Onderzoeksproject
1
Katholieke Hogeschool Kempen
Onderzoeksproject Integratie van de mensenrechten in de lessen Frans
Eindwerk van Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
CAMPUS
Departement
Vorselaar
Lerarenopleiding Bachelor in onderwijs: Secundair Onderwijs 3de jaar
Promotor: Birgit Van De Mieroop Academiejaar 2011-1012
SAMENVATTING In mei vorig jaar werden we uitgedaagd door Vormen VZW om ons eindwerk rond de integratie van de mensenrechten in de lessen Frans te maken. In het begin wisten we niet goed wat er verwacht werd, we hadden er helemaal geen voorkennis van en wisten niet goed hoe er aan te beginnen. Toch vonden we het een leuke uitdaging en wilden we er alles aan doen om dit werk tot een goed einde te brengen. De bedoeling was dat we volgens een stappenplan een onderzoeksproject opstartten dat begon met een theoretisch kader. Dat theoretisch kader moest alle informatie die al bestond over de mensenrechten bevatten, zodat wij een vertrekpunt konden vinden, nl. wat wordt er nog gemist? We zijn dan tot de conclusie gekomen dat er meestal in projectvorm rond mensenrechten gewerkt wordt, maar dat er geen mensenrechten geïntegreerd worden in de lessen. We hebben dan een enquête opgestart en rondgedeeld in enkele klassen om te weten te komen op welke manier de leerlingen graag over de mensenrechten wilden leren. Op basis van die informatie zijn we dan begonnen aan het ontwerpen van de didactische pakketten die de mensenrechten integreren in de lessen Frans. We hebben uiteindelijk een kant-en-klaar pakket ontwikkeld voor het 3de en het 4de jaar, zowel voor ASO als voor TSO. Er is telkens een versie voor de leerlingen en een versie voor de leerkracht voorzien. De lessen uit het pakket kunnen elk apart of als een geheel gegeven worden. Er is op gelet dat er toffe en nieuwe werkvormen aan bod komen, zodat de leerlingen uitgedaagd en gestimuleerd worden om zich in te zetten voor de mensenrechten. Er is ook voor gezorgd dat alle vaardigheden en de nodige kennis aan bod komen en getoetst kunnen worden. We zijn ervan overtuigd dat we een steentje bijgedragen hebben aan de mensenrechteneducatie en dat het voor de leerkrachten een leuk, uitdagend en makkelijk te hanteren pakket is. We hopen dat onze lessenpakketten bijdragen aan de realisatie van een positieve mensenrechtenhouding bij de leerlingen. Wij zijn in ieder geval gemotiveerd om ons actief in te zetten voor een betere wereld waarin alle mensenrechten geëerbiedigd worden.
INHOUDSTAFEL Aanleiding ..........................................................................................................9 Context ..............................................................................................................9 1
Probleemstelling ............................................................................................. 11 1.1
1.1.1
VORMEN vzw ...................................................................................... 11
1.1.2
Mensenrechten .................................................................................... 11
1.1.3
Mensenrechteneducatie ........................................................................ 13
1.1.4
Vakoverschrijdende eindtermen ............................................................ 16
1.1.5
Vakgebonden eindtermen ..................................................................... 17
1.2 2
3
Theoretisch kader ..................................................................................... 11
Praktijkprobleem ....................................................................................... 17
Onderzoeksdoel en onderzoeksplan .................................................................. 19 2.1
Onderzoeksdoel ........................................................................................ 19
2.2
Onderzoeksvraag en deelvragen ................................................................. 19
Verkenning van de doelgroep ........................................................................... 20 3.1
Oriënteringsactiviteiten .............................................................................. 20
3.2
Resultaten ................................................................................................ 21
3.2.1 4
5
6
4.1
Ontwerpeisen ........................................................................................... 27
4.2
Didactisch pakket ...................................................................................... 27
Aanpak.......................................................................................................... 29 5.1
Methoden gegevensverzameling.................................................................. 29
5.2
Onderzoeksactiviteiten ............................................................................... 29
Resultaten ..................................................................................................... 30 6.1
7
8
9
Analyse van gegevens .......................................................................... 21
Ontwerp ........................................................................................................ 27
Analyse van de gegevens ........................................................................... 30
6.1.1
Enquête voor de leerlingen ................................................................... 30
6.1.2
Resultaten .......................................................................................... 32
Conclusies ..................................................................................................... 35 7.1
Deelvragen ............................................................................................... 35
7.2
Onderzoeksvraag ...................................................................................... 36
7.3
Oplossing praktijkprobleem ........................................................................ 37
Procesbeschrijving .......................................................................................... 38 8.1
Individuele ontwikkeling............................................................................. 38
8.2
Collectieve ontwikkeling ............................................................................. 38
8.3
Uitvoering van de onderzoekscyclus ............................................................ 38
8.4
Communicatie .......................................................................................... 40
Vooruitblik ..................................................................................................... 41
LIJST VAN ILLUSTRATIES Figuur 1 Iedereen gelijk ..................................................................................... 11 Figuur 2 Factoren die een invloed hebben op elke activiteit rond mensenrechten ....... 15
INLEIDING Aanleiding De jarenlange ervaring met mensenrechteneducatie in onderwijs leerde VORMEN vzw dat mensenrechten op school steeds vaker behandeld worden in het kader van een projectweek of –dag. Een occasionele gelegenheid waarbij mensenrechten eventjes in de kijker worden geplaatst, maar ook even snel weer verdwijnen. Interessanter zou zijn om mensenrechteneducatie te integreren in de verschillende schoolvakken en zo te komen tot een onderwijs doordrongen van mensenrechten. De doelstellingen van mensenrechteneducatie kunnen perfect opgenomen worden in de vakgebonden doelstellingen van een bepaald vak. Zo kan er voortdurend gewerkt worden aan een mensenrechtenhouding zonder dat dit voor de leerkracht een extra belasting betekent. Vanuit deze visie ontwikkelde VORMEN vzw reeds enkele educatieve pakketten voor leerkrachten die mensenrechteneducatie probleemloos integreren in de verschillende vakinhouden. Voor de integratie van mensenrechten in de lessen Frans ging de vzw een samenwerking aan met ons, Bo Alpaerts en Paulien Detailleur, twee studentes uit de lerarenopleiding van de KHK.
Context De opzet van dit onderzoeksproject is dus een educatief pakket opstellen die de algemene mensen- en kinderrechten, samengevat door VORMEN vzw, integreert in de lessen Frans voor de tweede graad ASO en TSO. Hierrond zou tevens onderzoek gebeuren en daaruit uiteindelijk conclusies getrokken. Helaas, aangezien wij een internationaal traject volgden en dus in het buitenland zaten, waren we voor het onderzoek afhankelijk van derden die zich uiteindelijk teruggetrokken hebben. Dit onderzoeksproject is dus niet volledig wegens overmacht.
Onderzoeksproject
11
1 PROBLEEMSTELLING 1.1 Theoretisch kader 1.1.1 VORMEN vzw De opdrachtgever van dit onderzoeksproject Mensenrechteneducatie, VORMEN vzw.
is
de
Vlaamse
Organisatie
voor
VORMEN is een onafhankelijke, niet-politieke en niet-commerciële organisatie die in haar eigen werking de bij mensenrechten onderliggende waarden en principes toepast. Haar visie is die van een wereld waarin alle mensen alle mensenrechten effectief genieten. Mensenrechteneducatie levert volgens de organisatie een noodzakelijke bijdrage aan de realisatie van deze visie. VORMEN voert kwaliteit hoog in het vaandel en staat open voor samenwerking met andere organisaties, of in dit geval met studenten uit de lerarenopleiding. VORMEN ziet het als haar opdracht om mensenrechteneducatie, waaronder kinderrechteneducatie, aan te bieden aan en te stimuleren binnen alle relevante geledingen van de Vlaamse samenleving. Het aanbod van VORMEN bestaat uit educatief materiaal, vormingen, sensibilisering en het delen van expertise. De organisatie richt zich daarbij op kinderen, jongeren en volwassenen; zowel binnen als buiten de onderwijscontext. Voor meer informatie, zie www.vormen.org.
1.1.2 Mensenrechten Alle mensen hebben mensenrechten, gewoon omdat ze mensen zijn. Ze behoren aan iedereen toe en ze bestaan altijd, zelfs als ze niet geëerbiedigd worden. De kernwaarden van de mensenrechten zijn waardigheid en gelijkheid, alle andere mensenrechten staan dus in het teken van deze twee principes. Deze basis kan tevens gevonden worden in de meeste religies en filosofische stelsels. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) is de meest aanvaarde tekst over Figuur 1 Iedereen gelijk mensenrechten. De Verklaring werd op 10 december 1948, op acht onthoudingen na, unaniem aanvaard door de Verenigde Naties en is sindsdien de internationale standaard voor de mensenrechten. De UVRM bepaalt wat voor iedereen ter wereld de basisrechten zijn, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of sociale herkomst, eigendom, geboorte of andere status. Ze bepaalt dat regeringen beloofd hebben bepaalde rechten te vrijwaren, niet alleen voor hun eigen burgers maar ook voor die in andere landen. Dit betekent dat staatsgrenzen niet mogen verhinderen anderen te helpen om effectief hun rechten te verkrijgen. Ook al heeft de UVRM zelf geen bindende kracht levert ze als algemene principeverklaring wel een belangrijke inspiratie voor internationale, regionale en nationale wetgevingen. Zo heeft de internationale gemeenschap ook een aantal sleutelprincipes vastgelegd waar staten mee ingestemd hebben en zich moeten aan houden. Volgens deze principes zijn mensenrechten universeel en onvervreemdbaar, onderling afhankelijk en ondeelbaar en gelijk en nietdiscriminerend. Iedereen, zowel de burgers als de staten, heeft de verantwoordelijkheid deze rechten te waarborgen.
