ondersteboven wat Jezus werkelijk wilde (1)
Lucas 1:46 – 55
Preek uitgaande van Lucas 1:46 – 55 Door Tim Vreugdenhil, Amstelveen, zondag 23 december 2007
Ondersteboven Wat Jezus werkelijk wilde (deel 1)
De Heer maakt arm en hij maakt rijk, vernedert diep en heft hoog op. Hanna (1 Samuël 2,7) Heersers stoot God van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Maria (Lukas 1,52) Het lied van Maria is het oudste adventslied en tegelijk het hartstochtelijkste, wildste en meest revolutionaire adventslied dat ooit is gezongen. Dietrich Bonhoeffer
1. Vele eeuwen geleden leefde er een monnik die broeder Muretus heette. Hij had de armoedegelofte afgelegd en bezat dus helemaal niets. Toen hij op een dag erg ziek werd, werd hij in het hospitaal van de stad binnengebracht. De dokters rond zijn bed bespraken zijn toestand in het (toen gebruikelijke) Latijn, in de veronderstelling dat deze eenvoudige man daar geen woord van zou verstaan. Eén van de artsen opperde dat de patiënt goed bruikbaar was voor medische experimenten: hij had geen verdere familie en was toch maar arm en dakloos. Daarop antwoordde broeder Muretus vanaf zijn bed in vloeiend Latijn: ‘Noem nooit een mens waardeloos, voor wie Christus naar deze aarde gekomen is!’ 2. Mensen zoals deze broeder Muretus kunnen in principe op onze sympathie rekenen. Zeker als het kerst is. Niet toevallig gaan veel beroemde kerstverhalen over kleine, zwakke, arme mensen, die voor eventjes echt worden gezien (denk aan Charles Dickens’ A Christmas Carol). Kerst is dan de uitzondering die de regel bevestigt. Dat geldt ook voor het bijbelse kerstverhaal. Je zult maar Maria heten. Je bent jong, kwetsbaar, arm. Een engel komt je vertellen dat je zwanger bent van een bijzonder kind, van Jezus. Niet vreemd dat je dan zoiets zingt als: hoe is het in de vrede mogelijk dat God aan míj gedacht heeft! Maria is beroemd geworden met haar lied. Al tweeduizend jaar is er in de christelijke traditie aandacht voor het grote contrast: de devote, de nederige Maria – zij noemt zichzelf immers ‘Gods minste dienares’- die desondanks door alle geslachten zalig wordt geprezen omdat zij de moeder van God mag worden. Haar persoon, haar houding en haar lied zijn tot op vandaag een inspiratiebron voor kunstenaars en componisten, die allen op hun eigen wijze willen uit- en afbeelden dat God de Allerhoogste juist het allerminste eert. Een boodschap die door mensen als Maria en broeder Muretus vaak nog het beste wordt begrepen.
ondersteboven wat Jezus werkelijk wilde (1)
Lucas 1:46 – 55
3. Toch is er ook iets anders aan de hand. Hoe aandachtiger je het lied van Maria leest, hoe meer je zult ontdekken dat Maria helemaal niet zo nederig is als vaak van haar beweerd wordt. Dat ze, integendeel, juist in dit lied opstaat, haar boeien afwerpt, uitzinnig danst en zo haar bevrijding viert. Voor een revolutionaire beweging is niets zo belangrijk als een goed strijdlied, en hier hebben we één. Het is de Internationale van het christendom. Of hier in dit lied ook de revolutie wordt gepredikt! God, zingt Maria, gooit heersers van hun troon. Hij drijft mensen met eigendunk uit elkaar (zodat ze niet ook nog eens elkaar versterken). En – dat is voor een samenleving als de onze misschien nog wel het meest verontrustend – God stuurt rijken weg met lege handen. Tsja, en als dit nou nog een allerindividueelste expressie van een allerindividueelste emotie was…maar Maria slaagt erin om in haar korte songtekst de essentie van de bijbel te vatten. Dit boek vertelt namelijk in duizend variaties dat God het onrecht op aarde niet verdraagt, dat de kanslozen van de wereld op God mogen hopen, dat Hij eens zal opstaan om het voor hen op te nemen en dat Hij dan de onrechtvaardige wereldorde definitief omkeert. Volgens Maria is datgene wat haar nu overkomt, het grote wat God in haar leven doet (die zwangerschap dus en dat bijzondere kind) dé beslissende stap in Gods beleid. Het is een profetisch lied, het is the final countdown. Ergens zie je de tronen al wankelen, voel je de rijken al sidderen en hoor je op de achtergrond een miljoenenkoor van armen en hongerigen met Maria meezingen en meeknikken: ‘ja God, doe het, red ons, vertrap de hoogmoedigen en verhoog de nederigen!’ Velen onder ons zullen het personage van de gierige Scrooge uit A Christmal Carol kennen. Scrooge is ergens wijzer dan wij. Scrooge doet alles om maar geen kerst te hoeven vieren. Scherp voelt hij aan dat feestvieren in zijn omstandigheden alleen kan op kosten van de armen, dat het juist als je rijk bent verstandig is om een beetje uit de buurt van God (en van de armen) te blijven. Beter dan velen onder ons realiseert Scrooge zich wat Maria zingt: rijken stuurt God weg met lege handen… 4. Kerstfeest zoals het in onze cultuur gevierd wordt, is het geboortefeest van Jezus. Steeds minder mensen vandaag verstaan waar dat nu werkelijk over gaat. Veel weldenkende mensen menen serieus dat Kerst uiteindelijk een mythologische oorsprong heeft en dat het nog maar de vraag is of Jezus, Maria en de rest ooit echt bestaan hebben. Zij komen er nooit aan toe – of het wordt hen nooit verteld – dat de schrijver Lukas een minstens zo goede historicus is als veel van zijn Romeinse en Griekse tijdgenoten. Zo missen zij wat Jezus werkelijk wilde. Maar ook christenen, waarvan sommigen de lofzang van Maria uit hun hoofd kunnen opzeggen of zingen, beginnen er vandaag niet meer aan om hun omgeving te vertellen wat Jezus werkelijk wilde. Vaak zijn ze er zelf verlegen mee. Dat is niet vreemd. Ga er maar aan staan: het is nogal een toer die Maria uithaalt, door het embryo in haar moederschoot in één adem te verbinden met koningen die van hun troon vallen! Heel wat christenen kennen een paar bijbelse feiten, maar missen de scopus van Maria’s lied. Ze geloven voor zichzelf dat Jezus een of andere oplossing biedt om het weer goed te maken tussen ons en God die erg boos zou zijn om al onze zonden. Maar Maria heeft het niet over zonde! Zij zingt van andere dingen, van honger, smaad, ellende, gevangenschap. De diepgelovige Dietrich Bonhoeffer, die zelf jarenlang aan anderen de kerstboodschap had uitgelegd, schreef in december 1943 vanuit de gevangenis een brief aan zijn familie. Daarin zegt hij dat hij al op heel wat plaatsen in de wereld Kerst gevierd had, maar dat hij hier, in deze cel, voor het eerst echt begrijpt waar het met de komst van Jezus op aarde nu werkelijk om gaat. Want als je machtig bent (of in ieder geval je leven onder controle hebt), als je aanzien hebt (in ieder geval een aantal mensen om je heen die je waarderen), als je rijk bent (in ieder geval geen acute financiële zorgen), ja: wat heb je dan nog nodig behalve wat gezelligheid? Niks mis met gezelligheid, maar daar zijn betere
ondersteboven wat Jezus werkelijk wilde (1)
Lucas 1:46 – 55
plaatsen voor dan de christelijke kerk. God is nu eenmaal niet voor de gezelligheid als mens geboren... Begrijp me goed, ik wil bij niemand een schuldgevoel oproepen. Ik probeer slechts te zoeken naar de reden waarom zo weinig mensen, christen of niet, vandaag de dag totaal uitbundig Kerst vieren, zoals Maria dat wel deed met hart en ziel, met lijf en leden. Mijn ziel prijst de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder – dat is wat ze zingt. Snap je wel? Zo’n lied kan geen prediker of muzikant jou in de mond leggen. Echt Kerstfeest vieren is weggelegd voor mensen die zich tot diep in hun ziel door God gered weten en voelen. En was het evangelie nu nog maar dat God uiteindelijk iedereen wel zal redden, ook als je er op dit moment nog niet zo voor in de stemming bent. Niets is minder waar. Ik verzin dat niet, Maria zegt het: wie machtig is, aanzien heeft, rijk is, zo iemand kán niet gered worden. Kerst wordt pas echt door armen en ellendigen gevierd, door mensen als broeder Muretus, mensen die weten wat het is om hier op aarde niet veel voor te stellen om tenslotte alleen door God op waarde te worden geschat. 