Onderzoek toekomstige Theaterfunctie
Gemeente Veghel Juni 2013
2
Samenvatting aanbevelingen 1. 2.
3. 4.
5. 6.
7.
8.
9.
10.
11.
Uitgangspunt voor de formulering van de toekomstige theaterfunctie is het programma en niet de gebouwen. M.a.w. laat bij de ontwikkeling het programma leidend zijn. Het theater dient een zichtbaar icoon te worden op de Noordkade en qua gebouw een herkenbare identiteit te zijn voor Veghel. Dit kan door op termijn een ander, onderscheidend programma te maken in een industriële omgeving. Zorg voor de toekomst voor een goede scheiding van verantwoordelijkheden en helderheid over rollen m.b.t. de uitvoering van de theaterfunctie. De amateurkunst dient gebruik te kunnen maken van de theaterfacilteiten, die voor deze doelgroep bereikbaar moet zijn en blijven, zodat het draagvlak wordt vergroot. Dit betekent dat qua programmering en kosten hiermee zeker rekening gehouden moet worden. Kwalitatief, goede gedifferentieerde horeca dient aanwezig te zijn. De huidige filmhuisfunctie van de Blauwe Kei dient nader uitgewerkt te worden als gevolg van de aanwezigheid van een commerciële bioscoop, die dit genre films op maandag programmeert. Samenwerking dan wel afstemming verdient aandacht. De organisatie voor de theaterexploitatie dient onderdeel uit te maken van de stichting CHV met het doel te komen tot efficiency en wederzijdse samenwerking en versterking van de functies educatie, presentatie en productie. Niet de gemeente, maar de vastgoedeigenaar pleegt de investering in het gebouw voor de theaterfunctie. De vastgoedeigenaar verhuurt het gebouw vervolgens aan de gemeente Veghel. Het voordeel hiervan is dat de eigenaar een lagere huur kan vragen aan de gemeente voor de theaterfunctie, omdat hij deze kan middelen met een hogere huur van commerciële partijen. Dit rechtvaardigt een investering van de vastgoedeigenaar. De gemeente wordt niet de enige huurder van het gebouw, maar de eigenaar verhuurt de ruimte ook aan commerciële instellingen. Het voordeel hiervan is dat de gemeente minder tijd de ruimte huurt en dus minder betaalt én dat ook hier de eigenaar kan middelen tussen lage (theater) en hoge (commerciële) huur. De vastgoedeigenaar investeert naast vastgoed ook in de realisatie van de benodigde theatertechniek en inventaris en verdisconteert de kapitaallasten in de huur. Andere opties zijn dat de gemeente éénnmalig deze investeringen geheel of deels voor haar rekening neemt of dat beide partijen hierin investeren. Het startpunt voor de nieuwe theaterfunctie ligt bij het huidige profiel van de Blauwe Kei, dat in een groot aantal jaren is ontwikkeld in relatie tot het publiek. Het betreft een vertrouwde start met weinig risico’s voor publieksparticipatie en exploitatie. Op basis daarvan is het de taak van de theaterfunctie door te ontwikkelen op inspiratie van nieuwe locatie en samenwerkingspartners: van Receptief Programmeren naar Producerend Programmeren (met samenwerkingspartners en op bijzondere locatie “theatrale menu’s” samenstellen). Het onderscheidende karakter van het toekomstige profiel zit in de relatie met de nieuwe omgeving Noordkade en de randprogrammering, die de toeschouwer meer biedt dan een ‘kale’ theatervoorstelling of concert. DBK heeft dit profiel inmiddels al tot uitgangspunt van hun programmering gemaakt. De kernwoorden ‘avontuur en diepgang’ passen bij het culturele profiel van de Noordkade.
Versie, 15 juli 2013
3
12.
13. 14.
15.
Op basis van de exploitatie en het huidige subsidiebedrag (2013: €853.000 exclusief onderhoud thetertechniek) kan de theaterfunctie aan de Noordkade worden geëxploiteerd vanuit een 1 basisprogrammering met groeimogelijkheden, inhoudelijk artistiek en budgettair. Daarvoor is een theoretisch model ontwikkeld op basis van kengetallen. Dit model is naast de aan de nieuwe situatie aangepaste- exploitatie van DBK 2012 gelegd. Lum sum is de transitie mogelijk: Bezetting en organisatie zijn voldoende toegerust, kwalitatief en kwantitatief. Inkoop cultuur versus recette kan in evenwicht gebracht worden. bijkomende kosten van programmering, huisvesting en organisatie te dekken uit overige inkomsten en subsidie. De theaterfunctie kan met dit subsidievolume een culturele vliegwielfunctie vervullen aan de Noordkade. De noodzakelijkheid van een integraal beheers- en exploitatiemodel (bijvoorbeeld een exploitatie BV met naar rato verdeling van aandelen) en een integrale meerjarenexploitatie opzet met alle partijen is van belang. Indien de taakstellende bezuiniging van € 193.000 wordt geëffectueerd heeft dit consequenties. Een subsidiebudget van € 645.000 heeft de volgende consequenties: halvering van de Middenzaalprogrammering, minder programmering Koekbouw. afslanking van de professionele staf tot een noodzakelijke formatie voor de afgeslankte kernfunctie, zodat doorontwikkeling van de theaterfunctie aan de Noordkade nauwelijks mogelijk is. minder huisvestingsafname van de gebouweigenaar, zodat de druk op externe verdienmogelijkheden voor deze groter wordt. de beoogde vliegwielfunctie van het theater aan de Noordkade komt daarmee onder druk te staan.
1
Er zijn voldoende mogelijkheden een gevarieerd en kwalitatief goed programma aan te blijven bieden, dat aansluit bij behoeften van het publiek en de inspiratie vanuit de omgeving en het aanwezige erfgoed. Versie, 15 juli 2013
4
1.
