Gemeente Amersfoort
Collegevoorstel
Sector
:
Opsteller
:
Telefoon
:
User-id
:
SOB A. Sleeuwenhoek (033) 469 44 59 SLE1
Reg.nr. :
4504014
Datum
1 oktober 2013
:
Onderwerp
Achtervangovereenkomst Woonzorg Nederland verzorgingshuis St Jozeph Voorstel:
De achtervangovereenkomst voor een renteherziening van de bestaande lening van Woonzorg Nederland met BNG-leningnummer 40.80736.02 aan te gaan.
AANLEIDING Ons college is op grond van de Gemeentewet 2002 bevoegd om achtervangovereenkomsten aan te gaan met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor leningen van woningcorporaties in Amersfoort. Er zijn 3 typen achtervangovereenkomsten. Het eerste is aan de orde als een corporatie bijvoorbeeld wil investeren in een nieuw project in Amersfoort. In dat geval werken wij alleen mee aan een achtervangverzoek als betreffende prestaties passen binnen ons beleid. Het tweede type zijn overeenkomsten voor bestaande leningen. Deze verzoeken krijgen wij als er wijzigingen zijn in bestaande leningovereenkomsten, bijvoorbeeld een wijziging van de rente. Omdat wij in een eerder stadium al akkoord zijn gegaan stemmen wij met deze aanvragen onder normale omstandigheden altijd in. Een derde type is een liquiditeitsachtervangovereenkomst. Dat is aan de orde als een corporatie in financiële problemen is gekomen en op korte termijn geld (liquiditeit) nodig heeft. Woonzorg Nederland heeft ons verzocht om een achtervangovereenkomst aan te gaan voor een renteherziening op een bestaande lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Het betreft de lening met BNG-leningnummer 40.80736.02. Omdat de rente wijzigt moet er een nieuwe achtervangovereenkomst worden getekend. Het gaat om een administratieve handeling, de hoogte van de lening verandert niet. De looptijd van de lening blijft hetzelfde. Ook wijzigt het risico dat met de achtervang gemoeid is niet. Omdat het om een bestaande lening gaat, verandert de hoogte van de totale achtervang niet. Woonzorg Nederland lost jaarlijks af op de lening. Daar mee is de lening op 1 juli 2018 volledig afgelost.
BEOOGD EFFECT Corporaties zijn voor de financiering van hun activiteiten aangewezen op het aantrekken van leningen. Door een borgstelling voor de desbetreffende leningen biedt het WSW corporaties de mogelijkheid om deze leningen tegen een lagere rente aan te trekken. Het WSW geeft aan dat het rentevoordeel voor de corporaties 1,5 % bedraagt. Voor alle corporaties komt dit jaarlijks neer op een bedrag van € 500 tot 800 miljoen. Borgstelling door het WSW is alleen mogelijk als het Rijk en gemeenten een minimaal garantieniveau van het WSW garanderen. Dit is de achtervang (zie bijlage 1 voor een uitgebreidere uitleg van de systematiek). Door de achtervangconstructie kan het WSW goedkoper geld te lenen.
-1-
Collegevoorstel Reg.nr : 4504014 Datum :
Gemeente Amersfoort
1 oktober 2013
ARGUMENTEN 1.1 Door de achtervang kan Woonzorg Nederland bijdragen aan het gemeentelijk woonbeleid. Doordat Woonzorg Nederland met een achtervangconstructie geld kan lenen, zijn de rentekosten lager. Dit is van belang voor de exploitatie van het verzorgingshuis St. Jozeph. In het algemeen geldt dat, als wij de achtervangovereenkomst niet aangaan, de corporatie in kwestie elders financiering aan moet trekken, tegen een hogere rente. Dat zou ten koste gaan van de investeringsruimte in o.a. nieuwbouw en renovatie en de mogelijkheid om in woningen voor de lagere inkomens te voorzien.
