vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen maart 2015 - nummer 43
Professor Goos Minderman over het VTOI-congres 2015 Om te beginnen... ‘Toezichthouders zijn nu aan zet’
Vorig jaar stond ons jaarcongres in het teken van het tienjarig bestaan van de VTOI, een periode waarin het intern toezicht in het onderwijs zich volop heeft ontwikkeld. Die ontwikkeling is succesvol geweest: zowel de politiek als de samenleving weten de toezichthouders te vinden. De wetgever erkent het groeiende belang van toezichthouders in de (semi)publieke sector door in de WNT2 de honoreringsruimte te vergroten (zie hierover bijvoorbeeld de bijdrage van Pieter Huisman en de nieuwe FAQrubriek in dit nummer). Aan dat succes kleeft echter ook een nadeel: de verwachtingen ten aanzien van wat het interne toezicht vermag, worden steeds groter. Dit speelt niet alleen in het onderwijs, maar bijvoorbeeld ook in de zorgsector, zoals in het gesprek met Erik Dannenberg, voorzitter van onze zusterorganisatie NVTZ, verderop in dit nummer aan de orde komt. Als we niet oppassen, worden de toezichthouders de nieuwe ‘duizend-dingendoekjes’. Tegen die achtergrond heeft het bestuur van de VTOI ervoor gekozen het jaarcongres 2015 te gebruiken om de denkkracht van alle deelnemers te benutten om in een collectief proces te komen tot een gezamenlijke visie op de kern van toezichthouden in het onderwijs. De achtergrond van dit proces en de manier waarop dat tijdens het congres wordt ingericht, komt in dit nummer aan de orde in het gesprek met Goos Minderman. Veel leesplezier en bovenal: tot op het congres! De redactiecommissie
‘Het is van groot belang dat toezichthouders in semipublieke sectoren consensus bereiken over wat toezichthouden inhoudt. Het VTOI-congres heeft de ambitie om voor het onderwijs te komen tot een stevige aanzet voor zo’n gezamenlijke visie. Met 300 deelnemers is dat een hele opgave, maar het is van groot belang dat we dat nu doen’. In gesprek met prof. dr. mr. G.D. Minderman over het belang en de opzet van VTOI-congres 2015. ‘‘Er is al enkele jaren sprake van een verzwaring van de toezichtslast. Politiek en samenleving kijken nadrukkelijk naar toezichthouders en verwachten veel van hen en ook steeds meer. Het heersende beeld is dat toezichthouders in staat moeten zijn zo’n beetje alle bestuurlijke problemen in instellingen te voorkomen dan wel op te lossen. Zolang dat verkeerde beeld bestaat, zullen er steeds meer zaken op het bordje van de toezichthouders worden gelegd die daar eigenlijk niet thuishoren. Maar omdat toezichthouders menselijkerwijs niet kunnen en willen voldoen aan al die verwachtingen, zal de teleurstelling in politiek en samenleving toenemen, met als reflex: nog meer eisen, nog meer regelgeving. Lees verder op pag 3
Inhoud Pagina 1 • Om te beginnen … • ‘Toezichthouders zijn nu aan zet’ Pagina 2 • Column Pieter Hettema, voorzitter Pagina 3 • vervolg pagina 1 Pagina 4-5 • Wat weet de toezichthouder ervan? Pagina 6-7 • ‘Van toezicht op het bestuur naar toezicht op de besturing’ Pagina 8-9 • Column Pieter Huisman, Intern toezicht anno 2015: over keuzes, competenties en continuïteit Pagina 10 • Passend onderwijs Pagina 11 • FAQ - nieuwe rubriek Pagina 12-13 • Boekrecensies Pagina 14-17 • Opleidingen 2015 • VTOI Publicaties Pagina 18-19 • Van de bestuurstafel • Agenda • Nieuwe leden • Interessante links • Ondersteuning door VTOI Pagina 20 • Bestuur, Raad van Advies, Directeur en Bureau VTOI • Het VTOI-lidmaatschap biedt u de volgende voordelen • Colofon
maart 2015 - 2
Column
Pieter Hettema - voorzitter VTOI
Over de eigen schaduw De laatste tijd kom ik voor mijn werk als onderwijsadviseur regelmatig in de Betuwe en op de Zuid-Hollandse eilanden, regio’s waar in de komende tijd het leerlingenaantal flink zal dalen. Krimp noemen we dat tegenwoordig. In de jaren tachtig van de vorige eeuw hadden die regio’s ook al te maken leerlingendaling. Toen dachten we dat dat een eenmalig verschijnsel was. Maar het ligt anders. Iemand als Henk van der Esch, bestuursvoorzitter van Achterhoek VO kan je dat haarfijn uitleggen. Er is sprake van een voortgaande leerlingendaling, zij het met soms een lichte golfbeweging. ‘Krimp op krimp’ zou je kunnen zeggen: een neerwaartse spiraal die het maatschappelijk voorzieningenpatroon uitholt. Een verschijnsel dat zich overigens in veel meer regio’s voordoet dan menigeen beseft. Van Veendam tot Vlissingen en van Heerlen tot Harlingen zullen scholen te maken krijgen met een leerlingendaling van 15% of meer. Nu al zijn er scholen die met korte riemen roeien. Dat stelt hoge eisen aan het vakmanschap van de leraren en de directeur. Een nog verdergaande leerlingendaling is dan niet meer op te vangen. Tenzij … In krimpregio’s kan een patstelling ontstaan als scholen op elkaar gaan wachten ‘wie het eerst omvalt’. Dat is waar wij om de hoek komen kijken. Van toezichthouders mag verwacht worden dat we verder kijken dan alleen het belang van de eigen onderwijsinstelling. Dat kan lastig zijn en wrijving geven met de eigen (directeur) bestuurder die zich altijd met hart en ziel heeft ingezet voor het voortbestaan van de eigen school. Wij zullen, vanuit onze rol als toezichthouder, het debat moeten aangaan over het onderwijsbelang van de hele plaats, van de hele regio. We zullen zelf als eerste bereid moeten zijn om over onze schaduw heen te stappen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het betekent dat we bereid moeten zijn onze eigen onderwijskundige en levensbeschouwelijke uitgangspunten ter discussie te stellen; bereid moeten zijn een afweging te maken tussen volstrekt ongelijksoortige grootheden: de eigen waarden en het maatschappelijk belang. Gelukkig zijn er in de organisatie altijd mensen die verder kijken dan hun neus lang is. Mensen die de praktijk kennen en weten hoe de eigen waarden in de praktijk vorm krijgen; leraren, bestuurders en directeuren die denken vanuit het belang van leerlingen en ouders en die traditionele structuren en regels even aan de kant zetten en mogelijkheden zien om een nadeel in een voordeel om te zetten. Dat kan door fusie tussen gelijkgezinde scholen die samen hun onderwijs heruitvinden en de kwaliteit centraal stellen. Het kan ook door ongebruikelijke oplossingen te verkennen, oplossingen die soms over de grenzen van primair en voortgezet onderwijs heen gaan. Vorming van een tienerschool door samenwerking van een school voor voortgezet onderwijs met basisscholen. Een gemeenschappelijk dienstencentrum van scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Kortom: oude problemen oplossen met nieuwe middelen. Het zou mooi zijn als wij als toezichthouders met elkaar uitwisselen welke creatieve bestuurlijke en onderwijskundige oplossingen er in verschillende regio’s gecreëerd worden. Zodat we de ruimte zien om over onze eigen schaduw heen te stappen en mogelijkheden ontdekken om weer nieuw licht te laten schijnen in het onderwijs.
Vervolg pagina 1 Die vicieuze cirkel, die al langer gaande is, kan alleen worden doorbroken als wij als toezichthouders laten zien waar wij wel voor staan. Op die manier kunnen we bijdragen aan een toename van het vertrouwen in toezichthouders en hopelijk ook aan een afname van onzinnige regelgeving waarmee we nu worden geconfronteerd. Het is nu tijd dat we als toezichthouders in het onderwijs komen tot een gezamenlijke visie op toezichthouden. Met het jaarcongres willen we aan dat proces een substantiële bijdrage leveren.’
Prof. dr. G.D. (Goos) Minderman is als hoogleraar Public Governance and Public Law verbonden aan het Zijlstra Center, Vrije Universiteit in Amsterdam en lid van de VTOI.
Nieuw toezicht
‘Dat proces past in een beweging die al langer gaande is. In de jaren negentig heeft de overheid zich teruggetrokken uit de besturing van het semipublieke domein, ten gunste van de besturen. Daar waar in het verleden het vooral de overheid was die bepaalde wat bijvoorbeeld een goede school of een goede woningbouwcoöperatie was, is die vraag meer en meer bij de toezichthouders terechtgekomen. Die waren daar niet altijd goed op ingesteld. Vervolgens hebben we in de afgelopen jaren een hele reeks aan bestuurlijke incidenten gehad. Gezien de hoeveelheid kun je je zelfs afvragen of het nog incidenten waren. Hoe dan ook: naar aanleiding van de incidenten vindt er in toenemende mate regelgeving plaats, waarvan je je kunt afvragen of dat het toezichthouden wel echt ten goede komt. Ondertussen is het toezicht wel principieel aan het veranderen. Aanvankelijk was toezichthouden iets dat je erbij deed, toezichthouders waren afkomstig uit het old boys network. Dat beeld is inmiddels ingehaald door de tijd. Toezichthouden is een veel serieuzere aangelegenheid geworden: zaken als permanente educatie en competenties staan niet voor niets op de agenda. Het nieuwe toezicht vraagt ook een andere attitude. Je bent niet langer sparring partner van het bestuur op het bedrijfsmatige domein, zoals aanvankelijk vooral het geval was. Het gaat om een veel bredere, maatschappelijke taak, die bovendien veel communicatiever en transparanter wordt ingevuld. Die ontwikkeling is al volop gaande. Ik merk dat zelf ook in mijn rol als toezichthouder. Er wordt bijvoorbeeld veel meer openheid gevraagd. Destijds besloeg het jaarverslag van de raad van toezicht zes regels, nu al gauw zo’n zes pagina’s. Het is normaal dat je aangeeft met wie je als raad hebt gesproken naast het bestuur, welke afwegingen je hebt gemaakt, welke knelpunten je ziet, hoe je het bestuur beoordeelt, enzovoorts.’
nu grijpen. Als wij niet helder maken welke rol we willen en kunnen spelen, zullen anderen - met name de overheid - dat voor ons doen en blijven doen, maar niet altijd op de juiste manier. Neem bijvoorbeeld de eis van verplichte educatie: als wij als toezichthouders nu onze rol goed oppakken, kunnen we voorkomen dat die eis een wettelijke papieren tijger wordt die zijn doel voorbijschiet.’
