Onderhandelingsresultaat CAO 2014-2016 Op 19 november 2014hebben de Directie van de GD en de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie een onderhandelingsresultaat bereikt over een nieuwe CAO. De vakorganisaties leggen dit resultaat voor aan de leden. Het onderhandelingsresultaat wordt omgezet in een definitief akkoord indien de vakbonden uiterlijk 12 december 2014 hebben ingestemd met het onderhandelingsresultaat. 1. Looptijd Looptijd CAO van 1 april 2014 tot 1 oktober 2016. 2. Salarisverhoging en pensioen Per 1 april 2014 worden de salarissen en de salarisschalen structureel verhoogd met 1,5%.De structurele loonsverhoging per 1 april 2014 wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 april 2014 uitbetaald aan de werknemers die in de maand december 2014 in dienst zijn. In december 2014 ontvangen werknemers die op 1 december 2014 in dienst zijn, een eenmalige uitkering van € 120,-bruto (voor deeltijders naar rato). Dit vertegenwoordigt een waarde van ongeveer 0,25% van het gemiddelde salaris. Per 1 januari 2015 vindt er een verschuiving plaats van premiebetaling voor de zogenoemde WIA-verzekeringen waardoor per saldo werknemers een premievoordeel hebben van gemiddeld ongeveer 0,24%. Per 1 april 2015worden de salarissen en de salarisschalen structureel verhoogd met 1,5%. Per 1 april 2016 worden de salarissen en de salarisschalen structureel verhoogd met 0,75%. In april 2016 ontvangen werknemers die op 1 april 2016 in dienst zijn, een eenmalige uitkering van € 60,- bruto (voor deeltijders naar rato).Dit vertegenwoordigt een waarde van ongeveer 0,125% van het gemiddelde salaris. Samenvatting: Datum April 2014 December 2014 Januari 2015 April 2015 April 2016 April 2016
Verhoging 1,5% € 120 (deeltijders naar rato) +0,24% premieverlaging WIA-verzekeringen 1,5% 0,75% € 60 (deeltijders naar rato)
Soort Structureel Eenmalig Structureel Structureel Structureel Eenmalig
Pagina 1 van 6 Onderhandelingsresultaat CAO GD (1 april 2014 – 1 oktober 2016)
In het pensioendepot van de GD bij Avéro Achmea resteert als gevolg van de overgang naar het pensioenfonds van de Landbouw (BPL) een batig saldo. Als uitvloeisel van de door CAO-partijen d.d. 23 december 2013 afgesloten pensioenovereenkomst zal dit batig saldo worden aangewend om de inkoopsom van de aan BPL overgedragen pensioenen te verhogen met een percentage van ongeveer 5%.Medio december 2014 zal het percentage definitief bekend zijn. Met deze verhoging van de inkoopsom wordtper 1 januari 2014 naar rato van de contante waarde van de verschillende pensioensoorten extra pensioen ingekocht voor deelnemers en inactieven die hun pensioen hebben overgedragen aan BPL. 3. Minimum vakantietoeslag en minimum eindejaarsuitkering De werknemer ontvangt in de maand mei 8% vakantie-uitkering over de som van de feitelijk ontvangen maandsalarissen. De werknemer ontvangt in de maand december een eindejaarsuitkering van 1% van het feitelijk ontvangen maandsalaris op jaarbasis inclusief vakantie-uitkering. De aanvulling tot de minimum vakantietoeslag wordt vanaf 1 juni 2015 tegelijk met de vakantie-uitkering als een separate uitkering uitbetaald aan de werknemers die op dat moment in dienst zijn. De aanvulling tot de minimum eindejaarsuitkering wordtvanaf 1 januari 2015 tegelijk met de eindejaarsuitkering als een separate uitkering uitbetaald aan de werknemers die op dat moment in dienst zijn. Beide uitkeringen maken geen onderdeel meer uit van het jaarsalaris en het uurloon zoals vermeld in de CAO; evenmin van enige andere grondslag. De bestaande bedragen van beide minima blijven gehandhaafd en worden verhoogd met de afgesproken algemene CAO-verhogingen. 4. Plaatsing in een hoger ingedeelde functie Artikel5.6 van de CAO wordt aangepast. Er wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsing in een hoger ingedeelde functie als gevolg van promotie en als gevolg van functieherwaardering. Als gevolg van promotie: Bij overgang naar een hogere salarisschaal als gevolg van promotie blijft het recht op een promotieperiodiek van 3% tot het maximum van de salarisschaal gehandhaafd. De bepaling dat er geen recht bestaat op een individuele salarisverhoging per eerstvolgende 1 maart - wanneer de promotie na 1 oktober heeft plaatsgevonden - vervalt. Wanneer indeling in een hogere salarisschaal plaatsvindt, worden eventuele persoonlijke toeslagen zoveel als mogelijk ingebouwd in het schaalsalaris. Het deel dat niet kan worden ingebouwd, behoudt het karakter van een persoonlijke toeslag. In geval van indeling in een lagere dan met de functie overeenkomende salarisschaal (aanloopschaal), wordt de promotieperiodiek één keer toegekend bij de indeling in de met de functie overeenkomende salarisschaal.