12
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
Universeel en onvervreemdbaar Het principe van de universaliteit van de mensenrechten is de hoeksteen van het internationaal mensenrecht. Dit principe, voor het eerst aangenomen door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948, is overgenomen door verschillende internationale mensenrechtenconventies, - verklaringen en –resoluties. Dit betekent dat de mensenrechten in dezelfde mate gelden voor alle mensen, overal en altijd. Daarenboven zijn de mensenrechten ook onvervreemdbaar, je kan ze dus niet verliezen omdat ze verbonden zijn met het menselijk bestaan zelf. Onderling afhankelijk en ondeelbaar Verschillende mensenrechten zijn intrinsiek met elkaar verbonden en kunnen dus niet los van elkaar gezien worden. Het genieten van een bepaald recht hangt af van het genieten van vele andere rechten en geen enkel recht is belangrijker dan de andere. Alle mensenrechten zijn tevens ondeelbaar, of het nu gaat om burgerlijke en politieke rechten (zoals het recht op vrijheid, op leven en op veiligheid), economische en sociale rechten (zoals het recht op werk, op onderwijs en op voedsel) of milieu-, culturele en ontwikkelingsrechten. Gelijk en niet-discriminerend Non-discriminatie en diversiteit zijn transversale principes in het internationale mensenrecht. Deze principes komen aan bod in alle belangrijke mensenrechtenverdragen en vormen er soms zelf het uitgangspunt van, zoals in het internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie of het Vrouwenverdrag. Het principe van gelijkheid vult het non-discriminatie principe perfect aan, of zoals we in Artikel 1 van de UVRM kunnen lezen: “Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren” Rechten en verantwoordelijkheden Zeggen dat iedere persoon mensenrechten heeft implementeert dat iedere persoon tevens de verantwoordelijkheid heeft de mensenrechten van anderen te eerbiedigen. Ook de staat heeft de verplichting de mensenrechten te eerbiedigen en te beschermen. Mensenrechten-kinderrechten In de UVRM is er sprake van 30 mensenrechten, maar deze lijst is niet exhaustief, bijlange niet. VORMEN vzw maakte voor ons een selectie. Deze samenvatting combineert de UVRM met het Kinderrechtenverdrag in onderstaande lijst: 1. Iedereen het recht op een gelijke behandeling 2. Iedereen heeft het recht op een goed leven 3. Iedereen heeft het recht op een eigen mening en op inspraak 4. Iedereen heeft het recht om iemand te zijn 5. Iedereen heeft het recht op privacy 6. Iedereen heeft het recht op spel, rust en cultuur 7. Iedereen heeft het recht op goed onderwijs en informatie 8. Iedereen heeft het recht op een gezin 9. Iedereen heeft het recht op gezondheidszorg 10. Iedereen heeft het recht op veiligheid en bescherming 11. Iedereen heeft het recht op een eigen geloof en cultuur 12. Iedereen heeft het recht om samen te komen met anderen 13. Alle maatregelen waar een jongere bij betrokken is, moeten rekening houden met zijn/haar belang.
Onderzoeksproject
13
14. Verantwoordelijkheid van beide ouders en de overheid 15. Bijzonder kwetsbare jongeren hebben het recht op bijzondere bescherming:
Jongeren Jongeren Jongeren Jongeren Jongeren
met een handicap en het gerecht die behoren tot een minderheid die asielzoeker of vluchteling zijn in gewapende conflicten (oorlog)
1.1.3 Mensenrechteneducatie De rechten van de mens omvatten dus alle rechten waar een individu, een groep mensen of de staat aanspraak op kan maken. De rode draad doorheen deze rechten is dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren worden. Als burgers in een mondiale samenleving kunnen we dus niet vroeg genoeg beginnen met het streven naar een universeel bewustzijn waarin mensenrechten centraal staan om vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld te waarborgen. Om dit ideaal na te streven zijn er tal van wettelijke internationale mensenrechteninstrumenten ontworpen waar overheden van over de hele wereld zich dienen aan te houden, met als koploper de UVRM. Daarenboven bestaan er tal van nationale en internationale instituten en organisaties die als doel hebben de mensenrechten te promoten en te verdedigen. Voorbeelden hiervan zijn Amnesty International, UNICEF en Artsen zonder Grenzen. Mensenrechten kunnen echter niet gewaarborgd worden door wetteksten alleen; en bekendheid van mensenrechten is niet enkel belangrijk voor landen in oorlog of armoede. De kracht van mensenrechten is juist dat iedereen ze kent en dat ze overal worden toegepast. Iedereen, ook jonge mensen, moet ze beschermen en er zorg voor dragen. Als mensen deze rechten op kleine schaal niet in acht nemen, kunnen we ook geen verbetering verwachten op grote schaal. 1.1.3.1 Wat is mensenrechteneducatie? "… educatieve programma’s en activiteiten die zich richten op de promotie van een gelijke menselijke waardigheid voor eenieder, samen met andere programma’s zoals het promoten van intercultureel leren en participatie en het aanmoedigen van minderheden om voor zichzelf op te komen." Officiële definitie van mensenrechteneducatie voor het Jongerenprogramma van de Raad van Europa Er bestaan veel definities en er zijn een aantal verschillende benaderingen, maar mensenrechteneducatie kan het best omschreven worden door aan te geven wat het wil bereiken. Het doel op lange termijn is om een cultuur te scheppen waarin mensenrechten worden begrepen, verdedigd en geëerbiedigd. Zo’n mensenrechtencultuur is een netwerk van samenhangende attitudes, overtuigingen, gedragingen, normen en regels. Doeltreffende mensenrechteneducatie moet zich dus bovenal op het leerproces toespitsen: ze moet uitgaan van de behoeften, voorkeuren, capaciteiten en wensen van de groep binnen een maatschappij. Onze doelgroep bestaat uit leerlingen van de tweede graad ASO en TSO, en als verkenning zijn we dan ook gaan peilen naar hun behoeften, voorkeuren, capaciteiten en wensen. Dit komt uitgebreid aan bod onder punt 2. Mensenrechteneducatie is educatie over, voor en door mensenrechten. Om waarachtig te zijn moet mensenrechteneducatie de principes en waarden toepassen die het wil bevorderen, educatie door mensenrechten dus. Het gaat er immers om mensen te
14
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
helpen ontwikkelen tot het punt waar ze mensenrechten begrijpen en waar ze aanvoelen dat zij belangrijk zijn en zouden moeten geëerbiedigd en verdedigd worden (zie hierboven). Het materiaal dat wordt uitgewerkt voor mensenrechteneducatie moet leerkrachten helpen les te geven over (bv. lesgeven over mensenrechtenschendingen), maar ook voor(bv. leren hoe rechten te eerbiedigen en te beschermen) mensenrechten. Het moet jongeren helpen vaardigheden, kennis en houdingen te ontwikkelen die zij nodig hebben om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen. We maken daarom liefst gebruik van participatieve en interactieve methodieken. Een participatieve methodologie blijkt de meest efficiënte en de meest krachtige werkwijze te zijn om vaardigheden en houdingen te ontwikkelen, naast kennis. 1.1.3.2 Kennis, vaardigheden, attitudes en methodologie Kennis Weten dat er officiële teksten zijn betreffende mensenrechten, weten welke rechten erin vervat zijn, dat deze rechten universeel van toepassing zijn op alle mensen en hen niet kunnen ontnomen worden. Ook de gevolgen kennen van mensenrechtenschendingen. Dergelijke kennis helpt jongeren om op te komen voor hun eigen rechten en die van anderen. Vaardigheden Het gaat hier om het luisteren naar anderen, om het maken van een morele analyse, om het samenwerken, om het oplossen van problemen, en om de bestaande toestand in vraag te stellen. Degelijke vaardigheden helpen jongeren om:
de wereld rondom hen te analyseren. te begrijpen dat mensenrechten een manier zijn om hun eigen leven en het leven van anderen te verbeteren. actie te ondernemen om mensenrechten te beschermen.
Attitudes Zoals: dat mensenrechten belangrijk zijn, dat menselijke waardigheid iedereen toebehoort, dat rechten moeten geëerbiedigd worden, dat samenwerking beter is dan conflict, dat we verantwoordelijk zijn voor onze daden, en dat we onze wereld kunnen verbeteren als we dit proberen. Deze houdingen helpen jongeren om hun moreel bewustzijn te ontwikkelen en om een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving. (Eerste stappen in mensenrechteneducatie) Methodologie De methode maakt deel uit van de boodschap: Indien we door mensenrechteneducatie effectief willen bijdragen tot respect voor verscheidenheid, tot solidariteit met kansarmen, tot verantwoordelijkheid en inzet,... dan zullen deze waarden integraal deel moeten uitmaken van de methodes die we toepassen. Enkele basisprincipes:
Gebruik interactieve, participatieve methodes: langs de leerkracht om worden de leerlingen zelf de actieve ontdekkers van de wereld rondom hen, eerder dan passieve ontvangers van de kennis van de leerkracht. Integreer de leefwereld van de leerlingen: gebruik concrete en relevante situaties.
Onderzoeksproject
15
Werk ervaringsgericht Pas een verscheidenheid van werkvormen toe zodat verschillende leerstrategieën aan bod komen Wees gericht op de hele mens, niet enkel op het verstand. Verlies dus zeker de gevoelsmatige aspecten niet uit het oog. Wees gericht op het handelen. Het is belangrijk dat het niet enkel bij beschouwingen blijft. Er is een veelheid van “juiste” antwoorden op mogelijke vragen: discussies, menings- en inzichtvragen.
Figuur 2 Factoren die een invloed hebben op elke activiteit rond mensenrechten
(Eerste stappen in mensenrechteneducatie) 1.1.3.3 Mensenrechteneducatie op school “Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen bevorderen en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede steunen.” (Artikel 26, UVRM) De UVRM legt het onderwijs een duidelijke taak op in verband met het bevorderen van mensenrechten. Ondertussen is mensenrechteneducatie een internationale verplichting die opgenomen is in verschillende verdragen. Zowel de verschillende overheden als enkele vrijwilligersorganisaties bieden kant-enklare didactische fiches aan voor mensenrechteneducatie in de klas. Enkele voorbeelden:
Enseignement des droits de l’homme: sujets pouvant être abordés de la fin du primaire à la fin du secondaire : http://www.ohchr.org/Documents/Publications/ABCChapter3fr.pdf Un outil d’éducation et d’engagement pour de jeunes citoyens solidaires : http://www.in-terre-actif.com L’espace enseignants de Amnesty International: http://www.amnestyinternational.be/doc/militer/militer-pres-de-chez-vous/lesgroupes-ecoles/l-espace-enseignants/ Eduquer aux droits de l’enfant : http://www.unicef.fr/contenu/actualitehumanitaire-unicef/eduquer-aux-droits-de-l-enfant-2010-10-21 Repères: manuel pour la pratique de l’éducation aux droits de l’homme : http://eycb.coe.int/compass/fr/contents.html
Ook deze didactische pakketten maken telkens gebruik van interactieve, participatieve en communicatieve methodieken. Onze dossiers onderscheiden zich echter van bovengenoemde thematische fiches in de afstemming op een specifieke doelgroep,
16
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
namelijk de tweede graad ASO en TSO in Vlaanderen. Dankzij deze duidelijke afbakening hebben wij ons pakket perfect kunnen opbouwen rond de te bereiken vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen. Ook de leerplannen van het VVKSO en het GO! dienden als inspiratie. Ons aanbod sluit dus aan bij de voorkennis van de leerlingen en concentreert zich vooral op het oefenen van de communicatieve vaardigheden: lezen, luisteren, spreken en schrijven. Dit alles in een steeds prominent aanwezige mensenrechtencontext. 1.1.3.4 Mensenrechteneducatie in Vlaanderen In de Vlaamse Gemeenschap is al een goede aanzet gegeven tot de implementatie van de opdracht tot mensenrechteneducatie zoals die onder meer in diverse internationale verklaringen en verdragen vervat ligt, onder andere door de opname van mensenrechteneducatie in de vakoverschrijdende eindtermen. Voor de overheid is er nu nog een taak weggelegd om deze implementatie alomvattender en coherenter te maken. Daarenboven zouden ze ook meer ondersteuning kunnen bieden. (Taelman, W.; s.a.)
