Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2014-2015 In 2011 en 2012 heeft het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) onderzoek uitgevoerd naar voorrangsvoertuigen. Sinds 2013 wordt dit voortgezet vanuit het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen. Het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen werkt in 2014 en 2015 aan de onderstaande onderzoeken: 1. Uitvoering communicatieplan gedragsadviezen 2. Richtinggevend kader rijden met optische- en geluidssignalen 3. Afstemmen brancherichtlijnen 4. Ongevalstatistieken 2014
1. Uitvoering communicatieplan gedragsadviezen In 2011 is er in opdracht van de LFR een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het huidige en gewenste gedrag van weggebruikers bij een confrontatie met voorrangsvoertuigen. Hierbij zijn gedragsadviezen opgesteld in nauwe samenwerking met de hulpdiensten, de opleiders van hulpdiensten, ANWB en CBR. Het geven van gedragsadviezen lijkt een positief effect te hebben op het gedrag van automobilisten ten tijde van een confrontatie met een voorrangsvoertuig. Medio 2013 is door het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) een communicatiestrategie ontwikkeld om de gedragsadviezen over te brengen aan weggebruikers. Doel van het project Ten tijde van het project wordt het communicatieplan uitgevoerd. Het belangrijkste doel is het ontwikkelen van een informatiepakket. Dit informatiepakket kan door verkeersveiligheidsorganisaties, hulpdiensten en andere belanghebbenden worden gebruikt voor het geven van voorlichting en bij het aanpassen van les- en examenstof voor weggebruikers. Aanpak van het project De ontwikkeling van het informatiepakket en het leveren van kennis aan de rijopleiders/examinators zal via de onderstaande stappen worden gerealiseerd: Leggen van contacten met mogelijke partners en eindgebruikers; Het ontwikkelen van informatiemateriaal; Uitvoering van een voorafgaande pretest en een pilot met het ontwikkelde materiaal; Uitvoering van promotieactiviteiten. Afbakening van het project Het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen faciliteert in het beschikbaar stellen van kennis die nodig is voor de implementatie van het gewenste gedrag bij weggebruikers wanneer men geconfronteerd wordt met een voorrangsvoertuig. De daadwerkelijke implementatie zal vooral door de verantwoordelijke organisaties op het gebied van verkeersveiligheid plaatsvinden. Betrokken projectleden Projectleider van het project is mevr. ing. N. Oberijé. Het projectteam zal daarnaast bestaan uit dhr. W. van Rossum BPM en mevr. L. Wolfs BBA.
2. Richtinggevend kader rijden met optische- en geluidssignalen In 2013 heeft het IFV een project uitgevoerd, waarbij onderzoek is gedaan naar het draagvlak voor meer eenheid in de rijopleiding. Uit dit onderzoek ‘De weg naar eenheid nader bekeken’ is gebleken dat, hoewel de disciplines op een aantal onderdelen verschillend zijn, er mogelijkheden zijn voor het creëren van meer eenheid in rijgedrag en rijopleiding. Binnen de branches, regio’s/eenheden en opleiders is hier draagvlak voor. De ontwikkeling van een gedragscode of richtinggevend kader en afstemming van brancherichtlijnen zijn gedragen maatregelen, mits er aandacht blijft voor het branchespecifieke gedeelte en nieuwe richtlijnen geen belasting opleveren in de vorm van tijd of kosten. In het onderzoek wordt dan ook aanbevolen om een richtinggevend kader/gedragscode op te stellen voor bestuurders van voorrangsvoertuigen. Doel van het project Het komen tot een richtinggevend kader voor het rijden met optische en geluidssignalen staat centraal binnen dit project. Er dienen afspraken te worden vastgelegd tussen de verschillende voorrangsvoertuig disciplines die als basis kunnen dienen voor het aanleren van eenduidig rijgedrag tijdens de rijopleidingen van hulpdiensten. Aanpak van het project Door middel van een inventarisatiefase, een afstemmingsfase en een afrondende fase wordt dit project gerealiseerd. De verschillende fasen van het project worden onderstaand beschreven: Inventarisatiefase Allereerst zal er door middel van desk research een inventarisatie uitgevoerd worden van alle bestaande lesmateriaal voor het rijden met optische- en geluidssignalen. Hierbij zal ook relevante informatie uit het buitenland betrokken worden (zoals de Provision of High Speed Training Code of Practice van Groot Brittannië). Daarnaast zal er een overleg opgestart worden met het CBR of andere uitgevers om te inventariseren wat de mogelijkheden zijn om een dergelijke rijprocedure officieel uit te laten voeren en daarmee te borgen. Ook wordt in deze fase contact gezocht met experts die betrokken worden bij het opstellen van het richtinggevend kader. Afstemmingsfase De informatie uit de inventarisatie dient als input voor de afstemmingsfase. Door middel van werksessies wordt het richtinggevend kader opgesteld met het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen als ondersteuning. Afrondende fase In de laatste fase van het project dient er gezorgd te worden voor promotie en borging van het richtinggevend kader. Voor de promotie zal hulp gevraagd worden van de verschillende branches.
