PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
ONDERZOEK NAAR DE RELATIE TUSSEN SUBJECTIEVE MENTALE INSPANNING EN RSIGERELATEERDE KLACHTEN BIJ BEELDSCHERMWERKERS
W. Waterink en A.J. Middendorp1
Open Universiteit Nederland Faculteit Psychologie Postbus 2960 6401 DL Heerlen
1
Bertha Middendorp heeft binnen haar studie Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de Open Universiteit Nederland voor haar afstudeerscriptie het feitelijke onderzoek uitgevoerd, waarvoor zij hierbij de medewerkers van ChipSoft BV, te Amsterdam, hartelijk wil bedanken.
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
Samenvatting
In het huidige onderzoek is bij een groep beeldschermwerkers een mogelijk verband onderzocht tussen de mate van subjectieve mentale inspanning en de mate van RSIgerelateerde
klachten.
Mentale
inspanning
is
gemeten
met
behulp
van
de
‘ Beoordelingschaal Subjectieve Mentale Inspanning’(BSMI; Zijlstra, 1993). De mate van RSI-gerelateerde
klachten
is
bepaald
via
een
speciaal
daarvoor
geconstrueerde
vragenlijst. De verwachting was dat een verhoogde mentale inspanning, als gevolg van beeldschermwerk, zou leiden tot een hogere mate van gerapporteerde RSI-gerelateerde klachten. Echter, tussen de twee variabelen is een significant negatief verband gevonden. Een hoge subjectieve mentale inspanning gaat gepaard met minder gerapporteerde RSIgerelateerde klachten. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de totale werkbelasting voornamelijk werd bepaald door de emotionele component.
2
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
Inleiding Pijn in de nek, schouder, arm, pols of hand, een gevoel van zwaarte of vermoeidheid in die regio's, tintelingen, kramp en huidverkleuring zijn de meest kenmerkende klachten van een syndroom dat in toenemende mate werknemers in hoogproductieve westerse economieën treft (Van Galen & Müller, 2001). In Nederland is het klachtensyndroom bekend onder de naam RSI (van het Australisch-Engelse 'Repetitive Strain Injury'). Letterlijk betekent RSI: lichamelijke aandoeningen door herhaald letsel (Huppes & Schreibers, 2000). RSI-klachten worden vooral waargenomen bij mensen die langdurig in statische houdingen werken en tijdens het werk hun armen, handen en of vingers repeterend bewegen (De Ridder, 1997). Opvallend is dat in 90% van de gevallen van echte weefselbeschadiging die door de term 'injury' wordt gesuggereerd, geen sprake is (TNO Arbeid, 1999).
De omvang van het RSI-probleem is groot. Reeds in 1994 schatten Huppes, De Feyter, Koningsveld en Verbeek (1994) dat in Nederland twee miljoen werknemers een verhoogd risico lopen op nek- schouder- en armklachten in verband met repeterende bewegingen en dat jaarlijks 4% van de instroom in de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid te wijten is aan klachten aan bovenstaande ledematen. Inmiddels zijn die cijfers niet gunstiger geworden. Het recente rapport van de Gezondheidsraad (2000) meldt dat gemiddeld 30% van de werknemers met RSI-klachten te maken heeft en dat bij 6 - 13% van hen, afhankelijk van de beroepsgroep, dit leidt tot ziekteverzuim. De klachten ontstaan
overwegend
bij
mensen
die
repeterende
arbeid
verrichten
(musici,
beeldschermwerkers, kappers, inpakkers, slagerijemployees, schoonmakers) of hobby's uitoefenen met in hoge mate repeterende motorische componenten (bespelen van muziekinstrumenten, computerspelletjes of websurfen). In Nederland heeft het probleem inmiddels zo'n omvang bereikt dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Gezondheidsraad om advies omtrent de aard, omvang en beteugeling van het probleem hebben gevraagd. Dit advies is in november 2000 verschenen en bevat een overzicht over de gangbare
3
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