Opzet van het congres
‘We starten het congres met niets en aan het einde van de dag ligt er een soort statement, dat is de ambitie. In het ochtenddeel zijn er 15 workshops. In die workshops staan competenties van toezichthouders centraal. In het verlengde van die workshops formuleren we stellingen waarover de congresleden in het middagdeel hun stem gaan uitbrengen. Op die manier ligt er aan het einde van het congres een aantal duidelijke uitspraken over hoe we als VTOI de rol van toezichthouders zien, de verantwoordelijkheden die daarbij horen en wat toezichthouders doen om die rol in te vullen. Met 300 deelnemers aan het congres is dat best een opgave, maar nogmaals, het is nu wel de tijd om het te doen en het is ook goed dat het VTOI-bestuur dat op dit moment op deze manier mogelijk maakt.’
Nu is het moment
‘Tegelijkertijd merk je dat niet alle toezichthouders die beweging willen of kunnen maken. Dat geldt niet alleen voor het onderwijs, maar bijvoorbeeld ook voor de volkshuisvesting. In die sector hebben we in het verleden bijvoorbeeld toezichthouders gezien die bezwaar maakten tegen het limiteren van de zittingsduur tot maximaal acht jaar. Als ik dat hoor, denk ik: die hebben dus niet begrepen dat het maatschappelijke en politieke debat rond toezichthouden echt een andere kant opgaat. Als toezichthouders moeten we in dat debat onze rol
Arie Olthof
Arie Olthof ondersteunt als zelfstandig adviseur schoolbesturen en -directies bij beleids- en organisatieontwikkelingen. Hij is tevens redacteur van VTOI-Nieuws, De Nieuwe Meso en Regelingen Onderwijs.
3
Als de bedrijfsvoering in het onderwijs matig is
Wat weet de toezichthouder ervan? Sinds medio 2013 biedt de VO-raad haar leden vanuit het project ‘Verbetering bedrijfsvoering schoolbesturen VO’ ondersteuning aan. Bestuurders die weten of vermoeden dat de bedrijfsvoering en/of financiële positie in hun instelling zwak of matig is, kunnen zich via dit project laten adviseren over verbeteringen. Inmiddels zijn ruim 25 schoolbesturen ondersteund. De adviestrajecten leveren leerpunten op, niet alleen voor de betreffende besturen, maar ook voor besturen in het algemeen en de interne toezichthouders. Op die laatste groep zoomen we in dit artikel in. Welke leerpunten biedt het project hen? We zien er vier, die betrekking hebben op: - ontwikkelingsfase van financieel management; - cyclus van planning en verantwoording; - bezetting van de financiële functie; - menselijk handelen.
Ontwikkelingsfase van financieel management
In de ontwikkeling van het financieel management binnen (onderwijs)organisaties kunnen vier fasen worden onderscheiden: 1 financiële registratie; 2 eenjarige financiële beheersing; 3 meerjarige financiële beheersing; 4 koppeling van organisatiedoelen aan financiën. Het mag duidelijk zijn dat het gewenst is fase vier te bereiken, omdat in die fase de middelen het meest doelmatig worden ingezet. Veel schoolbesturen bevinden zich echter in fase twee of drie. Dit geldt in ieder geval voor de schoolbesturen die deelnemen aan het project, maar er zijn voldoende aanwijzingen dat dit breder aan de orde is. Overigens verwachten we dat het verplicht stellen van de continuïteitsparagraaf een impuls
• Organisatiestrategie is duidelijk • Organisatiestructuur is transparant en adequaat • Besturingsmodel is duidelijk en functioneert • Managamentstatuut en toezichtskader functioneren in de praktijk • Rapportages aan CvB en RvT zijn adequaat
• Allocatiemodel is transparant • P&C-cyclus is beschreven en geïmplementeerd • AO/IC is beschreven en geïmplementeerd • Mandaten zijn duidelijk • Inkoopproces ligt vast • Er is procuratieregeling (voor formatie en materiële uitgaven) •E r wordt gewerkt met kaderbrief begroting • Er is een recente risicoanalyse
maart 2015 - 4
Management & organisatie Processen & procedures
zal geven aan de ontwikkeling van het financieel management. Fase 3 (meerjarige financiële beheersing) vormt daardoor immers feitelijk de ondergrens. Het is in dat kader gewenst dat toezichthouder en bestuur uitvoerig spreken over opzet en inhoud van dit deel van het jaarverslag. Ook kan de toezichthouder de ontwikkeling van het financieel management stimuleren, aan de hand van de kenmerken van fase drie en vier.
Cyclus van planning- en control
De adviseurs die vanuit het project werkzaam zijn op de scholen analyseren bij aanvang van een nieuw ondersteuningstraject een groot aantal documenten. Met bijzondere belangstelling wordt daarbij altijd gekeken naar de rapportages van het college van bestuur of de directeur-bestuurder aan de toezichthouder, maar ook naar andere cruciale documenten die de raad voorgelegd krijgt, zoals de begroting en het jaarverslag. Niet zelden komen adviseurs tot de conclusie dat de kwaliteit van deze documenten te wensen overlaat. Veel voorkomende knelpunten zijn: - de begroting bevat cijfers, maar vrijwel geen (beleids)toelichting; - het jaarverslag bevat een opsomming van activiteiten die plaatsvonden, in plaats van een confrontatie tussen beoogde en gerealiseerde resultaten in combinatie met de beschikbare middelen;
CULTUUR
Systemen & informatievoorziening
• Systemen werken goed • ICT is gewaarborgd • Er is aansluiting tussen personeel en financieel systeem • Kwaliteit van de data is betrouwbaar, o.m. door afspraken over vastlegging (bijv. codering) • Er is integrale managementinformatie • Relevante kerngetallen zijn beschikbaar • (Meerjaren) bergoting en (meerjaren) informatieplan zijn van goede kwaliteit (onderbouwd door o.m. inversterings- en onderhoudsplan)
Kennis & kunde • Financiële functie is kwalitatief en kwantitatief goed bezet • Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze medewerkers zijn duidelijk (functiebeschrijvingen) • Binnen de schoolleiding, het bestuur en de Raad van Toezicht is financiële expertise aanwezig
- de bespreking van deze documenten in de raad van toezicht blijft te operationeel van aard; - het bestuur legt documenten aan de raad van toezicht voor zonder een expliciete vraagstelling.
Opzet en inrichting van de financiële functie
Uit het project is duidelijk geworden dat er nog altijd schoolbesturen zijn die geen adequate scheiding hebben aangebracht tussen de rollen ‘administrateur’ en ‘controller’. Omdat een goede invulling van beide rollen essentieel is voor het optimaal functioneren van de financiële functie, is er een risico als dit niet goed geregeld is. Het beleggen van de controllersrol bij ‘hoofd financiën’ is wat ons betreft een voorbeeld van een risicovolle, niet adequate invulling. Overigens komt er uit de ondersteuningstrajecten in algemene zin geen negatief beeld naar voren van de kwaliteit van de financiële administraties op scholen (intern gevoerd, dan wel uitbesteed). De wijze waarop de financiële administratie is ingericht, is sterk afhankelijk van de omvang van de organisatie. Het grootste risico lijkt te liggen in die situaties waarin: - sprake is van een klein schoolbestuur met een eigen interne administratie; - het ontbreekt aan een controllersrol; - er sprake is van een financiële staf die jarenlang qua samenstelling niet is gewijzigd.
Het project ‘Verbetering bedrijfsvoering schoolbesturen VO’ biedt schoolbesturen met een zwakke bedrijfsvoering de kans tijdelijk ondersteund te worden door twee ervaren adviseurs. In 18 dagdelen maken zij een analyse van de situatie en adviseren zij over een op te stellen verbeterplan, dat het schoolbestuur vervolgens in uitvoering neemt. Deelname aan het project is, dankzij subsidie van het ministerie van OCW, kosteloos. Op de website van de VO-raad is meer informatie te vinden over het project. Via
[email protected] kan contact gelegd worden met de projectleiding. Ook is via dit e-mailadres een vragenlijst (scan) beschikbaar, waarmee de huidige staat van de bedrijfsvoering geanalyseerd kan worden. Deze scan kan in beginsel ook als vorm van zelfevaluatie gebruikt worden, zonder deel te gaan nemen aan het project. Zie: www.vo-raad.nl/themas/bekostiging/ project-verbetering-bedrijfsvoering-vo
Het project leert dat in dergelijke situaties vaak suboptimaal wordt gewerkt, onder meer door onderbenutting van de mogelijkheden die systemen tegenwoordig bieden. De toezichthouder kan het bestuur vragen eens in de paar jaar een extern onderzoek te laten doen naar de kwaliteit van de inrichting van de financiële systemen en de financiële processen.
Menselijk handelen
Een van de allerbelangrijkste conclusies uit de projectjaren 2013 en 2014 is dat (financiële) problemen waar schoolbesturen mee te kampen krijgen, zelden of nooit voortvloeien uit onverwacht onheil van buiten. En ook een rammelende boekhouding is maar in een zeer beperkt aantal gevallen de oorzaak. Schoolbesturen komen vooral in de problemen door niet, te laat of verkeerd handelen van bestuurders en managers. Over het algemeen zijn er voldoende cijfers voorhanden binnen de schoolorganisaties. Maar de benutting ervan laat te wensen over. Trends en risico’s worden vaak niet herkend in de cijfers. Rode cijfers leiden dan niet tot daadkracht. Soms ligt het niet durven ingrijpen hieraan ten grondslag, soms worden trends in cijfers genegeerd (bewust of onbewust). Het handelen door de bestuurder(s), of het nalaten daarvan, ligt aan de basis van vrijwel alle financiële problemen. Handelen of nalaten te handelen, blijkt dus zeer bepalend. Daarmee is het verbeteren van de bedrijfsvoering vooral mensenwerk. In de eerste plaats van bestuurders en managers, maar indirect dus ook van de toezichthouder, die bijvoorbeeld ook meer op basis van eigen onderzoek trends kan opsporen en het bestuur in de actiestand kan zetten.
Nico van Zuylen
Rick de Wit
Nico van Zuylen is senior beleidsadviseur bedrijfsvoering bij de VO-raad en vanuit de VO-raad verantwoordelijk voor het project ‘Verbetering bedrijfsvoering schoolbesturen VO’. Rick de Wit is senior adviseur en adjunct-directeur bij Infinite Financieel. Hij is extern projectleider van het project ‘Verbetering bedrijfsvoering schoolbesturen VO’.
