www.researchportal.be - 21 Dec 2015 10:42:28
Onderzoeksprojecten (1 - 491 van 491) Zoekfilter: Classificaties: Ecologie
Groene school project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkelen van milieuzorgsysteem voor de Vlaam secundaire scholen, met als doel de sensibilisering van leerlingen voor de milieuproblematiek. De school wordt doorgelicht inzake milieuaspecten en er worden maatregelen verbetering gesuggereerd. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ABOS-cursussenprogramma 96-97 'Marine Ecology' Vrije Universiteit Brussel Abstract: The foundation of this course package is an expression of the growing interest in comparative research on energy flow, structure, functioning and and response to human impact on marine ecosystems. The courses concentrate on stressed ecosystemssuch as mangroves, coral reefs, seaweed and seagrass beds, estuaries and beaches. Focusses are on the ecological aspects of the competitive utilisation of these tropical coastal zone systems. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
Capaciteitsopbouw voor duurzame ontwikkeling in Vietnam Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogde ondersteuning van het onderwijs dat georganiseerd wordt door de Faculty of Environmental Science aan de Hanoi University of Science (HUS). Er zijn significante resultaten geboekt in termen van curriculumopbouw van de M.Sc. and B.Sc. programmes. Daarenboven is een Milieu studie- en documentatiecentrum opgericht: het centrum omvat een bibliotheek met 1000 referenties, een seminariezaal met moderne educatieve faciliteiten en een computerzaal. Ook is een 3 daagse workshop georganiseerd aan de Hanoi University of Science rond 'Milieubeleid en strategiën'. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Onderzoek van de koelwaterheffing in het kader van de Wetenschappelijke onderbebouwing van de milieuheffing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op 19 december 1996 kreeg de VMM van de vlaamse regering de opdracht om de huidige heffingsregeling wetenschappelijk te onderbouwen. In de huidige (tijdelijke) koelwaterheffingsregeling wordt enkel rekening gehouden met de hoeveelheid geloosd koelwater. De bedoeling van dit project is het komen tot een heffingsregeling die rekening houdt met zowel het kwalitatieve als het kwantitatieve aspect van de thermische vervuiling. De nieuwe heffing zal deel uitmaken van een een nieuw integraal waterbeheer. Er moet uitgegaan worden van het principe 'de vervuiler betaald' en de uiteindelijke heffing moet tot doel hebben de lozing van koelwater te ontmoedigen. Er moet rekening gehouden worden met de thermische vervuiling, chemische vervuiling, invloed op het zuurstofgehalte, debiet, gevolgen op ecosystemen. De reële weerslag op het milieu zal in de heffing op koelwaterlozing worden verrekend. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • RUTH DE BONDT • RIET VAN MIEGHEM
Ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke methodologie ten behoeve van de milieu-effectrapportage betreffende beleidsvoornemens, plannen en programma's rekening houdende met de juridische en wetenschappelijke randvoorwaarden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijke methodologie ten behoeve van de m.e.r. betreffende beleidsvoornemens, plannenen programma's voor Vlaanderen, rekening houdend met de juridische en wetenschappelijke randvoorwaarden. Dit kan gebeuren door het opstellen van een handleiding met algemene en specifieke richtlijnen voor deze activiteiten.Daarbij zal worden uitgegaan van de vijffundamentele stappen die kunnen worden onderscheiden in de m.e.r.-procedure:screening,scoping, opstellen van het MER, participatie en kwaliteitscontrole. Het doel is binnen elk van deze stappen een gebruiksvriendelijke werkwijze te ontwikkelen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Integration of environmental issues and health aspects in normalisation of food products / Mogelijkheid tot integratie van milieu- en gezondheidsaspecten in de normering van voedingsprodukten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het door de VITO, de VUB en COOVI voorgestelde project heeft als hoofddoel een uitgebreide inventaris te maken van de huidige stand van zaken van kennis omtrent milieu- en gezondheisaspecten verbonden aan de voedingssector. De aandachtspunten hierbij zijn : regelgeving en normering van voedingsprodukten, informatie van de consument, milieu-impacten van voedingsmiddelenketens (inventarisatie bestaande kennis en milieubalansen (levenscyclusanalyses-LCA) voor voedingsmiddelen
Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Intensive training environmental health Oecraine Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt curriculumontwikkeling en capaciteitsopbouw over milieueconomie en milieu en gezondheid voor het onderwijsprogramma van de Economische faculteit(Sumi Universiteit).Het project stelt voor dit te realiseren middels een meerstapsproces:Organisatie en logistieke ondersteuning van een intensieve cursus over beide thema's toegespitst op de situatie in Oekraine en landen met economieën in overgangsfase.-Op basis van de cursusteksten;de uitgave van 2 tekstboeken met CD-Rom en Internet versie.De partner in Oekraine engageert zich voor het inbouwen van de projectresultaten in het bestaande curriculum.Aandacht wordt besteed aan de kwalitatieve vergelijkbaarheid met het universitair onderwijssysteem in de EU. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP 'Ecomama' (1998-1999) Vrije Universiteit Brussel Abstract: The foundation of this course package is an expression of the growing interest in comparative research on energy flow, structure, functioning and and response to human impact on marine ecosystems. The courses concentrate on stressed ecosystemssuch as mangroves, coral reefs, seaweed and seagrass beds, estuaries and beaches. Focusses are on the ecological aspects of the competitive utilisation of these tropical coastal zone systems. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
Het mechanisme van en de bescherming tegen oxidatieve stress in hogere planten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft betrekking op het mechanisme van het onstaan van, en de verdediging tegen oxidatieve stress in planten. We zullen ons werk met transgene tabaksplanten, gewijzigd in catalase expressie, voortzetten. Catalase-deficiente en catalase-overproducerende planten genereren respectievelijk hogere en lagere fluxen van H2O2 dan normale planten. In catalase-deficiente planten veroorzaakt fotorespiratie H2O2gemedieerde schade. Dit stelt ons in staat om te bepalen onder welke stress-condities fotorespiratie een belangrijke rol speelt. Catalase-deficiente planten zullen ook gebruikt worden voor bestudering van (1) de rol van H2O2 bij het genereren van oxidatieve schade; (2) de metabolische systemen die gevoelig zijn voor deze schade; (3) de rol van H2O2 als signaal molecuul voor de inductie van antioxidant systemen (4) de aard van de geïnduceerde antioxidant systemen. De laatste twee aspecten zullen ook in catalase-overproducerende planten bestudeerd worden. Dit werk belooft te leiden tot de ontdekking van een antioxidant functie voor systemen waarvan die functie tot dusver niet bekend was. Het onderzoek naar de bescherming tegen oxidatieve stress in mais en tabak zal worden voortgezet. A. Tabak: We zullen catalase-onderproducerende planten, en glutathion-peroxidase- overproducerende planten testen voor oxidatieve stress tolerantie. De stress zal worden aangelegd in bladschijfjes, en vooral op het niveau van de hele plant. Bladschijfjes zullen worden behandeld met methylviologeen of aminotriazol zoals beschreven in het huidige en vorige jaarverslag; hele planten zullen worden blootgesteld aan verhoogde zoutgehaltes of lage temperaturen, en in hydroponische cultuur aan K- of Mg-deficientie. Stress-tolerantie wordt bepaald aan de hand van de door de stress geinduceerde schade. Biezondere aandacht zal besteed worden aan de "herstel- fase" na het stopzetten van de stress. Onderzocht zal worden of vorming van waterstof-peroxide in de bladen een goede maat is voor licht-geinduceerde oxidatieve stress, zowel in bladschijf-assays als op het niveau van de hele plant. B. Mais: De nieuwe MnSODoverproducerende lijnen zullen worden onderzocht op koude-tolerantie, door meting van de groeisnelheid. De FeSOD-overproducerende lijnen zullen eerst worden onderzocht op MV-tolerantie, ter vergelijking met MnSOD-overproducerende planten, en daarna op koude-tolerantie. Bij gebleken geschiktheid zullen waterstof peroxide gehaltes in planten gekweekt bij lage temperaturen bepaald worden als maat voor oxidatieve stress Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • LUIT SLOOTEN
Studie van de interactie tussen de waterkolom en het intertidaal in de Zeeschelde: partim kwalificatie en kwantificatie van organisch materiaal en plankton. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het uiteindelijk doel van het projekt is bij te dragen tot een beter begrip van materie- en energiefluxen doorheen de verschillende kompartimenten van een ecosysteem, en meer in het bijzonder de wisselwerkingen tussen het benthos, plankton en nekton, m.i.v. de parasietengemeenschappen die in de meeste ecologische studies over het hoofd gezien worden. De aandacht zal in hoofdzaak uitgaan naar de Westerschelde hoewel observaties en metingen in de Noordzzee worden verdergezet. Een element 'systematiek' is eveneens voorzien. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
Milieu- en natuurrapport Vlaanderen : Scenariorapport MIRA-S 2000 : deel 4.23 Verstoringen in stedelijke gebieden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de huidige context van verstedelijking, milieuvervuiling, stress,... wordt het belang van de leefomgeving en meer bepaald de fysische aspecten ervan, voor het welzijn van de mensen steeds groter. Voor de burger maakt de beleving van zijn directe woonomgeving, en dan vooral groene ruimten, rust en stilte, voor een belangrijk deel zijn levenskwaliteit uit. Met behulp van GIS is een soort van 'kwaliteitsmodel' ontwikkeld om de beschikbaarheid en bereikbaarheid van groene ruimten en stille plekken te onderzoeken in 4 Vlaamse steden : Gent, Antwerpen, Kortrijk, Aalst. Het onderzoek is gebaseerd op bestaande normen op verschillende functionele niveaus :
woonomgeving, buurt, wijk, stadsdeel, stad. Er werd gebruik gemaakt van een gecombineerde indicator, bestaande uit kwantitatieve en kwalitatieve parameters. Onder meer om probleemzones op te sporen, zijn de resultaten in relatie gebracht met demografische gegevens. Deze methode maakt het ook mogelijk om evoluties in de tijd met elkaar te vergelijken en om toekomstige ontwikkelingen te verkennen, waaronder demografische en beleidsscenario's. Tenslotte worden beleidsvoorstellen geformuleerd, welke in acht te nemen zijn bij het opstellen van het volgende Milieu- en Natuurbeleidsplan Vlaanderen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Blootstelling aan gezondheidsschadende agentia in Vlaanderen/België : overzicht van de bestaande gegevens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is drieledig : (1) Nagaan welke instanties over gegevens beschikken inzake de aanwezigheid van polluenten in lucht, bodem, oppervlaktewater, drinkwater en etenswaren . (2) Gegevens verzamelen over de aanwezigheid van de belangrijkste gezonsheidsbedreigende agentia, vermeld in het rapport van de werkgroep 'Gezondheid en Milieu', in lucht, bodem, oppervlaktewater, drinkwater en etenswaren . (3) Identificeren van de administratieven, wettelijke en juridische hindernissen die het verzamelen van de voorgenoemde gegevens bemoeilijken. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Capaciteitsopbouw voor milieubeheer in Vietnam Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogde ondersteuning van het beheer van het milieu en natuurlijke rijkdommen in Vietnam. Een eerste doelstelling omvatte de ontwikkeling van de wetenschappelijke basis voor milieu-effectrapportering. Het project beoogde evenzeer versteviging van het milieuonderwijs aan de Faculty of Environmental Sciences. De interventie inzake milieu-effectrapportering (m.e.r.) bleek bijzonder succesvol en productief. Het leidde tot de opmaak en co-publicatie van 3 richtlijnen boeken. Het resulteerde ook in een GIS-gebaseerde ruimtelijke analyse van het bodemgebruik ter ondersteuning van de uitvoering van een strategisch milieu-effectrapport van het stedelijk ontwikkelingsplan van Ha Long in de provincie Quang Ninh. In totaal werden 6 m.e.r.workshops georganiseerd. Inzake milieuonderwijs werden substantiële resultaten geboekt in tremen van curriculumopbouw, de publicatie van 5 handboeken voor studenten en de implementatie van een EC-beurzenschema. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Dit betekent dat men de milieuproblemen benadert vanuit een biologische, scheikundige, fysische, psychologische, sociologische, economische en toegepaste invalshoek. Menselijke ecologie onderscheidt zich van de traditionele dieren-, planten of microbiële ecologie door te erkennen dat cultuur een belangrijke rol speelt bij de vorming van de menselijke samenleving, het menselijke gedrag en het menselijk leefmilieu. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Doelstelling hierbij is niet alleen het ecologisch gebeuren in zijn brede complexiteit te begrijpen, maar tevens praktisch oplossend denken in de hand te werken. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP 'Ecomama' (1999-2000) Vrije Universiteit Brussel Abstract: The foundation of this course package is an expression of the growing interest in comparative research on energy flow, structure, functioning and and response to human impact on marine ecosystems. The courses concentrate on stressed ecosystemssuch as mangroves, coral reefs, seaweed and seagrass beds, estuaries and beaches. Focusses are on the ecological aspects of the competitive utilisation of these tropical coastal zone systems. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
Capaciteitsopbouw voor curricula inzake milieubeheer/ecosysteembeheer/duurzaam gebruik van natuurlijke bronnen in Rusland. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De focus van het project ligt op curriculum ontwikkeling. activiteiten: 1) organisatie van een voorlopig seminarie in Brussel met de 5 Vlaamse partners 2) twee seminaries - intensieve trainingscursussen: - eerste seminarie in het Kostroma-station: focus op curriculum ontwikkeling betreffende ecosysteembeheer, GIS-toepassing met inbegrip van duurzame ontwikkeling van natuurlijke hulpbronnen. 3) Ontwikkeling van een onderwijspakket over milieubeheer en ecosysteembeheer, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en GIS-toepassingen. 4) Opbouw van faciliteiten en infrastructuur in het Kostroma-station. 5) uitwisseling van experten 6) opbouw van het curriculum van het Institute of Ecological and evolution door cursussen over milieubeheer in te schakelen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Deel II : Specifieke milieuzorgsystemen voor BSO en TSO Vrije Universiteit Brussel Abstract: Als vervolg op het 'Groene School' project ging het project 'Specifieke milieuzorgsystemen voor het Beroepssecundair onderwijs (BSO) en Technisch secundair onderwijs (TSO)' in oktober 1998 van start. Na het 'Groene School'-project werden de volgende vaststellingen gedaan. Het aangeboden milieuzorgsysteem van het 'Groene School'-project is voornamelijk op maat van het algemeen secundair onderwijs ontworpen. De verschillen tussen ASO en BSO/TSO zijn zowel op pedagogisch als op milieubelastend vlak aanzienlijk groot. De milieubelasting in de praktijklokalen/ateliers van BSO/TSO scholen vertoont gelijkenissen met de overeenkomstige bedrijfssector. De ontwikkeling van een milieuzorgsysteem, dat rekening houdt met zowel de pedagogische als de praktijk-georiënteerde karakteristieken van de eigen werkomgeving, kan een belangrijk effect sorteren op het milieusparend gedrag van de werknemers in milieugevoelige sectoren. Het ontwikkelde materiaal wordt aan de scholen bezorgd onder de vorm van een compact en begeleidend werkboek voor de leerlingen dat hen op een actieve manier toelaat de eigen milieuimpact in te schatten en hen instrumenten aanbiedt om milieusparend tewerk te gaan. Voor de leerkrachten wordt een handleiding uitgewerkt waarin staat hoe zij de leerlingen kunnen bijstaan in het milieuprogramma. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Ontwikkeling van ondersteunende technieken voor een hydroinformatica systeem voor het waterkwaliteitsbeheer van rivieren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek beoogt de uitdieping van een methodologie en de ontwikkeling van rekenhulpmiddelen voor een integraal waterkwaliteitsbeheer van rivieren. De methodologie steunt op scenario analyses, rekening houdend met de gestelde doelstellingen voor de immissies. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van dynamische waterkwaliteitsmodellen voor de continue simulatie van immissiekarakterisatieken over meerdere jaren. De simulaties zijn holistisch van aard: het globale rivierbekken wordt beschouwd en er wordt rekening gehouden met alle bronnen van verontreiniging (huishoudens, RWZI, industrie en landbouw) en met de synergetische effecten (hydrologie, hydraulica, morphologie, scheikunde, biologie,...) . In een tweede fase wordt een statistische analyse van de datareeksen der immissievariabelen uitgevoerd. In het kader van de studie zullen numerieke simulatoren - voor de riolering, de RWZI en de rivier- worden geïntegreerd en aangepast. Procedures en hulpmiddelen zullen worden ontwikkeld voor de ijking van de modellen op basis van in situ metingen en voor de evaluatie van de onzekerheid van de modelresultaten (risicoanalyse). Ook zal de nodige aandacht worden besteed aan de ecologische interpretatie van de modelresultaten. Het project omvat tevens een experimenteel luik, waarbij waterkwaliteitsvariabelen in de rivier (OZ, pH, conductiviteit, turbiditeit, redoxpotentiaal, temperatuur, nitraat en amonium) continu en on-line worden bemeten. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • WILLY BAUWENS • Niels DE PAUW
Opstellen syntheseverslag over 10 jaar onderzoek op gebied van industriële toxicologie en arbeidsgeneeskunde verricht in kader van DWTC-programma's.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 1990 werd door de Diensten voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid (DPWB, de huidige Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden (DWTC), een eerste onderzoeksprogramma inzake milieuhygiëne opgezet. Onderzoek op het gebied van de menswetenschappen was immers hoognodig om te kunnen inspelen op de disfuncties en de vragen die de technologische mutaties en de toepassing ervan in onze moderne samenleving oproepen. Centraal in dit programma stonden de studie van het industrieel risico en de studie van de invloed van milieufactoren op de gezondheid. Het onderzoek terzake wordt sindsdien beter geprogrammeerd en heeft een nieuwe start genomen. Er werden sinds 1998 namelijk 2 wetenschappelijke ondersteuningsprogramma's voor de gezondheidsbescherming van de werknemers op touw gezet. De verschillende projecten in die programma's vloeien voort uit het onderzoek op de 3 kernpijlers van die programma's: (1) industriële en omgevingstoxicologie (toepassingsluik van dit laboratorium), (2) ergonomie, (3) studie van psychosociale risico's. Het voor dit DWTC-project op te stellen verslag beschrijft het verloop van de activiteiten van die projecten, en maakt een balans op van het wetenschappelijk onderzoek dat sinds 10 jaar verricht is. Het bevat een omschrijving van de programma's, de wetenschappelijke activiteiten, en de projecten die de voorbije 10 jaar werden opgezet (er werden 56 onderzoekprojecten voor een totaalbedrag van 833 MBEF gefinancierd). Er wordt ook voorgesteld welk onderzoek in de toekomst noodzakelijk is. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MICHELINE VOLDERS
Milieu-impactbepaling van het mobiliteitsplan Vlaanderen d.m.v. een strategische m.e.r. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie, uitgevoerd door een multidisciplinair wetenschappelijk consortium, beoogt: 1) het ontwikkelen van een concept voor de strategische m.e.r. (s-m.e.r.); 2) de milieu-impactbepaling van het ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen door middel van s-m.e.r. De opdrachtgever is AMINABEL, sectie lucht (Ministerie van de Vlaamse gemeenschap). Sociale componenten, milieuaspecten en ruimtelijke aspecten maken integraal deel uit van het s-m.e.r.-, het plannings- en besluitvormingsproces, en dit zowel in de opbouw van de scenario's als in de evaluatie ervan. Het ontwikkelen van een conceptueel kader voor de s-m.e.r. vereist dat er nagegaan wordt op welke wijze de impactbepaling dient te gebeuren, wanneer en hoe de effectenbeoordeling kan geïntegreerd worden in de planningsfase én hoe inspraak en participatie in het proces kunnen ingebouwd worden. Het consortium dat het onderzoeksproject uitvoert, beschouwt de meer traditionele m.e.r.-taakstellingen 'lucht', 'geluid en trillingen', 'monumenten en landschappen', 'natuur en water' en 'mens en gezondheid'. Hieraan werden de taakstellingen 'sociale effecten' en 'communicatie en participatie' toegevoegd aangezien deze een duidelijke meerwaarde kunnen bieden voor een duurzaam mobiliteitsbeleid. De Vakgroep Menselijke Ecologie vult de taakstelling 'Mens en Gezondheid' in. De bestudeerde gezondheidseffecten omvatten: 1) effecten t.g.v. de uitstoot van scheikundige polluenten; 2) effecten van geluidshinder; 3) effecten van verkeers(on)veiligheid; 4) psychologische effecten. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2000-2001) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Menselijke ecologie streeft naar de vorming van mensen die, naast een basisopleiding in een milieurelevante discipline, bovendien beschikken over gemeenschappelijke kennis en getraind zijn in de analyse en oplossingsvorming van ecologische problemen. Dit programma biedt de studenten een referentiekader aan dat niet alleen het fysisch milieu maar ook de maatschappelijke omgeving in rekening brengt bij het begrijpen van milieuproblemen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Opbouwcapaciteit voor houdbaar ontwikkeling:stichting &toep.v/geografisch info.syst.,...in noordkust v/Quang Ninh & Hai Phong(Virnam): Telsat4. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van het project is de capaciteit voor duurzame ontwikkeling te versterken via de oprichting en vervolgens de toepassing van een Geografisch Informatie Systeem (GIS) dat de duurzame milieuplanning in Noord-Vietnam ondersteunt. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
MIRA-T 2001 Hfdst. 1.6 Handel en diensten -subsector onderwijs :- beschrijving, analyse en evaluatie van bestaande toestand van milieu en van gevoerde milieubeleid en beschrijving van verwachte ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit hoofdstuk van het MIRA-rapport wordt een beschrijving gegeven aangaande de milieu-impact van de sector onderwijs door middel van een 'Driving forces-Pressure-Impact-Response'-analyse. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Natuureducatie bij privé-boseigenaars in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is instrumenten te ontwikkelen om milieueducatie voor privé-boseigenaars te stimuleren en om hen te stimuleren hun bossen duurzaam te beheren.
Organisaties: • Menselijke Ecologie • Sociaal Onderzoek
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Carlos MACHADO GARCIA
Study and Modelling Eutophication-related Changes in Coastal Planktonic Food-webs Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project 'Eutrofiëring en de structuur van kust-plankton-voedselwebben: mechanismen en modellisatie' is een interdisciplinair onderzoeksproject over de interacties tussen continentale bronnen van nutrienten en de structuur en het fucntioneren van kustecosystemen. Het toepassingsgebied wordt de Belgische kustwaters. Het project spitst zich toe op de impact van de nutrienten uitstoot van de Schelde (vergeleken met atmosferische en Atlantische input) op de structuur en het functioneren van het Belgisch continentaal plat Phaeocystis-gedomineerd plantonisch ecosysteem Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO
Prolactin: from Gene to Protein - New Physiological and Pathological Approaches Vrije Universiteit Brussel Abstract: PRL is een belangrijk hormoon van de hypofyse, dat ook voorkomt in niet-hypofyse weefsels. Het is vooral betrokken bij de regulatie van de vruchtbaarheid, de lactatie en de controle van het groeiproces.Het voorgestelde onderzoek is opgesplitst in drie intergerelateerde onderwerpen:1/van PRL afscheidende cel tot prolactinoom (celbiologiegroep)2/ontwikkeling van nieuwe hulpmiddelen om een nieuw inzicht te verkrijgen in de menselijke PRL gen regulatie (moleculaire biologiegroep)3/de biologische functie van PRL in weefsels buiten de hypofyse (immunologiegroep)Elk thema zal onderzocht worden via verschillende doch complementaire manieren van aanpak. Het voorgestelde onderzoek heeft als uiteindelijk doel een beter inzicht te verkrijgen in de complexe mechanismen die de productie, afscheiding en actie van één belangrijk hormoon beheersen. de verkregen informatie zal een hulpmiddel zijn bij de ontwikkeling van therapeutische strategieën voor vruchtbaarheid, lactatie, adenomen en sommige immunodeficiëntiesyndromen. Organisaties: • Farmacologie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • BRIGITTE VELKENIERS-HOEBANCKX • ELISABETH PETERS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2001-2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Horizontale ontwikkelingssamenwerking :Capaciteitsopbouw voor milieumanagement van haven en waterwegen in Vietnam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project maakt gebruik van de capaciteiten van zowel Vlaanderen als Vietnam en heeft als doelstelling wetenschappelijke ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling van een milieubeheerssysteem voor havengebieden in Vietnam. Hierbij zijn niet enkel monitoring en een management-kader nodig maar ook interactie met de belangrijkste doelgroepen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • EDDY NIERYNCK
Socio-economisch project op het gebied van omgeving en duurzame ontwikkeling : ontwikkeling van multicriteria en systeemdynamica methodologie voor de controle van het duurzaam gebruik van niet hernieuwbare energiebronnen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het vrijwaren van natuurlijke grondstoffen en de stijging van de pollutie zijn bijzonder zorgwekkend geworden op het gebied van fossiele energiebronnen. Op lange termijn zal de huidige niet-duurzame evolutie op dit gebied de komende generaties in gedrang brengen: een tekort aan grondstoffen zal waargenomen worden. Op korte termijn bestaat er ook een groot risico mbt het broeikas-effect door een te grote verspreiding van schadelijke gassen. Om al deze globale en onomkeerbare processen beter te beheersen, zullen geschikte controle politieken moeten toegepast worden. Hiervoor is een originele controle methodologie ontwikkeld aan het CSOO/VUB. Deze methodologie staat in nauw verband met de "adaptive control" bij de ingenieurswetenschappen, met name "Adaptive Control Methodology" (ACM). De methode houdt rekening met de dynamische structuren van de complexe humane systemen ("Control of structures"). Deze methodologie vereist een dynamische en structureel kader waarbij Multicriteria Analyse (MCDM Promethee), Systeemdynamica en ACM gecombinerd worden. de voorgestelde studie zal in drie stappen verlopen. Eerst zal de impact van het huidige energiegebruik in België, Europa en de wereld onderzocht worden, verder zullen de toenemende omgevingsdwangen door middel van de Systeemdynamica gemodelleerd worden. Als laatste zal de analyse van mogelijke duurzame politieken dmv de ACM uitgevoerd worden. Het geval van België binnen de E.U. context zal verder uitgediept worden. Organisaties: • Toegepaste Statistiek, Operationeel Onderzoek en Wiskunde voor de Humane Wetenschappen
Onderzoekers:
• JEAN-PIERRE BRANS • PIERRE KUNSCH
De invloed van cadmium op de mannelijke reproductie : aneuploidie als mogelijke oorzaak van de dalende fertiliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project bestaat eruit een experiment op te zetten waarin de invloed van cadmium op de mannelijke reproductie bestudeerd wordt. Een mogelijke hypothese stelt dat aneuploidie, een chromosomale aberratie welke dikwijls verantwoordelijk is voor spontane abortus bij de mens, een verminderde fertiliteit bij de man veroorzaakt. Deze veronderstelling kan getest worden door een in vivo experiment met muizen op te zetten waarbij de 'time to pregnancy', aneuploidie en de vruchtbaarheids- en implantatiegraad bestudeerd zou worden. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Werkingskrediet FWO-aspirant: Roelants Kim. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel de Archaeobatrachia qua soortenaantal slechts 4% van de levende Anura uitmaken, spelen zij een sleutelrol in het ophelderen van de vroege evolutie van de amphibia. Als gevolg van de aanwezigheid van een aantal ancestrale anatomische kenmerken, werden vertegenwoordigers van deze groep namelijk beschouwd als de evolutieve link tussen de salamanders en wormsalamanders enerzijds en de overige 96 % van de Anura (= Neobatrachia) anderzijds. In werkelijkheid is de exacte positie en belang van de Archaeobatrachia in de evolutie van anura nog steeds niet gekend. Door tegenstrijdige resultaten in voorgaande studies werd een consensus nooit bereikt . Een diepgaande moleculaire analyse gpeaard met een statitsch betrouwbare grondslag, kan een doorbraak betekenen in het onderzoek naar de evolutie en biogeografie van de Archaeobatrachia en als dusdanig aanlaiding geven tot het ontsaan van een algemene evolutieve synthese vooor de amphibia. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO • Kim ROELANTS • Franky BOSSUYT
Onderwijsverniewingsproject (OVP) 2001 : Conceptbegrip in Ontwikkelingsbiologie . Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling is het bevorderen van de zelfstudie. Hiervoor zal ik de cursus 'Functionele Dierkunde' van de tweede kandidatuur Biologie als pilootproject gebruiken. Ikzelf ben verantwoordelijk voor het doceren van deze cursus (30HOC en 25 WPO). In het bijzonder onderwijs ik 'Ontwikkelingsbiologie'. Deze tak van de wetenschap is bijzonder geschikt voor een ICT aanpak daar deze gebaseerd is op het visuele en er heel wat materiaal beschikbaar is op het Internet. Met dit project is het de bedoeling om de HOC aan te vullen met ZELFwerk, enkele WPO te vervangen door ZELF en zelfs ZELFwerk te gebruiken voor het examen Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Internationaal symposium te Johannesburg (12 november 2002) : 'Making globalisation sustainable? An evaluation of the World summit on sustainable development 2002' (conferentie over de resultaten v/d Wereldtop vr Duurzame Ontwikkeling 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit symposium had tot doel om een begrijpbare analyse en een kritische beoordeling te maken van de World Summit on sustainable development in Johannesburg (augustus 2002) en de behaalde resultaten. Het symposium wou de gelegenheid bieden voor een geïnformeerd publiek debat hierrond. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Uitvoeren van een theoretische studie, het analyseren van het proces en van de gebruikte participatiemethode(s) in het park Vordenstein (april 2001-juni 2002) en opmaak van een handleiding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie uitgevoerd in opdracht van de afdeling Bos & Groen, Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL), Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het gewestelijk park Vordenstein te Schoten, Antwerpen, werd aangeduid als pilootpark om een beheerplan op te maken conform de principes van Harmonisch Park- en Groenbeheer. Eén van deze principes is het ontwikkelen van een beheer dat voldoet aan de behoeftes van haar bezoekers. Instrument hiervoor is de participatie in de visie-ontwikkeling en het beheer zelf vanwege de bezoekers. Het in april 2001 opgestarte proces werd door de vakgroep opgevolgd en begeleid. De studie had tot doel een kritische analyse van dit proces weer te geven. Een SWOT-analyse, opgebouwd rond vier proces-elementen (Actoren en forum; Spelregels; Macht en middelen; Themas), was het resultaat. Op basis van deze analyse, kon het tweede luik van de studie worden uitgevoerd, namelijk de opmaak van een handleiding voor een participatief park- en groenbeheer in het in 2003 te verschijnen Vademecum Harmonisch Park- en Groenbeheer. De handleiding is geschreven op maat van de parkbeheerder en biedt de lezer een aantal argumenten pro participatief parkbeheer aan, enkele voorbeeldscenarios voor het opzetten van participatieve processen, en een reeks participatieve methodes voor het betrekken van lokale bewoners/bezoekers. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ikv VLIR BVO Project en Congres 2002 : 'Duurzame stedelijke ontwikkeling : Lokale Agenda 21 in ontwikkelingsperspectief.(ikv Noord-acties-Programma 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stedelijk onderzoek , in de context van ontwikkelingslanden en vooral onderzoek naar duurzame stedelijke ontwikkeling is vrij nieuw. Geintegreerd beleidsvoorbereidend onderzoek ontbreekt nog. Dit project wenst deze leemte op te vullen in voorbereiding van een Internationale Conferentie over dit onderwerp. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Microarray analyse van B cellen: regeling der genexpressie door glucose en incretine hormonen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Pancreatische B cellen worden gestimuleerd door een synergistische interactie tussen glucose en incretines. in dit project onderzoeken we de rol die glucose speelt op het incretine effect en meer specifiek opde GIP en CCK-A receptoren en e hiermee geassocieerde signaal transductiesystemen en transcriptiefactoren. Een onderscheid zal worden gemaakt tussen effecten van fysologische en pathologische glucose concentraties. Voor dit onderzoek zullen we verder gebruik maken van de microarray techniek, eerst op rat B cellen daarna op humane cellen. Dankzij het humaan genproject is het aantal gekende sequenties op de humane arrays veel groter dan op de rat arrays. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Medische Biochemie
Onderzoekers: • DAISY FLAMEZ • DANIEL PIPELEERS • Franciscus SCHUIT
Opsporen van de verspreiding en effecten van stoffen met pseudo-oestrogene werking in Vlaamse waters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er is een gebrek aan informatie betreffende de verspreiding van xeno-oestrogenen. Het project heeft als doel de Vlaamse situatie te bestuderen aangaande de vervuiling van het oppervlakte/drinkwater door xeno-oestrogenen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Uitwerking van milieueffectenrapporteringen van de bedrijven REZINAL nv en UMICORE OXYYDE Belgium nv. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitwerken van een milieurapportering voor de bedrijven REZINAL nv en UMICORE OXYYDE Belgium nv. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2002-2003) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Coördinatie en wetenschappelijke ondersteurning van de opdrachten : "ecologische inventarisatie en visievorming in functie van waterbeheer op een aantal waterlopen van eerste categorie". Universiteit Antwerpen Abstract: Coördinatie en wetenschappelijke ondersteurning van de opdrachten : "ecologische inventarisatie en visievorming in functie van waterbeheer op een aantal waterlopen van eerste categorie". Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Het gebruik van Littorina als TBT biomonitor langsheen het Schelde estuarium en de Noordzeekust Universiteit Antwerpen Abstract: Het gebruik van Littorina als TBT biomonitor langsheen het Schelde estuarium en de Noordzeekust Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Hans De Wolf
Effect-evaluatie van polluenten bij de Europese egel (Erinaceus europaeus L.) aan de hand van niet-destructieve biomerkers en populatie-ecologische parameters. Universiteit Antwerpen Abstract: Effect-evaluatie van polluenten bij de Europese egel (Erinaceus europaeus L.) aan de hand van niet-destructieve biomerkers en populatie-ecologische parameters. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Helga D'Havé
Calamiteitenfonds: dekking meerkosten voor vervanging plaatlezer via omruiling. Universiteit Antwerpen Abstract: Calamiteitenfonds: dekking meerkosten voor vervanging plaatlezer via omruiling. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Chaotische complexiteit in socio-economische processen. De impact van de liberalisatie van de energiemarkt op het milieu. Een globale , systemische multiactoren benadering van beleidsvoering in de Europese Unie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De liberalisatie van de energiemarkten, die zal plaatsvinden in de Europese Unie (EU), leidt tot grote uitdagingen voor al de betrokkenen, zowel in de prive sector als in de publieke sector. De belangrijkste uitdaging is het verenigen van concurrende acties en/of opinies met een daurzaam milieubeleid. Twee problemen zullen in dit project behandeld worden: i) de aangogane verbintenissen binnen de EU, rekening houdend met de internationale verdragen (Rio, Kyoto, Buenos Aires), m.b.t. de uitstoot van CO2 te wijten aan fossiele brandstoffen; ii) het specifiek afvalprobleem te wijten aan de nucleaire elektriciteits productie. De studie zal hoofdzakelijk bestaan uit twee delen. Het eerste deel omvat het bestuderen van de gevolgen van de onregelmatigheden op de energiemarkten. Het tweede en omvangrijker deel, bestaat erin mogelijke cnterventies van de overheid, zowel op nationaal als Europees niveau, te onderzoeken. De te nemen maatregelen zullen rekening moeten houden met een duurzame ontwikkeling van de maatschappij. Fiscale mnatregelen ter ondersteuning van een aivalbeleid of het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen, zijn voorbeelden van zulke interventies. Een beheersprocedure van de toekomstige chaotische evolutie bestaande uit drie stappen zal ontwikkeld worden: i) systeemdynamica modellisatie; ii) selectie van de meest geschikte strategieen d.m.v. multicriteria analyse; iii) management, controle en monitoring van de beheersprocedure. De stappen worden verdeeld in het verwerven van inzicht in de structuur van het probleem, het ontwikkelen van geschikte controlestrategieen, en het genereren van mogelijke scenarios in het kader van virtuele realiteiten. Deze laatste stap laat toe de bovenstaande strategieen te testen aan mogelijke toekomstige evoluties op de energiemarkten. Organisaties: • Toegepaste Statistiek, Operationeel Onderzoek en Wiskunde voor de Humane Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE BRANS
Opmaak van een inventaris van de ecologische infrastructuur in de Gentse Kanaalzone. Universiteit Antwerpen Abstract: Opmaak van een inventaris van de ecologische infrastructuur in de Gentse Kanaalzone. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Studie van het belang van wortels in de koolstofbalans van een bosecosysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Verlies aan bodem-C zou de stijging van de atmosferische CO2 concentratie- en dus ook de globale opwarming- significant kunnen versnellen. Wij zullen met een experiment de individuele en interactieve effecten van opwarming, veranderd neerslagpatroon en veranderde watertafel op de koolstofinputs en -verliezen in een wetland bodem bepalen. D.m.v. het Century model willen we dan de bekomen resultaten extrapoleren naar toekomstige klimaatscenario's. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Bohdan Konopka
Aanreiken van een gemeenschappelijke basis voor eenvormige milieukwaliteitsnormen voor de drie milieucompartimenten bodem, water (grond- en oppervlaktewater) en lucht. (expertise deel "water"). Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de wetenschappelijke onderbouwing van milieukwaliteitsnormen dient men in principe uit te gaan van de methodiek van risicoevaluatie. Een risico-evaluatie, om het even voor welk compartiment of receptor, bestaat uit een drietal luiken. In een eerste luik verzamelt men informatie over de nadelige effecten van een stof en over de dosis-responsrelaties. Dit luik noemt men de hazard characterisation of gevaarskarakterisatie. In een tweede luik voert men een blootstellingsbepaling of exposure assessment uit. Voor de relevante receptoren en vastgelegde scenario's zal men het gedrag van de stof in het milieu en de blootstelling van de receptoren trachten te kwantificeren. In het derde luik tenslotte brengt men de resultaten van de gevaarsidentificatie en van de blootstellingsbepaling bij elkaar en zal men op basis van de geselecteerde criteria hetzij komen tot een risicobepaling hetzij een norm afleiden (risk characterisation). In dit project wordt een gemeenschappelijke methodiek ontwikkeld gebaseerd op deze drie luiken voor de diverse milieucompartimenten. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers:
• Patrick Meire
Opmaak van een ontwerp-ecosysteemvisie voor de vallei van de Visbeek-Kindernouwbeek. Universiteit Antwerpen Abstract: Beekvalleien in Vlaanderen worden van oudsher gekenmerkt door een hoge soortenrijkdom. De soortenrijkdom kon worden verklaard door de aanwezigheid van een grote variatie in het abiotisch milieu. Gradiënten waren aanwezig die een range besloegen van zeer oligotroof tot eutroof. Echter met het intensiveren van de landbouwmethoden is een groot deel van deze soorten (zeer) zeldzaam geworden of zelfs verdwenen. De belangrijkste reden hiervan is dat door intensivering van de landbouwmethoden nivellering van het abiotisch milieu plaatsvond. Deze studie vind plaats in de beekvallei van de Visbeek. Doel is om inzichten te krijgen welke waarden nog aanwezig zijn. Welke soorten komen voor? Zijn gradiënten nog intact ? Indien dit het geval is, hoe kunnen deze uitgebreid worden? Indien dit niet het geval is, hoe kunnen deze weer worden hersteld? Mogelijkheden worden getoetst via scenario's. Hierbij wordt een minimaal scenario en een maximaal scenario berekend. Onder een minimaal scenario wordt bedoeld een beperkte afname in de intensieve landbouw; met een maximaal scenario, afwezigheid van intensieve landbouw. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Synthese van wetenschappelijke inzichten als voorbereiding voor het toekomstig ruimtelijk beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Synthese van wetenschappelijke inzichten als voorbereiding voor het toekomstig ruimtelijk beleid. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
IWT-opvangmandaat Tim Vermeiren. Universiteit Antwerpen Abstract: IWT-opvangmandaat Tim Vermeiren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
M.E.R. en ontwikkelingsprojecten : het updaten van de bestaande m.e.r.-screening voor ontwikkelingsprojecten en het ontwikkelen en toepassen van S-m.e.r.-richtlijnen op de strategienota's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene opzet van dit project is drievoudig: (a) de updating en verdieping van de gehele MER-gebaseerde screening voor projecten omtrent ontwikkelingssamenwerking (b) het opstellen van een richtlijnenboek voor strategische milieueffectrapportage, specifiek gericht op het beoordelen van de bestaande strategienota's (c) het toepassen van de voorgestelde richtlijnen op de landenstrategienota 'Senegal' Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
ICP: Master programme in Human Ecology' (2003-2004) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Subcontract ikv "Kernenergie en Maatschappelijk debat" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Maatschappelijk debat rond de pro's en contra's van kernenergie. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Horizontale ontwikkelingssamenwerking 2003 :Capaciteitsopbouw vr milieumanagement van haven en waterwegen in Vietnam. Capacity building for environmental Port and Waterway related managment in Vietnam. Environmental planning and ISO14001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vietnam heeft een kustlijn van 3260 km, die gekarakteriseerd wordt door een veelheid van lagunes, schorren en slikken, en mariene ecosystemen, met hoge biodiversiteit. De economische ontwikkeling en ook de havenontwikkeling kent een snelle groei. De huidige gevolgen voor het milieu zijn ernstig en zouden op termijn rampzalig kunnen zijn voor het milieu én contraproductief voor de verdere ontwikkeling, indien niet tegelijkertijd aan capaciteitsopbouw rond milieubeheer, toegepast op havenontwikkelingen wordt gedaan. Dit wordt door de internationale gemeenschap dan ook als een prioriteit gezien inzake internationale samenwerking. Deze capaciteit betekent ook een noodzakelijke voorwaarde voor een meer duurzaam kustbeheer in Vietnam.