inzichten in de literatuur, getoetst aan het deskundigenoordeel van de leden van de RSIcommissie (Gezondheidsraad, 2000). De belangrijkste conclusie uit het rapport is dat RSI een multi-factorieel klachtensyndroom is waarbij risicofactoren van diverse aard bijdragen aan het ontstaan ervan. Daarbij kan gedacht worden, naast fysieke, biofysische en ergonomisch aspecten aan: hoge werkdruk, subjectief ervaren werkbelasting, beperkte sociale steun en onvoldoende regelmogelijkheden (zie voor een overzicht Massaar, 1998). Verder constateren Peereboom en Schneiders (2000) dat RSI vooral mensen treft die sterk gemotiveerd zijn en met name tijdens drukke periodes op het werk. Van Galen en Müller (2001) noemen een viertal factoren voor het ontstaan van RSI. Eén daarvan is taakstress. Anders dan psychosociale stress, die meestal op grond van de subjectieve reacties van proefpersonen op vragenlijstitems wordt gemeten, betreft taakstress veelal eenduidig te operationaliseren taakcondities. Werken onder lawaai,
bij
slecht
licht,
onder
hoge
tijdsdruk,
met
gelijktijdige
belasting
door
geheugenopdrachten of andere vormen van dubbele taakbelasting, in moeilijke taken door incompatibele stimulus-response-relaties zijn alle voorbeelden van taakstressoren.
Er zijn een dus aantal bevindingen die doen vermoeden dat RSI en RSI-gerelateerde klachten niet alleen ontstaan door fysieke belasting van arbeid. Het lijkt dus zinvol om een andere component van arbeidsbelasting te onderzoeken (zie ook Waterink, 2001). De totale arbeids- of werkbelasting bestaat namelijk naast een fysieke component nog uit een mentale en een emotionele component (Gaillard, 1995). Het huidige onderzoek gaat in op de mentale component van werkbelasting bij beeldschermwerkers.
Mentale werkbelasting en mentale inspanning Beeldschermwerk is voor een groot deel mentaal werk waarbij de hersenen worden belast. Tijdens een normale mentale werkbelasting vindt er mobilisatie plaats van specifieke en aspecifieke (psychofysiologische) energie (Mulder, 1986; Gaillard, 1996; Waterink, 1997; 2001). Specifieke psychofysiologische energie is onder andere nodig
4
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
voor specifieke informatieverwerkingsprocessen. Dit zijn processen die voornamelijk plaatsvinden in de hersenen die maken hebben met het omzetten van stimulusinformatie (informatie op het beeldscherm), al dan niet via geheugenprocessen, tot motorische handelingen (typen op een toetsenbord). Echter, deze processen verlopen pas goed als het hele lichaam, maar met name de hersenen, in een optimale aspecifieke energetische toestand verkeert. Neemt de mentale werkbelasting toe, bijvoorbeeld door werkdruk of vermoeidheid, dan moet die energetische toetstand worden aangepast door het mobiliseren
van
extra
aspecifieke
psychofysiologische
energie.
Deze
vorm
van
energiemobilisatie staat bekend als mentale inspanning (Waterink & Van Boxtel, 1994). Hierbij dient te worden opgemerkt dat mentale inspanning onder bewuste controle staat (Gaillard, 1996; Waterink, 1997). Dus, als iemand zich mentaal niet wil inspannen dan gebeurd dat ook niet.
Mentale inspanning neemt dus toe als de mentale werkbelasting toeneemt. Bij een hoge mate van mentale inspanning of een langdurige mentale inspanning kunnen er op den duur stressreacties optreden waaronder een sterke verhoging van de algemene spierspanning. Experimenteel onderzoek heeft dit reeds vele malen aangetoond (zie voor overzichten, Van Boxtel & Jessurun, 1993; Waterink, 1997). Een verhoging van de spierspanning is echter niet altijd functioneel, zeker niet bij beeldschermwerkers die werken onder tijdsdruk. Zij moeten dan met veel onderliggende kracht subtiel werk blijven verrichten. Ze werken dan als het ware met de 'handrem' erop.