Aanleiding
Op 29 maart 2012 heeft uw raad kennis genomen van het haalbaarheidsonderzoek van 4Advies en de intentie uitgesproken om het ambitieniveau, zoals geschetst in scenario 2a als eindbeeld na te streven. Voor de financiële haalbaarheid werd het wenselijk geacht dit eindbeeld via een groeimodel te bereiken. Daarbij is de volgende fasering aangebracht: Fase 1a: Jeugd- en jongerencentrum; Fase 1b: Pieter Brueghel, MiK, Plein 23, Kunstgroep de Compagnie, de gemeenschapsfunctie en het poppodium; Fase 2: Theater. Op 8 november 2012 heeft uw gemeenteraad ingestemd met de realisatie van fase 1a en 1b en is gestart met de voorbereidingen voor de realisatie van fase 1. Daarnaast heeft uw raad opdracht gegeven onderzoek te doen naar de financiële haalbaarheid van fase 2, het verplaatsen van het theater. Vanaf november heeft de voorbereiding van fase 1a en 1b parallel gelopen met het onderzoek naar de haalbaarheid van de toekomstige theaterfunctie op de Noordkade. Vanaf 2005 is veel onderzoek 2 verricht naar de verschillende aspecten van de Blauwe Kei (DBK) en hebben externe bureaus adviezen uitgebracht. Gezien de beschikbare informatie hebben wij gemeend dit onderzoek grotendeels zelf uit te voeren en gebruik te maken van de geproduceerde rapporten en kennis van derden op het gebied van theater door met hen in gesprek te gaan. Enkel met betrekking tot de theaterexploitatie en vastgoed is expertise ingehuurd. 2.
Plan van aanpak
Naast het gebruik maken van de beschikbare informatie uit adviesrapporten en het raadplegen van de 3 literatuur zijn gesprekken gevoerd met personen die kennis hebben van theaters of in de toekomst gebruik zouden kunnen maken van de accommodatie(s), waarin een theaterfunctie is ondergebracht. In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de personen die zijn geïnterviewd. Vervolgens hebben wij de resultaten van de gesprekken en de studie verzameld en nader uitgewerkt in vier scenario’s. De financiële doorrekeningen m.b.t. vastgoed en de theaterexploitatie hebben wij in 4 samenwerking met Fakton uitgevoerd. Dit bureau heeft ook de businesscase van het totale gebied Noordkade opgesteld en heeft de gemeente Veghel bijgestaan op financieel vlak bij besluitvorming van fase 1. Wij onderscheiden vier scenario’s: Scenario 0: Het ‘nul-scenario’ betekent handhaven (met noodzakelijk groot onderhoud) huidige Blauwe Kei op huidige locatie. Scenario 1: Upgrading van de huidige Blauwe kei op huidige locatie. Scenario 2: Realisatie van de theaterfunctie conform 4Advies op locatie Noordkade. Scenario 3: Realisatie van de theaterfunctie met een middenzaal en kleine zaal binnen een multifunctionele setting op locatie Noordkade.
2
3 4
K+V rapport subsidiebehoefte De Blauwe Kei, d.d. november 2005 K+V rapport onderzoek naar de toekomstvisie van het theater in de gemeente Veghel, januari 2007 Argus rapport onderzoek onderhoudstaat van het gebouw van De Blauwe Kei, d.d. 2008 Henket en partners, 2010 4Advies, 2012 Economie van het theater, Cees Langewerf Fakton heeft Steenakker BV ingehuurd voor de doorrekening van de theaterexploitatie Versie, 15 juli 2013
5
3.
Conclusies van externe adviseurs
3.1.
K+V Adviseurs
In 2006 heeft de gemeenteraad het college opdracht verleend onderzoek te laten verrichten naar de toekomstige theaterfunctie van DBK. K+V heeft in januari 2007 het onderzoeksrapport uitgebracht en gepresenteerd aan uw gemeenteraad. Voor deze kadernota is het naar onze mening voldoende de slotconclusie te beschrijven en bij u in herinnering te brengen. Eindconclusies a. Op basis van onderzoek onder inwoners, het verenigingsleven en de bedrijven wordt geconstateerd, dat het behoud van een theatervoorziening gewenst wordt. b. Ondanks de aanwezigheid van theater Markant is er potentie aanwezig voor een theatervoorziening in de gemeente Veghel. c. De legitimiteit van de twee andere functies (sociaal-cultueel en commerciële verhuur) wordt als minder vanzelfsprekend beschouwd. Het verenigings- en het bedrijfsleven zijn van mening dat voor deze functies voldoende marktpartijen aanwezig zijn. d. De verenigingen die aangewezen zijn op podiumfaciliteiten pleiten voor behoud van een podiumfunctie. e. Twee opties worden gepresenteerd. Het eerste is een middentheater met minimaal 650 stoelen op verschillende locaties in of in de nabijheid van het centrum. De tweede optie is realisatie van een klein theater met 250 stoelen. f. Het voorkeursscenario is een middentheater met 650 stoelen. Indien de financiële middelen ontbreken wordt een kleine theatervoorziening bij voorkeur in een cultuurcluster gezien als een goed alternatief. Uw gemeenteraad heeft kennis genomen van het onderzoeksrapport en de eindconclusies. Het rapport heeft geleid tot drie besluiten. 1. Het opwaarderen van DBK met het beschikbaar stellen van een investeringssubsidie. 2. Het verhogen van de jaarlijkse subsidie tot en met 2016 voor de uitvoering van de functies. 3. De realisatie van de toekomstige theaterfunctie betrekken bij het vaststellen van het Masterplan Centrum Veghel, zodat sprake is van een integrale benadering. 3.2.
Eindconclusies 4Advies op hoofdlijnen m.b.t. theater
4Advies heeft een haalbaarheidsonderzoek en een inpassingsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden op de Noordkade. De eindconclusies van het onderzoek kunnen als volgt worden samengevat. 1. 4Advies onderstreept de bevindingen van K+V 2. Ze adviseert voor het verkrijgen van een vliegwiel voor de ontwikkeling van het totale gebied te opteren voor een grote theaterzaal, een middenzaal, een kleine zaal en twee laboratoriumzalen. 3. De theaterzalen worden geïntegreerd in de bestaande gebouwen met een groot deel in de koekbouw. Opgemerkt wordt dat voorafgaand aan het onderzoek naar de toekomstige theaterfunctie op één essentieel onderdeel is afgeweken van het rapport 4Advies. Dit is de positionering van de grote theaterzaal. Deze kan niet in de Koekbouw worden gerealiseerd vanwege te geringe afmetingen in de breedte. In tegenstelling tot 4Advies heeft de gemeente geopteerd voor het behoud van de authentieke waarde van de Koekbouw, dat niet doorbroken moet worden met een deel van de theaterzaal. De Koekbouw dient in al zijn facetten behouden te blijven.
Versie, 15 juli 2013
6
4.
