www.researchportal.be - 2 Oct 2015 08:53:36
Onderzoeksprojecten (1 - 225 van 225) Zoekfilter: Classificaties: Ontwikkelingsbiologie, groei van dieren, ontogenie, embryologie
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Vincent Bonin • Karolina Socha
Aankoop van basisuitrusting: universeel microtoom cryostaat Universiteit Gent Abstract: Binnen de diverse lopende projecten, die alle de rol van stamcellen bestuderen in het proces van continue tandvernieuwing bij nietzoogdieren, vormen genexpressie-studies een essentieel onderdeel. Hiervoor wordt de techniek van in situ hybridisatie op cryocoupes aangewend. Door zelf over een performant cryotoom te beschikken kunnen we snel en efficiënt over kwalitatief hoogwaardige coupes beschikken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Adaptation to cyanobacteria through the symbolic microbiota in the waterflea Daphnia. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biologie Kulak
Onderzoekers: • Ellen Decaestecker
Adaptieve waarde en mechanismen van variatie in maternale hormonen bij de grasparkiet (Melopsittacus undulatus). Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie behandelen we maternale dooierhormonen bij de grasparkiet (Melopsittacus undulatus), die het vrouwtje in staat stellen het fenotype van de nakomelingen optimaal aan te passen aan hun toekomstige omgeving. We bestuderen de differentiële depositie van hormonen binnen een legsel en tussen legsels. We zoeken naar het mechanisme waarop maternale hormonen naar de dooier gealloceerd worden en we onderzoeken de effecten van differentiële depositie op de nakomelingen, zowel op korte als ook op lange termijn. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Annie Pinxten • Stefanie Lahaye
Adaptive maternale investering in relatie tot omgevingsvariatie bij de Koolmees (Parus major) Universiteit Gent Abstract: Met behulp van gecontroleerde veldexperimenten in een Koolmeespopulaties (Parus major) verblijvend in de omgeving van de stad Gent wordt nagegaan (i) wat het effect is van variatie in voedselbeschikbaarheid en pathogeniteit van de omgeving op de mate van maternale investering in immuunfactoren en differentiële seksallocatie, en (ii) in welke mate variatie in maternale investering de fitness van de nakomelingen beïnvloedt. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Alpha-catenine familieleden: zoektocht naar unieke, gemeenschappelijke en redundante functies in vivo Universiteit Gent Abstract: De klemtoon van dit project ligt op de analyse van drie sets van muismodellen: (1) muizen met totaal of conditioneel verlies van ?Tcatenine, (2) muizen met totaal of conditioneel verlies van ?-catuline, en (3) muizen met vervanging van specifieke isovormen van ?-catenines in verschillende weefsels. Het hoofddoel is de rol van de verschillende ?-catenines in verschillende weefsels op te helderen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Analyse van de rol van Wnt-factoren gedurende de vroege ontwikkeling van de muis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wij stellen een dubbele benadering voor om de rol van de Wnts tijdens de vroegere embryogenese beter te leren begrijpen. Een eerste, klassieke benadering bestaat in het inactiveren van het Wnt-13 gen, uitgedrukt in de gastrula, door het te vervangen LacZ en het mutante fenotype van de embryo's te analyseren. De tweede benadering is gebaseerd op de bemoedigende resultaten die we bekwamen met Xenopus Wnt-8. We stellen voor verschillende oplosbare Wnt proteïnen te produceren en hun inductieve rol in ES celdifferatie en op embryo explanten te analyseren. Deze tweede benadering is riskanter dan de eerste, maar ze kan een heel nieuw onderzoeksdomein openen voor de studie van de rol van Wnt in gastrulatie en in andere processen.
* Wetenschappelijke resultaten (eerste helft): Om in staat te zijn te begrijpen hoe gen expressie de ontwikkeling leidt, is het essentieel om exact te weten waar en wanneer bepaalde genen actief zijn.
In deze studie werd het 'full length' cDNA van Wnt-13 geïsoleerd, waarmee werd verdergewerkt. Het voornaamste doel in deze studie was een verdere karaterisatie van het expressiepatroon van Wnt-13 in een muis-embryo. Hiervoor diende dus eerst een gemerkte probe gemaakt te worden. Deze werd uit het 'full length' cDNA gesynthetiseerd. Via de 'whole mount' in situ hybridisatie werd Wnt-13 gelokaliseerd in het muis-embryo (zie figuren) en dit voornamelijk in het mesoderm gedurende de ganse gastrulatie. Het Wnt-13-gen-expressie is al aanwezig vanaf de start van de gastrulatie in de toekomstige caudale zijde. Het verplaatst zich lateraal en anterieur met de primitieve streep mee. Aangezien er tijdens de gastrulatie celmigraties plaatsvinden, waarbij nieuwe inducerende reacties ontstaan tussen de mesodermcellen en andere weefselcellen, is het in de toekomst van belang te weten te komen of Wnt-13 een inducerende invloed heeft en dus een rol speelt bij de programmering van het embryonaal ontwikkelingspatroon. Het Wnt-13 gen is een mogelijke kandidaat voor geninactivatie in knock-out-muizen, aangezien het wordt uitgedrukt in een belangrijk stadium van de ontwikkeling, nl. de gastrulatie en meer bepaald in het mesoderm langs de primitieve streep. Teneinde de rol van Wnt-13 te bestuderen genereren we momenteel een knock-out construct dat het Wnt-13 gen in muisembryonische stamcellen inactiveert. We hebben DNA fragmenten versterkt die corresponderen met verscheidene introns en hebben deze gekloond. We zullen deze sequentiëren en gebruiken om het construct te genereren. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Analyse van de rol van Wnt proteinen bij de differentiatie van kikker embryo explanten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een van de uitdagingen van de ontwikkelingsbiologie is het trachten te begrijpen hoe cellen hun positie in het embryo kennen en hierop reageren door proliferatie, migratie of differentiatie om uiteindelijk een organisme te vormen. Dit probleem kan bestudeerd worden tijdens de gastrulatie, de eerste hoofdstap in de vorming van een embryo. De familie der Wnt genen (rond de 20 leden), dewelke gesecreteerde proteïnen codeert, zijn betrokken bij een aantal signalisatieprocessen gedurende de ontwikkeling in organismen zoals de vlieg (bv Wingless), de worm en vetrebraten. Een van de grootste problemen in de bestudering van de Wnt genen is dat tot nog toe geen oplosbaar vertebraat Wnt proteïne is bekomen dat de analyse van zijn rol zou kunnen toestaan in gedefiniëerde experimentele systemen. Het is pas recent dat we een actief kikker Wnt-8 proteïne konden bekomen (mijn eigen ongepubliceerde resultaten). Tijdens dit project stellen we voor om de signalisering en inductieve eigenschappen van dit nieuw geproduceerd Xenopus Wnt-8 proteïne bij kikker embryos explanten te bestuderen en uit te breiden naar andere Wnt proteïnen die in de toekomst geproduceerd zullen worden. Overzicht van resultaten: jaar 2000 Op basis van deze resultaten, voerden we een reeks experimenten uit in 2000 om een nieuwe read-out assay (Siamois-Luciferase) te ontwikkelen om de activiteit van de Wnt-proteïnen te meten. Dit is de eerste stap in het gebruik van een dergelijk systeem voor de verdere karakterisatie van gesecreteerde Wnt-proteïnen. Overzicht van resultaten: Jaar 2001 Een speciale uitdrukkingsvector werd geconstrueerd die bevat een multiple cloning sites en twee epitoop tags (Myc en His) bevat om het Wnt cDNA te cloneren. De clonering van muis Wnt1 en Wnt4 genen in deze vector werd uitgevoerd en ze werden gesekweneerd. De clonen werden getransfecteerd in de Human Embryonic Kidney 293 cellijn en de secretie van de engineered eiwitten werd geanalyseerd. Dit werk werd uitgevoerd door een Master Student uit Polen (D.Wawrzak) die eerst als Socrates student en nu als exchange student werkzaam is in het labo. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
An optogenetic and candidate gene approach for the study of cognitive decline in neurodegenerative disorders KU Leuven Abstract: Given that neuropeptidergic circuits are involved in memory and learning and owing to the importance of these circuits in the cognitive declineoccurring in several neurodegenerative diseases, I will focus on unraveling the numerous neuropeptidergic circuits guiding memory and learning.Significant and predominant circuits will be selected for further in depth study in several models of neurodegenrative diseases. Using optogenetics, I will induce a deep-brain stimulation-like situation, targeting specific neurons of these circuits. This way, it can be probed whether forced stimulation of specific neurons is capable of alleviating cognitivedecline in a neurodegenerative disease context. Detailed information onmolecular and chemical interactions in the neurons will be of prime importance to gain a fundamental understanding of how the brain functions during aging and decline. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbet Temmerman • Charline Borghgraef
Antero-posterieure patroonvorming door signalisatie factoren in een muis model van de gastrulatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Een van de eerste patroonvormings- en differentiatiegebeurtenissen tijdens de zoogdierenembryogenese is de vorming van de antero-posterieure as in de gastrula. Tijdens deze fase transformeert het radiaal symmetrisch embryo, bestaande uit twee kiemlagen, zich in een bilaterale triploblastisch embryo met duidelijk zichtbare toekomstige hoofd- en staartdomeinen (Tam et al., 2006). De vorming van de toekomstige antero-posterieure as wordt geïnitieerd door de migratie van het distale viscerale endoderm naar één zijde van het embryo en wordt zo het anterieure viscerale endoderm (aVE) en bepaalt de positie van het hoofd. Tegelijkertijd wordt de mesodermvorming geïnitieerd aan de tegenovergestelde pool van het embryo door delaminatie van de epiblastcellen in de primitieve streep (PS). Tijdens de extensie van de primitieve streep wordt het mesoderm gepatroneerd langsheen de antero-posterieure as met de meest anterieure regio voorbestemd tot de vorming van het mesendoderm (bvb. anterieure mesoderm en definitieve endoderm). Het werd aangetoond dat de anterieure primitieve streep het van de Spemann organiser vormt omdat het organiserende eigenschappen vertoont zoals de mogelijkheid om het nieuw gevormde mesoderm te patroneren langs de A-P as (Beddington, 1994). Genetische analyse toonde aan dat drie signaliserende pathways gecentreerd rond de familie van Wnt factoren, van de BMP4 factor en de afgescheiden Nodal factor cruciaal zijn voor de vorming en patroonvorming van de antero-posterieure as. Inactivatie van betacatenine, de nucleaire effector van de canonische Wnt pathway, leidt naar een volledig gebrek van antero-posterieure patroonvorming zoals onthuld door het gebrek aan een primitieve streep en dus de afwezigheid van mesoderm en door de inhibitie van de anterieure migratie van het
distale viscerale endoderm (Huelsken et al., 2000). Dit en andere experimenten (o.a. door onze laboratorium - zie Kemp et al, 2005 en 2007) duidt aan dat een gepolariseerde Wnt signalisatie cruciaal is in de initiële afbraak van de radiale symmetrie van het pregastrula embryo. BMP4 mutatie zoals mutaties in the BMP4 signalisatie pathway toont aan dat BMP4 signaal noodzakelijk is voor antero-posterieure patroonvorming tijdens de gastrulatie en in het bijzonder voor posterieur mesoderm vorming (Winnier et al., 1995). Vóór de gastrulatie is Nodal uitgedrukt in de hele epiblast van het embryo, maar wanneer de gastrulatie begint wordt de expressie beperkt tot de anterieure primitieve streep (aPS). Embryo's die gemuteerd zijn voor het Nodal gen vormen geen aVE, noch een primitieve streep mits gedetailleerde analyses aantoonden dat het vereist is voor de inductie van het mesoderm (Colon et al., 1994; Lowe et al., 2001; Whitman 2001). Studies van de Nodal pathway in kikker- en visgastrulatie toonden tevens aan dat Nodal uitgedrukt wordt in de Spemann organiser, waar het ageert als een morfogen dat verantwoordelijk is voor de antero-posterieure patroonvorming van het mesoderm op een concentratieafhankelijke manier (Okabayashi & Asashima, 2003; Smith et al., 1990). Omdat in de muisgastrula, zoals in andere gewervelde, Nodal ook tot expressie komt in de aPS werd er gepostuleerd dat Nodal ageert als een morfogen tijdens de patroonvorming van muismesoderm. Het vroege fenotype, vertoond door gemuteerde embryo's in de Nodal pathway, belemmert echter de studie van de morfogenetische rol van Nodal tijdens de gastrulatie. Embryonische stamcellen (ES) hebben het potentieel om te differentiëren in alle celtypes van het volwassen lichaam en kunnen regeneratie van beschadigd weefsel bevorderen. Er werd getracht om de moleculaire mechanismen te begrijpen die vereist zijn voor de vorming van de verschillende kiemlagen en weefsels vanuit ES en deze mechanismen blijken zeer gelijkaardig te zijn in het muisembryo. We analyseerden dus de rol van Activin A/Nodal, BMP en Wnt signalisatie in de patroonvorming van ES-afgeleid mesoderm door gebruik te maken van een tweeledig ES differentiatie systeem dat een functieverlies met een functiewinst combineert. We vonden dat Wnt signalisatie noodzakelijk was voor de vorming van het mesoderm terwijl Bmp4 posterieur en extra-embryonisch mesoderm induceert ten koste van de anterieure primitieve streepcellen. Hierbij toonden we aan dat, door gebruik te maken van verscheidene concentraties van het Activin A of Nodal groeifactoren alsook verschillende concentraties van een chemische inhibitor van de Nodal signalisatie pathway, de Nodal pathway een concentratie afhankelijk effect had die het nascent mesoderm naar het axiale mesoderm en mesendoderm leidt (zie ook onze resultaten in Wawrzak et al, 2007 en Willems en Leyns, 2008). DOEL EN HYPOTHESE Gebaseerd op onze gepubliceerde resultaten en onze vergaarde kennis door studies in andere organismen stellen we voor dat Nodal een bonafide morfogen is in de muisgastrula dat ontstaat in de anterieure primitieve streep en ageert als een gradiënt om verschillende soorten mesoderm te induceren langsheen de anteroposterieure as. We stellen ook voor dat de antero-posterieure patroonvorming van het embryo vastgesteld is door de gecoördineerde actie van Bmp4 en Nodal met een rol van FGF signalen in de epithelial-mesenchymal transitie. Dit model is gebaseerd op onze gepubliceerde resultaten met ES en de stappen die zullen onderzocht worden zijn aangeduid in figuur 1 (stappen 5-8). Ons eerste doel is nieuwe genen identificeren die betrokken zijn in deze A/P patroonvorming en in de inductie van de verschillende celtypes tijdens gastrulatie. Ten tweede, zullen we de rol van deze genen functioneel bestuderen door het gebruik van cDNA overuitdrukking of siRNA aanpakken om ze te op- en onderreguleren tijdens de ES differentiatie. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS • MICHELINE VOLDERS
ASEM Aquacultuur Knooppunt Universiteit Gent Abstract: ASEM (Asian European Meeting) is een intergouvenementeel overleg tussen de EU en 10 Aziatische landen. Aquacultuur werd geïdentificeerde als één van de prioritaire thema's voor wetenschappelijke en technologische samenwerking. Het Laboratorium voor Aquacultuur werd aangezocht om een aquacultuur platform te coordineren. Geplande activiteiten zijn het organiseren van 6 workshop rond belangrijke thema's voor duurzame aquacultuur ontwikkeling en het opzetten van een portaalsite voor aquacultuur tussen beide regio's. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Patrick Sorgeloos
beurs Lien Bruynsteen Universiteit Gent Abstract: Overgewicht en obesitats vormen ook bij paarden een steeds groter probleem. Dit kan gepaard gaan met verschillende aandoeningen, waaronder een verhoogde kans op het ontwikkelen van hoefbevangenheid. Doel van het onderzoek is nagaan welke mechanismen verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van deze obesitat-gerelateerde aandoeningen. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Myriam Hesta
Bijdragen ven Genotype en Milieu aan de duurzaamheid van de melkkoe productie systemen door middel van de optimale integratie van genomic selection en nieuwe beheersprotocollen gebaseerd op de ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Geert Opsomer
Biologisch-geïnspireerde coördinatie en sturing in grootschalige dynamische systemen (BioCo3). KU Leuven Abstract: This interdisciplinary project (involving computer science, biology, operations research and logistics expertise) studies decentralized approaches for controlling large-scale, dynamic systems - e.g. for controlling a large number of vehicles that need to accomplish transporttasks for clients (package delivery service). Achieving efficient and effective collective behavior is known to be quite a challenge, esp. if the systems are large in scale and submitted to changing operating conditions.Complex collective behaviour occurs in many socio-biological systems. Social insects, e.g., are able to find the shortest path to food sourceswithout any central control, or can build enormously complex nests withbuilt-in ventilation systems, or divide the work such that the chances of survival are optimal.Some socio-biological mechanisms for collective behavior have already been studied in the context of computing (e.g. stigmergy and digital pheromones, or in discrete optimization techniques, such a Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Tom Wenseleers • Tom Holvoet
• Wouter Joosen • Paul Valckenaers • Alexander Helleboogh • Daniel Weyns • Greet Vanden Berghe
"Born to ageing parents" - integratie van pre- en postnatale parentale effecten Universiteit Gent Abstract: Studie van transgenerationele effecten van veroudering in Kleine mantelmeeuwen via het kwantificeren van leeftijdseffecten van ouders op hun nakomelingen. Er wordt voorspeld dat dergelijke effecten zowel werken via maternale pathways (bv. via veranderingen in de omgeving waaraan ontwikkelende embryos zijn blootgesteld) als paternale pathways (bv. via veranderingen in spermakwaliteit). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens • Liesbeth De Neve
Cel-celcommunicatie tijdens maturatie en cryopreservatie van immature eicellen bij de kat en het rund Universiteit Gent Abstract: IWT/SB-lichting 2014 IWT/SB/Snoeck Féline/131495 Cel-celcommunicatie tijdens maturatie en cryopreservatie van immature eicellen bij de kat en het rund Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Cel-cel en cel-matrix interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: Onze belangstelling gaat uit naar de rol van de groeifactoren in de vroege embryonale ontwikkeling en in de wondheling in het embryo. Er zal in dit project ook onderzoek gedaan worden naar het verband tussen extracellulaire matrixcomponenten en geprogrammeerde celdood (apoptose). Organisaties: • FUNCTIONELE ANATOMIE VAN DE MENS, EMBRYOLOGIE EN TANDHEELKUNDIGE MATERIALEN • Anatomie en embryologie van de mens
Onderzoekers: • Fernand Harrisson
Cellulaire productie van Wnts, afgescheiden groei- en differentiatiefactoren en hun gebruik als coordinators van orgaanspecifieke stamcellen. (STEM CELLS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wnts codeeren gesecreteerde signalen die de groei en cellulaire differentiatie van verschillende stamcellen tijdens de embryonische ontwikkeling reguleren. Er zijn geen bruikbare systemen beschikbaar om de Wnts in hun biologische actieve vorm te uitdrukkenen en om de stamcellen ongedifferentieerd te houden in vitro. We zullen efficiënte recombinante producties ontwikkelen die uitvoerbaar zullen zijn op elk gegeven Wnt. De biologische activiteit van de geproduceerde Wnts zal in vitro getest worden door middel van een readout systeem en in het vroege Xenopus embryo. De leden van het consortium hebben de belangrijkheid kunnen aantonen van de Wnts als onderhoudfactor van stamcellen in vele verschillende orgaansystemen. De Wnts, hun receptoren en signaaltransductie componenten zullen in deze systemen gescreend worden. De biologische activiteit van het recombinante Wnts zal getest worden in haar capaciteit om de cellen in vitro pluripotent te houden en te onderzoeken of deze een rol spelen bij het leiden van cellen tot specifieke cellijnen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Co-financiering bij Cellulaire productie van Wnts, afgescheiden groei- en differentiatiefactoren en hun gebruik als coördinators van orgaan-specifieke stamcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wnts codeeren gesecreteerde signalen die de groei en cellulaire differentiatie van verschillende stamcellen tijdens de embryonische ontwikkeling reguleren. Er zijn geen bruikbare systemen beschikbaar om de Wnts in hun biologische actieve vorm te uitdrukkenen en om de stamcellen ongedifferentieerd te houden in vitro. We zullen efficiënte recombinante producties ontwikkelen die uitvoerbaar zullen zijn op elk gegeven Wnt. De biologische activiteit van de geproduceerde Wnts zal in vitro getest worden door middel van een readout systeem en in het vroege Xenopus embryo. De leden van het consortium hebben de belangrijkheid kunnen aantonen van de Wnts als onderhoudfactor van stamcellen in vele verschillende orgaansystemen. De Wnts, hun receptoren en signaaltransductie componenten zullen in deze systemen gescreend worden. De biologische activiteit van het recombinante Wnts zal getest worden in haar capaciteit om de cellen in vitro pluripotent te houden en te onderzoeken of deze een rol spelen bij het leiden van cellen tot specifieke cellijnen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Co-financiering grote apparatuur voor aankoop flow cytometer als co-financiering bij het GBOU-project 'Ontwikkeling van milieu diagnostica op basis van Toxicogenomics en Proteomics.' Universiteit Antwerpen Abstract: Co-financiering grote apparatuur voor aankoop flow cytometer als co-financiering bij het GBOU-project 'Ontwikkeling van milieu diagnostica op basis van Toxicogenomics en Proteomics.' Organisaties:
• ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
Conditie-afhankelijke zang expressie en partnerkeuze in kanaries (Serinus canaria). Universiteit Antwerpen Abstract: De theorie van seksuele selectie voorspelt dat de expressie van kenmerken die door dit type selectie zijn geëvolueerd, een eerlijke indicatie zijn van de kwaliteit van het individu. Vrouwen selecteren op basis van deze kenmerken de beste partner. Kwaliteit is een resultaat van omgevingsconditie, genetische conditie, of een combinatie van beide. Tot nog toe is het effect van genetische conditie en een mogelijke interactie tussen genetische en omgevingsconditie op de expressie van seksueel geselecteerde kenmerken vrijwel onbekend. In deze studie wordt de genetische conditie in een zangvogel (Serinus canaria) door middel van inteelt gemanipuleerd, om het effect van genetische conditie op de expressie van zang, een seksueel geselecteerd kenmerk, en partnerkeuze te onderzoeken. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • Wendt Müller • Raïssa Anna De Boer
Cortical streams for processing of chromatic information in the mouse visual cortex KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • N. N. • Vincent Bonin
Cumulusexpansie en maturatie van varkenseicellen in vitro Universiteit Gent Abstract: De verwijdering van de oöcyt uit de follikel veroorzaakt ontwikkelingsstoornissen door een daling can cAMP niveaus. Onze hypothese is dat het hoog houden van cAMP niveaus gedurende bepaalde stadia van de in vitro rijping is de kans op de normale bevruchting verhoogd en dat de oöcyt-secreties en de proteïnen/proteasen in het follikelvocht, een rol spelen bij het voorkomen van polyspermie. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
De cadherine-superfamilie bij metazoa: evolutie, structuren en functies Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject omvat: 1. analyse van onbekende en geconserveerde cadherine-superfamilieleden in nieuw gesequeneerde metazoa-genomen; 2. verbeterde fylogenetische analyse van cadherines doorheen het dierenrijk; 3. structurele modellering van geselecteerde cadherine-superfamilieleden; 4. functionele ontrafeling door expressie-analyse van geselecteerde interessante cadherine-genen; 5. functionele ontrafeling van zorgvuldig geselecteerde cadherine-superfamilieleden door overexpressie- versus onderdrukkingsexperimenten. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
De driedoornige stekelbaars als model voor postglaciale speciatie, adaptatie en ontwikkelingsstabiliteit Universiteit Gent Abstract: De dynamiek van ruimtelijk gestructureerde populaties wordt bepaald door landschapskarakteristieken en populatie-specifieke dispersie fenomenen. Onderzoek toonde verder aan dat recente evolutieprocessen weerspiegeld kunnen worden in fenotypische karakteristieken. Dit project beoogt na te gaan of de metapopulatie structuur van de driedoornige stekelbaars in Vlaanderen aanwijzingen vertoont voor evolutionair parallellisme, en in welke mate fenotypische differentiatie historische processen weerspiegelt. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
De effecten van royalactine op het verouderingsproces bij Caenorhabditis elegans. KU Leuven Abstract: Royalactine-gemedieerde levensduurverlengingIn de bijenkolonie zwaait de koningin de scepter over enkele duizenden vrouwelijke werksters. Maar hoe komt deze bijenkoningin aan de macht? De sleutel tot een lang en gelukkig leven op de troon zit niet in haar genen, maar wel in de voeding die ze voorgeschoteld krijgt. Royalactine speelt hierin een centrale rol. Dit glycoproteïne is aanwezig in koninginnegelei, een complex mengsel waarmee koninginnen hun hele leven gevoed worden.Hierdoor worden bijenkoninginnen niet alleen veel groter en vruchtbaarder dan de werksters, maar leven ze ook tot tien maal langer.Opmerkelijk genoeg zorgt royalactine ook bij fruitvliegjes (Drosophila melanogaster) en bodemnematoden (Caenorhabditis elegans) voor een verlenging van de levensduur. Het blijft echter onzeker waaraan royalactine nu juist zijn positieve invloed op levensduur te danken heeft.In dit doctoraat zal worden onderzocht worden hoe royalactine in staat is om de levensduur en levenskwaliteit van C Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Giel Detienne
De evolutie van directe ontwikkeling in Aziatische boomkikkers (Ranidae, Rhacophorinae)
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De orde van Anura (kikkers en padden) wordt gekenmerkt door een tweefasige levenscyclus waarbij de vrij-levende larve een metamorfose ondergaat tot een adulte kikker. Niet alle kikkers kennen echter deze ontogenese: verschillende keren is er onafhankelijk in de evolutie van de kikkers direkte ontwikkeling ontstaan, waarbij de kikker zich volledig in het ei ontwikkelt, zonder larvestadium. De transitie naar directe ontwikkeling zou een sleutel kunnen zijn tot inzicht in de evolutieve betekenis van de kikkerlarve, en dus in de ontwikkeling van kikkers in het algemeen. De achterliggende moleculaire basis van het ontstaan van direkte ontwikkeling is echter niet gekend. Bovendien is een groot deel van onze kennis over ontwikkeling van kikkers afgeleid van de modelsoort Xenopus laevis, een vertegenwoordiger van de Archaeobatrachia, terwijl ongeveer 96% van de levende kikkers tot de Neobatrachia behoort en er over deze laatste groep praktisch geen informatie over hun genensamenstelling bestaat. Inzicht in de moleculaire en ontogenetische biologie van kikkers vereist een meer gedetailleerde kennis van de genen die aan het werk zijn. In dit project zal het transcriptoom (het geheel van uitgedrukte mRNAs) van een direkt-ontwikkelende kikkersoort, behorende tot de Neobatrachia, tijdens verschillende embryonale stadia gesequeneerd worden via ESTs (random geamplifieerd single pass cDNA). De transcriptoomoanalyse zal een waardevolle bron leveren voor comparatieve genoomanalyses en een manier om de functie van nog onbekende genen te ontcijferen en bovendien vormt het een uitgelezen kans om evolutieve en functionele relaties op te helderen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • MARIE-HERMANDE DARO • Franky BOSSUYT
De evolutieve herkomst van het gebit bij gewervelden: een ontwikkelings- biologische benadering aan de hand van mutanten Universiteit Gent Abstract: Via studie van relevante mutanten van de zebravis wensen we hypothesen te testen omtrent (1) de embryonale herkomst van het epitheel waaruit de tanden ontstaan (2) welke signalisatiewegen betrokken zijn bij de vorming van tanden en (3) hoe, in meristische systemen zoals het gebit, repetitieve structuren in aantal toenemen in ontwikkeling en evolutie. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
De gevolgen van verhoogde vrije vetzurenconcentraties in het folliculair micromilieu op de folliculogenese en op de metabole, genetische en epigenetische eigenschappen van de eicel en het preimplantatie embryo. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Jo Leroy
De gevolgen van verhoogde vrije vetzuur concentraties in het micromilieu van eicel en zygote op metabole, genetische en epigenetische kwaliteitsparameters van het preïmplantatie-embryo. Universiteit Antwerpen Abstract: Een verstoord maternaal metabolisme kan de vruchtbaarheid van de moeder en de gezondheid van de nakomeling beïnvloeden. Pas nu erkent met het grote belang van de vroege ontwikkelingsfases in de pathogenese van de subfertiliteit. In dit project willen we op metabool en (epi)genetisch niveau onderzoeken wat de gevolgen zijn van langdurig verhoogde vrije vetzuur concentraties in het bloed van de moeder op de folliculogenese, de eicelontwikkelingscompetentie en de embryokwaliteit. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen • Peter Bols • Jo Leroy
De interacties tussen de hersenen en MMP8 en MMP3 in systemische inflammatie. KU Leuven Abstract: Sepsis raakt ongeveer 750.000 patiënten per jaar in de V.S. Sepsispatiënten eindigen meestal in de intensieve zorgeenheid en 30-40% van hen overleeft deze ziekte niet. Sepsis is een vorm van het systemisch ontstekingsreactiesyndroom (SIRS, systemic inflammatory response syndrome), dat vaak optreedt na ernstige infectie, brandwondwonden of trauma. Jammer genoeg is nog steeds geen overtuigende therapie beschikbaar ondanks de zware investeringen tijdens de laatste decennia. Recent gebruikten wij twee muismodellen van SIRS (endotoxemia en nierischemie/reperfusie) en constateerden dat twee leden van de familie van matrix metalloproteinases (MMPs), namelijk MMP3 en MMP8, een centrale rol vervullen in deze vormen vanSIRS. Muizen deficiënt voor één van deze MMPs blijken niet alleen het ziektemodel te overleven, maar zij behouden ook een intacte hersenenbarrière, wat ontsteking in de hersenen, een belangrijke stap in de ziekteprogressie, verhinderd. Onze resultaten zijn zeer innovatief en zoude Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons
De invloed van celspecifieke micromanipulatie op neurale activiteit bijhersenplasticiteit - Een optogenetische studie in de visuele cortex vande muis. KU Leuven Abstract: Probleemstelling In de jaren #60 lanceerden Hubel en Wiesel het concept van de kritische periode, een beperkte periode tijdens het jonge levenwaarin het neuronale netwerk van de primaire visuele cortex V1 zich efficiënt aanpast aan bijvoorbeeld het chirurgisch sluiten van een oog, waardoor de meeste V1 neuronen selectief gevoelig worden voor input via hetopen oog. Deze ervaringsafhankelijke hersenplasticiteit staat beter gekend als oogdominantie (OD) plasticiteit. Ondertussen is het duidelijk dat ook in de hersenen van volwassen zoogdieren nog een beperkte capaciteit tot letsel-geïnduceerde neuroplasticiteit bestaat. Naast het unimodalefenomeen van OD plasticiteit treedt bij vroege blindheid ook multimodale plasticiteit op waarbij V1 gereactiveerd kan worden vanuit de somatosensorische of auditieve modaliteit. Zelfs bij mensen met vroege of aangeboren blindheid leidt
aanraking tot activatie van V1, mogelijk via het aanspreken van reeds bestaande connecties. Recent onderzoek toont deze Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Samme Vreysen
De invloed van diëtaire poly-onverzadigde vetzuren op de samenstelling van het follikelvocht en op de eicel- en embryokwaliteit. Een gecombineerd bovien in vivo en in vitro model. Universiteit Antwerpen Abstract: Het meer onverzadigd maken van het vetzuurpatroon van het menselijk dieet wordt algemeen voorgesteld als gunstig voor de gezondheid. Het voorliggende gecombineerd in vivo en in vitro onderzoek wil nagaan wat de rechtstreekse gevolgen zijn van deze vetzuurverschuiving op de samenstelling van het follikelvocht, de eicel- en embryokwaliteit. Voorgaand reproductief onderzoek op melkkoeien stuit immers op heel wat tegenstrijdige onderzoeksresultaten. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Jo Leroy
De invloed van schildklierhormonen op de ontwikkeling en werking van hypothalamische kernen die de energiebalans reguleren KU Leuven Abstract: Obesitas of overgewicht, gedefinieerd als een BMI>30 (Body Mass Index =gewicht (kg)/ lengte (m)²), is één van de meest frequent voorkomende aandoeningen in de Westerse wereld en kent een nog steeds toenemende prevalentie. Deze multifactoriële aandoening wordt gekenmerkt door een deregulatie van energie-opname en -verbruik, met als gevolg een problematischestijging in lichaamsgewicht. Alhoewel een verstoord eetpatroon en een gebrek aan fysieke activiteit dikwijls als oorzaak worden aangeduid, wordt het steeds duidelijker dat de energiebalans al in grote mate tijdens de embryonale ontwikkeling geprogrammeerd wordt. De energiebalans wordt gereguleerd door de hypothalamus en tijdens de ontwikkeling is de opbouw ervan gevoelig aan de in utero endocriene, nutritionele en toxicologische omgeving. Onregelmatigheden in de uteriene omgeving kunnen de structuur en functie van de hypothalamus verstoren en aanleiding geven tot een blijvend verstoorde energiebalans die kan leiden tot chronisch metab Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras • Pieter Vancamp
De invloed van visuele informatie op dynamische posturale controle tijdens stappen. Universiteit Antwerpen Abstract: In een situatie van dynamisch evenwicht (vb. stappen) is afferente informatie noodzakelijk om het bewegingspatroon vloeiend en efficient te laten verlopen. Onderzoek heeft herhaaldelijk aangetoond dat visuele informatie een belangrijke rol speelt bij de controle van het statisch evenwicht, maar over de rol van visus in dynamische situaties is weinig informatie bekend. Het doel van deze studie is om aan de hand van staptijd parameters en spieractivatiepatronen tijdens stappen de interactie tussen visuele informatie en dynamische posturale controle in kaart te brengen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Ann Hallemans
De neurovasculaire link tijdens tandregeneratie Universiteit Gent Abstract: In dit doctoraat willen we de hypothese testen of tandregeneratie afhankelijk is van een correct functionerende neurovasculaire link. Meer specifiek zullen we onderzoeken of bloedvaten en/of neuronen nodig zijn voor een hernieuwde tandinitiatie en voor de verdere correcte ontwikkeling van de tand, en dit in een model dat natuurlijke, levenslange regeneratie van tanden kent, de zebravis. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
De premature big, een diermodel om factoren die een rol spelen bij het ontstaan en de behandeling van necrotiserende enterocolitis bij vroeggeborenen op te sporen. Universiteit Antwerpen Abstract: Necrotizerende enterocolitis (NEC) treft 7-10% van de premature baby's en resulteert in een mortaliteit van 20-40%. NEC kan worden opgewekt in premature biggen die gevoed worden met een melkvervanger. Dit project beoogt de morfometrische en functionele beschrijving van dit diermodel. Door de beschikbaarheid van arginine en NO te manipuleren, willen we meer gedetailleerde aanwijzigen over de oorzaak van NEC. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Christa Van Ginneken
De premature big, een diermodel om factoren die een rol spelen bij het ontstaan en de behandeling van necrotiserende enterocolitis bij vroeggeborenen op te sporen. Universiteit Antwerpen Abstract: Necrotizerende enterocolitis (NEC) treft 7-10% van de premature baby's en resulteert in een mortaliteit van 20-40%. NEC kan worden opgewekt in premature biggen die gevoed worden met een melkvervanger. Dit project beoogt de morfometrische en functionele beschrijving van dit diermodel. Door de beschikbaarheid van arginine en NO te manipuleren, willen we meer gedetailleerde aanwijzigen over de oorzaak van NEC. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Christa Van Ginneken
De rol van de p120 catenine subfamilie in celadhesie en celmigratie Universiteit Gent Abstract: In dit project willen we de rol onderzoeken van de leden van de p120 catenine subfamilie in de cel-cel adhesiecomplexen. P120 catenines vervullen zowel inside-outside als outside-inside singalisatiefuncties, bv. In de regulatie van het cytoskelet. Voor de analyse van p120 catenine eiwitten wordt gebruik gemaakt van in vivo visualisatie experimenten via GFP technologie in embryo's van het modelorganisme Xenopus. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy • Kris Vleminckx
De rol van miRNA's tijdens de pre-implantatie ontwikkeling van runderembyo's Universiteit Gent Abstract: Ondanks de vooruitgang in de productie van in vitro embryo's zijn deze embryo's van beduidend slechtere kwaliteit dan in vitro embryo's. Dit blijkt uit een verstoorde embryonale genexpressie, met problemen tijdens de foetale en postnatale ontwikkeling tot gevolg. Studies naar regulatie van de embryonale genexpressie suggereren dat naast transcriptiefactoren ook epigenetische modificaties en microRNA's belangrijke regulatoren zijn van de genexpressie Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman • Ann Van Soom • Jo Vandesompele
De rol van ontwikkelings homeostasis op het evolutionair potentieel van een complex kenmerk: de schedel van de veeltepelmuis (Mastomys natalensis) als modelsysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: Morfologische ontwikkeling wordt beïnvloed door deterministische (omgeving en genotype) en stochastische (ontwikkelingsstabiliteit en kanalisatie) processen. Deze laatste vormen een potentiële een maat voor stress en kunnen een belangrijke rol spelen in evolutionaire processen. Tijdens dit onderzoek zal nagegaan worden in welke mate ontwikkelingsstabiliteit en kanalisatie in de schedel dalen met voedselstress bij de veeltepelmuis (Mastomys natalensis), en in welke mate deze stochastische processen een genetische basis hebben. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Stefan Van Dongen
De rol van ontwikkelings homeostasis op het evolutionair potentieel van een complex kenmerk: de schedel van de veeltepelmuis (Mastomys natalensis) als modelsysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal onderzocht worden wat de rol is van ontwikkelingsstabiliteit bij het bepalen van morfologische verschillen tussen veeltepelmuizen met verschillende groeitrajecten, die op hun beurt overeenkomen met verschillende voedselomstandigheden. Het onderzoek spitst zich dan ook toe op de schedelmorfologie omdat deze een directe link met voeding vertoont. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Herwig Leirs • Stefan Van Dongen • Matteo Breno
Development of a stable cell line for identification of cytokines in locusts: a necessary step towards the bio-control of locusts. KU Leuven Abstract: Locusts are responsible for the cyclic devastating hopper bands and swarms in many parts of Africa up to the Eurasian region. Present days locust swarms can be predicted but still most accurate control is based on post outbreak insecticide treatment resulting in high risks for resistance development and major pollution concerns. Hitherto the need for sustainable alternative bio-control agents, though more expensive, become realistic. Such biological control agent most probably will be entomopathogen based. However for optimal efficacy of such approach the innate immune system of the locust need to be turned down or at least be compromised. Evidently once we can identify an important player of the locust innate immunity we can target the encoding mRNA for degradation by RNA interference. We believe that such important physiological player can be cytokine based since the cellular immune system of the locust will need cytokines to keep up with high speed multiplication of hemocytes neede Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Roger Huybrechts • Tewodros Firdissa Duressa
DEVREPAIR: Paracriene en transcriptionele controle van celdifferentiatie bij ontwikkeling en herstel van organen Universiteit Gent Abstract: DEVREPAIR verzamelt moleculaire embryologen met focus op regeneratieve biologie, stamcelonderzoekers die nieuwe technieken ontwikkelen voor sturing van cellulaire activiteiten, specialisten voor diermodellen van weefselherstel, en technologieplatforms voor ?omics?, celmanipulaties en biologische beeldvorming. Het hoofddoel van het consortium is de grondige studie van de morfogenese van geselecteerde organen en van hun herstel bij schade in volwassenen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers:
• Frans Van Roy • Dirk Elewaut
Diagnostische en behandelingsmethoden om de overerving van mitochondriale DNA aandoeningen te vermijden Universiteit Gent Abstract: Patiënten met een mitochondriale DNA mutatie hebben een hoog risico om deze aandoening door te geven aan hun nageslacht. Accurate diagnostische middelen zijn niet voorhanden bij de mens. Gebruik makend van een heteroplasmatisch mitochondriaal muismodel willen we nagaan of het eerste, tweede poollichaam en de blastomeren betrouwbaar kunnen gebruikt worden om de heteroplasmie te bepalen. Verder willen we nagaan of nucleaire transfer technieken de overerving van mitochondriaal DNA kunnen elimineren. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Petra De Sutter
Dietary therapy for kidney patients (dogs) Universiteit Gent Abstract: Chronische nierinsufficiëntie is een belangrijke aandoening bij oude honden. Naast medicatie is een dieetwijziging belangrijk om de progressie van deze aandoening af te remmen. In de huidige studie zal het effect van een typisch nierdieet worden nagegaan bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Myriam Hesta
Differentiële transcriptomics in de regulatie van de vertering en de opname van protease-inhibitoren bij de woestijnsprinkhaan Schistocerca gregaria. KU Leuven Abstract: In dit onderzoek willen we ten eerste meer te weten komen over de flexibele regulatie van de vertering bij plaaginsecten, met name bij de woestijnsprinkhaan (S. gregaria) en de Afrikaanse treksprinkhaan (L. migratoria). Hierbij zullen we ons vooral focussen op de onderliggende natuurlijke regulatiemechanismen voor de secretie en expressie van spijsverteringsenzymen in de middendarm na voedselopname. Anderzijds willen we ons meer specifiek richten op de regulatie van de vertering als gevolg van de opname van protease-inhibitoren (PI), een welbekend verschijnsel bij verschillende insectensoorten en een belangrijke onderzoekspiste voor de ontwikkeling van nieuwe transgene insect-resistente gewassen. In ons labo werd recent met succes een microarray studie afgewerkt waaruit meerdere interessante genen werden geïdentificeerd die een rol kunnen spelen in deregulatie van de PI-geïnduceerde respons bij de sprinkhaan. Een eerste luik van dit onderzoek zal de verdere analyse van de exacte functi Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Michiel Holtof
Dissecting the organizational structure of retinal input to the superior collìculus KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • N. N.
