Onderwijs en Examenregeling (OER) Master Physician Assistant (duaal) 2013 – 2014
Vastgesteld door dhr. drs. A. Nimis, dean SAGZ, op 28 mei 2013 Deze regeling treedt in werking op 1 september 2013
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
1
Master Physician Assistant Auteur / samensteller Drs. A.N. Verstallen Hanzehogeschool Groningen Academie voor Gezondheidsstudies Eyssoniusplein 18 9714 CE Groningen Telefoon 050 – 595 7750 fax 050 – 595 7778 E-mail
[email protected] Copyright © 2013, Hanzehogeschool Groningen, Academie voor Gezondheidsstudies Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de directeur.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
2
Inhoud Onderwijsregeling MPA .............................................................................................................................................. 4 Inleiding ......................................................................................................................................................................... 5 1.
2.
Opleiding............................................................................................................................................................... 7 1.1
Missie van de opleiding (typering en karakterisering) ...................................................................... 7
1.2
Visie op onderwijs...................................................................................................................................... 7
1.3
Toetsing ........................................................................................................................................................ 9
1.3.1.
Competentiegericht toetsen / Proeven van bekwaamheid ............................................................ 9
1.3.2
Ontwikkelingsgericht portfolio .......................................................................................................... 9
1.4
Examencommissie en toetscommissie.................................................................................................. 10
1.5
Toelatingscommissie ................................................................................................................................ 10
1.6
Academie Medezeggenschaps Raad....................................................................................................... 10
1.7
Opleidingscommissie ............................................................................................................................... 10
Eindkwalificaties / Beroepscompetenties...................................................................................................... 11 2.1
Competentieprofiel MPA Groningen ................................................................................................... 11
2.2
HBO Master niveau ................................................................................................................................. 17
2.3
Beroepsperspectief .................................................................................................................................... 17
2.4
Beroepsvereisten........................................................................................................................................ 17
3.
Opbouw van de studie.................................................................................................................................... 19 3.1
Studielast en duur.................................................................................................................................... 19
3.2
Leren in de hogeschool ........................................................................................................................... 19
3.3
Werkzame / productieve deel ................................................................................................................ 19
3.4
Curriculumoverzicht ................................................................................................................................ 20
4.
5.
Studieprogramma .......................................................................................................................................... 21 4.1
Onderwijseenheden .................................................................................................................................. 21
4.2
Literatuurlijst ............................................................................................................................................ 37
Toelatingseisen ................................................................................................................................................... 39 5.1
6.
Vooropleidingseisen ................................................................................................................................. 39
Tentamens ........................................................................................................................................................... 40 6.1
Volgtijdelijkheid tentamens................................................................................................................... 40
6.2
Aantal herkansingen ................................................................................................................................ 40
6.3
Fraude ......................................................................................................................................................... 40
7.
Stages .................................................................................................................................................................... 41
8.
Aanwezigheidsplicht.......................................................................................................................................... 41
9.
Studiebegeleiding .............................................................................................................................................. 41
Examenregeling ........................................................................................................................................................... 42
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
3
Onderwijsregeling MPA
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
4
Inleiding De opleiding Physician Assistant (PA) van de Hanzehogeschool Groningen is een duale masteropleiding van twee en half jaar. Toegelaten worden paramedici, verpleegkundigen en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg op HBO-niveau en minimaal twee jaar werkervaring in de directe patiëntenzorg in het specialisme waarin ze worden opgeleid. De opleiding is in 2010 geaccrediteerd door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Afgestudeerden voeren de titel Master Physician Assistant. Taakherschikking De functie van PA is onlosmakelijk verbonden met taakherschikking: structurele herverdeling van taken tussen verschillende beroepen. Veranderende gezondheidsproblemen bij een veranderende patiëntenpopulatie stellen nieuwe eisen aan de deskundigheid van zorgprofessionals en aan de verdeling van taken tussen zorgprofessionals. Een actueel uitgangspunt in de zorg is dat de competenties van hulpverleners moeten bepalen welke professionals welke taken verrichten. En niet de hiërarchie van een oude beroepenstructuur. Bovendien zullen technologische mogelijkheden die hiërarchie in de toekomst verder onder druk zetten. De hulpvragen van patiënten lopen nogal uiteen. Niet elke hulpvraag van een patiënt hoeft door een dokter beantwoord te worden. Ook bij andere hulpverleners is veel deskundigheid aanwezig. Door taakherschikking krijgen artsen meer tijd beschikbaar voor patiënten met minder eenvoudige, ernstige, complexe of ongebruikelijke problematiek. PA’s behandelen patiënten met enkelvoudige, veel voorkomende gezondheidsproblemen binnen een bepaald medisch specialisme en passen medische technologie toe bij die behandeling. Landelijk profiel De competenties die door de HBO-Raad (2003, geactualiseerd in 2007) zijn vastgesteld vormen het uitgangspunt voor het landelijk profiel van de opleidingen MPA. Deze competenties komen volgens landelijk gemaakte afspraken voor minstens de helft met elkaar overeen; de andere helft kan worden afgestemd op regionale behoeften. Met het landelijke opleidingsprofiel als kader maakt de Hanzehogeschool Groningen gebruik van de ordening en concretisering van competenties waarmee onder meer medisch specialisten worden opgeleid (CanMEDS-rollen). De opleiding tot PA heeft veel overeenkomsten met de vervolgopleidingen tot medisch specialist, huisarts en verpleeghuisarts. In deze vervolgopleidingen wordt de basisopleiding verdiept en verbreed, gericht op een bepaald medisch specialisme. Hetzelfde gebeurt in de opleiding tot PA met een deel van een specialisme. De belangrijkste rol van de PA is die van medisch deskundige in de patiëntenzorg, gelijk aan de belangrijkste rol van arts. Om deze centrale rol goed te kunnen vervullen maken de PA, en ook de arts, gebruik van competenties die horen bij de rollen van communicator, gezondheidsbevorderaar (belangenbehartiger), samenwerker (teamwerker), organisator (manager), onderzoeker en professional. De beroepsuitoefening van de PA vertoont overeenkomsten met die van de arts. Het gaat dan om: een evenwichtige combinatie van beschouwende-, invasieve- en ondersteunende interventies; pré- en post operatieve zorg die direct verband houdt met de aandoening; een pré-per-post traject van interventies.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
5
Echter, de reikwijdte van de medische zorg die de PA verleent, wordt begrensd door: afspraken over delegatie, zoals overeengekomen tussen superviserend arts en PA, vastgelegd in protocollen; de beperktere medische competenties van de PA in vergelijking met die van artsen; de wettelijke bepalingen m.b.t. bevoegdheden, zoals verwoord in “Het besluit tijdelijke zelfstandige bevoegdheid Physician Assistant 2011”. In hoofdstuk 1 wordt de opleiding PA getypeerd en de visie op onderwijs beschreven. In hoofdstuk 2 is het HBO-Master niveau geconcretiseerd met behulp van de Dublin Descriptoren. Het competentieprofiel van de HBO-Master opleiding omvat zeven beroepsrollen: medisch deskundige, communicator, samenwerker (teamwerker), gezondheidsbevorderaar (belangenbehartiger), organisator (manager), professional en onderzoeker. De opbouw van de studie vindt u in hoofdstuk 3. Het studieprogramma dat bestaat uit onderwijs aan de Hogeschool (elf modulen) en leerperiodes in de praktijk, is uiteengezet in hoofdstuk 4. In respectievelijk hoofdstuk 5, 6, 7, 8, 9 vindt u de toelatingseisen, de tentamens, de stages, aanwezigheid en informatie over de studiebegeleiding. De examenregeling is als aparte bijlage opgenomen. De Onderwijsregeling en de Examenregeling vormen één geheel (OER) en dienen in samenhang te worden gebruikt.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
6
1.
Opleiding
1.1 Missie van de opleiding (typering en karakterisering) De Masteropleiding Physician Assistant (MPA) leidt op tot het beroep van PA, een relatief nieuwe beroepsbeoefenaar in het Nederlandse gezondheidszorgstelsel. De duale opleiding MPA is toegankelijk voor paramedici, verpleegkundigen en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg op HBO niveau met minimaal twee jaar werkervaring in de directe patiëntenzorg. Het duale karakter van de opleiding komt tot uitdrukking in het feit dat de gezondheidszorgwerker studeert en blijft werken en dat de werkplek als leerwerkplaats functioneert. De PA is een HBO-master geschoolde medewerker die functioneert in het medische domein. Hij neemt artsen in verschillende sectoren van de gezondheidszorg werk uit handen. Met de opleiding PA verwerft de beroepsbeoefenaar competenties waarmee hij in het primaire proces van de behandeling van de patiënt taakherschikking handen en voeten geeft. Competent zijn betekent professioneel kunnen functioneren en doeltreffend een beroepsprobleem kunnen oplossen op basis van een samenhangende set van kennis, houding, vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken. De master opgeleide PA is competent om het vastgestelde medisch beleid te coördineren en multidisciplinair samen te werken. Hij is in staat toegepast wetenschappelijk onderzoek te initiëren en uit te voeren. De PA functioneert binnen het medische domein en verwerft een ander beroep dan paramedicus / verpleegkundige, namelijk dat van assistent geneeskundige. 1.2 Visie op onderwijs De opleiding MPA is competentiegericht opgezet. Onder competentiegericht onderwijs wordt verstaan: “onderwijs dat is gericht op het verwerven van geïntegreerde sets van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten die een afgestudeerde in staat stellen beroepstaken op adequate wijze en professioneel uit te voeren en oplossingen te vinden en te realiseren” (Merriënboer, J.J.G.van e.a. 2002). Bij competentiegericht onderwijs staat het verwerven van geïntegreerde en geïnternaliseerde bekwaamheden ten behoeve van de beroepspraktijk centraal. De leersituaties die de student in de opleiding aangeboden krijgt, komen overeen met problematieken uit de werksituatie. Uitgaan van competentiegericht leren impliceert een hoge mate van beroepsgerichtheid en een individueel ontwikkelingstraject waar zelfsturing en reflectie van de student van groot belang zijn. Competentieverwerving vormt de leidraad voor het programma dat bestaat uit elf modulen. Dit betekent onder andere dat, uitgaande van de principes van action learning, de student wordt geacht beroepsproblemen uit de praktijk in te brengen als onderdeel van het eigen leerproces. De toepassing in de eigen praktijk wordt gerealiseerd door opdrachten, het werken en oefenen in de eigen werkomgeving, actief gerichte reflectie op de (huidige) werkervaring en het (huidig) leren. Dit laatste komt binnen de opleiding aan bod binnen de zogenaamde ervarings-reflectieleerlijn (de Bie, de Kleijn 2001). Naast de ervarings-reflectieleerlijn (leren van werkervaringen) zijn de conceptuele leerlijn (leren van kennis), de vaardighedenleerlijn (leren van vaardigheden) en de integrale leerlijn (integraal leren toepassen van beroepsvaardigheden, gebruikmakend van kennis en vaardigheden uit de andere leerlijnen) in het programma van de opleiding te herkennen.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
