f-\
/"^
\jty
't
Beroepsprestatie 1.2
Ondersteunen in de leefomgeving (2011-pbgz-pbsd-bpl.2)
Opleiding: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4 Fase 1
Stichting Consortium Beroepsonderwijs
Artikelnummer CZW1PB90002
Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs • Zorg en Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg Dagelijks bestuur en managementteam l. Fine B. Huijberts M. Pelgrum
f
A. Pijnenburg M. Wouters Ontwikkelteamieider 3. Oost Ontwikkelaars van deze fase 3. Aarden A. Bakker E. Schoone Redactie A. Brink M. Brok Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche) DTP MicrowebEdu b.v. Foto's Stichting Consortium Beroepsonderwijs
Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met MicrowebEdu b.v.
www.microwebedu.nl
® 2011 Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & AG Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vereenvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg.
r
Inhoud Beroepsprestatie 1.2
4
Werkprocessen met de bijbehorende competenties
5
Typering
f
5
De opdracht
7
Het resultaat
8
Beoordelingslijst
9
o Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd. Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, bewoner, gehandicapte, kind. Inhoudelijk is deze beroepsprestatie hetzelfde voor de opleiding maatschappelijk medewerker (3) en de opleiding persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg en persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen (4).
^^^H^^HB^Bl
M*..
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
2.2
c
Begeleiden
L
Materialen en middelen inzetten
R
Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
T
Instructies en procedures opvolgen
Begeleidt een groep cliënten op sociaal-
c
Begeleiden
maatschappelijk gebied
E
Samenwerken en overleggen
L
Materialen en middelen inzetten
Q
Plannen en organiseren
U
Omgaan met verandering en aanpassen
D
Aandacht en begrip tonen
J
Formuleren en rapporteren
M
Analyseren
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
2.4
Evalueert de geboden ondersteuning
3.6
:
*!i!i!ir
Typering Vanessa loopt stage bij de GGZ-instelling 'De Geestgronden'. Vanmiddag begeleidt zij het groepsgesprek waarin de tuininrichting van de leefgroep, besproken wordt. Zij vindt dit spannend omdat Menno en Sharona de afgelopen tijd steeds ruzie hebben over de tuinmeubels. Menno wil graag een schommelbank terwijl Sharona liever een hangmat heeft. Vanessa heeft in overleg met haar begeleidster een overzicht gemaakt met de mogelijkheden en de bijbehorende kosten. Op basis daarvan gaat zij het gesprek voeren. Haar begeleidster zal hierbij wel aanwezig zijn. Nadir zit samen met Daan aan tafel. Hij vraagt Daan een boodschappenlijstje te maken. Vanavond eten vijf bewoners mee. Daan heeft zin in macaroni. Het is zijn kookbeurt en macaroni kan hij goed klaarmaken, als Nadir hem tenminste wil helpen. Daan schrijft op wat hij nodig heeft. Nadir herinnert hem eraan dat het afwasmiddel ook op is en dat hij beloofd heeft een bosje bloemen mee te nemen.
ONDERSTEUNEN IN DE LEEFOMGEVING
1
Iedere zondagavond worden in 'Het Eiland' de weektaken verdeeld. Er hangt een lijst met taken en pictogrammen. De pictogrammen staan bijvoorbeeld voor'tafel dekken', 'afwasmachine in- en uitruimen', 'boodschappen doen', 'schone was opruimen'. Door de pasfoto's erbij te plakken is voor iedereen duidelijk wat de weektaken zijn en door wie ze worden gedaan. t
In de psychiatrie, de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg vindt er de laatste jaren een ontwikkeling plaats naar kleinschalig wonen en werken. Centraal hierin staat het cliëntgericht werken. Het begeleiden van cliënten in een woonvorm vraagt om vaardigheden die specifiek gericht zijn op het wonen, het uitvoeren van een huishouden en op het samenleven met anderen. Je begeleidt cliënten in het leefbaar maken en houden van hun leefomgeving. Dit betekent datje daar waar nodig cliënten ondersteunt in het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden. Een omgeving die schoon en opgeruimd is, zal voor cliënten prettig en veilig aanvoelen. Waar je als begeleider ook op gericht bent is, het begeleiden van het groepsproces. De cliënten wonen, leven en werken in een groep. De groep is de basis waar de cliënten zich veilig moeten kunnen voelen. In een veilige omgeving kunnen cliënten zich beter ontwikkelen en draagt iedereen zorg voor elkaar, zo werkje samen aan een optimaal leefklimaat.
Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig datje een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.
Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.
GO / NO GO
De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.