1.1.4 Vakoverschrijdende eindtermen Mensenrechteneducatie is dus zodanig breed dat het ook gelinkt kan worden aan bijna alle vakoverschrijdende eindtermen. Vanuit de maatschappij wordt er immers steeds meer beroep gedaan op het onderwijs om jongeren competenties in zeer uiteenlopende domeinen bij te brengen. Cruciaal in het streven naar een mensenrechtencultuur zijn de sleutelcompetenties die opgenomen zijn in de gemeenschappelijke stam. Kritisch denken, respect, een open en constructieve houding en verantwoordelijkheid zijn maar enkele voorbeelden van vaardigheden die de basis vormen voor een mensenrechtenvriendelijke houding. De eindtermen in contexten 1 (lichamelijke gezondheid en veiligheid), 2 (mentale gezondheid) en 3 (sociorelationele ontwikkeling) zijn gericht op wat belangrijk is in de uitbouw van een persoonlijk leven. Context 4 draait vooral om duurzame ontwikkeling, waarin solidariteit ook een erg belangrijke rol speelt. Deze context is een scharnier tussen de eerste en de laatste drie contexten. De persoonlijke ontplooiing en levensstijl van iemand heeft een impact op zijn natuurlijke leefomgeving en op het proces van duurzame ontwikkeling, maar wordt er ook door beïnvloed. Een duurzaam samenleven kan tenslotte enkel gerealiseerd worden door de inzet van velen en door samen na te denken en kritisch te reflecteren over verschillende wegen die tot een oplossing van vraagstukken kunnen leiden. Dit houdt in dat burgers moeten beseffen dat zij invloed kunnen uitoefenen op zowel nationale als internationale instellingen om duurzame ontwikkeling te realiseren. In die zin vinden deze eindtermen aansluiting bij de eindtermen van contexten 5 (politiek-juridische samenleving), 6 (socio-economische samenleving) en 7 (socioculturele samenleving) die te maken hebben met politiekjuridische, socio-economische en socioculturele dimensies van de samenleving. (VOET @ 2010) Jongeren zijn niet alleen ‘burgers in wording’, maar maken ook tijdens hun schooltijd deel uit van de samenleving en van de school die daar een afspiegeling van is. De school zou een oefenplaats moeten zijn voor democratisch en participerend burgerschap, waarin mensenrechteneducatie dus zeker haar plaats heeft. Dus ook al komen mens- en kinderrechten en fundamentele vrijheden expliciet in de VOETen aan bod is het belangrijk om te beseffen dat mensenrechteneducatie veel meer is dan dat en dus ook veel breder opgevat en uitgevoerd moet worden.
Onderzoeksproject
17
Natuurlijk is het niet realistisch om al deze VOETen in ons lessenpakket te integreren; we hebben ons hier dus vooral geconcentreerd op de contexten politiek-juridische samenleving en sociorelationele ontwikkeling omdat deze er het best bij aansluiten. Hier en daar komt er wel nog een VOET uit een andere context aan bod. Om het allemaal wat overzichtelijk te houden hebben we in de dossier prof per les aangegeven rond welke VOETen er gewerkt wordt. We hebben steeds gekozen voor een essentiële vaardigheid uit de gemeenschappelijke stam gelinkt aan één of meerdere VOETen uit een bepaalde context. Deze aanpak zal er hopelijk bijdragen aan de realisatie van een mensenrechtenhouding bij de leerlingen.
1.1.5 Vakgebonden eindtermen Aangezien we zeker willen dat ons lessenpakket effectief gebruikt wordt tijdens de lessen Frans is het erg belangrijk dat we ernaar streven de leerlingen de nodige eindtermen te laten bereiken. Ook hier hebben we per les duidelijk aangegeven welke eindtermen we voor ogen hebben. Naar elkaar luisteren en met elkaar communiceren zijn essentiële vereisten op het brede terrein van de menselijke interactie. Om de verstandhouding tussen volkeren te bevorderen, om economische en sociale redenen, is het belangrijk dat mensen elkaar begrijpen en met elkaar communiceren. Net daarom gaat de kennis van moderne vreemde talen, in dit geval Frans, en mensenrechteneducatie hand in hand. Ze hebben immers grotendeels dezelfde doelen voor ogen. Voor echt taalvaardigheidsonderwijs moeten leerlingen bovendien geconfronteerd worden met een gevarieerd taalaanbod én met uitdagende taaltaken. De brede mensenrechtencontext vormt hiervoor volgens ons de ideale omkadering. (Curriculum)
1.2 Praktijkprobleem Kennis over de mensenrechten is onontbeerlijk voor de naleving ervan. Daarom is mensenrechteneducatie een internationale verplichting, vastgelegd in onder andere het Verenigde Naties Kinderrechtenverdrag. Idealiter maken mensenrechten deel uit van alle schoolonderwerpen en schoolvakken en zouden ze het geheel van de opleiding van de leerlingen moeten doordringen. Dit is dan ook waar VORMEN naar streeft: een onderwijs doordrongen van mensenrechten. De organisatie merkt op dat er op school heel veel rond mensenrechten gewerkt wordt, maar dat dit vooral geconcentreerd aangepakt wordt in projecten. Volgens de organisatie zou dit regelmatiger aan bod moeten komen om een mensenrechtencultuur te scheppen (zie 1.1.3.1). Het ontwikkelen van de noodzakelijke vaardigheden, kennis en attitudes om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen gaat bij leerlingen nu eenmaal niet over één nacht ijs. Zelfs al worden in dergelijke projecten interactieve en participatieve methodieken gebruikt, dan nog blijft de impact op lange termijn vrij klein. VORMEN vzw ging in het verleden al samenwerkingsverbanden aan met studenten uit verschillende lerarenopleidingen. Zo werden er al didactische pakketten ontwikkeld voor de vakken godsdienst, geschiedenis, Engels, zedenleer en MAVO; telkens met zeer tevredenstellende resultaten. In deze didactische pakketten worden de vakgebonden inhouden en mensenrechteneducatie probleemloos gecombineerd. Werken aan een mensenrechtenhouding vormt op deze manier geen extra- belasting voor de leerkracht die bovenop de verplichte leerstof komt. Het maakt er gewoon deel van uit.
18
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
Nu is het dus de bedoeling dat we de mensenrechten integreren in de lessen Frans. Onze leidraad hierbij is de samenvatting van de mensen- en kinderrechten van VORMEN vzw (zie 1.1.2). We gaan ons ook bovenal toespitsen op het leerproces van de leerlingen, en streven naar het scheppen van de noodzakelijke kennis, vaardigheden en attitudes zodat zij een mensenrechtenhouding zullen aannemen (1.1.3.2). Het verkennen van de doelgroep en het toepassen van adequate methodieken zullen ons hierbij helpen.
Onderzoeksproject
19
2 ONDERZOEKSDOEL EN ONDERZOEKSPLAN 2.1 Onderzoeksdoel Met ons didactisch pakket willen we de leerlingen een engagement, een duidelijke boodschap meegeven. De lessen zullen de leerlingen een mensenrechtenbad geven, mede omdat we zullen vertrekken vanuit hun leefwereld, of er alleszins toch heel dicht bij zullen aansluiten. Het gaat in essentie om bewustwording van onze fundamentele rechten en vrijheden, maar ook om verantwoordelijkheden. We hopen hen aan te zetten tot het maken van zoveel mogelijk maatschappelijk verantwoorde keuzes. Om na te gaan of we dit doel bereiken zullen we enkele lessen uitvoeren en hier gerichte vragen bij stellen. De resultaten van dit onderzoek zijn van belang voor de scholen die dit pakket graag zouden gebruiken, omdat ze zo een bewijs hebben dat ze op een doeltreffende manier aan mensenrechteneducatie doen. Maar het belang van dit onderzoeksproject gaat natuurlijk veel dieper, het streeft er namelijk maar de wereld beter te maken.
2.2 Onderzoeksvraag en deelvragen Na het construeren van een theoretisch kader is volgende onderzoeksvraag naar voor gekomen: Begrijpen de leerlingen dat mensenrechten belangrijk zijn en dat ze geëerbiedigd en beschermd moeten worden? 1. Hebben ze de vaardigheden ontwikkeld die ze nodig hebben om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? 2. Hebben ze de nodige kennis opgedaan om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? 3. Hebben ze de juiste houdingen aangeleerd om zich in te zetten in een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? Zie 1.1.3.2 voor de verklaring van de kernbegrippen.
20
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
3 VERKENNING VAN DE DOELGROEP Omdat het aannemen van een mensenrechtenhouding een zekere emotionele rijpheid vereist en de interactieve werkvormen een goede kennis van de doeltaal veronderstellen hebben we besloten om ons te concentreren op de tweede graad van het secundair onderwijs. De leerplannen hebben ons een antwoord geboden op de beginsituatie en de capaciteiten van de doelgroep. Om na te gaan wat de behoeften, voorkeuren en wensen van zowel leerkrachten als leerlingen zijn aangaande mensenrechteneducatie in het vak Frans werden twee enquêtes opgesteld. Deze enquêtes zijn in de loop van januari in twee ASO scholen en in twee TSO scholen afgenomen. In totaal werden er 223 leerlingen bevraagd en ontvingen we vier ingevulde leerkrachtenenquêtes, al dan niet na overleg met de vakgroep.
