Rekenkamercommissie gemeente Haren
“Geen liefdesbaby, maar ook geen stiefkind”
Onderzoek naar 20 jaar ontwikkeling van Bedrijvenpark Nescio te Haren
Deel 2: Nota van bevindingen. Onderzoek naar de ontwikkeling van het Bedrijvenpark Nescio te Haren Definitieve versie
Rekenkamercommissie gemeente Haren Samenstelling: Drs. E. de Haan (voorzitter) D. Praamstra-Bos A. Schuurman T. Sieling R. Valkema Contact: M. Bosma, secretaris Postbus 21, 9740 AA Haren Tel. 050-5339911
Geduld is een mooie zaak, maar het heeft nog nooit een haan een ei helpen leggen
Deel 1: Nota van Conclusies en Aanbevelingen
Inhoudsopgave deel 1
1.
Voorwoord en verantwoording
6
2.
Leeswijzer
8
3.
Inleiding onderzoek ontwikkeling Bedrijvenpark Nescio
9
4.
Conclusies
10
5.
Aanbevelingen
14
6.
Nazorg
17
1. Voorwoord en verantwoording In de periode februari tot en met juni 2007 heeft de Rekenkamercommissie1 onderzoek gedaan naar de wijze waarop het bedrijvenpark Nescio tot stand is gekomen. Met dit onderzoek stelt de Rekenkamercommissie zich ten doel het besluitvormingsproces in beeld te brengen en daaruit conclusies te trekken en aanbevelingen te doen die de kwaliteit van toekomstige besluiten kan verbeteren. Dit is het eerste rapport van de Rekenkamercommissie Haren in de nieuwe samenstelling. De commissie heeft zich bij de selectie van het onderwerp mede laten leiden door verzoeken van Raadsfracties. Naast deze verzoeken hecht de Rekenkamercommissie aan een transparante en kwalitatief goede besluitvorming, die zich zou moeten vertalen in tevreden inwoners. Na vaststelling van het onderzoeksplan van de Rekenkamercommissie, heeft de commissie in februari 2007 de opdracht voor het onderzoek verstrekt aan KplusV Organisatieadvies te Arnhem. De resultaten hiervan treft u aan in deel 2 en vormen een volledig en integraal onderdeel van deze rapportage. De gehanteerde normenkaders zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en de bij de overheid gebruikelijke richtlijnen en eisen voor openheid, volledigheid en transparantie. Naast deze normen hebben wij gekeken naar de eventuele eigen normen die de gemeente Haren hanteert in het besluitvormingsproces (planning en control). De resultaten van het feitenonderzoek zijn vastgelegd in de Nota van Bevindingen (deel 2 van deze rapportage). Deze nota is in juni 2007 ter verificatie voorgelegd aan de ambtelijke organisatie en de personen buiten de organisatie die hun medewerking aan dit onderzoek hebben verleend. Vervolgens heeft de Rekenkamercommissie in augustus 2007 de conclusies en aanbevelingen geformuleerd (deel 1 van deze rapportage) en heeft deze in aan het College van B en W voorgelegd, met het verzoek te reageren richting de Gemeenteraad.
De Rekenkamercommissie Haren is een permanente, onafhankelijke, onderzoekscommissie, ingesteld, op grond van de gemeentewet, door de Gemeenteraad.
1
De Rekenkamercommissie hoopt met dit rapport het inzicht in het proces van totstandkoming van bedrijvenpark Nescio te hebben vergroot en tevens een bijdrage te hebben geleverd in de kwaliteit van toekomstige besluitvormingsprocessen. De Rekenkamercommissie dankt een ieder die medewerking heeft verleend aan de totstandkoming van dit onderzoek, in het bijzonder de contactpersonen buiten de ambtelijke organisatie. Namens de Rekenkamercommissie gemeente Haren,
Drs. E. de Haan, voorzitter Haren, augustus 2007
2. Leeswijzer Dit rapport bestaat uit twee delen. Het eerste deel, de Nota van Conclusies en Aanbevelingen, is het bestuurlijke rapport. Hierin zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek opgenomen inclusief de conclusies en aanbevelingen die de Rekenkamercommissie heeft geformuleerd. In dit rapport is geen bestuurlijke reactie van het College van Burgemeester en Wethouders opgenomen. Wij hebben hier, in weerwil van ons onderzoeksprotocol, van afgezien. Wij zijn van mening dat het College met de Gemeenteraad in debat zou moeten gaan over de conclusies en aanbevelingen. Daarom hebben wij het College verzocht een reactie te formuleren die u in de raadsbehandeling kan laten meewegen. Het tweede deel van het rapport bevat de Nota van Bevindingen. In deze nota zijn de resultaten van het feitenonderzoek opgenomen en toegelicht. De Nota van Bevindingen vormt de basis voor de Nota van Conclusies en Aanbevelingen.
3. Inleiding De Rekenkamercommissie Haren heeft bij de presentatie van het onderzoeksplan 2007 aangegeven een onderzoek te willen doen naar de kwaliteit van de totstandkoming van het bedrijvenpark Nescio. De Rekenkamercommissie heeft besloten het onderzoek toe te spitsen op het besluitvormingsproces rondom de totstandkoming van dit bedrijvenpark. Het gaat daarbij in het bijzonder om de factoren die de doorlooptijd hebben beïnvloed en de informatieverstrekking aan de Gemeenteraad, op basis waarvan een verantwoorde besluitvorming moest kunnen plaats vinden. De Rekenkamercommissie heeft onderzocht hoe de feitelijke besluitvorming heeft plaats gevonden en hoe de kwaliteit van de informatieverstrekking was. Ook heeft de commissie onderzocht of het besluitvormingsproces aan (wettelijke) normen heeft voldaan. Naast deze algemene normen voor bijvoorbeeld de rechtmatigheid van Collegebesluiten, hebben wij naar de volgende deelaspecten gekeken: • Informatievoorziening (aan de Gemeenteraad) • Besluitvorming en voortgangsrapportages • Opzet van het ontwikkelingsproject • De projectorganisatie • Informatieverzameling en analyse • Risicomanagement en omgevingsanalyse • Juridische toetsing • Financiële beheersing Wij hebben ons hierbij afgevraagd of er voldaan is aan deze algemene normen van verantwoord projectmanagement, vooral door te onderzoeken of hiervoor (beslissings)documenten aanwezig waren. Wij hebben bij dit onderzoek niet gekeken naar nut en noodzaak van dit bedrijvenpark. Met andere woorden: wij onthouden ons van een inhoudelijk oordeel over het gevoerde beleid. Dit oordeel is het exclusieve domein van de Gemeenteraad. Ook een inhoudelijke beoordeling van de planning- en control-cyclus en een beoordeling van de exploitatie van het bedrijvenpark viel buiten dit onderzoek.
4. Conclusies De Rekenkamercommissie van Haren heeft een feitenonderzoek gedaan naar de totstandkoming van het bedrijvenpark Nescio. Het doel van dit onderzoek hebben wij als volgt geformuleerd:
•
Te leren van ervaringen in Haren opgedaan met het besluitvormingsproces en de uitvoering daarvan rondom de aanleg van het Nescio bedrijvenpark; • Aanbevelingen te formuleren die een bijdrage kunnen leveren aan een doelmatige en doeltreffende uitvoering van grote toekomstige infrastructurele werken.
De volgende vragen lagen ten grondslag aan het onderzoek:
1. Wat zijn de factoren geweest die bepalend zijn of waren voor de doorlooptijd van het beleidsproces rondom Nescio bedrijvenpark? 2. Op welke wijze is de raad betrokken geweest bij de besluitvorming, de informatievoorziening rondom de uitvoering en de controle op de uitkomsten?
4.1
Conclusies op hoofdlijnen en antwoord op de probleemstelling In deze paragraaf geven wij (integraal) antwoord op de hoofdvragen. In deel 2 kunt u per hoofdstuk meer lezen over de bevindingen en analyse, op basis waarvan wij tot de volgende conclusies zijn gekomen: Bepalende factoren voor de doorlooptijd van het beleidsproces • Noch bij de opeenvolgende Harense colleges, noch bij de Harense politiek was een duidelijk gevoel van urgentie te bespeuren als het ging om het snel realiseren van het bedrijvenpark. Met andere woorden: men heeft, met name in de periode 1989-2002, geen haast met de realisatie getoond. • Er was geen expliciete Harense behoefte aan een bedrijvenpark. Het bedrijvenpark Nescio is gestart als een Harens kantorenpark gericht op de lokale bedrijvigheid. Al vrij snel is het plan naar regionaal niveau verschoven. Het werd in de jaren ’90 steeds duidelijker dat Haren vanuit de eigen bedrijvigheid geen behoefte had aan een bedrijvenpark. Met de Regiovisie verbond Haren zich aan realisatie van het bedrijvenpark voor 2020. De Regiovisie werd daarmee een
•
•
•
•
•
•
stok achter de deur om het plan te realiseren. In eerste instantie was er een vertragend effect omdat het voorontwerpbestemmingsplan in 1997 werd aangehouden, in afwachting van de ontwikkelingen rond de Regiovisie. Daarna heeft de Regiovisie niet een significant versnellend of vertragend effect op de doorlooptijd gehad. De Harense gemeenschap toonde zich kritisch ten aanzien van het plan. De Harense waarden van rust, ruimte, een hoge kwaliteit en een groene omgeving waren kennelijk moeilijk te verenigen met het uitbreiden van de bedrijvigheid. De tegenstanders lieten zich duidelijk horen: kritisch en ter zake kundig. De bewoners van de aangrenzende Molenbuurt uitten georganiseerd hun zorgen, onder meer ten aanzien van de ontsluiting. In de loop van 1998 ontstond een spanningsveld met de gemeente Groningen. Het duurde uiteindelijk tot begin 2001 voordat Haren de samenwerking bij de realisatie van het bedrijvenpark verbrak. De complexiteit van het project nam toe. Hoofdzakelijk door het transferium en het vraagstuk rond de ontsluiting. Later onder meer door de intensivering van het bedrijvenpark (om Nesciopark II te voorkomen) en de discussie rond de noordflank van het plan. De focus lag op inhoudelijke kwaliteit. Er was ambtelijk, politiek en bestuurlijk veel draagvlak voor de focus op beeldkwaliteit en duurzaamheid. Het realiseren van de gewenste kwaliteit vroeg meer tijd dan de realisatie van een “standaard” bedrijventerrein. Het projectmanagement was betrokken en gericht op kwaliteit, maar voldeed onvoldoende aan de eisen van projectmatig werken. Doelen waren beperkt geformuleerd, van projectplanning en gestructureerde verslaglegging was beperkt sprake, de projectorganisatie vertoonde wisselingen en de focus lag niet op tijdbewaking. In de fase tot april 2004 was de aansturing meer gericht op het inhoudelijk voldoen aan de eisen, dan op een snelle realisatie van het plan. Een snelle doorlooptijd leek geen factor in de aansturing door College, Raad, ambtelijke opdrachtgevers en externe projectleider. Vanaf de start van de bestemmingsplanprocedure vormden de daaruit volgende termijnen een kader voor het projectmanagement.
Concluderend kunnen we stellen dat de bovengenoemde factoren individueel en in samenhang sterk vertragend hebben gewerkt. Daarnaast hebben wij geen drijvende krachten aangetroffen gericht op een snelle realisatie van het bedrijvenpark. Per saldo resulteert een vrij lange doorlooptijd van 1989 tot 2007.
Ook nu zijn er geen duidelijke drijvende krachten in het proces te herkennen. De in feite nog steeds lopende discussie rond de noordflank van het plan beïnvloedt de voortgang ook nu nog. Betrokkenheid van de raad bij de besluitvorming, de informatievoorziening rondom de uitvoering en de controle op de uitkomsten • De raad was, voor zover bekend, gedurende de periode 1989-1998 niet frequent of gestructureerd betrokken bij het project. In de periode vanaf 1998 was de betrokkenheid van de raad duidelijk groter, zeker als vanaf 2001 de stedenbouwkundige varianten aan bod komen. De raad is in het traject regelmatig geïnformeerd geweest over het project en de voortgang. Dit is echter niet gestructureerd of planmatig gebeurd. De raad heeft daar ook niet om gevraagd. De algemene conclusie is dat de raad adequaat, dat wil zeggen als daartoe directe aanleiding was, geïnformeerd. Bij een meer projectmatige benadering van de realisatie van het bedrijvenpark had de informatievoorziening richting de raad nog beter kunnen zijn. De raad had in dat geval ook meer instrumenten gehad om haar controlerende rol goed in te vullen. Enkele slotopmerkingen Om een genuanceerd oordeel te geven willen we ook de volgende positieve punten benoemen: • de periode van het voorontwerpbestemmingsplan tot het onherroepelijk bestemmingsplan heeft een kleine drie jaar in beslag genomen (april 2004 tot januari 2007). Dit traject had nauwelijks sneller afgehandeld kunnen worden. Dit betekent dan ook dat de daadwerkelijk vertragende factoren zich in de in de fase tot 2004 voordeden; • het algemene beeld is dat de ondersteuning door het ambtelijk apparaat goed heeft gefunctioneerd. De focus op kwaliteit is ambtelijk geïnitieerd en heeft bijgedragen aan een breder draagvlak; • in het traject is zorgvuldig omgegaan met de wensen van omwonenden; • met een meer projectmatige en duidelijk aangestuurde benadering had het bedrijvenpark Nescio wellicht 10 jaar eerder gerealiseerd kunnen worden. De realisatie mag dan lang op zich laten wachten, de vorm en inhoud van het plan zijn door de kwaliteitsslagen en toevoegingen wel beter geworden. Het is de vraag of bedrijvenpark zou voldoen aan de huidige Harense wensen als het eind jaren '90 was gerealiseerd.