De mate van complexiteit van de beroepssituatie
De mate van zelfsturing
De mate van verantwoordelijkheid voor
O gesloten context
O geleid
• uitvoering van eigen takenpakket
•
• begeleid
• jouw samenwerking met collega's
O zelfstandig
O de hele zorg- en begeleidingscyclus
open context
O complexe context
O aansturing van collega's op hetzelfde of lager niveau llll|:|lll!i|lll|i|!l!:i?:ii!iiii
tlllËIIII
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - FASE 1
O
De opdracht A.
De totale opdracht
Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van ondersteuning van cliënten bij het realiseren van een optimaal leefklimaat en het evalueren van de geboden ondersteuning worden ontwikkelingsgericht Ëeoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B.
Begeleiden van individuele activiteiten
Begeleid minimaal twee cliënten op het gebied van wonen en huishouding. Je kunt hierbij denken aan activiteiten op het gebied van: •
lichte huishoudelijke werkzaamheden
•
inkopen doen en het beheren van voorraden
•
budgettering
•
bereiden van maaltijden
•
opmaken van bedden
•
wassen/strijken van kleding of textiel
•
inrichten van woon- of leefruimte
•
mobiliteitsvraagstukken
•
aanvragen van indicaties en andere uitkeringen
Kies in overleg met de twee cliënten en je begeleider voor twee verschillende activiteiten, waarbij je zoveel mogelijk rekening houdt met de leerwensen van de cliënten. Van belang hierbij is datje de cliënten de ruimte geeft om daar waar zij de mogelijkheden hebben, zelf te oefenen of te experimenteren met de activiteiten op het gebied van wonen of huishouding. •
Kies in overleg met je begeleider een passend bewijsstuk. Als je bijvoorbeeld een cliënt hebt ondersteund bij budgettering, kun je bijvoorbeeld het overzicht van inkomsten/ uitgaven toevoegen.
•
Vraag de cliënt, of als dat niet mogelijk is een collega, om feedback te geven op jouw manier van ondersteuning. Verwerk de feedback in je bewijsstuk.
ONDERSTEUNEN IN DE LEEFOMGEVING
C
Begeleiden van een groepsactiviteit
Bereid in overleg met je werkbegeleider een groepsactiviteit voor op het gebied van wonen en huishouding (zie opdracht B.). •
Ga hierbij als volgt te werk: Kies in overleg met je begeleider en de cliënten eep activiteit. Beschrijf welke materialen je nodig hebt voor de activiteit. Bereid je inhoudelijk op de activiteit voor op procedures, regels etc. Plan het moment van de activiteit, kies dit-in overleg met je begeleider. Informeer de cliënten over de activiteit. Geef ze inspraak in de manier van uitvoeren. Demonstreer daar waar nodig de materialen die je gebruikt. Observeer tijdens de uitvoering het gedrag van de cliënten en spreek daar waar nodig cliënten aan op hun gedrag, zodat de activiteit voor iedereen zo plezierig en effectief mogelijk verloopt. Evalueer samen met de cliënten en je begeleider in de praktijk de activiteit, hierbij betrekje alle bovenstaande punten. Je vraagt om suggesties ter verbetering. Kies een originele manier van evalueren, maar wel een manier waarbij je de uitkomst op 1 A4 inzichtelijk kunt maken.
Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, Let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Het resultaat A.
De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken B.
Zelfgekozen bewijsstuk en feedback van de cliënten of collega op hoe j i j de cliënten hebt begeleid bij wonen en huishouden. WP 2.2: C, L, R, T.
C
Bewijsstuk van de evaluatie van een groepsactiviteit op het gebied van wonen en huishouden. WP 2.4: C, E, L, Q, U. WP 3.6: D, J, M.
Vervangende of aanvullende bewijsstukken
Neem de bewijsstukken op in je portfolio.
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - FASE 1
Beoordelingslijst beroepsprestatie 1.2
Ondersteunen in de leefomgeving (20ii-pbgz-pbsd-bpi.2) Datum:
Naam student:
Opleiding: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg/specifieke doelgroepen Fase: Cohort:
Fase:
A
o*
#^ if
4?
Werkproces 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden C
Begeleiden
adviseren motiveren anderen ontwikkelen
1| B 1 Dit betekent dat: I H • je inzicht hebt in de mogelijkheden van de cliënt om zich te | R ontwikkelen op het qebied van wonen en huishouden I IH • ie de leerwensen inventariseert ten aanzien van wonen en huishouden I• • I l 1I H • je zorgt voor situaties waarin de cliënt zich kan ontwikkelen op HH het gebied van wonen en huishouden • H • je hierbij rekening houdt met de normen en waarden van de cliënt I H • je de cliënt heldere adviezen geeft H H • je de cliënt motiveert zelf zorg te dragen voor zijn leefomgeving • H • je hierbij rekening houdt met zijn mogelijkheden • H zodat: WÊÊ • je doelen uit het plan van aanpak realiseert.
