Onderwijs- en Examenregeling (OER) Regels & Richtlijnen van de Examencommissie
O E
I
R
v
2008-2009 Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
www.io.tudelft.nl
Industrieel Ontwerpen
Faculteit Industrieel Ontwerpen Landbergstraat 15 2628 CE Delft
2 B
&
Onderwijs- en Examenregeling (OER) (ex artikel 7.13 WHW)
bijlage
Uitvoeringsregeling
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie (artikel 7.12 WHW)
008-009
Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Deze uitgave verschijnt onder verantwoordelijkheid van de Faculteit Industrieel Ontwerpen Augustus 2008
Technische Universiteit Delft
Inhoud
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) (ex artikel 7.13 WHW) Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf bijlage
1 – Algemeen 5 2 – Propedeuse 9 3 – Bachelorfase 9 4 – Aanmelding, toelating en deelname onderwijs (excl. minors) 4a – Aanmelding, toelating en deelname minors 11 5 – Tentamens en afronden van practica 11 6 – Studeren met een functiebeperking 15 7 – Vrijstelling 15 8 – Examens 15 9 – Studiebegeleiding en studieadvies 16 10 – Strijdigheid en wijziging 16 11 – Inwerkingtreding
10
Uitvoeringsregeling OER 2008-2009 Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf
1 2 3 4 5 6
– – – – – –
Algemeen 19 Samenstelling van het studieprogramma 19 De minors 20 Overgangsregeling 21 Toelatingsvoorwaarden tot de master 22 Inwerkingtreding 22
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie (artikel 7.12 WHW)
Paragraaf 1 – Algemeen 25 Paragraaf 2 – Aanmelding en toelating tentamens en examens 26 Paragraaf 3 – Tentamens 27 Paragraaf 4 – Beoordeling en uitslagbepaling 29 Paragraaf 5 – Slaagregeling bachelorprogramma 2007 30 Paragraaf 6 – Slotbepalingen 31 Paragraaf 7 – Inwerkingtreding 32
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009 (ex artikel 7.13 WHW)
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
Paragraaf 1 – Algemeen A rtikel 1. Toepassingsgebied van de regeling (OER) 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen, hierna te noemen de opleiding. 2. De opleiding wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van de faculteit Industrieel Ontwerpen van de Technische Universiteit Delft, hierna te noemen de faculteit. 3. Voor de opleiding is een Uitvoeringsregeling van kracht die onderdeel uitmaakt van deze regeling. 4. Ten aanzien van de uitvoering van deze regeling is de decaan van de faculteit bevoegd. De decaan heeft zijn taken in deze, voor zover die niet vallen onder de bevoegdheid van de examencommissie, gemandateerd aan de directeur onderwijs van de faculteit. 5. Vragen en verzoeken ten aanzien van het bepaalde in deze regeling kunnen, worden gericht aan
[email protected], ongeacht of het bepaalde valt onder de bevoegdheid van de directeur onderwijs of de examencommissie (één loket).
Artikel 2 – Begripsbepalingen De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), de betekenis die deze wet eraan geeft. In deze regeling wordt verstaan onder: a. De wet
b. Instelling c. Opleiding d. Student
e. Cohort f. Propedeuse g. Bachelorfase h. Major
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, afgekort tot WHW, Staatsblad 593 en zoals sindsdien gewijzigd. m Technische Universiteit Delft (TU Delft). m De bacheloropleiding bedoeld in artikel 7.3a lid 1 onder a van de wet. m Hij of zij die als student of extraneus is ingeschreven aan de TU Delft voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. m De groep studenten die zich in een bepaald studiejaar voor het eerst voor de opleiding heeft ingeschreven. m De propedeutische fase van de opleiding als genoemd in artikel 7.8 van de wet. m Het gedeelte van de opleiding dat volgt op de propedeutische fase. m De vakken van de bacheloropleiding met een gezamenlijke omvang van 150 ects, welke zowel aan de domeinspecifieke als de generieke eindtermen dienen te voldoen. De inhoud van het majorprogramma wordt door de opleiding vastgesteld. m
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
i. Minor
Een samenhangend geheel van bachelorvakken met een gezamenlijke omvang van 30 ects. die passen binnen de generieke eindtermen van de bacheloropleiding. De student heeft keuzevrijheid bij het samenstellen van een minor. m j. Schakelminor Een samenhangend geheel van bachelorvakken dat is gericht op instroom in een andere, niet-verwante masteropleiding. De inhoud van het programma van een schakelminor wordt door de opleiding vastgesteld. m k. Studiejaar Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar. m l. Semester De helft van een studiejaar. m m. Onderwijs De helft van een semester. m periode m m n. Vak Een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 leden 2 en 3 van de wet; een vak kan meerdere onderdelen bevatten. m o. Practicum Een praktische oefening als genoemd in artikel 7.13 lid 2 onder d van de wet, in een van de volgende vormen: • het maken van een scriptie, • het maken van een werkstuk of een proefontwerp, • het uitvoeren van een ontwerp- of onderzoekopdracht, • het uitvoeren van een project, • het verrichten van een literatuurstudie, • het doen van een stage, • het deelnemen aan veldwerk of een excursie, • het uitvoeren van proeven en experimenten, • of het deelnemen aan een andere onderwijsactiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. Een practicum kan de omvang hebben van een vak (onderwijseenheid) of van een onderdeel daarvan. m p. Tentamen Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een vak of practicum zoals gedefinieerd onder n en o, alsmede de beoordeling van dat onderzoek door ten minste één daartoe door de examencommissie aangewezen examinator. m q. Deeltentamen Onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een onderdeel binnen een vak of practicum zoals gedefinieerd onder n en o, alsmede de beoordeling van dat onderzoek door ten minste één daartoe door de examencommissie aangewezen examinator. m r. Summatieve Toetsen (tentamens of beoordelingen van practica) die toetsen meetellen in de berekening van het eindcijfer voor een vak. m s. Formatieve Toetsen die bedoeld zijn om de student feedback te geven op de ontwikkeling van zijn kennis en vaardigheden; deze toetsen toetsen tellen niet mee in de eindcijferberekening. m
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
t. Examen
u. Examencommissie v. Examinator
w. Uitvoeringsregeling x. Studiepunt
y. Werkdag z. Functiebeperking aa.Website
bb.Blackboard
cc. Course Base
Toetsing, waarbij door de examencommissie overeenkomstig artikel 7.10 van de wet wordt vastgesteld of alle tentamens en toetsen van de tot de propedeuse respectievelijk tot de bachelorfase behorende vakken en practica (onderwijseenheden) met goed gevolg zijn afgelegd of afgerond. m De examencommissie van de opleiding ingesteld overeenkomstig artikel 7.12 van de wet. m
Degene die conform artikel 7.12 lid 3 van de wet door de examencommissie wordt aangewezen ten behoeve van het afnemen van tentamens. Waar in de tekst ‘examinator’ staat, mag ook gelezen worden ‘examinatoren’. m De Uitvoeringsregeling behorende bij deze Onderwijs- en Examenregeling.m Studiepunt of European credit conform het European Credit Transfer System (ECTS); één studiepunt staat voor gemiddeld 28 uur studiebelasting. m Maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de erkende feestdagen. Alle aandoeningen die tijdelijk of chronisch van aard zijn en die de student structureel beperken bij het volgen van onderwijs en/of het doen van vakken of tentamens. m De website van de TU Delft, in het bijzonder de pagina’s met alle specifieke informatie over de faculteit, de opleiding die de faculteit aanbiedt, de regelgeving en aanverwante aangelegenheden, waaronder de informatie in Blackboard en Course Base. Elektronisch systeem dat bestemd is voor het uitwisselen van onderwijsinformatie. Blackboard is beschikbaar via de website van de faculteit. m Bronbestand met beschrijving van alle vakken van de opleiding. Course Base is de basis voor de hard copy van de bachelor studiegids en voor de digitale versie daarvan, zoals gepubliceerd op de website http://studiegids.tudelft.nl en op Blackboard.