Trends en ontwikkelingen
Historie huidige Blauwe Kei Ontmoetingscentrum de Blauwe Kei is oorspronkelijk de naam van dit gebouw en de stichting en heeft gediend als gymzaal, wat nog te zien is als je het cultuurcafé betreedt. Na een aantal verbouwingen is de Blauwe Kei uitgegroeid tot een accommodatie met een theaterzaal met 520 stoelen in een vaste stoelopstelling, een kleine zaal met 133 stoelen met een telescooptribune en een evenementenzaal. Sinds het gebruik in 1965 is het gebouw op dit moment technisch en functioneel, ondanks de renovatie in 2009, achterhaald. Het toneel is qua afmetingen te klein voor de afspiegeling van de reizende theatervoorstellingen in het circuit van middelgrote theaters. Geconstateerd werd dat het huidige gebouw in 2017 technisch en functioneel eindig is. Ontwikkelingen en trends In de jaren 90 koos men in Brabant voor geconcentreerde spreiding van theaters in Breda, Eindhoven, Den Bosch en Tilburg. Door de hoogconjunctuur vanaf de jaren 90 ging de theatersector groeien. Door deze groei is een 50-tal middelgrote theaters ontstaan met een regionale functie, waaronder de Blauwe Kei. De recessie vanaf 2008/2009 leidde landelijk gezien tot een vraagvermindering (verkoop kaarten) en enige krimp aan de zijde van de theaterproducenten (het aanbod). De bezuinigingen in de cultuursector met als gevolg de opheffing of verkleining dan wel samenvoeging van gezelschappen e.d. maakt dit zichtbaar. Kortom: de groei is er voorlopig uit. Als gevolg van deze ontwikkeling tekent zich de situatie af, dat grote reizende gezelschappen op termijn een kleiner aantal theaters zullen aandoen en zich meer gaan concentreren in de theaters in de provinciesteden en dat het beleid van geconcentreerde spreiding terugkeert. Of dit consequenties heeft voor de programmering van de Blauwe Kei moet worden afgewacht, maar met drie theaters in de regio is de kans in toenemende mate aanwezig. Regionale aspecten In het plan van aanpak “Thema Cultuur” van de stuurgroep “As 50” staat m.b.t. de samenwerking op dit terrein het volgende beschreven. “Op het gebied van de theaters is de mogelijke realisatie van een langdurige samenwerking een kwestie van doortastende besluitvorming door de bestuurders van de gemeenten. Men moet niet langer vasthouden aan het behoud van theaters, zonder te kijken naar de aanwezigheid van een dergelijke voorziening bij buurgemeenten dan wel gemeenten in de regio. Aangetoond is dat er in Brabant Noord Oost (te) veel theaters aanwezig zijn en dat binnen Nederland sprake is van de grootste vierkante meter dichtheid aan theateraanbod. Voor het behoud en zelfs de versterking van het theateraanbod dient de komende periode in het teken te staan van afstemming. Naast een doortastende besluitvorming door de gemeentebesturen dienen de besturen, raden van toezicht en de directies van de huidige theaters een open discussie te voeren en open te staan voor het bouwen van een nieuwe infrastructuur binnen de regio”. In de As50 regio is sprake van drie theaters: de Blauwe Kei, Markant en de Lievekamp. De Blauwe Kei beschikt over een zaal met ruim 500 stoelen, maar kan door de beperkte hoogte van het toneelhuis maximaal opteren voor kleine theatervoorstellingen. De Lievekamp heeft een groter toneelhuis en kan middelgrote voorstellingen programmeren. Markant heeft als enige een toneeltoren en kan de grootste, reizende theatergezelschappen contracteren. In regio’s waar zich meerdere theaters bevinden (Enschede-Hengelo-Almelo en Heerlen-Venlo) wordt zowel complementair als overlappend geprogrammeerd waar het gaat om professionele theatervoorstellingen. De praktijk leert dat dit het beste is voor elk van deze theaters en het culturele klimaat in de regio. De amateurvoorstellingen van klein tot groot worden alleen in de eigen theaters
Versie, 15 juli 2013
7
geprogrammeerd. Om voldoende publiek te genereren en daarmee een goede exploitatie te krijgen is het aan te bevelen de samenhang in de regio in ogenschouw te nemen. Vermeld moet worden dat het voedingsgebied van de Blauwe Kei niet is gericht op de regio As50, maar juist richting het gebied van de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode. Dit gebied kent in de nabijheid géén theater met een middenzaal. Uit tabel 1 blijkt welke theatervoorzieningen in de regio aanwezig zijn. Tabel 1 Overzicht theatervoorzieningen in de regio Plaats
Veghel Bernheze Den Bosch Den Bosch Den Bosch Eindhoven Eindhoven Eindhoven Gemert Helmond Oss St. Oedenrode Uden
Theater
De Blauwe Kei CC Theater de Pas Theater aan de Parade Theater Verkadefabriek Koningstheater PARKtheater/Stadss. Muziektheater F. Philips Plaza Fututa Theater De Eendracht Theater t Speelhuis Theater De Lievekamp CEC Mariendael Theater Markant
5
Aantal zalen
Cap. zaal 1
2 1 3 5 1 3 2 1 1 1 2 1 1
525 428 900 270 190 940 1250 118 390 430 638 230 685
Cap. Cap. zaal 2 zaal 3 100 200 106
184 282
500 385
150
235
Aantal voorstellingen 89 45 248 200 408 220 105 27 180 148 40 181
Aard program. Breed Kleinkunst/Amateur Breed Vernieuwend Kleinkunst Breed Klassiek/pop muziek Vernieuwend Kleinkunst/Amateur Breed Breed Kleinkunst/Amateur Breed
Knelpunten theater de Blauwe Kei De Blauwe Kei heeft op dit moment drie functies, waarop het systeem van budgetsubsidiëring vanaf 2002 is gebaseerd. Er zijn twee primaire functies te weten de theaterfunctie en de sociaal-culturele functie. Er is een secundaire functie namelijk de commerciële zaalverhuurfunctie. De exploitatie van de bowling is destijds geprivatiseerd en de horeca is uitbesteed aan een plaatselijke cateraar. De laatste jaren hebben geleerd -en in de jaarverslagen van de Blauwe Kei staat het steeds beschreven- dat deze functies niet altijd verenigbaar zijn. Telkens dient de vraag beantwoord te worden welke partij de voorkeur krijgt: de commerciële partij of een vereniging die een jubileum te vieren heeft. In het ene geval geldt een commercieel tarief, in het andere een maatschappelijk tarief. Binnen dit spanningsveld heeft de Blauwe Kei tot op heden moeten functioneren, terwijl bij andere vergelijkbare theaters met een middenzaal men zich alleen hoeft te focussen op de uitvoering van de theaterfunctie. 5.
