Onderwerpen levo brugklas CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Onderwerpen levo brugklas 2015-2016 Auteur

Ton

Laatst gewijzigd

23 June 2016

Licentie

CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Webadres

http://maken.wikiwijs.nl/63762

Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.

Inhoudsopgave levo 1. levenskaart maken 2. wat is levensbeschouwing 2.1 werkblad Wat is levensbeschouwing 2.2 dochandleiding

3.mandala ontwerpen en kleuren 4. Godshuizen/rituelen 5 levensboek maken 6. de ontmoeting 7. helpen, wie helpt 8 . leesopdracht leesopdracht leesopdracht mytische verhalen

9. mensen in hokjes. mensenrechten 10. vluchtelingen 11. levensvragen Over dit lesmateriaal

Pagina 1

Onderwerpen levo brugklas 2015-2016

levo

Pagina 2


1. levenskaart maken Jezelf voorstellen: een levenskaart maken (een A4-tje dubbelgevouwen) Doel Door te kijken naar de levenskaart van een ander leren leerlingen elkaar kennen. Ze leren ze wat hun klasgenoot mooi, leuk en belangrijk vindt en hoe ze tegen het leven aankijken. Benodigdheden 'kaart' kranten, tijdschriften gekleurd papier schaar, lijm eigen voorwerpen

Lesinhoud: Inleiding Als je jezelf voorstelt, kun je dat doen door je naam te noemen. Maar weet die ander dan wie je bent? Weet die ander dan hoe je in elkaar zit, wat jij belangrijk vindt? Waarschijnlijk is er meer over je te vertellen. Om aan je klasgenoot te laten zien wie jij bent, ga je de komende lessen een kaart samenstellen, die zowel aan de buitenkant als binnenin een heleboel over jou vertelt. Het wordt jouw ‘levenskaart’. Kern Welke stappen moet je zetten? Bedenk welke dingen bij jou passen. Dat kun je zo doen:

1.

Pagina 3


Je krijgt tekenpapier. Vouw die dubbel en teken hierop jouw naam op een manier die jij mooi vindt. Zorg ervoor dat je naam op de voorkant van de kaart past. 2.

Versier de achterkant. Denk bijvoorbeeld aan: een mooi gedicht, plaatjes uit tijdschriften, gekleurd papier of tekeningen met onderwerpen die jij mooi, leuk of belangrijk vindt.

3.

Nu vul je de binnenkant van de kaart met in totaal zes "afbeeldingen":

Twee dingen die iets vertellen over vroeger. Twee dingen die iets laten zien over jouw leven nu. Twee dingen die laten zien wat jij in de toekomst wilt doen, wat jij wilt bereiken. 4. Laat je kaart aan je klasgenoten zien. 5. Lever je kaart in bij de docent ter beoordeling. TON HGN

Pagina 4


2. wat is levensbeschouwing 2.1 werkblad Wat is levensbeschouwing Wat is levensbeschouwing? (klas 1),

Stelling

Wat denk je?

Wat zou jij doen?

1. Je weet dat je klasgenoot, jouw beste vriend(in), regelmatig gepest wordt.

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________ 2. Je buurman is thuis met een gebroken been. Hij kan de deur ___________________ niet uit om boodschappen te ___________________ doen. ___________________ ___________________

3. Je vindt een splinternieuwe telefoon.

___________________

De telefoon die jij zo graag wilde hebben!

___________________

___________________ ___________________ ___________________

___________________ ___________________ ___________________ ___________________ ___________________

___________________ ___________________ ___________________ ___________________ ___________________

4. Je weet dat je broer/zus elke ___________________ avond stiekem afspreekt met ___________________ zijn/haar vrienden. ___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

___________________

5. Beide ouders werken fulltime. Jij bent om half 3 vrij. Je merkt dat je moeder tot ’s avonds laat met het huishouden bezig is.

___________________ ___________________

2.2 dochandleiding Wat is levensbeschouwing? Doel Leerlingen leren wat het woord “levensbeschouwing” inhoudt.

