Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
Inhoudsopgave
Vaststellingsbesluit
3
Ruimtelijke Onderbouwing
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Planologische regeling 1.3 Huidige situatie 1.4 Leeswijzer
5 5 5 5 6
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Visie voor het plangebied 2.2 De ontwikkeling 2.3 Welstand
7 7 9 9
Hoofdstuk 3 Beleid 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal en regionaal beleid 3.3 Gemeentelijk beleid
10 10 11 13
Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten 4.1 Bodem 4.2 Water 4.3 Geluid 4.4 Energie
16 16 16 16 17
Hoofdstuk 5
Juridische vormgeving
18
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Inleiding 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.3 Economische uitvoerbaarheid
19 19 19 19
Bijlagen
21
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
2
Vaststellingsbesluit
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
3
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
4
Ruimtelijke Onderbouwing Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Aanleiding
ABN AMRO Bank N.V. heeft op 27 april 2012 voor het perceel Eleanor Rooseveltlaan 1 een aanvraag ingediend voor een installatieconcept met als doel het op een duurzame manier verzorgen van de klimatisering van het ABN AMRO Computercentrum Amstelveen Noord (ABN AMRO CCA-Noord). Het installatieconcept betreft het realiseren van droge koelers op de tweede (bovenste) verdieping van het gebouw in combinatie met energieopslag in de bodem. Het installatieconcept zullen beide de totale koeling leveren aan het datacentrum en de kantoren in het gebouw. Deze droge koelinstallatie zal gerealiseerd worden op de noordwesthoek van het dak en heeft als doel de CO2-uitstoot te verminderen. De voorgestelde ontwikkeling heeft voor wat betreft de bovengrondse activiteiten geen ingrijpende gevolgen voor de gemeente. Voor wat betreft de ondergrondse activiteiten is reeds positief beoordeeld door de Provincie Noord-Holland en door de Waterbeheerder. Om deze reden en om milieutechnische redenen ziet de gemeente voorliggend initiatief als positief en wil om deze redenen medewerking verlenen.
1.2
Planologische regeling
Voor het betreffende initiatief geldt het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, welke is vastgesteld op 30 maart 2005. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben bij besluit van 25 oktober 2005 het vastgestelde bestemmingsplan goedgekeurd. Het bestemmingsplan is op 27 juli 2006 onherroepelijk geworden. In dit plan heeft het projectgebied de bestemming 'doeleinden voor handel en bedrijf (Bk)'. Deze gronden zijn bestemd voor kantoren, al dan niet met de daarbij behorende gebouwde parkeervoorzieningen (P). Het beoogde initiatief past qua bestemming wel, maar qua hoogte niet binnen dit geldende bestemmingsplan. De toegestane, maximale bouwhoogte ter plaatse is 12 meter. De geplande bouwactiviteiten, te weten een installatie met droge koelers impliceert een bouwhoogte van 17 meter. De ontwikkeling is strijdig met het geldende bestemmingsplan 'Bankras en Kostverloren'. Met een omgevingsvergunning in afwijking van het geldende bestemmingsplan (ex artikel 2.12 lid 1, sub a onder 3 van de Wabo) kan medewerking worden verleend aan het initiatief.
1.3
Huidige situatie
Het ABN AMRO Computercentrum Amstelveen Noord, hierna: ABN AMRO CCA-Noord, op het perceel Eleanor Rooseveltlaan 1, betreft een kantoorgebouw van twee verdiepingen (exclusief de begane grondlaag) en heeft een bouwhoogte van circa 9,80 meter. Ter plaatse van de reeds aanwezige installatie heeft het pand een hoogte van 17 meter. Het gehele datacentrum, inclusief het kantorengedeelte is op dit moment uitgerust met een conventioneel koelsysteem, dat bestaat uit elektrisch aangedreven koelmachines. Indien gebruik wordt gemaakt van installatieconcept bestaande uit een energieopslagsysteem en droge koelers, welke beide de totale koeling zullen leveren aan het datacentrum en de kantoren, zal het energieverbruik en de uitstoot van CO2 afnemen.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
5
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het project. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten van het project. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een beschrijving gegeven van het rijks, provinciaal en gemeentelijk beleid, dat een relatie heeft met het projectgebied en/of de ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan. Een juridische beschrijving van het project is gegeven in hoofdstuk 5. Tenslotte gaat hoofdstuk 6 in op de uitvoerbaarheid van het project. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
6
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1
Visie voor het plangebied
De Eleanor Rooseveltlaan ligt in de wijk Bankras Kostverloren. De wijk Bankras is een woonwijk bestaande uit twee (zuidelijke) woonbuurten ter weerszijden van de voorzieningenzone, waarin het winkelcentrum Kostverlorenhof is gelegen. De wijk Kostverloren wordt omschreven als een woonwijk bestaande uit twee (noordelijke) woonbuurten ter weerszijden van de voorzieningenzone, waarin het winkelcentrum Kostverloren is gelegen.
2.1.1
Geschiedenis
De wijk Bankras Kostverloren is ontworpen en gebouwd in de jaren '60. Het is het eerste uitbreidingsplan dat werd vastgesteld als uitwerking van het door de Stadsrandcommissie opgestelde structuurplan. De naam van de noordelijke buurt is ontleend aan de Kostverlorenbocht in de Amstel. De zuidelijke buurt werd vernoemd naar het Bankrasmeer, dat even ten oosten van deze buurt heeft gelegen. In de jaren '90 is het ten oosten van de wijk liggende A3 tracé bij de wijk betrokken en ontwikkeld ten behoeve van woningbouw.