Betrokken projectleden Projectleider van het onderzoek is mevr. ing. N. Oberijé. Het projectteam zal bestaan uit dhr. ing. R. van den Dikkenberg MCDm, dhr. W. van Rossum BPM en mevr. L. Wolfs BBA. Daarnaast zullen van de disciplines ambulancezorg, politie en brandweer maximaal twee docenten gevraagd worden deel te nemen in de projectgroep. Er is voor gekozen om te werken met een redelijk compacte projectgroep om slagvaardig te werk te kunnen gaan. Aangezien er echter zeer vele betrokkenen zijn bij het thema met eigen belangen, is ervoor gekozen om daarnaast een uitgebreide klankbordgroep te formeren, waarin brancheorganisaties Ambulancezorg Nederland, Brandweer Nederland en de Politie vertegenwoordigd zijn plus overige commerciële opleiders en andere docenten.
3. Afstemmen brancherichtlijnen In 2013 heeft het IFV het project ‘De weg naar eenheid nader bekeken’ uitgevoerd, waarbij onderzoek is gedaan naar het draagvlak voor meer eenheid in de rijopleiding. Uit het onderzoek is gebleken dat, hoewel de disciplines op een aantal onderdelen verschillend zijn, een groot deel van het zich verplaatsen op de weg als voorrangsvoertuig vergelijkbaar is. Dit geeft mogelijkheden voor het creëren van meer eenheid in het rijgedrag en rijopleiding. Hiervoor is zowel op brancheniveau, als op regio/eenheidniveau en binnen de opleiders draagvlak. De ontwikkeling van een gedragscode, richtinggevend kader en afstemming van de brancherichtlijnen lijken gedragen maatregelen, mits er aandacht blijft voor een branchespecifiek gedeelte en nieuwe richtlijnen geen extra belasting opleveren in de vorm van tijd of kosten voor de brancheleden. Op basis van het onderzoek is dan ook de aanbeveling gedaan om brancherichtlijnen op elkaar af te stemmen en waar nodig te actualiseren. Hierbij dient ruimte gehouden te worden voor de benoemde branchespecifieke verschillen. Doel van het project Het einddoel van dit project is om te komen tot afgestemde brancherichtlijnen, hierbij wordt een gemeenschappelijk algemeen deel en tevens branchespecifieke aanvullingen op het algemene deel gerealiseerd. Aanpak van het project Het project zal worden opgedeeld in een inventarisatiefase en een afstemmingsfase. De verschillende fasen van het project worden onderstaand beschreven: Inventarisatiefase Allereerst zal er door middel van desk research een inventarisatie uitgevoerd worden van alle bestaande brancherichtlijnen, zowel voor de bekende hulpdiensten als voor de andere disciplines. Tevens zal er hierbij bekeken worden in hoeverre de verschillende brancherichtlijnen op dit moment van elkaar verschillen. Door middel van interviews met stakeholders van de disciplines zal worden onderzocht in hoeverre de brancherichtlijnen aan huidige wetgeving voldoen en welke overige ontwikkelingen en aandachtspunten om actualisatie vragen. Tevens zal gevraagd worden welke onderdelen multidisciplinair afgestemd kunnen worden en welke onderdelen branchespecifiek zijn en dienen te blijven. Afstemmingsfase De informatie vanuit de inventarisatiefase wordt als input gebruikt voor de afstemmingsfase. Door middel van werksessies wordt een algemeen overkoepelend deel gerealiseerd met het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen als ondersteuning. Afbakening van het project Het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen speelt een begeleidende rol bij dit project en begeleidt de totstandkoming van het gemeenschappelijke algemene deel van de brancherichtlijnen. De uiteindelijke actualisatie en vaststelling van brancherichtlijnen dient door de verschillende branches opgepakt te worden.