5.
Aanbevelingen
Het ontwikkelingsproces van het bedrijvenpark Nescio en de besluitvorming daarover levert voor de gemeente Haren een aantal waardevolle lessen op. Deze liggen voornamelijk op het gebied van projectmatig werken bij grote projecten2 en het versterken van de kaderstellende en controlerende taak van de Gemeenteraad. Op basis van de resultaten van het onderzoek doet de Rekenkamercommissie een aantal aanbevelingen om de sturing en beheersing van vergelijkbare processen en projecten te optimaliseren. 5.1 1.
Aanbevelingen voor het College: Actualiseer het projectplan: De voortgangsbewaking is een punt van zorg. Dit heeft gespeeld, maar ook nu het bestemmingsplan is gerealiseerd is onduidelijk wat de kaders van het projectplan zijn. Bevelen u aan om een projectplan op te stellen dan wel de huidige uitgangspunten van de planning te actualiseren. Het gaat dan vooral om de voortgang van de onderhandelingen met de projectontwikkelaar en de discussie over de noordflank.
2.
Zorg voor een planmatige opzet van de kostenbewaking. Vanuit de constateringen dat de tijdbewaking een punt van aandacht is, is het noodzakelijk om ook de kostenbewaking planmatig op te zetten. Voor de goede orde: deze aanbeveling komt niet voort uit concrete signalen over de kosten, maar vanuit de constatering dat de tijdbewaking te weinig en de kwaliteitsbewaking juist veel aandacht hebben gehad. De kostenbewaking is in het bijzonder van belang vanwege de lange voorbereidingsperiode. Er zijn veel kosten op het project geboekt die uiteindelijk gedekt moeten worden uit de projectopbrengsten.
3.
Zorg bij grootschalige projecten voor een projectmatige opzet met onder meer een expliciete doel- en resultaatformulering en bewaking van tijd, inhoud/kwaliteit en kosten.
Wij laten de definitie van grote projecten over aan College en Gemeenteraad. Het gaat hierbij immers niet alleen om de doorlooptijd, de omvang, of de financiële consequenties, maar vaak ook om de bestuurlijke en maatschappelijke gevoeligheden die met bepaalde projecten samenhangen.
2
4.
Zorg voor een ‘projecteigenaar, zowel bij het College als in de ambtelijke organisaties. Projecteigenaren kunnen direct worden aangesproken op de voortgang en de resultaten en stimuleren het proces van projectmatig werken.
5.
Laat zien dat de gemeente het beleid vaststelt en de regie daarover voert, maar betrek burgers op planmatige en gestructureerde wijze bij de voorbereiding en de uitvoering. Geef vooraf aan op welke momenten inspraak mogelijk is en geef daar de status van aan. Het is niet gezegd dat daarmee de bezwaren verdwijnen, maar het zorgt voor meer vertrouwen in de procesgang.
5.2
Aanbevelingen voor de Gemeenteraad:
1
Een groot project als de ontwikkeling van het bedrijvenpark Nescio vraagt van de Gemeenteraad een bijzondere positie bij de uitoefening van haar kaderstellende en controlerende rol. Volgens ons onderzoek is in formele zin de Gemeenteraad op het juiste moment en volgens de wettelijke normen geraadpleegd. Naar onze mening doet deze “minimumvariant” echter te weinig recht aan de positie en verantwoordelijkheden van de Gemeenteraad in het kader van de kaderstellende en controlerende (duale) rol. Wij adviseren u in voorkomende gevallen met het College sluitende afspraken te maken over de kaderstellende besluitmomenten, de informatievoorziening over de voortgang en de thema’s waarop de Gemeenteraad, dan wel het College ‘bevoegd’ is besluiten te nemen. Als dit op een juiste manier in het voortraject is geborgd kan de Gemeenteraad op een adequate manier achteraf het College controleren. Wij bevelen u aan hierover bij toekomstige (grote) beleidstrajecten (eventueel in een afzonderlijk document) afspraken te maken. Zo ontstaat er een gezamenlijk werkproces dat recht doet aan ieders rol en verantwoordelijkheid; politieke sturing en budgetrecht van de raad worden hiermee versterkt.3
2
Eenmaal gemaakte afspraken moeten worden gemonitord en bewaakt. Wij van mening dat bij “grote projecten” bij elke afspraak met het college een wijze van terugkoppeling en
Zie ook: Tussen pluche en publiek, lokale politiek in de praktijk, Igno Pröpper hoofdstuk 23 en 24.
3
rapportage vastgelegd dient te worden. Dit kan via de reguliere planning- en controlcyclus maar bij voorkeur via voortgangsrapportages voor grote projecten.4 3
4
Ga als Raad (en College) terughoudend om met projecten die een beperkt draagvlak hebben binnen zowel de Harense samenleving, de politiek en het College. Het bedrijvenpark Nescio wordt vooral gedreven door de opdracht vanuit de Regiovisie. Er is om begrijpelijke redenen destijds voor gekozen om dit bestuurlijke commitment aan te gaan. Het gebrek aan drijvende krachten heeft er vervolgens voor gezorgd dat het een langslepend traject is geworden. Op een gegeven moment werd het lange tijdverloop een factor op zich: het momentum verdween en nieuwe vraagstukken doemden op.
Idem, hoofdstuk 25
6.
Nazorg
De Rekenkamercommissie heeft het voornemen om de aanbevelingen die uw Gemeenteraad en/of het College overneemt te monitoren. Een jaar na behandeling van deze rapportage zullen wij een quick-scan houden naar de mate waarin de (overgenomen) aanbevelingen zijn opgevolgd (bij dit traject, maar ook bij vergelijkbare grote projecten) en hoe dit heeft uitgepakt.
Deel 2: Nota van Bevindingen
Inhoud 1 1.1 1.2 2 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.4.1 3.4.2 4 4.1 4.2 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Inleiding Achtergrond Onderzoeksverantwoording Doel en onderzoeksvragen 4 Bepalende factoren in de doorlooptijd Voorfase, 1989 tot juni 1998 Bevindingen voorfase Analyse voorfase Visiefase, juni 1998 tot januari 2003 Bevindingen visiefase Analyse visiefase Ontwerpfase, januari 2003 tot juni 2005 Bevindingen ontwerpfase Analyse ontwerpfase Ontwikkelfase, vanaf juni 2005 Bevindingen ontwikkelfase Analyse ontwikkelfase Analyse betrokkenheid van de raad Informatievoorziening Besluitvorming Analyse projectopzet en -uitvoering Het bestemmingsplantraject Projectmanagement (plan van aanpak) De projectorganisatie Risicomanagement Financiële beheersing
Bijlagen 1. 2. 3. 4.
Gesprekspartners Normenkader Tijdpad Oordeel bestemmingsplantraject opgesteld door Royal Haskoning (separaat bijgevoegd)
1 1 1
5 5 5 7 7 7 10 12 12 13 14 14 14 15 15 17 18 19 19 20 22 22
1.
Inleiding
1.1 Achtergrond Eind 1989 is in de gemeente Haren de basis gelegd voor het bedrijvenpark Nescio. Het gaat om een hoogwaardig bedrijvenpark te ontwikkelen aan de westkant van Haren, in het gebied tussen de A28, de Emmalaan, de Nesciolaan en de Vondellaan, in noordelijke richting doorlopend tot aan de Multatulilaan. Ruim 17 jaar later, begin 2007, is het bestemmingsplan onherroepelijk en is de weg vrij om het bedrijvenpark daadwerkelijk te realiseren. De gemeente Haren heeft plannen en ambities om enkele grote infrastructurele werken in de toekomst te realiseren5. Om te leren van ervaringen in het verleden heeft de Rekenkamercommissie van de gemeente besloten om een onderzoek te doen naar de wijze waarop het besluitvormingsproces en de uitvoering daarvan rondom de aanleg van het bedrijvenpark Nescio heeft plaatsgevonden. De Rekenkamercommissie komt op basis van dit onderzoek tot aanbevelingen die er toe kunnen bijdragen dat toekomstige grote infrastructurele projecten doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd. 1.2 Onderzoeksverantwoording Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de maanden februari tot en met mei 2007. In die periode is het door de gemeente Haren ter beschikking gestelde dossier bestudeerd, aangevuld met door betrokkenen aangeleverde stukken. Met de meest direct betrokkenen zijn gesprekken gevoerd. De daaruit volgende gespreksverslagen zijn aan de gesprekspartners voorgelegd ter goedkeuring. De goedgekeurde gespreksverslagen vormen mede de basis voor dit rapport. Bijlage 1 bevat een overzicht van de gesprekspartners. In het rapport maken we een duidelijk onderscheid tussen bevindingen en de analyse van de feiten door de onderzoekers. De analysehoofdstukken en -paragrafen zijn als zodanig aangeduid. Om dit te analyseren en te beoordelen hanteren we in dit rapport een normenkader. Dit normenkader is specifiek voor dit rekenkameronderzoek opgesteld. Het is gebaseerd op: We denken daarbij aan grootschalige bouwprojecten als de nieuwbouw van het gemeentehuis en de nieuwbouw in Haren-Noord.
5
Pagina 1
de kennis en ervaring van KplusV met normenkaders vanuit eerdere rekenkameronderzoeken en de literatuur c.q. gepubliceerde rekenkameronderzoeken; de specifieke aspecten van dit onderzoek. Het accent ligt op de doorlooptijd en de betrokkenheid van de gemeenteraad. algemeen gangbare normatieve beginselen. Het is bij grote infrastructurele projecten gangbaar te werken volgens de grondbeginselen van projectmanagement: het project wordt gedefinieerd in termen van tijd en resultaat, het project heeft een opdrachtgever, er zijn mijlpalen, er vindt bijsturing plaats wanneer mijlpalen niet worden gehaald. Deze elementen zijn normatief en komen uitdrukkelijk terug in het normenkader.
Pagina 2
Het specifiek voor dit rekenkameronderzoek opgestelde normenkader is opgenomen in de eerste onderzoeksopzet (projectvoorstel KplusV) en voorafgaand aan het onderzoek ter goedkeuring voorgelegd aan de rekenkamercommissie. Het normenkader is aan het eind van het onderzoek nogmaals bevestigd door de rekenkamercommissie. In bijlage 2 is het normenkader opgenomen. Daarbij is indicatief een globale waarderingsscore aangegeven. Met de rekenkamercommissie is afgestemd dat de conclusies en aanbevelingen van KplusV in een separaat document worden aangeleverd.
Pagina 3
2.
Doel en onderzoeksvragen
Het doel van het onderzoek is: • te leren van ervaringen in Haren opgedaan met het besluitvormingsproces en de uitvoering daarvan rondom de aanleg van het Nescio bedrijvenpark; • aanbevelingen te formuleren die een bijdrage kunnen leveren aan een doelmatige en doeltreffende uitvoering van grote toekomstige infrastructurele werken. De opdracht bestaat uit twee hoofdvragen. 1. Wat zijn de factoren geweest die bepalend zijn of waren voor de doorlooptijd van het beleidsproces rondom Nescio bedrijvenpark? 2. Op welke wijze is de raad betrokken geweest bij de besluitvorming, de informatievoorziening rondom de uitvoering en de controle op de uitkomsten? Bij de beantwoording zijn de volgende aandachtspunten (vragen) betrokken: • bestaat er een (algemeen) normenkader voor dit proces en zo ja, in welke mate heeft de gemeente daaraan voldaan? • op welke wijze is de raad bij de besluitvorming betrokken geweest? • op welke wijze is voorgenomen beleid in besluitvorming vastgelegd? • op welke wijze vindt monitoring plaats, hoe wordt de raad daarover geïnformeerd? Het onderzoek heeft zich gericht op bovengenoemde hoofdvragen en aandachtspunten. Een vakinhoudelijke beoordeling van de gemaakte keuzes en een beoordeling van de exploitatie vielen buiten de scope van het onderzoek.
Pagina 4
3.
