omgevingsvergunning Dellaertweg 1
2
Inhoudsopgave
Ruimtelijke onderbouwing
3
Hoofdstuk 1
3
Inleiding
1.1
Aanleiding
3
1.2
Begrenzing Plangebied
3
1.3
Vigerend bestemmingsplan
3
1.4
Actualisatie bestemmingsplan
4
Hoofdstuk 2
Beschrijving van de omgevingsvergunning
5
2.1
Geschiedenis van het plangebied
5
2.2
Inventarisatie plangebied
5
2.3
Ontwikkeling
5
Hoofdstuk 3
Omgevingsaspecten
11
3.1
Inleiding
11
3.2
Cultuurhistorie
11
3.3
Reclame beleid
13
3.4
Milieu
14
3.5
Stedenbouwkundige inpassing
14
Hoofdstuk 4
Procedurele aspecten
17
4.1
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
17
4.2
Procedure
17
4.3
Procedureverloop
18
Hoofdstuk 5
Uitvoerbaarheid
21
5.1
Economische uitvoerbaarheid
21
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
21
Bijlagen
23
Bijlage 1
Plancontour Dellaertweg 1
23
Bijlage 2
Zienswijzennota
27
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
3
Ruimtelijke onderbouwing Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
Op 18 juli 2011 heeft de gemeente Leiden een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor een bouwplan. Het bouwplan betreft het plaatsen van lichtreclame op de bedrijfspanden gelegen aan de Dellaertweg 1. De lichtreclame worden gesitueerd op de nieuwe kantoorpanden van ZilverenKruis Achmea. Deze locatie wordt ook wel "le Carrefour" of "U-bocht locatie" genoemd.
1.2
Begrenzing Plangebied
De bedrijfspanden van Achmea zijn gelegen op het perceel kadastraal bekend als gemeente Leiden, sectie G, nummer 2373.
Kadastraal perceel Deze locatie wordt begrensd door de Schipholweg, Dellaertweg, de spoorlijn Den Haag Amsterdam en het Schuttersveld.
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Voor het plangebied, zoals aangegeven en toegelicht in paragraaf 1.2, vigeert op dit moment het volgende bestemmingsplan:
Naam bestemmingsplan
Vastgesteld
Goedkeuring
Onherroepelijk
Leeuwenhoek – Station 1992
29 juni 1993
22 februari 1994
19 oktober 1995
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
4
Uitsnede Bestemmingsplan Op dit perceel is het bestemmingsplan Leeuwenhoek – Station 1992 van toepassing. De reclame zal worden geplaatst op een kantoorgebouw gelegen op gronden met de bestemming S-B-A (Stationsplein – Busstation – Autotunnel) en GB2 (Gemengde bebouwing). Het kantoorgebouw van Achmea paste niet binnen de bepalingen van het bestemmingsplan, onder andere de maximaal toegestane bouwhoogte werd overschreden. Het gebouw is mogelijk gemaakt door middel van een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19 eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De gewenste lichtreclame, te plaatsen op het dak van het kantoorgebouw, past niet binnen de reeds gevoerde vrijstellingsprocedure en ook niet binnen de bepalingen van het bestemmingsplan, de maximaal toegestane bouwhoogte (opgenomen in het bestemmingsplan) van de panden is reeds overschreden.
1.4
Actualisatie bestemmingsplan
Het in het plangebied geldende bestemmingsplan Leeuwenhoek – Station 1992 is inhoudelijk grotendeels verouderd. Herziening van dit geldende plan heeft prioriteit. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening moeten bestemmingsplannen voor 2013 zijn geactualiseerd; hetgeen betekent dat ze vanaf die datum maximaal 10 jaar oud mogen zijn. Bestemmingsplannen moeten voortaan binnen 10 jaar worden geactualiseerd. Aangezien het huidige bestemmingsplan Leeuwenhoek – Station 1992 ouder is dan 10 jaar, moet dit bestemmingsplan voor 2013 geactualiseerd worden. De afgelopen maanden is reeds een aanvang gemaakt met de inventarisatie van het plangebied en binnen zeer korte termijn zal de bestemmingsplan procedure worden opgestart. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan wordt meegewerkt aan de aanvraag voor een omgevingsvergunning met toepassing van 2.12, lid 1, onder a, onder 3 Wabo om zodoende het bouwplan te kunnen realiseren.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
5
Beschrijving van de Hoofdstuk 2 omgevingsvergunning
2.1
Geschiedenis van het plangebied
De U-bochtlocatie ontleent haar naam aan de ligging van de Dellaertweg. Na de aanleg van de Stationspleintunnel diende het Schuttersveld aangesloten te worden op de Stationspleintunnel en, in het verlengde daarvan, de Schipholweg. Dit kon uitsluitend via een weg vanaf het Schuttersveld langs het spoor naar de Schipholweg. Deze weg moest een u-bocht maken. Ten behoeve van de aanleg van de Stationspleintunnel heeft de gemeente in 1992 grond in de zogenaamde U-bocht verworven van de Nederlandse Spoorwegen (NS). De grond is nu in eigendom van de gemeente Leiden. Het Achmea gebouw is mogelijk gemaakt met een artikel 19 lid 1 WRO procedure. De artikel 19 lid 1 WRO procedure maakte de nieuwbouw van het kantoorgebouw en de bijbehorende voorzieningen zoals een parkeergarage en infrastructurele aanpassingen op de U-Bochtlocatie mogelijk.
2.2
Inventarisatie plangebied
Op deze locatie is het nieuwe kantoorgebouw van Zilveren Kruis Achmea gevestigd (circa 32.000 m2 kantoorruimte en circa 340 parkeerplaatsen in een parkeergarage). De bebouwing op deze locatie is gerealiseerd tegen het spoor. Reden hiervoor is de wens om geen sociaal onveilige verblijfsruimte tussen het spoor en de toekomstige bebouwing te creëren. Aan de spoorzijde zijn vijf schachten gerealiseerd, die de stabiliteit van het gebouw verzorgen. Hierin zitten de liften, trappen en alle installaties. De Dellaertweg is voor deze ontwikkeling verlegd. Om een gebouw van deze omvang te kunnen bouwen op deze locatie was het noodzakelijk om over een belangrijke verkeersroute, de Dellaertweg, heen te bouwen. Hiervoor is een constructie ontworpen in de vorm van bomen. Deze bomen dragen de eerste verdiepingsvloer die een overspanning van 10,8 m heeft. Op de eerste verdieping lopen de 'takken' van de boom over in een schuine vakwerkconstructie die de 2e tot en met de 7e verdieping draagt. Deze verdiepingen hebben een overspanning van 14,4 m en zijn volledig vrij indeelbaar door de dragende gevels. De totale hoogte van het gebouw bedraagt 36 meter, inclusief de technische ruimte is dit 45 meter.
