Vlaamse Onderwijsraad
Raad Secundair Onderwijs
Kunstlaan 6 bus 6 1210 Brussel
8 mei 2008 RSO/JVR/ADV/007bijl1
Omgevingsanalyse “Hulpberoepen in de tandheelkunde”
Inhoud I Inleiding .................................................................................................................................................. 3 1 Situering.......................................................................................................................................... 3 2 Werkgroep Hulpberoepen in de tandheelkunde ............................................................................. 3 Deel 1: Opleidingsaanbod hulpberoepen sector Tandheelkunde .................................................... 5 1 Opleidingen in het regulier onderwijs.............................................................................................. 5 1.1 Dentaaltechnicus.................................................................................................................... 5 1.2 Tandartsassistent................................................................................................................... 5 1.3 Opleidingen buiten het regulier onderwijs.............................................................................. 7 2 Leerlingengegevens gewoon voltijds secundair onderwijs............................................................. 9 2.1 Instroom in de derde graad Tandtechnieken TSO................................................................. 9 2.2 Uitstroom uit de derde graad Tandtechnieken TSO3 ............................................................ 9 2.3 Doorstroming naar het hoger onderwijs............................................................................... 10 Deel 2: Evolutie van het aantal leerlingen in het studiegebied Tandtechnieken in het gewoon voltijds secundair onderwijs .............................................................................................................. 11 1 Inleiding......................................................................................................................................... 11 2 Secundair onderwijs: derde graad TSO ....................................................................................... 12 3 Evolutie van de leerlingenpopulatie in het studiegebied t.o.v. de corresponderende onderwijsvorm en het totaal aantal leerlingen in het onderwijsniveau .................................................. 13 Deel 3: Evolutie aantal werkzoekende schoolverlaters................................................................... 14 1 Inleiding......................................................................................................................................... 14 1.1 Het begrip “schoolverlater”................................................................................................... 14 1.2 Restpercentage (nog werkzoekend na 1 jaar) ..................................................................... 14 1.3 Dynamiek ............................................................................................................................. 15 1.4 Schematische voorstelling ................................................................................................... 15 2 Cijfers per onderwijsniveau/onderwijsvorm .................................................................................. 16 3 Evolutie 2001-2006 ....................................................................................................................... 17 4 Knelpuntberoep............................................................................................................................. 18 5 Werkzoekenden met de beroepsaspiratie van dentaaltechnicus ................................................. 20
1
Deel 4: De sector: kenmerken en tendensen.................................................................................... 21 1 Inleiding......................................................................................................................................... 21 2 Dentaaltechnicus .......................................................................................................................... 21 2.1 Omschrijving ........................................................................................................................ 21 2.2 Evolutie in het beroep .......................................................................................................... 22 2.3 De sector dentaaltechniek.................................................................................................... 22 2.4 Beroepsactiviteiten van de dentaaltechnicus....................................................................... 23 2.5 Beroepsinventaris dentaaltechniek ...................................................................................... 23 3 Tandartsassistent.......................................................................................................................... 31 3.1 Inleiding ................................................................................................................................ 31 3.2 Beroepscompetenties van tandartsassistent ....................................................................... 31 Aandachtspunten m.b.t. de screening van het studiegebied Tandtechnieken............................. 34 1 Hulpberoepen in de tandheelkunde.............................................................................................. 34 1.1 Tandartsassistent................................................................................................................. 34 1.2 Dentaaltechnicus.................................................................................................................. 34 2 Studiegebied Tandtechnieken in het TSO .................................................................................... 35 Bibliografie .................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlagen................................................................................................................................................. 37
2
Inleiding
1
Situering
Minister F. Vandenbroucke kondigde in de adviesvraag over het aanbod in het secundair onderwijs voor het studiegebied land- en tuinbouw (22 februari 2007) aan dat er in het schooljaar 2006-2007 een screening zou worden uitgevoerd voor de studiegebieden muziekinstrumentenbouw, sport, tandtechnieken en voeding. De Raad Secundair Onderwijs (RSO) besliste op 25 september 2007 om deze (toekomstige) adviesvragen niet af te wachten en alvast de voorbereidende werkzaamheden (met de omgevingsanalyses als output) op te starten. Ook de Raad Levenslang en Levensbreed Leren (RLLL) wil een aantal omgevingsanalyses maken ter voorbereiding van adviezen over opleidingsprofielen die de decretale stuurgroep in de toekomst zal ontwikkelen en voordragen in het kader van het samenwerkingsverband tussen de pedagogische begeleidingsdiensten en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs. Naar aanleiding van de screeningsoperatie voor het secundair onderwijs en de plannen van de raden (RSO en RLLL), besliste men om een duidelijk onderscheid te maken tussen de omgevingsanalyse en de screening van een studiegebied. -
-
2
Een omgevingsanalyse gaat vooraf aan een screening en reikt materiaal aan over de huidige toestand van het studiegebied, de verwachtingen ten aanzien van het studiegebied en de te verwachten evoluties. Omdat de omgevingsanalyse een breed beeld wil schetsen van een studiegebied is ze per definitie niveauoverschrijdend. Niet enkel de raden (RSO en RLLL), maar ook de Raad Hoger Onderwijs (RHO) is vragende partij voor dergelijke omgevingsanalyses. Een screening volgt op een omgevingsanalyse en toetst het bestaande aanbod in een specifiek niveau aan het materiaal uit de omgevingsanalyse. Bovendien is de screening gericht op de mogelijke actualisering van het onderwijsaanbod in een studiegebied. Een screening is dus per definitie niveaugebonden.
Werkgroep Hulpberoepen in de tandheelkunde
De commissie Onderwijs, Vorming en Arbeidsmarkt (OVA) coördineert de ontwikkeling van de omgevingsanalyses. Zij besliste om de ontwikkeling van de omgevingsanalyses aan de sectorcommissies van de Vlor uit te besteden. Daar er voor het studiegebied Tandtechnieken geen sectorcommissie bestaat, besliste de commissie OVA op 4 oktober 2007 om de ad hoc werkgroep Tandartsassistent te reactiveren en uit te breiden. Deze ad hoc werkgroep bereidde in 2005-2006 het advies over de mogelijke opleiding tot tandartsassistent en mondhygiënist1 voor. De scholen die in 2006-2007 een voorstel tot erkenning van een structuuronderdeel “Tandartsassistent” indienden én de scholen die het studiegebied Tandtechnieken aanbieden, werden aan de ad hoc werkgroep toegevoegd (bijlage 1: ledenlijst). 1
Vlaamse Onderwijsraad (2006), Advies over een mogelijke opleiding tot tandartsassistent en mondhygiënist
3
De ad hoc werkgroep Hulpberoepen in de tandheelkunde vergaderde 3 keer (6 en 26 november 2007, 31 januari 2008) onder voorzitterschap van Dirk De Meester. Het resultaat van deze vergaderingen is in dit document vervat.
4
Deel 1: Opleidingsaanbod hulpberoepen sector Tandheelkunde Dit document brengt het bestaande aanbod in kaart van de opleidingen die leiden tot de toegang tot de bestaande ondersteunende beroepen in de sector Tandheelkunde: dentaaltechnicus2 en tandartsassistent.
1
Opleidingen in het regulier onderwijs
1.1
Dentaaltechnicus
Tandtechnieken wordt enkel in het voltijds gewoon secundair onderwijs aangeboden (derde graad technisch secundair onderwijs). Deze opleiding wordt niet in het volwassenenonderwijs noch in het hoger onderwijs (professionele opleidingen en academische opleidingen) ingericht. De studierichtingen3 uit het studiegebied Tandtechnieken in het TSO zijn specifieke studierichtingen. Dit zijn studierichtingen die in beperkte mate aangeboden worden en dus een zwaardere programmatieprocedure moeten doorlopen.
Secundair onderwijs: 3de graad TSO 1ste en 2de lj.
3de lj.
Tandtechnieken
Dentaaltechnieken en supra-structuren
Dit studiegebied bestaat enkel in de derde graad TSO. Er is geen specifieke onderbouw in de tweede graad. Drie scholen bieden Tandtechnieken TSO3 en het aan: Instituut Anneessens-Funck (Brussel), KTA Vesaliusinstituut (Oostende) en Stella Marisinstituut (Merksem). Het specialisatiejaar Dentaaltechnieken en supra-structuren wordt in het schooljaar 20072008 in twee scholen aangeboden: Stella Marisinstituut (Merksem) en KTA Vesaliusinstituut (Oostende). 1.2
Tandartsassistent
Er is geen opleiding Tandartsassistent in het regulier onderwijs. De sector4 is vragende partij om een dergelijke opleiding in te richten. De Vlor bracht in 2006 advies5 uit over een vraag van de minister van Onderwijs over de opportuniteit van mogelijke opleidingen tot (deel)beroepen die de taken van tandartsen zouden kunnen verlichten. De Vlor stelt in haar advies dat het opportuun kan zijn om een opleiding tot tandartsassistent en op later termijn
2
In dit document zal het begrip “Dentaaltechnicus” gebruikt worden. Deze benaming is de officiële benaming die de federale overheid en de beroepsvereniging, de Unie der Dentaaltechnische Bedrijven hanteren. Andere begrippen zoals “tandtechnicus” en “tandprothesetechnicus” betekenen hetzelfde. 3 Onderwijs gebruikt de term “structuuronderdeel”. Om de leesbaarheid te verhogen wordt in deze tekst de term “studierichting” gebruikt. 4 Verbond der Vlaamse Tandartsen, Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen, Unie der Dentaaltechnische bedrijven 5 Vlaamse Onderwijsraad (2006), Advies over een mogelijke opleiding tot tandartsassistent en mondhygiënist, 30 maart 2006
5
een opleiding van mondhygiënist mogelijk te maken in het onderwijs. De Vlor vraagt duidelijkheid over een aantal aspecten: -
het ontbreken van beroepsprofielen; de onduidelijkheid over het al dan niet medische karakter van een aantal handelingen; de relatie tussen tandartsassistent en mondhygiënist; de erkenning van beide beroepen op Vlaams en federaal niveau; duidelijkheid over stagemogelijkheden; duidelijkheid over latere tewerkstellingsmogelijkheden.
