Omgevingsvergunning Avignonlaan 1
Concept omgevingsvergunning
Av ignonlaan 1 Ruimtelijke onderbouwing artikel 2.12 lid 1a sub 3 Wabo
Inhoudsopgav e Toelichting
3
Hoofdstuk 1 Inleiding
5
1.1
Aanleiding
5
1.2
Het projectgebied
5
1.3
Lokatieprofiel
6
1.4
Huidige situatie
6
1.5
Leeswijzer
6
Hoofdstuk 2 Gebieds- en projectprofiel
7
2.1
Integraal gebiedsprofiel
7
2.2
Projectprofiel
7
Hoofdstuk 3 Beleid
9
3.1
Rijksbeleid
9
3.2
Provinciaal beleid
11
3.3
Gemeentelijk beleid
13
Hoofdstuk 4 Onderzoek
15
4.1
Inleiding
15
4.2
Stedenbouwkundige afweging
15
4.3
Cultuurhistorie en archeologie
15
4.4
Waterparagraaf
16
4.5
Milieu
20
4.6
Verkeer/parkeren/mobiliteit
23
4.7
Infrastructuur
25
4.8
Externe veiligheid
25
4.9
Groen/natuur/landschap
26
Hoofdstuk 5 Financiële uitvoerbaarheid
31
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
33
Bijlagen
35
Bijlage 1
Memo Luchtkwaliteit
37
Bijlage 2
Parkeerbalans
39
2
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Toelichting
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
3
4
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
Initiatiefnemer heeft een aanvraag om omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een school en transformatie van de bestaande sporthal ingediend. Het initiatief is strijdig met het geldende bestemmingsplan. Om toch mee te kunnen werken aan het bouwplan dient een afwijkingsbesluit genomen te worden. Dit afwijkingsbesluit moet voorzien zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing. Dit document vormt die ruimtelijke onderbouwing.
1.2
Het projectgebied
Het projectgebied is gelegen aan de Avignonlaan 1 te Eindhoven., kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie S, nummer 0069(gedeeltelijk). Het projectgebied bevindt zich naast het bedrijventerrein Achtse Barrier/Heizoom.
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
5
1.3
Lokatieprofiel
1.3.1
Afwijking ten opzichte van het geldende bestemmingsplan
Het projectgebied is gelegen binnen het geldende bestemmingsplan 'Heizoom ', vastgesteld door de raad op 20 juni 2005, nr. 05 R 1189.001; besluit van Gedeputeerde Staten omtrent (gedeeltelijke) goedkeuring d.d.13 oktober 2005. Ingevolge het geldende bestemmingsplan is het perceel bestemd tot 'Maatschappelijke doeleinden'. De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, dienstwoningen, uitsluitend voorzover het bestaande dienstwoningen betreft, met de daarbij behorende voorzieningen zoals wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en leidingen, tuinen, erven en terreinen, bouwwerken,geen gebouwen zijnde.
Het bouwplan betreft nieuwbouw voor twee scholen die gefuseerd zijn en transformatie van de bestaande sporthal. Omdat het volume en de locatie afwijken van het huidige bestemmingsplan wordt een afwijkingsprocedure op grond van artikel 2.12, lid 1, a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht doorlopen.
1.4
Huidige situatie
1.4.1
Projectgebied
Het plangebied wordt op dit moment ook al voor een school gebruikt. Naast het gebouw zijn er parkeerplaatsen en speel- en sportvelden. De school wordt omgeven door de Marathonloop, de Avignonlaan, de Fransebaan en de Montpellierlaan.
1.5
Leeswijzer
Deze toelichting bestaat uit de volgende delen. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 met de beschrijving van het gebieds- en projectprofiel. In hoofdstuk 3 zijn de onderzoeken opgenomen, waaronder de stedenbouwkundige afweging. De juridische vormgeving van het projectbesluit is neergelegd in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 is de financiële uitvoerbaarheid geregeld. Hoofdstuk 6 gaat tenslotte in op de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
6
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 2
2.1
Gebieds- en projectprofiel
Integraal gebiedsprofiel
De locatie is gelegen in stedelijk gebied en ligt tussen het bedrijventerrein Achtse Barrier/Heizoom en de woonwijk. Op dit moment is er al sprake van een schoollocatie. De school wordt omgeven door de Marathonloop, de Avignonlaan, de Fransebaan en de Montpellierlaan. De nieuwbouw zal binnen de bestaande bestemming gerealiseerd worden.
2.2
Projectprofiel
Het project bestaat uit de nieuwbouw van een schoolgebouw. Er is sprake van een fusie tussen twee scholen: het Lyceum Bisschop Bekkers en het Christiaan Huygens College locatie Broodberglaan. Daarnaast komen er sportvelden en een buitenspeelplaats en parkeervoorzieningen. De ontsluiting vindt op de dezelfde manier plaats als nu.
Situatietekening:
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
7
8
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 3
3.1
Beleid
Rijksbeleid
In artikel 3.1.6, lid 2, van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt bepaald dat in een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt: 1. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte; 2. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel 1, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en; 3. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel 2, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. De voorgestane ontwikkeling maakt nieuwbouw van een school mogelijk. Er worden twee scholen samengevoegd: Lyceum Bisschop Bekkers aan de Avignonlaan en de vestiging van het Christiaan Huygens College aan de Broodberglaan Het gaat om het uitbreiden van het bouwvolume binnen de huidige maatschappelijke bestemming. Het bovenstaande betekent dat door middel van voorliggende afwijkingsprocedure een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt zoals bedoeld in artikel 3.1.6, lid 2, Bro.
Ad 1. De besturen van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs en Stichting EPVO hebben begin 2013 de intentie uitgesproken om één school te vormen voor mavo, havo, atheneum en gymnasium in Eindhoven. Daartoe worden twee scholen samengevoegd: Lyceum Bisschop Bekkers aan de Avignonlaan en de vestiging van het Christiaan Huygens College aan de Broodberglaan. Deze stap is ingegeven door de wens van de besturen om de goede onderwijskwaliteit van beide scholen ook in de toekomst te blijven waarborgen, de demografische ontwikkelingen in de regio en het integrale huisvestingsprogramma van de Gemeente Eindhoven. Huisvesting fusieschool Tussen februari 2013 (de aankondiging van de fusie) en juni 2014 (de vaststelling van het IHP in de gemeenteraad) is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van huisvesting van de fusieschool. Daarbij is gekozen voor de locatie Avignonlaan omdat deze locatie zowel een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen over de stad Eindhoven geeft, maar ook het beste aansluit bij de voedingsgebieden van de twee scholen. Circa 80 % van de leerlingen komt uit Eindhoven, daarnaast komt circa 10% uit Son en Breugel. Voor het overige komt er nog een deel van de leerlingen uit Best, en slechts een enkeling uit een andere randgemeente. Daarbij levert de locatie Avignonlaan de benodigde ruimte zonder dat hierbij een uiterst kostbare her-huisvestingsoperatie nodig is. Herhuisvesting zou nodig geweest zijn als de bestaande huisvesting aan de Avignonlaan verbouwd/getransformeerd zou worden alsmede een uitbreiding aan het bestaande (bijna 40 jaar oude) pand zou krijgen. Onderzoek in het Integraal Huisvestings Plan-traject leverde op dat de kosten van nieuwbouw lager zijn dan de totale kosten van transformatie, uitbreiding en herhuisvesting. Daarbij nog afgezien van de maatschappelijke kosten van de onrust in het onderwijsproces, die dit voor de bestaande concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
9
school zou opleveren. Beide scholen leveren al jaren goede onderwijsprestaties en behoren tot de top van Nederland. Scholen in Eindhoven Noord krijgen echter in toenemende mate, net als in veel andere regio's, te maken met een kleiner leerlingenaanbod. Daarnaast heeft de gemeente Eindhoven momenteel, samen met de schoolbesturen voor voortgezet onderwijs, een Integraal Huisvestingsprogramma in voorbereiding. Daarin wordt voor de komende jaren vastgelegd welke huisvestingsvoorzieningen voor het voortgezet onderwijs noodzakelijk zijn.
