Resultaten ISO-onderzoek:
Onderzoek naar de gevolgen voor studenten van de invoering nieuwe bekostigingsstelsel
ISO (Interstedelijk Studentenoverleg) Bemuurde Weerd o.z. 1 3514 AN Utrecht Telefoon: Fax: Website: E-mail:
030 – 230 26 66 030 – 230 44 11 http://www.iso.nl
[email protected]
Onderzoek uitgevoerd door: NewCom Results & Consultancy, december 2004
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
1
Inhoudsopgave Persbericht, 8 december 2004, “Onderzoek toont aan: “Eén op de vijf studenten stopt studie om financiële redenen.”
3
Voorwoord
5
1.
Conclusie
6
2.
Belangrijkste onderzoeksresultaten
8
2.1 Opzet van het onderzoek
8
2.2 Kenmerken van de onderzoeksgroep
8
2.3 Houding ten opzichte van verhoging collegegeld
8
2.4 Effecten nieuwe collegegeldsystematiek
9
Bijlage, Figuren en tabellen
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
10
2
Ter attentie van Onderwijs en Parlementaire redactie
Onderzoek toont aan: “Eén op de vijf studenten stopt studie om financiële redenen.” Utrecht, 8 december 2004. Aanstaande donderdag vindt in de Tweede Kamer het debat plaats over de nieuwe bekostigingsplannen van het Hoger Onderwijs. Staatssecretaris Rutte zal zich aldaar moeten gaan verdedigen voor zijn plannen studenten nog maar 5½ jaar de kans te geven om te studeren. Voorafgaand aan het debat zal het ISO haar onderzoeksrapport aanbieden aan Staatssecretaris Rutte. Het onderzoek, uitgevoerd onder studenten door het onafhankelijke onderzoeksbureau Newcom Reseach & Consultancy, toont aan dat één op de vijf studenten om financiële redenen zegt te stoppen met studeren. Tevens neemt meer dan de helft van de studenten genoegen met lagere cijfers en zullen vier op de tien studenten de waardevolle stages, verblijven in het buitenland, en bestuursfuncties niet meer uitvoeren. Uit het onderzoek blijkt dat de verwachtingen van de Staatssecretaris niet realistisch zijn. De ambitie om meer én beter hoger opgeleide studenten te krijgen wordt met doorgang van de huidige plannen tegengewerkt. ISO-voorzitter Madelein Hofmijster: “Rutte baseert zich op vermoedens, dit zijn de cijfers. De regering kan de stem van de student niet negeren, alvorens dit soort rigoureuze beslissingen te nemen.” Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat 70% van de studenten bij invoering van het nieuwe stelsel zegt niet over te stappen naar een betere studie. In de beleidsbrief van het Ministerie OC&W wordt heel duidelijk aangenomen dat studenten in dat geval zullen gaan ‘stemmen met de voeten’ en zo een kwaliteitssignaal afgeven richting de instelling. Het ISO-onderzoek toont aan dat dit voor 70% van de studenten niet het geval is. In het onderzoek is onder meer onderzocht wat de houding van studenten is ten opzichte van een verhoging van het collegegeld. Rutte heeft het voornemen het collegegeld tot maximaal €6500 te verhogen, waar het nu €1500 is. Een collegegeldverhoging van €1000 vindt maar 11% van de studenten acceptabel. Een collegegeld van €4500 is voor nog maar 4% van de studenten acceptabel. De directe gevolgen van de invoering van het stelsel zullen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste zal bij invoering van het nieuwe stelsel 20% van de studenten stoppen met studeren om financiële redenen. 18% van de studenten zegt in het nieuwe stelsel zelfs geen master te gaan volgen, terwijl ze dat in de huidige stelsel wel van plan zijn. Ten tweede zegt de helft van de studenten te overwegen een studie te gaan volgen in een land zonder of met weinig collegegeld. Madelein Hofmijster: “Dit zijn verontrustende resultaten. Rutte kan zijn plannen op deze manier echt niet voortzetten, hij brengt niet alleen de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in gevaar, maar zorgt ook nog eens voor minder studenten en dat in een land wat juist meer hoger opgeleiden wil .”