2.3
Ontwikkeling
2.3.1
Beschrijving van het plan
De aanvraag betreft het plaatsen van lichtreclame op de bedrijfspanden gelegen aan de Dellaertweg 1 (de kantoorpanden van Zilveren Kruis Achmea). In totaal zullen 4 lichtbakken worden geplaatst op het gebouw. Het betreft twee verschillende soorten lichtreclame met een naamsaanduiding, één met het logo en de tekst Achmea en één met het logo en de tekst ZilverenKruis Achmea. Aan de zijde van de Willem de Zwijgerlaan worden op het laatste (vanuit het stationsplein gezien) boven de weg uitstekende bouwdeel twee lichtreclamebakken met de naam en het logo van Achmea geplaatst. Aan de projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
6 stationszijde worden twee lichtreclamebakken met de naam en het logo van zilveren kruis geplaatst op het eerste (vanuit het stationsplein gezien) langs het spoor gesitueerde bouwdeel, zie ook onderstaande afbeeldingen.
Impressie lichtreclame Achmea vanuit de stationszijde
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
7
Impressie lichtreclame Achmea vanuit de Willem de Zwijgerlaan
Afmetingen Achmea Lichtreclame
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
8
Impressie lichtreclame ZilverenKruis vanuit het Schuttersveld
Impressie lichtreclame ZilverenKruis vanuit de Rijnsburgerweg
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
9
Afmetingen ZilverenKruis Lichtreclame
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
10
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
11
Hoofdstuk 3 3.1
Omgevingsaspecten
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de in dit bestemmingsplan gemaakte keuzes gemotiveerd. Per sectoraal onderwerp is een paragraaf opgenomen, waarin eerst kort het toetsingskader, bijvoorbeeld een wet of beleid, wordt aangegeven. Daarna worden de voor dit plan uitgevoerde onderzoeken besproken, gevolgd door een conclusie.
3.2
Cultuurhistorie
3.2.1
Beleidskader
Op 20 december 2005 heeft de gemeenteraad de 'Nota cultureel erfgoed Leiden' vastgesteld. Deze nota bevat beleidsvoornemens hoe omgegaan dient te worden met het cultureel erfgoed van Leiden in de periode 2005-2015. Dit is onder andere uitgewerkt in het voornemen om een cultuurhistorische paragraaf standaard deel uit te laten maken van projectplannen en bestemmingsplannen. Hierdoor kan het bestaande cultureel erfgoed boven en onder de grond beter beheerd en bewaard blijven voor toekomstige generaties.
3.2.2
Onderzoeksresultaten
3.2.2.1 Beschermd stads- of dorpsgezicht Deze locatie maakt geen onderdeel uit van het beschermd stadsgezicht van de gemeente Leiden. Een advies van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) in het kader van deze ruimtelijke onderbouwing is in dit geval dan ook niet nodig.
3.2.2.2 Molenbiotoop De molens worden bedreigd in hun voortbestaan. Een molen kan alleen draaien als hij wind vangt en daarom is het belangrijk dat het gebied rond de molen, de zogenaamde ‘molenbiotoop’, vrij blijft van bebouwing en hoog groeiende bomen. De inrichting van de omgeving van de molen, de molenbiotoop, is dus vanuit twee opzichten cruciaal. Enerzijds om de molen te verzekeren van voldoende windvang, anderzijds om te bewaken dat het zicht op de monumentale molen geborgd is. In het kader van de artikel 19 lid 1 WRO procedure ten behoeve van het nieuwe kantoorgebouw op deze locatie is de molenbiotoop al onderzocht. Hieruit blijkt het volgende. De locatie bevindt zich deels binnen 400 meter van een als rijksmonument aangemerkte traditionele windmolen: molen De Valk aan de Lammermarkt. Alleen de "ZilverenKruis" lichtreclamebakken bevinden zich binnen deze straal. De afstand van het hart van deze molen tot aan de reclame bedraagt ongeveer 340 meter. De "Achmea" lichtreclamebakken vallen buiten deze 400 meter.
Molen De Valk in hartje Leiden, is een molen die meer een productietaak had. Deze molens vormen een verbijzondering binnen het stedelijk weefsel, voegen identiteit en verhaal aan de stad toe, geven mede kleur aan de stad, zonder dat zij het stedelijk beeld bepalen. Het behoud of herstel van het zicht op de molen is van belang voor de herkenbaarheid en
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
12 waardering van de molen. Bij de stedelijke ontwikkeling behoeft de toekomst van de molen bijzondere aandacht. Wanneer de biotoop regelgeving wordt nageleefd blijft het zicht op de molen behouden en de vrije windvang gegarandeerd. De nota molenbeleid, 'Laat het de Leidse molen voor de wind gaan', besteedt aandacht aan de ruimtelijke gevolgen wanneer binnen het plangebied in gebruik zijnde molens aanwezig zijn. Belangrijk zijn daarnaast de op 2 juli 2010 vastgestelde Provinciale Structuurvisie en de Provinciale Verordening Ruimte. De verordening geeft regels voor de bouwmogelijkheden binnen molenbiotopen. Ten tijde van de artikel 19 lid 1 WRO procedure ten behoeve van het kantoorgebouw van ZilverenKruis Achmea was de provinciale Nota Regels voor Ruimte nog van toepassing. Deze regels zijn echter niet veranderd met de inwerkingtreding van de Verordening Ruimte. Voor molen De Valk geldt op grond van de Verordening Ruimte nog steeds een molenbiotoop van 100 meter om de molen, waarbinnen niet hoger mag worden gebouwd dan het onderste punt van de verticaal staande wiek. Ook de maximale zonering bedraagt nog 400 meter. De bouwhoogte tussen beide zones mag niet meer zijn dan 1/30 van de afstand tot de molen, gerekend van de hoogte van de onderste punt van de wiek in verticale stand. Voor het kantoorgebouw van ZilverenKruis Achmea kwam dit neer op een bouwhoogte van circa 28 meter. Met de beheerder van Molen De Valk heeft destijds overleg plaatsgevonden. De beheerder heeft aangegeven dat het draaien van de molen in economisch opzicht niet direct van groot belang is. Indirect is er wel effect: als de molen draait dan heeft dit een positief effect op het bezoekersaantal. De beheerder schat het aantal draaiuren op ruim 1.000 per jaar. Het beheer van de molen valt onder de gemeente.
Op basis van de Nota Regels voor Ruimte is destijds voor de realisatie van het kantoorgebouw van ZilverenKruis Achmea afgeweken van de regels die gelden voor de maximale bouwhoogte rond een molenbiotoop vanwege de knooppuntontwikkeling waar hier sprake van is. De locatie valt binnen de molenbiotoop en ligt op het noorden. Slechts ongeveer 6% van de tijd komt de wind uit deze richting. In de huidige situatie zijn er al veel beperkingen. De invloed van het nieuwe kantoorgebouw op de windvang van Molen De Valk is gezien de windrichting zeer gering. Mogelijk zal enige negatieve invloed ontstaan als gevolg van iets toegenomen turbulentie. Dit negatieve effect valt echter binnen aanvaardbare grenzen.
Alleen de "ZilverenKruis" lichtreclame valt binnen de 400 meter- molenbiotoop. De hoogte van dit deel van het gebouw bedraagt 36 meter. Met het plaatsen van de reclameuitingen op dit deel van het gebouw wordt de nieuwe hoogte 39 meter. Dit komt met name door de hoogte van het ZilverenKruis logo.