Het project dat liep tijdens de periode november 2001-oktober 2002, heeft het mogelijk gemaakt om de milieuproblemen van Vietnamese havens in kaart te brengen. Dit voorstel is gericht op het aanzet geven tot oplossingen. In samenspraak met de Vietnamese partners, wil men nagaan in welke mate ISO14001 kan geïmplementeerd worden in Vietnamese havens vandaag. Daarnaast wil men bij wijze van voorbeeld een milieubeheersplan maken voor Dinh Vu, een industrieel havengebied nabij Ha Phong dat qua milieudruk opvallende gelijkenissen vertoont met het Antwerpse linkeroevergebied. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • EDDY NIERYNCK
Milieu- en natuurrapport Vlaanderen , Themarapport MIRA-T 2004 : uitwerking hoofdstuk 2.18 'stedelijk milieu'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: UItwerking van het hoofdstuk stedelijk milieu binnen het MIRA-T rapport (Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen-thema's) voor 2004. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • ANN VAN HERZELE
Extractie van bio-geofysische variabelen uit SPOT4/VEGETATION gegevens aan de hand van een stralingstransfermodel (RTF) voor gewas en vegetatie Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject betreft een gezamelijke wetenschappelijke studie van UIA, Vito en twee instituten in China (nl. Chinese Academy of Forestry in Beijing en Chinese Academy of Science in Lanzhou). De studie tracht een aantal essentiële biofysische variabelen m.b.t. landoppervlakte te extraheren, zoals bladoppervlakte-index (LAI), fractie van geabsorbeerde fotosynthetisch actieve straling door de vegetatie (fAPAR; tussen 0.4 en 0.7 µm), hemisferische albedo van het oppervlak, genormaliseerde spectrale reflectantie, BRDF, gatenfrekwentie en chlorofylgehalte van het gebladerte. De extractiemethode is gebaseerd op het gebruik van multi-directionele reflectantiegegevens die verzameld worden door de SPOT4/VEGETATION sensor en de toepassing van een stralingstransfermodel voor de vegetatie, het Mean RTE Model, ontwikkeld aan de Boston University. De SPOT4/VEGETATION is een sensor met een polaire orbit en synchroon aan de zon. De schatting van deze parameters zal gevalideerd worden aan de hand van twee wel-gedefinieerde bossen in China, nl. een gematigd semi-aried woud en een tropisch regenwoud. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Uitwerking van een integraal waterbeheer in het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN voor de Zenne op Vlaams grondgebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking van een integraal waterbeheer in het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN voor de Zenne op Vlaams grondgebied. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
'Monitoring van ontwikkelingen in slik- en schorgebieden in de Zeeschelde' in het kader van : 1) de baggerstortvergunning op de platen van Doel en Boomke; 2) het afgraven van de Ketenissepolder. Universiteit Antwerpen Abstract: 'Monitoring van ontwikkelingen in slik- en schorgebieden in de Zeeschelde' in het kader van : 1) de baggerstortvergunning op de platen van Doel en Boomke; 2) het afgraven van de Ketenissepolder. Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Studie van de spatiale en temporele dimensie van patroonwijzigingen in de neotropische bosvegetatie van het Braziliaanse Amazonegebied: kwantifi-cering van ontbossing, fragmentatie en hergroei. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksvoorstel omvat de studie van het ruimtelijk patroon van het neotropisch regenwoud, met nadruk op ontbossings-, fragmentatie- en hergroei-aspecten. Er wordt gebruik gemaakt van teledetectiegegevens (satellietbeelden) die toelaten de patroonwijzigingen te kwantificeren in ruimte en tijd, en op verschillende schaalniveaus. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Jan Bogaert • Reinhart Ceulemans
Effecten van verhoogde atmosferische CO2 concentraties op een snelgroeiend populierenecocycteem : proces en structuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van verhoogde atmosferische CO2 concentraties op een snelgroeiend populierenecocycteem : proces en structuur.
Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Birgit Gielen
Zenne stroomafwaarts van Brussel : studie naar verontreiniging en ecologische toestand van de rivier en haar vallei als basis voor een integraal waterbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Zenne stroomafwaarts van Brussel : studie naar verontreiniging en ecologische toestand van de rivier en haar vallei als basis voor een integraal waterbeheer. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ontwikkeling van een originele algemene methodologie voor stadsbeheerverbanden tussen de economische, sociale, ecologische en ruimtelijke ordeningsfactoren en hun impact op het stadsleven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het duurzaam beheren van een stad blijkt een zeer complexe aangelegenheid te zijn, gezien de verschillende factoren die een rol kunnen spelen in dit beheer. Deze factoren, die bepalend zijn voor de leefbaarheid van een stad, kunnen hoofdzakelijk bepaald worden in functie van hun bijdrage tot de volgende vier hoofdaspecten : ecologische, economische, sociale aspecten en aspecten m.b.t. ruimtelijke ordening. Deze vier hoofdfactoren zijn echter niet los van elkaar te beschouwen, hetgeen tevens bijdraagt tot de complexiteit van het bovengestelde probleem. Het leefbaar maken van een stad en deze ook leefbaar houden op lange termijn, vergt dus een aangepast beleid dat voortdurend bijgesteld moet worden naargelang de situatie die zich op dat moment voordoet. In dit project wordt deze complexe structuur op een globale manier onderzocht zodat, aan de hand van een geschikte methodologie structurele en lange termijn beleidsmaatregelen kunnen voorgesteld worden. De methodologie ontwikkeld door het CSOO/VUB : 'Adaptive Control Methodology' (ACM), die gebaseerd is op systeemdynamica en multicriteria analyse, blijkt een gepast instrument te zijn om een dergelijk probleem aan te pakken. Organisaties: • Toegepaste Statistiek, Operationeel Onderzoek en Wiskunde voor de Humane Wetenschappen • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE BRANS • MARC DESPONTIN • PIERRE KUNSCH
Epidemiologie van mucoviscidose in België Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mucoviscidose wordt beschouwd als één van de meest frequente autosomaal recessieve ziekte bij Caucasische populaties. Het CFTR-gen (Cystic Fibrosis transmembrane conductance regulator) bevindt zich op chromosoom 7. Er zijn meer dan 800 gendefecten gekend, waarvan de meest voorkomende de DF508 deletie is. Ze vooroorzaken ernstige weefselbeschadigingen, voor in long (infecties) en pancreas (insufficiëntie). De incidentie van mucoviscidose is nog niet goed gekend. De cijfers variëren van 1:2.000 tot 1:25.000. Het Belgisch Mucoviscidoseregister (BMR-REM) werd opgestart in 1998 om de natuurlijke evolutie van de ziekte te kunnen volgen, en epidemiologische en klinische studies te kunnen doen. In 2000 waren er 735 patiënten in opgenomen, wat een toename van 27% betekende. De eerste frequentieverdelingen vertonen veel gelijkenis met deze van omringende landen. De gegevens (antropometrie, longfunctieparameters, longinfecties, aard van de behandelingen, socio-economische achtergrond, enz.) worden jaarlijks verzameld en verwerkt in de VUB en die de coördinator van het register is. Met dit onderzoek wensen we 1) te verzekeren dat dit register een epidemiologisch verantwoord onderzoeksinstrument met solide basisgegevens is 2) te bewaken dat het register 'population-based' is 3) een betrouwbaar en geautomatiseerd terugkoppelingsinstrument te maken voor de aangevende artsen 4) internationale samenwerking uit te breiden 5) de kolonisatie van longweefsel door Pseudomonas Aeruginosa na te gaan 6) een studie over de groei bij Belgische muscoviscidose patiënten 7) een studie over de resultaten van hart-longtransplantatie te verwezenlijken. Het project loopt met de medewerking van de 6 erkende Belgische Centra voor de behandeling van mucoviscidose en enkele andere clinici. De patiënten en hun ouders zijn er actief bij betrokken. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Karkaterisering van doelwitgenen van neurogenine 3 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Karakterisatie van het doelwitgen neurogenine 3 Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Een analyse van de karakteristieken en de ontwikkeling van wushu (de Chinese vechtsporten) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een analyse van de karakteristieken en de ontwikkeling van wushu (de Chinese vechtsporten) Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Integratie van dispersie, connectiviteit en landschapstructuur ten behoeve van richtlijnen voor habitatevaluatie en restoratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Integratie van dispersie, connectiviteit en landschapstructuur ten behoeve van richtlijnen voor habitatevaluatie en -restoratie. Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Environmental management capacity building for the Ghana ports and Harbours authority and relevant stakeholders in Ghana. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project focust op de rol van belangrijke groepen bij milieubeheerssystemen voor havens in Ghana. Havens en havengebieden zijn belangrijk voor de economie van vele landen. Deze economische activiteiten hebben meestal echter serieuze milieugevolgen. Om deze milieudegradatie tegen te gaan, is de rol van milieubeheerssystemen zeer belangrijk. De implementatie van een dergelijk systeem vereist echter de actieve betrokkenheid van belangrijke groepen wiens activiteiten de havenomgeving beïnvloeden. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Opstellen van instandhoudingsdoelstellingen voor de Zeeschelde en de tijgebonden zijriveren (Nete's, Dijle, Zenne en Durme). Universiteit Antwerpen Abstract: Opstellen van instandhoudingsdoelstellingen voor de Zeeschelde en de tijgebonden zijriveren (Nete's, Dijle, Zenne en Durme). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Invullen natuurontwikkeling langs de Zeeschelde en haar tijgebonden zijrivieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Invullen natuurontwikkeling langs de Zeeschelde en haar tijgebonden zijrivieren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Evaluatie van het lokale waterbeleid (in het kader van het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen MIRA-BE 2005). Universiteit Antwerpen Abstract: Evaluatie van het lokale waterbeleid (in het kader van het Milieu- en natuurrapport Vlaanderen MIRA-BE 2005). Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Pieter Leroy
Eigen initiatief project : Milieubeheer in het snel ontwikkelende kustgebied van Camau (Zuid-Vietnam). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het in kaart brengen van de biologische en sociaal-economische drijvende krachten en de gevolgen van het verdwijnen van de mangroven in de meest zuidelijke provincie van Vietnam. Op basis hiervan zal een milieuplan en beleid ontwikkeld worden. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Multifunctionaliteit van overstromingsgebieden: wetenschappelijke bepaling van de impact van waterberging op natuur, bos en landbouw. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie heeft tot doel een afwegingskader met beslissingsboom op te stellen dat het voor de administratie mogelijk maakt om op een eenvormige en gefundeerde wijze mogelijkheden voor en consequenties van de multifunctionele inrichting van overstromingsgebieden te bepalen. Het kader moet toelaten een evaluatie te maken van de mogelijkheden om de huidige functie van een overstromingszone te combineren met de functie van waterberging, en te bepalen tot welke kosten de keuzes van verschillende vormen van landinrichting met waterberging leiden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ecomorfologie van de voortbeweging bij de Lacertidae. Universiteit Antwerpen Abstract: Ecomorfologie van de voortbeweging bij de Lacertidae. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Raoul Van Damme
Relatief belang van blootstellingsroutes voor de accumulatie en effecten van metalen in benthische organismen. Universiteit Antwerpen Abstract: Relatief belang van blootstellingsroutes voor de accumulatie en effecten van metalen in benthische organismen. Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets
Ecologie van Fouling-organismen Universiteit Gent Abstract: Ecologie van Fouling-organismen: een detailstudie van Mytilopsis leucophaeata (Bivalvia, Dreissenidae) Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
ICP: Master programme in Human Ecology' (2004-2005) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Engelstalige 'Master Program in Human Ecology' heeft tot doel het aanbieden van een interdisciplinaire postgraduaatsopleiding overeenkomstig de beste internationale normen. Menselijke ecologie is een methode voor een integrale, wetenschappelijke benadering van de mens-omgevingsinteracties in brede zin. Menselijke ecologie situeert de ecologische problematiek in het interactiegebied tussen mens, maatschappij en omgeving. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Landschapsecologisch en ecohydrologisch onderzoek ten behoeve van de uitwerking van een ecosysteemvisie van Grote en Kleine Nete in het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN. Universiteit Antwerpen Abstract: Landschapsecologisch en ecohydrologisch onderzoek ten behoeve van de uitwerking van een ecosysteemvisie van Grote en Kleine Nete in het kader van de actualisatie van het SIGMAPLAN. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Wetenschappelijk en technische ondersteuning van activiteiten v/h kabinet leefmilieu omtrent de milieubeleidsvelden die behoren tot de federale bevoegdheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project omvat volgende taken: 1) Het voorbereiden van documenten die mogelijk maken een beleid rond fijn stof te initiëren en uit te bouwen. In een eerste fase zullen volgende documenten worden voorbereid: - Basiselementen van een Federaal Plan voor Reductie van Deeltjesvervuiling - Gevoerde Beleid in het Kader van Fijn Stof in het Buitenland 2) Op basis van deze documenten zullen, in samenspraak met het kabinet, initiatieven genomen worden om middels overleg en wetenschappelijk onderbouwd de beleidsvoornemens te verfijnen. Deze initiatieven zullen met rapporten worden gedocumenteerd. 3) Deelname aan de noodzakelijke vergaderingen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Een Europese geintegreerde wetenschappelijke infrastructuur voor de studie van 'global change' effecten op bos- en 'agroforestry' ecosystemen aan de hand van de FACE-technologie. (EUROFACE) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit infrastructuur-project ondersteunt en verbetert een reeds bestaande en operationele grootschalige Free Air CO2 Enrichment (FACE) opstelling. Met deze infrastructuur wordt een geintegreerde onderzoeksactiviteit op Europese schaal uitgevoerd met betrekking tot de rol van korteomloop- houtaanplantingen voor de sekwestratie van broeikasgassen onder condities van globale klimaatswijzigingen, en dit in het licht van het Kyoto-protocol. Het onderzoek van de interacties tussen beheersstrategieën (hakhoutcultuur en bemesting) en klimaatswijzigingen is essentieel (i) voor een volledige becijfering van het aandeel van biomassa en energieplantages voor koolstofsekwestratie, en (ii) voor het afwegen van de directe versus indirecte effecten van dit type van landgebruik voor koolstofsekwestratie. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Ontwikkeling en implementatie van een simulatiemodel m.b.t. het koolstofbudget van gemengde Europese bossen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling en implementatie van een simulatiemodel m.b.t. het koolstofbudget van gemengde Europese bossen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • David Sampson
BOF/IWT-opvangmandaat. Universiteit Antwerpen Abstract: BOF/IWT-opvangmandaat. Organisaties:
• Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Tine Vandenbrouck
Studie van de verspreiding van invasieve Halsbandparkieten in Vlaanderen en inschatting van de impact op inheemse soorten. Universiteit Antwerpen Abstract: In onze geglobaliseerde wereld worden steeds meer organismen over de wereld getransporteerd en bijgevolg kunnen steeds meer organismen zich vestigen buiten hun oorspronkelijk verspreidingsgebied. Het is algemeen bekend dat sommige van die exoten een enorme ecologische en economische impact kunnen hebben, maar meestal ontbreekt de kennis om een uitspraak te kunnen doen over de potentiële uitbreiding en impact van een gevestigde exoot. Dit project beoogt dan ook om een wetenschappelijk onderbouwde evaluatie te maken van de potentiële verspreiding en ecologische impact van een explosief toenemende exoot. Als studiesoort hiervoor wordt de Halsbandparkiet genomen, een uit India en Afrika afkomstige holenbroeder die zich in verschillende West-Europese steden gevestigd heeft. Door het linken van verschillende Halsbandparkieten-datasets aan habitatopnames en geografische data zal het `ecologisch profiel' van de HBP bepaald worden. Aan de hand hiervan zal een potentiële habitatkaart opgemaakt worden en zal ingeschat worden hoe snel de Halsbandparkiet het geschikte habitat zal kunnen opvullen. Door een analyse van het waargenomen aantal holenbroeders, Halsbandparkieten en habitatvariabelen zal een impactrelatie opgesteld worden. Door deze impactrelatie toe te passen op de voorspelde parkietuitbreiding zal het effect op de inheemse holenbroederpopulaties ingeschat worden. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Diederik Strubbe
Trofische rol en ecologische bestemming van microbiële productie en bladval in magrove-ecosystemen Universiteit Gent Abstract: Trofische rol en ecologische bestemming van microbiele productie en bladval in magrove-ecosystemen Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Functionele enkelinstabiliteit. Gerandomiseerd meerdimensionaal klinisch ondrezoek van de effectiviteit van oefentherapie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Functionele enkelinstabiliteit. Gerandomiseerd meerdimensionaal klinisch ondrezoek van de effectiviteit van oefentherapie Organisaties: • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie
Onderzoekers: • PETER VAES
In vivo karakterisatie van de interactie tussen angiotensine fragmenten met de centrale neurotransmittersystemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naast het gekende renine-angiotensine systeem (RAS) thv de nier bestaat er ook een RAS in de hersenen. Dit centraal systeem staat ook in voor de regeling van de bloeddruk, maar functies op de motoriek, cognitie en gedrag zijn beschreven. Het belangrijkste peptide van het RAS is angiotensine II (Ang II), dat zijn werking uitoefent via AT1 en AT2 receptoren. Recentelijk zijn er fragmenten van Ang II beschreven zoals Ang IV en Ang (1-7) die het RAS zouden beïnvloeden, en dit elk met specifieke functies in de hersenen. Zo zou centraal Ang II het dopaminerg systeem in de basale ganglia beinvloeden wat een rol van dit peptide in de motoriek impliceert. Dit kan in verband gebracht worden met pathologiëen zoals de ziekte van Parkinson en Huntington. Ang II en Ang IV zouden een rol spelen in de hippocampale fysiologie en in epilepsie, via modulatie van Glu en GABA. De rol in cognitie zou via een Ang IV-acetylcholine interactie gebeuren. Er zijn echter weinig in vivo gegevens gekend die de exacte rol van deze neuropeptiden weergeeft. Daarom gaan we in dit project de effecten van Ang II en zijn fragmenten Ang IV en Ang (1-7) op de neurotransmittervrijgave (noradrenaline dopamine, serotonine, glutamaat, GABA en acetylcholine) in het striatum, de hippocampus of de prefrontale cortex van de vrijbewegende rat bestuderen mbv in vivo microdialyse. Deze fundamentele studie zal ons toelaten de interactie van Ang II en zijn fragmenten met verschillende neurotransmittersystemen in vivo te karakteriseren. In een tweede fase kunnen de vastgestelde interacties in relatie gebracht worden met verschillende ziektebeelden. Het effect van de Ang fragmenten kan worden bestudeerd in diermodellen (ziekte van Parkinson en limbische epilepsie) die in het laboratorium werden ontwikkeld en die gekenmerkt worden door belangrijke afwijkingen in bepaalde neurotransmittersystemen. Organisaties: • Experimentele Farmacologie • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • GUY EBINGER • Bart STRAGIER • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE
The carbon sink strength of beech in a changing environment : Experimental risk assessment of mitigation by chronic ozone impact (CASIROZ). Universiteit Antwerpen Abstract: De gevoeligheid van volwassen beukenbomen aan een chronische ozonblootstelling wordt onderzocht voor representatieve boscondities in Centraal Europa. In het kader van de globale klimaatsveranderingen kan ozon namelijk de capaciteit van bossen om koolstof vast te leggen, sterk beinvloeden. Een nieuw Free Air Canopy Ozone Exposure systeem, waarbij een verhoogd ozonregime continu aan een bosbestand wordt opgelegd, zal gebruikt worden om de relevante respons van beuken te onderzoeken. Hierbij zal vooral de koolstofbalans onderzocht worden. De ozonflux in de bladeren zal gevalideerd worden tegenover het courant gebruikte AOT40 criterium. De reponsprocessen op het niveau van de cel, het plantenorgaan en de volledige boom zullen bestudeerd worden aan de hand van moleculaire, biochemische en ecofysiologische methoden. Bijkomende begassingsexperimenten van jonge beuken in de kroon evenals blootstellingen van volledige takken met cuvetten, moeten toelaten om de ozonstudies te valideren. De bekomen resultaten en bevindingen zullen geincorporeerd worden in een mechanistisch model dat zal opschalen naar het volledige bestandsniveau en dat de ozonimpact kan voorspellen onder `global change' scenarios. Deze procesgefundeerde risico-
inschatting moet in staat zijn om het beleid dienaangaande te sturen. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Bilaterale acties : W&T samenwerking met Vietnam. Integrated and strategic environmental impact assessment of port developments in the HCMC VUNG TAU area of South Vietnam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De steden Ho Ci Minh, Bien Hoa en Vung Tau (Zuid-Vietnam) zijn gesitueerd in een van de snelst groeiende gebieden van het land, maar zijn tevens gelegen bij een van de grootst natuurlijke rivieren en mangrove systemen. De ontwikkelingen betreffen voornamelijk haven en industrie gebieden. Voor elk van deze ontwikkelingen zijn er afzonderlijke milieu effect rapportages (EIA) uitgevoerd, maar er is nog geen geïntegreerd raamwerk van alle havenontwikkelingen uitgevoerd. Deze studie doet dit in de vorm van een strategische milieu effect rapportage waarin de cumulatieve effecten geëvaleerd worden. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Anaërobe biologische waterzuivering. Universiteit Antwerpen Abstract: Anaërobe biologische waterzuivering. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Ludo Diels
Herstel en verhoging van connectiviteit tussen bosfragmenten in de Taita Hills, zuid-oost Kenia Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt (i) de ontwikkeling van een 3-D least-cost model voor simulatie van veranderingen in landschapsconnectiviteit ifv verschillende herbebossingsscenarios, en (ii) het opstellen van een lijst van potentiële kerngebieden voor habitatrestoratie. Deze kerngebieden zullen tevens geëvalueerd worden mbt biologische, fysische, wettelijke en socio-economische aspecten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Groenindicatoren : Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inventaris en analyse van groenindicatoren in Vlaanderen, ontwikkeling van een actieprogramma. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
EIGEN INITIATIEF : Ontwikkeling van een Centrum voor eco-management en ruimtelijke informatietechnieken (CEMSIT), Yunnan University, P.R. of China. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van dit project is een verbinding te maken tussen enerzijds de bestaande kennis van het Institute of Ecology and Geobotany (IEG) van de Yunnan University in het ecologiedomein en de nieuwe expertise verworven tijdens het project, meer specifiek betreffende ruimtelijke informatietechnieken en milieueffectrapportage, en anderzijds de lokale socio-economische problemen van de globale Yunnan provincie en de gebieden rond de Lancang rivier meer specifiek. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Mogelijkheden van NTMB binnen de uitbouw van de ecologische infrastructuur in de Antwerpse haven. Universiteit Antwerpen Abstract: Mogelijkheden van NTMB binnen de uitbouw van de ecologische infrastructuur in de Antwerpse haven. Organisaties: • Dierenecologie • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Patrick Meire
Relaties tussen de ecologische en chemische toestand van oppervlaktewater. (REBECCA) Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van het project REBECCA is het onderbouwen van wetenschappelijke uitgangspunten waarop de kaderrichtlijn water zich baseerd, namelijk dat het verband tussen de biologische, fysische en chemische toestand van het oppervlaktewater wel bekend zijn zodat het beheer van bekkens en rivieren er op gericht kan zijn om de ecologische kwaliteitsdoelstellingen te behalen. Tot nog toe is er reeds veel succes geboekt in het behouden en verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit door het beter begrijpen van de relatie tussen antropogene invloeden (zoals waterontrekking, landbouw en effluent lozingen) en de chemische kwaliteit van het water. Desondanks zijn er nog vele uitdagingen in de ontwikkeling en implementering van meetprogrammas. Onze huidige kennis over de relatie tussen de chemische kwaliteit en de ecologische status is over het algemeen onvoldoende om beheersmaatregelen voor het bereiken van ecologische kwaliteitsdoelstellingen te ondersteunen.
Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Zoetwaterschorren als "sinks" voor stikstof : dynamiek van het benthische compartiment en onderzoek naar hun rol in estuariene stikstof retentie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het algemeen doel van dit project is het bepalen van de rol van zoetwaterschorren binnen de stikstofcyclus van het Schelde-estuarium. Het Schelde-estuarium, met haar dichtbevolkte bekken, is een typisch voorbeeld van een ecosysteem dat grote vrachten van stikstof te verwerken krijgt. De omvangrijke arealen zoetwaterschorren betekenen een belangrijk potentieel aan N-verwijdering. Dit project heeft tot doel de stikstofcyclus te begrijpen in belangrijke schor-compartimenten zoals overspoelend water, sediment en macrofyten. Hiertoe wordt een ecosysteem labelings studie gecombineerd met verscheidene additionele studies Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Evaluatie van de effectiviteit van natuurtechnische maatregelen in het waterlopenbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van Integraal Waterbeheer worden diverse herstelprojecten uitgevoerd in de rivierbekkens, zonder dat er achteraf een grondige wetenschappelijke evaluatie van de uitgevoerde maatregelen gebeurd. Binnen dit project ligt de nadruk op de evaluatie van een aantal door de provincie van Antwerpen uitgevoerde herstelprojecten, waarbij o.a. gebruik gemaakt wordt van beoordelingstechnieken op basis van de aanwezige macrofyten, macro-invertebraten en vissen . De evaluatie zal vervolgens worden gebruikt als input voor educatief materiaal voor waterbeheerders met betrekking tot de genomen maatregelen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Microdistributie en activiteit van vrijlevende aquatische nematoden in een heterogeen milieu Universiteit Gent Abstract: Via veldexperimenten zal de spatiële verdeling en de activiteit van nematoden in Schelde-sedimenten en in tropische manrgove sedimenten worden onderzocht tevens zal de relatie bepaald worden tussen de verspreiding van de soorten en de chemische omgevingsvariabelen. Een toestel zal aangekocht worden dat zuurstof rechtstreeks kan meten tussen de zandkorrels (of in cultures). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Taxonomisch, fylogenetisch, populatiegenetisch en fylogeografisch onderzoek met behulp van DNA sequentie- en fragmentanalyse Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de integratie van moleculaire data bekomen door DNA sequentieanalyse en fragmentanalyse in het klassiek pakket van kenmerken die gebruikt worden om populaties en taxa op alle niveau's te defniëren en te volgen in ruimte en tijd. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Jacques Vanfleteren • Henri Dumont • Ann Vanreusel • Koen Sabbe • Wim Bert
Eerste generatie Steunpunt : Milieu en gezondheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Steunpunt Milieu en Gezondheid is een consortium waarbij alle Vlaamse universiteiten betrokken zijn en bovendien instellingen zoals VITO, PIH en OPZ-Geel en de universiteit van Maastricht. Concreet beoogt de uitdaging van het onderzoek een verdere uitdieping van de vraagstelling naar de impact van het milieu op de gezondheid van de samenleving. De Vakgroep focust zich vooral op de ontwikkeling van milieuen gezondheidsindicatoren als beleidsondersteunende elementen. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Scheikunde
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • WILLY BAEYENS
Steunpunt : Sport, beweging en gezondheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Steunpunt : Sport, beweging en gezondheid. Organisaties: • Artrokinematica • Experimentele Anatomie • Menselijke Fysiologie en Algemene Biologische Scheikunde • Motorische Revalidatie en Kinesitherapie • Menselijke Fysiologie • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers:
• WILLIAM DUQUET • PETER VAES • BARTOLD VAN GHELUWE • Pierre VAN ROY • JAN BORMS • JAN PIETER CLARYS • ROMAIN MEEUSEN • KENNY DE MEIRLEIR
Capillaire LC-MS/MS van neurofarmaka en neuropeptiden in microdialysaten in 'in vivo' neurofarmacologisch Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de ontwikkeling van analytische methodes voor de kwantitatieve bepaling van een aantal neuropeptiden en farmaka in microdialysaten door middel van capillaire LC, gekoppeld aan triple quadrupool electrospray MS/MS. Omwille van de lage concentraties die verwacht worden in de microdialysaten (pM range), streven we naar maximale gevoeligheid van de ontwikkelde methodes. Hiervoor moeten we een aantal parameters optimaliseren, zowel op het vlak van de microdialyse staalname zelf, als op het vlak van de vloeistofchromatografie. We wensen de ontwikkelde methodes dan verder toe te passen in een aantal specifieke projecten binnen het onthaallaboratorium In het kader van PK/PD studies van anti-epileptica, levert de combinatie van microdialyse en nano-LC-MS/MS het voordeel dat in elk dialysaat (max. 40 µl) zowel de concentratie aan PD merker als de concentraties aan het farmakon en zijn metaboliet(en) simultaan worden bepaald. Het spreekt voor zich dat het gebruik van LC-MS/MS in dit tijdsrovende maar originele werk ook een enorme tijdswinst en informatiewinst zal opleveren. We zullen ook een LC-MS/MS methode ontwikkelen voor de bepaling van neuropeptiden (somatostatine, dynorfine, galanine, ...) in hippocampale microdialysaten om de in vivo neuropeptidevrijgave te bestuderen tijdens en na experimenteel geïnduceerde convulsies. Nadien zullen we onderzoeken hoe deze neuropeptidevrijgave gemoduleerd wordt door een aantal selectieve peptiderge liganden, maar vooral ook door subtypeselectieve liganden van zowel de ionotrope als de metabotrope glutamaatreceptoren. Op dezelfde manier zal van peptidevrijgave (enkefaline, dynorfine, substantie P, ...) in diermodellen van de ziekte van parkinson worden bestudeerd om hun rol in de motoriek beter in kaart te brengen. Tot slot zijn we ook geïnteresserd in de in vivo metabolisatie van Ang II en zijn fragmenten in verschillende hersenkernen (hippocampus, striatum en cortex). Door lokale en continue toediening van Ang II via de microdialyse probe zullen we in de dialysaten tijdens en na perfusie de verschillende fragmenten bepalen met LC-MS/MS. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • YVETTE MICHOTTE • SOPHIE SARRE • Ilse Julia SMOLDERS • Katrien LANCKMANS
Hippocampale neuropeptide-glutamaat-serotonine interacties, relevantie voor limische epilepsie en depressie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Epilepsie treft ongeveer 1% van de bevolking wereldwijd en hiervan is nog steeds een kwart van de patiënten niet aanvalsvrij met de huidig beschikbare medicatie. Dikwijls zijn de patiënten met partiële aanvallen van temporale of frontale oorsprong het moeilijkst te behandelen. De zoektocht naar vernieuwende anti-epileptica met originele actiemechanismen en/of minder neveneffecten blijft dus actueel. Sommige neuropeptiden en peptidereceptorantagonisten voldoen waarschijnlijk aan deze 2 criteria en vandaar dat we in dit project een aantal neuropeptiden en peptiderge liganden willen onderzoeken op hun anticonvulsieve eigenschappen. Peptiderge liganden hebben modulerende effecten op de klassieke neurotransmittersystemen en worden preferentieel vrijgesteld in pathologische omstandigheden. Daarom interfereren peptiden niet rechtstreeks met de basale snelle synaptische transmissie en dit zou zich kunnen uiten in weinig of geen bijwerkingen. Moeilijk controleerbare limbische epilepsie gaat bovendien zeer dikwijls gepaard met psychiatrische stoornissen, vooral depressie en angst. Ondanks deze klinische relevantie blijft het zoeken naar moleculen en/of strategieën met zowel anti-epileptische als antidepressieve activiteit een verwaarloosd onderzoeksdomein. Daarom willen we in dit project een aantal eerder geteste, veelbelovende subtype-selectieve glutamaatreceptorliganden en een aantal peptiderge liganden onderzoeken op hun interacties met de monoaminerge neurotransmitters. Het is immers algemeen aanvaard dat wijzigingen in serotoninerge en noradrenerge systemen aan de basis liggen van depressies en depressieve symptomen. Eventueel kunnen interessante moleculen vervolgens gescreend worden in diermodellen voor depressie en angst. Organisaties: • Farmaceutische Chemie, Analyse van Geneesmiddelen en Geneesmiddelenkennis
Onderzoekers: • Ilse Julia SMOLDERS
Koolstof en stikstof cycli in de Westerschelde : het ontwikkelen van een geïntegreerde visie en de identificatie van de belangrijkste organismen in die cycli. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel van dit project is het bepalen van de balans tussen productie- en ademhalingsprocessen op niveau van het gehele Schelde estuarium, waarbij terzelfdertijd de koolstof- en stikstofdynamiek wordt beschouwd. Meer specifiek, dit project beoogt (1) de kwantificering van systeem- en functionele groep-specifieke primaire productie, (2) de de assimilatie van koolstof en stikstof door algen en bacterieën te bestuderen en (3) de studie van de 3 voornaamste stikstofcyclus processen (denitrificatie, nitrificatie en ammonium regeneratie). Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Zoetwaterschorren als "sinks" voor stikstof : dynamiek van het benthische compartiment en onderzoek naar hun rol in estuariene stikstof retentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel van dit project is de rol bepalen van zoetwaterschorren binnen de stikstofcyclus van het Schelde-estuarium. Algemeen wordt aangenomen dat stroken 'wetland' langsheen de oeverlijn zich gedragen als filters van het estuarien water, in die zin dat ze anorganisch en organisch stikstof uit het overspoelend water verwijderen of de aard van de stikstofvormen wijzigen. Het Schelde-estuarium, met haar dichtbevolkt bekken, is een typisch voorbeeld van een ecosysteem dat grote vrachten van stikstof te verwerken krijgt, en dat omvangrijke arealen zoetwaterschorren bezit, hetgeen een belangrijk potentieel aan N-verwijdering betekent. Daarenboven is van beleidswege in de nabije toekomst de inrichting van nieuwe overstromingsgebieden voorzien, wat de capaciteit van de filterfunctie via dergelijke gebieden nog zal doen toenemen. Omvattend 'in-situ'-onderzoek van de uitwisseling en cyclering van stikstof in zoetwaterschorren zal niet enkel toelaten de rol van deze schorren in het estuarien budget in te schatten, maar ook de belangrijkste processen te identificeren en te kwantificeren die aan deze rol ten grondslag liggen. De klassieke benadering om de relatie tussen het estuarien pelagiaal en de intergetijdengebieden te bestuderen leiden aan tekortkomingen, bv.
door onnauwkeurigheid van de waterbalans. Ze geven enkel netto-uitwisseling weer. De processen worden er niet in geïdentificeerd, net zo min als de rol van compartimenten binnen het gebied, en extrapolatie naar een sluitende balans voor ganse gebieden is vaak moeilijk (Nixon, 1980; Howarth, 1993). Recente vooruitgang in analyse van stabiele isotopen maakt het mogelijk 'labeling'-studies uit te voeren op een afgebakend systeem (Holmes et al. 2000, Middelburg et al. 2000), waarbij het stabiel isotoop 15N kan gebruikt worden als gevoelige tracer in stikstofcyclering. We stellen voor om een ecosysteem-labeling-studie te combineren met verscheidene additionele studies die erop gericht zijn de stikstof cyclering te begrijpen in belangrijke schor-compartimenten zoals overspoelend water, sediment en macrofyten. Organisaties: • Analytische en Milieu Chemie • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • Loreto DE BRABANDERE • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Clusterproject : Valorisatie van transportmodellen voor een duurzaam transport Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transport en duurzame ontwikkeling zijn onmiskenbaar met elkaar verbonden. Het feit dat de auto nog steeds het meest gebruikt wordt voor het maken van verplaatsingen heeft duidelijk aangetoonde negatieve effecten op de omgeving. De vooruitzichten voor het autogebruik beloven niet meteen een verandering in deze evolutie. Het vervoer van personen (waartoe we ons in dit project beperken) en de verwachte toekomstige ontwikkelingen leggen dan ook een zware hypotheek op de duurzame ontwikkeling van onze samenleving. Door belangrijke projecten en toonaangevende wetenschappelijke partners in het domein van duurzame mobiliteit samen te brengen kunnen we de wetenschappelijke kennis die aanwezig is in de organisaties van verschillende clusterpartners delen, verspreiden en valideren. Meer specifiek kan deze expertise gestructureerd worden in de volgende onderwerpen, die direct gelinkt zijn aan duurzame mobiliteit: - emissiemodellen - activiteiten-gebaseerde modellering - data consolidatiemodellen - demografie Het doelpubliek van onze acties zijn leden van de verschillende Belgische beleidsniveaus, administratie, onderzoeksinstellingen en studiebureaus. Concreet organiseren we een aantal workshops: een deel intern tussen de verschillende clusterpartners, een ander deel specifiek gericht naar het doelpubliek. Het doel van de workshops is een interactieve benadering van het thema, waarbij de input zowel van de clusterpartners als van het publiek komt. Organisaties: • Sociologie
Onderzoekers: • IGNACE GLORIEUX • SUZANA KOELET
Towards understanding commmunity assembly rules during floodplain restoration. Universiteit Antwerpen Abstract: Towards understanding commmunity assembly rules during floodplain restoration. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Opstellen van doelstellingen voor ecologische infrastructuur in de Antwerpse haven. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is ondermeer het opstellen van doelstellingen voor de habitats en soorten van het netwerk ecologische infrastructuur in de Antwerpse haven die voldoende concreet zijn om als toetsingskader te gebruiken bij de beoordeling van ingrepen en handelingen in het kader van denatuurregelgeving binnen het havengebied van Antwerpen. Deze zijn bij voorkeur kwantitatief meetbaar. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Eco-hydrologische en sociaal-economische benadering voor het herstel van de lagune Merja Zerga in Marokko. Universiteit Antwerpen Abstract: Eco-hydrologische en sociaal-economische benadering voor het herstel van de lagune Merja Zerga in Marokko. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Mohssine El Kahloun
ICP-nazorgprojecten (2002-2007):Master of Science in Human Ecology. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het internationale karakter van ICP-programma's en de soms moeilijke bereikbaarheid van de oud-studenten zorgt ervoor dat een followup niet altijd het gewenste resultaat oplevert indien een structureel kader hiervoor ontbreekt. Op deze manier gaat een massa nuttige en bruikbare informatie verloren inzake de reïntegratie en capaciteitsversteviging van deze ex-studenten in hun land van herkomst. Het algemene doel van dit nazorgvoorstel is een duurzaam en degelijk netwerk op te richten via het welke de oud-studenten in contact kunnen staan met elkaar. Verder wordt nagegaan in welke mate de oud-studenten naar hun land van herkomst terugkeren en de verworven kennis in hun professionele loopbaan aanwenden om een werkelijke bijdrage te leveren tot een duurzame ontwikkeling. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Verdere ontwikkeling en optimalisering van het REST-systeem (Remote Explosive Scent Training).
Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de toepassing van Remote Explosive Scent Detection (REST) met behulp van Afrikaanse hamsterratten. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen
Duurzaam wonen en bouwen als hefboom voor educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Doorlichting van actoren, aanbod en omkadering en aanbevelingen voor het beleid. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze studie is om een actuele stand van zaken weer te geven van formeel, non-formeel en informeel leren in Vlaanderen met betrekking tot "Duurzaam wonen en bouwen" voor professionelen. Hierbij worden zowel de actoren, de opleidingen, eindtermen, cursussen, initiatieven, projecten en materialen in kaart gebracht.. Op basis van deze inventaris en een toetsing aan een referentiekader worden aanbevelingen geformuleerd om duurzame ontwikkeling meer ingang te laten vinden in educatie voor duurzaam wonen en bouwen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Eric de Deckere
Opmaak van een leidraad voor natuurbeheerders: inzet en welzijn van dieren voor beheer (BeNeKempen-opdracht). Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is om na te gaan wat het effect van zware metalen is op de gezondheidstoestand van grazers die langdurig verblijven in natuurgebieden uit het projectgebied van de BeNeKempen. Richtlijnen zullen uitgewerkt worden voor het beheer van die dieren om risico's op gezondheidseffecten te verlagen. Tevens zal worden nagegaan wat de mogelijke juridische problemen zijn bij het inezetten van grazers voor grensoverschrijdend natuurbeheer. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Wim De Coen
Opdracht in het kader van de opmaak van een leidraad voor natuurbeheerders: Invloed van stuifduinen op de verspreiding van zware metalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Een deel van de stuifzanden in de Vlaamse Kempen is verontreiningd met zware metalen. Door het open karakter van deze stuifzanden kan de wind er vrij spel op hebben en kunnen zanddeeltjes tot op verre afstand van de stuifzandgebieden verspreid worden. Dit zou een mogelijk mechanisme voor de transport van zware metalen kunnen zijn. Een ander manier van mogelijke verspreiding van zware metalen vanuit de stuifzanden kan plaatsvinden is via het grondwater. Doordat de stuifzandgebieden als inzijggebied voor regenwater functioneren kunnen zware metalen vanuit de toplaag met het inzijgende water mee worden gevoerd en op andere plaatsen, waar hetgrondwater were aan de bodem komt, terecht komen. Het doel van deze studie is om inzicht te krijgen in welke mate zware metalen vanuit de stuifzanden worden verspreid via wind en via grondwater. Hiertoe zullen in het projectgebied BeNeKempen een aantal begroeide en onbegroeide duinen worden geselecteerd waar op relevante plekken bodemstalen en waterstalen zullen worden geanalyseerd. De selectie van de punten zal zodanig zijn dat er inzichten zullen worden verkregen in de mate van zwaremetalenverspreiding vanuit de stuifzanden. De resultaten zullen dan toelaten om een handleiding op te stellen die bruikbaar is voor de beheerders van de verschillende gebieden. Mogelijke maatregelen zoals beplanting van stuifduinen kunnen worden voorgesteld Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Patrick Meire
ADAPT - Towards an integrated decision tool for adaptation measures - Case study: floods - eerste fase. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar een geïntegreerde beslissing voor gepaste maatregelen ¿ case study: overstromingen Gepaste maatregelen zijn nodig voor de bescherming van populaties en ecosystemen tegen klimaatgerelateerde problemen in de volgende decennia (IPCC, 2001; EEA, 2004). Het algemene doel van dit project is het ontwikkelen en demonstreren van een efficiënte beheersmaatregel, nl. een op kostenbaten analyse gebaseerd instrument voor de integrale toepassing van gepaste maatregelen tegen overstromingsrisico's in België. Het project bestaat uit het ontwikkelen van een methodologie gebaseerd op de bestaande kennis en feiten betreffende de effecten van klimaatverandering, hun intensiteit en hun waarschijnlijke progressie in de tijd. Deze methodologie zal verfijnd worden door een 'case study' (Maas en Schelde bekken). De benadering neemt zowel hydrologische (Ulg), economische (ULB), sociale (HIVA - KUL) en ecologische (ECOBE - UA) aspecten in rekening, als hun wederzijdse interacties in overeenkomst met het ontwikkelingsprincipe en het principe van duurzaam beheer (ECOLAS). De bijdrage van de groep ECOBE (UA) focust zich op de impact van overstroming op de ecologische waarden van de ecosystemen. Daarnaast zullen mogelijkheden voor aangepaste maatregelen, welke zowel natuur en veiligheid kunnen combineren, onderzocht worden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Intergovernmental Panel on Climate Change Universiteit Antwerpen Abstract: Intergovernmental Panel on Climate Change Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
AF3-SEA.