Pagina 5


Leerlingen leren dat iedereen een levensbeschouwing heeft.

Benodigdheden Werkblad ‘Mijn levensbeschouwing’

Lesinhoud: Inleiding Het volgende vertel je in je eigen woorden aan je leerlingen: Mensen hebben een levensbeschouwing. Ze gebruiken die levensbeschouwing de hele dag door. Meestal weten ze dat zelf niet. Ze gebruiken hun levensbeschouwing vaak onbewust. Ook jij hebt een levensbeschouwing. Ook jij gebruikt je levensbeschouwing. Maar je weet nog helemaal niet wat een levensbeschouwing is. Dan kan je ook niet weten dat je er een hebt. En je weet dan ook niet hoe jouw levensbeschouwing eruitziet. Het is niet zo gemakkelijk om jou uit te leggen wat een levensbeschouwing is. Een levensbeschouwing geeft weer wat jij waardevol/belangrijk vindt in het leven. Maar dit is wel vaag. Kun jij je daar iets bij voorstellen. Met een voorbeeld willen we laten zien dat een levensbeschouwing heel iets gewoons is. Niet iets heel moeilijks. Jij hebt het en anderen in de klas ook. En jouw levensvisie is een andere als die van anderen in je klas. Je zou het de leerlingen op deze manier duidelijk kunnen maken. Als ik aan jou vraag: ‘Kun je lezen?’ Dan pak je een boek of een krant en lees je een stukje voor. Je geeft een voorbeeld en zo weet ik dat je kunt lezen. Als ik aan jou zou vragen: ‘Heb je een levensbeschouwing?’ en je kunt me een voorbeeld geven van je levensbeschouwing… dan weet je ook dat je er een hebt. Dus ik moet iets verzinnen om je een voorbeeld van je levensbeschouwing te laten geven. Ik gebruik daarvoor het toneelstukje van Fikkie. Dat is wel zo duidelijk… en daarop mogen jullie reageren. Toneelstukje.Fikkie Laat de leerlingen het werkblad ‘Mijn levensbeschouwing’ maken.

Pagina 6


3.mandala ontwerpen en kleuren

Wat is een mandala?

Mandala betekent letterlijk magische cirkel. Het woord stamt uit het Sanskriet. Een mandala is een cirkelvormige, symmetrische afbeelding met daarin andere symmetrische afbeeldingen, maar het is veel meer dan dat. De mandala is een symbool en een symbool verwijst naar een verborgen inhoud die men niet meteen herkent. Daardoor kan de mandala een middel zijn om kennis over te dragen, of men zich daarvan bewust is of niet. Door de mandala in gedachten binnen te gaan kan men kennis over zichzelf verwerven. Maar natuurlijk is een mandala ook gewoon mooi om te zien en te maken. Vooral het laatste werkt meditatief, en verschaft grote zelfkennis. Je kunt de mandala dus in feite zien als een soort plattegrond van ons menselijk bewustzijn. Daarom wordt het tekenen van mandala’s vaak als therapie voorgeschreven. Op zich lijkt een mandala makkelijker te maken dan hij is. Zeker als je hem zo symmetrisch mogelijk wilt maken. Alles wat getekend wordt vanuit een cirkelomtrek en weer terug, kan een mandala worden. Het werkelijke middelpunt van een cirkel is een punt. De punt symboliseert eenheid, heelheid, volmaaktheid en is bijna in alle vormen het symbool voor het Goddelijke. De punt is het begin van alles. Oorsprong

De mandala vindt zijn oorsprong in het de oosterse religies boeddhisme en

hindoeisme. Hoewel de mandala van oorsprong Oosters is, heeft het zijn wortels in bijna iedere cultuur. In veel oude culturen komen we het gebruik van de cirkel tegen. Ook als symbool voor de zon, de wereld en de kosmos. Op allerlei rotstekeningen, graven en muren vinden we de cirkel als symbool. Over de hele wereld zijn er dan ook mandala's te vinden. De Indianen hebben het medicijnwiel, het Oosten heeft het Yin-Yang teken en de Kelten hebben hun Keltische knopen en vlechtwerk. Vooral deze laatste zijn erg populair in de vorm van tatoeages en sieraden.