Bepalende factoren in de doorlooptijd
In de onderstaande tijdbalk is een aantal sleutelmomenten in de ontwikkeling van het bedrijvenpark weergegeven. krediet bestemmingsplan
intentieverklaring Groningen-Haren
“Once upon a time in the west”
Keuze variant Hoge Veld
Raad stemt in met de Regiovisie
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
Nieuwe start project, zonder gem. Groningen
1998
1999
2000
Definitieve combinatie met transferium
Vaststelling Structuurvisie Haren-West
2001
2002
Vaststelling best.plan
Voorontwerpbest.plan
2003
2004
Onherroepelijk best.plan
Bedenkingen best.plan
2005
2006
2007
Voorfase
Visiefase
Ontwerpfase
Ontwikkelfase
1989 ↔ juni 1998
juni 1998 ↔ januari 2003
jan. 2003 ↔ juni 2005
Juni 2005 →
Figuur 1. Tijdlijn ontwikkeling Bedrijvenpark Nescio In de navolgende paragrafen volgen de bevindingen en de analyse per fase: • de voorfase, van 1989 tot juni 1998 (voorlichtingsavond voor de bevolking 'Once upon a time in the west', begin juni 1998); • de visiefase, van juni 1998 tot januari 2003 (de definitieve combinatie van het transferium en het bedrijvenpark Nescio in het besluit van B&W d.d. 6 januari 2003); • de ontwerpfase, van januari 2003 tot juni 2005 (op 27 juni 2005 stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan vast); • de ontwikkelfase, van juni 2005 tot nu.
3.1
Voorfase, 1989 tot juni 1998
3.3.1 Bevindingen voorfase De ontwikkeling van 1989 tot en met 1995 De oorsprong van het bedrijvenpark ligt in 1989. De drijvende kracht achter het bedrijvenpark Nescio is de toenmalige Harense burgemeester Weide. Het traject start in december 1989 met het krediet van de raad voor het ontwikkelen van het bestemmingsplan kantorenpark Nesciolaan. Het is in die periode te karakteriseren als een min of meer reguliere bestemmingsplanrevisie. De oorspronkelijke gedachte is een kantorenpark voor de lokale behoefte, maar in 1991 krijgt het in het DAG-verband (Drachten-Assen-Groningen) een regionaal karakter. Dit omdat het de Harense schaal te boven gaat. Tussen 1991 en 1993 vindt
Pagina 5
meerdere malen bestuurlijk overleg plaats, maar concrete resultaten levert dit niet op. In oktober 1993 start de samenwerking met de gemeente Groningen met de eerste bijeenkomst van de werkgroep Nesciolaan. Twee jaar later, in november 1995, bekrachtigen de gemeenten Groningen en Haren de samenwerking met een intentieverklaring tot realisering van het bedrijvenpark Nescio. De ontwikkeling van 1995 tot en met 1998 De intentieverklaring van de gemeenten Haren en Groningen is de opmaat naar het Harense ontwerpbestemmingsplan voor het bedrijvenpark dat in februari 1997 aan het college wordt gepresenteerd. Echter, het college houdt het verder in procedure brengen van het ontwerpbestemmingsplan aan vanwege de mogelijke ontwikkelingen vanuit de regiovisie Groningen-Assen 2030. Parallel daaraan ontstaan in 1997 zorgen over de beoogde ontsluiting van het Nesciopark. Dit komt door de beoogde vestiging van Mc Donalds en de beoogde verzwakking van de doorgaande functie van de Rijkstraatweg. Hierdoor neemt naar verwachting de verkeersintensiteit op de Emmalaan toe. Deze ontwikkelingen maken dat de beoogde verkeersontsluiting van het bedrijvenpark ter discussie komt te staan. Er is onderzoek nodig naar de haalbaarheid van diverse alternatieve ontsluitingswegen6. De discussie rond de ontsluiting vraagt in het verdere verloop de nodige tijd en werkt daarin vertragend. Maar het proces is op dat moment al stilgezet in verband met de Regiovisie Groningen-Assen 2030 (Regiovisie, zie onderstaande subparagraaf). In juni 1998 vindt een voorlichtingsavond plaats voor de bevolking, aangeduid als 'Once upon a time in the west'. Er is behoefte om een groot aantal ontwikkelingen aan de westkant van Haren met elkaar in verband te brengen en met de bevolking te communiceren. Het bedrijvenpark Nescio maakt onderdeel uit van deze ontwikkelingen. Deze voorlichtingsavond is te zien als de opmaat naar de visieontwikkeling over Haren-West (zie de volgende paragraaf). De Regiovisie Groningen-Assen 2030 De Regiovisie komt medio jaren ’90 in beeld. In die periode speelt voor Haren de dreiging van bestuurlijke herindeling. De oplossing ligt voor Haren in ruimtelijk-economische samenwerking zodat deze bestuurlijke herindeling niet nodig is. Onder invloed van die dreiging komt het bedrijvenpark Nescio in de eerste versie van de Regiovisie. De 6
Advies/Nota aan B&W d.d. 7-10-1997 (of het besluit ook is vastgesteld blijkt niet uit gemeentelijke documentatie).
Pagina 6
toezegging om het bedrijvenpark te realiseren is een bestuurlijke keuze die noodzakelijk wordt geacht om een herindeling te voorkomen. In 1997 stemt de raad voor de Regiovisie, in 1999 wordt deze definitief vastgesteld. Het realiseren van het bedrijvenpark wordt door de Regiovisie een regionale opdracht voor Haren. In de eerste versie is nog sprake van een verplichting van 20 ha. hoogwaardig bedrijventerrein. In de geactualiseerde versie van 2004 is dit bijgesteld7 naar 10 ha. 3.1.2 Analyse voorfase Over deze periode bevat het gemeentelijk dossier weinig (formele) documentatie. Duidelijk is wel dat het project in ieder geval in de periode 1989 tot en met 1995 niet gedreven wordt door een gevoel van urgentie. Er zijn geen signalen aangetroffen dat er van bestuurlijke zijde druk werd gezet om het traject binnen een bepaalde termijn te realiseren. Ook in het verdere verloop van het project blijft het gebrek aan urgentie c.q. het gebrek aan politieke of bestuurlijke druk een factor van betekenis. Een oorzaak die door vrijwel alle betrokkenen wordt bevestigd is dat er binnen Haren geen behoefte is aan een bedrijvenpark. Het bedrijvenpark Nescio wordt dan ook niet gedreven door een concrete doelstelling met betrekking tot bedrijvenvestiging. Uit de gesprekken met betrokkenen ontstaat een beeld van de Harense gemeenschap. Binnen deze gemeenschap zijn waarden als rust, ruimte, een hoge kwaliteit en een groene omgeving heel belangrijk. Deze waarden zijn niet goed verenigbaar met bedrijvengroei en grootschalige woningbouw. Met de Regiovisie verbindt Haren zich aan realisatie van het bedrijvenpark vóór 2020. De Regiovisie wordt daarmee een stok achter de deur om het plan te realiseren. Het is in de voorfase een vertragend effect omdat het één van de factoren is die bijdraagt aan het aanhouden van het voorontwerpbestemmingsplan in 1997. Het heeft echter in de volgende fasen geen significant versnellend of vertragend effect op de doorlooptijd.
3.2
Visiefase, juni 1998 tot januari 2003
3.2.1 Bevindingen visiefase De samenwerking met de gemeente Groningen Na het traject van de intentieverklaring in 1995 leidend tot het aangehouden voorontwerpbestemmingsplan, is het nog steeds de Met deze bijstelling naar 10 ha. werd voldaan aan de extrao opdracht van de gemeenteraad om Nescio I en Nescio II te combineren.
7
Pagina 7
intentie om het bedrijvenpark gezamenlijk met de gemeente Groningen te realiseren. In 1998 en 1999 overlegt Haren meermaals op ambtelijk en bestuurlijk niveau met de gemeente Groningen. Het overleg met de gemeente Groningen gaat in die jaren over de doelgroep, het bedrijfsprofiel, de kavelprijs en de exploitatie. Dit alles ook in relatie tot de Groningse bedrijventerreinen Zernike, Kranenburg en Euroborg. Groningen en Haren verschillen op meerdere punten van inzicht. Vooral het verschil van inzicht in de beeldkwaliteit (mate van verdichting) en daaruit voortvloeiend de mogelijke grondopbrengst en de doelgroep, vormden punten van discussie met de stad Groningen. Aan Groningse zijde zijn daarbij in deze periode meermaals wisselingen van contactpersonen. De afstemming in de markt en het onderzoek door de gemeente Groningen naar de doelgroepen neemt in 1999 (en 2000) de nodige tijd in beslag. Najaar 1999 komt in de Harense stuurgroep8 aan de orde dat er weer voortgang moet komen in het project. Indien Groningen de benodigde informatie niet kan leveren is het voorstel om als Haren zelfstandig verder te gaan met de exploitatie, het bestemmingsplan et cetera. In 2000 vindt nog een aantal malen overleg plaats tussen Haren en de gemeente Groningen. Betrokkenen noemen eind 2000 als het moment waarop Haren een nieuwe start maakt met het bedrijvenpark Nescio, nu zonder de gemeente Groningen. Begin 2001 benoemt het college de beëindiging van de samenwerking9. Men gaat men er ten aanzien van de GroningsHarense samenwerking bij het bedrijvenpark vanuit dat er geen sprake (meer) zal zijn van verlies- en winstdeling. In financiële zin zal er slechts sprake zijn van de verrekening van de voorbereidingskosten et cetera. De communicatie over het bedrijvenpark zal zich beperken tot afstemming in de markt. Transferium en ontsluiting Begin 1998 start het overleg tussen de gemeente Haren, de provincie Groningen en Rijkswaterstaat over de op- en afritten van de A28 en de ontsluiting van het bedrijvenpark. Dit overleg loopt door tot in 2000. In het jaar 2000 wordt het plan voor een transferium langs de A28 actueel. Het locatieonderzoek naar het transferium vindt plaats in een projectgroep met vertegenwoordigers van de gemeenten Haren en Groningen, Rijkswaterstaat en de provincie Groningen (projectleiding). Voor het transferium zijn eerst andere locaties in beeld. Deze blijken te
8 9
Verslag van overleg bedrijvenpark Nesciolaan d.d. 6-10-1999. Advies/nota aan B&W d.d. 24-1-2001.
Pagina 8
duur. In mei 200210 ontstaat de combinatie met het bedrijvenpark Nescio (inbreng van de gemeente vanuit Nescio). Het besluit van B&W d.d. 6 januari 2003 stelt vast dat de voorkeur van Haren uitgaat naar een realisatie van het transferium in combinatie met het bedrijvenpark Nescio. Voor de ontsluiting gaat de voorkeur uit naar het doortrekken van de Vondellaan met een ' verschoven oprit' ter hoogte van het bedrijvenpark11. Door de combinatie transferium - bedrijvenpark 12 komt de financiering, deels middels subsidies, rond. Beeldkwaliteit Eind 2000 worden de uitgangspunten voor het beeldkwaliteitsplan opgesteld. In januari 2001 presenteert de projectgroep aan het college van B&W een viertal stedenbouwkundige varianten voor het bedrijvenpark: • De Eilanden; • De Vijver; • De Groene Meubels; • Het Hoge Veld. De aspecten beeldkwaliteit en duurzaamheid krijgen in deze varianten veel aandacht. Er is ambtelijk duidelijk enthousiasme voor de focus op kwaliteit. Ook het college en de Harense politiek ondersteunen de focus op een zich onderscheidend, bijzonder, duurzaam en exclusief Harens bedrijvenpark. De keuze13 valt in mei 2001 op het verder uitwerken van de variant 'Het Hoge Veld', de meest vergaande variant. Dit vanwege de beeldkwaliteit, duurzaamheid (dubbelgebruik) en exploitatiemogelijkheden. In juni 2001 wordt een Plan van aanpak Bedrijventerrein Nesciopark opgesteld. Onderdeel van dit plan van aanpak is de organisatie van workshops om tot een totaalconcept in de vorm van een maquette te komen. Een tweede onderdeel is het Programma van Eisen gericht op: • beeldkwaliteitseisen; • duurzaamheidseisen; • eisen ten aanzien van de infrastructuur.
10
11 12
13
Zie Besluit B&W d.d. 14-5-2002: 'afstemming c.q. integratie van Nesciopark en het transferium tussen beide ontwerpteams'. Ook wel aangeduid als het hockeystick-model. De provincie Groningen maakt in een later stadium het ontwerp en het bestek voor het transferium voor de drie partijen (gemeente Groningen, gemeente Haren, provincie Groningen). De begeleiding vond/vindt plaats door een projectgroep met vertegenwoordigers van de drie partijen en Rijkswaterstaat. De gemeente Haren is opdrachtgever voor het besteksgereedmaken en de uitvoering. Besluit B&W d.d. 24-1-2001.