5. De aanstoot in het loflied van Maria is precies dezelfde als de aanstoot in het publieke optreden van Jezus. Wat Maria zo’n dertig weken voor Jezus’ geboorte profeteert, wordt zo’n dertig jaar later door Jezus bevestigd, namelijk dat God partijdig is. In feite liet Jezus zich amper iets gelegen liggen aan ieder die in zijn omgeving belangrijk, aanzienlijk of rijk was – of hij moest ze toevallig tegen het lijf lopen en meestal volgde er dan een confrontatie. De mensen die hij bewust opzocht, waren vaak arm of ziek of sociaal zwak. Dat is de enorme politieke revolutie die Jezus brengt, en die met name in het Westerse welstandschristendom (maar zeker ook daarbuiten!) zo vaak wordt weggeredeneerd. Maar er is meer. Jezus bracht ook een andere, een morele revolutie. Waar mensen vroeger en vandaag graag geloven dat het belangrijkste in dit leven bestaat in het pogen een goed mens te zijn, spreekt Jezus andere woorden: Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. En dan is er nog een derde, een geestelijke, een spirituele revolutie. Maria kan nog zingen dat God zich het lot aantrekt van Israël (vs. 54) en generaties Nederlanders zijn er mee opgevoed dat de kerk van vandaag dat Israël is en daarom houden ze van de kerk of haten ze de kerk. In beide gevallen doe je er goed aan te letten op hoezeer Jezus Israëlieten van zijn tijd tegen zich in het harnas heeft gejaagd (en dat vandaag bij christenen net zo zou doen) door indrukwekkend voor te leven dat Israël en kerk slechts bestaan om te verkondigen dat God in mensen een welbehagen heeft, ongeacht volk, ras, geaardheid, sociale klasse, religie. En nu nog één keer: denk niet dat dit goed nieuws is voor iedereen. Een revolutie is altijd goed voor sommigen en slecht voor anderen. Als Jezus pretendeert het koninkrijk van God te brengen, is dat niet de plaats waar Alle Menschen Brüder zijn. Het slotstuk van het christelijk geloof is niet de laatste wapenstilstand of het laatste vredesvoorstel, maar heet het laatste oordeel. Een oordeel waarvan de uitkomst nu al vaststaat. God heeft een merkwaardige affiniteit met mensen ‘van de onderkant’. Wie nu al op een troon zit, aanzien heeft, rijk is (als individu of als samenleving), die wordt door God dan niet eens meer om verantwoording gevraagd. Die wordt gewoon omver gegooid en weggestuurd – zingt Maria. En zeg nu zelf, als je de kerstverhalen kent, van broeder Muretus of van de oude Scrooge, is dat nu zo vreemd van God? Moeten machtige, hoogmoedige en rijke mensen (of culturen) niet gewoon ergens ooit boeten? 6. Stel nu dat je vandaag niet gevangen zit, dat je niet arm bent, dat je niet buiten de samenleving staat, en dat je toch Kerst zou willen vieren? Ik mag je vanavond vertellen dat iedereen Kerst kan vieren. De apostel Petrus, een leerling van Jezus, herhaalt in één van zijn brieven (1 Petrus 5,5-6) nog eens dat God zich keert tegen de hoogmoedigen, maar aan
ondersteboven wat Jezus werkelijk wilde (1)
Lucas 1:46 – 55
nederigen zijn genade schenkt: En na die constatering doet hij een oproep: Onderwerp u dus nederig aan Gods hoge gezag, dan zal hij u op de bestemde tijd een eervolle plaats geven. Vrij vertaald spoort Petrus ieder van ons aan om een Maria te worden of een broeder Muretus, jezelf te beschouwen als Gods minste dienaar of dienares! Dat is een spirituele handreiking. Ik denk tenslotte met je na over hoe we dát nu kunnen doen en doe dat in drie stappen. 1)Maria’s analyse is de enige oplossing voor de wereld, ook die van vandaag. Juist met Kerst bezinnen mensen zich wereldwijd op de feiten: dat er toch wel erg veel ellende, oorlog, honger en armoede is. Dat je daar bij stilstaat, is niet niks. Maria zet twee stappen extra. Ze is eerlijker dan wij, omdat ze het probleem bij de naam noemt: er zijn te veel mensen die het wél hebben en die uiteindelijk niet bereid of in staat zijn te zorgen voor mensen die het níet hebben. Geen politicus, diplomaat of econoom kan daar iets aan doen. Die eerlijkheid is stap één. En de tweede stap die Maria doet, is er één van