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
3
Andere verontrustende resultaten uit het onderzoek zijn het percentage studenten (56%) dat in het nieuwe stelsel genoegen zal nemen met lagere cijfers en het percentage dat stopt met extra-curriculaire activiteiten als een stage, een verblijf in het buitenland, een bestuursfunctie in medezeggenschap, vereniging of sportclub (39%). Madelein Hofmijster: “Het initiatief van de student om zich verder en breder te ontwikkelen buiten zijn studie wordt met dit stelsel afgeremd. En dat terwijl de arbeidsmarkt staat te springen om studenten die actief zijn naast hun studie. Wij pleiten daarom voor een uitloop van de studie van 3 jaar .” Het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg) is de grootste landelijke studentenorganisatie en vaste gesprekspartner van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij het ISO zijn ongeveer 180.000 studenten aangesloten. Noot voor de redactie, niet voor publicatie Voor meer informatie: ISO Mobiel
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
030 – 230 26 66 06 – 51 51 65 01
4
Voorwoord De Hoger Onderwijs wereld gonst er al lang van: de invoering van de leerrechten. Wie is er voor, wie is er tegen, wat zijn de gevolgen, wat voor een systematiek wil het ministerie er aan hangen? Inmiddels ligt er een voorstel van het ministerie in de vorm van de beleidsbrief ‘Financiering in het Hoger Onderwijs’. Ook de doelstellingen die het ministerie zich heeft gesteld staan hierin helder verwoord; allen doelstellingen waar het ISO zich goed in kan vinden. De systematiek, de beperkingen, de bedragen die in deze beleidsbrief genoemd worden waren voor het ISO echter directe aanleiding om onderzoek te laten doen: wat zijn hiervan de directe gevolgen voor studenten? Want; dit kan niet goed zijn. En inderdaad, een aantal maatregelen die het ministerie wil nemen vertalen zich in zeer negatieve gevolgen voor de studenten, andere pakken minder negatief uit. Voor u ligt het rapport van het onderzoek naar de gevolgen van het nieuwe bekostigingsstelsel. In dit rapport vindt u een uitgebreide conclusie, waarin de belangrijkste onderzoeksresultaten gekoppeld worden aan de plannen van de Staatssecretaris Rutte. In de bijlagen vindt u de onderzoeksresultaten in grafieken. Wij wensen u veel wijsheid bij het lezen van dit rapport.
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
5
1. Conclusie In de beleidsbrief van oktober 2004 van staatssecretaris Rutte “Financiering in het Hoger Onderwijs” wordt gesproken over een nieuw bekostigingsstelsel voor instellingen, een nieuw studiefinancieringsstelsel en het in te voeren leerrechtensysteem. In dit leerrechtensysteem krijgt de student een bepaalde hoeveelheid leerrechten mee die hij of zij vrij in kan zetten op een instelling voor hoger onderwijs in Nederland. Wanneer de student dit doet en de vereiste €1500,- collegegeld betaalt heeft hij recht op een jaar lang bekostigd onderwijs. In de voorstellen van het ministerie wordt gesproken over een hoeveelheid leerrechten van C+1½ , waarbij C staat voor de cursusduur. Deze beperking wordt voorgesteld om de studenten sneller te laten studeren. Uit het onderzoek blijkt dat 79% van de studenten zegt sneller proberen te gaan studeren. Dit wil niet zeggen dat studenten ook beter gaan studeren: 56% van de studenten zegt met de invoering van het stelsel genoegen te zullen nemen met lagere cijfers. Zo zal het stelsel zoals het nu door het ministerie wordt voorgesteld alleen maar een stimulans zijn voor de zesjescultuur in plaats van een rem. Doordat de leerrechten vrij inzetbaar zijn kan de student zelf aangeven waar hij onderwijs wenst te volgen. Hiermee kan de student dus ook aangeven dat het onderwijs aan de desbetreffende instelling niet bevalt, door zijn leerrechten in te zetten op een andere instelling. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat 70% van de studenten zegt niet over te stappen naar een betere studie wanneer de huidige studie niet meer voldoet aan de wensen. De oorzaak hiervan ligt onder meer in het feit dat er momenteel een groot huisvestingsprobleem onder studenten bestaat. Daarnaast ligt er een behoorlijke drempel voor de student in het achterlaten van zijn of haar sociale omgeving en verloopt de aansluiting van de ene op de andere studie niet of nauwelijks vlekkeloos. In de beleidsbrief wordt, zoals eerder al aangegeven, duidelijk aangenomen dat studenten in dat geval zullen gaan ‘stemmen met de voeten’ en zo een kwaliteitssignaal afgeven richting de instelling. Dit onderzoek toont aan dat dit niet het geval is. In de beleidsbrief wordt aangegeven dat het collegegeld na C+ 1½ niet meer de hoogte aanhoudt van het wettelijk collegegeld maar mag stijgen naar het instellingscollegegeld. Dat zou tot gevolg hebben dat de instellingen een bedrag gaan vragen dat zo goed als kostendekkend is, en dus €6500,- gemiddeld zal gaan bedragen. In het onderzoek door NewCom is onderzocht wat de houding van studenten is ten opzichte van een verhoging van het collegegeld. Een collegegeldverhoging van €1000 vindt maar 11% van de studenten acceptabel. Een collegegeld van €4500 is voor nog maar 4% van de studenten acceptabel. En dat terwijl er nu gesproken wordt over een collegegeld van gemiddeld €6500,-! De directe gevolgen van de invoering van het stelsel zullen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste zal bij invoering van het nieuwe stelsel een op de vijf studenten (20%) stoppen met studeren om financiële redenen. Naar de huidige situatie omgerekend betekent dat dat 100.000 studenten zullen gaan stoppen met hun studie bij invoering van het voorgestelde stelsel. 18% van de studenten zegt in het nieuwe stelsel zelfs geen master te gaan volgen, terwijl ze dat in de huidige stelsel wel van plan zijn. Ten tweede zegt de helft van de studenten te overwegen een studie te gaan volgen in een land waar weinig of geen collegegeld wordt gevraagd. Kortom, uit de gegevens van het onderzoek blijkt dat er een behoorlijke terugloop in studentenaantallen zal plaatsvinden bij invoering van het leerrechtensysteem. Tot slot zegt 39% van de studenten te stoppen met extra-curriculaire activiteiten als een stage, een verblijf in het buitenland, een bestuursfunctie in medezeggenschap, vereniging of sportclub (39%). En dat terwijl het bedrijfsleven momenteel aangeeft juist deze studenten heel waardevol te vinden. Het kabinet heeft de ambitie uitgesproken voor meer hoger opgeleiden te willen zorgen. Met het voorstel zoals het er nu ligt en het percentage studenten dat zegt te zullen gaan stoppen bij invoering van het stelsel (20%) wordt deze ambitie verre van waargemaakt. Ook wil het kabinet beter hoger opgeleiden. Ook dat zal volgens de onderzoeksresultaten geen werkelijkheid worden. Immers; 56% van Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
6
de studenten zegt genoegen te zullen nemen met lagere cijfers en 39% van de studenten zegt te stoppen met zeer waardevolle extra-curriculaire activiteiten als een verblijf in het buitenland, een stage of een bestuurs- of medezeggenschapsfunctie. Het ISO ondersteunt de doelstellingen die het kabinet zichzelf heeft gesteld maar vraagt zich af of, mede gezien de uitslagen van dit onderzoek, het voorgestelde stelsel de juiste en meest doelmatige wijze is om deze doelstellingen te bewerkstelligen. Het ISO vraagt het kabinet dan ook grondig te kijken naar de onderzoeksresultaten, alvorens te komen tot rigoureuze beslissingen.