Pagina 9
Dit ligt ten grondslag aan de vertaling in het bestemmingsplan en is het document voor de onderhandelingen met marktpartijen en/of projectontwikkelaar. Tussen juni 2001 en juni 2002 worden de plannen uitgewerkt. Op 24 juni 2002 worden onder meer de maquette en de inrichtingstekeningen aan de raad gepresenteerd en stemt de raad in met de gang van zaken. Structuurvisie Haren-West In juni 1998 wordt de bevolking geïnformeerd over de ontwikkelingen in Haren-West tijdens de voorlichtingsavond 'Once upon a time in the west'. De ontwikkelingen in Haren-West gaan door, terwijl er nog geen integrale visie is waaraan de plannen getoetst kunnen worden. In juni 2001 besluit de raad tot het opstellen van de Structuurvisie Haren-West, op 28 januari 200214 stelt de gemeenteraad de concept structuurvisie vast en op 24 juni 2002 wordt de definitieve structuurvisie vastgesteld. Discussiepunt in dit traject is onder meer het gebied ten zuiden van de Emmalaan als mogelijke locatie voor een transferium en/of een tweede bedrijvenpark. De definitieve Structuurvisie doet uiteindelijk geen uitspraak over de exacte locatie van het transferium, maar benoemt wel dat er tot 2012 geen tweede bedrijvenpark in het plangebied (HarenWest) komt. 3.2.2 Analyse visiefase Een vertragende factor is het verloop van de samenwerking met de gemeente Groningen. Bij de uitvoering van het project werd rekening gehouden met de inzet van ambtelijke capaciteit en expertise van de gemeente Groningen. Capaciteit en expertise die binnen de ambtelijke organisatie van Haren niet beschikbaar was. Haren was voor de uitvoering afhankelijk van de inzet van de gemeente Groningen. De samenwerking verliep moeizaam. De contactpersonen wisselden regelmatig en de werkzaamheden werden niet adequaat opgepakt. Dit heeft bijgedragen aan de lange doorlooptijd. Mogelijke oorzaak van een lage prioriteit vanuit Groningen was vermoedelijk dat het bedrijvenpark Nescio zou concurreren met Groningse bedrijvenparken. Daarbij lag de aandacht van Groningen ook meer bij infrastructuur (de Zuidelijke ringweg). De effecten van de traag verlopende samenwerking strekken zich uit tot in 2000. Eind 2000 maakt Haren als het ware een herstart, nu zonder de gemeente Groningen.
14
Voorstel aan gemeenteraad van 17-12-2001.
Pagina 10
Het transferium en de herbezinning over de ontsluiting van Haren via de Nesciolaan leiden tot herbezinning over het hele park en het doorschuiven van het park naar het noorden. Voor het bedrijvenpark Nescio is deze combinatie een verrijking van het project. Wel heeft het gevolgen voor het project c.q. het bestemmingsplan. De samenwerking met Rijkswaterstaat, de gemeente Groningen en de provincie Groningen vraagt de nodige tijd. Het bestemmingsplan wordt afhankelijk van de locatiekeuze voor het transferium. Betrokkenen bevestigen dat de locatiekeuze voor het transferium de voortgang van het Nesciopark heeft vertraagd met ca. 1,5 jaar. Ten tijde van de herstart van het project zonder de gemeente Groningen, eind 2000, ontstaat ook de focus op beeldkwaliteit en duurzaamheid. Deze focus op beeldkwaliteit en duurzaamheid wordt ambtelijk geïnitieerd en blijkt goed aan te sluiten op de wensen van politiek en college: er is ambtelijk, politiek en bestuurlijk15 breed draagvlak voor een hoog kwaliteitsniveau. Het moet een 'groen' en kwalitatief hoogwaardig bedrijvenpark worden. De hoge eisen zorgen voor een langere doorlooptijd dan bij een meer standaard bedrijvenpark. Dit komt doordat: • de varianten innovatief zijn en derhalve meer aandacht vragen in de uitwerking, dan bij een 'uit de grond gestampt' bedrijventerrein16; • de exploitatie van alle vier varianten worden uitgewerkt17; • het hiermee samenhangende keuzeproces een langere doorlooptijd heeft. De hoge eisen ten aanzien van beeldkwaliteit en duurzaamheid zijn ambtelijk, politiek en bestuurlijk breed geaccepteerd, maar dit neemt niet weg dat omwonenden kritisch zijn en blijven. De discussie rond de Structuurvisie loopt parallel aan de ontwikkelingen rond transferium en beeldkwaliteit. De Structuurvisie wordt opgesteld door een andere projectgroep dan die van het bedrijvenpark en de afstemming tussen beiden neemt de nodige tijd in beslag.
Zie ook de Nota d.d. 30-1-2001 van het college van B&W aan de commissies grondgebiedszaken en samenlevingszaken: 'Wat ons betreft ligt ons ambitieniveau, zoals u zult zien, hoog'. 16 Zie het raadsbesluit d.d. 21-5-2001 voor de achterliggende wens om een juist een 'uit de grond gestampt' bedrijvenpark te voorkomen. 17 Zie ook het B&W-besluit d.d. 24-1-2001 (datum voorstel): De exploitatie van de vier modellen wordt uitgewerkt. 15
Pagina 11
Resumerend kenmerkt de doorlooptijd in de periode 1998-2003 zich door vier elementen: • In de loop van 1998 ontstond al een spanningsveld met Groningen. Het duurt uiteindelijk tot begin 2001 voordat Haren de samenwerking bij de realisatie van het bedrijvenpark verbreekt. • De complexiteit van het project neemt toe door de combinatie met het transferium en de ontsluiting en het overleg met meerdere partijen in dit kader. • De focus ligt op inhoudelijke kwaliteit hetgeen meer tijd in beslag neemt dan bij een 'standaard' bedrijvenpark. • De Structuurvisie Haren-West dient te worden opgesteld als toetsingskader voor de verdere planontwikkeling. Een snelle doorlooptijd is ook in de periode 1998 - 2003 geen belangrijke factor in de aansturing door college, raad, ambtelijke opdrachtgevers en externe projectleider. We merken daarbij op dat in deze periode er sprake is van een economische teruggang en daarmee een geringe behoefte aan een additioneel bedrijvenpark.
3.3
Ontwerpfase, januari 2003 tot juni 2005
3.3.1 Bevindingen ontwerpfase Het besluit van B&W d.d. 6 januari 2003 stelt vast dat de voorkeur van Haren uitgaat naar een realisatie van het transferium in combinatie met het bedrijvenpark Nescio. Het dient te gaan om een hoogwaardige locatie voor high tech-bedrijven en kleine hoogwaardige kantoren (tot 3.000 m2). De combinatie met het transferium zorgt voor overleg en uitwerking van diverse varianten. Op 25 maart 2003 besluit het college om met projectontwikkelaar Hanzevast in gesprek te gaan over het bedrijvenpark. Op 7 oktober 2003 stemt het college in met het in procedure brengen van het voorontwerpbestemmingsplan en in november komt dit in de raad. In de commissievergadering d.d. 5 november 2003 uiten bewoners diverse bezwaren: • bezwaren tegen het meest noordoostelijke deel van het plan: het onderdeel wonen en werken; • bezwaren tegen de ontsluiting van het deel wonen en werken via de Multatulilaan. De raadscommissie vraagt het college nader te onderbouwen of het noordoostelijke deel van het plan kan komen te vervallen en eventuele financiële consequenties kunnen worden gecompenseerd binnen het
Pagina 12
resterende deel van het plan. Het college zegt toe te zullen kijken naar alternatieven voor de ontsluiting. Het college besluit d.d. 9 maart 2004 het bestemmingsplan in procedure te brengen. De ontsluiting van het woon-werkdeel loopt voor vrachtverkeer via het bedrijvenpark en het overige verkeer zowel via het bedrijvenpark als de Multatulilaan. Het collegebesluit benoemt daarbij de grote weerstand bij de bewoners van de Molenbuurt en dat deze ontsluitingsvariant daar mogelijk voor een belangrijk deel aan tegemoet kan komen. In het bestemmingsplantraject worden meerdere inspraak- en overlegreacties ingebracht en behandeld en op 27 juni 2005 stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan vast.
3.3.2 Analyse ontwerpfase De bewoners van de Molenbuurt worden uitvoerig betrokken bij het informele planproces. Er zijn diverse bijeenkomsten geweest en in diverse commissievergaderingen hebben bewoners hun visie kunnen geven. Ook bij de definitieve planvorming worden de bewoners op een tweetal wijzen betrokken: • via de wettelijke procedure van het bestemmingsplan waarbij de bewoners meerdere malen hun reactie kunnen geven; • via een bewonerscommissie die bij de totstandkoming van het definitieve ontwerp wordt betrokken. De bewoners die tegen de realisatie van het bedrijvenpark zijn, laten duidelijk van zich horen. Dit gebeurt voor een belangrijk deel op geïnformeerde en ter zake kundige wijze. De bezwaren van bewoners gaan over: • de ontsluiting via de Multatulilaan; • de waterhuishouding; • het bouwen in het groengebied tussen Haren en Groningen; • de belangstelling voor het bedrijvenpark; • het woon-werkgebied en het niet aangeven van een variant zonder dit woonwerkgebied; • het transferium; • de bebouwingshoogtes; • de overlast tijdens de aanleg van het bedrijvenpark. Met name de bezwaren over de ontsluiting en het al dan niet opnemen van het woon-werkgedeelte aan de noordflank van het plan leveren een terugkerende discussie op. Een deel van de bewoners is tegen realisatie en brengt dat adequaat ter sprake. Het komt tot uiting door: • de insprekers bij raadscommissievergaderingen;
Pagina 13
• de kritische houding van de gemeenteraad: diverse betrokkenen
geven aan dat er een korte lijn is tussen de Harense bevolking en de Harense politiek; • de door 15 reclamanten (waaronder een vertegenwoordiger van 255 omwonenden) formeel tegen het ontwerpbestemmingsplan ingediende zienswijzen. Al met al leveren de bezwaren van bewoners in het traject duidelijk een vertragende factor op.
3.4
Ontwikkelfase, vanaf juni 2005
3.4.1 Bevindingen ontwikkelfase Deze fase wordt met name gekenmerkt door de bestemmingsplanprocedure. Belangrijke elementen in deze fase zijn: • de afronding van de grondverwerving. Reeds in 1997 is gestart met de grondverwerving. Een bepalende factor is met name de aankoop van de gronden van de heer Van Hemmen. Er is destijds voor gekozen om via minnelijke weg te komen tot overeenstemming te komen en geen onteigeningsprocedure te starten. In 2005 geeft de gemeente aan het instrument van onteigening in te zetten. Dit wordt ook aan de raad gecommuniceerd. Uiteindelijk wordt toch de minnelijke weg gekozen en verwerving gerealiseerd; • de terugkerende discussie over de exploitatie van het plan in relatie tot het woon-werkgebied aan de noordflank. 3.4.2 Analyse ontwikkelfase Het traject rond de grondverwerving is een zeer langlopend en tijdrovend traject geweest. Na de initiële onderhandelingen heeft het traject even stil gelegen, maar het is na 2002 en in de jaren daarna weer volop actueel geworden. Het is duidelijk dat het veel tijd en energie van de zijde van de gemeente heeft gekost. Wellicht hadden bepaalde stappen anders ingezet kunnen worden en had er meer druk gezet kunnen worden. Toch is de indruk dat de grondverwerving, alles overziend, het traject niet heeft vertraagd. De in de voorgaande paragrafen genoemde factoren speelden een prominentere rol in de doorlooptijd van het traject. De politiek heeft nut en noodzaak van de noordflank van het projectgebied ter discussie gesteld. Er is in het coalitieakkoord afgesproken dat er een onderzoek naar wordt uitgevoerd. Dit onderzoek is begin 2007 uitgevoerd en het leidt tot een binnen het college gedragen oplossing. Na het geplande besluit van B&W d.d. 20 maart
Pagina 14
2007 wordt het alternatief nader uitgewerkt en daarna wordt de raad er over geïnformeerd. Een financieel neutrale exploitatie blijft volgens het college een voorwaarde bij het project. De discussie rond de noordflank heeft nog steeds een zekere invloed op de doorlooptijd van het project.
4.
Analyse betrokkenheid van de raad
Een inhoudelijke analyse van de projectopzet en - uitvoering behoort niet tot de hoofdvragen van dit onderzoek. Voor zover de projectopzet en - uitvoering relevant zijn voor de twee hoofdvragen, betrekken we deze in het onderzoek. Onderstaand zijn deze aspecten geanalyseerd aan de hand van het meest relevante deel van het normenkader (zie bijlage 2 voor het volledige normenkader). De norm is cursief aangegeven en daaronder de analyse.
4.1
Informatievoorziening
De raad geeft een projectopdracht en een normenkader aan de projectorganisatie mee. Dit is aangetroffen, zij het fragmentarisch. Het is niet een enkele concrete projectopdracht die het kader vormt voor de realisatie, maar een opeenvolging van deelopdrachten en verfijningen. Diverse raadsbesluiten zijn te lezen als gedeeltelijke projectopdrachten, onder meer: • het raadsbesluit d.d. 24-4-1995 waarin de raad akkoord is met de 'Notitie Bedrijvenpark Nesciolaan', de intentieverklaring, de stuurgroep en het krediet van fl. 40.000 voor het opstellen van het bestemmingsplan; • het besluit d.d. 28 maart 2001 om een viertal gepresenteerde stedenbouwkundige varianten nader uit te werken met betrekking tot de exploitatiemogelijkheden; • het raadsbesluit d.d. 21 mei 2001 om in te stemmen met de variant Het Hoge Veld (nadere markttoets, opstellen maquette en een technische haalbaarheidsstudie); • de vaststelling van de Structuurvisie Haren-West18 d.d. 24 juni 2002; • het raadsbesluit d.d. 24 juni 2002 waarmee instemming werd verkregen met de geschetste gang van zaken en de voorgenomen 18
Raadsbesluit d.d. 24-6-2002.