1.2.1 Secundair onderwijs In het secundair onderwijs dienden KTA Vesaliusinstituut (Oostende) en KTA Paramedisch Instituut (Mechelen) tijdens het schooljaar 2006-2007 een aanvraag in voor de oprichting van een nieuw structuuronderdeel “Tandartsassistent” (3de leerjaar TSO3 in het studiegebied Personenzorg). Ondanks gunstig advies6 van de Vlor keurde de Vlaamse Regering de oprichting van dit structuuronderdeel niet goed. 1.2.2 Volwassenenonderwijs Het Centrum voor Volwassenenonderwijs KISP (Gent) diende een aanvraag in voor een nieuwe modulaire opleiding “Tandartsassistent” (studiegebied Gezondheidszorg) in het hoger onderwijs voor sociale promotie (HOSP). In juni 2007 bracht de Vlor gunstig advies7 uit over het voorstel. De leerinhouden zijn gebaseerd op een beschrijving van de beroepsactiviteiten door het Verbond van Vlaamse Tandartsen en op de Cobrafiche8 “Tandartsassistent” van de VDAB. De Minister van Onderwijs, Vorming en Werk heeft tot op heden nog niet geantwoord. Een Centrum voor Volwassenenonderwijs kan pas na goedkeuring door de Vlaamse Regering en na voorlegging van goedgekeurde leerplannen een nieuwe opleiding starten. CVO KISP heeft de start van de opleiding aanvankelijk op 1 september 2008 gepland.
6 7
8
Vlaamse Onderwijsraad (2007), Advies over de programmatieaanvragen voor het voltijds secundair onderwijs (schooljaar 2007-2008) Vlaamse Onderwijsraad (2007), Advies over de voorstellen voor nieuwe modulaire opleidingen in het hoger onderwijs voor sociale promotie Competenties en Beroepen Repertorium voor de Arbeidsmarkt
6
1.3
Opleidingen buiten het regulier onderwijs
1.3.1 Dentaaltechnicus SYNTRA Vlaanderen organiseert de opleiding “Tandprothesetechnicus” op 2 niveaus: een leertijdopleiding en een ondernemersopleiding. Een leertijdopleiding (leercontract) is een opleiding van 120 uur voor jongeren die deeltijds leerplichtig zijn (vanaf de leeftijd van 15 jaar én 2 jaar secundair onderwijs gevolgd hebben). Deze opleiding vindt plaats in de centra in Antwerpen, Gent en Hasselt. De ondernemersopleiding omvat 384 uur beroepskennis en is modulair opgebouwd in 6 modules van elk 64 uur: een basismodule en 5 technische modules. Cursisten die niet aan de vereisten inzake vooropleiding voldoen (de leertijd niet gevolgd bv.) dienen een toelatingsproef te doen. Indien zij niet slagen worden zij verwezen naar een inleidende cursus van 128 uren. De ondernemersopleiding kan ook worden gevolgd onder vorm van een “stageovereenkomst” (leercontract op hoger niveau), waarbij de kandidaat zijn praktische opleiding krijgt in een dentaaltechnisch bedrijf, en de theoretische lessen volgt in een Syntra-centrum. De ondernemersopleiding wordt momenteel in Antwerpen, Gent en Hasselt georganiseerd. Tijdens het schooljaar 2007-2008 waren 166 leerlingen ingeschreven: opleiding leertijdopleiding
ondernemersopleiding
SYNTRA-campus
aantal leerlingen
Hasselt
13
Gent
11
Antwerpen
11
Hasselt
26
Gent
17
Antwerpen
88
Opmerking: de cijfers in bovenstaande tabel geven een vertekend beeld. In de tabel zijn ook de cursisten “stagecontract zonder stageplaats” opgenomen.
7
1.3.2 Tandartsassistent In oktober 2006 (85 cursisten) startte de VDAB met een opleiding tot tandartsassistent in zes over Vlaanderen verspreide scholen. De kandidaten voor dit pilootproject moeten werkzoekend zijn en een diploma hoger secundair onderwijs hebben. Het initiatief gaat uit van het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT). In oktober 2007 (78 cursisten) werd deze basisopleiding door zes centra ingericht. De VDAB is de organisator en heeft met een aantal onderwijsinstellingen een samenwerkingsovereenkomst afgesloten: -
Vormingscentrum HIVSET, Turnhout Katholieke Hogeschool Leuven, Leuven Katholieke Hogeschool Limburg, Hasselt KTA Vesaliusinstituut, Oostende Arteveldehogeschool, Gent Stella Marisinstituut, Merksem
De basisopleiding is een combinatie van theorie en stage en bestaat uit drie luiken: -
luik 1: secretariaat en administratie (3 à 4 weken, 120 uren theorie); luik 2: specifieke tandheelkundige opleiding (12 à 14 weken, 288 uren theorie en 96 uren stage); luik 3: stages in een tandartspraktijk (6 à 12 weken, 240 uren).
Cursisten die een VDAB-getuigschrift behalen, kunnen een praktijkgerichte opleiding in een tandartspraktijk volgen: -
9
in 2006-2007 gedurende 4 à 6 maanden met een IBO-contract9; in 2007-2008 werd het IBO-contract vervangen door een instapopleiding (2 maanden).
Individuele beroepsopleiding: de werkgever betaalt geen loon of RSZ-bijdrage; enkel een productiviteitspremie dat gelijk is aan het normale loon min de werkloosheidsuitkering. Na deze IBO moet een contract voor onbepaalde duur worden aangeboden.
8
2
Leerlingengegevens gewoon voltijds secundair onderwijs
2.1
Instroom in de derde graad Tandtechnieken TSO
Tandtechnieken TSO3 heeft geen eigen onderbouw in de tweede graad. Onderstaande tabel geeft een (beperkt) overzicht van de instroom in het eerste leerjaar van de derde graad Tandtechnieken TSO10. vooropleiding
2005-2006
2006-2007
2007-2008
TSO2
9
9
4
TSO3 (o.a. B-attest)
3
1
1
ASO2
2
1
1
ASO3 (B- of C-attest)
2
1
2
diploma SO
4
4
6
buitenlands diploma
2
4
zittenblijver
1
1
totaal
23
21
2.2
14
Uitstroom uit de derde graad Tandtechnieken TSO3
De volgende tabel geeft een (beperkt) overzicht11 van de uitstroom uit het tweede leerjaar van de derde graad en het zevende specialisatiejaar: schooljaar
6de leerjaar
7de leerjaar
werkt in de sector
2000-2001
12
5
6
2001-2002
11
9
3
2002-2003
14
5
6
2003-2004
10
11
8
2004-2005
12
8
1
2005-2006
9
6
7
2006-2007
16
7
3
2007-2008
13
9
Een aantal leerlingen heeft (na het behalen van het getuigschrift Bedrijfsbeheer) een eigen zaak opgestart, voornamelijk in de horecasector en lichaamsverzorging. Deze leerlingen zijn niet in bovenstaande lijst opgenomen. 10 11
Bronnen: Instituut Anneessens-Funck (Brussel), KTA Vesaliusinstituut (Oostende) Bron: KTA Vesaliusinstituut (Oostende)
9
2.3
Doorstroming naar het hoger onderwijs
Onderstaande tabellen geven een overzicht van de generatiestudenten die tijdens het academiejaar 2005-2006 ingeschreven waren voor een diplomacontract in het hoger onderwijs (professionele bachelor / academische bachelor)12. 7 leerlingen uit het studiegebied Tandtechnieken hebben zich ingeschreven voor een aantal credits in het hoger onderwijs: 1 leerling in een academische bachelor (ACA) en 6 in een professionele bachelor (PBA). Het percentage verworven credits geeft aan voor welk aandeel van de opgenomen credits de studenten geslaagd zijn. opleiding ABA PBA PBA PBA PBA PBA
12
onderwijsvorm criminologische wetenschappen architectuur-assistentie bedrijfsmanagement office management onderwijs: secundair onderwijs verpleegkunde
aantal 1 1 2 1 1 1
%verworven stp 86,7 70 58,3 0 0 76,7
Bron:Databank Tertiair Onderwijs (Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen - Afdeling Hoger Onderwijs - Cel Gegevensbeheer), bewerking Vlor
10
Deel 2: Evolutie van het aantal leerlingen in het studiegebied Tandtechnieken in het gewoon voltijds secundair onderwijs
1
Inleiding
De tabellen13 op volgende bladzijden beschrijven de evolutie van het aantal leerlingen van het schooljaar 1996-1997 tot 2005-2006. Elke tabel bestaat uit twee delen: specifieke cijfers over structuuronderdelen en globale cijfers over het studiegebied, de onderwijsvorm (technisch secundair onderwijs), het onderwijsniveau (secundair onderwijs). -
Bij de specifieke cijfers wordt het referentiepunt vastgelegd op: o het eerste leerjaar van de tweede graad o het eerste en het derde leerjaar van de derde graad Per graad zijn de structuuronderdelen vermeld.
-
13
De globale cijfers vermelden het totaal aantal leerlingen per graad en per studiegebied. Om de grafische weergave van de evolutie overzichtelijk te maken, werd het eerste schooljaar uit de tabel, nl. het schooljaar 1996-1997, op 100 gezet. De overige schooljaren worden telkens met het schooljaar 1996-1997 vergeleken.