Profielen toekomstige theaterfunctie
Voor het realiseren van een nieuw theater is het van belang het toekomstig theaterprofiel te beschrijven en vast te stellen. Met het vaststellen van dit profiel worden antwoorden gegeven op vragen zoals, hoe groot moet de zaal zijn, moeten er meerdere zalen komen, het aantal stoelen, het aantal voorstellingen en het theateraanbod. Het profiel heeft uiteindelijk consequenties voor het programma van eisen, zoals het benodigde aantal m2 ruimtebeslag en de daaraan gekoppelde investeringen en exploitatiebijdrage.
5
Overzicht uit het rapport van K+V aangevuld met actuele cijfers Versie, 15 juli 2013
8
Om de noodzaak voor de keuze van een profiel nog duidelijker te maken, wordt een voorbeeld gegeven vanuit de sport. Je bepaalt eerst welke binnensporten (programma) gehuisvest moeten worden in een binnenruimte. Nadat dit bekend en vastgesteld is kan het gebouw (sporthal of sportzaal via programma van eisen) worden gerealiseerd. Advies en voorkeur K+V K+V stelt in haar adviesrapport van januari 2007 dat DBK een groei heeft meegemaakt en nog meemaakt ten aanzien van het aantal bezoekers. Het verzorgingsgebied van DBK (v.w.b. het theater) heeft een omvang van 90.000 inwoners en heeft voldoende potentie voor een middentheater van 600+ stoelen met een brede programmering. De aanwezigheid van theater Markant in de buurgemeente Uden kan niet gezien worden als een negatieve factor op de exploitatie van het theater in Veghel. Het voorkeursscenario van K+V gaat uit naar minimaal 650 stoelen, omdat deze maat als ondergrens wordt gezien voor een middentheater in relatie tot de grootte van de gemeente Veghel. Een alternatief voor deze optie is een kleine theatervoorziening van 250 stoelen in een cultuurcluster. Dit betekent dat niet meer breed geprogrammeerd kan worden, maar dat de theatervoorziening zich met name richt op de lokale gemeenschap. PB/Theateradviseurs Een van de bedrijven, die wij hebben gesproken is PB/Theateradviseurs. Dit bedrijf stelt, dat gelet op het regionaal aanbod de theaterfunctie zich zou moeten richten op kleine en middelgrote lijsttheaterproducties. Dit betekent een afspiegeling van het landelijk aanbod. Voor de facilitering betekent dit een middenzaal en een kleine zaal. Uit oogpunt van maximale flexibiliteit wordt geadviseerd de grote zaal met een vlakke vloer multifunctioneel uit te voeren, waarbij het ook denkbaar is daarin de kleine zaal onder te brengen. Een andere mogelijkheid is de andere zalen binnen het ensemble van erfgoed daarvoor te bestemmen. Twee zalen zijn volgens PB/Theateradviseurs nodig om te komen tot horizontale programmering en ter bevordering van de toekomstbestendigheid van de theaterfunctie. Bestuursakkoord en collegewerkprogramma In het collegewerkprogramma (CWP) staat vermeld dat in Veghel een aantrekkelijk en onderscheidend theater wordt gerealiseerd. Wat is nu een aantrekkelijk en onderscheidend theater? Bij het woord aantrekkelijk is een verscheidenheid aan antwoorden mogelijk, die veelal subjectief ingegeven zijn. Bij de een wordt aantrekkelijk geassocieerd met de prijs van de kaartjes; bij de ander speelt de programmering een rol en bij nog een ander wordt aantrekkelijkheid in relatie gebracht met de bereikbaarheid. Voor deze notitie stellen we vast, dat de aantrekkelijkheid van de toekomstige theaterfunctie betrekking moet hebben op een mix van deze elementen. Onderscheidend is een theater, dat een bijzondere ligging heeft, diepgang in en rondom de programmering heeft, een gedifferentieerde, horizontale programmering heeft, producties kan maken in relatie tot haar specifiek omgeving en meerdere zalen kan benutten elk met een eigen kwaliteit en wellicht identiteit. Samenvattend Uitgaande van het bovenstaande zijn de volgende profielen te beschrijven voor de toekomstige theaterfunctie in Veghel. 1. Profiel met kleine theaterproducties, waarvoor geen toneelhuis nodig is, die zich met name richten op cabaret en muziek en de amateurgezelschappen. Hiervoor is een zaal nodig met 250300 stoelen. 2. Profiel met kleine en middelgrote theaterproducties en amateurgezelschappen. Hiervoor is een zaal nodig met 650 stoelen, een toneelhuis en een kleine zaal met circa 300 stoelen.
Versie, 15 juli 2013
9
3.
Profiel met middelgrote en grote theaterproducties, waarin de grootste landelijke voorstellingen geprogrammeerd kunnen worden, waarbij men onderscheidend is t.o.v. de theaters in de regio. Hiervoor is een grote zaal nodig met 1.500 stoelen of meer en een kleine zaal van 250-300 stoelen.
Op basis van programma en inhoud is er een voorkeur voor een profiel, zoals onder 2 is genoemd, omdat: a. de praktijk heeft geleerd dat het aanbod aansluit bij de vraag van de bezoekers van de huidige Blauwe Kei; b. een gedifferentieerd programma-aanbod mogelijk wordt gemaakt, wat bijdraagt aan de toekomstbestendigheid van de theaterfunctie; c. dit profiel bijdraagt aan de ontwikkeling van het totale gebied Noordkade, waaronder foodworld (zie hiervoor de volgende paragraaf). Opgemerkt wordt dat naast het onderscheidend karakter van de theaterfunctie de multifunctionaliteit van de uitvoering van de zalen belangrijk is voor de exploitatie en de invulling van het programma. Hiermee moet in de uitvoering zeker rekening worden gehouden. 6.
Gespreksresultaten
Uit de verschillende gesprekken, die zijn gevoerd over de toekomstige theaterfunctie, is een aantal aandachtspunten gedestilleerd die van belang worden geacht voor de formulering van bovenstaand theaterprofiel en de verdere invulling van deze functie. Geopteerd is voor het samenvatten van de opbrengsten van deze gesprekken zonder een letterlijke verslaglegging. Hieruit hebben wij conclusies en aanbevelingen van de gesprekspartners gedestilleerd. Conclusies 1.