7
In competentiegericht onderwijs wordt een krachtige leeromgeving nagestreefd. Dit is een leeromgeving waarin studenten uitgedaagd worden om met elkaar actief te leren, met een duidelijk idee van de functie van het leren en het geleerde (toepassingsperspectief), waarin: het leren wordt geplaatst in een concrete (beroeps)context; de eigenheid van de (beroeps)context zo groot mogelijk is. Hierdoor kunnen studenten vooral vanuit intrinsieke motivatie leren en worden zij geacht zoveel mogelijk zelfstandig hun leren te sturen en te controleren; voldoende ruimte is voor zelfstandig leren en er voldoende systematische begeleiding wordt geboden, rekeninghoudend met de individuele mogelijkheden en behoeften van de student. Kortom: waarin ten behoeve van het leerproces van de student de juiste leerdynamiek wordt gegenereerd, waarbij duidelijk moet zijn dat ieder soort leerproces een eigen dynamiek kent (de Bie en de Kleijn 2001, Dochy e.a. 2000). Binnen de opleiding MPA is gezocht naar didactische werkvormen die een krachtige leeromgeving en de juiste dynamiek voor de verschillende leerprocessen bewerkstelligen, en daarmee aansluiten bij de (wijze van) competentieverwerving van de PA. De competentiegerichte onderwijsvisie is als volgt naar het leerplan vertaald: Leerlijn / leerproces Conceptuele leerlijn
Leervorm Patiëntgeoriënteerd onderwijs
Leren van kennis / conceptueel leren Vaardigheden leerlijn
Action learning
Leren van vaardigheden
Action learning
Integrale leerlijn
Project onderwijs
Integraal leren van beroepsvaardigheden in de opleiding Ervarings reflectieleerlijn
Action learning
Leren van werkervaringen en ervaringen tijdens de studie Tabel 1 Leerlijnen en leervormen
Training
Action learning
Elementen Werkgroep College Zelfstudie Casuïstiek Opdrachten Vaardigheidstraining Klinische vaardigheden Zelfstudie/-oefening Opdrachten Project Opdrachten Zelfstudie
Reflectiegroepen Portfolio Stage Leren in de praktijk
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
8
1.3 Toetsing Uitgangspunt van het toetsbeleid is om de competentieontwikkeling van de PA in opleiding van feedback te voorzien. Het proces van competentieontwikkeling staat centraal, wat tot uiting komt in een groot aantal proeven van bekwaamheid. Onderwijsopdrachten, leerresultaten van deze opdrachten en toetsen sturen competenties aan. Van elke proeve van bekwaamheid zal - in samenhang met het gegeven onderwijs – aangegeven worden welke competenties zij (mede) aansturen. De proeven van bekwaamheid zijn consistent met het onderwijsaanbod. Dat betekent dat kennis getoetst wordt als gereedschap in een context en als betekenisgevend voor studenten. Niet de afzonderlijke leerlijnen worden getoetst, maar de integrale leerlijn. Het gaat om het toetsen of beroepsvaardigheden integraal worden toegepast, gebruikmakend van kennis en vaardigheden uit de andere leerlijnen. 1.3.1. Competentiegericht toetsen / Proeven van bekwaamheid Bij competentiegericht onderwijs staat het verwerven van geïntegreerde en geïnternaliseerde bekwaamheden ten behoeve van de beroepspraktijk centraal. De leersituaties die de student in de opleiding aangeboden krijgt komen overeen met problematieken uit de werksituatie. De leersituaties bereiden voor op het tentamen / de proeve van bekwaamheid waarmee iedere module wordt afgesloten. Een realistische praktijksituatie wordt nagebootst en de student illustreert de beoogde competenties. De vorm, inhoud en beoordelingscriteria van het tentamen / de proeve van bekwaamheid zijn in iedere module opgenomen, zodat studenten bij aanvang van de module op de hoogte zijn wat, wie en hoe beoordeeld wordt. Het tentamen / de proeve van bekwaamheid wordt door een docent beoordeeld met behulp van de beoordelingscriteria. Bij twijfel over de beoordeling raadpleegt de docent een collega. De betrouwbaarheid van de beoordeling wordt nagestreefd doordat heldere beoordelingscriteria zijn geformuleerd en eenduidige interpretatie ervan gerealiseerd wordt door gesprekken met beoordelaars over die criteria. Het toetsen heeft een selectieve functie (slagen of zakken). Dit betekent dat alle binnen(hoge)schoolse onderwijseenheden Geneeskundig Proces (GP 1-6), Consultvoering, Coördinatie Medisch Beleid (CMB 1 en 2) en Onderzoeker (1 en 2) met een voldoende beoordeling (5,5 of hoger) dienen te worden afgesloten. De student kan een onvoldoende tentamen / proeve van bekwaamheid of een onvoldoende onderdeel daarvan twee keer herkansen. Eindgesprekken Leren in de praktijk aan het eind van het eerste studiejaar, aan het eind van het tweede studiejaar en aan het eind van het laatste halfjaar van de opleiding hebben een selectief karakter met de consequentie van slagen of zakken. Bij de overgang van het eerste naar het tweede jaar en bij de overgang van het tweede naar het derde jaar wordt een gefundeerde uitspraak gedaan over het succes van het vervolgen van de studie. 1.3.2 Ontwikkelingsgericht portfolio Een portfolio is een goed instrument om kwaliteit in beroepsfunctioneren zichtbaar te maken (o.a. Boot, Tillema 2001). Het portfolio komt tot zijn recht in de opleiding MPA door ontwikkelingsgericht competenties te meten. Met ontwikkelingsgericht meten is bedoeld het streven om een student niet te beoordelen op grond van een momentopname, maar op grond van de ontwikkeling van zijn competenties in de loop van de tijd. De opleiding MPA kiest voor het ontwikkelingsportfolio. Bij dit type portfolio gaat het om een ”reflectief gebruik van het portfolio, gericht op de verzameling van functionele feedbackinformatie”. Het ontwikkelingsportfolio is een persoonlijk document, want de student bepaalt wat hij, binnen de vastgestelde structuur, opneemt in zijn portfolio om zijn functioneren en prestaties te © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
9
illustreren. De toelichting en reflectie op de bewijzen van kunnen worden nadrukkelijk in het portfolio verwerkt. Tijdens reflectiegroepen en individuele voortgangsgesprekken wordt competentieontwikkeling besproken. Die bespreking heeft een diagnostische functie. Er wordt feedback gegeven over de competentieontwikkeling, gevolgd door adviezen. Het belang dat de opleiding hecht aan competentieontwikkeling, geïllustreerd in het portfolio, komt ook tot uiting in de selectieve functie die toegekend is aan de eindgesprekken in de praktijk in het eerste, tweede en laatste halfjaar van de opleiding. Bij de eindgesprekken zijn de coach van de opleiding, de leermeester en student aanwezig. 1.4 Examencommissie en toetscommissie De examencommissie bewaakt het niveau van de opleiding door intern toezicht te houden op de tentaminering en examinering qua inhoud, werkwijze en niveau. De examencommissie heeft de taak om vast te stellen of de afgestudeerde de in de onderwijs- en examenregeling beschreven eindkwalificaties gerealiseerd heeft. De leden van de examencommissie worden benoemd door de dean. De examencommissie beslist in aangelegenheden waarin het examenreglement niet voorziet. De toetscommissie heeft als taak om onder verantwoordelijkheid van de examencommissie onderzoek te doen naar de kwaliteit van tentamens en examens. Procedure voor verzoeken aan de examencommissie: Uitsluitend schriftelijke verzoeken (per mail:
[email protected]) en gericht aan de examencommissie MPA worden in behandeling genomen. De samenstelling van de examencommissie is te vinden op www.mijnhanze.nl/mijnafdeling/Academie voor Gezondheidsstudies - MPA/organisatie/commissies en overleg. 1.5 Toelatingscommissie De toelatingscommissie adviseert de Dean over de toelating van studenten. De leden van de toelatingscommissie worden benoemd door de Dean. Procedure voor verzoeken aan de toelatingscommissie: Uitsluitend schriftelijke verzoeken (per mail:
[email protected]) en gericht aan de toelatingscommissie MPA worden in behandeling genomen. De samenstelling van de toelatingscommissie is te vinden op www.mijnhanze.nl/mijnafdeling/Academie voor Gezondheidsstudies - MPA/organisatie/commissies en overleg. 1.6 Academie Medezeggenschaps Raad De Academie Medezeggenschaps Raad (AMR) is het democratisch gekozen orgaan van de Academie. De raad bestaat voor de helft uit studenten en voor de helft uit medewerkers. Contactgegevens en samenstelling van de raad zijn te vinden op www.mijnhanze.nl/organisatie/Academie voor Gezondheidsstudies/medezeggenschap 1.7 Opleidingscommissie De opleidingscommissie is het orgaan dat advies uitbrengt over zaken die het onderwijs van de Master Physician Assistant (MPA) betreffen. De opleidingscommissie bestaat voor de helft uit studenten; de leden van de opleidingscommissie worden benoemd door de dean. Contactgegevens en samenstelling van de opleidingscommissie zijn te vinden op www.mijnhanze.nl/mijnafdeling/Academie voor Gezondheidsstudies - MPA/organisatie/commissies en overleg. © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
10
2.
Eindkwalificaties / Beroepscompetenties
2.1 Competentieprofiel MPA Groningen De behoefte aan beroepsbeoefenaren die kwalitatief hoogwaardige zorg bieden binnen vastgestelde kaders en die binnen die kaders ook autonoom en zelfstandig kunnen werken in het medisch domein is groot. Het gaat om specialistisch opgeleide beroepsbeoefenaren in het medisch domein met competenties die verder gaan dan de competenties van HBO-opgeleiden. De PA is een zelfstandige beroepsbeoefenaar werkzaam in een scala van medische werkvelden. In afstemming met het leerplan geneeskunde G2010 (2002) van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) zijn dezelfde uitstroomprofielen gekozen: 1. Extramuraal-curatief Huisarts / verpleeghuisarts 2. Intramuraal Invasieve interventies / ondersteunend 3. Intramuraal Beschouwende interventies / ondersteunend De beroepsuitoefening van de PA vertoont overeenkomsten met die van artsen. Het gaat dan om: een evenwichtige combinatie van beschouwende-, invasieve- en ondersteunende interventies; pré- en post operatieve zorg die direct verband houdt met de aandoening; een pré-per-post traject van interventies. Echter, de reikwijdte van de medische zorg die de PA verleent, wordt begrensd door: afspraken over delegatie, zoals overeengekomen tussen superviserend arts en PA, vastgelegd in protocollen; de beperktere medische competenties van de PA in vergelijking met die van artsen; de wettelijke bepalingen m.b.t. bevoegdheden, zoals verwoord in “Het besluit tijdelijke zelfstandige bevoegdheid Physician Assistant 2011”.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
11
De afgestudeerde van de HBO Masteropleiding Physician Assistant in Groningen beschikt over competenties, die hem in staat stellen tot het leveren van kwalitatief hoogwaardige medische zorg waarin samenwerking met de patiënt, diens naasten en met andere hulpverleners belangrijke aspecten zijn. De competenties zijn verdeeld over zeven beroepsrollen: 1. Medisch deskundige (Medical expert) (NAPA1: Werken met en voor patiënten / directe patiëntenzorg) Definitie rol Bij het functioneren van de Physician Assistant staat de rol van medisch deskundige centraal. De Physician Assistant is medisch breed opgeleid en verricht zelfstandig duidelijk omschreven medische taken binnen een deelgebied van de geneeskunde. Beschrijving rol De PA als medisch deskundige beschikt op een welomschreven terrein over de kennis en vaardigheden om gegevens te verzamelen en te interpreteren, verantwoorde klinische beslissingen te nemen, het beleid te bepalen en uit te voeren, met inachtneming van de grenzen van eigen discipline en expertise. De zorg wordt door de PA evidence based, actueel, ethisch onderbouwd en kosteneffectief geleverd en wordt doeltreffend mondeling en / of schriftelijk gecommuniceerd naar patiënt(en), familie, werkers in de zorg dan wel naar de samenleving. Kerncompetenties De Physician Assistant is in staat om: 1. met betrekking tot veelvoorkomende aandoeningen, doeltreffende, ethisch verantwoorde, diagnostische en therapeutische, op het individu gerichte preventieve vaardigheden toe te passen in de praktijk; 2. relevante informatie aangaande diagnostische, therapeutische, prognostische en op het individu gerichte preventieve opties te integreren in de patiëntenzorg; 3. het op de juiste manier mondeling en schriftelijk rapporteren van de aspecten behorende bij de patiëntenzorg.