Aangezien het hier slechts om een ondergeschikt bouwdeel van een geringe omvang gaat, zal er naar verwachting geen of slechts in zeer beperkte mate windhinder optreden door de lichtreclame. Ook vanuit de provincie is geconstateerd dat de -extra- windhinder, die de reclame oplevert geen noemenswaardige verslechtering van de windbelemmering oplevert.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
13
3.2.2.3 Monumenten Op het perceel zijn geen monumenten gelegen en ook geen karakteristieke panden. Er behoeft dus geen omgevingsvergunning verleend te worden voor het slopen, verstoren, verplaatsen en/of wijzigen van een monument. Een advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is in dit geval ook niet nodig.
3.3
Reclame beleid
3.3.1
Modellenboek Gevelreclame
Het modellenboek gevelreclame is een uitwerking van de welstandsnota en is bedoeld voor het gebied binnen de singels van Leiden en de toegangsweg vanaf het station. Kortom voor de gebouwen in de binnenstad binnen het beschermd stadsgezicht. Het geeft de regels en de wensen van de gemeente ten aanzien van gevelreclame zo duidelijk en begrijpelijk mogelijk weer. De welstandsnota en de Algemene Plaatselijke Verordening zijn aangepast aan de regels die in het modellenboek zijn opgenomen. Op 20 december 2007 heeft de Leidse gemeenteraad dit modellenboek vastgesteld.
Aangezien de locatie, waar deze aanvraag voor het plaatsen van reclame op het dak van een kantoorgebouw betrekking op heeft, gelegen is buiten de singels van Leiden, is het modellenboek gevelreclame ook niet van toepassing op deze aanvraag.
Wel is in het modellenboek een passage opgenomen over lichtbakken en losse letters op grote gebouwen. Hierin staat ook aangegeven dat de regels uit het modellenboek op dergelijke reclameuitingen op panden niet van toepassing zijn. De gemeente en de Welstanden Monumentencommissie dienen de reclameplannen hier per geval te beoordelen. Dit is in onderhavig geval ook gedaan.
3.3.2
Beleid Buitenreclame
Voor de kwaliteit van de openbare ruimte spelen functionele, esthetische, ruimtelijke en sociale aspecten een rol. Buitenreclamebeleid is beleid dat van invloed is op de vormgeving van de openbare ruimte. Reclame-uitingen staan in de openbare ruimte en dragen bij aan het beeld van de stad. Op 27 september 2011 heeft de Leidse gemeenteraad het kaderstellend beleid buitenreclame vastgesteld. In 2008 heeft de raad al het programma Minder & Beter vastgesteld. Minder & Beter heeft het doel de administratieve lasten voor burgers, bedrijven en instellingen te verminderen. Dit beleidskader heeft een relatie met het programma Minder & Beter (Minder & Beter Overeenkomst Lichtmastreclame, 18) en levert zodoende een bijdrage aan het verminderen van de administratieve lasten voor burgers, bedrijven en instellingen. Daarnaast rijst in toenemende mate de vraag naar een gecoördineerd gemeentelijk beleid met integrale afweging van een veelheid van en soms tegenstrijdige belangen bij de inrichting van de openbare ruimte en de formulering van een buitenreclamebeleid. De complexiteit vraagt om een zo strak en helder mogelijk beleid voor buitenreclame. Reclame is het aanprijzen van of aandacht vestigen op goederen, diensten, activiteiten of namen etc. Onder buitenreclame vallen alle uitingen met een 'reclame karakter' in de openbare ruimte én de reclame-uitingen op of aan een gebouw die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Deze uitingen zijn over het algemeen aangebracht op speciaal voor dit doel bestemde reclamedragers en zijn niet locatie of bedrijfsgebonden.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
14
Aangezien de reclame-uitingen, waar de aanvraag omgevingsvergunning betrekking op heeft, wel bedrijfsgebonden zijn, valt de aanvraag niet onder het beleidsstuk buitenreclame. Ook hier geldt dan dat de gemeente en de Welstand- en Monumentencommissie de reclameplannen per geval dienen te beoordelen.
3.4
Milieu
Op dit plan zijn de meeste milieuaspecten, zoals geluid, bodem, externe veiligheid en luchtkwaliteit niet van toepassing. De reclameborden zullen als lichtbakken bovenop op het dak van het kantoorgebouw van ZilverenKruis Achmea worden geplaatst op vier verschillende plekken. Vanuit omwonenden is reeds een reactie gekomen om het bouwplan. De vrees is dat de reclameborden overdag en in nacht fel verlicht zijn en (licht)overlast veroorzaken voor de achtertuinen/achterzijden van de woningen Boerhaavelaan 2 t/m 42, 1 t/m 51 en Swammerdampad 1 t/m 91. De Milieudienst West-Holland heeft over het onderwerp lichthinder geadviseerd.
3.4.1
Lichthinder
Het kantoor is een type B bedrijf volgens de Wet milieubeheer en valt onder de regels van het activiteitenbesluit. Het activiteitenbesluit zegt het volgende over verlichting: Artikel 2.1 lid 2 onder h. Een inrichting moet zorg dragen voor het voorkomen dan wel voor zover dat niet mogelijk is het tot een aanvaardbaar niveau beperken van lichthinder. De afstand tussen het kantoor en de woningen aan de Boerhaavelaan bedraagt ongeveer 110 meter. De afstand tot het Swammerdampad bedraagt eveneens ongeveer 110 meter. De reclame-uitingen worden op het dak (11de etage) aangebracht. Gelet op de afstand tussen de woningen en het kantoor, de hoogte van het kantoor en het type verlichting (verlicht reclame bord) is het niet aannemelijk dat personen in woningen in de genoemde straten lichthinder zullen ondervinden van de reclame-uitingen. Het milieuaspect licht, vormt geen belemmering voor het bouwplan.
3.5
Stedenbouwkundige inpassing
3.5.1
Stedenbouw
Na uitvoerig overleg tussen de afdeling stedenbouw, de opdrachtgever en de architecten is overeenstemming bereikt over de exacte plaatsing van de reclameborden en de afmetingen van de borden. De plaatsing van het 'Zilveren kruis' reclamebord was in aanvang op lifttoren gepland. Na overleg is voor deze reclameuitingen een betere plaatsing overeengekomen, namelijk op het eerste bouwdeel vanuit het Stationsplein gezien. De plaatsing van de 'Achmea' reclameborden op laatste bouwdeel zijn akkoord. Echter de afmetingen hiervan zijn na overleg aangepast en verkleind.
3.5.2
Welstand
Op 31 augustus 2011 is dit plan voor het eerst behandeld in de vergadering van de Welstanden Monumentencommissie (WML).
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
15
Het toetsingskader voor de WML is de Welstandsnota Leiden 2010. Voor dit gebied (gebied 6B: Houtkwartier en Bos van Bosman (Leidse hout)) is de inzet van welstand terughoudend beheer en beheer met aandacht langs de belevingsassen. Het gaat om naamsaanduiding bovenop het reeds gerealiseerde kantoorgebouw: twee maal Zilveren Kruis en twee maal Achmea. Andere huurders of gebruikers van het gebouw mogen geen naamsaanduiding of reclame-uitingen plaatsen. Het plan is strijdig met redelijke eisen van welstand, tenzij de afmeting van Achmea (letters en beeldmerk) met circa 25 % wordt verkleind en meer afstand wordt gehouden tot de dakrand. De commissie is van mening dat beide reclame-uitingen van Achmea te grootschalig zijn in relatie tot het verfijnde gevelstramien. Het welstandsbeleid staat in principe geen reclame-uitingen boven de dakrand toe, echter gelet op de gevelcompositie van dit specifieke gebouw (waarbij de gevel geen passende ruimte biedt voor reclame), de grootschaligheid van het gebouw en de situering in de spoorzone, wijkt de commissie af van het beleid.