Toekomstbestendig Om ook in de toekomst uitstekend onderwijs voor mavo, havo en vwo te kunnen blijven verzorgen, hebben het bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs - het bevoegd gezag van het Lyceum Bisschop Bekkers - en het bestuur van het Christiaan Huygens College - de Stichting EPVO - besloten tot een fusie. Hierbij is per 1 augustus 2014 het Lyceum Bisschop Bekkers onder het bevoegd gezag van de Stichting EPVO (thans ECVO) gebracht. Als gevolg hiervan zijn het Lyceum Bisschop Bekkers en de locatie Broodberglaan van het Christiaan Huygens College vanaf 1 augustus 2014 als één nieuwe school verder gegaan. Kleinschaligheid De nieuwe school biedt op termijn ruimte aan zo'n 1.650 leerlingen. Beide scholen staan er garant voor dat ook in de nieuwe situatie de gekoesterde kleinschaligheid behouden blijft. In de plannen van de nieuwbouw is hier nadrukkelijk rekening mee gehouden. Door een indeling naar een aparte onderbouw en bovenbouw, en naar verschillende talentrichtingen, wordt de kleinschaligheid gewaarborgd. Schaalvoordelen Zowel het Lyceum Bisschop Bekkers als het Christiaan Huygens College profileren zich als scholen met grote ambities op onderwijskundig gebied en op het gebied van leerlingenzorg. De aanwezige expertise wordt door bundeling van beide scholen verder versterkt. Door de grotere omvang van de school wordt het in de toekomst makkelijker om te innoveren en kan de school extra kwaliteit bieden. Ook kunnen vakken die nu niet op beide scholen worden aangeboden vanaf augustus 2016 gaan behoren tot de keuzemogelijkheden van de leerlingen. Een voorbeeld is het aanbieden van 4 talentrichtingen binnen de school. Ook behoort de school nu tot de Brainportscholen in deze regio.
Bereikbaarheid De school heeft een goede bereikbaarheid voor de leerlingen. Op dit moment is voor leerlingen die vanuit het zuiden komen de toegang het huidige terrein uitsluitend via de Avignonlaan geregeld. Voor deze leerlingen komt ook een ingang aan de Marathonloop om hiermee de fietsbewegingen te beperken en de verkeersveiligheid te vergroten. Voor autoverkeer is de bestaande infrastructuur voldoende. De toegang tot het terrein vereist weinig ingrepen. Openbaar vervoer is op zeer korte loopafstand (Franse Baan en Marathonloop). In verband met de ontwikkeling van de Avignonlaan 11 (voormalige vmbo vestiging van het Stedelijk College) tot een vestiging van de Aloysius Stichting (speciaal onderwijs) en de daarbij behorende verkeer van de “busjes”, is er reeds overleg gaande tussen beide schoolbesturen over de afstemming van de aanvangstijden. Hiermee wordt beoogd het aantal gelijktijdige verkeersbewegingen te minimaliseren. Gelet op het voorgaande wordt geconcludeerd dat er wordt voorzien in een actuele regionale behoefte. Het gaat hier bovendien om een bestaande locatie waarbij sprake is van alle aanwezige voorzieningen en er kan binnen het bestaande bouwperceel worden herbouwd.
10
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Ad 2. Er vindt een transformatie c.q. herstructurering van het bestaande terrein plaats voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Het terrein aan de Avignonlaan 1 is nu reeds als schoollocatie in gebruik, alleen het volume op de locatie wijzigt. De locatie maakt tevens deel uit van bestaand stedelijk gebied. In het kader van het economisch claimrecht zal de vrijkomende locatie Broodberglaan, na realisatie nieuwbouw fusieschool, worden overgedragen aan de gemeente. Vervolgens zal worden bepaald in hoeverre deze school bestemd blijft voor onderwijs of een alternatieve bestemming krijgt. In het IHP dossier van 1 juli 2014 is opgenomen dat de opbrengsten uit vrijkomende schoolgebouwen worden aangewend om additionele uitgaven (bijvoorbeeld apparaatskosten) te kunnen financieren.
Ad 3. Nu sprake is van bestaand stedelijk gebied, is de vraag of het gebied multimodaal is of wordt ontsloten niet aan de orde.
3.2
Provinciaal beleid
Verordening Ruimte 2014 Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben op 7 februari 2014 de 'Verordening Ruimte 2014' vastgesteld. Hierin staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten de gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. De provincie stelt algemene regels die voor heel Brabant gelden, maar verdeelt het grondgebied ook in vier structuren waarvoor apart beleid geldt. Algemene regels In de verordening zijn algemene regels opgenomen die altijd en voor heel Brabant gelden. Deze regels hebben betrekking op zorgvuldig ruimtegebruik en op het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van Brabant. In het algemeen houdt dit in dat gebruikers van een gebied rekening houden met het karakter, de grootte en de functie ervan. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen belevingswaarde, toekomstwaarde en gebruikswaarde. Het doel van zorgvuldig ruimtegebruik is om bestaand bebouwd gebied zo goed mogelijk te benutten. Pas als dat niet kan, wordt gezocht naar de beste plek in het buitengebied om nieuwe ruimte te gebruiken. Daarnaast wil de provincie verouderde locaties in stedelijk gebied opnieuw invullen en ongewenste functies in het buitengebied saneren. Structuren (hoofdkaart) Verder onderscheidt de verordening de volgende vier structuren: bestaand stedelijk gebied ecologische hoofdstructuur groenblauwe mantel gemengd landelijk gebied Deze structuren zijn gekoppeld aan de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en zijn Brabant dekkend. Elk ruimtelijk oppervlak van Brabant valt onder één van deze structuren. Per structuur is uitgewerkt welke functies ontwikkeld kunnen worden en onder welke voorwaarden. De vier structuren staan op de hoofdkaart van de verordening.
Het plangebied van de schoollocatie is gelegen in het bestaand stedelijk gebied. concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
11
Themakaarten Naast de hoofdkaart zijn er vijf themakaarten opgenomen in de Verordening Ruimte. Voor onderhavig plangebied is de themakaart stedelijke ontwikkeling van belang.