2. Communicator (Communicator) (NAPA: Werken met en voor patiënten / directe patiëntenzorg; Contacten) Definitie rol De Physician Assistant legt en onderhoudt op doelmatige en zorgvuldige wijze een relatie met patiënten, bij patiënt betrokkenen, collegae en andere zorgverleners. Beschrijving rol Communicatie is een belangrijk onderdeel van het verlenen van medische zorg. De PA is zich bewust van de invloed van alle verschillende aspecten van communicatie op het diagnostische, therapeutische en preventieve proces, zodat hij deze kan aanpassen aan de individuele patiënt. Tevens is hij zich bewust van de valkuilen van miscommunicatie en de gevolgen daarvan. Kerncompetenties De Physician Assistant is in staat om: 1. met patiënten een vertrouwelijke en therapeutische relatie aan te gaan of te onderhouden 1
Beroepsprofiel Nederlandse Associatie Physician Assistants (NAPA).
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
12
2. 3. 4. 5. 6.
op basis van wederzijds begrip, empathie en vertrouwen; informatie te verzamelen over de aandoening van de patiënt en hiervan op de juiste wijze verslag te doen; met diverse patiëntgroepen zoals kinderen, ouderen, mannen en vrouwen en patiënten met verschillende culturele achtergronden om te gaan; relevante informatie te bespreken met de patiënt, de familie of andere zorgverleners om zo optimale zorg aan de patiënt te leveren; in samenspraak met patiënten, diens betrokkenen, collega’s en andere professionals te komen tot een breed gedragen behandelplan; doeltreffend in woord en geschrift te communiceren met andere zorgverleners over de aan hem toevertrouwde patiëntenzorg.
3. Organisator (Manager) (NAPA: Werken met en voor patiënten / directe patiëntenzorg) Definitie rol Als organisator zorgt de Physician Assistant voor een georganiseerde en adequate uitvoering van het (eigen) werk en levert hij een bijdrage aan de coördinatie en continuïteit van medische zorgprocessen. Beschrijving rol De PA organiseert het medisch zorgproces en zijn eigen werkzaamheden. De PA is in staat verdere diagnostische en therapeutische zorg te delegeren aan een andere professional. Daarbij past de PA de uitgangspunten van kwaliteitszorg, zijnde het bewaken, bevorderen en waarborgen daarvan, toe in de praktijk. Kerncompetenties De Physician Assistant is in staat om: 1. de eigen taken en werkzaamheden met betrekking tot de patiëntenzorg en met betrekking tot het eigen functioneren te organiseren en plannen, waarbij zowel de eigen mogelijkheden als de mogelijkheden van de organisatie waarin gewerkt wordt in acht genomen worden; 2. zorg te dragen voor coördinatie en continuiteit van de behandelingsprocessen in de zorgketen. 3. zich goed te informeren over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en de invloed hiervan op het Nederlandse gezondheidszorgsysteem en hiernaar te handelen; 4. medische zorg voor patiënten die zijn behandeld te organiseren en te coördineren.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
13
4. Samenwerker (Collaborator) (NAPA: Werken in en vanuit een organisatie) Definitie rol De Physician Assistant werkt constructief en doeltreffend samen met anderen tijdens de uitoefening van het beroep. Beschrijving rol De PA maakt deel uit van een multidisciplinair samenwerkingsverband. Daarbij is het van belang dat de PA samen kan werken ten behoeve van / ten dienste van besluitvorming en doelmatigheid van het zorgproces. Kerncompetenties De Physician Assistant is in staat om: 1. samen te werken en te overleggen bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van het (medische) beleid waarbij de mogelijkheden van andere disciplines en zorgverleners, waaronder mantelzorgers, optimaal worden benut ten gunste van de patiëntenzorg. Daarbij is het van belang dat de eigen deskundigheid en de deskundigheid van anderen bekend zijn en gewaardeerd worden; 2. de patiënt en diens naasten in de besluitvorming te betrekken en de mening van de patiënt en van andere zorgverleners in de behandelplannen mee te nemen en te respecteren; 3. bij te dragen aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg en verantwoordelijkheid te nemen voor de continuïteit van zorg voor de patiënt; 4. actief te werken aan de samenwerking in het eigen team waarbij de grenzen van de eigen deskundigheid goed gekend en bewaakt worden, de vakgebieden van andere teamleden gekend en gewaardeerd worden, de meningen en rollen van individuele teamleden worden gerespecteerd, de eigen deskundigheid wordt ingezet ten behoeve van het team, en bijgedragen wordt aan een gezonde teamontwikkeling.
5. Onderzoeker (Scholar) (NAPA: Professioneel handelen en beroepsontwikkeling ) Definitie rol Als onderzoeker past de Physician Assistant de principes van Evidence Based Practice toe in de patiëntenzorg op diens medische werkterrein en zorgt voor kennisdeling hiervan. Beschrijving rol In de gezondheidszorg wordt in toenemende mate gewerkt volgens de principes van Evidence Based Practice. Physician Assistants streven er voortdurend naar hun deskundigheid te vergroten. Daartoe moet de Physician Assistant middels wetenschappelijk onderzoek kunnen bijdragen aan Evidence Based Practice, hij of zij moet bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek kritisch kunnen beoordelen op de relevantie daarvan voor de praktijk en hij of zij dient vorm te geven aan de eigen ontwikkeling daarin. Ook draagt de PA bij aan de scholing en voorlichting van collega’s, andere professionals en patiënten. Kerncompetenties De Physician Assistant is in staat om: 1. bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek kritisch te beoordelen op de relevantie ervan © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
14
voor de medische praktijk en deze zo nodig ook toe te passen; 2. zelfstandig en / of in samenwerking (praktijkgericht) wetenschappelijk onderzoek op verantwoorde wijze op te zetten en uit te voeren; 3. probleemsituaties in de medische zorg te signaleren en om te zetten naar relevante praktijk gerichte onderzoeksvragen; 4. waar nodig voorlichting te geven en les te geven aan patiënten, hun familieleden, studenten, co-assistenten, andere zorgprofessionals en het publiek.
6. Gezondheidsbevorderaar (Health advocate) (NAPA: Werken met en voor patiënten / directe patiëntenzorg; Professioneel handelen en beroepsontwikkeling) Definitie rol Als gezondheidsbevorderaar gebruikt de Physician Assistant zijn deskundigheid en invloed om gezondheid, welzijn en veiligheid te bevorderen van individuele patiënten, en in beperkte mate van gemeenschappen en bevolkingsgroepen. Beschrijving rol Naast de specifieke kennis van een medisch deelgebied heeft de PA ook kennis over algemene gezondheidsdeterminanten en weet hoe die een rol spelen bij het ontstaan en verloop van klachten en ziekten en bij herstelprocessen. Deze determinanten, waaronder leefstijlfactoren en sociaal-economisch status, worden door de PA actief meegenomen in het dagelijks beleid, gericht op behoud of stimulering van gezondheidsbevorderend gedrag. De PA kan actief screeningsmethoden toepassen. Kerncompetenties De Physician Assistant is in staat om: 1. de kennis over determinanten van gezondheid en ziekte toe te passen in de praktijk en mee te werken aan maatregelen die de gezondheid en veiligheid van individuën, bevolkingsgroepen en de samenleving bevorderen; 2. een gezondheidsgerichte benadering te integreren in diens medische praktijk om te komen tot een integrale zorgverlening; 3. preventieve maatregelen te treffen.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
15
7. Professional (Professional) (NAPA: Professioneel handelen en beroepsontwikkeling ) Definitie rol De Physician Assistant (PA) streeft naar een doelmatige en efficiënte uitvoering van de beschreven beroepsrollen conform geldende ethische standaarden. De PA is daarbij autonoom en neemt verantwoordelijkheid voor het eigen functioneren en de eigen ontwikkeling. Beschrijving rol Het beroep van de PA vereist de beheersing van een complex geheel aan kennis, vaardigheden en gedrag. De PA handelt integer en betrokken in overeenstemming met wettelijke bepalingen en volgens de hoogst geldende medische, ethische en juridische standaarden en volgens de normen van de beroepsgroep. Hij draagt bij aan de ontwikkeling van het beroep. In de huidige ontwikkelingen in de gezondheidszorg speelt kwaliteitszorg een steeds belangrijkere rol. Dit betreft zowel het voortdurend evalueren en bevorderen van kwaliteit op afdelingsniveau als het afleggen van verantwoording aan externe partijen. De PA toont initiatief bij implementatie- en veranderingsprocessen en draagt bij aan de aanpassing en/of ontwikkeling van standaardprocedures (protocollen, richtlijnen en standaarden). Kerncompetenties De Physician Assistant is in staat om: 1. op een eerlijke, betrokken en ethische wijze hooggekwalificeerde zorg te leveren, met aandacht voor de integriteit van de patiënt; 2. adequaat professioneel gedrag te demonstreren in gezondheidszorg, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs; 3. geneeskunde te beoefenen op een ethisch verantwoorde manier, die de medische, juridische en professionele verplichtingen van een zelfregulerende groep respecteert; 4. op sterke en zwakke kanten van het eigen functioneren te reflecteren en daardoor sturing te geven aan het eigen leerproces en verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen professionele groei, met als doel de levenslange ontwikkeling als professional; 5. zich toetsbaar op te stellen; 6. actief bij te dragen aan de ontwikkeling van het beroep; 7. de principes van kwaliteitszorg toe te passen in de multidisciplinaire praktijk. Tabel 2 Essentiële rollen en kerncompetenties van PA’s (ontleend aan landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant)
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
16
Iedere rol kent competenties met een algemeen deel en een specifiek deel. Het specifieke deel is toegespitst op een specialisme. De omvang van het algemeen deel ten opzichte van het specifieke wisselt per rol. Onderwijs aan de hogeschool richt zich op het verwerven van het algemene deel van de competenties. In het buitenschools leren, dat bestaat uit een gedeelte werkzaam / productief en een gedeelte uitstroomprofielen, verwerven studenten het specialistische deel van de competenties. Voor de uitwerking van de beroepsrollen in competenties en specifieke kerndoelen (Royal College of Physicians and Surgeons of Canada 2005) wordt verwezen naar het competentieprofiel van de HBO Masteropleiding PA Groningen. 2.2 HBO Master niveau Een instroomeis van de MPA is een opleiding in de gezondheidszorg op HBO-niveau. De potentiële kandidaat wordt bekwaam geacht om competenties op HBO-Bachelorniveau in te zetten bij patiënten. Met behulp van de “Dublin descriptoren” (NVAO 2003) wordt onderstaand het HBO-Masterniveau uiteengezet. Volgens de uitgangspunten van action learning verwerft de student op het Masterniveau overstijgende kennis en inzicht gebruikmakend van zijn praktijkervaring. In complexe patiëntencontacten redeneert de PA met toepassing van kennis en inzicht van diverse orgaansystemen van het menselijke lichaam. Hij genereert meerdere hypothesen en is in staat aanvullende informatie te verzamelen uit diverse bronnen om tot oordeelsvorming te komen, en deze over te brengen op een publiek van specialisten en/of niet specialisten. Het bevestigen of verwerpen van hypothesen is onder andere gebaseerd op (recente, wetenschappelijke) literatuur of gegevens gebaseerd op “Evidence-Based-Medicine”. Daarnaast verricht de PA i.o. toegepast wetenschappelijk onderzoek. De concrete leerinhouden zijn beschreven in hoofdstuk 4: Studieprogramma. 2.3 Beroepsperspectief De PA is een spin in het web van de medische patiëntenzorg en te typeren als “smeerolie voor de gezondheidszorg”. De PA ondersteunt een arts bij het klinisch werk en heeft een eigen beroepsverantwoordelijkheid. De PA zet medische kennis op vereist niveau in, werkt vanuit een probleemoplossend en analytisch denkkader en waarborgt in samenwerking met andere disciplines de kwaliteit van de behandeling. Voorbeelden van werkzaamheden zijn: klachtgerichte anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek doen, aanvragen en interpreteren van laboratoriumtesten, uitvoeren van een behandelplan, medisch technische handelingen uitvoeren zoals puncties, catheterisaties en endoscopieën, de medische zorg coördineren en patiënten en hun naasten over het ziekteverloop en de behandeling informeren. Daarnaast vormt het verrichten van toegepast onderzoek een belangrijk aspect van de taakuitoefening van de Physician Assistant. 2.4 Beroepsvereisten De wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) bevat regels voor zorgverlening door beroepsbeoefenaren en richt zich op de kwaliteit van de beroepsbeoefening en de bescherming van de patiënt. De BIG is een kaderwet (gedateerd 11 november 1993) en gepubliceerd in het Staatsbled 1993, 655). Veel zaken zijn vervolgens geregeld bij de Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB). Voor de opleiding Master Physician Assistant zijn bij AmvB d.d. 21 december 2011 (Besluit tijdelijke zelfstandige bevoegdheid physician assistant) eisen gesteld aan de in de opleiding te verwerven competenties, en © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
17
bevoegdheden van de physician assistant nader omschreven. Bij dit laatste gaat het voornamelijk om voorbehouden handelingen, die de Physician Assistant mits hiertoe bekwaam, bevoegd is uit te voeren. Het onderwijsprogramma voldoet aan deze eisen.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
18
3.