Op 23 november 2011 is het plan in aangepast vorm, naar aanleiding van de eerdere opmerkingen van de WML opnieuw behandeld in de vergadering van de WML. De commissie gaat akkoord met het plan, aangezien het plan op deze wijze niet in strijd is met redelijke eisen van welstand.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
16
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
17
Hoofdstuk 4 4.1
Procedurele aspecten
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wabo is het gedeelte van de Wro dat betrekking had op ontheffingen van het bestemmingsplan en projectbesluiten komen te vervallen. De Wabo biedt nu de nodige instrumenten om omgevingsvergunningen te kunnen verlenen voor projecten die strijdig zijn met het bestemmingsplan. De instrumenten op grond van de Wabo lijken sterk op de instrumenten uit de Wro. Op grond van artikel 2.10, lid 1 onder c Wabo dient een omgevingsvergunning geweigerd te worden indien deze in strijd is met het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend na het voeren van een procedure tot afwijking van het bestemmingsplan. Hierbij gelden drie mogelijkheden: indien in het bestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid wordt gegeven dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1º van de Wabo; indien het bestemmingsplan geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid biedt, maar bij algemene maatregel van bestuur afgeweken kan worden dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2º van de Wabo; indien aan geen van bovenstaande voldaan kan worden, maar de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, dan kan een procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º van de Wabo doorlopen worden.
4.2
Procedure
Het plan is strijdig met het bestemmingsplan Leeuwenhoek – Station 1992. Het kantoorgebouw waar de reclame uitingen op geplaatst worden, is mogelijk gemaakt met een procedure op grond van artikel 19, lid 1, Wet Ruimtelijke Ordening. Met deze procedure is vrijstelling verleend van het bestemmingsplan Leeuwenhoek – Station 1992 ten behoeve van het nieuwe kantoorpand. De lichtreclame op het bedrijfsgebouw vallen echter niet onder de verleende vrijstelling. Aangezien het huidige bestemmingsplan nog steeds het geldende toetsingskader voor deze locatie is, dient de aanvraag dan aan dit bestemmingsplan getoetst te worden. De aanvraag is gelet hierop in strijd met het huidige bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet niet in een toereikende binnenplanse ontheffingsmogelijkheid om het plan mogelijk te maken. Daarnaast valt de aanvraag ook niet onder de categorieën waarvoor een buitenplanse afwijking op grond van art. 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 Wabo in samenhang met artikel 4, bijlage II Bor kan worden toegestaan. Gelet hierop is de juiste juridisch-planologische procedure voor het mogelijk maken van het ingediende bouwplan, het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3o Wabo. Deze notitie vormt de noodzakelijke ruimtelijke onderbouwing voor het plan aan de Dellaertweg 1.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
18
4.3
Procedureverloop
Aangezien de aanvraag om omgevingsvergunning voor het plaatsen van de lichtreclame op het kantoorgebouw aan de Dellaertweg 1 in strijd is met het vigerende bestemmingsplan Leeuwenhoek – Station 1992, is beoordeeld of toch medewerking kan worden verleend aan het verzoek. Om dit te beoordelen is de aanvraag getoetst aan vastgesteld beleid en zijn de planologische effecten van het verzoek op de omgeving in beeld gebracht.
Verklaring van geen bedenkingen Op grond van artikel 6.5, eerste lid, van het Bor is een zogenaamde verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad vereist bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo. Met een dergelijke verklaring kan de gemeenteraad, alhoewel zij niet het bevoegd gezag is voor het nemen van een besluit op de aanvraag, toch haar goedkeuring of afkeuring uitspreken over een plan. Een dergelijke instemming heeft een bindende status: het College kan een omgevingsvergunning niet verlenen zolang de gemeenteraad geen verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven. Op 2 december 2010 heeft de raad van Leiden (RV 10.0122) een lijst met categorieën van gevallen vastgesteld waarvoor een dergelijke verklaring van geen bedenkingen niet is vereist. Tevens heeft de raad besloten dat een verklaring niet is vereist, indien geen zienswijzen zijn ingediend tegen het ontwerpbesluit omgevingsvergunning, of wanneer het college op grond van het bestaand beleid niet wenst mee te werken aan een afwijking van het bestemmingplan. In de onderstaande tabel zijn de door de gemeenteraad vastgestelde categorieën van gevallen met betrekking tot de al dan niet verplichte verklaring van geen bedenkingen opgenomen.
geen zienswijzen ingediend op het ontwerp besluit
wel zienswijzen ingediend op het ontwerp besluit
1) Het project past binnen eerder door de verklaring van geen verklaring van raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is bedenkingen niet geen bedenkingen groter dan 50 woningen of 5.000 m2 bvo vereist wel vereist kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 2) Het project past niet in eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is groter dan of gelijk aan 10 woningen of 1.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 3) Het project heeft betrekking op bovenlokale infrastructuur, water- en groenprojecten. 4) Het project heeft betrekking op lokaal gerichte infrastructuur-, water- en groenprojecten in strijd met lokaal beleid. 5) Het project is gelegen binnen beschermd stadsgezicht en de uiterlijke kenmerken van een pand wijzigen.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
19
1) Het project past binnen eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is kleiner dan of gelijk aan 50 woningen of 5.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 2) Het project past niet in eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is kleiner dan 10 woningen of 1.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 3) Het project heeft betrekking op lokaal gerichte infrastructuur-, water- en groenprojecten passend binnen lokaal beleid. 4) Het project is gelegen buiten beschermd stadsgezicht, of is gelegen binnen beschermd stadsgezicht en de uiterlijke kenmerken van de betrokken panden wijzigen niet. 5) Het project betreft 'bouwwerk geen gebouw zijnde'.