Pagina 7


De Aboriginals tekenen mandala-achtige vormen in het zand om met hun voorouders in contact te komen. In het Westen zijn de prachtige roosvensters in de Gotische kerken en kathedralen te bewonderen. In de Islamitische wereld is het verboden om levende wezens uit te drukken en om toch uitdrukking te geven aan gevoelens ontstonden er o.a. veel prachtige mandala’s. Ook in de natuur zijn er ontelbare voorbeelden van mandala's te vinden. Soms denken we niet meteen aan een mandala, maar ze zijn het wel. Enkele bekende natuurlijke mandala’s zijn: de doorsnede van vruchten, bloemen, spinnenwebben, slakkenhuizen, vogelnestjes, ijskristallen, wervelwinden, onze hersenen, de kosmos, de planeten, kristallen, atomen, etc.. De cirkel heeft door de eeuwen heen een bijzondere plaats ingenomen in de symboliek en is het meest bekende geometrische symbool dat er is. Ook in de architectuur, kunst en rituelen is en wordt de cirkel veelvuldig toegepast.

Meditatief

De meeste bekende mandala’s zijn de Boeddhistische mandala's uit Tibet en India. Daar is de mandala een belangrijk middel is om zich te concentreren bij het mediteren, maar hij wordt ook gebruikt bij de inwijding van Boeddhistische monniken. Meestal worden ze door Boeddhisten met gekleurd zand gemaakt. Deze zandmandala's worden al eeuwen lang volgens vaststaande regels gemaakt en is een actieve vorm van meditatie. Als de mandala klaar is wordt hij ritueel teruggegeven aan de aarde door het zand in een stromende rivier te gooien. Het maken van de mandala is een oefening in onthechting, het gaat om de weg die je volgt en niet om het eindresultaat. Zelf een mandala maken

1. Op een a4 papier teken je met je passer een cirkel die precies op het papier past (dus zo groot mogelijk) 2. In deze cirkel teken je vervolgens heel licht nog drie cirkels die hetzelfde middenpunt hebben. Dit zijn hulplijnen. 3. Vervolgens ga je met je passer en je geodriehoek er lijnen intekenen zodat je een regelmatig patroon in de cirkel krijgt. 4. Wanneer je mandala af is kleur je hem mooi in.

Pagina 8


mandala maken en kleuren kn.nu/ww.3ead7ec (vandermee.com) Teken zelf of kies een mandala uit om in te kleuren. Leg uit waarom je juist deze mandala hebt gemaakt of gekozen. Je mag hier maximaal 2 lesuren aan werken. Je mag gebruik maken van potlood of kleurpotloden of stiften en zorgt dat je die bij je hebt wanneer we aan deze opdracht werken.

Pagina 9


4. Godshuizen/rituelen PowerPointpresentatie (of Prezi) van godshuizen of rituelen/feesten. Wat ga je doen? Je gaat per tweetal een PowerPoint (ppt) of Prezi maken over een godshuis (kerk, moskee, tempel, synagoge e.d.) of een ritueel/feest (kerstmis, suikerfeest e.d). Je mag een onderwerp kiezen uit de onderstaande rij (onderwerpen mogen niet dubbel voorkomen in de klas!):