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
7
2. Belangrijkste onderzoeksresultaten 2.1 Opzet van het onderzoek In deze rapportage vindt u een overzicht van de resultaten van het onderzoek dat Newcom Research & Consultancy in november 2004 (week 49) telefonisch onder studenten heeft gehouden in opdracht van het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg). Met het onderzoek wil het ISO helder krijgen welke mogelijke gevolgen de door het kabinet beoogde nieuwe collegegeldsystematiek heeft op het studiegedrag van studenten (activisme, motivatie, studiedruk, etc.). Wat houdt de nieuwe collegegeldsystematiek in? In het huidige stelsel kan de student onbeperkt studeren en betaalt hij jaarlijks € 1500 collegegeld. In het nieuwe stelsel betaalt de student eveneens jaarlijks € 1500, maar mag hij maximaal 5½ jaar doen over een vierjarige bachelor- en masteropleiding. Als de student langer over zijn studie doet, betaalt hij een fors hoger bedrag aan collegegeld. Dit kan oplopen tot zo’n € 6500. In de bijlage zijn de figuren en tabellen opgenomen waarop de onderstaande resultaten zijn gebaseerd. 2.2 Kenmerken van de onderzoeksgroep De bereidheid tot deelname aan het onderzoek bleek groot. Ruim 70 procent van de gebelde studenten was bereid mee te werken aan het onderzoek. De responsgroep (n=511) is als volgt samengesteld: •
• • • • •
De groep bestaat voor 59 procent uit WO-ers, de overige 41 procent is HBO-student. De groep bestaat voor 46 procent uit mannelijke studenten. De helft van de studenten is uitwonend (50 procent). Van de WO-ers volgen zeven op de tien studenten (71 procent) een vierjarige opleiding. De meeste WO-studenten in de responsgroep (88 procent) zitten in hun bachelorfase. De meeste bachelorstudenten (85 procent) zijn zeker van plan om na hun bachelor een master te gaan volgen. De tevredenheid over de huidige opleiding is over het algemeen groot: 87 procent is (zeer) tevreden. Van de HBO-ers verwacht meer dan een kwart (28 procent) na afronding van de studie een universitaire opleiding te gaan volgen. Precies 25 procent van de HBO-ers weet het (nog) niet. Eén op de drie respondenten (33 procent) is naast de studie actief in commissies en besturen van verenigingen (meestal studenten-, studie- en sportverenigingen). Ruim een kwart (27 procent) ontvangt hier een vergoeding voor. Zeven op de tien studenten (71 procent) hebben naast hun studie een betaalde bijbaan.
2.3 Houding ten opzichte van verhoging collegegeld Voor slechts 56 procent van de respondenten is de huidige hoogte van het collegegeld (€ 1500) acceptabel. Voor 11 procent van de respondenten zou een verhoging tot € 2500 nog acceptabel zijn. Vier procent vindt een verhoging tot € 3500 acceptabel. Een verhoging van het collegegeld tot € 4500 of meer wordt door maar 1 procent van de respondenten geaccepteerd.
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
8
2.4 Effecten nieuwe collegegeldsystematiek De nieuwe maatregel van het kabinet wordt door een ruime meerderheid (63 procent) van de studenten als negatief beoordeeld. Drie op de tien respondenten (30 procent) is positief over de regeling. Wat is het (mogelijke) effect op het studiegedrag van studenten wanneer de maatregel morgen zou worden ingevoerd? Hieronder vindt u de belangrijkste resultaten: • Studenten zullen meer studiedruk gaan voelen (77 procent) en minder snel een extra studie gaan volgen (76 procent). Een studie in een land waar minder of geen collegegeld hoeft te worden betaald, wordt door de helft overwogen (51 procent). • Zeven op de tien respondenten (70 procent) zullen niet eerder overstappen naar een betere studie. • Eén op de vijf studenten (20 procent) zal stoppen met de studie om financiële redenen. • Achttien procent geeft aan wellicht geen master te gaan volgen bij invoering van de nieuwe maatregel. • Een kleine meerderheid (53 procent) geeft aan minder tijd over te houden voor ontspanning buiten de opleiding. • Vier op de tien respondenten (39 procent) geeft aan minder tijd aan extracurriculaire activiteiten te gaan besteden. Er is gekeken of verschillen bestaan in het studiegedrag tussen actieve en niet-actieve studenten1: • Van de actieve studenten geeft 43 procent aan minder actief te zullen worden. • Niet-actieve studenten lijken meer gemotiveerd om hun studie af te ronden (actief: 43 procent; nietactief: 62 procent). • Actieve studenten lijken vaker genoegen te nemen met lagere cijfers (actief: 54 procent; niet-actief: 44 procent). • Ook lijken actieve studenten sneller bereid geld bij te gaan lenen (actief: 65 procent; niet-actief: 50 procent). • Het aandeel studenten dat aangeeft te zullen stoppen met studeren bij invoering van de maatregel is klein. Toch lijken actieve studenten sneller hiertoe over te gaan dan niet-actieve studenten (actief: 6 procent; niet-actief: 2 procent). Ook is gekeken naar verschillen tussen eerstejaars en meerderejaars2: • Meerderejaars zullen sneller geneigd zijn geld bij te gaan lenen (eerstejaars: 51 procent; meerderejaars: 60 procent). • Meerderejaars lijken sneller genoegen te nemen met lagere cijfers (eerstejaars: 41 procent; meerderejaars: 56 procent).