verklaring van geen verklaring van bedenkingen niet geen bedenkingen vereist niet vereist
Voor het onderhavige plan geldt dat het betrekking heeft op het plaatsen van lichtreclames en dat betreft dus 'bouwwerk geen gebouw zijnde'. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist, ook niet in het geval er zienswijzen zijn ingediend. De gemeente heeft besloten om in beginsel mee te werken aan het verzoek en heeft de procedure opgestart. Dit houdt in dat de ontwerp-omgevingsvergunning met deze ruimtelijke onderbouwing gedurende zes weken ter inzage wordt gelegd voor het indienen van zienswijzen (op de in paragraaf 4.2 vermelde procedure is afdeling 3.4 Awb van toepassing). Eenieder kan gedurende die termijn een zienswijze met betrekking tot het voornemen indienen. De zienswijzen worden beantwoord in een zienswijzennota. Als gevolg van ingediende zienswijzen kunnen aan een omgevingsvergunning (aanvullende) voorwaarden gekoppeld, of kan de vergunning zelfs worden geweigerd. In dat laatste geval staat het de aanvrager vrij een aangepaste aanvraag in te dienen. Conform artikel 6.18 Wabo jo artikel 3.1.1 Bro treedt de gemeente indien nodig in overleg met de besturen van de betrokken gemeenten, de waterbeheerder, provincie en/of het Rijk. Op grond van artikel 6.12 Wabo zal, tenzij uit het provinciaal en rijksbeleid blijkt dat geen provinciale – dan wel rijksbelangen bij de omgevingsvergunning betrokken zijn, de ontwerp omgevingsvergunning naar Gedeputeerde Staten en de Inspecteur worden gezonden. De omgevingsvergunning treedt in werking nadat deze langs elektronische weg kenbaar is gemaakt en nogmaals voor een periode van zes weken ter inzage heeft gelegen. Tegen het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning kan tijdens die beroepstermijn rechtstreeks beroep worden aangetekend en daarnaast een verzoek tot voorlopige voorziening worden gedaan.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
20
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
21
Hoofdstuk 5 5.1
Uitvoerbaarheid
Economische uitvoerbaarheid
Het bouwplan betreft een initiatief dat door de aanvrager, tevens eigenaar van het perceel, voor eigen rekening wordt uitgevoerd. Omdat het bouwplan niet ziet op de toevoeging van woningen of meer dan 1.000 m2 bvo aan overige ruimte, valt dit plan niet binnen het bereik van de grexwet. Het vaststellen van een exploitatieplan ter dekking van de gemeentelijke exploitatiebijdragen is daarom niet vereist. Aan het onderhavige project zijn twee gemeentelijke exploitatiebijdragen verbonden, namelijk: de kosten voor het opstellen van gemeentelijke ruimtelijke plannen ten behoeve van het exploitatiegebied (art. 6.2.4, lid h Bro), namelijk het opstellen van deze ruimtelijke onderbouwing; de kosten van tegemoetkoming van schade, bedoeld in artikel 6.1 van de wet (art. 6.2.4, lid l Bro), ten behoeve van mogelijke planschade; De bovengenoemde plankosten worden verhaald op basis van de gemeentelijke legesverordening. Eventuele planschadekosten worden verhaald op de ontwikkelaar op basis van een getekende planschadeovereenkomst.
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
5.2.1
Algemeen
5.2.2
Vooroverleg
De gemeente is conform artikel 3.1.1 Bro jo artikel 3.19 Wabo in overleg getreden met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Gelet op het gegeven dat het bouwplan geen relatie heeft met water, en ook anderszins geen strijdigheden tussen het bouwplan en de Keur van Rijnland bestaan is geen watertoets opgenomen in deze ruimtelijke onderbouwing. Het bouwplan kent geen raakvlakken met rijksbelangen en heeft slechts een provinciale belang zoals genoemd in respectievelijk de Nota Ruimte en de Structuurvisie Visie op Zuid-Holland met betrekking tot de molenbiotoop van molen De Valk. Er heeft geen vooroverleg plaatsgevonden met de VROM-Inspecteur. Wel is het plan voorgelegd aan de Provincie Zuid-Holland. Conform artikel 6.12 Wabo zal het ontwerp van de omgevingsvergunning naar Gedeputeerde Staten en de Inspecteur worden gezonden.
5.2.3
Zienswijzen
Naar aanleiding van de publicatie van de aanvraag omgevingsvergunning voor de lichtreclame zijn drie reacties ingediend. De drie ingediende reacties zijn gelijkluidend aan elkaar. Indieners geven in hun reactie aan dat het plaatsen van lichtreclame op het kantoorgebouw aan de Dellaertweg 1 zal lijden tot (licht)overlast. De overlast heeft betrekking op de achtertuinen van de woningen aan de Boerhaavelaan 1 t/m 51, Swammerdampad 1 t/m 91 Boerhaavelaan 2 t/m 42. De indieners verzoeken het college: a. De borden aan de zijde van de achtertuinen Boerhaavelaan oneven nummers (1 t/m 51) en de even nummers 2 t/m 42 (voorzijde panden) en de woningen Swammerdampad de beperkende voorwaarde op te leggen de verlichting uit te zetten tussen 22.00 uur in de avond en 7.00 uur in de ochtend.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
22
b. Het op de (hoge beton) kern van vleugel 1 geplande zilveren kruis bord te verplaatsen naar achter, lager op vleugel 1, straatzijde Dellaertweg, zoals in het ter inzage gelegde plan het Achmea bord is voorzien.
De aanvraag is inmiddels ook gewijzigd en het reclamebord voor ZilverenKruis is ook aangepast. De lichtreclame wordt nu niet meer op de liftschacht geplaatst, maar op beiden kanten van de eerste vleugel van het kantoor gebouw. Daarnaast is uit het advies van de Milieudienst West-Holland gebleken dat het milieuaspect licht geen belemmering vormt voor het plaatsen van de lichtreclames. Zoals in paragraaf 4.3 is uiteengezet, bestaat tijdens de periode van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit (en de ruimtelijke onderbouwing) de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. De ontwerp omgevingsvergunning heeft voor een periode van zes weken (27 december 2011 t/m 7 februari 2012) ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn twee zienswijzen (schriftelijk) ingediend. In de bijgevoegde zienswijzennota zijn de binnengekomen zienswijzen beantwoord en is een afweging gemaakt (zie bijlage 2). Hieruit volgt de conclusie dat het plaatsen van de lichtreclames geen onevenredig nadelige consequenties heeft voor de omgeving. Er zijn geen zwaarwegende belangen die het plaatsen van de lichtreclame op de kantoorpanden van ZilverenKruis Achmea en het verlenen van de omgevingsvergunning in de weg staan. De ingediende zienswijzen hebben er niet toe geleid dat het college een ander standpunt inneemt ten aanzien van het verlenen van de omgevingsvergunning.
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
23
Bijlagen Bijlage 1 Plancontour Dellaertweg 1
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
24
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
19
LEGENDA 17
15 15 a
PLANGEBIED
13 68
9
t/ m
68 r
11
grens van de omgevingsvergunning
66
t/ m
66 e
Sc h
ph ol w
eg
7
55 t/m 89 2
De l
la er t
we
g
Pa r
me nt ie rw
eg
4
5
Sc h
ph ol w
eg
Sc h
iph ol w
eg
An th on y
Fo kk er w
eg
1
13
9 t/ m
131
11 f
61
De l
57
ae rt
we
g
59 55 53
VERKLARING
51
2
o_NL.IMRO.0546.PB00044.dwg
iph ol w
eg
49
3 7d
Sc h
t/ m
0
47
40
60
80
100 m
Omgevingsvergunning
11
45
Sc h
ph ol w
eg
20
t/ m
12 3
1
Dellaertweg 1
43 41
31 t
/m
09
Maris laan
Fo kk er w
37
1a
An th on y
39
eg
Status
IDN.IMRO
vastgesteld
NL.IMRO.0546.PB00044-0301
Datum
Schaal
Formaat
Bladnr
10-04-2012
1:1.000
A3
1 van 1
Archiefnummer pdf-versie 1t
GE-11.239 t/ m
4a
33
/m
1d
35
2
31
Gemeente Leiden, Postbus 9100, 2300 PC Leiden
Leiden Afdeling Realisatie Team Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
27
Bijlage 2 Zienswijzennota
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
28
projectbesluit "omgevingsvergunning Dellaertweg 1" (vastgesteld)
Zienswijzennota Dellaertweg 1 Procedure Procedureonderdeel Onderwerp Datum
Artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo Beantwoording zienswijzen Omgevingsvergunning Dellaertweg 1 mei 2012
1. Inleiding Namens het college van burgemeester en wethouders is besloten de ontwerp omgevingsvergunning Dellaertweg 1 vast te stellen voor het indienen van zienswijzen. De ontwerp omgevingsvergunning heeft betrekking op het plaatsen van lichtreclame op het dak van de bedrijfspanden van ZilverenKruis Achmea gelegen aan de Dellaertweg 1 te Leiden. De omgevingsvergunning maakt deze ontwikkeling op de genoemde locatie mogelijk. De ontwerp omgevingsvergunning heeft voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Deze termijn is gestart op dinsdag 27 december 2011 en is geëindigd op dinsdag 7 februari 2012. Tijdens de termijn zijn twee zienswijzen schriftelijk bij de gemeente ingediend. In deze nota wordt de ingekomen zienswijzen behandeld. De nota eindigt met een afweging en een conclusie. 2. Ingediende zienswijzen Binnen de gestelde termijn zijn twee zienswijzen op 1 februari 2012 schriftelijk binnengekomen bij de gemeente Leiden. De zienswijzen zijn gelijkluidend aan elkaar en zullen als één zienswijze hieronder worden behandeld. De zienswijzen zijn binnen de daarvoor gestelde termijn ingediend en worden als ontvankelijke zienswijzen aangemerkt. 3. Beantwoording van de zienswijze In de onderstaande tabel wordt de zienswijzen besproken en beantwoord.