3.1 Oriënteringsactiviteiten 1. WEEK 49 – 50: Het ontwikkelen van gepaste instrumenten die toelaten de benodigde gegevens objectief en systematisch te verzamelen en zo een antwoord bieden op de onderzoeksdeelvragen betreffende de behoeften, voorkeuren en wensen van zowel leerlingen als leerkrachten aangaande mensenrechteneducatie in het vak Frans. Bijlage: enquête leerlingen Bijlage: enquête leerkrachten 2. WEEK 1 – 2: Het contacteren van de directieleden van de verschillende scholen waar het onderzoek uitgevoerd zal worden. School Sint-Calasanzinstituut Nonnenstraat 21 2560 Nijlen T. 03 410 12 54 Instituut Heilig Hart Van Maria Markt 24 2590 Berlaar T. 03 482 41 94 Francesco Paviljoen Bovenrij 30 2200 Herentals T. 014 25 95 30 Technisch Instituut Scheppers Scheppersstraat 9 2200 Herentals T. 014 24 85 20
Oriëntering ASO
Directie Marleen Storms
ASO
Rosanne Heirman
TSO en KSO
Veerle De Cock
TSO
Kris Soethoudt
3. WEEK 3 – 4: Het bevragen van de leerlingen en leerkrachten in de verschillende scholen. 4. WEEK 3 – 4: Het verwerken en ordenen van de verzamelde gegevens. 5. WEEK 7 – 8: Het raadplegen van de leerplannen om een antwoord te kunnen bieden op de deelvraag betreffende de capaciteiten van de leerlingen van de tweede graad ASO en TSO aangaande het vak Frans.
Onderzoeksproject
21
3.2 Resultaten 3.2.1 Analyse van gegevens 3.2.1.1 Leerkrachten In welke mate ga je akkoord met volgende uitspraken? niet akkoord
neutraal
akkoord
is
1
1
2
We moeten de leerlingen mondiger maken en hen leren op te komen voor zichzelf en anderen.
1
1
2
De overheid moet er voor zorgen dat leerlingen de kans krijgen om over mensenrechten te leren.
0
0
4
Er zijn geen schendingen mensenrechten in België.
de
3
1
0
Ik heb zelf nog meer achtergrondkennis i.v.m. mensenrechten nodig.
3
0
1
Ik sta open voor een interactieve en participatieve aanpak in de klas.
0
0
4
De lessen richten zich te sterk op het verwerven van kennis terwijl het belang van attitudevorming en vaardigheden onderschat wordt.
3
0
1
Over verantwoordelijkheid leren belangrijker dan over rechten leren.
van
Welke thema’s zullen waarschijnlijk de grootste interesse van jouw groep opwekken? Duid er 5 aan. 1. 2. 3. 4. 5.
Algemene mensenrechten Kinderen Gezondheid Media Vrede en geweld
Wat versta jij onder mensenrechteneducatie? Mensenrechteneducatie geeft informatie over de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het maakt leerlingen bewust van de mensenrechtenschendingen in de wereld en zet hen aan om hiertegen te reageren. Mensenrechteneducatie gaat zo ruim mogelijk en combineert zowel theorie als praktijk. Er wordt nadruk gelegd op het respecteren van mensenrechten in de directe omgeving. Wanneer is mensenrechteneducatie zinvol? Als leerlingen aangesproken worden door het thema en zodanig geraakt worden dat ze eventueel zelf tot actie willen overgaan. De leerkrachten zijn het er eensluidend over
22
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
eens dat mensenrechteneducatie eigenlijk steeds zinvol is en dat het vooral belangrijk is om de juiste methodieken te vinden. Waar moeten we bij het ontwikkelen van ons educatief pakket zeker op letten? Wanneer het niet op een te theoretische manier aangebracht wordt en aansluit bij de leefwereld van de leerlingen. De leerkrachten wijzen hier zelf op het belang van een interactieve en participatieve aanpak met concrete situaties. Daarnaast moet er zeker voldoende rekening gehouden worden met het niveau van de doelgroep. Wat zou jij graag aan bod zien komen? Vooral hete hangijzers, actuele thema’s, thema’s die aansluiten bij de leefwereld van de jongeren. Wederzijds respect en discriminatie moet zeker uitgebreid aan bod komen. Wanneer zou je het educatief pakket zeker gebruiken? Het moet gebruiksvriendelijk zijn en de leerlingen aanzetten tot stilstaan bij en opkomen voor de mensenrechten. Het mag zeker geen ver-van-mijn-bed-show worden voor de leerlingen, het moet een duidelijke impact nalaten. Leerlingen moeten echt betrokken en er zou zowel vocabulaire, grammaire als vaardigheden aan bod moeten komen. Wanneer zou je het educatief pakket zeker niet gebruiken? Als er een te theoretische aanpak gehanteerd wordt, niet leerlinggericht is en te veel lesuren in beslag neemt. 3.2.1.2 Leerlingen Over welke kinder- en mensenrechten heb jij al gehoord en welke vind jij interessant? Legende 1. Iedereen heeft het recht op een gelijke behandeling. 2. Iedereen heeft het recht op een goed leven. 3. Iedereen heeft het recht op een eigen mening en op inspraak. 4. Iedereen heeft het recht om iemand te zijn. 5. Iedereen heeft het recht op privacy. 6. Iedereen heeft het recht op spel, rust en cultuur. 7. Iedereen heeft het recht op goed onderwijs en informatie. 8. Iedereen heeft het recht op een gezin. 9. Iedereen heeft het recht op gezondheidszorg. 10. Iedereen heeft het recht op veiligheid en bescherming. 11. Iedereen heeft het recht op een eigen geloof en cultuur. 12. Iedereen heeft het recht om samen te komen met anderen. 13. Alle maatregelen waar een jongere bij betrokken is, moeten rekening houden met zijn/haar belang. 14. Verantwoordelijkheid van beide ouders en de overheid.
Onderzoeksproject
23
15. Bijzonder kwetsbare jongeren hebben het recht op bijzondere bescherming: Jongeren met een handicap, jongeren en het gerecht, Jongeren die behoren tot een minderheid, Jongeren die asielzoeker of vluchteling zijn, Jongeren in gewapende conflicten (oorlog)
3 TSO 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Al van gehoord
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
96% 96% 100% 87% 96% 63% 100% 81% 100% 96% 96% 45% 48% 48% 93%
Nog nooit van gehoord 3% Interessant
3%
0% 12% 3% 36% 0% 18% 0%
12% 27% 21% 21% 24% 24% 6%
3%
3% 54% 51% 51% 6%
9% 21% 30% 12% 33% 33% 21% 42%
3 ASO 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Al van gehoord
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
81% 89% 94% 72% 89% 79% 94% 68% 82% 82% 79% 68% 58% 62% 83%
Nog nooit van gehoord 19% 11% 6% 28% 11% 21% 6% 32% 18% 18% 21% 32% 42% 38% 17% Interessant
11% 27% 20% 9% 18% 26% 13% 14% 11% 24% 12% 31% 23% 11% 24%
24
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
4 TSO 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Al van gehoord
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
95% 87% 88% 77% 95% 60% 93% 50% 89% 88% 79% 48% 37% 52% 76%
Nog nooit van gehoord 5% 13% 12% 23% 5% 39% 7% 49% 11% 12% 21% 51% 63% 48% 24% Interessant
27% 27% 33% 33% 33% 28% 24% 24% 26% 17% 17% 23% 31% 28% 31%
4 ASO 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Al van gehoord
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
94% 70% 92% 68% 92% 50% 92% 74% 84% 78% 68% 54% 42% 42% 60%
Nog nooit van gehoord 6% 30% 8% 32% 8% 50% 8% 26% 16% 22% 32% 46% 58% 58% 40% Interessant
26% 28% 34% 36% 30% 28% 16% 34% 22% 24% 14% 26% 26% 24% 46%
Heb je in de klas al eens gewerkt rond de mensen – en/of kinderrechten?
3 TSO
3ASO
4 TSO
4 ASO
Neen Ja 55% 45%
Neen Ja 54% 46%
Neen Ja 50% 50%
Ja Neen 40% 60%
Onderzoeksproject
25
Ken je organisaties die werken rond de mensen- en kinderrechten? Indien ja, welke organisaties ken je? 72% van alle ondervraagde leerlingen kennen organisaties die werken rond de mensenen kinderrechten. De belangrijkste organisaties die genoemd werden zijn: Unicef, Amnesty International, 11.11.11, Plan, Kinder- en Jongerentelefoon, Kinderrechtswinkel, Artsen zonder grenzen, Oxfam, SOS Kinderdorpen, Broederlijk Delen en het Rode Kruis. Welke werkvormen genieten jullie voorkeur? 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
94%
3 TSO
63% 39% 24%
30% 9%
9%
9%
96%
3 ASO 42%
68%
36% 23% 10%
12%
10%
4 TSO
79%
46%
45% 20%
21%
18%
15%
9%
26
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
96%
4 ASO 64%
58%
10%
10%
12%
14%
8%
Onderzoeksproject
27
4 ONTWERP 4.1 Ontwerpeisen Dankzij de verkenning van onze doelgroep en het vastleggen van een duidelijk theoretisch kader zijn we erin geslaagd enkele duidelijke ontwerpeisen vast te leggen, deze vormen onze leidraad bij het ontwikkelen van het didactisch pakket.
Flexibiliteit: het pakket moet een samenhangend geheel vormen zodat het kan dienen ter vervanging van een volledig hoofdstuk uit het gewone handboek, maar de lessen moeten ook op zichzelf staan zodat ze apart gebruikt kunnen worden. Zo kunnen de leerkrachten zelf beslissen hoeveel lesuren ze hieraan besteden en hoe diep ze op dit onderwerp willen ingaan. Gebruiksvriendelijkheid: de lessen zijn kant- en klaar en hebben een duidelijke, eenvormige structuur. Kennis: dit omvat zowel vakkennis (vocabulaire, grammaire) als kennis van de kinder- en mensenrechten, mensenrechtenorganisaties etc. Vaardigheden: de eindtermen wat betreft lezen, luisteren, spreken en schrijven voor het vak Frans van de tweede graad ASO en TSO moeten bereikt worden; maar ook de vaardigheden die de leerlingen nodig hebben om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen moet er duidelijk aan bod komen. Dit zijn vooral de vaardigheden die opgelijst staan onder de gemeenschappelijke stam van de vakoverschrijdende eindtermen. Attitudevorming: dit pakket moet de leerlingen sensibiliseren rond de kinder- en mensenrechten. dit vereist een interactieve en participatieve aanpak i.p.v. een theoretische benadering. Ze zouden o.a. moeten beseffen dat mensenrechten belangrijk zijn, dat menselijke waardigheid iedereen toebehoort, dat rechten moeten geëerbiedigd worden, dat samenwerking beter is dan conflict, dat we verantwoordelijk zijn voor onze daden, en dat we onze wereld kunnen verbeteren als we dit proberen enzovoort. Aangepast aan het niveau van de leerlingen. Hiervoor baseren we ons op de beginsituatie van de leerlingen die we hebben achterhaald uit de leerplannen voor het vak Frans van het VVKSO en het GO!. Aanschouwelijkheid: de lessen sluiten aan bij de leefwereld van de leerlingen en zijn opgebouwd rond concrete voorbeelden.