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming (1997-2006), Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs
11
2
Secundair onderwijs: derde graad TSO
structuuronderdeel TSO3 Tandtechnieken Dentaaltechnieken en supra-structuren (3lj) Totaal Tandtechnieken TSO3
schooljaar 1996-1997 1997-1998 1998-1999
1999-2000 2000-2001 2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006
81
76
64
55
59
60
75
75
62
72
33
29
23
17
16
18
14
18
18
19
114,00
105,00
87,00
72,00
75,00
78,00
89,00
93,00
80,00
91,00
Leerlingen TSO3 Leerlingen secundair onderwijs
46367
46488
46565
45999
45243
44771
44547
44964
45694
46056
432227
426220
420366
415253
413343
414079
419379
427922
435048
439550
Tandtechnieken TSO3 TSO3 secundair onderwijs
100,00 100,00 100,00
92,11 100,26 98,61
76,32 100,43 97,26
63,16 99,21 96,07
65,79 97,58 95,63
68,42 96,56 95,80
78,07 96,07 97,03
81,58 96,97 99,00
70,18 98,55 100,65
79,82 99,33 101,69
12
3
Evolutie van de leerlingenpopulatie in het studiegebied t.o.v. de corresponderende onderwijsvorm en het totaal aantal leerlingen in het onderwijsniveau
Tandtechnieken TSO3: N = 114 (schooljaar 1996-1997) TSO3: N = 46.367 (schooljaar 1996-1997) Secundair onderwijs: N = 432.227 (schooljaar 1996-1997) 120 110 100 90 80 70
Tandtechnieken TSO3
60
TSO3
50
secundair onderw ijs
40 30 20 10 0 19961997
19971998
19981999
19992000
20002001
20012002
20022003
20032004
20042005
20052006
Deze grafiek moet met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Het aantal leerlingen in het studiegebied Tandtechnieken is vrij laag. De minste wijziging van het aantal leerlingen veroorzaakt een bruuske beweging van de corresponderende tijdlijn. Mogelijke verklaringen kunnen aan de basis liggen van de evolutie van het aantal leerlingen in het studiegebied Tandtechnieken: -
De grafiek volgt een internationale tendens. Niet alle afgestudeerden stromen door naar de arbeidsmarkt. Velen stromen verder naar het hoger onderwijs (professionele bachelor). De cijfers doen niet vermoeden dat er een schaarste op de arbeidsmarkt heerst. Dentaaltechnicus is een knelpuntberoep. Het feit dat dit studiegebied enkel in de derde graad ingericht wordt en er geen onderliggende, aanverwante studiegebieden zijn, schept een aantal problemen: -
-
Enkel sterk gemotiveerde leerlingen of leerlingen die vertrouwd zijn met de sector kiezen op 16-jarige leeftijd voor het beroep van dentaaltechnicus. De gemiddelde leerling kan op het einde van de tweede graad zulk een specifieke keuze niet maken, laat staan voor een sterk doorgedreven technische richting. De leerlingen moeten uit andere scholen gerekruteerd worden. De oriëntering naar een ander studiegebied (dat ook nog in een andere school ingericht wordt) is niet zo evident.
13
Deel 3: Evolutie aantal werkzoekende schoolverlaters14
1
Inleiding
1.1
Het begrip “schoolverlater”
Het departement Onderwijs voert ieder jaar op 1 februari een telling uit van het aantal leerlingen en studenten. Voor het bepalen van het aantal schoolverlaters van 2005 wordt de telling van 2005 vergeleken met deze van 2006. Wie in de telling van 2005 voorkomt maar niet meer in deze van 2006, wordt als schoolverlater beschouwd1. Deze redenering klopt niet helemaal. Schoolverlaters die een leertijd bij Syntra hebben gevolgd vinden wij hier niet terug. Schoolverlaters die één of meerdere jaren in het buitenland gestudeerd hebben of studies volgden in een niet erkende onderwijsinstelling of in een onderwijsinstelling die niet onder de bevoegdheid valt van het departement Onderwijs, komen in deze bestanden ook niet voor. Wanneer zij zich inschrijven als werkzoekende bij de VDAB dan vinden wij ze wel terug in de VDAB-bestanden. Schrijven zij zich niet in als werkzoekende dan vinden wij deze schoolverlaters niet in de Onderwijsbestanden noch in de VDAB-bestanden terug. Wij komen hier verder nog op terug in de niveaus waar dit effect vooral speelt. VDAB houdt eveneens een bestand bij van de schoolverlaters die zich als werkzoekende inschrijven in de periode februari 2005 tot en met januari 2006. Door het departement Onderwijs werd dit VDABbestand vergeleken met het Onderwijsbestand. Indien een koppeling kon gemaakt worden dan werden de VDAB-gegevens verrijkt met Onderwijsgegevens, indien de door Onderwijs geregistreerde schoolverlaters niet konden gekoppeld worden, dan werden van deze schoolverlaters enkele gegevens2 ter beschikking gesteld om verdere analyse mogelijk te maken. Op dezelfde wijze worden ook de VDAB-bestanden vergeleken met de Syntragegevens. 1.2
Restpercentage (nog werkzoekend na 1 jaar)
Van alle schoolverlaters die in het VDAB-schoolverlatersbestand voorkomen wordt nagegaan wie 1 jaar na het verlaten van de school nog als werkzoekende staat ingeschreven. Dit aantal, vergeleken met het totaal aantal schoolverlaters, noemen wij het restpercentage. Een kleine groep schoolverlaters beantwoordt niet helemaal aan deze definitie. Ofwel stoppen zij hun studies vóór 30 juni en worden zij iets langer dan 1 jaar opgevolgd, ofwel haken zij in het nieuwe schooljaar af voor januari en worden zij iets korter dan 1 jaar opgevolgd. Aangezien deze groep beperkt is tot ongeveer 6 à 7% van de schoolverlaters, spreken wij gemakshalve ook van een opvolgingsperiode van 1 jaar na het verlaten van de school.
14
VDAB-studiedienst (2001-2006), Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen
14
1.3
Dynamiek
De schoolverlaters die één jaar na het verlaten van de school nog als werkzoekende bij de VDAB zijn ingeschreven, zijn natuurlijk niet allemaal gedurende gans die periode werkloos geweest. Een aantal onder hen vond een job voor een beperkte duur, werkte één of meerdere keren voor een uitzendkantoor of was op een andere wijze op de arbeidsmarkt actief. Een ander deel was in de opvolgingsperiode echter nooit uitgeschreven, d.w.z. dat zij tussen de periode dat zij de school verlieten en 30 juni 2006 geen enkele werkervaring konden opdoen. Deze groep ‘zonder werkervaring’ vormt de harde kern van de schoolverlatersproblematiek! Hun aandeel wordt eveneens uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal schoolverlaters. 1.4
Schematische voorstelling
Onderwijs
Onderwijs
Leerlingen en studenten
Leerlingen en studenten
telling 1 februari jaar X
telling 1 februari jaar X+1
Schoolverlaters
VDAB
Leerlingen en studenten
schoolverlatersbestand
wel in telling 1 februari jaar X niet in telling 1 februari jaar X+1
enkel onderwijs
Totaal schoolverlaters onderwijs + VDAB
enkel VDAB
Restpercentage nog werkzoekend na 1 jaar t.o.v. totaal aantal schoolverlaters
Zonder werkervaring Nog geen werkervaring 1 jaar na het verlaten van de school t.o.v. totaal aantal schoolverlaters
15
2
Cijfers per onderwijsniveau/onderwijsvorm
2001-2002
Schoolverlaters Schoolverlaters TOTAAL
%
N
%
N
2004-2005
%
N
100,00% 75.581
100,00% 78.796
Werkzoekende schoolverlaters
7.938
10,75% 11.731
14,62% 11.717
15,50% 12.046
Schoolverlaters zonder werkervaring
3.868
5,24%
13.363
Werkzoekende schoolverlaters
5.555
100,00% 13.251
Schoolverlaters Tandtechnieken
100,00% 12.139
100,00% 77.494
5.253
100,00% 13.389
100,00%
15,29%
9.966
12,86%
6,67%
3.818
4,93%
100,00% 13.026
100,00%
1.924
14,52%
1.731
14,26%
2.005
14,97%
1.617
12,41%
628
4,70%
973
7,34%
855
7,04%
975
7,28%
664
5,10%
2.691
100,00%
1.931
100,00%
2.184
100,00%
2.088
100,00%
346
12,86%
167
8,65%
294
13,46%
227
10,87%
95
3,53%
45
2,33%
63
2,88%
79
3,78%
Schoolverlaters zonder werkervaring
Dentaaltechnieken en Werkzoekende schoolverlaters supra-structuren (3lj) Schoolverlaters zonder werkervaring
7,63%
%
9,07%
LEERTIJD Werkzoekende schoolverlaters
Schoolverlaters
5.764
N
1.212
Schoolverlaters
Studiegebied Tandtechnieken
6,92%
2005-2006
%
100,00% 80.257
Schoolverlaters zonder werkervaring
TSO3
2003-2004
73.860
Schoolverlaters TSO3
N
2002-2003
2001-2002 N 12
%
2002-2003 N
100,00% 17
%
2003-2004 N
100,00% 10
%
2004-2005 N
100,00% 14
%
2005-2006 N
100,00% 17
% 100,00%
4
33,33%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
1
8,33%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
0
0,00%
100,00% 12
100,00%
8
100,00% 11
100,00%
10
100,00% 13
Werkzoekende schoolverlaters
1
10,00%
2
16,67%
2
25,00%
0
0,00%
1
9,09%
Schoolverlaters zonder werkervaring
1
10,00%
2
16,67%
2
25,00%
0
0,00%
0
0,00%
16
3
Evolutie 2001-2006
Studiegebied Tandtechnieken TSO3 Schoolverlaters Werkzoekende schoolverlaters Schoolverlaters zonder werkervaring Evolutie schoolverlaters Evolutie werkzoekende schoolverlaters Tandtechnieken Evolutie schoolverlaters zonder werkervaring Tandtechnieken TSO3 Vlaanderen Schoolverlaters Werkzoekende schoolverlaters Schoolverlaters zonder werkervaring Evolutie schoolverlaters Evolutie werkzoekende schoolverlaters TSO Evolutie schoolverlaters zonder werkervaring TSO
2001-2002 22 5 2
2002-2003 29 2 2
2003-2004 18 2 2
2004-2005 27 0 0
2005-2006 28 1 0
100,00 100,00
131,82 40,00
81,82 40,00
122,73 0,00
127,27 20,00
100,00
100,00
100,00
0,00
0,00
13.363 1.212 628
13.251 1.924 973
12.139 1.731 855
13.389 2.005 975
13.026 1.617 664
100,00 100,00 100,00
99,16 158,75 154,94
90,84 142,82 136,15
100,19 165,43 155,25
97,48 133,42 105,73
17
4
Knelpuntberoep
Dentaaltechnicus15 is één van de 193 knelpuntberoepen in 2006. Knelpuntberoepen zijn beroepen die moeilijk ingevuld raken. De VDAB hanteert een eigen methodologie16 om de “probleemvacatures” te detecteren. Grosso modo komt het erop neer dat er via statistische methoden verbanden worden gelegd tussen het aantal vacatures (zonder interim) en het totaal van de vaste circuits (contracten van onbepaalde duur of van lange duur): -
de verhouding tussen het totaal aantal vervulde werkaanbiedingen en het totaal aantal afgehandelde werkaanbiedingen (het vervullingspercentage); en de snelheid van invulling (vervullingstijd).
