Oisterwijk Kom Moergestel
bestemmingsplan
rboi adviseurs ruimtelijke ordening
Oisterwijk Kom Moergestel
bestemmingsplan
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.0824.BPKomMoergestel-0003
05-03-2012 22-10-2012 27-06-2013
voorontwerp ontwerp vastgesteld
projectnummer:
0824.008793.00 opdrachtleider:
opdrachtgever:
ing. J.C.C.M. van Jole
gemeente Oisterwijk
(%
5%2,0LGGHOEXUJEY
! "#$ %$ & '
© RBOI - Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, micro*lm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI - Middelburg bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
3
Inhoudsopgave
Toelichting Hoofdstuk 1
7 Een nieuw bestemmingsplan
9
1.1
Waarom is een nieuw bestemmingsplan nodig?
9
1.2
Welke gebieden zijn er in Moergestel te onderscheiden?
9
1.3
Wat zijn de hoofddoelstellingen van het nieuwe bestemmingsplan?
14
1.4
En de andere bestemmingsplannen van de gemeente Oisterwijk?
15
Hoofdstuk 2 2.1
Uitgangspunten bestemmingsplan
17
Wat zijn de accenten in het nieuwe bestemmingsplan? Wat gaat er veranderen?
17
2.2
Hoe wordt omgegaan met veranderingen in het centrumgebied?
18
2.3
Welke bouwmogelijkheden worden in Moergestel geboden?
19
2.4
Hoe wordt omgegaan met andere activiteiten in woningen en de verspreide functies?
20
Hoe wordt omgegaan met water, groen, de openbare ruimte en archeologie?
21
2.5
Hoofdstuk 3
Bestemmingen
23
3.1
Het bestemmingsplan is digitaal
23
3.2
Hoe kan het bestemmingsplan worden geraadpleegd?
23
3.3
Agrarisch
24
3.4
Bedrijf
25
3.5
Bedrijventerrein
27
3.6
Bos
31
3.7
Centrum - 1
32
3.8
Centrum - 2
35
3.9
Gemengd
37
3.10
Gemengd - Horeca
39
3.11
Gemengd - Voorzieningen
41
3.12
Groen
43
3.13
Recreatie – Dagrecreatie
44
3.14
Recreatie - Verblijfsrecreatie
45
3.15
Sport
46
3.16
Verkeer
47
3.17
Water
48
3.18
Wonen - Bungalows en villa's
49
3.19
Wonen - Woningen
51
3.20
Wonen - Woonwagens
54
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
4
Hoofdstuk 4
Dubbelbestemmingen en overige bepalingen
55
4.1
Leidingen
55
4.2
Waarde - Archeologie
56
4.3
Waarde - Beschermd dorpsgezicht
58
4.4
Waarde - Cultuurhistorie
59
4.5
Waterstaat
59
4.6
Algemene regels
59
4.7
Overgangs- en slotbepalingen
60
Hoofdstuk 5
Handhaving
63
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid
65
6.1
Economische uitvoerbaarheid
65
6.2
Wat ging er aan de procedure van het bestemmingsplan vooraf
65
6.3
Hoe verloopt de procedure?
66
Bijlagen: Bijlage 1
Achtergronden van het bestemmingsplan
Bijlage 2
Toelichting op de Staat van Activiteiten
Bijlage 3
Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 4
Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 5
Toelichting op bijzondere woonvormen
Bijlage 6
Beschermd dorpsgezicht Kom Moergestel
Bijlage 7
Eindverslag inspraak, vooroverleg en wijzigingen
Bijlage 8
Kwantitatieve risicoanalyse PRB-leiding
Bijlage 9
Herprogrammering woningbouw gemeente
Bijlage 10
Raadsbesluit en nota zienswijzen en raadsbesluit werkdocument
Regels
71
Hoofdstuk 1
Inleidende bepalingen
73
Artikel 1
Begrippen
73
Artikel 2
Wijze van meten
83
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
85
Artikel 3
Agrarisch
85
Artikel 4
Bedrijf
89
Artikel 5
Bedrijventerrein
95
Artikel 6
Bos
101
Artikel 7
Centrum - 1
103
Artikel 8
Centrum - 2
109
Artikel 9
Gemengd
115
Artikel 10
Gemengd - Horeca
121
Artikel 11
Gemengd - Voorzieningen
128
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
5
Artikel 12
Groen
132
Artikel 13
Recreatie - Dagrecreatie
134
Artikel 14
Recreatie - Verblijfsrecreatie
136
Artikel 15
Sport
142
Artikel 16
Verkeer
144
Artikel 17
Water
145
Artikel 18
Wonen - Bungalow en Villa's
146
Artikel 19
Wonen - Woningen
151
Artikel 20
Wonen - Woonwagens
158
Artikel 21
Leiding - Hoogspanningsverbinding
160
Artikel 22
Leiding - Koolwaterstof
162
Artikel 23
Leiding - Riool
164
Artikel 24
Waarde - Archeologie - 1
166
Artikel 25
Waarde - Archeologie - 3
169
Artikel 26
Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
172
Artikel 27
Waarde - Cultuurhistorie
173
Artikel 28
Waterstaat
175
Hoofdstuk 3
Algemene regels
177
Artikel 29
Antidubbeltelbepaling
177
Artikel 30
Algemene bouwregels
178
Artikel 31
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
180
Artikel 32
Algemene aanduidingsregels
181
Artikel 33
Algemene afwijkingsregels
182
Artikel 34
Algemene wijzigingsregels
183
Artikel 35
Overige regels
184
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
185
Artikel 36
Overgangsrecht
185
Artikel 37
Slotregel
187
Bijlagen bij regels Bijlage 1
Staat van Activiteiten
Bijlage 2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Bijlage 3
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
Bijlage 4
Staat van Horeca-activiteiten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
6
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
toelichting
8
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
9
Hoofdstuk 1
Een nieuw bestemmingsplan
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan De gemeente Oisterwijk is gestart met het actualiseren van haar bestemmingsplannen. Eén van die bestemmingsplannen is Kom Moergestel.
1.1 y
y y
Waarom is een nieuw bestemmingsplan nodig?
Voor Kom Moergestel geldt een bestemmingsplan uit 1996, in 1994 was het bestemmingsplan Papenacker II al vastgesteld en voor het bedrijventerrein De Sonman vigeert een bestemmingsplan uit 2002. Wettelijk gezien moet het bestemmingsplan om de tien jaar worden geactualiseerd. Met de actualisering kunnen nieuwe initiatieven/aanvragen, zoals sommige functieveranderingen, en regelingen worden ingepast. Tevens kan sneller medewerking worden verleend op basis van een actuele visie en inzichten. Het nieuwe bestemmingsplan wordt digitaal gemaakt. Dat betekent dat het bestemmingsplan overal op internet kan worden geraadpleegd, op ieder gewenst moment. Het gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie kunnen inwoners, instanties en bedrijven met het nieuwe bestemmingsplan beter en sneller van dienst zijn. Blijft dat naast allerlei digitale raadpleegsystemen, het altijd nuttig is initiatieven en plannen in een vroegtijdig stadium met de gemeente te bespreken.
1.2
Welke gebieden zijn er in Moergestel te onderscheiden?
Ruimtelijke structuur en opbouw Moergestel y De kern Moergestel is een complete kern. Alle soorten gebieden komen er voor: centrum, lintbebouwing, woongebieden, bedrijventerreinen en een sportcomplex. y Het centrumgebied ligt rond het Sint Jansplein. In dit gebied worden veranderingen voorzien. De herontwikkeling van het Avangterrein is hier een voorbeeld van. Voor de herontwikkeling is een integrale visie vastgesteld. y Rondom het centrum liggen de woongebieden. Het villa- en bungalowgebied aan de Van Rijckevorsellaan heeft een specifieke woonkwaliteit. Het woonzorgcentrum Stanislaus is markant. y Het oudere bedrijventerrein Stokeind is aan de noordzijde gelegen. Zuidelijk van de Akkerweg is de oorspronkelijke bedrijvenconcentratie uitgegroeid tot een volwaardig bedrijventerrein De Sonman, waarbij de kwaliteit onderscheidend is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
10
y
Het sportcomplex en camping De Bosfazant zorgen voor een recreatieve en groene afronding van de noordkant van Moergestel. In deze omgeving liggen ook agrarische gronden en bospercelen.
y
De ruimtelijke opbouw van de kern wordt hoofdzakelijk bepaald door het centraal gelegen St. Jansplein en de oude ontsluitingswegen die hier samenkomen. Deze oude wegen vormen van oudsher de verbinding van de kern Moergestel met Tilburg (Rootven-Tilburgseweg), Oisterwijk (Oisterwijkseweg), Oirschot (Raadhuisstraat-Oirschotseweg) en Diessen/Hilvarenbeek (Schoolstraat). Het bochtige tracé van deze wegen, de inrichting van de ruimten, de in functie en vorm gevarieerde lintbebouwing en de geleidelijk afnemende dichtheid van de bebouwing zijn de belangrijkste kenmerken. Het St. Jansplein vormt het zwaartepunt van de kernstructuur. Door de centrale ligging, de schaal van de open ruimte en de dominante situering van de kerk bepaalt dit plein in belangrijke mate het ruimtelijke beeld van de kern. Aan de oude doorgaande lintwegen liggen enige zijwegen die vroeger uitlopers van de kern vormden maar waar, met uitzondering van de Postelstraat, nauwelijks voor het midden van deze eeuw lintbebouwing heeft plaatsgevonden. Deze oude zijwegen Postelstraat, Kloosterlaan en Krijtestraat zijn voor de naoorlogse uitbreidingen structuurvormende elementen geworden. Voor de hoofdstructuur zijn deze straten van ondergeschikt belang. Andere lineaire structuurelementen zijn daarentegen wel bepalend voor de ruimtelijke hoofdstructuur. Het betreft de rivier de Reusel, de Akkerweg en Rijksweg A58. De kruisingen van deze lijnvormige elementen met de oude lintwegen vormen bijzondere knooppunten met een specifieke inrichting. De randen van de kern vormen een karakteristiek element. Opvallend is de scherpe overgang van de kern naar het open buitengebied. Met name de brede oeverstroken langs de Reusel in samenhang met grootschalige groenvoorzieningen (sportvelden, camping en
y
y
y
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
11
y
y
y
klooster) vormen een markante noord- en oostgrens. Langs de Scheerman is het open gebied direct waarneembaar. Aan de westzijde vormt de Akkerweg een enigszins vergelijkbare rand. De Akkerweg fungeert als kernrand. Buiten deze grens liggen enige duidelijk begrensde en naar binnen gerichte gebieden, gekoppeld aan de uitvalswegen (Groot Bungalowpark, de Hoefkens, De Sonman). Verspreid over de kern liggen enige gebouwen die door hun hoogte of massa en de situering binnen de ruimtelijke hoofdstructuur belangrijke oriëntatiepunten vormen (kerktoren, molen). Onopvallend maar zeer waardevol binnen de ruimtelijke structuur is het (restant van) het voormalig kerkepad bestaande uit Torenpad, Pastoorspaadje en Simonnepaadje. Voor het Pastoorspaadje is de procedure voor aanwijzing tot monument afgerond.
Binnen de aangegeven ruimtelijke hoofdstructuur zijn diverse deelgebieden te onderscheiden met bepaalde gebiedseigen kenmerken in relatie tot de functie of stedenbouwkundige opzet van het gebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
12
St. Jansplein y Het plein bestaat uit een grote open driehoekige ruimte, waarbij de kerk een deel van het plein als blikvanger vult. y Er zijn in plannen opgesteld voor verbetering van de kwaliteit van het plein. Oude linten y Het profiel van oude linten past goed in het dorpskarakter door de gedifferentieerde opbouw en boombeplanting. y De overgangen tussen het centrumgebied en de uitlopers van de linten zijn duidelijk door de sfeerverschillen, profielversmalling, verdichting van de bebouwing en functieverandering. y Over het algemeen is de bebouwing langs de linten gevarieerd. Eén gebied is zeer homogeen van bebouwingswijze, namelijk de villa's langs de Raadhuisstraat.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
13
Woongebied Kloosterlaan y De woonbuurt valt uiteen in drie delen, waarbij de Kloosterlaan in beide richtingen de globale scheidslijn vormt. y Door de grote lengte, stevige laanbeplanting en de situering van bijzondere gebouwen hieraan bepaalt deze straat het beeld. y Van de drie deelgebieden vertoont het noord-westelijk deel weinig samenhang. y Het westelijk deel kent een blokverkaveling met voornamelijk geschakelde woningen. Het oostelijk deel heeft een strakke, ruime opzet met veel groen en vrijstaande woningen. Woongebied Oostelvoort y Deze nieuwbouwwijk bevat veel rijen- en geschakelde bebouwing. De opzet bestaat uit een hoofdcircuit waaraan lussen zijn gekoppeld. Elke lus bevat een cluster met een centraal pleintje. y Het complex ouderenwoningen aan de Reusel vormt het ruimtelijk zwaartepunt. Voor hergebruik van de locatie worden initiatieven ontwikkeld en gesprekken gevoerd. Woongebied Achterbos y Deze oudere buurt heeft een groen karakter door de stevige laanbeplanting en de tuinen van grote percelen. y De Postelstraat heeft een gemengd bebouwingspatroon. De witte villa (voormalige pastorie) is zeer beeldbepalend. y Aan de Boslaan liggen diverse voorzieningen en woningen op ruime percelen, die een goede overgang vormen van de kern naar de Reusel. Woongebied Heivelden y Deze wat oudere buurt bestaat uit een rechthoekig verspringend stratenpatroon. Aan de oostzijde liggen de woningen met de achterzijde naar de straat dan wel de Reusel zodat vanaf de straat vrij zicht is op het open landelijk gebied y Ook de zuidrand is open gehouden. Hier zijn de woningen wel op de straat georiënteerd. Woongebied Prinsessenbuurt y Deze grote woonbuurt heeft drie deelgebieden met een eigen karakter. De Krijtestraat en de Prinses Margrietstraat/Pastoor Janssenstraat vormen structuurbepalende wegen in de buurt. y Het noord-oostelijk deel bevat lange rechte stroken met geschakelde woningen. y Het zuidelijk deel is kleinschaliger door de korte straten en de pleintjes. De bebouwing is gevarieerd. y Het noord-westelijk deel bestaat voornamelijk uit villa's op grote percelen. Woongebied Groot Bungalowpark y Deze villabuurt bestaat uit zeer grote kavels. Door de dichte beplanting langs de wegen en op de percelen heeft de buurt een zeer groen karakter. Losstaande bijgebouwen ontbreken. y De buurt oogt als een bos met enige woningen op open percelen. Door het licht slingerende wegenpatroon heeft de buurt een zeer besloten karakter. Het groene karakter van de voortuinen draagt bij aan het ruimtelijk beeld. Woongebied De Hoefkens y Deze oksel tussen de Tilburgseweg en de Akkerweg heeft een amorfe structuur. De enige ontsluiting vertakt zich in doodlopende straten. y De binnenrand bevat lage woningen, de buitenrand bestaat uit geschakelde en vrijstaande woningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
14
Woongebied Papenacker y Het woongebied Papenacker is een inbreiding die de afgelopen tien jaar is gerealiseerd. y Het stratenpatroon komt overeen met aangrenzende delen van Moergestel. y Per straatwand is gekozen voor een bepaalde woningtypologie en architectuur van de woningen. y Door de stedenbouwkundige opzet is er sprake van samenhang in het bebouwingsbeeld, waarbinnen een gevarieerd woongebied is ontwikkeld. Bedrijventerrein Stokeind y Dit bedrijventerrein heeft een kleinschalig karakter door de lineaire ordening langs een slingerende ontsluitingsweg en het vele groen rond de bedrijfswoningen. y Doordat de bedrijfsgebouwen veelal achter de woningen liggen is het groene beeld overheersend. Het smalle wegprofiel kan voor vrachtverkeer problemen geven. y Aan de oostzijde heeft een groot deel nog een agrarisch gebruik. Het in agrarisch gebruik zijnde gebied aan de oostzijde is door de omvang en ligging naast camping en kloosterterrein van betekenis voor de relatie met het buitengebied. Dit penetreert als een soort groene long tot midden in het bedrijventerrein. Bedrijventerrein De Sonman y Het bedrijventerrein De Sonman vindt de oorsprong nabij het knooppunt Akkerweg-Schoolstraat-A58. In dat gedeelte is sprake van reeds lang bestaande bedrijfsgebouwen, die het perceel in grote mate vullen. Hierdoor is het een dichtbebouwd gebied. De bedrijfswoningen verzachten het beeld enigszins. y Markant is het nieuwe gedeelte van het bedrijventerrein. Een gebogen verkeersstructuur zorgt voor een afwisselend beeld. Door de nadruk die is gelegd op beeldkwaliteit, heeft dit terrein een onderscheidende en eigentijdse uitstraling. y Tussen de A58 en het bedrijventerrein is een specifieke groenstructuur aangebracht. Groen- en waterpartijen wisselen elkaar af. De groenstructuur maakt deel uit van de verkaveling. Vanaf de A58 gezien wordt het beeld van bedrijfsgebouwen passend afgewisseld met groene ´longen´. Dat is ook beleefbaar in het gebied zelf. Dit vormt een belangrijke kwaliteit van het bedrijventerrein.
1.3 Wat zijn de hoofddoelstellingen van het nieuwe bestemmingsplan? y y
y
y
Het hoofddoel van de nieuwe bestemmingsplannen is om te voldoen aan de wettelijke verplichting op 1 juli 2013 de beschikking te hebben over actuele bestemmingsplannen. Het nieuwe bestemmingsplan is conserverend van aard. Uitgegaan wordt van het bevestigen van de bestaande situatie, waarbij op perceelsniveau gebruiks- en bouwmogelijkheden worden geboden die ruimte geven aan de wensen van deze tijd. Voorbeelden zijn enigszins verruimde erfbebouwingsmogelijkheden en het toestaan van een grotere diversiteit aan activiteiten vanuit het huis. Op de bedrijventerreinen zijn mogelijkheden voor intensivering van betekenis, zoals die voortvloeien uit de structuurvisie voor de bedrijventerreinen en de daarbij behorende ruimteplanner (gericht op optimalisering voor grondgebruik). Uitsluitend de veranderingen waarvoor de procedures zijn gevoerd, worden in het nieuwe bestemmingsplan verwerkt. Indien rekening zou worden gehouden met uiteenlopende veranderingen en dus een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan, dan zijn aanzienlijk meer geld en tijd nodig voor de actualiseringsoperatie. Dat is geen optie. Voor ieder gebiedstype wordt een 'eigen bestemming' opgenomen. Zo krijgen burgers en anderen direct inzicht in de gebruiks- en bouwmogelijkheden in hun gebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
15
1.4 En de andere bestemmingsplannen van de gemeente Oisterwijk? y y
y
Voor het buitengebied is een nieuw bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld (2011). Een nieuw bestemmingsplan voor de verblijfsrecreatieterreinen is in procedure. Daarnaast doorlopen bestemmingsplannen voor het bedrijvenpark Laarakkers, het bedrijventerrein Kerkhoven, de woongebieden in Oisterwijk en voor het centrum van Oisterwijk momenteel de procedure. Binnen enkele jaren beschikt de gemeente Oisterwijk over geheel nieuwe, digitale bestemmingsplannen die voldoen aan de meest recente inzichten en wettelijke vereisten. Nog belangrijker is dat de gemeente bewoners, bedrijven en gebruikers beter en sneller van dienst kan zijn met wensen en plannen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
16
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
17
Hoofdstuk 2
Uitgangspunten bestemmingsplan
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
2.1 Wat zijn de accenten in het nieuwe bestemmingsplan? Wat gaat er veranderen? y
y
y
y
y
In het centrumgebied wordt een algemene centrumbestemming opgenomen, zodat uitwisseling van functies direct tot de mogelijkheden behoort. Op de verdieping is alleen wonen toegestaan. Voor de woongebieden wordt nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden voor enige verruiming van de erfbebouwing of oppervlakte van gebouwen in totaliteit op een perceel. In een woning zullen meer activiteiten worden toegestaan dan voorheen, wel met behoud van de woonfunctie. Ruimte wordt geboden voor mantelzorg. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund. Voor de verblijfsmogelijkheden van arbeidsmigranten is het beleid gericht op individuele afweging van situaties. Dit geldt ook voor kamerverhuur. Afweging vindt plaats in het kader van de kruimelgevallenregeling als bedoeld in het Bor. De regeling zorgt ervoor dat deze functies in beginsel zijn uitgesloten. Reden hiervoor is dat bij deze woonvormen de druk op het gebied groter is dan bij reguliere woningen. Voor de verspreide winkels, kantoren en vergelijkbare functies worden direct vervangende functies toegestaan. De oorspronkelijke mogelijkheden via vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden worden grotendeels direct toegestaan in de vorm van gemengde bestemmingen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
18
y
y
y y
Voor enkele locaties zijn plannen voor nieuwbouw in een vergaand stadium uitgewerkt. Deze worden in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Plannen waar een uitgebreide planvorming en procedure aan vooraf zijn gegaan blijven buiten dit bestemmingsplan, worden niet opnieuw in procedure gebracht. Voorbeelden hiervan zijn de woningbouwontwikkelingen op het Avangterrein en aan De Scheerman. In het bestemmingsplan worden ruimere mogelijkheden geboden voor logies en ontbijt door het toestaan van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden. Een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan. Bouwregels worden opgenomen in tabellen. Tabellen bieden direct overzicht, zorgen voor minder regels, meer eenduidigheid en voorkomen interpretatiediscussies over bouwregels. De oorspronkelijk opgenomen afwijkingsregels die vaak werden toegepast, zoals voor grotere erfbebouwing, worden omgezet als direct bouwrecht. Andere regels waaraan geen directe behoefte bestaat, zijn vervallen.
2.2 Hoe wordt omgegaan met veranderingen in het centrumgebied? y
De bestaande winkelstructuur rondom het Sint Jansplein wordt behouden. De bestemmingsregeling zal voorzien in de mogelijkheid voor uitwisseling van functies op een perceel, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Gekozen wordt voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen in twee bestemmingen Centrum-1 en Centrum-2. De eerste centrumbestemming is voor het kernwinkelgebied opgenomen. De bestemming Centrum-2 is voor de aanloopstraten gekozen. In het kernwinkelgebied ligt het accent op het toestaan van functies met een baliefunctie: winkels, dienstverlening en horeca, maar geen kantoren. In de aanloopstraat gaat het om winkels, dienstverlening en
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
19
y
y
y
ook kantoren, maar geen horeca (ter voorkoming van overlast ter plaatse en versterking van het karakter van het kernwinkelgebied). Supermarkten zijn hier ook uitgezonderd. Wonen, met name op de verdieping, is belangrijk in het centrumgebied. Dit zorgt voor leefbaarheid, ook 's avonds. De eerste stappen voor herstructurering in het centrumgebied worden gezet aan de Schoolstraat. Het recent vastgestelde plan aan de Schoolstraat, Centrum Moergestel, fase 1, heeft de procedure doorlopen en blijft 'onaangetast'. Voor de locatie Ermelindishof is de verleende omgevingsvergunning ingetrokken. Als gevolg daarvan is de regeling afgestemd op de hiervoor geldende regeling, rekening houdend met de nieuwe bestemmingsmethodiek in het centrum van Moergestel. Uiteindelijk is transformatie van het voormalige Avangterrein een perspectiefvol eindbeeld. Het doorzetten van herontwikkeling op andere percelen is afhankelijk van initiatiefnemers. Aangezien concrete planuitwerking vooralsnog ontbreekt, wordt voorlopig uitgegaan van bevestiging van de bestaande situatie. Hierop wordt uitvoeriger ingegaan in de toelichting op de bestemming Centrum (paragraaf 3.7). Nieuwe initiatieven in dit gebied binnen de reeds ontwikkelde kaders worden gefaciliteerd door hiervoor afzonderlijke procedures te voeren. Dat gebeurt in de vorm van partiële herzieningen of postzegel bestemmingsplannen op het moment dat concreet uitgewerkte plannen beschikbaar zijn, belangen zijn afgewogen, effecten zijn bekeken en geconstateerd is dat het initiatief een juiste invulling geeft aan de visie voor dit gebied. Deze plannen zullen buiten het nieuwe bestemmingsplan Kom Moergestel worden gehouden, zodat voor een initiatief één keer de afzonderlijke procedures wordt gevoerd.
2.3 y
y
y
y
Welke bouwmogelijkheden worden in Moergestel geboden?