Universiteit Antwerpen Abstract: AF3-SEA. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Onderzoeksexcellentiecentrum ECO. Universiteit Antwerpen Abstract: Het centrale thema van het OEC ECO betreft de studie van de effecten van veranderingen in het abiotisch of niet-levend milieu op ecologische systemen (niveaus gaande van cel, organisme, ecosysteem tot landschap en regio), op de conditie en gezondheid van plant en dier waaronder de mens - en op het cultureel erfgoed. In essentie gaat het om de studie van oorzaken (veranderingen in het milieu, verstoringen van de leefomgeving, verschillende stress-situaties) en gevolgen (ecofysiologische en chemische responsprocessen op diversie niveaus van organisatie). Het onderzoek is fundamenteel wetenschappelijk van aard, maar ook methodologisch, en het kan in bepaalde gevallen ook resulteren in of leiden tot relevante toepassingen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Rene Van Grieken • Reinhart Ceulemans
Effecten van biodiversiteit en klimaatsopwarming op koolstofopslagmechanismen in terrestrische ecosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: De twee onderzoeksgroepen wensen de koolstofbalans (`sources' en `sinks') en C-fluxen te kwantificeren van een specifiek vegetatietype (nl. een gematigd graslandecosysteem) aan de hand van een centraal experimenteel platform, geconstrueerd door de UIA-onderzoeksgroep. Er wordt geopteerd voor een geïntegreerde, procesmatige benadering van alle belangrijke componenten van de C-sekwestratie-pathway, met inbegrip van de rol van vegetatie, micro-organismen en bodem. In dit platform voor gezamelijk gebruik door de twee onderzoeksgroepen, worden verschillende `global change' scenario's experimenteel gesimuleerd (verlies van biodiversiteit, klimaatsopwarming, en de combinatie van beide). Studies worden uitgevoerd op de C-cyclus (assimilatie, respiratie, opslag in biomassa en bodem-pools, residentietijd), op ondergrondse allocatieprocessen (wortelproductie, groei en turnover van fijne wortels, C-exudatie) en op trofische relaties (microbieel C-gebruik en -immobilizatie, verschillen tussen decompositie door bacteriën en fungi). Zowel biogeochemische als biotische interacties tussen plantendiversiteit en klimaatsverandering komen aan bod, met nadruk op verschuivingen tussen nutriëntenopname door planten en bacteriële immobilisatie, en op soortspecifieke veranderingen in de fenologie van planten t.g.v. blootstelling aan een gewijzigd temperatuursregime. Organisaties: • Planten- en vegetatie ecologie • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Reinhart Ceulemans
Dynamiek in diversiteit, functionaliteit en stabiliteit van mangroven, benaderd vanuit een retrospectieve en actuele teledetectie-aanpak m.b.v. nieuwe patroonherkenningstechnieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project behandelt de floristische en ruimtelijke (in)stabiliteit van het mangrove-ecosysteem en het effect hiervan op de aanwezige mangrovefauna. De veranderingen in mangroven die worden opgevolgd en gemodelleerd zijn van fyto- en zoösociologische aard en concentreren zich direct en indirect op de functie, de mobiliteit en de mogelijkheden van verspreiding van de organismen onder welbepaalde milieuomstandigheden. Het project maakt gebruik van recente teledetectie-technologie van zeer hoge resolutie en innoveert eerder gevoerd onderzoek door alle biotische en abiotische gegevens te integreren in een geografisch informatiesysteem. Het onderzoek wordt toegespitst op mangrovesites in Kenia en Sri Lanka en wordt uitgevoerd in samenwerking met de VUB, die het project coördineert. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
SB Veronique De Maersschalck - Artificiële riffen in relatie tot de infauna van aangrenzende zachte substraten: de rol van wijzigingen in predator-prooi interacties versus wijzigingen in fysico-chemisch habitat Universiteit Gent Abstract: Via een zeer uitgebreid veldexperiment in de Noordzee zullen predator-prooi-interacties in de buurt van artificiële riffen (scheepswrakken) onderzocht worden. SB Veronique De Maersschalck - Artificiële riffen in relatie tot de infauna van aangrenzende zachte substraten: de rol van wijzigingen in predator-prooi interacties versus wijzigingen in fysico-chemisch habitat. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Sociale organisatie en dispersie bij een tropische zangvogel in een versnipperd habitat Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel een beter inzicht te verwerven in de sociale structuur van een tropische zangvogel, en meer specifiek na te gaan hoe sociale interacties de aantaldynamiek in sterk versnipperd habitat beinvloeden. Hiertoe wordt onderzoek uitgevoerd op een niet-endemische soort in één van de meest versnipperde biodiversiteit hotspots in de wereld, en worden observaties gecombineerd met veldexperimenten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Effecten van klimaatsopwarming en gewijzigde biodiversiteit op de koolstof-, water- en stikstofbalans van graslanden bij droogte. (GRASSLAND) Universiteit Antwerpen
Abstract: Globale veranderingen van de aarde omvatten zowel klimaatveranderingen als veranderingen in landgebruik en in biodiversiteit. De impact van klimatologische omgevingsstress en van de druk van het landgebruik op graslanden is tot nog toe onvoldoende gekend. Men veronderstelt echter dat graslanden de grootste veranderingen in diversiteit zullen ondergaan omdat zij gelijktijdig beinvloed worden door een combinatie van verschillende factoren, zoals stikstof(N)-depositie, overbegrazing, toenemende atmosferische CO2 concentraties en opwarming. Dit is vooral belangrijk omdat graslanden een belangrijke poel uitmaken in de globale koolstof(C-)cyclus. Zij nemen daarenboven ongeveer 20% van alle terrestrische CO2 fluxen voor hun rekening en zij vertegenwoordigen een gelijkaardig aandeel in de globale bodem-organische-koolstof. Tot nog toe hebben weinig of geen studies aandacht geschonken aan de gecombineerde effecten van verhoogde temperatuur en (i) droogtestress, of (ii) verhoogde N-depositie op het verlies aan diversiteit. Het hier voorgestelde onderzoeksproject tracht de impact van deze gecombineerde effecten na te gaan op het diversiteitsverlies, en op de C- en N-cycli, inclusief de allocatie van C en N tussen planten en bodem, tijdens verschillende ontwikkelingsstadia van de plant. Meer in het bijzonder worden volgende facetten onderzocht: (i) de performantie, productiviteit en efficientie van het waterverbruik; (ii) de bodem-koolstofbalans; en (iii) verschillende aspecten van de N-cyclus en van de waterverbruiksefficientie, en dit alles voor verschillend typen van graslandgemeenschappen. Verschillende experimenten zullen worden uitgevoerd aan de hand van modelecosystemen die groeien in 12 klimaatgecontroleerder groeikassen onder buitencondities. Elke groeikas bevat 24 plantengemeenschappen met verschillende combinaties van negen graslandsoorten: drie grassoorten, drie stikstoffixerende dicotylen en drie niet-stikstoffixerende dicotylen. Elke plantengemeenschap bestaat uit één, drie of negen soorten zodat verschillende niveaus van soortenrijkdom gesimuleerd worden. De helft van alle groeikassen wordt aan de omgevingsluchttemperatuur blootgesteld, terwijl de andere helft met 3°C opgewarmd wordt. Het voorgestelde onderzoek laat ons toe om beter te begrijpen hoe de ecosysteemdiversiteit zal reageren op stresssituaties in een toekomstig klimaat, en draagt bij tot een vermindering van de huidige onzekerheden met betrekking tot het verlies aan diversiteit in graslanden. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Overzicht van de lopende monitoringprojecten met betrekking tot de veiligheid tegen overstromen en natuurlijkheid in de Zeeschelde, haar tijgebonden zijrivieren en de binnendijkse gebieden beïnvloed door het Sigmaplan. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een overzicht te krijgen van de lopende monitoring projecten in Vlaanderen m.b.t. de Zeeschelde, haar tijgebonden zijrivieren en de binnendijkse gebieden die beïnvloed worden door het Sigmaplan, en dit voor de luiken natuurlijkheid en veiligheid. Eens alle gegevens ingevoerd zal een kritische analyse gemaakt worden van de lopende monitoring. Hierbij denken we aan een overzicht van het aantal gemeten parameters per punt, frequentie per parameter in de verschillende monitoringprojecten etc. Er zullen bovendien voorstellen geformuleerd worden, die moeten verzekeren dat de Vlaamse monitoring-programma's en de tegelijkertijd lopende Nederlandse programma's, volledig complementair en op elkaar afgestemd zijn. Op deze manier wordt een monitoring-programma voorgesteld dat veiligheid en natuurlijkheid langs de Schelde binnen beide landen op een integrale manier benaderd. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Studie van de toxiciteit, de ecotoxiciteit en genotoxiciteit van nanopolymeren bij het biomedisch gebruik van genetische toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van de toxiciteit, de ecotoxiciteit en genotoxiciteit van nanopolymeren bij het biomedisch gebruik van genetische toepassingen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Johan Robbens
Duurzaam wonen en bouwen als hefboom voor educatie voor duurzame ontwikkeling. Doorlichting van actoren, aanbod en omkadering en aanbevelingen voor het beleid. Doelgroep: (potentiële) bouwers en verbouwers. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze studie is om een actuele stand van zaken weer te geven van formeel, non-formeel en informeel leren in Vlaanderen met betrekking tot "Duurzaam wonen en bouwen" voor bouwers en verbouwers. Hierbij worden zowel de actoren, de opleidingen, eindtermen, cursussen, initiatieven, projecten en materialen in kaart gebracht.. Op basis van deze inventaris en een toetsing aan een referentiekader worden aanbevelingen geformuleerd om duurzame ontwikkeling meer ingang te laten vinden in educatie voor duurzaam wonen en bouwen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Eric de Deckere
Een toekomst voor radio-ecologie in Europa (FUTURAE). Universiteit Antwerpen Abstract: Een toekomst voor radio-ecologie in Europa (FUTURAE). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Rijke moerasecologie met betrekking tot beperken-voedende beschikbaarheid op een Westeuropees moerasecosysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: De lage productiviteit in moerasland wordt gehandhaafd door een vrij lage voedende beschikbaarheid. de restoratiemogelijkheden in soortenrijke laagvenen. In deze gebieden worden de groeiomstandigheden voor planten het meest bepaald door de volgende factoren: -waterstand en 'kwaliteit -minerale voeding: nutriëntenlimitering en 'opname en biomassa allocatie (afhankelijk van biotische en abiotische factoren) -bodemstructuur en 'kwaliteit Er werd getest welke factoren (biotisch of abiotisch) het best de 'relatief lage' nutriëntenbeschikbaarheid voor Caricion davallianae vegetaties en de hoge nutriëntenbeschikbaarheid voor snelgroeiende soorten (Molinia cearulea) bepalen. De experimenten werden uitgevoerd op gemeenschapsniveau en op het niveau van individuele soorten zoals Molinia caerulea, Carex demissa, Carex dioïca (in het Buitengoor bij Mol) en Carex cespitosa (in de venen van de Biebrza-vallei). De aard van de nutriëntenlimitering werd getest in relatie tot groeivorm en nutriëntenbeschikbaarheid in de bodem. Een groot deel van het werk bestond dus uit een kwantitatieve evaluatie van verschillende aspecten van
de minerale voeding van meerjarige planten, afkomstig uit habitats die verschillen in bodemvruchtbaarheid. Hierbij werd speciaal aandacht besteed aan de strategieën van verschillende groeivormen en de ecologische gevolgen ervan. In dit werk werd voornamelijk gekeken van de beschikbaarheid van stikstof en fosfor omdat deze nutriënten in natuurlijke milieus vaak de voornaamste groeilimiterende nutriënten zijn. (Vitousek & Howarth, 1991; Koerselman & Meuleman, 1996; Verhoeven et al., 1996). Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Mohssine El Kahloun • Patrick Meire
Ecologie en genetica van verschillende dispersiestrategieën van een bosvogel in een gefragmenteerd Afrotropisch nevelwoud Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel een beter inzicht te verwerven in de ecologische en genetische implicaties van verschillende dispersie- en vestigingsstrategieën van eerstejaars White-starred robins (Pogonocichla stellata) in het gefragmenteerde Taita Hills woud van zuid-oost Kenia. De studie combineert vangsten met mistnetten en observaties van gekleurmerkte individuen met meer moderne onderzoekstechnieken zoals radiotelemetrie en microsatteliet-DNA analyse. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Bepalen van de maximaal en het goed ecologisch potentieel, alsook de huidige toestand voor de zeventien Vlaamse (gewestelijke) waterlichamen die vergelijkbaar zijn met de categorie meren - partim Galgenweel. Universiteit Antwerpen Abstract: Bepalen van de maximaal en het goed ecologisch potentieel, alsook de huidige toestand voor de zeventien Vlaamse (gewestelijke) waterlichamen die vergelijkbaar zijn met de categorie meren - partim Galgenweel. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Modellering van de interacties tussen macrofieten en rivierprocessen en hun effect op rivierkwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: NELE DESMET Promotor: Prof. Dr. P. Meire (UA, Biologie) Co-promotor: Dr. Ir. P. Seuntjens (Vito, IMS) "Modellering van Waterkwaliteit: Effecten van Macrofyten" Rivieren zijn als laaggelegen linten in het landschap verzamelplaatsen voor verontreinigingen. Daardoor kunnen verhoogde concentraties aan micropolluenten, metalen en nutriënten in het watersysteem voorkomen, die tal van problemen veroorzaken voor mens en milieu. Eens aanwezig in de waterloop zijn polluenten en nutriënten onderhevig aan tal van fysische, chemische en biologische processen, die bepalend zijn voor de verspreiding in tijd en ruimte. Het modelleren van de waterkwaliteit vereist dan ook een dynamische benadering waarbij rekening gehouden moet worden met zowel transport- als transformatieprocessen. Bestaande waterkwaliteitsmodellen leveren reeds goede predicties in open (weinig vegetatie) waterlopen, maar vertonen nog belangrijke tekorten bij het in rekening brengen van de invloed die uitgaat van aanwezige waterplanten. De riviervegetatie, die integraal deel uitmaakt van de waterloop, zal immers interageren met de diverse processen en zo mee de kwaliteit van het water bepalen. Er zijn de rechtstreekse effecten van opname en transformatie, maar ook onrechtstreekse invloeden door wijziging van de hydrodynamische en fysico-chemische omstandigheden rond en tussen de waterplanten. De hoofddoelstelling van dit doctoraatsonderzoek is de interacties tussen waterplanten en de aquatische omgeving (water en sediment) te beschrijven, de effecten van deze wisselwerking op het lot van verontreinigingen in de waterloop te kwantificeren en dit alles te integreren in een waterkwaliteitsmodel. Hierbij zullen de diverse effecten van macrofyten op de verspreiding en beschikbaarheid van verontreinigingen in het rivierwater in beschouwing genomen worden. De resultaten van dit onderzoek zullen ondermeer hun toepassing vinden in het water- en milieubeleid. De integratie van aquatische vegetatie in het modellering is immers noodzakelijk om ook in (dicht) begroeide waterlopen goede predicties van de waterkwaliteit mogelijk te maken en om beheerswerken, zoals het maaien van macrofyten, te evalueren in termen van waterkwaliteit. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Nele Desmet
Eco-hydrologische en sociaal-economische aanpak voor het herstel van de lagune Merja-Zerga in Marokko. Universiteit Antwerpen Abstract: Eco-hydrologische en sociaal-economische aanpak voor het herstel van de lagune Merja-Zerga in Marokko. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
De invloed van klimaatverandering op de koolstof- en broeikasgasbalans van een model-laagveen. Universiteit Antwerpen Abstract: Temperatuursstijging en grondwaterdaling zijn twee belangrijke factoren van global change en beiden hebben een belangrijke invloed op de koolstof- en broeikasgasbalans van veenbodems. Dit project werd opgezet om na te gaan hoe temperatuur en grondwaterstand deze balansen beïnvloeden. Daarnaast besteden we ook speciale aandacht aan de onderliggende processen van de methaan- en lachgasemissies en hoe deze processen beïnvloed worden door veranderingen in temperatuur en grondwaterstand. Aan de Universiteit Antwerpen werd een experimenteel platform gebouwd met negen groeikamers. Elke groeikamer bevat vier mesokosmossen,
gevuld met veen. In deze mesokosmossen wordt het waterniveau geregeld. Van april tot november staat het grondwater 5, 10, 17 of 24 cm onder het maaiveld. Tijdens de overige zes maanden verhogen we het grondwaterniveau met 10 cm (behalve voor het hoogste grondwaterniveau, waar de stijging slechts 5 cm bedraagt). In elke groeikamer wordt de temperatuur geregeld: drie kamers De broeikasgasemissies (CO2- CH4- en N2Oemissies) worden op regelmatige tijdstippen gemeten. Daarnaast bepalen we ook alle componenten van de koolstofbalans (DOC, POC, VOC and DIC), een aantal componenten van de stikstofbalans (NO3-, NH4+, DON and DIN) en verscheidene belangrijke parameters, zoals zuurstofconcentratie, temperatuur en bodemvochtgehalte. Bovendien meten we ook de CO2- CH4- en N2O-concentraties op verschillende dieptes in de bodem. Via deze gegevens komen we meer te weten over de onderliggende processen van de verschillende broeikasgasemissies. Naast dit mesokosmosexperiment voeren we ook enkele nevenexperimentjes uit waarin we de onderliggende processen van de CH4-productie en oxidatie en van de N2O-productie in detail bestuderen. In deze experimentjes testen we eveneens enkele experimentele procedures. Tenslotte bepalen we de fractionatiefactoren (voor 13C) van de twee voornaamste CH4-productiewegen en van de CH4-oxidatie. Vervolgens gebruiken we deze informatie om de bijdrage van de verschillende processen te bep Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Sara Vicca
Structuurkenmerken en pollutie als sturende factoren voor het voorkomen van macroinvertebraten. Universiteit Antwerpen Abstract: Macroinvertebraten hebben verschillende niveaus van gevoeligheid voor vervuiling. Effecten veroorzaakt door pollutie uiten zich zowel in acute sterfte, groeivermindering als gedragsveranderingen. Van sommige macroinvertebraten is tevens aangetoond dat ze actief pollutie kunnen detecteren en ontwijken. Op meetplaatsen waar geen pollutie voorkomt kan het echter toch zijn dat bepaalde macroinvertebratentaxa afwezig zijn. Naast pollutie beïnvloedt ook de structuur van het ecosysteem en dus het habitat de distributie en samenstelling van de mavroinvertebratenpopulatie. Het doel van dit onderzoek is de gevoeligheid van macroinvertebraten voor verschillende types van polluenten nagaan en hun habitatpreferenties onderzoeken. Verder zal ook gekeken worden welke van beide factoren het meest bepalend is voor hun voorkomen, het ontwijken van pollutie of de aanwezigheid van geschikte habitats. De gevoeligheid van macroinvertebraten voor pollutie door zowel zware metalen als organische polluenten zal nagegaan worden door analyse van de waterbodemdatabank van de VMM. Naast de gevoeligheidsanalyses zal nagegaan worden of de macroinvertebratenpopulaties verschillen tussen meetpunten met klei-, leem- en zandbodems en tussen meetpunten van verschillende stroomordes. In het tweede deel van dit onderzoek zal de substraat- en habitatvoorkeur van verschillende macroinvertebratentaxa nagegaan worden in flumeexperimenten, zowel onder referentieomstandigheden als vervuilde condities. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Vicky Leloup
Populatiedynamica- en simulatie van oorwormen in boomgaarden: densiteitsafhankelijke factoren in een populatie van generalist predatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Oorwormen, Forficula auricularia (L.) (Dermaptera, Forficulidae), zijn belangrijke predatoren in boomgaarden. Uit experimentele studies blijkt dat ze belangrijke plagen onder controle kunnen houden in zowel appel- als perenteelten. Hierbij denken we vooral aan diverse luizen en perenbladvlo. Oorwormen zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen in de geïntegreerde fruitteelt en vormen een essentiële schakel in de biologische fruitteelt. Het probleem vormt zich echter doordat de oorwormpopulatie een grote jaarlijkse variatie vertoont in densiteiten. Hierdoor kunnen ze geen betrouwbare bijdrage leveren voor de landbouwer en blijft het praktisch nut beperkt. Om deze problematiek aan te pakken zal er een populatiemodel worden gebouwd. Hiermee kan de populatie met behulp van gevoeligheidsanalyses geanalyseerd worden, zodat kritische periodes in de levenscyclus alsook sleutelfactoren geïdentificeerd kunnen worden. Dit moet leiden tot een optimaal boomgaardbeheer, waarbij men rekening houdt met de invloed van abiotisch en biotische factoren enerzijds en de impact van menselijke ingrepen anderzijds op de oorwormenpopulatie. Er is echter te weinig relevante biologische informatie beschikbaar om een dergelijk model te maken. Met behulp van de reeds goedgekende en bestudeerde fenologie van de oorworm kan er bepaald worden welke parameters relevant zijn voor deze studie. Deze parameters vereisen een uitgebreide kennis van ontwikkelingstijden, overlevingskansen, fecunditeit en reproductiecijfers, dat kan bereikt worden door een combinatie van veld -en labo-experimenten. In dit project zal de aandacht vooral uitgaan naar densiteitafhankelijke factoren zoals parasitisme (door sluipvliegen), predatie, intra- en interspecifieke competitie. Deze factoren zijn slechts zeer summier gekend en vormen bijgevolg een groot hiaat in de noodzakelijke kennis om de populatie te modelleren en te simuleren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Rob Moerkens
Geografisch modelleren van de verspreiding van builenpest in Afrika: een ecologische studie op verschillende schaalniveaus. Universiteit Antwerpen Abstract: Builenpest, een zoönotische ziekte die natuurlijk voorkomt in kleine zoogdieren als gastheer en wordt overgedragen door vlooien (als vectoren), vormt nog steeds een bedreiging voor de mens in verscheidene gebieden wereldwijd. Hoewel de ziekte veroorzaakt wordt door slechts één bacterie, m.n. Yersinia pestis, is de levenscyclus en de ecologie ervan zeer complex en, tot op heden, nog niet volledig begrepen. Deze studie beoogt een significante bijdrage te leveren aan het begrijpen van de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de aanwezigheid van builenpest in bepaalde gebieden. Verder tracht deze studie onderliggende ecologische factoren te bepalen die het ruimtelijk voorkomen van builenpest beïnvloeden en potentiële risicogebieden voor pest in Afrika af te bakenen. Er is echter weinig houvast voor het formuleren van duidelijke hypotheses en het vastleggen van een eenduidige schaal waarop gewerkt moet worden. Daarom wordt geopteerd om op drie verschillende schaalniveaus te opereren. In de eerste plaats zal het raadsel "pest" benaderd worden op het niveau van het continent Afrika, dat de laatste tientallen jaren getroffen wordt door de overgrote meerderheid (meer dan 90%) van alle ziektegevallen. Het probleem zal benaderd worden aan de hand van een eerder recente techniek in de studie naar de ecologie en systematiek van overdraagbare ziekten, m.n. Ecological Niche Modeling (ENM). Zo zal getracht worden een brede kijk te krijgen op de ruimtelijke en ecologische verspreiding van menselijke ziektegevallen. Ecologische niches en potentiële verspreidingsgebieden zullen gemodelleerd worden gebruik makend van het Genetic Algoritm for Rule-set Prediction (GARP). Hiervoor zijn twee soorten data nodig; enerzijds gegevens die geheel Afrika bedekken en die informatie bevatten over verschillende omgevingsvariabelen (bijvoorbeeld hoogte, landbedekking/-gebruik, meteorologische data) en anderzijds, gegevens die informatie bevatten over de aanwezigheid van pest in bepaalde gebieden in Afrika (meer bepaald plaats, tijdstip en aantal menselijke pestgevallen per gebied). In eerste
instantie zal deze informatie bijeengezocht en verzameld worden in een GIS databank, om er vervolgens ENM op toe te passen. Vervolgens zal het onderzoek verder worden toegespitst op twee endemische pestgebieden, m.n. Lushoto district (Tanzania) en Ituri district (Democratische Republiek Congo). Er zal gewerkt worden op dezelfde wijze als op continentaal niveau, behalve dat de schaal en de inputdata verschillend zullen zijn. Uiteindelijk zal opnieuw verder ingezoomd worden, meer bepaald op enkele pestvrije en met pest besmette dorpen in Lushoto. Abiotische (o.a. bodem- en klimaateigenschappen) en biotische (species van kleine zoogdieren en hun vlooien) eigenschappen van de dorpen zullen worden verzameld en vergeleken, teneinde dieperliggende omgevingsvariabelen die (mede-)bepalend zijn voor het ruimtelijk voorkomen van pest te achterhalen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Simon Neerinckx
Interacties tussen in- en ontpolderen en waterpeilveranderingen langs het Schelde estuarium. Universiteit Antwerpen Abstract: Zeespiegelstijging vormt een bedreiging voor bewoning langs estuaria. Sedimentatie en inpoldering van intergetijdengebieden (slikken en schorren), die van nature voorkomen langs estuaria, verkleint het volume van estuaria, wat kan bijdragen tot extra waterpeilveranderingen. Dit wordt onderzocht in het Schelde-estuarium, door na te gaan wat de impact is geweest van historische in- en ontpolderingen in het meest kustnabije gedeelte van het estuarium (Westerschelde), op de waterpeilveranderingen in het meer landinwaarts gelegen gedeelte van het estuarium (Zeeschelde). Historische waterpeilveranderingen worden gereconstrueerd aan de hand van een (paleo-)ecologische studie van protistengemeenschappen (diatomeeën, thecamoeben) in schorren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
BOF/IWT-opvangmandaat (Jorina Baerts). Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is te onderzoeken wat de effecten zijn van micro polluenten op waterjufferlarven. Deze larven nemen met hun rol als prooi én predator een intermediaire plaats in, in zoetwaterecosystemen. Hun levenswijze, voorkomen en gevoeligheid maakt hen tot een goed modelorganisme voor ecotoxicologisch onderzoek. Meer specifiek wordt geëvalueerd of gedragswijzigingen optreden als gevolg van pollutiestress. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Jorina Baets
Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme in vrouwelijke waterjuffers. Universiteit Antwerpen Abstract: Het samen voorkomen van meerdere vormen binnen een soort vormt een uitdaging vanuit een evolutionair denkkader. Huidige verklaringen voor het verklaren van vrouwgelimiteerde polymorfismen schieten tekort voor de recent waargenomen, veel ruimer dan eerder geapprecieerde, variatie in vrouwelijke vormfrequenties. Studie van de relatie tussen densiteiten en frequenties enerzijds, en vormspecifieke fitness, gedrag en morfologie anderzijds moet toelaten om te komen tot een meer algemene geldende verklaring. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Arne Iserbyt
Opmaak van de terrestrische koolstofbalans van Europa (CarboEurope-IP) Universiteit Antwerpen Abstract: De uiteindelijke doelstelling van het project is het kwantificeren, begrijpen, simuleren en voorspellen van de terrestrische koolstofbalans van Europa. Even belangrijk is ook de onzekerheden die er met de analyse van de koolstofbalans gepaard gaan, te kwantificeren zowel op lokale, regionale als continentale schaal. Het project behelst een grote reeks fysische metingen van CO2-concentraties en van koolstofuitwisselingen binnen de EU. Daarnaast worden een hele reeks ecologische metingen uitgevoerd in verband met de koolstofcyclus van verschillende ecosystemen. Verder wordt er een uitgebreide gegevensbank uitgebouwd en worden een aantal modellen ontwikkeld en gevalideerd. De modelontwikkeling houdt zowel een top-down als een bottom-up benadering in omdat er ook metingen en observaties op regionaal niveau boven vegetaties en ecosystemen gebeuren die naar het niveau van het ecosysteem worden vertaald. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Opmaak van de terrestrische koolstofbalans van Europa. (CarboEurope-IP) Universiteit Antwerpen Abstract: De uiteindelijke doelstelling van het project is het kwantificeren, begrijpen, simuleren en voorspellen van de terrestrische koolstofbalans van Europa. Even belangrijk is ook de onzekerheden die er met de analyse van de koolstofbalans gepaard gaan, te kwantificeren zowel op lokale, regionale als continentale schaal. Het project behelst een grote reeks fysische metingen van CO2-concentraties en van koolstofuitwisselingen binnen de EU. Daarnaast worden een hele reeks ecologische metingen uitgevoerd in verband met de koolstofcyclus van verschillende ecosystemen. Verder wordt er een uitgebreide gegevensbank uitgebouwd en worden een aantal modellen ontwikkeld en gevalideerd. De modelontwikkeling houdt zowel een top-down als een bottom-up benadering in omdat er ook metingen en observaties op regionaal niveau boven vegetaties en ecosystemen gebeuren die naar het niveau van het ecosysteem worden vertaald. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Breaking Ecotoxicological Restraints in Spatial Planning (BERISP). Universiteit Antwerpen Abstract: Breaking Ecotoxicological Restraints in Spatial Planning (BERISP). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Wim De Coen
Connectiviteit, dispersie en prioriteitseffecten als drijvende krachten van biodiversiteit en ecosysteem functie in gemeenschappen in poelen (BIOPOOL) Universiteit Gent Abstract: Gemeenschappen in poelen worden gebruikt als model systemen om hypothesen te testen betreffende de impact van dispersie, kolonisatie en prioriteitseffecten op de gemeenschaps- en populatiestructuur, en de gevolgen ervan voor het functioneren van het ecosysteem. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Macrophyten en nutriënt dynamiek: proces en veldstudies in de bovenlopen van rivieren - Manudyn II. Universiteit Antwerpen Abstract: De troebelheid in onze rivieren is in het algemeen sterk gedaald sinds de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) werkzaam zijn. De verhoogde lichtbeschikbaarheid heeft het kiemen en daaropvolgend de groei van waterplanten mogelijk gemaakt. Hun aanwezigheid wijzigt de hydraulische eigenschappen van de rivieren in die zin dat waterafvoer gehinderd wordt en het risico op overstromingen sterk verhoogt. Een van de meest gebruikte beheersmaatregelen is dan ook het maaien van de macrofyten om overstromingen in bebouwde gebieden te vermijden. Het Manudyn I project heeft zich vooral gefocused op de rol die macrofyten hebben in de nutriëntcyclering in het Netebekken. Resultaten tonen dat macrofyten wel degelijk een impact hebben op de nutriëntenbalans in rivieren. Bijkomend is er aangetoond dat bepaalde macrofyten ook zware metalen uit het sediment, zoals koper, opnemen en die dus een belangrijke, natuurlijk zuiverende rol kunnen spelen. Toch zijn de onderliggende mechanismen die deze macrofyt-nutriënt interacties beïnvloeden niet helemaal duidelijk. Verder toonde het Manudyn I project dat er duidelijke verschillen bestaan in het opnamegedrag tussen verschillende macrofytensoorten. Het Manudyn II project zal zich daarom vooral toespitsen op processtudies. Het doel is hier om duidelijkheid te scheppen over de opname, de opslag en de vrijstelling van nutriënten en metalen gerelateerd aan de groei en het afsterven van enkele veel voorkomende macrofyten en deze relaties te beschrijven. De resultaten zullen gebruikt worden om nieuwe modellen te ontwikkelen die processen op verschillende schaalniveaus beschrijven en om de modellen uit het eerste Manudyn project te verfijnen. Dit project zal uitgevoerd worden aan de hand van verschillende werkpakketten. Het eerste werkpakket zal alle kleinschalige experimenten omvatten, namelijk op het niveau van één enkel individu van een macrofytensoort. Het tweede werkpakket pakt het onderzoek op het niveau van een macrofytenpatch aan en het derde werkpakket bestaat uit veldexperimenten met verschillende macrofytenpatches. In een vierde en laatste werkpakket zullen de resultaten modelmatig en op verschillende schalen benaderd worden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Impact van sterk invasieve exotische planten op de biodiversiteit: mechanismen, amplificerende factoren, en risicoanalyse. (ALIEN IMPACT) Universiteit Antwerpen Abstract: Het ALIEN IMPACT voorstel heeft als doel de eerste geïntegreerde studie op te starten over de patronen en mechanismen van impact van invasieve exotische planten in België. Een selectie van de meest invasieve soorten (highly invasive plant species, HIPS) zal worden bestudeerd, door een combinatie van enerzijds een grootschalige screening van hun impacts op verschillende ruimtelijke schalen (om patronen te detecteren) met anderszijds sterk mechanistische studies op een beperkt aantal sites (om "impact pathways" te identificeren). Zowel terrestrische als aquatische invasieve plantensoorten komen aan bod. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Impact van troposferisch ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel na te gaan wat de gevolgen kunnen zijn van de toenemende troposferische ozonverontreiniging op veranderingen in het gehalte aan antioxidantia en glucosinolaten (natuurlijk toxine) in Brassica gewassen. Beide componenten hebben immers een belangrijke functie met betrekking tot de gezondheids- en veiligheidsaspecten van de menselijk voeding en dierlijk voeder. Doelstellingen : 1. bepalen van de invloed van stijgende troposferische ozonconcentraties op de antioxidant en glucosinolaat samenstelling van Brassica species 2. evaluatie van de invloed van ozon op het menselijk dieet en de voedselopname door dieren door de veranderingen in antioxidant en glucosinolaat niveaus in de voedselketen in rekening te brengen 3. identificeren van fysiologische en biochemische 'biomarkers' voor ozonstress door de interactie tussen stressinductie en veranderingen in secundaire metabolieten te onderzoeken 4. opheldering van de interactie tussen abiotische stressinductie, verdedigingsmechanismen en veranderingen in secundaire metabolieten door middel van transcriptoom analyse 5. evalutie van het effect van ozon-geïnduceerde veranderingen in glucosinolaatconcentraties en ¿samenstelling in relatie tot plantpathogeen/insekt interacties door middel van een literatuurstudie 6. bepalen van de opbrengstverliezen en veranderingen in opbrengstkwaliteit 7. bijdragen tot ozonflux modellering door gegevens te leveren van stomatale geleidbaarheid in functie van omgevingscondities In functie van het vooropgestelde objectief, zullen koolzaad of canola (Brassica napus L.) en broccoli (Brassica oleracea L. cv. Italica) gedurende het ganse groeiseizoen aan verschillende ozonconcentraties blootgesteld worden. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van 15 Open-Top kamers (OTCs) waarin de gewassen kunnen opgroeien onder condities die de veldomstandigheden zeer dicht benaderen. Deze faciliteiten bevinden zich op de terreinen van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA). Voor een betrouwbare extrapolatie van de gegevens dienen deze experimenten minstens over 3 jaar herhaald te worden zodanig dat met de nodige klimaatsvariatie kan rekening gehouden
worden. Voor een evaluatie van het "kamereffect" en bepaling van de ozonflux op bladniveau worden open veldplots gebruikt. De Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-Ecologie van de Universiteit Antwerpen is verantwoordelijk voor het opvolgen van de fysiologische conditie van de planten gedurende het ganse groeiseizoen door metingen van fotosynthese en chlorophyll fluorescentie op bladniveau. Het hoofddoel hierbij is een identificatie van de momenten waarop de heersende ozonconcentraties ook effectief een fysiologische stressrespons bij de planten veroorzaken zodat deze evenementen kunnen teruggekoppeld worden aan de biochemische wijzigingen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Birgit Gielen • Reinhart Ceulemans
Impact van troposferisch ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ). Universiteit Antwerpen Abstract: Impact van troposferisch ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ). Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Nele Horemans
INRAM: Geïntegreerde risicoanalyse en monitoring van micropolluenten in Belgische kustwateren Universiteit Gent Abstract: Binnen dit project zal INBO instaan voor het verzamelen van de gegevens van groeivariabelen bij zeevogels van de haven van Zeebrugge. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Antarctische microbiële biodiversiteit: het belang van geografische en ecologische factoren Universiteit Gent Abstract: AMBIO zal de microbiële diversiteit, samenstelling en taxonomische turnover bestuderen in permanente of tijdelijke aquatische habitats in Antarctica en het relatieve belang nagaan van ecologische versus historische factoren voor de geografische verspreiding van taxa en gemeenschappen. We zullen moleculaire technieken combineren met cultuur-gebaseerd onderzoek van een aantal belangrijke taxonomische groepen, zoals Proteobacteria, Bacteroidetes, Cyanobacteria, Chlorophyta en Bacillariophyta. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
ENCORA: sharing knowledge within Europe for integrated coastal management Universiteit Gent Abstract: Samenwerking tussen 13 nationale netwerken en 10 thematische netwerken over geïntegreerd kustzonebeheer. UGent is coordinator van het Thematische netwerk 'Biodiversiteit en Biologische Waardering'. ENCORA: sharing knowledge within Europe for integrated coastal management. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
MARBEF
Marine biodiversiteit en ecosysteemfunctie
Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een netwerk van 56 ?centre of excellence? gefinancierd met als voornaamste doelstelling de integratie van onderzoek en outreach rond mariene biodiversiteit en ecosystemeefunctie in Europa te maximalizeren. De activiteiten van dit netwerk zijn gegroepeerd rond drie hoofdthema?s : (1) globale patronen in biodiversiteit, (2) Ecosysteemfunctie, en (3) socio-economische impact. Onze onderzoeksgroep zal bijdragen tot activiteiten die aansluiten bij al deze thema?s Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx • Ann Vanreusel
Ex post evaluatie van het PDPO 2000-2006: evaluatie opleidingen in bosbouw - evaluatie maatregelen 9.3.8. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Europese Plattelandsbeleid is de tweede pijler van het Europese landbouwbeleid. De uitwerking van de tweede pijler gebeurd door de lidstaten via zesjaarlijkse programmeringsdocumenten plattelandsontwikkeling (PDPO). De eerste periode liep van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2006. Deze opdracht kadert in de ex-post evaluatie van de realisaties en impacts van het Vlaamse PDPO. De VUB bekeek de realisaties en impact van de bosmaatregelen binnen het Vlaamse PDPO. Deze maatregelen waren gericht op het bebossen van landbouwgronden, het herbebossen van gekapte percelen, het opmaken van uitgebreide bosbeheerplannen, het ondersteunen van voorlopig erkende bosgroepen, het ondersteunen van het ecologische beheer van bossen en de openstelling van prive-bossen. Deze opdracht werd uitgevoerd in een consortium met IDEA Consult, Belconsulting en de vakgroep Landbouweconomie (UGent) in opdracht van het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Rik DE VREESE
Zomerschool "Sustainable Water Management & Technology " in verstedelijkte gebieden. Universiteit Antwerpen Abstract: De Summer Course Water Management & Technology in Urbanised Areas is er op gericht om een bijdrage te leveren voor een beter waterbeheer op bekkenschaal waarbij kennisuitwisseling tussen Zuid en Noord een van de aspecten is. Bovendien is de zomercursus er op gericht om in een stuk training te voorzien, waarbij het de bedoeling is de deelnemers inzicht te geven in integraal waterbeleid, de ontwikkelingen in de watersector en de wereldwijde waterproblematiek. Het accent zal hierbij liggen op waterbeheer en -gebruik en watertechnologie in dichtbevolkte gebieden en grote steden. Tevens zal zeer grote aandacht gaan naar waterhergebruik, waterbesparing en geïntegreerde systemen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric de Deckere
Institutionele Universitaire samenwerking met de Escuela Superior Politecnica del Litoral (ESPOL) Universiteit Gent Abstract: Samenwerking tussen verschillende Vlaamse Universiteiten (Ugent, KUL, VUB) en ESPOL (Guayaquil, Ecuador) op het vlak van ICT, Biotechnologie, Waterbeheer, Aquacultuur Mariene Ecologie, Telecommunicatie, Software ontwikkeling, Robotics, Geologie en Ondernemersschap. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Heike KAPPES, Duitsland) Universiteit Antwerpen Abstract: FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Heike KAPPES, Duitsland) Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau
Landgebruik en het transport van silicium doorheen het Scheldebekken. (LUSi) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt zich als doel na te gaan of siliciumstromen doorheen het Scheldebekken, en uiteindelijk naar de Noordzee, veranderd zijn door menselijke ingrepen in het landgebruik. Oppervlakige siliciumrun-off, ondergrondse stromen van Si en de opname en vrijstelling door vegetatie, worden bestudeerd in verschillende landschapssystemen. Gemodelleerde resultaten zullen worden toegepast voor landgebruik doorheen de geschiedenis, om de potentiële verandering van Si-stromen in kaart te brengen. Lokale experimenten op de schaal van enkelvoudige percelen zullen worden uitgevoerd in verschillende landschapstypes, om zo tot een kwantificering van zowel oppervlakkig als ondergronds transport van BSi, DSi en sediment te komen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Studie over ecosysteemdiensten in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: "Ecosystem Services" of ecosysteemdiensten zijn de voordelen die de mens haalt uit de ecosystemen. In Vlaanderen is dit concept echter nog maar weinig ingeburgerd. Toch bezit het concept een heel groot potentieel om een bredere basis te geven aan het natuurbehoud in Vlaanderen. Al te veel wordt natuurbehoud nog gezien als een marginaal fenomeen met beperkte maatschappelijke relevantie. Het beschrijven en evalueren van ecosysteemdiensten laat toe om meer onderbouwde keuzes te maken in functie van een duurzame ontwikkeling. Om deze benadering ook in Vlaanderen ingang te doen vinden is er dringend behoefte aan meer kennis en inzicht over de ecosysteemdiensten in Vlaanderen .Deze opdracht wil hiervoor de basis leggen. De studie omvat 2 delen. Deel 1 moet een globale analyse leveren van welke ecosysteemdiensten in Vlaanderen belangrijk zijn en wat hun huidige toestand is. Dit kan enkel een globale analyse zijn, maar is wel ruimtelijk gedifferentieerd. Deel 2 van de studie gaat dan een aantal voorbeeldprojecten in concreto uitwerken waarbij de onderbouwing via het concept ecosysteemdiensten heel duidelijk is en als voorbeeldprojecten kunnen gebruikt worden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Economische waarderingsstudie van natuur en landschap voor kosten-batenanalyses van projecten in de Zeehavens. Universiteit Antwerpen Abstract: De Vlaamse overheid hecht steeds meer belang aan het gebruik van economische afwegingskaders bij het bepalen en uitvoeren van haar beleid. Om een onderbouwde keuze te kunnen maken is kennis over de kosten en baten die met de uitvoering gepaard gaan onontbeerlijk. Dit geldt evenzeer voor het Vlaamse milieubeleid. Het is de taak van de cel Milieueconomie om het onderzoek rond economische afwegingskaders te ondersteunen en expertise aan te reiken. In 2006 werd een standaardmethodiek voor maatschappelijke kostenbatenanalyses (MKBA) voor de toepassing op grote infrastructuurprojecten in de Vlaamse zeehavens opgemaakt. Deze standaardmethodiek zorgt ervoor dat verschillende projecten op een vergelijkbare en transparante wijze uitgevoerd worden. Ze betekende op een aantal punten een aanvulling op de bestaande praktijk o.a. waar het gaat over de behandeling van externe effecten op het milieu. De externe effecten op natuur en landschap werden slechts kwalitatief meegenomen. De belangrijkste reden hiervoor is de afwezigheid van bruikbare en betrouwbare kengetallen. Een MKBA blijft een cijfermatig instrument waarbij het eindsaldo van belang is. In praktijk riskeren de kwalitatief meegenomen effecten verloren te gaan in de besluitvorming. De cel Milieueconomie wil de lacune in de standaardmethodiek MKBA wegwerken door via dit onderzoek kengetallen of waarderingsfuncties voor natuur en landschap aan te reiken die wetenschappelijk onderbouwd zijn. Zo kunnen de externe effecten op natuur en landschap op een gelijke, monetaire basis afgewogen worden tegen andere kosten en baten van de uit te voeren projecten in zeehavengebieden. Belangrijk hierbij is dat veranderingen in kwaliteit van een natuurgebied kunnen gewaardeerd worden. De methodologie en kengetallen zullen op een consistente wijze zowel de kosten als de baten van de projecten moeten kunnen inschatten. De maatschappelijke kosten en baten van de projecten hangen af van de goederen en diensten die zij leveren en hoe mensen die waarderen.