De output is een lijst van potentiële knelpuntberoepen die aan een werkgroep arbeidsmarktspecialisten in de VDAB wordt voorgelegd. Aan de hand van economische criteria stelt zij de definitieve lijst van knelpuntberoepen op. Dentaaltechnicus is sinds enige tijd een knelpuntberoep, behalve in 2003:
15 16
jaar
vacatures in Vlaanderen (zonder interim)
2000
68
2001
53
2002
44
2003
42
2004
64
2005
58
2006
83
De VDAB hanteert de benaming “tandtechnicus” (beroepscode 74220) VDAB-studiedienst (2006), Knelpuntberoepen 2006 deel 1, hoofdstuk 6
18
Wanneer men het cijfer van 2006 verder ontleedt, valt op dat meer dan de helft van de vacatures zich situeert in de driehoek Antwerpen-Gent-Dendermonde:
regio
vacatures
Antwerpen-Boom
21
25,3%
Sint-Niklaas-Dendermonde
13
15,7%
Gent
11
13,3%
Leuven
10
12%
Turnhout
6
7,2%
Brugge
5
6%
Hasselt
5
6%
Vilvoorde
4
4,8%
overige regio’s
8
9,6%
totaal
86
99,9%
Volgens de VDAB kunnen verschillende oorzaken aan de basis liggen om te kunnen spreken van een knelpuntberoep: 1
een kwantitatief tekort aan arbeidskrachten: -
2
een kwalitatief tekort aan arbeidskrachten: -
3
Het beroep wordt niet meer aangeleerd. Er is te weinig uitstroom uit bepaalde studierichtingen. Er is een tekort aan arbeidskrachten. De deeltijds werkenden zijn niet beschikbaar voor een voltijdse job.
Er is een tekort aan vakbekwame werkzoekenden. Er is een tekort aan mensen met ervaring of bijkomende specifieke kennis of met bepaalde eigenschappen.
de werkomstandigheden: laag loon, ongezond of zwaar werk, veel stress, ongunstige tijdsregeling (avond- en weekendwerk), statuut van zelfstandige.
Het knelpuntkarakter bij de dentaaltechnici ligt volgens de VDAB in eerste instantie op de ongunstige werkomstandigheden en vervolgens op het kwantitatieve aspect: “Er zijn weinig werkzoekende tandtechnici en de gekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs is klein. Dat deze beroepen veelal op zelfstandige basis worden uitgeoefend, versterkt de kwantitatieve tekorten. Verder is de lage verloning een rem bij de rekrutering. Gezien de vrij doorgedreven technische opleiding hebben de werkzoekenden ook hogere loonaspiraties. Veel dentaaltechnische labo’s én de sterk provinciaal verschillende geografische spreiding maken dat de match tussen vraag en aanbod moeizaam verloopt.”
19
5
Werkzoekenden met de beroepsaspiratie van dentaaltechnicus
Uit een screening van de werkzoekendendossiers die de VDAB in januari 2008 uitvoerde bij de “arbeidsreserve niet-werkende werkzoekenden” (gegevens december 2007) blijkt dat relatief gezien een laag aantal werkzoekenden interesse tonen voor het beroep van dentaaltechnicus. Deze groep met aspiratie voor dentaaltechnicus omvat alle leeftijdscategorieën. Bovendien werd niet nagegaan of de vaktechnische competenties en kwalificaties overeenkomen met de opgegeven beroepsaspiraties. De cijfers moeten dus met voorzichtigheid benaderd worden. onderwijsniveau gewoon secundair onderwijs
SYNTRA
hoger onderwijs
vooropleiding
aantal
Tandtechnieken TSO3
15
Dentaal en supra-technieken TSO3 (7de leerjaar)
4
andere TSO3
2
TSO2
3
ASO3
4
eerste graad
3
DBSO
3
leertijdopleiding dentaaltechnicus
5
ondernemersopleiding (andere)
4
professionele bachelor
5
buitenlands diploma
15 totaal
63
De volgende tabel geeft een overzicht van de groep met aspiratie voor dentaaltechnicus (42 mannen en 21 vrouwen) ingedeeld per leeftijdcategorie: leeftijdcategorie
aantal
18-20
1
20-25
5
25-30
7
30-35
7
35-40
12
40-45
8
45-50
11
50-55
7
55-60
4
>60
1
20
Deel 4: De sector: kenmerken en tendensen
1
Inleiding
De SERV ontwikkelt beroepscompetentieprofielen en beroepenstructuren. Dit gebeurt in samenwerking met de sectorale sociale partners en opleidingsfondsen en beroepsverenigingen. Een beroepenstructuur is een geordend geheel van beroepen binnen een sector. Een beroepscompetentieprofiel is een gedetailleerde beschrijving van de taken van een ervaren beroepsbeoefenaar en een beknopte beschrijving van de competenties die hij of zij daarvoor nodig heeft. Tot op heden is er op het niveau van de SERV nog geen beroepenstructuur van de sector Tandheelkunde ontwikkeld. Het beroepscompetentieprofiel van tandartsassistent zal in de loop van 2008 gepubliceerd worden. De informatie die in dit hoofdstuk beschreven is, handelt over de huidige, bestaande hulpberoepen (of hulpkrachten) in de tandheelkunde: dentaaltechnicus en tandartsassistent. De gegevens werden aangeleverd door de volgende beroepsverenigingen: -
UDB: Unie der Dentaaltechnische Bedrijven VVT: Verbond der Vlaamse Tandartsen VBT: Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen
2
Dentaaltechnicus
2.1
Omschrijving
Dentaaltechniek is een beschermd beroep en de uitoefening is gereglementeerd bij Koninklijk besluit van 21 december 2006 (B.S. 23 maart 2007). Dit besluit, dat het K.B. van 24 december 1973 vervangt, bepaalt de beroepsbekwaamheid en de bekwaamheidsbewijzen die worden aanvaard als bewijs van beroepsbekwaamheid. De taken17 van de dentaaltechnicus worden omschreven als: "Het vervaardigen of herstellen van tandprothesen of apparaten voor orthodontische verbeteringen en in het algemeen alle apparaten bestemd om de tanden, delen van tanden of naburige weefsels te verplaatsen, te vervangen of te behandelen." Al deze prestaties worden enkel uitgevoerd op basis van een omstandig geneeskundig voorschrift verstrekt door een tandarts, een geneesheer-specialist of elke andere legale bron. De dentaaltechnicus is hierbij enkel verantwoordelijk voor het nauwkeurig volgen van het voorschrift en voor de kwaliteit van het werkstuk. De verantwoordelijkheid ten overstaan van de patiënt ligt bij de opdrachtgever.