Mentale inspanning heeft dus onder andere als gevolg dat de algemene spierspanning toeneemt en dat daardoor de kans op het ontstaan van RSI(-gerelateerde klachten) wordt vergroot. Een verklaring voor het feit dat RSI vooral mensen treft die sterk gemotiveerd zijn (cf. Peereboom & Schneiders, 2000) kan ook het gevolg zijn van mentale inspanning. Zoals reeds eerder werd vermeld is motivatie belangrijk als het gaat om
mentale
inspanning.
Dus,
gemotiveerde
mensen
zullen
eerder
een
grotere
spierspanning genereren. Experimenteel is dat ook reeds aangetoond bij spierspanning in
5
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
het gelaat (Waterink, 1997; Waterink, Van Boxtel & Veldhuizen, 1996). Een andere bevinding voor het ontstaan van RSI(-gerelateerde klachten) is dat niet alleen het repetitieve karakter van werk, maar ook statische belasting een rol speelt (TNO arbeid, 1999). Ook voor dit feit kan een verklaring worden gevonden binnen het concept van mentale inspanning. Het is namelijk al heel lang bekend dat spierspanning ook toeneemt tijdens denken (Max, 1937) en mentaal werk (Courts, 1942; zie ook Läubli, 1998 en Waterink, 1997).
Gericht onderzoek naar mentale inspanning in relatie tot RSI(-gerelateerde klachten) is nog niet gedaan. Dit onderzoek richt zich op de vraag of de mate van mentale inspanning een samenhang vertoont met de mate van gerapporteerde RSI-gerelateerde klachten. Onder RSI-gerelateerde klachten wordt verstaan (de mate van) pijnklachten in de nek, schouders, armen, polsen en handen. Het onderzoek is uitgevoerd onder medewerkers van
een
softwarehuis.
Deze
medewerkers
verrichten
allen
meer
dan
vier
uur
beeldschermwerk per dag. De centrale hypothese was: hoe groter de mentale inspanning des te meer gerapporteerde RSI-gerelateerde klachten. Mentale inspanning is hier gemeten door middel van een vragenlijst. Het gaat dus om subjectieve mentale inspanning.
Methode Onderzoeksgroep De populatie bestond uit medewerkers van een softwarehuis die gespecialiseerd is in het automatiseren van zorginstellingen. Bij het bedrijf komen onder andere de volgende functies
voor:
ontwikkelaar,
software technisch
engineer, schrijver,
software
consultant,
programmeur,
documentatieschrijver,
software
systeemontwikkelaar,
secretaresse en boekhouder. Van de 70 medewerkers hebben er 33 medewerkers meegewerkt aan het onderzoek, 24 mannen en 9 vrouwen variërend in leeftijd van 19 tot
6
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
42 jaar. Reden voor de lage respons is dat een groot aantal medewerkers bij klanten werkzaam was, op vakantie was en ziek was. Alle medewerkers die hebben meegewerkt aan het onderzoek verrichten meer dan 4 uur per dag beeldschermwerk.
Subjectieve mentale inspanning Voor het huidige onderzoek is de 'Beoordelingsschaal Subjectieve Mentale Inspanning' (BSMI), gebruikt. De BSMI is ontwikkeld door Zijlstra en van Doorn (1985). Op deze analoge schaal men aangeven hoe inspannend een bepaalde (arbeids)taak ervaren is. Deze methode is in zowel laboratorium- als praktijksituaties toegepast en blijkt goed te differentiëren tussen taken die verschillen in de mate van gevraagde mentale inspanning (Zijlstra, 1993). In tegenstelling tot de meeste schalen heeft de BSMI geen vast eindpunt, waardoor deze schaal een groot bereik heeft. Ook al is de ene taak 'ontzettend inspannend', de volgende taak kan nog inspannender zijn. Deze methode kan alleen worden toegepast direct na de taakuitvoering, hetgeen enige beperkingen oplevert omtrent de afname van de schaal.
Hoewel er bezwaren zijn tegen het meten van mentale inspanning via een vragenlijst (zie bijvoorbeeld Waterink, 2002) komt het steeds vaker voor dat mentale inspanning toch een subjectieve manier wordt gemeten omdat het een goedkope methode is, er weinig technische kennis is vereist en er geen apparatuur voor nodig is. Verder is de betrouwbaarheid van subjectieve maten vrij hoog; de correlatie tussen twee metingen ligt tussen de 0.80 en 0.90 (Gaillard, 1996).