Artikel 3 – Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: a. studenten op te leiden tot bachelor of science in Industrieel Ontwerpen, waarbij de eindtermen zoals beschreven in artikel 4 bereikt dienen te worden; b. toelating tot op de opleiding aansluitende masteropleidingen, zijnde de masteropleidingen Design for Interaction, Integrated Product Design en Strategic Product Design van de faculteit, en de masteropleidingen Industrieel Ontwerpen aan de TU Eindhoven en de U Twente; c. toelating tot masteropleidingen aan de TU Delft en andere Nederlandse universiteiten, te bepalen door de betreffende opleiding;
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
d. toelating tot masteropleidingen aan buitenlandse instellingen, te bepalen door de betreffende opleiding; e. dan wel mogelijke toetreding tot de arbeidsmarkt.
Artikel 4 – Eindtermen van de opleiding De eindtermen van de bacheloropleiding geven aan over welke kwalificaties, competenties en vaardigheden de studenten beschikken die het bachelordiploma Industrieel Ontwerpen hebben behaald. De IO-bachelor: • onderkent de verschillende aspecten die bij productontwikkeling een rol spelen: functionaliteit, gebruik, constructie, vorm, fabricage, markt, consument, bedrijfsvoering en milieu en weet deze te integreren in het ontwerp van een product, • kan ‘open’ probleemsituaties analyseren en omgaan met uiteenlopende ontwerpopdrachten, • is sterk in het bedenken van nieuwe gebruiksconcepten en nieuwe technische concepten en kan deze materialiseren en uitwerken, • is in staat een ontwerp te documenteren, te visualiseren en te communiceren, • kan productontwikkelingsprocessen projectmatig structureren en in multidisciplinaire teams functioneren, • is vertrouwd met de wisselwerking tussen ontwerpen en wetenschappelijk onderzoeken, • beschikt over basiskennis en elementaire vaardigheden in relevante technische wetenschappen, gedragswetenschappen en bedrijfswetenschappen en kan op basis hiervan ontwerpbeslissingen beargumenteren en methodologisch verantwoorden, • is zich bewust van de historische, culturele, sociaal-economische en industriële context van industrieel ontwerpen als vakgebied, • is een onderzoekend ontwerper: is creatief én analytisch, nieuwsgierig én ondernemend, gedreven en volhardend, • is sterk in reflectie op eigen activiteiten, competenties, studie en loopbaan. De IO bachelor bezit voldoende kennis en vaardigheden om tot verwante masteropleidingen te worden toegelaten.
Artikel 5 – Toelating tot de opleiding Voor toelating tot de opleiding dient de student te voldoen aan de in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut (centraal gedeelte) beschreven voorwaarden.
Artikel 6 – Colloquium doctum 1. De uitvoering van het toelatingsonderzoek bedoeld in artikel 7.29 leden 2 en 3 WHW, het colloquium doctum, is opgedragen aan de voor de gezamenlijke opleidingen ingestelde TU-commissie Colloquium Doctum. Deze commissie bestaat uit twee leden: een docent van de opleiding Technische Wiskunde en een docent van de opleiding Technische Natuurkunde. 2. Degenen die de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt en in aanmerking willen komen voor een colloquium doctum moeten beschikken over een deelcertificaat van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, VWO, in de vakken wiskunde en natuurkunde conform de eisen die daartoe in de ministeriële “Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs” zijn gesteld, dan wel in het bezit zijn van een certificaat van een bijscholingscursus of van een bij de instelling afgelegde toets.
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
3. De TU-commissie Colloquium Doctum onderzoekt of de kandidaat over de in lid 2 genoemde (deel)certificaten beschikt. Wanneer dit het geval is, voert de commissie een gesprek met de kandidaat, waarin zij een nader onderzoek doet en tevens vaststelt of de kandidaat over voldoende uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal beschikt om met de opleiding te kunnen beginnen.
Artikel 7 – Voltijdse dan wel deeltijdse inrichting van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd.
Artikel 8 – Examens van de opleiding 1. In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: • het propedeutisch examen • het bachelorexamen. 2. Het propedeutisch examen staat voor een studielast van 60 ects. 3. Het bachelorexamen staat met inbegrip van de propedeutische fase voor een studielast van 180 ects. Het bachelorexamen wordt afgerond met een integrerende ontwerpopdracht (Bachelor Final Project) die nader is omschreven in de Uitvoeringsregeling. Uit het resultaat van deze opdracht blijkt dat de student de in de bacheloropleiding opgedane kennis en vaardigheden beheerst en kan toepassen. 4. Alvorens het bachelorexamen af te leggen is het propedeutisch examen afgelegd of is daarvan vrijstelling verkregen.
Artikel 9 – Taal 1. Het onderwijs wordt deels in het Nederlands en deels in het Engels gegeven, getentamineerd en geëxamineerd, zie de Uitvoeringsregeling, artikelen 2, 3 en 4. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de directeur onderwijs in bepaalde gevallen toestemming geven om het Nederlandstalige onderwijs in het Engels te geven: • wanneer het onderwijs betreft dat (in het kader van een gastcollege) door een Engelstalige docent wordt gegeven, • indien de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt. 3. Indien een student verzoekt een of meer onderdelen van een Nederlandstalig tentamen of examen in het Engels te mogen afleggen, dan wel een of meer onderdelen van een Engels tentamen of examen in het Nederlands, dan is het bepaalde daarover in de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, artikel 10, van toepassing.
Paragraaf 2 – Propedeuse Artikel 10 – Samenstelling Het studieprogramma van de propedeutische fase is vastgelegd in de Uitvoeringsregeling, artikel 2.
Paragraaf 3 – Bachelorfase Artikel 11 – Samenstelling 1. Het studieprogramma van het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding (de bachelorfase) is vastgelegd in de Uitvoeringsregeling, artikelen 3 en 4. 2. Alle door de TU Delft aangeboden minors worden door de bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen geaccepteerd, met uitzondering van minors die een overlap vertonen met de eigen opleiding (zoals schakelminors van de eigen opleiding).
| Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
Paragraaf 4 – Aanmelding, toelating en deelname onderwijs (excl. Minors) Artikel 12 – Verplichte aanmelding voor de vakken van de propedeuse, het 2e en 3e jaar 1. Voor deelname aan onderwijs moeten studenten zich aanmelden via het elektronische systeem voor aanmelding voor onderwijs en tentamens (TAS) in de periode dat TAS daarvoor openstaat, met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid. Deze aanmeldingsperiode sluit 5 kalenderweken voor de eerste dag van het semester waarin het betreffende onderwijs wordt aangeboden. De aanmelding geschiedt per semester, derhalve voor twee onderwijsperiodes tegelijk. 2. Studenten, die voor de eerste keer deelnemen aan het propedeuseprogramma, worden door de faculteit aangemeld voor alle vakken in de 1e en 2e onderwijsperiode (het eerste semester) van de propedeutische fase. 3. Studenten die zich niet tijdig voor het onderwijs hebben aangemeld kunnen niet aan het onderwijs deelnemen. 4. De student kan de directeur onderwijs van de faculteit verzoeken hem ontheffing te verlenen van het bepaalde inzake de aanmelding voor vakken op grond van bijzondere omstandigheden. Alvorens een beslissing op het verzoek te nemen hoort de directeur onderwijs zo nodig de student en wint zo nodig advies in bij de studieadviseur. De directeur onderwijs weegt bij zijn beslissing de belangen van de student af tegen de belangen van het onderwijs.
Artikel 13 – Toelatingsvoorwaarden in de bachelor 1. Op het uiterste moment van aanmelding dient te zijn voldaan aan de toelatingsvoorwaarden voor het Bachelor Final Project. Deze toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de Uitvoeringsregeling artikel 5 ’Volgorde van de bachelorvakken’. 2. De student die niet aan de toelatingsvoorwaarden voor het Bachelor Final Project voldoet maar van mening is, dat er gegronde redenen zijn om voor hem een uitzondering te maken, dient voor sluiting van de aanmeldingstermijn een goed onderbouwd schriftelijk verzoek tot toelating aan de directeur onderwijs voor te leggen.