17
Koninklijk Besluit dd. 2006-12-21, artikel 19
21
2.2
Evolutie in het beroep
De lage instroom van leerlingen in het secundair onderwijs in het studiegebied Tandtechnieken zorgt er mede voor dat het beroep een knelpuntberoep geworden is. Om toch de nodige werknemers te kunnen vinden voor de dentaaltechnische bedrijven, werd eind 2006 door UDB beslist om samen met VDAB en SYNTRA een deelberoep op te richten, waardoor een relatief groot aantal werklozen aan de slag zal kunnen gaan in een interessante job. De assistent dentaaltechnicus zou voorbereidende en deeltaken kunnen uitvoeren ter ontlasting van de dentaaltechnici. Indien deze assistent de nodige capaciteiten heeft, zou hij kunnen doorgroeien in het bedrijf tot dentaaltechnicus met als beperking dat hij zich niet zelfstandig kan vestigen. Als bijlage wordt het opleidingsprofiel van Assistentdentaaltechnicus, dat door UDB wordt voorgesteld, toegevoegd (bijlage 2). De Unie der Dentaaltechnische Bedrijven (UDB) wenst een aanvulling op lijst met de hulpberoepen die in het Vlor-advies18 werden geformuleerd. UDB denkt aan een “mondzorgteam”, met o.a. een deelberoep “klinisch dentaaltechnicus”, dat dan uitsluitend als specialisatie van het beroep dentaaltechnicus zou worden onderwezen. De tandheelkundige staat aan het hoofd van dit mondzorgteam, coördineert er de werking van en blijft verantwoordelijk voor het klinisch eindresultaat en de financiële afhandeling van de prothetische behandeling. Deze denkpiste van UDB ligt momenteel ter discussie in de sector Tandheelkunde. 2.3
18 19
De sector dentaaltechniek19
werkgevers
werknemers
Antwerpen
41
152
Oost-Vlaanderen
31
221
West-Vlaanderen
23
139
Vlaams-Brabant
35
131
Limburg
23
73
Waals-Brabant
9
13
Henegouwen
25
47
Luik
35
124
Luxemburg
4
15
Namen
15
38
Vlaanderen
153
716
Brussel
24
119
Wallonië
88
237
België
265
1072
Vlaamse Onderwijsraad (2006), Advies over een mogelijke opleiding tot tandartsassistent en mondhygiënist Bron: UDB, september 2007
22
Het juiste aantal eenmanszaken is moeilijk te achterhalen. Men schat het aantal op 300 in België. 2.4
Beroepsactiviteiten van de dentaaltechnicus
De activiteiten van de dentaaltechnicus kunnen worden omschreven als het voorbereiden, vervaardigen wijzigen of herstellen van tandprothesen, apparaten voor orthodontische correctie en in het algemeen van alle apparaten en technische hulpprestaties die nodig zijn bij het stellen van de diagnose in de mond of bestemd zijn om de tanden, delen van tanden en naburige weefsels te verplaatsen, te vervangen of te behandelen. De activiteiten van dentaaltechnicus mogen enkel worden uitgeoefend aan de hand van een voorschrift, individuele afdrukken, modellen of elk ander procédé van registratie en reproductie van tand-, mond- en faciale weefsels die worden geleverd door practici in de tand-, mond- en maxillo-faciale heelkunde of door elke andere legale bron. 2.5
Beroepsinventaris dentaaltechniek
2.5.1 Theoretische beroepskennis 2.5.1.1 Bedrijfsuitrusting Instrumentarium Verantwoorde keuze, beredeneerd gebruik en onderhoud van alle instrumenten gebruikt in het dentaaltechnisch bedrijf zoals: wasmes, wasspatel, modelleerinstrumenten, gipsmes, gipsspatel, gipskom, vijlen, boor-, slijp- en freesinstrumenten, handstukken, schuifpasser, diktemeter, micrometer enz.. Apparatuur Verantwoorde keuze, beredeneerd gebruik en onderhoud van alle apparaten gebruikt in het dentaaltechnisch bedrijf zoals: vibrator,gipsslijpmachine, vacuummengtoestel, voorwarmoven, giettoestellen, straalapparatuur, polymerisatoren, injectietoestellen voor kunststof, persen, cuvetten, cuvetbeugels, uitspatapparatuur, ultrasoonreinigers, galvanische baden, elektrolytische polijstapparaten, gasbranders, polijstapparaten, keramiekovens, freestoestellen, handmotoren, enz.. Werkruimte Algemeen plan In, aan of bij het woonhuis, op andere plaats, oriëntatie, aantal werkplaatsen, aantal en onderlinge schikking der werklokalen, aantal en lokalisatie van hulplokalen, enz. Specifiek plan Principes van inrichting (vloeren, wandbekleding, verlichting, verluchting, verwarming, meubilair, enz.), schikking van de diverse afdelingen indien 1 lokaal voorzien is, schikking per lokaal indien meerdere werkruimten voorzien worden, enz..
23
Wettelijke voorschriften Verzekeringen, werkplaatsreglementen, reglementering in verband met water-, gas- en elektriciteitsverbruik, veiligheidsnormen, voorschriften voor hygiëne, milieubescherming, enz.. 2.5.1.2 Beroepshygiëne en beroepsveiligheid Mechanische invloeden Handgereedschap, draaiend gereedschap, stof en slijpafval, warmte, eerste hulp bij projecties in het oog, eerste hulp bij brandwonden. Elektrische invloeden Voorzorgen bij gebruik van elektrische toestellen, eerste hulp bij elektrocutie. Chemische invloeden Gassen, schadelijk dampen, galvanische baden, eerste hulp bij verstikking, eerste hulp bij cyanidevergiftiging of elk ander product gebruikt in het dentaaltechnisch bedrijf, eerste hulp bij oppervlakkige brandwonden door scheikundige producten. Bacteriologische invloeden Behandeling van afdrukken en gedragen prothesen, eerste hulp bij snij- en steekwonden. Invloeden van algemene aard Wettelijke voorschriften in verband met werkplaatsinrichting (luchtcapaciteit en oppervlakte per werknemer, ventilatie, verlichting, verwarming, enz.) Verbandkist voor dentaaltechnisch bedrijf Producten, hulpmiddelen en voorschriften om eerste hulp bij ongevallen toe te passen. Verantwoordelijkheden van de werkgever Beschermende kledij, maskers, beschermbrillen, veiligheidsvoorschriften, enz.. 2.5.1.3 Deontologie Algemene beroepsplichten, verhouding tot de practici in de tandheelkunde, verhouding tot collega's, verhouding tot patiënten (discrete behandeling patiëntengegevens, illegale praktijken, kwaliteitsborging, wetgeving op de medische hulpmiddelen, productverantwoordelijkheid, enz.). 2.5.1.4 Materialenleer Niet-metalen Herkomst, eigenschappen en samenstelling van alle stoffen en producten die in het dentaaltechnisch bedrijf worden gebruikt zoals: -
gipssoorten: Parijsgips, hardgips, natuurlijke en synthetische gipsen wassoorten: plaatwas, modelleerwas, dompelwas, kleefwas, freeswas synthetische rubbers: siliconen, polyethers, thioplasten hydrocolloïden: reversiebel (dupliceermaterialen), niet reversiebel (alginaten)
24
-
kunststoffen: auto-, thermisch- en fotopolymeriserende kunststoffen voor alle prothesesoorten porseleinsoorten: hoog-, laagsmeltend, voor opbakken, voor mantelkronen, gietporselein, glasporselein; zirkonium industriële tanden: in porselein, in diverse kunststoffen, soorten en vormen boor-, slijp- en freesmiddelen: in staal, hardmetaal, soorten, vormen, diverse abrasiva polijst- en straalmiddelen: puimsteen, polijstpasta's, carborundum, aluminiumoxyde isolatiemiddelen: gips-gips, gips-kunststof, gips-was, kunststof-kunststof oplos- en reinigingsmiddelen: alcohol, aceton, chloroform, tetra-chloorkoolstof, trichloorethyleen, ammoniak, diverse zuren.
Metalen Algemene begrippen over metalen en metallurgie. Fysische eigenschappen van metalen. Classificatie, elementaire begrippen over structuur, de eigenschappen en het gebruik van volgende metalen gebruikt in het dentaaltechnisch bedrijf: -
edele metalen: goud, zilver, palladium, platina, en hun legeringen. onedele metalen: kobalt, chroom, nikkel, koper, titanium, en hun legeringen. soldeersels voor edele en niet edele metalen.
Samenstelling en keuze van legeringen en soldeersels. Thermische behandelingen: verharden, verzachten, veredelen. Biocompatibiliteit. 2.5.1.5 Fysica -
-
Krachten en hun verschillende componenten, hun samenstelling en ontbinding, zwaartepunt, evenwicht, hellend vlak, hefbomen en hun toepassing, koppels en momenten, middelpuntvliedende kracht. Massa en soortelijke massa, gewicht en soortelijk gewicht, dichtheid, inertie. Arbeid, kracht en energie, kinetische en potentiële energie, zwaartekracht. De gassen: algemene eigenschappen, atmosferische druk, verdunning en gasdruk, manometers. Warmte: warmtemeting (pyrometers), uitzetting van vaste lichamen vloeistoffen en gassen, smelting en stolling, verdamping en vloeibaar worden, thermische energie. Grondbegrippen van elektriciteit: elektrisch veld, stroomsterkte, stroomspanning, elektrische weerstand, geleiders, isoleermiddelen, elektrolyse, transformatoren en gelijkrichters, motoren.
2.5.1.6 Scheikunde -
Algemene eigenschappen van de stof. Eigenschappen van zuivere lichamen. Bouw van de molecule, begrippen van het atoom, van atoomgewicht en van de scheikundige formule. Scheikundige reactie. Metaal, metalloïde, zuren, basen, zouten en neutrale stoffen.
25
-
Moleculaire verbindingen. Polymerisatie, toevoeging van energie, werking van katalysatoren.
2.5.1.7 Anatomie en morfologie Anatomie -
elementaire begrippen over embryologie en histologie anatomie van de schedel, referentiepunten,-lijnen en -vlakken spieren van mond en kauwstelsel temporo-mandibulair gewricht bewegingen van de onderkaak
Morfologie -
tandheelkundige terminologie melkgebit, blijvend gebit morfologie der tanden nomenclatuur der tanden
2.5.1.8 Beroepstekenen -
Meetkundig tekenen van alle tanden van het blijvend gebit. Ontwerptekeningen voor partiële prothese. Kleuren en kleurverdeling bij natuurlijke tanden.
2.5.1.9 Orthodontie en maxillo-faciale orthopedie -
Definitie, doel Terminologie. Tand-, gebits- en schedelanomaliën, oorsprong en classificatie. Referentiepunten, -lijnen en -vlakken. Soorten apparaten.