Voor alle percelen wordt op de kaart (digitale verbeelding) aangegeven waar, gezien vanaf de straat, de woningen mogen worden gesitueerd. Op de huidige plankaarten van de bestemmingsplannen is dat al gedaan met een stippellijn. Het is de bedoeling die lijnen zo veel mogelijk over te nemen. De hoogte van de woningen wordt ook grotendeels overgenomen van de vigerende bestemmingsplannen. Over het algemeen is een uniforme goothoogten van 6 meter en een bouwhoogte van 10 meter het streven. Daar waar een afwijkende (lagere) hoogtemaat wordt opgenomen, wordt dit specifiek vermeld en gemotiveerd. Voor de reguliere woongebieden wordt een dieptemaat voor de woning opgenomen, veelal 12,5 meter. Daarachter kan erfbebouwing worden gerealiseerd of vergroot. Voor percelen kleiner dan 1.600 m2 is het de bedoeling dat de oppervlaktematen voor erfbebouwing worden verruimd (van 40/50 m2 naar 50 m2 tot 60 m2). Voor percelen tussen 1.600 m2 en 4.000 m2 worden de huidige oppervlaktematen voor erfbebouwing van 75 m2 en 100 m2 gehandhaafd. De balans tussen bebouwing en open ruimte op het achtererf wordt gewaarborgd door een bebouwingspercentage van maximaal 50% te hanteren voor kleinste categorie percelen. Nieuwe woningen zijn alleen toegestaan na afweging en toetsing, dus via een wijzigingsbevoegdheid. In dat opzicht worden het huidige beleid en regelgeving gecontinueerd, dit heeft tot op heden goed gewerkt. Het is niet uitgesloten dat buiten het bestemmingsplan om alsnog afzonderlijke procedures worden gevoerd voor specifieke veranderingen die ingrijpender zijn (meerdere woningen, appartementenbouw) en dus een bredere afweging vragen. In het bungalow- en villagebied wordt het vrijstaande karakter van de woningen op ruime woonpercelen behouden door afstanden aan te houden tot perceelsgrenzen (globaal 5 meter). De nieuwe regeling zal overeenkomen met de bestaande bouwmogelijkheden. Op basis van een analyse van verschillende percelen is ervoor gekozen dat het oorspronkelijke bebouwingspercentage van 20% voor alle gebouwen op het perceel wordt omgezet in een oppervlaktemaat van 350 m2. Er worden geen mogelijkheden geboden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
20
y
y
y y
y
voor nieuwe woningen. Indien hiertoe initiatieven worden ondernomen, worden die plannen afzonderlijk beoordeeld. Het woonzorgcentrum Stanislaus krijgt een globale regeling, waarin diverse maatschappelijke functies behorend bij een dergelijk centrum, worden toegestaan. Rekening wordt gehouden met de overgang naar het buitengebied. Dit geldt ook voor het bestaande Antoniushuis. In verband met onzekerheid over de toekomstige situatie van De Reuselhof wordt vooralsnog vastgehouden aan de oorspronkelijke bestemming. Aan het sportcomplex wordt een sportbestemming toegekend. Overeenkomstig de bestaande regeling, wordt een groot bouwvlak opgenomen met in de regels de maatvoering voor gebouwen, afgestemd op de behoefte. Van camping De Bosfazant wordt de bestaande situatie bevestigd. Op de bedrijventerreinen Stokeind en De Sonman worden de hoogtematen verruimd evenals het bebouwingspercentage. Tevens wordt de mogelijkheid van woonwerkwoningen (onder voorwaarden) toegevoegd. De bebouwing aan de Raadhuisstraat en Postelstraat wordt opgenomen als beschermd dorpsgezicht, zodat de karakteristieke bebouwing wordt behouden. De omschrijving hiervan is opgenomen in Bijlage 6.
2.4 Hoe wordt omgegaan met andere activiteiten in woningen en de verspreide functies? y
y
y
y
y
In de woningen zelf worden ook steeds vaker activiteiten ontplooid met behoud van de woonfunctie. Met de nieuwe regeling wordt invulling gegeven aan deze wensen. Dit krijgt de vorm van een duidelijk overzicht van welke activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn. In de woongebieden zijn verschillende winkels, dienstverleningsfuncties, kantoren en bedrijven gevestigd. Deze andere functies dan wonen kunnen zonder meer worden gecontinueerd. De bedoeling is om andere functies toe te staan als er bijvoorbeeld een winkel wordt beëindigd. Dan kunnen daar zonder procedure dienstverlening of kantoorachtige functies voor in de plaats komen. Mogelijkheden voor kinderdagopvang of ateliers zijn ook denkbaar. Op verschillende locaties staan scholen en andere maatschappelijke voorzieningen. Die worden zo veel mogelijk behouden. De mogelijkheden voor toevoeging van functies in de sfeer van een brede school, worden verruimd. Datzelfde geldt ook voor de hoogtematen, zodat er nieuwe, eigentijdse gebouwen kunnen worden gerealiseerd. Bedrijvigheid komt op diverse verspreide locaties voor. De bouwmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan worden gerelateerd aan het perceel door 60% bebouwing toe te staan. Andere bedrijfsvestigingen ter plaatse zijn toelaatbaar, waarbij afstemming plaatsvindt op de woonomgeving. Daarvoor zal een geheel vernieuwde Staat van Bedrijven, ontleend aan de laatste VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering, worden opgenomen. Ter plaatse van de bedrijventerreinen Stokeind en De Sonman gaat de nieuwe regeling meer ruimte bieden. Hiervoor worden het bebouwingspercentage en de bouwhoogte verruimd. Afstemming de structuurvisie voor bedrijventerrein (17 november 2011) wordt gewaarborgd, bijvoorbeeld ten aanzien van bedrijfswoningen, woonwerkwoningen op Stokeind en regelingen inzake detailhandel en kantoorfuncties.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
21
2.5 Hoe wordt omgegaan met water, groen, de openbare ruimte en archeologie? y
y
y
y y
De gemeente Oisterwijk en zeker ook de Kom Moergestel en omgeving is 'de parel in het groen'. Dat betekent dat het groen in elke verschijningsvorm, wordt gekoesterd en behouden. Belangrijke groenstroken zoals aangegeven in het Kadernota Groen worden bestemd als Groen. Omzetting naar parkeerruimte wordt daarmee voorkomen. De openbare ruimte blijft op zich zoals die is. Waar sprake is van verkeersruimte en pleintjes, legt het bestemmingsplan de inrichting niet vast, maar biedt juist mogelijkheden voor verbetering of aanpassing aan de wensen van de buurt. Dit kan zonder het toepassen van extra procedures. Dit was in de huidige bestemmingsplannen al mogelijk en heeft goed gewerkt. Voor zover nieuwe ontwikkelingen leiden tot een grotere oppervlakte aan verharding, dan kunnen eisen worden gesteld die zijn gericht op voldoende waterberging. Hiervoor is het gemeentelijk Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) het toetsingskader. Monumenten worden in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen en voorzien van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'. Voor archeologie is nieuw beleid vastgesteld; dat wordt meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
22
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
23
Hoofdstuk 3
Bestemmingen
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
3.1
Het bestemmingsplan is digitaal
Het bestemmingsplan is digitaal beschikbaar y De Wro bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. y Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008) bindende afspraken waaraan het bestemmingsplan moet voldoen. De SVBP2008 kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de regels en het renvooi. y Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan de wettelijke vereisten en is dus raadpleegbaar en uitwisselbaar. y Het bestemmingsplan is gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl.
3.2
Hoe kan het bestemmingsplan worden geraadpleegd?
Uitgangspunt: bestemmingsregeling raadplegen vanaf het beeldscherm y Uitgangspunt is dat het bestemmingsplan op het beeldscherm verschijnt via de verbeelding (kaart). De kleuren geven aan welke bestemmingen zijn gelegd. Bouwvlakken markeren de ruimte voor situering van gebouwen. y Door met een muis op een perceel te klikken, komt een overzicht in beeld van de relevante gebruiksregels en bouwregels. Daartoe behoren ook de andere bepalingen, zoals voor afwijkingen, wijzing en omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde. y In de digitale omgeving is een systeem nagestreefd waarbij vanaf het beeldscherm een doorverwijzing naar de regels en ook naar specifieke passage van de toelichting en bijlagen mogelijk is. De toelichting y Voor een uitleg van de mogelijkheden die de bestemming op perceelsniveau biedt, kan worden doorgeklikt naar de betreffende paragraaf van de toelichting (hoofdstuk 3). In iedere paragraaf worden antwoorden op de volgende vragen gegeven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
24
y
y
y y
1. Waarvoor is de betreffende bestemming opgenomen? 2. Welke functies zijn toegestaan? 3. Hoeveel mag er worden gebouwd? 4. Welke veranderingen worden verwacht? 5. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? 6. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? Naast de bestemmingen op perceelsniveau, gelden er dubbelbestemmingen die van toepassing zijn op gebieden, zoals archeologie en leidingen. Een toelichting hierop is in hoofdstuk 3 opgenomen. Inzicht in de integrale opzet van het bestemmingsplan wordt geboden in hoofdstuk 1 en 2 van de toelichting. Deze hoofdstukken bevatten de oorspronkelijke, geactualiseerde nota van uitgangspunten. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt aandacht besteed aan handhaving en uitvoerbaarheid. De bijlagen geven nadere informatie over de volgende onderwerpen. 1. Bijlage 1 Achtergronden van het bestemmingsplan 2. Bijlage 2 Toelichting op de Staat van Activiteiten 3. Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten 4. Bijlage 5 Toelichting op bijzondere woonvormen
3.3
Agrarisch
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 3 Agrarisch kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Agrarisch opgenomen? y De landbouwgronden zijn bestemd voor Agrarisch. y Deze percelen liggen aan de zuidzijde en tussen het Stanislaus-complex en het bedrijventerrein Stokeind/camping De Bosfazant alsmede een 'spie' ten zuiden van de Van Rijckevorssellaan. y De bestemming is vereenvoudigd ten opzichte van de agrarische bestemmingen in het bestemmingsplan Buitengebied. Welke functies zijn toegestaan? y Op deze percelen is grondgebonden landbouw toegestaan, zoals akkerbouw of veeteelt. y De agrarische bedrijven kunnen ook andere teeltvormen kiezen, voor zover dit is gericht op grondgebonden landbouw. y De locatie is niet geschikt voor volwaardige niet-grondgebonden activiteiten als gevolg van de korte afstand tot woonbebouwing. Hoeveel mag er worden gebouwd en hoeveel? y Voor het agrarisch bedrijf aan de Schoolstraat is een bouwvlak van 1 ha opgenomen. Binnen dit bouwvlak zijn bedrijfsgebouwen toegestaan. y De bouwregels zijn grotendeels afgestemd, in vereenvoudigde vorm, op het bestemmingsplan Buitengebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
25
y
Op een agrarisch perceel buiten het bouwvlak, is een gebouw met een oppervlakte tot 20 m2 toegestaan, bijvoorbeeld als veldschuur.
Welke veranderingen worden verwacht? y Voor het agrarisch bedrijf aan de Schoolstraat en deze gronden worden geen bijzondere veranderingen verwacht, waar een specifieke regeling voor nodig is. y Omzetting naar een woonfunctie is op het agrarisch bedrijf denkbaar en ook aanvaardbaar. Er kan geen woonbestemming worden opgenomen voor het agrarisch perceel aan de Akkerweg, ten zuiden van de Van Rijckevorssellaan. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y In het vigerende bestemmingsplan was een relatief eenvoudige regeling opgenomen, waarbinnen een gebruikelijke agrarische bedrijfsvoering mogelijk was. y In de nieuwe regels is dit gecontinueerd. Blijft dat het agrarisch bedrijf ontwikkelingsruimte behoudt. y De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.4
Bedrijf
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 4 Bedrijf kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Bedrijf opgenomen? y Verspreid in de kern zijn bedrijven gevestigd, buiten de twee bedrijventerreinen Stokeind en De Sonman. y Aan deze percelen is de bestemming Bedrijf toegekend. Welke functies zijn toegestaan? y De aanwezige bedrijven kunnen op deze percelen in ieder geval hun bedrijfsactiviteiten voortzetten. y Mocht een bedrijf worden beëindigd, dan is eenzelfde bedrijfstype toegestaan. Ook is het mogelijk dat zich andere bedrijven vestigen. Die bedrijven moeten passen in de omgeving. Welke bedrijven dit zijn, is aangegeven in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'. Deze Staat is afgeleid van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
26
y
y
y
y
y y
De Staat 'functiemenging' is met name bedoeld voor gebieden waar verschillende functies op diverse percelen voorkomen, zoals in het centrum van het dorp, het gebied er direct omheen of in lintbebouwing. Enige hinder is aanvaardbaar aangezien er geen sprake is van een 'rustige woonwijk'. Daarop zijn de zonering en de aard van de bedrijven afgestemd. Per bedrijfsperceel is één woning toegestaan, behalve ter plaatse van nutsvoorzieningen. Woningen passen immers in de stedenbouwkundige structuur van de omgeving. De twee bestaande woningen (geen bedrijfswoning zijnde) op Prinses Irenestraat 7 en 7a zijn afzonderlijk bevestigd. Met behulp van deze Staat wordt ook de mate van milieubelasting van de reeds in de kern aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal beoordeeld. Dit heeft geresulteerd in een inschaling van de verschillende bedrijven (zie bijlage 3). De LPG-contour is op de verbeelding opgenomen voor het benzineservicestation op de hoek Akkerweg-Schoolstraat. Hierbinnen worden geen gevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. De nutsgebouwen zijn specifiek als zodanig op de verbeelding aangegeven en als nutsvoorziening bestemd. Voor specifieke detailhandelsvormen en de omvang van een kantoor zijn specifieke bepalingen opgenomen, ontleend aan de Structuurvisie Bedrijventerreinen en het vigerende bestemmingsplan Kom Moergestel.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor het bedrijf en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat met deze regeling aan alle bedrijven nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. y Het bouwvlak op de verbeelding begrenst de ruimte waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met voorerf/tuin) passen. y De goothoogten en bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte voor het bedrijf. Een grotere hoogte is ongewenst omdat anders een te grote afwijking ontstaat met de omgeving. y Bij de inhoudsmaat van bedrijfswoningen worden het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen meegerekend. Bijgebouwen (vrijstaand) horen hier niet bij. Er is geen afzonderlijke oppervlakteregeling voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen opgenomen, omdat deze voor zowel de bedrijfswoning als voor het bedrijf kunnen worden gebruikt. In ieder geval dient de oppervlakte te passen binnen het bebouwingspercentage. Welke veranderingen worden verwacht? y Op zich wordt uitgegaan van het behoud van de bedrijvigheid en mogelijk van enige uitbreiding en vernieuwing van bedrijfsgebouwen. y In de afgelopen jaren zijn vanuit de kern enkele bedrijven verplaatst naar De Sonman. Dat is ook denkbaar bij de nog gevestigde bedrijven. y Wanneer een bedrijf op de huidige locatie wordt beëindigd kan de bedrijfsbestemming worden omgezet naar de bestemming Wonen - Woningen. Daarmee voegt het perceel zich goed in de omgeving. Toevoeging van enkele nieuwe woningen wordt niet direct verwacht, aangezien het om relatie smalle en diepe percelen gaat. Als er meer woningen worden gebouwd, zou dit tot gevolg het bouwen van woningen tot gevolg hebben, achterop het perceel en daarmee achter een andere woning (in de tweede lijn). Dit past niet in de omgeving.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
27
Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y In het vigerende bestemmingsplan was een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen die uitging van een milieuzonering gebaseerd op het aanhouden van voldoende afstand. Echter, de bedrijfspercelen liggen buiten het bedrijventerrein. Daar komt bij dat jurisprudentie steeds meer is gericht op het 'halen' van het afstandsvereiste. De oorspronkelijke Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen is voor percelen in de kern niet goed bruikbaar. y Gekozen is voor het toepassen van de Staat van Bedrijfsactiviteiten met 'functiemenging'. Hierin zijn bedrijven opgenomen die in dit soort omgevingstype tussen woonbebouwing passend zijn. De mogelijkheden die het vorige bestemmingsplan bood, zijn op die manier in feite overgenomen. Tegelijkertijd wordt op adequate wijze rekening gehouden met de omgeving en jurisprudentie. y De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund. y Bij internethandel worden de volgende vormen onderscheiden: 1. internetwinkel waar alleen een elektronische transactie tot stand komt; 2. internetwinkel met opslag- en verzendfunctie; 3. internetwinkel met (beperkte) afhaal- en afrekenmogelijkheid; 4. internetbedrijf met afhaalmogelijkheid en mogelijkheid de goederen ter plaatse te bekijken; 5. reguliere winkel met webwinkel (cross channel). y Het uitgangspunt is dat detailhandel bij de centrum- en gemengde bestemmingen moet worden versterkt. Daarom zijn de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 3, 4 en 5 alleen toegestaan op locaties waar detailhandel ook is toegestaan. Dit omdat bij de vorm die genoemd staat onder 3 het risico ontstaat dat dit een winkelkarakter krijgt omdat de klanten naar het bedrijf komen om het product af te halen. Categorie 4 is de meest intensieve vorm van detailhandel via internet, waarbij de nadruk meer op de reguliere winkel komt te liggen. Categorie 5 vormt onderdeel van reguliere detailhandel. y Buiten de locaties waar detailhandel is toegestaan zijn op de gronden met de bestemming bedrijf de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 1 en 2 toelaatbaar. Deze twee categorieën worden in de regels omschreven als internethandel. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.5
Bedrijventerrein
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 5 Bedrijventerrein kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
28
Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Bedrijventerrein opgenomen? y In het noordelijk deel van Moergestel is het bedrijventerrein Stokeind gelegen, in het zuidelijk deel De Sonman. y Voor de twee bedrijventerreinen is de bestemming Bedrijventerrein opgenomen. Welke functies zijn toegestaan? y De bestaande bedrijvigheid kan worden voortgezet. y Mocht een bedrijf worden beëindigd, dan zijn andere bedrijven toegestaan. Die bedrijven moeten passen in de omgeving, waarbij vooral gekeken is naar de ligging van de percelen ten opzichte van woonpercelen/woongebied. Welke bedrijven dit zijn, is aangegeven in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'. Deze Staat is afgeleid van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). y In de Staat zijn de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten aan de hand van milieucategorieën gerangschikt naar de mate van belasting van het milieu. Hoe hoger de milieubelasting van het bedrijf, hoe hoger de categorie is waaronder het bedrijf valt. Iedere milieucategorie kan worden vertaald naar een minimaal aan te houden richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies in de omgeving. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om indicatieve afstanden. In een concrete situatie wordt de werkelijk aan te houden afstand bepaald. y Voor de milieuzonering van Stokeind wordt het volgende overwogen. Het bedrijventerrein Stokeind aan de noordzijde van de kern, grenst aan de lintbebouwing van de Oisterwijkseweg. In deze lintbebouwing komt enige menging van functies voor. 1. Daarom kan met 1 afstandsstap worden afgeweken. Dat wil zeggen dat voor bedrijven uit categorie 2 en 3.1 in plaats van de afstanden van 30 en 50 meter ten opzichte van een rustige woonwijk, de afstand 10 meter en 30 meter mag bedragen. 2. De woningen aan de Oisterwijkseweg staan op ruim 20 meter en in sommige situaties op 40 meter van de bedrijfspercelen. Daarmee wordt voldaan aan het afstandsvereiste vanuit de VNG-brochure van circa 30 meter voor categorie 3.1-bedrijven. Uitzondering hierop vormen de woningen langs de zuidpunt van het bedrijventerrein (categorie 2 algemeen toelaatbaar). 3. De meeste bedrijfspercelen hebben een ontsluiting via het bedrijventerrein. Door de zelfstandige ontsluiting, ook bij het bedrijf Van Bommel tussen woonpercelen, zijn de verkeerseffecten aanvaardbaar. Tussen de bedrijfspercelen en de woningen is beplanting aanwezig. Dit is belangrijk voor de aanvaardbaarheid van de ligging van de percelen nabij woningen. 4. De oorspronkelijke milieuvergunningen zijn afgestemd op de ligging nabij de woningen aan de westzijde en zuidzijde van het bedrijventerrein. 5. Op grotere afstand van de woningen zijn op het overige deel van het bedrijventerrein bedrijven uit milieucategorie 3.2 toelaatbaar (50 meter). y Voor de milieuzonering van De Sonman zijn de volgende overwegingen relevant. 1. Aan de zuidzijde van de Akkerweg ligt het bedrijventerrein De Sonman. De afstand tot de woongebieden bedraagt meer dan 30 meter. Deze afstand is toereikend om ter plaatse van De Sonman categorie 3.1-bedrijven toelaatbaar te stellen. 2. In het zuidelijk deel van De Sonman is sprake van een afstand van 50 meter. Hierdoor is het aanvaardbaar om ook categorie 3.2-bedrijven toelaatbaar te stellen. Immers, voldaan wordt aan het afstandscriterium zoals in de brochure genoemd. y Met behulp van deze Staat wordt ook de mate van milieubelasting van de reeds aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal beoordeeld. Dit heeft geresulteerd in een inschaling van de verschillende bedrijven (zie bijlage 3). De bedrijven uiteen hogere milieucategorie, dan algemeen toelaatbaar, worden specifiek geregeld. y Belangrijk is dat ten opzichte van de huidige situatie geen verruiming wordt toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
29
y
y
y y y
y
y
y
Er kunnen op het bedrijventerrein Stokeind ten opzichte van de huidige situatie geen zwaardere bedrijven worden gevestigd. In het vigerende bestemmingsplan worden bedrijven toegestaan tot en met categorie 3.1. In het nieuwe bestemmingsplan worden ook bedrijven toegestaan tot en met categorie 3.1. Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waardoor een zwaarder bedrijf zich alleen kan vestigen, voor zover dit bedrijf qua effecten op de omgeving, hetzelfde is als een categorie 3.1-bedrijf. Die afwijking is nodig ingevolge jurisprudentie. Dezelfde afwijking is ook opgenomen in het huidige, geldende bestemmingsplan. Toepassing kan niet nadelig zijn, omdat de voorwaarde is opgenomen dat de effecten niet mogen toenemen (hetzelfde als categorie 3.1-bedrijven blijven). Ondergeschikte detailhandel is na een afwijkingsprocedure toegestaan. Voor ondergeschikte detailhandel op de bedrijventerreinen is een ontwerpbeleidsregel geformuleerd (19 januari 2011). Op basis van analyses is in de beleidsregel aangegeven wanneer sprake is van detailhandel ondergeschikt van de totale bedrijfsuitoefening. Dit is vertaald in de bestemmingsregeling. In de afwijkingsprocedure voor detailhandel behorende bij een groothandel, is toegevoegd dat uitsluitend ondergeschikte detailhandel is toegestaan in de volumineuze goederen. De zendmast en het nutsgebouw zijn in verband met de locatie en het karakter specifiek aangeduid. Ditzelfde geldt voor de waterberging op het bedrijfsperceel van Van Bommel. De parkeerruimte op een perceel aan de zuidzijde van De Sonman (nabij de Schoolstraat) blijft als zodanig in gebruik. Met de specifieke aanduiding wordt gewaarborgd dat hier geen opslag of andersoortige bedrijfsactiviteiten ontstaan. Dit is bezwaarlijk gezien het zicht vanaf de rijksweg A58 en de Schoolstraat (De Sonman). Er zijn geen nieuwe bedrijfswoningen toegestaan. Hiermee wordt bereikt dat de bedrijfspercelen optimaal worden benut voor bedrijfsgebouwen. Naburige bedrijven hebben ook niet te maken met beperkingen in de bedrijfsvoering en milieuregelgeving in verband met nieuwe woningen. Het uitsluiten van bedrijfswoningen vloeit voort uit het provinciaal beleid, het reeds lange tijd scherpe toetsingsbeleid van de gemeente (beleidsnota 2 december 2003) en de nieuwe structuurvisie voor bedrijventerreinen in Oisterwijk (17 november 2011). De bestaande bedrijfswoningen worden als zodanig aangeduid, zodat deze woningen kunnen blijven staan. Indien een bedrijfswoning toelaatbaar is gesteld, wordt ook een woonwerkwoning toegestaan. In geldende bestemmingsplannen zijn bedrijfswoningen toegestaan. In de begripsbepaling van 'bedrijfswoning' staat vermeld dat die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is. Zoals uit jurisprudentie veelal blijkt is dat het zelden voorkomt dat aan het noodzaakcriterium wordt voldaan. Dat is een aanmerkelijk stringenter criterium dan dat een bedrijfswoning bedoeld is voor 'huisvesting van iemand woont die bij het bedrijf werkt of hoort'. In de structuurvisie die voor de bedrijventerreinen is opgesteld is aangegeven dat enkele delen van het bedrijventerrein Stokeind in aanmerking komen voor woonwerkwoningen. Voor een woonwerkwoning is geen noodzakelijkheid vereist. Wel moet er een relatie zijn tussen het bedrijf en de woning. Degene die de woning bewoont moet daadwerkelijk en duurzaam bij de dagelijkse bedrijfsvoering van het bedrijf betrokken zijn. Daarnaast is in de Structuurvisie een aantal voorwaarden aangegeven waaraan deze woningen moeten voldoen. Dit zijn onder meer het inpandig bouwen, verhouding van oppervlakte van gebouwen/percelen en het voorkomen van nadelige consequenties voor zwaardere bedrijvigheid. In de bestemming voor het bedrijventerrein Stokeind is voor de in de structuurvisie aangeduide gebieden een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze woonwerkcombinaties mogelijk te maken. Er wordt dan getoetst of voldaan wordt aan de voorwaarden. Is dit het geval, dan kan de wijzigingsprocedure worden gevoerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