Artikel 14 – Terugtrekking 1. Indien een student zich bij nader inzien wil terugtrekken voor vakken waarvoor eerder is aangemeld, dient hij dit via TAS te doen tot uiterlijk 7 kalenderdagen voor aanvang van het semester waarin het onderwijs wordt aangeboden. 2. De niet tijdige terugtrekking wordt geregistreerd.
Artikel 15 – Plaatsing in keuzevakken 1. Als het aantal aanmeldingen voor een keuzevak het aantal beschikbare plaatsen te boven gaat, worden bij het plaatsen de volgende groepen studenten in aanmerking genomen: a. Studenten die zich op tijd hebben aangemeld. b. Studenten van niet-IO opleidingen en uitwisselingsstudenten voor zover deze studenten willen deelnemen aan het betreffende keuzevak in het eerste semester van hun instroom. 2. Als er meer aanmeldingen dan plaatsen zijn, dan vindt plaatsing door loting plaats met in achtneming van het bepaalde in lid 1.
10 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
3. Studenten die worden uitgeloot, mogen zich tot 1 kalenderweek voor aanvang van het onderwijs aanmelden voor een ander keuzevak als daar nog plaatsen beschikbaar zijn.
Artikel 16 – Bekendmaking deelname Twee kalenderweken voor de start van een onderwijsperiode, wordt de deelnemerslijst voor de vakken bekend gemaakt via de website: Campus Industrieel Ontwerpen > Onderwijs > Deelnemerslijsten.
Artikel 17 – Verplichte aanwezigheid en deelname aan het onderwijs 1. Studenten, die na aanmelding, zijn ingedeeld voor een vak of practicum, zijn verplicht om bij de eerste bijeenkomst aanwezig te zijn. Indien zij niet aanwezig zijn hebben zij verder geen recht op deelname. 2. Indien de student niet voldoet aan de voor het vak of practicum gestelde eisen met betrekking tot aanwezigheid en deliverables, kan geen beoordeling van diens resultaten voor het betreffende vak worden gegeven. 3. De student kan de directeur onderwijs verzoeken om hem ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 1 en het bepaalde over aanwezigheid in lid 2 op grond van bijzondere omstandigheden. Alvorens een beslissing inzake bijzondere omstandigheden te nemen, hoort de directeur onderwijs zo nodig de student en de verantwoordelijke docent en wint, indien de student daarom verzoekt, advies in de bij de studieadviseur.
Artikel 18 – Gebruik van de faciliteiten Studenten zijn verplicht de door de faculteit gegeven aanwijzingen betreffende het gebruik van de faciliteiten in de faculteit (zoals de handwerkzaal, Practicum Modelbouw en Bewerkingen (PMB), computervoorzieningen, onderwijsruimten) op te volgen.
Paragraaf 4a – Aanmelding, toelating en deelname minors Artikel 19 – Aanmelding voor de minor 1. De student is verplicht zich voor de minor van keuze aan te melden volgens de richtlijnen Minorregistratie, zie www.minors.tudelft.nl. 2. De student mag als regel slechts één minor volgen. Indien de student een tweede minor wil volgen, beslist de examencommissie hierover.
Paragraaf 5 – Tentamens en afronden van practica Artikel 20 – Frequentie en tijdvakken van tentamens en afronden van practica 1. Tot het afleggen van schriftelijke tentamens van de opleiding wordt twee maal per jaar de gelegenheid gegeven: • de eerste maal in week 10 van de onderwijsperiode waarin het vak werd aangeboden, • de tweede maal in week 10 van de daaropvolgende onderwijsperiode, en voor vakken in de 4 e onderwijsperiode in de herkansingsperiode in augustus.
11 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
2. Tot het afronden van een practicum wordt één maal per jaar gelegenheid gegeven. Op (het totaal van) de practica bestaat een mogelijkheid tot aanvulling. Zie voor de uitwerking de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie, artikel 16. Een aanvulling wordt binnen 2 weken na het verstrijken van de nakijktermijn verstrekt en moet worden ingeleverd uiterlijk in week 10 van de onderwijsperiode volgend op die waarin het practicum werd gegeven en voor practica in de 4 e onderwijsperiode in de herkansingsperiode in augustus. 3. Jaarlijks wordt een (voorlopig) tentamenrooster opgesteld. Uiterlijk voor het begin van elk semester het studiejaar wordt het tentamenrooster bekend gemaakt. 4. Indien ten aanzien van een tentamen niet is aangegeven hoeveel keer per studiejaar het kan worden afgelegd omdat het gaat over een vak dat niet door de opleiding zelf wordt verzorgd (b.v. vakken van een minor), is het daaromtrent bepaalde in de Onderwijs- en Examenregeling van de desbetreffende andere opleiding van toepassing. De examencommissie kan hierover een afwijkende beslissing nemen. 5. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt tot het afleggen van het tentamen van een vak waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet wordt gegeven, in dat jaar tweemaal gelegenheid gegeven. 6. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van de frequentie en de tijdvakken dat tentamens kunnen worden afgelegd en practica kunnen worden afgerond.
Artikel 21 – Volgorde tentamens Bij de volgorde van tentamens dient rekening te worden gehouden met het bepaalde over de volgorde van bachelorvakken in artikel 5 van de Uitvoeringsregeling.
Artikel 22 – Geldigheidsduur tentamens 1. De geldigheidsduur van het eindcijfer van een vak is onbeperkt. De examencommissie kan echter wanneer een resultaat voor een vak ouder is dan 6 jaar een aanvullend of vervangend tentamen of practicum opleggen. 2. Het cijfer van een summatieve toets van een vak is geldig gedurende het studiejaar dat de student het betreffende vak volgt. Behaalt een student geen voldoende voor een vak in het studiejaar dat hij ermee is gestart, dan vervallen in principe alle cijfers van summatieve toetsen van het betreffende vak die zijn behaald; zie ook lid 3. 3. Als in enig studiejaar een of meer onderdelen van een vak naar inhoud en vorm niet is/zijn gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar, dan wordt de geldigheidsduur van de uitslag van het betreffende onderdeel waarvoor een student in het voorgaande studiejaar een voldoende heeft gehaald, verlengd tot het einde van dat studiejaar.
Artikel 23 – Vorm van de tentamens en de wijze van toetsen 1. In de Uitvoeringsregeling (met uitwerking in Course Base en studiegids) wordt aangegeven op welke wijze de vakken en practica worden getoetst. 2. Per vak komt slechts één summatieve toets in de vorm van een tentamen voor. 3. Indien ten aanzien van een vak niet is aangegeven op welke wijze het wordt getoetst omdat dat de toetsing betrekking heeft op een (vak uit een) minor die niet door de opleiding zelf wordt verzorgd, is het daarover bepaalde in de Uitvoeringsregeling dan wel in Course Base van de desbetreffende andere opleiding van toepassing.
12 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
4. Op een gemotiveerd verzoek van de student kan de examencommissie ten gunste van de student van het bepaalde in de leden 1 en 2 afwijken. 5. De student moet zich tijdens een tentamen en bij de aanvang van practica kunnen legitimeren. 6. In de praktijk treedt normaliter de docent op als examinator.
Artikel 24 – Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij de examinator anders heeft bepaald. 2. Bij het afnemen van een mondeling tentamen is een tweede examinator aanwezig, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 3. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 4. De examinator moet voor aanvang van een mondeling tentamen de student verzoeken zich te legitimeren.