L
't
Materialen en middelen inzetten
H | Dit betekent dat: H l • je netjes omgaat met de materialen en middelen die je gebruikt B H • je de hulpmiddelen gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn
materialen en middelen doelmatig gebruiken materialen en middelen doeltreffend gebruiken
H H zodat: WÊÊ * Je de huishoudelijke werkzaamheden efficiënt uitvoert H l • je een voorbeeld bent voor de cliënt.
ONDERSTEUNEN IN DE LEEFOMGEVING
#
o* Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
Dit betekent dat: •
je begrijpt wat belangrijk is voor de cliënt
•
j i j je flexibel opstelt ten aanzien van veranderingen in de situatie
•
je de wensen van de cliënt nagaat
van de cliënt
f
aansluiten bij behoeften en verwachtingen
zodat: •
de geboden ondersteuning, bij de leefsituatie van de cliënt en de activiteiten op het gebied van wonen en huishouden aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van de cliënt.
T
Instructies en
Dit betekent dat:
procedures opvolgen
•
je op de hoogte bent van protocollen met betrekking t o t
•
je op de hoogte bent van de regelgeving met betrekking t o t
•
je tijdens het ondersteunen van de cliënt handelt volgens
•
je tijdens het ondersteunen van de cliënt handelt volgens
veiligheid en gezondheid hygiëne, veiligheid, Arbo, milieu en ergonomisch werken
werken conform veiligheidsvoorschriften
voorgeschreven werkprocedures
werken conform voorgeschreven procedures
voorgeschreven veiligheidsvoorschriften zodat: •
er geen onnodige risico's voor j o u of de cliënt ontstaan
•
de cliënt van iedereen dezelfde ondersteuning krijgt.
Werkproces 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied C
Begeleiden
Dit betekent dat: •
je kansen en mogelijkheden schept voor cliënten om zich te
•
je de cliënten motiveert hun doelen ten aanzien van wonen te
•
je feedback geeft op het gedrag van de cliënten onderling
ontwikkelen binnen de woonvorm motiveren
bereiken en hun uitdagingen aan te gaan
anderen ontwikkelen
zodat:
E
Samenwerken en overleggen
•
de cliënten met positieve instelling de activiteiten uitvoeren
•
de cliënten in hun ontwikkeling gestimuleerd worden.
Dit betekent dat: •
je tijdens activiteiten op het gebied van wonen en vrije t i j d met
•
je t i j d i g hulp inschakelt bij knelpunten of onverwachte
cliënten e n / o f collega's overlegt over je aanpak gebeurtenissen
anderen raadplegen en betrekken
zodat:
10
•
de cliënt zeker is van een kwalitatief goede begeleiding
•
de cliënt zeker is van continuïteit van begeleiding.
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - FASE 1
•J? jp
/5?
ér
V? L
Materialen en middelen inzetten
geschikte materialen en middelen kiezen materialen en middelen doelmatig gebruiken goed zorgdragen voor materialen
Plannen en organiseren
activiteiten plannen t i j d indelen voortgang bewaken
U
Omgaan m e t verandering en aanpassen
aanpassen aan veranderde omstandigheden
Dit betekent dat: • je de juiste materialen en middelen kiest voor de activiteiten die je ten aanzien van het wonen organiseert • je zorgvuldig en netjes omgaat met de materialen en middelen in de woonvorm t • je ervoor zorgt dat de materialen en middelen onderhouden zijn zodat: • je de doelstellingen van de dagbesteding binnen de woonvorm realiseert • de activiteit veilig en efficiënt kan verlopen. Dit betekent dat: • je ruim van tevoren de activiteiten plant en regelt • je de benodigde t i j d inschat voor de activiteiten • je een stapsgewijs plan opstelt voor de uitvoering van de activiteit zodat: • je de activiteiten daadwerkelijk uitvoert • gecheckt kan worden of de uitvoering en voortgang van de activiteit nog volgens schema verlopen. Dit betekent dat: • j i j je handelen snel en flexibel aanpast bij agressie, lastige en/of crisissituaties • je in lastige en/of crisissituaties de interventies uitvoert zoals ze zijn afgesproken in het plan van aanpak of begeleidingsplan • je in lastige en/of crisissituaties de richtlijnen uitvoert van de organisatie en wet- en regelgeving zodat: • de cliënten leren van de situatie • gevaar voor betrokkenen en schade voorkomen wordt.