In deze zin is een economische waardering van verlies of winst van natuur en landschap erg gelijkaardig aan de economische analyse van typisch economische activiteiten. Eigen aan de waardering van natuur en landschap is : 1.de noodzaak van een ecosysteemanalyse om de relevante goederen en diensten in kaart te brengen 2.het gebruik van meetinstrumenten uit de milieu-economie om de niet-vermarktbare goederen en diensten in geldtermen te waarderen. Door een specifieke Vlaamse waarderingsstudie voor natuur en landschap te laten uitvoeren, wil de cel Milieueconomie een wetenschappelijke consensus bekomen over dit soort kengetallen in Vlaanderen. Anderzijds wil de cel Milieueconomie op deze manier het gebruik van economische afwegingskaders in het beleidsdomein LNE stimuleren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Mission d'enquête qualitative sur l'assise sociétale du développement durable en Belgique. (via ULB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Enquëte over duurzame ontwikkeling bij 75 opinieleiders in België via ULB. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Analyse van schaalgebonden ruimtelijke patronen in een vegetatie aan de hand van wavelets, en hun toepassingen in de validatie van biofysische teledetectieproducten. Universiteit Antwerpen Abstract: Binnen de ecologie vormt het beschrijven van patronen in een vegetatie en het doorgronden van het patroon-proces-paradigma een cruciaal onderdeel van vegetatie- en landschaps-studies. De beschrijving van deze patronen wordt vaak bemoeilijkt door schaaleffecten. Het gebruik van wavelets bij de analyse van schaalgebonden patronen kan een oplossing zijn voor deze complexe problematiek met toepassingen in o.a. de validatie van teledetectie-producten, een cruciaal subdomein binnen de fysica. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Paul Scheunders • Reinhart Ceulemans
Macrofytenpatches als biogeochemische hotspots: impact op waterkwaliteit van rivieren? Universiteit Antwerpen Abstract: Macrofytenpatches als biogeochemische hotspots: impact op waterkwaliteit van rivieren? 1. Probleemstelling In aquatische ecosystemen zijn waterplanten (macrofyten) belangrijk voor de structurele biodiversiteit. Als primaire producenten zijn zij van levensbelang voor zeer veel organismen. Ook op systeemniveau spelen macrofyten een zeer belangrijke rol. De processen die hierbij belangrijk zijn en de omstandigheden waaronder deze plaatsvinden zijn echter onvoldoende gekend. Toch is een goede kennis belangrijk om bijvoorbeeld juiste beleidsdaden te kunnen nemen m.b.t. de verbetering van onze oppervlaktewateren. Bovendien impliceert hun aanwezigheid ook grote invloeden naar de ganse hydraulica toe. Macrofyten hebben als "ecological engineers" een directe invloed op stroomsnelheidspatronen en patronen in sedimentatie en erosie. Veranderingen in deze patronen hebben een rechtstreekse invloed op de biodiversiteit. 2. Doelstelling Het is de bedoeling het basisidee te testen of macrofytenpatches in een waterloop biogeochemische hotspots zijn. Er zijn immers sterke indicaties dat de processen in de bodem onder macrofytenpatches een grotere impact hebben op de waterkwaliteit dan de tot hiertoe onderzochte pelagische processen. Om deze hypothese te toetsen zijn er drie onderzoeksvragen vooropgesteld: 1) Bestaan er biogeochemische hotspots in macrofytenpatches en welke is hun kwantiteit? 2) Welke maximale breedtes en lengtes kunnen patches onder gegeven omstandigheden aannemen? 3) Wat is theoretisch de totale maximale oppervlakte die patches kunnen innemen in een stuk waterloop onder gegeven omstandigheden (en wat is het totale effect van deze patches op waterkwaliteit)? 3. Methodiek en technologie Onderzoeksvraag 1) zal beantwoord worden door data te verzamelen in het veld. In nauwkeurig gekozen patches zal het organische materiaal gekarakteriseerd worden en denitrificatie- en siliciumprocessen als proxi opgevolgd worden. Al deze data worden dan rechtsreeks gekoppeld aan patronen van stroomsnelheid, sedimentatie en erosie in en rond de patch. Hierbij komen veldwerktechnische aspecten aan bod (stroomsnelheidmetingen, meten van denitrificatie in situ, staalname, labotechnieken voor analyse,¿). De resultaten worden achteraf zowel met een diagenetisch model als statistisch geanalyseerd. Onderzoeksvraag 2) zal beantwoord worden aan de hand van de resultaten van in situ experimenten. Hierbij worden in bestaande waterlopen flumes gecreëerd waarin de limiterende factoren (stroomsnelheid, erosie-sedimentatie) voor patchgroei worden gekwantificeerd. Ook worden de dimensies van een groot aantal patches opgemeten ter vergelijking met de flume experimenten. Onderzoeksvraag 3) wordt modelmatig benaderd met het Delft3D-model. De data van onderzoeksvraag 1 zullen het model kalibreren, de data van onderzoeksvraag 2 zullen het model valideren. Met dit model willen we de impact van macrofytenpatches op waterkwaliteit schatten voor grotere riviertrajecten (100-1000 m). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Stijn Temmerman • Jonas Schoelynck
Epigenetische en maternale effecten van toxicanten met verschillend werkingsmechanisme in zebravis (Danio rerio). Universiteit Antwerpen Abstract: Epigenetische en maternale effecten van toxicanten met verschillend werkingsmechanisme in zebravis (Danio rerio). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers:
• Wim De Coen • Bo Van den Bril
ICP: Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2008-2009) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Master Programma in Human Ecology is een tweejarige, full-time, Engelstalig programma dat studenten kennis laat maken met de interdisciplinaire studie van de relaties tussen de mens en zijn leefomgeving. Human Ecology verschilt van de traditionele ecologie van plant en dier door aandacht te schenken aan de rol die cultuur speelt/gespeeld heeft bij het ontwikkelen van de samenleving en het menselijk gedrag. In tegenstelling tot planten en dieren is de mens immers in staat zijn verregaande impact op zijn leefomgeving te begrijpen en zijn omgeving te beschermen. Het Master Programma in Human Ecology is gericht op professionals wereldwijd, die hun kennis en inzicht rond duurzame ontwikkeling en milieuproblemen willen verdiepen door de theoretische en methodologische concepten en trends van de relevante domeinen te bestuderen. Het programma omvat de Master of Human Ecology (1e jaar) en de Master of Advanced Studies in Human Ecology (2e jaar). Het programma heeft een modulaire structuur, bestaande uit een verplicht basisprogramma, aangevuld met optionele vakken. Op deze manier kan de student zich verdiepen in de voor hem meest relevante thema's. Het eerste jaar heeft 4 doelstellingen: (1) de studenten vertrouwd maken met de interdisciplinaire aanpak (2) de studenten de nodige wetenschappelijke kennnis aanreiken om de relaties tussen mens en leefomgeving te begrijpen (3) de studenten de nodige ondersteunende vaardigheden aanleren om interdisciplinair onderzoek uit te voeren (4) de studenten de vaardigheid aanleren om wetenschappelijke papers te schrijven door het uitwerken van een master paper De 4 doelstellingen voor het tweede jaar zijn: (1) de interdisciplinaire aanpak binnen specifieke mens-milieu relaties verder onderzoeken (2) de studenten inzicht verschaffen in de rol die sectoren, doelgroepen en instrumenten spelen in duurzame ontwikkeling (3) de studenten de kans bieden specifieke vaardigheden, databeheerstechnieken en wetenschappelijke methodologieën te trainen (4) de studenten de kans geven een individueel onderzoeksproject uit te werken en te verdedigen. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Opmaak van een vegetatiekaart voor het projectgebied Ruggeveld - Boterlaar - Silsburg. Universiteit Antwerpen Abstract: De stad Antwerpen heeft voor het gebied Ruggeveld¿Boterlaar-Silsburg (Oosten van Deurne) de ambitie om een landschappelijk park te ontwikkelen. Dit park is een onderdeel van de groene vinger van de Schijnvallei die vanaf Wommelgem-Wijnegem stedelijk Antwerpen binnendringt. Omdat natuurontwikkeling hierbij een belangrijk onderdeel vormt en er belangrijke natuurwaarden aanwezig zijn in het gebied, werd een opdracht tot de opmaak van een vegetatie- en landschapskaart uitgeschreven. Het belangrijkste doel hiervan is om de aanwezige vegetatie en landschapselementen in kaart te brengen en een reeks randvoorwaarden ervan te beschrijven. De conclusies van deze inventarisatie moeten direct bruikbaar zijn bij het opstellen van de verdere ontwikkelingsplannen voor het gebied. De onderzoeksgroep Ecosysteembeheer voert hiervoor een uitgebreide veldkartering uit en gebruikt die samen met haar ruime gebiedskennis om alle aanwezige waarden en potenties te lokaliseren. Voor alle ecotopen worden aandachtspunten beschreven om een optimaal samengaan tussen de ecologische waarden en de vastgestelde ontwikkelingsscenario's mogelijk te maken. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Bram Van Ballaer • Rudy van Diggelen
Comprehensive two-dimensional gas chromatography (GCxGC) as tool for assessing oil-polluted soils: toxicity, degradability, mobility and remediation potential. Universiteit Antwerpen Abstract: Comprehensive two-dimensional gas chromatography (GCxGC) as tool for assessing oil-polluted soils: toxicity, degradability, mobility and remediation potential. Organisaties: • Departement Biologie - overige • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Ludo Diels • Debin Mao
De impact van zware metalen verontreiniging op fitness-gerelateerde eigenschappen van slakken en de gevolgen daarvan op de genetische structuur en de genetische diversiteit. (FWO. Vis. Fellowship, Joris KOENE, Nederland) Universiteit Antwerpen Abstract: De impact van zware metalen verontreiniging op fitness-gerelateerde eigenschappen van slakken en de gevolgen daarvan op de genetische structuur en de genetische diversiteit. (FWO. Vis. Fellowship, Joris KOENE, Nederland) Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Kurt Jordaens
De invloed van nutriënten, productiviteit en klimaatverandering op kolonisatie in subarctische plantengemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een aanvulling op een kolonisatie-experiment in de subarctische toendra in Noord-Zweden. Het doel van dit project is meer inzicht te krijgen in de mechanismen die de invasibiliteit van subarctische vegetatie bepalen en het effect van temperatuurstijging hierop. Dit moet leiden tot meer accurate voorspellingen van toekomstige verschuivingen in de structuur van subarctische plantengemeenschappen als een gevolg van klimaatverandering.
Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ann Milbau
Variabel debiet in thermische kringen valideren. (VALID) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft tot doel een breder publiek te overtuigen van de voordelen van het toepassen van een variabel debiet in thermische waterkringen voor verwarming en koeling. Men wil hiervoor ook de nodige hulpmiddelen ontwikkelen om een vlotte toepassing van variabel debiet mogelijk te maken: aangepaste hydraulische schema's, simulatiesoftware, enz... In het VALID-project zal simulatiesoftware worden ontwikkeld om het gedrag en de verschillende energiestromen bij thermische waterkringen te voorspellen. Hierbij zal rekening gehouden worden met de installatieonderdelen, de bedrijfsparameters en de structuur van de installatie. De nauwkeurigheid moet toelaten om door middel van sensitiviteitsstudies een installatie te optimaliseren bij ontwerp, exploitatie en renovatie. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Aviel Verbruggen
Modelleren van biogeochemische CO² fluxen in carbonaatbodems. Universiteit Antwerpen Abstract: Modelleren van biogeochemische CO² fluxen in carbonaatbodems. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Marilyn Roland
Optimalisatie van het biosfeermodel ORCHIDEE: effecten van hydrologische stress op koolstoffluxen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het ORCHIDEE model is een 'state-of-the-art globaal ecosysteemmodel. Binnen dit project zal de optimalisatie van het ORCHIDEE model zich richten op twee fenomenen die op dit moment niet goed kunnen worden gesimuleerd door ecosysteemmodellen. (1) Enerzijds zal de aandacht gaan naar het simuleren van geochemische fluxen die recent werden vastgesteld in ecosystemen met carbonaatbodems. (2) Anderzïjds zal worden gewerkt op de simulatie van het seizoenale (droog/nat) patroon van koolstoffluxen in tropische ecosystemen. Beide fenomenen worden gestuurd door het bodemvochtgehalte. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Genotypische diversiteit in productiviteit en watergebruikersefficiëntie in het geslacht Populus. Universiteit Antwerpen Abstract: Via hun huidmondjes en diverse fysiologisch-biochemische processen in de cel, zijn planten in staat om een onderscheid te maken tussen verschillende isotopen van chemische elementen als bvb. koolstof(C), waterstof (H) en zuurstof(0). Dit onderscheid laat toe om de efficiëntie van Copname en watergifte te kwantificeren, en aldus te koppelen aan productieperformantie. In dit project zal de genotypische variabilileit in de watergebruiksefficiëntie bepaald worden via stabiele C-isotoopanalyses en gekoppeld worden aan de productiviteit in het geslacht populier (Populus). Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Methodeontwikkeling voor interdisciplinair isotopisch onderzoek middels multi-collector ICP - massaspectrometrie Universiteit Hasselt Abstract: Multi-collector ICP-massaspectrometrie (MC-ICPMS) is een bijzonder krachtige techniek voor de bepaling van isotopenverhoudingen. Behalve Voor H, C, N en O en de edelgassen, kan MC-ICPMS voor de isotopische analyse van nagenoeg alle elementen worden ingezet.Tot voor enkele jaren konden dergelijke analyses enkel m.b.v. thermische ionisatie MS (TIMS) met voldoende precisie worden doorgevoerd om de dikwijls uiterst minieme natuurlijke of geïnduceerde variaties in de isotopische samenstelling van het analietelement op te sporen. Methoden worden ontwikkeld om de natuurlijke abondantie van metaalisotopen te determineren in planten- en schimmelmateriaal Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jan COLPAERT
Archeologische evaluatie en waardering van de circulaire structuur van Ver-Assebroek (Brugge): Methodologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studieopdracht werd uitgevoerd in opdracht van het Agentschap R-O Vlaanderen, afdeling Onroerend Erfgoed. Het kadert in een mogelijke bescherming van een circulair monument gelegen in de Assebroekse Meersen. Een beschermingsprocedure kan slechts opgestart worden wanneer voldoende gegevens voor handen zijn met betrekking tot de aflijning, aard en waardering. Daarom schreef het Agentschap R-O Vlaanderen een studieopdracht uit met de volgende onderdelen: een historische studie, een booronderzoek, een geofysisch onderzoek en het graven van een proefsleuf. Dit onderzoek is uitgevoerd door Ruben Willaert bvba, de Vrije Universiteit Brussel en de Belgisch Geologische Dienst en vond plaats tussen mei 2009 en januari 2010. De circulaire structuur te Ver-Assebroek is het relict van het kasteel van de Heren van Assebroek, een adellijke tak die een hoge maatschappelijke positie bekleedde. De oudste vermeldingen van dit geslacht gaan terug tot de 12de eeuw, maar het is vooral in de 13de eeuw dat ze veel macht en rijkdom vergaren. Een belangrijke inkomstenbron is de veenontginning. Het lijkt dan ook geen toeval dat deze heren hun kasteel aanleggen in een veengebied. Het kasteel behoort tot de groep van de ronde kastelen. Dit kasteeltype is gekend in Nederland maar werd tot nu toe niet aangetroffen in Vlaanderen. In Nederland was het in hoofdzaak de hoge adel die dergelijke kastelen optrok in de periode tussen 1150 en 1350. Ver-Assebroek onderscheidt zich door de aanwezigheid van vier grachten en wallen,
wat voor deze groep uitzonderlijk was. Historische en cartografische bronnen tonen aan dat het centrale eiland opgehoogd was, maar dit werd in latere tijden afgegraven. Op het centrale eiland troffen we slecht één uitbraakspoor aan, naast restanten van een beschoeiing. De grachten zijn uitgegraven tot onder het niveau van de kalkgyttja. De opgespitte moeraskalk werd op de plaats van de wallen opgebracht, terwijl ze verder opgehoogd werden met behulp van aangevoerd zand. Aan oostelijke zijde bevindt zich ter hoogte van de eerste wal een mogelijke voorburcht, die wellicht met een brug verbonden was met het centrale eiland. Het kasteel werd vermoedelijk aangelegd in de 13de eeuw en bewoond in de 14de eeuw. Het lijkt verlaten te zijn in de 15de eeuw, waarna de grachten geleidelijk aan verveenden. In de 19de of 20ste eeuw werd het monument genivelleerd en werd het projectgebied heringericht als hooiland. Deze herinrichting bracht grote schade aan de bovengrondse structuren. De grachtvullingen blijken in grote mate intact en zijn onder andere rijk aan fragiele archaeologica zoals metaal, bot en hout. De conservering van de grachtvulling wordt echter in grote mate bedreigd door de verdere oxidatie van het veen. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Delfien TERMOTE • Dries TYS
Mobiliteitsonderwijs Mozambique Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de introductie van onderwijs over mobiliteit in 7 beroepsscholen in Mozambique. Hiertoe ontwikkelt men een handboek en richtlijnenboek dat aangeeft hoe men mobiliteit kan inwerken in een (bestaand) milieuzorg systeem. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Modellen voor de bepaling en voorspelling van het effect belangrijke milieuverontreinigende stoffen op de mariene en zoetwater ecosystemen en biodiversiteit (MODELKEY). Universiteit Antwerpen Abstract: Een van de belangrijke oorzaken van een onvoldoende ecologische toestand en een verminderde biodiversiteit in zoetwater en mariene ecosystemen is stres t.g.v. verontreiniging. In de kaderrichtlijn water wordt de kwaliteitstoestand van aquatische ecosystemen geevalueerd op basis van hydromorfologische, fysisch-chemische en biologische parameters en een lijst van zogenaamde prioritaire polluenten. Dit resulteert in een grove kwaliteitsschatting, maar maakt het niet mogelijk om een goede diagnose te stellen of een inschatting te maken van de mogelijke toxische impact ten gevolge van aanwezige polluenten en zeker ook niet om een oorzaak-effect relatie vast te stellen tussen chemische verontreiniging en de afname van de biodiversiteit. Momenteel wordt hieraan weinig aandacht besteedt en zijn de middelen daarvoor ook beperkt. Modelkey is er op gericht om een aantal van deze kennishiaten in te vullen zodat een betere oorzaak-effect relatie en impact inschatting gemaakt kan worden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Eric de Deckere
Op weg naar een geïntegreerd beslissingsinstrument voor aanpassingsmaatregelen - Gevalstudie: overstromingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Op weg naar een geïntegreerd beslissingsinstrument voor aanpassingsmaatregelen - Gevalstudie: overstromingen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Vergelijking drie vegetatiekarteringen in De Wieden. Universiteit Antwerpen Abstract: Vergelijking drie vegetatiekarteringen in De Wieden. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Ecologische evaluatie van het bepoten van snoek in de biologisch gemanipuleerdevijvers van het (BHG) Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Evaluation écologique de l'introduction de brochets dans les étangs biomanipulés en (RBC) Région Bruxelles Capitale. ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ecologische evaluatie van het bepoten van snoek in de biologisch gemanipuleerdevijvers van het (BHG) Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Aanstelling van een liaison officer voor het domein milieu en integraal waterbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: De liaison officer heeft als taak de vertaling van de vragen om adviesverlening vanwege het Havenbedrijf naar concrete onderzoeksvragen, de oplossing waarvan binnen de universiteit, de AUHA of daarbuiten kan bekomen worden, en de beleidsrelevante verwerking ten behoeve van het Havenbedrijf. Bedoeling van de liaison officer is dus een echte "interface" te vormen tussen onderzoek en beleid. Hij moet op de hoogte zijn van de kennisbehoeften van het Havenbedrijf en die proberen te linken aan beschikbare onderzoeksresultaten bij de verschillende diensten van de academische wereld of die vertalen in onderzoeksvragen zodat ze aangepakt kunnen worden.
Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ecologische en ecotoxicologische kwaliteit van de Dommel na de ruiming van de bodem/ Compilatie van de bestaande gegevens/rapporten. Voorstel tot verdere meetstrategie. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van deze studie bestaat uit het bundelen/centraliseren en rapporteren van de bestaande gegevens (water- en waterbodemkwaliteit, vispopulaties, bioaccumulatie) in een informatiesysteem gekoppeld aan GIS om zo tot een overzichtelijke rapportage te komen van alle uitgevoerde onderzoek voor en na de saneringswerken van de Dommel. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets
Toelage voor o.a. Bayan Sapargaliyeva Vrije Universiteit Brussel Abstract: Medicijnen farmacie Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Pilotstudie herstel veenvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Kennis over de herstelmogelijkheden en -technieken van veenvormende begroeiingen in beekdalen is zeer schaars. Het doel van de pilotstudie is dan ook om: ¿ meer inzicht te krijgen in sturende factoren in hydrologie, biogeochemie, biotiek en beheer in huidige Nederlandse beekdalen; ¿ adviezen geven over herstel- en beheerstrategieën ¿ aangeven welke belangrijke kennislacunes nog spelen en welk onderzoek hiervoor nodig is. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Ontwikkeling van een in vitro Toxicogenomics Strategie ter ondersteuning van REACH (TOXICOGEN). Universiteit Antwerpen Abstract: Toxicogenomics is een krachtige tool om met een relatief klein aantal experimenten een beeld te krijgen van de toxische werkingsmechanismen van chemische verbindingen. In dit project willen we een volwaardige toxicogenomics databank ontwikkelen die gebaseerd is op een set van referentie chemicaliën en aangevuld is met alle beschikbare conventionele toxiciteits en C&L (Classification and Labeling) gegevens van deze referentie set. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Johan Robbens
Monitoringplan voor een experiment met niet maaien in moerasdelen van de Drentse AA. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject, dat zich alleen richt op de onderdelen vegetatie en maaiveldhoogte, is het vergelijken van de effecten van al dan niet maaien op vegetatiesamenstelling en maaiveldhoogte in een drietal deelgebieden in de Drentse AA na 1 jaar. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
ICP: Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2009-2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Medicijnen farmacie Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Pilotstudy naar de beste methode om het fosfaatgehalte in de bovenste bodemlagen in het plangebied waterberging Eelder- en Peizermaden te bepalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Opdracht voor de bepaling van de diepte van het fosfaatfront in het plangebied waterberging Roden Nog en Peize ten einde het risico van uitspoeling naar de waterlaag bij inundatie in te kunnen schatten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
AOP's voor de behandeling van concentraatstromen: optimalisatie van een (afval)waterzuiveringsproces met behulp van ecotoxicologische testen.
Universiteit Antwerpen Abstract: AOP's voor de behandeling van concentraatstromen: optimalisatie van een (afval)waterzuiveringsproces met behulp van ecotoxicologische testen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Schepper
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Julien PETILLON, Frankrijk) Universiteit Antwerpen Abstract: FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Julien PETILLON, Frankrijk) Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Effecten van onderhoud waterlopen op hergroei, biomassa en mogelijke bijsturing naar efficiëntere en goedkopere werkwijze. Universiteit Antwerpen Abstract: Een toegenomen hoeveelheid waterplanten, o.a. als gevolg van de verbeterde waterkwaliteit in combinatie met hoge stikstof-en fosforconcentraties, stuwt het water in onze waterlopen op. Landbouwers wensen daarom vaker een kruidruiming wat hogere kosten voor de waterbeheerder met zich meebrengt. In het Netebekken zijn echter een aantal waterlopen beschermd d.m.v. de Europese Habitatrichtlijn. Een aantal vissoorten moeten beschermd worden en ook de waterplanten in de waterloop hebben een hoge ecologische waarde. Kruidruimingen, zeker in het voorjaar en in de zomer, hebben een negatieve impact op de beschermde waterplanten en vissen. Door het regelmatig verwijderen van waterplanten kan het bovendien zijn dat de snelgroeiende soorten er juist hun voordeel uithalen waardoor de biomassa en de opstuwing nog meer zullen toenemen zodat het uiteindelijke doel van het beheer teniet gedaan wordt. Vandaar dat er nood is aan meer informatie over het effect van kruidverwijderingen op de soortensamenstelling en op de hergroei. Daarnaast zal het al dan niet verwijderen van vegetatie een groot effect hebben op de sedimentdynamiek. In het algemeen kan er gesteld worden dat de rivierbedding stabieler is in aanwezigheid van waterplanten. Op deze manier kan er voorkomen worden dat er sediment in suspensie komt zodat slibruimingen ook worden vermeden. Met dit onderzoek willen we enkele antwoorden bieden op praktische problemen gedurende kruidruimingen in de waterlopen van het Netebekken: -Wat is het effect van kruidruimingen op biomassa en diversiteit van waterplantensoorten? -Hebben kruidruimingen vroeg in het vegetatieseizoen hetzelfde effect op de soortensamenstelling als later uitgevoerde kruidruimingen? -Wat is het effect van kruidruimingen op het vis- en macro-invertebraten bestand? -Hoe snel is de hergroei na een kruidruiming? -Hoe groot is het aandeel van het volume verwijderde biomassa op de waterstanddaling in vergelijking met het aandeel van weerstandsverlaging? Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Effect van klimaatverandering op rivierhydrologie en ecologie: een gevalstudie voor interdisciplinair beleidsgericht onderzoek. (SUDEM CLI) Universiteit Antwerpen Abstract: De impact van de klimaatsverandering op rivier hydrologie en ecologie geniet een groeiende belangstelling en heeft implicaties, niet alleen voor waterbeheer maar ook voor het socio-economische beleid. Gezien de klimaatswijziging een zodanige diversiteit aan disciplines beïnvloedt, moet het onderzoek hieromtrent noodzakelijkerwijs ook multidisciplinair zijn. Het ADAPT project, in synergie met het CCI-HYDR project, bestudeert al de impact van overstromingsscenario's (frequentie, duur, hoogte en seizoen) op de vegetaties van riviervalleien en het aquatische ecosysteem. In deze projecten wordt, door de gekozen focus en beperkingen in tijd en middelen, de kwaliteit van het overstromingswater niet meegenomen in de werkplannen. Literatuur studie en de eerste resultaten van de ecologische impact studies, geven evenwel duidelijk aan dat het ontbreken van informatie over waterkwaliteit een belangrijke handicap vormt om de impact van bepaalde veranderingen in overstromingsregimes op het ecosysteem in te schatten. Dit punt kwam ook naar voor in vragen gesteld tijdens de kick-off meeting van de BELSPO SSD projecten op 26 maart in Brussel. Bij het integreren van klimatologische, hydrologische en ecologische informatie worden we onmiddellijk geconfronteerd met de discussie over een adequate schaal in ruimte en tijd, het gebruik van indicatoren en de keuze van duurzame maatregelen. Ervaringen binnen de ABC-impact, CCIHYDR en ADAPT projecten tonen duidelijk de nood aan van een goede communicatie en wederzijds begrip van en voor vraag en aanbod van de drie disciplines. De interdisciplinaire focus van de lopende onderzoeksprojecten blijft te beperkt. Bovendien is het niet alleen belangrijk om de oorzaken en omvang van de klimaatsverandering en de onzekerheden hierin te kennen, maar het is evenzeer belangrijk om te weten met welke mate van onzekerheid beleidsmakers verder kunnen. De vraag is dan ook hoe de onzekerheden, geassocieerd aan de projecties van regionale klimaatsveranderingen, moeten gecommuniceerd worden en hoe die bij besluitvorming moet meegenomen worden. De doelstelling van dit onderzoek is om "key experts" uit de klimatologische, hydrologische en ecologische onderzoeksgemeenschappen samen te brengen met waterbeheerders en beleidsmakers om de besluitvorming rond de impact van klimaatsverandering op de ecosystemen van rivieren en riviervalleien te verbeteren. Dit zal bereikt worden via een serie workshops waar relevante onderzoekstopics zullen bediscussieerd worden in open multidisciplinaire teams (klimatologen, hydrologen, waterbouwkundig ingenieurs, ecologen en beleidsverantwoordelijken). Sociologen en economen uit de lopende ADAPT en CCI-HYDR projecten zullen uitgenodigd worden om deel te nemen aan de workshops en hun expertise in te brengen in de algemene discussie rond klimaatsveranderingen en duurzame oplossingsstrategieën. Het onderzoek zal zich toespitsen op de case studie "Grote Nete en Grote Laak" wat ons zal toelaten enerzijds alle relevante kwesties te behandelen maar anderzijds ons voldoende de te focussen. De resultaten van de klimaat projecties (RCM simulaties resultaten van de EU PRUDENCE en ENSEMBLE projecten, de CLM run aan de UCL binnen het ABC impacts project, en GCM resultaten ter beschikking gesteld door het IPCC) veranderingen in stroomregimes (CCI-HYDR project) geassocieerd met water kwaliteit (beperkte focus in CCI-HYDR project) en ecologie/biodiversiteit (beperkte focus in ADAPT) en verder uitgediept binnen dit voorstel, zullen samen gebracht en geïntegreerd worden met als doel betere projecties te maken van de impact om habitat kwaliteit en diversiteit. Daarom wordt speciale aandacht besteed aan de integratie van de technische wetenschappelijke resultaten in de deelbekkenbeheersplannen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ecoplan. Universiteit Antwerpen Abstract: Het concept ecosysteemdiensten heeft een enorm potentieel om te komen tot een onderbouwd en duurzaam beheer van onze open ruimte en natuurlandschappen. Het vinden van een balans tussen ecocentrische en antropocentrische belangen is altijd al een moeilijke oefening geweest. Het concept ecosysteem diensten toont aan dat deze tegenstelling slechts schijn is. Het beschouwen van natuur en landschappen als producenten van ecosysteemdiensten is een veelbelovend concept dat ons in staat stelt om natuur en landschap te waarderen. Het concept ecosysteemdiensten biedt een uniek kader waarbinnen men de verschillende sociale, economische en omgevingsaspecten kan samenbrengen en integreren. De economische waardering van ecosysteemdiensten biedt bovendien duidelijk mogelijkheden om het maatschappelijke en economische belang van ecosystemen in rekening te brengen. Een dergelijke waardering van ecosysteemdiensten is enkel mogelijk indien deze geschoeid is op een grondige kennisbasis. Zowel de maatschappelijke vraag naar ecosystemen als de ecologische mechanismen die de ES leveren zijn onderhevig aan een grote variabiliteit en heterogeniteit. De doelstelling van dit project is het mobiliseren van een maatschappelijk brede gebruikersgroep waarvoor het concept ecosysteemdiensten van belang kan zijn voor een betere onderbouwing van besluitvorming inzake planning, advisering en uitvoering van natuurontwikkelingsprojecten, grote infrastructuurprojecten, ruimtelijke planning en waterbeheer die een invloed kunnen hebben op de levering van ecosysteemdiensten. De noden en behoeften vanuit deze gebruikersgroep moeten vervolgens geconcretiseerd worden in onderzoeksvragen. Welke kennis en techniek is nodig en welk (onderzoeks)traject kan gevolgd worden om hieraan invulling te geven. Prioritering van de onderzoeksvragen in functie van maatschappelijk belang, de haalbaarheid van het (onderzoeks)traject en de synergie tussen de onderzoekstrajecten. Dit moet dan leiden tot het ontwikkelen van een robuuste methodiek om vraag en aanbod van ecosysteemdiensten te identificeren, kwantificeren en monetariseren op een ruimtelijk gedifferentieerde manier. De aanpak en uitwerking kan specifiek zijn, in functie van de ecologische processen en mechanismen die ten grondslag liggen aan de levering van een bepaalde ecosysteemdienst. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Chemische analyse en speciatie modellering van lood oplosbaarheid onder ecotoxiciteitsproef relevante blootstellingsscenario's Universiteit Antwerpen Abstract: Chemische analyse en speciatie modellering van lood oplosbaarheid onder ecotoxiciteitsproef relevante blootstellingsscenario's Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Effects of global change on plant growth and stress responses. Universiteit Antwerpen Abstract: Effects of global change on plant growth and stress responses. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
Impact van snelle en trage klimaatverandering op biodiversiteit en landschapsstabiliteit: studie van het Laat-Glaciaal en Vroeg-Holoceen als vergelijkingsmodel voor de huidige klimaatverandering. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent onderzoek voorspelt dat de huidige klimaatverandering de biodiversiteit en landschapsstabiliteit op aarde bedreigt. Deze voorspellingen zijn echter moeilijk te testen. Als vergelijkingsmodel voor de huidige klimaatverandering, bestuderen we in dit project de impact van snelle en trage klimaatveranderingen, die zich hebben afgespeeld in het verleden, op de toenmalige biodiversiteit en landschapsstabiliteit. We bestuderen dit o.b.v. afzettingen in de Vlaamse riviervalleien en de pollen die hierin zijn bewaard. Speciale aandacht gaat naar de interacties tussen vegetatie- en landschapsveranderingen, als reactie op klimaatverandering. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lodewijk Beyens • Ivan Nijs • Stijn Temmerman
Populatiedynamica- en simulatie van oorwormen in boomgaarden: densiteitsafhankelijke factoren in een populatie van generalist predatoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Oorwormen, Forficula auricularia (L.) (Dermaptera, Forficulidae), zijn belangrijke predatoren in boomgaarden. Uit experimentele studies blijkt dat ze belangrijke plagen onder controle kunnen houden in zowel appel- als perenteelten. Hierbij denken we vooral aan diverse luizen en perenbladvlo. Oorwormen zouden dus een belangrijke rol kunnen spelen in de geïntegreerde fruitteelt en vormen een essentiële schakel in de biologische fruitteelt. Het probleem vormt zich echter doordat de oorwormpopulatie een grote jaarlijkse variatie vertoont in densiteiten. Hierdoor kunnen ze geen betrouwbare bijdrage leveren voor de landbouwer en blijft het praktisch nut beperkt. Om deze problematiek aan te pakken zal er een populatiemodel worden gebouwd. Hiermee kan de populatie met behulp van gevoeligheidsanalyses geanalyseerd worden, zodat kritische periodes in de levenscyclus alsook sleutelfactoren geïdentificeerd kunnen worden. Dit moet leiden tot een optimaal boomgaardbeheer, waarbij men rekening houdt met de invloed van abiotisch en biotische factoren enerzijds en de impact van menselijke ingrepen anderzijds op de oorwormenpopulatie. Er is echter te weinig relevante biologische informatie beschikbaar om een dergelijk model te maken. Met behulp van de reeds goedgekende en bestudeerde fenologie van de oorworm kan er bepaald worden welke parameters relevant zijn voor deze studie. Deze parameters vereisen een uitgebreide kennis van ontwikkelingstijden, overlevingskansen, fecunditeit en reproductiecijfers, dat kan bereikt worden door een combinatie van veld -en labo-experimenten. In dit project zal de aandacht vooral uitgaan naar densiteitafhankelijke factoren zoals parasitisme (door sluipvliegen), predatie, intra- en interspecifieke competitie. Deze factoren zijn slechts zeer summier gekend en vormen bijgevolg een groot hiaat in de noodzakelijke kennis om de populatie te modelleren en te simuleren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Rob Moerkens
De invloed van klimaatverandering op de koolstof- en broeikasgasbalans van een model-laagveen. Universiteit Antwerpen Abstract: Temperatuursstijging en grondwaterdaling zijn twee belangrijke factoren van global change en beiden hebben een belangrijke invloed op de koolstof- en broeikasgasbalans van veenbodems. Dit project werd opgezet om na te gaan hoe temperatuur en grondwaterstand deze balansen beïnvloeden. Daarnaast besteden we ook speciale aandacht aan de onderliggende processen van de methaan- en lachgasemissies en hoe deze processen beïnvloed worden door veranderingen in temperatuur en grondwaterstand. Aan de Universiteit Antwerpen werd een experimenteel platform gebouwd met negen groeikamers. Elke groeikamer bevat vier mesokosmossen, gevuld met veen. In deze mesokosmossen wordt het waterniveau geregeld. Van april tot november staat het grondwater 5, 10, 17 of 24 cm onder het maaiveld. Tijdens de overige zes maanden verhogen we het grondwaterniveau met 10 cm (behalve voor het hoogste grondwaterniveau, waar de stijging slechts 5 cm bedraagt). In elke groeikamer wordt de temperatuur geregeld: drie kamers De broeikasgasemissies (CO2- CH4- en N2Oemissies) worden op regelmatige tijdstippen gemeten. Daarnaast bepalen we ook alle componenten van de koolstofbalans (DOC, POC, VOC and DIC), een aantal componenten van de stikstofbalans (NO3-, NH4+, DON and DIN) en verscheidene belangrijke parameters, zoals zuurstofconcentratie, temperatuur en bodemvochtgehalte. Bovendien meten we ook de CO2- CH4- en N2O-concentraties op verschillende dieptes in de bodem. Via deze gegevens komen we meer te weten over de onderliggende processen van de verschillende broeikasgasemissies. Naast dit mesokosmosexperiment voeren we ook enkele nevenexperimentjes uit waarin we de onderliggende processen van de CH4-productie en oxidatie en van de N2O-productie in detail bestuderen. In deze experimentjes testen we eveneens enkele experimentele procedures. Tenslotte bepalen we de fractionatiefactoren (voor 13C) van de twee voornaamste CH4-productiewegen en van de CH4-oxidatie. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Sara Vicca
Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme bij vrouwelijke waterjuffers met verschillende vormfrequenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme bij vrouwelijke waterjuffers met verschillende vormfrequenties. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Arne Iserbyt
Effect van in- en ontpolderen op hoogwaterpeilen in het Schelde-estuarium: historische effecten (1550-1800) als referentiemodel voor huidige beheersplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het overstromingsrisico van de Schelde te doen dalen, worden valleigebieden ontpolderd. Er bestaan echter geen empirische data die de relatie tussen ontpolderingen en waterpeil reductie (~ overstromingsrisico) beschrijven. Als vergelijkingsmodel worden daarom de effecten van historische in- en ontpolderingen langs de Westerschelde (1550-1800) op het waterpeil langs de Vlaamse Zeeschelde bestudeerd, a.d.h.v. protisten (diatomeeën en thecaoeben). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
Duurzaam beheer van bodem en grondwater onder druk van verontreiniging van bodemverontreiniging en -contaminatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Duurzaam beheer van bodem en grondwater onder druk van verontreiniging van bodemverontreiniging en -contaminatie. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets
Fundamentele studie van een geïntegreerd fotokatalytisch NOx en fijn stof verwijderingsproces. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste polluenten in de uitlaat van dieselmotoren zijn fijn stof en stikstofoxiden (NOx). In de onderzoeksgroep voor Duurzame Energie en Luchtzuivering (DuEL, Universiteit Antwerpen) worden keramische fotokatalytische schuimen bestudeerd die fijn stof opvangen en tevens de katalytische afbraak van fijn stof en NOx bewerkstelligen. De benodigde energie voor het katalytische proces wordt geleverd door belichting. Het hoofddoel van dit doctoraatsonderzoek is het bestuderen van de reactiemechanismen die plaatsvinden op de fotokatalytische titaandioxide materialen tijdens de geïntegreerde afbraak van fijn stof en NOx. Een beter inzicht in deze reacties is belangrijk om een doorbraak te bereiken in fotokatalytische afbraakprocessen. De fundamentele kennis zal helpen bij de verbetering van de materialen en de optimalisatie van de reactie-omstandigheden. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Marianne Smits
Onderzoek van het ecologisch potentieel van graslanden in de regio Antwerpse Kempen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Agentschap voor Natuur en Bos beheert diverse domeinen in de Antwerpse Kempen die een uitgestrekt graslandareaal kennen. Om het beheer te optimaliseren en eventuele inrichtingsmaatregelen te plannen is het noodzakelijk om de potenties van de graslanden te kennen. Het doel van deze opdracht is dan ook om op basis van de huidige biotiek, een inventarisatie van de belangrijkste abiotische parameters en specifieke randvoorwaarden de maximale potenties te bepalen en aan te geven op welke wijze deze te bereiken zijn. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Het opnemen van kwadraten, nemen van grondwater en oppervlaktewaterstalen, het meten van stroomsnelheden, en het verrichten van analyses in de Zegge. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KMDA. UA levert aan KMDA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Productiviteit van agro-ecosystemen in de Pampa regio met een bijzondere nadruk op de opbrengst van tarwe. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Studie voor het opstellen en uitvoeren van een monitoringsprogramma voor natuurvriendelijke oevers langs het Zeekanaal in Grimbergen. Universiteit Antwerpen Abstract: Langs het kanaal Schelde-Brussel zijn verschillende typen natuurvriendelijke vooroeververdediging aangelegd. Deze zijn telkens aangelegd op enkele meters van de aangrenzende vaste oever, met verbindingsbuizen naar het kanaal. Hierdoor ontstaat tussen de vooroeververdediging en de vaste oever een nagenoeg afgesneden geïsoleerd stuk water waarin de waterdynamiek minder sterk is als in het aangrenzende kanaal. Zowel de vooroeververdediging zelf als deze geïsoleerde waterlichamen kunnen mogelijk als substraat fungeren voor verscheidene planten- en dierensoorten en hiermee, naast het leveren van beschermling, de locale biodiversiteit verhogen. In deze studie zal het effect van de vooroeververdediging op de biodiversiteit worden gekwantificeerd. Soortgroepen die over enkele jaren zullen worden gemonitoord zijn: hogere planten, vissen, macro-invertebraten en vogels. Verloop in soortensamenstlling en aandeel per soort zal worden geëvalueerd als functie van vooroeververdedigingstype en tijd. De studie zal resulteren in een aanbeveling die aangeeft welke type vooroeververdediging zal leiden tot in de hoogste biodiversiteit. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Impact van troposferische ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel na te gaan wat de gevolgen kunnen zijn van de toenemende troposferische ozonverontreiniging op veranderingen in het gehalte aan antioxidantia en glucosinolaten (natuurlijk toxine) in Brassica gewassen. Beide componenten hebben immers een belangrijke functie met betrekking tot de gezondheids- en veiligheidsaspecten van de menselijk voeding en dierlijk voeder. Doelstellingen : 1. bepalen van de invloed van stijgende troposferische ozonconcentraties op de antioxidant en glucosinolaat samenstelling van Brassica species 2. evaluatie van de invloed van ozon op het menselijk dieet en de voedselopname door dieren door de veranderingen in antioxidant en glucosinolaat niveaus in de voedselketen in rekening te brengen 3. identificeren van fysiologische en biochemische 'biomarkers' voor ozonstress door de interactie tussen stressinductie en veranderingen in secundaire metabolieten te onderzoeken 4. opheldering van de interactie tussen abiotische stressinductie, verdedigingsmechanismen en veranderingen in secundaire metabolieten door middel van transcriptoom analyse 5. evalutie van het effect van ozon-geïnduceerde veranderingen in glucosinolaatconcentraties en ¿samenstelling in relatie tot plantpathogeen/insekt interacties door middel van een literatuurstudie 6. bepalen van de opbrengstverliezen en veranderingen in opbrengstkwaliteit 7. bijdragen tot ozonflux modellering door gegevens te leveren van stomatale geleidbaarheid in functie van omgevingscondities In functie van het vooropgestelde objectief, zullen koolzaad of canola (Brassica napus L.) en broccoli (Brassica oleracea L. cv. Italica) gedurende het ganse groeiseizoen aan verschillende ozonconcentraties blootgesteld worden. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van 15 Open-Top kamers (OTCs) waarin de gewassen kunnen opgroeien onder condities die de veldomstandigheden zeer dicht benaderen. Deze faciliteiten bevinden zich op de terreinen van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA). Voor een betrouwbare extrapolatie van de gegevens dienen deze experimenten minstens over 3 jaar herhaald te worden zodanig dat met de nodige klimaatsvariatie kan rekening gehouden worden. Voor een evaluatie van het "kamereffect" en bepaling van de ozonflux op bladniveau worden open veldplots gebruikt. De Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-Ecologie van de Universiteit Antwerpen is verantwoordelijk voor het opvolgen van de fysiologische conditie van de planten gedurende het ganse groeiseizoen door metingen van fotosynthese en chlorophyll fluorescentie op bladniveau. Het hoofddoel hierbij is een identificatie van de momenten waarop de heersende ozonconcentraties ook effectief een fysiologische stressrespons bij de planten veroorzaken zodat deze evenementen kunnen teruggekoppeld worden aan de biochemische wijzigingen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Impact van troposferische ozon op de voedsel- en voederkwaliteit van Brassicaceae. (OFFQ) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel na te gaan wat de gevolgen kunnen zijn van de toenemende troposferische ozonverontreiniging op veranderingen in het gehalte aan antioxidantia en glucosinolaten (natuurlijk toxine) in Brassica gewassen. Beide componenten hebben immers een belangrijke functie met betrekking tot de gezondheids- en veiligheidsaspecten van de menselijk voeding en dierlijk voeder. Doelstellingen :