Themakaart stedelijke ontwikkeling Op deze themakaart staan het bestaand stedelijk gebied, zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, integratie stad-land en de regionale bedrijventerreinen. Het plangebied is aangeduid als 'Bestaand stedelijk gebied'. Het provinciale beleid is er al decennia lang op gericht om stedelijke ontwikkeling in stedelijke concentratiegebieden te bundelen. Het doel daarvan is om voldoende draagvlak voor de steden als economische en culturele motor te creëren en om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in of aansluitend op de stedelijke concentratiegebieden. Binnen het bestaand stedelijke gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling.
12
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
3.3
Gemeentelijk beleid
3.3.1
Interimstructuurvisie 2009
In december 2009 is de Interimstructuurvisie 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met de Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit.
3.3.1.1 Buiten transformatiegebied
Figuur 1: Ruimtelijke hoofdstructuur Interimstructuurvisie Eindhoven
Het bestemmingsplan Achtse Barrier - Heizoom 2014 ligt buiten het transformatiegebied (zie figuur 1) De Interimstructuurvisie is het resultaat van de integratie van de ruimtelijk relevante raadsprogramma's die tot medio 2009 zijn vastgesteld. Dit is onder andere verbeeld in een kaart die inzicht biedt in de verdeling van het actuele en gewenste grondgebruik.
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
13
Figuur: Gebruik van de ruimte Interimstructuurvisie Eindhoven Onderhavig plangebied is op de op de kaart 'Gebruik van de ruimte' uit de Interimstructuurvisie aangeduid als wonen en werken. Wonen Deze gronden zijn voornamelijk bedoeld voor wonen, inclusief alle afgeleide wijk- en buurtgerichte functies op het gebied van (middelbaar-/ basis-)onderwijs, zorg, opvang, cultuur, religieuze voorzieningen, ontspanning en vrije tijd, groen (o.a. buurt- en wijkparken, sportfaciliteiten en –velden, buurtontmoetingsruimten), detailhandel en werken (woonwerkcombinaties en kleine bedrijven met milieucategorie 1, 2 en gedeeltelijk 3). Deze functies zijn noodzakelijk voor het functioneren van een gebied als woongebied. Zij vallen dus onder deze definitie en worden niet afzonderlijk in beeld gebracht, mede omdat hun ruimtebeslag relatief beperkt is. Werken Hieronder vallen werkgerelateerde functies: industrie, research en ontwikkeling, handel, kantoren, grootschalige en perifere detailhandel, transport, bouwnijverheid, dienstverlening. Tevens alle productieactiviteiten van kunst en design en ook alle voorzieningen die bij een functioneel en modern bedrijventerrein horen (o.a. parkmanagement).
Frits Philipsschool De school ligt tussen de woonwijk Achtse Barrier en het bedrijventerrein Heizoom in. De locatie is al maatschappelijk en de nieuwbouw is een samenvoeging van twee scholen op deze locatie en past binnen de structuurvisie.
14
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 4
Onderzoek
4.1
Inleiding
4.2
Stedenbouwkundige afweging
Het huidige gebouw aan de Avignonlaan is uit de jaren 70 en voldoet niet meer aan de onderwijskundige eisen van nu. De school heeft behoefte aan een gebouw dat het leerproces van kinderen dient. Het oude gebouw is hiertoe niet, of tegen zeer hoge kosten, geschikt te maken. Het huidige gebouw bevat bovendien veel asbest en heeft hoge energie en onderhoudskosten. Met de nieuwbouw wordt door de architect een gebouw neergezet dat één geheel vormt met de verkeersbeweging aan de Montpellierlaan. De keuze van de gevel en de kleuren geven het gebouw een dynamiek die wordt versterkt bij het langsrijden over de Montpellierlaan en de Marathonloop. Er zijn grote vides in het dak en er is door de glazen vliesgevels veel daglicht in het gebouw. De bestaande sporthal wordt getransformeerd waardoor het aansluit bij de eisen die nu worden gesteld in het bouwbesluit. De thans geldende Arbo eisen voor sportdocenten, in het bijzonder de hogere geluidsnormen en eisen van daglichttoetreding in de sportzalen, worden bij de transformatie gerealiseerd. Met name die laatste verbetering zal ook aan de buitenzijde zichtbaar zijn doordat nu ramen aanwezig zijn in de thans grijze egale wand. Als gevolg van de hogere isolatiewaarden zoals geëist in het bouwbesluit, zal de buitenzijde van de bestaande sporthal ook worden uitgevoerd als een extra schil die gelijk is aan de buitenzijde van de school. Hierdoor ontstaat een harmonie in het totaalbeeld van school en sporthal.
4.3
Cultuurhistorie en archeologie
Cultuurhistorie Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart dient als beleidskader om bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met de cultuurhistorie van Eindhoven. De kaart geeft, naast rijks- en gemeentelijke monumenten, een overzicht van de historische structuur van wegen en waterlopen, historisch waardevolle stedenbouwkundige en landschappelijke- en groenstructuren, beschermde stadsen dorpsgezichten en monumentale bomen. Bij de samenstelling van de kaart is onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van de provinciale cultuurhistorische waardenkaart. In het plangebied van de schoollocatie komen geen cultuurhistorische waarden voor.
Archeologie De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit gemeentelijk beleid staat in het 'Beleidsplan archeologie Eindhoven en Helmond 2008-2012', waarmee de raad in september 2008 heeft ingestemd. De gemeente houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening met bekende of verwachte archeologische waarden. concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
15
De gemeente gaat daarbij uit van de gemeentelijke Archeologische Waardenkaart, waarop de bekende en verwachte archeologische waarden in Eindhoven zijn vastgelegd. Deze kaart maakt deel uit van de Cultuurhistorische Waardenkaart, die door de raad is vastgesteld in 2008. Het beleid van de gemeente Eindhoven is, om bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met de archeologische waarden in de ondergrond en daarbij uit te gaan van de gemeentelijke kaart. In gevolge het Beleidsplan Archeologie worden de archeologische gebieden, die op de Archeologische Waardenkaart staan, onderverdeeld in 5 categorieën. Per categorie gelden andere consequenties bij voorgenomen bouw- of andere bodemverstorende activiteiten. Voorafgaand aan een vergunningverlening kan een rapportage worden verlangd waarin de archeologische waarde van het gebied is vastgesteld. Conform het rijks- en provinciaal beleid is behoud van archeologische waarden 'in situ' het uitgangspunt. Als dat niet mogelijk is, wordt een archeologische vindplaats opgegraven. Op de Archeologische Waardenkaart van 2008 zijn voor deze locatie geen gebieden met (verwachte) archeologische waarden aangegeven.
4.4
Waterparagraaf
Het plan betreft de nieuwbouw van een school en transformatie van de bestaande sporthal aan de Avignonlaan 1. De nieuwbouw zal worden gerealiseerd na de sloop van de bestaande bebouwing (met uitzondering van de bestaande sporthal). Middels deze waterparagraaf wordt aangegeven of en welke duurzame maatregelen met betrekking tot het watersysteem te realiseren zijn en of de veranderingen gevolgen hebben voor het bestaande watersysteem.