1
Samenvatting ingekomen zienswijze
Antwoord
De genoemde reclameborden zijn dag en nacht fel verlicht en geven (licht)overlast tegen de achtertuinen/achterzijden van de woningen Boerhaavelaan 1 t/m 51 en Swammerdampad 1 t/m 91. Dit geldt ook voor de overzijde Boerhaavelaan 2 t/m 42.
Voor wat betreft de Achmea7uiting Geen wordt geen overlast verwacht voor de omwonenden op de Boerhaavelaan en Swammerdampad, omdat deze lichtreclames niet in de richting van deze woningen worden gepositioneerd, maar in de rijrichtingen van de Schipholweg, alwaar geen woningen aanwezig zijn. Tevens staat tussen deze lichtreclames en de woningen een lifttoren, waardoor de lichtreclames “Achmea” aan het zicht van de bewoners worden onttrokken. De reclame7uiting van ZilverenKruis aan de zijde van de Schipholweg zal naar verwachting geen hinder voor deze bewoners opleveren, omdat de aanwezige lifttoren het zicht op en de overlast van de reclame7uiting beperken. Alleen de lichtreclame van ZilverenKruis aan de zijde van het spoor staat in de richting van de
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
Gevolgen voor omgevings vergunning
Boerhaavelaan en het Swammerdampad. De lichtreclame zou aanvankelijk op de lifttoren geplaatst worden, maar is verplaatst. De lichtreclame wordt nu aangebracht aan het begin van het gebouw naast een lifttoren. Vanaf dit punt gemeten is de afstand tot de woning Boerhaavelaan nr. 1 ca 150 m, tot aan de woning Boerhaavelaan nr. 27 meer dan 200 meter en ca. 300 meter tot de woningen aan het Swammerdampad (hemelsbreed). Tevens wordt de verlichting gedeeltelijk afgeschermd door een lifttoren, omdat het kantoorgebouw op dat punt circa 4 meter inspringt. Hieraan wordt toegevoegd dat er een zeer uitgebreid voortraject is doorlopen. Tijdens de prototyping sessies is gekeken naar de verschillende vormen van lichttechnieken, kleurstellingen, kleurproeven etc. Op basis van deze sessies is gekomen tot het huidige eindresultaat. Deze lichtreclames zijn reeds gemonteerd in Zwolle. Zoals op de nachtfoto te zien is (zie bijlage 1 bij zienswijzennota), is het uitstralende licht van de installatie ZKA zeer beperkt. Dit wordt mede bepaald door de kleurstelling van de lichtreclame. De kleuren blauw en grijs bevinden zicht aan de buitenkant van het spectrum, waardoor er een beperkt uittredend licht is. In Leiden bevindt het bedrijfspand zich midden in het stedelijk gebied Op dit soort locaties is er altijd zeer veel omgevingslicht aanwezig. Het contrast tussen het uittredende licht van de installaties is op deze foto zeer goed zichtbaar. De kleuren rood en wit van Achmea bevinden zich in het midden van het kleurenspectrum en geven meer uitstralend licht. Voor de beoordeling van het milieuaspect lichthinder hebben wij de Omgevingsdienst West7Holland (voorheen Milieudienst West7Holland) om advies gevraagd. Bij de Omgevingsdienst werken deskundigen met kennis van diverse milieuthema’s. Wij hebben deze stelling dus gebaseerd op het advies van de Omgevingsdienst. In artikel 2.1, lid 2, onder h, van het Activiteitenbesluit is een zorgplicht opgenomen. Voor de vaststelling of er sprake is van hinder is geen universele definitie van het begrip “lichthinder” Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
beschikbaar. De “Algemene Richtlijnen betreffende lichthinder” van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) kunnen als uitgangspunt worden gehanteerd. In deel drie en vier van deze richtlijn wordt ingegaan op lichthinder afkomstig van reclameverlichting. De vakgroep Lichtreclame van UNETO7VNI heeft onderzoek laten doen naar de ontwikkeling van een instrument (tabellen) ter bepaling van mogelijke lichthinder door reclameborden. Er is bij het onderzoek onderscheid gemaakt tussen de verschillende licht bronnen zoals lichtbak met fluorescentie verlichting, LED en Neon en de verschillende kleuren. Het betreft hier witte LEDs achter een blauw plexiglas frontplaat en een grijs/wit plexiglas frontplaat. Als omgevingszone wordt er uitgegaan van Zone E3 (stedelijk). Op basis van de beschikbare gegevens en de gegevens uit de tabel 4 is de Omgevingsdienst tot de conclusie gekomen dat voldaan wordt aan de richtlijn van de NSVV . (Voor het hele rapport zie: www.uneto7 vni.nl/stream/lichthinder7door7 lichtreclame.) Gelet hierop en op de ligging in het stedelijk gebied met het bijbehorende omgevingslicht, de positie van de verlichting, het type verlichting en de kleuren, kan worden geconcludeerd dat de reclames van ZilverenKruis Achmea geen onaanvaardbare hinder vormen voor de woningen aan de Boerhaavelaan en het Swammerdampad. 2
De indiener van de zienswijze verzoekt het College beperkende voorwaarden te stellen aan het plaatsen van de reclameborden zoals: a) het uitzetten van de verlichting van 22.00 uur tot en met 7.00 uur; b) de twee reclameborden zo te plaatsen dat ze dag en nacht niet vanaf de bovenste etages van de huizen Boerhaavelaan 17 51 en 2742 en de flats aan het Swammerdampad 1 t/m 91 in het geheel niet
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
Nu het college de vrees voor Geen licht(overlast) niet gegrond acht (zie beantwoording punt 1), ziet het College ook geen reden om beperkende voorwaarden te verbinden aan de omgevingsvergunning. Het uitzetten al dan niet verplaatsen van de reclameborden is om die reden niet aan de orde.