4.2 Didactisch pakket We hebben in totaal 4 didactische pakketten uitgewerkt met telkens tien lessen. De eerste les is steeds een inleidingsles en de laatste een afrondingsles. In de andere lessen worden de mensenrechten en kinderrechten behandeld die VORMEN vzw voor ons samengevat heeft. De kinder- en mensenrechten die in het derde jaar aan bod komen zijn:
Iedereen heeft het recht op een goed leven. Iedereen heeft het recht op een eigen mening en op inspraak. Iedereen heeft het recht op privacy. Iedereen heeft het recht op spel, rust en cultuur. Iedereen heeft het recht op gezondheidszorg. Iedereen heeft het recht op veiligheid en bescherming. Iedereen heeft het recht om samen te komen met anderen. Bijzonder kwetsbare jongeren hebben het recht op bijzondere bescherming: Jongeren met een handicap, jongeren die behoren tot een minderheid.
28
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
De kinder- en mensenrechten die in het vierde jaar aan bod komen zijn:
Iedereen heeft het recht op een gelijke behandeling Iedereen heeft het recht om iemand te zijn. Iedereen heeft het recht op goed onderwijs en informatie. Iedereen heeft het recht op een gezin. Alle maatregelen waar een jongere bij betrokken is, moeten rekening houden met zijn/haar belang. Verantwoordelijkheid van beide ouders en de overheid. Iedereen heeft het recht op een eigen geloof en cultuur. Bijzonder kwetsbare jongeren hebben het recht op bijzondere bescherming: jongeren die asielzoeker of vluchteling zijn, jongeren in gewapende conflicten (oorlog), jongeren en het gerecht.
Zie bijgevoegde documenten voor onze didactische pakketten.
Onderzoeksproject
29
5 AANPAK 5.1 Methoden gegevensverzameling Om onze onderzoeksvraag en deelvragen te beantwoorden hebben we twee online enquêtes opgesteld. Eén voor de leerkracht en één voor de leerlingen. Deze enquêtes zullen ingevuld worden nadat de les uitgetest is. Natuurlijk zijn deze resultaten nooit accuraat, het is namelijk de bedoeling dat de leerlingen de betreffende kennis, vaardigheden en attitudes verwerven na het doorlopen van het volledig didactisch pakket. Nu geeft dit onderzoek ons dus eigenlijk zicht op hoe ver de leerlingen al staan na één les. En dan nog mogen de resultaten niet veralgemeend worden: we testen deze les slechts uit in één klas en we weten niet welke kennis, vaardigheden en attitudes de leerlingen al beheersten voor we hen deze les gaven.
Online enquête leerlingen: http://www.surveymonkey.com/s/Y8SHPTX Online enquête leerkracht: http://www.surveymonkey.com/s/Y9DXBCC
5.2 Onderzoeksactiviteiten Het was oorspronkelijk de bedoeling dat enkele ervaren leerkrachten onze lessen zouden uittesten in hun klassen, maar aangezien zij zich uiteindelijk teruggetrokken hebben is dit niet meer uitgevoerd. Om toch een mini-onderzoek te kunnen voorleggen heeft Bo op de valreep nog een les uitgetest, meer bepaald les 2 uit het pakket van 4 ASO, en de leerlingen van de klas onze enquête laten invullen. Aangezien één van ons de les dus zelf gegeven heeft was het invullen van de leerkrachtenenquête hier niet meer aan de orde. Het onderzoek is uitgevoerd in een klas uit het vierde jaar ASO van het Heilig Hart van Maria Instituut in Berlaar. Het vond plaats tijdens het 7de lesuur op vrijdag 25 mei. Daaropvolgend hebben we de leerlingen gevraagd om anoniem onze online enquête in te vullen. Deze enquête is opgesteld rond onze drie deelvragen: -
Hebben de leerlingen de vaardigheden ontwikkeld die ze nodig hebben om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? Hebben de leerlingen de nodige kennis opgedaan om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? Hebben de leerlingen de juiste houdingen aangeleerd om zich in te zetten in een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen?
Van de 13 aanwezige leerlingen hebben er 10 de enquête ingevuld.
30
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
6 RESULTATEN 6.1 Analyse van de gegevens De tweede les uit het pakket van 4ASO ( tout individu a droit à un traitement égal aux autres) werd uitgetest bij 13 leerlingen uit 4B2E van het Heilig Hart van Maria Instituut in Berlaar. 10 leerlingen hebben uiteindelijk onze online enquête ingevuld. Hieronder kan u de resultaten van het onderzoek terugvinden.
6.1.1 Enquête voor de leerlingen In het kader van ons eindwerk aan de lerarenopleiding van Vorselaar hebben wij een didactisch pakket ontwikkeld dat de mensenrechten integreert in de lessen Frans. Jullie leerkracht heeft één van deze lessen in jullie klas uitgeprobeerd en nu zouden we graag weten welk effect dat gehad heeft. Beseffen jullie nu dat mensenrechten belangrijk zijn en dat ze geëerbiedigd en beschermd moeten worden, of toch nog niet helemaal? We vragen jullie met aandrang om deze vragenlijst naar waarheid in te vullen, de vragenlijst is anoniem en jullie helpen ons echt niet verder door gewoon aan te duiden wat we graag willen horen. Dus: wat is voor jou van toepassing nadat je onze les over mensenrechten gekregen hebt? Dan willen we je tenslotte nog hartelijk bedanken voor je medewerking!
1. Rond welk mensenrecht hebben jullie tijdens de les gewerkt?
2. Ik heb de nodige vaardigheden ontwikkeld om mij in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen. Duid alle antwoorden aan die voor jou van toepassing zijn.
Ik Ik Ik Ik
heb heb heb heb
geluisterd naar anderen samengewerkt met anderen een probleem opgelost een bestaande toestand in vraag gesteld
3. Ik begrijp dat mensenrechten een manier zijn om mijn eigen leven en het leven van anderen te verbeteren.
Akkoord Niet akkoord
4. Na deze les ben ik gestimuleerd om actie te ondernemen om mensenrechten te beschermen.
Akkoord Niet akkoord
5. Ik heb de nodige kennis opgedaan om mij in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen. Je mag meerdere antwoorden aanduiden.
Ik Ik Ik Ik
weet dat er officiële wetteksten bestaan betreffende mensenrechten weet dat de mensenrechten universeel van toepassing zijn en dus niemand ontnomen kunnen wo ken de gevolgen van mensenrechtenschendingen weet wat mijn rechten zijn en ik kan ervoor opkomen
Onderzoeksproject
31
6. Ik heb de juiste houdingen aangeleerd om mij in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen. Duid alle antwoorden aan waar jij achter staat. ik vind dat mensenrechten levensbelangrijk zijn ik vind dat alle mensen waardig behandeld moeten worden ik vind dat alle rechten geëerbiedigd moeten worden ik vind dat samenwerking belangrijker is dan conflict ik vind dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor onze daden ik vind dat we de wereld kunnen verbeteren als we dit proberen
7. Vond je deze les leuk om te volgen? Geef een waardering van 1 (laagste) tot 10 (hoogste). Hou hierbij rekening met de werkvorm, de moeilijkheidsgraad en de activiteit. 1
2 3
4 5 6 7
8 9
10
32
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
6.1.2 Resultaten Vraag 1 Voor alle leerlingen was het duidelijk dat er rond racisme en discriminatie werd gewerkt. 7 leerlingen antwoordden ‘racisme’ en 3 leerlingen antwoordden met ‘discriminatie’. Het is een voordeel van het didactisch pakket dat er elke les rond één bepaald recht wordt gewerkt. Zo is het voor de leerlingen heel duidelijk over wat het gaat. Als afsluiter van elk pakket is er ook telkens een syntheseles gemaakt, waarin alle rechten nog eens herhaald worden. Totaal Discriminatie Racisme
100 % 30 % 70 %
Vraag 2 Drie van de vier voorgelegde vaardigheden kwamen deze les aan bod. Alle leerlingen vonden dat ze samengewerkt hadden met anderen, de helft van de leerlingen heeft geluisterd naar de klasgenoten en twee leerlingen vonden dat ze een bestaande toestand in vraag hebben gesteld. Het pakket is uitgewerkt rond vaardigheden, wat een groot pluspunt is. Leerkrachten vragen naar didactisch materiaal dat de vaardigheden genoeg integreert. In elke les worden er één of meerdere vaardigheden getest, wat ons pakket interessant maakt. De leerlingen lezen artikels en teksten rond de mensenrechten, ze luisteren naar fragmenten die over mensenrechten gaan, die maatschappelijke problemen zoals hongersnood, een tekort aan scholing, kinderarbeid, kindsoldaten, … aankaart, ze werken samen om oplossingen te vinden voor deze problemen, ze reflecteren over de mensenrechten en ze worden uitgedaagd om de huidige situatie rond de mensenrechten in vraag te stellen. Dit allemaal op een leuke en uitdagende manier. In deze les kwam de vraag om een huidig probleem rond de mensenrechten op te lossen, minder naar voren. Vaardigheden Ik heb geluisterd naar anderen Ik heb samengewerkt met anderen Ik heb een probleem opgelost Ik heb een bestaande toestand in vraag gesteld
50 % 100 % 0% 20 %
Vraag 3 Een van de hoofdboodschappen die we wilden meegeven aan de leerlingen, is met succes gebeurd. Alle leerlingen vinden dat mensenrechten het leven van anderen en zichzelf verbeteren. De leerlingen worden uitgedaagd om te reflecteren en na te denken over de mensenrechten en het nut ervan. Er wordt in elke les ook telkens aangehaald waarom dat mensenrecht belangrijk is. Totaal Akkoord Niet akkoord
100 % 100 % 0%
Onderzoeksproject
33
Vraag 4 De helft van de leerlingen is gestimuleerd om actie te ondernemen om de mensenrechten te beschermen. Er is maar één les uitgetest geweest in één klas, dus het is begrijpelijk dat niet alle leerlingen meteen gemotiveerd zijn om actie te ondernemen. Toch kan er gezegd worden dat, wanneer het hele didactisch pakket gegeven is, er meer kans is dat de leerlingen zin krijgen om zich actief in te zetten voor de mensenrechten. Door dit pakket te ontwerpen, kregen wij ook zin om ons in te zetten voor een goed doel of een bepaald mensenrecht. Wanneer je er zoveel mee bezig bent, begin je zelf ook alerter te worden. Via internet zijn er zoveel mogelijkheden om een bepaalde organisatie te steunen, en dit met maar één muisklik. In het pakket voor het derde jaar TSO wordt de leerlingen gevraagd om een petitie te ondertekenen om de noodscholen van Unicef te steunen. Dit als voorbeeld voor de ontelbare mogelijkheden die er zijn. Totaal Akkoord Niet akkoord
100 % 50 % 50 %
Vraag 5 Natuurlijk zijn niet alleen de vaardigheden belangrijk, maar moeten de leerlingen ook de nodige kennis opdoen. Er is maar één les uitgetest, dus de kennis die overgebracht werd, is beperkt. Toch zijn de resultaten van de enquête gunstig. Zes leerlingen zijn op de hoogte van het bestaan van wetteksten over mensenrechten, vijf leerlingen weten dat de mensenrechten universeel van toepassing zijn en niemand ontnomen kunnen worden. Twee leerlingen kennen de gevolgen van de schending van de mensenrechten en zeven leerlingen weten wat hun rechten zijn en kunnen er voor opkomen. Er wordt telkens één mensenrecht behandeld tijdens een les. De leerlingen zijn dus goed op de hoogte van de verschillende mensenrechten. Er wordt ook soms gewerkt met de officiële wetteksten die dan licht aangepast zijn aan het niveau van de leerlingen. Er wordt niet alleen kennis over de mensenrechten overgebracht, maar ook kennis op het vlak van woordenschat en grammatica. Zo heeft de leerkracht ook de mogelijkheid iets anders te toetsen dan hun kennis over de mensenrechten. De lessen in het didactisch pakket zijn bedoeld om andere lessen te vervangen. Met deze opzet is het mogelijk om genoeg ‘theorie’ te hebben om de leerlingen te kunnen toetsen. Kennis Ik weet dat er officiële wetteksten bestaan betreffende mensenrechten Ik weet dat de mensenrechten universeel van toepassing zijn en dus niemand ontnomen kunnen worden Ik ken de gevolgen van mensenrechtenschendingen Ik weet wat mijn rechten zijn en ik kan er voor opkomen.