Huidige situatie
Momenteel bevindt zich op de locatie een school die gesloopt gaat worden. De bodemopbouw in dit deel van Eindhoven bestaat uit fijn leemhoudend zand afgewisseld met leemlenzen en is te typeren als (zeer) slecht doorlatend. In het gebied variëren de grondwaterstanden in de omgeving tussen -1,0 en -1,7 m-mv. In de nabijheid van het plangebied ligt een gescheiden en een gemengd rioleringsstelsel. Bestaande verharding loost op het gescheiden stelsel in de Avignonlaan. Het totale perceeloppervlak van het plangebied bedraagt ca 27234m2.
16
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Checklist Watersysteem A-w ateren binnen plangebied?
Nee
B-w ateren binnen plangebied
Nee
Keurgebied binnen plangebied?
Nee
Binnen 25-100 jaarszone?
Nee
Binnen boringsvrije zone?
Nee
Ecologische verbindingszone?
Nee
Binnen reserveringsgebied w aterberging 2050? Nee Attentiegebied EHS
Nee
Rioolw atertransportleiding
Nee
Waterschap gemaal
Nee
Bergingsnorm plangebied
42 mm/m2
Verdachte/verontreinigde locaties?
Nee
Infiltratie praktisch mogelijk?
Nee (tenzij toepassing grondverbetering)
Uitw erkingsplicht / w ijzigingsbevoegdheid
Nee
Toekomstige situatie
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
17
Het plan betreft de nieuwbouw van een school met sportvoorzieningen. Hierbij worden er tevens bovengrondse parkeerplaatsen gerealiseerd. Het totale oppervlak van het plangebied bedraagt ca 27234m2, waarvan ca 6747m2 dakoppervlak. De nieuwe ontwikkeling zal haar afval- en hemelwater gescheiden op de erfgrens aanbieden en afwateren via het gescheiden rioolstelsel gelegen in de Avignonlaan.
Gevolgen voor de waterhuishouding
Oppervlakten
Huidig m2
Toekomstig m2
Daken
6852
6747
terrein verharding
7900
7099*
onverhard terrein
12482
13388
Totaal
27234
27234
overzicht huidige en toekomstige situatie verhardingen. * Het parkeerterrein wordt voorzien van halfverharding. Het parkeerterrein is voor 50% meegenomen als terrein verharding en voor 50% als onverhard terrein.
Door realisatie van de ontwikkeling neemt binnen het plangebied het verhard oppervlak af. Er hoeft daarom geen compensatie plaats te vinden.
Waterkwaliteit
Bij de inrichting, bouw en beheer fase worden zo min mogelijk vervuilende stoffen toegevoegd aan de bodem en het grond- en oppervlaktewatersysteem. Blootstelling van uitloogbare bouwmaterialen zoals zink, koper en lood aan hemelwater moet tot een minimum beperkt worden. Ook een gifvrij beheer van de ruimte (weg- en groenbeheer) levert een belangrijke positieve bijdrage aan de waterkwaliteit en dient aandacht te krijgen bij het uitwerken van het beheersplan voor de ontwikkeling.
Afspraken
De volgende afspraken zijn met de ontwikkelaar gemaakt: Het parkeerterrein op eigen terrein wordt voorzien van halfverharding; De nieuwbouw zal haar verharding via een gescheiden stelsel tot de erfgrens lozen op de gemeentelijke riolering in de Avignonlaan; De aansluiting op het gemeentelijke stelsel vindt in overleg met de afdeling huisaansluitingen van de gemeente Eindhoven plaats; Bij het indienen van de omgevingsvergunning voor dit plan levert de ontwikkelaar een technisch uitgewerkt ontwerp aan waaruit op te maken is hoe de verhardingssituatie definitief is ingevuld. Dit nog ter goedkeuring van Waterschap de Dommel en de gemeente Eindhoven.
Afspraken waterschap
18
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
In mei is met Waterschap de Dommel gestart met overleg over dit plan. Naar aanleiding van dit overleg is afgesproken dat het vuilwater en hemelwater van de nieuwe ontwikkeling gescheiden zal worden aangelegd en aangesloten op het gescheiden rioolstelsel gelegen in de Avignonlaan. De nieuwbouw zal geen gebruik maken van uitlogende bouwmaterialen. Doordat er geen toename van het verhard oppervlak is wordt er door het waterschap geen compenserende maatregelen voor het verhard oppervlak verlangd. Op 30 juni 2015 heeft Waterschap de Dommel ingestemd met de maatregel en is het wateradvies afgedaan.
Bijlage 1: 1422-BA-SIT-01.pdf
Bijlage 2: 1422-BA-SIT-02.pdf
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
19
4.5
Milieu
4.5.1
Duurzaamheid
De nieuwbouw zal moeten voldoen aan de eisen van het vigerende bouwbesluit. Daarnaast dient het gebouw over een goed binnenklimaat te beschikken, waarbij 'frisse scholen'' klasse B vereist is met betrekking tot minimaal het aspect CO2-gehalte (1000 ppm). Deze bepalingen maken onderdeel uit van de bijgevoegde project samenwerkingsovereenkomst. Daarnaast wordt de sporthal nagenoeg geheel hergebruikt.
4.5.2
Geluid
De Wet geluidhinder biedt bescherming tegen wegverkeerslawaai ter hoogte van geluidsgevoelige objecten. In de Wet geluidhinder wordt een beperkt aantal typen objecten beschermd, te weten: a. woningen b. andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals scholen c. geluidsgevoelige terreinen Conform hoofdstuk VI, art. 74, lid 1 van de Wet geluidhinder heeft een weg in stedelijk gebied een zone die zich uitstrekt vanaf de as van de weg tot 200 m aan weerszijden van een weg, bestaande uit één of twee rijstroken en tot 350 m aan weerzijden van een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken. De locatie van de geprojecteerde school ligt conform hoofdstuk VI, art. 74 Wgh binnen de zones van de volgende wegen: Marathonloop (50 km/uur) Estafettelaan (50 km/uur) .