geloof en hoop: alleen God kan hier nog iets van maken. Tweeduizend jaar terug konden christenen (die in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling een absolute minderheid vormden) nog denken: als God óns nu eens op de troon zet, als wíj nu eens in aanzien komen, als wíj rijk zijn, dan zullen we in Jezus’ naam de wereld beter maken. In de 21ste eeuw weten we wat daarvan terechtgekomen is. Een christelijke gemeenschap kan vandaag niet meer theoretiseren (hoe het met de wereld is) of moraliseren (hoe het met de wereld moet). Socialisten, liberalen en anderen trouwens ook niet. Volg, of je christen bent of niet, Maria in haar revolutionaire vertrouwen: we hebben alleen nog God. Doe wat Petrus zegt: onderwerp je nederig aan Gods hoge gezag. En volg Maria en Petrus beide in hun hoop: God trekt zich ons lot aan! 2)De reden om Jezus’ geboorte te vieren is zijn leven. Dat is van groot belang. Het leven van Jezus is dé manier van God om jou direct aan te spreken in wie je bent en wat je doet. Ook jij hebt namelijk reden om – zoals Maria – te zingen van de grote daden die God voor jou gedaan heeft. Wat doet God dan? Kijk naar Jezus! Zie hoe God zelf in hem naar beneden komt, heel diep bukt, telkens weer uitlegt wat er allemaal niet klopt in deze wereld, het tegen de verdrukking in telkens weer opneemt voor de zwakken. En vraag jezelf eens af waarom Jezus daarvoor nu zó is afgestraft. Hij is de God over wie Maria zingt en hij onderging het lot waar broeder Muretus nog aan ontkwam en er was niemand die protesteerde. Christendom is geloven dat Jezus het gezicht van God is. Als dat waar is, betekent het: God is nederig, eenvoudig en kwetsbaar, punt. Niet-christenen snappen daar vaak niks van, maar christenen ook niet als ze zich haasten om te zeggen dat God toch ook groot is en machtig. Maar Kerst is geen incident, Jezus is geen incident, geen gek zwak moment in het bestaan van een verder eeuwig sterke God. Het geheim van Kerst is dat God die zich in Jezus openbaart zelf de allerminste is en dáárom de Allerhoogste. Niemand zal tenslotte stuklopen op de kracht van God. De manier waarop hij heersers van de troon stoot en rijken met lege handen laat staan is door zichzelf weg te geven. Dát maakt God nu juist zo bijzonder. 3)Waarom helpt dit verhaal je verder dan alle andere kerstverhalen? Het verhaal van Jezus is er niet tot lering en vermaak. Het is de kern van de aardse geschiedenis, het kantelmoment ook. Het stoot jou van je voetstuk (voorzover je er nog op stond). Het berooft je van je eigenwaarde (voorzover je die nog had). Het zegt je elke keer opnieuw dat je met lege handen staat (als je nog dacht iets vast te houden). Het heeft op het diepste nivo niet met gebrek aan zorg voor anderen te maken (daar kan iedereen een kerstboodschap over houden), maar met jezelf. Jezus geldt tot vandaag universeel als wijze leraar omdat hij elk voetstuk, elke vorm van aanzien en elke aarde schat zo diepgaand heeft gerelativeerd. Niemand begreep beter dan hij waarom ook machtigen
ondersteboven wat Jezus werkelijk wilde (1)
Lucas 1:46 – 55
zich zo vaak zwak weten, ook aanzienlijken onzeker zijn en ook rijken zich vaak arm voelen. Jezus ontmaskert zekerheden en dat is met name pijnlijk voor mensen bij wie er heel wat te ontmaskeren valt, de Scrooges van deze wereld. Is dat een drama? Schokkend is het zeker. Het valt niet mee om een broeder Muretus te zijn, niets te hebben en te kunnen. Maar alleen zo kun je Jezus horen zeggen: sta op, God trekt zich ook jouw lot aan! Op alles wat in jou en mij schreeuwt om status, waardering en schatten doet Jezus geen aanval, integendeel: hij komt aan al die dingen méér dan tegemoet. Hij zet je op een troon, de zijne. Hij geeft je een nieuwe identiteit, de zijne. Hij overlaadt je met zijn geschenken, hier en in het eeuwige leven. Denk tenslotte aan wat broeder Muretus zei. Hoor het hem zeggen tegen jou: jij bent de meest waardevolle persoon die er bestaat, want God kwam ook voor jou naar deze wereld.