1. 2.
Alleen statistisch significante verschillen genoemd. Zie tabel 3 in bijlage voor alle percentages. Alleen statistisch significante verschillen genoemd. Zie tabel 4 in bijlage voor alle percentages.
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
9
Bijlage Figuren en tabellen
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
10
Tabel 1: Demografie onderzoeksgroep Meegewerkt Geslacht Man Vrouw
46.0 % 54.0 %
Geboortejaar 1976 - 1980 1981 – 1985 1986 - 1987
5.6% 59.2 % 35.2 %
Woonsituatie Uitwonend Thuiswonend
49.6 % 50.4 %
Tabel 2: Overige kenmerken onderzoeksgroep Meegewerkt Lening Nee 74.9 % Ja, bij de Informatie Beheer Groep 22.4% Ja, bij een andere instantie 1.0% Ja, bij iemand anders (bv. ouders) 2.7 % Maandelijks rondkomen Ja, altijd Ja, meestal wel Soms wel, soms niet Nee, meestal niet Nee, nooit
59.8 % 24.1 % 8.1 % 5.1 % 3.0 %
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
11
Figuur 1: Aantal jaren bezig met studie (n=532)
1 jaar
63%
2 jaar 3 jaar 4 jaar 14%
5 jaar 6 jaar Meer dan 6 jaar
1% 3% 3%
8% 8%
Figuur 2: HBO of WO opleiding (n=512)
HBO WO
41%
59%
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
12
Figuur 3: Duur WO opleiding (n=289)
70% 4 jaar
5 jaar
Meer dan 5 jaar 27%
3%
Figuur 4: Bachelor- of masterfase (n=299)
Figuur 5: Aantal jaren bezig met bachelor (n=261) 72%
88%
1 jaar
Bachelor
2 jaar 3 jaar
Master
4 jaar
Nog in oude systeem
14% 1% 3%
6%
Meer dan 4 jaar
10%
6%
Figuur 7: Aantal jaren bezig met master(n=18)
Figuur 6: Na bachelorfase nog masteropleiding(n=260) 85%
89%
Ja, zeker wel
1 jaar
Ja, waarschijnlijk wel
2 jaar 3 jaar
Nee, waarschijnlijk niet
4 jaar
Nee, zeker niet
Meer dan 4 jaar 11%
5% 0% 1% 9%
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
Weet ik (nog) niet
13
Figuur 8: Na HBO-opleiding nog WO opleiding volgen (n=208) 14%
33% Ja, zeker wel Ja, waarschijnlijk wel
16%
Nee, waarschijnlijk niet Nee, zeker niet
12%
25%
Weet ik (nog) niet
Figuur 9: Binnenkort overstappen naar een andere opleiding (n=494)
84% Ja, zeker wel Ja, waarschijnlijk wel Nee, waarschijnlijk niet
7%
Nee, zeker niet 6% 3%
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
14
Figuur 10: Tevredenheid huidige opleiding (n=510) 66% Zeer ontevreden Ontevreden
21%
Tevreden, noch ontevreden Tevreden Zeer tevreden
7% 6%
Figuur 11: Verwachting duur opleiding (n=502)
40%
30%
Minder dan 4 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar Meer dan 7 jaar
10% 12%
1% 7%
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
15
Figuur 12: Actief in commissies en/of besturen van verenigingen (n=510) 67%
33%
Ja
Nee
Figuur 13: Soort vereniging waar respondent actief is (percentage actieve respondenten) 50% 37,6%
40%
31,8%
30% 22,4%
20% 7,1%
7,1%
10%
9,4% 2,4%
nl An de rs,
ke ve re nig ing Po liti e
igi ng er en ele v Cu ltu r
St ud
en ten
ve rte ge nw o
or dig en de v
er en ig
ing
ing tve re nig Sp or
en igi ng ve r St ud ie
St
ud e
nte n
ve re nig in
g
0%
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
16
Tabel 14: Acceptatie verhoging collegegelden (percentage respondenten helemaal/enigszins mee eens)
Huidig (€ 1500) acceptabel
56
€ 2500 acceptabel
11
€ 3500 acceptabel
4
€ 4500 of hoger acceptabel
1
0
10
20
30
40
50
60