2.
3.
4. 5. 6. 7. 8.
Voor de culturele partners is een theaterfunctie onontbeerlijk. Een theaterzaal met 300 stoelen zou voor de educatiefunctie toereikend zijn, maar men beseft dat hiermee geen vliegwiel gaat ontstaan. Een theaterzaal met 650 stoelen wordt in de literatuur en binnen de theaterwereld een middenzaal genoemd. Vanaf dit moment spreken we dan ook van een middenzaal om elke verwarring te voorkomen. Het bedrijfsleven en dan specifiek food gerelateerd heeft de behoefte aan een middenzaal voor congressen, educatieve activiteiten en representatieve ruimten/imago. Dit sluit aan bij het onderzoek dat destijds door K+V in 2007 is uitgevoerd onder het Veghelse bedrijfsleven. Een middenzaal kan niet in de bestaande gebouwen worden gerealiseerd. Ook de Koekbouw is qua afmetingen hiervoor niet geschikt. Twee theaterzalen zijn noodzakelijk voor horizontale programmering en voor realisatie van een toekomstbestendige theaterfunctie. Multifunctionele zalen zijn nodig om adequaat te kunnen inspelen op de vraag uit de markt en om een goed inverdienmodel te creëren. De huidige bioscoop gebruiken voor het tonen van het filmhuis met de kanttekening, dat de deskundigheid van programmeren van films binnen een filmhuisfunctie niet verloren mag gaan. Food en cultuur kunnen in goede samenhang en samenwerking de gemeente Veghel op het gebied van bedrijvigheid en kunst en cultuur op de kaart zetten.
Versie, 15 juli 2013
10
Aanbevelingen 1. 2.
3. 4.
5. 6.
7.
7.
Uitgangspunt voor de formulering van de toekomstige theaterfunctie is het programma en niet de gebouwen. M.a.w. laat bij de ontwikkeling het programma leidend zijn. Het theater dient te passen binnen de industriële omgeving van het totale gebied. Het theater dient op de Noordkade een herkenbare identiteit te zijn voor Veghel. Dit kan door op termijn een ander, onderscheidend programma te maken in een industriële omgeving. Zorg voor de toekomst voor een goede scheiding van verantwoordelijkheden en helderheid over rollen m.b.t. de uitvoering van de theaterfunctie. De amateurkunst dient gebruik te kunnen maken van de theaterfacilteiten, die voor deze doelgroep bereikbaar moet zijn en blijven, zodat het draagvlak wordt vergroot. Dit betekent dat qua programmering en kosten hiermee zeker rekening gehouden moet worden. Kwalitatief, goede gedifferentieerde horeca dient aanwezig te zijn. De huidige filmhuisfunctie van de Blauwe Kei dient nader uitgewerkt te worden als gevolg van de aanwezigheid van een commerciële bioscoop, die dit genre films op maandag programmeert. Samenwerking dan wel afstemming verdient aandacht. De organisatie voor de theaterexploitatie dient onderdeel uit te maken van de stichting CHV met het doel te komen tot efficiency en wederzijdse samenwerking en versterking van de functies educatie, presentatie en productie. Denkrichting toekomstige theaterfunctie en exploitatiemodel
Traditioneel denken De definitie traditioneel denken is geen waardeoordeel. Het geeft slechts een illustratie over de huidige werkwijze om een theater en de daarmee gepaarde exploitatie overeind te houden. De gemeente bouwt een nieuwe theater voor de uitvoering van een bepaalde programmering, dat vast is komen te staan op basis van een theaterprofiel. Met traditioneel bedoelen wij dat de gemeente de investering doet voor de fysieke aanpassing van het object (onderhoud/verbouw/nieuwbouw) en dat de gemeente deze investering doorbelast aan het theater door middel van een jaarlijkse huisvestingslast (annuïteit van afschrijving en rente). Huisvesting: vier scenario’s: Niets doen, Upgrade, 4Advies en Multifunctioneel/time sharing. Als wij deze vier scenario’s op een traditionele manier bekijken, dan leiden deze scenario’s tot steeds een andere huisvestingslast voor de theaterfunctie. Financiën bij de scenario’s: alle scenario’s leiden tot hogere subsidiebehoefte Uitgaande van een gelijkblijvende exploitatie van het theater (er verandert dus niets aan bijvoorbeeld de horecaomzet, de personele bezetting, etc.) leiden deze andere huisvestingslasten tot een andere subsidiebehoefte. Het onderzoek is uitgevoerd om inzicht te krijgen in de huisvestingslasten. De commerciële functie of wel de commerciële zaalverhuur ligt in de voorgestelde denkrichting (zie paragraaf Innovatieve oplossing) niet meer in handen bij de Blauwe Kei maar bij een andere exploitant. Fakton heeft op voordracht van de Blauwe Kei Steenakker bv ingehuurd om de effecten op de theaterexploitatie in beeld te brengen.
Versie, 15 juli 2013
11 In figuur 1 worden de financiële effecten van de verschillende scenario’s aangegeven. Uit de berekeningen blijkt dat alle scenario’s bij een gelijkblijvende theaterexploitatie (ceteris paribus) leiden 6 tot een hogere jaarlijkse subsidiebehoefte t.o.v. het huidige subsidiebudget van € 853.000,--. . De upgrade van het huidige gebouw van DBK leidt tot ongeveer € 250.000,- extra behoefte, het concept van 4Advies zelfs tot een extra behoefte van € 1.000.000,-. Indien een multifunctionele oplossing wordt gekozen dan is de extra subsidiebehoefte circa € 375.000,--.
Figuur 1: Financiële effecten per scenario.