Opbouw van de studie
3.1 Studielast en duur De studielast is landelijk overeengekomen en bedraagt 150 European Credits (EC’s) met een duur van twee en half jaar. De MPA Groningen is een duale Master-opleiding. Het is een opleiding, die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De opleiding bestaat uit leeractiviteiten in de Hogeschool met een omvang van 50 EC’s en leren in de praktijk met een omvang van 100 EC’s (een werkzaam / productief deel 50 EC’s en een “uitstroomprofiel” deel 50 EC’s). In de verdeling van de studiebelastingsuren komt tot uitdrukking, dat ervoor gekozen is om een zwaar accent te leggen op de directe patiëntenzorg op HBO-Master niveau. De competenties van de beroepsrol van Medisch deskundige komen met name in de modulen Geneeskundig Proces naar voren (omvang 34 EC’s). Het aantal van 12 EC’s garandeert de verwerving van competenties op het gebied van toegepast onderzoek. Om het generieke karakter van de opleiding te realiseren worden minimaal 10 EC’s besteed aan twee uitstroomprofielen waarin de MPA i.o. niet werkzaam is. De totale (extra) studielast bedraagt per week ongeveer 20 uur. 3.2 Leren in de hogeschool Leeractiviteiten in de Hogeschool omvatten 50 EC’s. Het algemeen gedeelte per beroepsrol (zie tabel 3) wordt in modulen aangeboden. In de beroepsrol Medisch Deskundige zijn zes modulen Geneeskundig Proces geplaatst. Per module Geneeskundig Proces zijn problemen uit het medisch raamleerplan 2001 geordend. De selectie van de problemen is bepaald op basis van adviezen van vertegenwoordigers uit het werkveld. Aan transfer van kennis en vaardigheden tussen de contexten van de uitstroomprofielen en specifieke kennis en vaardigheden per uitstroomprofiel worden 4 EC’s besteed in de module Geneeskundig Proces-6. 3.3 Werkzame / productieve deel Indien een student 36 uur per week werkzaam is, is de verdeling tussen werkzaam / productief deel en uitstroomprofiel als volgt: Bij een aanstelling van 36 uur is de inzetbaarheid circa 41152 uur voor de 2 1/2 jaar. Van deze 4.115 uur wordt 2.000 uur gebruikt voor leeractiviteiten en 2.115 uur voor werken. Indien een student 32 uur per week werkzaam is, is de verdeling als volgt: Bij een aanstelling van 32 uur is de inzetbaarheid circa 3.6793 uur voor de 2 1/2 jaar. Van deze 3.679 uur wordt 2000 uur gebruikt voor leeractiviteiten en is 1.679 uur beschikbaar voor werken. Tot een ziekteverzuim van 10% worden de benodigde uren nog ruimschoots behaald. In de handleiding “Leren in de praktijk” zijn de eisen geformuleerd die aan het werkzame / productieve deel en het uitstroomprofieldeel gesteld worden. De student voert medische taken uit met een, gedurende de studie, oplopende complexiteit overeenkomstig het competentieniveau van de student.
2
Berekening; 2 1/2 x 1.646 = 4.115. Vakantiedagen en bestemmingsverlof zijn meegenomen bij de berekening van deze inzetbaarheid. Het ziekteverzuim en overig verlof zijn niet meegenomen in deze berekening. 3 Berekening: 2 1/2 x 1.472 = 3.697 uur. Vakantiedagen en bestemmingsverlof zijn meegenomen bij de berekening van inzetbaarheid. Het ziekteverzuim en overig verlof zijn niet meegenomen in deze berekening. © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
19
3.4
Curriculumoverzicht
Duale Masterpleiding Physician Assistant 1ste Studiejaar leren in de Hogeschool 32 EC; leren in de praktijk 28 EC Onderdeel Tentamen / Proeve van Bekwaamheid Periode 1 (september december) Geneeskundig Proces-1 Thorax Performance assessment en case study Consultvoering Performance assessment
ProgRESS code
EC’s
PHL15GNP1
8 EC
PHL16COV
3 EC
PHL15GNP2
9 EC
Onderzoeker-1
Performance assessment en case study Review en onderzoeksvoorstel
PHL16ONZ1
5 EC
Periode 3 (mei juli) Geneeskundig Proces-3 Bewegingsapparaat Coördinatie Medisch Beleid-1 Leren in de praktijk-1
Performance assessment en case study Implementatieplan Portfolio assessment
PHL15GNP3
5 EC
PHL16CMB1 PHL16PRA1
2 EC 28 EC
ProgRESS code
EC’s
PHL28GNP4
6 EC
PHL26CMB2
3 EC
PHL28GNP5 PHL25ONZ2 PHL25PRA2
2 EC 7 EC 42 EC
ProgRESS code
EC’s
PHL37GNP6
4 EC
PHL35PRA3 PHL37STA1 PHL37STA2
16 EC 5 EC 5 EC
Periode 2 (januari april) Geneeskundig Proces-2 Hoofd
2e Studiejaar leren in de Hogeschool 18 EC, leren in de praktijk 42 EC Onderdeel Proeve van bekwaamheid Periode 1 (september maart) Geneeskundig Proces-4 Buik Performance assessment en case study Coördinatie Medisch Beleid-2 Uitvoering implementatieplan Periode 2 (maart juli) Geneeskundig Proces-5 Huid Onderzoeker-2 Leren in de praktijk-2
Case study Toegepast onderzoek Portfolio assessment
3e Studiejaar (duur ½ jaar) leren in de praktijk 30 EC Onderdeel Proeve van bekwaamheid Periode 1 (september maart) Geneeskundig Proces -6 Presentatie en Patiëntendossiers Portfolio assessment Leren in de praktijk-3 Portfolio assessment Stage Uitstroomprofiel 1 Portfolio assessment Stage Uitstroomprofiel 2 Portfolio assessment
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
20
4.
Studieprogramma
De opleiding bestaat uit leeractiviteiten in de Hogeschool met een omvang van 50 EC’s en leeractiviteiten in de praktijk met een omvang van 100 EC’s (een werkzaam / productief deel van 50 EC’s en een “uitstroomprofiel”-deel van 50 EC’s). 4.1
Onderwijseenheden
Rubriek
Omschrijving
Titel
Geneeskundig Proces-1 Thorax
Titel in het engels
Medical Process-1 Thorax
Code
PHL15GNP1
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
8 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Inleidend
Inhoud
In de modulen Geneeskundig Proces wordt kennis over gezondheidsproblemen gebruikt om klinisch te leren redeneren in het kader van het geneeskundige proces. Gezondheidsproblemen zijn geordend over de vijf modulen GP-1 Thorax, GP-2 Hoofd, GP-3 Bewegingsapparaat, GP-4 Buik en GP-5 Huid. Studenten leren om gangbare differentiaal diagnoses te stellen, gangbare therapieën vast te stellen en deze uit te voeren: anamnese, prognose, therapie en evaluatie. In de modulen leren PA’s i.o. ook vaardigheden zoals: een klachtgerichte anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek doen, aanvullend onderzoek aanvragen, laboratoriumuitslagen interpreteren, gangbare medische handelingen uitvoeren en verslaglegging in elektronische patiëntendossiers. In de module GP-1 komen klachten m.b.t. de thorax aan bod. In een (gesimuleerde) patiëntensituatie worden verworven competenties in gedrag getoond.
Onderwijsvorm
• • • •
Beoordeling
• Performance assessment in de opleiding
Action Learning Hoorcollege Werkcollege Practicum/training
• Case study Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
1
Periode
1
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
21
Rubriek
Omschrijving
Titel
Geneeskundig Proces-2 Hoofd
Titel in het engels
Medical Process-2 Head
Code
PHL15GNP2
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
9 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Inleidend
Inhoud
In de modulen Geneeskundig Proces wordt kennis over gezondheidsproblemen gebruikt om klinisch te leren redeneren in het kader van het geneeskundige proces. Gezondheidsproblemen zijn geordend over de vijf modulen GP-1 Thorax, GP-2 Hoofd, GP-3 Bewegingsapparaat, GP-4 Buik en GP-5 Huid. Studenten leren om gangbare differentiaal diagnoses te stellen, gangbare therapieën vast te stellen en deze uit te voeren: anamnese, prognose, therapie en evaluatie. In de modulen leren PA’s i.o. ook vaardigheden zoals: een klachtgerichte anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek doen, aanvullend onderzoek aanvragen, laboratoriumuitslagen interpreteren, gangbare medische handelingen uitvoeren en verslaglegging in elektronische patiëntendossiers. In de module GP-2 komen klachten m.b.t. het hoofd aan bod. In een (gesimuleerde) patiëntensituatie worden verworven competenties in gedrag getoond.