2.5.1.10 -
Maxillo-faciale chirurgie
Definitie en doel Terminologie Soorten apparaten
2.5.1.11
Technologie
Beredeneerde en verantwoorde werkmethoden en technieken voor het verwezenlijken van: -
afneembare prothesen vaste prothesen afneembaar-vaste prothesen apparaten voor orthodontie en maxillo-faciale orthopedie apparaten voor maxillo-faciale chirurgie
26
2.5.2 Praktische beroepskennis Beredeneerde en verantwoorde uitvoering van: 2.5.2.1 De afneembare prothese Soorten -
Partiële prothese in kunststof Partiële prothese in metaal-kunststof Totale prothese Hybridische prothese op natuurlijke wortels Hybridische prothese op implantaten
Reproductietechnieken -
Individuele en functionele afdruklepels Studie-, voorlopige, definitieve en duplicaatmodellen Beetplaten volgens diverse technieken Abrasieplaten Registratieapparatuur: intra- en extraoraal Relatieapparatuur: relatiebogen, occludatoren, middelmaat articulatoren, gedeeltelijk instelbare articulatoren
Ontwerptechnieken -
Bepalen van de invoerrichting met diverse surveyors Ontwerpen van geplooide en gegoten klemmen Ontwerpen van kunststofbases Technieken tot retentieverbetering: raderen, zuigkamers enz. Ontwerpen van metalen frames Kiezen van precisieankers Opstellen van tanden volgens diverse systemen en esthetische criteria Duplicaatmodellen in inbedmassa Modelleren van kunststofbases zonder en met anatomische hulpmiddelen Modelleren van metalen frames
Productietechnieken -
Vervaardigen van geplooide klemmen Vastleggen van de beetrelatie met gipssleutel Inbedden van kunststofbases Stoppen van kunststof in een en meerdere kleuren Injecteren van kunststof Inbedden en gieten van metalen frames Polymeriseren van kunststof volgens diverse systemen Afwerken van kunststof Afwerken van metaal met mechanische en elektrolytische middelen
Verenigingstechnieken -
Solderen van onderdelen Solderen van precisieankers Herstellen van breuken in kunststof Herstellen van metalen frames
27
-
Aanpassen van prothesebases: relining, rebasing, remounting Uitbreiden van prothesebases Vervangen van onderdelen: klemmen, precisieankers, tanden enz.
2.5.2.2 De vaste prothese Soorten -
Unitaire restauraties Samengestelde restauraties Spalken Constructies op implantaten
In metaal, kunststof, porselein, metaal + kunststof, metaal + porselein en in elk ander vervangingsmateriaal. Reproductietechnieken -
Vervaardigen van specifieke individuele afdruklepels Specifieke modeltechnieken: uitneembare werkstompen, copings, situatiemodellen, galvanoplastiek Registratieapparatuur: registratietafels, clutches enz. Relatieapparatuur: statische en dynamische relatiebogen, volledig instelbare articulatoren, simulatoren
Ontwerptechnieken -
Modelleren van inlays, kronen, wortelkappen, stiftkronen en pontics, volgens diverse occlusietheorieën Plaatsen van precisieonderdelen Vormfreestechnieken Vervaardigen van platinakappen voor mantelkronen CAD/CAM-technieken
Productietechnieken -
Inbedden van was- of kunststofpatronen volgens diverse technieken Gieten van metaal volgens diverse technieken Stoppen of opbouwen van kunststof in meerdere kleuren (mantelkronen, facings) Polymeriseren volgens diverse technieken: koud, thermisch, lichthardend Branden van porselein Afwerken van kunststof, porselein en metaal CAD/CAM-freestechnieken
Verenigingstechnieken -
Solderen van onderdelen: hardsoldeer, puntlassen enz. Solderen van precisieankers Aanbrengen van vestibulaire bedekkingen in kunststof en porselein Herstellen van breuken Aanpassen van restauraties Uitbreiden van restauraties Vervangen van onderdelen: facings, precisieankers enz. Corrigeren van kleuren
28
2.5.2.3 De afneembare-vaste prothese Soorten -
Voorwaardelijk afneembare restauraties: geschroefd Gedeeltelijk afneembaar Volledig afneembaar Mengvormen Op implantaten
Reproductietechnieken Idem als in 2.5.2.2. Ontwerptechnieken Idem als in 2.5.2.2 plus: -
Modelleren van telescoopankers Inbouwen van schroeven, bouten, clavetten en precisieankers Ontwerpen van staafconstructies Ontwerpen van sloten en grendels CAD/CAM-technieken
Productietechnieken -
Vervaardigen van staafconstructies Vervaardigen van sloten en grendels Specifieke giettechnieken: metaal op metaal enz. Specifieke afwerktechnieken: elektrolytische vormwijziging CAD/CAM-freestechnieken
Verenigingstechnieken Idem als in 2.5.2.2. 2.5.2.4 Apparaten voor orthodontie en maxillo-faciale orthopedie Soorten -
Afneembaar: unitair of samengesteld Vaste apparatuur Tooth positioners Extraorale hulpmiddelen
Reproductietechnieken -
Specifieke model- en slijptechniek
Ontwerptechnieken -
Vervaardigen van kroonbandjes Plooien van klemmen, veren en bogen Inbouwen van schroeven Modelleren van specifieke wasconstructies
29
Productietechnieken -
Inbedden van apparaten voor pers- of spuittechniek van kunststof Opbouwen van apparaten volgens de kunststof-strooimethode Vervaardigen van apparaten volgens de diepdruktechniek Verwerken van lichthardende kunststoffen Afwerken van apparaten
Verenigingstechnieken -
Solderen van onderdelen: brackets, buisjes, veren enz. Herstellen van basisbreuken Vervangen van onderdelen: klemmen, bogen, veren, schroeven enz. Herstellen van metalen onderdelen: klemmen, beugels, bogen enz.
2.5.2.5 Apparaten voor maxillo-faciale chirurgie Soorten -
Geplooide of gegoten spalken en hechtsystemen voor: -
-
kaakfracturen implantologie kaakchirurgie
Diepdrukspalken in kunststof (type DRUMM) Gidsplaten in kunststof voor implantaten, chirurgie en immediaatprothesen Disclusieplaten voor kaakgewrichtsklachten Mondstukken voor verlamde patiënten voorzien van manipulatie- en schrijfhulpstukken Obturatoren Stralingsprothesen voor radiotherapie Tandvleesepithesen voor corrigeren van tandvleesresecties Aangezichtsepithesen Reservoirprothesen voor artificieel speeksel
Reproductietechnieken -
Specifieke individuele afdruklepels Specifieke modellen
Ontwerptechnieken -
Vervaardigen van kroonbandjes voor spalken Vervaardigen van ligatuursystemen voor kaakchirurgie en fracturen Modelleren van holle obturatoren Modelleren van disclusieplaten Ontwerp en modellage van frames voor verlamde patiënten Ontwerp van bijpassende hulpstukken voor manipulatie en schrijven
Productietechnieken -
Inbedden van apparaten volgens specifieke technieken (kunststof) Verwerken van epithesematerialen: silicone, polyurethaan enz. Specifieke giettechnieken voor frames voor verlamde patiënten Vervaardigen van bijpassende hulpstukken voor manipulatie en schrijven
30
-
Vervaardigen van verbindingsdelen voor afneembare obturatoren
Verenigingstechnieken -
Herstellen van breuken Aanpassen van apparaten Uitbreiden van apparaten Onderhoud van apparaten Inleiding
3
Tandartsassistent
3.1
Inleiding
Op vraag van toenmalig federaal minster Frank Vandenbroucke werd een rapport over de toekomst van de tandzorg in België opgesteld. Dit rapport, “Strategisch plan mondzorg in België: aanbevelingen20” bevat een inventaris van de concrete noden op het vlak van mondzorg in het algemeen en een aantal concrete aanbevelingen aan het beleid. In het kader van preventie als gezondheidsmaatregel pleiten de auteurs voor de oprichting van de hulpberoepen mondhygiënist en tandartsassistent. Deze hulpkrachten, die routinematige en mechanische handelingen uitvoeren, kunnen ingeschakeld worden bij de preventie van de meest frequent voorkomende mondaandoeningen, nl. cariës en parodontitis. In de sector is er nog geen algemene consensus over de functie van mondhygiënist. Wat tandartsassistent betreft, staat men veel verder. In 2005 werd door de Raad van de Tandheelkunde en het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT) bij de toenmalige minister van Sociale Zaken aangedrongen op de organisatie van opleidingen tot hulpberoepen in de tandheelkunde. 3.2
Beroepscompetenties van tandartsassistent21
In het najaar van 2006 startte de VDAB een project “tandartsassistent” in samenwerking met VVT. De VDAB ontwikkelde een Cobra-fiche22 van tandartsassistent, waarin het beroep wordt beschreven en de competenties en sleutelvaardigheden worden opgelijst. 3.2.1 Omschrijving De tandartsassistent staat in voor de organisatie van een tandartspraktijk. Dat betekent dat hij/zij zorgt voor het onthaal van de patiënten, het beantwoorden van de telefoon, het vastleggen van de afspraken . Verder staat hij/zij in voor de voorbereiding, samenstelling, bijwerking en klassering van het medisch dossier.
20 21 22
van Steenberghe D., Perl G.(2003), Strategisch plan mondzorg in België: aanbevelingen Bron: www.vdab.be, bewerking Vlor-werkgroep Cobra staat voor "Competenties en Beroepen Repertorium voor de Arbeidsmarkt". Het werd ontwikkeld op basis van het Franse ROME (Répertoire Opérationnel des Métiers et des Emplois). Cobra is een classificatiesysteem van beroepenclusters en bestaat uit een 550 tal fiches van beroepenclusters met competenties.