Ecologie van boer tot bord van microbiële resistentie tegen geneesmiddelen en transmissie Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Jeroen Dewulf
Een esi-RNA screening voor reciproke transcriptionele regulatie van TGFbeta familie signalisatiecomponenten in ES cel identiteit en neurale conversie. KU Leuven Abstract: Progressief verlies van het ontwikkelingspotentieel en het verwerven van specificatie van stamcellen worden gestuurd op epigenetisch, transcriptioneel en post-transcirptioneel niveau en gemedieerd door polypeptide groeifactoren. In dit project bestuderen we de effecten van esiRNAgebaseerde verstoring van TGFbeta familie gecontroleerde signalisatie in embryonische stamcellen met nadruk op hun stamcel identiteit, maar ook differentiatie. Wij zullen quantificeren hoe zorgvuldig geselecteerde TGF-betafamilie componenten via deze perturbatie de intra-TGFbeta familie transcriptionele relaties beïnvloeden. Deze fenotypische handtekeningen zullen via bio-informatische verwerking gebruikt worden om patronen te herkennen van synexpressie tussen deze componenten en de door hen gereguleerdekandidaat doelwitgenen die betrokken zijn in celsysteemcontrole. Bij succes is deze benaderinge ook veelbelovend voor andere screenings in andere types stamcellen en voor andere groeifactor signalisatie cascade Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Danny Huylebroeck
Een functionele studie van de mechanismen die aan de basis liggen van sex differentiatie in de zebravis Universiteit Antwerpen Abstract: Bij vele vissen, amfibieën en reptielen wordt het geslacht bepaald door niet-genetische factoren. Recent onderzoek heeft op basis van expressiepatronen aangetoond dat specifieke genen betrokken zijn bij het bepalen van het geslacht en de ontwikkeling van de gonaden. Door dit proces hormonaal te verstoren, zullen we de rol van specifieke genen in de de ontwikkeling van de gonaden van de zebravis onderzoeken. Organisaties:
• Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Lucia Vergauwen
Een functionele studie van endocriene disruptors in Caenorhabditis elegans KU Leuven Abstract: Endocriene disruptors zijn exogene stoffen die kunnen interfereren met het hormonaal systeem. Endocriene disruptors kunnen in de mens geassocieerd met ontwikkelingsstoornissen in de hersenen, prostaatkanker, onbalans van de geslachtshormonen. Vooral ontwikkelende foetussen vormen een belangrijke risicogroep. De laatste twee decennia zijn er steeds meer aanwijzingen die een potentieel gevaar aanduiden van endocriene disruptors voor het milieu en de volksgezondheid. Het is noodzakelijk dat de mogelijke risico#s van deze stoffen duidelijk in kaart moeten worden gebracht. De huidige screeningsmethoden schieten echter te kort om op een snelle en eenduidige manier de gevaren van exogene stoffen bloot te leggen. Het modelorganisme Caenorhabditis elegans kan hierbij de oplossing bieden. C. elegans is een kleine, gemakkelijk te kweken rondworm waarbij vele genetische signaalwegen zijn opgehelderd. Door C. elegans bloot te stellen aan potentiële endocriene disruptors, kan men met behulp van func Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • N. N. • Liesbet Temmerman
Effecten van gepolychloreerde biphenyls (PCBs) op de expressie van schildklierhormoon responsieve genen tijdens de hersenontwikkeling van de kip. Universiteit Antwerpen Abstract: Effecten van gepolychloreerde biphenyls (PCBs) op de expressie van schildklierhormoon responsieve genen tijdens de hersenontwikkeling van de kip. Organisaties: • Toxicologie • Toxicologie
Onderzoekers: • Paul Schepens
Effecten van lichaamsgrootte op de werking van de kopspieren bij de Afrikaanse katvis Clarias gariepinus. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorgaand onderzoek naar de effecten van grootte op de werking van het voedselopname systeem bij de Afrikaanse katvis suggereren een discrepantie tussen de groei van de morfologie en de geobserveerde bewegingen. Het is het doel van het huidige project om deze schijnbare paradox te onderzoeken door de effecten van grootte op de werking vande spieren zelf te onderzoeken. Dit zal gebeuren in samenwerking met Dr. R. James (Coventry University), een expert op het gebied van spierfysiologie. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel
Effecten van omgevingsstress op het evolutionaire potentieel van ontwikkelingsstabiliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsstabiliteit wordt verondersteld een schatter te zijn van individuele genetische kwaliteit. Individuele onwikkelingstabiliteit kan op een ogenschijnlijk eenvoudige manier gemeten worden aan de hand van kleine afwijkingen van perfecte symmetrie (zgn. fluctuerende asymmetrie). In dit project wordt nagegaan wat de invloed is van omgevingsstress op de relatie tussen enerzijds de individuele genetische kwaliteit en anderzijds ontwikkelingsstabiliteit en fluctuerende asymmetrie. Organisaties: • Dierenecologie • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
Embryo-maternale interactie bij het paard Universiteit Gent Abstract: In vergelijking met in vivo ontwikkelde embryo?s verloopt de differentiatie paardenembryo?s in vitro abnormaal. We stellen dat het gemis aan communicatie van het embryo met de maternale genitaaltractus de basis vormt voor de mindere vitaliteit van in vitro geproduceerde paardenembryo?s. Door embryo?s te cultiveren met oviductcellen willen wij deze dialoog nabootsen in een gevalideerd model dat mogelijkheden biedt voor verder onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Luc Peelman • Dieter Deforce • Ann Van Soom
Embryonale celgenealogie van polyclade platwormen met de nadruk op het ontstaan van adulte stamcellen (neoblasten) tijdens de spiraalklieving Universiteit Gent Abstract: Regeneratie, groei en de voortdurende vernieuwing van ouder weefsels zijn bij vrijlevende platwormen het resultaat van de activiteit van een stock van ongedifferentieerde cellen: de stamcellen of neoblasten. De embryonale oorsprong van deze stamcellen blijft onduidelijk. Doel van dit project is door gebruik te maken van een polyclade platwormembryo op te stellen zodanig dat de cellijn die leidt tot de neoblasten kan geïsoleerd worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Embryonale ontwikkeling van primitieve nematoden Universiteit Gent Abstract: De kennis over de embryonale ontwikkeling van nematoden is vooral geconcentreerd op het modelorganisme Caenorhabditis elegans en aanverwnaten. In dit project zal de embryonale ontwikkeling van soorten uit de basale clades I en II zullen beschreven worden met 4D microscopie en microinjectie van lineage tracers. Verder zal hun regulatieve capaciteiten bestudeerd worden door laserablatie van cellen en micromanipulatie. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Enivronmental dependent effects on the symbiotic gut bacterial community of Daphnia: investigation of biotic stress on community composition and probiotic activity. KU Leuven Abstract: The lumen of the animal intestine forms a habitat for a large and dynamic gut bacterial community (GBC), which influences the host in a number of ways (e.g. protection against pathogen infection, digestion of food, production of essential food components). Environmental stressors such as toxins and pathogens can alter the composition of this bacterial community, which in turn can affect its functionality. In this doctorate I want to test the effect of two environmental stressors, the toxic algae Microcystis and infection by a bacterial pathogen, and genotype-genotype interactions on the composition of the GBC in Daphnia. Further, I want investigate if a shift in community composition, under influence of these stressors, affects the probiotic activity of the GBC. Organisaties: • Biologie Kulak
Onderzoekers: • Ellen Decaestecker • Martijn Callens
Evaluatie van de toepasbaarheid van ontwikkelingsinstabiliteit als risico merker in farmatoxicologische studies Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsinstabiliteit (OI), de gevoeligheid van een ontwikkelend systeem tegen random verstoring, wordt verondersteld een maat te zijn voor de kwaliteit en 'gezondheid' van individuen en/of populaties. In deze pilootstudie wordt nagegaan of OI toegepast kan worden als betrouwbare en gevoelige merker voor mogelijke teratogene effecten bij proefdieren in farmatoxicologisch onderzoek. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Evolutieve adaptaties aan een gespecialiseerde voedingsniche : algenschrapen bij tropische meervallen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van de evolutie van een uiterst gespecialiseerd voedsel-opnameapparaat, nl. dat voor het schrapen van algen via een zuigmond. Deze uiterst gespecialiseerde voedingsniche is enkel ingenomen geworden door kikkerlarven en tropische meervallen. Dit project zal vanuit een multidisciplinaire benadering de ontogenie, functionaliteit en evolutie van dit apparaat bestuderen bij drie families van tropische meervallen. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts
Evolutieve adaptaties aan een gespecialiseerde voedingsniche: algenschrapen bij tropische meervallen Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de studie van de evolutie van een uiterst gespecialiseerde voedsel-opnameapparaat, nl. dat voor het schrapen van algen via een zuigmond. Deze uiterst gespecialiseerde voedingsniche is enkel ingenomen geworden door kikkerlarven en tropische meervallen. Dit project zal vanuit een multidisciplinaire benadering de ontogenie, functionaliteit en evolutie van dit apparaat bestuderen bij drie families van tropische meervallen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Evolutionaire conservatie en divergentie van cis-regulerende interactiestijdens de ontwikkeling van het Drosophila oog KU Leuven Abstract: Na het sequentiëren van het humane genoom, is een van de huidige wetenschappelijke uitdagingen de annotatie en karakterisering van alle functionele elementen die verantwoordelijk zijn voor het sturen van verscheidene biologische processen. Er wordt verwacht dat inspanningen om regulerende elementen en hun interacties te identificeren uiteindelijk zullen leiden tot het uitgebreid in kaart brengen van regulerende regios die aan de basis liggen van ontwikkeling, ziekte en evolutie. In dit proefschrift exploiteren we de vooruitgang die geboekt is op het gebied van hogedoorvoer methoden binnen de genetica, epigenetica en genexpressie. In combinatie met een computationele aanpak trachten we nieuwe strategieën te ontwikkelen om functionele elementen en hun evolutie te bepalenen dit met als model systeem de ontwikkeling van het oog in de fruitvlieg. In het eerste deel van dit proefschrift focussen we op de ontdekking van geconserveerde ontwikkelingsprogrammas. We stellen voor om weefsel-spe Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts • Marina Naval Sanchez
Experimentele studie naar de mogelijke oorzaken van heterogeniteit in verbanden tussen ontwikkelingstabiliteit en inteelt in twee verwante vlindersoorten Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt onderzoek naar de bruikbaarheid van kleine ontwikkelingsverschillen tussen de linker- en rechterijde van bilateraal symmetrische kenmerken (zogenaamde fluctuerende asymmetrie, FA) als bio-indicator voor negatieve gevolgen van inteelt t.g.v. habitat
versnippering in gematigde en tropische gebieden. Als ecologisch model wordt gekozen voor twee verwante dagvlindersoorten, Pararge aegeria (algemene Europese dagvlinder) en Cymothoe teita (bedreigde Keniaanse endeem). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Experimentele studie naar mogelijke oorzaken van heterogeniteit in verbanden tussen ontwikkelingsinstabiliteit en inteelt in twee verwante vlindersoorten Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt onderzoek naar de bruikbaarheid van kleine ontwikkelingsverschillen tussen de linker- en rechterzijde van bilateraal symmetrische kenmerken (zogenaamde fluctuerende asymmetrie, FA) als bio-indicator voor negatieve gevolgen van inteelt tgv habitat versnippering in gematigde en tropische gebieden. Als ecologisch model wordt gekozen voor twee verwante dagvlindersoorten, Pararge aegeria (algemene Europese dagvlinder) en Cymothoe teita (bedreigde Keniaanse endeem). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Fluctuerende asymmetrie bij vleeskippen als indicator van welzijn (verlenging) Universiteit Gent Abstract: De sector van de dierlijke productie staat onder druk om het welzijn van landbouwdieren te bevorderen. Een belangrijk struikerlblok hierbij is de moeilijkheid om dierenwelzijn objectief te meten in praktijkomstandigheden. Dit project onderzoekt in hoeverre compensatorische groei optreedt tijdens de ontogenetische ontwikkeling van braadkippen, en hoe deze moet geïntrepreteerd worden bij de studie van fluctuerende asymmetrie als welzijnsindicator. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Functional genomics 2.0 Development of a post-genomic strategy for the elucidation of the function of novel genes KU Leuven Abstract: In 2003, the human genome project was officially finished. One decade later, the majority of the identified genes remains nameless. In functional genomics 1.0, many differential gene expression patterns have been linked with certain diseases. We propose functional genomics 2.0, a project in which with want to assign a function to genes that have been identified in certain disease processes. In this particular project, we choosecancer as a model, but our approach is generic. Cancer is the third leading cause of death in the world. Despite all the research that already has been conducted, the number of cancer related deaths is still increasing and we do not fully understand all the underlying mechanisms of the disease. Although a lot of genes have been correlated with the disease process in the post-genome era, we still do not understand their mode of action. One of the steps that has to be taken to reduce the cancer related deaths is the elucidation of the function of cancer-related gen Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Yannick Looz
Functionaliteit van UV-B licht gradiënten in Arabidopsis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Functional Unravelling of The Cholecystokinin Signaling System in Free-living and Parasitic Nematodes KU Leuven Abstract: Recently Janssen et al. (2008) identified a neuropeptide signaling system in C. elegans that constitutes not only the structural, but also the functional homologue of the CCK/gastrin signaling system of mammals and the sulfakinin signaling systems of arthropods. Both receptors (ckr-2) and their ligands (nlp-12) are very well conserved in nematodes and are likely to have an important role in management of energy supplies, reproduction, digestive enzyme secretion and fat storage. In this project we plan to do a comparative study of the cholecystokinin/gastrin signaling system in the free-living nematode C. elegans and the parasitic nematode Parastrongyloides trichosuri. Moreover we would like to unravel the functional involvement of this system in the formation of dauer larvae, management of energy homeostasis and parasitism. In this way we will try to validate potential molecular targets for the development for novel anthelmintics. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Tom Janssen • Lise Peeters
Functioneel morfologische studie van de interactie tussen neuronale en niet-neuronale elementen in verband met slokdarmmotiliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste doelstellingen van dit project zijn de studie van 1. de correlatie tussen morfologische en fysiologische karakteristieken van intrinsieke slokdarmneuronen en 2. de rol van de aanwezigheid van interstitiële cellen van Cajal in dit deel van de tractus digestivus. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers:
• Jean-Pierre Timmermans • Dirk Adriaensen
Functionele analyse van Chondrolectine door het genereren van knock-out-muizen en in vitro-experimenten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het muizen-Chondrolectine (Chodl) is een nieuw type Ia transmembranair C-type lectine dat sterk tot expressie komt in verschillende embryonale stadia en skeletspierweefsel. De biologische rol van Chodl is echter niet gekend en zal in vitro en in vivo onderzocht worden. De in vivo-functie zal bestudeerd worden door de aanmaak van knock-out-muizen. Via in vitro-studies zal getracht worden mogelijke bindingspartners te identificeren: intra- en extracellulaire liganden zullen resp. gezocht worden met behulp van het Sos Recruitment Systeem (SRS) en Yeast Surface Display (YSD). Organisaties: • Moleculaire biotechnologie • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Functionele analyse van het extracellulaire matrix 1 gen : ontwikkeling van een transgene muismodel (Ecm 1 knock out) in de studie van angiogenese. Universiteit Antwerpen Abstract: De biologische functie van het Ecm 1 eiwit is tot op heden onbekend. De cDNA sequentie en de hiervan afgeleide aminozuursequentie vertonen geen homologie met beschikbare sequenties. Daarom en vanwege het feit dat onze studies op Ecm 1 relevant zijn voor belangrijke embryonale fysiologische en pathologische processen, hebben wij in dit project ge-opteerd voor enerzijds de inactivatie van het Ecm 1 gen in de muis en anderzijds voor een studie van het effect-van recombinant Ecm 1 op angio-genese in een in vitro systeem. Organisaties: • Moleculaire biotechnologie • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Functionele analyse van miR-145 en miR-218 in boviene blastocysten en human embryonale stam cellen Universiteit Gent Abstract: microRNAs zijn belangrijke regulatoren van genexpressienetwerken. Van vele is de exacte functie nog niet geweten. Uit vorig werk van onze onderzoeksgroep is gebleken dat miR-145 en miR-218 tot expressie komen in boviene blastocysten en dat het mogelijk regulatoren van pluripotentie ? celdifferentiatie zijn. De bedoeling van dit doctoraatsproject is het testen van een aantal hypothesen in dit kader. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman • Ann Van Soom
Functionele biopeptiden en algen in de varkensvoeding Universiteit Gent Abstract: Een concept wordt ontwikkeld waarbij in situ d.i. in het spijsverteringskanaal van varkens, functionele biopeptiden worden aangemaakt uit allerlei voedereiwitten door dier-eigen en exogene proteasen, met speciale aandacht voor hun potentiële immuno-modulerende en antibacteriële activiteit met inbegrip van hun repercussies op de darmweefselgezondheid en prestaties van vooral gepeende biggen. In een tweede luik worden zee-algen ingezet omwille van hun eveneens veronderstelde prebiotische werking. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Functionele biopeptiden in de biggenvoeding Universiteit Gent Abstract: Een concept wordt ontwikkeld waarbij in situ d.i. in het spijsverteringskanaal (SVK) van biggen, functionele biopeptiden worden aangemaakt uit allerlei voedereiwitten, door dier-eigen proteasen, doch vooral door gerichte toepassing van exogene proteasen, met speciale aandacht voor hun potentiële immuno-modulerende en antibacteriële activiteit met inbegrip van hun repercussies op de gezondheid en de uiteindelijke prestaties van gepeende biggen. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Functionele consequentie en ecologie implicaties van extreme morfologische specialisatie: bouw en werking van het voedselopname-apparaat bij zeepaardachtigen (Syngnathidae) Universiteit Gent Abstract: Zeepaardjes zijn alom geliefde vissen door hun speciaal uiterlijk. Toch is nagenoeg niets gekend van hun lichaamsbouw of hun aanverwanten, de zeenaalden. Dit laat ook niet toe te begrijpen in welke mate deze dieren aangepast zijn aan hun extreem snelle manier van zuigvoeden. Dit project beoogt dit te bestuderen, en hierbij na te gaan in welke mate extreme specialisaties nadelig kunnen zijn om zich aan te passen aan wisselende omgevingsomstandigheden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Functionele consequenties en ecologische implicaties van extreme morfologische specialisatie: bouw en werking van het voedselopname-apparaat bij zeepaardachtigen (Syngnathidae). Universiteit Antwerpen Abstract: De globale doelstelling van dit onderzoeksproject is het achterhalen in welke mate de extreme morfologische specialisatie van het voedselopname-apparaat bij zeepaardjes en hun aanverwanten (Syngnathidae) een beperking heeft gelegd op de functionele capaciteit van dit apparaat, en in hoever dit een verklaring kan bieden voor de beperkte weerstand die ze lijken te kunnen bieden bij veranderende ecologische
parameters (vooral dan deze met verschuivingen in voedselaanbod als gevolg ervan). Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Anthony R Herrel • Peter Aerts
Functionele genomics-studie in zebravis over de rol van schildklierhormonen en dejodasen in de vroege embryonale ontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van het voorgestelde onderzoek is te ontdekken welke rol THs spelen in de embryonale ontwikkeling van zebravissen, en van vertebraten in het algemeen, in de stadia vooraleer de embryonale schildklier zelf actief wordt. Meer in het bijzonder willen we aantonen hoe veranderingen in intracellulaire T3-beschikbaarheid als gevolg van het uitschakelen van beide activerende Ds belangrijke processen als gastrulatie, neurulatie en organogenese beïnvloeden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Dries Knapen
Geïntegreerde compromis tussen prestaties in de kop bij prachtbaarzen: voedselopname versus muilbroeden Universiteit Gent Abstract: Evolutie stuurt fenotypes van organismen, waardoor compromissen ontstaat op structureel en functioneel niceau. Die compromissen zijn vooral belangrijk in die systemen die verschillende functies uitoefenen, met mogelijk conflicterende vereisten. In dit project worden dergelijke compromissen bestudeerd bij twee soorten haplochromie cichliden uit het Victoriameer die hun muil gebruiken om zich te voeden, maar ook om eitjes uit te broeden en met elkaar te vecjten. De hiermee gerelateerde strucurele en functionele compromissen staan dan ook centraal in dit onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Geïntegreerde compromis tussen prestaties in de kop bij prachtbaarzen: voedselopname versus muilbroeden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck • Peter Aerts • Sam Van Wassenbergh
Geïntegreerde studie van fluctuerende asymmetrie als maat voor ontwikkelingsstress en "lifetime reproductive success" bij zangvogels. Universiteit Antwerpen Abstract: Fluctuerende asymmetrie is een potentieel interessante maar controversiele maat voor fitness. Het gebruik bij zangvogels zal binnen dit project in detail bestudeerd worden bij zebravinken en koolmezen. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Xavier Baecke
Gemotoriseerde rechtopstaande fixed stage microscoop met dedicated multiphoton systeemconfiguratie en gemotoriseerde omgekeerde microscoop met confocale systeemconfiguratie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Johan Billen • Luc De Meester • Liliane Schoofs • Veerle Darras • Godelieve Moons
Genen en omgeving: over de wisselwerking tussen natuur en opvoeding. Universiteit Antwerpen Abstract: Maternale effecten —zoals de effecten van maternale hormonen op de ontwikkeling van de nakomelingen— werden recent in grote mate van detail bestudeerd. Aangezien een belangrijke functie van maternale effecten er in bestaat om nakomelingen aan te passen aan de omgeving waarin zij opgroeien, is het essentieel om omgevingseffecten in experimenten te betrekken. Maternale effecten zijn echter niet alleen belangrijk voor de jongen zelf; hun adaptieve waarde wordt alleen duidelijk indien ook de consequenties voor de fitness van de ouders onderzocht worden. Om de evolutionaire ecologie van, en de mogelijke selectie op, hormoonafhankelijke maternale effecten beter te begrijpen, is het tenslotte noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in de mate van erfelijkheid van maternale hormoondepositie, de fenotypische plasticiteit in hormoondepositie en de erfelijkheid van deze plasticiteit. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Wendt Müller
Genetische regulatoren van dooiereiwitproductie in de rondworm Caenorhabditis elegans KU Leuven Abstract: Bij vertebraten wordt de voortplanting gereguleerd door het gonadotropine vrijstellend hormoon (GnRH). Dit hormoon wordt geproduceerd door de hypothalamus en veroorzaakt zowel de synthese als de vrijstelling van gonadotropines (het follikelstimulerend hormoon en het luteïniserend hormoon) door de hypofyse. Binding van deze hormonen aan hun specifieke receptoren in de gonaden leidt tot de productie van sekshormonenen en de stimulatie van de gametogenese. In ons laboratorium werd het GnRH/adipokinetisch hormoon-achtig ligand geïdentificeerd in C. elegans en zijn betrokkenheid bij de regulatie van reproductie aangetoond. C.elegans is transparant en daardoor zeer geschikt voor de identificatie van andere orthologen van deze hypothalamus-hypofyse-gonaden as. In dit project werd gezocht naar mogelijke stroomopwaartse genen die verantwoordelijk zijn voor de positieve of negatieve regulatie van de dooiereiwitproductie. Een mutagenesescreen werd uitgevoerd, gebruik makend van het groen fluoresc Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbeth Van Rompay
Gen transcriptie profielering tijdens verschillende ontwikkelingsstadia van in vitro geproduceerde runderembryo's Universiteit Gent Abstract: De opzet is een aantal rundergenen te kloneren, karteren en vervolgens hun transcriptieniveaus te bepalen tijdens verschillende embryonale ontwikkelingsstadia. Genen met een signifant transcriptieverschil tijdens de overgang van een ontwikkelingsstadium kunnen uitgetest worden op hun capaciteit om te dienen als merker voor kwaliteit van in vitro embryo's. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman • Ann Van Soom
Gesloten weefselprocessor en geautomatiseerde rotatiemicrotoom Universiteit Gent Abstract: Lichtmicroscopische analyses vormen een onmisbaar element bij het onderzoek uitgevoerd aan de vakgroep Morfologie. Voor al deze toepassingen zijn een weefselprocessor, paraffine inbedstation en microtoom onmisbare basistoestellen. Het groot aantal coupes (ongeveer 37000 sinds januari 2005) maakt dat de noodzakelijke basisuitrusting dagelijks zeer intensief gebruikt wordt. Daarom wordt aan het BOF financiering gevraagd voor vervanging van de weefselprocessor en microtoom. Organisaties: • Vakgroep Morfologie
Onderzoekers: • Wim Van Den Broeck
Glaucoom en de hersenen: een nieuwe optogenetische benadering ter bescherming van retinale ganglioncellen. KU Leuven Abstract: Glaucoom, een oogziekte die wereldwijd meer van 60 miljoen mensen treft, wordt gekenmerkt door het progressief afsterven van retinale ganglioncellen (RCG's) en atrofie van de optische zenuw, wat resulteert in onomkeerbare blindheid. De behandeling om de progressie van de ziekte tegen tegaan, bestaat momenteel uit het verlagen van de intraoculaire druk (IOP, intraocular pressure). Ondanks het controleren van de IOP, verliezen bepaalde patiënten toch het zicht. Het is dus belangrijk de exacte pathofysiologische processen die gepaard gaan met glaucoom te ontrafelen om zonieuwe therapieën te kunnen uitwerken.Hoewel glaucoom lang beschouwd werd als een ziekte van de retina, wordt het belang van de visuele regio's in de hersenen nu meer en meer erkend. Daarom willen we de impact van chronische hypertensie op RGC-overleving/functie en op de structureleveranderingen binnen de retinale doelwitregio's ontrafelen, door gebruik te maken van een nieuw microbead-geïnduceerd glaucoommodel in de muis. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Eline Dekeyster
Groeifactoren en hun werking via de fosfatidylinositol 3- kinase pathway in het vroege runderembryo. Universiteit Gent Abstract: In vitro productie van runderembryo?s gaat gepaard met lagere drachtpercentages na transfer. In verschillende biologische systemen is aangetoond dat groeifactoren een cruciale rol in spelen de activatie van een universele overlevingspathway. Groeifactoren worden niet routinematig toegevoegd aan het medium voor embryo cultuur. In dit project wordt onderzocht wat het belang is van groeifactoren en hun pathway in het vroege runderembryo. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Het effect van grootte op de bewegingen van het kaaksysteem van katvissen tijdens de voedselopname: een hogesnelheids cineradiografische studie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dat grootte een belangrijk effect op de werking van organismen is reeds lang gekend. Er zijn echter maar zeer weinig studies die het effect van grootte op de bewegingen van de kaken bij vissen tijdens de voedselopname hebben onderzocht. Dit is echter essentieel om vergelijkende studies correct te kunnen interpreteren. Daar de voedselopname bij vissen een complex en zeer rap fenomeen is zal dit onderzocht worden door middel van hoge-snelheids-cineradiografie. Organisaties: • Functionele morfologie • Functionele morfologie
Onderzoekers:
• Anthony R Herrel
Het effect van PPARGC1 mutanten op het vetmetabolisme van het varken Universiteit Gent Abstract: Peroxisome proliferative activated receptor gamma coactivator 1 (PPARGC1) is een belangrijke transcriptie co-activator in de adaptieve thermogenese, wat een belangrijke rol speelt in de controle van het lichaamsgewicht en een fysiologische defentie vormt tegen obesitas. Via mutatie-analyse en het opstellen van transcriptieprofielen zal nagegaan worden of bepaalde PPARGC1 mutanten de expressie van andere genen betrokken bij het vetmetabolisme beïnvloeden en verbonden zijn met variaties in vlees-kwaliteitsparameters. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Alex Van Zeveren • Luc Peelman
Het in beeld brengen van de vruchtbaarheid en de foetale groei bij melkkoeien via echografisch onderzoek, hormoon analyses en metabole onderzoeken. Universiteit Gent Abstract: In het onderzoek dat in dit project zal worden uitgevoerd, zal nagegaan worden in welke mate ovariële stoornissen voorkomen bij melkkoeien in Bangladesh. Naast de prevalentie van deze problemen zal ook onderzocht worden in welke mate deze stoornissen geassocieerd zijn met het metabolisme en de voeding van de koeien. Aan de UGent zal voornamelijk aandacht besteed worden aan 'metabolic programming' welke optreedt bij de drachtige koeien tijdens de lactatie. Dit laatste zal onderzocht worden door de groei van de foetus van kortbij echografisch op te volgen. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Geert Opsomer
Het ontrafelen van de onderliggende cellulaire en moleculaire mechanismen van schadelijke ROCK signalering in neuronale overleving en axonale uitgroei: inzichten vanuit de retina van vertebraten KU Leuven Abstract: Aangezien het volwassen centrale zenuwstelsel (CZS) van zoogdieren nietde capaciteit heeft om afstervende zenuwcellen te herstellen of beschadigde axonen te regenereren, kunnen neurodegeneratieve aandoeningen, waaronder glaucoom, de levenskwaliteit en het menselijk welzijn ernstig beïnvloeden. Het ontrafelen van de pathofysiologische mechanismen betrokken bij neurodegeneratie is essentieel om nieuwe therapeutische strategieën te ondersteunen en te ontwikkelen om neuronaal herstel te bevorderen. Rho-kinase (ROCK) reguleert verscheidene cellulaire functies en de selectieve inhibitie van ROCK werd recentelijk aangetoond als een efficiënte methode om neuroprotectie en axonale regeneratie te garanderen in neurodegeneratieve in vitro en in vivo diermodellen. Aangezien er zeer weinig geweten is over hoe ROCK signalering neuronale apoptose, axonale de/regeneratie en gliale reactiviteit in het CZS reguleert, is het algemene doel van dit project, de cellulaire en moleculaire mechanismen te verdu Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Evy Lefevere