KANTTEKENINGEN 1.1 De achtervangpositie brengt (beperkte) risico’s met zich mee Het risico dat wij lopen bestaat uit de rentederving op te verstrekken renteloze leningen als er aanspraak gedaan wordt op onze achtervangpositie. De kans dat dit gebeurt is nog steeds klein. Dit is onlangs nogmaals bevestigd door verschillende onderzoekscommissies van de VNG en het Rijk (o.a. de commissies Vermeulen, Hoekstra, Dekker en de Commissie Risicoregelingen). Over de systematiek en de risico’s hebben wij u geïnformeerd in raadsinformatiebrief 2012-88.
FINANCIËN Voor de risicobeoordeling zijn de kredietwaardigheid van het WSW en de individuele corporaties van belang. De kredietbeoordelaars Standard & Poor’s en Moody’s hebben onlangs de Triple-A-status van het WSW herbevestigd. Dat is de hoogst mogelijke categorie. Voor het bepalen van de financiële situatie van de individuele corporaties raadplegen wij de volgende bronnen: - Oordeelsbrief van de minister per corporatie - Corporatie in Perspectief (publicatie van Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV)) - Jaarverslagen van de corporaties In het jaarverslag 2012 heeft Woonzorg Nederland uitgebreid gerapporteerd over de financiële situatie en de vooruitzichten. Woonzorg Nederland geeft in het jaarverslag 2012 aan dat de corporatie “in zwaar weer is. Behalve een directe confrontatie met door de overheid opgelegde lastenverzwaringen, spelen de wijzigingen in het zorgstelsel (het scheiden van wonen en zorg) ook parten. We bereiden ons zoveel mogelijk op de toekomst voor door te bezuinigen op de bedrijfsvoering en minder maatschappelijke investeringen te doen, zonder daarmee afbreuk te doen aan de kwaliteit van onze diensten. Daarnaast zijn we intensief in gesprek met de zorginstellingen om de gevolgen van het scheiden van wonen en zorg in kaart te brengen.” Het CFV heeft gerapporteerd over de financiële positie van Woonzorg Nederland. Het CFV vertaalt de financiële positie van een corporatie naar twee oordelen. In het continuïteitsoordeel staan de activiteiten centraal en in het solvabiliteitsoordeel de financiële positie, rekeninghoudend met bekende toekomstige verplichtingen. Het CFV heeft voor Woonzorg Nederland het continuïteitsoordeel A2 afgegeven. Dat is het op één na hoogste oordeel (range: A1, A2 ,B1, B2). Het solvabiliteitsoordeel voor Woonzorg Nederland is voldoende. Op basis van bovenstaande informatie hebben wij er vertrouwen in dat Woonzorg Nederland een financieel gezonde corporatie is. Bovendien vloeit het verzoek voort uit een achtervangovereenkomst die wij eerder zijn aangegaan. Daarom zien wij geen aanleiding om het verzoek van Woonzorg Nederland te weigeren.
DUURZAAMHEID Door onze achtervangpositie behouden corporaties de mogelijkheid om te blijven voorzien in sociale huurwoningen en kunnen zij investeren in duurzaamheid (bijv. duurzame renovatie).
-2-
Collegevoorstel Reg.nr : 4504014 Datum :
Gemeente Amersfoort
1 oktober 2013
VERVOLG Het contract wordt na ondertekening verzonden aan het WSW en ter kennisgeving zenden wij dit besluit aan Gedeputeerde Staten.
COMMUNICATIE Wij informeren Woonzorg Nederland over ons besluit. Bijlage 1:
Hoe werkt de achtervang?