2.1.2
Landschap
De wijk ligt in de Amstelveense Middelpolder, drooggelegd in 1885. De bodem bestaat uit klei. Aan de noordzijde grenst de wijk aan Kronenburg, aan de westzijde aan de Beneluxbaan, aan de oostzijde aan het buitengebied in de polder en aan de zuidzijde aan de A9. De verkaveling van de wijk is gebaseerd op de richting van de Beneluxbaan. De middelste twee kwadranten hebben daarmee een richting die erg dicht aansluit bij de oorspronkelijke kavelrichting van de polder, de andere twee kwadranten wijken af. Alleen de nieuwbouw op het voormalige A3-tracé is gebouwd in de kavelrichting van de polder. Binnen de wijk zijn vrijwel geen elementen uit het oorspronkelijke landschap terug te vinden. Enkele populieren die vroeger langs de middenweg van de polder stonden zijn bij de aanleg van de wijk gehandhaafd, maar inmiddels zijn ook die verdwenen.
2.1.3
Bebouwingstypen
De wijk bestaat uit een menging van laagbouw en gestapelde bouw. De gestapelde bouw komt in verschillende vormen voor. Er zijn galerijgebouwen van 4 lagen hoog, maar ook van meer dan 10 lagen, en er zijn meer dan 15 lagen hoge appartementengebouwen rond een centraal stijgpunt. Ook de laagbouw kent diverse verschijningsvormen en varieert van 1 tot 3 bouwlagen, plat en met kap, vrijstaand, geschakeld en in rijtjes. Behalve woningen zijn er relatief veel gebieden met voorzieningen in de wijk, zoals scholen, kerken en winkelcentra, met hun eigen bebouwingstypen.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
7
2.1.4
Ruimtelijke opzet
De oorspronkelijke wijk bestaat uit vier "gestempelde" woonbuurten met daartussen wigvormige voorzieningengebieden. De woonbuurten worden ontsloten middels een rondweg, waaraan langs de buitenrand de (middel)hoogbouw is gesitueerd. Vanaf de rondwegen prikken woonstraatjes de woonbuurt in, veelal uitkomend op een groen pleintje. Midden tussen de woonbuurten loopt de hoofd groen- en waterstructuur van noord naar zuid door de hele wijk. De centrale groenstructuur is ingericht als sierpark met wandelpaden, karakteristiek vormgegeven vijvers, bruggetjes en bankjes, en met insteken in de woonbuurten eindigend met een speelplek. De woonbuurten lopen van buiten naar binnen in hoogte af: langs de ringwegen middelhoogbouw, via gestempelde rijtjes drive-in woningen en eengezinswoningen tot eenlaags geschakelde en vrijstaande bungalows aan de centrale groenstructuur. Deze bungalows staan daarmee in het park enhebben slechts een beperkte eigen buitenruimte. De hoogbouwflats staan als repeterende elementen langs de (oorspronkelijke) wijkranden aan de oost-, zuid- en westkant. Aan de oostkant is in de jaren '90 op het tracé van de nooit gerealiseerd snelweg A3 een woongebied toegevoegd. Bij de vormgeving van deze nieuwe buurt is gekozen de oorspronkelijke stadsrand (met de hoogbouw elementen) niet aan te tasten door vooral laagbouwwoningen toe te voegen. De drie in de wijk oost-west lopende voorzieningengebieden hebben een duidelijk andere vormgeving dan de gestempelde woonbuurtjes. In de voorzieningenscheggen is de bebouwing grootschaliger, maar compact, en staat als losse elementen in een zoveel mogelijk groene omgeving. Het groen loopt hiermee als het ware van de polder de stad in, tot waar in de scheggen de winkelcentra zijn gebouwd. Hier worden de scheggen steniger en het gebruik (inherent aan de functie) intensiever. Beide winkelcentra, Bankrashof en Kostverlorenhof, zijn introvert met de bevoorrading aan de buitenkant. In beide gevallen is de bevoorrading gecombineerd met parkeerterrein en is de bebouwing op de winkelcentra beduidend hoger en intensiever dan in de rest van de wijk. Hierdoor worden beide winkelcentra duidelijk gemarkeerd. De middelste scheg tussen de woonbuurten heeft geen winkelfunctie maar een parkfunctie. Deze scheg loopt daarmee van oost naar west van het buitengebied door de hele wijk tot aan de Beneluxbaan. Zuid-, west- en (oorspronkelijke)oostrand van de wijk zijn duidelijk gemarkeerd door hoogbouwelementen maar ook afgeschermd van respectievelijk A9, Beneluxbaan en niet gerealiseerde A3 door brede stroken met opgaand groen. Later is de oostzijde opener gemaakt naar de nieuwbouw op het A3-tracé. Bij de opzet van de nieuwbouw op het A3-tracé is aansluiting gezocht bij het buitengebied, door de kavelrichting over te nemen en paden vanuit het buitengebied op te