1. Godshuizen van Christenen, Joden, Moslims, Hindoes of Boedhisten OF 2. Rituelen/feesten bij Boedhisten, Hindoes, Moslims, Joden of Christenen. Hoe komt het eruit te zien? 3. een (geïllustreerde) dia met titel, jullie namen, klas en datum 4. Drie dia’s waarop je iets algemeens laat zien over godshuizen of rituelen/feesten van de toegewezen levensbeschouwing/godsdienst. Waar komen de feesten vandaan, waarom vieren de gelovigen die feesten, wat voor feesten vieren de gelovigen . OF Waarom zijn de godshuizen gebouwd, hoe zien de godshuizen er meestal uit, waar zijn ze te vinden, hoe zijn ze ingericht. 5. Drie dia’s met daarop een voorbeeld van een ritueel/feest of godshuis. Je laat de antwoorden zien op vragen als: naam, plaats en oorsprong van het godshuis of ritueel/feest; geschiedenis van het godshuis of ritueel/feest; is er veel veranderd in de loop van de tijd mbt het godshuis of ritueel/feest; hoe ziet het godshuis of ritueel/feest eruit; wat gebeurd er in het godshuis of ritueel/feest en waarom enz. 6. Op de laatste dia vertel je wat je er zelf van vindt (mening/conclusie). Ook geef je aan waar je je informatie vandaan hebt (bronvermelding van websites, folders, boeken of wie je geïnterviewd hebt). Maak het geheel aantrekkelijk door op iedere dia tenminste één afbeelding te zetten die past bij de inhoud. Maak een legenda en zet daarin wat er op de dia te zien is en waar je het plaatje vandaan hebt. Een plattegrond is ook een prima afbeelding/foto. Denk eraan dat je er met zijn tweeën één geheel van maakt (o.a. hetzelfde lettertype). De ppt moet tenminste acht dia’s bevatten. Bij te laat inleveren krijg je puntenaftrek. Het cijfer telt 10 x mee. Hoe moet je het aanpakken?

Pagina 10


a. Dit is natuurlijk zeker leuk om te doen als jezelf een keer in het godshuis (kerk, synagoge in jouw woonplaats, kathedraal in Den Bosch, Sagrada Famila in Barcelona, Aya Sofia in Istanbul,…) bent geweest of een ritueel/feest (communie, huwelijk, paasfeest, offerfeest,…) hebt meegemaakt. Je kunt foto’s gebruiken die toen gemaakt zijn en misschien heb je nog een folder van dat gebouw. Zoek aanvullende info op internet, bijv… wie het ontworpen heeft, wat voor symboliek er in het ontwerp zit en hoe de bouw verloopt. OF hoe het ritueel/feest veranderd is, waar het vooral gevierd wordt, wat er precies gevierd wordt,…. b. Je kunt ook een godshuis bij jou in de buurt bezoeken, bijv. de moskee van Oss of de kerk van Nuland,…Of je zoekt uit waar de dichtstbijzijnde synagoge is. Je informeert in jouw omgeving (vrienden, familie, buurt etc) naar rituelen/feesten die zij hebben meegemaakt en neemt een interview af. Planning: wanneer doe je wat? les 1: Tweetallen maken. Je laat je onderwerp aan de docent weten en vraagt goedkeuring. Begin met een plan van aanpak (maak een opzet), overleg en maak afspraken hoe je het gaat doen. Verzamel informatie van Internet of mediatheek. Plan een bezoek aan een godshuis en maak afspraken met personen om nadere informatie. Sla je bestanden op en mail het naar jezelf en elkaar. Vergeet niet de bestanden up-todate te houden. les 2: Werken aan de PPT of Prezi in de klas. Zorg dat je voorwerk hebt gedaan zodat je tijdens de les aan het werk kunt. les 3: Werken in de klas. les 4: Afronden en Inleveren van de ppt. Les 5: presenteren ppt. Les 6: presenteren ppt.