zichtbaar zijn; c) het reclamebord ‘Zilveren Kruis’ te verplaatsen naar achter lager op vleugel 1 aan de straatzijde van de Dellaertweg, dus niet op het dak, maar aan de zijgevel te plaatsen. 3
De indieners van de zienswijze wijzen op het ontbreken van een aantal stukken en onduidelijkheden en verzoekt om kopieën. De ontbrekende stukken/onduidelijkheden volgens die indiener zijn: 1) kleurenfoto’s ontbreken; 2) Is er een deskundigenrapport waaruit blijkt dat in slechts 6% van de tijd uit een ongunstige hoek komt voor de molen. 3) verklaring van de provincie Zuid7Holland waarin wordt bevestigd dat de reclameborden geen extra windbelemmering voor de molen oplevert 4) modellenboek reclame uitingen, december 2007 5) kaderstellend beleid Buitenreclame, 27 september 2011 6) Welstandsnota, rapportage van de gemeentelijke Welstand en Monumentencommissie en correspondentie met de Welstandscommissie. 7) adviesrapport van de Milieudienst WestHolland
1) De foto’s zullen aan de indieners van Geen de zienswijzen worden verstuurd. 2) Dit gegeven komt uit het windhinderonderzoek bij de vergunning voor het oprichten van de kantoorgebouwen (U7bocht). Een kopie van dit rapport zal worden toegezonden. 3) In het kader van het vooroverleg is het plan voorgelegd aan de provincie Zuid7Holland. Conform artikel 6.12 Wabo is het ontwerp van de omgevingsvergunning naar Gedeputeerde Staten gezonden. Er is schriftelijk contact geweest met de provincie en zij heeft het volgende aangegeven: Vanuit de provincie wordt geconstateerd dat de extra windhinder die de reclame oplevert geen noemenswaardige verslechtering van de windbelemmering oplevert. Derhalve wordt ingestemd vanuit de molenbiotoop. 4) Het modellenboek Gevelreclame is terug te vinden op de website van de gemeente Leiden: (http://gemeente.leiden.nl/fileadmin/files /pdc/Gevelreclame/Modellenboek Gev elreclame.pdf). 5) een kopie van het kaderstellend beleid buitenreclame zal worden toegezonden. 6) de welstandnota staat op de website van de gemeente Leiden: (http://gemeente.leiden.nl/projecten/wo nen/welstandsnota/). Het advies van de gemeentelijke Welstand en Monumentencommissie Leiden (WML) zal worden toegezonden. Er is geen verdere schriftelijke correspondentie tussen de betrokken partijen. 7) het advies van de Omgevingsdienst WestHolland zal worden verstrekt.
4
De aangevraagde vergunning is in strijd met het bestemmingsplan Leeuwenhoek Station 1992. Het is o.a. te hoog
De aanvraag is in strijd met het vigerende bestemmingsplan Leeuwenhoek7Station 1992. Dit plan is echter inhoudelijk grotendeels verouderd. Op grond van artikel 2.12,
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
Geen
5
(van 36 meter naar 39 meter; 3 meter lichtreclame erop).
lid 1, sub a, onder 3, van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend in afwijking van het bestemmingsplan, mits de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Het ontwerp besluit is voorzien van een ontwerp van een goede ruimtelijke onderbouwing en daarin wordt gemotiveerd uiteengezet dat het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
De molenbiotoop van de molen de Valk wordt geschonden doordat binnen de straal van 400 meter de reclame borden worden geplaatst.
Geen In de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven dat de invloed van het plan op de windvang van de molen gering zal zijn. Allereerst omdat uitsluitend de “ZilverenKruis” lichtreclame binnen de molenbiotoop valt. Daarnaast ligt het pand met de reclame ten noorden van de molen en slechts in 6% van de tijd komt de wind uit het noorden. Verder is van belang dat er thans reeds veel beperkingen zijn in de omgeving van de molen. In het vigerende bestemmingsplan Leeuwenhoek zijn geen nadere bepalingen opgenomen omtrent de molenbiotoop. In artikel 13, lid 1, van de Verordening Ruimte is bepaald dat bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen de molenbiotoop van traditionele windmolens de vrije windvang en het zicht op de molen voldoende moeten garanderen. In artikel 1, lid 1, van de Verordening Ruimte is bepaald dat in deze regeling en de daarop berustende bepalingen onder ‘bestemmingsplan’ ook worden begrepen een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 Wro. De uitgebreide procedure op grond van o artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 , Wabo is gelijk te stellen met het projectbesluit op grond van artikel 3.10 Wro. Hieruit volgt dat artikel 13, eerste lid, ook van toepassing is op de onderhavige procedure. In artikel 13, lid 2, aanhef en onder a, is een uitzondering voor situaties met bestaande beperkingen opgenomen; in afwijking van het bepaalde in lid 1 onder b (dat ziet op een straal van 100 tot 400 meter) is het oprichten van nieuwe bebouwing mogelijk als er sprake is van een situatie waarin vrije windvang en het zicht op de molen al beperkt zijn door bebouwing, zolang de
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
vrije windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt. Naar het oordeel van de provincie levert de reclame geen noemenswaardige verslechtering van de windbelemmering op. Dit bij elkaar opgeteld zijn wij tot de conclusie gekomen dat de impact van het plan beperkt is en het voldoet aan hetgeen is bepaald in de Verordening Ruimte. 6
Het betreft slechts een onderschikt bouwdeel en dus kan de reclame verdwijnen.
Het college neemt deze stelling ter Geen kennisneming aan. De reclame wordt aangemerkt als een ondergeschikt bouwdeel ten opzichte van het hoofdgebouw. Het college staat positief tegenover de aanvraag en ziet dan ook geen aanleiding in deze stelling om de aanvraag te weigeren of om de indiener van de aanvraag te verzoeken om deze in te trekken.
7
Waarom gelden buiten de singels minder strenge regels voor reclame7 uitingen?
De welstandsnota 2010 geeft per Geen gebied kaders ter zake van de beoordeling van welstand. In de welstandsnota 2010 zijn voor gevelreclames binnen de singels strengere regels opgenomen, omdat dit gebied is aangewezen als beschermd stadsgezicht. Het Modellenboek Gevelreclame, waar de Welstandsnota verwijst, bevat sneltoetscriteria die van toepassing zijn op de Binnenstad en de Zuidelijke Schil. De gemeente wil zo de hoogwaardige kwaliteit van de binnenstad behouden.
8
De stelling in paragraaf 4.4.1 dat door de afstand van 110 meter geen lichtoverlast optreedt is onjuist. Zo zijn de lichtreclames van de SVB dag7 en nacht heel storend zichtbaar. Tevens is de kantoorverlichting van Achmea dag7 en nacht aan. De stelling is niet wetenschappelijk onderbouwd.