nemen in de wijk. Tussen de nieuwbouw en de vroegere stadrand is het voormalige afschermende groen omgevormd tot een wandelpark met nadruk op natuurlijk groen en waterpartijen. Langs de Beneluxbaan is rondom de gestapelde bouw relatief veel groene ruimte aanwezig. De bebouwing heeft uitzicht naar de Beneluxbaan en het ruime groen rondom de flats geeft de bewoners een tegenwicht voor de overlast van het drukke verkeer. De rondwegen in de wijk worden begeleid door groenstroken en boombeplanting. Deze boombeplanting is gevarieerd van karakter. Een meer solide en samenhangende begeleiding door bomen zou meer ondersteunend kunnen werken voor de herkenbaarheid van deze rondwegen. Kenmerkend voor de woonstraten is de opzet van haaks parkeren onderbroken door herhaalde groenvakjes. In deze groenvakjes staan bomen met een wisselend sortiment. Meestal wel een hoofdsoort per straatje. Centraal in de westzijde van de wijk ligt een buurtpark met siergroen en wandelpaden op een voormalige vuilstort. Hieraan zijn twee kerken gesitueerd.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
8
Onderhavig initiatief De bestemming 'doeleinden voor handel en bedrijf (Bk)' met de gedetaileerde bestemming 'Kantoren' is een reeds bestaande bestemming / functie in een wijk met woonbuurten, voorzieningengebieden (maatschappelijk, detailhandelrecreatie en bedrijven), groen- en waterstroken en enkele kantoren. Zoals reeds werd beschreven worden de woonbuurten ontsloten middels een rondweg, waaraan langs de buitenrand de (middel)hoogbouw is gesitueerd. Dit kantoorgebouw bevindt zich aan deze buitenrand. De beoogde extra hoogte is om deze reden een ontwikkeling op een daarvoor aangegeven plaats.
2.2
De ontwikkeling
Uit het Energiebeleidsplan 2009-2012 vloeit voort dat Amstelveen met regiogemeenten de ambitie heeft in 2040 een energieneutrale regio gerealiseerd te hebben. Hiertoe zet de gemeente zich waar mogelijk maximaal in op het terugdringen van het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Door het realiseren van een installatieconcept bestaande uit droge koelers in combinatie met energieopslag kan het energieverbruik en de uitstoot van CO2 afnemen. De bestaande koelinstallaties worden vervangen door 21 zogenoemde dry-coolers en zullen worden geplaatst op de tweede (bovenste) verdieping van het gebouw. De energieopslag zal plaatsvinden in de bodem. Het grondwatersysteem wordt in de zomer ingezet voor koeling van het datacentrum en in de winter worden de koude bronnen geladen door middel van de droge koelers op het dak. De droge koelers zorgen in de winterperiode voor de koudelevering aan het datacentrum en het kantoorgedeelte. De koudelevering wordt dus in zowel de zomer- als in de winterperiode opgewekt door middel van het grondwatersysteem in combinatie met de droge koelers. De bestaande koelcentrale wordt in zijn geheel 'ontmanteld' door alle bestaande droge koelers, koeltorens en koelmachines te verwijderen. Het grondwatersysteem bestaat uit drie koude en drie warme bronnen waar grondwater aan wordt onttrokken en in wordt geïnfiltreerd. Tussen de warme en de koude bronnen worden transportleidingen aangelegd, waardoor grondwater van de bronnen naar de technische ruimte wordt getransporteerd. In de technische ruimte staan drie warmtewisselaars waarmee de koude wordt overgedragen van het grondwatersysteem aan het procescircuit.
2.3
Welstand
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit is akkoord gegaan met het initiatief, mits de opstelling van de 'drycoolerunits' vrij van gevel van de bestaande dakopbouw blijft (1,5 meter). De op het zijvlak van de units aangebrachte tekst valt niet binnen de criteria van de reclamenota en is daarmee niet toegestaan. Uit overleg met de initiatiefnemer is het eerste deel van het advies om technische redenen niet mogelijk. Om deze reden wordt voorbij gegaan aan het advies de 'drycoolerunits' los van gevel van de bestaande dakopbouw te realiseren. Het tweede deel van het advies, betreffende de aangebrachte tekst, wordt overgenomen.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
9
Hoofdstuk 3 Beleid Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste ruimtelijke beleidskaders. Achtereenvolgens komt het relevante rijks-, provinciale, en gemeentelijk beleid aan bod. Het beleid en de wetgeving op milieugebied wordt behandeld in Hoofdstuk 4.