Pagina 15
vervolgstappen, zoals aangegeven in het Rapport Nesciopark te Haren, april 2002; • het raadsbesluit d.d. 28 juni 2004 waarmee instemming werd verkregen over het plan van aanpak voor het transferiumterrein door middel van voorkeursvariant 4c (combinatie ransferium en bedrijvenpark). De planvorming wordt gedurende het traject beïnvloed door nieuwe impulsen (ontsluiting, transferium, het meermaals opnieuw ter discussie stellen van de noordflank door de raad). Dit heeft invloed op de aan de raad voorgelegde besluiten. Een expliciet aan de projectorganisatie meegegeven normenkader is niet aangetroffen. De projectopdracht vanuit de raad voor het bedrijvenpark is fragmentarisch, maar de houding van de raad ten aanzien van het bedrijvenpark wordt steeds actiever. Dit heeft zijn oorzaak in een tweetal aspecten: • er is een korte lijn tussen de Harense samenleving en de politiek. Kritische geluiden vinden snel hun weg en worden snel overgebracht van de politiek naar het college. Het werd specifiek zichtbaar in de Molenbuurt waar duidelijk geen behoefte was aan een bedrijvenpark. Het uitte zich in eisen ten aanzien van de ontsluiting, omvang, opzet en kwaliteit van het plan. De raad kon zich in met name in de periode 2002-2006 vinden in de bezwaren en is achter de burgers gaan staan19; • in de periode 2002-2006 wordt ook de vraag actueel hoe tot een financierbaar plan te komen is. Een sluitende exploitatie is altijd het doel geweest. Een terugkerende discussie betreft het plangedeelte met woon-werkfunctie aan de Noordflank van het gebied. Deze discussie keert meermaals terug in de raad. De raad vraagt meerdere malen om een alternatief. De financierbaarheid van het plan zonder dit plangedeelte is volgens de raad echter niet zonder meer gewaarborgd. Diverse direct betrokkenen uit ambtelijke en politieke hoek zijn zelfs uitgesproken sceptisch over de financierbaarheid zonder de Noordflank. Deze aspecten hebben er toe bijgedragen dat de raad na 2001 een meer sturende houding aanneemt. De raad stelt eisen aan de wijze waarop zij zal worden geïnformeerd. De ontwikkeling van het bedrijvenpark heeft duidelijk de aandacht van de raad. Het zwaartepunt ligt echter met name bij de diverse
19
Zie bijvoorbeeld het verslag van de raad d.d. 24 juni 2002.
Pagina 16
inhoudelijke argumenten rond het bedrijvenpark. Er zijn geen eisen aangetroffen die de raad stelt aan de wijze van informatieverstrekking. Er worden periodiek voortgangsrapportages uitgebracht aan de raad. Periodiek staat de ontwikkeling van het bedrijvenpark op de agenda van de raadscommissie en de raad. Ook organiseert de gemeente openbare informatieavonden20 waarvoor het college de raadsleden uitnodigt. Van een planmatig gestructureerde informatievoorziening lijkt geen sprake te zijn. De raad geeft overigens niet aan daaraan behoefte te hebben en spreekt een aantal maal waardering uit voor de regelmatige terugkoppeling21. De indruk bestaat dat de frequentie van informatieverstrekking niet ter discussie wordt gesteld. Bij afwijkingen ten opzichte van de planning wordt de raad tussentijds geïnformeerd. Voor de periode 1989-1998 biedt het dossier onvoldoende houvast om een oordeel te geven over de tussentijdse informatieverstrekking bij afwijkingen. Voor de periode daarna kunnen we vaststellen dat de raad wordt geïnformeerd bij inhoudelijke afwijkingen van het plan. Daaruit volgt, zij het impliciet, dat de tijdsplanning ook opschuift. In rapportages wordt aandacht besteed aan de beheersaspecten tijd, financiën, kwaliteit, informatie, risico's en organisatie. De voortgang wordt in een enkel document (Tussenrapportage Bedrijventerrein Nesciopark, ongedateerd, ca. maart 2004) geschetst. Een planmatig gestructureerde voortgangsrapportage is niet aangetroffen in het dossier.
4.2
Besluitvorming
Er worden beslismomenten gedefinieerd. In de voorfase van het project, van 1989 tot 1998, zijn weinig beslismomenten gedefinieerd. Er was in die fase, voor zover bekend, ook slechts zeer beperkt sprake van een projectmatige aanpak. Het was zeker in de eerste helft van de jaren ’90 meer te karakteriseren als een bestemmingsplanrevisie. Na 1998 zijn diverse beslismomenten gedefinieerd, met name vanaf de introductie van de vier stedenbouwkundige varianten. Ook in de fase na 1998 is een planmatige opzet van de beslismomenten niet of nauwelijks 20 21
Zie bijvoorbeeld de informatiebijeenkomst Nesciopark d.d. 19 juni 2002. Zie bijvoorbeeld het verslag van de Commissie Samenlevingszaken d.d. 1 mei 2001.
Pagina 17
aangetroffen. Een uitgebreide blik vooruit op de toekomstige beslismomenten ontbreekt. Bij de bestemmingsplanprocedure, vanaf 2004, is wel sprake van een overzicht van toekomstige beslismomenten. De wettelijke termijnen vormen vanaf dat moment het kader. Er worden stukken ter besluitvorming voorgelegd. Op diverse momenten worden stukken ter besluitvorming voorgelegd aan het college van B&W en aan de raad. In de bestemmingsplanprocedure vindt de besluitvorming op tijdige en juiste wijze plaats.
Pagina 18
5
Analyse projectopzet en -uitvoering
De eerste paragraaf gaat in op het formele bestemmingsplantraject. De volgende paragrafen gaan nader in op de projectopzet en - uitvoering. Een uitgebreide inhoudelijke analyse behoort niet tot de hoofdvragen van dit onderzoek. Voor zover de projectopzet en - uitvoering relevant zijn voor de twee hoofdvragen, betrekken we deze in het onderzoek. Onderstaand zijn deze aspecten geanalyseerd aan de hand van het meest relevante deel van het normenkader (zie bijlage 2 voor het volledige normenkader).
5.1
Het bestemmingsplantraject
De algemene indruk is dat de bestemmingsplanprocedure22 volgens de wettelijke termijnen uit de WRO heeft plaatsgevonden. Een snellere doorlooptijd was dan ook lastig haalbaar geweest, zeker omdat deze vooral afhankelijk is van externe factoren zoals de hoeveelheid ingediende zienswijzen en bedenkingen en goedkeuring door GS. De voorbereiding voorafgaand aan de wettelijke bestemmingsplanprocedure heeft wel vrij lang geduurd, maar dit is verklaarbaar door de veranderende plannen (zie hoofdstuk 3).
5.2
Projectmanagement (plan van aanpak)
Het doel van het project, de scope van het project en het projectresultaat zijn geformuleerd. Het project kent een einddatum en eisen ten aanzien van de oplevering. Er is een projectplanning opgesteld. In de projectplanning zijn beslismomenten vastgelegd en momenten voor het indienen van rapportages. De realisatie van het Bedrijvenpark Nescio wordt uitgevoerd als project, en vertoont diverse kenmerken van projectmatig opzet: er is een projectorganisatie, er is een opdrachtgever en er is een algemeen bekend projectdoel te weten de realisatie van het bedrijvenpark Nescio. Over de gehele linie bekeken zijn in het dossier echter geen expliciet geformuleerde en vastgelegde projectdoelen, projectresultaten en mijlpalen aangetroffen. Ten tijde van de bestemmingsplanprocedure, van 2004 tot 2007, vormden de daaruit volgende processtappen een kader voor de tussenresultaten. In de periode daarvoor was dat niet te 22
In de bijlage is de notitie van Royal Haskoning opgenomen die nader ingaat op het bestemmingsplantraject. In deze bijlage is nog een aantal specifieke aandachtspunten benoemd.
Pagina 19
herkennen en ook voor de huidige periode bevat het dossier geen expliciet benoemd projectresultaat. De in de Regiovisie genoemde realisatie per 2020 is te zien als de datum waarop het bedrijvenpark gerealiseerd moet zijn. Afgezien daarvan is niet duidelijk wat voor de gemeente de beoogde einddatum van het project is en wat de tussenresultaten zijn (bijvoorbeeld in het traject met Hanzevast). Het project heeft een opdrachtgever. In beginsel is het college van B&W de opdrachtgever van het project. In de projectstructuur is een opdrachtgeverrol gedefinieerd. De externe projectleider wordt aangestuurd door een ambtelijk opdrachtgever. Daarbij is een tweetal opmerkingen te maken: • de belangrijke rol van (ambtelijk) opdrachtgever kenmerkt zich in de periode 1998 tot nu door wisselingen23. De projectleider (eerst alleen van het bedrijvenpark Nescio en later ook van het transferium) wordt aangestuurd door achtereenvolgens het sectorhoofd Grondgebiedzaken, het hoofd VROM, het hoofd sector gemeentewerken en momenteel door een directielid van de sector financiën. Het is niet geheel duidelijk in hoeverre de huidige ambtelijk opdrachtgever ook inhoudelijk betrokken is bij het project. Hoewel de wisselingen verklaarbaar zijn vanuit afwezigheid door ziekte, verandering van taak en reorganisatie, is het voor de continuïteit niet ideaal. Het is dan ook zeer waardevol dat er continuïteit zit in het gemeentelijke projectteam en de projectleider; • intern binnen de gemeente (zowel ambtelijk als bestuurlijk) leven verschillende beelden over bij wie het ambtelijk opdrachtgeverschap ligt. We gaan er vanuit dat de projectleider hierover het meest juiste beeld heeft. Het duidt er op dat de communicatie en wellicht de afstemming op dit onderdeel duidelijker kan.
5.3
De projectorganisatie
Er wordt een projectorganisatie ingericht. De taken en verantwoordelijkheden van de projectorganisatie zijn vastgelegd. Binnen de projectorganisatie worden rollen gedefinieerd. De projectorganisatie beheerst het project conform algemeen erkende beginselen van projectmanagement.
In de technische reactie d.d. 28 juni 2007 op dit onderzoeksrapport geeft de gemeente aan dat er sinds 2002 sprake is van een ambtelijke opdrachtgever. Daarvoor was het projectleiderschap ondergebracht in de organisatie en werd aangestuurd door het sectorhoofd Grondgebiedszaken.
23
Pagina 20
De huidige projectleider is sinds 1998 betrokken bij het project. In eerste instantie als adviseur en vanaf 2002 als intern en extern projectleider. Er is destijds gekozen voor een externe projectleider en daar waar binnen de gemeentelijke organisatie de kennis niet aanwezig was, is het projectteam aangevuld met externe experts: een grotendeels extern projectteam. De achtergrond hiervan was: • intern binnen de gemeente was de kennis niet in huis; • een externe projectleider kan meer tempo maken c.q. sneller werken dan een projectmedewerker in een ambtelijke structuur; • de externe projectleider had al contacten met het project en de betrokken personen. Er is tevredenheid over de inzet en betrokkenheid van de betrokken projectleider. De keuze voor deze projectleider is destijds bewust gemaakt en staat niet ter discussie. In algemene zin signaleren betrokkenen ook enkele nadelen van de inzet van een extern ingehuurde projectleider: • het contact is goed, maar wel altijd op afstand; • de procesgang is niet altijd transparant, voor de raad is het niet altijd inzichtelijk; • een externe projectleider maakt geen onderdeel uit van de reguliere planning & control-cyclus c.q. het is voor de ambtelijke organisatie niet eenvoudig om grip op het proces te houden; • de inzet van een eenmansbedrijf in plaats van een groter bureau brengt risico's met zich mee op het vlak van beschikbare kennis en kwetsbaarheid. Sinds de herstart van het project in 2001 is het project begeleid door een interne projectgroep. Hierin zijn, naast de projectleider, de verschillende bij het project betrokken afdelingen vertegenwoordigd, evenals de ambtelijke opdrachtgever binnen de gemeente. Laatstgenoemde heeft wekelijks overleg met de verantwoordelijke wethouder. Zaken die betrekking hebben op het project worden hierin kortgesloten en indien nodig en gewenst vindt er bilateraal overleg met de wethouder en de projectleider plaats. Er is een projectarchief ingericht. Er zijn meerdere (informele) projectarchieven. Deze zijn verspreid en deels extern, buiten de gemeente, opgeslagen. Het projectarchief is niet eenduidig gestructureerd en op onderdelen niet geheel compleet. Een voorbeeld is dat van B&W-besluiten niet in alle gevallen duidelijk is aangegeven of het besluit conform het voorstel genomen is (dit is een archiveringskwestie).