5
Erik Dannenberg (NVTZ) over raakvlakken tussen zorg en onderwijs
‘Van toezicht op het bestuur naar toezicht op de besturing’
Niet alleen in het onderwijs is het toezichthouden volop in beweging, ook in aanpalende sectoren staan de ontwikkelingen niet stil. Wat gebeurt er bijvoorbeeld in de zorgsector als het gaat om toezichthouden? Welke raakvlakken zijn er en wat kan het onderwijs daarvan leren? Over deze vragen gingen we in gesprek met Erik Dannenberg, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ). ‘Net zoals in het onderwijs, is er bij toezichthouders in de zorg sprake van een stapeling van taken en verwachtingen, mede op basis van incidenten die zich hebben voorgedaan. Bij de vraag ‘waar waren de toezichthouders?’ die in meerdere sectoren hoorbaar is, kan ik me ook wel iets voorstellen, maar ik verzet me tegen het populaire beeld dat het overal in de semipublieke sector een zooitje is. Dat is niet zo, het gaat op de meeste plaatsen gewoon goed. Wel is het zo dat we met het toezicht in een volgende fase komen.’
Namens de samenleving
‘Toezichthouden wordt meer en meer een maatschappelijke rol die je namens de samenleving uitvoert. De attitude van de toezichthouder is daarbij van belang. Het kan niet zo zijn dat je overdag in je reguliere werk scherp bent en dan vervolgens ’s avonds bij wijze van spreken je wollen trui aantrekt, je scherpte verliest en op een informele, familiaire manier als toezichthouder een boom opzet met je bestuurder. Die tijd is voorbij, te lang zijn toezichthouders afkomstig geweest uit een beperkte groep van mensen die elkaar al jarenlang kennen. Toezichthouden namens de samenleving klinkt heel breed. Je zult dat moeten afpellen, door de verschillende groepen belanghebbenden en hun belangen te benoemen en daar als toezichthouders mee in dialoog te zijn: wat vinden zij belangrijk? Om dat goed te kunnen doen, is diversiteit in de raden van toezicht zo van belang.’
maart 2015 - 6
Feeling met de processen
‘Een tweede ontwikkeling is die van toezicht op het bestuur, naar toezicht op de besturing. Daarmee bedoel ik dat de afstand tussen de instelling en de toezichthouder niet te groot mag zijn en dat het contact niet alleen indirect via de bestuurder verloopt. Als we als NVTZ zeggen dat we de nadruk willen leggen op toezicht op de besturing, dan bedoelen we bijvoorbeeld dat je als toezichthouder zicht op en feeling met de processen in de instelling moet hebben. Dat kan door actief het gesprek aan te gaan met sleutelpersonen binnen de instelling. Heb je in de raad financiën in je portefeuille, ga dan bijvoorbeeld rechtstreeks in gesprek met de controller. Het is niet de bedoeling dat je het bestuurlijke werk over gaat doen of over gaat nemen. Het gaat erom dat je goed zicht hebt op hoe het er in de instelling aan toegaat. Als we het hierover hebben, hoor ik mensen wel zeggen: ‘Ga je op die manier als toezichthouder niet op de stoel van de bestuurder zitten?’. Ik vind dat een veel te defensieve benadering. Rolduidelijkheid en -vastheid zijn natuurlijk wel van groot belang. Je moet je als toezichthouder niet gaan gedragen als wat ik graag het ’wandelend bureau klantenservice’ noem: als je je als toezichthouder in de instelling begeeft, moet je niet allerlei operationele vraagstukken naar je toekrijgen. Toezichthouders die uit angst daarvoor liever op een veilige afstand blijven, moet ik teleurstellen: als je te weinig in de instelling bent, loop je het risico vroeger of later toch wel in de volle wind te staan. Dat moment kun je maar beter voor zijn.’
Incidenten
‘In de discussie over hoe betrokken je kunt en moet zijn, zie ik globaal gesproken twee uitersten. Aan de ene kant toezichthouders die de afstand groot willen houden en hun werkzaamheden willen beperken tot een x-tal formele vergaderingen. Aan de andere kant de toezichthouders die als het ware met hun neus op het glas willen staan om maar niets te hoeven missen.
Erik Dannenberg is voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ). Hij was onder meer als leidinggevende werkzaam in de verslavingszorg, crisis/ maatschappelijke opvang, maatschappelijke dienstverlening en jeugdgezondheidszorg. Van 2005 tot 2014 was hij wethouder in Zwolle. Vanuit die positie was hij ook bestuurslid van de VNG. Erik is voorzitter van de raad van toezicht van Viattence, een instelling voor wonen, zorg en welzijn, en lid van de raad van toezicht van Bartiméus. Sinds maart 2014 is hij als senior adviseur verbonden aan BMC. Ergens tussen die twee uitersten ligt je rol als toezichthouder. Je moet kunnen uitleggen - ook ten overstaan van steeds meer media - dat je goed toezicht houdt, zonder dat je per se van de operationele hoed en de rand weet, want dat is niet je rol. Er kunnen altijd incidenten plaatsvinden, dat is nu eenmaal lastig te voorkomen. Veel belangrijker is het dat je als toezichthouder in de instelling in gesprek bent over wat er gebeurt om incidenten te vermijden: is er bijvoorbeeld sprake van een open cultuur, van meldingsbereidheid, zie je op alle niveaus dat er sprake is van een lerende organisatie die streeft naar high performance?
Wat we in de zorg merken, is dat het vooral belangrijk is dat toezichthouders de veranderingen die gaande zijn, dagelijks aan den lijve ondervinden. Zeker bij de instellingen die te maken hebben met de decentralisaties, is het van belang dat je als toezichthouder weet wat er gebeurt en wat dat van de instellingen vraagt. De ontwikkelingen gaan zo snel en zijn zo ingrijpend, dat gepensioneerde bestuurders die in hun nadagen toezichthouder willen zijn, onvoldoende zicht kunnen hebben op wat de decentralisaties voor de instellingen betekenen.’
Binnen de NVTZ is de discussie over de wenselijke rol van toezichthouders volop gaande. Het beeld is wisselend. Er is een groep die zegt: daar heb ik destijds niet voor getekend, die grotere betrokkenheid op de processen in de instelling gaat me veel te veel tijd kosten. Ik zeg dan: de wetgever heeft wel een heel duidelijk signaal gegeven, bijvoorbeeld door het maximum aantal commissariaten te beperken, door de beloningsruimte voor toezichthouders te vergroten, enzovoorts. Toezichthouden is echt een vak, waarin je je ook moet bekwamen.’
In de zorgsector zijn de verschillen tussen instellingen groot. Het is een zeer diverse sector: van kleine welzijnsinstellingen, instellingen voor verstandelijk beperkten tot en met instellingen met hightech operatiekamers. De verschillen zijn er, maar veel interessanter is het om te zoeken naar de gemeenschappelijke thema’s die er in het kader van het toezichthouden absoluut zijn. Het gaat toch om parallelle processen. En net zoals we binnen de sectoren moeten zoeken naar de overeenkomsten, moeten we dat over de sectoren heen doen. We doen dat nu bijvoorbeeld al met de verschillende verenigingen van toezichthouders. Ik ben ervan overtuigd dat ook hier de 80/20-regel van toepassing is: 80% van de thema’s is vergelijkbaar, daar moeten we elkaar ook op weten te vinden.
Accreditatie
‘Juist met het oog op die noodzakelijke professionalisering, ziet je nu de beweging dat toezichthouders individueel geaccrediteerd moeten worden. Daarmee druk je weliswaar uit dat toezichthouden een vak is, maar toch zijn we als NVTZ niet voor individuele accreditatie. Het gaat om het functioneren van de raad als geheel: zie je daarin lerende principes terugkomen en zie je dat de raad als geheel in staat is maatschappelijke waarden door te laten werken in het toezicht. Als individuele toezichthouders geaccrediteerd moeten zijn, zal dat ten koste gaan van de diversiteit binnen de raad. Je wilt in de raad bijvoorbeeld ook mensen vanuit de cliëntenkring, maar die gaan echt niet allemaal naar Utrecht voor een cursus. Dat hoeft ook niet, zolang ze positief kunnen bijdragen aan het functioneren van de raad als geheel. Wel vinden we dat de nieuwe voorzitters getraind moeten zijn. Dat is ook helemaal geen probleem, want in de praktijk zien we dat er volop geschoold wordt.
Steun je vereniging!
Ik zie wel een belangrijk verschil tussen de situatie in de zorg en in het onderwijs. Bij ons waren aanvankelijk veel grote instellingen aangesloten. De laatste tijd sluiten ook meer en meer kleine instellingen zich aan. Ik heb het beeld dat dat bij de VTOI anders gaat en dat vooral de kleinere instellingen lid zijn en de grotere vooralsnog niet. Vanuit dat perspectief wil ik graag een oproep aan het onderwijs doen: ondersteun je koepelorganisaties, sluit je aan! Voor vakontwikkeling en vertegenwoordiging, voor belangenbehartiging en een effectieve lobby is een sterke koepelorganisatie van groot belang. Kortom: steun je vereniging!’ Arie Olthof
7
Column Pieter Huisman Intern toezicht anno 2015: over keuzes, competenties en continuïteit Ongeveer twee jaar geleden, april 2013, bracht minister Bussemaker haar brief Versterking bestuurskracht uit. Daarin schrijft ze dat er in de ogen van de regering nog een wereld te winnen is in het vervolmaken van goed bestuur in alle onderwijssectoren: ‘Besturen sturen te weinig op kwaliteitsverbetering over de hele linie. Hun deskundigheid op het gebied van onderwijskwaliteit en financieel beheer moet beter. Er is onvoldoende aandacht voor beter presterende leerlingen. […] De governance in het stelsel is nog niet volgroeid en moet nog versterkt worden. Er kunnen vraagtekens worden gezet bij het financieel beheer en bij de bestuurbaarheid van grote, complexe instellingen. Eventuele risico’s komen te laat in beeld doordat deskundigheid ontbreekt en te weinig systematisch vooruit wordt gekeken.’ De agenda Versterking bestuurskracht gaf aan dat op een aantal punten de posities van actoren gaat veranderen: de medezeggenschap zal (nog) nadrukkelijker worden gepositioneerd als ‘tegenmacht’ voor het bestuur, het interne toezicht krijgt een relatie met het externe toezicht, het toezicht op de financiën wordt uitgebreid, de inspectie zal zich ook gaan richten op het bestuurlijk handelen en de bevoegdheden van de minister bij falend bestuur worden uitgebreid. De aangekondigde wetgeving is er tot nu slechts in concept (consultatie) vorm, maar inmiddels is er wel weer nieuwe casuïstiek: onderwijsinstellingen in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs die financieel in zwaar weer terecht zijn gekomen, onder meer door te hoge huisvestingslasten. Verschillende instellingen staan daardoor onder verscherpt financieel toezicht van de inspectie. In het rapport naar aanleiding van het onderzoek onder leiding van voormalig secretaris-generaal van OCW Van der Steenhoven naar de financiële positie van zo’n recente casus (ROC Leiden), wordt voorgesteld om investeringen waar grote bedragen en langlopende verplichtingen mee zijn gemoeid, zoals investeringen in de huisvesting, voortaan door een onafhankelijk expertisecentrum te laten toetsen. Het lijkt een aantrekkelijke gedachte dat de raad van toezicht een ‘hulplijn’ kan inschakelen, maar het roept meteen tal van vragen op, bijvoorbeeld naar de status van zo’n advies, de verantwoordelijkheid van het expertisecentrum, enzovoorts. Fundamenteler is de kennelijke twijfel van de onderzoekers over het beoordelingsvermogen van het interne toezicht bij (grote) financiële beslissingen, terwijl volgens de onderwijswetten het interne toezicht ten aanzien van de financiën tenminste is belast met ‘het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de school verkregen op grond van deze wet.’ De afgelopen jaren zijn de verwachtingen van samenleving, stakeholders, politiek en wetgever ten aanzien van het interne toezicht gegroeid. De interne toezichthouder moet zich niet alleen richten op ‘harde’ zaken, zoals de bestuurlijke governance en de financiële continuïteit, maar ook op de ‘soft governance’: aspecten zoals horizontale verantwoording aan stakeholders, bijvoorbeeld of er door het bestuur het gesprek met ‘de regio’ wel wordt gevoerd. Het interne toezicht moet ook met het bestuur in gesprek over onderwijsopbrengsten en dilemma’s rond integriteit en het ‘morele kompas’ van de bestuurder(s).