Artikel 25 – Vaststelling en bekendmaking van de uitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student daarvan een schriftelijke verklaring uit. De examinator verschaft de onderwijsadministratie (SSC-O&S) onverwijld de uitslag. De onderwijsadministratie zorgt voor registratie in het cijferregistratiesysteem en publicatie op Blackboard van de uitslag binnen 20 werkdagen na afloop van de zitting. De uitslag van het tentamen in het cijferregistratiesysteem wordt gedateerd op de datum van afname ervan. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na afloop van de zitting vast. De examinator verschaft de onderwijsadministratie (SSC-O&S) onverwijld de uitslagen (bij voorkeur via digitale cijferinvoer). De onderwijsadministratie zorgt voor registratie in het cijferregistratiesysteem en publicatie op Blackboard van de uitslag binnen 20 werkdagen na afloop van de zitting. De uitslag van het tentamen in het cijferregistratiesysteem wordt gedateerd op de datum van afname ervan. 3. De examinator stelt de uitslag van een practicum zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na afronding van het practicum vast, mits het resultaat van het practicum op de daarvoor vastgestelde datum is ingeleverd. De examinator verschaft de onderwijsadministratie (SSC-O&S) de uitslagen onverwijld na het vaststellen daarvan (bij voorkeur via digitale cijferinvoer). De onderwijsadministratie zorgt voor registratie in het cijferregistratiesysteem en publicatie op Blackboard van de uitslag binnen 20 werkdagen na inlevering van het resultaat. De uitslag van het practicum in het cijferregistratiesysteem wordt gedateerd op de datum van inlevering van het resultaat. 4. Als voor een vak meerdere summatieve toetsen van toepassing zijn, dan zorgt de examinator uiterlijk binnen 20 werkdagen na het doen of afronden van een bepaalde toets voor publicatie van de uitslag daarvan op Blackboard. De uitslag van een summatieve toets wordt gedateerd op de datum van het doen of afronden van die toets. Voor het vaststellen, registreren en publiceren van het eindcijfer van het betreffende vak gelden de termijnen zoals bepaald in dit artikel, waarbij de datum van het doen of afronden van de laatste van de summatieve toetsen bepalend is voor de datering in het cijferregistratiesysteem. 5. Publicatie van de uitslag op de website of Blackboard geschiedt te allen tijde met in achtneming van de privacy van de student.
13 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
6. Indien de examinator door bijzondere omstandigheden niet in staat is binnen 15 werkdagen de uitslag vast te stellen, meldt hij dit met redenen omkleed aan de examencommissie, waarna de onderwijsadministratie de studenten hiervan op de hoogte brengt. 7. Bij de uitslag van een tentamen of practicum wordt de student gewezen op het inzagerecht als bedoeld in artikel 26 alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 8. Een student, die tegen een beoordeling van een practicum in beroep gaat, dient de resultaten van het betreffende practicum in beheer van de examinator te laten dan wel direct na inzage aan de examinator te overhandigen.
Artikel 26 – Het inzagerecht 1. Gedurende ten minste 20 werkdagen na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen of practicum krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Indien een student voornemens is beroep aan te tekenen tegen de beoordeling van zijn werk, wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie van zijn beoordeelde werk verstrekt. 2. Gedurende de termijn genoemd in lid 1 kan elke belangstellende kennisnemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie kan bepalen dat de in de leden 1 en 2 bedoelde inzage of kennisneming geschiedt op een van tevoren vastgestelde plaats en op ten minste twee van tevoren vastgestelde tijdstippen. 4. Indien de student aantoont buiten zijn schuld verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, binnen de in lid 1 genoemde termijn. Plaats en tijdstippen bedoeld in de eerste volzin worden tijdig bekend gemaakt.
Artikel 27 – De nabespreking van tentamens en practicumresultaten 1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt op verzoek van de student dan wel op initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examinator en de student, waarin de gegeven beoordeling wordt gemotiveerd. 2. Gedurende een termijn van 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag kan de student die een schriftelijk tentamen heeft afgelegd of het resultaat van een practicum heeft ingeleverd, aan de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt binnen een redelijke termijn op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. 3. Indien door of vanwege de examencommissie een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in het vorige lid pas indienen, wanneer hij bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest en het desbetreffende verzoek motiveert, of wanneer hij buiten zijn schuld verhinderd is geweest bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn. 4. Het bepaalde in lid 3 is van overeenkomstige toepassing, indien de examencommissie dan wel de examinator de student gelegenheid biedt om zijn uitwerkingen te vergelijken met modelantwoorden. 5. De examencommissie kan toestaan dat van het bepaalde in de leden 2 en 3 wordt afgeweken.
14 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
Paragraaf 6 – Studeren met een functiebeperking Artikel 28 – Aanpassingen ten behoeve van studenten met een functiebeperking 1. Studenten met een functiebeperking komen op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in aanmerking voor aanpassingen in het onderwijs, de tentamens en de practica. Deze aanpassingen worden zoveel mogelijk op hun individuele functiebeperking afgestemd, maar mogen de kwaliteit of moeilijkheidsgraad van een vak of het bachelorprogramma niet wijzigen. De te verlenen faciliteiten kunnen bestaan uit een op de individuele situatie afgestemde vorm of duur van de tentamens en/of practica, of het ter beschikking stellen van praktische hulpmiddelen. 2. Het verzoek genoemd in lid 1 wordt vergezeld van een geldige verklaring van een arts of een psycholoog of, indien er sprake is van dyslexie, van een BIG-, NIB-, of NVO- geregistreerd testbureau. Zo mogelijk geeft deze verklaring een schatting van de mate waarin de studievoortgang wordt belemmerd. 3. Verzoeken over aanpassingen die de onderwijsvoorzieningen betreffen dienen te worden gericht aan de directeur onderwijs. Verzoeken over aanpassingen die het afnemen van tentamens en examens betreffen, dienen te worden gericht aan de examencommissie. De directeur onderwijs resp. de examencommissie delen besluiten over aanpassingen tijdig mee aan betrokkenen.
Paragraaf 7 – Vrijstelling Artikel 29 – Vrijstelling
De examencommissie kan zo nodig na advies van de desbetreffende examinator te hebben ingewonnen, vrijstelling verlenen van een (onderdeel van) een vak of practicum op grond van: a. een eerder met goed gevolg afgelegd tentamen, deeltentamen, toets of examen in het hoger onderwijs in Nederland of daarbuiten voor zover de inhoud en studielast daarvan overeenkomt met het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt verzocht, of b. kennis en/of vaardigheden die buiten het hoger onderwijs zijn opgedaan. Voor een het indienen van een verzoek tot vrijstelling wordt verwezen naar artikel 8 van de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie.
Paragraaf 8 – Examens Artikel 30 – Frequentie en tijdvakken van examens Er zijn minstens twee examenzittingen per jaar voor het Propedeuse- en het Bachelorexamen. De student kan zich voor een examen aanmelden zodra hij heeft voldaan aan de exameneisen en de bewijzen van de door hem behaalde onderwijseenheden of onderdelen daarvan door de studentenadministratie (SSC-O&S) in zijn lijst van studieresultaten zijn opgenomen.
15 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
Paragraaf 9 – Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 31 – Propedeuse-advies 1. Iedere student ontvangt in het eerste semester van de propedeusefase een uitnodiging voor een gesprek met een studieadviseur waarin o.a. de studieresultaten onderwerp zijn van gesprek. 2. Aan iedere student wordt uiterlijk aan het eind van zijn eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse door de directeur onderwijs een advies uitgebracht over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding. 3. De directeur onderwijs draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen binnen of buiten de opleiding.
Artikel 32 – Studievoortgangscontrole 1. De onderwijsadministratie (SSC-O&S) draagt er zorg voor dat iedere student het door hem behaalde eindresultaat per vak via Blackboard kan inzien en controleren. 2. De resultaten van zowel de formatieve als summatieve (deel)toetsen worden door de examinator (via Blackboard) bekend gemaakt.
Paragraaf 10 – Strijdigheid en wijziging Artikel 33 – Strijdigheid met de regeling Indien een studiegids en/of overige publicaties die het studieprogramma en/of het examenprogramma raken, in strijd zijn met deze Onderwijs- en Examenregeling 2008-2009 of de daarbij behorende Uitvoeringsregeling gaat het bepaalde in deze regeling met inbegrip van de Uitvoeringsregeling voor.