Onderwijsvorm
• • • •
Beoordeling
• Performance assessment in de opleiding • Case study
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
1
Periode
2
Action Learning Hoorcollege Werkcollege Practicum/training
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
22
Rubriek
Omschrijving
Titel
Geneeskundig Proces-3 Bewegingsapparaat
Titel in het engels
Medical Process-3 Locomotor system
Code
PHL15GNP3
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
5 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Inleidend
Inhoud
In de modulen Geneeskundig Proces wordt kennis over gezondheidsproblemen gebruikt om klinisch te leren redeneren in het kader van het geneeskundige proces. Gezondheidsproblemen zijn geordend over de vijf modulen GP-1 Thorax, GP-2 Hoofd, GP-3 Bewegingsapparaat, GP-4 Buik en GP-5 Huid. Studenten leren om gangbare differentiaal diagnoses te stellen, gangbare therapieën vast te stellen en deze uit te voeren: anamnese, prognose, therapie en evaluatie. In de modulen leren PA’s i.o. ook vaardigheden zoals: een klachtgerichte anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek doen, aanvullend onderzoek aanvragen, laboratoriumuitslagen interpreteren, gangbare medische handelingen uitvoeren en verslaglegging in elektronische patiëntendossiers. In de module GP-3 komen klachten m.b.t. het bewegingsapparaat aan bod. In een (gesimuleerde) patiëntensituatie worden verworven competenties in gedrag getoond.
Onderwijsvorm
• • • •
Beoordeling
• Performance assessment in de praktijk
Action Learning Hoorcollege Werkcollege Practicum/training
• Case study Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
1
Periode
3
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
23
Rubriek
Omschrijving
Titel
Geneeskundig Proces-4 Buik
Titel in het engels
Medical Process-4 Abdomen
Code
PHL28GNP4
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
6 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Verdiepend
Inhoud
In de modulen Geneeskundig Proces wordt kennis over gezondheidsproblemen gebruikt om klinisch te leren redeneren in het kader van het geneeskundige proces. Gezondheidsproblemen zijn geordend over de vijf modulen GP-1 Thorax, GP-2 Hoofd, GP-3 Bewegingsapparaat, GP-4 Buik en GP-5 Huid. Studenten leren om gangbare differentiaal diagnoses te stellen, gangbare therapieën vast te stellen en deze uit te voeren: anamnese, prognose, therapie en evaluatie. In de modulen leren PA’s i.o. ook vaardigheden zoals: een klachtgerichte anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek doen, aanvullend onderzoek aanvragen, laboratoriumuitslagen interpreteren, gangbare medische handelingen uitvoeren en verslaglegging in elektronische patiëntendossiers. In de module GP-4 komen klachten m.b.t. de buik aan bod. In een (gesimuleerde) patiëntensituatie worden verworven competenties in gedrag getoond.
Onderwijsvorm
• • • •
Beoordeling
• Performance assessment in de praktijk
Action Learning Hoorcollege Werkcollege Practicum/training
• Case study Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
2
Periode
1
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
24
Rubriek
Omschrijving
Titel
Geneeskundig Proces-5 Huid
Titel in het engels
Medical Process-5 Skin
Code
PHL28GNP5
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
2 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Verdiepend
Inhoud
In de modulen Geneeskundig Proces wordt kennis over gezondheidsproblemen gebruikt om klinisch te leren redeneren in het kader van het geneeskundige proces. Gezondheidsproblemen zijn geordend over de vijf modulen GP-1 Thorax, GP-2 Hoofd, GP-3 Bewegingsapparaat, GP-4 Buik en GP-5 Huid. Studenten leren om gangbare differentiaal diagnoses te stellen, gangbare therapieën vast te stellen en deze uit te voeren: anamnese, prognose, therapie en evaluatie. In de modulen leren PA’s i.o. ook vaardigheden zoals: een klachtgerichte anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek doen, aanvullend onderzoek aanvragen, laboratoriumuitslagen interpreteren, gangbare medische handelingen uitvoeren en verslaglegging in elektronische patiëntendossiers. In de module GP-5 komen klachten m.b.t. de huid, KNO, en de ogen aan bod. In een casestudy demonstreren studenten dat zij de materie beheersen.
Onderwijsvorm
• • • •
Beoordeling
• Case study
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
2
Periode
2
Action Learning Hoorcollege Werkcollege Practicum/training
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
25
Rubriek
Omschrijving
Titel
Geneeskundig Proces-6 Patiëntendossiers
Titel in het engels
Medical Process-6 Patient files
Code
PHL37GNP6
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
4 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Professional, Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Organisator (Manager)
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Gevorderd
Inhoud
In het derde jaar wordt in de module GP-6 Patiëntendossiers aandacht besteed aan overeenkomsten en verschillen tussen de drie uitstroomprofielen (extramuraal/(verpleeg)huisarts, intramuraal/invasief en intramuraal/beschouwend) op het gebied van veel voorkomende gezondheidsproblemen, differentiaaldiagnostiek en therapieën.
Onderwijsvorm
• • • •
Beoordeling
• Presentatie
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
3
Periode
1
Action Learning Hoorcollege Werkcollege Practicum/training
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
26
Rubriek
Omschrijving
Titel
Consultvoering
Titel in het engels
Consultation
Code
PHL16COV
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
3 EC
Competentienaam
Communicator, Samenwerker (Teamwerker)
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Verdiepend
Inhoud
Veel voorkomende lastige gesprekssituaties tijdens het Geneeskundig Proces worden in een vaardigheidstraining geoefend. Het consult kent een structuur waarin 5 taken zijn te onderscheiden: • begin van het consult, • informatie inwinnen, • de relatie opbouwen, • uitleg/advies/planning • het consult beëindigen. PA’s i.o. tonen met behulp van een beeldopname van een lastig consult aan over de beoogde competenties te beschikken.
Onderwijsvorm
• Practicum/training
Beoordeling
• Performance assessment in de opleiding
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
1
Periode
1
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
27
Rubriek
Omschrijving
Titel
Onderzoeker-1
Titel in het engels
Applied research-1
Code
PHL16ONZ1
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
5 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Onderzoeker
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Verdiepend
Inhoud
Het handelen van de PA is bij voorkeur evidence based d.w.z. mede gebaseerd op gegevens uit wetenschappelijk onderzoek. Daarom is het belangrijk dat studenten resultaten en conclusies uit onderzoeken op kwaliteit, uitkomst en relevantie weten te schatten. Tijdens de module Onderzoeker-1 wordt geleerd om wetenschappelijk onderzoek te beoordelen in relatie tot het Geneeskundig Proces. De student schrijft op basis van minimaal vier, relevante, wetenschappelijke artikelen een review-artikel. Dit is een analyse van een praktijkprobleem gerelateerd aan het Geneeskundig Proces en dient maatschappelijk relevant te zijn.
Onderwijsvorm
• Hoorcollege • Werkcollege • Practicum/training
Beoordeling
• Review • Onderzoeksvoorstel
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
1
Periode
2
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
28
Rubriek
Omschrijving
Titel
Onderzoeker-2
Titel in het engels
Applied research-2
Code
PHL25ONZ2
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
7 EC
Competentienaam
Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Onderzoeker
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Onderzoeker-1 met voldoende resultaat hebben afgerond
Niveau
Gevorderd
Inhoud
Tijdens de module Onderzoeker-2 worden op basis van een eigen onderzoeksvraag van de student gegevens verzameld en verwerkt en leert de student welke conclusies aan de resultaten kunnen worden verbonden. Een en ander wordt gepresenteerd in de vorm van een afstudeerverslag of een wetenschappelijk artikel, een abstract hierover in het Nederlands en het Engels, en een wetenschappelijke poster met presentatie tijdens een speciaal hiervoor georganiseerd congres.
Onderwijsvorm
• • • •
Beoordeling
• Onderzoeksverslag • Abstract (nederlands / engels) • Presentatie
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
2
Periode
2
Hoorcollege Werkcollege Practicum/training Individuele begeleiding
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
29
Rubriek
Omschrijving
Titel
Coördinatie Medisch Beleid-1
Titel in het engels
Coördination Medical Policy-1
Code
PHL16CMB1
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
2 EC
Competentienaam
Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Organisator (Manager), Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Onderzoeker
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Inleidend
Inhoud
Coördinatie medisch beleid bestaat uit twee gedeeltes: deel 1 in het eerste studiejaar en deel 2 in het tweede studiejaar. De student identificeert zich met een behandelproces of Diagnose-BehandelCombinatie (DBC) waarin de behoefte van patiënten op het gebied van medische zorg en –dienstverlening van een organisatie-eenheid, bijvoorbeeld een afdeling of praktijk, in kaart zijn gebracht. Vervolgens is er sprake van herontwerp (herschikking van taken), gevolgd door de implementatie van het herontwerp. Kennis over beleidsproblemen, kennis op het gebied van procesanalyse en kennis over veranderingen in organisaties komen in werkcolleges aan de orde. In de module Coördinatie Medisch Beleid-1 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een implementatieplan.
Onderwijsvorm
• Hoorcollege • Werkcollege • Practicum/training
Beoordeling
• Professioneel product (implementatieplan)
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
1
Periode
3
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
30
Rubriek
Omschrijving
Titel
Coördinatie Medisch Beleid-2
Titel in het engels
Coördination Medical Policy-2
Code
PHL26CMB2
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
3 EC
Competentienaam
Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Organisator (Manager), Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Onderzoeker
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Coördinatie Medisch Beleid-1 met voldoende resultaat hebben afgerond
Niveau
Verdiepend
Inhoud
Coördinatie medisch beleid bestaat uit twee gedeeltes: deel 1 in het eerste studiejaar en deel 2 in het tweede studiejaar. De student identificeert zich met een behandelproces of Diagnose-BehandelCombinatie (DBC) waarin de behoefte van patiënten op het gebied van medische zorg en –dienstverlening van een organisatie-eenheid, bijvoorbeeld een afdeling of praktijk, in kaart zijn gebracht. Vervolgens is er sprake van herontwerp (herschikking van taken), gevolgd door de implementatie van het herontwerp. Kennis over beleidsproblemen, kennis op het gebied van procesanalyse en kennis over veranderingen in organisaties komen in werkcolleges aan de orde. In de module Coördinatie Medisch Beleid-2 wordt het implementatieplan daadwerkelijk ingevoerd.
Onderwijsvorm
• Hoorcollege • Werkcollege • Practicum/training
Beoordeling
• Professioneel product (uitvoering implementatieplan)
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
2
Periode
1
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
31
Rubriek
Omschrijving
Titel
Leren in de praktijk-1
Titel in het engels
Practical training-1
Code
PHL16PRA1
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
28 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Organisator (Manager), Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Onderzoeker, Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Inleidend
Inhoud
De MPA is een duale opleiding; tweederde van de studiebelasting wordt besteed aan leren in de praktijk en een derde aan het volgen van onderwijs aan de hogeschool. Het leren in de praktijk vindt hoofdzakelijk plaats in de eigen werkomgeving, zodat studenten zich kunnen verdiepen in het uitstroomprofiel van hun keuze. Daartoe hebben de studenten een leerarbeids-overeenkomst van minimaal 32 uur per week als Physician Assistant in opleiding, met als doel de noodzakelijke competenties te verwerven. Een medisch specialist als leermeester is een noodzakelijk voorwaarde voor het bewaken van het leerproces en voor het geven van medisch onderwijs in de praktijk. De eigen werkplek geldt als een krachtige leeromgeving waarin kennis wordt toegepast en vaardigheden geoefend worden. Specifieke vaardigheden worden verworven in de eigen werksituatie of indien nodig in korte stages gerelateerd aan de afzonderlijke modulen Geneeskundig Proces. De korte klinische stages, waarvan de studiebelasting valt onder “leren in de praktijk”, worden door studenten zelf geregeld. De competentieontwikkeling en de bewijzen van kunnen daarbij worden zorgvuldig bijgehouden in het portfolio, zodat aan het einde van elke praktijkperiode beoordeeld kan worden of de door de student in zijn competentie-ontwikkelplan gestelde doelen behaald zijn. Uit het portfolio moet onder meer blijken dat de student in staat is tot transfer van kennis en vaardigheden tussen de drie uitstroomprofielen. De taken en verantwoordelijkheden van de student, de leermeester, de werkorganisatie en de coach vanuit de opleiding zijn vastgelegd in de handleiding “Leren in de praktijk”.