1. bepalen van de invloed van stijgende troposferische ozonconcentraties op de antioxidant en glucosinolaat samenstelling van Brassica species 2. evaluatie van de invloed van ozon op het menselijk dieet en de voedselopname door dieren door de veranderingen in antioxidant en glucosinolaat niveaus in de voedselketen in rekening te brengen 3. identificeren van fysiologische en biochemische 'biomarkers' voor ozonstress door de interactie tussen stressinductie en veranderingen in secundaire metabolieten te onderzoeken 4. opheldering van de interactie tussen abiotische stressinductie, verdedigingsmechanismen en veranderingen in secundaire metabolieten door middel van transcriptoom analyse 5. evalutie van het effect van ozon-geïnduceerde veranderingen in glucosinolaatconcentraties en ¿samenstelling in relatie tot plantpathogeen/insekt interacties door middel van een literatuurstudie 6. bepalen van de opbrengstverliezen en veranderingen in opbrengstkwaliteit 7. bijdragen tot ozonflux modellering door gegevens te leveren van stomatale geleidbaarheid in functie van omgevingscondities In functie van het vooropgestelde objectief, zullen koolzaad of canola (Brassica napus L.) en broccoli (Brassica oleracea L. cv. Italica) gedurende het ganse groeiseizoen aan verschillende ozonconcentraties blootgesteld worden. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van 15 Open-Top kamers (OTCs) waarin de gewassen kunnen opgroeien onder condities die de veldomstandigheden zeer dicht benaderen. Deze faciliteiten bevinden zich op de terreinen van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA). Voor een betrouwbare extrapolatie van de gegevens dienen deze experimenten minstens over 3 jaar herhaald te worden zodanig dat met de nodige klimaatsvariatie kan rekening gehouden worden. Voor een evaluatie van het "kamereffect" en bepaling van de ozonflux op bladniveau worden open veldplots gebruikt. De Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-Ecologie van de Universiteit Antwerpen is verantwoordelijk voor het opvolgen van de fysiologische conditie van de planten gedurende het ganse groeiseizoen door metingen van fotosynthese en chlorophyll fluorescentie op bladniveau. Het hoofddoel hierbij is een identificatie van de momenten waarop de heersende ozonconcentraties ook effectief een fysiologische stressrespons bij de planten veroorzaken zodat deze evenementen kunnen teruggekoppeld worden aan de biochemische wijzigingen. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Yves Guisez
Macrophyten en nutriënt dynamiek: proces en veldstudies in de bovenlopen van rivieren - Manudyn II. (tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Doordat in situ, heterogene en complexe interacties ontstaan tussen waterstroming, sediment en macrofyten patches, is het bestuderen van het effect van licht, temperatuur en nutrienten op de groei en degradatie van macrofyten een complex process (MANUDYN en andere projecten). Daarom zullen er in MANUDYN II experimenten uitgevoerd worden op verschillende schalen met een stijgende complexiteit, gaande van individuele planten naar een complexe interactie van verschillende planten patches. Op de ruimtelijke schaal zal dit project opgesplitst worden in drie delen: individuele planten, planten patchen en rivier secties. Hierdoor zullen we meer inzicht krijgen in de ruimtelijke engineering capaciteit van macrofyten. Het koloniseren van historisch verontreinigde rivieren zal immers plaats vinden vanuit individuen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Landgebruik en het transport van silicium doorheen het Scheldebekken. (LUSi - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt zich als doel na te gaan of siliciumstromen doorheen het Scheldebekken, en uiteindelijk naar de Noordzee, veranderd zijn door menselijke ingrepen in het landgebruik. Oppervlakige siliciumrun-off, ondergrondse stromen van Si en de opname en vrijstelling door vegetatie, worden bestudeerd in verschillende landschapssystemen. Gemodelleerde resultaten zullen worden toegepast voor landgebruik doorheen de geschiedenis, om de potentiële verandering van Si-stromen in kaart te brengen. Lokale experimenten op de schaal van enkelvoudige percelen zullen worden uitgevoerd in verschillende landschapstypes, om zo tot een kwantificering van zowel oppervlakkig als ondergronds transport van BSi, DSi en sediment te komen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
De impact van klimaatveranderingen op kustwetlands Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - EADIC. UA levert aan Erasmus Mundus - EADIC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
Habitat gebruik, de populatiedynamiek van knaagdieren en mogelijkheden voor de transmissie van zoönosen in agroecosystemen en menselijke nederzettingen in de regio van de Tiger, Noord-Ethiopië. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR . UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Luc D'Haese
Beoordeling van het effect van een antenne op een terrein van Natura 2000 in de Brusselse regio. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds WIV . UA levert aan WIV de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets
Populatiestructuur, transmissie en gastheerspecificiteit in een nestgebonden ectoparasiet, de teek Ixodes arboricola.(FWO Vis.Fel., Joël WHITE, Frankrijk) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Capacity building for the Vietnam inland waterway administration to protect the environment (2010). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vlaanderen zal bijstand verlenen aan Vietnam Inland Waterway Administration bij het upgraden van VIWA's environmental management capacity, wat moet resulteren in een 'Efficient and operational Environmental Management and Inspection Service within VIWA' Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Opmaak en uitwerking van een ecologisch landschapsmodel als modelmatig beheersinstrument voor de ecologische infrastructuur in de Antwerpse haven. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt een landschapsecologisch model uitgewerkt dat kwantitatieve uitspraken toelaat over het effect van geplande of gerealiseerde ingrepen in het Havengebied op de verbindingsmogelijkheden tussen natuurlijke dierenpopulaties. Het model is gebaseerd op de analyse van minimale-kostpaden in functie van landschappelijke weerstand. Het model wordt afgestemd op een aantal doelsoorten waaronder rugstreeppad, vleermuizen en enkele nog te bepalen soorten. Het project zal een bruikbaar instrument leveren om het functioneren van de Ecologische Infrastructuur in de haven te kunnen monitoren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Patrick Meire
Fusie van resultaten van de atmosferische simulatie met in-situ gegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VITO. UA levert aan VITO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson • Ujjwal Kumar
Impact van sterk invasieve exotische planten op de biodiversiteit: mechanismen, amplificerende factoren, en risicoanalyse. (ALIEN IMPACT - tweede fase) Universiteit Antwerpen Abstract: Het ALIEN IMPACT voorstel heeft als doel de eerste geïntegreerde studie op te starten over de patronen en mechanismen van impact van invasieve exotische planten in België. Een selectie van de meest invasieve soorten (highly invasive plant species, HIPS) zal worden bestudeerd, door een combinatie van enerzijds een grootschalige screening van hun impacts op verschillende ruimtelijke schalen (om patronen te detecteren) met anderszijds sterk mechanistische studies op een beperkt aantal sites (om "impact pathways" te identificeren). Zowel terrestrische als aquatische invasieve plantensoorten komen aan bod. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Macrofytenpatches als biogeochemische hotspots: impact op waterkwaliteit van rivieren? Universiteit Antwerpen Abstract: Macrofytenpatches als biogeochemische hotspots: impact op waterkwaliteit van rivieren? 1. Probleemstelling In aquatische ecosystemen zijn waterplanten (macrofyten) belangrijk voor de structurele biodiversiteit. Als primaire producenten zijn zij van levensbelang voor zeer veel organismen. Ook op systeemniveau spelen macrofyten een zeer belangrijke rol. De processen die hierbij belangrijk zijn en de omstandigheden waaronder deze plaatsvinden zijn echter onvoldoende gekend. Toch is een goede kennis belangrijk om bijvoorbeeld juiste beleidsdaden te kunnen nemen m.b.t. de verbetering van onze oppervlaktewateren. Bovendien impliceert hun aanwezigheid ook grote invloeden naar de ganse hydraulica toe. Macrofyten hebben als "ecological engineers" een directe invloed op stroomsnelheidspatronen en patronen in sedimentatie en erosie. Veranderingen in deze patronen hebben een rechtstreekse invloed op de biodiversiteit. 2. Doelstelling Het is de bedoeling het basisidee te testen of macrofytenpatches in een waterloop biogeochemische hotspots zijn. Er zijn immers sterke indicaties dat de processen in de bodem onder macrofytenpatches een grotere impact hebben op de waterkwaliteit dan de tot hiertoe onderzochte pelagische processen. Om deze hypothese te toetsen zijn er drie onderzoeksvragen vooropgesteld: 1) Bestaan er biogeochemische hotspots in macrofytenpatches en welke is hun kwantiteit? 2) Welke maximale breedtes en lengtes kunnen patches onder gegeven omstandigheden aannemen?
3) Wat is theoretisch de totale maximale oppervlakte die patches kunnen innemen in een stuk waterloop onder gegeven omstandigheden (en wat is het totale effect van deze patches op waterkwaliteit)? 3. Methodiek en technologie Onderzoeksvraag 1) zal beantwoord worden door data te verzamelen in het veld. In nauwkeurig gekozen patches zal het organische materiaal gekarakteriseerd worden en denitrificatie- en siliciumprocessen als proxi opgevolgd worden. Al deze data worden dan rechtsreeks gekoppeld aan patronen van stroomsnelheid, sedimentatie en erosie in en rond de patch. Hierbij komen veldwerktechnische aspecten aan bod (stroomsnelheidmetingen, meten van denitrificatie in situ, staalname, labotechnieken voor analyse,¿). De resultaten worden achteraf zowel met een diagenetisch model als statistisch geanalyseerd. Onderzoeksvraag 2) zal beantwoord worden aan de hand van de resultaten van in situ experimenten. Hierbij worden in bestaande waterlopen flumes gecreëerd waarin de limiterende factoren (stroomsnelheid, erosie-sedimentatie) voor patchgroei worden gekwantificeerd. Ook worden de dimensies van een groot aantal patches opgemeten ter vergelijking met de flume experimenten. Onderzoeksvraag 3) wordt modelmatig benaderd met het Delft3D-model. De data van onderzoeksvraag 1 zullen het model kalibreren, de data van onderzoeksvraag 2 zullen het model valideren. Met dit model willen we de impact van macrofytenpatches op waterkwaliteit schatten voor grotere riviertrajecten (100-1000 m). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Stijn Temmerman • Jonas Schoelynck
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Peter KORSTEN, Nederland) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Bi-CYCLE. Universiteit Antwerpen Abstract: Door de introductie en promotie van biobrandstoffen dreigen zowel de energievoorziening als de voedselvoorziening in competitie te treden. In de literatuur wordt het gebruik van olie, gemaakt door ééncellige micro-organismen, waaronder micro-algen en gisten, als mogelijke oplossing beschreven. Het Bi-CYCLE project beoogt een bijdrage te leveren aan de implementatie van de winning en valorisatie van olie uit ééncellige micro-organismen, meer bepaald uit minstens één der twee organismen: gisten (dit project) en algen (ERA-SME). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Johan Robbens
Ontwikkeling van innovatieve detectiemethodes voor ergot alkaloïden in graan en graanproducten. (ERGOT) Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft als doelstelling om innovatieve detectiemethoden te ontwikkelen voor ergot alkaloïden. Enderzijds is er nood aan een gevalideerde bevestigingsmethode waarbij alle representatieve ergot alkaloïden geanalyseerd worden, daarnaast is het noodzakelijk om snelle, betaalbare screeningstests te voorzien. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen • Johan Robbens
KPP Westerschelde Evaluatiemethodiek: opdrachtverlening werkzaamheden fase 2 - evaluatiemethodiek Schelde estuarium. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Educational support to develop environmental management in primary school in South Africa ism North-West University (NWU) Faculty of Education Sciences. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Efficiëntie en tenuitvoerlegging van groene infrastructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Rudy van Diggelen
Modelleren van biogeochemische CO² fluxen in carbonaatbodems. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Marilyn Roland
Genetische karakterisatie van de interactie tussen arenavirussen en hun gastheer Universiteit Antwerpen Abstract: Om genetische factoren betrokken bij de evolutie van arenavirus-knaagdier interacties te bepalen, zal ik genetische merkers betrokken bij de cellulaire gastheer-parasietinteractie van drie Muridae-arenavirus systemen karakteriseren: Morogoro virus in Mastomys natalensis en twee nieuwe arenavirussen die ik in 2008 ontdekte in Mus minutoides en Lemniscomys rosalia. Ik zal vervolgens het polymorfisme van deze merkers in de natuur onderzoeken. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Joëlle Gouy de Bellocq
Performantie van veenvormende plantensoorten onder veranderende omstandigheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt het effect van veranderingen in verschillende hydrochemische parameters op concurentieverhoudingen tussen veenvormende plantensoorten onder veldcondities te onderzoeken. De respons van typische veenvormende plantensoorten zal vergeleken worden met die van algemene wetlandsoorten. Drie mogelijke bottle-necks zullen worden onderzocht: kieming, vestiging van kiemplanten en concurrentie op adulte leeftijd. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Opmaak van een studie over ecosysteemdiensten van de Zwinstreek in het kader van het REECZ. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie zal op twee schaalniveaus werken: - op niveau van de Zwinstreek een analyse maken van ecosysteemdiensten; - de ecosysteemdiensten van het Zwin-natuurcomplex meer in detail bestuderen gekaderd in het functioneren van het omliggende landschap. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Fitness en fluctuerende asymmetrie van planten uit Chernobyl. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie van de vermindering in ontwikkelingsstabiliteit bij planten die blootgesteld werden aan verschillende dosissen van radioactieve straling te Chernobyl. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
Uitbreiding van de chronische nikkel BLMs tot hoge pH-omstandigheden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Karel De Schamphelaere
Milieu-sanitaire voorzieningen en het beheer van afvalstoffen in ontwikkelingslanden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Marc Van Den Heede
Onderbezette grote woningen in Vlaanderen. Een onderzoek naar architecturale en gebruiksstrategieën in het licht van demografische bewegingen en ecologische beperkingen Universiteit Hasselt Abstract: Vanuit ecologisch perspectief dienen vraagtekens geplaatst te worden bij het hoge aantal onderbezette woningen in Vlaanderen. De opdracht om de energieconsumptie en de CO² uitstoot te minimaliseren staat immers haaks op het gegeven van grote, onderbenutte woningen die bovendien ook vaak in erg verspreide bebouwing voorkomen. Dit brengt een hoge directe (verwarming) en indirecte (transport) energiekost met
zich mee, die niet strookt met de principes van duurzaam bouwen. Afbreken ligt echter niet voor de hand, gezien ondermeer de affectieve band van veel bewoners met hun woning. Dit onderzoeksvoorstel wil een fundamentele bijdrage leveren aan het inzicht in deze problematiek door in te zoomen op drie niveaus. Een eerste, geografisch luik van het onderzoek beoogt de aard en omvang van de onderbezetting preciezer in kaart te brengen welke woningen zijn precies groot en onderbezet, waar bevinden ze zich, wie woont er in, wat is de prijszetting ervan? Een tweede luik voorziet kwalitatief bewoningsonderzoek met woningbezoeken en bewonersinterviews, om vanuit concrete gevallenstudies een beter beeld te krijgen van de woonervaringen en vooruitzichten van de bewoners, gekoppeld aan een architecturale analyse van de betrokken woningen. Een derde luik gebruikt de inzichten uit de twee eerste luiken om met behulp van typologisch en ontwerpmatig onderzoek strategieën te ontwikkelen om deze woningen aan te passen aan toekomstige condities. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Koenraad VAN CLEEMPOEL
Belgische ecosysteemdiensten: een nieuwe visie voor de interacties maatschappij-natuur (BEES). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ecosystem services of Freshwater systems (ECOFRESH). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Monitoring van adulte Culicoides langsheen de Zeeschelde op sites waar door W en Z in 2011 werken voorzien zijn, alsook voor larvale staalnames van Culicoides langsheen de volledige zoutgradiënt van de Schelde (CULIMON II). Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is inzicht te verwerven in het optreden van overlast veroorzaakt door knijten onder de huidige omstandigheden en in de nabije toekomst bij de aanleg van overstromingsgebieden langsheen de Zeeschelde en haar zijrivieren. Daarnaast zullen eveutele maatregelen in beeld worden gebracht die kunnen bijdragen aan de vermindering van deze overlast. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Bilaterale acties: W&T samenwerking met Vietnam : Impact of Global climate change and desertification on the environment and society in Southern Central Vietnam-Case Study in Binh Thuan Province. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie over de impact van klimaatsveranderingen en verwoestijning op het milieu en de maatschappij in Zuidcentraal Vietnam - meer bepaald in de Binh Thuan Provincie Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS
Historisch ecologische analyse van boslandschappen in de Antwerpse Kempen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit interdisciplinaire project worden en aantal oude bossen (permanent aanwezig sinds 1775) in de huidige provincie Antwerpen onderzocht als historische landschappen, waarin naar gelang de bezitsverhoudingen, de toegang tot het bos en de socio-economische strategieën van boseigenaars en -gebruikers, het bos anders conceptueel werd ingevuld (als jachtpark, als vrijwoud, als marktgericht hakhoutbos of als gemeenschappelijk bos), waardoor bossen van elkaar konden verschillen qua beheervorm, botanische samenstelling, eco-technologische inrichting en ruimtelijke inrichting. We willen dus te weten komen welke wederkerige relaties er in het ancien regime bestonden tussen enerzijds sociale en economische variabelen (bezit, macht, markt) en anderzijds landschappelijke en biologische variabelen. Deze vragen worden toegepast op vier oude boscomplexen in de huidige provincie Antwerpen, met zowel een relevante variatie aan socio-economische variabelen, als met een voldoende heuristische mogelijkheden (qua historisch archiefmateriaal, qua natuurhistorische ecologische waarden en qua landschappelijke relicten). In deze samenwerking tussen natuurwetenschappers en humane wetenschappers en tussen twee universiteiten en een overheid (provincie Antwerpen) wordt zo waardevol landschappelijk erfgoed bestudeerd in comparatief perspctief met belangrijke consequenties op zowel methodologisch, thematisch als beheersmatig vlak. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Anneleen DE JAEGHER • Sara ADRIAENSSENS • Dries TYS
Studie naar de haalbaarheid van fytoremediatie gekoppeld aan het voorkomen van resuspensie van een met zware metalen verontreinigde waterbodem. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de OVAM. UA levert aan de OVAM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Bepaling en berekening van grondwater polluent fluxen in het kader van risicobeoordeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VITO. UA levert aan VITO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Departement Biologie - overige • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Ludo Diels • Goedele Verreydt
Engineered Nanoparticle Impact on Aquatic Environments: Structure, Activity and Toxicology (ENNSATOX). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Waardering van landgebonden ecosysteemdiensten in een multifunctionele open ruimte Vrije Universiteit Brussel Abstract: De waardering van terrestrische ecosystemen binnen het VOTES-project (Valuation Of Terrestrial Ecosystem Services in a multifunctional peri-urban space) is gebaseerd op de drie pijlers van duurzame ontwikkeling (economische, sociale en ecologische pijler). Het doel van het onderzoek is een geïntegreerde waardering van ecosysteemdiensten op een ruimtelijke en tijdelijke expliciete manier, gebruik makend van een multi-ecosysteem aanpak en volgens state-of-the-art scenarios voor global change (incl. klimaatswijziging en socio-economische veranderingen). Het studiegebied omvat 4 gemeenten in het randstedelijke gebied rond Brussel (nl. Oud-Heverlee, Bierbeek, Grez-Doiceau en Beauvechain). Vier expert onderzoeksgroepen uit Vlaanderen en Wallonnië vormen een multidisciplinair team, dat complementaire expertise uit humane wetenschappen en natuurwetenschappen samenbrengt. Landgebruiksverandering is een belangrijke drijfveer voor veranderingen in ecosysteemdiensten en biodiversiteit. Dergelijke landgebruikscenario's werden reeds berekend voor de komende decennia in bvb. de SSD-gefinancieerde MULTIMODE en EC-gefinancieerde ECOCHANGE projecten). Dit is specifiek het geval in randstedelijke gebieden waar de druk vanuit stedelijke ontwikkelingen het hoogst is, en in België waar slechts een beperkte oppervlakte land beschikbaar is voor een intense competitie tussen verschillende sectoren en landgebruiken. Er wordt dan ook verwacht dat de oppervlakte en verspreiding van agrarische, semi-natuurlijke en bosecosystemen drastisch zullen variëren, wat een effect zal hebben op de diensten die deze ecosystemen verschaffen. De specifieke onderzoeksdoelstellingen zijn: [1]Beoordelen van de actuele waarde van de belangrijkste ecosysteemdiensten in het studiegebied en nagaan in hoeverre de huidige relaties tussen ecosysteemdiensten beïnvloed worden door landgebruik; [2]Identificeren van de huidige afwegingen (trade-offs) en synergieën tussen ecosysteemdiensten in een ruimtelijk expliciete manier; [3]Nagaan hoe de huidige waarde van ecosysteemdiensten kan wijzigen in functie van toekomstige landgebruiksveranderingen; [4]Nagaan hoe de huidige trade-offs kunnen veranderen in functie van toekomstige wijzigingen in ecosysteemdiensten; [5]Suggereren van beleidsinstrumenten om ecosysteemdiensten te integreren in besluitvormingsprocessen op Europees, federaal en regionaal niveau, rekening houdend met de drie pijlers van duurzame ontwikkeling. In deze beleidsinstrumenten is er aandacht voor het betrekken van stakeholders en lokale gemeenschappen. Het onderzoeksnetwerk zal de doelstellingen realiseren door het uitwerken van een sterk geïntegreerd waarderingskader. De sociale evaluatie identificeert de eigenaars en begunstigden van ecologische functies die ecosysteemdiensten leveren. Deze diensten worden dan geëvalueerd binnen hun sociale en beleidscontext. De biofysische evaluatie focust op het karteren van ecosysteemdiensten en hun stromen gevolgd door een impactbeoordeling van habitatwijzigingen op deze stromen. Hiervoor zal een dynamisch vegetatiemodel (DVM) worden geïntegreerd in een "agentbased" model (ABM). Met het geïntegreerde model zullen drie scenario's worden doorgerekend, welke verschillende beleids en socio-economische contexten beschrijven. Voor ieder scenario zullen landgebruikskaarten de ruimtelijke verdeling van ecosysteeemdiensten en -goederen en hun veranderingen over de tijd weergeven. De economische evaluatie bekijkt de afwegingen tussen de geïdentificeerde belangrijkste ecosysteemdiensten en andere landgebruiksfuncties d.m.v. een kosten-baten-analyse voor ieder scenario (bvb. baten uit verstedelijking versus de kostprijs van het verlies aan ecosysteemdiensten). De resultaten van de evaluatie van de drie scenario's zullen worden geïntegreerd in samenwerking met de belangrijkste betrokkenen (stakeholder participation). De kosten en opbrengsten voor de verschillende landgebruiksopties zullen ten opzichte van mekaar worden afgewogen en potentiële conflicten worden geïdentificeerd. Het uiteindelijke doel is win-win-win situaties (economisch, sociaal en ecologisch) te detecteren en te suggereren hoe de ontwikkelde methodologie kan worden geimplementeerd in nieuwe of bestaande beleidsinstrumenten, zoals milieueffectenrapportage en duurzaamheidsbeoordelingen. Voor zover we weten, volgt enkel de recente studie van Nelson et al. (2009, in Frontiers in Ecology and the Environment 7(1):4-11) een vergelijkbare aanpak voor een case study in de USA. Het VOTES project zal due de eerste toepassing van een dergelijke methodiek in Europa zijn. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Rik DE VREESE • ANN VAN HERZELE • MARCUS LEYS
Full greenhouse gas balance of a short rotation coppice (SRC) plantation of poplar (GHG-POPFULL). Universiteit Antwerpen Abstract: Het belangrijkste objectief van dit mobiliteitsproject is de opmaak van de volledige broeikasgasbalans van een korte-omloop hakhoutcultuur (KOH) met populier (Populus). Deze doelstelling leidt tot het uiteindelijke doel, nl. de potentie van KOH-culturen te evalueren om CO2-concentraties in Europa te reduceren en zo klimaatveranderingen tegen te gaan. Atmosferische CO2-concentraties zullen ongetwijfeld verder blijven stijgen van de actuele waarde van 370 ppm naar waarden tussen 490 ppm (meest gunstige scenario) en 1260 ppm (minst gunstige scenario) op het einde van deze eeuw. We willen de mogelijkheden onderzoeken van KOH-gewassen om CO2 uit de atmosfeer te sekwestreren en
verschillende broeikasgassen te mitigeren (CH4, N2O, O3). Vermits populier ook erg gevoelig is aan verhoogde troposferische ozonconcentraties, zullen we ook ozonfluxen opvolgen en kwantificeren. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • Donatella Zona
Puumala hantavirus variatie in heterogene omgevingen in West-Europa: de rol van ecologische factoren en de epidemiologische gevolgen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Sanne Helsen
Feasabilitystudie biotanormen voor gevaarlijke stoffen - Onderbouwing meetstrategie voor de toetsing van biotanormen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de VMM. UA levert aan de VMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets
Onderzoek naar de structurerende rol van biotische interacties binnen de macrobenthische gemeenschap van belgische zandstranden Universiteit Gent Abstract: Biotische interacties, die biologische gemeenschappen sterk beïnvloeden, werden vooral op rotskusten goed bestudeerd. De intertidale gemeenschap op zandstranden werd - tot voor kort - beschouwd als vooral fysisch gecontroleerd. Het doel van dit onderzoeksproject is het belang van biotische interacties binnen de Eurydice Pulchra - Scolelepis squamata-zandstrandgemeenschap, die voorkomt in het bovenste deel van de intergetijdenzone van Belgische zandstranden, te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Kosten ikv ICP Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2011-2012) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kosten ikv ICP Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2011-2012) Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • LUDWIG TRIEST
Europees project BLAST Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Julien De Rouck
Toetsingsopdracht in het kader van de opmaak van de IHD-rapporten. Universiteit Antwerpen Abstract: De toetsing moet de IHD-overlegwerkgroep en de Vlaamse Regering garanderen dat zowel de aanpak van de kalibratie als de resultaten ervan van goede kwaliteit zijn en volstaan om op Vlaams niveau te streven naar een duurzame staat van instandhouding van de Europees te beschermen habitats en soorten, gegeven de criteria die de habitat- en de volgelrichtlijn daarvoor hanteren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Vaststellen van het maximaal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderde Vlaamse waterlichamen - partim De Gavers (Harelbeke). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VMM. UA levert aan VMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
BELDIVA/BELISA 2e fase: Belgisch Onderzoek naar de microbiële diversiteit in de regio van het Princess Elisabeth Station, Antarctica
Universiteit Gent Abstract: BELDIVA heeft tot doel (i) de biodiversiteit nabij het Belgische Princess Elisabeth onderzoeksstation in Antarctica te bestuderen, (ii) ecosystemen in open-top-chambers te monitoren om het effect van toekomstige klimaatopwarming experimenteel na te gaan, (iii) het belang van exotische propagules op de diversiteit te bestuderen, en (iv) adaptaties en genen gerelateerd aan stress in deze extreme habitats te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman • Anne Willems
Effecten van maaibeheer op ontwikkeling van levensgemeenschappen van kleine zeggenmoerassen in beekdalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is om te bepalen: 1°) Welke microstructuren en fauna voorkomen in grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen in samenhang met de beheerhistorie; 2°) Of in herstelsituaties van grondwatergevoede mesotrofe zeggenmoerassen zich microstructuren gaan ontwikkelen bij afwezigheid van maaibeheer en de netto-effecten van niet maaien op de ontwikkeling van de structuur en biota gunstig zijn t.o.v. zeggenmoerassen met maaibeheer. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Ecologische monitoring OW-plan Oostende en Geïntegreerd Kustveiligheidsplan, Lombardsijde en Oostende (t1 situatie tweede fase) Universiteit Gent Abstract: Ecologische monitoring OW-plan Oostende Lombardsijde en Oostende (t1-situatie - tweede fase) en Geïntegreerd Kustveiligheidsplan, Mariakerke (t0-situatie).Het voorwerp van de opdracht is tweeërlei :1) Het nemen van stalen en laboratoriumonderzoek betreffende de biologische t1-situatie van zachte substraten, in de kustzone te Lombardsijde, alsook de verwerking, analyse, interpretatie en rapportering van de analyseresultaten;2) Het verlenen van deskundig advies, o.m. het formuleren van onderzoeksvoorstellen en ondersteuning bij het opmaken van MER-rapportenDe opdracht houdt volgende taken in:1. Meetcampagne zachte substraten* staalname van strand- en vooroevermonsters;* biologisch laboratoriumonderzoek van de monsters (macrobenthos-onderzoek);* fysico-chemisch laboratoriumonderzoek van de monsters;2. De verwerking, analyse, interpretatie en rapportering van de analyseresultaten, inclusief de koppeling van de fysico-chemische gegevens aan de biologische. De tot nu toe verzamelde data m.b.t. ecologische T0 en T1 monitoring wordt geïntegreerd in de rapportering.3. Verlenen van deskundig advies op basis van eigen expertise en onderhavig onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Klimaateffect en luchtkwaliteitmodellen voor beleidsondersteuning (CLIMAQS). Universiteit Antwerpen Abstract: Vlaanderen gaat gebukt onder een van de hoogste niveaus van luchtvervuiling in Europa. Bovendien worden de gevolgen van klimaatverandering in toenemende mate waarneembaar in Vlaanderen. Met betrekking tot klimaat en luchtkwaliteit zijn atmosferische modellen een cruciaal instrument voor de ondersteuning van het beleid omdat ze ons in staat stellen voorspellingen te maken en de gevolgen van verschillende scenario's door te rekenen. Tot nu zijn voornamelijk voorspellende 3D-modellen het beste, beschikbare instrument hiervoor. Deze modellen zijn echter beperkt tot academische toepassingen en ze zijn zelden toegepast voor het doorrekenen van langetermijnvoorspellingen voor beleidsondersteuning omdat ze vaak te complex en rekenintensief zijn. De doelstellingen van het CLIMAQS onderzoeksproject zijn het controleren en verbeteren van bestaande voorspellende 3D-modellen op regionale en lokale schaal voor Vlaanderen en het ontwikkelen van strategieën om ze te implementeren in de ondersteuning van beleidskeuzes met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering en urbane en regionale luchtvervuiling in Vlaanderen. Voor dit project wordt een breed kennisplatform in atmosferisch modelleren uitgebouwd, gebaseerd op beschikbare expertise in Vlaanderen. Het project is dan ook een samenwerking tussen VITO, het Dep. Geografie en het Dep. Toegepaste Wetenschappen van de K.U.Leuven en het Dep. Bioingenieurswetenschappen van de UA. In een eerste fase van het project zullen de modellen op regionale en locale schaal voor secundaire aërosolvorming, de hydrologische cyclus en de biosfeer-atmosfeer-interactie worden verbeterd. Bovendien zullen technieken voor data-assimilatie worden geïmplementeerd voor bepaalde hydrologische parameters en atmosferische concentraties aan gassen en aerosolen. Om dit te bewerkstelligen zal een dynamische biosfeermodule worden geïntegreerd in een regionaal klimaatmodel. Dit maakt mogelijk dat vegetatie interactief kan groeien en afsterven in functie van atmosferische omstandigheden zoals die kunnen worden verwacht in de toekomst. De resulterende verbeterde regionale klimaatmodellen zijn niet alleen waardevol op zich, maar zullen eveneens toelaten om het modelleren van luchtkwaliteit te verbeteren. Op lokaal niveau, zoals een stadswijk, zullen gebouwen en vegetatie mee kunnen worden opgenomen in het modelleren van luchtkwaliteit met een ruimtelijke resolutie van slechts enkele meters, met behulp van ENVI-Met. De 3D-terreinobjecten zullen worden opgesteld met behulp van hoge resolutie stereosatellietbeelden. Bij het implementeren en testen van het model zal de focus liggen op voornamelijk verkeergerelateerde polluenten zoals fijn stof (PM10, PM2.5 en NO2). Bovendien zal speciale aandacht worden besteed aan het zeer schadelijke ultrafijn stof, met name naar de groottedistributie van de deeltjes en hun interactie met planten. In een tweede fase zal de focus liggen op het verbeteren van de toepasbaarheid van de modellen voor beleidsondersteuning en op het aantonen van hun mogelijkheden met behulp van gevalstudies. Na het koppelen van de modellen, zal de laatste fase van het project gewijd zijn aan het uitvoeren van beleidsrelevante demonstraties. Hierbij zullen specifieke gevallen worden beschouwd via het op lokale schaal modelleren van de effecten van mitigatiestrategieën voor luchtvervuiling. Bovendien zullen langetermijnvoorspellingen (over een periode van ong. 10 jaar) van de impact van klimaatverandering en van de luchtkwaliteit worden uitgevoerd voor de ganse regio Vlaanderen, met een resolutie van slechts enkele kilometers en zowel voor het huidige als het toekomstige klimaat. Het Dep. Bio-ingenieurswetenschappen van de UA zal instaan voor het ontwikkelen van numerische modellen in het bestaande FORUG-model ter simulatie van (i) de impact van atmosferische omstandigheden en ozon (O3), zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx) op fysiologische dynamiek van vegetatie, en (ii) de emissies van BVOC's (biogenic volatile organic compounds) in functie van meteorologische omstandigheden en fenologie, en dit voor bomen, grasland en gewassen. Daarnaast zal een bestaande deterministische vegetatiemodule in het ENVI-Met model worden uitgebreid om de uitwisseling van polluenten te simuleren (depositie op, opname door en uitloging uit bladeren) alsook de fysiologische gevolgen van luchtpolluenten. Daarvoor worden intensieve meetcampagnes opgezet in Vlaamse steden ter bepaling van de plant-polluentinteracties, en dit voor verschillende soorten en in hoge ruimtelijke resolutie. Uiteindelijk zal de impact worden bepaald van verscheidene realistische scenario's van stedelijk groenaanleg op luchtkwaliteit en klimaat via gevalstudies in Gent en Hasselt, met behulp van het uitgebreide ENVI-Met model. In samenspraak met de betrokken steden zullen scenario's van groenaanleg worden geselecteerd, zoals de aanleg van parken, het aanplanten van hagen of bomenrijen langsheen drukke wegen, de aanleg van groendaken en een wijziging van de boomsoort gebruikt in
stedelijke aanplantingen. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Silvia Lenaerts • Roeland Samson
Klimaatverandering en de veranderingen in de ruimtelijke structuren in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De Wetenschappelijke doelstellingen van het onderzoeksproject kunnen worden omschreven als: -een kwalitatieve verkenning door middel van ontwerpend onderzoek van mogelijke planningsconcepten voor een meer adaptieve benadering van veranderingen in ruimtelijke structuren ten gevolge van klimaatverandering. -een wetenschappelijke evaluatie en waardering van bestaande planningsinstrumtenten en bestuurskundige mechanismen voor de implementatie van ruimtelijke planningsstrategieën in relatie tot klimaatverandering. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Hot-spots in biologische transformatie van silica (Hobits). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek moet leiden tot een beter inzicht in de biologische buffer voor silicium in tropische ecosystemen. Het project richt zich op grote tropische wetlands: de Okavango Delta (Botswana) en de Fly River (Papua New Guinea), waar een intense biologische cyclering van silicium plaatsvindt. Het onderzoek past binnen het groeiende besef dat de siliciumcyclus op globale en lokale schaal gecontroleerd wordt door biota, en niet enkel door minerale verwering. Een onvoldoende kennis van deze biologische Si buffer verhindert de correcte kwantificering van geassocieerde mariene en terrestrische koolstofopslag. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric Struyf
De rol van genetische diversiteit bij het verklaren van het invasiesucces van niet-inheemse soorten. Universiteit Antwerpen Abstract: De kans dat een niet-inheemse soort zich kan vestigen en invasief worden in zijn nieuw verspreidingsgebied hangt af van de interactie tussen soortspecifieke kenmerken en eigenschappen van het geinvadeerde ecosysteem. Ondanks dit inzicht blijft het moeilijk om te voorspellen welke soorten invasief kunnen worden in een bepaald gebied, of om te verklaren waarom sommige introducties succesvol zijn waar andere falen. Dit komt, minstens ten dele, omdat de rol van genetische diversiteit en variatie tijdens het invasieproces tot nu toe sterk onderbelicht gebleven is. Deze pilootstudie zal gebruik maken van de invasie van Europa door de Afro-Aziatische halsbandparkiet (Psittacula krameri) om na te gaan in welke mate dat de genetische variatie binnen een populatie samenhangt met de populatiegroei en geografische uitbreiding van die populatie. Ook zal er onderzocht worden of de genetische variatie tussen de Europese parkietpopulaties gerelateerd is aan klimaatsfactoren. Dit project zal nieuwe kennis opleveren over de rol van (intraspecifieke) genetische variatie tijdens het invasieproces. Deze inzichten kunnen dan toelaten om populaties te identificeren die het meeste kans maken om zich snel aan de heersende en toekomstige (klimaat)omstandigheden aan te passen, of om in te schatten hoe het invasief karakter van populaties kan veranderen met klimaatsverandering. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Diederik Strubbe
Evolutie van intraseksueel kleurpolymorfisme bij vrouwelijke waterjuffers met verschillende vormfrequenties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Arne Iserbyt
Effect van in- en ontpolderen op hoogwaterpeilen in het Schelde-estuarium: historische effecten (1550-1800) als referentiemodel voor huidige beheersplannen. Universiteit Antwerpen Abstract: Om het overstromingsrisico van de Schelde te doen dalen, worden valleigebieden ontpolderd. Er bestaan echter geen empirische data die de relatie tussen ontpolderingen en waterpeil reductie (~ overstromingsrisico) beschrijven. Als vergelijkingsmodel worden daarom de effecten van historische in- en ontpolderingen langs de Westerschelde (1550-1800) op het waterpeil langs de Vlaamse Zeeschelde bestudeerd, a.d.h.v. protisten (diatomeeën en thecaoeben). Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
Pollutietolerantie van Daphnia magna populaties: evolutionair potentieel en de interactie met natuurlijke stressoren vanuit een ecotoxicologisch, genomisch en ecologisch perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KULeuven. UA levert aan de KULeuven de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen
Gecombineerde en interactieve effecten van klimaatverandering en chemische stress bij Daphnia magna. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UGent. UA levert aan de UGent de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen
Complexe patronen van gastheer-pathogen interactie: de rol van gedrag in de verspreiding van infecties doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie Universiteit Antwerpen Abstract: In tegenstelling to de grote, goed gemengde theoretische populaties die klassiek gebruikt worden in modellen voor de verspreiding van infecties, zijn de meeste natuurlijke gastheerpopulaties, incl. mensen, sociaal of ruimtelijk georganiseerd in verschillende groepen. Dit is belangrijk omdat de overdracht van infectie in een gestructureerde populatie ook zal afhangen van groepsdynamiek, inbegrepen connectiviteit via individuele verplaatsingen. Maar hoewel theoretische studies de effecten van populatiestructuur en connectiviteit op infectiedynamiek reeds hebben onderzocht, blijven de gedragsmechanismen die connectiviteit bepalen, grotendeels onbekend. Dit project will die fundamentele vraag naar de rol van sociale and ruimtelijke structuren in een populatie aanpakken, daarbij als model gebruik makend van builenpest (Yersinia pestis) en één van zijn belangrijkse gastheren, de woestijnrat Rhombomys opimus. Meer specifiek zal het project 1) nagaan hoe de verplaatsingen van woestijnratten, hun predatoren en andere secundaire gastheren bijdragen aan de connectiviteit binnen gestructureerde woestijnratpopulaties en of er daar systematische verschillen bestaan tussen verschillende landschappen; en 2) een groot veldexperiment uitvoeren om de hypothese te testen dat deze connectiviteit de verspreiding van vlooien (en mogelijk dus van builenpest) verklaart doorheen een gestructureerde gastheerpopulatie. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Nelika Hughes
Puumala hantavirus variatie in heterogene omgevingen in West-europa: ecologische drijfkrachten en epidemiologische gevolgen Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we onderzoeken hoe klein - en grootschalige genetische variatie in Puumala virus (PUUV), een veelvoorkomende zoonose in Europa, gelinkt is aan heterogeniteit in PUUV epidemiologie en potentiële micro-evolutionaire patronen in België. Bijkomend, willen we de ecologische drijfkrachten van de geobserveerde genetische variatie in PUUV identificeren, rekening houdend met de genetische karakteristieken van de reservoir gastheer. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Katrien Tersago
Het effect van slikken en schorren op de nutriëntenhuishouding in het zoetwater getijdegebied; de Schelde als studiegebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Estuaria vormen de overgang van land naar zee en transporteren en transformeren tal van opgeloste en particulaire stoffen. Vele van deze stoffen kunnen echter tijdelijk worden gecapteerd in verschillende slikken en schorren, lateraal gelegen langsheen het estuarium met daarbij alle gevolgen voor de filterfunctie van een estuarium. De rol van de zoetwater getijdenzone is hier lange tijd onderkent geweest. Het doel van mijn onderzoek is het zogenaamde 'spiraling effect' van nutriënten vanuit slikken en schorren voor het zoetwater getijdegebied van de Schelde te onderzoeken. Daarbij stel ik als hypothese dat de biogeochemische processen in slikken en schorren van de Schelde even belangrijk zijn als de pelagiale processen. Hierbij wordt de laterale uitwisseling met het schor (1) en de verticale sediment-water interactie op het slik (2) onderzocht. Vervolgens wordt hiermee een model (3) opgebouwd die voor het eerst de bijdrage van de biogeochemische processen vanuit zowel slik en schor incorporeert in het zoetwater getijdegebied. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Lindsay Geerts
Opstellen van een Biotisch Ligand Model (BLM) voor de metalen koper en cadmium in mariene en estuariene milieus aan de hand van de Europese zeebaars (Dicentrarchus labrax). Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie wordt getracht een BLM op te stellen voor mariene en estuariene omgevingen. Het doel van dit BLM is om een model op te stellen waarin zowel de sterke invloed van plaats specifieke omgevingsfactoren zoals hardheid, chemische speciatie, pH, temperatuur en saliniteit alsook de sterke invloed van fysiologische eigenschappen van het oganisme omvat worden om zo de biobeschikbaarheid van de metalen te kunnen evalueren. Zo zou er een mogelijkheid kunnen ontstaan om in de toekomst plaats specifieke waterkwaliteitsnormen op te stellen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck • Marjan Diricx
Straling en radionucliden in een multi-verontreiniging context: effecten geïnduceerd in Lemna minor. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de SCK. UA levert aan de SCK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Chhavi Raj Bhatt
Ecotoopoppervlaktes en intactness index. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie. UA levert aan de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ontwikkeling van een leidraad voor het kwantificeren van ecosysteemdiensten in estuaria. Universiteit Antwerpen Abstract: Om de economische waarde van de regulerende ecosysteemdiensten in een estuarium in te schatten, is eerst een goede identificatie en kwantificering van die diensten vereist. ECOBE zal voor regulerende diensten in eerste instantie een duidelijke identificatie doen, om vervolgens instrumenten aan te reiken voor een kwantificatie. De nodige data zullen verzameld worden voor een algemene kwantificatie, toepasbaar op verschillende West-Europese estuaria. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Biobeschikbaarheid van koper in overgangswateren : een nieuwe fysiologische benadering Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Onderzoek naar de kwaliteit van de gymnastiekclubs, aangesloten bij Gymnastiekfederatie Vlaanderen vzw, dmv het IKGym instrument. (deze ov. vervangt WDGO184 dewelke vervalt op 1/1/2003 : zie art 8 ov) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de kwaliteit van gymnastiekclubs Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • JO VAN HOECKE • PAUL DE KNOP
Eco-evolutionaire dynamieken in natuuurlijke en anthropogene gemeenschappen (FWO Vis. Fel, Alexis RIBAS SALVADOR, Spanje) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Raming van de baten geleverd door het Vlaamse Natura 2000 netwerk. Universiteit Antwerpen Abstract: Eind 2012 wil de Vlaamse overheid de habitatrichtlijngebieden op haar grondgebied definitief aanwijzen. Daarbij worden per Speciale Beschermingszone Instandhoudingsdoelen (IHD) gedefinieerd voor de Europees te beschermen habitats en soorten. Om deze IHD's te realiseren moeten de nodige maatregelen genomen worden en dit vergt investerings- en beheerkosten. Anderzijds worden ook een heel aantal baten gegenereerd. Het in kaart brengen van deze baten is het voorwerp van deze opdracht. De schatting van de baten geleverd door NATURA 2000 gebieden is zowel vereist voor het geheel van de gebieden als op site-niveau. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Evaluatie en actualisatie van de handleiding 'Economische waardering van ecosysteemdiensten' en de online tool 'Natuurwaardeverkenner'. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is daarom om de handleiding 'Economische waardering van ecosysteemdiensten' en de eerste versie van de online rekentooi 'Natuurwaardeverkenner' te actualiseren, uit te breiden en gebruiksvriendelijker te maken. Omwille van de Europese en internationale belangstelling voor deze instrumenten (Europese Commissie, TEEB, ... ), is h€t verder ook de bedoeling om onderdelen van de Natuurwaardeverkenner en eventueel ook (stukken van) de handleiding in het Engels te vertalen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Evolutie van getijdenrivieren (TIDE).