Artikel 34 – Wijziging regeling 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijze niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen niet ten nadele van de student van invloed zijn op enige beslissing die krachtens deze regeling door de examencommissie ten aanzien van een student is genomen.
Artikel 35 – Overgangsregeling 1. Indien de samenstelling van het studieprogramma inhoudelijk wijziging ondergaat dan wel indien deze regeling wordt gewijzigd, wordt door de decaan een overgangsregeling vastgesteld die wordt opgenomen in de Uitvoeringsregeling. 2. In deze overgangsregeling worden in ieder geval opgenomen: a. een regeling omtrent vrijstellingen die verkregen kunnen worden op grond van reeds behaalde tentamens, b. de geldigheidsduur van de overgangsregeling, 3. Het einde van de geldigheid van een onderwijsprogramma als bedoeld in het voorgaande lid wordt ten minste één jaar tevoren bekend gemaakt.
16 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2008-2009
4. Indien een vak uit een studieprogramma gaat vervallen, wordt na het laatste onderwijs in dit vak nog vier maal de gelegenheid geboden het tentamen in dit vak te doen, te weten het tentamen aansluitend op het onderwijs, een herkansing in datzelfde studiejaar, en twee herkansingen in het daaropvolgende studiejaar. 5. Zie in het bijzonder de Uitvoeringsregeling, artikel 9, en de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie, artikel 20.
Artikel 36 – Bekendmaking 1. De decaan zorgt voor een passende bekendmaking van deze regeling en de daarbij behorende Uitvoeringsregeling alsmede van de eventuele wijziging ervan. 2. De Onderwijs- en Examenregeling en de daarbij behorende Uitvoeringsregeling worden in ieder geval geplaatst op de website van de faculteit. De OER wordt aan alle eerstejaars studenten uitgereikt. Ouderejaars studenten kunnen de regeling op de website van de faculteit vinden.
Paragraaf 11 – Inwerkingtreding Artikel 37 – Inwerkingtreding Deze Onderwijs- en Examenregeling treedt in werking op 1 september 2008. Vastgesteld door de decaan van de Faculteit Industrieel Ontwerpen op 14 juli 2008
17 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
bijlage
Uitvoeringsregeling OER 2008-2009
18 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling OER 2008-2009
Paragraaf 1 – Algemeen Artikel 1 De bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen (IO)
De bacheloropleiding IO is een driejarige opleiding die bestaat uit een majorprogramma met een omvang van 150 ects dat door de faculteit is vastgesteld en een minor van 30 ects die door de student kan worden gekozenz Zie artikel 6 t/m 8. Het driejarige programma dat hiermee wordt beschreven, geldt voor studenten van cohort 2007 en volgende cohorten.
Paragraaf 2 – Samenstelling van het studieprogramma Artikel 2 Samenstelling van het studieprogramma van de propedeutische fase Semester 1
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 ects
vakcode
vaktitel
taal
summatieve toetsen
IO1020
Mens en Product
Nederlands
Opdrachten, tentamen
IO1010
PO1-Introductie IO
Nederlands
Opdrachten, portfolio, vaardigheidstest
IO1040
Design and Experience
Engels
Portfolio, examination
IO1030
Product in werking
Nederlands
Opdracht, tentamen
Semester 2
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 ects
vakcode
vaktitel
taal
summatieve toetsen
IO1060
Business, Cultuur en Techniek
Nederlands
Rapportage, presentatie, tentamen
IO1050
PO2-Concept Design
Nederlands
Verslagen, modellen, logbook, presentatie
IO1070
Construeren
Nederlands
Opdracht, tentamen
IO1080
Research and Design
Engels
Research proposal, presentation, examination
Artikel 3 Samenstelling van het studieprogramma van het tweede jaar Semester 1
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 ects
vakcode
vaktitel
taal
summatieve toetsen
IO2020
Product en Beweging
Nederlands
Rapportage, presentatie, tentamen
IO2030
Strategic Product Innovation
Engels
Reports, assignment, examination
IO2040
Industriële Productie
Nederlands
Project, tentamen
IO2010
PO3-Fuzzy Front End
Engels
Reports, presentations
Semester 2
Alle vakken hebben een omvang van 7,5 ects
vakcode
vaktitel
taal
summatieve toetsen
IO2070
Technische Product Optimalisatie
Nederlands
Rapportages, tentamen
IO2060
Interaction and Electronics
Engels
Electronics test, prototype, reports, presentations
IO2080
Modelleren
Nederlands
Opdracht, tentamen
IO2050
PO4-Materialiseren en Uitwerken
Nederlands
Verslagen, presentaties
19 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling OER 2008-2009
Artikel 4 Samenstelling van het studieprogramma van het derde jaar Semester 1 vakcode
vaktitel
– Mi –
Minor (programmaonderdeel, bestaande uit meerdere vakken, totale omvang 30 ects)
Semester 2
twee van de onderstaande zes keuzevakken (elk met een omvang van 7,5 ects)
vakcode
vaktitel
taal
summatieve toetsen
IO3010
Cross Media Interaction Design
Engels
Reports, presentation
IO3020
Design and Cultural Impact
Engels
Portfolio, examination
IO3030
Design Visualisation
Engels
Portfolio, visual presentation (exhibition)
IO3040
Software
Engels
Report, presentation
IO3050
Mechatronics
Engels
Examination/written assignment
IO3060
Creating in Project Teams
Engels
Evaluation of contribution to teamwork
Engels
Assignment, report, presentation
afsluitend vak (omvang 15 ects) IO3900
Bachelor Final Project
Artikel 5 – Volgorde van de bachelorvakken
Met het Bachelor Final Project (IO3900) kan worden gestart wanneer in totaal 135 ects zijn behaald waaronder de Propedeuse. Deze toelatingsvoorwaarde geldt voor cohort 2006 en volgende cohorten.
Paragraaf 3 – De minors Artikel 6 – De minor 1. Alle studenten van cohort 2007 en later volgen een minor in de bacheloropleiding. De minor vormt een samenhangend geheel van bachelorvakken met een omvang van 30 ects. De minor is bedoeld ter verbreding of verdieping van de bacheloropleiding of als schakelminor naar een niet op de bachelor IO aansluitende masteropleiding. 2. Alle door de TU Delft aangeboden minors worden geaccepteerd binnen de bacheloropleiding IO, met uitzondering van de minor Productontwerpen van de faculteit IO. Deze vertoont overlap met het eigen bachelorprogramma en is bedoeld als schakelminor voor studenten van andere opleidingen. 3. De minor valt in het 5e semester van de bacheloropleiding. Algemeen worden de studenten verondersteld op het niveau van eind tweede studiejaar te zijn als ze met een minor starten. De minor kent geen ingangseisen, maar een bepaalde mate van voorkennis kan worden verwacht. Het is aan de student om deze voorkennis te verkrijgen. 4. Mastervakken worden in een door de TU Delft verzorgde minor (ook in de vrije minor) niet toegestaan. Evenmin kunnen minorvakken meegenomen worden naar de keuzeruimte van een masteropleiding.
Artikel 7 – De vrije minor 1. De student kan zelf een ‘vrije’ minor samenstellen die bestaat uit vakken van de eigen en andere faculteiten of (internationale) universiteiten. Deze minor moet van academisch niveau zijn, interne samenhang vertonen. Het minorpakket dient globaal van derdejaars niveau te zijn.
20 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling OER 2008-2009
2. De vrije minor moet worden goedgekeurd door de examencommissie. De student voorziet zijn aanvraag voor een vrije minor van een goede motivatie. De student kan desgewenst zijn keuze toelichten of de examencommissie kan hierom vragen.
