het oorsprongsdorp gecultiveerde producten op de stadsmarkten sex-workers reële mogelijkheden biedt om een nieuw bestaan uit te bouwen. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL
De preselectieproef voor eerstegeneratiestudenten aan de Vrije Universiteit Brussel, getoetst aan sociale en genderinvloeden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie onderzoekt de invloed van de preselektieproef voor eerstegeneratiestudenten aan de Vrije Universiteit Brussel, getoetst aan sociale en genderinvloeden. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE
Conferentie "Menselijke en sociale problemen van de urbanisering in Oost-Afrika" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conferentie Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ERIC ROSSEEL