Het zebravisembryo als een modelsysteem in epigenomics: een studie naar het belang van DNA-methylatiedynamica in teratogene effecten Universiteit Antwerpen Abstract: Teratogene stoffen staan geklasseerd op de prioriteitslijst van de Europese REACH-wetgeving. Voor het screenen van de teratogeniciteit van stoffen is echter meer informatie noodzakelijk over de moleculaire werkingsmechanimen die aan de basis liggen van ontwikkelingseffecten, en aan testsystemen die routinematig ingezet kunnen worden voor het bepalen van het teratogeen potentieel van stoffen. Onderzoek van de laatste jaren toont aan dat niet enkel genetische factoren zoals DNA-nucleotidesequenties, maar ook epigenetische factoren zoals DNA-methylatie een grote rol spelen in het bepalen van het teratogeen karakter van stoffen. Deze DNA-methylaties spelen een zeer belangrijke rol in de ontwikkeling van vertebraten. In de vroege embryonale ontwikkeling vindt er een epigenetische herprogrammering plaats waarbij het embryonale genoom eerst wordt gedemethyleerd en vervolgens de novo wordt gehermethyleerd. De mate waarin verstoring van deze natuurlijke methylatieprocessen leidt tot teratogene effecten is het onderwerp van deze studie. Het zebravisembryo, een modelorganisme dat veelvuldig wordt gebruikt als alternatief om ontwikkelingsstoornissen in zoogdieren te bestuderen, zal gebruikt worden om de rol van epigenetische effecten op teratogeniciteit na te gaan. Dit project heeft twee doelstellingen. Ten eerste willen we nagaan op welke manier DNA-methylatieveranderingen aanleiding kunnen geven tot transcriptionele veranderingen die rechstreeks betrokken zijn bij teratogeniciteit. Daarnaast zullen we op basis van de integratie van deze moleculaire data met reële ontwikkelingsparameters sleutelgenen en -pathways identificeren. Zebravisembryo's zullen blootgesteld worden aan verschillende concentraties van stoffen met een gekend teratogeen karakter. Deze blootstellingen zullen zowel plaatsvinden tijdens als na het de novo hermethylatieproces. De zebravisembryo's worden individueel opgevolgd tot op het moment van ontluiking. Er zullen verschillende ontwikkelingsparameters worden opgevolgd (bijvoorbeeld hartritme en morfologische afwijkingen van lichaamsvorm, somieten en staart). Verder zal RNA en DNA geëxtraheerd worden om genexpressiepatronen en de DNA-methylatiestatus te bepalen aan de hand van microarray-analyses. Tot slot willen we deze moleculaire data statistisch linken aan de geobserveerde ontwikkelingseffecten om merkergenen te selecteren. Deze merkergenen zullen bevestigd worden door zowel bisulfietsequencing (genspecifieke DNA-methylatiestatus) en real-time PCR (genspecifieke mRNA-niveaus). Slechts enkele eerdere studies onderzochten de algemene methylatiepatronen in de zebravis. Met deze studie zullen we de eersten zijn om dit proces in detail te bekijken overheen het hele zebravisgenoom tijdens de embryonale ontwikkeling, en deze bovendien te koppelen aan klassieke genexpressiedata. Door meer ervaring te verwerven in het gebruik van zebravisembryo's als alternatief testsysteem voor epigenomics-onderzoek, zal dit soort onderzoek makkelijker en sneller toepasbaar worden in verschillende onderzoeksdomeinen zoals de ontwikkeling van een screeningstest voor het identificeren van teratogene stoffen en de identificatie van targets voor de preventie en therapie van bepaalde ziekten. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen
Het zebravisembryo voor het achterhalen van de rol van schildklierhormonen in de vertebrate embryonale ontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Schildklierhormonen (SHs) spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling. Tot op heden werden er verschillende studies uitgevoerd om de onderliggende mechanismen van schilklierhormoon afhankelijke ontwikkeling te bestuderen. Deze studies focussen zich echter voornamelijk op
latere levensstadia. Het doel van deze studie is de rol van SHs tijdens de vertebrate embryonale ontwikkeling verder te ontrafelen gebruikmakend van het zebravisembryo. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen • An Hagenaars
Hormonal control of food uptake and reproduction. KU Leuven Abstract: Despite the huge diversity of animal species, some characteristics are shared by all of them. Metazoans are heterotrophs, implicating the basicneed for the intake and digestion of food, as well as for the intestinal absorption of nutrients. Important biological processes, such as growth and reproduction, strongly depend on this nutritional input. Therefore, it is crucial that animals can rely on internal mechanisms for regulation of these processes. Hormonal and neuronal signaling systems play an important role in this complex regulation. This proposal unites powerfulmolecular genetic tools with those of insect physiology to vigorously interrogate the functions of signaling molecules, which have been carefully selected, based on literature and unpublished research data of the lab. The focus lies on the role of signaling molecules, such as lipophillic hormones and neuropeptides, in the control of food uptake and reproduction, and on their molecular mode of action. There are excellent pr Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Katleen Crabbé
Hormones and neuroplasticity: image guided discoveries of molecular mechanisms in neuroplasticity KU Leuven Abstract: Some of the most dramatic examples of plasticity in brain structure andfunction have been identified in the neural structures that control vocal production in songbirds. In these animals plasticity occurs during ontogeny and, for most species, also repeatedly across seasons. In this project we will investigate the role of thyroid hormones and sex steroids in the structural and functional changes in the song control nuclei in developing zebrafinch and adult starling. The research will combine different techniques including in vivo hormonal manipulations, bio-imaging via MRI, histology, gene expression analysis and study of epigenetic regulation mechanisms. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras • Sander Raymaekers
Hyperlipidemie en de gevolgen voor de eicel- en embryokwaliteit. Een gecombineerd bovien in vivo en in vitro model voor humaan infertiliteitsonderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Hypercholesterolemie is een aandoening die ondermeer geassocieerd wordt met een verkeerd eetpatroon. Aan de hand van een bovien gecombineerd in vivo en in vitro model willen we het effect van een nutritioneel geïnduceerde hypercholesterolemie op de eicel- en embryokwaliteit onderzoeken. We toonden immers aan dat metabole adaptaties van melkkoeien postpartum en de consequenties voor de fertiliteit een goed model zijn voor humaan onderzoek. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Jo Leroy
Identificatie en functionele karakterisering van nieuwe cadherinebindende eiwitten via de opzuivering van gemerkte cadherines in transgene embryo's van Xenopus tropicalis Universiteit Gent Abstract: DE centrale bekrachtiging van dit project is de opzuivering van eiwitten die interageren met E- en N-cadherine, en dit in de context van een volledig organisme. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van transgene Xenopus tropicalis lijnen die gemodificeerde versies van E- en N-cadherine expresseren. Deze zijn voorzien van een tag voor opzuivering. Interagerende eiwitten zulle worde ngeidentificeerd via massaspectrometrie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Identificatie van epitheliale stamcellen en rol van Wnt-signalisatie in de continue tandwisseling bij vertebraten (nietzoogdieren) Universiteit Gent Abstract: Deze studie omvat het verzamelen van (1) morfologische aanwijzingen voor de aanwezigheid van epitheliale stamcellen, en (2) moleculaire aanwijzingen voor de betrokkenheid van de Wnt-signalisatieweg, in de herhaalde vorming van nieuwe tandkiemen, en dit bij twee modelorganismen, de zebravis (Danio rerio) en de klauwkikker (Xenopus laevis). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune • Kris Vleminckx
Identificatie van epitheliale stamcellen tijdens het proces van continue tandwisseling: studie van de zebravis Universiteit Gent Abstract: Deze studie omvat het verzamelen van (1) morfologische aanwijzingen voor het bestaan van epitheliale stamcellen in het faryngeaal crypte-epitheel van dulte zebravissen, en (2) moleculaire aanwijzingen voor de betrokkenheid van de Wnt- en Bmp-signalisatieweg in de herhaalde vorming van nieuwe tandkiemen, en voor een mogelijke rol van E-cadherine in de vorming van een nieuwe epitheliale tandknop. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers:
• Ann Huysseune
Identificatie van factoren die B-cel neogenese controleren in regenererende pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In rattenpancreas kan weefselregeneratie en neogenese van insuline-producerende B-cellen geinduceerd worden door duct-ligatie. Doel van dit project is om een in vitro model te ontwikkelen waarin deze neogenese kan gereproduceerd worden. Aldus willen we de factoren opsporen die de neogenese controleren. Dit moet ons in staat stellen om B-cellen aan te maken voor transplantatiedoeleindenn (celtherapie) of om regeneratie in vivo te stimuleren. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Identificatie van primaire doelwitgenen van de canonieke Wnt signaaltransductieweg en onderzoek naar hun klinische relevantie voor kanker Universiteit Gent Abstract: We willen nieuwe doelwitgenen identificeren van de canonieke Wnt signaaltransductieweg die heel vaak is ontspoord in verschillende kankers. Deze genen zullen worden opgespoord in verschillende organen van transgene kikkervissen (Xenopus) waarin we de Wnt pathway genetisch kunnen manipuleren. Hierna zullen we nagaan of ze ook zijn aangerijkt in menselijke kankers waarin de wnt pathway is geactiveerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Erik Remaut • Kris Vleminckx
Identification and functional analysis of extracellular Tau species involved in the spreading of Tau pathology KU Leuven Abstract: Alzheimer#s disease belongs to a group of diseases called Tauopathies. These diseases are characterized by aggregation of Tau protein. The cause of this aggregation however is not the same in all of these disorders.In some, like frontotemporal dementia, the gene that codifies Tau protein is showing mutations, while in others, such as Alzheimer#s disease, no mutation was ever associated with Tau aggregation. In a Tauopathy mouse model (P301S/PS19) expressing a mutant form of human Tau it was seen that the levels of extracellular Tau markedly decreased in function of increased Tau pathology (Yamada, K. 2011). On the other hand, the releaseof Tau was increased when neuronal activity was induced (Yamada, K. 2014; Pooler, Amy M. 2013). These data suggest that extracellular Tau is inrelationship with intracellular Tau aggregation but also with synaptic activity in neurons suggesting that release of Tau is more than a passive release due to neuronal cell death. Indeed, in (Saman, S. et al. 2 Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbet Temmerman • André Filipe Domingos Marreiro
Identification and optimization of an endogenous protecting factor against gram-negative bacterial sepsis KU Leuven Abstract: justify;line-height:normal;mso-layout-grid-align:none;text-autospace:none">Sepsis is eenlevensbedreigende aandoening die geassocieerd wordt met een systemischeinflammatoire reactie op een microbiële infectie. Het kan evolueren tot ernstigesepsis en septische shock, wat gepaard gaat met een significante toename inmortaliteit. In dit project zal gezocht worden naar een endogene beschermendefactor tegen gramnegatieve bacteriële septische shock.Bij deze vorm is hetbekend dat lipopolysacchariden (LPS) een belangrijke rol spelen, welke zichbevinden in de buitenste membraan van gramnegatieve bacteriën. De ontdekkingdat een muis beschermd is tegen een letale dosis van LPS wanneer deze voorafbehandeld wordt met een sub-letale dosis van LPS vormt de basis van ditproject. Dit proces noemt men LPS tolerantie. Wanneer het plasma van dezebeschermde muis geïnjecteerd wordt in een controlemuis is deze muis eveneensbeschermd tegen een letale dosis van LPS. Aangeziende bescherming tegen septische shock Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Mark Waer • Liliane Schoofs • Rob Lavigne • Bart Landuyt • Lentel Pringels
Identification of proteins underlying a reduced regenerative potential in the ageing zebrafish KU Leuven Abstract: Since adult mammals lack a robust capacity to regenerate lost or damaged neurons, age-related deterioration of the central nervous system (CNS)seriously constrains life quality and overall human wellbeing of a growing number of elderly in our population. Over the past years, intensive research efforts focused on the elucidation of mechanisms that can trigger regeneration in mammals, but the effect of ageing on these regeneration capacities remains largely unstudied. Nonetheless, ageing undoubtedlyaffects the already limited neurogenic and regenerative processes in the mammalian CNS. In contrast to mammals, adult zebrafish have a high neurogenic and regenerative capacity and have only recently been identifiedto be subjected to ageing. Therefore, the zebrafish forms an ideal model to study the effects of ageing on the regeneration potential and unveil new targets for the development of therapeutic strategies in the senescent mammalian CNS. In this project, the process of senescence will Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Ilse Bollaerts
Impact van joodthyronine dejodase-deficiëntie op de ontwikkeling van de zebravis
KU Leuven Abstract: Schildklierhormonen (THs) zijn essentieel voor degroei en ontwikkeling bij vertebraten. Hoewel de schildklier voornamelijk hetprohormoon T4 secreteert, verloopt het overgrote deel van deTH-acties via de binding van het actieve hormoon T3 aan zijnnucleaire receptoren. De hoeveelheid T3 in ontwikkelende cellenwordt gereguleerd door joodthyronine dejodasen (D1-D3), de enzymen dieverantwoordelijk zijn voor het activeren en inactiveren van THs. Ondanks hunbelangrijke rol in de regulatie van THs, is er relatief weinig onderzoekgebeurd naar de functie van dejodasen tijdens de ontwikkeling. In deze thesishebben we gebruik gemaakt vanmorpholino knockdown in de zebravis om de impactvan dejodase-deficiëntie op de vroege ontwikkeling te onderzoeken, met de focusop het TH-inactiverende D3. Tengevolge van een volledige genoomduplicatie vroeg in de evolutie vanstraalvinnigen, beschikken zebravissen over twee D3 paralogen, namelijk dio3a en Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras • Camila Esguerra • Marjolein Heijlen
Integratief onderzoek naar de evolutie van ontwikkelingsstrategieën bij Anura. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij verschillende groepen Anura bestaat er een duidelijke co-variatie tussen de morfologische, fysiologische en ethologische kenmerken van adulten en larven. Daardoor vormen de kikkers een ideale groep om de idee te testen dat veranderingen in de ontwikkeling sleutelkenmerken kunnen vormen in de evolutie van soorten. Het lijkt erop dat het herhaaldelijk opduiken van op het eerste gezicht drastische re-organisaties terug te voeren is tot ontogenetische shifts (heterochronie), maar een volledig begrip van de evolutie van nieuwe ontwikkelingsstrategieën in het algemeen, en van directe ontwikkeling (DD) in het bijzonder, vereist een vergelijkende aanpak, waarbij DD soorten vergeleken worden met verwante bifasige soorten, in onafhankelijke evolutionaire lijnen. Het bestaan van zulke onafhankelijke replica binnen de Anura biedt de mogelijkheid om statistisch na te gaan of er werkelijk co-evoluerende `kenmerkenpaketten' bestaan, en wat hun ontogenetische oorsprong kan zijn. Het project combineert de expertise van de drie onderzoekseenheden in een poging om de convergente evolutie van sleutelkenmerken te bestuderen in een integratieve `evo-devo' benadering. Het doel van de studie is de rol te onderzoeken die morfologische en moleculaire heterochrone shifts spelen bij de ecologische en fenotypische divergentie van Anura-lijnen, via een integratie van ontwikkelingsbiologie, fylogenie en ecomorfologie. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Raoul Van Damme
Integratief onderzoek naar de evolutie van ontwikkelingsstrategieën bij Anura. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gezien de vele voorbeelden van co-variatie van morfologische, fysiologische en gedragskenmerken tusen larvale en adulte kenmerken in Anura, vormt deze groep een ideaal model om hypotheses te testen. Zoals hierboven vermeld, lijkt het inderdaad niet onwaarschijnlijk dat het herhaaldelijk verschijnen in verschillende evolutieve lijnen van deze op het eerste gezicht drastische herschikkingen teruggaat op ontogenetische verschuivingen (heterochronie). Inzicht in de evolutie van nieuwe ontwikkelings-strategieën in het algemeen, en van directe ontwikkeling in het bijzonder, vereist echter een comparatieve aanpak, waarbij directe ontwikkelaars vergeleken worden met hun nauwst verwante twee-fasige ontwikkelaars in onafhankelijke evolutieve lijnen. De onafhankelijke replica (Bossuyt & Milinkovitch, 2000) bieden ons de unieke mogelijkheid om het bestaan van co-evolutieve paketten, en hun vermeende oorsprong in de ontogenie, statistisch te testen. Het hier voorgestelde onderzoek combineert expertises van drie onderzoeksgroepen om het convergent ontstaan van evolutieve innovaties in een integratieve evo-devo aanpak te bestuderen. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS • Franky BOSSUYT
International Training Programme 'Beekeeping for Poverty Alleviation' Universiteit Gent Abstract: Intensieve trainingscursus van 4 maand waar alle aspecten aan bod komen hoe bijenteelt kan uitgebouwd worden tot een krachtige factor in plattelandsontwikkeling: bijen (biologie, genetica, ziekten..), bijenproducten (oogsten en diversifiëren), planten (voedselaanbod, bestuiving..), mensen (marketing, participatieve technieken..) Organisaties: • Vakgroep Fysiologie
Onderzoekers: • Franciscus Jacobs
International Training Programme ?Beekeeping for Poverty Alleviation? Universiteit Gent Abstract: Intensieve trainingscursus van 4 maand waar alle aspecten aan bod komen hoe bijenteelt kan uitgebouwd worden tot een krachtige factor in plattelandsontwikkeling: bijen (biologie, genetica, ziekten..), bijenproducten (oogsten en diversifiëren), planten (voedselaanbod, bestuiving..), mensen (marketing, participatieve technieken..) Organisaties: • Vakgroep Fysiologie
Onderzoekers: • Peter Bossier
In vitro maturation van equine ovocyten: nucleaire versus cytoplasmatische maturatie Universiteit Gent Abstract: De nucleaire en cytoplasmatische rijping van eicellen van paard tijdens in vitro maturatie zullen geevalueerd worden ten einde de efficiëncie van een nieuwe maturatie strategie te beoordelen. Hiervoor worden in vitro en in vivo parameters als eindpunt gebruikt. In vitro wordt de maturatie beoordeelt door middel van confocale microscopie na kleuring van meerdere cel organellen en in vivo op basis van embryo ontwikkeling. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers:
• Peter Daels
In vivo en in vitro effecten van de colostrum en melkvervanger op het enterische zenuwstelsel van de premature big. Universiteit Antwerpen Abstract: Moedermelk, in vergelijking met geformuleerde melk, resulteert in een betere groei en rijping van het gastrointestinale stelsel. Ten dele kunnen deze gunstige effecten worden toegeschreven aan de specifieke samenstelling van moedermelk. Met deze studie wensen we na te gaan in hoeverre deze gunstige effecten tot stand komen door de morfologie van het enterische zenuwstelsel te beÔnvloeden in een in vivo en in vitro varkensmodel. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Christa Van Ginneken
Invloed van temperatuur op bioactivatie en embryotoxiciteit in een gemodificeerde Zebravis ontwikkelingstoxiciteit test. Universiteit Antwerpen Abstract: Het zebravis embryo wordt momenteel reeds gebruikt om teratogene stoffen te detecteren, nl. in de zogenaamde Zebrafish Developmental Toxicology Assay (ZEDTA). Onze eigen in vitro data en tevens in vivo data van andere onderzoeksgroepen suggereren echter dat het zebravis embryo zelf slechts weinig bioactief is. Op deze manier kunnen proteratogenen, nl. stoffen die bioactivatie moeten ondergaan om hun teratogene werking uit te oefenen, gemist worden en dus leiden tot vals negatieve resultaten in de ZEDTA. Een exogeen metaboliserend coincubatiesysteem (MAS) is dus vereist om een valide assay te bekomen. Momenteel worden hiervoor reeds lever microsomen van de rat gebruikt. Dit is echter omstreden want rat MAS is zelf embryotoxisch en het metabool profiel kan anders zijn dan bij de mens. Bovendien speelt ook de temperatuur in het co-incubatiesysteem een belangrijke rol. De zebravis ontwikkelt bij een temperatuur van 26,5-28,5°C, terwijl de fysiologische temperatuur van de rat 38-39°C bedraagt. Voor het co-incubatiesysteem wordt vaak 32°C als compromis gekozen, maar uit eigen onderzoek weten we reeds dat deze temperatuur op zich (licht) embryotoxisch is. Het doel van dit onderzoeksproject is dus om een nieuw co-incubatiesysteem (MAS) te ontwikkelen dat werkt bij een niet-embryotoxische temperatuur. In de eerste fase zal een humaan MAS (hMAS; om een humaan relevant metabool profiel te bekomen) bij verschillende temperaturen geëvalueerd worden op bioactivatie en embryotoxiciteit. Aangezien zebravis MAS (zMAS) functioneert bij de fysiologische temperatuur voor zebravis ontwikkeling zal deze ook voor bovenstaande parameters worden geëvalueerd bij 28,5°C. Voor de biotransformatie zullen humaan relevante fluorogene substraten gebruikt worden die ongeveer 95% van het geneesmiddelenspectrum (i.e. CYP1-3) beslaan. De metabolietconcentraties zullen op verschillende tijdstippen worden berekend aan de hand van het bekomen fluorescent signaal. In een tweede fase van het project zal de biotransformatie in de ZEDTA zelf bepaald worden in aan- en afwezigheid (controles) van hMAS en zMAS. Hierbij zullen zebravis embryo's worden blootgesteld aan dezelfde substraten. Voor de co-incubatie met MAS, zal de beste temperatuur uit de eerste fase worden geselecteerd. De metabolieten zullen op verschillende tijdstippen zowel in het embryo zelf als in het supernatans worden bepaald door fluorometrie. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Dries Knapen • Steven Van Cruchten • Casper Pype
Isolatie van embryonale stamcellen bij het rund. Universiteit Gent Abstract: Een innovatieve benadering zal gevolgd worden om embryonale stamcellen (ESC) bij het rund te isoleren. Daartoe gaan we verschillende embryo?s creëren: (1) ?giant? blastocysten om de invloed van het aantal cellen na te gaan, (2) in vivo embryo?s aangezien deze cellen meer pluripotentie eigenschappen vertonen, en (3) embryo?s in diapauze. Daarnaast wordt ook de invloed van extrinsieke factoren zoals de cultuur condities, geëvalueerd. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
IUAP netwerk: 'Paracrine en transcriptioneel control van embryogenese in gewervelde dieren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Developmental biology aims at describing and understanding the complex and highly connected regulatory pathways that determine the pattern and form of the embryo and later establish its organ systems. It integrates many disciplines including molecular biology, genetics, morphology, and the study of signal transduction pathways and regulation of gene expression. The complexity and multidisciplinarity of this field, the simultaneous need for more than one model organism, and the use of ever improving technologies, require a dense context of know-how, which in the US, UK and Germany, is often available within one institute. As an alternative, we propose here a strong collaborative interaction between young teams from different Belgian universities to strengthen their work in the field of developmental biology and to try to remain competitive at an international level. Furthermore, the network will develop strong interactions with the EMBL in Heidelberg (The Developmental Biology Program) not only at the technical level (access to sophisticated equipment) but also at the conceptual level (meetings, visits of scientists, collaborations on specific questions). The aims of this research program are: 1) To explore the mechanisms involved in the development of selected tissues and organs. We will focus on the formation and patterning of the three germ layers during gastrulation, on the development of the central nervous system (CNS) and on the organogenesis of the pancreas and pituitary. 2) To investigate the role of particular transcription factors (homeobox, zinc finger, helix-loop helix factors) and signalling pathways and modulators thereof (TGFb, Wnt, Eph/ephrin and proteoglycans) in the development of these tissues and organs. 3) To explore the genetic and/or molecular interactions, be they synergistic or antagonistic, between the different signalling pathways and their signal transduction components (including transcription factors). 4) To ensure access for each participant to three vertebrate animal model systems, i.e. zebrafish, frog (Xenopus) and mouse, each providing specific experimental advantages. In addition, interaction with the EMBL will give access to the well-studied invertebrate Drosophila system. 5) To exchange and transfer technology and know-how between the different groups, which have complementary expertise in various techniques. The progress in developmental biology in recent years has been remarkable. The identification and functional characterisation of novel genes that are essential for normal development are proceeding at a very fast pace. Comparison between the genomes of C. elegans, Drosophila and man shows conservation of many regulatory genes and signalling pathways components and has led to the identification of a great number of genes. The challenge is now is to decipher the function and the mechanism of action of all these genes during embryogenesis and in the adult. It is clear that developmental biology will have a profound impact in the next decade notably on medicine with the potential of developing effective new therapies, such as tissue regeneration and production from stem cells of specific human cell types for transplantation. We expect that, by
generating new basic information, the present project will contribute significantly to that goal. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Karakterisering van cis-regulatorische codes en netwerken in Drosophiladoor een combinatie van genetische perturbaties, digitale genexpressie en bioinformatica. KU Leuven Abstract: Genregulatie is onontbeerlijk voor de uitvoering van ontwikkelingsprogramma's, de vorming van cellulaire en evolutionaire diversiteit, en het ontstaan van ziekten. Recente ontwikkelingen in de regulatorische genomica hebben geleid tot nieuwe inzichten in bepaalde aspecten van transcriptionele regulatie, maar de eigenlijke kennis van de genomische cis-regulatorische code en transcriptionele netwerken blijft beperkt. het doel vandit onderzoeksproject is om transcriptionele netwerken en nieuwe aspecten van de syntax en semantiek van de cis-regulatorische logica te ontrafelen. Gebruik makend van oogontwikkeling in de fruitvlieg Drosophila melanogaster en van recente technologische vooruitgang zowel in digitale genexpressie als in Drosophila genetica, tracchten we een compendium op testellen van transcriptoom perturbaties doorheen de ontwikkeling van hetoog. Vervolgens zullen we dit compendium in silico dissecteren om directe regulatorische interacties te voorspellen tussen transcriptiefact Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Stein Aerts
Karakterisering van enterische neuronen tijdens de ontwikkeling van de zebravis, Danio rerio. Universiteit Antwerpen Abstract: De morfologische, neurochemische en elektrofysiologische karakteriseringen van enterische neuronen tijdens de ontwikkeling van de gastro-intestinale tractus van de zebravis worden bestudeerd om neurontypen in het enterisch zenuwstelsel te definiëren. Kennis die noodzakelijk is voor de analyse van functionele veranderingen in het enterisch zenuwstelsel van zebravismutanten gebruikt in het onderzoek van gastro-intestinale ziektebeelden. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Luc Van Nassauw
Karakterisering van nieuwe kanker-gerelateerde doelwitgenen van de canonieke Wnt signaaltransductieweg in het spijsverteringsstelsel Universiteit Gent Abstract: We willen nieuwe doelwitgenen identificeren van de canonike Wnt signaaltransductieweg die heel vaak is ontspoord in verschillende kankers. Deze genen zullen worden opgespoord in verschillende organen van transgene kikkervissen (Xenopus) waarin we de Wnt pathway genetisch kunnen manipuleren. Hierna zullen we nagaan of ze ook zijn aangerijkt in menselijke kankers waarin de Wnt pathway is geactiveerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Kop dimorfisme bij Europese paling (Anguilla anguilla): start, functionele morfologie en implicaties voor natuurlijke recrutering Universiteit Gent Abstract: Met dit project beogen we één specifiek aspect van de complexe levenscyclus van de Europese paling te ontrafelen: het dimorfisme met breed- en smalkoppen. We onderzoeken wanneer dit dimorfisme optreedt, wat de implicaties zijn voor voedselopname, en wat de gevolgen zijn voor opstapeling van polluenten (speelt een rol in het succes om zich voort te planten in de Sargasso zee). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Kunnen AO de vruchtbaarheid bij hoogproductief melkvee verbeteren? Een doelgericht onderzoek naar de werkelijke effecten op de eicel- en embryokwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project heeft als strategisch doel om via een bottom-up benadering de doeltreffendheid van antioxidanten te onderzoeken met betrekking tot het reduceren of herstellen van het cytotoxische effect van hoge NEFA concentraties op de granulosacel-, eicel- en embryokwaliteit. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Nina Hermans • Jo Leroy • Jessie De Bie
Leeftijds-specifieke knockdown van schildklierhormoontransporters en dejodasen in de embryonale kippenhersenen. KU Leuven Abstract: Leeftijds-specifieke knockdown van schildklierhormoontransporters en dejodasen in de embryonale kippenhersenen. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras
Leren en hersenplasticiteit: een studie op drie niveaus. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.
Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Geofrey De Visscher
Manipuleren van de differentiatie van embryo's en embryonale stamcellen Universiteit Gent Abstract: De eerste differentiatie van het embryo vindt plaats op het blastocyst stadium met de vorming van het trofectoderm en de binnenste celmassa. Vervolgens groeit de binnenste celmassa uit tot hypoblast en epiblast. Met chemische kleine moleculen kan deze segregatie beïnvloed worden, zodat bvb epiblast gevormd wordt. De vraag blijft of de derivatie van stamcellen hierdoor beïnvloed wordt. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Petra De Sutter • Björn Heindryckx
Mapping functional retinal inputs to the superior colliculus KU Leuven Abstract: A key function of the visual system is to make an organism aware of salient features, allowing an animal to identify prey, or an approaching predator in order to initiate the appropriate behavior. This procedure begins with the processing of the visual scene by the retina, which separates the incoming information into distinct channels that project to several central brain regions. To gain mechanistic insight into how the brainuses this information to direct attention and initiate the appropriate action it is necessary to understand which retinal channels drive a specific behavior, what relevant computations occur, and how.
The circuitry connecting the retina and the superior colliculus of the mouse provides an ideal system to address these questions, because the superior colliculus receives direct input from the retina and connects to the brainstem structures involved in the control of attention and reflexive visual functions, including the orientation of gaze, and defensive moveme Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • N. N. • Vincent Bonin • Karl Farrow
Maternaal metabole stoornissen en subfertiliteit: verhoogde concentraties vrije vetzuren als oorzaak voor een gedaalde embryokwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols • Jo Leroy • Steven Van Cruchten
Maternale herkenning van de dracht bij het paard: zijn microRNAs de geheime boodschappers? Universiteit Gent Abstract: Het concept ?maternale drachtherkenning? verwijst naar de fysiologische gebeurtenissen die leiden tot het behoud van de dracht. Bij het paard is het signaal voor drachtherkenning nog steeds een mysterie, ondanks vele jaren uitgebreid onderzoek. Het doel van ons project is om inzicht te verwerven in de embryo-maternale communicatie bij het paard door een overkoepelende aanpak, gebaseerd op systeembiologie (transcriptomics-miRNomics-proteomics). Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Maternale obesitas en "uterine programming": de gevolgen voor de vruchtbaarheid van de nakomeling. Universiteit Antwerpen Abstract: Een afwijkend maternaal metabolisme typisch bij metabool syndroom en obesitas wordt steeds vaker in verband gebracht met een gedaalde vruchtbaarheid. We hebben omstandig aangetoond dat bepaalde van deze metabole veranderingen de samenstelling van het micromilieu van de eicel veranderen met rechtstreeks nefaste gevolgen voor de eicel- en embryokwaliteit. Obesitas bedreigt niet alleen het algemeen welzijn wereldwijd maar wordt nu ook in verband gebracht met een hogere mortaliteit bij de volwassen nakomelingen. Fundamenteel onderzoek wijst steeds vaker op het grote belang van "uterine programming" tijdens de vroege zwangerschap. Men weet echter niet of dit programmeren veroorzaakt wordt door specifieke factoren in het obesogeen dieet dan wel door de resulterende maternale obese metabole toestand. In deze studie gaan we uit van de hypothese dat obesitas of een obesogeen dieet van de moeder rond conceptie of tijdens de hele zwangerschap het micromilieu van het groeiende embryo en de foetus beïnvloedt. Dit zal leiden tot een wijziging in de "uterine programming" met gecompromitteerde gezondheid en reproductiefysiologie van de nakomeling tot gevolg. Om deze hypothese stap voor stap te onderzoeken zal er gebruik gemaakt worden van LDLR-/- muizen die een obesogeen dieet gevoed krijgen A) meerdere weken voor geplande conceptie waardoor obesitas ontstaat; B) alleen de dagen rond het moment van conceptie of C) tijdens de volledige dracht. Bij de geboorte worden de pups van alle behandelingsgroepen uniform gevoed door "pleeg-voedsters". De nakomelingen krijgen steeds een uniform dieet en worden systematisch onderzocht waarbij per werkpakket ofwel de algemene gezondheid ofwel de ovariële reserve, het proces van folliculo- en oöogenese, de kwaliteit van het pre-implantatie embryo, of de uterine receptiviteit en het vermogen om een zwangerschap te ondersteunen tot de geboorte van een gezonde nakomeling worden bestudeerd. Dit strategisch experimenteel model laat ons toe de meest kwetsbare zwangerschapsperiode voor "uterine programming" te identificeren en de gevolgen voor elke cruciale stap in de reproductiefysiologie te beschrijven. We zijn er van overtuigd dat dit projectvoorstel een significante en cruciale bijdrage zal leveren tot het concept van "Developmental Origin of Health and Fertility" door het grote belang te beklemtonen van epigenetische invloeden van een maternaal metabolisme of dieet op de gezondheid en de
vruchtbaarheid van de nakomeling. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dorien Schrijvers • Jo Leroy • Paraskevi Karamtzioti
Matrix metalloproteïnasen in optische zenuwregeneratie: functies en substraatidentificatie. KU Leuven Abstract: Tot op heden leiden neurodegeneratieve aandoeningen en verwondingen vanhet centraal zenuwstelsel (CZS) bij adulte zoogdieren vaak tot een permanente lichamelijke disfunctie, in belangrijke mate omdat neuronen van het CZS slechts over een gering regeneratief vermogen beschikken. Ook in het optisch modelsysteem blijft functioneel herstel uitgesloten ondanks veelvuldig onderzoek naar regeneratie van beschadigde retinale ganglioncellen. Verder onderzoek naar nieuwe regeneratieve moleculen blijft dan ook essentieel. Matrix metalloproteïnasen (MMPs) worden verondersteld betrokken te zijn bij axonale regeneratie aangezien ze processen, belangrijk bij regeneratie, zoals inflammatie, gliale reactiviteit en axonale uitgroei moduleren. Bovendien werd recent beschreven dat specifieke MMPs opgereguleerd worden in het zebravisoog tijdens de spontane regeneratie van het beschadigd optisch circuit. We zullen dan ook de rol van deze MMPs in optische zenuwregeneratie nagaan met als doel nieuwe compon Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Kim Lemmens
Mechanismen van pancreas regeneratie en bèta-cel neogenese. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Om type-1 diabetes te kunnen genezen door middel van ß-celtherapie, wordt gezocht naar mogelijkheden om ß-cellen in grote hoeveelheden aan te maken. In dit project wordt gezocht naar de mogelijkheid om exocriene pancreascellen te laten transdifferentieren tot endocriene cellen. Dit project zich vooral op mechanistische aspecten van de neogenese: de regulatie van pancreatische celdifferentiatie (dedifferentiatie, transdifferentiatie), de rol van gastrine in de neogenese, de rol van celadhesie en celmigratie in de morfogenese. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Meerdere Sip1/Zfhx1b knockout muismodellen die klinische aspecten van Mowat-Wilson syndroom verklaren. KU Leuven Abstract: Mutaties in ZFHX1B (SIP1, ZEB2) veroorzaken Mowat-Wilson syndroom (MWS)bij de mens, met typische afwijkingen in het centraal zenuwstelsel (CZS) [mentale retardatie, epilepsie] en ontwikkelingsstoornissen in de neurale lijst cellen [leidend tot aangezichtsafwijkingen en ziekte van Hirschsprung]. Dit nieuwe project zal een uitgebreide reeks verschillende Sip1 knockout muismodellen in het CZS en perifeer zenuwstelsel en zou ons moeten toelaten om in detail de belangrijkste klinische tekenen van MWS te verklaren, inbegrepen in de hersenen en ziekte van Hirschsprung. In ditzelfde project zullen wij ook de biochemie bestuderen van een nieuwe missense Sip1 mutatie, die zeer zeldzaam zijn in MWS en werd aangetroffen in een patiënt met een milde vorm van MWS. Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Eve Seuntjens • Danny Huylebroeck
Metformine induceert levensduurverlenging via mitohormese in C. elegans KU Leuven Abstract: Veroudering is onlosmakelijk verbonden met ons leven. Iedereen wordt ouder en dit gaat quasi onvermijdelijk gepaard met een achteruitgang in delevenskwaliteit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat wetenschappers reeds lang op zoek zijn naar stoffen die veroudering vertragen én dealgemene levenskwaliteit verhogen. Het medicijn metformine, dat jaarlijks meer dan 120 miljoen keer voorgeschreven wordt aan diabetici, zou zon stof kunnen zijn. Hoe metformine zijn helende effecten teweeg brengt, bleef echter lang een grotendeels onopgelost mysterie. In ons onderzoek naar het effect van metformine op veroudering, maakten we gebruik van Caenorhabditis elegans. Deze worm leeft amper drie weken en vormt daarom een uitgelezen model om veroudering te bestuderen: de onderzoekers hoeven immers geen maanden of jaren op resultaten te wachten. De worm is bovendien op moleculair vlak verrassend gelijkend aan zoogdieren, zo werden in het verleden reeds vele bevindingen op het vlak vanveroudering bij C. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbet Temmerman • Wouter De Haes
Midgut-brain axis regulating ovarial development in the anautogenous fleshfly, Sarcophaga Crassipalpis. KU Leuven Abstract: Sarcophaga crassiplalpis represents an anautogenous fleshfly model insect. The females flies, as do mosquitoes, need a protein meal to mature their first egg batch. This PhD study will elaborate the peptides and receptor pathways involved in signaling the presence of proteins in the guttowards the brain and the neuropeptides released by the brain to orchestrate digestion, vitellogenin synthesis and ovarial development. In addition the receptors involved in these signaling pathways will be characterized since this might open new leads towards the control of these flieswhich can cause myasis in cattle and man. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Roger Huybrechts • Magdalena Bil
Neuro-endocriene regulatie van de voortplanting bij Ecdysozoa modelorganismen: van 'genomics' naar 'phenomics'. KU Leuven Abstract: De recente beschikbaarheid van genoom- en EST-sequentiegegevens bracht de jongste jaren een ware revolutie teweeg in het biologisch en biomedisch onderzoek. Momenteel vormt de verdere analyse van de regulatie en functies van deze veelheid aan genen en genproducten een belangrijke uitdaging. In dit project combineren we onze expertise in functionele genoomanalyse, peptidomica, moleculaire biologie en fysiologie om de neuroendocriene signaalwegen te bestudren, en te vergelijken, die betrokken zijn bij de regulatie van de voortplanting in Ecdysozoa modelorganismen, meer bepaald de bodemnematode Caenorhabditis elegans, het fruitvliegje Drosophila melanogaster, evenals de woestijnsprinkhaan Schistocerca gregaria. Deze laatste soort vertoont een uiterst merkwaardige fenotypische plasticiteit, ook populatiedensiteitsafhankelijk polyfenisme genaamd, die ondermeer zeer grondige wijzigingen in de reproductiefysiologie teweegbrengt. De centrale, fundamenteel wetenschappelijke vraagstelling van di Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Liliane Schoofs • Roger Huybrechts
Neuron-regeneratie in het centraal zenuwstelsel. Genen die een verschilmaken. KU Leuven Abstract: Beschadigde neuronen in het centrale zenuwstelsel hebben, in tegenstelling tot de neuronen van het perifere zenuwstelsel, een zeer beperkt zelfherstellende capaciteit. Hierdoor leidt een hersentrauma vaak tot onomkeerbare en slotende fysieke en psychische gebreken. Het identificeren en classificeren van de factoren die bepalen of een axon al dan niet faalt in regeneratie, hergroei en reinnervatie, blijft een uitdaging.Om dit proces beter te kunnen onderzoeken, heeft onze groep recent een fysiologisch robuust systeem ontwikkeld om de hersenen van fruitvliegen ex vivo te cultiveren en neuronale verwondingen te induceren. Onder gecontroleerde omstandigheden kan manipulatie van de intrinsieke groeistatus van axonen regeneratie induceren (Ayaz et al, 2008). Door gebruik te maken van dit model zoeken we systematisch naar genen die betrokken zijn in axonale groei en regeneratie. Reeds verscheidene genen die groei induceren na axotomie werden op deze manier geïdentificeerd in de hersenen van d Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Bassem Hassan • Marta Koch
Neuropatie en neuroplasticiteit van het enterische zenuwstelsel als een onderdeel van de ethiopathogenese van necrotizerende enterocolitis in de premature big en de neonatale rat. Universiteit Antwerpen Abstract: Ongeveer 10% van de premature baby's met een laag geboortegewicht ontwikkelen necrotizerende enterocolitis (NEC) waarvan symptomen zoals een verstoorde intestinale motiliteit, barrière en bloedvloei te wijten kunnen zijn aan een neuropathie van het enterische zenuwstelsel (EZS). In het prematuur varken en neonatale rat zal via in vivo en in vitro experimenten de hypothese getoetst worden dat een neuropathie van het EZS een rol speelt in de ethiopathogenese van NEC. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Christa Van Ginneken
Neuropeptide GPCRs as a target against plagues of the desert locust: Schistocerca gregaria KU Leuven Abstract: For centuries, the desert locust, Schistocerca gregaria is a threat to agricultural production in Northern Africa, the Middle East and the Indian subcontinent. These locusts exhibit an extreme form of phenotypic plasticity (polyphenism). In low density conditions, they develop into relatively harmless solitarious animals. But at high densities, they developinto swarming, devastating gregarious animals. Not only do they differ in behaviour, they also differ in colour, morphology and physiology. Neuropeptides are involved in almost all physiological processes in insects. Most neuropeptide receptors belong to the family of the G proteincoupled receptors (GPCRs). These receptors convert the extracellular signalof the neuropeptide into an intracellular physiological effect and mainly respond to one type of neuropeptide. The pesticides used today against the gregarious swarms are non-specific and have an influence on otherorganisms. To develop novel strategies against these plagues, neuro Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Els Lismont
Neuropeptiden in veroudering en neurodegenerative. KU Leuven Abstract: Uit onderzoek blijkt dat het verouderingsproces gereguleerd wordt door verschillende cellulaire signaalwegen. Ons inzicht over hoe al deze signaalwegen aan elkaar worden gelinkt en hoe deze een complex proces als veroudering kunnen reguleren is echter beperkt. Het lijkt erop dat endocriene signalisatie hiervoor verantwoordelijk is, en dat er een belangrijkerol is weggelegd voor neuropeptiden. Een verdere identificatie van dezeneuropeptiden kan dus meer inzicht bieden over de endocriene zijde van veroudering. Verder wordt er onderzocht of neuropeptiden die verouderingen levensduur reguleren ook een effect hebben op de ziekte van Alzheimer. Deze ouderdomsziekte wordt gekenmerkt door aggregatie van ß-amyloid en Tau eiwitten. Het is deze laatste die verantwoordelijk lijkt te zijn voor het progressieve karakter van Alzheimer. Wij willen onderzoekenof de neuropeptiden die veroudering reguleren ook een effect hebben op de aggregatie en/of verspreiding van Tau in de neuronen. In dit project wo Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Sven Van Bael
Neuroprotectie in glaucoom: een optogenetische benadering. KU Leuven Abstract: Recent neuropathologisch onderzoek in glaucoompatiënten en diermodellenvan glaucoom toont aan dat niet alleen de retina maar ook de hersengebieden van het visueel systeem degeneratieve veranderingen ondergaan. Hierdoor wordt glaucoom meer en meer gezien als een ziekte van het hele visueel systeem, met frappante overeenkomsten met andere ouderdomsziekten zoals Alzheimer en Parkinson. Deze bevindingen wijzen op een dringende nood aan nieuwe therapieën voor glaucoom die verder kijken dat het oog alleen.In dit project zal de invloed van chronische oculaire hypertensie en degeneratie van retinale ganglioncellen op visuele projectiegebieden in de hersenen bestudeerd worden. Daarnaast willen we met behulp van overexpressie van neurotrofe factoren en optogenetische stimulatie in deze projectiegebieden retinale celdood tegengaan in een muismodel voor glaucoom. Hiertoe zullen verschillende belangrijke parameters gekwantificeerd worden, zoals het aantal overlevende retinale ganglioncellen, antero Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Godelieve Moons • Emiel Geeraerts
Normale en pathologische fusie van wervels in beenvissen - een 'evo-devo' studie Universiteit Gent Abstract: De hypothese wordt getest dat de 'normaleit' van wervelversmelting in de evolutie ons inzichten kan geven in het pathologisch, ontogenetisch proces van wervelversmelting, d.m.v. een vergelijking tussen zebravis en Atlantische zalm. De studie zal gebeuren via (1) histomorfologisch onderzoek, '2) opsporen van de spatio-temporele distributie van regulatorische en structurele moleculen betrokken in de vorming van wervels, en (3) orgaanculturen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Omgevings- en cellulaire invloeden op pluripotentie en differentiatie in runderembryo en embryonale stamcellen Universiteit Gent Abstract: Om onze kennis inzake omgevings- en cellulaire invloeden op embryonale cellen te verbreden zal pluripotent en gedifferentieerd weefsel van in vivo en in vitro geproduceerde runderblastocysten en runder embryonale stamcelachtige cellen geanalyseerd worden. Om de verkregen data te confirmeren, zal de invloed op embryo-ontwikkeling en propagatie van stamcellen geëvalueerd worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Dieter Deforce • Ann Van Soom
Onderzoek naar de essentiële functie van beta-actine in embryonale ontwikkeling en de noodzaak van correcte localisatie van het beta-actine en mRNA in neuronale ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Het actine celskelet is de drijvende kracht voor diverse vormen van celbeweging. Van de zes actine isovormen is slechts weinig geweten omtrent hun rol in zoogdierontwikkeling. Gedurende dit doctoraat gaan we na hoe gebrek aan beta-actine bloedvatontwikkeling en neurogenese tijdens de embryonale ontwikkeling beïnvloedt en of mislocalisatie van het beta-actine mRNA aanleiding geeft tot aberrante neuronale differentiatie en/of angiogenese. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Christophe Ampe
Onderzoek naar de essentiële functie van beta-actine in embryonale ontwikkeling en de noodzaak van correcte localisatie van het beta-actine mRNA in neuronale ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Door onderzoek van de B-actine knock-out en knock-in muizen, en daarvan afgeleide cellijnen, zullen we nagaan wat de essentiële functies zijn van B-actine in ontwikkeling (meer bepaald bloedvatvorming en neuronale differentiatie) en hoe de 3'UTR bijdraagt tot correcte localisatie en functie van B-actine. Daartoe zullen diverse methodes worden aangewend, zoals in situ immunokleuringen, primaire celculturen, RNAi en differentiatiële proteoomanalyse. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Christophe Ampe
Onderzoek naar de functie van de Wnt/beta-catenine signaalweg ter hoogte van de rhombomeren tijdens de ontwikkeling van de achterhersenen Universiteit Gent Abstract: De hersenen zijn een complex orgaan bestaande uit verschillende celtypes die zijn georganiseerd in geordende patronen. Dit onderzoek is gefocuseerd rond de vorming van de achterhersenen. Gebruikmakend van kikkerembryo?s zullen we bestuderen hoe twee welgekende signaalwegen (zijnde Wnt en Notch) bijdragen tot de organisatie van de achterhersenen en de transiënte segmentatie in discrete functionele units, neuromeren genoemd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Onderzoek naar de genetische basis van ontwikkelingsinstabiliteit bij overleden humane foetussen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsinstabiliteit (OI), de gevoeligheid van een ontwikkelend systeem tegen random verstoring, wordt verondersteld een maat te zijn voor de kwaliteit en 'gezondheid' van individuen en/of populaties. De literatuur is echter erg heterogeen, en het gebrek aan inzichten in de
mechanismen die de mate van OI bepalen maken het onmogelijk deze heterogeniteit te begrijpen. In dit project trachten we de mechanismen van OI dieper te doorgronden. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Onderzoek naar de genetische en moleculaire architectuur van ontwikkelingsinstabiliteit bij de zebravis (Brachydanio rerio). Universiteit Antwerpen Abstract: De genetische basis van ontwikkelingsinstabiliteit en de overerfbaarheid ervan is slechts beperkt gekend. In dit project zal de overerfbaarheid en genetische basis ervan bestudeerd worden aan de hand van klassieke quantitatieve genetische experimenten, QTL mapping en micro-array technieken. Aangezien de mate van ontwikkelingsinstabiliteit vaak stijgt onder stress zal de genetische en moleculaire architectuur onder verschillende stress factoren onderzocht worden Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Stefan Van Dongen
Onderzoek naar de mechanismen van ontwikkelingsinstabiliteit bij overleden menselijke foetussen en jonge kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsinstabiliteit (OI), de gevoeligheid van een ontwikkelend systeem tegen random verstoring, wordt verondersteld een maat te zijn voor de kwaliteit en 'gezondheid' van individuen en/of populaties. De literatuur is echter erg heterogeen, en het gebrek aan inzichten in de mechanismen die de mate van OI bepalen maken het onmogelijk deze heterogeniteit te begrijpen. In dit project trachten we de mechanismen van OI dieper te doorgronden Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
Onderzoek naar de mogelijkheid tot functioneel en histologisch herstel van beschadigd zenuwweefsel na ruggenmerg- en hersentrauma bij de muis : modulatie door in vivo implantatie van in vitro getransfecteerde embryonale stamcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Tot op heden bestaat er voor centraal zenuwstelseltrauma (zowel hersen- als ruggemergtrauma) geen effectieve therapeutische behandeling. Ons onderzoek richt zich: 1) op de transplantatie van uit embryonale stamcellen gedifferentieerde zenuwcellen om alzo beschadigd zenuwweefsel te vervangen, en 2) de transplantatie van genetisch gemodificeerde adulte stamcellen om door secretie van neurotrofe factoren functieherstel van het beschadigd zenuwweefsel te bekomen. Ons onderzoek zal opgedeeld worden in twee deelonderzoeken: een spinaal traumamodel en een hersentraumamodel. Bij het spinaal traumamodel zal er bij de rat een chirurgische dwarslaesie uitgevoerd worden, waarna op verschillende tijdstippen al dan niet genetisch gemodificeerde adulte/embryonale stamcellen getransplanteerd worden in het ruggemerg. De getransplanteerde ratten worden vervolgens opgevolgd naar functioneel herstel aan de hand van de internationaal aanvaarde BBB-score. Voor het hersentraumamodel, dat geïnduceerd wordt bij de muis dmv een gewichtsimpactie op de schedel, zullen er op verschillende tijdstippen al dan niet genetisch gemodificeerede adulte/embryonale stamcellen getransplanteerd worden in de hersenen. Functioneel herstel bij de getransplanteerde muizen wordt vervolgens geëvalueerd via standaard cognitieve en motorische testen. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Peter Ponsaerts • Mark Willy Emma Ronsyn
Onderzoek naar de mogelijkheid tot functioneel en histologisch herstel van beschadigd zenuwweefsel na ruggenmergtrauma bij rat: modulatie door in vivo implantatie van in vitro getransfecteerde adulte mesenchymale en embryonale stamcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit doctoraal onderzoek is nagaan of functioneel en histologisch herstel na ruggenmergtrauma bij de rat versneld of verbeterd kan worden door stamceltherapie, al dan niet in combinatie met kooiverrijking en chondroitinase behandeling. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Peter Ponsaerts • Mark Willy Emma Ronsyn
Onderzoek naar de pathofysiologische rol van het extracellulair matrix1 gen in Lipoïde Proteïnose. Universiteit Antwerpen Abstract: Dankzij de ontdekking van 6 "loss-of-function" mutaties in het ECM1 gen van patiënten met de zeldzame huidaandoening Lipoïde Proteïnose, werd de belangrijkheid van ECM1 in de humane biologie aangetoond. De pathofysiologie van de aandoening is echter nog niet gekend. Het hoofddoel van dit project bestaat uit het begrijpen van de biologische rol van ECM1 in de ontwikkeling van de huid. Om dit te bereiken zal er een in vitro model van de huid opgesteld worden en een induceerbaar epidermisspecifiek muismodel aangemaakt worden, zodat het LP-fenotype benaderd kan worden. Organisaties: • Moleculaire biotechnologie • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert • Sandy Sercu