31
Naast de meer administratieve taken kan hij/zij ook betrokken zijn bij: -
het klaarmaken van alle instrumenten en materiaal voor de tandheelkundige ingreep; het voorbereiden, afronden en helpen bij de tandheelkundige ingreep; het ontwikkelen en klasseren van röntgenfoto’s; het geven van voorlichting over een goede mondhygiëne.
Meestal werkt de tandartsassistent alleen in een tandartspraktijk, soms in een groepspraktijk of een ziekenhuis. Voor de uitvoering van de taken werkt hij/zij in opdracht van en onder toezicht en de verantwoordelijkheid van de tandarts. Een goede samenwerking, onderling vertrouwen en regelmatig overleg met de tandarts of het team zijn noodzakelijk. Hij/zij staat voortdurend in contact met de patiënten. De werkuren zijn regelmatig, maar kunnen buiten de kantooruren vallen ('s ochtends, 's avonds ). Soms zijn de praktijken 's zaterdags open. Hij/zij leeft bepaalde normen qua hygiëne en veiligheid na bij het gebruik van bepaalde producten. Verder treft hij/zij voorzorgmaatregelen tegenover de patiënten en draagt hij/zij beroepskledij. 3.2.2 Basiscompetenties -
Courante verrichtingen in klanten- en leveranciersboekhouding voorbereiden en boeken Werken met standaardprogramma's voor PC (Personal Computer) Kunnen gebruiken van deze courante software o.a. Windows RIZIV-nomenclatuur en reglementeringen kennen en opvolgen Hygiënevoorschriften in het algemeen opvolgen Het medisch instrumentarium kennen De beroepsdeontologie naleven Agenda beheren (afspraken, reservaties, opdrachten, enz.) Briefwisseling behandelen Dossiers van zorgvragers beheren Gegevens verzamelen, registreren, klasseren en beheren Vlot telefoneren Vakterminologie correct gebruiken Bezoekers of klanten onthalen Goede verbale communicatievaardigheid hebben
3.2.3 Specifieke competenties -
Tandheelkundige gezondheidsvoorlichting en -opvoeding verstrekken Voorraadbeheer van dienst of magazijn voeren Basiskennis van tandheelkunde (orthodontie), prothesen, vullingen, poetsinstructies Een film (radiografie) ontwikkelen Kassaverrichtingen uitvoeren Logistieke assistentie verlenen bij tandheelkundige handelingen Medisch materiaal steriliseren Technieken eerste hulp en reanimatie toepassen (EHBO) Informeren en adviseren Administratie voor aanvullende verzekeringen uitvoeren Documenten van mutualiteiten verwerken 32
3.2.4 Sleutelvaardigheden -
-
Discreet zijn Vertrouwelijke informatie ook op die manier behandelen Klantgericht zijn Wensen en behoeften van klanten inschatten en er naar handelen Samenwerken Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat Flexibel zijn Zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden Ordelijk zijn Systematisch opruimen en rangschikken van materiaal en classificeren van informatie. Planmatig werken Structuur aanbrengen in tijd, ruimte en prioriteit bij het aanpakken van taken of problemen, het verloop bewaken
3.2.5 Arbeidsomstandigheden -
Avondwerk Zaterdagwerk
3.2.6 Werkdomeinen en specialisaties -
Groepspraktijk Tandartspraktijk Verzorgende instelling of ziekenhuis
33
Aandachtspunten m.b.t. de screening van het studiegebied Tandtechnieken Deze omgevingsanalyse zal, samen met het screeningsdossier van de Entiteit Curriculum (Departement Onderwijs), door de Raad Secundair Onderwijs als inspiratiebron worden gebruikt bij de formulering van een advies aan de overheid over de hervorming van het studiegebied Tandtechnieken in het gewoon voltijds secundair onderwijs.
1
Hulpberoepen in de tandheelkunde
De werkgroep Hulpberoepen in de Tandheelkunde wenst de focus te verbreden en de aandacht van de raad te trekken op “hulpberoepen in de tandheelkunde”. De sector is volop in beweging. Op het werkveld vinden gesprekken plaats over de competenties van zogenaamde “hulpkrachten”, die naast het vervullen van administratieve taken, de tandarts bijstaan bij de voorbereiding, de uitvoering en de nazorg bij een tandheelkundige ingreep. De SERV heeft nog geen beroepenstructuur van de sector ontwikkeld. In januari 2008 werd het beroepscompetentieprofiel van Tandartsassistent23 opgeleverd. Mondhygiënist bestaat niet in Vlaanderen. Volgende elementen wijzen echter op de discussie die hierover gevoerd wordt: -
-
Het “Strategisch plan mondzorg in België: aanbevelingen“ (Van Steenberge & Perl, 2003), met de inschakeling van mondhygiënisten als één van de actiepunten ter aanmoediging van de mondhygiëne. Het Vlor-advies (2006) over een vraag van de minister van Onderwijs over de opportuniteit van mogelijke opleidingen tot (deel)beroepen die de taken van tandartsen zouden kunnen verlichten. De Vlor stelt in zijn advies dat “het opportuun kan zijn om een opleiding tot tandartsassistent en op latere termijn een opleiding van mondhygiënist mogelijk te maken in het onderwijs”.
Deze omgevingsanalyse beperkt zich tot de bestaande hulpberoepen, nl. dentaaltechnicus en tandartsassistent. 1.1
Tandartsassistent
De sector is vragende partij voor een opleiding “tandartsassistent” dat in het reguliere onderwijs is ingebed (een specialisatiejaar in het gewoon voltijds secundair onderwijs of een HBO-opleiding in het volwassenenonderwijs). De huidige VDAB-opleiding is een noodoplossing, die zich enkel op niet-werkende werkzoekenden richt. Het succes van de VDAB-opleiding bewijst dat er een markt is voor een dergelijke opleiding. 1.2
Dentaaltechnicus
Ook in de deelsector van de dentaaltechnieken is er een evolutie merkbaar. De sector wenst ook hier een betere profilering van het beroep van dentaaltechnicus. Er is een tendens van outsourcing van opdrachten: een beweging waarbij de verwerking van vaste en uitneembare 23
SERV, 2008, Beroepscompetentieprofiel “tandartsassistent”, WD/2008/4665/1
34
prothesen steeds meer aan buitenlandse bedrijven (vnl. in Aziatische landen) wordt uitbesteed. De Vlaamse dentaaltechnicus krijgt meer coördinerende taken te verwerken. Anderzijds is er de vraag om de tandarts in zijn praktijk bij te staan bij prothetische behandelingen. Dentaaltechnicus is een gereglementeerd beroep. De wetgeving werd op 21 december 2006 gewijzigd. Het betreffende KB, dat in werking trad op 1 september 2007 stelt dat in het voltijds secundair onderwijs enkel het getuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad aanvaard wordt als bewijs van beroepsbekwaamheid. Voorheen werd het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad aanvaard. Dit betekent dat in de huidige omstandigheden leerlingen verplicht worden om het specialisatiejaar in het TSO te volgen om als zelfstandige toegang tot het beroep te krijgen.
2
Studiegebied Tandtechnieken in het TSO
Het studiegebied Tandtechnieken is een klein studiegebied dat enkel uit een derde graad TSO bestaat. Het wordt slechts in drie scholen aangeboden. In Oost-Vlaanderen en Limburg zijn er geen scholen die het studiegebied Tandtechnieken aanbieden. Tandtechnieken is een “gesloten” studiegebied: −
Er is geen onderbouw in de tweede graad. Dit heeft o.a. als gevolg dat jongeren reeds op 15-jarige leeftijd een keuze moeten maken die bepalend is voor hun latere beroepscarrière.
−
Het studiegebied heeft een sterk kwalificatiegericht karakter. Uit de (weliswaar beperkte) cijfers blijkt dat de doorstroming naar het hoger onderwijs moeilijk verloopt. Bovendien is er in het hoger onderwijs geen vervolgopleiding die aansluit op het studiegebied Tandtechnieken in het secundair onderwijs.
Een mogelijke oplossing is om naast de bestaande opleiding in de derde graad TSO (eerste en tweede leerjaar) een nieuwe opleiding in een derde leerjaar of een tweejarige opleiding in het kader van het toekomstige Hoger Beroepsonderwijs in te richten. Deze (dentaaltechnische) opleiding, die enkel een praktische en technisch-theoretische vorming omvat, is toegankelijk is voor alle jongeren met een diploma secundair onderwijs (ongeacht het studiegebied dat ze gevolgd hebben).