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Interreg. UA levert aan Interreg de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Zal het toekomstige klimaat de stresstolerantie van planten en ecosystemen veranderen? Een studie over multipele stressoren: zware metalen in de bodem, droogte en eutrofiëring. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - CONNEC. UA levert aan Erasmus Mundus - CONNEC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Vermeden ontbossing als mitigatie van klimaatverandering. Universiteit Antwerpen Abstract: Tropische ontbossing zorgt elk jaar voor ongeveer 20% van de huidige antropogene broeikasgasemissies. Binnen de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) wordt momenteel onderhandeld over een mechanisme om emissies van ontbossing en bosdegradatie in ontwikkelingslanden (REDD) te reduceren. Het objectief van dit mechanisme is om positieve intensieven te creëren voor ontwikkelingslanden om tropische ontbossing en bosdegradatie te stoppen of te verminderen. Om te verzekeren dat REDD effectief, efficiënt en eerlijk zal zijn voor ontwikkelingslanden, beoogt dit project een kwantitatieve duurzaamheidsanalyse van de landspecifieke gevolgen van verschillende REDD-scenario's. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson • Marieke Vangoidsenhoven
Onderzoeksplatform (O*platform): Klimaat en Ontwikkeling (KLIMOS) 2009-2013. Projectdeel "Environmental Integration Toolkit". Vrije Universiteit Brussel Abstract: KLIMOS is een interuniversitair en interdisciplinair onderzoeksplatform rond klimaatadaptatie en -mitigatie in ontwikkelingssamenwerking. We gaan na hoe de drie hoofdthema's: Energie, Voedselzekerheid en Bos, op een duurzame manier kunnen worden geïntegreerd. Het uitbouwen van een stevige kennisbasis inzake gevolgen van klimaatverandering voor het Zuiden. De doelstellingen van KLIMOS verspreiden van deze kennis onder DGOS, andere overheden, NGO's en privésector in Noord en Zuid. Binnen het consortium is de VUB verantwoordelijk voor het opstellen en toepassen van een environmental sustainability toolkit. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Biologie
Onderzoekers: • David PROOT • Tom WAAS • Jean HUGE • NICO KOEDAM
Academische steun voor de ontwikkeling van toegepast onderzoek op kleine zoogdierenplagen in DR Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Verheyen • Herwig Leirs
Land- en wateronderzoek voor een duurzaam levensonderhoud in de Zuid-Ethiopische Rift Valley. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
De terrestrische koolstofcyclus bij klimaatschommelingen en extremen - een pan-Europese synthese. (CARBO-Extreme) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Bepalen en voorspellen van de impact van belangrijke milieustressoren op de functies en biodiversiteit van zoetwaterecosystemen
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus - CONNEC. UA levert aan Erasmus Mundus - CONNEC de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric de Deckere
De impact van klimaatveranderingen op kustwetlands. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EDCTP. UA levert aan EDCTP de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
Water- en koolstofbalans van een korte-omloophoutteelt van snelgroeiende populieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Fosforbeschikbaarheid in de zoekzones voor natuurontwikkeling in kader van de realisatie van de natuurcompensatie voor Gentse Kanaalzone. Universiteit Gent Abstract: Over het gehele onderzoeksgebied(120 ha) zullen bodemmonsters genomen worden op verschillende dieptes. De staalname zal gebeuren na een verkennende bemonstering van het terrein. Tijdens deze verkeninningsfase zal bekeken worden hoe diep het verzadigingsfront van P zich bevindt. Er wordt gekozen om op perceelsniveaut werken omdat dit ook het niveau is waarop de bemesting gebeurde. We verwachten dat de variabiliteit tussen de percelen in P beschikbaarheid voornamelijk veroorzaakt zal zijn door de mate en de frequentie van besmetting (in functie van het landgebruik), alsook door de diepte van het grondwater Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Kris Verheyen
De monitoring van 3 gevaarlijke stoffen in biota in de oppervlaktewateren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Brussels Hoofdstedelijk Gewest. UA levert aan Brussels Hoofdstedelijk Gewest de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets
Keuze & patronen van adaptieve variatie bij de Europese zwarte gier (Aegypius monachus). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KMDA. UA levert aan de KMDA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Nl Latemse Meersen - Monitoring Keuzemeersen (T=2) en Meersbeek (T=-1). Universiteit Antwerpen Abstract: De monitoring binnen natuurinrichting is gericht op het nagaan van de effectiviteit van de maatregelen voor natuur die in het kader van de natuurinrichting worden uitgevoerd. Gezien het belang van het beheer voor de beoogde doelgemeenschappen kunnen de resultaten tevens belangrijk zijn om het beheer waar nodig bij te sturen of te optimaliseren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Adaptieve aanpassingen aan klimaatsverandering – inzicht in de respons van gameten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Raoul Van Damme • Bart Adriaenssens
Populatie-ecologie en menselijke interacties bij in het wild levende dieren in en rond Saadani National Park. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Ronald Verhagen • Herwig Leirs
Broeikasbeheer in Europese landgebruiksystemen (GHG-Europe). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
De gevoeligheid van aquatische gemeenschappen voor chemicaliën en milieufluctuaties van 2000 vC tot heden Universiteit Gent Abstract: Gedurende de voorbije 4000 jaar zijn aquatische gemeenschappen steeds meer blootgesteld aan antropogene stress. De gevolgen hiervan voor de dynamiek van deze gemeenschappen zijn onbekend. Paleoecologische data zullen geanalyseerd worden met wiskundige modellen om na te gaan in hoeverre de dynamiek van gemeenschappen in Europese meren gestuurd werd door antropogene factoren. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
ICP Environmental Sanitation 2011-2012 en 2012-2013 Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
Analyse van de bodemgemeenschappen en gerelateerde herstelmogelijkheden van heischraal grasland in Landschap De Liereman, in functie van natuurinrichting. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie kadert in het analyseren van de bodemgemeenschappen van percelen, kansrijk voor ontwikkeling van met name droge(re) heischrale graslanden in Landschap De Liereman. Dit onderzoek moet, in kennis van bodemchemische en vegetatiekundige karakteristieken van betrokken percelen en mede op basis van specifieke thematische kennis uit referentiegebieden in dezelfde biogeografische regio, leiden tot een praktisch voorstel inzake herstelingrepen, met betrekking tot (het enten van) bodemgemeenschappen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Interpreteren van bodemchemische analyses van bodemmonsters uit verschillende natuurgebieden in de provincie Drenthe. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Prov. Drenthe. UA levert aan Prov. Drenthe de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Monitoring en Evaluatie van ruimtelijk beheerde gebieden Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
Impact van verontreinigende sedimenten op de ecologische toestand in de Antwerpse havendokken. Universiteit Antwerpen Abstract: ECOBE en het Havenbedrijf verbinden er zich toe om een samenwerking op te zetten rond de uitwerking en verdieping van onderzoek naar de impact van verontreinigende sedimenten op de ecologische toestand in de Antwerpse havendokken, in het bijzonder inzake de verbanden tussen enerzijds het behalen van een goed ecologisch potentieel in de havendokken en anderzijds het voorkomen van toxische stoffen in de sedimenten van de Antwerpse havendokken en resuspensie van sedimenten ten gevolge van scheepvaart en baggeractiviteiten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Ronny Blust • Patrick Meire
Interacties tussen hydrodynamica, geomorfologie en ecologie in het Schelde-estuarium Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject richt zich op het morfologisch beheer van het Schelde-estuarium, met nadruk op de interacties tussen menselijke ingrepen, hydrodynamica, geomorfologie en ecologie. Meerbepaald worden in dit project de processen onderzocht die verantwoordelijk zijn voor de laterale erosie en aangroei van schoroevers. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan: 1) de relatieve impact van menselijke factoren (scheepsgolven) en natuurlijke factoren (windgolven enz.) op de erosie of aangroei van schoroevers. 2) de potentiële rol van vegetatie als duurzame en kost-efficiënte bescherming tegen oevererosie. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Stijn Temmerman
Estuarien morfologisch beheer voor optimalisering van overstromingspreventie, haventoegankelijkheid, en ecologie Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden de mogelijkheden onderzocht om via morfologisch beheer van het Schelde estuarium (door strategisch baggeren en storten van sediment) de 3 hoofdfuncties van het estuarium gezamenlijk te optimaliseren: 1) Het estuarium moet bescherming bieden tegen overstromingen in de dichtbevolkte gebieden langs het estuarium. Morfologische ingrepen moeten leiden tot een optimale afremming van de landwaartse voortplanting van getijdengolven, stormvloeden, en zeespiegelstijging, en moeten bijgevolg bijdragen aan de bescherling tegen overstromingen. 2) Het estuarium moet toegang bieden voor zeescheepvaart naar de Antwerpse haven. Morfologische ingrepen moeten er op gericht zijn om de getijdenstroming te concentreren naar de vaargeulen en zodoende het zelf-eroderende vermogen van de geulen te maximaliseren. 3) Het estuarium herbergt Europees beschermde ecosystemen. Morfologische ingrepen moeten er op gericht zijn om de variatie in estuariene habitats te garanderen. Dit wordt onderzocht door gekoppelde hydrodynamische, geomorfologische, en ecologische modellering. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Stijn Temmerman
Onderzoek waterkwaliteit van vennen in geselecteerde natuurgebieden in de Regio Antwerpse Kempen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze opdracht is het bepalen van de waterkwaliteit a.h.v. gedetailleerde analyses van geselecteerde vennen in het natuurreservaat de Kalmthoutse Heide, in het militair domein Klein Schietveld en in het domeinbos Wolfsheuvel. Deze vennen hebben als kwaliteitsdoel Natura 2000 habitattypes 3110 (Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten) danwel 3160 (Dystrofe natuurlijke poelen en meren). Deze habitatypes hebben gemeen dat ze gekenmerkt zijn door (zeer) voedselarme omstandigheden en zeer gevoelig zijn voor de toevoer van voedingsstoffen van elders: atmosferische depositie van stikstof, instroom van landbouwwater en eventuele effecten van de heidebrand in Kalmthout in de voorzomer van 2011. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Vaststellen van het maximal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderde Vlaamse waterlichamen – partim Desselse Zandputten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VMM. UA levert aan VMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Vaststellen van het maximaal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderde Vlaamse waterlichamen Universiteit Gent Abstract: Desselse Zandputten Vaststellen van het maximaal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderde Vlaamse waterlichamen - partim Desselse Zandputten Vlaamse Milieumaatschappij Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
SECOA: Solutions for environmental contrasts in coastal areas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: SECOA is een Europees project dat de milieu contrasten in kustgebieden in kaart brengt. Organisaties: • Menselijke Ecologie • Geografie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • FRANK CANTERS
• ERIC CORIJN
Analyse van bodemchemie in het vegetatiemeetnet van de provincie Drenthe. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het beschrijven van de bodemchemische toestand samen met de samenstelling van de spontane vegetatie is het vastleggen van de huidige situatie. Hierdoor is het mogelijk om in de toekomst de effectiviteit van het gericht beleid op het vlak van de zogenaamde "ver"thema's (verdroging, verzuring, vermesting) te evalueren dan wel doelgericht interventiemaatregelen te kiezen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Kans op toestroming van vervuild grond- en oppervlaktewater vanuit het deelgebied "Steertse Heide" naar het kwetsbare natuurgebied "Grote Meer". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds INBO. UA levert aan INBO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Impact van een bio-energiecultuur op het milieu: broeikasgasemissies, koolstofsekwestratie in de bodem, en biodiversiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
MOMEVIP - Moleculaire en metabole basis van door de vluchtige stof isoprenoide geïnduceerde resistentie tegenover verschillende vormen van stress. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard • Ivan Nijs • Ivan Janssens • Gerardus Beemster
Waterbalans en watergebruiksefficiëntie van een bio-energiecultuur van houtachtige planten: een multi-scalaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Het waterverbruik en de efficiëntie ervan worden voor snelgroeiende populieren bepaald op verschillende hiërarchische organisatieniveaus: blad - individuele plant - bestand - ecosysteem. De populieren groeien in een bio-energiecultuur onder hoge plantdichtheid en korte rotatie. Een betere kennis van de waterverbruiksefficiëntie is relevant voor het beheer van deze bio-energieculturen en in het licht van de watervoorziening ervan. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Aardobservatie voor het rechtstreeks in kaart brengen van regulerende ecosysteem diensten (ESSENSE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
GREEN-TECH - Van grijs naar groen. Hoe de duurzaamheid van afvalwater en de behandeling van drinkbaar water verbeteren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Ludo Diels
Een zelf-kalibrerende array voor het akoestisch monitoren van vleermuizen. Universiteit Antwerpen
Abstract: Veel vleermuissoorten worden gemonitord door in het veld geplaatste opname apparatuur. Dergelijke recorders registreren de echolocatie geluiden van vleermuizen gedurende lange perioden (weken tot maanden). De huidige recorders hebben een aantal tekortkomingen. In dit project willen we een array systeem bestaande uit onafhankelijke recorders ontwikkelen dat deze tekortkomingen niet heeft. Dit array systeem zal een flexibel alternatief vormen voor de single-microphone recorders die momenteel worden gebruikt. Het doel van dit project is om een proof-ofconcept van dit systeem bestaande uit vijf eenheden te bouwen, en om het systeem in te zetten in het veld waar de prestaties zullen worden vergeleken met een aantal bestaande bat recorder systemen die op dit moment de 'gouden standaard ' zijn. Daarnaast zullen er opties geëxploreerd worden om het systeem in productie te brengen, Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Dieter Vanderelst
Identificatie, kwantificering en monetaire waardering van de ecosysteemdiensten die worden geleverd door de natuurdomeinen van ANB. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VITO. UA levert aan VITO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Impact van global change op terrestrische ecosystemen : multiscalaire benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap is het bundelen van de aanwezige know-how en expertise in Vlaanderen met betrekking tot de studie van de effecten van `global change' op terrestrische ecosystemen, en deze in nauw contact te brengen met een aantal erkende buitenlandse onderzoekseenheden en onderzoeksgroepen behorende tot de Franstalige gemeenschap in België. Het centrale thema van dit netwerk wordt gevormd door de studie van de effecten van globale veranderingen van de aarde (in de brede zin van het begrip) op verschillende schaalniveaus, gaande van blad - plant - vegetatie/bestand - landschap - regio - continent - globe. Daarbij zal de nadruk vooral liggen op de interacties tussen meerdere van de veranderingsprocessen en van hun effecten. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Onderbezette grote woningen in Vlaanderen. Een onderzoek naar architecturale en gebruiksstrategieën in het licht van demografische bewegingen en ecologische beperkingen. Universiteit Hasselt Abstract: Vanuit ecologisch perspectief dienen vraagtekens geplaatst te worden bij het hoge aantal onderbezette woningen in Vlaanderen. De opdracht om de energieconsumptie en de CO² uitstoot te minimaliseren staat immers haaks op het gegeven van grote, onderbenutte woningen die bovendien ook vaak in erg verspreide bebouwing voorkomen. Dit brengt een hoge directe (verwarming) en indirecte (transport) energiekost met zich mee, die niet strookt met de principes van duurzaam bouwen. Afbreken ligt echter niet voor de hand, gezien ondermeer de affectieve band van veel bewoners met hun woning. Dit onderzoeksvoorstel wil een fundamentele bijdrage leveren aan het inzicht in deze problematiek door in te zoomen op drie niveaus. Een eerste, geografisch luik van het onderzoek beoogt de aard en omvang van de onderbezetting preciezer in kaart te brengen welke woningen zijn precies groot en onderbezet, waar bevinden ze zich, wie woont er in, wat is de prijszetting ervan? Een tweede luik voorziet kwalitatief bewoningsonderzoek met woningbezoeken en bewonersinterviews, om vanuit concrete gevallenstudies een beter beeld te krijgen van de woonervaringen en vooruitzichten van de bewoners, gekoppeld aan een architecturale analyse van de betrokken woningen. Een derde luik gebruikt de inzichten uit de twee eerste luiken om met behulp van typologisch en ontwerpmatig onderzoek strategieën te ontwikkelen om deze woningen aan te passen aan toekomstige condities. Organisaties: • ArcK • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Koenraad VAN CLEEMPOEL
ORDERin'F: Organizing Rhizomic Development along a Regional pilot network in Flanders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De suburbanisatie van Vlaanderen heeft geleid tot een sterk gefragmenteerd ruimtelijk landschap waar verplaatsingspatronen zeer diffuus en geïndividualiseerd zijn geworden. Vlaanderen beschikt over een zeer dens spoornetwerk met goede tussenstedelijke verbindingen. Daarnaast is er ook een goed voorzien lokaal transport aanwezig met bussen. Voor verplaatsingen op deze tussenschaal echter, die vanaf hier verder als 'regionale' verplaatsingen zullen worden aangeduid, is geen performant openbaar vervoer, als alternatief voor de wagen, beschikbaar. Omwille van een toenemende mate in suburbanisatie is er voor vele regionale gebieden een stijgend aandeel in mobiliteitsverplaatsingen. Dit leidt tot een verdere toenemende mate van congestie tijdens piekuren, waardoor dit een groeiende negatieve impact op mens, milieu, economie en maatschappij (= leefbaarheid) teweegbrengt. Binnen Vlaanderen worden veel verplaatsingen ondernomen vanuit afgelegen woonwijken naar nog verder afgelegen schoolomgevingen, naar perifere industriegebieden of suburbane shopping centra. Omwille van de ruimtelijke structuur waarin deze verplaatsingen plaatsvinden, is het bestrijden van congestie moeilijk te realiseren. Nieuwe afzonderlijke 'tracks' kunnen een garantie bieden op punctueel vervoer. In onze buurlanden zijn reeds succesvolle openbaar vervoersprojecten uitgewerkt die functioneren op middelmatige afstanden en die een waardig alternatief vormen voor autogebruik. Zo zijn er tal van voorbeelden bekend uit onze buurlanden waar op regionale schaal openbaar vervoer aangeboden wordt dat als concreet en waardevol alternatief kan dienen en in competitie kan gaan met de wagen. Buitenlandse cases zijn dikwijls opgebouwd uit een lightrail-netwerk, deze systemen liggen tussen de klassieke tramsystemen en de 'heavy rail'systemen in: lichte, snel verplaatsende systemen met grote capaciteit worden gebruikt om afstanden tussen ongeveer 10 en 40 km te dekken. Als kanttekening kan hierbij geargumenteerd worden dat de Vlaamse situatie (= diffuus urbanisme) niet in sterke mate geschikt is voor dergelijk transportsysteem. Toch is een gefundeerd onderzoek nodig om de verschillende domeinen van mobiliteit, stadsplanning, duurzaamheid voor mens en milieu, etc. samen te brengen om te bestuderen of een nieuw regionaal openbaar vervoersysteem binnenin de Vlaamse context nuttig is.