Figuur 15: Houding ten opzichte van nieuwe collegegeldsystematiek (n=509) 23% 7%
Zeer positief Positief Positief, noch negatief
28%
Negatief Zeer negatief 2%
40%
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
17
Figuur 16: Bij het invoeren van deze maatregel zou ik…
Sneller studie proberen af te ronden
21%
79%
Meer studiedruk voelen
23%
77%
Minder snel extra studie gaan doen
24%
76%
Meer tijd aan studie besteden
44%
56%
Meer gemotiveerd zijn om studie af te ronden
44%
56%
Geld bij gaan lenen
45%
55% 48%
Minder tijd overhouden voor ontspanning
52%
Studie in land overwegen met geen/minder collegeld
49%
51%
Eerder tevreden met lage cijfers
53%
47%
Minder tijd besteden aan activiteiten naast studie Eerder overstappen naar betere studie
30%
70% 71%
Meer tijd aan bijbaan besteden Om financiële redenen stoppen met studie
29% 20%
80% 82%
Stoppen na bachelorfase
18%
97%
Sowieso stoppen met studie
-100%
39%
61%
-80%
-60%
-40%
3% -20%
0%
20%
(Waarschijnlijk) niet van plan
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
40%
60%
80%
100%
(Waarschijnlijk) wel van plan
18
Tabel 3: Gedragsintenties bij directe invoering van de nieuwe collegegeldsystematiek naar actieve en niet-actieve studenten (procenten) Effecten bij directe invoering van de nieuwe collegegeldsystematiek Sneller studie proberen af te ronden Meer studiedruk voelen Minder snel extra studie gaan doen Meer tijd aan studie besteden Meer gemotiveerd om studie af te ronden * Geld bij gaan lenen * Minder tijd voor ontspanning Studie in land overwegen met minder/geen collegegeld Eerder tevreden zijn met lagere cijfers * Minder tijd aan activiteiten naast studie Eerder overstappen naar betere studie Meer tijd aan bijbaan Om financiële redenen stoppen met studie Stoppen na de bachelorfase Sowieso stoppen met studie *
Actieve studenten
Niet-actieve studenten
wel 74 76 79 50 43 65 56 56
niet 26 25 21 49 57 35 43 44
wel 81 78 74 59 62 50 50 49
niet 19 22 26 41 38 50 50 51
54 43 27 34 19 14 6
46 57 73 66 81 86 94
44 38 31 27 21 20 2
56 63 70 73 79 80 98
* Verschil statistisch significant (Chi-kwadraat, p < .05)
Tabel 4: Gedragsintenties bij directe invoering van de nieuwe collegegeldsystematiek naar eerstejaars en meerderejaars (procenten) Effecten bij directe invoering van de nieuwe collegegeldsystematiek Sneller studie proberen af te ronden * Meer studiedruk voelen Minder snel extra studie gaan doen Meer tijd aan studie besteden Meer gemotiveerd om studie af te ronden * Geld bij gaan lenen * Minder tijd voor ontspanning Studie in land overwegen met minder/geen collegegeld Eerder tevreden zijn met lagere cijfers * Minder tijd aan activiteiten naast studie Eerder overstappen naar betere studie Meer tijd aan bijbaan Om financiële redenen stoppen met studie Stoppen na de bachelorfase Sowieso stoppen met studie
Eerstejaars
Meerderejaars
wel 83 80 76 59 62 51 52 49
niet 17 20 24 42 38 49 48 51
wel 72 73 76 52 46 60 51 55
niet 28 27 24 48 54 40 49 45
41 38 33 27 20 18 3
59 62 68 74 80 82 97
56 40 26 34 20 18 4
44 60 75 66 80 82 96
* Verschil statistisch significant (Chi-kwadraat, p < .05)
Resultaten ISO-onderzoek naar gevolgen invoering nieuw bekostigingsstelsel Uitgevoerd door: NewCom Research& Consultancy, december 2004
19