30
y
Voor specifieke detailhandelsvormen en de omvang van een kantoor zijn specifieke bepalingen opgenomen, ontleend aan de Structuurvisie Bedrijventerreinen en het vigerende bestemmingsplan Kom Moergestel.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 80% bedragen. Dit biedt ruim voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor het bedrijf. Tegelijkertijd blijft nog een beperkt deel onbebouwd voor parkeren en groenvoorzieningen. Uit analyse blijkt dat alle bedrijven nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. y Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen. y De bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt 10 meter. Deze hoogtemaat zorgt voor extra mogelijkheden van intensief ruimtegebruik. Voor het bedrijventerrein Stokeind wordt langs de bestaande lintbebouwing aan de Oisterwijkseweg en andere woningen aan de zuidzijde, een zone aangehouden met een goothoogten en bouwhoogte van 6 meter en 10 meter. De zone is circa 20 meter breed. Op deze wijze is een goede balans gevonden tussen de belangen van een goed woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsbelangen. Het behoud van de groenstrook met opgaande beplanting is ook van belang. Welke veranderingen worden verwacht? y Op zich wordt uitgegaan van het behoud van de bedrijvigheid en mogelijk enige uitbreiding en vernieuwing van bedrijfsgebouwen. Intensivering van het gebruik van het bedrijfsperceel is wel te verwachten. Dit resulteert dan in uitbreiding van bedrijfsgebouwen. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y In het vigerende bestemmingsplan was een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen die was gebaseerd op een VNG-brochure van destijds. Er is nu een nieuwe Staat opgenomen, die is ontleend aan de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering uit 2009. y Met de nieuwe Staat is een actueler toetsingskader beschikbaar. Enkele bedrijven zijn ten opzichte van de oorspronkelijke Staat lager ingeschaald door veranderingen in de techniek (minder hinder). y Het bebouwingspercentage van 70% (De Sonman) en 75% (Stokeind) is verhoogd naar 80% voor beide terreinen). Tevens zijn de hoogtematen opgeschaald naar 10 meter (was 6 tot 10 meter) om intensiever ruimtegebruik mogelijk te maken. Voor De Sonman betekent dit ook dat de regeling voor hoogteaccenten is veranderd in een algemeen grotere bouwhoogte voor het gehele bedrijfsgebouw. y Bij internethandel worden de volgende vormen onderscheiden: 1. internetwinkel waar alleen een elektronische transactie tot stand komt; 2. internetwinkel met opslag- en verzendfunctie; 3. internetwinkel met (beperkte) afhaal- en afrekenmogelijkheid; 4. internetbedrijf met afhaalmogelijkheid en mogelijkheid de goederen ter plaatse te bekijken; 5. reguliere winkel met webwinkel (cross channel). y Het uitgangspunt is dat detailhandel bij de centrum- en gemengde bestemmingen moet worden versterkt. Daarom zijn de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 3, 4 en 5 alleen toegestaan op locaties waar detailhandel ook is toegestaan. Dit omdat bij de vorm die genoemd staat onder 3 het risico ontstaat dat dit een winkelkarakter krijgt omdat de klanten naar het bedrijf komen om het product af te halen. Categorie 4 is de meest intensieve vorm van detailhandel via internet, waarbij de nadruk meer op de reguliere winkel komt te liggen. Categorie 5 vormt onderdeel van reguliere detailhandel.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
31
y
Buiten de locaties waar detailhandel is toegestaan zijn op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein de categorieën die hierboven genoemd zijn onder 1 en 2 toelaatbaar. Deze twee categorieën worden in de regels omschreven als internethandel.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.6
Bos
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 6 Bos kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Bos opgenomen? y Aan de randen van Moergestel zijn een paar bospercelen gelegen en die als Bos zijn bestemd. y Het betreft een bosperceel aan de Oirschotseweg en aan de Oisterwijkseweg (noordzijde). Welke functies zijn toegestaan? y Ter plaatse is bos toegestaan. y Hierbinnen is ook ruimte voor ondergeschikt recreatief medegebruik (voornamelijk wandelen). Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Per bosperceel is een gebouwtje tot 12 m2 toegestaan. Welke veranderingen worden verwacht? y Er worden geen noemenswaardige veranderingen verwacht, waarvoor een specifieke regeling nodig zou zijn. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y De regeling is enigszins verruimd door specifieke recreatief medegebruik toelaatbaar te stellen. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
32
3.7
Centrum - 1
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 7 Centrum - 1 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Centrum - 1 opgenomen? y Het Sint Jansplein is het hart van het centrumgebied van Moergestel. Rondom dit plein staan gebouwen met een diversiteit aan architectuur, korrel en massa en vooral functies. Tot het centrumgebied horen ook de oorspronkelijke lintbebouwing aan Rootven en Kerkstraat/Schoolstraat. y De Centrum - 1-bestemming is opgenomen voor het Sint Jansplein en de winkellinten tot aan het Rootven, gericht op versterking van het winkelgebied van Moergestel. De aanloopstraten zijn voorzien van de bestemming Centrum - 2, omdat de karakteristiek daar anders is en daar niet direct versterking van de winkelfunctie wordt beoogd. y Het is gewenst in het centrumgebied van Moergestel, inclusief de lintbebouwing, ruime mogelijkheden te bieden voor de dynamiek, de wisseling van functies. Op zich is ieder pand geschikt voor een centrumfunctie. Voorwaarde is dat deze dynamiek zich afspeelt binnen dit gebied, waarbij met name ook woningen kunnen worden omgezet naar ander gebruik. De nieuwe bestemming Centrum - 1 maakt dit mogelijk. y De Avang-locatie aan de Schoolstraat blijft buiten het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan. 1. Langs de Schoolstraat wordt op de locatie van de voormalige Avang-gebouwen een woongebied ontwikkeld. Het is gewenst dat die ontwikkeling op basis van dat bestemmingsplan wordt gerealiseerd. 2. De uitkomsten van een intensief planproces zijn namelijk adequaat in het bestemmingsplan Centrum Moergestel, fase 1, vastgelegd. 3. Het vigerende bestemmingsplan heeft de procedure doorlopen en blijft 'onaangetast'. Welke functies zijn toegestaan? y In het centrumgebied zijn op de eerste plaats detailhandel en dienstverlening toegestaan. Enkele functies die in de regel als maatschappelijke voorzieningen worden aangeduid, tegenwoordig als 'cultuur en ontspanning', zijn eveneens toelaatbaar. Hiermee wordt een gevarieerd centrumgebied nagestreefd. Kantoren passen echter niet in dit gebied. De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst. y Wonen, met name op de verdieping, is belangrijk in het centrumgebied. Dit zorgt voor leefbaarheid, ook 's avonds. Woningen zijn naast de centrumfunctie aanwezig en ook prima passend, ook op de begane grond. Langs Rootven en Kerkstraat kunnen zich winkels blijven vestigen. y De aanwezige horecafunctie kan zonder meer worden gecontinueerd. De toelaatbaarheid is gekoppeld aan de Staat van Horeca-activiteiten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 4.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
33
y
y
y
y
y y
y
Uit milieuhygiënisch oogpunt worden op de percelen in de kern Moergestel horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1b rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden. Cafés en bars en dergelijke vallen in categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; dancings en discotheken vallen in categorie 3 van de Staat. Categorie 2 en 3 horecabedrijven passen niet in de algemene toelaatbaarheid. De aanwezige cafés zijn op korte afstand van woningen gelegen en worden voorzien van een specifieke aanduiding ter bevestiging. In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden-beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden. De hiervoor genoemde activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting. Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan. Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5. Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De omvang van de gebouwen mag per perceel maximaal 60% bedragen. Dit biedt enerzijds voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor de centrumfuncties en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel centrumfunctie nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie en de karakteristiek van een dorpskern laten geen verdere uitbreiding toe. Het bestaande oppervlak is op die percelen het maximum. y Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. De voorste grens van het bouwvlak ligt meestal op de voorste perceelsgrens, met name rondom het Sint Jansplein. Op andere locaties, zoals verderop in de lintbebouwing, wordt door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, een ruimer straatbeeld (met voorerf/tuin) behouden. y De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving. y Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen, waaronder appartementen, en de voorste perceelsgrens is vastgelegd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
34
Welke veranderingen worden verwacht? y De bestaande centrumstructuur rondom het Sint Jansplein wordt behouden, zo ook in de lintbebouwing. y Gedurende de planperiode van tien jaar zullen zich wisselingen in het gebruik van de gebouwen voordoen. Zoals nieuwe winkels op een perceel die nu nog als woon perceel in gebruik is of beëindiging van een winkel. Er zal sprake zijn van dynamiek in het dorpscentrum. Ook uitwisseling met andere functies is denkbaar en past in dit gebied. Tevens is wonen toelaatbaar. y Voor het centrumgebied van Moergestel is een integrale visie vastgesteld. De eerste stappen voor herstructurering in het centrumgebied worden gezet aan de Schoolstraat. Uiteindelijk is transformatie van het voormalige Avangterrein een perspectiefvol eindbeeld. Het doorzetten van herontwikkeling op aangrenzende percelen is op zich toelaatbaar. Enkele jaren geleden resulteerde marktwerking in voortvarende plannen voor herstructurering van verscheidene locaties. Aangezien er voldoende vraag naar nieuwe woningen bestond, konden in die omstandigheid ook bedrijven en aangrenzende percelen worden aangekocht voor woningbouw. Al bij het starten van de planvorming bestond een redelijk tot sterk vertrouwen op het daadwerkelijk afzetten van de te realiseren woningbouw of centrumontwikkeling. Het doorzetten van herontwikkeling op aangrenzende terreinen is wellicht mogelijk. Deze afweging zal plaatsvinden buiten het kader van dit bestemmingsplan. y Eventuele nieuwe initiatieven worden gefaciliteerd door hiervoor afzonderlijke procedures te voeren. Dit gebeurt in de vorm van partiële herzieningen of postzegel bestemmingsplannen op het moment dat concreet uitgewerkte plannen beschikbaar zijn, belangen zijn afgewogen, effecten zijn bekeken en geconstateerd is dat het initiatief een juiste invulling geeft aan de visie voor dit gebied. Deze plannen zullen buiten het nieuwe bestemmingsplan Kom Moergestel worden gehouden, zodat voor een initiatief één keer de afzonderlijke procedures wordt gevoerd. y Voor de delen van percelen die in de bestemming Centrum - 1 zijn aangewezen voor 'parkeerterrein' (aan het Rootven), is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, zodat die gedeelten kunnen worden bebouwd op voorwaarde dat elders op het perceel of in de directe omgeving in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Voorheen waren alle percelen bestemd overeenkomstig het specifiek aanwezige gebruik. Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan. y Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen (detailhandel, dienstverlening en wonen), in één bestemming Centrum - 1. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op de dynamiek van het centrumgebied van Moergestel. y De bestemmingsregeling biedt de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies. y De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
35
3.8
Centrum - 2
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 8 Centrum - 2 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Centrum - 2 opgenomen? y Aan de Kerkstraat en Schoolstraat liggen percelen waarvoor de bestemming Centrum - 2 is opgenomen. Het gaat om de aanloopstraten van het centrumgebied. Daar is niet direct versterking van de winkelfunctie beoogd. Bestaande winkels en (nieuwe) dienstverlening passen wel in dit gebied. Hier is horeca niet aanwezig en ook niet gewenst. Kantoren zijn wel toelaatbaar als vervanging van (leegstaande) winkelpanden. y De percelen met 'bebouwing voor aan de weg' zijn voorzien van de bestemming Centrum 2. Dat betekent dat onbebouwde achterterreinen (uitgezonderd parkeerplaatsen voor winkels), niet voor die bestemming in aanmerking komen. Daar is op dit moment geen sprake van gevestigde centrumfunctie. Welke functies zijn toegestaan? y In dit gebied zijn detailhandel en dienstverlening toegestaan. Aanvullend zijn kantoren toelaatbaar. Enkele functies die in de regel als maatschappelijke voorzieningen worden aangeduid, tegenwoordig als 'cultuur en ontspanning', zijn eveneens toelaatbaar. Hiermee wordt een gevarieerd functiepatroon in de aanloopstraten nagestreefd. Horecavoorzieningen worden in het Centrum - 1-gebied gewenst, niet in de aanloopstraten. De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst. Echter, een supermarkt is uitgesloten. Dit vloeit voort uit de ruimtelijk-functioneel gewenste kracht van het centrumgebied, het veelal ontbreken van voldoende parkeergelegenheid en de onwenste druk op de (woon)omgeving. y Wonen, zowel op de verdieping als op de begane grond, is belangrijk in het gebied. Dit zorgt voor leefbaarheid, ook 's avonds. Woningen zijn naast de andere functies aanwezig en ook prima passend. y In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden. y De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting. y Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan. y Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
36
y
Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De omvang van de gebouwen mag per perceel maximaal 60% bedragen. Dit biedt enerzijds voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor de centrumfunctie en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel centrumfunctie nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie en de karakteristiek van een dorpskern laten geen verdere uitbreiding toe. Het bestaande oppervlak is op die percelen het maximum. y Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. De voorste grens van het bouwvlak ligt meestal op enige afstand tot de voorste perceelsgrens, om een ruimer straatbeeld (met voorerf/tuin) te behouden. y De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving. y Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen, waaronder appartementen, en de voorste perceelsgrens is vastgelegd. Welke veranderingen worden verwacht? y De bestaande karakteristiek van aanloopstraten wordt behouden. y Gedurende de planperiode van tien jaar zullen zich wisselingen in het gebruik van de gebouwen voordoen. Zoals nieuwe winkels op een perceel die nu nog als woon perceel in gebruik is of beëindiging van een winkel. Er zal sprake zijn van dynamiek in dit gebied. Beperkte uitwisseling met andere functies is denkbaar en past in dit gebied. Tevens is wonen toelaatbaar. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Voorheen waren alle percelen bestemd overeenkomstig het specifiek aanwezige gebruik. Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan. y Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen (detailhandel, dienstverlening, kantoren en wonen), in één bestemming Centrum - 2. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op de dynamiek van het centrumgebied van Moergestel. y De bestemmingsregeling biedt de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies. y De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
37
3.9
Gemengd
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 9 Gemengd kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Gemengd opgenomen? y In de kern Moergestel zijn in de woongebieden, dus buiten het centrumgebied, ook andere functies verspreid aanwezig zijn, zoals winkels, kantoren en dienstverlening. y Voor deze percelen is de bestemming Gemengd gekozen. y Horecavestiging is niet gewenst in verband met de effecten op de omgeving, die anders zijn dan van winkels en kantoren (latere openingstijden). Horecavormen vergelijkbaar met winkels (openingstijden) zijn in het centrumgebied gewenst en niet in woongebieden. Welke functies zijn toegestaan? y De verschillende functies die in het gebied aanwezig zijn, zoals detailhandel, dienstverlening en wonen, kunnen zonder meer worden gecontinueerd. De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst. y Winkels worden in Moergestel zoveel mogelijk in het centrumgebied geconcentreerd. Een toename van het aantal winkels op percelen met de bestemming Gemengd is niet gewenst. De bestaande winkels worden wel bevestigd. Echter, een supermarkt is uitgesloten. Dit vloeit voort uit de ruimtelijk-functioneel gewenste kracht van het centrumgebied, het veelal ontbreken van voldoende parkeergelegenheid en de ongewenste druk op de (woon)omgeving. y De aanwezige opslag en detailhandel in consumentenvuurwerk ter plaatse van Rootven 66 is voor de duidelijkheid als zodanig aangegeven. y De bedoeling is om wel andere functies toe te staan als er bijvoorbeeld een winkel wordt beëindigd, dus een kantoor of dienstverlening. y Op vergelijkbare wijze zijn enkele functies toelaatbaar gesteld die volgens landelijke richtlijnen behoren tot de categorie 'cultuur en ontspanning' (Besluit ruimtelijke ordening; SVBP2008). Voorheen werden deze functie als maatschappelijke voorziening aangemerkt. Deze passen goed in het centrumgebied. y De combinatie met wonen, op de verdieping en op de begane grond, is belangrijk op percelen in woongebieden. y In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden. y De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting. y Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
38
y
y
Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5. Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor deze functies en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel functies nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie te midden van woonpercelen en de karakteristiek van een dorpskern, laten geen verdere uitbreiding toe. y Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen. y De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving. y Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen en de voorste perceelsgrens is vastgelegd. Welke veranderingen worden verwacht? y Gedurende de planperiode van tien jaar zullen zich wisselingen in het gebruik van de gebouwen voordoen. Zoals dienstverlening ter plaatse van een kantoor. Door marktwerking zullen immers functies worden beëindigd. De voorkeur wordt dan gegeven aan herinvulling van het pand in plaats van aan leegstand. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Oorspronkelijk waren alle functies anders dan wonen voorzien van de bestemming Detailhandelsdoeleinden en Kantoordoeleinden. Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan. y Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen (bestaande detailhandel, dienstverlening, kantoren en wonen), in één bestemming Gemengd. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op herinvulling van vrijkomende panden ter voorkoming van leegstand. y De bestemmingsregeling biedt de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies. Nieuwe winkels zijn echter niet toegestaan, die moeten in het centrumgebied worden gevestigd. Vervanging van bijvoorbeeld een bestaand kantoor door een winkel is niet mogelijk. De bestaande winkels zijn afzonderlijk aangeduid. y De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
39
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.10 Gemengd - Horeca Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 10 Gemengd - Horeca kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Waarvoor is de bestemming Gemengd - Horeca opgenomen? y In de kern Moergestel zijn enkele horecazaken buiten het centrumgebied gevestigd. y Voor deze percelen is de bestemming Gemengd - Horeca gekozen. Welke functies zijn toegestaan? y De aanwezige horecafunctie kan zonder meer worden gecontinueerd. De toelaatbaarheid is gekoppeld aan de Staat van Horeca-activiteiten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 4. y Uit oogpunt van milieuhinder worden op de percelen in de kern Moergestel horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1b rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden. y Cafés en bars en dergelijke vallen in categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; dancings en discotheken vallen in categorie 3 van de staat. Categorie 2 en 3 horecabedrijven passen niet in de algemene toelaatbaarheid. De aanwezige horecabedrijven, zwaarder dan categorie 1b zoals cafés, worden voorzien van een specifieke aanduiding ter bevestiging. y De bedoeling is om andere functies toe te staan als bijvoorbeeld de horecafunctie wordt beëindigd, zoals kantoor of dienstverlening. Winkels zijn gelet op het concentratiebeleid niet direct gewenst. Via een wijzigingsbevoegdheid zijn er wel enige mogelijkheden voor detailhandelsvestiging. y De functies moeten worden georiënteerd op de bestaande wegen; oriëntatie op achtergelegen parkeervoorzieningen is ongewenst. y De combinatie met wonen, met name op de verdieping, is belangrijk op percelen in woongebieden. y In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
40
y
y y
y
De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting. Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan. Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5. Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor deze functies en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel functies nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie te midden van woonpercelen en de karakteristiek van een dorpskern, laten geen verdere uitbreiding toe. y Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen. y De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving. y Woningen dienen voor aan de straat te worden gerealiseerd. Bebouwing achter andere panden is ongewenst. Vandaar dat de maximale afstand tussen hoofdgebouwen, waaronder appartementen, en de voorste perceelsgrens is vastgelegd. Welke veranderingen worden verwacht? y Gedurende de planperiode van tien jaar kan de horecafunctie of worden voortgezet of beëindigd. Dan zijn er andere functies toelaatbaar: kantoor of dienstverlening. De voorkeur wordt dan gegeven aan herinvulling van het pand in plaats van aan leegstand. y Vervanging van een horecagelegenheid door een winkel is denkbaar. Daarbij speelt een rol dat het aantal percelen buiten het centrumgebied beperkt is en winkels niet snel geneigd zullen zijn zich in 'grote getale' buiten het centrum te vestigen. Van ontwrichting van de detailhandelsstructuur zal niet direct sprake zijn. Echter, gestreefd wordt naar concentratie van winkels in het centrumgebied. Vandaar dat detailhandel alleen via een wijzigingsbevoegdheid toelaatbaar is. y Vervanging van een horecavoorziening door een winkel of andere functie zorgt in het algemeen voor minder hinder voor de omgeving. Dit kan met een wijzigingsbevoegdheid mogelijk worden gemaakt. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Oorspronkelijk waren alle horecafuncties voorzien van de bestemming Horecadoeleinden. Ander gebruik kon via wijzigingsprocedures worden toegestaan. y Gekozen is voor het combineren van de nu nog geldende afzonderlijke bestemmingen (dienstverlening, kantoren, horeca en wonen), in één bestemming Gemengd - Horeca. Daarmee kan makkelijker worden ingespeeld op herinvulling van vrijkomende panden ter voorkoming van leegstand.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
41
y
y
De bestemmingsregeling biedt dus de mogelijkheid voor omzetting naar een andere functie, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfsbeëindiging, zonder dat hiervoor een procedure nodig is. Dit betekent een verruiming van de vigerende regeling. Het bestemmingsplan vormt geen obstakel voor het invullen van leegstaande panden door andere functies. De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund.