Ton HGN

Pagina 11


5 levensboek maken

Levensboek Je gaat mooie verhalen schrijven over de gevraagde gebeurtenissen en opdrachten van hoofdstukken 1, 2 en 3, die hieronder volgen. Daar maak je uiteindelijk een mooi boek(je) van TIP! Vraag je ouders, opa’s, oma’s, tantes, buren etc. naar informatie en gebruik baby- of fotoboeken van vroeger. Het levensboek bevat de volgende inhoud: Inleiding. Voornaam, achternaam, klas, datum, foto. Hoofdstuk 1: Verleden: Waar kom ik vandaan? Maak een familie-stamboompje :voor- en achternamen van mij tot en met mijn overgrootouders(4 generaties) Beschrijf je levensgeschiedenis tot nu toe (gebeurtenissen en ervaringen, die mijn leven hebben beïnvloed, hoogtepunten en dieptepunten (bijv: geboorte, lagere school, sportverenigingen, vrienden en vriendinnen, woonplek , vakanties etc). - Hoofdstuk 2: Heden: Hoe gaat het mij op dit moment in het leven? Gebruik de volgende onderwerpen om je verhaal te kunnen schrijven: Wat zijn voor mij belangrijke data. (bijv: verjaardagen, familiedagen, sterfdagen, godsdienstfeesten etc) Bij welke groepen voel ik mij thuis (biiv. gezien, familie, vrienden, sportvereniging, clubs etc) Waarover kan ik mij erg boos maken( kwaad om worden) en waar wordt erg blij van ( GEEF VOORBEELDEN) Welke muziek/gedichten/boeken vind ik (erg) mooi of word ik stil van. Wat zou mijn lijfspreuk of motto kunnen zijn (zoek eventuueel op Goolge onder LOESJE en leg je keuze uit.

- Hoofdstuk 3: Toekomst: Hoe ziet mijn leven er in 2037 uit? Gebruik de volgende onderwerpen om je verhaal te schrijven: Wat wil ik later worden ( mijn beroepskeuze en waarom ik dat beroep zou willen uitoefenen wat ik er allemaal voor over heb om mijn doel te bereiken) Mijn toekomstbeeld als het gaat om mijn leven. Waar, met wie en hoe woon ik. Waar ik het meest bang voor ben en/of wat ik verschrikkelijk zou vinden Mijn toekomstbeeld als het gaat om de wereld waarin ik leef hoe de wereld er volgens mij uit zou moeten zien wat er dan allemaal zou moeten veranderen en welke bijdrage ik (samen met andere mensen) hieraan zou kunnen leveren.

Pagina 12


- Mijn slotwoord vandit levensvisie-”boek”.

Pagina 13


6. de ontmoeting

Opdracht levensbeschouwing De ontmoeting

Project vindt plaats op

(datum)

Groepsleden 1. 2. 3. 4. Ontmoeting met

Pagina 14


Deze persoon hebben wij gekozen omdat :

Plaats van ontmoeting:

De klas is ingedeeld in groepjes. Elk groepje gaat met iemand praten die voor jullie groepje bijzonder is. Sommige mensen ontmoeten iemand op school, anderen gaan naar iemand toe. Na de ontmoeting gaan jullie een presentatie voorbereiden. Aan het eind gaan jullie de ontmoette personen aan elkaar presenteren en wat jullie gezien en geleerd hebben. Wat gaan jullie doen?

1. 2. 3. 4. 5.

Wie willen proberen te ontmoeten en waarom. 10 Vragen bedenken die jullie willen stellen. Afspreken wie er een digitaal fototoestel meeneemt Afspreken waar en wanneer de ontmoeting plaats vindt . Afspraken maken over de presentatie

Beoordeling: Ik let op de volgende dingen: Ik beoordeel de vragen die jullie hebben bedacht bij onderdeel 2. Ik vraag aan de persoon die jullie ontmoet hebben hoe de ontmoeting was: Hebben jullie goed geluisterd naar wat de persoon te vertellen had? Hebben jullie vragen gesteld? Hebben jullie foto’s geknipt

Hebben jullie echt iets geleerd van deze ontmoeting?(presentatie) Was het een leuke / creatieve presentatie.