Innovatieve oplossing: niet kopen, maar samen huren Het traditioneel bouwen van gebouwen voor het uitvoeren van de theaterfunctie past niet binnen de aanwezigheid van het industrieel erfgoed, waarvan de gemeente geen eigenaar is. Daarnaast vraagt de realisatie van een toekomstige theaterfunctie in een tijd van crisis een andere oplossing en denkrichting. De ontwikkeling van een kunst- en cultuurcluster op de Noordkade is geïnitieerd met het doel te dienen als een vliegwiel voor de ontwikkeling van het totale gebied. Daarin is een theaterfunctie onontbeerlijk. Zonder deze functie zal het vliegwiel t.b.v. de kunst- en cultuurcluster niet gerealiseerd worden. Indien de gemeente moet investeren kan uit figuur 1 worden afgeleid, dat nog los van de theaterexploitatie en de taakstellende bezuiniging, een forse aanvullende subsidiebijdrage wordt gevraagd. Dit wordt financieel niet haalbaar geacht. Deze opgave wordt als een behoorlijke uitdaging gezien, waarbij uiteindelijk is getracht ter komen met een innovatieve oplossing en een andere manier van denken. Conform de financiële oplossing van fase 1 van het K&C cluster op de Noordkade zijn verkennende gesprekken gevoerd, om als gemeente de accommodaties met theaterfaciliteiten te huren en dan ook alleen voor die dagen te willen gebruiken. De vastgoedeigenaar investeert in de bouw van zalen, gelijk theatertechniek en inventaris en maakt met de gemeente meerjarenafspraken.
6
De subsidieverlening 2013 bedraagt € 853.000,--. Versie, 15 juli 2013
12
Samenvattend betekent het nieuwe denken het volgende. Niet de gemeente, maar de vastgoedeigenaar pleegt de investering in het gebouw voor de theaterfunctie. De vastgoedeigenaar verhuurt het gebouw vervolgens aan de gemeente Veghel. Het voordeel hiervan is dat de eigenaar een lagere huur kan vragen aan de gemeente voor de theaterfunctie, omdat hij deze kan middelen met een hogere huur van commerciële partijen. Dit rechtvaardigt een investering van de vastgoedeigenaar. De gemeente wordt niet de enige huurder van het gebouw, maar de eigenaar verhuurt de ruimte ook aan commerciële instellingen. Het voordeel hiervan is dat de gemeente minder tijd de ruimte huurt en dus minder betaalt én dat ook hier de eigenaar kan middelen tussen lage (theater) en hoge (commerciële) huur. De vastgoedeigenaar investeert naast vastgoed ook in de realisatie va de benodigde theatertechniek en inventaris en verdisconteert de kapitaallasten in de huur. Andere opties zijn dat de gemeente eenmalig deze investeringen geheel of deels voor haar rekening neemt. Aanvullende uitgangspunten Inkoop programma – theater De Blauwe Kei slaagt er in om de inkoop van theatervoorstellingen volledig te dekken uit de kaartverkoop. Dit betekent dat de inkoop van artiesten kostendekkend plaatsvindt. Dit uitgangspunt wordt ook voor het toekomstige inverdienmodel gehanteerd. Horeca en inkomsten Op dit moment dienen de inkomsten uit horeca ter dekking van de theaterfunctie. Dit zal in de toekomst anders worden georganiseerd. De horeca zal deel uitmaken van een geintegreerd geheel in bijvoorbeeld een exploitatiemaatschappij. De intentie is dat de horeca voor alle functies op de Noordkade door deze exploitatiemaatschappij wordt gerund en dat de revenuen op basis van afspraken terugvloeien naar de publieke sector of wel de cultuur. Op deze wijze komen horeca inkomsten, die door de theaterfunctie worden gegenereerd, weer ten goede aan de cultuur. Op dit moment wordt het toekomstig exploitatiemodel verder ontwikkeld. Organisatie De stichting CHV wordt verantwoordelijk voor de theaterfunctie. Dit betekent dat er geen zelfstandige stichting zal zijn die hiervoor verantwoordelijk is in tegenstelling tot de huidige situatie. Theaterprogramma is leidend De nieuwe manier van denken, waarbij er sprake is van een huur van het aantal benodigde dagen voor theater vraagt wel om een standpuntbepaling m.b.t. regie. Programma vraagt een ruime planning aan voorbereiding van circa 1,5 jaar. M.a.w. nu wordt al geprogrammeerd voor 2015-2016. De planning van commerciële activiteiten zullen hiermee rekening moeten houden en dat kan leiden tot fricties. Met name de planning van courante dagen speelt hierin een rol. Het is daarom goed aan te geven dat voor de uitvoering van een adequate theaterfunctie de programmering leidend moet zijn t.o.v. commerciële activiteiten. Opgemerkt wordt dat constructief overleg tussen partijen onontbeerlijk is.
Versie, 15 juli 2013
13
8.
Theaterexploitatie 7
Op basis van genoemde denkrichting, zoals beschreven in paragraaf 7, is Fakton verzocht de theaterexploitatie te berekenen. Het adviesrapport is toegevoegd aan deze nota. De conclusies en aanbevelingen treft u met berekeningen terug in deze nota. Op hoofdlijnen betreffen het de volgende zaken. 1. Op basis van de exploitatie en het huidige subsidiebedrag (2013: € 853.000 exclusief onderhoud theatertechniek) kan de theaterfunctie aan de Noordkade worden geëxploiteerd 8 vanuit een basisprogrammering met groeimogelijkheden, inhoudelijk artistiek en budgettair. Daarvoor is een theoretisch model ontwikkeld op basis van kengetallen. Dit model is naast de - aan de nieuwe situatie aangepaste- exploitatie van DBK 2012 gelegd. Lum sum is de transitie mogelijk: Bezetting en organisatie zijn voldoende toegerust, kwalitatief en kwantitatief. Inkoop cultuur versus recette kan in evenwicht gebracht worden. bijkomende kosten van programmering, huisvesting en organisatie te dekken uit overige inkomsten en subsidie. 2. Het startpunt voor de nieuwe theaterfunctie ligt bij het huidige profiel van de Blauwe Kei, dat in een groot aantal jaren is ontwikkeld in relatie tot publiek. Het betreft een vertrouwde start met weinig risico’s voor publieksparticipatie en exploitatie. Op basis daarvan is het de taak van de theaterfunctie door te ontwikkelen op inspiratie van nieuwe locatie en samenwerkingspartners: van Receptief Programmeren naar Producerend Programmeren (met samenwerkingspartners en op bijzondere locatie “theatrale menu’s” samenstellen). Het onderscheidende karakter van het toekomstige profiel zit in de relatie met de nieuwe omgeving Noordkade en de randprogrammering, die de toeschouwer meer biedt dan een ‘kale’ theatervoorstelling of concert. DBK heeft dit profiel inmiddels al tot uitgangspunt van hun programmering gemaakt. De kernwoorden ‘avontuur en diepgang’ passen bij het culturele profiel van de Noordkade. Het programmaprofiel ziet er op hoofdlijnen als volg uit: Middenzaal 650 stoelen 90 professionele programma’s per jaar en 20 programma’s amateurs (Sociaal Cultureel). Kleine zaal 300 stoelen 35 professionele programma’s per jaar en 15 programma’s amateurs (Sociaal Cultureel). Koekbouw 5 voorstellingen. Gehele Noordkade, buitenterrein, De kansen op de Noordkade zijn groot. De deelname aan festivals (Slokdarmfestival) zal het startpunt moeten zijn en op basis daarvan het door ontwikkelen van het festivalconcept in samenwerking met de andere partners. De programmatische ontwikkeling sluit daarmee aan bij de huidige trend in de markt van ‘events en belevenis’. 3. De theaterfunctie kan met dit subsidievolume een culturele vliegwielfunctie vervullen aan de Noordkade. 4. Het concept ‘time sharing’ van de zalen geeft beheersing van budgettaire risico’s, maar brengt wel overleg, beperking van onderlinge concurrentie en creatieve expansie met zich mee. De commerciële functie (gebouweigenaar) zal in principe gebruik maken van de weekdagen (ma 7
Fakton heeft Bart Vaessen ingehuurd om de theaterexploitatie in beeld te brengen. Er zijn voldoende mogelijkheden een gevarieerd en kwalitatief goed programma aan te blijven bieden, dat aansluit bij behoeften van het publiek en de inspiratie vanuit de omgeving en het aanwezige erfgoed. 8
Versie, 15 juli 2013
14
5.