Pagina 2 van 6 Onderhandelingsresultaat CAO GD (1 april 2014 – 1 oktober 2016)
Als gevolg van functieherwaardering: Bij overgang naar een hogere salarisschaal als gevolg van functieherwaardering vindt een zodanige indeling plaats dat het voor de werknemer geldende schaalsalaris gelijk is aan het schaalsalaris dat hij in zijn oude schaal genoot. Wanneer indeling in een hogere salarisschaal plaatsvindt, worden eventuele persoonlijke toeslagen zoveel als mogelijk ingebouwd in het schaalsalaris. Het deel dat niet kan worden ingebouwd, behoudt het karakter van een persoonlijke toeslag. 5. Consignatie Werknemers met een niet volledige werkweek (hieronder worden ook de deelnemers aan de seniorenregeling conform artikel9.2 van de CAO gerekend) worden ook op hun parttime dag ingeroosterd voor consignatiedienst. De consignatievergoeding bedraagt conform het nieuw toe te voegen artikel 6.4 lid 4c van de CAO voor parttimers en de deelnemers aan de seniorenregeling conform artikel 9.2 van de CAO, hetzelfde als voor werknemers met een volledige werkweek. Artikel6.4, lid8a van de CAO komt te vervallen. Werknemers zijn ook na de leeftijd van 60 jaar verplicht tot het verrichten van consignatiediensten. Artikel 6.4, lid 9 van de CAO wordt vervangen door de volgende zin: “Bij overwerk ten gevolge van consignatie dienen de arbeidstijden van de werknemer niet overschreden te worden in het kader van de Wet arbeids- en rusttijden”. 6. Buitengewoon verlof Aan artikel 7.2, lid 8 van de CAO wordt een verlofdag bij een 40-jarig dienstjubileum toegevoegd. 7. WIA-aspecten Per 1 januari 2015 worden de zogenoemde WIA-verzekeringen aangepast. De Compensatieverzekering wordt niet meer afgesloten.De premies voor de WGAeigenrisicodragerverzekering en de WIA-hiaatverzekering worden per 1 januari 2015 niet langer op het salaris van de werknemers ingehouden. De premies voor de WIAexcedentverzekering tot een dekking van 70% blijvenvoor rekening van de werkgever. Daarentegen wordenper 1 januari 2015 de premies voor de WIAaanvullende verzekering en de WIA excedent verzekering - met een aanvullende dekking tot80% - volledig op het salaris van de werknemers ingehouden. Dit gebeurt door beide premiesommen bij elkaar op te tellen en via een vast percentage van het jaarsalariste verhalen op de werknemers. In artikel8.3, lid3 van de CAO wordt onder het kopje ‘0-35% arbeidsongeschikt’ de volgende zin geschrapt: “Indien geen passend vervangend werk kan worden gevonden kan het dienstverband worden beëindigd”. Pagina 3 van 6 Onderhandelingsresultaat CAO GD (1 april 2014 – 1 oktober 2016)
8. Excessieve ziektekosten Artikel 10.2 van de CAO komt te vervallen. 9. Stagevergoeding Er wordt voor nieuwe stagiairs onderscheid gemaakt in de hoogte van de stagevergoeding. Voor stages op VMBO/LBO/MBO-niveau bedraagt de stagevergoeding maximaal € 275 bruto per maand en voor stages op HBO/WO-niveau bedraagt de stagevergoeding maximaal € 350 bruto per maand. De woon-werkvergoeding voor nieuwe stagiairs komt te vervallen. 10. Bijlage IV Regeling Opvang sociale gevolgen De regeling opvang sociale gevolgen vormt een integraal onderdeel van de Collectieve Arbeidsovereenkomst bij GD en wordt (na aanmelding van de Collectieve Arbeidsovereenkomst bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) beschouwd als een Collectieve Arbeidsovereenkomst inhoudende een ten minste “gelijkwaardige voorziening”, zoals bedoeld in artikel 7:673b BW, zoals dat naar verwachting komt te luiden na invoering van de WWZ per 1 juli 2015. De wettelijke transitievergoeding uit hoofde van artikel 7: 673 BW wordt geacht inbegrepen te zijn in de beëindigingsvergoeding, cumulatie wordt hiermee uitgesloten. Op de Beëindigingsvergoeding zal door GD geen verrekening worden toegepast voortvloeiend uit de WWZ voor eventuele scholings- en inzetbaarheidskosten. 11. Overige tekstuele aanpassingen CAO Er wordt een aantal bepalingen in de CAO vereenvoudigd die de logica en de duidelijkheid van de CAO verbeteren. Dit wordt getoetst door de redactiecommissie. 12. Protocolafspraken Werkgeversbijdrage GD voor vakbonden Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 verstrekt de GD een bijdrage aan de vakorganisaties, mits er een CAO-akkoord komt. Consignatie De aanpassingen in de consignatieregeling worden aan het einde van de looptijd van deze CAO geëvalueerd door CAO-partijen. BEO-systematiek Verbeterpunten uit de evaluatie met de OR zullen door de GD worden opgepakt. Aan het einde van de looptijd van deze CAO zal de toepassing van de BEO-systematiek door CAO-partijen worden geëvalueerd.