20
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Alle overige in of nabij het plangebied gelegen wegen zijn niet zoneringsplichtig conform art. 74, lid 2 van de Wet geluidhinder, aangezien voor deze wegen een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt of in de toekomst gaat gelden conform het beleid Duurzaam Veilig. Deze wegen zijn voor wat betreft de toetsing aan de Wet geluidhinder buiten beschouwing gelaten. De 30 km-wegen zijn wel meegenomen bij het bepalen van de gecumuleerde geluidbelasting. Door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant is op 10 maart 2015 een akoestisch onderzoek verricht ten behoeve van de geprojecteerde school aan de Marathonloop te Eindhoven. In het onderzoek wordt de toekomstige geluidbelasting (2025) ter hoogte van de school inzichtelijk gemaakt en getoetst aan de grenswaarden conform de Wet geluidhinder. De omliggende 30 km-wegen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten, aangezien deze wegen in het kader van de Wet geluidhinder niet zoneringsplichtig zijn. De berekende geluidbelastingen per weg worden getoetst aan de voorkeursgrenswaarde van Lden 48 dB. Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kan conform artikel 82, lid 2, Wgh een hogere grenswaarde worden vastgesteld door burgemeester en wethouders. Dit geldt alleen wanneer, ook door het treffen van (afschermende) maatregelen, niet aan de grenswaarde kan worden voldaan, ofwel tegen het treffen van deze maatregelen bezwaren bestaan van stedenbouwkundige-, verkeerskundige-, landschappelijke of financiële aard. Hoofdlijn in het zoeken naar maatregelen en alternatieven is dat: eerst maatregelen aan de bron worden onderzocht, en als deze (gemotiveerd) niet mogelijk blijken; overdrachtsmaatregelen worden onderzocht, en als deze (gemotiveerd) niet mogelijk blijken; maatregelen bij de ontvanger worden onderzocht. De berekende geluidbelastingen worden dan getoetst aan de maximale waarde met ontheffing zoals gesteld in artikel 3.2, 1e lid van het Besluit geluidhinder voor andere geluidsgevoelige gebouwen in stedelijk gebied, zijnde Lden 63 dB. In verband met de geprojecteerde school aan de Marathonloop zijn wegverkeerslawaaiberekeningen uitgevoerd. Naar aanleiding van de resultaten kunnen de volgende conclusies getrokken worden. De geluidbelasting ten gevolge van de Estafettelaan komt ter hoogte van de gevel van de geprojecteerde school niet boven de voorkeursgrenswaarde van Lden 48 dB uit. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de geluidbelasting ten gevolge van de Marathonloop ten hoogste Lden 57 dB incl. 5 dB aftrek conform art. 110g Wgh bedraagt. De voorkeursgrenswaarde van Lden 48 dB wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde van Lden 63 dB wordt niet overschreden. Momenteel wordt binnen gemeente Eindhoven beleidsmatig onderzocht welke mogelijkheden er zijn om door middel van stillere wegdekken de geluidbelasting te reduceren. De gecumuleerde geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Marathonloop, Estafettelaan en de omliggende 30 km-wegen bedraagt ten hoogste Lden 65 dB exclusief aftrek conform art. 110g Wgh en incl. kruispuntcorrectie. Voor de school zal een hogere waardenprocedure worden doorlopen. 4.5.3
Bodem
In opdracht van de gemeente heeft Tritium advies een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (13 februari 2015, 1501/112/JB-01). De onderzoeksresultaten leveren geen beperkingen op ten aanzien van het huidige en voorgenomen gebruik van de locatie en vormen geen belemmering voor de afgifte van een omgevingsvergunning voor bouwen. Daarnaast is door Tritium advies een asfaltonderzoek uitgevoerd op de locatie (19 februari concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
21
2015, 1501/112/JB-02). Ook hieruit blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de voorgenomen ontwikkeling.
4.5.4
Luchtkwaliteit
Regelgeving algemeen Hoofdstuk 5 (met name onder titel 5.2) van de Wet milieubeheer bevat bepalingen op het gebied van luchtkwaliteitseisen en voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren en wel zodanig dat voldaan wordt aan de daartoe gestelde normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen waardoor ruimtelijke ontwikkelingen toch doorgang kunnen vinden terwijl ondertussen maatregelen worden uitgevoerd die de luchtkwaliteit moeten verbeteren. Sinds 1 januari 2015 moet voldaan worden aan de Europese grenswaarden: voor stikstofdioxide (NO2) geldt een jaargemiddelde van 40 microgram/m3 en voor fijn stof (PM10) een jaargemiddelde van 40 microgram/m3 en een daggemiddelde van 50 microgram/m3. Het daggemiddelde mag jaarlijks maximaal 35 keer worden overschreden. In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' zijn voor bepaalde categorieën projecten van een bepaalde omvang grenzen vastgesteld, op grond waarvan kan worden gesteld dat deze een 'niet in betekenende mate bijdrage' (NIBM) leveren aan de luchtverontreiniging. Deze projecten mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt o.a. voor woningbouwlocaties die niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 1 ontsluitingsweg of niet meer dan 3000 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 2 ontsluitingswegen. Voor kantoorlocaties geldt een NIBM-grens van 100.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg en 200.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen.
Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdrage aan de luchtkwaliteit dient luchtonderzoek uitgevoerd te worden en moet worden getoetst aan de normen.
Kort samengevat dienen nieuwe plannen te worden beoordeeld op basis van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen mits: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL. Besluit gevoelige bestemmingen Met deze Algemene Maatregel van Bestuur wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke ordening. Het 'Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)' is gebaseerd op artikel 5.16a van de Wet milieubeheer. Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor (PM10) en (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in 22
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is ingeval het betreft 'gevoelige bestemmingen': 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als 'gevoelige bestemming': scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de (voorziene) functie van het gebouw en het bijbehorende terrein. In de context van dit besluit worden ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties niet als gevoelige bestemming gezien.
Planbeschrijving en toetsing Het plan omvat de nieuwbouw van een school aan de Martahonloop / Avignonlaan. Met de nieuwbouw wordt een bestaande school aan deze locatie vervangen. De school is niet gelegen binnen de genoemde zones van het “Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)”. Wel is in het planproces van de nieuwbouw waar mogelijk rekening gehouden met negatieve invloeden op de luchtkwaliteit van drukke wegen nabij het plan. Er is daarbij (vrijwillig) gebruik gemaakt van de aandachtspunten uit de Brabantse Handreiking gevoelige bestemmingen. De Marathonloop kan worden aangemerkt als een drukke weg / gebiedsontsluitingsweg. De school wordt op meer dan 50 meter van deze school gesitueerd. De genomen maatregelen en keuzes zijn beschreven in het “Memo luchtkwaliteit”, d.d.10 april 2015, kenmerk: 990303. Zie bijlage.
In de nieuwe situatie levert de school (worstcase) 140 extra verkeersbewegingen op de wegen rondom de school. Met de zogenaamde NIBM-tool (beschikbaar via Infomil) kan op eenvoudige wijze een berekening worden uitgevoerd om na te gaan of er sprake is van een 'niet in betekenende mate' plan. Het tool berekent een volledig worstcase-bijdrage aan luchtkwaliteit. Uit een berekening met de NIBM-tool (versie 30-3-2015) blijkt dat de bijdrage van het extra verkeer niet “in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtkwaliteit.
Conclusie Aangezien het plan niet meer dan 140 extra verkeersbewegingen omvat en zodoende een niet in betekenende mate toename van concentraties geeft, kan gesteld worden dat geen sprake is van een “in betekende mate “ project zodat de realisatie van het plan zal leiden tot overschrijding van de luchtkwaliteitseisen. Luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor dit plan.