Pagina 21
5.4
Risicomanagement
Bij aanvang van het project wordt een risicoanalyse uitgevoerd. Gedurende het project wordt deze risicoanalyse regelmatig geactualiseerd. De geïdentificeerde risico's worden gemanaged. De risico's zijn inherent aan de ontwikkeling van een project als de ontwikkeling van een bedrijvenpark. Deze risico's zijn op hoofdlijnen benoemd in de jaarverslagen. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat er een risicoanalyse is uitgevoerd voor de effecten van het bedrijvenpark Nescio. De raad heeft daar ook niet om gevraagd.
5.5
Financiële beheersing
Er is een vastgestelde raming voor de realisatie van het project, alsmede de daar uit voortvloeiende te verwachten structurele lasten. Er vindt bewaking van de financiën plaats. Er is een exploitatieopzet gemaakt. Ook vindt er bewaking van de financiën plaats. Periodiek zijn de raad en het college in het jaarverslag en de buraps geïnformeerd over de voortgang van het project en de kosten. Ook zijn de gevolgen van aanpassing van de noordflank geanalyseerd en meegenomen in de overwegingen. De financiële effecten van de lange voorbereidingtijd krijgen echter minder aandacht. Het jaarverslag 2005 van de gemeente benoemt het risico wel in haar analyse voor de doelgroep Eigenaren en huurders: 'In een aantal gevallen, zoals … bij het Nesciopark leidt de vertraging in de uitvoering er ook toe dat wij de geactiveerde voorbereidingskosten te lang 'met ons mee gaan slepen'. Dit houdt het risico in dat we deze kosten niet of niet volledig terugverdienen'. Deze signalering is echter in een relatief laat stadium van het traject. Ook is niet duidelijk wat er met dit signaal is gebeurd. Betrokkenen bevestigen dat men uitgaat van een financieel neutrale afwikkeling van het project. Dit is de voorwaarde die aan het project wordt gesteld. Er worden periodiek financiële voortgangsrapportages uitgebracht aan de opdrachtgever. In geval van dreigende kostenoverschrijdingen worden er maatregelen genomen. In geval van dreigende kostenoverschrijdingen wordt de opdrachtgever geïnformeerd.
Pagina 22
Een planmatig gestructureerde financiële voortgangsrapportage is niet zo expliciet aangetroffen. Het onderzoek levert geen indicatie op van eventueel dreigende kostenoverschrijdingen, maar het ontbreken van een voortgangsrapportage is een aandachtspunt.
Pagina 23
Bijlage 1 Gesprekspartners Wethouder gemeente Haren De heer J. Niezen Wethouder gemeente Haren Mevrouw E.W. Boekel Voormalig wethouder gemeente De heer H. Copinga Haren Voormalig wethouder gemeente De heer B.C. Hoekstra Haren Gemeentesecretaris gemeente De heer E.M. van Koldam Haren Voormalig hoofd VROM gemeente Mevrouw M. Roelofs Haren Hoofd afdeling gemeentewerken De heer S. Lok Haren Planologisch jurist gemeente Haren De heer A. Keuning Projectleider bedrijvenpark Nescio Mevrouw H. Swart
Pagina 1
Bijlage 2 Normenkader Onderstaand is het in paragraaf 1.2 uitgelegde normenkader weergegeven. Per norm is een indicatieve waarderingsscore aangegeven. Dit houdt in dat indicatief is aangegeven in welke mate aan de norm is voldaan: : er is niet voldaan aan de norm; +/: het is niet eenduidig aan te geven in welke mate is voldaan aan de norm; + : er is voldaan aan de norm. 1. Betrokkenheid van de raad Informatievoorziening De raad geeft een projectopdracht en een normenkader aan de projectorganisatie mee.
Bevindingen uit het onderzoek
Indicatieve waarderingsscore
Dit is beperkt +/aangetroffen. Diverse raadsbesluiten zijn te lezen als gedeeltelijke projectopdrachten. De planvorming wordt beïnvloed door nieuwe impulsen (ontsluiting, transferium, noordflank). Een expliciet normenkader is niet aangetroffen. De raad stelt eisen aan de De ontwikkeling van het wijze waarop zij zal bedrijvenpark heeft worden geïnformeerd. duidelijk de aandacht van de raad. Het zwaartepunt ligt echter met name bij de diverse inhoudelijke argumenten rond het bedrijvenpark. Er zijn geen eisen aangetroffen die de raad stelt aan de informatieverstrekking. Er worden periodiek Periodiek staat de +/-
Pagina 1
voortgangsrapportages uitgebracht aan de raad.
ontwikkeling van de bedrijvenpark op de agenda van de raadscommissie of de raad. Van een gestructureerde informatievoorziening lijkt geen sprake te zijn. De raad geeft overigens niet aan daaraan behoefte te hebben. De indruk bestaat dat de frequentie van informatieverstrekking niet ter discussie wordt gesteld. Bij afwijkingen ten Bij inhoudelijke + opzichte van de planning afwijkingen van het plan wordt de raad tussentijds wordt de raad geïnformeerd. tussentijds geïnformeerd. Daaruit volgt, zij het impliciet, dat de tijdsplanning ook opschuift. In rapportages wordt De voortgang wordt in aandacht besteed aan de een enkel document beheersaspecten tijd, (Tussenrapportage financiën, kwaliteit, Bedrijventerrein informatie, risico's en Nesciopark, organisatie. ongedateerd, ca. maart 2004) geschetst. Een gestructureerde voortgangsrapportage is niet aangetroffen.
Besluitvorming Er worden beslismomenten gedefinieerd (zie ook kenmerken van het
Er zijn beslismomenten gedefinieerd. Een uitgebreide blik vooruit op de toekomstige
+
Pagina 2
project) en er worden stukken ter besluitvorming voorgelegd. Er vindt besluitvorming plaats.
2. Opzet van het project
De kenmerken van het plan van aanpak Het doel van het project, de scope van het project en het projectresultaat zijn geformuleerd. Het project kent een einddatum en eisen ten aanzien van de oplevering. Er is een kostenraming gemaakt. Er is een projectplanning opgesteld. In de projectplanning zijn beslismomenten vastgelegd en momenten voor het indienen van rapportages. Er is aangegeven bij welke mate van afwijkingen in de voortgang en kosten er aan de raad moet worden gerapporteerd. Het project heeft een opdrachtgever.
beslismomenten ontbreekt.
Op diverse momenten + worden stukken ter besluitvorming voorgelegd aan het college van B&W en aan de raad. Bevindingen uit het Indicatieve onderzoek waarderingsscore
Dit is niet expliciet geformuleerd aangetroffen.
-
Nee, afgezien van de realisatiedatum (voor 2020) genoemd in de regiovisie. Dit is aangetroffen.
-
+
Dit is fragmentarisch aangetroffen. Dit is niet aangetroffen.
+/-
Dit is niet aangetroffen.
-
Beperkt organisatorisch +/ingevuld in een projectorganisatiestructuur.
Pagina 3
3. Uitvoering van het project De projectorganisatie Er wordt een projectorganisatie ingericht.
De taken en verantwoordelijkheden en rollen van de projectorganisatie zijn vastgelegd. De projectorganisatie beheerst het project conform algemeen erkende beginselen van projectmanagement. Er is een projectarchief ingericht.
Omgevingsanalyse De in- en externe omgeving van het project worden in kaart gebracht. De communicatie met de omgeving wordt planmatig aangepakt.
Bevindingen uit het onderzoek
Indicatieve waarderingsscore
Dit is aangetroffen. + Mede door de lange tijdsduur zijn er verschuivingen in de projectorganisatie. De aansturing van de externe projectleider verschuift meermaals en is ook niet bij alle betrokkenen even duidelijk. Dit is ten dele aangetroffen.
+/-
Deze grondbeginselen zijn zeer beperkt gehanteerd.
-
Ja, maar decentraal, deels extern en deels onvoldoende gestructureerd ingericht.
+/-
Ja, er zijn diverse studies verricht (DTZ Zadelhof, ETIN). Er is gestructureerde communicatie met de omgeving.
+
+
Pagina 4
Afhankelijkheden met andere projecten worden in kaart gebracht en gemanaged.
Risicomanagement Bij aanvang van het project wordt een risicoanalyse uitgevoerd. Gedurende het project wordt deze risicoanalyse regelmatig geactualiseerd. De geïdentificeerde risico's worden gemanaged. Financiële beheersing Er is een vastgestelde raming voor de realisatie van het project, alsmede de daar uit voortvloeiende te verwachten structurele lasten. Er vindt bewaking van de financiën plaats.
Er worden periodiek financiële voortgangsrapportages uitgebracht aan de opdrachtgever. In geval van dreigende kostenoverschrijdingen
Deels, onder meer is het +/transferium toegevoegd. Het is een van de redenen van de lange doorlooptijd.
Dit is beperkt aangetroffen.
+/-
Dit is niet aangetroffen.
-
Dit is niet aangetroffen.
-
Dit is aangetroffen.
+
Ja, de gevolgen van +/aanpassing van de noordflank worden bijvoorbeeld meegenomen. De financiële effecten van de lange voorbereidingtijd krijgen echter minder aandacht. Een gestructureerde +/planmatige financiële voortgangsrapportage is niet aangetroffen. Dit is niet onderzocht (valt buiten de scope
niet bekend
Pagina 5
worden er maatregelen genomen. In geval van dreigende kostenoverschrijdingen wordt de opdrachtgever geïnformeerd.
van het onderzoek). Dit is niet onderzocht (valt buiten de scope van het onderzoek).
niet bekend
Pagina 6
Bijlage 3 Tijdpad
Pagina 1
Overzicht relevante gemeentelijke documentatie Datum Actie, rapport Betrokkenheid B&W 18-121989
14-81990
8-41993
24-41995
8-111996
Raad is akkoord met krediet van fl. 40.000 voor het opstellen van het bestemmingsplan voor kantorenpark Nesciolaan. B&W is akkoord met uitvoering in B&W akkoord twee fasen. Naar aanleiding van dit besluit wordt een aangepaste ontwikkelingsschets opgesteld. Raadscommissie stemt in met Notitie verkenning verdere mogelijkheden gezamenlijk e ontwikkeling Nesciopark. Er mag in drie bouwlagen worden gebouwd. Raad is akkoord met 'Notitie Bedrijvenpark Nesciolaan', intentieverklaring, stuurgroep en krediet van fl. 40.000 voor het opstellen van het bestemmingsplan. Advies/nota aan B&W inzake B&W akkoord? bijgevoegd voorontwerp bestemmingsplan.
Betrokkenheid raadscommissie en raad Raad akkoord
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces O.b.v. overzicht mw. Swart Stuk niet aangetroffen in dossier O.b.v. overzicht mw. Swart Stuk niet aangetroffen in dossier
Raad akkoord
O.b.v. overzicht mw. Swart Stuk niet aangetroffen in dossier
Geen betrokkenheid raad bij voorontwerp bestemmingspla n aangetroffen
Geen besluit aangegeven in tekst Definitief stuk (incl. besluit) niet aangetroffen in dossier
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
Voorontwerpbestemmingspl an Nesciolaan, opgesteld door Bureau Vijn, in opdracht van Groningen en Haren. Bijgevoegd is ook een (herziene) Pagina 1
Datum Actie, rapport
Betrokkenheid B&W
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud exploitatieberekening. M.b.t. de organisatie tijdens de looptijd van het plan: 'Zowel Groningen als Haren heeft een organisatie die de uitvoering en het beheer kan verzorgen. In beide gemeenten zijn bestemmingsplannen tot uitvoer gebracht en dit plan is niet van een dermate grote omvang dat daarvoor een speciale organisatie nodig is. Uitzondering daarop vormt het onderdeel acquisitie. H aren zou op dat punt echter best van de mogelijkheden die Groningen heeft, gebruik kunnen maken en deze kosten normaal in het plan meenemen'. In de conclusie wordt aangegeven dat het instellen van een projectgroep uit beide gemeenten een goede zaak is. Pagina 2
Datum Actie, rapport
Betrokkenheid B&W
7-101997
B&W akkoord?
9-31999
Advies/nota aan B&W Besluit: Onderzoek verrichten naar de haalbaarheid van alternatieven ontsluitingswegen. De gemeente Groningen hiervan op de hoogte stellen. Voorstel aan raadscommissie Samenlevingszaken Bedrijvenpark, tussenrapportages.
1999
Het Convenant Regiovisie GroningenAssen 2030 is in 1999 door de betrokken gemeenteraden en provinciale besturen vastgesteld.
11-42000
Besluit B&W?
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
Een drietal varianten wordt aangegeven.
Raadscommissie akkoord?
Raad akkoord
B&W akkoord?
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
O.b.v. overzicht mw. Swart Stuk niet aangetroffen in dossier O.b.v. bestemmingsplan bedrijvenpark Nesciolaan, hoofdstuk Beleidskader Stuk niet aangetroffen in dossier
In dit kader heeft de gemeente Haren de inspanningsverplichting op zich genomen op haar grondgebied 20 ha hoogwaardig regionaal bedrijventerrein te realiseren. Op aangeven van de gemeente Haren is dit in de geactualiseerde regiovisie in 2004 bijgesteld tot 10 ha.
O.b.v. overzicht mw. Swart Pagina 3
Datum Actie, rapport
Betrokkenheid B&W
20-62000
B&W akkoord?