Onderzoek naar de regulering van de spatio-temporele gerestricteerde expressie van Wnt-responsieve genen in het embryo Universiteit Gent Abstract: We willen mechanistisch inzicht verwerven in de selectieve inductie van de doelwitgenen van een evolutionair sterk geconserveerde signaaltransductieweg. Het is opvallend dat tijdens de embryogenese dergelijke signaalweg telkens een andere transcriptionele respons genereert afhankelijk van de plaats en tijdstip.We willen de moleculaire basis van de spatiotemporele differentiële respons op een gelijkwaardig signaal onderzoeken gebruik makend van het Xenopus model. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Onderzoek naar een nieuwe rol voor de Wnt/beta-catenine signaalweg in primordiale kiemcellen tijdens de ontwikkeling van Xenopus Universiteit Gent Abstract: Tijdens de embryonale ontwikkeling zullen de primordiale kiemcellen (voorlopers van de geslachtscellen) actief migreren naar de gonaden. Gedurende hun vorming en migratie worden deze cellen geëxposeerd aan verscheidene omgevingsfactoren aanwezig in het embryo. In dit project willen we nagaan hoe één van deze signalen, met name Wnt, de vorming en gedrag van de primordiale kiemcellen beïnvloedt in een Xenopus model. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Onderzoek naar het moleculaire netwerk dat de tandvervanging regelt bij de zebravis Universiteit Gent Abstract: In dit project wensen we de hypothesis te testen dat de transcriptiefactor runx functioneert in een fgf signalisatieloop en op die manier de vorming van vervangingstanden in zebravis reguleert. We zullen deze hypothese testen door (1) fgf signalisatie te manipuleren en het effect daarvan op het fenotype en runx-expressie te bestuderen en (2) runx-expressie zelf te manipuleren door een gain- en loss-of-function aanpak. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Ontogenetische wijzigingen in de voedselcapaciteit van dimorfe Europese paling (Anguilla anguilla): implicaties voor artificiële kweek en behoud. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek tracht het bestaan en ontstaan van breed- en smalkoppige (pre)adolescente palingen te verklaren door de vroegste larvale stadia onder de loep te nemen. Ook wordt onderzocht of een verschillende polluentenopname in de twee types adulte paling bekomen wordt door het verschil in kopbreedte en wat de impact hiervan is op het overlevings- en voortplantingssucces. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Ontogenie van CYPs en geneesmiddeltransporters in het gastrointestinaal systeem van de zebravis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Paul F R C M Cos • Steven Van Cruchten
Ontogenie van geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes in de minipig: een genexpressie analyse Universiteit Antwerpen Abstract: Geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes spelen een cruciale rol in de farmacokinetiek van veel geneesmiddelen. De ATP-binding cassette (ABC) geneesmiddel efflux transporters en cytochroom P450 (CYP) isoenzymes zijn de best gekende van deze 2 respectievelijke groepen. Er zijn echter nog talrijke andere subgroepen die betrokken zijn bij de absorptie, distributie, metabolisatie en eliminatie van geneesmiddelen. De expressie en activiteit van deze systemen in hepatocyten en enterocyten beïnvloeden de orale biobeschikbaarheid en op deze manier de klinische efficaciteit maar tevens de mogelijke toxiciteit van oraal opgenomen geneesmiddelen. Ondanks het gebruik van veel van deze geneesmiddelen bij (heel jonge) kinderen en het voorkomen van grote verschillen in biobeschikbaarheid in vergelijking met volwassenen, is er vrij weinig gekend over de ontogenie van drug transporters en metabolizerende enzymes. Deze kennis is ook cruciaal bij juveniele dieren. Uit veiligheidsoverwegingen worden namelijk vaak toxiciteitsstudies in juveniele dieren vereist alvorens de klinische studies in kinderen mogen starten. In de rat zijn er reeds gegevens over de pre- en postnatale ontwikkeling van verschillende orgaansystemen beschikbaar maar bij niet-knaagdieren ontbreekt deze kennis. Aangezien de minipig, naast de hond, het meest gebruikte niet-knaagdier species is dat gebruikt wordt in juveniele toxiciteitsstudies, is kennis over de ontogenie van geneesmiddel transporters en metaboliserende enzymes cruciaal voor de interpretatie van deze studies. Het doel van dit project is dan ook het nagaan van genexpressie verschillen van geneesmiddel transporters en metabolizerende enzymes in de lever en dunne darm van foetale, pasgeboren, zuigende en gespeende minipigs. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Steven Van Cruchten
Ontrafelen van genetische en moleculaire ontwikkelingsmechanismen betrokken bij neuronale vertakkingen. KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Neuronale Verbindingen
Onderzoekers: • Dietmar Schmucker
Ontwikkelingsstabiliteit als maat voor individuele kwaliteit bij de Koolmees (Parus major) : een challenge experiment. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een bijdrage te leveren tot de kennis over de relatie tussen ontwikkelingsstabiliteit en individuele kwaliteit. Dit gebeurt a.h.v. een experimentele studie naar de stressgevoeligheid van verschillende kenmerken en ontwikkelingsstadia. Hiertoe worden individuele Koolmezen onderworpen aan een milde stressbehandeling (zogenaamd `challenge experiment'), welk erop gericht is het bufferend vermogen tijdens de ontogenie te verlagen (wat zich manifesteert in een verhoogde mate van fluctuerende asymmetrie) evenwel zonder rechtstreeks op fitness in te werken. Dit laat ons toe om de mate van asymmetrie van verschillende kenmerken te vergelijken bij vergelijkbare omgevingsstress, en om asymmetrische ontwikkeling (als maat voor ontwikkelingsstabiliteit) te relateren aan individuele fitness. Veronderstelde stresseffecten worden gevalideerd aan de hand van een onafhankelijke biologische dataset (fysiologische respons variabelen). Organisaties: • Dierenecologie • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Luc Lens
Ontwikkeling van een transgeen modelsysteem in Xenopus tropicalis voor de identificatie van nieuwe therapeutische componenten en de isolering van primaire doelwitten van signaaltransductiewegen betrokken in humane pathologieën Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van een transgene testsysteem in kikkerembryo's voor drug- of mutagenese-screening. Kikkers worden aangemaakt die genetisch gemodificeerd zijn waardoor ze kunnen fungeren als complex rapporteersysteem. Gebaseerd op integratie van exogene regulatorische DNA-sequenties die expressie van fluorescente rapporteereiwitten controleren. Via tijds- en plaatsgericht activatie van specifieke biologische signaaltransductiewegen kunnen de transgene dieren "gesensitiseerd" zijn voor bepaalde pathologieën en aldus fungeren als proefdiermodel. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy • Kris Vleminckx
Ontwikkeling van een zebravisembryotest voor de milieurisicoanalyse van farmaca met oestrogene eigenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Farmaceutische bedrijven zijn verplicht om een milieurisicoanalyse uit te voeren voor elk nieuw geneesmiddel dat ze op de markt brengen. De verplichte testen voor potentieel endocrien verstorende stoffen vereisen veel tijd en proefdieren. Het doel van deze studie is daarom om een zebravisembryotest, die niet beschouwd wordt als dierproef, te ontwikkelen die oestrogene eigenschappen van van geneesmiddelen snel kan detecteren. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Dries Knapen • Steven Van Cruchten • Ellen Michiels
Opsporen van nieuwe doelwitten voor de behandeling van obesitas aan de hand van het cholecystokininesignaalsysteem in C. elegans KU Leuven Abstract: Overgewicht en obesitas zijn de laatste decennia uitgegroeid tot een ware pandemie. Meer dan twee miljard mensen lijden aan overgewicht en obesitas (WHO). Daarnaast verhoogt zwaarlijvigheid het risico op een hele reeks medische problemen, waardoor de aandoening steeds zwaarder doorweegtop het budget van de gezondheidszorg. Voor de behandeling is wetenschappelijk inzicht in processen zoals vetopslag en eetgedrag uitermate belangrijk. Omwille van de complexe endocriene signaalwegen die verantwoordelijk zijn voor de regulatie van deze processen zijn therapeutische middelen echter moeilijk te vinden. Doelwitopsporing via traditionele knaagdier-modellen is daarbij duur en tijdrovend. Omdat de mechanismen die aan de basis liggen van energiehomeostase geconserveerd zijn, is de rondworm Caenorhabditis elegans een goedkoop en snel alternatief voor de ontdekking en studie van nieuwe doelwitmoleculen. Zo werd recent op het lab Functionele Genomica en Proteomica (KU Leuven) een structureel en func Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Tom Janssen • Kevin Van Calster
Optimalisatie van de biotransformatie in de Zebravis Teratogeniciteit Test. Universiteit Antwerpen Abstract: De zebravis (Danio rerio) wordt momenteel uitgebreid gebruikt in geneesmiddelenonderzoek vanwege zijn talrijke voordelen. Zebravissen zijn klein en vereisen als dusdanig weinig test compound in vergelijking met zoogdieren. Bovendien dragen ze op zich weinig onderhoudshoudskosten met zich mee en zijn ze zeer vruchtbaar (ongeveer 100 tot 200 eitjes per paring die op hun beurt uitwendig worden bevrucht). De embryonale ontwikkeling in de zebravis vertoont daarenboven veel gelijkenissen met deze bij hogere vertebraten, inclusief de mens. Door bovenstaande eigenschappen, wordt het zebravis embryo ook reeds gebruikt om potentiële geneesmiddelen te screenen op teratogeniciteit, nl. in de zogenaamde Zebravis Teratogeniciteit Test (ZTT). Er is echter een algemene consensus in dit onderzoeksdomein dat verdere karakterisering en optimalisatie van de biotransformatie in de ZTT noodzakelijk is alvorens deze als een valide screeningsmodel voor teratogenen kan gebruikt worden. Sommige stoffen, zogenaamde proteratogenen, worden namelijk gebioactiveerd om hun teratogene werking te kunnen uitoefenen. Er zijn indicaties dat het zebravis embryo en dus de ZTT dit bioactivatiepotentieel niet of onvoldoende bezit. Vandaar worden op heden lever microsomen van de rat soms als exogeen metabolisatie activerend systeem (rMAS) gebruikt om de biotransformatie in de ZTT te optimaliseren. Het gebruik van rMAS is echter beperkt want het is zelf embryotoxisch en het metabool profiel kan anders zijn dan bij de mens. Het
doel van dit onderzoeksproject is dus 1) om een nieuw exogeen MAS te ontwikkelen die deze nadelen niet bezit en 2) haar rol bij de biotransformatie in de ZTT te evalueren. Om deze doelstellingen te bereiken, zullen in een eerste fase van dit project de biotransformatie en mogelijke embryotoxiciteit van humaan MAS (hMAS) en geïnduceerd zebravis MAS (izMAS) geëvalueerd en vergeleken worden. Wat de biotransformatie betreft zullen substraten gebruikt worden die humaan relevant zijn en die ongeveer 95% van het geneesmiddelen spectrum beslaan. Concreet betekent dit dat hMAS en izMAS zullen worden blootgesteld aan CYP1A2, CYP2C19, CYP2D6 en CYP3A4 specifieke substraten. De parent compound en mogelijke metabolieten zullen worden bepaald door middel van LC-MS. Hiervoor zal beroep gedaan worden op het Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne, UA. In een tweede fase zal dan de biotransformatie in de ZTT zelf bepaald worden in aan- en afwezigheid van de minst embryotoxische en best bioactiverende MAS van de eerste fase. Zebravisembryo's worden hierbij tijdens verschillende ontwikkelingsstadia blootgesteld aan dezelfde substraten als in fase 1 van dit project. De parent compound en mogelijke metabolieten zullen op verschillende tijdstippen zowel in het embryo zelf als in het supernatans worden bepaald door middel van LC-MS. Aan het einde van fase 2 zullen we adhv een nieuw exogeen MAS de biotransformatiecapaciteit van de ZTT geoptimaliseerd hebben. Dit zal dan verder worden gevalideerd met verschillende gekende proteratogenen. Onderzoekshypothese: De hypothese van dit onderzoeksproject is dat een humaan exogeen metabolisatie activerend systeem noodzakelijk is voor een optimale biotransformatie in de Zebravis Teratogeniciteit Test. Organisaties: • Toegepaste diergeneeskundige morfologie
Onderzoekers: • Dries Knapen • Steven Van Cruchten • Casper Pype
Optimalisatie van de single embryo transfer (SET) strategie bij de mens via groepscultuur en proteoomanalyse van embryogeconditioneerd medium, gebaseerd op een bovien embryomodel. Universiteit Gent Abstract: In vitro condities kunnen de in vivo situatie nooit volledig nabootsen: in vivo worden embryo?s blootgesteld aan autocriene, paracriene en endocriene factoren. In vitro vinden we enkel autocriene factoren, deze zijn oorzaak van een betere ontwikkeling bij groepscultuur. In dit onderzoeksproject willen we, deze autocriene factoren identificeren en nagaan of het supplementeren van deze factoren het humane cultuurmedium kan verbeteren Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Optogenetica als weg naar celtype specifieke neuromodulatie in hersenplasticiteit. KU Leuven Abstract: De hersenen van jonge zoogdieren hebben de intrinsieke capaciteit zichzelf te herstellen na laesies, maar jammer genoeg wordt deze mogelijkheidop ervarings- en leeftijdsafhankelijke modificaties van hersenfunctie beperkt in adulten. In de afgelopen jaren hebben verschillende behandelingen, waaronder donkeradaptatie of toediening van GABAA receptor-antagonisten, aangetoond hoe inhibitorische synaptische transmissie beperkingen oplegt aan visuele corticale plasticiteit in adulten. Pas sinds kort zijn we met optogenetica in staat om de bijdrage van specifieke celpopulaties te onderzoeken in lokale hersenactiviteit en plasticiteit. Met dit project willen we de functie onderzoeken van een subpopulatie van GABAerge inhibitorische interneuronen, met name de somatostatinerge Martinotti cellen, in adulte hersenplasticiteit. We transduceren hiertoe Martinotticellen in de visuele cortex met recent ontwikkelde stabiele stap-functie opsines (SSFOs) via adenogeassocieerde virale vectoren en celtyp Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Isabelle Scheyltjens
Optogenetic neuronal stimulation and downstream calcium imaging in C. elegans circuits KU Leuven Abstract: Because the nematode C. elegans fits in microwell plates, this allows mass parallel fluorescent calcium imaging in vivo. The use of red shiftedfluorescent Ca2+ indicators makes them independently spectrally addressable compared to Channelrhodopsins, allowing integrated noninvasive optogenetic experiments in which stimulation and activity imaging of relevant target neurons are conducted semi-simultaneously. Therefore one can study how specific neurons functionally relate to one another within neuronal circuits. After optimization, this setup will be used to probe the synaptic transmission between the AFD thermosensory neuron and its downstream neuron, AIY, by combining these integrated optogenetics with genome-wide RNAi screening as to identify unknown molecular factors involved in the neuropeptidergic AFD-AIY signaling. This innovative approach enables an in depth study of neuropeptide-mediated signaling in specific neurons of C. elegans. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Isabel Beets • Petrus Van der Auwera
Oxidatieve stress als een beperking en kost van reproductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ethologie
Onderzoekers: • Marcel Eens • David Costantini
Pathophysiologie van de groeiplaat van kraakbeen Universiteit Gent Abstract: Multicentrische studie van verschillende transgene muizen die model staan voor enkele osteochondrodysplasieën bij de mens (achondroplasie, Ellis van-Creveld dysplasie, pseudoachondroplasie, multipele epifysaire dysplasie, Schmid dysplasie, osteopoikilosis, diastrofische
dysplasie, neurofibromatosis type I). Eén van de belangrijke doelstellingen is meer inzichten te verkrijgen in de pathogysiologie van deze aandoeningen door uitgebreide studie van de groeischijf in deze transgene muizen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Geert Mortier
Pathways betrokken bij pluripotentie en differentiatie van embryo?s en embryonale stamcellen Universiteit Gent Abstract: Een embryo evolueert van een pluripotente groep van cellen naar een gedifferentieerd organisme. Deze overgang van pluripotentie naar differentiatie wordt gestuurd door bepaalde transcriptiefactoren zoals OCT4 en NANOG. Ook signaalmoleculen hebben hierop een invloed, evenals epigenetische factoren. Door middel van transcriptoom-, epigenoom- en proteoomanalysen bij embryo?s en embryonale stamcellen zal het complexe samenspel van deze factoren ontrafeld worden. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Pathways betrokken bij pluripotentie en differentiatie van embryo?s en embryonale stamcellen Universiteit Gent Abstract: Een embryo evolueert van een pluripotente groep van cellen naar een gedifferentieerd organisme. Deze overgang van pluripotentie naar differentiatie wordt gestuurd door bepaalde transcriptiefactoren zoals OCT4 en NANOG. Ook signaalmoleculen hebben hierop een invloed, evenals epigenetische factoren. Door middel van transcriptoom-, epigenoom- en proteoomanalysen bij embryo?s en embryonale stamcellen zal het complexe samenspel van deze factoren ontrafeld worden. Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Pathways betrokken bij pluripotentie en differentiatie van embryo?s en embryonale stamcellen Universiteit Gent Abstract: Een embryo evolueert van een pluripotente groep van cellen naar een gedifferentieerd organisme. Deze overgang van pluripotentie naar differentiatie wordt gestuurd door bepaalde transcriptiefactoren zoals OCT4 en NANOG. Ook signaalmoleculen hebben hierop een invloed, evenals epigenetische factoren. Door middel van transcriptoom-, epigenoom- en proteoomanalysen bij embryo?s en embryonale stamcellen zal het complexe samenspel van deze factoren ontrafeld worden. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Luc Peelman
Pathways betrokken bij pluripotentie en differentiatie van embryo?s en embryonale stamcellen Universiteit Gent Abstract: Een embryo evolueert van een pluripotente groep van cellen naar een gedifferentieerd organisme. Deze overgang van pluripotentie naar differentiatie wordt gestuurd door bepaalde transcriptiefactoren zoals OCT4 en NANOG. Ook signaalmoleculen hebben hierop een invloed, evenals epigenetische factoren. Door middel van transcriptoom-, epigenoom- en proteoomanalysen bij embryo?s en embryonale stamcellen zal het complexe samenspel van deze factoren ontrafeld worden. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Petra De Sutter
Pathways betrokken bij pluripotentie en differentiatie van embryo?s en embryonale stamcellen Universiteit Gent Abstract: Een embryo evolueert van een pluripotente groep van cellen naar een gedifferentieerd organisme. Deze overgang van pluripotentie naar differentiatie wordt gestuurd door bepaalde transcriptiefactoren zoals OCT4 en NANOG. Ook signaalmoleculen hebben hierop een invloed, evenals epigenetische factoren. Door middel van transcriptoom-, epigenoom- en proteoomanalysen bij embryo?s en embryonale stamcellen zal het complexe samenspel van deze factoren ontrafeld worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Dieter Deforce
Patronen van natuurlijke variatie in levenskenmerken en corresponderende trade-offs in relatie tot broedwijze (dak-versus grondbroeden) bij broedpopulaties van Zilvermeeuwen langsheen de Vlaamse en Zeelandse Noordzeekust Universiteit Gent Abstract: Er worden antwoorden gezocht op volgende onderzoeksvragen: (i) Treedt differentiatie in life-history traits en fenotypische kenmerken op tussen L. argentatus kolonies die verschillen in structuur en broeddensiteit, en leidt dit tot variatie in trade-off functies en reactienormen? (ii) Worden trade-offs gemaskeerd door variatie in voedselbeschikbaarheid? (iii) Correleren trade-off functies met variatie in omgevingsvariabelen, genetische drift, parentale investering, dispersiepatronen, en maturatiesnelheid. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx • Luc Lens
Personalized functional genomics in Mendelian diseases: from DNA variants to clinical and bioethical implications Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt gepersonaliseerde functionele genomica in Mendeliaans overervende aandoeningen. Niet--?coderende variaties zullen opgespoord worden met next--?generation sequencing (NGS). Knockdown, knockout en rescue experimenten zullen gebruikt worden in
model organismen. Functional studies zullen uitgevoerd worden in cellulaire modellen afkomstig van patienten, zoals hiPSCs, wat zal leiden tot nieuwe inzichten. Daarnaast zullen we PGD--?NGS optimaliseren. Tenslotte zullen we ?genom--?ethische? vragen onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Elfride De Baere • Kris Vleminckx • Paul Coucke • Katrien Claes
Phenotypische expressie onder omgevingsstress. Universiteit Antwerpen Abstract: Negatieve omgevingsfactoren (voedseltekort, vervuiling, ') kunnen de ontwikkeling van een organisme verstoren en hierdoor zichtbaar worden als afwijkingen in bepaalde lichaamskenmerken. Dit doctoraatsonderzoek bestudeert de invloed van omgevingsstress op de expressie van verschillende lichaamskenmerken bij een vlinder-, een krekel- en een vogelsoort (resp. het Bont zandoogje Pararge aegeria, de huiskrekel Acheta domesticus en de koolmees Parus major). Met de resultaten van dit onderzoek zullen we de toepasbaarheid nagaan van het gebruik van afwijkingen in bepaalde lichaamskenmerken als bio-indicatoren voor ongunstige milieu-omstandigheden. Organisaties: • Dierenecologie
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Willem Talloen
Polygenic analysis of flavour ester production using pooled segregant whole-genome sequencing. KU Leuven Abstract: During alcoholic fermentation sugars are transformed into alcohol and carbon dioxide, while a range of secondary metabolites, including flavourcompounds, are produced. Volatile esters are key contributors to the aroma in a wide range of alcoholic beverages and impart fruity flavours. Research has shown that the ester imparting banana flavour, isoamylacetate, is desirable in high amounts, while another ester, ethylacetate, withdescriptors such as #solvent# and #nail polish# negatively affect the flavour profile of wine and beer. The production of esters by yeast is a polygenic trait with several genes identified in Saccharomyces cerevisiae (ATF1, ATF2, EHT1, EEB1) that affect the level of different compounds.The production of ethylacetate is mainly linked to the alcohol acetyl transferase gene ATF1, but depends on the yeast strain, the fermentation medium and temperature. Even in a multiple deletion strain, ester production is not abolished. Therefore, additional genes are to be identif Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Maria Remedios Foulquié Moreno • Sylvester Holt
Prijs van het Octaaf Dupontfonds van de KVAB (Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten) toegekend voor het project 'Homeostase en stamcellen in de darm: de rol van de Wnt-signalisatie pathway'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstellingen van dit project zijn: * Het bepalen van de bijdrage van de Wnt-signalisatiepathway (en meer specifiek van de verschillende gesecreteerde Wnt-factoren) tot de homeostase in de darm van de muis. De specifieke rol van deze factoren in het behoud van stamcellen, de progressie van de stamcelzone naar het proliferatieve compartiment en de differentiatie van de epitheelcellen in het colon en in de dunne darm zullen geëvalueerd worden via de studie van de effecten van deze factoren op de inductie van celproliferatie, celtype-specifieke genproducten en apoptose; * Het bestuderen van de gevolgen van de ontregeling van de Wnt-signalisatiepathway op de inductie van ongecontroleerde celproliferatie en carcinogenese: up- en/of downregulatie van de Wnt-pathway via de doelgerichte uitdrukking van Wnt-proteïnen of dominant-negatieve mutanten van een geassocieerde factor, TCF-4. Dit zou naar een induceerbaar darm kanker diermodel leiden Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Project monniksgieren in Dierenpark Planckendael. Universiteit Antwerpen Abstract: Project monniksgieren in Dierenpark Planckendael. Organisaties: • Gedragsbiologie
Onderzoekers: • Mark Nelissen • Han Weetjens
Protein biomarker discovery from formalin fixed, paraffin embedded human tumor tissues. KU Leuven Abstract: In dit project wordt er op zoek gegaan naar een prognostische eiwit biomerker voor darmkanker. Dit gebeurt aan de hand van een differentiële analyse tussen patiënten die binnen de 5 jaar hervallen en patiënten met een langdurig herstel (10 à 15 jaar). Als startmateriaal wordt gebruik gemaakt van formalin fixed paraffin embedded (FFPE) weefsel. In een eerste fase van het project zal de extractie van proteïnen uit FFPE weefsel geoptimaliseerd worden. Daarnaast zal er ook een verdere optimalisatie plaatsvinden van proteïnelabeling in LC MS/MS (liquid chromatography mass spectrometry) condities en van de staalvoorbereiding voor de 2D-DIGE(2 dimensional differential gel electrophoresis) techniek. In een tweede fase wordt een differentiële studie uitgevoerd met zowel de LC MS/MS als de 2D-DIGE techniek. Wanneer een proteïne of een groep van proteïnen differentieel wordt bevonden, wordt het gevalideerd en wordt de sensitiviteit en specificiteit van het proteïne getest. Indien de biomerker een Organisaties:
• Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Valérie Broeckx
Regeneration in the ageing retina of the zebrafish. KU Leuven Abstract: This project aims to study axonal regrowth and de novo axon genesis in the retina of the ageing zebrafish. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Jessie Van houcke