Artikel 8 – Minors van de faculteit IO
De faculteit biedt in het studiejaar 2008-2009 bij voldoende deelname de volgende minors aan: • Interfacultaire minor multidisciplinair ontwerpen (IMMO) • Minor Study Abroad • Stage Minor • Minor Sustainable Design • Minor Research for Design: the human context • Minor Productontwerpen (niet voor IO-studenten)
Paragraaf 4 – Overgangsregeling Artikel 9 – Overgangsregeling voor studenten van cohort 2000 tot en met 2006 1. Inschaling in het nieuwe bachelorprogramma 2007: Alle studenten van cohort 2000 t/m 2006 zijn ingeschaald in het nieuwe bachelorprogramma 2007. Deze studenten hebben een overzicht gekregen van de vakken, behaald in het bachelorprogramma 2000 en een overzicht van vakken, te behalen in het bachelorprogramma 2007. 2. Toelatingsvoorwaarden Bachelor Final Project: Voor cohorten 2000 t/m 2005 zijn, in verband met de inschaling, geen toelatingsvoorwaarden voor het Bachelor Final Project (IO3900). Voor studenten van cohort 2006 en volgende cohorten: zie artikel 5 van deze Uitvoeringsregeling. 3. Keuzevakken: Studenten die zijn ingeschaald in het nieuwe programma kunnen keuzevakken doen gespreid over het studiejaar. Daarvoor komen de volgende vakken in aanmerking: • bachelor keuzevakken aangeboden door IO, • (keuze)vakken bij andere faculteiten, • keuzevakken aan andere universiteiten in Nederland en in het buitenland, • de volgende masterkeuzevakken IO: ID5531/ID5541, ID5533, ID5551 en/of ID5572. 4. Zie ook artikel 20 van de Regels & Richtlijnen van de Examencommissie.
Artikel 10 – Afstuderen in het ‘oude’ bachelorprogramma
Studenten kunnen na te zijn ingeschaald in het bachelorprogramma 2007 niet meer afstuderen in de ‘oude’ bacheloropleiding 2000. Aangezien alle studenten die per 31 augustus 2007 de bachelor nog niet hadden behaald zijn ingeschaald in het nieuwe programma, kan vanaf 1 september 2007 alleen in het nieuwe bachelorprogramma 2007 worden afgestudeerd. Op het diploma komen alle vakken te staan die de student werkelijk heeft behaald, ook al studeert deze onder de regelgeving van het nieuwe bachelorprogramma 2007 af.
21 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Uitvoeringsregeling OER 2008-2009
Paragraaf 5 – Toelatingsvoorwaarden tot de master Artikel 11 – Toelatingsvoorwaarden tot de masteropleidingen DfI, IPD en SPD De toelatingsvoorwaarden tot de masteropleidingen zijn als volgt: 1. Voor cohort 2000 t/m 2005 geldt, dat de toelatingsvoorwaarden vanuit het bachelorprogramma 2007 van toepassing zijn: 150 ects behaald, waaronder het Bachelor Final Project. 2. Voor cohort 2006 gelden de voorwaarden in voorgaand lid tot en met studiejaar 2009-2010. Met ingang van studiejaar 2010-2011 moeten studenten van cohort 2006 de bachelor geheel hebben afgesloten voordat kan worden ingeschreven voor een masteropleiding. 3. Voor cohort 2007 geldt dat het bachelorprogramma 2007 in zijn geheel moet zijn behaald) voordat kan worden ingeschreven voor een masteropleiding.
Paragraaf 6 – Inwerkingtreding Artikel 12 – Inwerkingtreding
Deze Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en Examenregeling treedt in werking op 1 september 2008. Vastgesteld door de decaan van de Faculteit Industrieel Ontwerpen op 14 juli 2008.
22 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
23 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009 (ex artikel 7.12 WHW)
24 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
Paragraaf 1 – Algemeen Artikel 1 – Toepassingsgebied 1. Deze regels en richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens en de examens in de Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen (IO), hierna te noemen: de opleiding. 2. Vragen en verzoeken ten aanzien van het bepaalde in deze regels en richtlijnen kunnen worden gericht aan:
[email protected]
Artikel 2 – Begripsomschrijving 1. In deze Regels & Richtlijnen wordt verstaan onder Onderwijs- en Examenregeling (OER) de geldende onderwijs en examenregeling als bedoeld in artikel 7.12 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). 2. De overige in deze regels en richtlijnen voorkomende begrippen hebben dezelfde betekenis als in de OER en in de WHW.
Artikel 3 – Dagelijkse gang van zaken van de examencommissie 1. De decaan stelt de examencommissie in en benoemt de leden. 2. De examencommissie bestaat uit 9 leden en vormt een representatieve vertegenwoordiging van het personeel dat met het verzorgen van het onderwijs in de opleidingen is belast. 3. De leden worden benoemd voor een periode van 3 jaar. Zij zijn maximaal 1 keer hernoembaar. 4. De directeur onderwijs is voorzitter van de examencommissie. 5. De voorzitter en een lid van de examencommissie zijn belast met de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie (kleine examencommissie). 6. De voorzitter benoemt een vice-voorzitter, zijnde een hoogleraar of UHD, uit de leden van de examencommissie. 7. De afdeling O&S van IO levert de ambtelijk secretaris van de examencommissie.
Artikel 4 – Vaststelling examen uitslagen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast bij gewone meerderheid van stemmen. 2. Ingeval de vereiste meerderheid niet is behaald, is de student afgewezen. 3. Aan een beslissing dienen ten minste drie leden van de examencommissie deel te nemen. 4. Bij de vaststelling van de examenuitslag zijn de onderliggende resultaten definitief.
Artikel 5 – Maatstaven 1. De examinatoren nemen bij hun beslissingen de volgende maatstaven als richtsnoer: a. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van elk tentamen; b. doelmatigheidseisen, onder meer gericht op het beperken van tijdverlies voor studenten die snelle voortgang maken met de studie en op het tijdig staken van de studie door studenten van wie het onwaarschijnlijk is, dat zij zullen slagen voor een examen of tentamen; c. bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen; d. mildheid jegens studenten die door omstandigheden buiten hun schuld studievertraging hebben ondervonden.
25 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
2. Ingeval hetzelfde tentamen al dan niet tezelfdertijd door meer dan één examinator wordt afgenomen en beoordeeld, ziet de examencommissie erop toe, dat die examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen en wijst de commissie zo nodig een voor het examineren eerstverantwoordelijke examinator aan. 3. In de praktijk treedt normaliter de docent op als examinator.
Paragraaf 2 – Aanmelding en toelating tentamens en examens Artikel 6 – Algemene regels inzake aan- en afmelding voor tentamens 1. Studenten zijn verplicht zich uiterlijk 14 kalenderdagen voor het tentamen aan te melden via het elektronische Tentamen Aanmeldsysteem (TAS). 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van de aanmeldtermijn als vermeld in lid 1. 3. Studenten die zich niet tijdig voor een tentamen hebben aangemeld kunnen niet aan dat tentamen deelnemen. 4. Indien een student meent zich op bijzondere omstandigheden voor overschrijding van de aanmeldtermijn te kunnen beroepen, dient hij zich uiterlijk twee werkdagen voor de dag van het tentamen tot de examencommissie te wenden. Door het overleggen van een door of namens de examencommissie afgegeven verklaring kan hij alsnog deelnemen aan het tentamen. 5. Terugtrekking voor een tentamen is mogelijk via TAS tot 7 kalenderdagen voor de dag waarop het desbetreffende schriftelijke tentamen zal worden afgenomen.
Artikel 7 – Aanmelding voor examens
Aanmelding voor het propedeutisch en het bachelorexamen vindt plaats door het invullen van het examenaanvraagformulier (beschikbaar via Campus Industrieel Ontwerpen > examenaanvraagformulier online) en inlevering daarvan bij het Servicepunt IO ten minste 20 werkdagen voor de desbetreffende zitting van de examencommissie.