3.1
Rijksbeleid
Voor de ruimtelijke ordening in de omgeving van Schiphol is het Luchthavenindelingbesluit (Lib) van 26 november 2002 met de ingebruikname van de vijfde baan van Schiphol (Polderbaan) met ingang van 20 februari 2003 van kracht. In het streekplan Noord-Holland Zuid, vastgesteld op 17 februari 2003, wordt verwezen naar dit Luchthavenindelingbesluit. Het Luchthavenindelingbesluit bevat de ruimtelijke maatregelen op rijksniveau in verband met de luchthaven Schiphol. In het Lib zijn regels en beperkingen opgenomen voor de bebouwing rond Schiphol (vanuit externe veiligheid en geluid). Bij Besluit van 23 augustus 2004, Stb. 425 is het Luchthavenindelingbesluit gewijzigd in verband met het herstellen van een invoerfout en wijziging van uitvliegroutes in westelijke richting vanaf de Polderbaan. Deze wijziging van het Luchthavenindelingbesluit is in werking getreden op 2 september 2004. Op 21 april 2006 is het kabinetsstandpunt uitgebracht inzake de ontwikkeling van Schiphol op de middellange en lange termijn. Naar aanleiding van een evaluatie is een actieprogramma opgesteld. De snelheid waarmee de maatregelen kunnen worden doorgevoerd, varieert. Er zijn maatregelen die direct worden uitgevoerd, maatregelen die nog nader onderzoek vergen en maatregelen waarvoor de regelgeving moet worden gewijzigd. Dit betekent dat het nieuwe Schipholbeleid nog niet in werking is. De voorgestelde wijzigingen kunnen van invloed zijn op dit bestemmingsgebied. Dit kunnen wijzigingen met betrekking tot ligging van geluid- en/of risicocontouren zijn. Naast een toename van de geluidsoverlast hebben de ruimtelijke beperkingen die voortvloeien uit de Schipholwet een behoorlijke impact op de ontwikkelingsmogelijkheden van Amstelveen. Stedelijke vernieuwing in Amstelveen Noord en rond het A9 gebied wordt hierdoor belemmerd. Grootschalige uitbreiding in de Legmeerpolder is niet mogelijk gebleken. De volgende voorgestelde wijzigingen kunnen in ruimtelijk opzicht van invloed zijn op het plangebied:
uitbreiding van het gebied rond de luchthaven met een verbod op nieuwbouw van gebouwen waar veel mensen bijeen zijn; in het gebied daarbuiten hebben grote concentraties van mensen minder effect op het groepsrisico, maar het effect is niet nul; de exacte begrenzing van de hierboven genoemde gebieden en de plannen die niet onder het verbod komen te vallen, worden nader geïnventariseerd; tot slot wil het kabinet onderzoeken of het groepsrisico te verkleinen is door vliegroutes te verleggen dichtbij de luchthaven, en zo plaatsen waar veel mensen bijeen zijn te vermijden.
Het eerste standpunt komt neer op een formalisering van de huidige praktijk. Bouwplannen in Amstelveen die liggen in de IR 10 - 7 contour worden op dit moment al getoetst aan het groepsrisicobeleid. Dit leidt er toe dat niet alleen woningbouw (met meer dan 25 woningen), maar ook bijvoorbeeld kantoorontwikkeling in deze zone niet mogelijk is. Het tweede standpunt, te weten de aanscherping van het groepsrisicobeleid buiten de IR 10 – 7 contour zal wel tot een verdere ruimtelijke beperking leiden. Onduidelijk is nog in welke gebieden een restrictiever beleid zal gaan gelden. Wanneer hiervoor de IR 10 -8 contour gebruikt gaat worden, zal dit zeker consequenties hebben voor Amstelveen. Uit een eerste indicatieve IR 10 -8 contour blijkt namelijk dat behalve een groter deel van Amstelveen Noord, ook het Noordelijke deel van de Legmeerpolder in deze zone valt.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
10
Of deze wijzigingen daadwerkelijk worden doorgevoerd en wanneer dit het geval is, is op dit moment nog niet bekend. Voor meer informatie over het Schipholbeleid wordt verwezen naar de website www.luchtvaartbeleid.nl. Tevens zijn er in het kader van het Luchthavenindelingbesluit gebieden waar hoogtebeperkingen, respectievelijk beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende bestemmingen gelden. In het gebied waar hoogtebeperkingen gelden, mogen geen objecten worden opgericht of geplaatst die hoger zijn dan de maximale waarden die in de verschillende deelgebieden van kracht zijn. De omvang van het gebied waar beperkingen gelden voor het aantrekken van vogels, is zodanig dat de afstand tussen de grens van het gebied en iedere baan minimaal 6 km bedraagt. Bij de bepaling van de omvang is uitgegaan van de bescherming van dat gebied rond het banenstelsel waarin, statistisch gezien, de meeste vogelaanvaringen plaatsvinden. Een gebruik of bestemming kan binnen de genoemde categorie wel worden gerealiseerd als overeenkomstig de Wet luchtvaart een verklaring van geen bezwaar is verleend. Als een verklaring van geen bezwaar is afgegeven kan het bestemmingsplan te zijner tijd met deze verklaring in overeenstemming worden gebracht.
Relevantie plangebied Het project valt binnen de hoogtebeperkingen en binnen de beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende bestemmingen van het Luchthavenindelingbesluit. Er mogen geen gebouwen of bouwwerken worden gerealiseerd die hoger zijn dan tussen 66 meter en 95 meter boven NAP. Hier wordt aan voldaan. Het Luchthavenindelingbesluit heeft hiermee geen consequenties voor het project.