Regulatie van de B-celmassa: een evenwicht tussen neogenese en apoptose Vrije Universiteit Brussel Abstract: Glucose homeostatie wordt gekontroleerd door de B-celmassa. De B-celmassa wordt bepaald door een evenwicht tussen neogenese vanaf precursor cellen en gereguleerde celdood. Om de B-celmassa te vergroten is het dus nodig de signalen te identificeren die enerzijds differentiatie van de endocriene precursorcellen stimuleren en anderzijds apoptose van gedifferntieerde B-cellen tegengaan. De uitdrukking van differnetiatiemerkers en de activering van signaal transductiewegen zal worden geanalyseerd in klandidaat precursor celpopulaties. Inductie van neogenese zal onderzocht worden door de precursor celpopulaties. inductie van neogenese zal onderzocht worden door de precursor cel populatie tot differentiatie te stimuleren door toedienen van groeifactoren en door transgenexpressie van intracellulaire signalen. Signaal transductie van glucose geïnduceerde apoptose zal worden bestudeerd door de activiteit van apoptose regulatoren als Bad, PI3K en PKB na te gaan. Eiwitten die mogelijk een sleutelrol spelen in de inhibitie van apoptose zullen worden tot overexpressie gebracht om hun effect te analyseren. Door modulatie van de uitdrukking van c-myc zullen we de rol van deze transcriptiefact voor apoptose nagaan. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Regulatie van de lokale schildklierhormoonbeschikbaarheid in de ontwikkelende hersenen bij de kip. KU Leuven Abstract: Schildklierhormonen (THs) zijn belangrijk voor de hersenontwikkeling bij vertebraten. De timing waarop deze hun functie uitvoeren in de verschillende hersenregios en specifieke celtypes is cruciaal voor een correcte organisatie van het neuronale netwerk. Hierbij kunnen hersencellen de intracellulaire hormoonbeschikbaarheid reguleren m.b.v specifieke TH-transporters in het plasma membraan en intracellulaire TH(in)activerende enzymes, de iodothyronine dejodasen. Deze enzymen worden tot expressie gebracht in de hersenen op een regio- en celspecifieke manier, die varieert doorheen de ontwikkeling. We willen dit expressiepatroon bepalen en degevolgen ervan op de lokale TH-activiteit in embryonale kippenhersenen bestuderen, met bijzondere aandacht voor de vroege ontwikkelingsstadia. In eerste instantie zullen we de THtransporters die aanwezig zijn in dekippenhersenen identificeren en karakteriseren en zullen we hun ligandspecificiteit bepalen in celcultuur. Hierna vervolledigen we bestaan Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras • Nele Bourgeois
Regulation of ecdysteroid biosynthesis and signalling in the desert locust, Schistocerca gregaria. KU Leuven Abstract: In this project, the classic insect hormone family of ecdysteroids, crucial for growth, moulting, metamorphosis and reproduction, and their receptor complex, will be studied into more detail in the desert locust, Schistocerca gregaria (family Acrididae). Since ecdysteroids are such important hormones in insect life, their titers must be finely tuned to environmental cues and developmental/physiological needs. Biosynthesis and signalling of ecdysteroids depend on the organism#s feeding state. To be capable of producing ecdysteroids, insects need to take up cholesterol via their diet, while other essential nutrients derived from the food will be needed to accomplish the anabolic processes that result from their action. The central aim of this project is to investigate the physiological interactions between the control of feeding and the synthesis and signalling of ecdysteroids in the hemimetabolous insect, S. gregaria. A specific biosynthetic pathway (in which the so-called Halloween gen Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Cynthia Lenaerts
Restoring cognitive functions in neurodegenerative disease models KU Leuven Abstract: Aangezien we langer leven dan eerdere generaties, zal het aantal ouderen aanzienlijk stijgen. Hierdoor zullen leeftijdsgebonden ziekten zoals neurodegeneratieve aandoeningen een grote uitdaging vormen voor zowel de individuele patiënten als voor de maatschappij en de gezondheidszorg. Ondanks de geleverde inspanningen in dit domein, blijven de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de pathologieën slecht begrepen en ontbreken zietkemodificerende therapieën. Het voornaamste doel van dit doctoraatsonderzoek is het verwerven van nieuwe inzichten in de mechanismen die betrokken bij zijn bij cognitieve stoornissen bij neurodegeneratieve aandoeningen. Vermits er relevante C. elegans modellen bestaan voor deziekte van Alzheimer, de ziekte van Huntington en spinocerebellaire ataxia type 3, zullen deze gebruikt worden voor een snelle identificatie van interessante modifiers van de vroege cognitieve achteruitgang bij neurodegeneratieve ziekten.<w:latentstyles deflockedstate="false" defunhi Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbet Temmerman • Elien Van Sinay
Role of the Wnt factors in the establishment of the body axes.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: (Niet beschikbaar in het Nederlands) The aim of my research is to study the establishment of the body axes and the early patterning of vertebrate embryos. The main focus will be the understanding of mouse embryonic development but using the guiding principle that this is a common process to all vertebrates. Thus while the mouse will be the model organism I will focused on, I will also use the frog as a 'test tube' as it is an more manipulable organism. This double approach allows a quick testing of an hypothesis in the frog before moving to heavier experiments that will be carried on in the mouse. In the long term, my goal is to identify and characterize genes that are involved in the inductive and determinative processes that occur during the gastrulation, neurulation and segmentation stages of development. These genes will most likely be signaling and regulatory factors. For the present, I will start by studying in more details the signaling factor, Wnt-8 and its antagonist, Frzb-1, both secreted proteins. Wnt-8 is one of the members of a large family of homologous genes found in organisms as diverse as the worm, the fly and the vertebrates. Moreover, some of these genes have been originally isolated in mouse because of their capacity to induce breast cancer. During my postdoctoral research, I discovered in mouse and frog a new factor, Frzb-1 that behaves as a secreted antagonist of Wnt-8. More genes of the same family were subsequently discovered but none of them seems to be involved in the gastrulation process. It has been shown in the frog that the Wnt-8 factor is involved in the induction of mesoderm during the gastrulation process and its patterning, leading to the formation of muscle tissue. Until now all the functional studies have been done in the frog with DNA and RNA injection during the first cleavages of the embryo. This leads after translation and traduction to immediate secretion of the proteins in the extracellular space in the descendants of the injected cell(s). In contrast, in the embryo the Wnt-8 and Frzb-1 genes start normally to be expressed at a later stage, the gastrulation. The role of these factors can thus not be studied in a controlled temporal fashion similar to the normal situation nor in a restricted population of cells. The way I propose to circumvent these difficulties is to study the differentiation events in embryo explants that are placed in presence of conditioned medium containing the Wnt-8 and/or Frzb-1 proteins. The major obstacle to this approach is that although the first Wnt gene was discovered in 1982, no protein of any members of the vertebrate Wnt family has been shown to be secreted in detectable amount in expression systems, precluding any direct study of the Wnt proteins. Recently, I decide to tackle this problem and found that by transfecting the frog Wnt-8 gene carrying an epitope tag for an easy detection of the protein in a human embryonic kidney cell line, I could obtain substantial amount of the protein in a soluble form in the conditioned medium of these cells. This is the first case where a vertebrate Wnt protein is obtained in significant amount. Thanks to this breakthrough and the availability of secreted Frzb-1 protein, produced by a similar technique, I will study the effects of the conditioned medium containing the Wnt-8 protein, alone or with the addition of its antagonist, Frzb-1, on the determination and differentiation of embryo explants. I will first use frog embryo explants to test the proposed role of Wnt-8 in mesoderm patterning and muscle formation. For that purpose, I will dissect small regions of the embryo prior to or at the beginning of gastrulation. These explants will correspond either to the future ventral mesoderm that normally differentiate in blood or to the prospective neuroectodermal region that would form only neurons and epidermis. The incubation of these explants in presence of Wnt-8 will permit to test the hypothesis as the neuroectoderm may be induced to form mesoderm and the ventral mesoderm may differentiate in muscle. To analyze these events I will use two techniques, first a histological analysis of explants cultivated for several days to observe the various cell types that differentiate and second, a reverse-transcription PCR assay to detect the induction of determining genes a few hours after the beginning of the incubation of the explants. Subsequently, I plan to develop the technique of mouse embryo explants to continue analyzing the role of Wnt-8 factor in this model organism. This approach is entirely new and should open new ways of studying the early mouse development by allowing to analyze the role of different factors alone and in combination on the determination and differentiation processes. This would help finding which are the signaling molecules that are involved in mouse embryogenesis. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedtailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercullulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via anlayse en generatie van gapste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent
Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegne (catenines, Wnt-signalistie) bij de vorming van complexe kopstructeren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisaties in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculaire en morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksconsortium gaat na hoe klassieke cadherines en ?-protocadherines, en hierdoor gemoduleerde intracellulaire signalisatieprocessen, betrokken zijn bij de correcte ontwikkeling van complexe craniofaciale structuren. Xenopus-modellen worden gebruikt om te screenen naar de meest relevante moleculen; deze worden dan functioneel geanalyseerd in zowel Xenopus als de zebravis; de meest interessante moleculen worden tenslotte in muismodellen worden geanalyseerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy • Ann Huysseune • Dominique Adriaens • Ivonne Van Hengel
Rol van de Wnt-pathway in het darmepitheel van de muis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In deze doctoraatsthesis zullen de extracellulaire componenten van de Wnt-pathway in de darm van de volwassen muis bestudeerd worden. Er zal getracht worden een inzicht te verkrijgen in enerzijds de bijdrage van de extracellulaire componenten van de Wnt-pathway tot de (normale) homeostase in de darm van de volwassen muis en in anderzijds de rol van deze componenten in de ontregeling van de homeostase bij darmkanker. Hierbij zal de nadruk liggen op het stamcelcompartiment in de darm. Organisaties: • Cellulaire Genetica • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS • MICHELINE VOLDERS
Rol van schildklierhormonen in retinotectale axonregeneratie bij de adulte zebravis KU Leuven Abstract: Beschadiging van het centraal zenuwstelsel (CZS) leidt bij volwassen zoogdieren tot blijvende defecten door het tekort aan regeneratieve capaciteit. Schildklierhormonen (THs), gekend voor hun sleutelrol tijdens de ontwikkeling en maturatie van het CZS, werden recent naar voor geschoven als moleculen die regeneratie kunnen beïnvloeden. Verschillende studies hebben een positief effect van THs op de regeneratie van het perifeer zenuwstelsel aangetoond. Studies naar de rol van THs tijdens in vivo regeneratie van het volwassen CZS zijn echter schaars. Aangezien de optische zenuw (OZ) van de zebravis een makkelijk toegankelijk deel van het CZS is dat spontaan regenereert na beschadiging, wordt deze vaak gebruikt om moleculen te identificeren die belangrijk zijn bij CZS-regeneratie. Wij hebben het effect onderzocht van een verlaagde T3signalisatie op de regeneratie van de beschadigde OZ bij de volwassen zebravis.Hierbij hebben we eerst aangetoond dat de reïnnervatie van het optisch tectum(OT Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras • Stitipragyan Bhumika xxx
Samenwerkend project om follicale eicellen van zoogdieren te verbeteren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit 3 jaren project is het onderzoeken van eiwitsynthese tijdens in vitro maturatie van eicellen van zoogdieren in overeenstemming met verschillende in vitro maturatie omstandigheden en pre-implantatie embryo-ontwikkeling van in vitro geteelde eicellen. het uiteindelijke doel is 1) belangrijke factoren i.o.m. eicel kwamiteit te identificeren, die mogelijk zouden kunnen gebruikt worden als markeerders voor maturatie (die in snelle essays zouden kunnen bijgevoegd worden), of die zouden kunnen bijgevoegd worden om media voor gameetmaturatie te kweken; 2) meer objectieve criteria te ontwikkelen om eicel maturatie en embryo-ontwikkelingsstadia te classeren; 3) en een systeem voor totale in vitromaturatie van vrouwelijke gameten te ontwikkelen. Eicelen zullen verzameld worden uit verschillende bronnen. het 'AZ-VUB' team zal zich concentreren op collecties van muis & mens, het 'RUG-VET' team op baviaan & varkens & mens. Na korte of lange termijn in vitro teelt van onvolwassenen -zal een deel vd eicellen met 35 S methianine-labels voorzien worden. Deze gelabelde eicellen zullen geanalyseerd worden door 2D-SDS-PAGE- elektroporese, autoradiografie en Westers - de eicellen van een muis & baviaan zullen ofwel bevrucht worden d.m.o de standaard IVF procedure of na microinjectie met 1 enkele spermacel. (ICSI) (AZ VUB, RUG-VET) Vroege preïmplantatie ontwikkeling zal geregistreerd worden & de blastocysten zullen geanalyseerd worden d.m.v. verschillende prikkingen waarbij men fluoriseerende & confocale microscopy gebuikt onvolwassen menselijke eicellen zullen bevrucht worden d.m.v. donor sperma door ICSI (na in -vitro maturatie) en zullen gekweekt worden in rijke omgevingen die blastocyte vorming op hoog toelaten (AZ-VUB & Procria -Montreal) In dit stadium zullen de blastocysten verschillend geprikt worden voor de binnen cel massa. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
SBO-OPTOBRAIN. KU Leuven Abstract: Innovatieve optogenetics for research and trnaslational brain applications. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Zeger Debyser • Lutgarde Arckens • Veerle Baekelandt • Wim Vanduffel • Godelieve Moons • Detlef Balschun
Specificatiemechanismen van de germinale lijn bij de acoel Isodiametra pulchra Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een inzicht te verkrijgen in de rol die stamcellen spelen bij de ontwikkeling van de germinale lijn bij de acoel Isodiametra pulchra. Dit mechanisme vormt immers de basis van de scheiding tussen germinale en somatische cellen. Voor dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van onder meer transmissie-elekctronenmicroscopie en immunohistochemie. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Stamcellen bij Macrostomum lignano (Macrostomida, Platyhelminthes): embryonale oorsprong en rol tijdens regeneratie Universiteit Gent Abstract: Alle multicellulaire organismen zijn afhankelijk van stamcellen voor hun overleving en handhaving. Een organisme met het potentieel om ons te informeren over somatische stamcelbiologie en de huidige experimentele beperkingen te overwinnen is de marien vrijlevende platworm Macrostomum lignano (Platyhelminthes, Macrostomida). Het doel van het hier voorgestelde onderzoek is de gedetailleerde karakterisatie van het stamcelsysteem van de platworm M. lignano. Dit houdt in: 1) het achterhalen van de embryonale oorsprong van de neoblasten door het opstellen van de volledige embryonale en postembryonale celgenealogie (?lineage?) en 2) de analyse van de rol van de neoblasten tijdens het regeneratieproces. Dit zal ons inzicht verschaffen op gebied van ontwikkeling, morfogenese, cellulaire differentiatie, regeneratie en fylogenie van deze basale platworm. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Stamcellen in Convoluta pulcha (Acoelomopha, Platyhelminthes): embryonale oorsprong en karakterisatie tijdens regeneratie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject heeft verschillende doelstellingen, namelijk de gedetailleerde analyse van de embryonale en postembryonale celgenealogie van Convoluta pulchra en het onderzoek naar regeneratieverschijnselen bij Convoluta pulchra. Er zal, onder meer, gezocht werden naar de embryonale oorsprong van de neoblasten (stamcellen) en bovendien zal gezocht worden wat hun rol is tijdens regeneratie en het vormen van de germinale lijn. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Structurele en functionele karakterisering van enerzijds klassieke cadherines van type II, anderzijds deltaprotocadherines Universiteit Gent Abstract: Twee tot dusver weinig bestudeerde subfamilies van de cadherine-superfamilie zullen grondiger worden geanalyseerd. Voor de klassieke cadherines van type II zal de focus liggen op fylogenetische analysen, genstructuuranalysen, mRNA-expressie-analysen, en een selectie van knockout-muismodellen. Voor de delta-protocadherines ligt de focus op de identificatie van moleculaire interactiepartners, evenals de bijdrage aan eiwitstructuurbepalingen en de fenotypering van enkele recent bekomen knockout-muismodellen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Studie naar de genetische en ontwikkelingsbasis van ontwikkelingsbuffering. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Studie naar de metapopulatiestructuur bij de Groene kikker (Rana esculenta synklepton) en de implicaties voor de ruimtelijke configuratie van geïsoleerde habitats Universiteit Gent Abstract: Het inschatten van de effecten van habitat fragmentatie op de persistentie en dynamica van natuurlijke dier- en plantpopulaties vormt een van de topprioriteiten van hedendaags natuurbehoudsonderzoek. Binnen dit kader wordt onderzoek verricht naar de meta-populatie-structuur van Rana esculenta synklepton als ecologisch modelsysteem voor ruimtelijk gestructureerde amfibieënpopulaties. Op basis van de onderzoeksresultaten worden concrete aanbevelingen gemaakt voor duurzame landinrichting. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Studie naar de ontogenetische basis van bouwplan-diversiteit bij Zuid-Amerikaanse katvissen (genus Corydoras, Callichthyidae)
Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek zal trachten de ontogenetische basis van de biodiversiteit aan bouwplannen te achterhalen bij een groep van ZuidAmerikaanse katvissen van het genus Corydoras. Dit is een uitermate soortenrijk genus, waarvan weinig tot niets gekend is over de morfologie van kopstructuren. Deze studie zal op microscopisch-anatomisch niveau de vorming van het kopbouwplan (skelet en spieren) onderzoeken bij één vertegenwoordiger, en die vergelijken met andere soorten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Studie van de rol van fosfoinositidebinding van PDZ domeinen Universiteit Gent Abstract: We hebben recent aangetoond dat de PDZ domeinen van bepaalde PDZ eiwitten, zoals bijvoorbeeld syntenine, een hoge affiniteit vertonen voor bepaalde fosfoinosititden en we konden aantonen dat deze binding de cellulaire lokalisatie en aldus ook de fysiologische functie van dit eiwit beïnvloedt. In dit project willen we de fysiologische functies onderzoeken van fosfoinositidebinding aan de PDZ domeinen van andere PDZ eiwitten. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Study of RNA interference based antiviral immunity in insects by means of an integrated approach in Schistocerca gregaria and Drosophila melanogaster. KU Leuven Abstract: RNA interference (RNAi) is a post-transcriptional gene silencing mechanism triggered by double-stranded RNA (dsRNA). This mechanism can be activated as an immune response against dsRNA structures, such as the ones produced during viral replication cycles. In this context, some viruses have developed evasion mechanisms, such as the expression of viral suppressors of RNAi (VSRs). However, the degree of RNAi efficiency is highly species-dependent and, interestingly, the antiviral role of RNAi has onlybeen shown in insects that are less amenable to systemic RNAi, such as Drosophila melanogaster. In this project, we hypothesize that a more robust RNAi response will result in a more potent antiviral response. In addition, we will investigate if viral infection can affect the RNAi potency in insects. We propose to study these matters by combining a detailedknowledge of the very robust (systemic) RNAi response in Schistocerca gregaria with the reported knowledge of RNAi and antiviral immunity Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Dulce Cordeiro dos Santos
Super-zoom 4D-confocale microscoop voor in vivo beeldvorming Universiteit Gent Abstract: Super-zoom macro confocale laser scanning microscopie is een nieuwe technologie voor de studie van complexe expressiepatronen en het dynamische gedrag van macromoleculen in dikke weefselspecimens, organen, intacte kleine organismen, en embryo?s. Het is een excellente technologie voor de studie van de ontwikkeling van wild-type en gemuteerde modelorganismen, zoals transgene en knockout (KO) muizen, kikkers, zebravissen en mariene invetebraten. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy • Christophe Ampe • Kris Vleminckx • Paul Coucke
Thalamocorticale Visual Processing tijdens navigatie behaviour KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Vincent Bonin • Cagatay Aydin
The effects of ionizing radiation and folic acid on neural tube closure, eye development and cognitive functions in mice KU Leuven Abstract: It has been known for some time that prenatal ionizing radiation exposure increases the prevalence of rostral neural tube defects (NTDs) (e.g. anencephaly/exencephaly), congenital eye defects (EDs) (e.g. anophthalmos) and adult cognition. Furthermore, considering that prenatal folic acid (FA) administration is known to prevent NTDs and improves adult cognition, it is a compound of interest for this study. Moreover, the notion that ionizing radiation may directly affect FA metabolism and availability further increases its importance for the study. This PhD project aims to elucidate underlying radiation-induced mechanisms responsible for these early and late defects, and to assess a possible role for FA herein. In particular, pregnant mice will be whole-body irradiated with different doses of X-rays at day 7.5 of gestation, whereafter analyses of the embryonic brain and eye will be performed at distinct developmental stages. Meanwhile, animals will be exposed to low, normal or high FA do Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons • Kai Craenen
The functional deciphering of novel neuropeptidergic circuits in associative learning and memory KU Leuven Abstract: Leren en geheugen zijn fundamentele biologische eigenschappen die al vroeg in de dierlijke evolutie ontstonden. Het onderzoeken van deze processen is in onze hersenen bijzonder moeilijk aangezien het menselijke brein uit miljarden neuronen bestaat en deze cellen onderling
ontelbaar veelverbindingen aangaan. De bodemnematode Caenorhabditis elegans bezit daarentegen een compact zenuwstelsel van slechts 302 neuronen waarvan het algemene patroon van neuronale connecties volledig in kaart werd gebracht. Daarbij zijn alle genfamilies betrokken in neuronale functie bij zoogdieren ook aanwezig bij de worm. C. elegans is medehierdoor het uitgelezen modelorganisme om na te gaan hoe individuele zenuwcellen sensorische informatie verwerken tot een gepast leergedrag. Dit project tracht de rol van neuropeptiden in leren en geheugen te ontrafelen. Neuropeptiden zijn kleine regulatorische eiwitten in staat G-proteïne gekoppelde receptoren (GPCRs) te activeren en ze werden reeds in eenwaaier aan divers Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbet Temmerman • Jan Watteyne
The influence of binocular deprivation on the developmental gene and protein expression profiles in the central and peripheral visual field representation in the primary visual areas of the cat KU Leuven Abstract: In mammals, the maturation of the visual system continues postnatally under the influence of visual experience. Abnormal vision, for example due to monocular or binocular deprivation, induces structural reorganizations at every processing level in the visual system: retina, subcortical nuclei (dorsal lateral geniculate and superior colliculus) and visual cortex. The existence of separate time periods for achieving distinct visual modalities has been examined during the normal development of the mammalian visual system. Our recent investigations suggest the existence ofa discrete critical period for motion perception. The goal of this project is to examine the motion-sensitive critical period by complementingongoing behavioural research with molecular and neurophysiological characterization of retinal target regions in the brain. Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • N. N.