Het is vrij waarschijnlijk dat de ontwikkeling van een openbaar vervoersnetwerk een sociale impact zal hebben en een mogelijke shift teweeg zal brengen in verplaatsingsmodi (van wagen ? openbaar vervoer). Daarnaast is te verwachten dat de aanleg van nieuwe infrastructuur op deze schaal op lange termijn zal leiden tot een grote wijziging in de ruimtelijke activiteiten met een grote impact op de ruimtelijke ontwikkeling. Een nieuw openbaar vervoerssysteem zal in dit project ontwikkeld worden op een proactieve manier, waarbij dit als een instrument zal dienen om het diffuse landschap te gaan hermodelleren in een meer coherent, duurzame ruimtelijke structuur. Twee hypothesen worden hierbij gesteld binnenin dit project: 1.Is het mogelijk om een performant openbaar vervoersnetwerk te ontwikkelen binnenin de sterk gefragmenteerde ruimtelijke structuur van Vlaanderen dat significante economische, sociale en ecologische voordelen oplevert voor de maatschappij? 2.Kan dit regionale openbaar vervoersnetwerk als een hefboom dienen om de suburbane ruimtelijke structuur van Vlaanderen op lange termijn te gaan herstructureren? De implementatie van een nieuw regionaal openbaar vervoersnetwerk in deze omgeving zou moeten dienen als een alternatief voor het minder duurzame privé-vervoer. Een goed aanbod en gebruik van openbaar vervoer vermindert congestie binnenin deze regionale omgeving, maakt de omgeving veiliger en verbetert de levenskwaliteit voor zowel gebruikers als niet-gebruikers. De uitdaging van dit project is om een haalbaar, ruimtelijk sturend openbaar vervoernetwerk op te bouwen op regionaal niveau binnenin het sterk verspreide ruimtelijke landschap in Vlaanderen. Het betreft de implementatie van een performant netwerk met een optimaal vervoerpotentieel waarbij een maximalisatie van het ruimtelijk structurerend vermogen plaatsvindt. Dit omvat mede de uitdaging om dit maatschappelijk en economisch haalbaar te maken. Binnenin dit project zijn tal van partners betrokken: OSA (KU Leuven), BUUR (Bureau voor Urbanisme), IMOB (Universiteit Hasselt), MOSI-T (Vrije Universiteit Brussel) en Lab'Urba (Université Paris-Val de Marne). Elk van deze partners onderzoekt met hun specifieke expertise de mogelijke ontwikkeling van dergelijke openbaar vervoersysteem. Organisaties: • Wiskunde, Operationeel Onderzoek, Statistiek en Informatica voor Management • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Joachim HOLLEVOET • Jeroen BULCKAEN • CATHY MACHARIS
Studies ter inventarisatie van het reservoir van "Mycobacterium ulcerans" in de natuur en de wijze(n) van overdracht op de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Veldstudie Biotanormen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is het voldoen aan de monitoringverplichtingen van de Kaderrichtlijn Water, in het bijzonder de dochterrichtlijn gevaarlijke stoffen. Daartoe zullen op verschillende meetplaatsen de verschillende stoffen in biota gemeten worden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets
Afrika op meso-schaal: adaptieve en geïntegreerde tools en strategieën voor beheer van natuurlijke hulpbronnen(AFROMAISON). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Uitgebreid onderzoek naar Ni toxiciteit in sedimenten : soorten, de biologische beschikbaarheid en dieet gedragen toxiciteit . Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Potentieel van Isothennaal Remanent Verzadigingsmagentisme bij bladeren and fysiologische bladparameters als indicatoren voor plaatselijke luchtkwaliteit (.Postdoc. fellowship Y. BARIMA, Ivory Coast). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson • Barima Yao Sadaiou Sabas
gebruik van de 'magie' van satellietbeelden om de effecten van klimaatsveranderingen op Kleine Eilandstaten in Ontwikkeling (SIDS) te begrijpen Universiteit Gent Abstract: Een van de huidige prioriteiten van UNESCO is het sensibiliseren rond de gevaren die klimaatsverandering en andere gevolgen van menselijk handelen met zich meebrengen voor kleine eilandstaten. De INSTELLING zal, in nauwe samenwerking met UNESCO, instaan voor de ontwikkeling van een internetplatform dat informatie en satellietbeelden samenbrengt die relevant zijn voor deze problematiek van klimaatsverandering en andere gevolgen van menselijk handelen. Voor een aantal geselecteerde eilanden zullen voorbeelden uitgewerkt worden van hoe satellietbeelden kunnen gebruikt worden om deze problematiek beter te begrijpen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Effecten van habitatfragmentatie op de nectarsamenstelling bij de door vlinders bestoven orchidee Gymnadenia conopsea. KU Leuven Abstract: Recent werd aangetoond dat de respons van een plantensoort de habitatfragmentatie sterk wordt bepaald door de kenmerken van de soort. Omgekeerdis er meer en meer bewijs voorhanden dat habitatfragmentatie mogelijk micro-evolutionaire gevolgen heeft voor de plantenkenmerken zelf. Dit onderzoeksproject zal nagaan of de nectarsamenstelling van kleine en gefragmenteerde populaties van de door vlinders gepollineerde orchidee Gymnadenia conopsea onderhevig is aan selectie. Enerzijds verwachten we selectie voor aantrekkelijkere nectar in kleine, pollinator-gelimiteerde populaties. Anderzijds kan een te aantrekkelijke nectar leiden tot verhoogde zelfbestuiving door geitonogamie, eventueel resulterend in een inteeltdepressie. Het resultaat van deze twee mechanismen is onbekend en vormt de belangrijkste onderzoeksvraag van het project.Concreet zal dit project gebruik maken van genetische merkers om de graad van zelfbestuiving en inteelt te relateren aan nectarsamenstelling. Daarbij gaat de aandac Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Olivier Honnay
De genetische basis van bacteriële invasie in een microbiële gemeenschap. Bepalend voor het succes van microbiële biotechnologie.nbsp; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; KU Leuven Abstract: De noodzaak voor duurzame, groene technologie maakt microbiologische procestechnologie interessanter dan fysisch-chemische technieken. Biotechnologische applicaties bestaan vaak uit de introductie van vreemde bacteriën met een specifieke eigenschap in een systeem die reeds gekoloniseerd is door een inheemse microbiële gemeenschap. Bioaugmentatie is een biotechnologische techniek waarbij polluentafbrekende bacteriën in vervuilde bodem, water, enz. worden geïntroduceerd voor remediëring. Het succes van bioaugmentatie ligt vooral in de mogelijkheid van de vreemde bacterie om te overleven en groeien in nieuwe omgevingscondities waarbij deze ondertussen moeten wedijveren of samenwerken met de inheemse microbiële gemeenschap. Het is vooral hier in dit stadium dat problemen ontstaanen pogingen tot bioaugmentatie gefaald hebben. Het doel van dit projectbestaat erin de genetische basis te begrijpen achter de succesvolle introductie van een pesticidenafbrekende bacnbsp;terie, zijnde Aminoba Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Dirk Springael • Benjamin Horemans
Een mechanistisch-ecofysiologische studie van synergismen tussen antropogene en natuurlijke stressoren: een geïntegreerde benadering vanuit oxidatieve stress en stoïchiometrie. KU Leuven Abstract: Het doel van het experiment is de mechanistisch-fysiologische onderbouwvan synergismen te bestuderen tijdens een multi-stressor multitrait experiment met 8 combinaties van twee antropogene stressoren (global warming en het pesticide chloorpyrifos) en de natuurlijke stressor predatierisico met waterjufferlarven als studie-organismse. Om global warming tesimuleren wordt gebruik gemaakt van een temperatuursverhoging van 4°C. Om een gedetailleerd beeld te krijgen van oxidatieve stress, worden zowel ROS (superoxide anion, waterstofperoxide), de belangrijkste anti-oxidant enzymen bij insecten (SOD, CAT, GST) als oxidatieve schade aan lipiden, eiwitten en DNA gekwantificeerd. Daarnaast wordt de expressie van hetstresseiwit Hsp70 opgemeten, als algemeen verdedigingsmechanisme. Om een geïntegreerd beeld te krijgen van de C:N:P balans zullen (i) deze essentiële elementen opgemeten worden, (ii) de lichaamssamenstelling van de belangrijkste biomoleculen (eiwitten, vetten en suikers) bepaald wor Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Robby Stoks • Lizanne Janssens
Impact van oceaantemperaturen op de broedingsecologie en -fenologie van rotspinguïns. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Nina Dehnhard
Bepalende factoren van invasie door exotische plantensoorten in gebergte-regio's.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject heeft als doel het bepalen van factoren die de invasie van exotische plantensoorten beïnvloeden in gebergteregio's, met name in de subarctische regio rond het Zweedse veldonderzoeksstation in Abisko. Via experimentele weg zal de rol onderzocht worden van o.a. temperatuur, verstoring, en beschikbaarheid van propagulen. Het project wordt gefinancierd door het EU programma INTERACT, dat toegang faciliteert tot onderzoeksstations in de Arctis. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
De evolutie van fenotypische plasticiteit in waardgebruik en de gevolgen voor voedselwebstructuur Universiteit Gent Abstract: Plant-geassocieerde dierengemeenschappen worden gekenmerkt door een sterke mate van voedselspecialisatie en variatie hierin. De mate van plasticiteit in dit waardgebruik zal sterk evolueren onder invloed van de geassocieerde kosten, het dispersievermogen en de ruimtelijke schaal van het landschap. Aan de hand van stochastische modelleertechnieken zal de evolutie van deze plasticiteit onderzocht worden tijdens stabiele en uitbreidende verspreidingsdynamieken onder klimaatsopwarming. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte
Sustainable management of Pterocarpus angolensis in Nambia KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Vera De Cauwer
Rural change processes and spatial quality KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Hubert Gulinck • An Verhoeve
Greenhouse gas emissions and indirect land use change by Jatropha bioenergy plantations KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Joana Gomes Dias Almeida
Natuur als sjabloon voor een nieuw concept van extensieve groendaken KU Leuven Abstract: In verstedelijkte gebieden van Noordwest-Europa kennen groendaken een toenemende belangstelling door hun talrijke ecologische en economische voordelen. Deze voordelen zouden nog meer uitgesproken zijn in het (sub)mediterraan klimaat. Aangezien plantensoorten die nu op groendaken gebruikt worden vaak niet aangepast zijn aan dit klimaat, leidt dit tot slecht presterende groendaken waardoor de groendaksector in het zuiden nog nietis doorgebroken. Met dit onderzoek willen we enerzijds soorten opsporendie op groendaken in het (sub)mediterraan gebied toegepast kunnen worden. Anderzijds zullen deze (sub)mediterrane soorten de groendaksector in staat stellen om met de klimaatsopwarming groendaken in Noordwest-Europatoch operationeel te houden. Deze doelstellingen willen we bereiken door de toepassing van het habitat-sjabloonconcept dat stelt dat de natuurhabitats herbergt waar condities gelijkaardig zijn aan deze op extensieve groendaken en dat deze ons kunnen inspireren om nieuwe extensieve Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Carmen Van Mechelen
Systeemanalyse van een bio-energie plantage: broeikasgasbalans en energie-management. (POPFULL) Universiteit Antwerpen Abstract: Eén van de strategieën voor de mitigatie van de emissies van antropogene broeikasgassen die veel aandacht krijgt in dit post-Kyototijdperk, is de inzet van bio-energie ter vervanging van fossiele brandstoffen. Onder de verschillende alternatieven voor de productie van (hernieuwbare) bio-energie hebben biomassa-culturen -- zoals snelgroeiende houtachtige gewassen onder korte-omloophakhoutregimes (KOH) -waarschijnlijk de meeste potentie, in het bijzonder in de EU. Twee belangrijke vragen moeten eerst worden opgelost vooraleer de efficiëntie van bio-energiebronnen voor koolstofmitigatie met zekerheid kan worden vastgesteld: (i) een volledige levenscyclusanalyse (LCA) van de broeikasgasbalans van KOH; en (ii) een evaluatie van de energie-efficiëntie van de cultuur. De doelstellingen van dit onderzoeksproject zijn: (i) het opmaken van een volledige LCA-balans van de belangrijkste broeikasgassen (CO2, CH4, N2O, H2O en O3) en van de vluchtige organische bestanddelen (VOC's); en (ii) het opstellen van een volledige energie-boekhouding (energiebalans) van een KOH-plantage met snelgroeiende bomen. Het project incorporeert zowel een experimentele benadering op een representatieve terreinsite in België, als een modelmatige aanpak. Voor het experimentele luik van het project wordt een KOH-plantage met populieren (Populus) opgevolgd gedurende de periode van 1+3 jaren, vervolgens geoogst en omgezet in bio-energie via twee alternatieve methodes, nl. een kleinschalige gasificatie en een co-verbranding in een grootschalige elektriciteitscentrale. Voor de metingen van de netto fluxen van alle broeikasgassen en VOC's worden eddy covariantietechnieken gebruikt in combinatie met standaardmethoden voor het schatten van biomassa-pools (incl. de bodem) en fluxen. Voor de opmaak van de energiebalans wordt een levenscyclusanalyse uitgevoerd en wordt de energie-efficiëntie gekwantificeerd over de hele levenscyclus (rotatie) van de
KOH-aanplanting tot bij de uiteindelijke productie van energie en warmte. Een belangrijke modelcomponent integreert de verworven inzichten m.b.t. de broeikasgassen en de energiebalans in een conceptueel model. Het procesgebaseerd simulatiemodel laat toe voorspellingen en simulaties te maken van de netto reductie van emissies van broeikasgassen (vermeden emissies van fossiele brandstoffen) van KOH-culturen over verschillende rotatiecycli. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
De effectiviteit van de handhavingspiramide bij milieu-inbreuken: toetsing van een governance visie op handhaving van de miileunormering binnen de afvalverwerkingsindustrie Universiteit Gent Abstract: In haar doctoraatsonderzoek nam Lieselot Bisschop (vakgroep Strafrecht en Criminologie - UGent) transnationale milieucriminaliteit onder de loep. Ze onderzocht de illegale handel in elektronisch afval (e-waste) en in tropisch hout, in het bijzonder de trafiek tussen Europa en West- en Centraal-Afrika. Zowel herkomst, transitlocaties als bestemming werden onderzocht en de vele betrokken partijen bevraagd. Organisaties: • Handelswetenschappen en Bestuurskunde
Onderzoekers: • Gudrun Vande Walle • Marleen Easton
Gecombineerde effecten van chemische stress ( koper) en schadelijke algenbloei ( cyanobacteriën ) op Daphnia magna magna in een context van klimaatverandering Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Karel De Schamphelaere
Gedistribueerde infrastructuur voor experimenten in het ecosysteemonderzoek (EXPEER). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Hans De Boeck
Vaststellen van het maximaal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderde Vlaamse waterlichamen – partim Eisden-Mijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VMM. UA levert aan VMM de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Stefan Van Damme
Vaststellen van het maximaal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderde Vlaamse waterlichamen - partim Hazewinkel Universiteit Gent Abstract: partim Hazewinkel Vaststellen van het maximaal ecologisch potentieel/goed ecologisch potentieel voor kunstmatige en/of sterk veranderd Vlaamse waterlichamen - partim Hazewinkel Vlaamse Milieumaatschappij VMM-ARW-KRW-HAZ Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Ontwikkeling van ecologische modellen als beslissingsondersteunend instrument bij de opmaak van Waterbeheerplannen Universiteit Gent Abstract: In uitvoering van de kaderrichtlijn Water en het decreet Integraal Waterbeleid is de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen reeds opgemaakt. Tegen 2015 dient hiervan een herziening van de analyses en het maatregelenprogramma te gebeuren om te komen tot de tweede generatie waterbeheerplannen. Gezien de finaliteit van de kaderrichtlijn (goede ecologische toestand) is het van belang om acties te kunnen formuleren die gericht zijn op het verbeteren van de biologische kwaliteitselementen (BKE), maar ook het effect op de ecologische toestand te kunnen inschatten. Binnen deze opdracht wordt gewerkt aan een instrument dat in twee stappen hiertoe kan bijdragen. Enerzijds wordt gestreefd naar het inzichtelijk verwerken van de beschikbare gegevens om de belangrijkste knelpunten ter verbetering van de BKE gebiedsgericht te kunnen duiden. Dit is het verklarend luik binnen de opdracht, waartoe een kennistabel per type waterloop opgesteld wordt op schaal Vlaanderen. In een voorspellend luik bij de opdracht wordt voor een aantal proefgebieden in Vlaanderen een ecologische model uitgewerkt dat in staat moet zijn om het effect op de BKE van bepaalde voorgenomen acties in te schatten. Organisaties:
• Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
Bijdrage update evaluatiemethodiek t.b.v. waterkwaliteit en ecologisch functioneren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Deltares. UA levert aan Deltares de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Het tuincomplex in strategisch perspectief. Gevalstudie Vlaanderen KU Leuven Abstract: Wie in Vlaanderen heeft er geen tuin? Meer dan 80 procent van de Vlaamse huishoudens woont in een eengezinswoning met een eigen tuin of terras, en zon 70 procent van de jongeren droomt ervan om eigenaar te worden van een huis met eigen tuin. Dit verlangen om een eigen huis met tuin te bezitten is diep verankerd in Vlaanderen, maar wat is nu het strategische potentieel van de som van al die tuinen? In haar doctoraatsonderzoek aan KU Leuven en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek ging Valerie Dewaelheyns op zoek naar een antwoord op deze vraag.HetBelgische historische beleid rond de ontwikkeling van ruimte en huisvesting van gezinnen koppelde een strategische waarde aan privétuinen, onder andere voor de voorziening van voedsel. Dit Belgische beleid streefde dan ook naar de ontwikkeling van een veelheid aan eengezinswoningen met tuin. Een gevolg is dat zon 13 procent van de Vlaamse oppervlakte in gebruik is als tuin, zoals aangegeven door de landgebruikskaart van het Nati Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Hubert Gulinck • Valerie Dewaelheyns
Technologie voor geïntegreerd watermanagement. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Een genoom-brede benadering om adaptatie aan omgevingsstressoren te kwantificeren in de watervlo Daphnia magna. KU Leuven Abstract: #toc, .toc, .mw-warning { border: 1px solid rgb(170, 170, 170); padding: 5px; background-color: rgb(249, 249, 249); font-size: 95%; }#toc h2, .toc h2 { border: medium none; padding: 0pt; display: inline; font-size: 100%; font-weight: bold; }#toc #toctitle, .toc #toctitle, #toc .toctitle, .toc .toctitle { text-align: center; }#toc ul, .toc ul { list-style-type: none; list-style-image:none; margin-left: 0pt; padding-left: 0pt; text-align: left; }#toc ul ul, .toc ul ul { margin: 0pt 0pt 0pt 2em; }#toc .toctoggle, .toc .toctoggle { font-size: 94%; }body { font-family: 'Courier New'; font-style: normal; text-indent: 0in; color: rgb(0, 0, 0); font-weight: normal; font-size: 12pt; text-decoration: none; font-variant: normal; text-align: left;widows: 2; }table { }td { bordercollapse: collapse; text-align: left; vertical-align: top; } Inzicht bekomen in de genetische onderbouw van aanpassingen van organismen aan hun natuurlijke omgeving is een sleuteldoelstelling van de snel groeiende discipli Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Stein Aerts • Luisa Orsini • Katina Spanier
Gevolgen van een stijgende stifkstof: fosfor verhouding op eutrofiëringin ondiepe meren. KU Leuven Abstract: Uitstoten van de voedingsstoffen stikstof (N) en fosfor (P), voornamelijk via bemesting in landbouw en industriële afvalproducten, hebben ervoor gezorgd dat ondiepe en diepe meren wereldwijd steeds meer in eutrofe toestand verkeren. Deze toestand wordt gekenmerkt door een zeer hogealgenbiomassa. Meren in eutrofe toestand hebben een lage biodiversiteiten verliezen ook hun aantrekkingskracht voor recreatie. Tot op heden werden vooral fosforemissies verantwoordelijk geacht voor deze trend en pogingen om de ecosystemen te herstellen waren vooral gebaseerd op een reductie van deze emissies (bijvoorbeeld het bannen van fosfaten in detergenten). Deze eenzijdige reductie van nutriënten heeft ervoor gezorgd dat de hoeveelheid stikstof ten opzichte van de hoeveelheid fosfor in de meren sterk is toegenomen (verhoogde N:P verhouding). Meer en meer wetenschappelijke studies waarschuwen ervoor dat algen in staat zijn om nog steeds een zeer hoge biomassa te bereiken bij deze verhoogde N:P verhouding. Organisaties: • Biologie Kulak
Onderzoekers: • Ellen Decaestecker • Koenraad Muylaert • Willem Van Colen
Spatio-temporele locatie-allocatiemodellering van de energetische valorisatie van biomassa uit LIHiD-systemen. KU Leuven Abstract: Deze dagen wordt het belang van alternatieve, hernieuwbare energiebronnen meer en meer duidelijk. Om tegemoet te komen aan de verwachte stijgende vraag naar biomassa, zullen meer en andere (binnenlandse) biomassastromen moeten worden ingezet dan tot nog toe aangewend. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de bos-, natuur- en landschapssector waarbinnen bijvoorbeeld beheerresten afkomstig van Low-Input high-Diversity (LIHiD)-systemen kunnen benut worden voor de productie van bio-energie. LIHiD-biomassa wordt gekenmerkt door een uitgesproken ruimtelijke variabiliteit (vb. zowel kleine, sterk gefragmenteerde systemen als grotere, longitudinale systemen zoals wegbermen) en een cyclisch, temporele variabiliteit (vb. maaien vandaag beïnvloedt de beschikbaarheid en samenstelling van morgen). Om deze LIHiD-
biomassa op een ecologisch duurzame en energetisch efficiënte wijze aan te wenden, wordt in dit doctoraatsonderzoek een instrumentarium ontwikkeld dat toelaat de locatie van bio-ener Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Dirk Cattrysse • Jos Van Orshoven • Annelies De Meyer
Potentiële opbrengst en energetische waarde van biomassa uit Low-Input High-Diversity (LIHiD)-systemen in Vlaanderen. KU Leuven Abstract: Door de verandering van het klimaat en de eindigheid van fossiele brandstoffen neemt de interesse in alternatieve energiebronnen sterk toe. Naast wind- en zonne-energie, vormt biomassa een belangrijke bron voor hernieuwbare energie. Tot op heden gaat de aandacht in de biomassaproductie voor bio-energie vooral naar houtige gewassen en energiegewassen. De duurzaamheid van deze teelten kan echter vaak in vraag worden gesteld.In dit doctoraatsonderzoek wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn vanhet gebruik van biomassa uit Low Input-High Diversity (LIHiD)-systemen in Vlaanderen voor de productie van groene energie. De biomassa uit dezesystemen wordt tot op heden nauwelijks gebruikt als bron voor bio-energie. Om te bepalen wat de mogelijkheden zijn voor de verwerking van de LIHiD-biomassa, wordt de potentiële opbrengst en energetische waarde ervanonderzocht. De focus van het onderzoek ligt op beheermaaisel uit natuurgebieden en bermen.Er wordt een snelle en betrouwbare methode ontwikkeld Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Bart Muys • Koenraad Van Meerbeek
Adaptatie en vergelijkende genomica in twee stekelbaarssoorten. KU Leuven Abstract: Deze studie omvat de karakterisatie van de fenotypische en genomische variatie in natuurlijke populaties van twee verwante stekelbaarssoorten, de driedoornige en tiendoornige stekelbaars.nbsp; Organisaties: • L_Aqua_ecol
Onderzoekers: • Joost Raeymaekers
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Milieu en plantenecologie op diverse niveaus. Universiteit Antwerpen Abstract: Het centrale thema van het OEC ECO betreft de studie van de effecten van veranderingen in het abiotisch of niet-levend milieu op ecologische systemen (niveaus gaande van cel, organisme, ecosysteem tot landschap en regio), op de conditie en gezondheid van plant en dier waaronder de mens - en op het cultureel erfgoed. In essentie gaat het om de studie van oorzaken (veranderingen in het milieu, verstoringen van de leefomgeving, verschillende stress-situaties) en gevolgen (ecofysiologische en chemische responsprocessen op diversie niveaus van organisatie). Het onderzoek is fundamenteel wetenschappelijk van aard, maar ook methodologisch, en het kan in bepaalde gevallen ook resulteren in of leiden tot relevante toepassingen. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Rene Van Grieken • Reinhart Ceulemans
De reactiviteit van biogeen Si in terrestrische ecosystemen: een cruciaal hiaat in de kennis van aquatisch-terrestrisch koppeling in de siliciumcyclus en gekoppelde C-sinks. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de kwantificatie van de reactiviteit van de bio-Si buffer in verschillende ecosystemen en op verschillende schaalniveaus. Een innovatieve extractiemethode wordt hiertoe ontwikkeld en gedetailleerde dissolutie-experimenten uitgevoerd. Met dit innoverend opzet vullen we een cruciaal hiaat op in de kennis van aquatisch-terrestrisch koppeling in de biogeochemische siliciumcyclus en de gekoppelde C-sinks. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Eric Struyf
Eco-evolutionaire dynamieken in natuurlijke en anthropogene gemeenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
Ontwikkeling van een in vitro screeningssysteem voor detectie van obesogene stoffen in het milieu.
Universiteit Antwerpen Abstract: Obesitas wordt aanzien als één van de belangrijkste ziekten van de 21ste eeuw en wordt geassocieerd met een verlaagde levensverwachting en een sterk verhoogd risico op diabetes type II, hypertensie en cardiovasculaire aandoeningen. Momenteel lijdt 50% van de westerse bevolking aan overgewicht, waarvan 1/3e aan obesitas. Recent werd de hypothese van de 'milieu-obesogenen' geformuleerd, die stelt dat milieurelevante chemische stoffen een verstoring van de energiehomeostase kunnen veroorzaken. Deze obesogene stoffen zouden de ontwikkeling van obesitas beïnvloeden door in te werken op adipogenese, lipidemetabolisme of energiebalans. Verschillende labo's bevestigen deze hypothese en leggen de nadruk op de potentiële impact van endocriene verstoorders (EVs). Dit project heeft als doel het effect van endocriene verstoorders op het vetweefsel te onderzoeken en omvat twee luiken: i) in vitro blootstelling door gebruik te maken van de modelcellijn voor adipocyten namelijk de 3T3-L1 cellijn, hierbij zal ook mechanistisch onderzoek gedaan worden naar de mode of action van de obesogene stoffen; ii)Viscerale en subcutane vetstalen uit humane obese patienten (en controle populatie). Door samenwerking met het UZA is het mogelijk om tijdens dit project ook een correlatie te zoeken tussen de concentraties van endocriene verstoorders aanwezig in vetstalen en de genexpressie van obesitas gerelateerde merkergenen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Anna Pereira-Fernandes
Stoichiometrie van nutriënten in (sub)arctische ecosystem: een onderzoek naar recent ontdekte controlerende factoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Eric Struyf
Gastheer-verwisseling en co-speciatie in de evolutionaire geschiedenis van twee RNAvirussen in Oost-Afrika. Universiteit Antwerpen Abstract: Het begrijpen van de evolutie en de epidemiologie van RNA-virussen in hun natuurlijke gastheren is van essentieel belang voor de voorspelling en controle van opkomende infectieziektes. Arenavirussen en hantavirussen zijn RNA-virussen die meestal door knaagdieren worden overgedragen en hemorragische koorts en neurologische aandoeningen bij de mens kunnen veroorzaken. De virussen zijn uitgebreid onderzocht in Europa en Amerika, maar weinig bestudeerd in Afrika. Recente ontdekkingen van nieuwe virussen suggereren dat ze echter zeer divers zijn in Afrika. Op basis van eerdere gegevens, ging men ervan uit dat beide groepen van virussen een lange co-evolutionaire geschiedenis deelden met hun gastheren. Dit is echter niet voldoende getest voor Afrikaanse arenavirussen, en een recente studie van hantavirussen suggereert een zeer korte co-geschiedenis die gekenmerkt wordt door regelmatige overschakelingen naar andere preferentiële gastheren, hetgeen grote gevolgen heeft voor het ontstaan van nieuwe virussen en de controle ervan. Dit project wil de kloof van de wetenschappelijke kennis over deze virussen in Afrika vullen door het onderzoeken van hun biodiversiteit, biogeografie en evolutionaire geschiedenis in relatie tot die van hun gastheren. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Joëlle Gouy de Bellocq
Biologie en controle van vector-overdraagbare infecties in Europa (EDENext) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Interdisciplinair milieuonderzoek voor duurzaamheid en geïntegreerd beheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Interdisciplinaire onderzoekssamenwerking en -netwerking in het domein van de milieuwetenschappen. De beoogde onderzoeksclusters die in het samenwerkingsverband worden opgezet en uitgewerkt zijn "Milieu en Gezondheidsrisico's", "Global change en Integraal land- en waterbeheer" waaronder waterbeheer, energie en klimaat, milieuzorg en duurzame ontwikkeling. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Analyse van hoogfrequente zuurstof data uit de Waddenzee en de aangrenzende Duitse bocht. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Helmholtz-Zentrum. UA levert aan Helmholtz-Zentrum de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Oxidatieve stress als een beperking en kost van reproductie Universiteit Antwerpen Abstract: Alhoewel herhaaldelijk gesuggereerd werd dat er verbanden zijn tussen oxidatieve stress en reproductieve investeringen, zijn hier geen duidelijke experimentele bewijzen voor. Daarom zullen we in dit project de hypothese testen dat een experimenteel verhoogde mate van ouderzorg de oxidatieve stress doet toenemen en toekomstige investeringen en overleving beïnvloedt. Gedomesticeerde kanaries zullen gebruikt worden als modelsoort. Organisaties:
• Ethologie
Onderzoekers: • David Costantini
Biodiversiteit in het Congo basin. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Verheyen
PhytoSense : het begrijpen van plantaardige metingen Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om een generiek platform (PhytoSense) te ontwikkelen waarbij, met behulp van draadloze plantsensoren en wiskundige modellen, de gezondheidstoestand van planten eenvoudig en in real-time opgevolgd kan worden. Ontwikkeling van het PhytoSense draadloze sensornetwerk. Bestaande sensoren koppelen aan een communicatienode. Metingen doorsturen naar een centraal basisstation. Stroomvoorziening via zonnepanelen en herlaadbare batterijen. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Kathy Steppe
Ecohydrologische studie SBZ-H De Maten. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie heeft als doelstelling inzicht te verkrijgen in de ecosysteemwerking van het gebied De Maten, op basis waarvan een gefundeerde keuze van de ecologische visie kan gemaakt worden. Met ecologische visie wordt bedoeld: een verfijning naar lokatiekeuze van de in het gebied te realiseren instandhoudingsdoelstellingen - zijnde de habitatdoelstellingen en doelstellingen van de soorten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Bio-LCA: Introductie van biodiversiteit in levenscyclusanalyse (LCA). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans • Ricardo Filipe de Melo Teixeira
Genetische effecten van ecologisch herstel van semi-natuurlijke graslanden. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Olivier Honnay • Kenny Helsen
An integrated river catchment approach promoting sustainable development in African river ecosystems along an environmental, social and agricultural gradient. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc Brendonck
Het adaptatiepotentieel van boomsoorten population genomics implicatr invasies en klimaatsverandering. KU Leuven Abstract: Het vermogen van soorten om zich aan te passen aan wijzigende omgevingen (i.e. adaptatiepotentieel) bepaalt in belangrijke mate de overlevingskansen tijdens klimaatsverandering, maar bevordert tegelijk het invasief karakter van pestsoorten. Boomsoorten in het bijzonder vormen een grote ecologisch en economisch belangrijke functionele plantengroep, en bepalen het voorkomen van talrijke diersoorten en kruidachtige plantensoorten (Kremer et al. 2012). Dit benadrukt het belang van onderzoek naar het adaptatiepotentieel van boomsoorten om (i) te kunnen anticiperen op de potentiële effecten van klimaatsveranderingen op de overleving van boomsoorten, en (ii) het invasiepotentieel van boomsoorten in nieuwe gebieden ende geassocieerde ecologische gevolgen beter te kunnen inschatten. Frangula alnus is een autochtone boomsoort in Europa, maar is ingevoerd en uiterst invasief in Noord-Amerika. Op basis van 200 SNPs en een totaal van37 (Europese en Amerikaanse) populaties zullen Populatie- en lands Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Olivier Honnay • Joachim Mergeay • Hanne De Kort
Geïntegreerde monitoring van het Congo-bekken voor koolstofmitigatie en biodiversiteit in bosbestanden (COBIMFO). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Belspo. UA levert aan Belspo de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
SAFE-ICE Onderzoek, Innovatie en Business Support voor een koolstofarme economie Universiteit Gent Abstract: SAFE-ICE (Sisco, Ace, Fusion, Ecomind ? Inspirers of Carbon Efficiency) bundelt de kennis vergaard in tien INTERREG 2 Zeeën projecten. Alle tien projecten bestudeerden aspecten van de transitie naar een koolstofarme economie. De bevindingen van deze projecten worden in vier werkgroepen besproken. Het transitieproces vereist een benadering op niveau van bedrijven/gebouwen (werkgroep Business/Building), B2B (werkgroep Business-to-Business) & bedrijventerreinen (werkgroep Business Parks) en omvat zowel de vraag- (maatregelen voor efficiënt gebruik van hulpbronnen) als aanbodzijde (producten & diensten met een lage milieu-impact). Een vierde werkgroep (Market & Policy Conditions) onderzoekt hoe het beleid via aangepaste wetgeving de markt kan stimuleren en ondersteunen. Door op deze vier niveaus opportuniteiten, belemmeringen en hiaten te identificeren wordt de betekenis van de koolstofarme economie voor het 2 Zeeën gebied in kaart gebracht. De best practices op het vlak van onderzoek, innovatie en bedrijfsondersteuning worden samengebracht in SAFEICE. Organisaties: • Vakgroep Elektrische energie, systemen en automatisering • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde • Lieven Vandevelde
Adaptatie aan droogte- en saliniteitsstress in Antarctische filamenteuse cyanobacteriën Universiteit Gent Abstract: Vooral in Antarctica heeft ?global change? potentieel verstrekkende gevolgen voor de biodiversiteit. Filamenteuse cyanobacteriën vormen hier de hoeksteentaxa. Er is echter nog maar weinig gekend over de genetische basis die hun adaptatie en overleving op Antarctica mogelijk maakt. Dit projectvoorstel heeft als doel een beter inzicht te verwerven in de genetische adaptaties aan saliniteit- en droogtestress van Antarctische filamenteuse cyanobacteriën. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Onderzoek naar fenotypische variatie van nectargisten in relatie tot hun genetische achtergrond. KU Leuven Abstract: Mutualistische interacties zijn essentieel voor het functioneren van ecosystemen. Eén van de meeste voorkomende interacties tussen planten en diersoorten betreft plant-bestuiver interacties. In deze systemen fungeert nectar als één van de voornaamste beloningen die planten bieden aan insecten, die op hun beurt voor de bestuiving zorgen. Lange tijd is men er van uit gegaan dat de eigenschappen van nectar stabiel blijven. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat nectar vaak gekoloniseerd wordt door micro-organismen die de eigenschappen van de nectar kunnen beïnvloeden en daardoor ook bestuiving en uiteindelijk het reproductief succes van planten. Als een gevolg hiervan worden microorganismen meer en meer als een belangrijke derde speler beschouwd in plant-bestuiver interacties, maar de manier waarop micro-organismen bestuiving en het reproductief succes van planten beïnvloeden is niet duidelijk. Om de invloed van micro-organismen op plant-bestuiver interacties beter te begrijpen is Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Bart Lievens • Hans Jacquemyn • María Isabel Pozo Romero
Milieu- (en gezondheids-)gerichte risicobenadering als een geïntegreerd kader voor het bestuderen van het voorkomen en de effecten van microplastics in het mariene milieu - Ecologiclas aspect van microplastics Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Analyse van bodemchemie in het regulier vegetatiemeetnet van de provincie Drenthe. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
ICOS Vlaanderen: Ecosysteeminfrastructuur voor een geïntegreerd koolstofobservatiesysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Reinhart Ceulemans
Nieuwe perspectieven op de wereld: signaalverwerking voor het interpreteren van biogeochemische tijdreeksen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Van kenmerken naar het genoom: een genoom-brede analyse van genexpressieprofielen voor een mechanistische analyse van de evolutie van anti-predatie-strategieën bij de watervlo Daphnia. KU Leuven Abstract: Snelle evolutionaire adaptatie aan omgevingsveranderingen is algemeen gekend in natuurlijke populaties. Binnen het domein van de evolutionaire biologie is de genetische basis van deze adaptieve veranderingen een hottopic. Eén van de belangrijkste stressoren in de natuurlijke populatiesvan de watervlo Daphnia magna is vispredatie. Tijdens dit onderzoek zullen we opzoek gaan naar evolutionaire veranderingen op het niveau van gen expressie onder vispredatie stimuli. Een unieke set van 36 goed gekarakteriseerde D. magna clones, die drie verschillende tijdsperiodes van vispredatie vertegenwoordigen binnen een natuurlijke populatie en hieraan genetisch zijn aangepast, zullen gebruikt worden in deze studie. Deze set van clones is gekarakteriseerd voor 16 verschillende levensgeschiedenis-, gedrags- en biochemische kenmerken evenals voor meer dan 15 moleculaire merkers. We zullen gebruik maken van RNAseq en micro-arrays, die het volledige genoom van de Daphnia omvatte, om de effecten van vispre Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Mieke Jansen
Effecten van verhoogde klimaatvariabiliteit en klimaatextremen op de koolstofcyclus in terrestrische ecosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent studies predict increased climate variability and more frequent and more intense weather extremes such as heatwaves and droughts. Nonetheless, impacts of altered climate anomalies have not yet been accounted for in the considerations of the future evolution and vulnerability of terrestrial ecosystems. The aim of this project is to achieve an improved knowledge of the response of the terrestrial carbon cycle to climate variability and extremes. Specifically, we study the effects of extreme weather events on plant growth and its underlying processes, soil carbon stocks and ecosystem carbon sequestration over a wide range of ecosystems via analyses of a database of manipulation experiments that simulate climatic change and more frequent climate anomalies. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • Sara Vicca
Stressresponsen geïnduceerd in Lemna minor na blootstelling aan verschillende stralingstypes: karakterisering en vergelijking via een multi-endpoint benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Biodiversiteit en functionaliteit van zoöplankton: test van een potentiële indicator van waterkwaliteit (BIOFOZI). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds La Région Nord-Pas de Calais. UA levert aan La Région Nord-Pas de Calais de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ontwikkeling van een (Q)SAR webtool (ASOPUS). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is om een gebruiksvriendelijke en praktische webtool te ontwikkelen die de gebruiker helpt de meest geschikte (Q)SARs te selecteren, en dit zowel voor de productontwikkeling, de productregistratie als de productopvolging. De ontwikkelde beslissingsboom zal de gebruiker een idee geven van de betrouwbaarheid van de (Q)SARs voor de onderzochte stof en, indien van toepassing, welke extra informatie aangewezen is om de betrouwbaarheid te verhogen, bijvoorbeeld een combinatie van (Q)SAR-systemen of aanvullende data of expertise. Daardoor kan ook de bruikbaarheid van (Q)SARs voor een specifieke toepassing worden ingeschat. De webtool zal dus een leidraad worden voor het correct gebruik van (Q)SARs voor de voorspelling van de toxiciteit van chemische stoffen. De doelgroep van de webtool zijn verantwoordelijken voor de ontwikkeling, registratie en opvolging van producten uit de chemieproducerende- en chemiegebruikende industrieën.
Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Freddy Dardenne
Het functionele belang van diversiteit in bladontluikingsfenologie van bomen voor kruidlaaggemeenschappen in bossen Universiteit Gent Abstract: Vele experimenten toonden al aan dat de plantensoortendiversiteit het functioneren van ecosystemen beïnvloedt. Er is echter weinig geweten over: (1) het functionele belang van plantendiversiteit in natuurlijke ecosystemen, zeker bossen, (2) de rol van andere biodiversiteitsaspecten dan soortenrijkdom and (3) de relaties tussen biotische groepen. Wij zullen bekijken hoe de variatie in bladontluikingsfenologie tussen bomen (?fenologische diversiteit?) kruidlaagpopulaties beïnvloedt. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Dries Bonte • Kris Verheyen
De rol van het F-box proteïne MAX2 tijdens endosymbiotische interacties van planten. Universiteit Gent Abstract: Nodulatie en arbusculare mycorrhizatie zijn endosymbiotische interacties van legumineuze planten waarbij strigolactonen (SLn) een rol spelen. MAX2 is een F-box proteïne dat nog onbekende componenten van de SL signalisatie selecteert voor proteasomale degradatie. De functie en targets van MAX2 moeten ontdekt worden voordat verder de rol van SLn tijdens beide types symbioses kan begrepen worden. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Sofie Goormachtig
Transitiemanagement van bacteriële en archaeale nitrificatie Universiteit Gent Abstract: Recent werd ontdekt dat naast ammonium-oxiderende bacteriën (AOB), ook ammonium-oxiderende archaea (AOA) een rol spelen in nitrificatie. Hoewel AOA eigenschappen bezitten waardoor ze beter geschikt zouden zijn voor bepaalde toepassingen dan de AOB, zijn deze nog niet onderzocht. In dit project zullen grenswaarden van de fysico-chemische AOA-promotoren/AOB-onderdrukkers worden geïndentificeerd om de transitie van bacteriële naar archaeale nitrificatie te verwezenlijken in een zandfilter. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Nico Boon
Discrete and continuous methods for site location in raster maps, with application to afforestation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Dirk Cattrysse • Jos Van Orshoven • Rene Estrella Maldonado
Effects of tree species mixture on earthworm communities in European forests KU Leuven Abstract: Het ondergrondse voedselweb omhelst een groot deel van de biodiversiteit in bosecosystemen en speelt een belangrijke rol in de strooiselafbraaken nutriëntencyclus. Tot op heden zijn belangrijke interacties tussen diversiteit en samenstelling van boven- en ondergrondse voedselwebben geobserveerd, dit echter zonder sluitend te zijn over het effect van boomsoortendiversiteit op het ondergrondse voedselweb. Dit doctoraatsonderzoek tracht het effect van boomsoortenmenging(soortendiversiteit en functionele diversiteit) op de samenstelling en structuur van het ondergrondse voedselweb te bepalen in Europese bossen,waarbij de focus wordt gelegd op de hoeveelheid, biomassa, soortendiversiteit en functionele diversiteit van regenwormen. Daartoe worden regenwormgemeenschappen onderzocht in verscheidene boomsoortendiverstiteitsexperimenten en mature bossen, verspreid over verschillende karakteristieke regios binnen Europa. Waargenomen relaties zullen in verband wordengebracht met variabelen zoals Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Bart Muys • Hans De Wandeler
Reducing greenhouse gas emissions from all land uses in forest rich countries. Assessment of options and trade-offs with co-benefits through land use change scenario modeling in Tshopo district, DR Co KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Bruno Verbist • Pieter Moonen
Monitoring of tree cover dynamics in complex landscapes under global change KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Pieter Hawinkel
netwerkmodellering van ecosysteemdiensten Universiteit Gent Abstract: Ecosysteemdiensten zijn de goederen en diensten die een ecosysteem levert en die een effect hebben op de welvaart/het welzijn van de maatschappij. Het concept van ecosysteemdiensten laat toe om de verschillende milieuproblematieken vanuit een meer geintegreerde visieontwikkeling te benaderen. Ecosystemen kunnen gelijktijdig impact hebben op water/management zoals beschermen tegen overstromen en denitrificatie, klimaatverandering door C-opslag, luchtkwaliteit, recreatie. Het integraal modelleren van ecosysteemdiensten omvat dus het kwanitatief of kwalitatief beschrijven van allerhande ecologische processen, zowel gerelateerd aan water- en landgebruik, en socio-economische processen. Al deze processen verschillen in de mate van ruimtelijk detail, complexiteit en kennisniveaus. Voorbeelden van integrale netwerkmodellen die kunnen omgaan met deze verschillende niveaus van informatie zijn bayesian belief networks. fuzzy cognitive maps en systeem dynamische modellen. Het doctoraat zal zich richten op het uitbouwen van dergelijke modellen in de Vlaamse context. Meerbepaald zal ingezoomd worden op bayesian belief networks die ruimtelijk expliciet worden toegepast, door ze in te bedden in een GISgebaseerde omgeving, waardoor scenarios binnen een stroombekken of regio ruimtelijk gedifferentieerd kunnen doorgerekend worden. Op die manier kan een inzicht verkregen worden in de relaties tussen water, landgebruik, ecosystemen en hun economische gevolgen, zodat duurzamere opties kunnen uitgewerk en onderbouwd worden. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
De evolutie van plasticiteit in waardgebruik en implicaties voor areaaluitbreiding en voedselwebstructuur. Universiteit Gent Abstract: Plant-geassocieerde dierengemeenschappen worden gekenmerkt door een sterke mate van voedselspecialisatie en variatie hierin. De mate van plasticiteit in dit waardgebruik zal sterk evolueren onder invloed van de geassocieerde kosten, het dispersievermogen en de ruimtelijke schaal van het landschap. Aan de hand van stochastische modelleertechnieken zal de evolutie van deze plasticiteit onderzocht worden tijdens stabiele en uitbreidende verspreidingsdynamieken onder klimaatsopwarming. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dries Bonte
Biologische statusbepaling van Vlaamse polderwaterlopen: uitwerken van biologische beoordelingsmethodes op basis van gericht onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stefan Van Damme
Watergedreven oogstoptimalisatie van de biodieselboom Jatropha curcas L. KU Leuven Abstract: Jatropha curcas L. is een multifunctioneel biodieselgewas dat groeit inde tropische- en subtropische gordel. Hoewel er nog druk gespeculeerd wordt over zijn watervoetafdruk, de oogst en het juiste beheer wordt het gewas in veel grootschalige projecten gepromoot. De onzekerheden kunnen echter leiden tot onduurzame investeringen en ontwikkelingen. In dit onderzoek zal daarom een model ontwikkeld worden waarmee de groei en de opbrengst van de plant kan gesimuleerd worden bij verschillende beheersstrategieën in verschillende omgevingen.Het model zal worden geparameteriseerd op basis van veldproeven in Mozambique en India. Hier zullen verschillende behandelingen met verschillende niveaus van bemestings- en droogtestress aangelegd worden. Naast de groei en de oogst zal ook het weer, het bodemwatergehalte, de sapstroom, de stomatale geleiding etc. opgevolgd worden gedurende twee opeenvolgende groeiseizoenen.Het model zal worden gevalideerd op basis van een aparte dataset, een deficitirrigatie Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Dirk Raes • Bart Muys • Wouter Achten • Bie Gielen
Diversifying farms and forests: bee-keeping for additional income and increased ecosystem services in Ethiopian coffee forests. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys
Reconstructie van de biogeochemie van tropische aquatische ecosystemen aan de hand van elementen- en stabiele isotopentracers in zoetwaterbivalven. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Steven Bouillon
Belgisch netwerk voor DNA barcoding. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Thierry Backeljau
Belgisch netwerk voor DNA barcoding. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Functioneren van rivierecosystemen door plant-stroming-bodem interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Functioneren van rivierecosystemen door plant-stroming-bodem interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
De opname en toxiciteit van spoormetalen bij gemengde verontreiniging in water en bodem: rationalisatie van de interacties op basis van de biobeschikbaarheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds FWO. UA levert aan FWO de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Kunst en de evolutie van biologische signalen in een culturele soort. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Annie Pinxten
Simultane valorisatie van ijzerrijke afvalstromen en koolstofdioxide door reactie bij verhoogde druk. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze doctoraatsstudie beoogt het simultaan opwaarderen van ijzerrijke afvalstromen en koolstofdioxide, die beiden end-of-pipe producten zijn, tot volwaardig bruikbare en economisch waardevolle producten. Daartoe zullen verschillende reactietypes, werkende bij verhoogde druk en temperatuur, aangewend en onderzocht worden. Om de industriële toepas- en haalbaarheid in te schatten zal een economische beoordeling worden opgemaakt van de uitgewerkte procedés, de gebruikte afvalstromen en de bekomen producten. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Vera Meynen • Koen Michiels
ESFRI-infrastructuurproject 'Integrated Carbon Observation System'. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Herculesstichting. UA levert aan de Herculesstichting de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers:
• Ivan Janssens • Reinhart Ceulemans
Het effect van klimaat op de verspreiding in het milieu en de trofische transfer van POPs en Hg. Een vergelijking in accumulatie tussen organismen van eenzelfde trofisch niveau in een gematigde, subtropische en tropische regio. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstellingen van deze studie zijn (1) het effect nagaan van klimaat op de biobeschikbaarheid van POP's en Hg in aquatische ecosystemen (2) de voedselketentransfer van deze polluentenin aquatische systemen karakteriseren en vergelijken tussen een gematigde, subtropische en tropische regio en (3) accumulatieniveaus vergelijken tussen de drie regio's in organismen van hetzelfde trofische niveau Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets
Het belang van founder effecten en genetische diversiteit van geintroduceerde populaties als verklaring voor het invasiesucces van niet-inheemse soorten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Diederik Strubbe
Onderzoek aan biogeochemie en experimenteele maatregelen voor herstel van beekdaltrilvenen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek moet de kennis over de biogeochemie vergroten, deze in verband brengen met mogelijke herstelmaatregelen en met de microtopografie en inzicht geven in het nut van plaggen en het inbrengen van karakteristieke en veenvormende plantensoorten. Het onderzoek dient daarmee beheerders duidelijkheid te verschaffen over welke maatregelen naast het vernatten van beekdalen zinvol zijn voor herstel van de biodiversiteit van beekdaltrilvenen en veenvormende systemen in beekdalen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Opstellen van een triademethode voor classificatie van schorren en waterbodems in zout en brak milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het huidige studieproject omvat de ontwikkeling van een methode voor risicobeoordeling van sedimenten in brakke en zoute wateren. Deze methode, die wordt opgesteld naar analogie van de huidige TRIADE beoordelingsmethode voor zoetwater en specifiek voor Vlaamse waterbodems wordt uitgewerkt, bevat een analyse van een reeks fysicochemische parameters, een biologische in-situ beoordeling van de benthische macro-invertebraat levensgemeenschap en bioassays die worden uitgevoerd onder gecontroleerde laboratoriumcondities. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Opstellen van een triademethode voor classificatie van schorren en waterbodems in zout en brak milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het huidige studieproject omvat de ontwikkeling van een methode voor risicobeoordeling van sedimenten in brakke en zoute wateren. Deze methode, die wordt opgesteld naar analogie van de huidige TRIADE beoordelingsmethode voor zoetwater en specifiek voor Vlaamse waterbodems wordt uitgewerkt, bevat een analyse van een reeks fysicochemische parameters, een biologische in-situ beoordeling van de benthische macro-invertebraat levensgemeenschap en bioassays die worden uitgevoerd onder gecontroleerde laboratoriumcondities. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust
Transmissie cycli van teek-overdraagbare Borrelia burgdorferi s.l. en rickettsiale bacteriën in een tekengemeenschap bij zangvogels Universiteit Antwerpen Abstract: Interacties tussen vogels en Ixodes teken worden geacht humane infectierisico's voor teekoverdraagbare ziekten te beïnvloeden. Gebruikmakend van diagnostische testen, trachten we informatie te bekomen over de bijdrage van zangvogels en vogelteken in de terrestrische cycli van Borrelia burgdorferi s.l. en rickettsiale bacteriën. We spitsen ons toe op de infectierisico's bij vogels en de capaciteit bij vogelteken om de bacteriën over te dragen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Dieter Heylen
Toepassing van sequentie-gebaseerde methoden ter verkenning van schimmel- en protistgemeenschappen in bodems. Universiteit Antwerpen Abstract: De schimmel- en protistgemeenschappen die in de bodem leven zijn belangrijk voor verschillende ecosystem functies, zoals de intern recyclen van nutrienten. Dit project zal nieuwe DNA-amplicon sequencing methoden voor de profileren van bodem microbiele gemenschappen optimiseren. Deze protocols zal toegepast worden om een verband te leggen tussen de samenstelling van bodem microbiele gemeenschappen en milieuomstandigheden. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • James Weedon
De fluweelmijt Allothrombium molliculum als natuurlijke vijand van perenbladvlo (Cacopsylla pyri): fenologisch populatiemodel en integratie in boomgaardbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: De impact van A. molliculum op perenbladvlo populaties wordt bestudeerd, evenals de impact van verschillende aspecten van boomgaardbeheer op de populaties van A. molliculum. Op basis van tellingen in perenboomgaarden wordt een fenologisch populatiedynamica model van A. molliculum opgesteld. Met dit model, dat temperatuurgegevens gebruikt als input, kunnen telers nagaan of ze de timing van bepaalde beheersmaatregelen moeten aanpassen om de fluweelmijtpopulaties minimaal te schaden en tijdens gevoelige periodes te ontlasten. Zo worden de reeds aanwezige - maar meestal sterk geslonken- fluweelmijtpopulaties terug gestimuleerd en kunnen ze een waardevolle speler zijn in de strijd tegen perenbladvlo. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Nathalie Brenard
Connectiviteit van koraalriffen en mangroven in de westerse Indische Oceaan (COKOMA-WIO) Vrije Universiteit Brussel Abstract: A fundamental question in marine ecology is the connectivity of populations. Are populations highly interconnected or separated? Adults of most marine animals of coral reefs and mangroves are strongly site attached and connectivity among populations can only be facilitated by eggs and/or larvae that drift with ocean currents. Since the open ocean does not show any obvious barriers for dispersal, it was generally assumed that marine populations are open populations. However, recent population genetic studies have shown that populations of coral reefs can show sharp genetic breaks, which can be related to oceanographic barriers. The proposed project aims to study connectivity of coral reef and mangrove populations in the Western Indian Ocean in Kenya, Tanzania, Mozambique, and Madagascar. Tissue samples of a wide range of model taxa will be collected, including anemonefish, giant clams, starfish, crustaceans, mollusks, and coral. By investigating the genetic relatedness of the specimens, the connectivity among populations can be estimated. These data can be integrated with data and samples from the Red Sea and Southeast Asia of previous projects of the applicant for a late scale analysis of connectivity across the Indian Ocean. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Marc KOCHZIUS
Naar meer ecologisch realistische evaluatie van chemische stoffen in het milieu Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Ecologie van het Lassa virus en het aanverwante arenavirus in de natuurlijke gastheer Mastomys natalensis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds DFG. UA levert aan DFG de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs
Voorbereidend onderzoek t.b.v. stortvergunningsaanvragen Beneden-Zeeschelde. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Europese gradiënten van weerstand bij het optreden van klimaatsextremen (SIGNAL). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs
Duurzaam en geïntegreerd bodembeheer om milieueffecten te reduceren Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Bodembeheer
Onderzoekers: • Stefaan De Neve
Infrastructuur voor analyse en experimenten op ecosystemen (ANAEE).