3.2
Provinciaal en regionaal beleid
3.2.1
Structuurvisie Noord-Holland 2040
De structuurvisie is op 21 juni 2010 vastgesteld. In de structuurvisie geeft de provincie aan welke provinciale belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in NoordHolland. Daarmee is het een leidraad voor de manier waarop de ruimte in Noord-Holland de komende dertig jaar zou moeten worden ontwikkeld. In het bijbehorende uitvoeringsprogramma is dit uitgewerkt in concrete activiteiten om de visie te realiseren en via de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie is de doorwerking naar gemeentelijke bestemmingsplannen geregeld. De drie hoofdbelangen die Noord-Holland met de structuurvisie heeft vastgelegd zijn ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. Zo wordt de komende dertig jaar het bestaand bebouwd gebied verder verdicht, onder meer door zo’n 200.000 woningen in de provincie bij te bouwen, en zet de provincie in op de ruimtelijke ontwikkeling van OV-knooppunten in Noord-Holland. Op die manier blijft volgens de provincie meer ruimte over om het buitengebied te behouden en zijn er voldoende mogelijkheden voor duurzame economische ontwikkelingen, recreatie en natuur.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
11
Relevantie plangebied Onder hoofdstuk 4 'Klimaatbestendigheid' wordt vermeld dat er - Voldoende ruimte voor het opwekken van duurzame energie- . Door ondertekening van het Energie- en Klimaatakkoord met het Rijk onderschrijft de Provincie Noord-Holland de energie- en klimaatdoelen van het Rijk en ondersteunt ze het Rijk bij de realisatie van deze doelen op het gebied van energiebesparing, CO2-reductie en toename van duurzame energie. De Provincie Noord-Holland wil zoveel mogelijk bijdragen aan de afname van de oorzaken van klimaatverandering. Daarom wil de Provincie het energieverbruik in samenwerking met gemeenten in het stedelijk gebied, op bedrijventerreinen en in de glastuinbouw zoveel mogelijk beperken en de resterende vraag met duurzame energie invullen. De toepassing van duurzame energie in de gebouwde omgeving moet worden vergroot. Naast de grote projecten wil de Provincie wil ook ruimte bieden aan het kleinschalig opwekken van duurzame energie, zoals de benutting van restwarmte en de vergisting van biomassa. Daarnaast wil de Provincie gemeenten stimuleren om waar mogelijk warmte-koude opslag toe te passen. Op deze manier biedt de Provincie ook mogelijkheden voor innovatie, bijvoorbeeld in de land- en tuinbouw, waarmee wordt bijgedragen aan de versterking van de economische structuur. Door innovatie te stimuleren bevordert de Provincie Noord-Holland niet alleen de toepassing van duurzame energie, maar ook energiebesparing.
Het voorliggende initiatief past binnen deze visie. Het onderhavige initiatief voldoet aan bovengenoemde beleidskaders.
3.2.2
Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie
De regels van de Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie vloeien voort uit de Structuurvisie Noord-Holland 2040. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 hebben provincies de bevoegdheid gekregen een ruimtelijke verordening vast te stellen. In deze verordening kan de provincie regels stellen met betrekking tot de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. Bij het stellen van deze regels moeten provinciale belangen in het geding zijn. In een verordening kunnen regels worden opgenomen ter bescherming van specifieke waarden (zoals natuur-, landschappelijke of cultuurhistorische waarden) of ten behoeve van bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld vestigingsregels voor intensieve veehouderij of detailhandelsvoorzieningen). De gemeente heeft de plicht bestemmingsplannen aan te passen aan de provinciale verordening. Op 3 november 2010 is de verordening in werking getreden.
Conclusie Het project valt binnen bestaand bebouwd gebied. Onder duurzaam ruimtegebruik verstaat de provincie Noord-Holland het plaatsen van de juiste functies op de juiste plek. Deze juiste plek wordt bepaald door verschillende factoren zoals de aanwezige milieukwaliteit, de behoefte aan voorzieningen zoals passende huisvesting voor bewoners en bedrijven op specifieke locaties en de bereikbaarheid van die locaties. Uitgangspunt is een zorgvuldige afweging tussen verschillende belangen, waarbij milieukwaliteiten als (externe) veiligheid, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, geur en geluid, maar ook waterkwaliteit belangrijke randvoorwaarden zijn.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
12
Artikel 33 'Energie en duurzaam bouwen' van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) bepaalt dat Bestemmingsplannen voor woningbouw, renovatie, (herstructurering) bedrijventerreinen, kantoorlocaties en glastuinbouw dienen te beschrijven op welke wijze invulling wordt gegeven aan energiebesparing en inzet van duurzame energiebesparing en inzet van duurzame energie, waaronder mede wordt verstaan het gebruik van restwarmte, Warmte Koude Opslag en aardwarmte, zonneenergie, biomassa. Lid 2 bepaalt vervolgens dat nieuwe verstedelijking of uitbreiding van bestaande verstedelijking dient aan eisen van duurzaam bouwen te voldoen. Het voorliggende initiatief voldoet aan de twee bovengenoemde bepalingen.
3.3
Gemeentelijk beleid
3.3.1
Structuurvisie Amstelveen 2025+
De gemeenteraad van Amstelveen heeft op 21 september 2011 de Structuurvisie Amstelveen 2025+ vastgesteld. Het is op de eerste plaats een ruimtelijke visie, maar ondersteunt ook maatschappelijke ontwikkelingen. Het biedt daarmee helderheid aan inwoners, ondernemers, instellingen en andere overheden over de gewenste ontwikkeling van Amstelveen en de prioriteiten die het bestuur hierbij stelt. De wettelijk verplichte structuurvisie vormt de grondslag voor bindende bestemmingsplannen en exploitatieplannen. Amstelveen is in een aantal decennia stormachtig gegroeid door zijn gunstige ligging en door ondernemend op het juiste moment kansen te grijpen. Inmiddels staat de concurrentiepositie van de metropoolregio Amsterdam onder druk. De tijd dat Amstelveen kon meeliften op de groei van de regio is voorgoed voorbij. Dat vraagt om een andere instelling. Vraag is nu meer wat Amstelveen kan betekenen voor de regio.