4.6
Verkeer/parkeren/mobiliteit
Duurzaam veilig Onderdeel van het concept duurzaam veilig is het verdelen van het wegennet in gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Hiermee worden wegen en straten in de stad onderverdeeld in verkeers- en verblijfsgebied. Het plangebied is omringd door de Fransebaan, Montpellierlaan, Marathonloop en Avignonlaan. De Marathonloop is aangewezen als gebiedsontsluitingsweg. Hierop geldt een maximumsnelheid van 50 km/u. De Fransebaan en Montpellierlaan zijn aangewezen als wijk- en buurtontsluitingsweg. Het snelheidsregime voor deze wegen is afhankelijk van het verkeersgebruik, het wegprofiel en de omgeving en de mogelijkheden dit in de gewenste richting te beïnvloeden. Op de Montpellierlaan geldt op dit moment, met uitzondering van de aansluiting op de Fransebaan, een snelheidsregime van 50 km/u. Op de Fransebaan geldt een maximumsnelheid van 30 concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
23
km/u. Tot slot is de Avignonlaan aanwezen als erftoegangsweg waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt. Ontsluiting Het Frits Philips Lyceum is voor het gemotoriseerd verkeer ontsloten via de Avignonlaan. Fietsers en voetgangers kunnen het plangebied bereiken via de Avignonlaan of het fiets/voetpad langs de Marathonloop. Er is geen ontsluiting aan de Fransebaan en Marathonloop voorzien. Park eren De parkeernormen staan in het vigerend gemeentelijk parkeerbeleid (2012). Het gemeentelijk parkeerbeleid schrijft voor dat de parkeerbehoefte in beginsel op eigen terrein opgevangen moet worden, waarbij er ook mogelijkheden zijn om de parkeerbehoefte langs de openbare wegen op te vangen als de parkeerdruk dit toelaat. In het ontwerp van het plan d.d. 25-03-2015 is voorzien in het volgende bouwprogramma: 64 leslokalen; Sporthal: 2153 m2 Kantine: 258 m2 4 gymzalen (ca. 1.152 m2) met een wedstrijdfunctie voor: 1. zaalvoetbal 2. volleybal 3. badminton 4. korfbal 5. handbal Inachtneming van het vigerend parkeerbeleid resulteert in de parkeerbalans welke is bijgevoegd (bijlage 2). Uit de parkeerbalans blijkt dat op de maatgevende werkdagmiddag het plangebied moet voorzien in de inpassing van minimaal 80 en maximaal 100 parkeerplaatsen. In het plangebied is voorzien in de inpassing van 90 parkeerplaatsen, waarvan 1 gehandicaptenparkeerplaats. Dit zijn allemaal gestoken parkeerplaatsen en deze parkeerplaatsen zijn vanuit één richting te benaderen, dus op het parkeerterrein moet éénrichtingsverkeer van toepassing zijn. Fietsverkeer Op het terrein is voorzien in een fietsenstalling voor 1650 leerlingen en 56 personeelsleden. Deze fietsvoorzieningen zijn vanuit 2 richtingen te benaderen, te weten vanaf de Avignonlaan en het fietspad langs de Marathonloop. Dit resulteert in een betere verdeling van de fietsstromen van en naar het scholencomplex. Voorwaarde voor de ontsluiting van de fietsenstalling aan de Marathonloop is dat aan de noordzijde van de Marathonloop wordt voorzien in een tweerichtingsfietspad. Daarbij dient ook de fietsoversteek over de Montpellierlaan voor beiden rijrichtingen te worden voorzien van verkeerslichten.
Openbaar vervoer Binnen een acceptabele loopafstand van 300-350 tot het Frits Philips Lyceum is een tweetal bushalten gelegen, te weten de bushalten Estafettelaan aan de Maratonloop en de bushalten Nicehof aan de Fransebaan. Deze bushalten wordt thans door 4 buslijnen aangedaan, waardoor hier veelvuldig een bus halteert. De bereikbaarheid van het Frits Philips Lyceum met het openbaar vervoer is dus goed te noemen.
24
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
4.7
Infrastructuur
Binnen het projectgebied zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig noch komen er straalpaden voor. Dit aspect levert dan ook geen belemmering op voor het bouwplan.
4.8
Externe veiligheid
Doel Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het beperken en beheersen van risico's en effecten van calamiteiten alsmede het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt door te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen, activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, door de zelfredzaamheid te bevorderen en door de calamiteitenbestrijding te optimaliseren.
Wettelijk kader Ten aanzien van bedrijven is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi; oktober 2004) van toepassing. Ten aanzien van transport is de Circulaire Vervoer Gevaarlijke stoffen van toepassing (31 juli 2012), welke per 1 april 2015 zal worden vervangen door het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt). Voor buisleidingen moet worden getoetst aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb; januari 2011). Er wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsgebonden risico en groepsrisico. 1. Plaatsgebonden Risico (PR): Dit is een maat voor de kans dat iemand dodelijk wordt getroffen kan worden door een calamiteit met een gevaarlijke stof. De gestelde norm is een ten minste in acht te nemen grenswaarde (PR 10-6/jr) die niet mag worden overschreden ten aanzien van 'kwetsbare objecten', alsmede een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde (PR 10-6/jr) ten aanzien van 'beperkt kwetsbare objecten'. 2. Groepsrisico (GR): Dit is een maat voor de kans dat een grotere groep (tenminste 10 personen) tegelijkertijd dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het GR is een toetsingswaarde waarin de kans op groepen slachtoffers is verwerkt. Het is gekoppeld aan de personendichtheid binnen het invloedsgebied van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het groepsrisico geldt een verantwoordingsplicht. Dit betekent dat er een politieke afweging moet worden gemaakt van de risico's tegen de maatschappelijke baten en kosten van een risicovolle activiteit. Ongeacht de hoogte van het groepsrisico zal men zich altijd de vraag moeten stellen of ook de fysieke veiligheid voldoende is gewaarborgd, óók als de groepsrisicocurve de oriënterende waarde niet overschrijdt. Visie Externe Veiligheid De gemeente Eindhoven heeft de visie Externe Veiligheid: 'Risico's de maat genomen' opgesteld. De gemeenteraad heeft de visie op 19 mei 2009 vastgesteld waardoor het een kaderstellend beleidsstuk is geworden. Dit betekent dat locale ruimtelijke besluiten en milieubeheervergunningen vanuit de visie kunnen worden gemotiveerd. Met de visie Externe Veiligheid wordt richting en uitwerking gegeven aan een verantwoorde veilige, integrale invulling van duurzame ruimtelijke ontwikkeling passend binnen de Brainportontwikkelingen en het Programma Brabant veiliger. In de visie wordt aangegeven waar ruimte bestaat voor nieuwe risicovolle bedrijvigheid en onder welke veiligheidsverhogende condities dat mogelijk is. Tevens wordt aangegeven waar in de stad geïnvesteerd dient te worden in een beter niveau van beheersbaarheid. Tot slot wordt beschreven waar de veiligheid concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
25
in de bestaande woonomgeving door het 'aanpakken' van bestaande knelpunten kan worden verbeterd. Risico's binnen het plangebied Het plangebied ligt niet binnen invloedsgebieden van risicovolle inrichtingen, transportassen van gevaarlijke stoffen (buisleiding, water en spoor) of het vliegveld. Het plan ligt wel binnen de 1% letaliteitsgrens van de A2. Conform het Besluit externe veiligheid dient dan een beperkte verantwoording te worden doorlopen. Binnen de gemeente Eindhoven is voor het gehele grondgebied een groepsrisicoverantwoording gedaan voor plannen vanaf 200 meter dan de transportassen. Deze verantwoording is opgenomen in de visie externe veiligheid en is vastgesteld door de raad. Conclusie Externe veiligheid staat de planontwikkeling niet in de weg.