Artikel 8 – Vrijstelling voor (onderdelen van) vakken en practica 1. Een verzoek om vrijstelling (voor een deel van) een vak op grond van bij andere faculteit/universiteiten behaalde resultaten wordt schriftelijk en goed beargumenteerd door de student ingediend bij de examencommissie. 2. De examencommissie hoort de desbetreffende examinator, alvorens te beslissen over het verzoek. 3. Een besluit tot het geheel of gedeeltelijk niet verlenen van vrijstelling wordt door de examencommissie niet genomen zonder dat de student zijn verzoek heeft kunnen toelichten. 4. De examencommissie beslist binnen een maand na ontvangst van het verzoek en informeert de studenten over het besluit. 5. Indien een student bij of krachtens de Wet reeds vrijstelling geniet voor een of meer examenonderdelen, doet hij hiervan mededeling aan de examencommissie en de examinator. Zie verder de Onderwijs- en Examenregeling, artikel 29.
26 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
Paragraaf 3 – Tentamens Artikel 9 – De tijdstippen 1. Schriftelijke tentamens worden afgenomen op de data en tijdstippen die zijn vermeld in de tentamenroosters. Zie ook artikel 20 van de Onderwijs- en Examenregeling. 2. Tentamens van twee opeenvolgende opleidingsjaren van de bacheloropleiding mogen niet gelijktijdig worden afgenomen. 3. Wijziging van een in het eerste lid bedoelde datum of tijdstip vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht of door de examencommissie goedgekeurde wijzigingen. De voor het tentamen aangemelde studenten worden per mail en via Blackboard van een wijziging op de hoogte gesteld. 4. In geval een student ten behoeve van de beoordeling van een (onderdeel van een) vak een practicum moet afronden, wordt de (inlever)datum bekend gemaakt bij aanvang van het desbetreffende vak. 5. Mondelinge tentamens worden op een door de examinator dan wel examinatoren, zo mogelijk na overleg met de student te bepalen tijdstip afgenomen.
Artikel 10 – Taal
De examencommissie kan een student op grond van een onderbouwd verzoek toestaan om (onderdelen van) een Engelstalig vak in het Nederlands af te ronden. Het omgekeerde geldt voor internationale studenten ten aanzien van Nederlandstalige vakken.
Artikel 11 – De orde tijdens schriftelijke tentamens 1. De examencommissie zorgt ervoor, dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen die (namens en onder verantwoording van de examencommissie) erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. De examencommissie kan deze zorg opdragen aan de desbetreffende examinator. 2. Toegang tot de tentamenzitting wordt verleend tot uiterlijk 30 minuten na aanvang van het tentamen. Pas na dit tijdstip heeft de student het recht om de tentamenzaal te verlaten. 3. De student is verplicht zich op verzoek van de surveillant te legitimeren met behulp van zijn bewijs van inschrijving aan de TU Delft, identiteitskaart, paspoort of rijbewijs. 4. Aanwijzingen van de examinator of surveillant die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het examen of tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. 5. Een student, die niet voldoet aan het bepaalde in lid 2, 3 of 4 kan er door de examinator of surveillant op worden gewezen, dat de examencommissie de student achteraf kan uitsluiten. De beslissing inzake uitsluiting wordt genomen door de examencommissie naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de examinator of surveillant van het door hem geconstateerde gedrag van de student. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het betreffende tentamen wordt vastgesteld. Voordat de examencommissie hiertoe besluit stelt zij de student in de gelegenheid te worden gehoord. 6. De student kan de examencommissie verzoeken de uitsluiting ongedaan te maken. In dit geval krijgt de student inzage in het schriftelijk verslag van de examinator of surveillant, waarop de student desgewenst (schriftelijk) commentaar kan geven. 27 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
7. Voordat de examencommissie een beslissing neemt op een verzoek als bedoeld in lid 6, stelt zij de student en de examinator of surveillant in de gelegenheid te worden gehoord. 8. De duur van elk tentamen is zodanig dat de student redelijkerwijs voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden. 9. De tentamenopgaven mogen door de student na afloop van het tentamen worden meegenomen, tenzij de beantwoording op het opgavenformulier dient te geschieden of de opgaven en antwoorden tezamen dienen te worden ingeleverd.
Artikel 12 – Aanwijzingen van orde tijdens schriftelijke tentamens 1. Uitwerkpapier, kladpapier en eventuele antwoordformulieren dienen voor de aanvang van het tentamen te worden uitgereikt door de surveillant. Naam, voorletters en studienummer moeten door de student worden genoteerd op iedere bladzijde van de tentamenuitwerking. 2. Bij aanvang van het tentamen moeten tassen en koffers onder de tafel worden gelegd en mobiele telefoons uitgezet. 3. Tijdens de tentamenzitting mogen geen schriftelijke of elektronische artikelen worden geraadpleegd, tenzij daartoe van tevoren door de surveillant toestemming is gegeven. 4. Geen enkel artikel, bijvoorbeeld gum, potlood, rekenmachine, mag zonder toestemming van een surveillant worden uitgewisseld tussen de studenten. 5. Vanaf het uitdelen van de opgaven is geen enkele vorm van communicatie tussen student en iemand anders dan de surveillant toegestaan. Bij het constateren van enige vorm van communicatie of andere frauduleuze handelingen treden de bepalingen van artikel 13 in werking. 6. De tekst van de tentamenuitwerking mag niet met potlood worden geschreven, tenzij daartoe van tevoren door de surveillant toestemming is gegeven. 7. Maximaal één student mag uit de zaal zijn in verband met een sanitaire onderbreking; indien mogelijk moet een surveillant mee gaan. 8. Alvorens de tentamenzaal definitief te verlaten, dient de student ten minste het voorblad van de uitwerking, voorzien van naam en studienummer aan de surveillant te overhandigen en te tekenen voor inleveren. 9. Het inleveren van de tentamenuitwerking mag op zijn vroegst een half uur na aanvang geschieden bij een eendelig tentamen. Bij een tweedelig tentamen mag de uitwerking van het eerste gedeelte niet voor het eind van het eerste gedeelte ingeleverd worden; de uitwerking van het tweede gedeelte niet binnen een half uur na aanvang van dit gedeelte. 10. Geen enkele student mag de zaal binnen een half uur na aanvang, alsmede na een kwartier voor het einde van het tentamen, verlaten.
Artikel 13 – Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen of bij het doen of afronden van een practicum meldt de examinator of surveillant direct aan de student bij wie fraude is geconstateerd of wordt vermoed, dat zijn tentamen of werk uitgesloten kan worden van beoordeling.
28 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
3. De definitieve beslissing over uitsluiting en de periode daarvan, wordt genomen door de examencommissie naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de examinator of surveillant die de fraude vermoedt of heeft geconstateerd. De examinator of surveillant mag de student verzoeken eventuele bewijsstukken beschikbaar te stellen en voegt deze bij het schriftelijk verslag. Indien de student weigert de gevraagde bewijsstukken af te geven, wordt dit in het verslag vermeld. 4. Het schriftelijk verslag wordt zo spoedig mogelijk in afschrift aan de student en de examencommissie verstrekt. 5. De student kan vervolgens binnen 20 werkdagen de examencommissie verzoeken de uitsluiting ongedaan te maken. Desgewenst kan de student (schriftelijk) commentaar geven op het verslag van de examinator of surveillant. De examencommissie beslist binnen 30 werkdagen na ontvangst van het verzoek. 6. Voordat de examencommissie een beslissing neemt op een verzoek, als bedoeld in het lid 5, stelt zij de student en de examinator of surveillant in de gelegenheid te worden gehoord. 7. Een uitsluiting heeft tot gevolg, dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het in het eerste lid bedoelde tentamen. 8. In geval van fraude kan de examencommissie de student voorwaardelijk of onvoorwaardelijk voor de termijn van ten hoogste één jaar het recht ontnemen om tentamens en examens af te leggen.
Artikel 14 – De vragen en opgaven 1. De vragen en opgaven van het tentamen of examenonderdeel gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de examenstof is ontleend, niet te buiten. Deze bronnen worden bij de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt, bekend gemaakt. 2. De vragen en opgaven van het tentamen zijn evenwichtig gespreid over de leerstof. 3. Het tentamen of examenonderdeel representeert de leerdoelen naar inhoud en vorm. 4. De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk en ondubbelzinnig en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. 5. Studenten kunnen bij een schriftelijk tentamen beschikken over voorbeelden van representatieve tentamenvragen. Deze representatieve tentamenvragen moeten beschikbaar zijn bij het begin van het vak.