Onderwijsvorm
• Stage/werk • Individuele begeleiding • Intervisie
Beoordeling
• Portfolio assessment
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
1
Periode
1, 2, 3
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
32
Rubriek
Omschrijving
Titel
Leren in de praktijk-2
Titel in het engels
Practical training-2
Code
PHL25PRA2
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
42 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Organisator (Manager), Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Onderzoeker, Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Leren in de praktijk-1 met voldoende resultaat hebben afgerond
Niveau
Verdiepend
Inhoud
De MPA is een duale opleiding; tweederde van de studiebelasting wordt besteed aan leren in de praktijk en een derde aan het volgen van onderwijs aan de hogeschool. Het leren in de praktijk vindt hoofdzakelijk plaats in de eigen werkomgeving, zodat studenten zich kunnen verdiepen in het uitstroomprofiel van hun keuze. Daartoe hebben de studenten een leerarbeids-overeenkomst van minimaal 32 uur per week als Physician Assistant in opleiding, met als doel de noodzakelijke competenties te verwerven. Een medisch specialist als leermeester is een noodzakelijk voorwaarde voor het bewaken van het leerproces en voor het geven van medisch onderwijs in de praktijk. De eigen werkplek geldt als een krachtige leeromgeving waarin kennis wordt toegepast en vaardigheden geoefend worden. Specifieke vaardigheden worden verworven in de eigen werksituatie of indien nodig in korte stages gerelateerd aan de afzonderlijke modulen Geneeskundig Proces. De korte klinische stages, waarvan de studiebelasting valt onder “leren in de praktijk”, worden door studenten zelf geregeld. De competentieontwikkeling en de bewijzen van kunnen daarbij worden zorgvuldig bijgehouden in het portfolio, zodat aan het einde van elke praktijkperiode beoordeeld kan worden of de door de student in zijn competentie-ontwikkelplan gestelde doelen behaald zijn. Uit het portfolio moet onder meer blijken dat de student in staat is tot transfer van kennis en vaardigheden tussen de drie uitstroomprofielen. De taken en verantwoordelijkheden van de student, de leermeester, de werkorganisatie en de coach vanuit de opleiding zijn vastgelegd in de handleiding “Leren in de praktijk”.
Onderwijsvorm
• Stage/werk • Individuele begeleiding • Intervisie
Beoordeling
• Portfolio assessment
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
2
Periode
1, 2
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
33
Rubriek
Omschrijving
Titel
Leren in de praktijk-3
Titel in het engels
Practical training-3
Code
PHL35PRA3
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
16 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Organisator (Manager), Gezondheidsbevorderaar (Belangenbehartiger), Onderzoeker, Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Leren in de praktijk-2 met voldoende resultaat hebben afgerond
Niveau
Gevorderd
Inhoud
De MPA is een duale opleiding; tweederde van de studiebelasting wordt besteed aan leren in de praktijk en een derde aan het volgen van onderwijs aan de hogeschool. Het leren in de praktijk vindt hoofdzakelijk plaats in de eigen werkomgeving, zodat studenten zich kunnen verdiepen in het uitstroomprofiel van hun keuze. Daartoe hebben de studenten een leerarbeids-overeenkomst van minimaal 32 uur per week als Physician Assistant in opleiding, met als doel de noodzakelijke competenties te verwerven. Een medisch specialist als leermeester is een noodzakelijk voorwaarde voor het bewaken van het leerproces en voor het geven van medisch onderwijs in de praktijk. De eigen werkplek geldt als een krachtige leeromgeving waarin kennis wordt toegepast en vaardigheden geoefend worden. Specifieke vaardigheden worden verworven in de eigen werksituatie of indien nodig in korte stages gerelateerd aan de afzonderlijke modulen Geneeskundig Proces. De korte klinische stages, waarvan de studiebelasting valt onder “leren in de praktijk”, worden door studenten zelf geregeld. De competentieontwikkeling en de bewijzen van kunnen daarbij worden zorgvuldig bijgehouden in het portfolio, zodat aan het einde van elke praktijkperiode beoordeeld kan worden of de door de student in zijn competentie-ontwikkelplan gestelde doelen behaald zijn. Uit het portfolio moet onder meer blijken dat de student in staat is tot transfer van kennis en vaardigheden tussen de drie uitstroomprofielen. De taken en verantwoordelijkheden van de student, de leermeester, de werkorganisatie en de coach vanuit de opleiding zijn vastgelegd in de handleiding “Leren in de praktijk”.
Onderwijsvorm
• Stage/werk • Individuele begeleiding • Intervisie
Beoordeling
• Portfolio assessment
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
3
Periode
1
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
34
Rubriek
Omschrijving
Titel
Stage uitstroomprofiel-1
Titel in het engels
Graduation profile-1
Code
PHL37STA1
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
5 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Gevorderd
Inhoud
Aan het einde van de opleiding loopt de Physician Assistant twee stages in de twee uitstroomprofielen waarin hij niet zelf werkzaam is en gespecialiseerd wordt opgeleid. Deze stages worden door de student in samenspraak met de leermeester uitgekozen en vervolgens voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. Het competentie-ontwikkelplan in het portfolio van de student is richtinggevend voor de keuze van de stages. De stagebegeleiders in de instellingen waar de student zijn stages loopt beoordelen de student aan de hand van door de opleiding vastgelegde criteria.
Onderwijsvorm
• Stage/werk • Individuele begeleiding • Intervisie
Beoordeling
• Portfolio assessment
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
3
Periode
1
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
35
Rubriek
Omschrijving
Titel
Stage uitstroomprofiel-2
Titel in het engels
Graduation profile-2
Code
PHL37STA2
Cursusjaar
2013-2014
Studielast
5 EC
Competentienaam
Medisch deskundige, Communicator, Samenwerker (Teamwerker), Professional
Doelgroep/soort onderwijs
Verplicht onderdeel voor studenten opleiding Master Physician Assistant
Instapvoorwaarden
Geen
Niveau
Gevorderd
Inhoud
Aan het einde van de opleiding loopt de Physician Assistant twee stages in de twee uitstroomprofielen waarin hij niet zelf werkzaam is en gespecialiseerd wordt opgeleid. Deze stages worden door de student in samenspraak met de leermeester uitgekozen en vervolgens voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. Het competentie-ontwikkelplan in het portfolio van de student is richtinggevend voor de keuze van de stages. De stagebegeleiders in de instellingen waar de student zijn stages loopt beoordelen de student aan de hand van door de opleiding vastgelegde criteria.
Onderwijsvorm
• Stage/werk • Individuele begeleiding • Intervisie
Beoordeling
• Portfolio assessment
Studiemateriaal
Zie literatuurlijst
Voertaal
Nederlands
Studiejaar
3
Periode
1
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
36
4.2
Literatuurlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Baarda, D.B., Goede, M.P.M. de, Dijkum, C., van (2011). Basisboek statistiek met SPSS. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. ISBN 9789001797911. Bakker, E., Buuren, H. van. (2009). Onderzoek in de gezondheidszorg. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers. ISBN 9789001773076. Beek, B. van de, Schaub-de Jong, M. Intervisie Leren, een methode voor professionele ontwikkeling. 2e herziene druk. Boom Lemna. ISBN 9789047301288. Bos, G.A.M. van den, Danner, S.A., Haan, R.J. de, Schadé, E. (Red.) (2000). Chronisch zieken en gezondheidszorg. Maarssen: Reed Business. ISBN 9789035222267. Bonjer, H.J. e.a. (2002). Chirurgie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031336036. Bouter, L.M., van Dongen, M.C.J.M., Zielhuis, G.A. (2005). Epidemiologisch onderzoek.. Opzet en interpretatie. 6e herziene druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031378135. Dassen, Th. W.N., Keuning, F.M. (2009). Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties. Baarn: HB uitgevers. ISBN: 9789006978063. Dorr D.C. (2006) 4e druk. Presteren met processen. Deventer: Kluwer. ISBN 9789013038934. Ensing, G.T. Knobben B.A.S., Houweling S.T. Verhaar J.A.N. Horn van J.R. (2004) Probleemgeoriënteerd denken in de orthopedie. Utrecht; de Tijdstroom. ISBN 9789058980601. Etten-Jamaludin, F. van, Deurenberg, R. (2010). Praktische handleiding Pubmed, 3e druk. Houten: Bohn Staflue van Loghum. ISBN: 9789031383139. Eulderink, F., Heeren, T.J. (2004). 4e druk. Inleiding Gerontologie en Geriatrie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031342648 Franssen, M., Soudijn, E. Het onderzoek van het oor, de neus, de mond, de keel en de hals. (2005) Maastricht: Mediview. ISBN 9077201068 Gooszen, H.G. e.a. (2006). Leerboek Chirurgie Editie 2006. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031344642. Grundmeijer, H.G.L.M., Reenders, K., Rutten, G.E.H.M. (2004). 3e druk 2009/05. Het geneeskundig proces. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. ISBN 9789035230651 Jongh, T.O.H. de, et al (2010), Fysische diagnostiek Het lichamelijk onderzoek en zijn betekenis. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031352265. Jongh, T.O.H. de, Vries, H. de, Grundmeijer, H.G.L.M. (2005). Diagnostiek van alledaagse klachten. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031344079. Jongh, T.O.H. de, e.a. (2012). Praktische vaardigheden voor aanvullende diagnostieken therapie.Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031388974. Kaptein, A., Garssen, B., Dekker, J., e.a. (2006). 2e druk. Psychologie en geneeskunde, Houten/ Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031347254. Kuks, J.B.M., Snoek J.W., (2012) 17e druk. Klinische Neurologie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031392162. Kuks, J.B.M., Snoek J.W., Fock J.M. (2004) 15e druk. Praktische Neurologie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031342655. Kuijpers, R.W.A.M., Vingerling, J.R., ( 2007) 3e druk. Zakboek oogheelkunde. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. ISBN 9035226704.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
37
22. Lullmann van (2005), 2e druk., Sesam Atlas van de Farmacologie. HB Uitgevers, ISBN 9789055744725. 23. Martini, F.H., William C., Ober, M.D. (2005). 7e druk. Fundamentals of anatomy and physiology. New Jersey: Prentice Hall Inc. ISBN 9780321315229. 24. Meer, J. van der, Stehouwer, C.D.A. (2005). 13e druk. Interne geneeskunde. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031341788. 25. Molen, H.T., van der, Perreijn, S., Hout, M.A., van den (2007). Klinische Psychologie. 2de druk Wolters Noordhof. ISBN 9789001400026 26. Offringa, M, Assendelft, W.J.J., Scholten, R.J.P.M. (2008), 3e druk, Inleiding in evidence based medicine. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031353200 27. Petrie, A. & Sabin C., (2005), 3e druk, Medical Statistics at a Glance. Oxford: Blackwell Publishers. ISBN: 9781405180511. 28. Sillevis Smitt, J.H., Everdingen, J.E.E., Haan, M. de, Starink, Th. M. (2003) 8e druk. Dermato venereologie voor de eerste lijn. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum, ISBN: 9789031353194 2009/04. 29. Staveren, R. van. (2010). Patiëntgericht communiceren. Gids voor de medische praktijk. Utrecht: de Tijstroom. ISBN: 9789058981806. 30. Thijs, L.G., Delooz, H.H., Goris, R.J.A. (Red.) (2009). 7e druk. Acute geneeskunde., ISBN: 9789035230828. 31. Ufkes, J.G.R. (red), e.a.. Pharmacotherapie op recept. Alphen a/d Rijn: Van Zuiden Communications. (www.zuidencom.nl) ISBN 9789085231264. 32. Velde, C.J.H. van de, Bosman, F.T., Wagener, D.J.Th. (2005) 7e druk. Oncologie. Houten/ Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031341771.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
38
5.