maart 2015 - 8
In deze tijd waarin de verwachtingen ten aanzien van het interne toezicht bij voortduring lijken te worden aangescherpt, blijft het van belang focus te houden. Toezichthouden betekent ook keuzes maken, net zoals de inspectie risicogericht toezicht houdt. Een basistaak voor een interne toezichthouder zijn de wettelijke en statutaire (minimum) opdrachten en het eventueel ingrijpen wanneer de continuïteit in gevaar is van de rechtspersoon die de scholen of onderwijsinstellingen in stand houdt. Dat is vaak al complex genoeg, zeker nu onderwijsinstellingen in toenemende mate (ook financieel) met elkaar verbonden zijn in bovenbestuurlijke netwerken, zoals passend onderwijs. De (dis)continuïteit van een van de partners in het samenwerkingsverband, kan daarmee impact krijgen op de continuïteit van alle betrokkenen. Onder de nieuwe regelgeving, die zal worden ingevoerd door de implementatie van Versterking bestuurskracht, zal de interne toezichthouder onder omstandigheden de inspectie moeten informeren bij een ‘redelijk vermoeden’ van wanbeheer. De memorie van toelichting van het conceptwetsvoorstel zegt daarover het volgende: ‘Wanneer de interne toezichthouder in die positie redelijkerwijs moet aannemen dat sprake is van wanbeheer in de zin van de wet [bedoeld zijn de onderwijssectorwetten; PH], is het allereerst aan de interne toezichthouder om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Deze verantwoordelijkheid bestaat eruit, indicaties voor wanbeheer te onderzoeken, de resultaten daarvan te beoordelen en indien nodig treffende maatregelen te nemen. Daarbij is de interne toezichthouder niet alleen dienend aan het belang van de school of instelling in kwestie, maar ook aan het publieke belang. Het spreekt voorts voor zich dat de interne toezichthouder bovendien steeds alert is op verstoorde verhoudingen binnen het bestuur van de instelling en op een mogelijke bedreiging van de continuïteit van de school of instelling.’ Als achteraf kan worden vastgesteld dat die ‘alertheid’ er niet is geweest, kan mogelijk naast het bestuur ook het interne toezicht worden aangesproken. In mijn column in het VTOI Nieuws van september 2014 heb ik al gewezen op de voorgenomen aanscherping van de aansprakelijkheid van de interne toezichthouder in de wetgeving en de consequenties daarvan. Een en ander vraagt inmiddels een behoorlijke mate van professionaliteit en tijd van het intern toezichthoudend orgaan en de leden, en een adequate aansturing door de voorzitter.
In hoeverre mag en kan dat gehonoreerd worden? De eind 2014 aangenomen Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (WNT2) heeft de honoreringsmogelijkheden voor interne toezichthouders vergroot. De reden daarvoor is precies de hierboven geschetste toegenomen complexiteit van toezichthouden en het daarmee corresponderende tijdsbeslag. De regering stelde daarbij wel een maximum: er mag geen bezoldiging overeenkomen die per kalenderjaar meer bedraagt dan 10 resp. 15 procent van de voor de rechtspersoon geldende maximale bezoldiging. Voordat nu bestaande afspraken worden opengebroken, is het toch verstandig af te wachten wat daarover binnen de sector, binnen de VTOI, als leidraad wordt vastgesteld. Ook bij complexe taken en hoge verwachtingen blijft toezichthouden op de eerste plaats een functie ‘ten algemenen nutte’, met groot maatschappelijk en publiek belang, waarbij een ‘sobere en doelmatige’ vergoeding past.
Pieter Huisman
Prof.mr. P.W.A. Huisman is hoogleraar onderwijsrecht aan de Eramus School of Law en verbonden aan Hobéon consultancy.
9
Plaats
NBC Blokhoeve 1 3438 LC Nieuwegein Telefoon: 030-6026900
Toezichthouders op afstand
Passend onderwijs
Kosten
€ 395.- per persoon (excl. BTW) voor leden VTOI en hun bestuurders € 595.- per persoon (excl. BTW) voor niet-leden Bij aanmelding van drie of meer deelnemers van dezelfde organisatie geldt een korting van 15% per persoon.
Aanmelding
Ontwerp: Sigrid Roelofs - creatief & dtp Drukwerk: Romein-Grafisch
U kunt zich aanmelden voor De Dag van het Toezicht 2015, ‘Toezichthouder neemt rol in eigen hand’ • via internet: www.vtoi.nl • per e-mail naar:
[email protected] Na ontvangst van uw aanmelding sturen wij u een bevestiging van uw deelname en een factuur. Uiterlijk op vrijdag 10 april 2015 ontvangt u het definitieve programma, de deelnemerslijst enhet de gebied van werkgeverschap kunnen voornemens in het voorjaar een ronDe werkgroep passend onderwijs heeft routebeschrijving. De VTOIvoor is de van Toezichthouders detafelgesprek te organiseren met een er gevolgen ontstaan hetlandelijke uitvoeren Vereniging een inventarisatie gemaakt van de in Onderwijsinstellingen behartigt de belangen van betrokkenen. Tot slot zalde de VTOI van het toezichthouderschap. Overzicht en aantal belangrijkste vragen waarmee toezichtAnnulering in alle sectoren van het Zij streeft naar gedurende hetonderwijs. jaar regiobijeenkomsten op het geheeltoezichthouders ontbreekt en daarmee houders te maken hebben nu per 1 auUitsluitend tot drie weken voor 17 april verdere professionalisering van het toezicht het onderwijs en wil organiseren waarinin het onderwerp pasook op de consequenties voor de eigen gustus 2014schriftelijk de ‘Wet passend onderwijs’ 2015. Annulering na die en tijdinishet nietprimair mogelijk. instelling en daarmee een bijdrage leveren aan de kwaliteit vankomt. het onderwijs en send onderwijs aan bod Voor de de lokale samenleving. Ook van kracht is geworden U zich altijd laten vervangen door een collega. het van bestuur. De vereniging isdatum opgericht 2004 en telt nu 440 raden en hetin precieze programma kunt is er vaak sprake een zogenaamde enkunt voortgezet onderwijs de samenwerBij tijdige annulering wordt € 95.(excl. van toezicht met meer leden, uit website alle sectoren. u het beste onze in de gaten toezicht’. Op de ALV is dan 2.300 kingsverbanden zijn ingericht. Tijdens deBTW)‘stapeling van administratiekosten rekening gebracht. aangegeven dat met name op het vlak houden. ALV van 17 novemberin 2014 is uitgebreid van governance nog veel onduidelijk is stilgestaan bij de eerste bevindingen van Meer informatie en vragen Wij zijn ook erg benieuwd naar uw met betrekking tot de samenwerkingsde werkgroep. Kijk voor meer informatie op www.vtoi.nl, of stuur ervaringen en opinies. Wij roepen u dan verbanden. Dit blijkt ook uit de regeleen ook op om eventuele vragen, problemen matige voortgangsrapportages passend Zo ise-mail ondernaar
[email protected], gesproken overof deneem contact met de Kok, telefoon 079 363 81 04. onderwijs van de staatssecretaris aan de of ook tips kenbaar te maken, omdat dit groteMelanie bestuurlijke complexiteit en -de wellicht waardevolle informatie is voor Tweede Kamer. zwakke punten in de bestuurlijke inrichandere toezichthouders. Wij zullen deze ting. Veel onderwijsinstellingen hebben informatie in volgende Nieuwsbrieven Deze complexe situatie voor toezichtmet meerdere samenwerkingsverbanmet de leden delen. houders vraagt om een gezamenlijke den te maken. In sommige gevallen aanpak waarin deze vraagstukken met betreft dit een samenwerkingsverband betrokkenen worden besproken. In de in de vorm van een (coöperatieve) verALV is geconstateerd dat de VTOI hierin eniging, in andere gevallen in de vorm bij uitstek een rol kan vervullen. De VTOI van een stichting. De stichting is wel de zal haar rol in dit dossier actief oppakmeest voorkomende vorm, met name ken. Zo zullen onze leden de voortin het voortgezet onderwijs, in mindere gangsrapportages passend onderwijs mate in het primair onderwijs. van het ministerie OCW ontvangen. De VTOI zal bij het ministerie het verzoek Duidelijk is dat veel toezichthouders erg neerleggen om juist ook bovenstaande op afstand staan van de dagelijkse prakontwikkelingen mee te nemen in de tijk in het samenwerkingsverband. Als vereniging voortgangsrapportages. Daarnaast zal het gaat om governance zijn met name de VTOI actief onderzoek (laten) doen en de directeuren dan wel de bestuurders van toezichthouders standpunten publiceren over de juridiaan zet. Dat dit een zekere afhankelijkin onderwijsinstellingen sche aspecten en governance-aspecten heid in informatie (en toezicht) creëert Daniëlle Knieriem van samenwerkingsverbanden. Ook zal van de toezichthouders ten opzichte de VTOI afstemming organiseren tussen van hun bestuurders, is evident. Deze het ministerie, de extern toezichthouafhankelijkheid risico’s met zich Daniëlle Knieriem is beleidsmedewerker Postbus 275 | brengt 2700 AG Zoetermeer der en PO-Raad en VO-raad. De VTOI is mee. Zowel financieel en juridisch als op VTOI.