60 % 50 %
20 % 70 %
Vraag 6 Bij elke les wordt ook aangegeven welke houdingen de leerlingen ontwikkelen of moeten aannemen. Er is een open houding naar mensenrechten toe nodig om te begrijpen waarom het belangrijk is ze te respecteren, te beschermen en de schending ervan aan te vechten. Zeven leerlingen vinden dat de mensenrechten levensbelangrijk zijn en dat alle mensen waardig behandeld moeten worden. Vijf leerlingen vinden dat alle rechten geëerbiedigd moeten worden en dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor onze daden. Zes leerlingen vinden dat samenwerking belangrijker is dan conflict en
34
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
twee leerlingen vinden dat we de wereld kunnen verbeteren als we het proberen. De leerlingen mochten meerdere antwoorden aanduiden. Dit is het effect van één les rond de mensenrechten. We zijn ervan overtuigd dat die cijfers hoger liggen als het hele didactisch pakket wordt gegeven. Het pakket is op een speelse manier gemaakt met nieuwe werkvormen die de leerlingen stimuleren om open te staan voor de mensenrechten. Houdingen Ik vind dat mensenrechten levensbelangrijk zijn Ik vind dat alle mensen waardig behandeld moeten worden Ik vind dat alle rechten geëerbiedigd moeten worden Ik vind samenwerking belangrijker dan conflict Ik vind dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor onze daden Ik vind dat we de wereld kunnen verbeteren als we dit proberen
70 % 70 % 50 % 60 % 50 % 20 %
Vraag 7 Het is belangrijk dat de leerlingen het pakket ook leuk vinden om te volgen. Met deze les zijn we daar op de goede weg mee. Vier leerlingen gaven de les een 6/10, vijf leerlingen gaven een 7/10 en één leerling gaf een 8/10. Er zijn lessen die iets speelser uitgewerkt zijn dan andere, maar over het algemeen zijn de lessen leuk gemaakt. Er is een afwisseling van klassieke en moderne werkvormen. Er is ook een groot aanbod aan didactisch materiaal over de mensenrechten waar we soms ideeën van hebben opgedaan. Deze les werd niet door hun eigen leerkracht gegeven, wat maakt dat de grens tussen de leerkracht en de leerlingen wat verder ligt. Totaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
100 % 0% 0% 0% 0% 0% 40 % 50 % 10 % 0% 0%
Onderzoeksproject
35
7 CONCLUSIES Vooraleer conclusies te trekken zouden we nogmaals willen wijzen op de onvolledigheid van ons onderzoek. Wegens overmacht hebben we niet voldoende onderzoeksactiviteiten kunnen uitvoeren om data te verzamelen en hebben we dus ook niet voldoende respondenten bevraagd. We kunnen dus niet anders dan hieronder conclusies trekken en antwoorden geven op basis van kleine aantallen. Daarom, en ook omdat we zelf perfect weten hoe ons lessenpakket in elkaar steekt en we gedurende het hele academiejaar naar dit punt toe gewerkt hebben, zullen we de conclusies die we trekken uit de analyse van de data bijtreden met onze persoonlijke conclusies.
7.1 Deelvragen 7.1.1 Hebben de leerlingen de vaardigheden ontwikkeld die ze nodig hebben om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? Na één les kunnen de leerlingen deze vaardigheden onmogelijk voldoende ontwikkeld hebben, maar we zijn ervan overtuigd dat, indien ze ons didactisch pakket volledig doorlopen, de leerlingen deze zeker wel zullen ontwikkelen. Luisteren naar anderen, morele analyses maken, problemen oplossen, samenwerken, bestaande toestanden in vraag stellen; deze vaardigheden komen stuk voor stuk erg uitgebreid aan bod. Dit bereiken we vooral door de keuze van onze methodieken en bronnen. In de les die uitgetest werd, moesten de leerlingen samenwerken. Ook al zijn er maar twee leerlingen die aangeduid hebben dat ze een bestaande toestand in vraag gesteld hebben, zijn we er toch van overtuigd dat ze dat allemaal gedaan hebben. Een van de opdrachten die ze kregen was immers een sketch maken waarin de leerlingen discriminatie moesten aanklagen. Naar anderen geluisterd is dus ook iets wat iedereen had moeten doen aangezien ze deze sketches ook hebben uitgevoerd, toch heeft maar de helft van de leerlingen dit aangeduid. Allemaal hebben ze samengewerkt met anderen, waardoor ze dus automatisch ook naar elkaar hebben moeten luisteren, want zonder communicatie komt er van samenwerken niet veel in huis. Op dat gebied is dit onderzoek wel een teken dat we impliciet aan deze vaardigheden werken, het ligt er dus niet vingerdik op dat de leerlingen deze vaardigheden moeten bereiken. Voor ons is dit een goed teken, want vaardigheden moet je oefenen, maar er komt ook een groot deel wil bij kijken. Het ontwikkelen van de nodige vaardigheden om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen is niet iets wat je de leerlingen zomaar kan opleggen, dat moet vanuit henzelf groeien. Wij kunnen met zekerheid stellen dat ons didactisch pakket voor deze ontwikkeling de ideale voedingsbodem en omkadering biedt.
7.1.2 Hebben de leerlingen de nodige kennis opgedaan om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? De meningen van onze proefleerlingen over deze vraag (vraag 4) was vrij verdeeld. Dat is normaal, want de lessen die hen veel mensenrechtenkennis bijbrengen zijn vooral de inleidings- en afrondingslessen aangezien deze lessen meer allesomvattend zijn. Elke les brengt de leerlingen natuurlijk kennis bij, maar dat is voor hen misschien niet zo duidelijk, ze kunnen het bredere plaatje nog niet zien.
36
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
We hebben ons pakket niet theoretisch aangepakt, maar toch zijn we er volgens ons in geslaagd om de leerlingen de nodige kennis aan te bieden om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen. Zoals we in ons theoretisch kader al vermeldden hebben we ons pakket opgebouwd rond de samenvatting van de mensenen kinderrechten die VORMEN vzw heeft opgesteld. In de inleidings- en afrondingslessen bieden we de leerlingen een bredere kijk op de officiële wetteksten en de sleutelprincipes (1.1.2). De andere lessen concentreren zich telkens op één recht, zodat de leerlingen goed op de hoogte zijn van de verschillende fundamentele rechten. Soms werken we met officiële wetteksten (bv. 4 ASO lessen 1 en 5), soms concentreren we ons eerder op mensenrechtenschendingen (bv. 4 TSO les 8) en steeds proberen we hen duidelijk te maken welke pistes er bestaan om op te komen voor de eigen rechten en die van anderen. Na ons didactisch pakket doorlopen te hebben, zullen de leerlingen perfect op de hoogte zijn van de sleutelprincipes, de fundamentele rechten en de gevolgen van bepaalde mensenrechtenschendingen. Kan het beter? Altijd.
7.1.3 Hebben de leerlingen de juiste houdingen aangeleerd om zich in te zetten voor een wereld die vrij is van mensenrechtenschendingen? Op deze vraag (vraag 6) hadden we liefst gehad dat alle leerlingen alles aangevinkt hadden. Na één les is dit niet het geval, maar we hopen dat we dit met ons volledig lessenpakket wel voor elkaar krijgen. Zo vinden we het bijvoorbeeld jammer dat maar de helft van de leerlingen vinden dat alle rechten geëerbiedigd moeten worden, het belang van dit principe kunnen we niet genoeg benadrukken. Het is ook erg belangrijk dat de leerlingen beseffen dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor onze daden, ook aan deze attitude hebben we uitgebreid gewerkt (bv. 3 ASO les 10, 3 TSO les 8). Slechts 2 leerlingen vinden dat we de wereld kunnen verbeteren als we dit proberen. Doorheen onze lessenpakketten proberen we hen duidelijk te maken dat de wereld verbeteren, begint met kleine acties in onze naaste omgeving. Hoe klein ook het gebaar, dit kan voor sommige mensen een wereld van verschil maken (bv. 4 ASO/TSO les 4). Als antwoord op deze vraag kunnen we dus zeggen dat we ons uiterste best gedaan hebben om de leerlingen een mensenrechtenhouding te laten aannemen zodat ze een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.