Betrokken projectleden Projectleider van het onderzoek is mevr. ing. N. Oberijé. Het projectteam zal bestaan uit dhr. ing. R. van den Dikkenberg MCDm, dhr. W. van Rossum BPM en mevr. L. Wolfs BBA. Daarnaast zullen via de brancheverenigingen maximaal twee vertegenwoordigers van de branches gevraagd worden deel te nemen in de projectgroep. Daarbij wordt op voorhand gedacht aan een inhoudelijke vertegenwoordiger en een vertegenwoordiger die de verantwoordelijkheid heeft voor de actualisatie van de betreffende brancherichtlijn.
4. Ongevalstatistieken 2014 In 2012/2013 heeft het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) in opdracht van de toenmalige Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR, nu opgegaan in het IFV) het project ‘Weggebruikers en voorrangsvoertuigen, elkaar tegemoet komen’ uitgevoerd. Uit het onderzoek is gebleken dat er behoefte is aan een centrale registratie van ongevallen met voorrangsvoertuigen en onder welke omstandigheden deze ongevallen hebben plaatsgevonden. Naar aanleiding van de wensen uit het veld en de aanbevelingen die zijn voortgevloeid uit de resultaten van het onderzoek, heeft het kenniscentrum multidisciplinair gegevens verzameld van alle ongevallen met voorrangsvoertuigen in de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2013. Het onderzoek wordt ook voor het lopende jaar (2014) voortgezet. Het onderzoek richt zich op het in kaart brengen van het aantal ongevallen met voorrangsvoertuigen in Nederland, de algemene kenmerken van deze ongevallen en hoe deze kenmerken met elkaar samenhangen. Doel en aanpak van het project Het onderzoek geeft een beeld van algemene kenmerken van ongevallen met voorrangsvoertuigen en levert naast inhoudelijke kennis, mogelijkheden om effecten van toekomstig beleid te meten en kan gebruikt worden om de rijopleiding van hulpdiensten en weggebruikers te verbeteren. De benodigde gegevens worden verzameld via onder andere tipgevers, internet, publicaties in de media, contactpersonen in de regio’s, politiedossiers en (telefonische) interviews met de betrokken bestuurders. Afbakening van het project Het onderzoek richt zich uitsluitend op voertuigen van politie, brandweer, ambulance en andere aangewezen diensten die: zich ten tijde van het ongeval als voorrangsvoertuig middels blauw zwaailicht en sirene kenbaar maakten in Nederland reden in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 bij een ongeval partij is geweest. Daarnaast worden alleen de ongevallen met voorrangsvoertuigen van de politie meegenomen, als zij ten tijde van het ongeval een dringende taak vervulde ten behoeve van de hulpverlening. Alle bewuste acties van de politie of een weggebruiker om een aanrijding te creëren worden uitgesloten van het onderzoek. Betrokken projectleden Projectleider van het project is mevr. ing. N. Oberijé. Het projectteam zal daarnaast bestaan uit dhr. W. van Rossum BPM en mevr. L. Wolfs BBA.