[email protected]
t 079 363 81 04 | e
[email protected] | i www.vtoi.nl
maart 2015 - 10
De Dag van het Toezicht 2015 vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen
‘Toezichthouder neemt rol in eigen hand’
Vr i j d a g 1 7 a p r i l 2 0 1 5 , 0 9 . 3 0 – 1 7. 0 0 u u r, N B C , N i e u w e g e i n Kamran Ullah Dagvoorzitter Workshops
1. Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? 2. Duaal Toezicht: kunnen externe en interne toezichthouders (meer) gezamenlijk opereren? 3. Vertrouwen en toezicht 4. Integriteit, waarden en normen versus toezicht 5. Communicatie naar binnen en naar buiten 6. Heeft de RvT een eigen rol bij risicomanagement? 7. WRR Rapport: externe verankering 8. De invloed van de toenemende aansprakelijkheid 9. Hoe kan je nu weten of de accountant zijn werk goed heeft gedaan? 10. Wanneer neemt de RvT ruimte voor interventies: wanneer, welke? 11. De schoolorganisatie over 5 tot 10 jaar 12. De invloed van de ontwikkelingsfase van de instelling op de rolinvulling van de toezichthouder 13. (Toezicht op) samenwerkingsverbanden of de transformatie van het sociaal domein 14. Bestuursakkoord PO als onderwerp van gesprek tussen bestuur en toezichthouder 15. Financieel leiderschap in het onderwijs,
De eigen rol oppakken
Jules van Hessen, dirigent
Wie ben ik dat ik dit mag doen? Prof.dr. J.A. van Manen
Inleiding over bestuur en toezicht Mr. A. Oppers
De Dag van het Toezicht ‘De toezichthouder neemt rol in eigen hand’ Waarom? Werken aan de competenties anno 2020 voor de toezichthouder doe je met elkaar. De toezichthouders, uzelf dus met al uw kennis en ervaringen, nemen vandaag hun rol in eigen hand. Want wie is beter in staat vooruit te kijken naar wat uzelf als goed toezichthouder aan competenties in de toekomst nodig hebt. Daarom hebben wij gekozen voor een andere congresopzet dan u gewend bent. De workshops De workshopinleider geeft in het kort de essentie weer van het competentiethema in de context van ‘toezichthouden anno 2020’. Daarna verdiept hij samen met u het thema, mede in verhouding tot de waarde hiervan voor het toezichthouden en ten aanzien van andere competenties. Het resultaat van de workshop bestaat uit conclusies en aanbevelingen die ’s-middags terugkomen in de plenaire zitting. Voor de netwerklunch dirigeert Jules van Hessen u naar uw rol als toezichthouder. Na de lunch presenteren we de resultaten van de workshops in een plenaire zitting. Met elkaar bespreken we enkele aansprekende resultaten, trekken we conclusies en aanbevelingen en werken we gezamenlijk naar een totaal competentieprofiel toe waarmee de VTOI en u verder kunnen.
Programma Congres 17 april 2015 Programma: Vanaf
09.30 uur
09.50 – 10.00 uur 10.00 – 11.15
uur
Opening door dagvoorzitter Kamran Ullah
Start workshops (15 stuks)
– wat is het meest vernieuwende in ……?
11.15
– 11.30 uur
Pauze
11.30
– 12.00 uur
De eigen rol oppakken Jules van Hessen, dirigent
12.00 – 13.15 uur
Netwerklunch
13.15
Presentatie workshops conclusies en stellingen
– 14.30 uur
o.l.v. prof.dr. Goos Minderman en Kamran Ullah
14.30
– 14.45 uur
Pauze
14.45
– 15.15 uur
Wie ben ik dat ik dit mag doen?
15.15
– 15.45 uur
Inleiding over bestuur en toezicht
Vervolgens geven enkele toonaangevende sprekers hun visie daarop. De dag sluiten we af met de netwerkborrel.
Ontvangst
Prof. dr. Jaap van Manen, hoogleraar Corporate Governance, RUG, Partner Strategic Management Centre Laren (boardroom consultants), toezichthouder bij diverse organisaties en bedrijven (o.a. DNB)
Mr. Alida Oppers, directeur-generaal PO en VO, ministerie van OCW 15.45
– 16.00 uur
16.00 – 17.00 uur
Slotwoord van Pieter Hettema, voorzitter VTOI Afsluiting, napraten en netwerken met een hapje en drankje
Thema’s in de workshops: 1.
Wat draagt werken met een toezichtsplan bij aan de kwaliteit van intern toezicht? – drs. Clemens Geenen adviseur, Dyade Dienstverlening Onderwijs
2.
Duaal Toezicht: kunnen externe en interne toezichthouders (meer) gezamenlijk opereren? – prof. dr. Goos Minderman, hoogleraar Public Governance Zijlstra Center, Center for Public Control & Governance, VU
3.
Vertrouwen en toezicht – dr.ir. Frédèrique Six, universitair docent Public Governance VU
4.
Integriteit, waarden en normen versus toezicht – drs. Maarten de Jong, Stichting Stimuleringskader Integere Organisatie
5.
Communicatie naar binnen en naar buiten – drs. Eric Lagerweij, PR & issuemanager, Rabobank Nederland
6.
Heeft de RvT een eigen rol bij risicomanagement? – drs. Erik van Marle, directeur Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement
7.
WRR Rapport: externe verankering – prof. dr. Cor van Montfort, hoogleraar Good Governance, TIAS/ Tilburg University
8.
De invloed van de toenemende aansprakelijkheid – mr. Heske van Eijk van Heslinga, associate partner De Nieuwe Commissaris, commissaris/toezichthouder
9.
Hoe kan je nu weten of de accountant zijn werk goed heeft gedaan? – Jaap Kleijwegt MSc MBA CRMA, consultant BDO
10.
Wanneer neemt de RvT ruimte voor interventies: wanneer, welke? – prof. dr. mr. Leo Witvliet, hoogleraar Strategic Management Nyenrode Business Universiteit, oprichter Institute of Intervention Management
11.
De schoolorganisatie over 5 tot 10 jaar – dr. Olaf McDaniel, managing partner CBE Group
12.
De invloed van de ontwikkelingsfase van de instelling op de rolinvulling van de toezichthouder – prof. dr. ir. Gerda van Dijk, hoogleraar Organisatie Ecologie Tilburg University, directeur-bestuurder Zijlstra Center for Public Control & Governance, VU
13.
(Toezicht op) samenwerkingsverbanden of de transformatie van het sociaal domein – dr. Pieterjan van Delden, Andersson Elffers Felix
14.
Bestuursakkoord PO als onderwerp van gesprek tussen bestuur en toezichthouder – drs. Simone Walvisch, vice-voorzitter PO-Raad
15.
Financieel leiderschap in het onderwijs – dr. Tjerk Budding, hoofddocent Management en Financial Accounting VU
Plaats
NBC Blokhoeve 1 3438 LC Nieuwegein Telefoon: 030-6026900
Kosten
€ 395.- per persoon (excl. BTW) voor leden VTOI en hun bestuurders € 595.- per persoon (excl. BTW) voor niet-leden Bij aanmelding van drie of meer deelnemers van dezelfde organisatie geldt een korting van 15% per persoon.
Aanmelding
U kunt zich aanmelden voor De Dag van het Toezicht 2015, ‘Toezichthouder neemt rol in eigen hand’ • via internet: www.vtoi.nl • per e-mail naar:
[email protected] Na ontvangst van uw aanmelding sturen wij u een bevestiging van uw deelname en een factuur. Uiterlijk op vrijdag 10 april 2015 ontvangt u het definitieve programma, de deelnemerslijst en de routebeschrijving.
Ontwerp: Sigrid Roelofs - creatief & dtp Drukwerk: Romein-Grafisch
Annulering
Uitsluitend schriftelijk tot drie weken voor 17 april 2015. Annulering na die tijd is niet mogelijk. U kunt zich altijd laten vervangen door een collega. Bij tijdige annulering wordt € 95.- (excl. BTW) administratiekosten in rekening gebracht.
De VTOI is de landelijke Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen en behartigt de belangen van de toezichthouders in alle sectoren van het onderwijs. Zij streeft naar verdere professionalisering van het toezicht in het onderwijs en wil daarmee een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs en het bestuur. De vereniging is opgericht in 2004 en telt nu 440 raden van toezicht met meer dan 2.300 leden, uit alle sectoren.
Meer informatie en vragen
Kijk voor meer informatie op www.vtoi.nl, of stuur een e-mail naar
[email protected], of neem contact met Melanie de Kok, telefoon 079 - 363 81 04.
vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen Postbus 275 | 2700 AG Zoetermeer
t 079 363 81 04 | e
[email protected] | i www.vtoi.nl
NIEUWE RUBRIEK
De Dag van het Toezicht 2015
FAQ
Met regelmaat ontvangt het VTOI-bureau vragen van leden, bijvoorbeeld over honorering, arbeidsvoorwaarden of kennisontwikkeling en evaluatie van raden van toezicht. In de rubriek FAQ’s zullen wij deze vragen en antwoorden met u delen. Deze keer gaan de vragen over de honoreringsruimte voor toezichthouders en over de CAO voor bestuurders in het voortgezet onderwijs.
vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen
Honorering van toezichthouders
‘Toezichthouder neemt rol in eigen hand’
‘In december 2014 kreeg ik een krantenartikel onder ogen waarin gesproken werd over de toegenomen verantwoordelijkheid van de raad van toezicht, als gevolg waarvan ook de honorering van toezichthouders omhoog zou gaan. Kunt u mij hierover meer informatie geven?’ Aansluitend bij de toenmalige WNT heeft de VTOI in samenDe WNT2 die december jl. in de Eerste Kamer is aanvaard, Vr iresp. j d avoorzitters g 1 7 a pvan r ide l 2 0 1 5spraak , 0 9met . 3 0de –leden 1 7.een 0 0advies u uopgesteld r, N B Cover , N honorering i e u w e gvan ein bepaalt dat de bezoldiging voor leden toezichthouders van onderwijsinstellingen. In het licht van de hoogste toezichthoudende organen van een rechtspersoon of Kamran Ullahwerkt Dagvoorzitter verhoging van de maximumpercentages, het bestuur van instelling per kalenderjaar niet meer bedraagt dan 10 resp. 15% de VTOI op dit moment aan een hernieuwd advies. Zolang dat van de voor de rechtspersoon of instelling geldende maximale Workshops advies nog niet is vastgesteld, adviseert het bestuur de leden bezoldiging. Voorheen bedroegen deze maxima 5 resp. 7,5%. om de honoraria voor toezichthouders niet aan te passen. Als Wettelijk is er daarmee ruimte gecreëerd om de bezoldiging 1. Wat draagt werken met een het advies eenmaal istoezichtsplan vastgesteld, kan een eventuele verhoging van interne toezichthouders te verhogen. In de memorie van bij aan de kwaliteit van met terugwerkende kracht plaatsvinden. Meer in het algemeen toelichting staat hierover dat de regering van mening is ‘dat de intern toezicht? is het bestuur van de VTOI van mening dat verhoging van het beloningsnormering voor toezichthouders in het semipublieke 2. Duaal Toezicht: kunnen externe honorarium voor toezichthouders op basis van een inhoudeveld in voldoende mate moet corresponderen met een veren interne toezichthouders (meer) lijke argumentatie moet plaatsvinden en altijd in relatie moet antwoord en algemeen gangbaar volume arbeidsuren, dat de gezamenlijk opereren? staan tot de feitelijke werkzaamheden van toezichthouders. functie van lid en voorzitter van een raad van toezicht met zich 3. Vertrouwen en toezicht Het zonder meer benutten van de extra honoreringsruimte die meebrengt. In dat licht bezien acht de regering het verantde WNT2 biedt, acht het bestuur niet wenselijk. woord om voor de beloningsnormering van toezichthouders 4. Integriteit, waarden en normen versus uit te gaan van een tijdsbesteding van zestien uur per maand toezicht voor leden van de raad van toezicht en 24 uur per maand voor 5. Communicatie naar binnen en naar de voorzitter.’
buiten
CAO voor bestuurders in het voortgezet onderwijs
6. Heeft de RvT een eigen rol bij risicomanagement?
‘De huidige bestuurder is in mei 2013 in dienst gekomen. Bij zijn indiensttreding kon hij kiezen onder welke CAO hij wilde vallen: de 7. WRR Rapport: externe verankering ‘algemene’ CAO VO of de CAO voor bestuurders in het VO. Hoe gaat dit in de toekomst, valt de bestuurder dan automatisch onder de 8. De invloed van de toenemende CAO voor bestuurders? Wanneer gaat dit ingevoerd gaat worden?
aansprakelijkheid
De bestuurder heeft in 2013 een arbeidsovereenkomst afgesloten en gekozen voor een van de twee mogelijkheden waarin de CAO voor bestuurders VO destijds voorzag. Destijds hebben de partijen die onderhandelden over de CAO voor bestuurders bewust deze keuzemogelijkheid gecreëerd. Zij wilden een overgangsperiode creëren voor bestuurders die onder de algemene CAO vielen. Het doel van een CAO speciaal voor bestuurders is aan te sluiten bij de veranderende arbeidsmarkt en de daarbij
9. Hoe kan jeUiteindelijk nu wetenisofhet dede accountant passende arbeidsvoorwaarden. bedoeling goed heeft in gedaan? dat er op termijn eenzijn CAOwerk voor bestuurders het voortgezet onderwijs komt. 10. Wanneer neemt de RvT ruimte voor Momenteel vinden deinterventies: eerste gesprekken plaats voor een nieuwanneer, welke? we CAO voor bestuurders in het voortgezet onderwijs. Naar 11. De schoolorganisatie over 5 tot 10 jaar verwachting zal dit proces voor de zomer 2015 zijn afgerond.
12. De invloed van de ontwikkelingsfase van de instelling op de rolinvulling van de toezichthouder 13. (Toezicht op) samenwerkingsverbanden of de transformatie van het sociaal domein 14. Bestuursakkoord PO als onderwerp van gesprek tussen bestuur en toezichthouder 15. Financieel leiderschap in het onderwijs,
STEL UW VRAGEN AAN DE VTOI, De eigen rol oppakken Jules dirigent door e-mail te sturen aan
[email protected]. Wij streven ernaar u zo spoedig mogelijk vanvan eenHessen, antwoord te voorzien.
Wie ben ik dat ik dit mag doen? Prof.dr. J.A. van Manen
Inleiding over bestuur en toezicht11 Mr. A. Oppers
Corporate Governance
2014 | 2015
nctie n verder t nuttig de
Jaarboek
2014 | 2015
e evat rde praktijk, an oets en oard e ce, ol van mmittees.
Daarna volgen drie juridische bijdragen. Jeroen Flemming bespreekt de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders. Hugo Reumkens en Roos van Waaij gaan in op het handelen van de board als er een openbaar bod wordt uitgebracht en Tom Dijkhuizen geeft zicht op het beloningsbeleid dat van zelfregulering naar formele wetgeving gaat.
Corporate Governance
es SM).
ussie.
Boek J aarboek Corporate Governance 2014/2015
Jaarboek
dactie
Boekrecensies
Onder redactie van: Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers Prof. mr. dr. Barbara Bier Prof. dr. Hans van Ees Prof. dr. Muel Kaptein
Het doel van het ‘Jaarboek Corporate Governance’ is iedereen die met vraagstukken rond governance aan de slag is, inzicht te geven in actuele ontwikkelingen. Het jaarboek, waarvan de eerste editie verscheen in 2011, doet dat door visies, informatie en onderzoeksresultaten te bundelen. Editie 2014/2015 opent met een vijftal bijdragen over board dynamics. Kees Cools en Joris van Toor bespreken waarom banken met een goede governance toch zo zwak kunnen zijn. Antoinette Rijsenburg en Harry Commandeur behandelen de oorzaken en gevolgen van narcistische persoonlijkheidstrekken bij bestuurders. Hans de Hoog sluit hier mooi op aan met zijn bijdrage over de wijze waarop bestuurders manipuleren. Erik van de Loo en Jaap Winter hebben het in hun bijdrage over board performance, interactie tussen bestuurders onderling en tussen bestuurders en toezichthouders. Mijntje Lückerath-Rovers gaat in haar bijdrage op zoek naar de effectieve raad van commissarissen. Zij draagt daartoe negen bouwstenen aan: teamrollen, effectiviteit, verleden en toekomst, samenstelling, verantwoording, bestuur en toezicht, taken, bias en zelfevaluatie. Zonder meer bouwstenen, die er toe doen om een ‘high performance board’ te krijgen. Er zijn er meer: visie van de board, waarden en normen en besturings- of toezichtcultuur, doelen van de board en ingezette middelen, leiding, verschillende vormen van diversiteit in het team, teamwork en groepsproces en professionele ondersteuning.
maart 2015 - 12
Aansluitend komen twee bijdragen over governancemodellen aan bod. Michiel Brandjes bespreekt het ‘governance committee’ en Alfred Slager de governance in pensioenfondsen. Daarna volgen drie bijdragen over het snijvlak van extern en intern toezicht. Annick van Gelder brengt de Europese invloed bij het ontwikkelen van een geschiktheidstoets voor bestuurders en toezichthouders voor het voetlicht; Martin de Bree bespreekt de relatie van overheidstoezicht en governance van bedrijven en instellingen, Auke de Bos en Bob Leonards behandelen de relatie van de accountant met bestuur en intern toezicht. Tot slot volgen nog drie thematische artikelen. Marijke Wolfs bespreekt de risico’s van internationale corruptie, Rients Abma volgt net als vorig jaar de ontwikkelingen van en tijdens aandeelhoudervergaderingen en John Hermans behandelt een hyper-actueel onderwerp: cyber security. Zoals gebruikelijk sluit het jaarboek af met de Nederlandse ‘Female Board Index’ (peildatum 31 augustus 2014). Een bundel vol interessante artikelen, met voor elk wat wils, wat onderwerpen betreft actueel en wat inhoud betreft uitermate informatief. Ook dit jaar weer een bundel, die garant staat voor veel lees- en leerplezier. Gelezen: Mijntje Lückerath-Rovers, Barbara Bier, Hans van Ees, Muel Kaptein (redactie) (2014). Jaarboek Corporate Governance 2014/2015. Alphen aan de Rijn: Kluwer.
Boek D e nieuwe voorzitter Het boek stimuleert de lezers de nieuwe stijl van voorzitter voortdurend te spiegelen aan de eigen praktijk. Zelf dacht ik tijdens het lezen dat het belangrijk is, weet te krijgen van elkaars denkbeelden, het zoeken naar het gemeenschappelijke en het afwijkende, de confrontatie daarvan en de weg naar een reeks van mogelijke standpunten, aanpakken en oplossingen om ten slotte daaruit de keuze te maken. Het ‘o-woord’ dat mij daarbij te binnen schoot is ‘ontdekken’, een broertje van het ontwaren in dit boek. Al met al een bijzonder boek, vanwege de geheel nieuwe benadering, die vanuit een brede kennis van besturen en managen is ontwikkeld. Bijzonder ook omdat het geen traditioneel vergaderkundig boek is zoals ‘Van Vree’s Vergaderwijzer’, ‘De jacht op de vergadertijger’ of ‘Korter vergaderen met meer resultaat’, laat staan de ‘how-to’boeken zoals ‘Managing meetings’. Het is geen hoe-te-doenboek, maar vooral een boek dat je aan het denken zet en meeneemt naar een aantal mogelijkheden hoe je het als voorzitter zou kunnen doen. Warm aanbevolen voor voorzitters en al diegenen, die dat willen worden. Vergadertijd is dure tijd. Welbesteed vergaderen, of het nu gaat om brainstormen, reflecteren, informeren, overleggen of beslissen, vraagt om adequate leiding. Maar op vergadergebied is er wel het een en ander aan het veranderen: laptops en andere devices vervangen mappen en ordners, deelnemers zijn niet lokaal aanwezig, virtuele presentaties. Bovendien: traditionele organisaties verdwijnen, ze gaan op in een netwerk van personen, contacten en projecten. Maar ook in die nieuwe situaties zijn er ‘knooppuntmomenten‘ waarop moet worden vergaderd.
Gelezen: Nathalie Vrancken (2015). De Nieuwe Voorzitter. De vijf O’s van succesvol voorzitten. Alphen aan de Rijn: Vakmedianet.
In ‘De nieuwe voorzitter’ maakt Nathalie Vrancken een onderscheid tussen de virtuele en de fysieke vergadering. Bij beide vormen noemt ze voorwaarden. De voorzitter is van doorslaggevend belang voor wat betreft de mate van succes van een vergadering. Vrancken schetst een zevental potentiële valkuilen voor voorzitters, gevolgd door twee valkuilen waar met name de deelnemers attent op moeten zijn. Onder de pakkende titel ‘laat mij de vergadering zien en ik zeg je hoe je organisatie werkt’ gaat Vrancken in op het verband tussen de vergader- en de bedrijfscultuur. Dit vormt de opmaat voor de kern van het boek: de nieuwe stijl van voorzitten, die Vrancken uitwerkt aan de hand van vijf O’s: ontregelen, ontsluiten, ontvouwen, ontwaren en ontwikkelen. Ontregelen en ontwikkelen gelden voor het volledige vergaderproces, terwijl de andere drie o’s tijdens zo’n proces meer in volgorde aan bod komen.