Besluit: B&W besluiten mee te werken aan 1e fase verkeersmaatregelen Emmalaan onder voorwaarde dat 'bypass' Vondellaan mogelijk blijft. 24-1Advies aan college B&W (24-1-2001) 2001 Besluit: (datu a) Presentatie in speciale m commissie februari (hiervoor ook gem. besluit Groningen, Bennema en Betten onbek uitnodigen). end) b) Uitwerking modellen beperken tot de exploitatie en in de commissie maart voorleggen.
28-12001
Voorstel aan de raad Besluit: a) De Concept Structuurvisie Haren West voorlopig vaststellen. b) Groen licht om met dit document de verdere besluitvorming in te gaan.
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces Stuk niet aangetroffen in dossier O.b.v. overzicht mw. Swart Stuk niet aangetroffen in dossier
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
Ten aanzien van de commissiebehan deling wordt voorgesteld het voorstel te agenderen en om alle raadsleden uit te nodigen voor het onderwerp. Raad akkoord
Pagina 4
Datum Actie, rapport
21-22001
Commissievoorstel
28-32001
Nota aan Commissie GZ: Presentatie van de ontwikkelingsvisie/ Plan van aanpak Bedrijventerrein Nesciopark door Swart Consultancy. Voorstel: Wij stellen u voor de aan u gepresenteerde stedenbouwkundige modellen nader uit te werken met betrekking tot de exploitatiemogelijkheden en met de resultaten van deze uitwerking bij u terug te komen in een besloten vergadering van maart a.s.. Advies aan college B&W (4-4-2001) Beslissing B&W: Voorstel in openbare vergadering cie GZ. Onderbouwing vertrouwelijk ter inzage leggen. Wethouder Liemburg overlegt nog met NOM en brengt uitkomst in bij behandeling cie.
10-42001
Betrokkenheid B&W
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Raad akkoord
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces O.b.v. overzicht mw. Swart Stuk niet aangetroffen in dossier. O.b.v. raad- en commissiestukken op de website van Haren. Aangeduid in de agenda van de commissievergadering op 28-3-2001. Geen verslag aangetroffen.
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
Het bijgevoegde conceptvoorstel wordt voorgelegd aan de commissie SZ (1-5-2001) of de commissie GZ (25-2001). Het kredietvoorstel (fl. 795.000) wordt Pagina 5
Datum Actie, rapport
21-52001
Voorstel aan raad: Ontwikkelingsvisie Bedrijventerrein Nesciopark. Specificatie globale kosten en opbrengsten vier Stedenbouwkundige modellen. Beslissing: Krediet groot fl. 795.000 beschikbaar stellen voor de gemaakte / te maken kosten planontwikkeling, af te dekken uit de exploitatie Bedrijvenpark Nesciolaan.
6-62001 25-62001
Voorstel aan raadscommissie GZ (zie 25-6-2001) Voorstel aan de gemeenteraad: Besluit: 1. Instemmen met het plan van aanpak voor de visieontwikkeling van Haren-west; 2. Kosten ad f.140.000,- dekken uit het investeringsbudget nr. 560 Harenwest; 3. Vooruitlopend op het
Betrokkenheid B&W
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Raad akkoord
Raad akkoord
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces voorgelegd aan de raad d.d. 21-5-2001. O.b.v. raad- en commissiestukken op de website van Haren. Aangeduid in de agenda van de raadsvergadering op 215-2001. Verslag niet aangetroffen op website.
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
B&W spreken een duidelijke voorkeur uit voor de variant 'Het Hoge Veld' uit oogpunt van beeldkwaliteit en duurzaamheid (dubbelgebruik) en exploitatiemogelijkheden. Indien deze variant niet haalbaar blijkt stelt het college voor de variant 'De Eilanden'nader te onderzoeken.
De planning is erop gericht dat er eind 2001 een concept-structuurvisie Haren West ligt. Dit wordt ook gerealiseerd. Het is geagendeerd voor de commissievergadering op 28-11-2001. Pagina 6
Datum Actie, rapport
28-112001 14-52002
6-12003
Betrokkenheid B&W
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Advies aan college van B&W (8-5-2002) B&W akkoord Besluit: Instemmen met de stappen genoemd onder vervolgprocedure van dit advies.
Advies: uitgewerkte plannen ter kennis te brengen van de raadscommissie
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
raadsbesluit alvast beginnen met de visieontwikkeling. Voorstel aan de gemeenteraad Vervolgprocedure: ' - afstemming c.q. integratie van Nesciopark en het transferium tussen beide ontwerpteams - overleg tussen de verantwoordelijke wethouders van Groningen en Haren - overleg met de Regiovisie. Immers het project is afspraak die in regioverband is gemaakt. - overleg met de provincie Groningen over de planologische inpasbaarheid'
Advies aan college van B&W (2-1-2003) B&W akkoord Beslissing: Conform advies ermee instemmen dat: de voorkeur van Haren uitgaat naar een realisatie van het definitief Pagina 7
Datum Actie, rapport
Betrokkenheid B&W
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
Raad akkoord
stuk niet aangetroffen in dossier (wel aangeduid in beslissing college d.d. 93-2004)
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
Transferium in combinatie met Nesciopark en ontsluiting via het zogenaamde hockeystick model de voorkeur van Haren uitgaat naar een hoogwaardige locatie voor high tech en kleine hoogwaardige kantoren (tot 3000m2) zoals nader verdeeld in dit advies inbrengen in bestuurlijk overleg met Groningen van 10 januari 2003. 25-32003
Advies aan B&W (19-3-2003) Beslissing: Conform advies (= instemmen met de principekeuze voor Hanzevast als projectontwikkelaar voor Nesciopark).
5-112003
Raadcie GZAB: ingestemd met het in procedure brengen van het bestemmingsplan.
Pagina 8
Datum Actie, rapport
Betrokkenheid B&W
5-112003
Raadscie. GZAB: behandeling bestemmingsplan.
9-32004
Advies aan college van B&W (2-3-2004) B&W akkoord Beslissing: Bestemmingsplan in procedure brengen conform voorstel met voorgestelde ontsluiting wonen en werken via plan (bedrijven) en Molenbuurt (wonen). Integrale exploitatieopzet (dus inclusief kosten en opbrengsten wonen en werken) opstellen met apart aandacht voor inbreng grond. In raadscie april vertrouwelijk stuk over exploitatieopzet en keuze bestemmingsplan
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
Cie. GZAB akkoord
Exploitatieopzet is aangeduid als vertrouwelijk. (Een vertrouwelijk stuk is niet openbaar en komt niet op de besluitenlijst college. Wordt niet vermeld op intranetsysteem.)
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
De commissie stemt in met het in procedure brengen van het bestemmingsplan. Wel zijn door de commissie vragen gesteld over het bestemmingsplan en is gevraagd om een exploitatieopzet voor het plan. In hoeverre zijn deze vragen van de cie. GZAB beantwoord? Zie 30-3-2004 Voorstel: gelet op de relatief geringe verkeersbewegingen verdient ontsluiting via de Molenbuurt de voorkeur, wellicht met afwikkeling vrachtverkeer via het bedrijvenpark om de bewoners van de Molenbuurt te ontzien.
Pagina 9
Datum Actie, rapport
Betrokkenheid B&W
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
(handhaven wonen en werken plus ontsluiting). Communicatieplan opstellen voor het totale project. Met gemeente Gn en provincie Gn streven naar besluitvorming over convenant transferium in april. Problematiek Van Bergen buiten planvorming HarenWest afhandelen.
30-32004
Advies aan college van B&W (23-3B&W akkoord 2004) Beslissing: Bijgevoegde notitie en exploitatieopzet Nesciopark vaststellen en toezenden aan de raad. Wethouder Hoekstra kan mogelijkheid art. 19 procedures bespreken met partners transferium.
6-102004
Raadscie GZAB: behandeling bestemmingsplan
Notitie en integrale exploitatieopzet te verstrekken aan raad voor de besloten informatieavond op 7-4-2004
De ongedateerde, ongespecificeerde ' Tussenrapportage Bedrijventerrein Nesciopark' is opgesteld om tussentijds antwoorden op genoemde vragen te geven.
Pagina 10
Datum Actie, rapport
18-22005
Betrokkenheid B&W
Advies aan college B&W (18-2-2005) B&W akkoord? Voorstel: instemmen met voorgestelde wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan; officiële procedure bestemmingsplan starten middels ter visie leggen ontwerp bestemmingsplan; ter inzage leggen ontwerp bestemmingsplan voor de raadscommissie GZ/AB; inspraakprocedure aanvulling welstandsnota (beeldkwaliteitsplan) starten (gelijk met ontwerp bestemmingsplan); schriftelijk verzoek om een vrijstelling ex artikel 19 lid 2 indienen bij de provincie voor de uitvoering van het gehele bestemmingsplan; instemmen met antwoordbrief op de overlegreactie Commissie bestemmingsplannen en deze met het verzoek om een reactie retourneren.
Betrokkenheid raadscommissie en raad
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
Voorstel: ter inzage legging voorontwerp bestemmingspla n voor de raadscommissie GZ/AB
Op dossierstuk is status van het document niet aangegeven. Onduidelijk of de beslissing conform voorstel is.
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud
Pagina 11
Datum Actie, rapport
27-62005
11-12006
Raadsvoorstel: 'Wij stellen voor het bestemmingsplan Bedrijvenpark Nesciolaan vast te stellen met inachtneming van …wijzigingen' Raadscommissie GZ/AB
4-102006
Raadscommissie GZ/AB
2-112006
Gemeenteraad
Betrokkenheid B&W
Betrokkenheid raadscommissie en raad Raad akkoord
Opmerking onderzoekers m.b.t. proces
Opmerking onderzoekers m.b.t. inhoud Zie raadsvoorstel voor de aangegeven wijzigingen.
Wethouder Boekel schetst de stand van zaken. De wethouder zegt toe een schriftelijke notitie met daarin ook de financiële aspecten en een tijdpad aan de raadsleden te zenden. Wethouder Niezen geeft aan dat het onderzoek naar de realisatie van het plan zonder de noordflank mee te nemen, binnenkort wordt uitgevoerd. Wethouder Niezen geeft aan dat de raad nog geïnformeerd wordt over het onderzoek naar het bedrijvenpark Nescio.
Pagina 12
Rekenkamercommissie gemeente Haren
Bijlage 4 Oordeel bestemmingsplantraject opgesteld door Royal Haskoning Bestand separaat bijgevoegd.
Deel 2: Nota van bevindingen. Onderzoek naar de ontwikkeling van het Bedrijvenpark Nescio te Haren Definitieve versie
A COMPANY OF
Notitie HASKONING NEDERLAND B.V.
Aan Van Datum Kopie Onze referentie
: : : : :
KplusV, Martijn Mussche Marjolein Pigge 14 mei 2007 archief 9S5210/N001/MPIG/Ensc
Betreft
:
Oordeel bestemmingsplantraject in het kader van besluitvormingproces aanleg Bedrijvenpark Nesciolaan te Haren
VESTIGING ENSCHEDE
1. Algemeen Onderstaand oordeel is met name gebaseerd op het formele bestemmingsplantraject dat tot een onherroepelijk bestemmingsplan voor bedrijvenpark Nesciolaan heeft geleid. Het formele wettelijke bestemmingsplantraject gaat van start op het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd (artikel 23 WRO). De voorbereiding van een bestemmingsplan (overleg artikel 10 Bro en inspraak artikel 6a Wro) staat weliswaar in de wet benoemd maar maakt geen onderdeel uit van de formele wettelijke bestemmingsplanprocedure. Ter illustratie van de beoordeling van het traject voor Nesciolaan is in de bijlage van deze notitie het wettelijk kader van de bestemmingsplanprocedure opgenomen zoals dat tijdens de totstandkoming van het bestemmingsplan van toepassing was. De laatste in dit kader van belang zijnde herzieningen van de WRO zijn: 1 juli 2005 Vervallen inspraak artikel 6a WRO (vervangen door inspraak gemeentelijke inspraakverordening en afdeling 3: 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb), en; 1 juli 2005 ‘Gelijktrekken’ WRO-procedures met Awb waardoor inzage termijnen zes weken worden en zienswijzen/bedenkingen zowel mondeling als schriftelijk ingediend kunnen worden; April 2000 Introductie ‘zelfstandige projectprocedure’ (herziening van artikel 19 WRO) 2. Bestemmingsplanprocedure Nesciolaan Uit de diverse stukken is onderstaand tijdsoverzicht ten behoeve van de beoordeling van de bestemmingsplanprocedure gedestilleerd, waarbij de relatie is aangegeven met het overzicht van de wettelijke bestemmingsplanprocedure in de bijlage. Bestemmingsplan 7 oktober 2003
besluit B&W instemmen met in procedure brengen voorontwerpbestemmingsplan aan de raad in november 2003
9 maart 2004
B&W besluit over in procedure brengen van het voorontwerpbestemmingsplan
23 maart 2004
besluit B&W instemmen met voorontwerpbestemmingsplan en start overleg (artikel 10 Bro) en inspraak (artikel 6a WRO) Æ informele wettelijke bestemmingsplanprocedure
14 mei 2007
9S5210/N001/MPIG/Ensc
1/7
april 2004
inspraak (artikel 6a WRO) voorontwerpbestemmingsplan gestart
13 september 2004
B&W advies reactienota; besluit om deze voor te leggen aan de raadscommissie op 6 oktober 2004
30 september 2004
reactie provincie (artikel 10 Bro) op voorontwerpbestemmingsplan
6 oktober 2004
Behandeling reactienota overleg en inspraak in raadscommissie, bestemmingsplan wordt op onderdelen gewijzigd.