4.9
Groen/natuur/landschap
4.9.1
Flora en faunawet
De Flora- en faunawet biedt het juridisch kader voor het beschermen van dier- en plantensoorten in Nederland. In relatie tot een bestemmingsplan kan aanwezigheid van beschermde soorten en/of het voorkomen van een beschermde leefomgeving van invloed zijn op de uitwerking van bestemmingen. Verspreid over het hele plangebied zijn de laatste jaren beschermde soorten waargenomen, zowel in groengebieden als in bebouwd gebied. Handelingen die negatieve effecten tot gevolg kunnen hebben zijn alleen onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Voorkomende soorten als huismus, gierzwaluw en de gewone dwergvleermuis hebben hun verblijfplaatsen, die het hele jaar door zijn beschermd, in gebouwen. Ook aantasting van deze verblijfplaatsen is alleen onder voorwaarden toegestaan. Het is aan te bevelen de gunstige staat van instandhouding van deze soorten te bevorderen door in nieuwbouwprojecten standaard verkrijgbare alternatieven te verwerken (bijvoorbeeld nestpannen, neststenen en vleermuizenkokers). Bureau Ecologica heeft een quickscan uitgevoerd (onderzoeksdatum 16 februari 2015). De conclusie luidt: Nader onderzoek of ontheffing is niet nodig. Verwijdering van bomen, struiken en overige hogere vegetatie dient uiterlijk medio maart plaats te vinden (vóór het broedseizoen).
4.9.2
Groenbeleidsplan
In de Interimstructuurvisie 2009 zijn als ruimtelijke beleidskaders voor groen het Groenbeleidsplan 2001 en het Bomenbeleidsplan 2008 opgenomen.
Groenbeleidsplan Het Groenbeleidsplan 2001, zoals op 5 november 2001 is vastgesteld door de gemeenteraad, heeft als doel het duurzaam veilig stellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende functies. Onder de groenstructuur wordt verstaan: het stelsel van terreinen en/of elementen met ecologische, waterhuishoudkundige, recreatieve en/of ruimtelijk structurerende betekenis. Behoud van het bestaande groen is het uitgangspunt, evenals het (door)ontwikkelen van de groene kwaliteiten waar nodig. Het Groenbeleidsplan geeft in een kaart met zes ruimtelijke 26
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
strategieën de kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot groen.
Figuur: Groen en recreatievoorzieningen Onderhavig plangebied is in de kaart 'Ruimtelijke Strategieën' uit het Groenbeleidsplan voor het grootste deel aangeduid als 'stad,rood beeldbepalend'. De groene stadsrand aan de noordzijde is als 'multifunctioneel groen' aangeduid. Verder zijn een langgerekte doorlopende groenstructuur midden in de wijk en een bos aan de zuidzijde als 'structureel stadsgroen' aangeduid. Gelegen tussen deze groenvlakken is specifiek benoemd een te ontwikkelen groene schakel om het netwerk te verbeteren. Het structureel stadsgroen is als uitwerking van het Groenbeleidsplan in het dossier Overdraagbaarheid openbaar groen 2003, perceelsgewijs vastgesteld. Daarin zijn de bovengenoemde groenstructuren voor zover reeds bestaand als 'structureel groen op stedelijk niveau' aangeduid. Daarnaast zijn tal van middelgrote en kleinere groenvlakken in wijk aangeduid als 'structureel groen op stedelijk niveau' of als 'structureel groen op wijk- en buurtniveau'. In onderhavig plangebied wordt als ordeningsprincipe de volgende strategie aangehouden: Strategie 1: Stad, rood beeldbepalend In deze gebieden heeft groen een ondersteunende functie aan de stedelijke identiteit ('aankledingsgroen') of een recreatieve functie voor de woonomgeving (parken). Het beleid is gericht op behoud en ontwikkelen van deze groene elementen of functies. Het oppervlak groen binnen deze categorie zou niet verder af moeten nemen. Binnen de aangeduide groenarme buurten (kaart blz. 37 Groenbeleidsplan) wordt gestreefd naar uitbreiding van het groenareaal. Strategie 4: Structureel stadsgroen Deze gebieden zijn bedoeld voor groene dooradering van de stad, voor intensieve recreatie en ontspanning (parken), natuur en waterberging. Het beleid is gericht op het versterken van de functionaliteit van deze gebieden en het verbinden tot robuuste structuren. Als uitwerking van het Groenbeleidsplan is in het dossier Overdraagbaarheid openbaar groen 2003, het structureel stadsgroen perceelsgewijs vastgesteld. Op basis van het dossier Overdraagbaarheid openbaar groen 2003 is toevoeging van niet-groene voorzieningen slechts mogelijk als er geen alternatieven voorhanden zijn, als door een 'groen-inclusief ontwerp' de groene kwaliteit tenminste wordt gehandhaafd en als compensatie plaatsvindt van het per saldo verloren deel van de groenstructuur. concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
27
Strategie 5: Multifunctioneel groen Het betreft voornamelijk aan de stadsrand gelegen gebieden met uiteenlopende groenfuncties, gericht op relatief intensieve benutting van het landschap. Het beleid is gericht op het versterken van het contact tussen de stedelingen en het landschap, derhalve met een relatief intensieve benutting van het landschap. Uitgangspunt daarbij is het behouden van de aanwezige natuur- en landschapskwaliteiten en waar mogelijk kleinschalige sportgebieden, maneges, wandelen, fietsen, maar ook landbouw. Gebieden met deze aanduiding maken voor een belangrijk deel onderdeel uit van het provinciale natuurbeleid (hier ecologische verbindingszone). Verdere verstedelijking (toevoeging van niet aan het groen gebonden functies of gebouwen) is in deze categorie derhalve niet aan de orde tenzij in geval van zwaarwegende maatschappelijke belangen waarvoor alternatieven ontbreken en met toepassing van compensatie. De aanleg van nieuwe sportcomplexen wordt uitgesloten (wel eventueel verplaatsing van sportterreinen naar minder kwetsbare locaties). Uitbreiding van sportcomplexen kan echter niet worden uitgesloten.