In de structuurvisie worden diverse thema's uitgewerkt: Versterken bestaande kwaliteiten: Amstelveen wil dat allereerst doen door haar bestaande kwaliteiten te behouden en waar mogelijk te versterken. Dit zijn een uitstekend woonklimaat, een ondernemend werkklimaat en een meer dan gemiddelde bereikbaarheid. Grijpen van nieuwe kansen: Amstelveen wil nieuwe kansen die zich voordoen grijpen. Bijvoorbeeld door een toekomstvaste openbaar vervoer verbinding tussen Amsterdam en Amstelveen. Of met een knooppunt van hoogwaardig openbaar vervoer bij het Stadshart, waardoor het Stadshart een impuls krijgt. Waardevol landschap: behouden door zorgvuldige ontwikkeling; Toekomstvast openbaar vervoer: fundamenteel voor de stad, maar goed lokaal netwerk noodzakelijke voorwaarde; Hoogwaardig wonen: betere doorstroming, energiezuiniger woningen en meer particulier opdrachtgeverschap; Het nieuwe werken: bestaande bedrijventerreinen en kantoren beter benutten; Aantrekkelijke voorzieningen: stadshart versterken, wijkwinkelcentra concentreren en zorgen voor excellent onderwijs voor iedereen; Duurzame ruimte: slim en zuinig ruimtegebruik, binnen een ruimtelijk kwaliteitskader.
Relevantie plangebied Het initiatief heeft met name betrekking op het thema 'Duurzame ruimte'. Duurzame ruimte houdt in: ruimte voor duurzaamheid en het duurzaam ordenen en gebruiken van de ruimte. Bij deze ontwikkeling gaat het om de eerste uitleg van het begrip. Het gaat om ruimte bieden of reserveren voor het toepassen of introduceren van duurzame oplossingen, boven of onder de grond. Dat betekent vroegtijdig rekening houden met allerlei aspecten van duurzaamheid bij de planvorming, ontwikkeling en uitvoering van projecten en in gebieden (inclusief plannen).
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
13
In Amstelveen wordt veel energie verbruikt. De gemeente voert overleg met partijen in de stad om energieverlies tegen te gaan. Met partners zoals wooncorporaties zijn afspraken gemaakt het energieverbruik van bestaande woningen en gebouwen te laten afnemen. Bij nieuwbouw wordt de graad van energiebesparing stapsgewijs opgevoerd. Het gebruik maken van bronnen in de directe omgeving die warmte en koude kunnen leveren wordt steeds populairder (warmte-koude opslag: WKO). Het huidige stadsverwarmingsnet brengt restwarmte vanuit de Diemer elektriciteitscentrale naar Amstelveen Noord. De mogelijkheden van het net worden nog niet optimaal benut, vooral omdat het nog geen ringleiding is. Ook moet het net betrouwbaarder worden, door bijstook met aanvullende bronnen. Het voorliggende plan houdt een installatieconcept in dat tot doel heeft het energie verbruik omlaag te brengen en de CO2 uitstoot te verminderen. Het initiatief draagt op kleine schaal bij aan deze doelstelling.
3.3.2
Toekomstvisie Amstelveen 2020+
In de Toekomstvisie Amstelveen 2020+ wordt ander andere de kwaliteit van het (eco)systeem waarin we leven (duurzaamheid) genoemd als verantwoordelijkheid. Met het begrip duurzaamheid wordt bedoeld dat het (eco-)systeem zo gebruikt wordt voor de behoeften van de menselijke samenleving dat er zo min mogelijk schade aan optreedt: 'gebruiken in plaats van verbruiken'. Het college wil nadrukkelijker kiezen voor duurzaamheid in brede zin als leidraad voor de toekomstige ontwikkeling van Amstelveen. In de Structuurvisie Amstelveen 2025+ is de ambitie 'Kantoren koelen met water'. Uit water kan energie worden gewonnen. Hoofddrinkwaterleiding ingezet worden voor koeling van computerruimtes. Uit afvalwater kan warmte worden gewonnen. Vooral huishoudens voeren relatief veel warmte af via afvalwater (douche, waswater). Er wordt door waterbeheerders gestudeerd op mogelijkheden om hier energie uit te winnen. Waterbeheerder Waternet kan energie winnen uit het slib van de rioolwaterzuiveringsinstallatie door biologische nabehandeling en vergisting. De ontwikkeling past binnen de genoemde verantwoordelijkheid en de genoemde ambitie. 3.3.3
Stedelijk waterplan
De gemeente Amstelveen en het hoogheemraadschap Amstel- Gooi en Vecht (AGV) hebben in 2004 besloten om in coproductieverband het Stedelijk Waterplan op te stellen. Een nut en noodzaak notitie lag aan dit besluit ten grondslag. Het Stedelijk waterplan voorziet in de behoefte van beide partijen aan meer inzicht in het functioneren van het watersysteem, geeft een eenduidige en realistische visie op het water en in het aandragen van maatregelen die bijdragen aan het oplossen van knelpunten in het watersysteem en het realiseren van ambities. De gemeente Amstelveen en het hoogheemraadschap AGV hebben elk eigen taken en verantwoordelijkheden om het watersysteem op orde te houden. Waternet is de uitvoerende organisatie die in opdracht van AGV zorgt voor afvalwater, oppervlaktewater en veiligheid achter de dijken. De gemeente is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud en de afvoer van rioolwater. Beide partijen anticiperen op de verwachte klimaatveranderingen die zich uiten in meer korte maar hevige regenbuien en een stijging van de zeespiegel. Een optimale waterkwaliteit is onderdeel van de hoge leef-, en omgevingskwaliteit waarnaar de gemeente Amstelveen streeft als aantrekkelijke woon-, leef- en werkgemeente. Water draagt zodoende als kwaliteitsdrager bij aan de versterking van de kwaliteit van de Amstelveense stad.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
14
AGV wil samen met de gemeente de visie en beleid op waterbeheer lokaal realiseren. Naast wettelijk verplichte zaken wordt gekeken naar ambities bij de verschillende thema's van het waterbeheer. De opgestelde visie die in het Stedelijk Waterplan centraal staat benadrukt de ontwikkeling waar beide partijen zich voor inzetten: het realiseren van een duurzaam en mooi watersysteem in de gemeente Amstelveen. Door de gezamenlijke aanpak van het Stedelijk Waterplan worden verantwoordelijkheden en belangen verduidelijkt en processen inzichtelijk gemaakt. Dit levert een duidelijke bijdrage aan de samenwerking tussen beide organisaties.