Paragraaf 4 – Beoordeling en uitslagbepaling Artikel 15 – De beoordeling 1. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt zo mogelijk aan de hand van tevoren schriftelijk vastgelegde en eventueel naar aanleiding van de correctie van het werk bijgestelde modelantwoorden en normen. 2. De wijze van beoordeling van schriftelijke tentamens is zodanig, dat de getentamineerde (bij inzage van het beoordeelde werk) kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen tot stand is gekomen. 3. De beoordeling van mondelinge tentamens en resultaten van practica geschiedt op overeenkomstige wijze.
29 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
Artikel 16 – Aanvulling op praktische onderdelen van een vak
Indien voor het gewogen gemiddelde van de praktische onderdelen van een vak een cijfer van ten minste 5,0 en ten hoogste 5,9 is gehaald, krijgt de student de mogelijkheid om met een aanvulling dit gewogen gemiddelde tot een voldoende te verhogen. Een aanvulling leidt maximaal tot het cijfer 6,0 voor het gewogen gemiddelde van de praktische onderdelen van een vak.
Artikel 17 – Bepaling van de uitslag per vak 1. De student is voor een vak geslaagd als het (naar studiepunten) gewogen gemiddelde van de summatieve toetsen van het vak 6,0 of hoger is en de nietnumerieke waarden van onderdelen minimaal voldoende (v) zijn, zie ook lid 6. Het eindcijfer wordt door de examinator afgerond op halve cijfers. 2. De resultaten van de summatieve toetsen kunnen worden gegeven in één decimaal. Het cijfer voor een summatieve toets moet minimaal 5,0 zijn. Indien een summatieve toets bestaat uit onderdelen, compenseren deze elkaar via een gewogen middeling. 3. Een practicum dat geldt als summatieve toets en waarvan de beoordeling wordt uitgedrukt in niet numerieke waarden, dient met een v (voldoende) te zijn afgesloten. 4. Een vrijstelling voor een vak komt overeen met het cijfer 6,0. 5. Afronding op halve cijfers: 5,0 tot en met 5,24 wordt 5; 5,25 tot en met 5,49 wordt 5,5; 5,50 tot en met 5,74 wordt 5,5; 5,75 tot en met 5,99 wordt 6. 6. Wanneer voor een (onderdeel van een) vak meerdere resultaten zijn behaald, wordt het hoogst behaalde resultaat in de beoordeling van het vak betrokken.
Paragraaf 5 – Slaagregeling bachelorprogramma 2007 Artikel 18 – Slaagregeling propedeuse 1. De propedeuse (eerste jaar van de bachelor) is behaald als: • voor alle acht vakken zoals vermeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling als eindcijfer ten minste 6,0 is behaald. Dit geldt voor de studenten vanaf cohort 2007. 2. Voor studenten van de cohorten 2006 en eerder die hun propedeuse nog niet in het bachelorprogramma 2000 hebben gehaald geldt het volgende: • de propedeuse is behaald als de student 60 ects heeft behaald. Verplichte aanvullingen in het kader van de overzet van de bachelor 2000 naar de bachelor 2007 tellen hierbij mee. Keuzevakken tellen niet mee in de 60 ects.
Artikel 19 – Slaagregeling 2e en 3e jaar bachelorprogramma 2007 1. Het tweede jaar is behaald als: • voor alle acht vakken zoals vermeld in artikel 3 van de Uitvoeringsregeling als eindcijfer ten minste het cijfer 6,0 is behaald. 2. Het derde jaar is behaald als (zie artikel 4 van de Uitvoeringsregeling): • met betrekking tot het programmaonderdeel ‘minor’ het gewogen gemiddelde van de samenstellende vakken ten minste het cijfer 6,0 is behaald, waarbij (a) voor een afzonderlijk vak geen eindcijfer lager dan 5,0 mag voorkomen, (b) voor maximaal twee afzonderlijke vakken een eindcijfer van ten minste 5,0 mag zijn behaald mits zij afzonderlijk een omvang van maximaal 4 ects hebben en (c) voor de overige vakken een eindcijfer van ten minste 6,0 is behaald.
30 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
• voor de twee keuzevakken en voor het Bachelor Final Project ten minste het cijfer 6,0 is behaald.
Artikel 20 – Slaagregeling voor het bachelorexamen 1. De student is voor het bachelorexamen geslaagd als hij is geslaagd voor het eerste, het tweede en het derde jaar van de Bacheloropleiding. Dit geldt voor de studenten van cohort 2007 en volgende cohorten. 2. Studenten van cohort 2000 tot en met 2006 zijn geslaagd voor de bacheloropleiding als zij: • voor alle vakken van het bachelorprogramma 2007 die zij volgens hun definitieve inschaling moeten volgen een voldoende (6,0) hebben gehaald; • het totaal aantal studiepunten behaald met vakken uit de bachelor 2000 en de bachelor 2007 ten minste 177,5 ects bedraagt.
Artikel 21 – Het predikaat ’cum laude’
Een student kan voor het bachelorexamen het predikaat ‘cum laude’ verkrijgen indien de examencommissie daartoe besluit (conform de bepalingen in art. 5) en aan de volgende voorwaarden is voldaan: • Het gewogen gemiddelde van de cijfers van alle vakken bedraagt ten minste een 8,0 waarbij voldoendes (v) en vrijstellingen buiten beschouwing worden gelaten. • Het cijfer voor het Bachelor Final Project is minimaal een 8,0. • De studieduur is niet langer dan 3,5 jaar. • Bij de bepaling van de studieduur wordt rekening gehouden met studievertraging die een student in aanmerking doet komen voor een ondersteuning volgens de Regeling Afstudeersteun Studenten (RAS). • De examencommissie kan een besluit nemen over het predikaat ‘cum laude’ in gevallen die niet aan het bovenstaande voldoen.
Artikel 22 – Diploma’s en verklaringen 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een diploma en een diplomasupplement uitgereikt. Dit wordt getekend door de voorzitter van de examencommissie. 2. In geval de student het predikaat ’cum laude’ (art. 21) heeft verkregen, wordt dit op het diploma vermeld. 3. De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie, bij het verlaten van de universiteit geen diploma als bedoeld in lid 1 kan worden uitgereikt, ontvangt op zijn verzoek een door de examencommissie afgegeven verklaring.
Paragraaf 6 – Slotbepalingen Artikel 23 – Het gebruik maken van een afwijkingsmogelijkheid
De student kan de examencommissie of examinator verzoeken om, alvorens een beroep te doen op een in het examenreglement of in deze regels en richtlijnen geboden afwijkingsmogelijkheid, advies in te winnen bij de studieadviseur (of studentdecaan bij het SSC).
31 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Regels & Richtlijnen van de Examencommissie 2008-2009
Artikel 24 – Beroepsrecht
Tegen beschikkingen van de examencommissie dan wel van de examinatoren, alsmede tegen de behandeling ondervonden tijdens het afleggen van een tentamen of examen, staat gedurende 4 kalenderweken nadat deze aan de student bekend zijn gemaakt, beroep open bij het College van Beroep voor de Examens zoals bedoeld in artikel 7.60 WHW.
Artikel 25 – Wijziging van deze Regels en Richtlijnen
Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad.
Paragraaf 7 – Inwerkingtreding Artikel 26 – Inwerkingtreding
Deze Regels & Richtlijnen van de Examencommissie treden in werking op 1 september 2008. Vastgesteld door de Examencommissie van de Faculteit Industrieel Ontwerpen, 11 juli 2008.
32 | Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) Regels & Richtlijnen van de Examencommissie
O E
I
R
v
2008-2009 Bacheloropleiding Industrieel Ontwerpen
www.io.tudelft.nl
Industrieel Ontwerpen
Faculteit Industrieel Ontwerpen Landbergstraat 15 2628 CE Delft
2 B