-3-
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 4504014 Datum :
Gemeente Amersfoort
1 oktober 2013
Bijlage 1 : Hoe werkt de achtervang? De achtervang is onderdeel van de zekerheidsstructuur van het WSW. Deze structuur bestaat uit drie lagen: 1. de geldmiddelen van de corporaties zelf 2. de borgingstellingsreserve van het WSW en obligo’s 3. de achtervangpositie van Rijk en de gemeenten 1. de geldmiddelen van de corporaties In het geval dat een corporatie in de problemen komt, wordt eerst een beroep gedaan op de eerste zekerheidslaag. Dit zijn de liquiditeitspositie en het eigen vermogen van de corporatie. Als de financiële middelen van de corporatie op langere termijn niet toereikend zijn, kan de corporatie onder voorwaarden (sanerings)steun krijgen van het CFV. Pas als dat ontoereikend is wordt de tweede zekerheidslaag aangesproken. 2. de borgingstellingsreserve van het WSW en obligo’s De borgstellingsreserve van het WSW vormt de tweede zekerheid. Als corporaties hun rente- en aflossingsverplichtingen niet kunnen nakomen, dan kan de financier het WSW aanspreken. Hiertoe beschikt het WSW over een borgstellingsreserve. De borgstellingsreserve van het WSW bedraagt € 480,9 miljoen euro (2012). Als de borgstellingsreserve van het WSW onder een bepaald garantieniveau komt of dreigt te komen, dan heeft het WSW de plicht obligo’s op te vragen bij de corporaties. Een obligo is een verplichte financiële bijdrage die de corporatie verschuldigd is op basis van een overeenkomst tussen de corporatie en het WSW. Het garantievermogen bestaat dus uit de borstellingsreserve van het WSW plus de obligoverplichting. Het totale vermogen waarover het WSW zo kan beschikken om aan betalingsverplichtingen te voldoen bedraagt ruim € 3,81 miljard euro (2012). Dit bedrag bestaat uit € 480,9 miljoen aan borgstellingsreserve en € 3,3 miljard aan obligoverplichting. Als een financier het WSW aanspreekt, en het WSW betaalt voor een corporatie, dan krijgt het WSW een vordering op de desbetreffende deelnemer (regresrecht). De deelnemende corporatie heeft onroerende zaken in onderpand gegeven bij het WSW. De corporatie heeft zich verplicht deze onroerende zaken vrij van hypotheek te houden, en er op eerste verzoek van het WSW een hypotheekrecht op te vestigen voor het WSW. Daarnaast kan het WSW ook een aanspraak doen op het overige bezit. Zo wordt de schade bij het WSW zo veel mogelijk beperkt. Er is tot op heden geen beroep gedaan op deze zekerheidslaag. 3. de achtervangpositie van Rijk en de gemeenten De derde laag wordt gevormd door de achtervangpositie van het Rijk en gemeenten. Het Rijk en gemeenten moeten, in het geval aanspraak gemaakt wordt op hun borging, renteloze leningen beschikbaar stellen volgens een vooraf vastgestelde verdeling (50 % Rijk, 50 % gemeenten). De derde zekerheidslaag wordt pas aangesproken als de tweede is uitgeput. Als er schade is en de eerste en tweede zekerheidslaag zijn al uitgeput dan wordt door het WSW de achtervangpositie van Rijk en gemeenten aangesproken. Er moet dan sprake zijn van een schade van meer dan € 3,81 miljard (hier is pas sprake van als dit bedrag direct wordt opgeëist door schuldeisers). Dit is volgens het WSW nog steeds een theoretisch risico. Het bedrag dat bovenop de € 3,77 miljard komt, wordt via de derde zekerheidslaag verdeeld volgens een vooraf vastgestelde verdeelsleutel. In het geval er aanspraak gedaan wordt op de derde zekerheidslaag dan vraagt het WSW bij het Rijk 50% van het schadebedrag als renteloze lening op. De overige 50% wordt door het WSW opgevraagd bij alle gemeenten (25 %) en bij de schadegemeenten (25%). Ook voor gemeenten betekent dit dat zij renteloze leningen beschikbaar moeten stellen. De schade die voor de gemeente ontstaat is dan de rentederving op deze lening.
-4-
Bijlagen Collegevoorstel Reg.nr. : 4504014 Datum :
Gemeente Amersfoort
1 oktober 2013
Bijlage 2 :
-5-