Toelatingseisen
5.1
Vooropleidingseisen
Aspirant studenten beschikken over een afgeronde gezondheidszorgopleiding op HBO-niveau en minimaal twee jaar werkervaring in de directe patiëntenzorg. De MPA is bedoeld voor paramedici, verpleegkundigen en andere werkers in de gezondheidszorg zoals anesthesiemedewerkers en operatieassistenten. Ook doctoraal studenten geneeskunde kunnen instromen. De instroomeisen voor de opleiding MPA zijn: afgeronde HBO-opleiding op het gebied van de gezondheidszorg; registratie in relevant register (indien van toepassing); minimaal twee jaar relevante praktijkervaring; een leerarbeidsovereenkomst van tenminste 32 uur en een leermeester. Procedure Op elke potentiële opleidingsplaats wordt een toelatingsgesprek gevoerd. Gesprekpartners hierbij zijn de leermeester(s), de potentiële PA i.o., een leidinggevende en een docent van de opleiding MPA in de rol van coach. De studieloopbaanbegeleiding van de student start feitelijk bij het toelatingsgesprek. Voorafgaand aan het gesprek vult de student een studieloopbaanbegeleidingsformulier in. Tijdens het toelatingsgesprek wordt gesproken over de vooropleiding van de student, de werkervaring, de motivatie, de leervaardigheden en het beroepsbeeld en de verwachtingen ten aanzien van de opleiding. Andere gespreksonderwerpen zijn: de opleidingsplaats als krachtige leeromgeving, het functieprofiel van de PA (i.o.), de rol van de leermeester, de opleidingsfunctionaris en de coach van de opleiding. Instroomassessment Voor potentiële studenten die niet voldoen aan de minimale toelatingseisen bestaat de mogelijkheid om door middel van een assessment aan te tonen dat zij op basis van eerdere werk- en leerervaringen over een HBO werk- en denkniveau beschikken. Het instroomassessment wordt landelijk uitgevoerd door een extern bureau, bureau Lancae te Arnhem. Het assessment bestaat uit een capaciteitenonderzoek, met als doel de cognitieve capaciteiten in kaart te brengen, en een persoonlijkheidsvragenlijst, waarmee een aantal kritische factoren worden onderzocht die van belang zijn in de motivatie en doorzettingsvermogen van de potentiële PA i.o.. Vrijstellingen Studenten die van mening zijn in aanmerking te komen voor vrijstellingen kunnen hiertoe voor aanvang van de desbetreffende onderwijseenheid een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie van de opleiding PA.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
39
6.
Tentamens
6.1
Volgtijdelijkheid tentamens
Het examen bestaat uit een onderzoek naar de mate waarin de competenties van de opleiding door de student zijn verworven. Dat onderzoek bestaat uit de 16 tentamens / proeven van bekwaamheid. (11 modulen, 3 eindgesprekken en 2 stages). In iedere modulehandleiding is beschreven hoe de student het tentamen / de proeve van bekwaamheid met goed gevolg kan afsluiten. De tentamens kunnen steeds na afloop van een onderwijsperiode worden afgelegd. De duur van de opleiding is twee en half jaar. Alle proeven van bekwaamheid dienen binnen deze studieperiode te worden afgerond. Verlenging van de studieduur is mogelijk na schriftelijk verzoek daartoe aan de examencommissie. De bekostiging van de ministeries van VWS en OC&W stopt na de reguliere studietijd van twee en een half jaar. • Het met goed gevolg afgelegd hebben van het tentamen Coördinatie Medisch Beleid-1 is voorwaarde om toegelaten te worden tot het tentamen Coördinatie Medisch Beleid-2; • Het met goed gevolg afgelegd hebben van het tentamen Onderzoeker-1 is voorwaarde om toegelaten te worden tot het tentamen Onderzoeker-2; • Het met goed gevolg afgelegd hebben van het tentamen Leren in de praktijk-1 is voorwaarde om toegelaten te worden tot het tentamen Leren in de praktijk-2; • Het met goed gevolg afgelegd hebben van het tentamen Leren in de praktijk-2 is voorwaarde om toegelaten te worden tot het tentamen Leren in de praktijk-3. 6.2
Aantal herkansingen
Voor tentamens / proeven van bekwaamheid geldt het volgende: • De beoordelingscriteria van de tentamen / proeven van bekwaamheid worden door de examencommissie vastgesteld. Studenten worden van tevoren op de hoogte gebracht van de beoordelingscriteria. Deze zijn beschreven in de handleidingen van de verschillende modulen. • Een 5,5 of hoger wordt beoordeeld als een voldoende resultaat; alle resultaten beneden een 5,5 worden beoordeeld als een onvoldoende resultaat. en dienen te worden herkanst. Dit geldt niet alleen voor het hele tentamen / de proeve van bekwaamheid, maar ook voor afzonderlijke onderdelen hiervan. De examencommissie bepaalt de wijze van herkansing. De student dient de herkans uiterlijk 4 weken na de datum van de uitslag van de onvoldoende proeve in te leveren. Dit geldt ook voor de tweede herkans. 6.3
Fraude
Indien er fraude wordt geconstateerd zal dit aan de examencommissie van de Master Physician worden voorgelegd en zal de examencommissie een sanctie opleggen. Fraude kan inhouden dat passages uit andermans werk (artikelen, werkstukken, boeken of andere bronnen) zijn overgeschreven (plagiaat) of dat een medestudent een student de gelegenheid geeft om over te schrijven. De opleiding MPA maakt gebruikt van een plagiaatscanner om plagiaat in teksten van studenten aan het licht te brengen. © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
40
7.
Stages
Aan het einde van de opleiding loopt de Physician Assistant i.o. twee stages in de twee uitstroomprofielen waarin hij niet zelf werkzaam is en gespecialiseerd wordt opgeleid. Deze stages worden door de student in samenspraak met de leermeester uitgekozen en vervolgens voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. Het competentie-ontwikkelplan in het portfolio van de student is richtinggevend voor de keuze van de stages. De stagebegeleiders in de instellingen waar de student zijn stages loopt beoordelen de student aan de hand van door de opleiding vastgelegde criteria. 8.
Aanwezigheidsplicht
De opleiding MPA kent geen aanwezigheidsplicht.
9.
Studiebegeleiding
De studieloopbaanbegeleiding van de student start feitelijk bij het toelatingsgesprek. Voorafgaand aan het gesprek vult de student een studieloopbaanbegeleidingsformulier in. Tijdens het toelatingsgesprek wordt gesproken over de vooropleiding van de student, de werkervaring, de motivatie, de leervaardigheden en het beroepsbeeld en de verwachtingen ten aanzien van de opleiding. Andere gespreksonderwerpen zijn: de opleidingsplaats als krachtige leeromgeving, het functieprofiel van de PA (i.o.), de rol van de leermeester, de opleidingsfunctionaris en de coach van de opleiding. Bij aanvang van de opleiding krijgt de student een coach toegewezen, die hem gedurende de gehele opleiding begeleidt. De student kan niet alleen bij de coach terecht voor zaken die zijn studie betreffen, maar indien nodig ook voor onderwerpen van meer persoonlijke aard. De coach ondersteunt de student bij het maken van zijn competentie-ontwikkelplan en portfolio, en voert voortgangsgesprekken met de student en diens leermeester. Een maal per ongeveer 6 weken komen de door 1 coach begeleide studenten bijeen in een intervisiegroep. Hier kunnen studenten te bespreken critical incidents inbrengen en met elkaar ervaringen m.b.t. werk en studie uitwisselen. Studenten waarbij sprake is van een lichamelijke of zintuiglijke handicap kunnen een verzoek richten aan de examencommissie tot het afleggen van een aangepast tentamen. De wijze waarop aanpassingen in de tentaminering worden aangepast is afhankelijk van de aard en de ernst van de handicap van de student en zullen dus ook door de examencommissie in samenspraak met de student op maat worden gemaakt.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
41
Examenregeling
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
42
Examenregeling voor de Masteropleidingen van de Hanzehogeschool Groningen (Vastgesteld door het College van Bestuur op 10 juni 2013) Artikel 1 Algemene bepalingen 1.1 Deze examenregeling vormt samen met de onderwijsregeling de onderwijs- en examenregeling van de Masteropleiding. 1.2 Onder een tentamen wordt in deze examenregeling verstaan: een onderzoek naar kennis, inzicht en/of vaardigheden van de student. Een tentamen kan de vorm aannemen van een schriftelijk, mondeling of computertentamen, een tentamen door middel van een practicum, een praktijktentamen, assessment, (project-) opdracht, groepsopdracht of door middel van een andere door de examencommissie goedgekeurde vorm van toetsing. 1.3 Voor de toepassing van deze regeling wordt een schriftelijk verzoek of een schriftelijke mededeling gelijkgesteld met een verzoek of mededeling die langs elektronische weg wordt bekendgemaakt. 1.4 Waar in deze examenregeling sprake is van studiepunten worden European Credits bedoeld. Eén studiepunt of European Credit vertegenwoordigt 28 uren studielast. 1.5 Indien zich bij de toepassing van deze examenregeling onbillijkheden van overwegende aard voordoen, kan de examencommissie in afwijking van het bepaalde in die regelingen doen wat hem geraden voorkomt. 1.6 In de gevallen waarin de examenregeling of het tentamenprotocol niet voorziet, beslist de examencommissie. Artikel 2 Onderwijsprogramma 2.1 De inrichting van het studiejaar en de organisatie van het onderwijs alsmede de jaarplanning van de Masteropleiding worden in de onderwijsregeling beschreven. 2.2 Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De studielast van de onderwijseenheden wordt uitgedrukt in hele studiepunten / EC’s. De studielast van de gehele Masteropleiding wordt vermeld in de onderwijsregeling. 2.3 De onderwijseenheden die tot de Masteropleiding behoren zijn opgenomen in een studiepuntentabel die onderdeel uitmaakt van de onderwijsregeling. Het aantal studiepunten dat aan de verschillende onderwijseenheden van de studiepuntentabel is toegekend correspondeert met de studielast die voor de onderwijseenheden is vastgesteld. 2.4 Indien voor een onderwijseenheid instapvoorwaarden gelden, wordt dit vermeld in de onderwijsregeling. Artikel 3 Onderwijsregeling 3.1 De onderwijsregeling geeft een beschrijving van de inhoud van de Masteropleiding en van de onderwijseenheden waarui deze bestaat. Teven geeft de onderwijsregeling een beschrijving van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die de student bij beëindiging van de Masteropleiding moet hebben verworven. 3.2 Waar sprake is van praktische oefeningen, worden deze in de onderwijsregeling beschreven. 3.3 De onderwijsregeling vermeldt het aantal, de volgordelijkheid van de tentamens alsmede de momenten dat zij kunnen worden afgelegd. Tevens bepaalt de onderwijsregeling of de tentamens mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd, en de openbaarheid van
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
43
3.4
mondelinge tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie om ter zake van deze onderwerpen in bijzondere gevallen anders te bepalen. De onderwijsregeling vermeldt de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de tentamens af te leggen.