RSI-gerelateerde klachten Voor het meten van de mate van RSI-gerelateerde klachten zijn in een vragenlijst 9 items opgenomen over ervaren klachten aan handen, polsen, armen, schouders en nek. Bij elke item werd gevraagd een vierpunts-Likertschaal in te vullen. Daarnaast bevatte
7
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
de vragenlijst nog een aantal controlevragen die niet verder zijn meegenomen in de analyses.
De
9
items
zijn
gesommeerd naar
1
RSI-gerelateerde
klachtenscore
(Cronbach's alfa 0.82). De maximale te behalen totaalscore was 36.
Procedure Na een gesprek en toestemming van de directeur van het bedrijf is het onderzoek in mei 2001 uitgevoerd. In eerste instantie zijn 70 medewerkers via e-mail op de hoogte gesteld van het onderzoek. Op de eerste dag van het onderzoek is aan de aanwezige medewerkers persoonlijk gevraagd of zij bereid waren deel te nemen aan het onderzoek en aangegeven wat van hun werd verwacht bij dit onderzoek. De BSMI is vier keer ingevuld op maandag en donderdag. Dit is om na te gaan of de mentale inspanning gedurende de dag toe of afneemt en of dit gedurende de week toe of afneemt. De eerste meting was om 10.00 uur, de tweede om 12.00 uur, de derde meting om 14.00 en de vierde meting om 16.00. Aan de medewerkers is persoonlijk op die tijdstippen gevraagd of zij door middel van een kruisje op de verticale lijn aan wilden geven hoeveel inspanning het hun had gekost om de afgelopen twee uren hun werk te verrichten. De ingevulde lijsten zijn meteen ingenomen. Aan het eind van de tweede dag, na de laatste BSMI-meting, hebben de medewerkers de vragenlijsten ingevuld die betrekking heeft op RSI-klachten. Deze vragenlijsten zijn aan het einde van de dag meteen weer ingenomen.
Analyses De gemiddelde BSMI-scores van de 8 meetmomenten zijn getoetst via een multivariate variantieanalyse met herhaalde metingen (MANOVA binnen 'SPSS voor Windows'). Om het tijdseffect te onderzoeken is daarbij gebruik gemaakt van a-priori gekozen contrasten: lineaire en kwadratische polynomial trends (cf. Tabachnick & Fidell, 2001). Hierdoor kan er getoetst worden op een niveau van 5%. Voor het bepalen van een
8
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
eventueel verband tussen mentale inspanning en RSI-gerelateerde klachten is de Spearmans correlatiecoëfficiënt berekend.
Resultaten De gemiddelde BSMI-scores voor de acht meetmomenten zijn weergegeven in figuur 1. Voor de eerste meetdag (maandag) was de gemiddelde BSMI-score 54.17 (S.D. 13.32) en voor de tweede meetdag (donderdag) was de BSMI-score 52.08 (S.D. 13.00). Beide scores liggen verbaal gezien tussen ‘ enigszins inspannend’en ‘ tamelijk inspannend’ . Wat betreft de middelde BSMI-scores is er geen significant verschil gevonden tussen de twee meetdagen. In het algemeen nemen de gemiddelde BSMI-scores gedurende een werkdag, 'curvilineair' toe (positieve lineaire trend: F(1,32) = 36.52, p<.001; negatieve kwadratische trend: F(1,32)= 6.05, p<.05). Met betrekking tot deze curvilineaire toename is er geen significant verschil gevonden tussen de twee meetdagen.
Subjectieve mentale inspanning 100
BSMI
80
Donderdag
Maandag
60 40 20 0
1
2
3
4
5
6
7
8
Meetmomenten Figuur 1. Grafische weergave van de gemiddelde BSMI-scores voor de twee meetdagen.