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Reinhart Ceulemans • Patrick Meire
Een beleidsondersteunend beslissingssysteem voor het beheer van de risico's van klimaatveranderingen voor bosecosystemen (EcoRisk). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Mapping en modellering van ecosysteemdiensten en hun wisselwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Vervuiling door metalen en persistente organische vervuilers in Pool Malebo, Kinshasa, RD Congo. Universiteit Antwerpen Abstract: La pollution par les métaux et les polluants organiques persistants au Pool Malebo, Kinshasa, RD Congo: étude de base et évaluation des risques pour l'environnement et la santé publique résultant d'une exposition aux polluants par la consommation de poissons contaminées. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets
Klimaatverandering en Antarctische microbiële biodiversiteit CCAMBIO Universiteit Gent Abstract: CCAMBIO heeft tot doel de diversiteit, biogeografische zonering, evolutionaire geschiedenis en de genomische kenmerken van lacustriene microbiële matten in het Antarctische biogeografisch rijk te bestuderen teneinde hun resiliëntie en lokale en regionale respons op global change te kwantificeren. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman • Anne Willems
Arbusculaire mycorrhizale fungi in eutrofiërende Europese graslanden. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Olivier Honnay • Tobias Ceulemans
Biophysical and socio-economic potential for alternative biofuel crops. KU Leuven Abstract: Heden is er grote interesse in het ontwikkelen van alternatieve biobrandstofsystemen en de uitbreiding van biobrandstofproductie in ontwikkelingslanden. Alternatieve productie van biobrandstoffen, door het gebruik van multifunctionele gewassen en marginale gronden, is een veelbelovende strategie voor duurzame plattelandsontwikkeling, welvaartsverbetering, en vermindering van voedselonzekerheid en armoede in ontwikkelingslanden.Het vereist echter het vinden van geschikte gewassen voor de specifiekelocatie, alsook de ontwikkeling van de waardeketen voor deze gewassen, hetgeen refereert naar veredeling, cultivatie, oogst- en verwerkingstechnologieën, infrastructuur en vermarkting.Het doel van dit doctoraatsonderzoek is een analyse van de biobrandstof-waardeketen, zowel vanuit een biofysisch als socio-economisch perspectief, en dit voor een bepaalde set van gewassen. Vanuit biofysisch oogpunt zullen er experimenteledesigns worden gebruikt voor identificatie van biobrandstofproductiesysteme Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Miet Maertens • Floris Dalemans
Monitoring en modellering van eolisch zandtransport aan de Belgische kust. KU Leuven Abstract: Eolisch zand tranport is de beweging van zand onder invloed van wind. Hoewel reeds veel onderzoek verricht is in hetgebied van eolisch transport, zijn de resultaten voornamelijk toegespitst op woestijngebieden. De fysische mechanismendie aan de oorzaak liggen van eolisch
zandtransport in kustgebieden (stranden) zijn veel minder begrepen. In dit projectzal een model ontwikkeld worden dat de hoeveelheid getransporteerd zandrelateert aan fysische grootheden zoalswindshelheid, vochtgehalte en korrelgrootte van de zandkorrel en de hellingsgraad van het strand en de duinen. Hetmodel zal worden opgebouwd aan de hand van veldmetingen, modelproeven op schaal en numerieke simulaties. Hetresulterende model zal een tool vormen om in de toekomst op een kwantitatieve wijze de stabiliteit van strandsuppletieste begroten en om inzicht te bieden aan het aanpassingsvermogen van stranden aan duinen aan veranderingen ten gevolgevan het klimaat. Organisaties: • Faculteit Wetenschappen • TC Bouw Oostende
Onderzoekers: • Pieter Rauwoens
Duurzaamheid en bestuur van sociaalecologische systemen in the 21ste eeuw: Een onderzoek naar de hedendaagse trajecten richting een meer duurzame en rechtvaardige samenleving. KU Leuven Abstract: Het objectief van dit onderzoek is drieledig: (i) het uitbreiden van dekennis aangaande de relatie tussen de mens en denatuur in sociale en ruimtelijke wetenschappen; (ii) het onderzoeken van de sociaal− (ii) het onderzoeken van de sociaal−ecologische processen entransformaties die leiden tot verbeteringen in of verslechtering van desociaalecologische systemen en hun governance;(iii) te reflecteren over hedendaagse trajecten die leiden tot een meerduurzame en rechtvaardiger samenleving. Deonderzoeksvragen worden behandeld om dit doel te bereiken zijn: Hoe kaneen transitie naar een meer duurzameinteractie mens−(iii) te reflecteren over hedendaagse trajecten die leiden tot een meerduurzame en rechtvaardiger samenleving. Deonderzoeksvragen worden behandeld om dit doel te bereiken zijn: Hoe kaneen transitie naar een meer duurzameinteractie mens−omgeving al dan niet tot stand komen? Welke vormen van governance faciliteren deze transitie, en welkerol s Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Constanza Parra Novoa
Een Schelde-model uitgebreid met de effecten van de Rupel en van de sediment-water interactie met slikken en schorren in het zoetwatergetijdengebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Lindsay Geerts
Oxidatieve stress als een beperking en kost van reproductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • David Costantini
Fenologie onder de grond: seizonale veranderingen in bodem microbiële gemeenschappen en functies. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens • James Weedon
Adaptief beheer van bergecosysteemdiensten voor armoedebestrijding mogelijk gemaakt door virtule milieuobservatoria (MOUNTAIN-EVO). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Imperial College. UA levert aan Imperial College de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ontwikkeling: processen, actoren en beleid
Onderzoekers: • Johan Bastiaensen
Stress en herpes virale infecties in de fregatvogel (Fregata magnificens): een experimentele evolutionair fysiologische benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Omgevingsstressoren kunnen de secretie van hormonen (glucocorticoïden) verhogen en op die manier de fysiologische stressrespons activeren die vervolgens kan leiden tot een verslechtering van de gezondheidstoestand en de oxidatieve stress toestand, hetgeen virusreplicatie kan bevorderen. Wij zullen een unieke kolonie van fregatvogels bestuderen en de fysiologische mechanismen onderzoeken die veranderingen in omgevingsstressoren linken aan uitbraken van herpesvirussen en aan overlevingsperspectieven. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • David Costantini
• Manrico Sebastiano
De gecombineerde effecten van metaalmengsels en natuurlijke stressoren op aquatische invertebraten: relatie tussen veranderingen in metaalopname, gedrag en ecologische effecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie onderzoekt de gecombineerde effecten van metaalmengsels (van Cu, Cd en Pb) en natuurlijke stressoren (temperatuur, voedsel en predatiedruk) op het gedrag van drie aquatische invertebraten (Chironomus riparius, Asellus aquaticus en Daphnia magna). Het vertoonde gedrag zal worden gekoppeld aan o.a. klassieke eindpunten zoals reproductie en groei. Om het verschil te overbruggen tussen laboratoriumexperimenten en veldstudies, zullen deze effecten ook bekeken worden op een gehele aquatische gemeenschap in een mesocosmos. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Maarten De Jonge • Marjolein Van Ginneken
De relaties tussen biodiversiteit en pesticiden in metagemeenschappen. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek bestaat uit twee delen. Tijdens de experimentele benadering wordt, door middel van metagemeenschappen van diatomeeën, de invloed van pesticiden op biodiversiteit en biomassa onderzocht. Hierbij worden ondermeer toxicant concentraties, dispersiesnelheid-en richting en topografie gevarieerd. Als tweede benadering wordt een model ontwikkeld die de dynamica in een metagemeenschap beschrijft. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Ecologische aspecten van diepzee mijnbouw Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel
The integration of past and present nature-society interactions throughforest resource modelling: An interdisciplinary dialogue between past and present in the region of Sagalassos KU Leuven Abstract: De historische stad Saglassos, gelegen in de Taurus bergen in Zuid-Anatolië, is reeds enkele decennia het onderwerp van archeologisch onderzoek. Meer recent focussen onderzoekers zich op de diachronische co-evolutie van maatschappij en natuur en proberen het Sagalassos Archeologisch Onderzoeksproject in te bedden in een parcours van duurzame regionale ontwikkeling. Bossen vormen een belangrijk onderdeel van het regionale natuurlijke landschap van Sagalassos en zijn een belangrijke bron van brandstof, constructiemateriaal en andere ecosysteemdiensten voor de aanwezige lokale gemeenschappen. Uit bestaand archeo-ecologisch onderzoek blijkt eveneens dat de bossen intensief in gebruik zijn genomen in het verleden. Het doel van dit doctoraatsproject is om de bossamenstelling, structuur en biomassa te reconstrueren als gevolg van trends in klimaat en menselijk gebruik. Om dit te bereiken, zullen we verschillende modeleertechnieken toepassen. Twee verschillende benaderingen zullen aangehouden Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Vincent Kint • Ellen Janssen
REALU or Reducing greenhouse gas emissions from all land uses in forestrich countries. Assessment of options for harmonization of REALU and FLEGT KU Leuven Abstract: In dit doctoraat zullen de veranderingen in landgebruik en hun drijvende factoren in de Mt. Elgon regio in oost Oeganda onderzocht worden. Het potentieel van agroforestry-systemen en aanverwante koolstofprojecten omde milieudegradatie en armoede aan te pakken zullen worden geanalyseerd. De mogelijke socio-economische voordelen en verbeteringen van de socio-ecologische veerkracht zullen worden geëvalueerd. Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Bruno Verbist • Koen Vanderhaegen
EcoPlan: Planning voor ecosysteemdiensten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Jan Diels • Jos Van Orshoven • Sam Ottoy
Forest products: contribution to carbon storage and climate mitigation,and tradeoffs with other ecosystem services
KU Leuven Abstract: Zal deze doctoraatsstudie voornamelijk focussen op de evaluatie van de bijdrage van bousbouwproducten aan koolstofopslag en matiging van klimaatsverandering. Hiervoor zullen er levenscyclusanalyses uitgevoerd wordenvan producten uit de Europese bosbouwsector. Bij deze aanpak zullen de mileu-impacten van verschillend matigingsscenarios van de bosbouwsectorgeevalueerd worden. Hierbij zal stapsgewijs gekeken worden naar verschillende bostypes, verschillende Europese regios, verschillende beheersscenarios en verschillende producttypes. Deze taak bevat ook metodologische uitdagingen om het substitutieëffect van bosproducten te bepalen (substitutie voor zowel koolstofintensieve producten/materialen als voor fossiele branstoffen), en om kaskadegebruik van producten te evalueren, om het mitigerend effect van tijdelijke koolstofopslag mee te rekenen. In deze context worden methodologische ontwikkelingen vooropgesteld, met specifieke aandacht voor de tijds- en ruimtedimensie. Verder zal ook ge Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Giuseppe Cardellini
Life Cycle Evaluation of using insect-derived proteins as animal feed KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Martin Roffeis
Fundamenteel wetenschappelijke bijstand bij onderzoeksprogramma's O&M. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ecofysiologische karakterisatie van Coccoloba uvifera L: de motivering voor een zout- en droogtetolerante plantensoort voor zandduindrooglegging in Cuba . Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLIR. UA levert aan VLIR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC)
Onderzoekers: • Roeland Samson
Gastheer-symbiotische microbiële gemeenschap interactie en adaptatie tegen omgevingsstress in de watervlo Daphnia. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biologie Kulak
Onderzoekers: • Ellen Decaestecker • Luc De Meester • Koenraad Muylaert
De impact van microbiële gemeenschappen in florale nectar van nectarplanten op de biologische bestrijding van schadelijke insecten.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Bart Lievens • Hans Jacquemyn
G.0982.13 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Hans Jacquemyn • Rein Brys
Siliciumfertilisatie, gewasopbrengst en koolstofopslag: een nieuwe toepassing voor duurzaam beheer van agrosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers:
• Ivan Janssens • Patrick Meire • Eric Struyf
Effecten van versnippering van Afrotropisch regenwoud op life-history strategieën in een coöperatief broedende vogelsoort. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
ECOPLAN: planning voor ecosysteemdiensten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het ECOPLAN PROJECT wil geïntegreerde methodes ontwikkelen voor de preciezere en beleidsrelevante waardering van ecosysteemdiensten die de impact van ecosysteemdiensten op het maatschappelijk welzijn kunnen inschatten. De maatschappij is immers afhankelijk van een brede waaier aan goederen en diensten die geleverd worden door natuurlijke ecosystemen. De belangrijkste uitdaging van het huidige milieu-, landgebruiken duurzaamheidbeleid is de verdere degradatie van ecosystemen te voorkomen en tegelijk te voldoen aan de toenemende vraag naar stedelijke groei en industrialisatie. Ecosysteemonderzoek is tot nu toe vooral gericht op één specifieke sector of één specifieke ecosysteemdienst of ecosysteem. Daardoor zijn de voordelen van het ecosysteemdienst-concept als een geïntegreerd planningsconcept onderbelicht. Er is nood aan wetenschappelijk onderbouwde methodes die accurater zijn op een ruimtelijk detailniveau en aan een integratie-inspanning van een multidisciplinair onderzoeksteam. Verder wil men ook stakeholders betrekken bij het inventariseren, karteren, monitoren, kwantificeren en bepalen van vraag en aanbod aan ecosysteemdiensten. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Ruimtelijke patroonvorming van macrofyten: een geïntegreerd model voor het beheer van laagland rivieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Hydro en morfodynamische modellen zijn een onmisbaar instrument voor rivierbeheerders. Bestaande modellen simuleren enkel de interacties tussen waterstroming, sedimenttransport en geomorfologische veranderingen van de rivierbodem. Waterplanten hebben in laagland rivieren echter een significante impact of deze processen. Ze beïnvloeden de waterkwaliteit en stroomsnelheid, kunnen overstromingsrisico's verhogen (door verhoogde weerstand tegen waterstroming) en veranderen de rivierbodem. Daarom is het noodzakelijk waterplanten toe te voegen aan een riviermodel. In dit onderzoek zal het bestaande hydrodynamische model STRIVE (STReam and River Ecosystem) worden uitgebreid om een instrument te hebben voor het beheer en herstel van rivieren met waterplanten. Eerst wordt een vegetatie module toegevoegd, deze beschrijft de ruimtelijke en temporele groei van waterplanten. Daarna wordt een transportmodule geïmplementeerd, deze simuleert sedimentatie in vegetatiepatches en erosie er naast. Data verzameld in het Nete bekken zullen worden gebruikt om beide modules te callibreren; ze bevatten informatie over vegetatiegroei, hydrodynamica en riviermorfologie. Dit uitgebreide model zal gebruikt worden om het huidige maaibeheer van de Zwarte Nete te optimalizeren, waarbij het overstromingsrisico wordt verkleind en een maximale bedekking van planten wordt behouden. Dit zal resulteren in advies over het maaitijdstip en maaipatroon. Vervolgens wordt de impact van klimaatverandering onderzocht, door veranderende debieten. Modelsenarios zullen de gevolgen van veranderende debieten inschatten op overstromingen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Veerle Verschoren
Vandaag nergens morgen ergens: de mogelijke rol van gedrag en ruimtelijke processen bij het heropduiken van infecties. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Nelika Hughes
Onderzoek naar de effecten van brand op de ecologische potenties van heides. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Rudy van Diggelen
Planning voor ecosysteemdiensten Universiteit Gent Abstract: Het ECOPLAN Project wil geïntegreerde methodes ontwikkelen voor de preciezere en beleidsrelevante waardering van ecosysteemdiensten die de impact van ecosysteemdiensten op het maatschappelijk welzijn kunnen inschatten. De maatschappij is immers afhankelijk van een brede waaier aan goederen en diensten die geleverd worden door natuurlijke ecosystemen. De belangrijkste uitdaging van het huidige milieu-, landgebruik- en duurzaamheidsbeleid is de verdere degradatie van ecosystemen te voorkomen en tegelijk te voldoen aan de toenemende vraag naar stedelijke groei en industrialisatie. Organisaties:
• Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
Interdisciplinair Modellering van klimaatverandering in Coastal West Antarctica - Netwerk voor Personeel uitwisseling en training Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel
Microbial Resource Management voor het sluiten van de stedelijke water cyclus Universiteit Gent Abstract: De toenemende vraag naar drinkbaar water maakt het sluiten van de stedelijke water cyclus (water naar afvalwater en terug naar water) meer en meer noodzakelijk. Microbiële gemeenschappen zijn reeds lang in gebruik in de water productie of biotechnologie, maar hun studie was eerder gebaseerd op empirische dan op wetenschappelijke kennis. De volgende stap is om deze microbiële gemeenschappen beter te begrijpen en managen via met Microbial Resource Management concept. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Olivier Thas • Nico Boon
Veerkracht in Oost-Afrikaanse landschappen : Het identificeren van kritische drempels en duurzame trajecten - verleden, heden en toekomst Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Verschuren
Biologisch-geïnspireerd evolutionair ontwerp van modulaire collectieve gedragingen in robot zwermen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Tom Wenseleers • Eliseo Ferrante
(Ont)koppeling overheen levensstadia: oxidatieve stress en gevolgen vanlarvale omgevingsomstandigheden na metamorfose. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Robby Stoks • Lizanne Janssens
De Evolutie van Vruchtbaarheidssignalen bij Bijen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Tom Wenseleers • Jelle van Zweden
Het systeem bodem onder druk van klimaat en landgebruiksveranderingen (SOGLO). Universiteit Antwerpen Abstract: Ons onderzoeksconsortium stelt zich tot doel om beter inzicht te krijgen in de feedback tussen bodems enerzijds en sediment, nutriënten, water en koolstofomzetting anderzijds. We willen deze wisselwerking kwantificeren, in een zwaar door de mens beïnvloede context en over verschillende tijdsschalen (decennia tot millenia). Om dit ambitieuze doel te bereiken, beginnen we met de detailstudie van de interactie tussen deze bodemcomponenten over verschillende ruimtelijk en temporele schalen in specificiek gekozen studiegebieden, waar de mens op v erschillende manieren ingrijpt in het landschap. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Foerageergedrag en –ecologie van Antarctische stormvogels in relatie tot wind- en habitatkarakteristieken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Nina Dehnhard
Effects of Reduced Impact Logging and Conventional Logging on Anuran Abundance, Composition and Extinction Risk in Suriname?s Rainforest KU Leuven Abstract: Eerder uitgevoerde studies die de houtkapsystemen 'Reduced impact logging' (RIL) en 'Conventional logging' (CL) hebben bekeken, hebben aangegeven dat CL uiteindelijk resulteert in niet duurzamen hout extractiveen mogelijke negatieve gevolgen op het bosecosysteem. RIL daar en tegenis gebasseerd op een goed uitgezette oogst planning, dat uiteindelijk resulteert in duurzame oogst en minimale negatieve effecten op het bosecosysteem (Tropical Forest Foundation, 2007). Vanuit een ecologisch oogpunt leiden beide houtkapsystemen tot veranderingen in het bosecosysteem (Ernst et al., 2007; Fredericksen & Fredericksen, 2002; Fredericksen & Fredericksen, 2002; Lemckert, 1999). Het doel van dit onderzoek is om een vergelijking te maken RIL en CL, kijkende naar bos structuur en vegetatie compositie veranderingen over tijden het effect op anurans, die een goede indicator species zijn voor houtkap verstoring. Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Bart Muys • N. N.
Mitigation options through innovative wood product use KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • N. N.
Adaptation potential of biodiverse forests in the face of climate change KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys
Are mixed forests more resilient to environmental change? Analysis of recent growth trends along a gradient of tree species diversity KU Leuven Abstract: Biomassaproductie is een belangrijk ecosysteemdienst aangeleverd door bossen, de EU duurzame energie doelstelling kan enkel bereikt worden doorhet gebruik van biomassa van bossen. Recente studies hebben echter aangetoond dat er een link is tussen klimaatverandering en de dalende groeitrend in bossen. Dit project bestudeerd de rol van biodiversiteitseffecten op de productie functie van bossen en het mogelijke mitigerende effectvan boomsoortendiversiteit op de gevolgen van klimaatsverandering en stikstof depositie op bosgroei. Een 'Boom Diversiteit Observatorium' is opgesteld langsheen een boomsoorten diversiteitsgradiënt in Vlaanderen en Wallonië. Eik en Beuk doelbomen worden geselecteerd voor staalname. Doelbomen worden geselecteerd in verschillende leeftijdsklassen en met een omgeving (neighborhood) van verschillende boomdiversiteit niveaus (1 boomsoort, 2 boomsoorten en 3 boomsoorten) en compositie (gekozen uit een groep van 4 boomsoorten). Grondvlak aanwas gegevens worden afgeleid u Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Vincent Kint • Astrid Vannoppen
Effecten van boomsoortendiversiteit op vitaliteit, groei en kwaliteit van jonge bosopstanden. KU Leuven Abstract: <w:latentstyles deflockedstate="false" defunhidewhenused="true" defsemihidden="true" defqformat="false" defpriority="99" Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys • Thomas Van de Peer
Diagnose van TLR/NF-KB geassocieerde immunodeficiënties verbeteren en faciliteren. KU Leuven Abstract: Project richt zich op een specifieke subgroup van PID's, namelijk PID'swaarbij de afwijking zich situeert ter hoogte van de Toll-likereceptor(TLR)-afhankelijke responsen. Tot op heden werden 10 genen geïdentificeerd die aan de basis kunnen liggen van dergelijke PID's met een defect inde TLR-responsen. Organisaties: • Experimentele Laboratoriumimmunologie
Onderzoekers: • Xavier Bossuyt
Mesodroom. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Gudrun De Boeck • Lieven Bervoets • Patrick Meire • Stijn Temmerman
Functionele en ecologische morfologie van de evenwichtscontrole tijdens de locomotie bij hagedissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Raoul Van Damme
"Born to ageing parents" - integratie van pre- en postnatale parentale effecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Wendt Müller
FORHOT: de Ijslandse natuurlijke temperatuurgradiënten: een gift van de natuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal de veranderingen in ecosysteemstructuur (samenstelling planten- en microbiële gemeenschap; koolstofstocks) en –functioneren (productiviteit en biogeochemie) langsheen een natuurlijke temperatuurgradiënt op IJsland. We bestuderen of 1) er niet-lineaire ecosysteem-responsen voorkomen; 2) of de geobserveerde temperatuurresponsen transiënt of blijvend zijn; en 3) de hypothese kan verworpen worden dat temperatuureffecten op ecosystemen vooral inwerken door versnelde nutriëntencyclering. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Transmissie dynamiek van teek-overdraagbare Borrelia en rickettsiale bacteriën in een tekengemeenschap bij zangvogels. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Dieter Heylen
MASC: Onderzoek naar en simulatie van de invloeden van landgebruik op het West-Europees klimaat Universiteit Gent Abstract: MASC MASC: Onderzoek naar en simulatie van de invloeden van landgebruik op het WestEuropees klimaat. Fed. Wet. Beleid BR/121/A2 Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Robert De Wulf
PAMEXEA: Klimaatextremen in Oost-Afrika: Oorzaken van variatie in tijd en ruimte Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Verschuren
Staltechnieken en managementtools voor de reductie van geur-en fijn stofemissies in de Vlaamse varkenshouderij - BLES Beheersen Luchtkwaliteit en Emissies bij Stalsystemen Universiteit Gent Abstract: Het project wil oplossingen aanreiken door het ontwikkelen, beschikbaar stellen en ingang doen vinden van passende staltechnieken en managementtools voor de reductie van geur- en fijn stofemissies uit zowel bestaande als nieuwe stallen. Hiervoor wordt ingezet op ventilatietechnieken als belangrijkste preventiee maatregel technieken voor luchtbehandeling als noodzakelijke end-of-pipe oplossing en technieken voor luchtgeleiding buiten de stal als belangrijk deel van de oplossing voor de Vlaamse situatie. De stal van de toekomst heeft nood aan
innovatieve, betaalbare en gemakkelijk te implementeren techniekcombinaties voor emissiereductie van geur, fijn stof en ammoniak. Deze vernieuwende aanpak vanuit techniekcombinaties uit zich ook bij de ontwikkeling van end-of-pipe technieken die nu worden gezien als integrale onderdelen van een stalconcept, eerder dan pure 'add-on' systemen. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Herman Van Langenhove
FORBIO CLIMATE : Adaptation potential of biodiverse forests in the faceof climate change. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Bart Muys
AFRIFORD : Genetische en paleoecologische handtekeningen van Afrikaanse regenwoud dynamiek : pre- aangepast aan verandering? Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Verschuren
FORBIO KLIMAAT : Aanpassing potentieel van biodiverse bossen inkader van de klimaatverandering Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Kris Verheyen
Ecosysteem Responses tot globale verandering: een meerschalige aanpak in de Zuidelijke Oceaan. Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Vanreusel
ANAEE-Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Reinhart Ceulemans
UrbanEARS: Analyse van urbane ecosystemen mbv remote sensing. KU Leuven Abstract: Dit project evalueert het potentieel van het gecombineerde gebruik van recente remote sensing data (multi- en hyperspectrale vliegtuigen satellietbeelden, LiDAR beelden), voor een gedetailleerde, ruimtelijk expliciete karakterisatie van morfologische en (bio)fysische eigenschappen vande urbane omgeving. Informatie over de karakteristieken van het stedelijk landgebruik zullen gebruikt worden om de stedelijke stromen (zoals warmte en water) kwantitatief en ruimtelijk expliciet te modelleren. De dynamiek van de urbane omgeving zal in rekening gebracht worden door biofysische modelleerroutines (stedelijk klimaat, hydrologie) te linken aan urbane groeisimulaties. Dit zal toelaten om de (ruimtelijke) impact van toekomstige stedelijke ontwikkelingen op de weerbaarheid (resilience) van steden en verstedelijkte gebieden te kwantificeren en bestuderen. Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Ben Somers • Frank Canters
Hoge-resolutie-modellering en -monitoring van water- en energietransfers in waterrijke ecosystemen (HIWET). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire
Het verbeteren van de droogte-monitoring door middel van assimilatie van multi-source remote sensing waarnemingen in hydrologische modellen Universiteit Gent
Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer • Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling
Onderzoekers: • Bernard De Baets • Niko Verhoest
Voorbije klimaatextremen en hun impact op de terrestrische koolstofcyclus Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer • Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling
Onderzoekers: • Niko Verhoest • Willem Waegeman
Mapping, characterizing and improving urban green services using remotesensing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Martin Hermy • Ben Somers • Jeroen Degerickx
Evolutie van chemische communicatie in lacertide hagedissen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dieren gebruiken een indrukwekkend arsenaal aan signalen en gedragingen om te communiceren met soortgenoten en andere soorten. Net als alle andere biologische karakeristieken, zijn de organen en structuren die instaan voor het zenden en opvangen van die signalen, én de signalen zelf, een product van evolutie. Men vermoedt dat natuurlijke selectie communicatie heeft geboetseerd in functie van de lokale biotische en fysische omgeving. In dit project willen we de rol van de fysische omgeving in de evolutie van chemische communicatie onderzoeken. Hagedissen van de familie Lacertidae deponeren feromonen in de omgeving, die informatie bevatten over de soort, het geslacht en de kwaliteit van het individu als seksuele rivaal of partner. Deze chemische aanwijzingen worden verpakt in een wasachtige substantie geproduceerd door speciale klieren (de femorale klieren), gelegen op de binnenkant van de dijen. De hagedissen markeren hiermee actief of passief objecten binnen hun leefgebied. Soortgenoten pikken de chemische informatie op met hun gespecialiseerde gevorkte tong, die de geurpartikels aflevert aan een speciaal chemosensorisch orgaan (het orgaan van Jacobson), in het dak van de mond. Lacertide hagedissen bewonen een grote verscheidenheid aan habitaten, van toendra over regenwouden tot zandwoestijnen. In dit project gaan we na in hoeverre deze grote diversiteit aan omgevingscondities (adaptieve) veranderingen heeft teweeg gebracht in de organen die de signalen produceren (de femorale klieren), in het chemoreceptieve systeem (tong, orgaan van Jacobson, hersenen) en in de signalen zelf (fysische karakteristieken, chemische samenstelling). Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Raoul Van Damme • Katleen Huyghe • Charlotte Van Moorleghem
Landschap als drijvende kracht voor evolutieve divergentie bij twee knaagdier-gebonden RNA-virussen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Erik Matthysen • Joëlle Gouy de Bellocq
Toxiciteit van Perfluoralkylverbindingen (PFAAs) voor terrestrische ongewervelde dieren en zangvogels. Effecten op verschillende niveaus van biologische organisatie, inclusief reproductie en gedrag. Universiteit Antwerpen Abstract: Een groep van omgevingspolluenten die de laatste jaren meer en meer aandacht hebben gekregen zijn de perfluoralkyl substanties (PFAA's). Sinds de jaren 1950 zijn PFAA's in zeer grote hoeveelheden gebruikt omdat ze een aantal interesante eigenschappen bezitten zoals veten waterafstotend en daardoor in verschillende producten zijn toegepast zoals tapijten en voedingsverpakkingen. Hun brede toepassing en potentie om te bioaccumuleren heeft geleid tot een wereldwijde detectie in biota. Weinig studies hebben echter de effecten van deze stoffen onderzocht in terestrische wilde organismen bij omgevinsgrealistische concentraties. De algemene doelstelling van dit project is de accumulatie en effecten van de meest voorkomende PFAA's onderzoeken in terrestrische organismen een bodem. Relaties zullen worden onderzocht tussen de gehaltes in bodem, invertebraten en zangvogels en tussen geaccumuleerde gehaltes en effecten op verschillende niveaus van biologische organisatie. Monsterounten wordeen geselecteerd langsheen een pollutiegradient in de nabijheid van een perfluorproducerend bedrijf. Effecten worden onderzocht, zowel op de fysiologie, de reproductie als het gedrag van de verschillende organismen.. Bijkomend zullen laboratoriumexperimenten worden uitgevoerd waarbij zowel bodemorganismen als vogels blootgesteld zullen worden aan PFAAs indezelfde concentraties als die gevonden in de veldsituatie en dezelfde effecten zullen worden onderzocht. Deze studie zal waardevolle informatie verschaffen aan beleidsmakers voor de ontwilkeling van normen0 Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Marcel Eens
De modellering van de geomorfologische en ecologische ontwikkeling van de Hertogin Hedwige- en Prosperpolder na ontpoldering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman
Planten- en Vegetatie-ecologie en globale veranderingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van de effecten van globale veranderingen – in de meest brede zin van het woord – op planten en vegetaties vormt het overkoepelend thema van het Excellentiecentrum. De lange-termijn doelstelling wordt gerealiseerd o.a. via de studie van de respons van planten en vegetaties op de – soms gemanipuleerde – abiotische omgeving over een continuüm van hiërarchische schalen. Deze schalen reiken van het individuele bladniveau tot de continentale schaal. Het origineel experimenteel onderzoek en de lange-termijn observaties worden versterkt via een koppeling: (i) met bestaande of nieuw ontwikkelde simulatiemodellen, en (ii) aan het intensief gebruik en de statistische meta-analyse van bestaande en nieuwe databanken. De ecosysteem-observatiestations van de grootschalige Europese ESFRI infrastructuurnetwerken ICOS (Integrated Carbon Observation System) en AnaEE (Analysis and Experimentation on Ecosystems) worden als platform gebruikt voor de experimentele en de monitoring-studies. De objectieven van het onderzoek zijn het verkrijgen van een beter begrip van het functioneren, de dynamiek en de structuur van planten – op de niveaus van het blad, de plant, de plantengemeenschap, het ecosysteem en het continent – in het huidig en het toekomstig milieu. Specifieke studies omvatten hernieuwbare bio-energie, biosfeer-atmosfeer interacties, ozon en volatiele organische verbindingen, systeemmodellen van bodem en aarde, alsook interacties tussen klimaatveranderingen en biodiversiteit. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Reinhart Ceulemans
Netwerk fase I 'Biodev Ecuador' programma (2013-2018) voor netwerk universitaire samenwerking tussen Ecuadoriaanse en Vlaamse universiteiten Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Peter Goethals
Gecombineerde experimentele en computationele studie van de rol van connexine hemikanalen in het ontstaan van cardiale ritmestoornissen Universiteit Gent Abstract: Connexine eiwitten vormen gap juncties en hemikanalen. Cx43 hemikanalen zijn niet-selectieve kanalen in de plasmamembraan van hartspiercellen met een hoge geleidbaarheid. Excessieve opening van hemikanalen gaat gepaard met veranderde ionenstromen die mogelijks bijdragen tot hartritmestoornissen. Deze gecombineerde experimentele/computationele studie draagt bij tot een beter inzicht in de rol van hemikanalen als potentieel doelwit voor therapeutische interventies voor hartritmestoornissen. Organisaties: • Vakgroep Medische Basiswetenschappen
Onderzoekers: • Luc Leybaert
Gecombineerde experimentele en computationele studie van de rol van connexine hemikanalen in het ontstaan van cardiale ritmestoornissen Universiteit Gent Abstract: Connexine eiwitten vormen gap juncties en hemikanalen. Cx43 hemikanalen zijn niet-selectieve kanalen in de plasmamembraan van hartspiercellen met een hoge geleidbaarheid. Excessieve opening van hemikanalen gaat gepaard met veranderde ionenstromen die mogelijks bijdragen tot hartritmestoornissen. Deze gecombineerde experimentele/computationele studie draagt bij tot een beter inzicht in de rol van hemikanalen als potentieel doelwit voor therapeutische interventies voor hartritmestoornissen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Alexander Panfilov
Nutritionele en microbiologische studies in Larvale aquacultuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Gudrun De Boeck
Opstellen en toetsing van een geïntegreerd beoordelingssysteem voor de risico-evaluatie van aquatische ecosystemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.
Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Ronny Blust • Patrick Meire • Kristine De Schamphelaere
AGRECHEM: Groene Chemie in Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Bert Maes • Pegie Cool • Koen Janssens • Etienne Goovaerts • Sabine Van Doorslaer
ENVIROSTRESS - Milieustress in een snel veranderende wereld. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Lieven Bervoets • Marcel Eens • Adrian Covaci
GCE - Globale klimaatverandering-ecologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Nijs • Erik Matthysen • Ivan Janssens • Patrick Meire
Onderzoek naar de mechanismen van toxiciteit van de huidige vlamvertragers: naar nieuwe controle-assays en een betere registratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Steven Husson • Boris Krivochiev
Effecten van fosforbeperkingen op het leve, het aardesysteem en de samenleving (IMBALANCE-P). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Planten- en vegetatie-ecologie (PLECO)
Onderzoekers: • Ivan Janssens
Ecologische reproductieve isolatie in grasland- en bospopulaties van dedistyle Primula veris. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Hans Jacquemyn • Rein Brys
Relatief belang van nutriëntenbeschikbaarheid en bodembiota op ontwikkelingstrajecten van boven- en ondergrondse plantengemeenschappen. Universiteit Gent Abstract: Hoge nutriëntengehalten bemoeilijken het herstel van soortenrijke half-natuurlijke graslanden op voormalige landbouwbodems. Het gebrek aan een typerende bodembiotische gemeenschap kan de gewenste vegetatiesuccessie verder bemoeilijken. In dit project wordt aan de hand van een grootschalig mesocosmos experiment onderzocht hoe de ontwikkeling van de plantengemeenschap beïnvloed wordt door de beschikbaarheid van nutriënten en de interactie met het bodemleven.
Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Kris Verheyen
Heideontwikkeling in militaire gebieden : onderzoek naar de archeologische rijkdom en de mogelijkheden tot integratie in beheersplannen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Het project kadert in het LIFE-project (Natura 2000-netwerk). Dit legt voor Vlaanderen de nadruk op natuurontwikkeling en beheer van voornamelijk heidelandschappen in twaalf militaire domeinen. Er wordt a.h.w. op het vlak van natuurwaarden een inhaalbeweging gemaakt die er voor moet zorgen dat deze natuurgebieden tegen 2008 onderhouden worden door de tegen dan opgemaakte beheersplannen. Dit rapport concentreert zich in de eerste plaats op de archeologische en landschapshistorische rijkdom en waarde van deze gebieden. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de mogelijke integratie van de eindbevindingen in gerichte beheersstrategieën voor het erfgoed in de militaire gebieden. De twaalf militaire domeinen die deel uitmaken van het project omvatten allen haast gefossiliseerde landschappen uit het begin van de 19de eeuw. Hoewel deze gebieden gedurende verschillende periodes in het verleden intensief werden gebruikt, vormde de 19de eeuw een belangrijk scharnierpunt. Door hun inrichting als militair domein, hebben deze gebieden weinig verstorende invloed ondergaan van 19de- en 20ste- eeuwse antropogene dynamieken en processen, met uitzondering van de militaire ingrepen. Elders zijn gelijkaardige landschappen totaal getransformeerd of zelfs verdwenen. Omwille van de landschappelijke gaafheid van deze militaire gebieden is echter niet enkel het archeologische maar ook het historisch-landschappelijke en paleo-ecologische erfgoed bewaard, voor zover het niet verstoord werd door plaatselijke activiteiten. Door de ontoegankelijkheid van de domeinen is tot nu toe weinig gekend over het aanwezige patrimonium en is een eerste verkennend onderzoek aangewezen. De studie van het historisch landschappelijk erfgoed, moet daarbij inzicht verschaffen in de historische dynamiek tussen mens en landschap. Vanuit dit inzicht kan een prognose geformuleerd worden over het archeologische potentieel van deze gebieden, waartoe ook de historische relicten van materiële landschapsingrepen en -elementen zelf behoren. Er is getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de twaalf militaire domeinen, zowel archeologisch en historisch als landschappelijk. Er wordt een overzicht gegeven van de aanwezigheid van prehistorische sites binnen het topografische en hydrografische kader, de materiële landschapsrelicten binnen de historische perioden waarmee ze verbonden zijn en de paleo-ecologische relicten. Daarenboven worden twee militaire gebieden nl. Brasschaat en Leopoldsburg, eruit gelicht om als casestudy verder uit te diepen en tot voorbeeld van een geïntegreerde methodologische aanpak te dienen. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Dries TYS • Inge VERDURMEN