6.
7.
8.
t/m do), zodat voor de culturele functie de weekenddagen beschikbaar zijn. In basis is dit een ideale combi van beider gebruik. In verband met de doorlooptijd van de professionele programmering (boeking 1-1,5 jaar vóór showtime), zijn structurele meerjaren afspraken noodzakelijk. Bijzondere aandacht is noodzakelijk voor de relatie tussen commerciële programmering (gebouweigenaar) en culturele programmering (stichting CHV), vooral bij de Koekbouw. De programmering in de Koekbouw bevindt zich namelijk op het snijpunt van beide. Minimaal noodzakelijk is afstemming en liefst in gezamenlijkheid programmeren. Deze notie geldt feitelijk voor alle programmering in het Noordkade concept. De huidige exploitatie van DBK drijft voor een substantieel deel op de inkomsten uit commerciële verhuur, verhuur bowlingcentrum en horeca (omzet ongeveer 2,5 ton). In het hiervoor liggende exploitatiemodel zijn deze geëlimineerd. Ze maken in het nieuwe model (v.a. 2017) immers onderdeel uit van de exploitatie van de stichting CHV en worden ter dekking gebruikt van de algemene kosten van deze stichting, na afloop van de startsubsidie.. De commerciële exploitatie van de theaterzalen (Middenzaal en Kleine Zaal) in de dagen, waarin deze niet zijn verhuurd aan de theaterfunctie, komt in principe ten goede aan de gebouweigenaar. Belangrijk is de noodzakelijkheid van een integraal beheers- en exploitatiemodel (bijvoorbeeld een exploitatie BV met naar rato verdeling van aandelen) en een integrale meerjarenexploitatie opzet met alle partijen. Van de culturele functie is – bij voortzetting van de huidige formats- ongeveer bekend wat inhoud en exploitatie zijn. Voor de commerciële functie moet nog een integrale meerjarenopzet worden gemaakt. Het is niet ondenkbaar dat de revenuen daarvan – na return on investment- ten goede kunnen komen aan de culturele functies. Partijen hebben de wens tot integraliteit en gezamenlijke exploitatie uitgesproken. De uitkomsten daarvan kunnen van positieve invloed zijn op (de exploitatie van) het culturele deel. Indien de taakstellende bezuiniging van € 193.000 wordt geëffectueerd heeft dit consequenties. Daarvoor is een scenario ontwikkeld, met een exploitatietekort van € 645.000 (benodigde subsidie), dat de volgende consequenties heeft: halvering van de Middenzaalprogrammering, minder programmering Koekbouw. afslanking van de professionele staf tot een noodzakelijke formatie voor de afgeslankte kernfunctie, zodat doorontwikkeling van de theaterfunctie aan de Noordkade nauwelijks mogelijk is. minder huisvestingsafname van de gebouweigenaar, zodat de druk op externe verdienmogelijkheden voor deze groter wordt. de beoogde vliegwielfunctie van het theater aan de Noordkade wordt niet ontwikkeld.
Versie, 15 juli 2013
15
9.
Financiën
Structureel subsidiebudget Uitgaande van de uitvoering van ambitieniveau 1 met het doel een adequate theaterfunctie te realiseren op de Noordkade is er sprake van een subsidiebehoefte van € 853.000 (prijspeil 2013) exclusief € 22.000,-- onderhoud theatertechniek. Dit budget is gebaseerd op de door Fakton berekende kostendekkende huurtarieven voor vastgoed. Dit betekent dat aanvullende dekking gezocht moet worden voor de taakstellende bezuiniging van € 193.000,--. Theatertechniek en inventaris. Een berekening is gemaakt dat hiervoor € 2,8 mio nodig is. Voor de realisatie zijn er drie opties: a. Gemeente investeert eenmalig 100%. b. Gemeente en vastgoedeigenaar investeren beide 50% of een andere procentuele verdeling. c. De kapitaallasten van de benodigde investering worden voor 50% verdisconteerd in de exploitatie dan wel de subsidie wordt structureel verhoogd met € 80.000,--. Berekend is dat voor het onderhoud theatertechniek een structureel bedrag benodigd zal zijn van € 22.000,--. Dit is niet opgenomen in het benodigd subsidiebudget voor een theaterfunctie aan de Noordkade, zoals berekend door “De Steenakker”. . Plankosten Voor de verdere uitwerking van de plannen voor de theaterfunctie zal een krediet nodig zijn van € 500.000,--. Achterblijvende grond en gebouw De huidige Blauwe Kei en de grond zijn eigendom van de Blauwe Kei. Op dit moment vertegenwoordigen deze eigendommen een boekwaarde van € 1,5 mio en is er sprake van een tweetal geldleningen. Een lening is per 1-1-2017 afgelost. Juridisch heeft de gemeente geen enkele zeggenschap en rol m.b.t. deze eigendommen. De getaxeerde waarde bedraagt op basis van OZB € 3,5 mio. Verkoop zou kunnen leiden tot verevening van schulden en boekwaarde, maar nadere besluitvorming dient plaats te vinden in het kader van het masterplan en de daarin opgenomen kaders.