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.11 Gemengd - Voorzieningen Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 11 Gemengd - Voorzieningen kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Gemengd - Voorzieningen opgenomen? y Binnen de kern Moergestel komt een diversiteit aan maatschappelijke voorzieningen voor. y Zoals gebruikelijk gaat het om scholen, de kerk, begraafplaatsen, medische voorzieningen en Stanislaus en Antoniushuis. y Ook andere functies kunnen als voorziening worden aangemerkt en toegestaan, zoals functies die tegenwoordig tot de categorie 'cultuur en ontspanning' horen. y De diversiteit aan functies brengt met zich mee dat gekozen is voor de bestemming Gemengd - Voorzieningen. Welke functies zijn toegestaan? y De verschillende maatschappelijke functies hebben specifieke kenmerken ofwel effecten op de omgeving, zoals verkeer en openingstijden. Om hierin een onderscheid in aan te brengen is een indeling van maatschappelijke functies gekozen. y Op vergelijkbare wijze zijn enkele functies toelaatbaar gesteld die volgens landelijke richtlijnen behoren tot de categorie 'cultuur en ontspanning' (Besluit ruimtelijke ordening; SVBP2008). Voorheen werden deze functie als maatschappelijke voorziening aangemerkt. Deze passen goed in het centrumgebied. y Ter plaatse van het complex Reuselhof zou met het opnemen van de hiervoor beschreven globale bestemming ruime mogelijkheden worden geboden voor herontwikkeling van het perceel, mede gelet op de omvang. Daarbij zijn relevante ruimtelijke effecten voor de omgeving niet uitgesloten. Anderzijds bood de geldende bestemming ook ruimte voor enkele andere gebruiksmogelijkheden. Op dit moment is nog onzeker welke toekomstige functie het gebied zal krijgen. Het is dan ook gewenst een specifieke bestemming op te
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
42
nemen die zo goed mogelijk de huidige gebruiksmogelijkheden bevestigt: de uitoefening van het openbaar bestuur, de dienstverlening van overheidswege, sociale en culturele doeleinden, de godsdienstuitoefening, het onderwijs, de bejaardenzorg met bijbehorende bewoning, de volksgezondheid en daarmee gelijkt te stellen instellingen, maar geen opvang van jongeren of psychische en/of verslavingszorginstelling. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De omvang van de gebouwen mag per perceel tot 60% bedragen. Dit biedt enerzijds voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor deze functies en houdt anderzijds voldoende rekening met de omgeving. Uit analyse blijkt dat veel functies nog enige uitbreidingsruimte wordt geboden. Op enkele percelen is de bebouwing omvangrijker. De ruimtelijke situatie te midden van woonpercelen en de karakteristiek van een dorpskern, laten geen verdere uitbreiding toe. y Het bouwvlak op de verbeelding geeft aan waarbinnen de gebouwen worden gerealiseerd. Door enige afstand aan te houden tot de voorste perceelsgrens, blijft de bebouwing in het straatbeeld (met parkeerruimte en groenstroken) passen. y De goothoogten en bouwhoogte van de hoofdgebouwen zijn 6 meter en 10 meter. Deze hoogtematen sluiten aan op het vigerende bouwregime en bieden voldoende ruimte. Een grotere hoogte is ongewenst in verband met de omgeving. Afwijkend zijn de woonzorgcomplexen, de kerk en begraafplaats. De bestaande hoogtematen zijn overgenomen. Welke veranderingen worden verwacht? y Gedurende de planperiode van tien jaar kan de aanwezige functie of worden voortgezet of beëindigd. Dan zijn er andere functies toelaatbaar. De voorkeur wordt dan gegeven aan herinvulling van het pand in plaats van aan leegstand. y Voor herinvulling beidt de bestemming voldoende mogelijkheden, rekening houdend met de omgeving en de oorspronkelijke aard van de maatschappelijke voorziening met de daarbij kenmerkende effecten op de omgeving. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y In het vigerende bestemmingsplan was een ruime bestemming voor maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Echter, door jurisprudentie is duidelijk geworden dat het om een te 'ruime groep' functies ging, doordat de effecten op de omgeving onderling te verschillend zijn. Om dit te ondervangen is in het nieuwe bestemmingsplan een indeling van maatschappelijke functies geïntroduceerd. y In de nieuwe regeling wordt ingespeeld op de algemene ontwikkeling van verbreding van maatschappelijke functies en combinaties met andere functies, zoals cultuur en ontspanning. y Voor de begraafplaats aan Brieltje en het kerkhofje aan de Molenstraat, ter hoogte van de ontsluiting van de Bosfazant, is de aanduiding 'begraafplaats' opgenomen. y De hoogtematen zijn voor diverse locaties 'opgeschaald' om intensivering en nieuwbouw met een bijzondere uitstraling en vormgeving mogelijk te maken. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn grotendeels in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y Enkele percelen zijn eigendom van particuliere eigenaren of andere instanties dan de gemeente. In dat geval zijn die personen en instanties verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
43
3.12 Groen Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 12 Groen kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Groen opgenomen? y De gemeente Oisterwijk is 'de parel in het groen'. Dat betekent dat het groen in elke verschijningsvorm, wordt gekoesterd en behouden. Belangrijke groenstroken worden bestemd als Groen. y De beeldbepalende groenstroken liggen langs de Akkerweg, omzomen de bedrijventerreinen en de sport- en recreatiecomplexen. Daarnaast zijn enkele groenstroken aangelegd in de woongebieden, zoals het bungalow- en villagebied aan de westzijde. y Tussen het bedrijventerrein Stokeind en de woonpercelen aan met name de Oisterwijkseweg is afschermende beplanting aanwezig. Behoud hiervan is noodzakelijk in verband met de afschermende werking. y Voor een groenstrook in het woongebied De Hoefkens is de bestemming Groen opgenomen voor behoud van de karakteristiek van dit gebied. y De keuze dat een groenvoorziening van de bestemming Groen wordt voorzien, is hoofdzakelijk gebaseerd op de aanduiding van dat perceel in het Groenstructuurplan. Welke functies zijn toegestaan? y De groenvoorzieningen mogen worden gebruikt als speelgelegenheid, waterberging en vergelijkbare voorzieningen. Tevens is binnen deze bestemming beekherstel van de Reusel mogelijk. y Omzetting van groenvoorzieningen naar parkeerruimte is niet toegestaan. y Voor de afschermende groenstroken rondom het bedrijventerrein Stokeind, met afschermende beplanting, is een verplichting voor vergunning opgenomen. Dit is ook geregeld voor het groen rondom de sportvelden en de camping Bosfazant (oostzijde). Dit komt overeen met het vigerende bestemmingsplan. y Het Pastoorspaadje wordt beschermd door de aanduiding 'cultuurhistorische waarde'. y De relevante waterbergingen zijn als zodanig aangegeven. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De gebruikelijke erfafscheiding van groenstroken is op zich toegestaan. y Verder zijn er geen noemenswaardige bouwmogelijkheden opgenomen. Welke veranderingen worden verwacht? y De groenstroken worden behouden. y Eventueel kan een ander beheer of herinrichting verandering aanbrengen in de verschijningsvorm. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Er zijn geen verschillen ten opzichte van de eerdere bestemmingsregeling. y Er zijn enkele groenstroken veranderd qua bestemming. Dit is afgestemd op het Groenstructuurplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
44
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn overwegend in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente in dat geval verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y Andere gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren in die situaties verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.13 Recreatie – Dagrecreatie Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Recreatie - Dagrecreatie opgenomen? y De volkstuincomplexen aan de Bosstraat en Scheerman zijn voorzien van de bestemming Recreatie - Dagrecreatie met de aanduiding 'volkstuinen'. Welke functies zijn toegestaan? y Binnen de bestemming zijn volkstuinen mogelijk. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Het bouwvlak op de verbeelding komt overeen met de volkstuin als complex. y Binnen het bouwvlak zijn beheersgebouwen tot 75 m2 per complex toegestaan. y Op een volkstuin mag een gebouw tot 20 m2 worden gebouwd. Welke veranderingen worden verwacht? y Veranderingen worden niet verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Er zijn geen noemenswaardige verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
45
3.14 Recreatie - Verblijfsrecreatie Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie opgenomen? y De camping De Bosfazant heeft de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie gekregen. Welke functies zijn toegestaan? y Toegestaan zijn kampeermiddelen: 50 vaste standplaatsen en 95 niet vaste standplaatsen. Dit komt overeen met de vergunde 50 standplaatsen voor stacaravans en de 50 en 45 seizoens- respectievelijk toeristische standplaatsen (totaal 95). y Tevens zijn beheers- en dienstgebouwen alsmede de horecavoorziening in de regeling bevestigd. y Het aantal bedrijfswoningen bedraagt maximaal één. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y De bouwregeling is afgestemd op de vigerende bouwmogelijkheden. Welke veranderingen worden verwacht? y Op zich kan het kampeerterrein worden gecontinueerd. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Er zijn geen verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling, met dien verstande dat het aantal kampeermiddelen, recreatieve nachtverblijven en stacaravans is vastgelegd. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
46
3.15 Sport Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 15 Sport kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Sport opgenomen? y Het sportcomplex ligt aan de noordzijde van de kern. Aan de Postelstraat is een sportschool gevestigd. y Onderscheid is gemaakt tussen de sportvelden (inclusief tennisbanen) en een sportcomplex, waaronder een sporthal en sportschool. Die hebben immers een andere uitstraling (gebouw) dan bijvoorbeeld voetbalvelden met beheersgebouwen en kantine. Welke functies zijn toegestaan? y Op alle gronden is een sportcomplex toegestaan. y Een sporthal en sportschool zijn alleen toelaatbaar gesteld op de bestaande locatie. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Rondom de sportvelden, sporthal en sportschool zijn bouwvlakken aangegeven. y Gebouwen worden binnen het bouwvlak gesitueerd. y Per bouwvlak zijn gebouwen toegestaan. De oppervlakte van bebouwing is gerelateerd aan een bouwvlak. y De locatie van de sporthal en sportschool mag binnen het aangegeven bouwvlak volledig worden bebouwd. y Voor de andere gronden is een maximum omvang van een gebouw per bouwperceel vastgelegd. Daarbij gaat het dus om afzonderlijke bouwpercelen voor de verschillende accommodaties (sporten: voetbal, tennis). Hierbinnen zijn kantines, omkleedruimtes en vergelijkbare gebouwen toegestaan. y De bouwhoogte zorgt ervoor dat eventuele nieuwbouw in de omgeving blijft passen. Welke veranderingen worden verwacht? y Er worden geen noemenswaardige veranderingen verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Er zijn voor de omgeving geen merkbare, noemenswaardige verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling. y Er is enige verruiming van de oppervlakte van gebouwen opgenomen. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn grotendeels in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y Daar waar sprake is van particulier eigendom (sportschool) is de betreffende eigenaar voor het beheeronderhoud, beheer en ontwikkeling verantwoordelijk. y De meeste percelen worden gebruikt door verenigingen. In dat geval zijn die verenigingen samen met de gemeente verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
47
y
In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.16 Verkeer Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 16 Verkeer kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Verkeer opgenomen? y Alle doorgaande wegen, woonstraten en pleintjes zijn van de bestemming Verkeer voorzien. y Hiertoe behoren ook de gebieden met speelgelegenheid of parkeervoorzieningen. Welke functies zijn toegestaan? y De gebruikelijke verkeersfuncties met daarnaast groen- en speelvoorzieningen en water zijn toegestaan. y Omzetting naar de genoemde, andere functies dan de verkeersfunctie zijn binnen deze verkeersbestemming dus toegestaan. y Evenementen zijn belangrijk voor de levendigheid van het centrumgebied. Op het Sint Jansplein worden evenementen mogelijk gemaakt. Dit geldt ook voor terrassen en de weekmarkt. Deze aanduiding is overigens niet relevant in het kader van de APV of marktverordening. y De relevante waterbergingen zijn als zodanig aangegeven. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Het gebruikelijke straatmeubilair is toegestaan. y Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn toegestaan. y Verder zijn er geen noemenswaardige bouwmogelijkheden opgenomen. Welke veranderingen worden verwacht? y De verkeersruimte en andere functies hierbinnen worden behouden. y Eventueel kunnen een ander beheer of herinrichting verandering aanbrengen in de verschijningsvorm of het gebruik op detailniveau. Op hoofdlijnen wordt het karakter van verkeers- en verblijfsgebied behouden. y Het St. Jansplein wordt opnieuw ingericht. Hiervoor zijn plannen opgesteld. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y De openbare ruimte blijft op zich zoals die is. Waar sprake is van verkeersruimte en pleintjes, legt het bestemmingsplan de inrichting niet vast, maar biedt juist mogelijkheden voor verbetering of aanpassing aan de wensen van de buurt. Dit kan zonder het toepassen van extra procedures. y Dit was in de huidige bestemmingsplannen al mogelijk en heeft goed gewerkt. De toekenning van de bestemming is afgestemd op de Kadernota Groen. y Er zijn geen verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
48
Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn overwegend in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente in dat geval verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y Andere gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren in die situaties verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
3.17 Water Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 17 Water kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Water opgenomen? y De waterlopen rondom het Stanislaus-complex en de watergang richting de Akkerweg zijn beeldbepalend. y Ook de waterpartijen ten zuiden van De Sonman bepalen het beeld. y Vandaar dat hiervoor de bestemming Water is opgenomen. Welke functies zijn toegestaan? y Uitsluitend water. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Er mogen waterhuishoudkundige voorzieningen en bruggen in de bestemming worden gebouwd. Welke veranderingen worden verwacht? y Er worden geen veranderingen verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Er zijn geen verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke bestemmingsregeling. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn deels in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente in dat geval verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y Andere gronden zijn in particulier bezit of van het waterschap. Dat betekent dat in die situaties de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. Het waterschap is ook verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van de leggerwatergangen die niet in het bezit zijn van het waterschap. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
49
3.18 Wonen - Bungalows en villa's Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 18 Wonen - Bungalow en Villa's kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Wonen - Bungalows en villa's opgenomen? y Het bungalow- en villagebied aan de Van Rijckevorsellaan heeft een specifieke woonkwaliteit. Vergelijkbare percelen liggen aan de zuidzijde van de Schoolstraat. y Voor deze buurten is een specifieke woonbestemming opgenomen. Hiermee wordt recht gedaan aan de aanwezige bungalow- en villabebouwing op ruime percelen met een groene inrichting (met name voortuinen en gazons). Welke functies zijn toegestaan? y Wonen is de hoofdfunctie van het woongebied. Daarnaast zijn ook andere functies als ondergeschikte activiteit toegestaan. y In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden-beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden. Aanvullend zijn voor twee percelen afzonderlijke aanduidingen en regelingen opgenomen ter bevestiging van de zelfstandige uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep. Hieraan zijn maximum oppervlaktematen gesteld overeenkomstig de bestaande/vergunde situatie. y De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting. y Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan. y Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5. y Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden. y De gazons en boombeplanting langs de Van Rijckevorssellaan zijn beeldbepalend. Voor het behoud is een verplichting voor omgevingsvergunning overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan. Voorkomen wordt dat te veel verharding ontstaat. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Voor alle percelen wordt op de kaart (digitale verbeelding) aangegeven waar, gezien vanaf de straat, de woningen mogen worden gesitueerd (minimale afstand vanaf de voorste perceelsgrens).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
50
y
y
y
In de bouwregels zijn maatvoeringen opgenomen, zoals hoogtes, afstanden en oppervlaktematen. Voor de maatvoeringeisen zijn de volgende aspecten relevant: 1. de maatvoering zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan; 2. voorop staat het behoud van het karakter van de bungalow- en villabuurt. De regels bevatten voorwaarden dat de bebouwing blijft passen in de omgeving; 3. deze regels bieden tegelijkertijd voldoende uitbreiding smogelijkheden voor een passend woonmilieu zodat wordt voldaan aan de behoefte gedurende de planperiode; 4. uniformering van met name de hoogtematen en de ligging van de voorste bouwgrenzen (Schoolstraat); 5. behoud van de ruimtelijke karakteristiek van de woonbuurt; 6. de aanduiding voor het woningtype is op deze woonbuurten afgestemd (vrijstaand). De oppervlaktemaat van gebouwen bedraagt 350 m2. Er is geen onderscheid nodig tussen hoofdgebouwen, aanbouwen en uitbouwen alsmede bijgebouwen. De percelen zijn zodanig ruim en ook op zo'n wijze bebouwd dat een gedetailleerde regeling niet passend is. In de architectuur zijn aanbouwen en uitbouwen ook lang niet altijd ondergeschikt door de relatief beperkte goothoogten van het hoofdgebouw. Nieuwe woningen zijn niet toegestaan in verband met het behoud van de karakteristiek van de buurten.
Welke veranderingen worden verwacht? y Een verbreding van de woonfunctie is de komende periode te verwachten. Hiervoor zijn specifieke regels opgenomen die daarin voorzien. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Voor de bebouwing is een maximum oppervlakte opgenomen. Eerder was bepaald dat 20% van het perceel mag worden bebouwd. Dit is globaal gezien verruimd en in een oppervlaktemaat van 350 m2 vastgelegd. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan hedendaagse bouwwensen. Het karakter van het gebied blijft echter behouden. y De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund. y In de nieuwe regeling zijn de woonpercelen aan de Schoolstraat (zuidkant) aan de bungalow- en villabuurt toegevoegd. De omvang van de percelen en woningen is immers vergelijkbaar. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
51
3.19 Wonen - Woningen Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 19 Wonen - Woningen kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Wonen - Woningen opgenomen? y Rondom het centrum liggen de woongebieden. y Het betreft hier de lintbebouwing, zoals Oisterwijkseweg en Schoolstraat. Daarnaast zijn ook de andere woongebieden in deze bestemming opgenomen rondom het centrumgebied en daarbuiten (Hoefkens, Oostelvoortjes). y Een uitzondering hierop vormen het Groot Bungalowpark aan de Van Rijckevorsellaan, percelen aan de Schoolstraat (zuidzijde). Hieraan is de bestemming Wonen - Bungalows en Villa's toegekend. Welke functies zijn toegestaan? y Wonen is de hoofdfunctie van het woongebied. Daarnaast zijn ook andere functies als ondergeschikte activiteit toegestaan. y In de praktijk neemt het aantal situaties toe waarin sprake is van een aan-huis-gebonden beroep, ondergeschikte dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In ruimtelijk-functioneel opzicht bestaan hiertegen geen bezwaren voor zover dit kleinschalig is en geen nadelige effecten heeft op de omgeving en/of voor de centrumgebieden. De regeling bevat hiervoor voorwaarden. y De activiteiten kunnen worden toegestaan in de woning (hoofdgebouw met aan en uitbouwen), maar niet in een bijgebouw (vrijstaand). Dit kan namelijk verzelfstandiging van de activiteit tot gevolg hebben. De activiteiten kunnen wel worden toegestaan in een bijgebouw als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de afwijkingsbevoegdheid. Bijlage 2 bevat een nadere toelichting. y Het bestemmingsplan komt tegemoet aan de behoefte van huisvesting voor mantelzorg. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' worden toegestaan. y Bijzondere woonvormen die verwantschap hebben met een regulier huishouden passen binnen de woonbestemming. Andere bijzondere woonvormen kunnen in diverse situaties worden toegestaan via een wijzigingsmogelijkheid. Een nadere toelichting is opgenomen in Bijlage 5. y Enkele percelen worden hobbymatig agrarisch gebruikt: het binnenterrein aan de zuidzijde van de Kerkstraat/Rootven, tussen de Akkerstraat en Schoolstraat. Voor een toelichting op de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden wordt verwezen naar de bestemming Centrum - 1. y Logies en ontbijt zijn onder voorwaarden toegestaan in de vorm van 2 logieseenheden in een woning. Met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kan logies en ontbijt ook worden toegestaan in een bijgebouw, mits voldaan wordt aan de opgenomen voorwaarden. y Op het perceel Oisterwijkseweg 68 is sprake van beoefening van het instructiezwemmen (zwemles) in een afzonderlijk ingericht gebouw. De eigenaren van het perceel zullen bepalingen over het beperken van overlast strikt naleven en overlast zo mogelijk nog verder beperken. Hierover bestaat met de bewoonster van Oisterwijkseweg 70
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
52
y
overeenstemming. Op basis hiervan is voor het gebruik van het zwembad een persoonsgebonden overgangsrecht toegekend zolang de huidige eigenaren op het perceel wonen. De hierbij opgenomen criteria zijn ontleend aan een eerder afgegeven gedoogbeschikking en nader overeengekomen voorwaarden. Met het toevoegen van de aanduiding 'tuin' voor gronden van het perceel De Hoefkens 39 en de daaraan gekoppelde regeling, is verharding van die gronden uitgesloten. Zie voorts de toelichting inzake het bouwen en dit perceel.
Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Voor alle percelen wordt op de kaart (digitale verbeelding) aangegeven waar, gezien vanaf de straat, de woningen mogen worden gesitueerd (minimale afstand vanaf de voorste perceelsgrens). y In de bouwregels zijn maatvoeringen opgenomen, zoals hoogtes, afstanden en oppervlaktematen. Voor de maatvoeringseisen zijn de volgende aspecten relevant. 1. De meeste bepalingen met betrekking tot de omvang van gebouwen zijn overgenomen van het vigerende bestemmingsplan. 2. Voorop staat het behoud van het karakter van de dorpskern. De bouwregels zorgen ervoor dat de bebouwing blijft passen in de omgeving. 3. Deze bouwregels bieden tegelijkertijd voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor een passend woonmilieu zodat wordt voldaan aan de behoefte gedurende de planperiode. 4. Uniformering van met name de hoogtematen en de ligging van de voorste bouwgrenzen. 5. Behoud van de ruimtelijke karakteristiek van de woonbuurt. 6. De aanduidingen voor het woningtype zijn op de buurt afgestemd. y Voor de volgende woonbuurten zijn afwijkingen van de maatvoeringen opgenomen ten opzichte van andere, grotere delen van het plangebied. 1. In enkele buurten is destijds op structuurniveau gekozen voor een beperkte goothoogte (4 meter). In die buurten is dan ook 4 meter als goothoogten als maximum gesteld in plaats van 6 meter. Het betreft percelen aan bijvoorbeeld Hoefkens de kleine bungalowbuurt (omgeving Duyvekotstraat en Hogendriesplein) en Papenacker. y Voor de hoofdgebouwen wordt een dieptemaat opgenomen, veelal 12,5 meter. Daarachter kan erfbebouwing worden gerealiseerd of vergroot. 1. Voor percelen kleiner dan 800 m2 en tussen 800 m2 en 1.600 m2 bedragen de oppervlaktematen 50 m2 respectievelijk 60 m2. 2. Voor percelen tussen 1.600 m2 en 4.000 m2 bedraagt de oppervlaktemaat voor erfbebouwing 75 m2. 3. Voor percelen groter dan 4.000 m² bedraagt de oppervlaktemaat voor erfbebouwing ten hoogste 100 m². 4. De balans tussen bebouwing en open ruimte op het achtererf wordt gewaarborgd door een bebouwingspercentage van maximaal 50% te hanteren voor de kleinste categorie percelen (tot 800 m2). y Op hoekpercelen van woningen kan in de zijtuin, buiten het aangegeven bouwvlak, in beperkte mate erfbebouwing, onder voorwaarden en via een afwijzingsprocedure, worden gerealiseerd. y Voor een deel van het perceel De Hoefkens 39 is de aanduiding 'tuin' opgenomen. De gronden zijn destijds aan het perceel toegevoegd zonder bouwmogelijkheden. Voor deze gronden zijn afzonderlijke regels opgenomen. Daarin is bepaald dat de gronden niet worden aangemerkt als een erf bij een woonperceel waar vergunningvrij bouwen is toegestaan. Alleen erfafscheidingen tot een hoogte van 1 meter zijn toegestaan. y Nieuwe woningen zijn alleen toegestaan na afweging en toetsing, dus via een wijzigingsbevoegdheid. Het is niet uitgesloten dat buiten het bestemmingsplan om alsnog afzonderlijke procedures worden gevoerd voor specifieke veranderingen die ingrijpender zijn (meerdere woningen, appartementenbouw) en dus een bredere afweging vragen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
53
Welke veranderingen worden verwacht? y Een verbreding van de woonfunctie is de komende periode te verwachten. Hiervoor zijn specifieke regels opgenomen die daarin voorzien. y Er zijn niet zo veel locaties waar nog woningbouw is te realiseren. Waar dit aanvaardbaar is, kan hieraan worden meegewerkt. y Op de perspectieven voor het binnenterrein tussen de Schoolstraat en Prinses Margrietstraat wordt uitvoerig ingegaan in de toelichting op de bestemming Centrum (paragraaf 2.2). y Voor hoekpercelen wordt het in enkele gevallen mogelijk gemaakt om de bouwgrenzen te overschrijden, onder voorwaarden via een afwijkingsprocedure. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y In de nieuwe regeling is een zekere mate van uniformiteit sterker doorgevoerd. Dit komt tot uitdrukking in bouwgrenzen die nu als doorlopende lijn zijn opgenomen voor lintbebouwing in plaats van allerlei inspringingen. Een belangrijke overweging is dat tegen een aanvraag met voor een bouwplan dichter op de weg, in lijn met naburige woningen, altijd zal worden gehonoreerd. In de praktijk zal hiervan zeer incidentele gebruik worden gemaakt, zodat de structuur toch wordt behouden. y De oppervlaktemaat voor erfbebouwing op percelen is enigszins verruimd, zodat aan de hedendaagse wensen kan worden meegewerkt. De balans tussen bebouwing en open ruimte op het achtererf wordt gewaarborgd door een bebouwingspercentage van maximaal 50% te hanteren. y De mogelijkheden voor verbreding van de woonfunctie (activiteiten, mantelzorg, bijzondere woonvormen) zijn verruimd. Immers, in het coalitieakkoord is vastgelegd dat naast de professionele hulp, ook het vrijwilligerswerk en de mantelzorgers worden gestimuleerd en ondersteund. y Bij besluit van 13 maart 2012 heeft het college het wijzigingsplan 'Scheerman ongenummerd' vastgesteld. Dit wijzigingsplan biedt de mogelijkheid twee woningen te bouwen aan de Scheerman (Moergestel, sectie B, nummer 2567). Daarbij is getoetst aan de wijzigingsregels, zoals de stedenbouwkundige inpassing, volkshuisvestingsbeleid en effecten vanuit en voor de omgeving. Tegen dit wijzigingsplan is beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De afdeling heeft op 13 februari 2013 uitspraak gedaan. Hieruit is af te leiden dat aan alle relevante voorwaarden en wijzigingsregels is voldaan. Uitzondering hierop vormt de voorwaarde dat de woningen gebouwd dienen te worden binnen een afstand van ten hoogste 2 meter uit de voorste bouwgrens. Het wijzigingsplan maakte het mogelijk om de woningen tot 4 meter uit de voorste bouwgrens te bouwen. Omdat dit in strijd is met de wijzigingsvoorwaarden, is het vaststellingsbesluit van het wijzigingsplan vernietigd. Het wijzigingsplan is naar aanleiding van de uitspraak gewijzigd en op 19 maart 2013 opnieuw vastgesteld door het college. Het vastgestelde wijzigingsplan is, in lijn met de Wet ruimtelijke ordening, vertaald in dit bestemmingsplan. Daarbij is vastgehouden aan de wijzigingsvoorwaarden. Dit betekent dat ook in dit bestemmingsplan de afstand van de voorgevel van de woningen tot de voorgevelrooilijn niet meer dan 2 meter mag bedragen. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in particulier bezit. Dat betekent dat de eigenaren verantwoordelijk zijn voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
54
3.20 Wonen - Woonwagens Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 20 Wonen - Woonwagens kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Voor welke gebieden en percelen is de bestemming Wonen - Woonwagens opgenomen? y Voor de woonwagens aan de Bosstraat/'t Brieltje is de gelijknamige bestemming opgenomen. Welke functies zijn toegestaan? y Ter plaatse is bewoning van de woonwagens toegestaan. Wat mag er worden gebouwd en hoeveel? y Per woonwagen is 20 m2 aan erfbebouwing toelaatbaar. Welke veranderingen worden verwacht? y Er worden geen veranderingen verwacht. Wat zijn de belangrijkste verschillen met de vigerende bestemmingsregeling? y Tussen het vigerende en nieuwe bestemmingsplan zijn geen verschillen te benoemen. Wie is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en ontwikkeling? y De gronden zijn in gemeentelijk bezit. Dat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en ontwikkeling. y In het geval van excessen of overtreding van het bestemmingsplan of andere wet- of regelgeving kan een beroep worden gedaan op de gemeente of een ander bevoegd overheidsorgaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
55
Hoofdstuk 4
Dubbelbestemmingen en overige bepalingen
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
4.1
Leidingen
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding, Artikel 22 Leiding - Koolwaterstof en 23 Leiding - Riool kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan y
y
y
y
De ruimtelijk relevante hoogspanningsleiding, rioolleiding en vloeibare koolwaterstoffenleiding zijn als zodanig bestemd. Aangezien leidingen in alle gevallen samenvallen met andere bestemmingen zijn deze bestemmingen als dubbelbestemming opgenomen. Ten behoeve van de dubbelbestemming Leiding mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Voor de samenvallende bestemmingen dient het bouwen steeds aan het leidingenbelang te worden getoetst. De bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding ligt over percelen aan de noordzijde van de kern. Deze leiding is als zodanig bestemd met daarnaast een strook die het leidingbelang beschermt. De breedte van de strook bedraagt 17,5 meter aan weerszijden van de leiding. Bij de koolwaterstofleiding en rioolleiding is de belemmerende strook (4 of 5 meter) aangemerkt als bestemming Leiding. Daar waar de plaatsgebonden risicocontour breder is dan de belemmerende strook is een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding (naam)' opgenomen. Binnen de 'veiligheidszone - leiding' mag het aantal kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet toenemen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
56
y
Voor de koolwaterstofleiding bedraagt de breedte van het veiligheidsgebied, volgens de berekening van de leidingbeheerder, 13 meter. Die breedte is aangehouden in de zuidwestelijke punt van het plangebied (bedrijventerrein Sonman). In het aangrenzende bestemmingsplan Buitengebied is voor deze leiding een vergelijkbare regeling opgenomen, overigens met een breedte van 12 meter op basis van een RMD-rapportage van destijds. Wanneer 13 meter zou zijn aangehouden, zou de aanduiding het plangebied net raken, maar niet overlappen. Dat betekent dat het verschil tussen 12 meter of 13 meter geen invloed heeft op het plangebied Kom Moergestel, maar op het bestemmingsplan Buitengebied. Voorts is van belang dat woningen in het woongebied aan de Van Rijckevorssellaan op enige afstand van de perceelsgrenzen moeten worden gebouwd. Hiermee is gewaarborgd dat geen kwetsbare objecten binnen het veiligheidsgebied mogelijk zijn.