Voor de onderzochte personen die RSI-gerelateerde klachten hebben gerapporteerd (N=25) was de gemiddelde score 5.28 (SD= 4.07). Hieruit valt op te maken dat de onderzochte groep gemiddeld genomen een lage mate van RSI-gerelateerde klachten
9
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
had. De onderzochte personen werden derhalve op basis van de mate van RSIgerelateerde klachten verdeeld in 3 groepen: geen (N=8), weinig (N=12; 0 < RSIgerelateerde klachtenscore = 5), matig (N=13; 5 < RSI-gerelateerde klachtenscore = 36). De drie groepen zijn met hun gemiddelde totale BSMI-scores weergegeven in figuur 2. De correlatieanalyse leverde een Pearsons r op van -.41 (p<.05). Hoge BSMI-scores gingen gepaard met lage RSI-gerelateerde klachtenscores.
Subjectieve mentale inspanning 100 80
BSMI
60 40
20 0 Geen
Weinig
Matig
RSI-gerelateerde klachten
Figuur 2. Grafische weergave van de gemiddelde BSMI-scores voor de drie groepen.
Discussie Uit het feit dat voor de onderzochte groep de gemiddelde BSMI-score niet aan de hoge kant ligt, kan geconcludeerd worden dat ten tijde van het onderzoek de werkbelasting zeker niet te hoog was. Dit strookt ook met de gemiddelde, niet al te hoge, gerapporteerde
RSI-gerelateerde
klachtenscore.
Echter,
op
grond
van
eerdere
onderzoeken (o.a. Massaar, 1996) en theoretische overwegingen (Waterink, 2001) was niet verwacht dat een relatief hoge subjectieve mentale inspanning, als gevolg van beeldschermwerk, gepaard zou gaan met een relatief lage mate van RSI-gerelateerde klachten, dat wil zeggen, geen of weinig RSI-gerelateerde klachten. Voor een bepaald deel van de onderzochte groep lijkt het alsof de mate van werkbelasting leidde tot wat in de literatuur bekend staat als ‘ effort with distress’(cf. Frankenhaeuser, Lundberg &
10
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
Forsman, 1980). Dat wil zeggen, ‘ mentale inspanning gecombineerd met een negatieve emotionele spanning’ . Een negatieve emotionele spanning kan worden beschouwd als een energetische toestand die ontstaat als gevolg van accumulatie van opgewekte negatieve specifieke emoties, zoals somberheid/verdriet, angst/vrees, agressie/irritatie, afkeer/walging (zie bijvoorbeeld Waterink, 2000). De negatieve opgebouwde emotionele spanning zorgt dan voor lichamelijke sensaties die vervolgens leiden tot RSI-gerelateerde klachten.
In de inleiding was al vermeld dat de totale werkbelasting naast een fysieke nog uit een mentale en een emotionele component bestaat. Voor de onderzochte groep lijkt de mate van ervaren mentale inspanning in evenwicht te zijn met de mate van de werkbelasting. Evenwel, lichamelijke klachten ontstaan niet alleen als gevolg van een werkbelasting. Klachten kunnen ook ontstaan als gevolg van een lage eenzijdige werkbelasting of beperkte mogelijkheden om problemen die zich in het werk voordoen, op te lossen (Gaillard, 1996). De emotionele component van werkbelasting zou wel eens de belangrijkste component kunnen zijn als het gaat om arbeidsgerelateerde klachten.
Literatuur -
Courts,
F.A.
(1942).
Relations
between
muscular
tension
and
performance.
Psychological Bulletin, 39, 347-367. -
De Ridder, M. (1997). Licht muisje is zo licht nog niet. Arbeidsomstandigheden Concreet, 6, 31-32.
-
Douwes, M, Thé, K.H., Bongers, P.M. & Eikhout, S.M. (1999). Netwerkontwikkeling Optimalisering Repeterende Arbeid: inventarisatie en uitwisseling van kennis over RSI (TNO-rapport (R9900299/4080001). Hoofddorp: TNO Arbeid.
-
Frankenhäuser, M., Lundberg, L & Forsman, L. Dissociation between sympatheticadrenal and pituitary-adrenal responses to an achievement situation characterized by high controllability. Comparison between type A en type B males and females. Biological Psychology, 10, 79-91.