In paragraaf 4.2 wordt beschreven op welke wijze met het onderwerp 'Water' wordt omgegaan in het kader van deze ontwikkeling.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
15
Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten 4.1
Bodem
Wat betreft de bovengrondse activiteiten (droge koelers) is geen sprake van een bouwwerk dat de grond raakt en waarvan het niet-wederrechtelijk gebruik gehandhaafd blijft. Er bestaat geen verplichting tot het uitvoeren van een bodemonderzoek in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. Wat beteft de ondergrondse activiteiten is er sprake van boren. Boren is geen activiteit waarvoor in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht de bodem dient te worden beoordeeld. In het kader van de door de Provincie Noord-Holland verleende vergunning inzake het onttrekken en weer infiltreren van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem is onder andere getoetst aan de eventuele bodemverontreiniging. Hieruit is gebleken dat er geen sprake is van verontreiniging van de bodem (bijlage 2). Op 20 maart 2012 heeft bureau IF de notitie 'energieopslag ABN AMRO CCA-Noord te Amstelveen' verzorgd (referentie: 26.257/61431/WH). Het betreft een aanmeldingsnotitie voor de m.e.r.-beoordelingsplicht. Uit deze notitie wordt geconcludeerd dat het beoogde energieopslagsysteem andere (grondwater)belangen niet schaadt (bijlage 5).
4.2
Water
Op 16 juli 2012 heeft Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bekend gemaakt aan de aanvrager een vergunning te hebben verleend ingevolge de Waterwet voor het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem (bijlage 2). De Waterbeheerders, De Provincie Noord-Holland en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, hebben ingestemd met het initiatief en de daarbij behorende wateronttrekking. Zie ook paragraaf 4.4, onder 'energieopslag'.
4.3
Geluid
Er is een akoestisch onderzoek (rapportnummer F 20069-1-RA-001 van 31 januari 2012) verricht met betrekking tot voorliggend initiatief (bijlage 3). Dit onderzoek is verricht naar het geluid in de omgeving ten gevolge van de geprojecteerde dry-coolers op het dak van het datacenter van ABN AMRO. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr LT) ter hoogte van de woningen in de bepalende nachtperiode:
Maximaal 38 dB(A) bedraagt bij de Guntner dry-coolers; Maximaal 40 dB(A) bedraagt bij de GEA Searl drycoolers.
Bij beide typen dry-coolers wordt hiermee voldaan aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau van 50, 45 en 40 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.
Bij de GEA Searl dry-coolers worden de grenswaarden van het langtijdgemiddelde beoordelingsnuveau uit het Activiteitenbesluit van 40 dB(A) voor de bepalende nachtperiode benaderd. Hierdoor blijft nagenoeg geen geluidruimte beschikbaar voor een eventuele toekomstige uitbreiding. De geluidimmissie van de Guntner dry-coolers bedraagt circa 2 dB lager. Derhalve zou een lichte voorkeur kunnen worden uitgesproken voor de dry-cooler van Guntner.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
16
Bij beide typen dry-coolers wordt voldaan aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit.
In de notitie, opgesteld door Peutz B.V. op van 18 juli 2012 (referentie JvH/JvH/F 200691-NO, als addendum bij rapport F 20069-1-RA-001 d.d. 31 januari 2012) wordt aangegeven dat de Güntner drycoolers op het dak van het datacenter zullen worden toegepast, omdat deze de laagste geluidproductie hebben (bijlage 4).