TON HGN

Pagina 15


7. helpen, wie helpt

projekt helpen kn.nu/ww.9d81123 (doc, maken.wikiwijs.nl)

Pagina 16


8 . leesopdracht leesopdracht Leesopdracht voor het vak levensbeschouwing. Doel. Dit jaar lees je één boek voor het vak levensbeschouwing. Je hebt dat boek tijdens de lessen levo bij je. Je laat zien dat je in dat boek levensvragen (zie onder) kunt herkennen. Je gaat in eigen woorden uitleggen wat deze levensvragen (zie onder) voor de hoofdpersonen uit jouw boek betekenen. Je geeft ook aan wat in hoeverre jij deze vragen zelf herkent en hoe jij daar mee omgaat. Werkwijze. TON HGN

Uit de onderstaande lijst kies je een boek. Als je zelf een idee hebt voor een boek dat niet op de lijst voorkomt, kun je dat met jouw docent levensbeschouwing overleggen. Je leest het boek en maakt de onderstaande opdracht. Je levert de opdracht in . Opdracht. Ontwerp een eigen voorkant voor dit boek. Daarop moet de titel staan en een illustratie of foto, waarop een van de levensvragen uit het boek op te zien is. Beschrijf drie levensvragen waarmee de hoofdpersonen te maken hebben. Geef per vraag met voorbeelden uit het boek aan hoe de hoofdpersonen met de levensvraag te maken heeft. Hoe gaan de hoofdpersonen om met deze vragen? Wat vind je daarvan? Leg uit hoe belangrijk deze vragen voor jou zijn. Leg uit hoe jij met deze vragen omgaat. Zou je dit boek aan andere leerlingen aanraden? Waarom (niet)? Welk stuk maakte op jou de meeste indruk? Wat heb je van dit boek geleerd? Boekenlijst. Polleke

Pagina 17

Guus Kuijer


Het boek van alles Blauwe plekken Krik

Guus Kuijer Anke de Vries

Miep Diekman

Het verhaal van Iqbal Fluiten in het donker

Francesco dÁdamo

1000 sproeten De vogelrots

Gonneke Huizing

Josee Hussaarts Harm de Jonge

Met een zoen van boven De rode vlieger Tirannen

Andrew Matthews

Ellen Tijsinger

Aidan Chambers

De zwarte stenen

Guus Kuijer

Haroen en de zee van verhalen De eikelvreters

Els Pelgrom

De koning van Katoren

Jan Terlouw

De kampioen van Tijgerberg De tweekamp

Salman Rushdie

Sjon Hauser

Buchi Emechet

??????

levensvragen

a. b. c. d. e. f.

Wat is belangrijk in het leven? Wie is de mens? Hoe leven mensen met elkaar samen? Wat is de betekenis van lijden en dood? Wat is tijd? Wat is de natuur?

Voorbeelden van vragen: Waar komt het kwaad vandaan? Hoe is het leven ontstaan? Waarom gaan mensen dood? Is er een god of goden? Is er leven na de dood? Waarom geen leuke momenten zo snel voorbij? Leven mensen eeuwig? Hoe is het leven ontstaan?

Succes deze opdracht.

Pagina 18


leesopdracht mytische verhalen

Pagina 19


9. mensen in hokjes. mensenrechten

mensen in hokjes!! vooroordelen en mensenrechten kn.nu/ww.1edbe78 (vo-levensbeschouwing.wikiwijs.nl)

Pagina 20


10. vluchtelingen

f1c3c34cee17bb735edc4df9ad0179b88390a3ef.docx kn.nu/ww.fcc47c9 (docx, maken.wikiwijs.nl)

link naar verhaal shaza.docx kn.nu/ww.8ba4e6d (docx, maken.wikiwijs.nl)

Pagina 21


11. levensvragen

levensvragen kn.nu/ww.014f27e (maken.wikiwijs.nl)

Pagina 22


Over dit lesmateriaal Colofon Auteur

Ton

Laatst gewijzigd

23 June 2016 om 13:27

Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker

leerling/student

Moeilijkheidsgraad gemiddeld

Bronnen Bron mandala maken en kleuren http://www.vandermee.com/joyceenandre/mandala.htm

mensen in hokjes!! vooroordelen en mensenrechten http://volevensbeschouwing.wikiwijs.nl/lom/preview/aHR0cDovL3d3dy5sZWVybWlkZGVsZW5wbGVpbi5ubC9waHAvZGV0YW levensvragen http://maken.wikiwijs.nl/46441/Zes_groepen_levensvragen#!page-668912

Pagina 23


Onderwerpen levo brugklas CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Recommend Documents