Jacques Gerards
De boekbesprekingen zijn gemaakt door Jacques J.K. Gerards, lid van de raad van advies van de VTOI en directeur van Bureau Bestuurlijk Advies.
13
Opleidingen VTOI 2015 in samenwerking met het Zijlstra Center (VU) In 2014 is de VTOI gestart met een opleidingsprogramma voor leden. Dit programma wordt gecoördineerd door het Zijlstra Center van de Vrije Universiteit en ingevuld door docenten en trainers vanuit verschillende instellingen en universiteiten. Het programma dat tot nu toe is opgezet, is vooral gericht op basisvaardigheden voor leden van de raad van toezicht. Momenteel staan wij voor de opgave het verdiepingsprogramma vorm te geven. Wij zien dat de verdieping om maatwerk vraagt. Wij willen hier invulling aan geven door eerst een reflectiebijeenkomst te laten plaatsvinden van docenten en trainers met een voltallige raad van toezicht, op basis waarvan een programma op maat kan worden opgesteld. Dat betekent naar onze mening niet dat iedereen uit een raad van toezicht hetzelfde programma moeten gaan doorlopen, maar dat iedereen een opleiding kan gaan volgen die past bij zijn of haar eigen behoeften.
Permanente educatie
Wij zijn ook bezig met het opzetten van een programma voor permanente educatie. Dit programma dient twee doelen. In de eerste plaats willen wij een pakket aan opleidingen samenstellen waarvan wij vinden dat iedere toezichthouder dit in ieder geval doorloopt. Daarnaast willen wij het pakket gebruiken om andere dan opleidingen van het Zijlstra Center te kunnen toetsen. Daarmee ontstaan voor onze leden meer mogelijkheden om opleidingen te volgen bij verschillende instellingen. Het systeem voor permanente educatie wordt samen met een groep leden opgesteld.
maart 2015 - 14
Basisaanbod Governance en toezicht
28-04-2015, 15:30 - 20:30 uur
Wat zegt de code werkelijk over goed toezicht en bestuur? Welke achterliggende normen zijn van belang voor het functioneren als toezichthouder, ook met betrekking tot gedrag en besluitvorming? Hoe kunt u de code vormgeven in uw situatie? Inleider: Prof. dr. Goos Minderman (Vrije Universiteit Amsterdam, het Zijlstra Center)
Waardengericht toezicht
12-05-2015, 15:30 - 20:30 uur
Raden werken vanuit waarden zonder die meestal expliciet te formuleren. Welke waarden zijn dat en wat doen we er mee? Waarden als onafhankelijkheid, maatschappelijke betrokkenheid, denominatie: zij bepalen de werkwijze en de richting. Welke waarden zijn van belang en hoe vertalen wij die in de dagelijkse praktijk? Is schaalgrootte en ‘goed toezicht’ ook een waarde? Inleider: Prof. dr. ir. Rienk Goodijk (Tiasnimbas Business School, Universiteit van Tilburg)
Risicomanagement en toezicht
19-05-2015, 15:30 - 20:30 uur
Risicomanagement wordt wel gezien als een van de kerntaken van de raad van toezicht. Een aantal methoden van risicomanagement bij non-profitorganisaties zal worden toegelicht alsmede houding en gedrag van de toezichthouder daarbij. Hoe toetst de raad van toezicht het risicomanagement en welke rol kan de toezichthouder spelen om dit te versterken? Inleider: de heer drs. Eric van Marle (Universiteit Twente)
Financieel Management
24-03-2015 , 15:30 - 20:30 uur 02-06-2015, 15:30 - 20:30 uur
Deze module biedt handreikingen voor het vormgeven van financieel leiderschap in de rol van toezichthouder. Welke vragen zijn essentieel in het beoordelen van het financiële beleid? Wat is de rol van de toezichthouder bij investeringen? Hoe kan de raad van toezicht de accountant inzetten voor het realiseren van strategische doelstellingen? Inleiders: dr. Tjerk Budding (Vrije Universiteit Amsterdam, het Zijlstra Center) en prof. dr. Goos Minderman (Vrije Universiteit Amsterdam, het Zijlstra Center)
Boardroom dynamics
09-04-2015 , 15:30 - 20:30 uur 23-06-2015, 15:30 - 20:30 uur
Deze bijeenkomst staat in het teken van gedragsstijlen en rollen van toezichthouders en de relatie met het college van bestuur. Vanuit groepsdynamica komen vragen aan de orde als: welke processen spelen zich af in de boardroom, in de interactie tussen raad van toezicht en het college van bestuur? Wat kunt u hieraan bijdragen of veranderen? Inleider: prof. dr. Rob van Eijbergen (Rijksuniversiteit Groningen)
Grip op kwaliteit
21-04-2015 , 15:30 - 20:30 uur 16-06-2015, 15:30 - 20:30 uur
Wat is de rol van intern toezicht bij de bewaking en verbetering van onderwijskwaliteit? En hoe weet de interne toezichthouder of het onderwijs ‘goed genoeg’ is? Tijdens deze bijeenkomst wordt ingegaan op de kunst van integraal intern toezicht op het besturen van onderwijskwaliteit, financiën, en personeel en welke risico’s hier kunnen spelen. De vraag naar informatieverwerving komt aan de orde: welke informatie, van wie en waarover, is nodig voor goed intern toezicht op het besturen van onderwijskwaliteit? En over welke kennis en expertise moet het interne toezicht beschikken om de informatie te kunnen beoordelen en er de juiste vragen over te stellen? Inleider: wordt nog bekend gemaakt.
Aanmelden via het secretariaat of www.vtoi.nl
15
Verdiepingbijeenkomsten Nieuw in de raad van toezicht
23-04-2015, 15:30 - 20:30 uur
Om de rol van toezichthouder van een onderwijsinstelling goed te vervullen, is het van belang dit met kennis van zaken, zorgvuldig en op adequate wijze te doen. De raad van toezicht moet vaak complexe afwegingen van het bestuur toetsen, toezicht houden op het functioneren van de onderwijsinstelling, op de kwaliteit van het onderwijs en op de bedrijfsvoering, de bestuurder beoordelen, onder andere als leider en netwerker, en diens arbeidsvoorwaarden bepalen. Van de raad van toezicht wordt verwacht dat ze zowel naar het bedrijfseconomische belang kijkt als naar het brede en vaak complexe maatschappelijk belang. Dit betekent inzicht hebben in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden, functies, taken en rollen van de raad van toezicht en van het bestuur. Hoe kunt u als toezichthouder uw toezicht inrichten en daarover naar de samenleving en de belanghouders transparant zijn? Welke relaties onderhoudt de raad intern en extern? Wat betekent integraal toezicht van een proactieve raad van toezicht? Inleider: de heer Jacques Gerards (Bureau Best°uurlijk Advies)
Werkgeverschap in het onderwijs
21-05-2015, 15:30 - 20:30 uur
De rol van de raad van toezicht als werkgever is erg belangrijk, maar heeft nog niet de aandacht die het verdient. In deze bijeenkomst gaan we in op vragen als: hoe zit de arbeidsrelatie van een bestuurder er precies uit? Is hij betrokken bij de organisatie en hoe toetsen we dat? Hoe bespreken we vanuit de raad van toezicht het persoonlijk functioneren van de bestuurders en niet alleen de (harde) resultaten. Inleider: Bianca Brouwer (Dyade Advies)
Werken met een eigen toezichtskader
11-06-2015, 15:30 - 20:30 uur
Uit onderzoek blijkt dat veel toezichthouders (en bestuurders) behoefte hebben aan ijkpunten voor het uitoefenen van het toezicht. Uitgangspunt van deze workshop is aanvangen met een eigen toezichtskader. Het toezichtskader is ook steeds meer een vereiste: expliciteer hoe je toezicht houdt en waarop. Inleider: Clemens Geenen (Dyade Advies)
Reflectiebijeenkomsten: data op afspraak Het doel van deze bijeenkomsten is specifieke onderwerpen en dilemma’s met elkaar te bespreken en ervaringen uit te wisselen. Het uitwisselen van persoonlijke ervaringen en praktijksituaties levert een meerwaarde naast het verwerven van (vaktechnische) kennis. Deze bijeenkomsten kunnen ook plaatsvinden voor de eigen raad van toezicht (op afspraak) of op basis van open inschrijving. In groepen van maximaal 6 tot 8 toezichthouders wordt dan een aantal onderwerpen en dilemma’s verder uitgediept. Daarbij kunt u denken aan de relatie met de bestuurder, het evaluatieproces van functioneren raad van toezicht, het voren van een ‘lastig gesprek’ en goede informatievoorziening.
‘De risico-management sessie van VTOI op 3 maart werd op inspirerende wijze verzorgd door drs. Erik van Marle. Op systematische wijze heeft hij een aantal belangrijke risico’s in de onderwijssector benoemd waarbij de kleine groep deelnemers prima voorbeelden uit de praktijk aandroeg. Voorspelbare verrassingen zien aankomen vereist zowel kunst als kunde - deze workshop verruimt in ieder geval onze blik op beide.’ ervaring deelnemer
Algemene informatie:
- Alle bijeenkomsten vinden in Utrecht plaats. - Het basisaanbod wordt in serie aangeboden, dus in de maanden januari tot begin april en dan weer vanaf eind april tot eind juni. - De verdiepingscursussen lopen daar doorheen en de reflectiebijeenkomsten zullen op aanvraag georganiseerd worden. De kosten voor deze opleidingen bedragen € 295,- voor leden van de VTOI en € 350,- voor niet-leden. Bij alle prijzen zijn documentatie en catering inbegrepen. Naast de opleidingen worden in het voorjaar van 2015, zoals u van ons gewend bent, een aantal regionale themabijeenkomsten gehouden waarin actuele onderwerpen worden aangeboden.