Artikel 4 Examen 4.1. Indien de tentamens van de bij de Masteropleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen behaald. Artikel 5 Tentamens 5.1 Aan iedere onderwijseenheid zijn één of meer tentamens verbonden. In de onderwijsregeling wordt per onderwijsperiode bepaald, welk aantal tot die periode behorende tentamens ten hoogste kunnen worden afgenomen. 5.2 Een tentamenresultaat leidt tot een geregistreerde beoordeling. De aan een tentamen verbonden studiepunten worden toegekend als het tentamen is behaald. Er is geen compensatie mogelijk tussen de resultaten van tentamens. 5.3 In de onderwijsregeling kan worden bepaald dat de student zich voor een tentamen dient in te schrijven om deel te kunnen nemen aan dat tentamen. Artikel 6 Geldigheidsduur 6.1 De geldigheidsduur van examens en resultaten van tentamens is onbeperkt. 6.2 Voor de student die ononderbroken aan de Masteropleiding heeft ingeschreven gestaan, kan aan de geldigheidsduur van toegekende studiepunten en vrijstellingen geen beperkingen worden gesteld, tenzij de inschrijving de periode van de nominale studieduur, vermeerderd met een jaar, overschrijdt. 6.3 In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan aan de geldigheidsduur van toegekende studiepunten en vrijstellingen voor de student die ononderbroken aan de Masteropleiding Architectuur heeft ingeschreven gestaan geen beperkingen worden gesteld, tenzij de inschrijving de periode van de nominale studieduur, vermeerderd met twee jaar, overschrijdt. Artikel 7 Tentamenuitslag 7.1 De uitslag van een tentamen wordt vastgesteld door de desbetreffende examinator(en). Indien de uitslag van een tentamen door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. De examencommissie stelt richtlijnen vast ten aanzien van de wijze waarop het cijfer tot stand komt indien er sprake is van twee of meer examinatoren, waarbij deze richtlijnen tevens kunnen inhouden wanneer en op welke wijze een derde examinator wordt ingeschakeld. 7.2 Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twintig werkdagen na afloop van een tentamen en uiterlijk vijf werkdagen vóór een eventuele herkansing, wordt het resultaat van de beoordeling vastgesteld en aan de student bekend gemaakt. Tenzij de examencommissie anders beslist, wordt de uitslag van een mondeling tentamen bekend gemaakt op dezelfde dag als het tentamen werd afgenomen. 7.3 De uitslag van tentamens kan langs elektronische weg worden bekend gemaakt. 7.4 De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel een kwalificatie waaruit blijkt dat een resultaat voldoende is, dan wel blijk geeft van een onvoldoende resultaat. Een 5,5 of hoger wordt beoordeeld als een voldoende © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
44
resultaat, alle resultaten beneden een 5,5 worden beoordeeld als een onvoldoende resultaat. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer 1 of de kwalificatie onvoldoende. Artikel 8 Inzage tentamenwerk 8.1 De examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte schriftelijke werk kan inzien binnen vijfentwintig werkdagen na de laatste dag van de onderwijsperiode en uiterlijk vijf werkdagen voor een eventuele herkansing wordt aangeboden. Een student kan alleen inzage worden geboden in het schriftelijke werk in het bijzijn van de examinator of diens plaatsvervanger. De student wordt daarbij tevens in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van gestelde vragen en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 8.2 Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien de organisatie van het onderwijs een dergelijke planning van de inzage niet mogelijk maakt. De Dean voorziet alsdan in een andere wijze van het bieden van inzage van tentamenwerk. Deze wijze voorziet er in dat de inzage uiterlijk vijf werkdagen voor een eventuele herkansing wordt aangeboden. De regeling wordt opgenomen in de onderwijsregeling. 8.3 De inzage of kennisneming geschiedt op een vooraf vastgestelde en bekendgemaakte plaats en tijdstip. Artikel 9.1 9.2 9.3 9.4
9 Herkansingen Bij deelname aan een herkansing van enig tentamen is het hoogst behaalde resultaat geldig. Een schriftelijk afgelegd tentamen kan tenminste één keer per studiejaar worden herkanst. Andere tentamens dan onder 10.2 bedoeld kunnen worden herkanst volgens de wijze zoals omschreven in de onderwijsregeling voor de desbetreffende onderwijseenheid. Indien in een studiejaar wordt vastgesteld dat een onderwijseenheid of een deel daarvan in de daarop volgende studiejaren niet langer wordt aangeboden, dan wel ingrijpend zal worden gewijzigd, wordt aan belanghebbenden voor het eind van het daaraan voorafgaande studiejaar ten minste éénmaal een extra gelegenheid geboden om het desbetreffende tentamen of de desbetreffende tentamens af te leggen. De mogelijkheid tot herkansing wordt ten minste drie maanden daaraan voorafgaand bekend gemaakt.
Artikel 10 Vrijstellingen 10.1 De examencommissie kan aan een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens, op grond van een assessment, of van het bezit van een akte, diploma, getuigschrift of ander geschrift waarmee de student kan aantonen reeds aan de vereisten van het tentamen, te hebben voldaan. In de onderwijsregeling kunnen regels van procedurele aard worden gegeven over het aanvragen van vrijstellingen. 10.2 Indien een examencommissie de gevraagde vrijstelling verleent, zendt de commissie de verzoeker binnen vier weken, gerekend vanaf de dag van ontvangst van het verzoek, een bewijs van vrijstelling. Dit bewijs vermeldt de datum waarop de vrijstelling is verleend en het tentamen of de tentamens waarop de vrijstelling van toepassing is. Het bewijs van een vrijstelling wordt ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. 10.3 De examencommissie is bevoegd vrijstelling te verlenen van de verplichting tot het deelnemen aan de praktische oefeningen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
45
10.4
In de onderwijsregeling kan worden bepaald dat ten aanzien van daarin benoemde onderwijseenheden geen vrijstelling kan worden verleend van het afleggen van daaraan verbonden tentamens.
Artikel 11 Getuigschrift 11.1 Indien alle tentamens van de tot de Masteropleiding behorende onderwijseenheden zijn behaald, stelt de examencommissie vast dat het examen met goed gevolg is afgelegd. Het getuigschrift wordt door de examencommissie uitgereikt, nadat de Dean heeft verklaard dat aan de procedurele vereisten voor afgifte van het getuigschrift is voldaan. Het getuigschrift is gesteld in de taal waarin de opleiding volgens vaststelling door het College van Bestuur wordt gegeven. 11.2 Op het getuigschrift behorende bij het afsluitende examen wordt in ieder geval vermeld: - welke opleiding het betreft; - welke onderdelen het examen bevatte; - in voorkomende gevallen, welke bevoegdheid daaraan is verbonden; - welke graad is verleend; - de laatste accreditatietermijn van de opleiding; - indien van toepassing: het met goed gevolg afgelegde honours talentprogramma; - indien van toepassing: Cum Laude, zoals bedoeld in artikel 12. 11.3 11.4
Bij het getuigschrift behorende bij het afsluitende examen wordt een cijferlijst gevoegd en een diplomasupplement. Het diplomasupplement is gesteld in de Engelse taal. Op verzoek van de student wordt door de studentenadministratie tegen een vergoeding andermaal een diplomasupplement, een cijferlijst alsmede een gewaarmerkte kopie van het getuigschrift verstrekt.
Artikel 12 Met lof 12.1 De examencommissie kan aan de uitslag van het examen het judicium “met lof” verbinden, waarbij het totaal van de resultaten moet voldoen aan de volgende voorwaarden: a. niet meer dan een derde deel van het totaal aantal studiepunten binnen het betreffende examen is verkregen door middel van vrijstellingen; b. de onderwijseenheden waar gewerkt wordt met de kwalificatie voldoende / onvoldoende moeten binnen de nominale studieduur met minimaal een voldoende zijn afgesloten; c. waar gewerkt wordt met cijfers moet het gemiddelde van de resultaten met ten minste een 8,0 zijn afgesloten, mag geen der cijfers lager dan 7,0 bedragen en dient de student binnen de nominale studieduur te zijn afgestudeerd. Het gemiddelde zoals bedoeld in het vorige lid onder c. wordt berekend via een Weighted Grade Average systematiek, die ertoe strekt dat een gewogen gemiddelde wordt berekend waarbij de weegfactor wordt gevormd door de omvang van de onderwijseenheid in ECTS-credits. 12.2 Onverminderd het bepaalde in het vorige lid kan in de onderwijsregeling worden bepaald dat een bepaalde onderwijseenheid met ten minste een 8,0 is afgesloten. 12.3 De student aan wie door de examencommissie een maatregel is opgelegd waarbij aan die student het recht is ontnomen om één of meer tentamens of examens aan de instelling af te leggen, kan geen rechten doen gelden op het judicium “Cum Laude”. Artikel 13 Rechtsbescherming 13.1 De student kan tegen beslissingen inzake de uitvoering van de examenregeling in beroep gaan bij het College van Beroep voor Studenten. © 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
46
Uit het tentamenprotocol studenten (hoofdstuk 5 Studentenstatuut) Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat er op is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Onder fraude wordt tevens verstaan het handelen of nalaten van een student dat er op is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en de vaardigheden van een andere student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Plagiaat wordt ook aangemerkt als fraude. 2. Plagiaat is het overnemen van andermans werk en dat laten doorgaan voor eigen werk. In beginsel mag niet meer dan vijf procent van een tekst, bijlagen uitgezonderd, uit citaten bestaan, tenzij dat in de opdracht anders is bepaald. Citaten en parafraseringen dienen als zodanig duidelijk herkenbaar te zijn waarbij de juiste bron dient te worden vermeld. Bij een vermoeden van plagiaat wordt de examencommissie altijd op de hoogte gesteld. 3. In geval van fraude door de student kan de examencommissie maatregelen treffen die kunnen inhouden dat de student gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste één jaar wordt uitgesloten van deelname aan één of meer daarbij aan te wijzen tentamens of examens aan de instelling of delen daarvan af te leggen. 4. Bij herhaling van fraude kan de examencommissie een zwaardere maatregel treffen, met inachtneming van de maximale termijn zoals genoemd in het vorige lid. 5. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving van de student definitief beëindigen. 6. Voordat de examencommissie een beslissing neemt als bedoeld in het derde lid, stelt de commissie de student in de gelegenheid te worden gehoord. 7. In spoedeisende gevallen kan de examencommissie een voorlopige beslissing tot uitsluiting nemen op grond van een mondeling verslag van de examinator of de surveillant. Indien mogelijk wordt de student gehoord alvorens de voorlopige beslissing tot uitsluiting wordt genomen. De commissie draagt er zorg voor dat dit verslag terstond na afloop van het tentamen op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de student wordt verstrekt. 8. Indien de onregelmatigheid eerst na afloop van het examen wordt ontdekt, kan de examencommissie de student het getuigschrift onthouden of kan zij bepalen dat de betrokken student het getuigschrift slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de examencommissie aan te wijzen tentamens en op een door de examencommissie te bepalen wijze. Auteursrecht 1. De Hanzehogeschool Groningen doet geen aanspraak op het auteursrecht op afstudeeropdrachten. De Dean kan met de student overeenkomen dat de Hanzehogeschool Groningen wordt vrijgesteld van de copyright verplichtingen, die uit dat auteursrecht voortvloeien. 2. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid ontvangt de Hanzehogeschool Groningen een digitaal exemplaar van de afstudeeropdracht en, indien dat vooraf is overeengekomen, ander werk, hetgeen door de Hanzehogeschool Groningen mag worden aangewend voor publicatiedoeleinden.
© 2013- Hanzehogeschool - Academie voor Gezondheidsstudies – Master Physician Assistant – Onderwijs- en examenregeling 2013 - 2014
47