35
Bibliografie 1 2 3 4 5 6 7
Advies over een mogelijke opleiding tot tandartsassistent en mondhygiënist, Vlaamse Onderwijsraad (2006); Uittreksel uit het advies over de programmatieaanvragen voor het voltijds secundair onderwijs – schooljaar 2007-2008, Vlaamse Onderwijsraad (2007); Uittreksel uit het advies over de voorstellen voor nieuwe modulaire opleidingen in het hoger onderwijs voor sociale promotie, Vlaamse Onderwijsraad (2007); Opleidingsprofiel tandartsassistent - hoger beroepsonderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (2007); Opleidings- en tewerkstellingstraject Tandartsassistent, VDAB (2007); Strategisch plan mondzorg in België: aanbevelingen, van Steenberghe D. & Perl G. (2003); Beroepscompetentieprofiel “tandartsassistent”, SERV (2008);
36
Bijlage 1
Samenstelling werkgroep Hulpberoepen in de tandheelkunde -
De Meester Dirk, VSPF (Vlaams Social-Profitfondsen vzw) (voorzitter) Buckinx An, OVSG Claeys Marc, CVO KISP Dunon Rita, Departement Onderwijs Ghysels Guy, KTA Vesalius Oostende Goossens Valère, KTA Paramedisch Instituut Mechelen Hanson Stefaan, Verbond der Vlaamse Tandartsen Lysens Guido, Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen Maertens Lut, ACW Studiedienst Mollu Mariette, GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Snoecx Carl, VVKSO Stas Josette, CVO KISP Stevens Johan, VDAB Toté Béatrice, VVKHO Vandekerckhove Fernand, Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen Van de Gucht Daniel, Instituut Anneessens-Funck Van den Berghe Lucien, Unie van Dentaaltechnische Bedrijven Van Driessche Helena, Instituut Anneessens-Funck Van Ransbeek Johan, Vlor (secretaris)
37
Bijlage 2
Voorstel opleidingsprofiel Assistent-dentaaltechnicus (Unie der Dentaaltechnische Bedrijven)
1
Lessenrooster Aantal uren
Theoretische beroepskennis 1. Introductie tot het beroep 2. Bedrijfsuitrusting: - instrumentarium - apparatuur 3. Beroepshygiëne en -veiligheid 4. Materialenleer: - niet-metalen - metalen 5. Anatomie en morfologie: 6. Technologie Praktische beroepskennis Totaal
2
Theoretische beroepskennis
2.1
Introductie tot het beroep (1 u)
1 4 4 8 8 40 40 105
2.1.1 Indeling van de tandprothesen -
De afneembare prothese De vaste prothese De afneembare vaste prothese Apparaten voor orthodontie en maxillo-faciale orthopedie Apparaten voor maxillo-faciale chirurgie
2.1.2 Leerdoel -
Een inzicht hebben in de soorten tandprothesen en orthodontische apparaten
38
2.2
Bedrijfsuitrusting (4 u)
2.2.1 Instrumentarium Verantwoorde keuze, beredeneerd gebruik en onderhoud van instrumenten gebruikt in het dentaaltechnisch bedrijf zoals: wasmes, wasspatel, modelleerinstrumenten, gipsmes, gipsspatel, gipskom, boor-, slijp- en freesinstrumenten, handstukken, schuifpasser, diverse tangen enz. 2.2.2 Apparatuur Verantwoorde keuze, beredeneerd gebruik en onderhoud van apparaten gebruikt in het dentaaltechnisch bedrijf zoals: triltafel, gipsslijpmachine, vacuümmengtoestel, persen, cuvetten, cuvetbeugels, ultrasoonreinigers, polymerisatoren, injectietoestellen voor kunststof, polijstapparaten, handmotoren, straalapparatuur, gasbranders, enz. 2.2.3 Leerdoel Alle kleine instrumenten en apparaten leren kennen en gebruiken die nodig zijn voor het uitoefenen van de taken van de assistent dentaaltechnicus 2.3
Beroepshygiëne en beroepsveiligheid (4 u)
2.3.1 Clusters Mechanische invloeden Risico’s verbonden met handgereedschap, draaiend gereedschap, stof en slijpafval. Elektrische invloeden Voorzorgen bij gebruik van elektrische toestellen. Chemische invloeden Risico’s verbonden met gassen, schadelijke dampen, en elk ander product gebruikt in het dentaaltechnisch bedrijf. Bacteriologische invloeden Behandeling van afdrukken en gedragen prothesen. 2.3.2 Leerdoelen -
Het naleven van veiligheid als een plicht ervaren. Het belang van een positieve ingesteldheid inzien. Verantwoordelijkheidsgevoel tegenover zichzelf en anderen aanwakkeren. Goed beseffen welke voorzorgsmaatregelen er moeten getroffen worden bij de verschillende invloeden die van belang zijn in het bedrijf.
39
2.4
Materialenleer (8 u)
2.4.1 Niet-metalen Herkomst en eigenschappen van de stoffen en producten die worden gebruikt bij het uitoefenen van de taken van assistent dentaaltechnicus: -
Gipssoorten: Parijsgips, hardgips, natuurlijke en synthetische gipsen Wassoorten: plaatwas, modelleerwas, dompelwas, kleefwas, frees-was Synthetische rubbers: siliconen, polyethers, thioplasten Hydrocolloïden: reversiebel (dupliceermaterialen), niet reversiebel (alginaten) Isolatiemiddelen: gips-gips, gips-kunststof, gips-was, kunststof-kunststof. Industriële tanden: in porselein, in diverse kunststoffen, soorten en vormen Boor-, slijp- en freesmiddelen: in staal, hardmetaal, soorten, vormen, diverse abrasiva Polijst- en straalmiddelen: puimsteen, polijstpasta's, carborundum, aluminiumoxide Oplos- en reinigingsmiddelen: alcohol, aceton, chloroform, tetra-chloorkoolstof, trichloorethyleen, ammoniak, diverse zuren.
Leerdoelen -
De verschillende tandtechnische gipssoorten kennen. De verwerkingsmethoden en eigenschappen van gipsen kennen, om te komen tot een kwalitatief model. De verschillende afdrukmaterialen herkennen. Weten hoe de afdrukken op het laboratorium verder behandeld moeten worden. De herkomst, eigenschappen en samenstelling kennen van de wassoorten gebruikt in een dentaaltechnisch bedrijf De eigenschappen van isolatiemiddelen kennen De verwerkingsmethoden en eigenschappen van kunststoffen kennen, om te komen tot een kwalitatieve prothese De herkomst, eigenschappen en samenstelling kennen van de verschillende afwerkmiddelen De eigenschappen van oplos- en reinigingsmiddelen kennen
2.4.2 Metalen Vormen, afmetingen, elementaire begrippen over de structuur, de eigenschappen en het gebruik van draden en beugels voor het plooien van potheseonderdelen Leerdoel -
Weten dat eigenschappen van metalen voor een deel te verklaren zijn door de mechanische en temperatuurbehandelingen die zij hebben ondergaan.
2.5
Anatomie en morfologie (8 u)
2.5.1 Anatomie -
Anatomie van de mond, referentiepunten, referentielijnen, referentievlakken Tandheelkundige terminologie Verhouding boven-onderkaak
40
-
Bewegingen van de onderkaak
Leerdoelen -
-
Alle elementen van de mond die zichtbaar zijn, op de afdruk of op de modellen kunnen aanduiden, beschrijven en benoemen, en weten hoe er rekening mee te houden De voornaamste bewegingen van de onderkaak kennen
2.5.2 Morfologie -
Soorten tanden Tandheelkundige terminologie van de tandvlakken Melkgebit, blijvend gebit Nomenclatuur der tanden
Leerdoel -
De voornaamste termen en nomenclaturen kennen die van toepassing kunnen zijn voor het beschrijven van tanden en hun vlakken
2.6
Technologie (40 u)
2.6.1 Afdruklepels -
Standaard afdruklepels Individuele afdruklepels Begrenzing van individuele afdruklepels Vervaardigen van individuele afdruklepels
Leerdoelen -
De verschillende soorten afdruklepels die de tandartsen gebruiken kunnen herkennen Verschillende soorten individuele afdruklepels, gebruik, voor- en nadelen van elke soort Kennis verwerven over de lengte en de dikte van de randen van bovenste en onderste individuele afdruklepels Een beschrijving van de verschillende verwerkingsmethoden kennen teneinde deze in de praktijklessen te kunnen toepassen
2.6.2 Modellen -
Soorten Voorbereidingen tot gieten: reinigen en ontsmetten van afdrukken, boxing-in enz. Afwerktechnieken Dupliceertechnieken
Leerdoelen -
De voorbereidende werken tot gieten afwerken en dupliceren van modellen kennen. Behandeling van de diverse dupliceermaterialen
41
2.6.3 Beetplaten -
Doel Soorten beetplaten Begrenzing van beetplaten Begrenzing van de waswallen Vervaardigen van beetplaten
Leerdoelen -
De toepassingen van beetplaten kennen Verschillende soorten beetplaten kennen, gebruik, voor- en nadelen van elke soort Kennis verwerven over de lengte en de dikte van de randen van beetplaten op bovenen ondermodellen Kennis verwerven over de plaats, lengte, dikte en hoogte van waswallen Een beschrijving van de verschillende verwerkingsmethoden kennen teneinde deze in de praktijklessen te kunnen toepassen
2.6.4 Relatieapparatuur -
Occludatoren Middelmaatarticulatoren Instelbare articulatoren Statische en dynamische registratieapparatuur, aangezichtsbogen, registratiebeten, centrale steunpunten enz.
Leerdoel -
De diverse soorten relatie- en registratieapparatuur gebruikt in de tandheelkunde leren kennen
2.6.5 Geplooide protheseonderdelen -
Eenarmklemmen Tweearmklemmen Driearmklemmen Linguale beugels
Leerdoelen -
De delen en de werking kennen van verschillende geplooide onderdelen Toepassing van de diverse soorten plooitangen
2.6.6 Polymerisatie van prothesen -
In cuvet plaatsen Uitspatten van de cuvetten Stoppen van de cuvetten Polymeriseren
Leerdoel -
De verschillende stappen bij het verwerken en polymeriseren van prothesen kennen.
42
2.6.7 Herstelling van prothesen -
Barsten Breuken Fixeren tand Vervangen tand Vervangen klem Toevoegen van klem Toevoegen van tand
Leerdoel -
De werkwijze kennen teneinde een prothese op een adequate manier te kunnen herstellen of aan te passen.
3
Praktische beroepskennis (40 u)
Toepassing en uitvoering van de in de theoretische beroepskennis beschreven producten, uitrusting en prothetische taken zoals: -
studie-, voorlopige, definitieve, orthodontische toonkast- en duplicaatmodellen individuele en functionele afdruklepels beetplaten volgens diverse technieken ingipsen in relatieapparatuur: occludatoren, articulatoren plooien van klemmen en beugels bijwassen van prothesen inbedden van prothesen uitspatten en isoleren van cuvetten afwerken en polijsten van kunststof herstellen en aanpassen van prothesen
43