4.2
Waarde - Archeologie
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Artikel 24 Waarde - Archeologie - 1 en Artikel 25 Waarde - Archeologie - 3 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan y
y y
y
De gemeenteraad heeft op 5 november 2009 ingestemd met een nieuw gemeentelijk archeologiebeleid. Daarmee is de eerste stap gezet in het voldoen aan de wettelijke taak om zelf archeologiebeleid op te stellen. Het Beleidsplan archeologie bevat een verwachtingskaart, een beleidskaart met bijbehorende matrixnormen. Besloten is dat deze kaarten met bijbehorende regels worden opgenomen in de nieuwe bestemmingsplannen. Voor het centrumgebied is de archeologische bestemming archeologie 1 opgenomen, voor andere hoger gelegen delen archeologie 3. Dit is op de beleidskaart weergegeven. In de tabel is aangegeven welke regels hierop van toepassing zijn. De opgenomen regels zijn grotendeels overeenkomstig het beleid zoals vastgelegd in de gemeentelijke archeologienota.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
57
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
58
4.3
Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Bijlage 6 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan y
y y
y
y
y
y y
De bebouwing aan de Raadhuisstraat en Postelstraat wordt opgenomen als beschermd dorpsgezicht, zodat de karakteristieke bebouwing wordt behouden. Het betreft de volgende gedeelten van de kern. 1. Raadhuisstraat 21 tot en met 37 (oneven), 12 tot en met 28 (even); 2. St. Jansplein 1 en 3; 3. Postelstraat 1 tot en met 13 (oneven), 2 tot en met 16 (even). Het gaat om behoud van de uitstraling van gebouwen aan de straatzijde. Het gebied is gewaardeerd als zijnde van belang door architectuur/schoonheid, cultuurhistorische waarde en de wetenschap (stedenbouwkundige historie, architectuurhistorie). De bestemming tot Beschermd Dorpsgezicht is niet bedoeld om tot een bevriezing van de situatie te komen, maar als toetsingkader voor verdere veranderingen, waarbij de genoemde zaken en kenmerken als uitgangspunt kunnen dienen bij wijzigingen, (her)bestemmingen en adviezen. In de bouwregels wordt bepaald dat een omgevingsvergunning moet passen in het beschermde dorpsgezicht. De aanvraag voor omgevingsvergunning wordt direct aan deze voorwaarde getoetst door het bevoegd gezag, in deze situatie het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk. In de praktijk wordt het college op dit onderdeel geadviseerd door de Monumentencommissie. Het staat het college altijd vrij advies in te winnen. Dit wordt meegenomen in de uiteindelijke beoordeling van de aanvraag voor omgevingsvergunning door het college. Het kan zijn dat de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit die direct past in het bestaande bebouwingsbeeld. Mocht het zo zijn dat gekozen wordt voor een afwijkende vormgeving, dan kan dit wellicht ook passen in het beschermd dorpsgezicht. Het is dan voor de hand liggend dat een en ander bij de aanvraag door de initiatiefnemer wordt toegelicht. Dit is geen vereiste, maar kan een bijdrage leveren aan een voortvarende toetsing door het college. De aanvraag voor het bouwen wordt getoetst op de volgende aspecten: 1. de architectonische waarde in verband met de afleesbare stijlontwikkelingen in de bebouwing; 2. de gaafheid in hoofdvorm van stedenbouwkundige concepten; 3. de gaafheid in vorm èn details van gebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische waarde'; 4. de aanwezigheid van zowel vrijstaande, dubbele woonhuizen als ook grotere complexen met bijzondere ensemblewaarde. Tevens is een omgevingsvergunning, met voorwaarden, voor het eventueel slopen van gebouwen voorgeschreven. De beschrijving van het beschermd dorpsgezicht is opgenomen in Bijlage 6.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
59
4.4 y
y
y
Waarde - Cultuurhistorie
Aan de molenbiotoop van de molen aan Scheerman is de dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie toegekend. Op de gronden met deze aanduiding gelden regels met betrekking tot de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de met de molenbiotoop samenvallende bestemmingen. Ook is een vereiste van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden opgenomen met betrekking tot de aanplant van bomen en het ophogen van gronden. Voor zover bebouwing of beplanting wordt gesitueerd die overeenkomt met de toelaatbare hoogte van bestaande bebouwing, dan zijn die bouwwerken en beplanting direct toegestaan.
4.5
Waterstaat
Voor de noordwestelijke hoek van de gronden van de Reuselhof is de bestemming Waterstaat opgenomen conform de regelgeving van het waterschap. Deze bestemming regelt de waterkeringsfunctie in verband met de Reusel.
4.6
Algemene regels
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in de Artikels 29, 30, 31, 32, 33, 34 en 35 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan In de algemene regels zijn de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels, algemene gebruiksregels en de algemene wijzigingsregels opgenomen. Ook is een bepaling voor de werking van de wettelijke regelingen opgenomen, waarnaar elders in de regels wordt verwezen. Artikel 29 Antidubbeltelbepaling y Artikel 29 bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat er in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen. y Deze bepaling is conform artikel 3.2.4 van het Bro in het bestemmingsplan opgenomen. Artikel 30 Algemene bouwregels y Met de bepaling over bestaande maten (lid 2) wordt voorkomen dat bestaande situaties die afwijken van de maatvoering ingevolge hoofdstuk 2 - onbedoeld - geheel of gedeeltelijk onder het overgangsrecht vallen. y Op zich moeten bouwwerken die qua maatvoering afwijken van de regels, op dezelfde plaats worden terug gebouwd. Via een afwijkingsbepaling is het mogelijk dat bestaande afwijkingen worden verkleind, wanneer binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan wordt gebouwd. Hierbij kan gedacht worden aan een gebouw op een
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
60
y
smal perceel dat dichter op de zijdelingse perceelgrens staat dan het bestemmingsplan toelaat. Aan de andere kant mogen gebouwen, die groter zijn dan het bestemmingsplan toelaat, op een andere plek worden teruggebouwd als hiermee de afwijking met het plan gelijk blijft of kleiner wordt. In beide gevallen geldt dat er geen sprake mag zijn van onevenredige aantasting van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Het ondergronds bouwen is in de bouwregels van de nodige bepalingen voorzien. In dat kader kan ook een zwembad, via een afwijkingsprocedure, worden toegestaan.
Artikel 31 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening y In dit artikel wordt bepaald dat enkele bepalingen uit de bouwverordening niet van toepassing zijn als aanvullende bepalingen op dit bestemmingsplan. Artikel 32 Algemene aanduidingsregels y Voor de gebieden die zijn gelegen in een 'veiligheidszone - leiding' geldt dat het aantal kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten niet mag toenemen. In dit verband zijn wel de nodige begripsbepalingen opgenomen. De begripsbepalingen beperkt kwetsbaar object en kwetsbaar object zijn op maat gesneden voor dit bestemmingsplan. Objecten die zonder meer zijn uitgesloten, zijn in de opsomming achterwege gelaten. Artikel 33 Algemene afwijkingsregels y Voor een aantal, ondergeschikte, afwijkingen ten opzichte van de planregels kan het bevoegd gezag met dit artikel bij een omgevingsvergunning afwijken. Een uitzondering hierop vormen bepalingen waarvan reeds kan worden afgeweken of waarbij expliciet is bepaald dat geen afwijking is toegestaan. Artikel 34 Algemene wijzigingsregels y In lid 1 is een algemene flexibiliteitsbepaling opgenomen om voor bepaalde onderdelen van bestemmingen of gebouwen dan wel bouwwerken af te wijken van de bestemmingsgrenzen. Deze bepaling gaat verder dan die van artikel 30, vandaar dat hier altijd een wijziging voor nodig is van burgemeester en wethouders. Overigens geldt ook hier dat deze bepalingen als algemene regel gelden voor alle bestemmingen. Artikel 35 Overige regels y Indien in dit bestemmingsplan verwezen wordt naar wettelijke regelingen geldt dat verwezen wordt naar de tekst van de betreffende regeling zoals die gold op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan.
4.7
Overgangs- en slotbepalingen
Status: alleen aan de regels zoals genoemd in 36 en 37 kunnen rechten worden ontleend. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
61
Artikel 36 Overgangsrecht y In dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van het gebruik en het bouwen in strijd met het plan geregeld. In lid 1 is de in artikel 3.2.1 Bro voorgeschreven bepaling omtrent het overgangsrecht voor bouwwerken opgenomen. y In lid 2 is de in artikel 3.2.2 Bro voorgeschreven bepaling omtrent het overgangsrecht voor gebruik opgenomen. y In lid 3 is persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen voor het gebruik van het perceel Oisterwijkseweg 68 voor beperkte beoefening van instructiezwemmen. Deze bepaling geldt uitsluitend voor de in de bepaling genoemde personen. Voorts wordt verwezen naar de nadere toelichting in paragraaf 3.19. Artikel 37 Slotregel y Dit bestemmingsplan heet Kom Moergestel.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
62
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
63
Hoofdstuk 5
Handhaving
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Actuele veranderingen y Handhaving van bestemmingsplannen en ruimtelijke regelgeving is de laatste jaren in een steeds verder toenemende belangstelling komen te staan van bestuurlijk Nederland. y Door het plaatsvinden van enkele ingrijpende incidenten is de handhaving in een stroomversnelling gekomen. In toenemende mate spreken burgers de gemeente aan op het handhaven van de (eigen) regels. Ook in de jurisprudentie is een verandering tot stand gekomen. De rechter spreekt zich nadrukkelijk uit over het handhaven van de regelgeving en neemt zelfs in beginsel een plicht tot handhaving aan. Daarnaast krijgt de rechtszekerheid van bestemmingsplannen bij de rechterlijke toetsing een steeds belangrijker rol. y Handhaving van regelgeving vraagt om actuele regels. Regels die zijn gebaseerd op gedateerde inzichten, hebben hun geloofwaardigheid verloren en kunnen in redelijkheid ook niet meer afgedwongen worden. Door verouderde regels neemt de kans op misbruik daarvan ook toe. Door de actualisering van de bestemmingsplannen worden nieuwe ruimtelijke kaders aangegeven en worden daarmee tevens de grenzen bepaald waarbinnen planologische veranderingen mogelijk zijn. y De regels van het bestemmingsplan leggen een ruimtelijk relevante norm vast, met in bepaalde gevallen een daaraan gekoppelde ontheffingsmogelijkheid, die het bestuur de mogelijkheid geeft in te spelen op de dynamiek van de samenleving. Op die wijze wordt ook de gelegenheid geboden een belangenafweging te maken van de individuele belangen ten opzichte van het algemeen belang. Afwijkingen zijn echter gelimiteerd. Daar waar geen afwijkingen meer mogelijk zijn begint de handhaving. y Gelet op de huidige (woning)marktsituatie kan sprake zijn van achterstallig onderhoud van panden of langdurige leegstand. Het bestemmingsplan is zodanig opgezet dat in een pand meer functies dan voorheen zijn toegestaan. Hiermee kan eenvoudiger worden voorzien in wensen die gericht zijn op intensivering, verbreding of vernieuwing van functies. Dit draagt bij aan de mogelijkheden voor behoud van de kwaliteit van het gebouw en de uitstraling alsmede behoud van het gebruik van panden. Handhaving binnen de gemeente Oisterwijk Handhavingsbeleid y Op 31 januari 2012 heeft het college van Burgemeester & Wethouders ''het integraal handhavingsplan gemeente Oisterwijk 2012-2015'' vastgesteld. Dit handhavingsplan bevat het beleidsmatig kader voor de handhaving van regels met betrekking tot gedrag van
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
64
y
mensen in relatie tot de fysieke omgeving. Het plan biedt een eenduidig kader voor de sturing van de uitvoering. Voor burgers en bedrijven is duidelijk hoe de gemeente haar handhavingstaak invult. Handhaving laat zich onderscheiden in toezicht en controle enerzijds en het opleggen van sancties anderzijds. Zowel toezicht als handhaving zijn gericht op twee typen regels. Allereerst zijn er regels voor gedrag dat de overheid niet wil verbieden, maar wel wil regelen, zoals het vestigen van bedrijven, het kappen van bomen of het uitbreiden van panden. Handhaving richt zich dan op de naleving van die regels. Daarnaast is er gedrag dat de overheid verbiedt, zoals het kweken van hennep en het dumpen van afval. Handhaving is dan gericht op bestrijding van dat gedrag. In beide gevallen kan het college handhavend optreden en waar nodig sancties opleggen. Zij kan dit doen met de tot haar beschikking staande bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en privaatrechtelijke handhavingsmiddelen.
Handhaving y Voor een aanvaardbaar handhavingsbeleid wordt in de eerste plaats gestreefd naar een voldoende draagvlak. Een bestemmingsplan met weinig draagvlak houdt immers het risico in dat het slecht wordt nageleefd en is dan weinig zinvol. In verband hiermee is het bestemmingsplan zodanig opgezet dat het voor zoveel mogelijk betrokkenen een duidelijke, toegankelijke en op de hedendaagse behoeften en eisen afgestemde bestemmingsregeling bevat. Verder wordt informatie verstrekt omtrent de inhoud van het bestemmingsplan. Hiermee wordt onder andere beoogd het begrip bij de burger te vergroten. Het geven van voorlichting vormt daarmee ook een belangrijke schakel in de handhavingsactiviteiten. y Van gemeentewege zijn in het kader van dit bestemmingsplan hiertoe de nodige activiteiten ondernomen. De uitgangspunten zijn op 15 september 2011 aan de bevolking, instanties en bedrijven gepresenteerd. Voorts is een inspraakbijeenkomst gehouden en is de vaststellingsprocedure doorlopen. Daarnaast worden de regels in de praktijk toegepast en gehandhaafd. y Ten aanzien van overtredingen zal een actief handhavingsbeleid worden gevoerd. Getracht wordt de controlewerkzaamheden ten aanzien van geconstateerde overtredingen op een intensieve manier uit te voeren. Handhavingsactiviteiten worden zoveel mogelijk onderling afgestemd. Controle in het kader van het bestemmingsplan wordt gekoppeld aan controle in het kader van milieuwetgeving en omgekeerd. Dit is van belang om de benodigde inzet van extra middelen zo beperkt mogelijk te houden, maar ook om tot een samenhangend handhavingsbeleid te komen. Wanneer eenmaal sancties moeten worden getroffen, zal dit op consistente wijze, maar met oog voor de juridische spelregels, worden gedaan. y Indien de activiteiten niet kunnen worden gelegaliseerd, zullen de instrumenten van aanschrijving, stillegging bouw, bestuursdwang en dwangsom worden toegepast. De uitvoering van de strafrechtelijke vervolging ligt in handen van het Openbaar Ministerie. Verantwoording y De uitvoering en voortgang van de handhaving wordt jaarlijks vastgelegd in een verslag, dat bestuurlijk wordt vastgesteld.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
65
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan
6.1
Economische uitvoerbaarheid
In de Wet ruimtelijke ordening is de grondexploitatiewet opgenomen. Deze afdeling regelt verplicht kostenverhaal door de gemeente. De gemeente legt dit kostenverhaal vast in een exploitatieplan. Kostenverhaal dient onder andere te worden verzekerd bij een bestemmingsplan wat rechtstreeks bouwplannen mogelijk maakt. Het voorliggende bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend. Om deze reden is door de raad besloten om voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen.
6.2 y y
y y
y
Wat ging er aan de procedure van het bestemmingsplan vooraf
Binnen de gemeentelijke organisatie hebben twee rondes besprekingen plaatsgevonden. De uitgangspunten in dit bestemmingsplan komen onder andere uit deze besprekingen. Een informatiebijeenkomst is op 15 september 2011 gehouden in de Tiliander in Oisterwijk. Het was een druk bezochte bijeenkomst. De reacties waren met name gericht op de volgende aspecten. De keuzes worden voorzien van heldere motiveringen. Duidelijkheid over het al dan niet toestaan van veranderingen in de kern is belangrijk. 1. Bij bebouwing achter op de percelen is specifiek aandacht nodig voor de effecten voor aangrenzende (woon)percelen, de ontsluiting en de parkeerdruk. 2. Op zich geeft dit niet direct aanleiding tot beperking van uitbreidingsmogelijkheden voor erfbebouwing. Daaruit vloeit geen extra parkeerdruk voort. 3. De huidige wetgeving (Wabo) staat immers uitbreiding tot bepaalde maatvoeringen toe zonder vergunning. De vraagstukken van parkeerdruk en verkeersdrukte in de straten zijn met name belangrijke aspecten bij activiteiten in een woning. Een duidelijke uitstraling van zo'n activiteit (reclamebord voor in de tuin) is ongewenst. 1. In de regeling zijn voorwaarden opgenomen gericht op kleinschaligheid en bijvoorbeeld de 'begrenzing' dat er geen extra parkeerdruk mag ontstaan. Hiermee worden excessen voorkomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
66
y
y
y y
2. Het idee van bijvoorbeeld onderlinge afstandsmaten tussen activiteiten aan huis (bijvoorbeeld 50 of 100 meter) wordt niet voorgestaan. Dit belemmert individuele burgers; in de praktijk komen al meerdere situaties voor die zouden afwijken van een afstandsmaat. 3. Het accent zal vooral liggen op een stringente toetsing van dit aspect. In bijlage Achtergronden van het bestemmingsplan is een specifieke toelichting opgenomen van de toepassing van de voorwaarden die in de regeling zijn genoemd. Dit biedt een goede basis om in voorkomend geval op te treden of medewerking te onthouden. Wie zorgt waarvoor? Dat is een vraag die vaker aan de orde kwam. Gevraagd is om in de toelichting van het bestemmingsplan inzicht te geven in bijvoorbeeld of een bepaald aspect wel of niet in het bestemmingsplan wordt geregeld? Genoemde aspecten zijn de verkeersstructuur, parkeergelegenheid, verkeerssnelheid, groen- en wegenonderhoud. Behoefte bestaat aan het goed informeren in het communicatietraject over: a. de momenten waarop eenieder kan reageren; b. de aanpassingen in het bestemmingsplan; c. de status van het bestemmingsplan. De gegeven reacties betekenen dat in de toelichting en regeling extra aandacht is gegeven aan duidelijkheid, uitleg en (korte) motiveringen van gemaakte keuzes. Het al dan niet bieden van ontwikkelingsmogelijkheden in het centrum van Moergestel vraagt in de communicatie veel aandacht. 1. In goed leesbare overzichten zullen de keuzes worden weergegeven, voorzien van heldere motiveringen. 2. Ongeacht een goede uitleg zullen diverse partijen verschillend aankijken tegen de keuzes. Dit is ook logisch omdat de belangen en perspectieven in dit gebied complex zijn, mede door de huidige onzekere marktsituatie. 3. Hierop wordt uitvoerig ingegaan in de toelichting op de bestemming Centrum (paragraaf 3.7).
6.3 y y y y y y y
y y
y
Hoe verloopt de procedure?
Het concept ontwerpbestemmingsplan Kom Moergestel is afgerond in het voorjaar van 2012. Van 16 maart tot en met 26 april 2012 heeft het plan ter inzage gelegen. Gedurende deze periode konden er inspraakreacties worden ingediend. Op internet is de mogelijkheid geboden het plan vanaf de gemeentelijke website of vanaf de website 'ruimtelijke plannen' in te zien. Op 29 maart heeft er een inloopbijeenkomst plaatsgevonden. Instanties hebben in het kader van het vooroverleg de kans gekregen om te reageren. Ambtshalve is het gewenst een aantal wijzigingen door te voeren. In totaal zijn er 119 inspraakreacties en 3 overlegreacties. Deze zijn samengevat en samen met de wijzigingen van commentaar voorzien in 'Eindverslag inspraak, vooroverleg en wijziging, gemeente Oisterwijk, augustus 2012' (toegevoegd in Bijlage 7). De inspraak- en overlegreacties en de wijzigingen op het bestemmingsplan zijn door het college vastgesteld. Eenieder is opnieuw de gelegenheid geboden hierop te reageren door middel van een zienswijze (najaar 2012) De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan vastgesteld (27 juni 2013), waarna de indieners van een zienswijze zijn geïnformeerd over de beantwoording en/of verwerking van de reacties in het bestemmingsplan. Op de website van de gemeente Oisterwijk kan iedereen steeds nagaan hoe het staat met de werkzaamheden en planning van het bestemmingsplan voor Kom Moergestel.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
67
y
In Bijlage 10 zijn het raadsbesluit en de nota zienswijzen en wijzigingen bij vaststelling opgenomen. Daaraan is een werkdocument toegevoegd van het raadsbesluit; zie voor een toelichting de aanhef van het werkdocument.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
68
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
69
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Hoofdstuk 2 Uitgangspunten bestemmingsplan Hoofdstuk 3 Bestemmingen Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen en overige bepalingen Hoofdstuk 5 Handhaving Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Achtergronden van het bestemmingsplan Bijlage 1 Achtergronden van het bestemmingsplan Bijlage 2 Toelichting op de Staat van Activiteiten Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bijlage 4 Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Bijlage 5 Toelichting op bijzondere woonvormen Bijlage 6 Beschermd dorpsgezicht Kom Moergestel Bijlage 7 Eindverslag inspraak, vooroverleg en wijzigingen Bijlage 8 Kwantitatieve risicoanalyse PRB-leiding Bijlage 9 Herprogrammering woningbouw gemeente Bijlage 10 Raadsbesluit en nota zienswijzen en raadsbesluit werkdocument
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
70
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
regels
72
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
73
Hoofdstuk 1
Artikel 1 1.1
Inleidende bepalingen
Begrippen
plan
het bestemmingsplan Kom Moergestel NL.IMRO.0824.BPKomMoergestel-0003. 1.2
van
de
gemeente
Oisterwijk,
nummer
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0824.BPKomMoergestel-0003 met de bijbehorende regels en bijlagen. 1.3
achterste perceelsgrens
de van de weg af gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg afgekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een achterste perceelsgrens aan. 1.4
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.5
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.6
aanbouw en uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.7
aaneengebouwde woningen
woningen waarbij meer dan twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden. 1.8
aan-huis-gebonden beroep
een aan-huis-gebonden beroep is een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig of ontwerp-technisch gebied, dat in een woning, aanbouw en uitbouw, maar geen bijgebouw, door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de activiteiten, zoals genoemd in de Staat van Activiteiten. 1.9
agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en / of het houden van dieren, nader te onderscheiden in: a. grondgebonden agrarisch bedrijf:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
74
b.
c. d.
1. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt; 2. bollenteelt: de teelt van bloembollen al dan niet in samenhang met de teelt van bolbloemen; 3. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond; 4. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee waarbij de productie (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel; 5. paardenhouderij: het fokken van paarden, het houden, stallen of africhten van paarden ten behoeve van de vlees- en/of melkproductie, handel en/of de gebruiksgerichte paardenhouderij; 6. sierteelt: de teelt van siergewassen op open grond al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten; niet-grondgebonden agrarisch bedrijf: 1. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen; 2. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen, paddenstoelen daaronder begrepen, in gebouwen; 3. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang waarbij de productie (nagenoeg) niet afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende agrarische grond als productiemiddel; aquacultuur: de teelt van (zout)watergebonden organismen waaronder begrepen zagers, schelpdieren en vissen; overige teelten van gewassen of dieren, al dan niet in gebouwen.
1.10
agrarische deskundige
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen. 1.11 a.
b.
agrarische hulp- en nevenbedrijf
een bedrijf dat is gericht op het opslaan van en leveren van goederen aan uitsluitend of overwegend agrarische bedrijven en/of het opslaan en verwerken van producten die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, waaronder begrepen mestopslagruimten met een regionale functie; een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur (zoals loonbedrijven).
1.12
archeologisch deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke en als zodanig geregistreerde deskundige op het gebied van archeologisch onderzoek, in het bezit van een opgravingsbevoegdheid. 1.13
archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt. 1.14
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied in het bodemarchief voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden. 1.15
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
75
1.16
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein. 1.17 als a. b. c. d.
beperkt kwetsbare objecten
beperkt kwetsbare objecten worden aangemerkt: (agrarische) bedrijfsgebouwen; bedrijfswoningen; woonwerkwoningen; woningen in lintbebouwing (zijnde een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg, doorgaans dubbelzijdig aanwezig).
1.18
bestaande bouwwerken
bouwwerken die bestaan of kunnen worden gebouwd op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet. 1.19
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.20
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.21
Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1.22
bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.23
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.24
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.25
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.26
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel. 1.27
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.28
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
76
1.29
bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf
een eenvoudig bouwwerk voor recreatief verblijf, niet zijnde een recreatiewoning, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond. 1.30
bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.31
bijzondere woonvorm
een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving. 1.32
bruto vloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten. 1.33
centrale voorzieningen
gebouwen ten dienste van verblijfsrecreatieve bedrijfsuitoefening, zijnde sanitaire voorzieningen, kantines, kantoren, recepties, zalen, beheerloodsen, overdekte zwembaden en overige overdekte sport-, spel- en speelvoorzieningen. 1.34
consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik. 1.35
cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid. 1.36
dagrecreatie
vrijetijdsbesteding gedurende de dag zoals sport en spel, wandelen, paardrijden of het houden van een evenement; er is daarbij geen sprake van verblijfsrecreatie. 1.37
dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. 1.38
dakopbouw
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst. 1.39
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
77
1.40
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in de volgende categorieën: a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; b. detailhandel in grootschalige goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, zwembaden en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen; c. tuincentra; d. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met woninginrichting en stoffering; e. bouwmarkten. 1.41
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen. 1.42
evenementen
gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur. 1.43
extensieve dagrecreatie
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie. 1.44
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.45
gestapelde woning
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is. 1.46
hobbymatig houden van vee
het houden van vee in geringe aantallen ten behoeve van eigen genot en gebruik. 1.47
hobbymatige paardrijactiviteiten
het hobbymatig houden van paarden en/of pony's hoofdzakelijk ten behoeve van eigen gebruik en ondergeschikt ten behoeve van verhuur en het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden. 1.48
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.49
hoofdverblijf
de plaats die fungeert als het centrum van sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene, die voor permanente bewoning geschikt is en tenminste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid, zijnde een gebouw of een deel van een gebouw dat:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
78
a.
b.
of door eenzelfde persoon of huishouden gebruikt wordt als woonruimte op een wijze die, ingevolge het bepaalde in artikel 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in de basisadministratie van de gemeente waarin dat gebouw is gelegen; of indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres is waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; met dien verstande dat van een gebruik als hoofdverblijf voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt, dat elders over een hoofdverblijf kan worden beschikt.