Verkeersbewegingen en geluid In het rapport F 20069-1-RA-001 d.d. 31 januari 2012 zijn verkeersbewegingen op het terrein van het datacenter niet beschouwd. In de genoemde notitie van Peutz wordt een nadere onderbouwing hiervoor gegeven; vanwege het continu in bedrijf zijn van de drycoolers de nachtperiode bepalend is voor de beoordeling van het geluid naar de omgeving. In de nachtperiode is bij het datacenter sprake van een verwaarloosbaar aantal verkeersbewegingen. Daarnaast bevinden de geluidgevoelige bestemmingen zich op meer dan 50 meter afstand van de inrichting en leidt de verandering (verduurzaming) van het datacenter waarvoor de melding wordt ingediend niet tot een toe- of afname van het aantal verkeersbewegingen ten opzichte van de huidige situatie.
4.4
Energie
Het Energiebeleidsplan (27 mei 2009) geeft het energiebeleid van Amstelveen nieuwe impulsen. Amstelveen heeft de ambitie met regiogemeenten in 2040 een energieneutrale regio gerealiseerd te hebben, door integraal en maximaal in te zetten op alle gerelateerde onderwerpen die binnen haar invloedssfeer liggen. Hiertoe zet zij gedurende de periode 2009-2012 en verder, waar mogelijk, maximaal in op het terugdringen van het energiegebruik en de CO2 -uitstoot. Tegelijk stimuleert de gemeente het opwekken en benutten van duurzame energie, wil ze een voorbeeldfunctie vervullen en een nauwe samenwerking met regiogemeenten, inwoners, bedrijven en andere organisaties aangaan op het bereiken van de doelen. Planrelevante onderdelen uit vastgesteld beleid Energieopslag Door de recente aandacht voor warmte -koude opslag (WKO) ook wel energieopslag genoemd, is aandacht voor de ruimtelijke consequenties wenselijk. WKO maakt gebruik van de constante temperatuur van diep grondwater uit het 2e of 3e watervoerend pakket. Het water wordt op een plaats onttrokken en elders geïnfiltreerd op dezelfde diepte. Bovengronds wordt warmte aan het grondwater toegevoegd of onttrokken. Er ontstaan op deze wijze twee lokale zones in het grondwaterpakket, waarvan de een kouder en de ander warmer is dan het omringende grondwater. De omvang van de zones is afhankelijk van het debiet en de hoeveelheid warmte. Een potentieel probleem ontstaat wanneer de aanleg van systemen niet wordt geregisseerd. Zonder regie bestaat de kans dat de ondergrond niet efficiënt wordt benut, omdat de systemen niet op elkaar aansluiten of de aanleg van toekomstige systemen belemmeren. De provincie Noord-Holland is bevoegd gezag voor het grondwater onder de Waterwet. In de loop van 2013 worden door de gemeente Amstelveen beleidsregels opgesteld conform het Besluit bodemenergie (2013). Doel is de aanleg van bodemenergie te reguleren. Het ligt niet in de verwachting dat het plangebied onderdeel wordt van een door de gemeente aangewezen interferentiegebied bodemenergie.
Plangebied Het voorgenomen plan is, zoals reeds naar voren kwam, in lijn met de ontwikkeling van energie.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
17
Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving De gewenste ontwikkeling past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Er is dan ook een omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) noodzakelijk om de ontwikkeling planologisch mogelijk te maken. Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het afwijken van de maximale bouwhoogte ter plaatse van de noordwesthoek van het dak van het kantoorpand en dient ter motivering van de voorgenomen ontwikkeling, zoals opgenomen in het ingediende bouwplan.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
18
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1
Inleiding
Een goede ruimtelijke onderbouwing dient inzicht te geven over de uitvoerbaarheid van het project. Derhalve wordt eerst ingegaan op de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Vervolgens zal de economische uitvoerbaarheid aan de orde komen in het kader van de procesgang.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Het ontwerp van de omgevingsvergunning is gedurende zes weken ter inzage gelegd van donderdag 29 november 2012 tot en met woensdag 9 januari 2013. Gedurende de termijn van ter inzage legging heeft een ieder de gelegenheid gekregen om zienswijzen kenbaar te maken. Hiervan is vooraf kennis gegeven op de gemeentelijke website en in de Staatscourant van woensdag 28 november 2012. In de gestelde termijn zijn geen zienswijzen ingediend.
6.3
Economische uitvoerbaarheid
Om gemaakte kosten te verhalen dient ingevolge artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan vastgesteld te worden voor de gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen (artikel 6.2.1. Bro). Het realiseren van droge koelers op het dak van het gebouw in combinatie met energieopslag in de bodem betreft geen bouwplan waarvoor een exploitieplan dient te worden opgesteld of waarvoor met de initiatiefnemer een anterieure exploitatieovereenkomst dient te worden gesloten. De gemaakte ruimtelijke kosten worden gedekt uit de heffing van leges.
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
19
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
20
Bijlagen
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
21
Bijlage 1
Besluit omgevingsvergunning
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
22
Bijlage 2 grondwater
Vergunning Provincie Noord-Holland: onttrekken en infiltreren
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
23
Bijlage 3
Geluidsrapport
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
24
Bijlage 4
Addendum geluidsrapport
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
25
Bijlage 5
Aanmeldingsnotitie voor de m.e.r.-beoordelingsplicht
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
26
Bijlage 6
Kaart besluitgebied
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
27
Bijlage 7
Aanvraagformulier
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
28
Bijlage 8
Bestektekeningen
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
29
Bijlage 9
Kennisgeving
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
30
Bijlage 10
Print geheel document
Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Bankras en Kostverloren, Eleanor Rooseveltlaan 1
31