8 maart 2005
B&W besluit ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
10 maart 2005
publicatie Staatscourant ontwerpbestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” ter inzage (artikel 23 WRO, lid 1, sub a)
10 maart 2005
publicatie Harener Weekblad ontwerpbestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” ter inzage (artikel 23 WRO, lid 1 en Awb)
10 maart 2005
publicatie Dagblad van het Noorden ontwerpbestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” ter inzage (artikel 23 WRO, lid 1 en Awb)
14 maart 2005
ontwerpbestemmingsplan ligt gedurende vier weken ter inzage (artikel 23 WRO, lid 1, sub b), gelegenheid tot indienen zienswijzen (artikel 23 WRO, lid 1, sub c)
2 mei 2005
hoorzitting ten behoeve van mondelinge toelichting ingediende zienswijzen (artikel 23 WRO, lid 1, sub d)
10 mei 2005
besluit B&W instemmen met concept raadsvoorstel
31 mei 2005
besluit B&W raad voor te stellen bestemmingplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” gewijzigd vast te stellen
15 juni 2005
advies raadscommissie Grondgebiedzaken en Algemeen Bestuursbeleid
27 juni 2005
besluit gemeenteraad gewijzigde vaststelling bestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” (artikel 25 WRO; vaststelling binnen 4 maanden)
30 juni 2005
publicatie Harener Weekblad gewijzigde vaststelling bestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” (artikel 26 WRO; binnen 4 weken na raadsbesluit)
1 juli 2005
publicatie Staatscourant gewijzigde vaststelling bestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” (artikel 26 WRO; binnen 4 weken na raadsbesluit)
14 mei 2007
9S5210/N001/MPIG/Ensc
2/7
1 juli 2005
publicatie Dagblad van het Noorden gewijzigde vaststelling bestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” (artikel 26 WRO; binnen 4 weken na raadsbesluit)
4 juli 2005
gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan ligt gedurende vier weken ter inzage (artikel 26 WRO)
12 juli 2005
Toezending vastgesteld bestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” aan GS voor goedkeuring (artikel 28 WRO, lid1; binnen 4 weken na raadsbesluit)
juli 2005
Diverse bedenkingen bij GS (artikel 27 WRO lid 1 en 2)
20 september 2005
Besluit B&W reactie bedenkingen aan GS
21 september 2005
Toezending reactie bedenkingen van GS
4 november 2005
Hoorzitting indieners bedenkingen (artikel 27 WRO, lid 3)
24 januari 2006
besluit (gedeeltelijke) goedkeuring bestemmingsplan Bedrijvenpark Nesciolaan GS (artikel 28 WRO, lid 2; binnen 6 maanden na afloop termijn ter inzage legging raadsbesluit)
26 januari 2006
Bekendmaking besluit goedkeuring
9 februari 2006
publicatie Dagblad van het Noorden gedeeltelijke goedkeuring bestemmingsplan “Bedrijvenpark Nesciolaan” (artikel 28 WRO, lid 6)
10 februari 2006
gedeeltelijk goedgekeurd bestemmingsplan ligt gedurende zes weken ter inzage (artikel 28 WRO, lid 6)
22, 27 maart 2006
beroep Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State
20 oktober 2006
Zitting Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State
7 februari 2007
Uitspraak Raad van State, beroep ongegrond
Reparatieplan 29 juni 2006
Publicatie Harens Weekblad ontwerpbestemmingsplan artikel 30 WRO (reparatieplan)
30 juni 2006
‘Partieel-correctieve herziening van het bedrijvenpark Nesciolaan’ zes weken ter inzage
3. Oordeel over de bestemmingsplanprocedure Voor zo ver uit de stukken blijkt is in 2004 serieus gestart is met het bestemmingsplantraject. In 1997 was al sprake van een voorontwerpbestemmingsplan Nesciolaan. Voor zover uit de
14 mei 2007
9S5210/N001/MPIG/Ensc
3/7
stukken opgemaakt kan worden heeft hier geen (formele) besluitvorming over plaatsgevonden en is het verder in procedure brengen van het bestemmingsplan aangehouden. Omdat er alleen sprake is geweest van een voorontwerpbestemmingsplan, en heeft het ontwerpbestemmingsplan nooit ter inzage legen, is de formele (wettelijke) bestemmingsplanprocedure nooit gestart. De algemene indruk van de gevolgde bestemmingsplanprocedure is derhalve dat deze volgens de wettelijke termijnen uit de WRO heeft plaatsgevonden. Een snellere doorlooptijd was dan ook lastig haalbaar geweest, zeker omdat deze vooral afhankelijk is van externe factoren zoals de hoeveelheid ingediende zienswijzen en bedenkingen en goedkeuring door GS. Een doorlooptijd van globaal een jaar voor ontwerp tot en met goedkeuring, alsmede een jaar voor afhandeling beroep Raad van State, is globaal de vuistregel voor de duur van de termijnen. De voorbereiding voorafgaand aan de wettelijke bestemmingsplanprocedure heeft wel vrij lang geduurd maar dit kan verklaarbaar zijn door de veranderende de plannen. Overigens staan voor de voorbereiding ook geen termijnen. Naar aanleiding van bestudering van het dossier zijn er een paar opvallende zaken die genoemd dienen te worden: • Voor zover beoordeeld kan worden is er geen voorlopige voorziening aangevraagd bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State waardoor het bestemmingsplan in werking zou zijn getreden op 24 maart 2006 (daags na afloop van de beroepstermijn). Het plan is pas onherroepelijk na uitspraak van de Raad van State. • Volgens artikel 31 WRO ligt het plan nadat de goedkeuring onherroepelijk is geworden voor een ieder ter inzage, dit dient bekend gemaakt te worden door middel van publicatie in huis aan huis blad en Staatscourant. Uit de beschikbare stukken blijkt niet dat dit is gebeurd, waardoor het niet duidelijk is of het bestemmingsplan formeel onherroepelijk is geworden; • Voor dat deel van het plan waar goedkeuring aan is onthouden is een zogenaamd ‘reparatieplan’ als bedoeld in artikel 30 WRO in procedure gebracht. De gemeente heeft daarbij de verplichting om binnen een jaar na afloop van de beroepstermijn tegen het goedkeuringsbesluit een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Het verloop van de procedure is niet te beoordelen vanwege het ontbreken van het grootste deel van de informatie in het dossier;
14 mei 2007
9S5210/N001/MPIG/Ensc
4/7
Bijlage bestemmingsplanprocedure van toepassing zijnde wetteksten uit Wet op de Ruimtelijke Ordening en Besluit op de ruimtelijke ordening
Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
voorontwerp
ontwerp
Artikel 6a (vervallen)1 Het gemeentebestuur betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen of herziening daarvan dan wel bij de voorbereiding van toepassing van artikel 19, eerste lid, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.
Artikel 23 1. Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing, met dien verstande dat a. burgemeester en wethouders de kennisgeving, bedoeld in artikel 3:12, tevens in de Staatscourant plaatsen, b. het ontwerp gedurende vier weken ter inzage ligt gedurende welke periode het ontwerp tevens desgevraagd ten minste gedurende drie aaneengesloten uren per week buiten de werkuren kan worden ingezien, c. een ieder gedurende de termijn van terinzageligging schriftelijk zijn zienswijze omtrent het ontwerp kenbaar kan maken, en d. de gemeenteraad degenen die hun zienswijze kenbaar hebben gemaakt in de gelegenheid stelt tot het geven van een nadere mondelinge toelichting. 2. Worden in het ontwerp van een bestemmingsplan ingevolge artikel 13, eerste lid, gronden aangewezen ten aanzien waarvan de verwerkelijking van het plan in de naaste toekomst nodig wordt geacht, dan geschiedt daarvan, onverminderd het tweede lid, afzonderlijke kennisgeving aan degenen die in de kadastrale registratie staan vermeld als eigenaar van die gronden of rechthebbende op een beperkt recht waaraan die gronden onderworpen zijn. Artikel 24 Voor zover het ontwerp van een bestemmingsplan zijn grondslag vindt in een concrete beleidsbeslissing is artikel 23, eerste lid, onder c, alsmede artikel 27, eerste en tweede lid, niet van toepassing.
1
Inspraak artikel 6a WRO is per 1 juli 2005 komen te vervallen. Inspraak kan nu nog worden verleend op basis van de gemeentelijke inspraakverordening. In deze verordening wordt verwezen naar afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht voor wat betreft de procedure.
14 mei 2007
9S5210/N001/MPIG/Ensc
5/7
vaststelling
Artikel 25 Binnen acht weken of, indien over het ontwerp tijdig een zienswijze kenbaar is gemaakt, binnen vier maanden na afloop van de in artikel 23 genoemde termijn beslist de gemeenteraad omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Artikel 26 Het bestemmingsplan wordt zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen vier weken na de dagtekening van het raadsbesluit voor een ieder ter inzage gelegd voor de duur van vier weken. Artikel 23, eerste lid, onder a, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 27 1. Degene die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar heeft gemaakt, alsmede een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest overeenkomstig artikel 23 zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar te maken, kan gedurende de in artikel 26 genoemde termijn van terinzageligging bij gedeputeerde staten schriftelijk bedenkingen inbrengen tegen het bestemmingsplan. 2. Voor zover de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp, kan een ieder gedurende de in artikel 26 bedoelde termijn bij gedeputeerde staten daartegen schriftelijk bedenkingen inbrengen. 3. Gedeputeerde staten stellen degenen die overeenkomstig het eerste of het tweede lid tijdig bedenkingen hebben ingebracht in de gelegenheid tot het geven van een nadere mondelinge toelichting.
goedkeuring
14 mei 2007
Artikel 28 1. Het bestemmingsplan behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. Het plan wordt daartoe zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen vier weken na de dagtekening van het raadsbesluit tot vaststelling, aan gedeputeerde staten verzonden. 2. Indien tegen het vastgestelde plan tijdig bedenkingen zijn ingebracht krachtens artikel 27, wordt het besluit omtrent goedkeuring bekendgemaakt binnen zes maanden na afloop van de termijn van terinzagelegging, bedoeld in artikel 26. Alvorens het besluit te nemen, horen gedeputeerde staten de provinciale planologische commissie. Artikel 10:31, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. De goedkeuring kan worden onthouden indien de ingebrachte bedenkingen daartoe aanleiding geven dan wel wegens strijd met een goede ruimtelijke ordening. 3. Aan het plan wordt geacht goedkeuring te zijn onthouden, indien het eerste lid, tweede volzin, niet is nageleefd en niet tijdig een besluit omtrent goedkeuring is bekendgemaakt. 4. Indien het besluit van gedeputeerde staten strekt tot het onthouden van goedkeuring, kunnen daarbij voorschriften als bedoeld in artikel 14 worden gegeven voor zover dat noodzakelijk is om te voorkomen dat een terrein minder geschikt wordt voor de verwerkelijking van een daaraan bij het plan te geven bestemming. 5. Gelijktijdig met de bekendmaking doen gedeputeerde staten mededeling van hun besluit door toezending van een afschrift aan hen die bedenkingen hebben ingebracht krachtens artikel 27, aan de provinciale planologische commissie en
9S5210/N001/MPIG/Ensc
6/7
aan de inspecteur van de ruimtelijke ordening. Indien het derde lid dan wel artikel 10:31, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing heeft gevonden wordt het besluit van gedeputeerde staten vervangen door een schriftelijke mededeling van gedeputeerde staten van dat feit. 6. Behoudens indien toepassing kan worden gegeven aan artikel 29, eerste lid, wordt binnen twee weken na de bekendmaking van het besluit omtrent goedkeuring van gedeputeerde staten dit besluit, of zo het derde lid dan wel artikel 10:31, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing heeft gevonden, de schriftelijke mededeling van dat feit, met het bestemmingsplan ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage gelegd voor de duur van zes weken. Artikel 23, eerste lid, onder a, is van overeenkomstige toepassing. in werking
7. Een besluit van gedeputeerde staten omtrent goedkeuring treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt.
Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (Bro)
voorontwerp
14 mei 2007
Artikel 10 Bij de voorbereiding van een structuurplan of een bestemmingsplan plegen burgemeester en wethouders overleg met de besturen van bij het plan betrokken waterschappen. Waar nodig plegen zij tevens overleg met de besturen van de gemeenten wier belangen rechtstreeks in het geding zijn, met die diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening alsmede met die diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
9S5210/N001/MPIG/Ensc
7/7