1.50
huishouden
de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, logies voor arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning. 1.51
internethandel
verkoop via internet aan particulieren, zonder showroom en waarvan de bestelling en betaling voornamelijk via internet verloopt en bezorging per post, alsmede opslag zonder dat producten ter plaatse worden afgehaald, bekeken of betaald. 1.52
kamerverhuur
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft. 1.53
kampeermiddelen
niet als bouwvergunningplichtig bouwwerk aan te merken tenten, vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief nachtverblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben en voor de tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde recreatiepersoneel. 1.54
kantoor
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.55
kassen
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 meter of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen. 1.56
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. 1.57
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
79
1.58
kwetsbare objecten
als kwetsbare objecten worden aangemerkt: a. woningen, voor zover geen beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in beperkt kwetsbare objecten; b. verblijfsrecreatieve voorzieningen bestemd voor recreatief nachtverblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen. 1.59
logies voor arbeidsmigranten
het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen. 1.60
mantelzorg
het bieden van zorg aan eenieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. 1.61
milieudeskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake milieuhygiëne. 1.62
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie. 1.63
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak. 1.64
permanente bewoning
gebruik van een gebouw door eenzelfde persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde in de artikelen 24 tot en met 31 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving in de basisadministratie van de gemeente Oisterwijk. 1.65 a. b.
peil
voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de kruin van die weg; in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.66
perceel
een aaneengesloten stuk grond dat een eenheid vormt in gebruik. 1.67
standplaats
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in een kampeermiddelen en/of voor bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf inclusief de bij dat middel behorende ondergeschikte onderkomens en deze mogen gedurende het gehele jaar aanwezig zijn en gebruikt worden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
80
1.68
recreatief nachtverblijf
nachtverblijf door één of meerdere personen in een kampeermiddelen en/of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf en/of recreatiewoning die hun hoofdverblijf elders hebben. 1.69
reëel agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf, dat duurzaam werkgelegenheid biedt aan ten minste een halve arbeidskracht (afhankelijk van het aantal dieren, aard van de gewassen de hoeveelheid grond en inrichting van het bedrijf), waarbij de continuïteit op langere termijn gewaarborgd is. 1.70
Staat van Activiteiten
de Staat van Activiteiten die deel uitmaakt van deze regels. 1.71
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die deel uitmaakt van deze regels. 1.72
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die deel uitmaakt van deze regels. 1.73
Staat van Horeca-activiteiten
de Staat van Horeca-activiteiten die deel uitmaakt van deze regels. 1.74
standplaatsgrens
de grens van een standplaats. 1.75
standplaatsgrootte
de oppervlakte van een standplaats. 1.76
teeltondersteunende voorziening
voorzieningen of constructies die bij agrarische bedrijven worden toegepast om weersinvloeden te matigen, arbeidsomstandigheden te bevorderen, de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren of de kwaliteit van producten te verbeteren, nader te onderscheiden in: a. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen: voorzieningen die niet langer dan 6 maanden gedurende een jaar worden geplaatst, te onderscheiden in: 1. lage tijdelijke voorzieningen: voorzieningen zoals afdekfolies, acryldoek, insectengaas, tunnels met een bouwhoogte van niet meer dan 1,50 meter; 2. hoge tijdelijke voorzieningen: voorzieningen zoals hagelnetten, schaduwhallen, wandelkappen en regenkappen met een bouwhoogte van meer dan 1,50 meter; b. permanente teeltondersteunende voorzieningen, te onderscheiden in: 1. lage permanente voorzieningen: voorzieningen zoals containervelden; 2. hoge permanente voorzieningen; voorzieningen zoals kassen, tunnelkassen, rolkassen, gaaskassen, stellingen en regenkappen met een bouwhoogte van meer dan 1,50 meter. 1.77
twee-aaneen gebouwde woning
woning waarbij twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden. 1.78
verblijfsrecreatie
het kortdurend verblijf van één of meerdere personen met overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
81
1.79
verkoopvloeroppervlak
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel. 1.80
voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt. 1.81
voorgevelrooilijn
de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan. 1.82
voorste bouwgrens
de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan. 1.83
voorste perceelsgrens
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste perceelsgrens aan. 1.84
vrijstaande woning
een woning waarbij het hoofdgebouw niet direct is verbonden met een naastgelegen hoofdgebouw en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan. 1.85
voorgevelrooilijn
de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere bouwgrenzen naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan. 1.86
voorste bouwgrens
de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere bouwgrenzen naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan. 1.87
voorste perceelsgrens
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste perceelsgrens aan. 1.88
voorzieningen voor opslag
voorzieningen voor de opslag van onder andere voer, (kunst)mest, water, warmte, CO 2 of daarmee vergelijkbare stoffen, nader te onderscheiden in: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals mestsilo's, voedersilo's, sleufsilo's, watertanks en CO2-opslagtanks; b. geen bouwwerken zijnde, zoals mestzakken, verhardingen of foliebassins. 1.89
woning
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. 1.90
waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
82
1.91
Wgh-inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken. 1.92
woonwagen
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. 1.93
woonwerkwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, behorend bij een bedrijf op hetzelfde perceel, waarbij de bewoner daadwerkelijk en duurzaam bij de dagelijkse bedrijfsvoering van het bedrijf is betrokken. 1.94
zomerseizoen
de periode van 1 maart tot 15 november. 1.95
zijdelingse perceelsgrens
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
83
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.2 a. b.
bouwhoogte van een antenne-installatie ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie; ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3
bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.4
breedte, lengte en diepte van een gebouw
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren. 2.5
dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.6
goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten: a. indien zich aan de voorgevelzijde een goot/druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de hoogte aan de voorgevelzijde; b. indien zich – ingeval van een lessenaarsdak – aan de voorgevelzijde van het gebouw geen goot/druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de laagste hoogte. 2.7
de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine. 2.8
inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.9
oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.10
vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
84
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
85
Hoofdstuk 2
Artikel 3
Bestemmingsregels
Agrarisch
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.3.
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van grondgebonden agrarische bedrijven; en tevens voor: b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1': uitsluitend voor hobbymatig en ondergeschikt agrarisch gebruik, zoals hobbymatig houden van vee, hobbymatige paardrijactiviteiten; c. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets- en wandelpaden en voorzieningen; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 3.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1 Binnen het bouwvlak a. binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd: 1. gebouwen; 2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' is geen woning toegestaan; d. de goothoogten, bouwhoogte, oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
86
bouwwerk
goothoogte
1. bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) 2. bijgebouwen bedrijfswoning, overkappingen
bij een inclusief
11 m
750 m³
3,5 m
6m
100 m2
12 m
als
5. biomassaen mestvergistingsinstallaties
6m 6m
8m
7. wateropslagruimten als zelfstandig bouwwerk
6m
8. overige bedrijfsgebouwen en overkappingen
7m
11 m
of
2m
10. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
6m
11. bestaande maten e.
2.500 m³
10 m
6. warmtekrachtkoppeling, opslagtanks
9. erfterreinafscheidingen
oppervlakte/inhoud
7m
3. silo's (met uitzondering van mestopslagruimten) 4. mestopslagruimten zelfstandig bouwwerk
bouwhoogte
lid 30.2.2
de afstand van gebouwen en/of voorzieningen voor opslag tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 5 meter.
3.2.2 Buiten het bouwvlak a. buiten bouwvlakken zijn uitsluitend toegestaan: 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen en voorzieningen voor opslag; 2. één gebouw per perceel, waarvan de oppervlakte ten hoogste 20 m 2 bedraagt en de bouwhoogte ten hoogste 3 meter, op gronden zonder de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1'; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 meter. 3.3
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels: 3.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
87
3.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 3.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 3.2.1; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 3.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
88
3.4
Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 3.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden. 3.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 3.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
3.5
Wijzigingsregels
3.5.1 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen of de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen of de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van aangrenzende percelen n de betreffende straat; c. het aantal woningen mag niet toenemen; d. de wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1 '.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
89
Artikel 4
Bedrijf
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.4.
4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; b. een bedrijfswoning, daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; c. een woonwerkwoning, daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; d. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': uitsluitend een brandweerkazerne; e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend nutsvoorzieningen; f. ter plaatse van de aanduiding 'tuin': uitsluitend een tuin; g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'; uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg en een bij een dergelijk verkooppunt behorende andere detailhandel; h. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens twee woningen; i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 4.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
90
gebouwen en bouwwerk, afwijk/w overkappingen geen ijz gebouw zijnde a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning per perceel c. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tussen gebouwen onderling indien niet aaneen gebouwd 2. tot aan zijdelingse perceelsgrens d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de bedrijfswoning of woonwerkwoning tot aan voorgevelrooilijn e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
2. bouwhoogte
ja nee
g. inhoud bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning h. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
nee nee
1
nee
1m
nee
3m
nee
5m
nee
zie aanduiding 'Maximale goothoogten (m)' zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3e. pergola's 3f. speelvoorzieningen 3g. zend-/ ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel 2. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'
ja ja
nee
4,5 m 10 m 2m
nee nee nee
1m
nee
15 m 2,75 m 3m 43 m
nee nee nee nee
1m
nee
60% 100%
nee nee
750 m³
nee lid 30.2.2
0824.008793.00
91
4.3
Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen zijn niet toegestaan, met uitzondering van productiegebonden ondergeschikte detailhandel en detailhandel als genoemd in lid 4.1 en als bedoeld onder b, c, d en e; b. de oppervlakte van andere detailhandel behorende bij een verkooppunt voor motorbrandstoffen bedraagt ten hoogste 125 m²; c. productiegebonden ondergeschikte detailhandel is toegestaan tot 10% van het totale brutovloeroppervlak tot een maximum van 150 m² verkoopvloeroppervlak; d. detailhandel in auto's, caravans, motorfietsen en vrachtauto's is toegestaan; e. internethandel is toegestaan; f. ondergeschikte kantoorruimten behorende bij het bedrijf is toegestaan tot 20% van de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; g. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; i. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; j. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; k. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter is op onbebouwde gronden niet toegestaan; tussen de voorste perceelsgrens en voorste bouwgrens is geen opslag van goederen toegestaan; l. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan. 4.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
92
4.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 4.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 4.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 4.4
Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Ondergeschikt kantoor Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.1 onder e voor een grotere oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten ten behoeve van het gevestigde bedrijf, met dien verstande dat: a. de oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten niet meer mag bedragen dan 40% van de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; b. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers. 4.4.2 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1: a. om bedrijven toe te laten uit een categorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 4.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 4.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; met inachtneming van de volgende bepalingen: c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan; e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; g. de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikt indien de gebruiksmogelijkheden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
93
h.
van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast; alvorens omtrent de bevoegdheid tot afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige omtrent de vraag of aan de genoemde criteria voor het afwijken van de gebruiksregels is voldaan.
4.4.3 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 4.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden. 4.4.4 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 4.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden. 4.5
Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van aangrenzende percelen n de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; d. van het bepaalde onder c mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
94
4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt; e. de wijziging wordt voorts getoetst voorwaarden en moet hier aan voldoen:
aan
de
volgende wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder c en d) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
4.5.2 Nutsvoorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemmingen Groen, Verkeer of Water indien de nutsvoorziening wordt opgeheven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
95
Artikel 5
Bedrijventerrein
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.5.
5.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 t/m 10': tevens een bedrijfsactiviteit met de SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste de voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein': aanduiding
SBI-code
uit ten hoogste milieucategorie
1. specifieke vorm van bedrijf - 1
3101
3.2
2. specifieke vorm van bedrijf – 2
2511
3.2
3. specifieke vorm van bedrijf – 3
2041
4.2
4. specifieke vorm van bedrijf – 4
2562
3.2
5. specifieke vorm van bedrijf – 5
2932
3.2
6. specifieke vorm van bedrijf – 6
2561
3.2
7. specifieke vorm van bedrijf – 7
152
3.1
8. specifieke vorm van bedrijf – 8
310
3.2
9. specifieke vorm van bedrijf - 9
3101
3.2
10. specifieke vorm van bedrijf - 10
4332
3.2
e. f. g.
h. i. j. k.
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning of een woonwerkwoning; ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor; ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'; tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg, en een bij een dergelijk verkooppunt behorende andere detailhandel, een en ander deel uitmakend en ondergeschikt aan het aanwezige bedrijf; ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': uitsluitend een waterberging; ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': tevens een windturbine; ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': uitsluitend een zend-/ontvangstinstallatie; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
96
5.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en overkappingen
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning aanduiding 'bedrijfswoning'
per
c. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tussen gebouwen onderling indien niet aaneen gebouwd 2. tot aan zijdelingse perceelsgrens d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de bedrijfswoning of woonwerkwoning tot aan voorgevelrooilijn e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
2. bouwhoogte
ja nee
g. inhoud bedraagt niet meer dan: 1. bedrijfswoning of woonwerkwoning h. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
ja ja
nee nee
1
lid 5.6.1
1m
nee
3m
nee
5m
nee
zie aanduiding 'Maximale goothoogten (m)' zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
nee
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3e. pergola's 3f. speelvoorzieningen 3g. windturbine ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' 3h. zend-/ ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' 3i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel
bouwwerk afwijk/ , geen wijz. gebouw zijnde
80 % 750 m³
nee
4,5 m 10 m 2,5 m
nee nee nee
1m 15 m 2,75 m 3m 28 m
ja, zie lid 5.3 nee nee nee nee
43 m
nee
1m
nee nee nee lid 30.2.2
0824.008793.00
97
5.2.1 Woonwerkwoning Voor een woonwerkwoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' gelden tevens de volgende regels: a. per bouwperceel is ten hoogste 1 woonwerkwoning toegestaan; b. een woonwerkwoning is toegestaan, indien op het bouwperceel een bedrijfsgebouw aanwezig is en/of gelijktijdig met de woning wordt gebouwd, waarbij de oppervlakte van het bedrijfsgebouw minimaal drie maal zo groot is als van de woonwerkwoning; c. de woonwerkwoning vormt één bouwmassa met of is aangebouwd aan een bedrijfsgebouw.
5.3
Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Terreinafscheiding Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot ten hoogste b. lid 5.2 onder d.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt
5.4
4m
Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen zijn niet toegestaan, met uitzondering van productiegebonden ondergeschikte detailhandel en detailhandel als genoemd in lid 5.1 en als bedoeld onder h en in dit lid onder b, c, d en e; b. het verkoopvloeroppervlak van andere detailhandel behorende bij een verkooppunt voor motorbrandstoffen bedraagt ten hoogste 75 m²; c. productiegebonden ondergeschikte detailhandel is toegestaan tot 10% van het totale brutovloeroppervlak tot een maximum van 150 m² verkoopvloeroppervlak; d. detailhandel in auto's, caravans, motorfietsen en vrachtauto's is toegestaan; e. internethandel is toegestaan; f. ondergeschikte kantoorruimten behorende bij het bedrijf is toegestaan tot 20% van de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; g. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; i. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; j. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; k. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan; tussen de voorste perceelsgrens en voorste bouwgrens is geen opslag van goederen toegestaan; l. het onbebouwde deel van de gronden gelegen tussen het hoofdgebouw en de voorgevelrooilijn voor meer dan 25% anders te gebruiken dan voor groenvoorzieningen; m. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
98
5.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 5.4.3 Afhankelijke woonruimte Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 5.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
5.5
Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Ondergeschikte detailhandel Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en lid 5.4.1 voor het toestaan van ondergeschikte detailhandel indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de detailhandel is ondergeschikt in termen van omzet tot ten hoogte 10% van de totale jaaromzet; b. de detailhandelsfunctie bedraagt ten hoogte 10% van het totale bruto vloeroppervlak, met een maximale omvang van 150 m2 verkoopvloeroppervlak; c. de detailhandel vindt in een afgeschermde ruimte plaats; de overige bedrijfsruimte is niet toegankelijk voor consumenten (dus 1 gebouw/ 1 geheel); d. de detailhandel staat in directe relatie met de aanwezige bedrijfsvoering; e. voor de detailhandel gelden de openingstijden die ook voor reguliere detailhandel van toepassing zijn; f. er wordt voorzien in parkeerruimte op eigen terrein; g. inzake de brandveiligheid wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving; h. bij afwijking voor detailhandel bij groothandel is uitsluitend ondergeschikte detailhandel als bedoeld in lid 5.5.1 onder a en b toegestaan in volumineuze goederen; i. er is geen sprake van ontoelaatbare verkeersafwikkeling.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
99
5.5.2 Ondergeschikt kantoor Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.1 onder f voor een grotere oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten ten behoeve van het gevestigde bedrijf, met dien verstande dat: a. het de oppervlakte aan ondergeschikte kantoorruimten niet meer mag bedragen dan 40% van de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf; b. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers. 5.5.3 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1: a. om bedrijven toe te laten uit een categorie hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; met inachtneming van de volgende bepalingen: c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan; e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; g. de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikt indien de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast; h. alvorens omtrent de bevoegdheid tot afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige omtrent de vraag of aan de genoemde criteria voor het afwijken van de gebruiksregels is voldaan. 5.5.4 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 5.4.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
5.6
Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Woonwerkwoningen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijventerrein wijzigen voor het toestaan van een woonwerkwoning, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wijzigingsgebied woonwerkwoningen';
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
100
b. c. d.
in het wijzigingsplan wordt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' opgenomen; voldaan wordt aan het bepaalde als bedoeld in lid 1.93 en lid 5.2.1; in aanvulling op het vorenstaande wordt tevens aan de volgende aspecten getoetst:
c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden wijzigen aantal en moet hier aan voldoen: woningen 1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie lid 5.2.1) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
0824.008793.00
101
Artikel 6
Bos
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.6.
6.1 De a. b. c. d. e.
Bestemmingsomschrijving
voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: bos; water; waterhuishoudkundige voorzieningen, extensieve dagrecreatie; behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden.
6.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en overkappingen a. op deze gronden mag worden gebouwd: b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
2. bouwhoogte
ja zie aanduiding 'maximale goothoogten (m)' zie aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c. vrijstaande antennes 3d. speelvoorzieningen 3e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde c. de afstand bedraagt niet minder dan 1. tot perceelsgrens d. de oppervlakte bedraagt niet minder dan: 1. gezamenlijk per bestemmingsvlak
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
bouwwerk, geen gebouw zijnde ja
1m
4,5 m 10 m 15 m 3m 1m 5m 12 m²
0824.008793.00
102
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 6.1 onder d: omgevingsvergunning vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen 2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; 3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage 5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen 6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur 7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties 8. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen 9. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan
ja ja ja ja
ja ja
ja nee nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3 onder a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuuren landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
103
Artikel 7
Centrum - 1
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.7.
7.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuur en ontspanning: atelier, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, museum, muziekschool, sauna, wellness en daarmee vergelijkbare voorzieningen; b. detailhandel; c. dienstverlening; d. evenementen; e. horecabedrijven tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten; f. maatschappelijke voorziening: bibliotheek, gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling en daarmee vergelijkbare voorzieningen; g. wonen in een woning; h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde; i. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein; k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
104
7.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw
aanbouw
en bouwwerk, afwijk/
uitbouw,
geen
bijgebouw en
gebouw
wijz
overkapping
zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
zie aanduiding
lid 7.4.1
'Maximum aantal wooneenheden' c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand
ja
nee
2. twee-aaneen
ja
nee
3. aaneengebouwd
ja
nee
4. gestapeld
ja
nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de woning tot
5m
aan voorgevelrooilijn e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
zie aanduiding
3m
nee
6m
nee
'Maximale goothoogten (m)' 2. bouwhoogte
zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a.
bewegwijzering
en
overig
4,5 m
nee
straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c.
muren
achter
en
terreinafscheidingen
de
voorgevel
10 m
nee
2m
nee
1m
nee
15 m
nee
2,75 m
nee
van
hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3e. pergola's 3f. speelvoorzieningen 3g.
overige
bouwwerken,
geen
3m
nee
1m
nee
gebouwen zijnde f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel g. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
60%
nee lid 30.2.2
0824.008793.00
105
7.3
Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane grond; b. de toegang tot detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de voorste perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen en/of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; g. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; i. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 7.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 7.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 7.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
106
7.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 7.3.5 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 7.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 7.1 genoemd. 7.3.6 Afwijken uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 7.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden. 7.3.7 Afwijken logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 7.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
107
7.4
Wijzigingsbevoegdheid
7.4.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt; c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden wijzigen aantal en moet hier aan voldoen: woningen 1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
7.4.2 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Centrum - 1 wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen; c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
108
d.
in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
7.4.3 Parkeerterrein Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'parkeerterrein' verwijderen of verplaatsen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. aangetoond wordt dat elders ter plaatse van het perceel of in de directe omgeving voldoende parkeergelegenheid aanwezig is of wordt aangelegd, zoals dit wordt getoetst aan de Parkeerverordening gemeente Oisterwijk 2010; b. als waarborg van voldoende parkeergelegenheid kan de aanduiding 'parkeerterrein' elders op het perceel worden opgenomen; c. bij het toestaan van nieuwe gebouwen mag dit geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
109
Artikel 8 8.1
Centrum - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuur en ontspanning: atelier, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, museum, muziekschool, sauna, wellness en daarmee vergelijkbare voorzieningen; b. detailhandel; c. dienstverlening; d. evenementen; e. kantoor; f. maatschappelijke voorziening: bibliotheek, gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling en daarmee vergelijkbare voorzieningen; g. wonen in een woning; h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde; i. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaam verkeer': tevens ontsluiting voor langzaam verkeer; k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
110
8.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw
aanbouw en
bouwwerk,
uitbouw,
geen ge-
bijgebouw en
bouw zijnde
afwijk wijz.
overkapping a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
zie aanduiding
lid 8.5.1
'Maximum aantal wooneenheden' c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand
ja
nee
2. twee-aaneen
ja
nee
3. aaneengebouwd
ja
nee
4. gestapeld
ja
nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de woning tot
5m
aan voorgevelrooilijn e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
zie aanduiding
3m
nee
6m
nee
'Maximale goothoogten (m)' 2. bouwhoogte
zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a.
bewegwijzering
en
overig
4,5 m
nee
straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c.
muren
achter
en de
terreinafscheidingen voorgevel
10 m
nee
2m
nee
1m
nee
15 m
nee
2,75 m
nee
van
hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3e. pergola's 3f. speelvoorzieningen 3g.
overige
bouwwerken,
geen
3m
nee
1m
nee
gebouwen zijnde f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel g. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
60 % lid 30.2.2
0824.008793.00
111
8.3
Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane grond; b. de toegang tot detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de voorste perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen en/of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; g. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; i. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan; j. een supermarkt is niet toegestaan. 8.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 8.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 8.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
112
8.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 8.3.5 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 8.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 8.1 genoemd. 8.4
Afwijken van de gebruiksregels
8.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 8.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden. 8.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 8.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
113
8.5
Wijzigingsbevoegdheid
8.5.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt; c.
de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
1. ruimtelijke aspecten: 1a.een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
wijzigen aantal woningen ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
8.5.2 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Centrum - 2 wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen; c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
114
d.
in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
115
Artikel 9
Gemengd
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.9.
9.1
Bestemmingsomschrijving
De a. b. c. d. e.
voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: dienstverlening; kantoor; wonen in een woning; bedrijfswoning; ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde; f. ter plaats van de aanduiding detailhandel: tevens detailhandel; g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1': tevens voor detailhandel en opslag van consumentenvuurwerk tot ten hoogste 10.000 kg; h. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'; uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg en een bij een dergelijk verkooppunt behorende andere detailhandel; i. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg': uitsluitend een vulpunt lpg; j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
116
9.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw
aanbouw en
bouwwerk, afwijk./wijz.
uitbouw,
geen
bijgebouw en
gebouw
overkapping
zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
zie aanduiding
lid 9.5.1
'Maximum aantal wooneenheden' c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand
ja
nee
2. twee-aaneen
ja
nee
3. aaneengebouwd
ja
nee
4. gestapeld
ja
nee
5m
nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
zie aanduiding
3m
nee
7m
nee
'Maximale goothoogten (m)' 2. bouwhoogte
zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a.
bewegwijzering
en
overig
4,5 m
nee
straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c.
muren
achter
en de
terreinafscheidingen voorgevel
10 m
nee
2m
nee
1m
nee
15 m
nee
2,75 m
nee
van
hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3f. pergola's 3g. speelvoorzieningen 3h.
overige
bouwwerken,
geen
3m
nee
1m
nee
gebouwen zijnde f. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel g. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
60%
nee lid 30.2.2
0824.008793.00
117
9.3
Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane grond; b. de toegang tot detailhandel, dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de voorste perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan, met uitzondering van het bepaalde in lid 9.1 sub g; e. de oppervlakte van andere detailhandel behorende bij een verkooppunt voor motorbrandstoffen bedraagt ten hoogste 125 m²; f. detailhandel in volumineuze goederen en / of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; g. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; i. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; j. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan; k. een supermarkt is niet toegestaan. 9.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 9.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 9.2;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
118
d.
mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
9.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
9.4
Afwijken van de gebruiksregels
9.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 9.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden. 9.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 9.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
119
9.5
Wijzigingsbevoegdheid
9.5.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt; c.
de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
wijzigen aantal woningen ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
9.5.2 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van aangrenzende percelen in de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
120
d.