Werkproces 3 . 6 Evalueert de geboden ondersteuning D
3
Aandacht en begrip tonen
Dit betekent dat: • je signaleert of de cliënt en andere betrokkenen tevreden zijn over de geboden zorg en begeleiding
luisteren
zodat: • de informatie over tevredenheid over de geboden zorg en begeleiding ingebracht kan worden bij de evaluatie.
Formuleren en rapporteren
Dit betekent dat: • je alle benodigde gegevens op een daarvoor bestemde plaats verwerkt • je hoofd- en bijzaken scheidt
vlot en bondig formuleren zodat: • er een kernachtig evaluatieverslag is geschreven.
ONDERSTEUNEN IN DE LEEFOMGEVING
11
£ A?
0> M
Analyseren
informatie uiteenrafelen conclusies trekken oplossingen voor problemen bedenken
Dit betekent dat: • je alle beschikbare gegevens grondig analyseert • je op basis van de beschikbare gegevens concludeert of de geboden zorg en begeleiding juist w#ren • je voldoende vooruitgang ziet op basis van de beschikbare gegevens • je met haalbare oplossingen komt als je te weinig vooruitgang ziet, of als je concludeert dat de geboden zorg of begeleiding niet juist was zodat: • je waar nodig de opvang en begeleiding op tijd bijstelt.
Bewijsstukken Ontwikkelingsgericht A.
De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen
Competenties
B.
Zelfgekozen bewijsstuk met feedback van de cliënten of collega op hoe j i j de cliënten hebt begeleid bij wonen en huishouden.
2.2
C-L-R-T
C.
Bewijsstuk van de evaluatie van een groepsactiviteit op het gebied van wonen en huishouden.
2.4 3.6
C-E-L-Q-U D-J-M
Werkprocessen
Competenties
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Cesuur De competentieontwikkeling binnen de werkprocessen is op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
12
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - FASE 1
tf
Onderbouwing van de beoordeling Algemeen:
Als de student een of meerdere competenties binnen een werkproces boven de norm heeft aangetoond, onderbouw dit dan hier. Geef tevens aan waar dit betrekking op heeft: Praktische uitvoering
Werkprocessen
Competenties
Specifieke bewijsstukken
De beoordelaars van de beroepsprestatie 1.2 Ondersteunen in de leefomgeving (2011-pbgz-pbsd-bpl.2) zijn:
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel) Naam beoordelaar Functie beoordelaar
Handtekening
Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel) Naam beoordelaar Functie beoordelaar
Handtekening
Naam student
Handtekening
ONDERSTEUNEN IN DE LEEFOMGEVING
13
14
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - FASE 1
ONDERSTEUNEN IN DE LEEFOMGEVING
15
16
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - FASE 1
o
V
Niveau 1
Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2
Verzorgende Niveau 3
m Verpleegkundige m Niveau 4
Medewerker maatsc^appetifke zorg
;T§? <Ï^SW\^Ö " V r - ^ ^ ^ ^ l ! ! * ^ ^
^ 7 -ML Persoonlijke begeleider llgfnaridpaptenzorg
Persoonlijke tepjg||||| ^P^^^^pilB^^BP1
--• Kompas ~-4 Competentiewijzer 1.1 1.2 1.3 1.4
l«9^Kllllllll
Informatie verwerken Ondersteunen in de leefomgeving Ondersteunen bij activiteiten Begeleiden bij basisbehoeften
^^&2^^
*
>.
j—y-
—
-
_-..
m
m Niveau3
^^MM-^ m
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker K0 - Niveau 4
Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4
IA 2.2 2.3 ZA 3.5
Omgaan met grensoverschrijdend gedrag Begeleiden van een groep Bevorderen van de leefomgeving Geven van advies en voorlichting Plannen «n uitvoeren van verpleegtechmsche vaardigheden (alleen voor PBGZ) Proeye Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek
3.1 Bevorderen van dagbesteding 3.2 Verdiepen 'm de doelgroep
Jllllllll
Onderwijsassistent I f Niveau 4
3.3 Versterken va?) hel netwerk 3.4 Coördineren van de begeleiding Proeve Versntwoordïnpversiag en As$*$$m®ntgesprek
::|;ö|faal:;iü;iürèel-werker Niveau 4
|öci|It«maa*sGhappëH Niveau: 4
IIIMIIIIH Bestelnummer CZW1PB90002