7.2 Onderzoeksvraag Begrijpen de leerlingen dat mensenrechten belangrijk zijn en dat ze geëerbiedigd en beschermd moeten worden? Op al onze deelvragen kunnen we met overtuiging ja antwoorden, al zal de impact van ons lessenpakket niet bij iedereen even groot zijn. Voor ons laat het dan ook geen enkele twijfel over dat de leerlingen na het afwerken van ons lessenpakket zullen begrijpen dat mensenrechten belangrijk zijn en dat ze geëerbiedigd en beschermd moeten worden. Alle leerlingen die onze enquête ingevuld hebben begrijpen na één les, of misschien wisten ze het daarvoor zelfs al, dat mensenrechten een manier zijn om hun eigen leven en het leven van anderen te verbeteren. Naarmate ze zullen vorderen in ons lessenpakket zal dit begrip steeds dieper gaan, en stilaan groeien naar engagement. In dat geval hebben we ons doel bereikt.
Onderzoeksproject
37
7.3 Oplossing praktijkprobleem VORMEN vzw kwam naar ons omdat ze een lacune opgemerkt hadden in het hedendaagse onderwijs in Vlaanderen. Mensenrechten worden op school regelmatig in de kijker gezet, maar de manier waarop is volgens de organisatie niet duurzaam genoeg. Om echt een mensenrechtencultuur te scheppen en een mensenrechtenhouding bij de leerlingen te realiseren zou hier voortdurend rond gewerkt moeten worden. Hebben wij dit praktijkprobleem met ons onderzoeksproject opgelost? Nee, daarvoor is de draagkracht veel te gering. Wel hebben we zeker ons steentje bijgedragen aan een evolutie richting een onderwijs doordrongen van mensenrechten; en we zijn trots dat we hier deel van uitmaken.
38
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
8 PROCESBESCHRIJVING 8.1 Individuele ontwikkeling Individueel zijn we enorm gegroeid. Omdat we niet veel wisten over mensenrechten (oké, we wisten dat ze bestonden, maar dat was dan ook ongeveer alles), was het voor ons persoonlijk ook een uitdaging om te weten te komen wat ze juist inhouden, welke er geschonden worden, waar de probleemgebieden liggen, wie ze beschermt enz. Na het doorlopen van dit hele proces kunnen we ons bijna experts in de mensenrechten noemen. We hebben een brede basis en willen die ook graag delen met anderen via onze lessenpakketten. We vinden het jammer dat we niet meer en grondiger hebben kunnen onderzoeken, toch hebben we onderzoeksmatig heel wat bijgeleerd. We weten hoe een onderzoek moet opgebouwd worden en hoe het correct uitgevoerd moet worden. We hopen dus ook dat ons pakket nog veel uitgetest zal worden in de toekomst. We hebben ook geleerd de mensenrechten meer te respecteren. In die mate zelfs dat we zin hebben gekregen ons te engageren voor een goed doel of een mensenrechtenorganisatie.
8.2 Collectieve ontwikkeling Als team konden we redelijk goed functioneren. Voor dit project hadden we nog nooit met elkaar samengewerkt, dus was het soms wel even zoeken. Zo hadden we elk onze eigen ideeën en opvattingen die soms niet met elkaar strookten. Het was dus niet altijd even gemakkelijk, maar we vinden net dat we daardoor beter hebben leren samenwerken en tegemoetkomingen maken. Het contact met Mieke Verwaest van VORMEN vzw verliep heel goed, net zoals de samenwerking met de vzw. Ze heeft ons goed geholpen en heeft ons vaak advies gegeven. We kunnen niets anders zeggen dan dat VORMEN vzw zich echt vastbijt in een project en alles doet om het tot een goed einde te brengen. We willen de vzw daarom ook bedanken voor de kans die ze ons gegeven heeft om te werken rond de mensenrechten.
8.3 Uitvoering van de onderzoekscyclus De onderzoekscyclus hebben we doorlopen met de cursus Praktijkgericht onderzoek van Marc Keersmaekers ernaast. Oriënteren In september 2012 zijn we begonnen met oriënteren. VORMEN vzw had ons gecontacteerd met een concreet praktijkprobleem: de organisatie streeft naar een onderwijs doordrongen van mensenrechten en was daarom begonnen met het maken van een reeks didactische pakketten die de mensenrechten in de lessen van een bepaald schoolvak integreren. Het verkennen van dit praktijkprobleem verliep vrij vlot. Mieke Verwaest van VORMEN vzw kon ons hierover veel waardevolle informatie geven. Daarnaast hebben we ons verdiept in enkele boeken en handleidingen over mensenrechten en mensenrechteneducatie zoals Kompas, Vormingswerk voor Mensenrechten en Eerste stappen in mensenrechteneducatie. Ook de website van VORMEN vzw bood een schat aan informatie.
Onderzoeksproject
39
Voor ons was het bovendien erg belangrijk om de organisatie waar we mee in zee gingen goed te leren kennen. Daarom hebben we ook hun bibliotheek geraadpleegd en hebben we op maandag 17 oktober in het Xaverius-college in Borgerhout een workshop gevolgd. Ons theoretisch kader kreeg zo vrij snel vorm, maar we zijn het toch blijven aanpassen tot op het einde. Richten Hier is het in het begin even misgelopen. Wij hadden het onderzoeksproject verkeerd geïnterpreteerd, waardoor we de verkenning van onze doelgroep opgevat hadden als het onderzoek. Daarom dachten we in maart dat we al zo goed als klaar waren, was dat even schrikken toen dat niet zo bleek te zijn. Gelukkig verliep vanaf dan alles wel terug heel vlot. Omdat we ondertussen al zo in de sfeer van mensenrechteneducatie zaten hadden we op enkele uurtjes een duidelijk onderzoeksdoel en een nieuwe onderzoeksvraag geformuleerd, samen met twee begeleidende enquêtes. Het eerste “onderzoek” hebben we dan gewoon verplaatst naar het theoretisch kader. Plannen We waren het er heel snel over eens dat we de data gingen verzamelen aan de hand van online enquêtes. Dit was voor ons het meest efficiënt, aangezien we alles zouden moeten analyseren van op afstand. Mieke Verwaest stelde meteen voor om leerkrachten te zoeken die het zagen zitten om enkele van onze lessen uit te testen. Helaas hebben deze leerkrachten zich uiteindelijk allemaal teruggetrokken, met de bekende gevolgen van dien. Toch is het ons nog gelukt om op de valreep een les uit te testen zodat we dit onderzoeksproject toch vrij volledig kunnen inleveren. Ontwerpen Het formuleren van de ontwerpeisen gebeurde na de verkenning van de doelgroep en het uitschrijven van ons theoretisch kader, in januari dus. In februari zijn we dan begonnen met het vormgeven van onze lessenpakketten. In het begin was dit voor ons heel onwennig, we begaven ons immer op zo goed als onbekend terrein. Toch waren we hiermee vrij snel vertrokken en na de eerste tussentijdse feedback waren we er helemaal mee weg. We zijn dan ook best trots op het eindresultaat. Alle ontwerpeisen zijn nageleefd, en zo moet het. Natuurlijk zijn er steeds verbeteringen mogelijk, iedereen heeft nu eenmaal een eigen manier van werken. Een ding is zeker en dat is dat we onze uiterste best gedaan om een bruikbaar en zinvol lessenpakket af te leveren dat zo goed mogelijk afgestemd is op onze doelgroep. Verzamelen Dit deel stelt helaas niet zo veel voor en hier kunnen we dus kort over zijn. Wegens overmacht hebben we slechts één les kunnen uittesten in één klas van 13 leerlingen. Daarvan hebben 10 leerlingen onze enquête ingevuld en aangezien Bo de les gegeven heeft is de enquête van de leerkracht zelfs helemaal niet ingevuld. Dit vinden we zelf heel jammer, want dit lessenpakket voelt ondertussen een beetje aan als ons kind, en we hadden graag gezien hoe hij het deed op school. Analyseren en concluderen De analyse is gebeurd aan de hand van de data die we verzameld hedden uit de enquêtes. Zowel de analyse als de conclusies hebben we aangevuld met onze persoonlijke bevindingen, aangezien we die toch ook waardevol vinden. Zeker nu we op zo weinig respons konden rekenen. Op grote schaal zijn de resultaten van ons
40
Bo Alpaerts en Paulien Detailleur
onderzoek dus absoluut niet representatief, maar voor ons zijn ze wel waardevol. We zijn fier op ons werk.
8.4 Communicatie De communicatie met onze promotor verliep vlot. Mevrouw Van De Mieroop heeft ons werk meermaals nagekeken en opbouwende kritiek gegeven. We hebben veel gehad aan haar als promotor, ook al zaten we zo ver van elkaar. Met Mieke Verwaest verliep de communicatie ook heel goed. Ze vroeg regelmatig naar de vorderingen en spoorde ons op een positieve manier aan om ons werk tijdig af te krijgen. Dit is zeker een voordeel geweest voor ons, omdat we zo verplicht waren veel tussentijdse deadlines te maken. Bij het verzamelen van de gegevens verliep de communicatie met het Heilig Hart Van Maria Instituut in Berlaar heel vlot. We mochten vrijwel meteen een les komen uittesten. De leerkracht was enthousiast om de les mee te volgen. Ze heeft op het einde zelfs wat feedback gegeven, maar ook zij was te vinden voor onze aanpak. We willen ook nog eventjes Mieke bedanken om zoveel moeite doen om leerkrachten te vinden die ons onderzoek willen uittesten. Ook al is dat uiteindelijk niet doorgegaan, het wordt toch ten zeerste geapprecieerd.
Onderzoeksproject
41
9 VOORUITBLIK We vinden ons onderzoek niet valide genoeg om op basis daarvan nieuwe vragen te formuleren en suggesties te geven voor een vervolgonderzoek. We zouden het wel interessant vinden moest er iemand zich geroepen voelen om onze didactische pakketten werkelijk uit te testen en een objectief antwoord te geven op onze onderzoeksvraag en deelvragen. Een andere interessante onderzoeksvraag vinden wij zelf ook de volgende: Heeft het didactisch pakket een impact gehad op de leerlingen? Zo ja, hoe groot was die impact en in welke vorm(en) uitte die zich? Natuurlijk hopen we ook dat onze lessenpakketten in de praktijk gebruikt zullen worden. Het zou ons dan ook veel plezier doen om iets te horen van leerkrachten die één of meer van onze lessen in hun klas gebruikt hebben en hoe het er dan aan toe gegaan is. Wij zijn er nu in ieder geval van overtuigd dat mensenrechteneducatie de moeite waard is, en dat het heel gemakkelijk is om op te nemen in de dagelijkse lessen. We hopen dan ook van harte dat leerkrachten in de toekomst meer aandacht besteden aan de mensenrechten tijdens hun lessen.