The involvement of neuropeptide signalling in several types of behaviour KU Leuven Abstract: Neuropeptides are a highly interesting group of bioactive compounds. They are neuronal signalling molecules, widespread in the central nervous system and the peripheral system. Since previous studies demonstrated a clear link between neuropeptides and certain behavioural functions, knowledge about neuropeptides is essential in the study of behavioural disorders.
This doctoral research tries to determine the function of recently identified neuropeptides present in the hippocampus. In this regard,the interaction between neuropeptides and their receptors is of major importance in order to unravel the corresponding networks and signalling cascades. Extensive research on this matter may lead to new potential therapeutic targets for drug development.
Cellular assays, RNA interference and in vivo mice experiments are crucial strategies in order to achieve these goals. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Bart Landuyt • Walter Luyten • Eddy-Tim Verjans
The molecular basis of probiotics. KU Leuven Abstract: Probiotics are microorganisms that confer beneficial properties on their mammalian host when ingested. Most probiotics are bacteria but a few yeast species have also been discovered to exhibit excellent probiotic properties. Saccharomyces boulardii (S.boulardii) is a yeast that is generaly regarded as being closely related to the baker's yeast (Saccharomyces cerevisiae) and having an excellent capability to exert probiotic effects. This yeast has previously been studied at both genotypic and physiological levels to determine if it can be considered as a strain of Saccharomyces cerevisiae. The mechanism of probiotic action of S.boulardii isknown to involve modulation of the inlammatory components of the host'simmune system,the release of proteases against bacterial toxins and maintenance of the host's gut epithelial cell tight junction integrity. This doctoral research work is aimed at establishing the molecular mechanisms upon which S.boulardii's probiotic activities are based. Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Benjamin Offei
The molecular signature of neuropeptidergic control of long term memory. KU Leuven Abstract: Humanity has always been intrigued by the nearly mythical properties ofthe brain: in this organ, our deepest thoughts, intelligence and personality reside. Yet, thorough research can penetrate into this complexity and unravel certain aspects, delivering some of the pieces fitting into the final puzzle. In this project proposal, I pursue to deliver a much-needed understanding of how learning and memory processes are regulated by a specific neuropeptide, nematocin, in the brain. Neuropeptides are small signalling molecules that have been implicated in a variety of processes. There is growing evidence for neuropeptides to be involved in learning and memory, but how they exert these effects is largely unexplored.I will use the #mini-brain# of the model organism C. elegans, which as a whole contains exactly 302 neurons only. Our research group has ample experience with the study of neuropeptidergic signalling in this model, and recently discovered a conserved vasopressin/ocytocin-like signa Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Katleen Peymen
The role of local thyroid hormone (in)activation in embryonic and larval development in zebrafish using ZFN knockouts KU Leuven Abstract: We aim to develop transgenic knock-out lines of zebrafish using zinc finger nucleases, targeting deiodinase genes. Next, we will analyse the resulting phenotype and search the underlying pathways using molecular biology and histology techniques. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Veerle Darras • Anne Houbrechts
Toepasbaarheid van neuronale stamcellen en multpotente adulte progenitorcellen (MAPC) voor transplantatie in temporale kwab epilepsie Universiteit Gent Abstract: Multipotente adulte progenitorcellen (MAPC's) en neuronale stamcellen zullen geëvalueerd worden naar hun potentie om te differentiëren naar functionele neuronale cellen. Fenotype en functionaliteit van gedifferentieerde cellen zal in vitro getest worden met behulp van histochemische en electrofysiologische technieken. In vivo functionaliteit wordt getest via neurotransplantatie in een status epilepticus ratmodel met neuronale schade t.h.v. de pippocampus. Functioneel herstel wordt geëvalueerd via video-EEG en geheugentesten. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Paul Boon
Transgene technologie voorde functionele analyse van eukaryote genen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als doel binnen een wetenschappelijk kontekst een centrale transgene eenheid op te richten binnen de Universiteit Antwerpen. Deze eenheid staat in voor de aanmaak van transgene en knock-out diermodellen,weefsels en cellen. De transgene technologie zal worden toegepast voor de functionele studie van : Genen betrokken bij de osteo/chondrogene differentiatie (Ecm1,Itm2a); Genen betrokken bij de pathogenese van affectieve stoornissen; Genen koderend voor K+ ion kanaaleiwitten . Organisaties: • Moleculaire biotechnologie • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Joseph Merregaert • Dirk Snyders
Trypanozoma equiperdum - geslachtsziekten pathogeniteit en transmissie Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Verloskunde, voortplanting en bedrijfsdiergeneeskunde
Onderzoekers: • Ann Van Soom
Uitbreiding microtoom voor semi-dunne snijtechniek met diamantmes Universiteit Gent Abstract: De studie naar de morfologie van gewervelde vertebraten vereist een analyse van macroscopisch tot microscopisch niveau. Om nog dieper in te kunnen gaan op de microscopische anatomie, is het gebruik van een microtoom uitgerust met diamantmes noodzakelijk, daar dit toelaat histologische preparaten dunner dan 5 micrometer te genereren. Deze aanvraag behelst de aanschaf van een meshouder met dergelijk diamantmes. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Ultramicroscopische en moeculaire karakterisering van de initiëe fasen van intussusceptieve angiogenese: rol van de angiopoëtines en hun receptoren. Universiteit Gent Abstract: Ultramicroscopisch driedimensioneel onderzoek naar de initiële stappen van intussesceptieve angiogenese tijdens de glomerulogenese in de embryonale varkensnier. Deze morfolgoei wordt gecorreleerd met de detectie (via immunohistochemie) en de cellulaire lokalisatie (via immunogoudlabeling en transmissie elektronenmicroscopie) van de angiopoëtines ANGPT1 & ANGPT2 alsok TIE2 (hun receptor) en TIE1 om hun functionele rol in de verschillende stappen van intussesceptieve angiogenese te doorgronden. Organisaties: • Vakgroep Morfologie
Onderzoekers: • Pieter Cornillie
Unieke identificatiepatronen voor neurodegeneratieve ziekten door middel van metabolomics in relevante C. elegans modellen KU Leuven Abstract: Neurodegeneratieve ziekten hebben een sterke impact op de menselijke emotionele en socio-economische welvaart. Ondanks een ononderbroken groei van het aantal mensen dat aan deze aandoeningen lijdt, is effectieve behandeling van deze ziekten vooralsnog niet mogelijk. Dit gebrek is in grote mate te wijten aan ons beperkt inzicht in het eigenlijke werkingsmechanisme van neurodegeneratieve ziekten. Omwille van de ongeëvenaarde gevoeligheid, is metabolomics de meest geschikte methode voor het ontrafelen van ziektemechanismen. De keerzijde van de gevoeligheidsmedaille toontzich in de noodzaak aan een uitermate hoge graad van experimentele controle, dewelke voor de
meeste modelorganismen niet bereikt kan worden.In dit project wordt op die eis ingespeeld door gebruik te maken van beschikbare ziektemodellen in Caenorhabditis elegans. Controle op verschillende niveau#s, gaande van genetica tot groeicondities, is voor deze wormen superieur aan elk ander dierenmodel, op die manier tegemoetkomend Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Liliane Schoofs • Liesbet Temmerman • Roel Van Assche
Validatie van een in-vitro model voor vroegtijdige opsporing van toxische agentia uit milieu en industrie op de eicelontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uit epidemiologische studies is gebleken dat verschillende chemische contaminaties verantwoordelijk kunnen zijn voor fertiliteitsproblemen en afwijkingen aan het reproductiesysteem. In tegenstelling tot de multiple wetenschappelijke studies uitgevoerd op het zaad van de man, zijn gegevens omtrent effecten op de eicelpool en eicelkwaliteit quasi onbestaand. Deze schaarsheid is te wijten aan de afwezigheid van betrouwbare niet-invasieve testen. er is nood aan een gevoelig systeem dat vroegtijdig de directe schade van stoffen op de verschillende componenten van de follikel zou kunnen aantonen of uitsluiten. Vermits er in vivo in een ovarium alle folliculaire stadia gelijktijdig aanwezig zijn, is een effect op één bepaald stadium moeilijk aan te tonen. Het project wil de hypothese testen dat het voorgestelde in vitro follikelcultuurmodel (Cortvrindt et al. 1996) een bruikbaar en gevoelig assaysyteem is om toxiciteiten op de vrouwelijkegametogenese en meiotische maturatie te evalueren en de eindparameters ervan vast te leggen. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Veranderingen in de schildklieras bij stress en ziekte KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Christine Vanhole • An Eerdekens
Vergelijkende functionele en ecologische morfologie van de perissodactyl ledemaat: inzicht in de adaptieve evolutie van de paardachtigen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Functionele morfologie
Onderzoekers: • Peter Aerts • Sandra Nauwelaerts • Jamie Maclaren
Vergelijkende studie van de embryonale ontwikkeling bij nematoden Universiteit Gent Abstract: Doel is een beter inzicht te krijgen in de evolutie van embryonale ontwikkeling in nematoden. Met 4D-microscopie en transmissie electronenmicroscopie wordt de embryonale ontwikkeling van vier nematodensoorten opgenomen en hun embryonale celgenealogie opgesteld. Onderliggende ontwikkelingsmechanismen worden onderzocht door experimentele manipulatie. De celgenealogieen worden softwarematig geanalyseerd en vergeleken. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Gaetan Borgonie
Verkenning van de rol van TGFbeta in de pathogenese van aortische aneurysmen leidt tot beloftevolle nieuwe behandelings strategieën Universiteit Gent Abstract: Gebaseerd op de bevinding dat transforming growth factor beta (TGFbeta) een belangrijke rol speelt in de pathogenese van aorta aneurysma vorming bij Marfan syndroom en dat TGFbeta antagonisme met losartan bij Marfan muizen de groei van de aorta significant afremt, zal een placebo gecontroleerde studie met losartan bij de mens opgezet worden. He effect van de behandeling zal nagegaan worden met behulp van vasculaire echo-doppler, echocardiografie met tissue doppler imaging en nucleair magnetische resonantie. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Patrick Segers
Verwantendiscriminatie en inteeltvermijdingsmechanismen bij de gedomesticeerde kat (Felis sylvestris catus) en de effecten van contraceptiva op het gedrag van de kattin. Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel inteelt wordt gezien als een mogelijke drijfveer van dispersie (Greenwood, 1980; Wolff 1993; Perrin & Goudet, 2001; Devillard et al., 2003), blijkt dat verwante katten zich vaak toch in elkaars nabijheid bevinden. Aangezien inteelt de fitness verlaagt, is het evolutionair gezien voordelig een secundair inteelt-vermijdingsmechanisme te ontwikkelen (Koeninger Ryan et al., 2002). Uit de studie van Ishida et al. (2001), blijkt dat kattinnen inderdaad vermijden door verwante katers bevrucht te worden. Dit impliceert dat zij onderscheid kunnen maken tussen verwante en nietverwante dieren. In deze studie willen we nagaan of katten inderdaad dit onderscheid kunnen maken en op welke mechanismen dit gebaseerd kan
zijn. Hiervan uitgaande willen we kijken of katten een inteelt-vermijdingsmechanisme hebben dat op dit onderscheid is gebaseerd. Het toedienen van bepaalde (hormonale) contraceptiva kan gedragsveranderingen veroorzaken (Gerber et al., 1973; Chapman, 1991; Hart, 1991), zodat een eventueel inteelt-vermijdingsmechanisme verstoord kan worden. Daarom zullen we de effecten van verschillende (nieuwe) contraceptiva op het paargedrag, het sociale gedrag en het dagelijkse tijdsbudget van kattinnen nagaan. Organisaties: • Gedragsbiologie
Onderzoekers: • Mark Nelissen • Peter Bols • Els Peeters
Vlinders in gefragmenteerde bossen als modelorganismen voor de studie van de relatie tussen ontwikkelingsinstabiliteit en genetische variatie Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt onderzoek naar de bruikbaarheid van kleine ontwikkelingsverschillen tussen de linker- en rechterzijde van bilateraal symmetrische kenmerken (zogenaamde fluctuerende asymmetrie, FA) als bio-indicator voo rnegatieve gevolgen van inteelt t.g.v. habitat versnippering in gematigde en tropische gebieden. Als ecologisch model wordt gekozen voor twee verwante dagvlindersoorten, Pararge aegeria (algemene Europese dagvlinder) en Cymothoe teita (bedreigde Keniaanse endeem). Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Vlinders in gefragmenteerde bossen als modelorganismen voor de studie van de relatie tussen ontwikkelingsinstabiliteit en genetische variatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Fluctuerende asymmetrie (FA) -kleine verschillen tussen de linker en rechter zijde van een bilateraal symmetrisch kenmerk die het resultaat zijn van 'developmental noise' en 'developmental stability' -is een potentieel interessante indicator van stress. Tal van studies hebben aangetoond dat zowel omgevings- (parasieten, abiotische tactoren) als genetische stress (inbreeding, breakup van co-adapted gene complexes) gepaard gaan met een taename in FA op zowel individueel als populatie niveau (Polak, 2003). FA wordt verondersteld een maat te zijn vaor ontwikkelingsinstabiliteit, waarbij deze laatste gekarakteriseerd wardt daor ontwikkelings ruis (waardaor een ontwikkelend kenmerk gaat afwijken van zijn ontwikkelingsschema) en antwikkelingsstabiliteit (die de gevolgen van ruis verkleint) (Van Dongen & Lens, 2002). Belangrijk is op te merken dat ontwikkelingsinstabiliteit niet direct meetbaar is en dat FA als surrogaat gebruikt wardt. De hypothese dat de toename in FA ten gevalge van stress reeds Qptreedt bij relatiet lage stress in vergelijking met de niveaus waarbij er zich een belangrijke reductie in fitness manitesteert, heeft ertoe geleid te veranderstellen dat FA a's zgn. 'early warning system' een belangrijk instrument kan vormen bij de identificatie van soorten en populaties die natuurbeschermende maatregelingen nodig hebben (Clarke, 1995). Het systematisch gebruik van FA als biomanitoring tool wordt echter bemoeilijkt door heterogeniteit in verbanden tussen FA en stress. Vooral het gebrek aan algemene richtlijnen die voorspellen wanneer -voor welke soarten(-groepen), vormen van stress en kenmerken -FA toeneemt met stress, maakt het algemeen gebruik onmogelijk. Het onderzoek voargeste'd in deze projectaanvraag beaogt onderzoek naar de bruikbaarheid van FA als bio-indicatar voor mogelijk negatieve gevolgen van inteelt bij twee relatiet nauw verwante dagvlindersoorten (P. aegeria en Cymothae teita). P. aegeria is een vrij algemene Europese dagvlinder en C. teita een bedreigde en endemische vlindersoort van de Taita Hills, Kenia. Beide soorten komen voor in boshabitaten die wereldwijd sterk onderhevig zijn aan versnippering en degradatie. P. aegeria zal intensiet bestudeerd worden onder zawellaba- als veldcondities. Dit luik van het anderzaek zal ons toelaten om een aantal tundamentele aspecten van de FA-heterozygositeits relatie te bestuderen (voor details zie verder). Hiervoar wordt (i) een kweek-experiment onder gecontroleerde condities opgestart waarbij inbreeding experimenteel gemanipuleerd zal worden, (ii) de FA-inteelt relatie onder natuurlijke omstandigheden bestudeerd, (iii) FA gemeten bij een ruime waaier van kenmerken met verschillend tunctianeel belang en (iv) genetische variatie geschat a.d.h.v. verschillende genetische merkers waarvan de selectieve neutraliteit varieert (microsatelliet vs. allozymes, waarbij deze laatste enkel bestudeerd kunnen warden door de vlinder te doden). Dit type van onderzoek kan uitgevaerd worden bij een soort zoals P. aegeria die vrij algemeen is en relatiet eenvoudig artificieel gekweekt en gemanipuleerd kan worden. Bij onderzoek op bedreigde argansimen, zoals C. teita, moet getracht warden om de impact van het onderzoek op het organisme te minimalizeren. Daarom zal het onderzaek op C. teita zich beperken tot het meten van FA a.d.h.v. digitale toto's en het schatten van genetische variatie m.b.v. microsatelliet merkers op basis van DNA uit kleine weetselstalen. Deze niet-invasieve methades zullen ap punt gesteld en gevalideerd worden bij P. aegeria. De tundamentele inzichten die voortvloeien uit het onderzoek ap P. aegeria om trend de cantroversie rand de relatie tussen FA en inbreeding, zullen verder gebruikt worden om patronen bij C. teita te evalueren en de bruikbaarheid van FA als monitoring tool in te schatten. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
Voedselallergie bij paarden Universiteit Gent Abstract: De diagnose van voedselallergie bij paarden is niet makkelijk. Er zijn een aantal bloedtesten beschikbaar maar deze zijn bij ons weten niet wetenschappelijk gevalideerd. De doelstelling van dit onderzoek is na te gaan of deze test vals positieve resultaten kan geven bij gezonde paarden. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Myriam Hesta