Zoals hierboven onder punt 1 is Geen aangegeven is de Omgevingsdienst tot de conclusie gekomen dat de lichtreclame geen hinder zal opleveren voor de woningen aan de Boerhaavelaan en het Swammerdampad. De lichtreclames van de SVB zijn op de gevel van het gebouw bevestigd en er staan geen obstakels 7 zoals lifttorens of andere (hoge) bouwwerken 7 tussen de woningen en de lichtreclame (in tegenstelling tot de onderhavige aanvraag). Het feit dat de reclames van de SVB dag en nacht zichtbaar zijn, betekent echter nog niet dat er sprake is van onaanvaardbare (licht)hinder. De aanvrager heeft desgevraagd aangegeven dat het volledige gebouw voorzien is van bewegingsdetectie ten behoeve van het in7 en uitschakelen
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
van de kantoorverlichting. Slechts op de 5e en 6e etage van Kern 1 wordt door een beperkt aantal mensen ‘s nachts gewerkt, de rest van het gebouw is na 21:30 uur leeg en dan is de verlichting (met uitzondering van noodverlichting) uitgeschakeld. 9
Een verkleining van de reclameborden van slechts 20% zet voor de overlast geen zode aan de dijk. De reclame7uitingen zijn te grootschalig in relatie tot het verfijnde gevelstramien. Een verkleining van 25% doet hier niets aan af.
10 In de Welstandsnota is bepaald dat reclame7 uitingen niet boven de dakrand mogen uitkomen. Hiermee wordt in strijd gehandeld. De onderbouwing voor de afwijking door de welstandscommissie is onvoldoende. Het plan is in strijd met de redelijke eisen van welstand.
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
In haar advies van 31 augustus 2011 heeft de Welstands7 en Monumentencommissie Leiden (WML) aangegeven dat het plan strijdig is met de redelijke eisen van welstand, tenzij de afmeting van Achmea (letters en beeldmerk) met circa 25 % wordt verkleind en meer afstand wordt gehouden tot de dakrand. Naar aanleiding van dit advies heeft de aanvrager het plan aangepast.
Geen
De WML is een onafhankelijke, externe Geen adviescommissie, die de gemeente advies geeft over vergunningaanvragen voor nieuwbouw, verbouw7 en restauratieplannen in de stad. De gemeente besteedt deze taak uit aan een groep experts, omdat ze de ruimtelijke kwaliteit in de stad hoog wil houden. In de commissie zitten zowel professionals met speciale kennis van monumenten als professionals op het gebied van welstandsadvisering. In haar advies van 31 augustus 2011 heeft de commissie geoordeeld dat het plan strijdig is met redelijke eisen van welstand, tenzij de afmeting van Achmea (letters en beeldmerk) met circa 25 % wordt verkleind en meer afstand wordt gehouden tot de dakrand. De commissie is van mening dat beide reclame7uitingen van Achmea te grootschalig zijn in relatie tot het verfijnde gevelstramien. Het welstandsbeleid staat in principe geen reclame7uitingen boven de dakrand toe, echter gelet op de gevelcompositie van dit specifieke gebouw (waarbij de gevel geen passende ruimte biedt voor reclame), de grootschaligheid van het gebouw en de situering in de spoorzone, wijkt de commissie af van het beleid. Naar aanleiding van dit advies is het plan aangepast en heeft de WML op 23 november 2011 geoordeeld dat het plan voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Deze adviezen van de WML hebben wij overgenomen, nu er naar ons oordeel
geen sprake is van dat de adviezen naar inhoud en wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertonen, dat wij dit niet aan ons oordeel omtrent de welstand ten grondslag hadden mogen leggen. Er is door de indieners van de zienswijzen geen tegenadvies van een deskundige overgelegd. 11 De indieners van de zienswijzen zijn ten onrechte niet gehoord dan wel hebben geen toelichting gehad van en overleg met de gemeente.
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
In de ruimtelijke onderbouwing is abusievelijk opgenomen dat de indieners van zienswijzen, indien deze geen aanleiding geven de omgevingsvergunning te weigeren, gehoord zullen worden door de betreffende raadscommissie. Op grond van artikel 6.5, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is een zogenaamde verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad vereist bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo. Met een dergelijke verklaring kan de gemeenteraad, hoewel zij niet het bevoegd gezag is voor het nemen van een besluit op de aanvraag, toch haar goedkeuring of afkeuring uitspreken over een plan. In Leiden is door de gemeenteraad op grond van artikel 6.5, derde lid, Bor een lijst van categorieën vastgesteld waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. De gemeenteraad heeft daarmee willen bewerkstelligen dat voor kleine en niet maatschappelijk gevoelige projecten geen tussenkomst van de gemeenteraad is vereist, en bij grote en wel maatschappelijk gevoelige projecten wél instemming van de gemeenteraad is vereist. Voor het onderhavige plan geldt dat het betrekking heeft op een bouwwerk geen gebouw zijnde. Een verklaring van geen bedenkingen is voor een dergelijk project niet vereist, ook niet als er zienswijzen zijn ingediend. Het project zal dan ook niet naar de raad en de raadscommissie gaan ter bespreking en goedkeuring. Naar ons oordeel zijn de bezwaren van de indieners van de zienswijzen volstrekt duidelijk en wij zien dan ook geen aanleiding om de indieners uit te nodigen voor een nader gesprek of hoorzitting.
De tekst in paragraaf 4.3 procedure7 verloop zal in de definitieve ruimtelijke onderbouwing worden aangepast.
4. Afweging Op het voornemen om met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo een omgevingsvergunning te verlenen voor het plan Dellaertweg 1 ten behoeve van het plaatsen van lichtreclame op het dak van de bedrijfspanden van ZilverenKruis Achmea gelegen aan de Dellaertweg 1, zijn twee schriftelijke zienswijzen binnengekomen. In bovenstaande tabellen is van deze bezwaren kennisgenomen, beantwoord en zijn de verschillende belangen tegen elkaar afgewogen De belangen van de omwonenden dienen afgewogen te worden tegen het belang van de aanvrager. Het belang van de aanvrager is in dit geval het plaatsen van lichtreclame op het dak van de bedrijfspanden van ZilverenKruis Achmea. De belangen van de omwonenden zien toe op het feit dat zij vrezen voor overlast in de vorm van lichthinder door het licht dat afkomstig is van de lichtreclamebakken en het ontbreken van een aantal stukken tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbesluit. De vrees van de omwonenden voor lichtoverlast en een aantasting van het woongenot zijn (zoals uit het advies van de Omgevingsdienst is gebleken) niet gegrond. De overige aangedragen bezwaren leiden (zoals in bovenstaande tabellen is beantwoord) niet tot het wijzigen van de omgevingsvergunning.
5. Conclusie Er kan geconcludeerd worden dat het plaatsen van lichtreclame op het dak van de bedrijfspanden van ZilverenKruis Achmea gelegen aan de Dellaertweg 1 te Leiden geen onevenredig nadelige consequenties heeft voor de omwonenden/de wijkvereniging Houtkwartier. Er zijn geen zwaarwegende belangen die het plaatsen van lichtreclame op het dak van de bedrijfspanden van ZilverenKruis Achmea en het verlenen van de omgevingsvergunning in de weg staan. De ingediende zienswijzen hebben er niet toe geleid dat het college een ander standpunt inneemt ten aanzien van het verlenen van de omgevingsvergunning. Tegen de verleende omgevingsvergunning staat de mogelijkheid open van beroep bij de rechtbank.
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012
Bijlage 1
Zienswijzenota Dellaertweg 1 mei 2012