Versie, 15 juli 2013
16
Bijlage 1: Visualisaties scenario’s
Versie, 15 juli 2013
17
Bijlage 2: Huidige huisvestingslasten de Blauwe Kei In de begroting van de Blauwe Kei zijn huisvestingskosten opgenomen, die worden gesubsidieerd. Deze kosten zijn te verdelen in eigenaars- en gebruikerslasten. Op basis van de jaarrekening 2010, die 4Advies ook heeft gehanteerd, ontstaat het volgende beeld. Let op: We hebben nu ook de cijfers 2012 en kunnen onderstaande tabel vervangen met 2012. Tabel huisvestingskosten 2010 Eigenaarslasten
Gebruikerslasten
Afschrijving pand
€ 150.000
Onderhoud en ozb
€ 58.514
Rentelasten pand Afschrijving inventaris
€ 24.604
schoonmaak
€ 38.742
€ 78.661
belastingen en verzekeringen
€ 24.679
energiekosten
€ 60.679
overigen
€ 10.854
€ 253.265
€ 193.468
Versie, 15 juli 2013
18
Bijlage 3:
Vier huisvestingsscenario’s
Scenario 1 ‘nul-scenario’ betekent handhaven (met noodzakelijk groot onderhoud) van huidige Blauwe Kei op huidige locatie. Scenario 1 betekent het behoud van de theaterfunctie op de huidige locatie. Behoud van de theaterfunctie op de huidige locatie betekent dat de centrumfunctie (winkelgebied) versterkt blijft door de aanwezigheid van de Blauwe Kei. De Blauwe Kei genereert publiek en brengt levendigheid op gang. Juist om die reden is destijds het besluit genomen de bibliotheek te handhaven op de huidige locatie. Gelet op het feit dat de gemeenschapshuisfunctie in fase 1 al wordt verplaatst naar het complex op de Noordkade, gaan steeds meer instellingen, verenigingen en bedrijven hun activiteiten op de Noordkade laten plaatsvinden. De culturele instellingen maken onderdeel uit van fase 1 en hebben vanaf het begin kenbaar gemaakt dat een theaterfunctie onontbeerlijk is om een kunst- en cultuurcluster te realiseren. Zij hebben zelfs de voorwaarde gesteld dat men alleen wenst te verhuizen wanneer duidelijk is dat de theaterfunctie ook naar de Noordkade wordt verplaatst. Gezien de ver gevorderde plannen van verplaatsing van de culturele instellingen naar de Noordkade, de inpassing van de sociaal-culturele functie in fase 1 en de eindigheid van het huidige gebouw van de Blauwe Kei, zijn wij van mening dat deze optie niet wenselijk wordt geacht. In het Argus rapport is aangegeven, dat tot en met 2016 jaarlijks 100k nodig is voor het plegen van planmatig onderhoud. In 2017 is zeker een investering nodig van 500k voor onderhoud en de jaren daarna volgt opnieuw een noodzakelijke impuls. Scenario 2 Upgrading de Blauwe Kei op huidige locatie Dit scenario is destijds door de Blauwe Kei aangedragen betekende een extra investering van € 4,2 mln. Dit betekent dat huidig gebouw wordt gerenoveerd inclusief de aanpak van de installatietechnische voorzieningen. Hiermee kan het huidig programma onverkort worden voortgezet. Scenario 3 Realisatie van theaterfunctie conform 4Advies 4Advies stelt in haar rapport dat voor het verkrijgen van een vliegwielfunctie op de Noordkade het is aan te bevelen dat voor de theaterfunctie sprake is van meerdere zalen te weten: a. Theaterzaal met 650 stoelen; b. Theaterzaal met een vlakke vloer met 300 stoelen; c. Theaterzaal met vlakke vloer met 150 stoelen; d. Twee laboratoriumzalen met 120 en 60 stoelen. Afwijking 4Advies Qua inpassingsmodel opteert 4Advies alles binnen de bestaande gebouwen te realiseren en een deel van de Koekbouw te gebruiken. De gemeenteraad heeft in afwijking van het rapport van 4Advies besloten dat de Koekbouw niet wordt aangetast. Dit betekent dat realisatie van een theaterzaal met 650 stoelen niet binnen de bestaande gebouwen gerealiseerd kan worden. (dit is scenario 2a uit het rapport 4Advies).
Versie, 15 juli 2013
19
Scenario 4
Realisatie van theaterfunctie met een middenzaal en kleine zaal binnen een multifunctionele setting.
Voor het implementeren van het theaterprofiel zoals hiervoor genoemd, gelet op de aanbevelingen in het rapport van 4Advies om te kiezen voor meerdere zalen en vanuit de financiële haalbaarheid opteren wij sterk voor scenario 4. Onderstaand vindt een onderbouwing plaats voor de keuze voor scenario 3. Uitgangspunten voor uitwerking van de toekomstige theaterfunctie op basis van de gesprekken en studies zijn: a. Er is vanuit het bedrijfsleven behoefte aan een middenzaal met 650 stoelen. b. Alleen met medewerking van het bedrijfsleven kan een middenzaal worden gerealiseerd. c. Gemeente investeert in programma’s en niet in gebouwen. Deze worden gehuurd. d. In de toekomst kunnen circa 150 professionele theatervoorstellingen per jaar worden uitgevoerd, die kunnen plaatsvinden in de middenzaal, de kleine zaal, de koekbouw en in het al gehuurde deel van fase 1. e. Theaterzalen worden multifunctioneel uitgevoerd en uitvoering vergt nader onderzoek. f. De eindverantwoordelijke voor de programmering krijgt geen conflicterende functies (huisvesting en commerciële activiteiten) en maakt deel uit van de stichting CHV. Op deze wijze ontstaat helderheid over rollen en verantwoordelijkheden.
Versie, 15 juli 2013
20
Bijlage 4
Overzicht geïnterviewden
Directie Theater aan de Parade, ’s Hertogenbosch Directie Parktheater Limburg, Heerlen PB/theateradviseurs, Uden Directie Vereniging voor Schouwburg- en concertdirecteuren Culturele partners Veghel, MiK, Pieter Brueghel, Kunstgroep de Compagnie Jumbo Maison van de Boer Hutten Exclusieve Catering De Blauwe Kei Fakton Steenakker BV Sijbers Cultuurbouw
Versie, 15 juli 2013