Annuleringsregeling Annuleren dient schriftelijk te geschieden of per e-mail. Vanaf een maand tot twee weken voor aanvang van de bijeenkomst brengen wij 25% van de kosten in rekening en bij annulering korter dan twee weken voor aanvang van de bijeenkomst 100% van de kosten. Bij verhindering kunt u zich laten vervangen. Het Zijlstra Center behoudt zich het recht voor de datum van de bijeenkomst, de locatie of de kosten te wijzigen. Een inschrijving kan in dat geval kosteloos worden geannuleerd. Aanmelden via het secretariaat of www.vtoi.nl
maart 2015 - 16
VTOI publicaties Honorering van toezichthouders van onderwijsinstellingen 2013
Een advies voor het honoreren en verstrekken van onkostenvergoedingen voor alle toezichthouders. Prijs leden gratis Prijs niet-leden € 9,95
*Referentiekader voor de toezichthouders in het onderwijs
Advies van de commissie-Huisman betreffende handvatten, richtlijnen en ontwikkelingen over het toepassen van governance binnen onderwijsinstellingen. Prijs leden gratis Prijs niet-leden € 9,95
*Functioneren in de raad van toezicht in een onderwijsinstelling, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, positie, taken en rol(len) van de raad van toezicht
Bij aanvang lidmaatschap gratis. Prijs extra exemplaren leden gratis Prijs niet-leden € 9,95
Reglementen raad van toezicht, college van bestuur en klokkenluidersregeling
Prijs leden gratis Prijs niet-leden € 14,95
Checklist verantwoording raad van toezicht jaarverslag
Prijs leden gratis Prijs niet-leden € 4,95
*Medio april 2015 is de nieuwe versie beschikbaar.
17
Van de bestuurstafel Op 9 februari is een extra algemene ledenvergadering gehouden als vervolg op de vergadering van 17 november 2014. Aan de orde kwamen de volgende zaken: • De notitie van de Commissie Principes Goed Bestuur, ingesteld op 17 november. De notitie gaat in op een aantal zaken als: - Het vastleggen van bepaalde principes van goed bestuur in de statuten en het huishoudelijk reglement. O.a. de voorzitter wordt in functie gekozen door de ALV; de onverenigbaarheid functie bestuurder bij een onderwijsinstelling met het bestuurslidmaatschap VTOI; het maken van een voorbehoud van een zwaarwegende beleidsopvatting van een bestuurslid, met de mogelijkheid dit voor te leggen aan de ALV. - In het huishoudelijk reglement o.a. het tegenstrijdig belang; klachtenprocedure; informatieprotocol hoofd- en nevenfuncties; vaste vergoeding voor bestuursleden. - De toepassing van de filosofie (collegiaal bestuur op hoofdlijnen) van goed bestuur en de overgang van een uitvoerend bestuur naar voorwaardenscheppend en beleidsbepalend bestuur. - Het elkaar aanspreken van elkanders aandachtsgebieden. - Een morele gedragscode. • De notitie door de leden met voorgestelde aanpassingen is goedgekeurd. • De Commissie Principes Good Governance is door de leden gedechargeerd. • Op de ALV van 15 juni 2015 de aangepaste statuten en huishoudelijk reglement aan de leden ter vaststelling voor te leggen. • De voorzitter heeft bekend gemaakt dat hij niet voor een tweede termijn als voorzitter beschikbaar is i.v.m. het grote tijdsbeslag van de functie. • De penningmeester is niet herkiesbaar omdat zijn huidige termijn als bestuurslid afloopt. • Met de voordracht van het bestuur de heer Ir. F. van Kampen als interim bestuurslid te benoemen, is ingestemd. • Een voordrachtcommissie wordt ingesteld onder leiding van de heer Van Kampen en belast met de opdracht drie nieuwe bestuursleden te werven. Op de bestuursvergadering van 4 maart jl. is besloten: • De notitie Goed Bestuur vast te stellen en op de website te plaatsen. • Het profiel van de voorzitter en leden vast te stellen en voor te leggen aan de leden (ledenraadpleging). • Medio mei de voordracht gereed te hebben voor de benoeming van de voorzitter en twee bestuursleden. • Het contract met het huidige bureau (M&T partners) te verlengen voor een periode van vier jaar. • Het bestuur gaat zich beraden op de rol van de raad van advies.
Agenda vergaderingen bestuur en ALV 2015 23-03-2015 12-05-2015 07-09-2015 26-10-2015
Bestuursvergadering en Raad van Advies Bestuursvergadering en Beleidsmiddag Bestuursvergadering Bestuursvergadering en Raad van Advies
15-06-2015 16-11-2015
Algemene Ledenvergadering, Utrecht Algemene Ledenvergadering, Utrecht
Interessante links
Nieuwe leden vanaf 1 januari 2015 PO: • Borgesiusstichting te Oudenbosch; • Stichting Veldvest te Veldhoven; • Stichting Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht; • Groningse Schoolvereniging te Groningen; • Stichting Katholiek Onderwijs Pijnacker; VO: • Stichting VO Amsterdam-Zuid; • Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Roosendaal;
• Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Tilburg; • Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen; • Katholieke Scholengemeenschap De Breul te Zeist; VO/MBO: • Stichting Nordwin College te Leeuwarden; MBO: • Stichting ROC TOP te Amsterdam;
SAVE THE DATE
VTOI-congres 2015 Op vrijdag 17 april 2015 vindt het jaarlijks VTOI-congres plaats in het NBC te Nieuwegein. Meld u aan via www.vtoi.nl. Het thema is Toezichthouders nemen hun rol in eigen hand.
• PO Raad, www.po-raad.nl • VO Raad, www.vo-raad.nl • VGS, vereniging voor gereformeerd schoolonderwijs, www.vgs.nl • Algemene Onderwijsbond AOb, www.aob.nl • Vereniging Katholiek Onderwijs, www.vkonet.nl • Bond Katholiek Beroeps- en Voortgezet Onderwijs, www.bondkbvo.nl • Verenigde Bijzondere Scholen, www.vbs.nl • Vereniging Openbaar Onderwijs, www.voo.nl • MBO Raad, vereniging van mbo scholen, www.mboraad.nl • ROC, www.roc.nl • Vereniging Hogescholen www.vereniginghogescholen.nl • VSNU, vereniging van universiteiten, www.vsnu.nl • Inspectie van het Onderwijs, www.onderwijsinspectie.nl • SchoolManagementTotaal, SDU, www.schoolmanagementtotaal.nl • Onderwijsbestuurdersvereniging VO, www.onderwijsbestuurdersvereniging.nl • Alle overige links in het onderwijs en aanverwante velden: Ministerie van OCW, www.rijksoverheid.nl • Landelijke Studenten Vakbond www.lvsb.nl • VOS/ABB, vereniging bestuur en management van het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. www.vosabb.nl • Landelijke Ouderraad. www.loraad.nl
Ondersteuning door VTOI De VTOI biedt leden deskundige ondersteuning aan bij vraagstukken die te maken hebben met het werkveld van de vereniging. U kunt daarbij denken aan: • beleid en strategie, wat is mijn rol als toezichthouder en bestuurder • begeleiding en advies bij de transitie van directie/bestuur naar college van bestuur/ raad van toezicht • begeleiding en advies bij het samenstellen van de Raad van toezicht, het college van bestuur en de directie • mediation bij (arbeids)conflicten • juridische ondersteuning • evaluatie functioneren raad van toezicht • begeleiding van bestuurlijke processen bij fusies en reorganisaties • incompany trainingen en cursussen.
19
Bestuur
Pieter Hettema, voorzitter Ruud Nijhof, plv. voorzitter Paul Slier, penningmeester Lia Burgers, lid Arno Geurtsen RC, lid Joke Hubert, lid
Raad van Advies Pim Breebaart Joris Backer Jacques Gerards Edith Hooge Saskia Laseur-Eelman Kees Mouwen Hans Strikwerda
Directeur Bureau VTOI Ton du Burck
Bureau VTOI
Voor ledeninformatie, bestellingen, ondersteuning en aanmeldingen van bijeenkomsten: Patricia Odijk, Mariska Kerkvliet en Daniëlle Knieriem Postbus 275 2700 AG Zoetermeer Telefoon: 079 – 363 81 04 Fax: 079 – 363 81 05 E-mail:
[email protected] Website: www.vtoi.nl
vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen Röntgenlaan 19 | 2719 DX Zoetermeer t 079 363 81 04 | f 079 363 81 05
e
[email protected] | i www.vtoi.nl
Het VTOI-lidmaatschap biedt u de volgende voordelen: • De VTOI is met meer dan 2.350 leden het grootste landelijk netwerk van toezichthouders in het onderwijs. • Hier krijgt u de antwoorden op vragen zoals hoe een toezichthouder dient te functioneren. • U deelt met toezichthouders uit het hele land en uit verschillende sectoren ervaringen en vindt oplossingen. • Hier vindt u antwoorden op vragen zoals: Hoe realiseert u maatschappelijke, onderwijsinhoudelijke en bedrijfsmatige doelen? Hoe controleert u dat? Hoe beoordeelt u de daarbij horende prestaties en resultaten? Wat zijn de risico’s? Wat wordt er van u verwacht als werkgever van het bestuur en hoe ‘stuurt’ u daarin? Hoe gaat u om met stakeholders? Hoe komt u er achter wat er leeft in de organisatie? Welke handvatten en beloningsrichtlijnen zijn er voor de toezichthouder? En ook hoe staat het met uw eigen functioneren als toezichthouder en raad en wat is nodig voor een goed team van toezichthouders? Het zijn enkele vragen waarop de toezichthouder het antwoord moet weten en waarvoor de VTOI antwoorden heeft. • Daartoe biedt de VTOI u advies, ondersteuning en opleiding. • En u als lid geniet kortingen op workshops, trainingen, cursussen, themabijeenkomsten, congressen en publicaties. De contributiesystematiek voor 2015 is: • Lidmaatschap voor de gehele raad van toezicht (raadlidmaatschap) bedraagt € 1.250,-. • Lidmaatschap voor de gehele raad van toezicht (raadlidmaatschap) voor alle instellingen met minder dan 500 leerlingen bedraagt € 625,-. Scholen en instellingen waarvan de raad van toezicht lid is van de VTOI die informatie van de vereniging wensen te ontvangen, kunnen zich als bestuurssecretariaat opgeven bij de VTOI. Zij ontvangen dezelfde informatie als de raad van toezicht, uitgezonderd de stukken welke specifiek voor leden zijn bestemd.
Colofon
Uitgave van Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen, Zoetermeer Oplage: 3.250 Redactie/eindredactie: Redactiecommissie VTOI: Raymond Blessing, Ton du Burck en Arie Olthof (eindredacteur) Bijdragen van: Ton du Burck, Jacques Gerards, Pieter Hettema, Daniëlle Knieriem, Arie Olthof, Pieter Huisman, Rick de Wit, Nico van Zuylen en Bureau VTOI Ontwerp: Sigrid Roelofs - creatief & dtp Fotografie: VTOI en Shutterstock.com Drukwerk: Samplonius & Samplonius - Berkel en Rodenrijs