BESLUIT Nu we eventjes samen terugkijken naar het hele proces van het onderzoeksproject, zijn we best wel fier op ons geleverde werk. We hebben vier kant-en-klare pakketten gebracht die kunnen bijdragen aan het opbouwen van een wereld die de mensenrechten hoog in het vaandel draagt. Het pakket is een volwaardige vervanging waar de nodige vaardigheden, kennis en houdingen in aan bod komen voor tien andere lessen binnen het leerplan. Die vaardigheden en kennis kunnen ook nog eens getoetst worden, wat ons pakket wel heel interessant maakt voor de leerkrachten. Jammer vinden we dat we ons didactisch pakket niet hebben kunnen uittesten voor een breder publiek, wat ons onderzoek een stuk kleiner en minder relevant maakt. Dit ging echter niet anders, omdat we allebei drie maanden op Erasmus zijn geweest en dus geen tijd meer hadden om een volwaardig onderzoek te kunnen doen. Daarom hopen we dat veel leerkrachten ons pakket willen uittesten en gebruiken, zodat we kunnen achterhalen welke impact het heeft gehad. We zijn er van overtuigd dat ons pakket een meerwaarde biedt aan de tweede graad van het secundair onderwijs ASO en TSO. We willen de leerlingen kunnen bereiken met de boodschap de mensenrechten te respecteren en zich ervoor in te zetten. Alle beetjes helpen, al is een druppel klein. Miljarden overstelpen de grootste zandwoestijn.
LITERATUURLIJST Amnesty International (1996). Eerste stappen in Mensenrechteneducatie. Een handleiding. Gevonden op 14 april 2012 op het internet: http://www.hrea.org/erc/Library/First_Steps/EersteStappen.pdf Brander, P., Gomes, R., Keen, E. (2003). Kompas: Een handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren. Antwerpen: VORMEN vzw. (© 2001 Council of Europe) Brown, M. (Ed.). (2002). Human Rights in the Curriculum French. London: Amnesty International UK Creemers, L., Desloovere, K., Maes, B. et al. (2009). VOET @ 2010: Nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs. Human Rights Education: Ways and Means (2010). Gevonden op 25 november 2011 op het internet: http://www.eric.ed.gov/PDFS/ED509341.pdf Richard Pierre Claude. (2000). Vormingswerk voor mensenrechten: 24 participatieve methodieken voor vormingswerkers en leerkrachten. Amsterdam/Cambridge: Human Rights Education Associates. Gevonden op 14 april 2012 op het internet: http://www.hrea.org/pubs/poped-nl.pdf Secundair onderwijs, eerste graad A-stroom: vakgebonden eindtermen moderne vreemde talen Frans-Engels (2009). Gevonden op 23 februari 2012 op het internet: http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/1stegraad/astroom/eindtermen/vreemdetalen_2009.htm S.n. (1995). Kinderrechten: een taak voor iedereen. Vormingsmap over de Rechten van het Kind. Brussel: Belgisch Comité voor Unicef. Taelman, W. (s.a.). Mensenrechteneducatie in Vlaanderen [Artikel]. Gevonden op: http://www.vormen.org/informatie/downloads/MREinVlaanderen.pdf Universele Verklaring Van de Rechten van de Mens. (1948). november 2011 op het internet: http://www.vormen.org/informatie/downloads/UVRM.pdf
Gevonden op 25
VORMEN vzw. Expertisecentrum Mensenrechten- en Kinderrechteneducatie Vlaanderen. Gevonden op het internet (s.a.). Gevonden op 30 september 2011 op het internet: www.vormen.org. VVKSO (2002) . Leerplan secundair onderwijs. Frans tweede graad TSO/KSO. Brussel. Gevonden op 23 februari 2012 op het internet: http://ond.vvksoict.com/vvksomainnieuw/leerplanpubliek.asp?NR=2002/044 VVKSO (2006) . Leerplan secundair onderwijs. Frans tweede graad ASO. Brussel: Licap. Gevonden op 23 februari 2012 op het internet: http://ond.vvksoict.com/leerplannen/doc/Frans-2006-004.pdf
BIJLAGEN Verkenning doelgroep: Brief leerkrachten Vorselaar, december 2011 Beste leerkrachten Betreft Eindwerk “Integratie van mensenrechten in de lessen Frans”. Als laatstejaarsstudentes aan de lerarenopleiding van de KHK te Vorselaar maken wij, Bo Alpaerts en Paulien Detailleur, een thesis rond de integratie van mensenrechten in de lessen Frans. Dit in opdracht van VORMEN vzw. De jarenlange ervaring met mensenrechteneducatie in het onderwijs leerde VORMEN vzw dat mensenrechten op school steeds vaker behandeld worden in het kader van een projectweek of –dag. Een occasionele gelegenheid waarbij mensenrechten eventjes in de kijker worden geplaatst, maar ook even snel weer verdwijnen. Interessanter zou zijn om mensenrechteneducatie te integreren in de verschillende schoolvakken en zo te komen tot een onderwijs doordrongen van mensenrechten. De doelstellingen van mensenrechteneducatie kunnen perfect opgenomen worden in de vakgebonden doelstellingen van een bepaald vak. Zo kan er voortdurend gewerkt worden aan een mensenrechtenhouding zonder dat dit voor de leerkracht een extra belasting betekent. Vanuit deze visie ontwikkelde VORMEN vzw reeds enkele educatieve pakketten voor leerkrachten die mensenrechteneducatie probleemloos integreren in de verschillende vakinhouden. Wij zijn van plan om zo’n educatief pakket te ontwikkelen voor het vak Frans, gericht op leerlingen uit de tweede graad ASO en TSO. Natuurlijk willen wij dan ook dat ons pakket gebruikt zal worden. Daarom hebben wij ervoor gekozen zoveel mogelijk rekening te houden met de behoeften, wensen en raadgevingen van mensen uit de praktijk. Onze vraag aan jullie is dus hoe we mensenrechten doeltreffend kunnen integreren in de lessen Frans van de tweede graad ASO en TSO. Gelieve bijgevoegde vragenlijst daarom zo nauwkeurig mogelijk in te vullen. Voor verdere inlichtingen kan u zich steeds tot ons beide richten. Wij danken u voor uw medewerking. Vriendelijke groeten,
Bo Alpaerts
[email protected]
Paulien Detailleur
[email protected]
Verkenning doelgroep: enquête leerkrachten Hoe kan men mensenrechten doeltreffend integreren in de lessen Frans? Onderwijsvorm: School:
1. In welke mate ga je akkoord met volgende uitspraken?
niet akkoord
neutraal
akkoord
Over verantwoordelijkheid leren is belangrijker dan over rechten leren. We moeten de leerlingen mondiger maken en hen leren op te komen voor zichzelf en anderen. De overheid moet er voor zorgen dat leerlingen de kans krijgen om over mensenrechten te leren. Er zijn geen schendingen van de mensenrechten in België. Ik heb zelf nog meer achtergrondkennis i.v.m. mensenrechten nodig. Ik sta open voor een interactieve en participatieve aanpak in de klas. De lessen richten zich te sterk op het verwerven van kennis terwijl het belang van attitudevorming en vaardigheden onderschat wordt. Opmerkingen: ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ 2. Welke thema’s zullen waarschijnlijk de grootste interesse van jouw groep opwekken? Duid er 5 aan.
algemene mensenrechten kinderen burgerschap democratie discriminatie en xenofobie educatie leefmilieu gendergelijkheid
globalisering gezondheid menselijke veiligheid media vrede en geweld armoede sociale rechten sport
3. Formuleer een antwoord op volgende vragen. a. Wat versta jij onder mensenrechteneducatie? _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ b. Wanneer is mensenrechteneducatie zinvol? _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ c. Waar moeten we bij het ontwikkelen van ons educatief pakket zeker op letten? _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ d. Wat zou jij graag aan bod zien komen? _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ e. Wanneer zou je het educatief pakket zeker gebruiken? _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ f.
Wanneer zou je het educatief pakket zeker niet gebruiken? _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________
Verkenning doelgroep: enquête leerlingen Hoe kan men mensenrechten doeltreffend integreren in de lessen Frans? Leeftijd: Klas: School: 1. Over welke kinder- en mensenrechten heb jij al gehoord en welke zou je graag eens onder de loep nemen? Zet een kruisje in de kolom die voor jou van toepassing is.
Kinder- en mensenrechten Iedereen heeft het recht op een gelijke behandeling. Iedereen heeft het recht op een goed leven. Iedereen heeft het recht op een eigen mening en op inspraak. Iedereen heeft het recht om iemand te zijn. Iedereen heeft het recht op privacy. Iedereen heeft het recht op spel, rust en cultuur. Iedereen heeft het recht op goed onderwijs en informatie. Iedereen heeft het recht op een gezin. Iedereen heeft het recht op gezondheidszorg. Iedereen heeft het recht op veiligheid en bescherming. Iedereen heeft het recht op een eigen geloof en cultuur. Iedereen heeft het recht om samen te komen met anderen. Alle maatregelen waar een jongere bij betrokken is, moeten rekening houden met zijn/haar belang. Verantwoordelijkheid van beide ouders en de overheid. Bijzonder kwetsbare jongeren hebben het recht op bijzondere bescherming:
Jongeren met een handicap Jongeren en het gerecht Jongeren die behoren tot een minderheid Jongeren die asielzoeker of vluchteling zijn Jongeren in gewapende conflicten (oorlog)
Al van gehoord
Nog nooit van gehoord
Interessant
2. JA
Heb je in de klas al eens gewerkt rond de mensen – en/of kinderrechten? NEE Indien ja, rond welke rechten heb je al gewerkt? Markeer deze in vraag 1.
3. Ken je organisaties die werken rond de mensen – en kinderrechten? JA
NEE Indien ja, welke organisaties ken je? ___________________________________________________________ ___________________________________________________________
4. Wij gaan de kinder- en mensenrechten integreren in het vak Frans. Op welke manier zouden jullie deze graag aan bod zien komen? Duid aan met een kruisje, er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Via liedjes meer te weten komen over de kinder- en mensenrechten. Via leesteksten meer te weten komen over de kinder- en mensenrechten. Via een luisteroefening meer te weten komen over de kinder- en mensenrechten. Woordenschat leren over kinder- en mensenrechten. Boeken lezen die mensen- en kinderrechten als thema hebben. Kinder- en mensenrechten geïntegreerd in de grammaticalessen. Filmpjes zien over de kinder- en mensenrechten. Debatten voeren over kinder- en mensenrechten.
Bedankt om deze enquête in te vullen!