11
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
-
Gaillard, A.W.K. (1995). Mentale belasting en werkstress. In M.J. Schabracq, J.A.M. Winnubst, Perreijn, A.C. en J. Gerrichhauzen (Eds.), Mentale belasting in het werk (pp. 35 –63). Utrecht: Lemma BV.
-
Gaillard, A.W.K. (1996). Stress, productiviteit en gezondheid. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.
-
Gezondheidsraad (2000). RSI (Extern rapport, publicatie nr. 2000/22). Den Haag: Gezondheidsraad.
-
Huppes, G., De Feyter, M.G., Koningsveld, E.A.P. & Verbeek, J.H.A.M. (1994). Repeterende bewegingen. Definities, omvang van de problematiek, instrument voor risico-inventarisatie
en
praktijkervaring
met
dit
instrument.
Den
Haag:
SDU
uitgevers. -
Huppes, G. & Schreibers, K.B.J. (2000). Handboek RSI (2e druk). Den Haag: SDU Uitgevers.
-
Läubli, Th. (1998). Co-activation of neck and upper limb muscles in a tapping task (Abstract). Third International Scientific Conference on Prevention of Work-related Musculoskeletal Disorders. Helsinki, REMUS. P. 16.
-
Massaar, J. (1998). Repetitive Strain Injuries (RSI) bij beeldschermwerkers: de muisarm ontzenuwd. (Intern rapport). 's-Gravenhage: Ministerie van SZW.
-
Max, L.W. (1937). An experimental study of the motor theory of consciousness, IV. Action current responses in the deaf during awakening, kinaesthetic imagery and abstract thinking. Journal of Comparative Psychology, 24, 301-330.
-
Mulder, G. (1986). The concept and measurement of mental effort. In G.R.J. Hockey, A.W.K. Gaillard, & M.G.H. Coles (Eds.), Energetics and human information processing (pp. 175-198). Dordrecht: Martinus Nijhof.
-
Peereboom K.J. & Scheibers K.B.J. (Eds.), (2000). Handboek RSI: risico's oplossingen behandeling. Den Haag: Sdu Uitgevers.
-
Tabachnick, B.G. & Fidell, L.S. (2001). Using multivariate statistic. (Fourth edition). Needham Heights: Allyn & Bacon.
12
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
-
Van Boxtel, A. & Jessurun, M. (1993). Amplitude and bilateral coherency of facial and jaw-elevator EMG activity as an index of mental effort during a two-choice serial reaction task. Psychophysiology, 30, 589-604.
-
Van Galen, G.P. & Müller, M. (2001). Stress, neuromotorische ruis en spierspanning en het ontstaan van RSI. Tijdschrift voor Ergonomie, 26, 3-17.
-
Waterink, W. (1997). Facial muscle activity as an index of energy mobilization during processing of information: An EMG study. PhD Thesis, Tilburg University. Delft, The Netherlands: Uitgeverij Eburon.
-
Waterink, W. (2000). Elektromyografie van gelaatsspieren en emoties. Neuropraxis, 4, 101-105.
-
Waterink, W. (2001). Mentale inspanning en RSI: een mogelijk verband? Fysioscoop, 27/6, 10-11.
-
Waterink, W. (2002). Mentale inspanning en RSI: een mogelijk verband? Slot. Fysioscoop, 28/1, 10-11.
-
Waterink, W., & Van Boxtel, A. (1994). Facial and jaw-elevator EMG in relation to changes in performance level during a sustained information processing task. Biological Psychology, 37, 183-198.
-
Waterink, W., Van Boxtel, A., & Veldhuizen, I.J.T. (1996). Physiological indices of mental effort during a warned choice reaction time task: A comparison between heart rate variability and corrugator EMG activity (Abstract). Psychophysiology, 33(Suppl. 1), S87.
-
Zijlstra, F.R.H. (1993). Efficiency in work behaviour: A design approach for modern tools. PhD Thesis. Delft: Delft University Press.
-
Zijlstra, F.R.H. & Van Doorn, L. (1985). The construction of a subjective effort scale. (Internal Report). Delft: Delft University of Technology. Department of Social Sciences.
13