Pagina 4 van 6 Onderhandelingsresultaat CAO GD (1 april 2014 – 1 oktober 2016)
Duurzame inzetbaarheid Gedurende de looptijd van deze CAO vindt er een studie plaats om na te gaan of een aantal specifieke maatregelen omgezet kan worden in meer algemene afspraken met als doel de duurzame inzetbaarheid van werknemers in alle levensfases te verbeteren. In de studie worden onder meer de volgende onderwerpen in beschouwing genomen: seniorenregeling, bijzonder verlof en betaald verlof bij bijzondere gebeurtenissen. Uitgangspunt van eventuele aanpassingen is dat dit geen besparing voor de GD oplevert, maar dat met de financiële ruimte maatregelen worden genomen om de duurzame inzetbaarheid van alle werknemers te verhogen. Mantelzorg, combinatie arbeid en zorg Indien sprake is van noodzakelijke mantelzorg, dan heeft de GD een inspanningsverplichting om flexibel met de werktijden om te gaan voorzover de bedrijfsvoering dit redelijkerwijs mogelijk maakt. De afdeling P&O fungeert als meldpunt. Opleiding en ontwikkeling De GD zal monitoren dat het huidige opleidingsbeleid evenwichtig wordt uitgevoerd binnen de afdelingen. Daar waar de uitvoering beter kan, zal de GD dit pro-actief oppakken. De GD zal de vakorganisaties tijdens de looptijd van deze CAO op hoofdlijnen informeren over de toepassing van de regeling. Regeling Opvang sociale gevolgen en Reorganisatie Gedurende de looptijd van deze CAO worden tijdig afspraken gemaakt over de Regeling Opvang sociale gevolgen na 1 januari 2017. Verbeterpunten uit de evaluatie van de reorganisatie met de vakbonden worden door de GD samen met de OR opgepakt. Verzekeren 3e WW-jaar Cao-partijen beogen middels herverzekering uitvoering te geven aan handhaving van de huidige hoogteen duur van de WW in het derde WW-jaar, zoals is opgenomen in het sociaal akkoord van 2013 en in de brief van 11 juli 2014 van de STAR. Bij de uitwerking zal het advies van de SER (dat in december 2014 wordt verwacht) uitgangspunt zijn, alsmede de elementen die de STAR heeft opgenomen in de brief van 11 juli 2014. Elementen zijn onder andere: financiering o.b.v. een 50/50 verdeling tussen werkgevers en werknemers, benodigde financiële ruimte die uit de lagere publieke financiering komt (m.a.w. maximale kosten zijn huidige WW-premiekosten) en uitvoerbaarheid.
Pagina 5 van 6 Onderhandelingsresultaat CAO GD (1 april 2014 – 1 oktober 2016)
Toegang inleenkrachten totdienstverlening Arbodienst Inleenkrachten hebben toegang tot de dienstverlening van de Arbodienst conform het door de GD afgesloten contract met de Arbodienst. WAJONG De GD heeft een inspanningsverplichting voor één extra plek voor een Wajonger.
Aldus overeengekomen onder voorbehoud van de instemming van de leden van de vakbonden:
Datum: 19 november 2014
J. Jansen
Mw. L. Lamers
Gezondheidsdienst voor Dieren
FNV Bondgenoten
N. Passchier
A. van der Molen
CNV Dienstenbond
De Unie
Pagina 6 van 6 Onderhandelingsresultaat CAO GD (1 april 2014 – 1 oktober 2016)