2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; van het bepaalde onder c mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
e. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet wijzigen aantal hier aan voldoen: woningen 1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder c en d) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
9.5.3 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen; c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers; d. in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
121
Artikel 10
Gemengd - Horeca
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.10.
10.1
Bestemmingsomschrijving
De a. b. c.
voor 'Gemengd - Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: dienstverlening; horecabedrijven tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten; ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; d. kantoor; e. wonen in een woning; f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
122
10.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw
aanbouw
en bouwwer afwijk / wijz
uitbouw,
k,
geen
bijgebouw en gebouw overkapping
zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
zie aanduiding
lid 10.5.1
'Maximum aantal wooneenheden' c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand
ja
nee
2. twee-aaneen
ja
nee
3. aaneengebouwd
ja
nee
4. gestapeld
ja
nee
5m
nee
d. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn e. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
zie aanduiding
3m
nee
7m
nee
'Maximale goothoogten (m)' 2. bouwhoogte
zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a.
bewegwijzering
en
overig
4,5 m
nee
straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c.
muren
achter
en de
terreinafscheidingen voorgevel
10 m
nee
2m
nee
1m
nee
15 m
nee
2,75 m
nee
van
hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3f. pergola's 3g speelvoorzieningen 3h.
overige
bouwwerken,
geen
3m
nee
1m
nee
gebouwen zijnde g. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel
60%
nee
h. bestaande maten
lid 30.2.2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
123
10.3
Specifieke gebruiksregels
10.3.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. dienstverlening en kantoor en horeca zijn alleen toegestaan op de begane grond; b. de toegang tot dienstverlening, kantoor en horeca wordt georiënteerd op de voorste perceelsgrens aan de zijde van bestaande wegen; c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen en / of grootschalige detailhandel is niet toegestaan; f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; g. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; h. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; i. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 10.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 10.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 10.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
124
10.3.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 10.3.5 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 10.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 genoemd.
10.4
Afwijken van de gebruiksregels
10.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 10.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden. 10.4.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 10.3.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
125
10.5
Wijzigingsbevoegdheid
10.5.1 Toename aantal woningen Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt; c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden wijzigen aantal en moet hier aan voldoen: woningen 1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
10.5.2 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Horeca wijzigen in de bestemming Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Woningen wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van aangrenzende percelen in de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
126
d.
2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; van het bepaalde onder c mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
e. de wijziging wordt voorts getoetst voorwaarden en moet hier aan voldoen:
aan
de
volgende wijzigen aantal woningen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder c en d) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
10.5.3 Omzetting naar detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Horeca wijzigen in de bestemming Gemengd om functiewisseling naar detailhandel mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. in het wijzigingsplan wordt de bestemming Gemengd met functieaanduiding 'detailhandel' opgenomen; c. de detailhandelsvestiging mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt; d. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers. 10.5.4 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Horeca wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen en in de omgeving;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
127
b.
c. d.
de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen; voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers; in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
128
Artikel 11
Gemengd - Voorzieningen
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.11.
11.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuur en ontspanning: atelier, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, museum, muziekschool, sauna, wellness en daarmee vergelijkbare voorzieningen; b. maatschappelijke voorziening: bibliotheek, gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling en daarmee vergelijkbare voorzieningen; c. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats: uitsluitend een begraafplaats; d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde; e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd - 1': uitsluitend de uitoefening van het openbaar bestuur, de dienstverlening van overheidswege, sociale en culturele doeleinden, de godsdienstuitoefening, het onderwijs, de bejaardenzorg met bijbehorende bewoning, de volksgezondheid en daarmee gelijkt te stellen instellingen, maar geen opvang van jongeren of psychische en/of verslavingszorginstelling; f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
129
11.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en bouwwerk, geen afwijk./wijz. overkappingen gebouw zijnde a. op deze gronden mag gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
worden
b. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tot zijdelingse perceelsgrens c. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
2. bouwhoogte
ja nee
nee
zie aanduiding 'Maximale goothoogten (m)' zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
nee
zie aanduiding 'Maximum bebouwingspercentage (%)' 2. gezamenlijk per perceel indien geen 60% maatvoeringsaanduiding 3. ter plaatse van de aanduiding 100 m2 'begraafplaats' e. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
nee nee
3m
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3f. pergola's 3g. speelvoorzieningen 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per bouwvlak
ja ja
nee
4,5 m
nee
10 m 2m
nee nee
1m
lid 11.3
15 m 2,75 m 3m 1m
nee nee nee nee
nee
nee nee lid 30.2.2
0824.008793.00
130
11.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot ten hoogste a. lid 11.2 onder c.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt
11.4
2m
Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Algemeen Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
11.5
Wijzigingsbevoegdheid
11.5.1 Beëindiging functie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - Voorzieningen wijzigen in de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's of Wonen - Woningen om functiewisseling naar wonen mogelijk te maken, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. wijziging wordt toegepast indien de functie is beëindigd; b. de bestemming Wonen - Bungalow en Villa's of Wonen - Woningen wordt opgenomen overeenkomstig de bestemming van aangrenzende percelen n de betreffende straat; c. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; d. van het bepaalde onder d mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
131
f. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden wijzigen aantal en moet hier aan voldoen: woningen 1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder d en e) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja
0824.008793.00
132
Artikel 12
Groen
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.12.
12.1
Bestemmingsomschrijving
De a. b. c.
voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden; ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': tevens een begraafplaats; ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - afschermende beplanting': uitsluitend afschermende beplanting; e. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': uitsluitend een waterberging; f. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en bouwwerk, overkappingen geen gebouw zijnde a. op deze gronden mag worden gebouwd:
nee
ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 2. lichtmasten en overige masten 3. vrijstaande antennes 4. speelvoorzieningen 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
4,5 m 10 m 15 m 3m 1m
12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 12.1 onder d: omgevingsvergunning vereist a. werken en werkzaamheden: 1. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere afschermende beplanting 2. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan
ja nee nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning: De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.3 onder d zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de afschermende werking van de beplanting niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
133
12.4
Wijzigingsbevoegdheid
12.4.1 Verkeer en water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Groen wijzigen in de bestemmingen Verkeer of Water, indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
134
Artikel 13
Recreatie - Dagrecreatie
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.13.
13.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': volkstuinen; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals beheers- en dienstgebouwen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en bouwwerk, afwijk./wijz. overkappingen geen gebouw zijnde a. op deze gronden mag gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
worden
b. aantal bedraagt niet meer dan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' per perceel 2. per volkstuin c. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
2. bouwhoogte
ja nee
e. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
nee nee
1 2 zie aanduiding 'Maximale goothoogten (m)' zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes 3e. pergola's 3f. speelvoorzieningen 3g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. per volkstuin 2. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' per bestemmingsvlak voor beheers- en dienstgebouwen
ja ja
20 m² 75 m²
nee
nee
4,5 m 10 m 2m
nee nee nee
1m
nee
15 m 2,75 m 3m 1m
nee nee nee nee
nee nee
lid 30.2.2
0824.008793.00
135
13.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot ten hoogste a. lid 13.2 onder c.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2m
0824.008793.00
136
Artikel 14
Recreatie - Verblijfsrecreatie
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.14.
14.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsrecreatie; a. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': voor verblijfsrecreatie in een kampeermiddelen en/of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf; b. voorzieningen voor dienstverlening, beheer, onderhoud en sanitaire voorzieningen voor gezamenlijk gebruik ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein alsmede horeca tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten; c. kampeermiddelen voor de tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde recreatiepersoneel; d. een bedrijfswoning; e. centrale voorzieningen voor gezamenlijk gebruik ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein; f. de bij deze bestemming behorende spel-, sport- en speelvoorzieningen en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen; g. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en (ontsluitings)wegen. 14.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 14.2.1 Toelaatbare bebouwing Op deze gronden mag worden gebouwd: a. ter plaatse van het bouwvlak: 1. gebouwen en overkappingen ten behoeve van alle voorzieningen; 2. bouwwerk, geen gebouwen zijnde; b. ter plaatse van het bouwvlak op een standplaats; 1. bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, met bijbehorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen; 2. bouwwerk, geen gebouwen zijnde; c. buiten het bouwvlak: 1. bouwwerk, geen gebouwen zijnde. 14.2.2 Maatvoeringen Afstanden a. de afstand van gebouwen tot aan perceelsgrenzen bedraagt minimaal 2,5 m; b. de afstand van een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf tot aan de grens van een standplaatsgrens bedraagt 0 of ten minste 1 m; c. de afstand tussen een bijgebouw en de grens van een standplaatsgrens bedraagt 0 of ten minste 1 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
137
Oppervlakten, goot- en bouwhoogten d. het totale oppervlak van gebouwen en overkappingen als bedoeld in lid 14.2.1 onder a bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; e. de oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf bedragen ten hoogste de navolgende maten: gebouw en/of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf
oppervlakte
1. bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf inclusief aan-, uit- en bijgebouwen per standplaats
54 m²
-
-
3,5 m
2. bedrijfswoning inclusief aanbouw en uitbouw
-
750 m³
5,5 m
10 m
2,75 m
4,75 m
3,5 m
7m
3. bijgebouw bij een bedrijfswoning
inhoud goothoogte bouwhoogte
100 m²
4. gebouwen en overkappingen ten zie 'Maximum behoeve van de voorzieningen bebouwingsperc entage'
-
met dien verstande dat: f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de navolgende maten: bouwwerk, geen gebouwen zijnde 1. licht- en vlaggenmasten 2. erf- en terreinafscheidingen op gronden die zijn gekeerd naar de openbare weg en die liggen buiten een bouwvlak 3. erf- en terreinafscheidingen elders 4. speeltoestellen 5. pergola's 6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 14.3
bouwhoogte 10 m 1m 2m 2,5 m 2,75 m 2m
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 onder e voor het toestaan van een hogere goot en/of bouwhoogte met inachtneming van het volgende: a. de goot en/of bouwhoogte mag ten hoogste met 1 m worden verhoogd; b. de bebouwing dient aan te sluiten bij de bebouwingselementen uit de omgeving. 14.4
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels: Algemeen a. permanente bewoning of laten bewonen van kampeermiddelen, bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf met bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen is niet toegestaan; b. recreatief nachtverblijf in bijgebouwen is niet toegestaan; c. het gebruik of te laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie is niet toegestaan; d. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
138
1. de opslag van voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²; 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten; 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie. Aantallen e. het maximale aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximale aantal standplaatsen' aangegeven aantal; f. bij ten hoogste 95 kampeermiddelen is verblijfsrecreatie alleen toegestaan tijdens het zomerseizoen; g. het aantal bijgebouwen bij vaste kampeermiddelen of bij een recreatiewoning bedraagt ten hoogste 1. 14.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 14.5
Afwijken van de gebruiksregels
14.5.1 Aanleg onoverdekt zwembad Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad met inachtneming van het volgende: a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf; b. de afstand van het onoverdekte zwembad tot aan de perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m; c. de grootte van het zwembad dient afgestemd te zijn op de omvang van het verblijfsrecreatiebedrijf en mag niet meer bedragen dan 250 m²; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
139
e.
bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassingen van het zwembad in de omgeving.
14.5.2 Realiseren parkwinkel Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 voor het realiseren van een parkwinkel met inachtneming van het volgende: a. de parkwinkel mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatse gevestigde recreatiebedrijf; b. per bouwvlak is ten hoogste 1 parkwinkel toegestaan; c. de verkoopvloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 100 m²; d. vooraf dient uit onderzoek te blijken dat de parkwinkel vanuit oogpunt van exploitatie van het desbetreffende verblijfsrecreatiebedrijf noodzakelijk is; e. een parkwinkel is alleen toegestaan ten dienste van het ter plaatse gevestigde recreatieterrein; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast; g. ter plaatse van de aanduiding 'wellness' is een parkwinkel niet toegestaan. 14.5.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 14.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 14.5.4 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.4.1 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 14.4.1 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
140
14.6
Wijzigingsbevoegdheid
14.6.1 Vergroting oppervlakte bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en recreatiewoningen Burgemeester en wethouders kunnen de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en/of recreatiewoningen met bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen, zoals genoemd in lid 14.2.2 onder e vergroten met inachtneming van het volgende: a. de oppervlakte van de nieuwe bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en/of recreatiewoningen inclusief aan-, uit en bijgebouwen is gekoppeld aan de grootte van de percelen en bedragen ten hoogste de navolgende maten: standplaatsgrootte maximum oppervlakte bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf inclusief aan-, uiten bijgebouwen
tot 150 m² 150 - 300 m² 54 m²
72 m²
300 - 500 m²
groter dan 500 m²
82 m²
95 m²
b. er wordt voldaan aan de overige regels zoals genoemd in lid 14.2 en lid 14.5; met inachtneming van het volgende: c. op het verblijfsrecreatieterrein is geen sprake van illegaal gebruik in de vorm van permanente bewoning; d. de betrokken ondernemer dient aan de hand van een ondernemingsplan aan te tonen dat een (verdere)uitbreiding of verandering van gebruiksfuncties en/of bouwmogelijkheden noodzakelijk is vanuit een oogpunt van een goede bedrijfsexploitatie; e. een verzoek tot wijziging dient vergezeld te gaan van een kwaliteitsverbeteringsplan, dat tevens inzicht verschaft omtrent de mogelijke gevolgen van de voorgestane ontwikkelingen voor de omgeving (ontsluiting, verkeersaantrekkende werking, parkeervoorzieningen, gevolgen voor natuur en landschap, groenvoorzieningen); f. de wijziging mag geen onevenredige schade tot gevolg hebben voor omringende recreatieve, natuur, abiotische en/of landschappelijke waarden en/of de belangen van derden, ook niet door cumulatie van activiteiten; g. voorzieningen zijn alleen toegestaan ten dienste van het ter plaatse gevestigde recreatieterrein; h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast; i. voor zover de wijziging betrekking heeft op nieuwe bouwmogelijkheden dient: 1. er steeds een goede landschappelijke inpassing plaats te vinden, afgestemd op de landschappelijke en/of ecologische waarden uit de omgeving; 2. de bebouwingen zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande bebouwingselementen; j. wijziging leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk; k. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is uitsluitend mogelijk indien op het verblijfsrecreatieterrein sprake is van verblijfsrecreatie met een bedrijfsmatige exploitatie of deze bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid krijgt; l. de wijziging geen onevenredige nadelige gevolgen mag hebben voor het waterbeheer en indien nodig voldoende extra waterberging wordt gerealiseerd; m. de wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; n. er is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten met de gemeente waarin in ieder geval
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
141
toepassing wordt gegeven aan: 1. (het behoud van) de kwaliteitsverbetering; 2. afspraken ten aanzien van aanleg en onderhoud van de landschappelijke inpassing; 3. afspraken ten aanzien van eventuele benodigde waterberging. 14.6.2 Uitbreiding of verandering van gebruiksfuncties en/of bouwmogelijkheden Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van: a. het veranderen van de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie zonder functieaanduiding in de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie met een functieaanduiding (uitsluitend de aanduidingen zoals genoemd in lid 14.1 en 14.4) en omgekeerd alsmede het veranderen van een aanduiding in een andere of extra aanduiding teneinde wisseling en uitbreiding van gebruiksfuncties mogelijk te maken; b. het veranderen van de contouren en/of situering van de bouwvlakken; c. het vergroten van het aantal bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Met inachtneming van het volgende: d. op het verblijfsrecreatieterrein is geen sprake van illegaal gebruik in de vorm van permanente bewoning; e. de betrokken ondernemer dient aan de van een ondernemingsplan aan te tonen dat een (verdere)uitbreiding of verandering van gebruiksfuncties en/of bouwmogelijkheden noodzakelijk is vanuit een oogpunt van een goede bedrijfsexploitatie; f. een verzoek tot wijziging dient vergezeld te gaan van een kwaliteitsverbeteringsplan, dat tevens inzicht verschaft omtrent de mogelijke gevolgen van de voorgestane ontwikkelingen voor de omgeving (ontsluiting, verkeersaantrekkende werking, parkeervoorzieningen, gevolgen voor natuur en landschap, groenvoorzieningen); g. voorzieningen zijn alleen toegestaan ten dienste van het ter plaatse gevestigde recreatieterrein; h. de wijziging mag geen onevenredige schade tot gevolg hebben voor omringende recreatieve, natuur, abiotische en/of landschappelijke waarden en/of de belangen van derden, ook niet door cumulatie van activiteiten; i. voor zover de wijziging betrekking heeft op nieuwe bouwmogelijkheden dient: 1. er steeds een goede landschappelijke inpassing plaats te vinden, afgestemd op de landschappelijke en/of ecologische waarden uit de omgeving; 2. de bebouwingen zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande bebouwingselementen; j. de maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing mag bij wijziging niet meer bedragen dan 20% van het huidige toegestane bebouwingspercentage; k. een uitbreiding van het aantal verblijfseenheden mag niet meer bedragen dan 20% van het maximum aantal dat op basis dat ingevolge de regels is toegestaan; l. wijziging leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk; m. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is uitsluitend mogelijk indien op het verblijfsrecreatieterrein sprake is van verblijfsrecreatie met een bedrijfsmatige exploitatie of deze bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid krijgt; n. de wijziging mag geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor het waterbeheer en indien nodig voldoende extra waterberging wordt gerealiseerd; o. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast; p. er is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten met de gemeente waarin in ieder geval toepassing wordt gegeven aan: 1. (het behoud van) de kwaliteitsverbetering; 2. afspraken ten aanzien van aanleg en onderhoud van de landschappelijke inpassing; 3. afspraken ten aanzien van eventuele benodigde waterberging.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
142
Artikel 15
Sport
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.15.
15.1 De a. b. c.
Bestemmingsomschrijving
voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': sportvelden; ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': een sportcentrum; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en
bouwwerk, geen
overkappingen
gebouw zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
ja
ja
nee
nee
ja
nee
b. aantal bedraagt niet meer dan: 1. hoofdgebouw per bouwvlak ter plaatse van de
2
nee
zie aanduiding
nee
aanduiding 'sportveld' c. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
'Maximale goothoogten (m)' 2. bouwhoogte
zie aanduiding
nee
'Maximale bouwhoogte (m)' 3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m
nee
3b. lichtmasten en overige masten
10 m
nee
2m
nee
1m
lid 15.3
3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 3d.
muren
en
terreinafscheidingen
voor
de
voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes
15 m
nee
2,75 m
nee
3f. speelvoorzieningen
3m
nee
3g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1m
nee
3e. pergola's
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' per
700 m²
nee
bouwvlak 2. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum' e. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5.000 m2 lid 30.2.2
0824.008793.00
143
15.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot ten hoogste a. lid 15.2 onder c.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt: 15.4
2m
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. ondergeschikte horeca is toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
144
Artikel 16
Verkeer
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.16.
16.1
Bestemmingsomschrijving
De a. b. c.
voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook; evenementen; ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie: tevens een zend-/ontvangstinstallatie; d. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': uitsluitend een waterberging; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en bouwwerk, overkappingen geen gebouw zijnde a. op deze gronden mag worden gebouwd: b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 2. lichtmasten en overige masten 3. vrijstaande antennes en alarmpalen 4. speelvoorzieningen 5. zend-/ ontvangstinstallatie ter plaatse aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' 6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
16.3
nee
van
de
ja 4,5 m 10 m 15 m 3m 16m 9m
Wijzigingsbevoegdheid
16.3.1 Groen en water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Verkeer wijzigen in de bestemmingen Groen of Water, indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
145
Artikel 17
Water
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.17.
17.1 De a. b. c. d. e.
Bestemmingsomschrijving
voor 'Water'' aangewezen gronden zijn bestemd voor: water ten behoeve van de waterhuishouding; verkeer te water; waterhuishoudkundige voorzieningen; ondergeschikt groen; bruggen ten behoeve van langzaam verkeer.
17.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: gebouwen en bouwwerk, overkappingen geen gebouw zijnde a. op deze gronden mag worden gebouwd: b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 2. lichtmasten en overige masten 3. vrijstaande antennes 4. speelvoorzieningen 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 17.3
nee
ja 4,5 m 10 m 15 m 3m 9m
Wijzigingsbevoegdheid
17.3.1 Groen en verkeer Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Water wijzigen in de bestemmingen Groen of Verkeer, indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte. Voor vaststelling van het wijzigingsplan wordt met het waterschap overleg gevoerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
146
Artikel 18
Wonen - Bungalow en Villa's
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.18.
18.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Bungalow en Villa's' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen in een omgeving met bungalows en villa's op ruime en groen ingerichte percelen; b. het behoud en herstel van gazons en/of beplanting, voor zover de gronden zijn gelegen tussen de voorgevelrooilijn en de voorste bouwgrens; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 2': tevens de zelfstandige uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
147
18.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw
aanbouw en
bouwwerk,
uitbouw,
geen
afwijk./wijz.
bijgebouw en gebouw overkapping a.
op
deze
gronden
mag
zijnde
worden
gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak
ja
ja
ja
nee
nee
nee
ja
nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
zie aanduiding
nee
'Maximum aantal wooneenheden' c. als woningtype is toegestaan: 1. vrijstaand
ja
nee
2. twee-aaneen
nee
nee
3. aaneengebouwd
nee
nee
4. gestapeld
nee
nee
d. de diepte bedraagt niet meer dan: 1. vanuit de voorgevel
20 m
e. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van de woning tot aan voorgevelrooilijn f. de afstand bedraagt niet minder dan: 1. tot zijdelingse perceelsgrens
5m
3m
nee
2. tot achterste perceelsgrens
5m
0 of > 1 m
nee
zie aanduiding
3m
nee
6m
nee
g. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
'Maximale goothoogten (m)' 2. bouwhoogte
zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
3.
bouwhoogte
van
bouwwerken,
geen
gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m
3b. lichtmasten en overige masten
10 m
nee
2m
nee
1m
lid 18.3
3c. muren en terreinafscheidingen achter de
nee
voorgevel van hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. vrijstaande antennes
15 m
nee
2,75 m
nee
3g. speelvoorzieningen
3m
nee
3h. overige bouwwerken, geen gebouwen
1m
nee
3f. pergola's
zijnde h. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel i. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
350 m²
nee lid 30.2.2
0824.008793.00
148
18.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: afwijken tot ten hoogste a. lid 18.2 onder g.3d: 1. voor het bouwen van muren en andere terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt: 18.4
2m
Specifieke gebruiksregels
18.4.1 Bewoning bijgebouw Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 18.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, zonder de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1', met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 18.4.3 Zelfstandige uitoefening aan-huis-gebonden beroep Zelfstandige uitoefening van aan-huis-gebonden beroep is toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. per woningen is er tussen de activiteiten naar aard en omvang samenhang, zodanig dat deze behoren tot één zelfstandig aan-huis-gebonden beroep; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang is ondergeschikt aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en neemt ter plaatse van 'specifieke vorm van gemengd - 1' in totaal niet meer dan 80 m2 in beslag en ter plaatse van 'specifieke vorm van gemengd - 2' in totaal niet meer dan 120 m2; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
149
e. f.
er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt.
18.4.4 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 18.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is. 18.4.5 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 18.5
Afwijken van de gebruiksregels
18.5.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.4.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 18.4.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
150
18.5.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.4.5 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 18.4.5 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
18.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 18.1 onder b: omgevingsvergunning vereist a. werken en werkzaamheden 1. totaal aan verharding meer dan 10% van het perceel 2. oppervlakte benodigd voor oprijpaden naar bestaande garages tot een breedte van meer dan 2 m 3. normaal beheer of onderhoud ten dienste van de bestemming betreffen 4. reeds op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn
ja ja nee nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 18.6 onder a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor het groene karakter niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
151
Artikel 19
Wonen - Woningen
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.19.
19.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in een woning; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2': tevens erven en tuinen behorende bij woningen, alsmede voor hobbymatig en ondergeschikt agrarisch gebruik, zoals hobbymatig houden van vee, hobbymatige paardrijactiviteiten, een volkstuin of siertuin; c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde; d. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'tuin' is uitsluitend een tuin toegestaan; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
152
19.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw
aanbouw en uit-
bouwwerk,
bouw, bijgebouw
geen gebouw
en overkapping
zijnde
afwijk./wijz.