4.9.3
Bomenverordening 2015
De Verordening Bomen 2015 is op 7 april 2015 door de gemeenteraad vastgesteld en maakt de realisatie van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand mogelijk.De Verordening Bomen 2015 is van toepassing op bomen, boomstructuren (bv. langs doorgaande wegen) en gebieden die zijn aangegeven op de groene kaart. De groene kaart kent de volgende onderdelen: Bomen in gebieden stad, groen beeldbepalend Bomen op percelen met een oppervlakte van 500m2 of groter Bomen hoofdstructuur en bomen nevenstructuur Waardevolle bomen (gemeentelijk en particulier) Monumentale bomen Basis bomen Het college van B&W werkt de onderdelen uit in de groene kaart. De bomen nevenstructuur wordt gevormd door de belangrijkste boomstructuren in wijken en buurten. De bomen nevenstructuur wordt per wijk / buurt samen met de inwoners van Eindhoven bepaald. De totstandkoming van de nevenstructuur loopt mee met de ontwikkeling van de gebiedsgerichte groenontwikkelplannen (Groenbeleidsplan) en gaat voorjaar 2015 van start in pilot gebieden Achtse Barrier, De Hurk en de Karpen. De (onderdelen van de) bomen nevenstructuur worden door het college van B&W vastgesteld met de reguliere updates van de groene kaart In de nadere regels Bomen worden criteria voor de onderdelen van de groene kaart verder uitgewerkt. Ook worden richtlijnen uitgewerkt voor overlast, compensatieplicht, weigeringsgronden, indienen vergunningaanvraag en aanbrengen van verlichting in houtopstanden. Voor de locatie is een bomeneffectanalyse gemaakt. Hieruit volgt niet dat er waardevolle bomen aanwezig zijn. Er wordt voor de bomen een kapvergunning aangevraagd.
28
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
29
30
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 5
Financiële uitvoerbaarheid
Voor vervangende nieuwbouw is op basis van het uitvoeringsplan IHP € 17,8 miljoen incl. BTW beschikbaar. Dit bedrag is als taakstellend budget gesteld voor de nieuwbouw van de school en de transformatie van de sportaccommodatie. Daarnaast wordt vanuit de gemeente een budgettair neutraal investeringsbedrag van € 0,9 miljoen beschikbaar gesteld. In totaal is derhalve een bedrag van € 18,7 miljoen beschikbaar. Er is een investeringsraming opgesteld op basis van het definitief ontwerp. Deze bedraagt € 19,7 miljoen euro, inclusief btw. Een deel van de bekostiging vraagt om verdere uitwerking. Het gaat hier over de Buma gelden. Deze middelen zijn onttrokken uit IHP-budget en worden direct aan schoolbesturen vergoed. Over de besteding van deze gelden door schoolbestuur in school vinden onderhandelingen plaats. Het resterende tekort van € 1 miljoen zal mogelijk bekostigd kunnen worden vanuit de onderwijsverordening waar schoolbesturen wettelijk recht op hebben (o.a. paalfundering etc.). Op het moment dat er inzicht is in de werkelijke kosten wordt hiervoor door SECVO een aanvraag indient. Deze wordt separaat getoetst. Daarnaast zijn er mogelijkheden om de BTW vooraftrek op de sportaccommodatie avonduren terug te ontvangen van de fiscus. En tot slot is de verwachting dat we een aanbestedingsvoordeel realiseren.
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
31
32
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 6
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
In januari 2015 is een bijeenkomst georganiseerd voor belanghebbenden in de buurt. Deze bijeenkomst is door circa 15 mensen (inclusief medewerkers van de gemeente) bezocht. De respons die er kwam vanuit de zaal was met name gericht op de verkeerssituatie rondom de T-splitsing Montepeillerlaan- Franse Baan. Buurtbewoners zijn hier bezorgd over. Mede naar aanleiding van de opmerkingen gaat de gemeente de aansluiting Avignonlaan-Fransebaan optimaliseren. Daarnaast wordt het kruispunt Montpellierlaan – Fransebaan vanaf september 2016 gereconstrueerd tot een rotonde. Mogelijk dat er tijdelijke verkeersmaatregelen worden genomen voor het optimaliseren van de huidige verkeerssituatie totdat de rotonde gereed is. De plannen voor het kruispunt Montpellierlaan – Fransebaan worden ook met een inloopavond in de buurt gepresenteerd.
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
33
34
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Bijlagen
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
35
36
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
Bijlage 1 Memo Luchtkwaliteit
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
37
Memo Aan
Gemeente Eindhoven T.a.v. Inge Bussem
Plaats, datum
Ons kenmerk
Zwolle, 10 april 2015
990303
Onderwerp
Behandeld door
Luchtkwaliteit toetsing Frits Philips
Arjan Grootkarzijn / Jan Boer
Beste Inge,
Het plan nieuwbouw en transformatie Frits Philips Lyceum en Mavo en sporthal is bekeken aan de hand van de “Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen voor toetsing nieuwe initiatieven NoordBrabant. Hiervoor is gekeken naar het stappenplan in bijlage 3. De nieuwbouw betreft een onderwijsgebouw en is derhalve een gevoelige bestemming. De locatie is niet gelegen binnen 300m van een snelweg maar wel binnen 50m van een provinciale en gemeentelijke drukke weg cf. kaart drukke wegen (bijlage 2). Dit betreft dan niet de afstand tot de wijkontsluitingsweg Marathonloop (deze afstand >50m). Maar tot de buurtontsluitingsweg Montpellierlaan. Aangezien de locatie gezien de transformatie en vervangende nieuwbouw op locatie een gegeven is en er derhalve geen andere locatie voorhanden is, is desondanks met behulp van architect (LIAG) en installatieadviseur (Nelissen) gekeken naar de best haalbare oplossing. Dit zowel qua oriëntatie gebouw op de kavel en positionering van de buitenruimte (niet aan zijde Montpellierlaan, maar achter het gebouw). Daarnaast wordt gekeken of de toevoer van de verse lucht kan plaatsvinden via de onbelaste zijde. Op dit moment wordt uitgegaan van aanvoer van lucht via de zijde Avignonlaan. Daarnaast is een grote groenzone met veel bomen opgenomen aan de zijde Marathonloop en een enkele bomenrij richting Montpellierlaan.
Vertrouwend jou hiermee voldoende te hebben ingelicht,
Met vriendelijke groeten,
Jan Boer
Bijlage 2 Parkeerbalans
concept Avignonlaan 1 Gemeente Eindhoven
39
Project:
Frits Philips Lyceum
INPUTTABEL NIEUWE FUNCTIES CONFORM BOUWAANVRAAG Eenheid
Min.
Max.
bezoekers
norm
norm
aandeel
Aantal
Min.
Max.
Min.
Max.
min werk
max werk
min werk
max werk
min werk
max werk
aantal
aantal
bezoek
bezoek
ochtend
ochtend
middag
middag
avond
avond
min koop max koop min zat max zat min zat max zat min zon max zon avond
avond
middag middag
avond
avond
middag
middag
vrije tijd
gymlokaal
100 m2 bvo
2,0
2,5
95%
18,2
36,4
45,5
34,6
43,2
10,9
13,7
18,2
22,8
36,4
45,5
32,8
41,0
36,4
45,5
32,8
41,0
30,9
38,7
sporthal (binnen)
100 m2 bvo
2,0
2,5
95%
21,53
43,1
53,8
40,9
51,1
12,9
16,1
21,5
26,9
43,1
53,8
38,8
48,4
43,1
53,8
38,8
48,4
36,6
45,8
voorbereidend dagonderwijs (VWO, HAVO, VMBO)
leslokaal
0,5
2,0
nvt
64
32,0
128,0
112
228
onderwijs
totaal
32,0 76
95
56
128,0 158
32,0 72
128,0 178
-
-
-
80
100
72
90
80
100
-
-
-
-
72
90
68
85