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak
ja
ja
ja
nee
2. buiten het bouwvlak
nee
nee
ja
lid 19.3
3. op de gronden met de aanduiding 'tuin'
nee
nee
ja
nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
zie aanduiding 'Maxi-
lid 19.6.1
mum aantal wooneenheden' c. als woningtype is toegestaan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': 1a. vrijstaand
lid 19.6.1 ja
1b. twee-aaneen
nee
1c. aaneengebouwd
nee
1d. gestapeld
nee
2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': 2a. vrijstaand
lid 19.6.1 ja
2b. twee-aaneen
ja
2c. aaneengebouwd
nee
2d. gestapeld
nee lid 19.6.1
3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': 3a. vrijstaand
ja
3b. twee-aaneen
ja
3c. aaneengebouwd
ja
3d. gestapeld
nee
4. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld':
lid 19.6.1
4a. vrijstaand
ja
4b. twee-aaneen
ja
4c. aaneengebouwd
ja
4d. gestapeld
ja
d. de diepte vanuit de voorgevel bedraagt niet meer dan: 1. vrijstaand
15 m
nee
2. twee-aaneen
12,5 m
nee
3. aaneengebouwd
12,5 m
nee
4m
nee
2m
nee
2m
nee
e. de afstand bedraagt niet meer dan: 1a. van de voorgevel van een vrijstaande woning tot voorgevelrooilijn 1b. van de voorgevel van een twee-aaneen gebouwde woning tot voorgevelrooilijn 1c. van de voorgevel van een aaneengebouwde woning tot voorgevelrooilijn 1d. in afwijking van het bepaalde onder 1a ter plaatse
van
de
aanduiding
2m
'specifieke
bouwaanduiding - 1': van de voorgevel van een vrijstaande woning tot de voorgevelrooilijn
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
153
f. de afstand bedraagt niet minder dan: 1a. vrijstaand tot zijdelingse perceelsgrens
3m
nee
1b. vrijstaand tot achterste perceelsgrens
5m
nee
2a. twee-aaneen tot één zijdelingse perceelsgrens
3m
nee
2b. twee-aaneen tot achterste perceelsgrens
5m
nee
5m
nee
3a. aaneengebouwd tot achterste perceelsgrens 3b. achtergevel aaneengebouwd ten opzichte van
2,5 m
tot achtergevel aangebouwd hoofdgebouw 4. gestapeld tot zijdelingse perceelsgrens 5.
aanbouwen,
overkappingen
uitbouwen, tot
de
0m
bijgebouwen
voorgevel
van
of
nee 1m
het
hoofdgebouw g. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogten
zie aanduiding
3m
nee
6m
nee
'Maximale goothoogten (m)' 2. bouwhoogte
zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair
4,5 m
nee
3b. lichtmasten en overige masten
10 m
nee
2m
nee
1m
nee
3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen of ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'tuin' 3e. vrijstaande antennes 3f. pergola's 3g. speelvoorzieningen 3h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm
15 m
nee
2,75 m
nee
3m
nee
1m
nee
3m
van agrarisch - 2' h. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. perceel kleiner dan 800 m²
50 % en ten hoogste
nee
50 m² 2. perceel tussen 801 en 1.600 m² 3. perceel tussen 1.601 en 4.000 m² 4. perceel groter dan 4.000 m²
60 m²
nee
75 m²
nee
100 m²
nee
5. voor zover de gronden onder 1 tot en met 4 zijn gelegen op een afstand van meer dan de onder d genoemde afstandsmaat uit de voorgevel van het hoofdgebouw 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm
20 m²
van agrarisch - 2' per perceel i. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
lid 30.2.2
0824.008793.00
154
19.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 19.2 onder a.2: 1. voor het bouwen van een aanbouw, uitbouw, bijgebouw of overkapping bij een woning op een hoekperceel tussen het bouwvlak en de zijdelingse perceelsgrens, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt en met dien verstande dat: 2. de afstand van de aanbouw, uitbouw, bijgebouw of overkapping tot de voorgevel van het hoofdgebouw ten minste 3 meter bedraagt; 3. de bouwhoogte ten hoogste 3 meter bedraagt; 4. De gezamenlijke oppervlakte voor aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 19.2 onder h5, en ter plaatse van het gedeelte van het perceel dat ligt tussen het bouwvlak en de zijdelingse perceelsgrens, mag niet meer bedragen dan het bepaalde in lid 19.2 onder h1 tot en met h4.
19.4
Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Bewoning bijgebouw Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 19.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 19.4.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
155
c.
d.
de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 19.2, met dien verstande dat in plaats van het daar genoemde percentage van 40%, voor huisvesting voor mantelzorg 50% bedraagt; mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
19.4.4 Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw. 19.4.5 Aanduiding tuin Gebruik van gronden met de aanduiding 'tuin' is uitsluitend toegestaan met inachtneming van de volgende regels: a. verharding is niet toegestaan; b. deze gronden worden niet aangemerkt als erf als bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. 19.5
Afwijken van de gebruiksregels
19.5.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.4.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 19.4.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden. 19.5.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.4.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 19.4.4 onder a tot en met f; b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie; c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen; d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
156
e.
onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.
19.6
Wijzigingsbevoegdheid
19.6.1 Woningaantal of woningtype Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen of woningtype wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt. c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende wijzigen voorwaarden en moet hier aan voldoen: aantal woningen 1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
wijzigen woning type
ja
ja
ja ja
ja ja
ja ja nee ja
ja nee nee nee
ja ja ja
nee nee nee
ja
ja
0824.008793.00
157
19.6.2 Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen - Woningen wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; b. de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen; c. voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers; d. in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
158
Artikel 20
Wonen - Woonwagens
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.20.
20.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in een woonwagen; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
20.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: hoofdgebouw
aanbouw
en bouwwerk,
uitbouw,
afwijk./wijz.
geen
bijgebouw en gebouw overkapping
zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak
ja
ja
ja
nee
b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
zie aanduiding
nee
'Maximum aantal wooneenheden' c. als woningtype is toegestaan: 1. woonwagen
ja
nee
d. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. bouwhoogte
zie aanduiding
6m
nee
'Maximale bouwhoogte (m)' 2. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2a.
bewegwijzering
en
overig
4,5 m
nee
10 m
nee
2m
nee
1m
nee
straatmeubilair 2b. lichtmasten en overige masten 2c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 2d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 2e. vrijstaande antennes
15 m
nee
2,75 m
nee
2g. speelvoorzieningen
3m
nee
2h. overige bouwwerken, geen gebouwen
1m
nee
2f. pergola's
zijnde e. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. gezamenlijk per perceel i. bestaande maten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
20%
nee lid 30.2.2
0824.008793.00
159
20.3
Specifieke gebruiksregels
20.3.1 Bewoning bijgebouw Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan. 20.3.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. er is één activiteit per woning toegestaan; b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m 2 in beslag neemt; d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw. 20.3.3 Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 20.2; d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
20.4
Afwijken van de gebruiksregels
20.4.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.3.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 20.3.2 onder a tot en met i; b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt; c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
160
Artikel 21
Leiding - Hoogspanningsverbinding
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.1.
21.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden, zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van bovengrondse hoogspanningsverbindingen waarvan de veiligheidsafstand valt binnen de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', waaronder in ieder geval zijn begrepen de aanwezige, bestaande hoogspanningsverbindingen.
21.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de in lid 21.1 genoemde bestemming
gebouwen
bouwwerk, geen gebouwen zijnde
nee
ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan 1. bouwhoogte van een bouwwerk c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) 1. mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 21.3
afwijking
20 m
ja
ja
lid 21.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 21.2 onder c, voor het toepassen van afwijkingsbevoegdheden in de andere bestemmingen, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van afwijking te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en). 21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoelt in lid 21.1.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
161
omgevingsvergunning vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanbrengen van beplanting en bomen 2. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen 3. het indrijven van voorwerpen in de bodem 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen 5. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren 6. het permanent opslaan van goederen 7. normaal onderhoud en beheer ten aanzien van de verbinding en belemmeringenstrook en functies van de andere bestemmingen 8. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan 9. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend, zoals in lid 21.1
ja
ja ja
ja ja nee nee nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 21.4 onder a bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
162
Artikel 22
Leiding - Koolwaterstof
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.1.
22.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Koolwaterstof' aangewezen gronden, zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van vloeibare koolwaterstofleidingen met een diameter van maximaal 8 inch en een druk van maximaal 80 bar. 22.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming b. de hoogte bedraagt niet meer dan 1. bouwhoogte van een bouwwerk c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) 1. mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
gebouwen
bouwwerk, geen gebouw zijnde
nee
ja
afwijking
3m
lid 22.3
0824.008793.00
163
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 22.1: omgevingsvergunning vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen 2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren 3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage 5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen 6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur 7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties 8. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen 9. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan 10. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend, zoals in lid 22.2
ja ja ja ja
ja ja
ja nee nee nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 22.1 onder a bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
164
Artikel 23
Leiding - Riool
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.1.
23.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden, zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolwatertransportleiding. 23.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming b. de hoogte bedraagt niet meer dan 1. bouwhoogte van een bouwwerk c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) 1. mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
gebouwen
bouwwerk, geen gebouw zijnde
nee
ja
afwijking
3m
lid 23.2
0824.008793.00
165
23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 23.1: omgevingsvergunning vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen 2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren 3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage 5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen 6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur 7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties 8. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen 9. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan 10. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend, zoals in lid 23.2
ja ja ja ja
ja ja
ja nee nee nee
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 23.1 onder a bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
166
Artikel 24
Waarde - Archeologie - 1
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.2.
24.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden. 24.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 24.2.1 Bouwen a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 24.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter; b. voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. 24.2.2 Voorwaarden Indien uit het in lid 24.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. 24.2.3 Bouwverbod Indien uit het in lid 24.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 24.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd. 24.2.4 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 24.2.1 onder b, 24.2.2 en 24.2.3 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: a. vervanging, vernieuwing, vergroting of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, wordt uitgebreid binnen een afstand van maximaal 3 meter van de bestaande fundering; b. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m²; c. een bouwwerk waarvoor de graafwerkzaamheden om het bouwwerk te plaatsen niet dieper reiken dan 0,30 meter onder peil.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
167
24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 24.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het ophogen, verlagen of afgraven van de bodem, zulks indien de oppervlakte 2.500 m² of meer bedraagt; b. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen en/of parkeergelegenheden en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt; c. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt; d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil; e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt waarbij de breedte van deze werken tenminste 1,25 meter bedraagt; f. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt en de bodem te verstoren op een grotere diepte dan 0,30 m; g. het aanleggen van bos of boomgaard, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt en de bodem verstoren op een grotere diepte dan 0,30 m; h. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 0,30 m, waartoe ook wordt gerekend het verwijderen van bestaande funderingen, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, zulks indien de oppervlakte 50 m² of meer bedraagt. 24.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod Het in lid 24.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 24.2 in acht is genomen; c. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; d. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 24.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning a. de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 24.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal; b. voor zover de in lid 24.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één of meerdere van de volgende voorschriften wordt verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
168
c.
kwalificaties; de vergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
24.4
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door: a. de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn of; b. aan gronden zonder of met een andere archeologische waarde de bestemming 'Waarde Archeologie - 1' toe te kennen, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de bestemming van deze gronden, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
169
Artikel 25
Waarde - Archeologie - 3
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.2.
25.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
25.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 25.2.1 Bouwen a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 25.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter; b. voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. 25.2.2 Voorwaarden Indien uit het in lid 25.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties. 25.2.3 Bouwverbod Indien uit het in lid 25.2.1 onder b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 25.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd. 25.2.4 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 25.2.1 onder b, 25.2.2 en 25.2.3 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: a. vervanging, vernieuwing, vergroting of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, wordt uitgebreid binnen een afstand van maximaal 3 meter van de bestaande fundering; b. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 250 m²; c. een bouwwerk waarvoor de graafwerkzaamheden om het bouwwerk te plaatsen niet dieper reiken dan 0,50 meter onder peil.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
170
25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 25.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het ophogen, verlagen of afgraven van de bodem, zulks indien de oppervlakte 2.500 m² of meer bedraagt; b. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen en/of parkeergelegenheden en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt; c. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt; d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil; e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt waarbij de breedte van deze werken tenminste 1,25 meter bedraagt; f. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt en de bodem te verstoren op een grotere diepte dan 0,50 m; g. het aanleggen van bos of boomgaard, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt en de bodem verstoren op een grotere diepte dan 0,50 m; h. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 0,50 m, waartoe ook wordt gerekend het verwijderen van bestaande funderingen, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, zulks indien de oppervlakte 250 m² of meer bedraagt. 25.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod Het in lid 25.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 25.2 in acht is genomen; c. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; d. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 25.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning a. de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 25.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal; b. voor zover de in lid 25.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één of meerdere van de volgende voorschriften wordt verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
171
c.
kwalificaties; de vergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
25.4
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door: a. de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn of; b. aan gronden zonder of met een andere archeologische waarde de bestemming 'Waarde Archeologie - 3' toe te kennen, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de bestemming van deze gronden, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
172
Artikel 26
Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.3.
26.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van het beschermd dorpsgezicht.
26.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 26.2.1 Bouwen a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 26.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter; b. voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen mag het bouwen de waarden van het beschermd dorpsgezicht niet aantasten ten aanzien van: 1. de architectonische waarde in verband met de afleesbare stijlontwikkelingen in de bebouwing; 2. de gaafheid in hoofdvorm van stedenbouwkundige concepten; 3. de gaafheid in vorm èn details van gebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische waarde'; 4. de aanwezigheid van zowel vrijstaande, dubbele woonhuizen als ook grotere complexen met bijzondere ensemblewaarde. 26.2.2 Bouwverbod Indien de waarden van het beschermd dorpsgezicht door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, dan wordt de vergunning geweigerd.
26.3
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
26.3.1 Sloopvergunningvereiste a. het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) de aanwezige bouwwerken te slopen; b. de omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop en onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van de gronden dan wel van de omringende bebouwing tot gevolg heeft c. de omgevingsvergunning kan wel worden verleend indien aan de sloopvergunning in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
173
Artikel 27 27.1
Waarde - Cultuurhistorie
Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming van de molen als werktuig en als beeldbepalend cultuurhistorisch waardevol element.
27.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. binnen een afstand van 100 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 0 meter; b. binnen een afstand van 100 meter tot 200 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 5 meter; c. binnen een afstand van 200 meter tot 300 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 7 meter; d. binnen een afstand van 300 meter tot 400 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 9 meter; e. binnen een afstand van 400 meter tot 500 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een bouwhoogte van meer dan 11 meter; f. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a t/m e indien: 1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing; 2. toepassing van de in dit lid onder a t/m e bedoelde maten de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden; g. indien op grond van de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m e, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de andere bestemmingen; h. indien op grond van de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen een hogere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m e, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de bestaande bouwwerken.
27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 27.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is binnen een afstand van 500 meter van de molen verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting; b. het ophogen van gronden. 27.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod Het verbod van lid 27.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. normaal beheer of onderhoud ten dienste van de bestemming betreffen; b. reeds op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
174
c. d.
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ingevolge deze regels een omgevingsvergunning voor afwijken is verleend; het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting die als zij volgroeid zijn, niet hoger zijn dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de bouwwerken een ander als bedoeld in lid 27.2.
27.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de belangen van de molen als werktuig en als beeldbepalend element. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te beslissen, wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in bij de molendeskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
175
Artikel 28 28.1
Waterstaat
Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor onderhoud en beheer van de waterstaatkundige functie van de Reusel en voor de waterkering. 28.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 28.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mogen - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende regels - uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
176
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
177
Hoofdstuk 3
Artikel 29
Algemene regels
Antidubbeltelbepaling
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6. Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
178
Artikel 30
Algemene bouwregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
30.1
Afwijking bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt. 30.2
Bestaande maten
30.2.1 Bouwregels a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden. b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt. c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing. 30.2.2 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2.1 onder b voor: a. het toestaan van herbouw van een gebouw met dezelfde oppervlakte of kleiner, indien de afstand tot perceelsgrenzen: 1. gelijk blijft of wordt verkleind bij een maximum maat; 2. gelijk blijft of wordt vergroot bij een minimum maat; b. het toestaan van uitbreiding van een gebouw tot ten hoogste de maximum diepte of oppervlakte, indien de afstand tot perceelsgrenzen: 1. gelijk blijft of wordt verkleind bij een maximum maat; 2. gelijk blijft of wordt vergroot bij een minimum maat; c. afwijking is toegestaan voor zover geen sprake is van een onevenredige aantasting van: 1. de woonsituatie; 2. het straat- en bebouwingsbeeld; 3. de verkeersveiligheid; 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
179
30.3
Ondergronds bouwen
30.3.1 Ondergrondse bouwwerken Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels: a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak boven het peil; c. de oppervlakte van ondergrondse bouwwerken wordt bij de in hoofdstuk 2 opgenomen oppervlaktematen meegeteld voor zover niet op dezelfde plaats boven peil een gebouw aanwezig is; d. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter onder peil, met dien verstande dat een voorziening ten behoeve van de waterhuishouding tot maximaal 6 meter onder peil gebouwd mag worden. 30.3.2 Afwijking Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 30.1 onder c omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat: a. de waterhuishouding niet wordt verstoord; b. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden. 30.3.3 Bouwen van zwembaden Op een perceel is ten hoogste 1 niet-overdekt zwembad toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel van een hoofdgebouw of het verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 meter van de zijdelingse en van de achterste perceelsgrens; b. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut; c. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 100 m² bedragen; d. de diepte van het zwembad bedraagt maximaal 3 meter onder peil.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
180
Artikel 31
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6. De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft: a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen; b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. de ruimte tussen bouwwerken; d. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
181
Artikel 32
Algemene aanduidingsregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
32.1
Veiligheidszone - lpg
In afwijking van hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' de volgende regel: a. binnen deze zone worden geen nieuwe kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten toegestaan in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 32.2
Veiligheidszone - koolwaterstof
In afwijking van hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone koolwaterstof' de volgende regel: a. binnen deze zone worden geen nieuwe kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten toegestaan in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
182
Artikel 33
Algemene afwijkingsregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
33.1
Maten en bouwgrenzen
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is en voor zover in hoofdstuk 2 expliciet is bepaald dat geen afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor: a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
183
Artikel 34
Algemene wijzigingsregels
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.6.
34.1
Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
184
Artikel 35 35.1
Overige regels
Werking wettelijke regeling
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
185
Hoofdstuk 4
Artikel 36
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 4.7.
36.1
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 36.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
186
36.3 a.
b.
c.
Persoonsgebonden overgangsrecht
In afwijking van het bepaalde in lid 36.2 is het gebruik van het gebouw midden op het perceel en direct achter de woning op het perceel Oisterwijkseweg 68 voor het door de heer P.J. Gelden en/of mevrouw E.P.C. Gelden-Koks bieden van beperkte beoefening van instructiezwemmen; het persoonsgebonden overgangsrecht zoals genoemd onder a eindigt zodra de genoemde personen komen te overlijden dan wel dat genoemde personen het eigendom van het betreffende perceel vervreemden of elders gaan wonen; onder beperkte beoefening van instructiezwemmen zoals genoemd onder a wordt verstaan een beperkte tijd, beperkte omvang van het zwembad en beperkte effecten voor de omgeving, een en ander voor zover: 1. overlast voor omwonenden tot een minimum wordt beperkt; 2. het aantal lesuren en lesdagen gedurende de periode 1 april - 1 oktober ten hoogste 16 uur en vijf dagen per week bedraagt en gedurende de periode 1 oktober tot 1 april ten hoogste 12,5 uur en vier dagen per week bedraagt een en ander tot uiterlijk 19.00 uur; 3. tijdens de weekenden en de schoolvakanties geen zweminstructies worden gegeven; 4. de oppervlakte van het onder a genoemde gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt; 5. direct voorafgaand en tijdens zweminstructie parkeren door bezoekers plaatsvindt ten noorden en noordoosten van het onder a bedoelde gebouw op een afstand van ten minste 4 meter van de noordgrens van het perceel; 6. bezoekers voor zweminstructie uitsluitend de in- en uitgang gebruiken aan de oostzijde van het onder a genoemde gebouw en het verblijf/wachten door bezoekers op een te creëren wachtplaats binnen het gebouw of buiten het gebouw binnen een afstand van 15 meter van de oostgrens van het perceel plaatsvindt (aan de achterzijde van het perceel); 7. direct voorafgaand en tijdens zweminstructie het gebruik van de verharding aan de noordzijde en ter hoogte van de woning Oisterwijkseweg 68 voor parkeren niet mogelijk is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
187
Artikel 37
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kom Moergestel'.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
bijlagen bij de regels
191
Bijlage 1
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Staat van Activiteiten
0824.008793.00
192
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
Staat van Activiteiten Aan-huis-gebonden beroep • advocaat • accountant • administratieconsulent • alternatieve genezer • belastingconsulent • bouwkundig architect • dierenarts • fysiotherapeut • gerechtsdeurwaarder • huidtherapeut • huisarts • interieurarchitect • juridisch adviseur • kunstenaar • leraar • logopedist • medisch specialist • notaris • oefentherapeut • cesar/mensendieck • organisatieadviseur • orthopedagoog • psycholoog • raadgevend adviseur • redacteur • registeraccountant • stedenbouwkundige • tandarts • tandarts-specialist • tolkvertaler (al dan niet beëdigd) • tuin- en landschapsarchitect • verloskundige • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis • bloemschikker • computerservice (o.a. systeembouw/-analyse) • decorateur • fietsenreparateur • fotograaf • glazenwasser • goud- en zilversmid • hoedenmaker • instrumentenmaker • kaarsenmaker • kledingatelier • klompenmaker • koeriersdienst • loodgieter • lijstenmaker • meubelmaker • muziekinstrumentenmaker • pottenbakker • prothesemaker • reparatie kleine consumentenartikelen (antiek, tv's, radio's, horloges etc.) • traiteur • tv/radio reparateur • zadelmaker • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten
Dienstverlening • autorijschool • bankfiliaal • fitness-studio • hondentrimmer • internethandel • kapsalon • makelaarskantoor • nagelstudio • pedicure • reclamebureau (kleinschalig) • reisbureau • reisorganisatie (kleinschalig) • schoonheidsspecialist • uitzendbureau • wasserette • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten
193
Bijlage 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
0824.008793.00
194
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' < > = cat. e.d. kl. n.e.g.
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd
o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d w j
opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag week jaar
1
2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993
SBI-2008
01
01
-
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014
016
0
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
014
016
2
- algemeen (onder andere loonbedrijven), b.o < 500 m²
B1
014
016
4
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²
B1
15
10, 11
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101,102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101
6
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²
B2
1552
1052
2
Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²
B1
1581
1071
1
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, chargeovens, v.c. < 7.500 kg meel/week
B1
1584
10821
0
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584
10821
3
- cacao- en chocoladefabrieken, vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²
B1
1584
10821
6
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²
B1
1593 t/m 1595
1102 t/m 1104
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke
B1
17
13
174, 175
139
Vervaardiging van textielwaren
B2
176, 177
139, 143
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
B2
18
14
181
141
Vervaardiging kleding van leer
182
141
Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief leer)
20
16
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE
203, 204, 205
162
1
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
B2
205
162902
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
B1
22
18
2222.6
18129
2223
1814
A
Grafische afwerking
2223
1814
B
Binderijen
B1
2224
1813
Grafische reproductie en zetten
B1
2225
1814
Overige grafische activiteiten
B1
223
182
Reproductiebedrijven opgenomen media
24
20, 21
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2442
2120
0
Farmaceutische productenfabrieken:
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken
26
23
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
2612
2312
Glas-in-lood-zetterij
B1
2615
231
Glasbewerkingsbedrijven
B2
262, 263
232, 234
0
Aardewerkfabrieken:
262, 263
232, 234
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
267
237
0
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267
237
2
- indien p.o. < 2.000 m²
B2
2681
2391
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
B2
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
-
-
-
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT B2 C
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
B1 A
A
C
B1
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
3
SBI-1993
SBI-2008
28
25, 33
281
251, 331
1a
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
B2
284
255, 331
B1
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
B2
2852
2562, 3311
2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
B2
287
259, 331
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
B2
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
Kantoormachines- en computerfabrieken, incl. reparatie
33
26, 32, 33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33
26, 32, 33
A
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke
36
95/32
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
362
321
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
B1
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
B1
3661.1
32991
Sociale werkvoorziening
B1
40
35
-
40
35
C0
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
35
C1
- < 10 MVA
40
35
D0
Gasdistributiebedrijven:
40
35
D3
- gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A
40
35
D4
- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
40
35
E0
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40
35
E2
- blokverwarming
41
36
-
41
36
B0
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
36
B1
- < 1 MW
45
41, 42, 43
-
BOUWNIJVERHEID
45
41, 42, 43
3
Aannemersbedrijf of bouwbedrijf met werkplaats, b.o. < 1.000 m²
B1
453
432
Bouwinstallatie algemeen (exclusief spuiterij)
B1
453
4321
Elektrotechnische installatie
B1
50
45, 47
501, 502, 504
451, 452, 454
5020.4
45204
5020.5
45205
Autowasserijen
B1
503, 504
453
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
B1
51
46
5134
4634
Groothandel in dranken
C
5135
4635
Groothandel in tabaksproducten
C
5136
4636
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
C
5137
4637
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
C
514
464, 46733
Groothandel in overige consumentenartikelen
C
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
-
-
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
-
B1
A
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER B1 A B1 B1
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER B1
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven (exclusief plaatwerkerij of spuiterij)
B
B1
Autobeklederijen
B1 A
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
4
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993
SBI-2008
5148.7
46499
0
Groothandel in vuurwerk en munitie:
5148.7
46499
1
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
5153
4673
0
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
5153
4673
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
5153
4673
2
- indien b.o. <= 2.000 m²
5153.4
46735
4
Zand en grind:
5153.4
46735
6
- indien b.o. <= 200 m²
5154
4674
0
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
4674
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
5154
4674
2
- indien b.o. <= 2.000 m²
5156
4676
518
466
518
466
Groothandel in machines en apparaten, opp < 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
519
466, 469
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
52
95
527
952
60
49
6022
493
6024
494
603
495
63
52
6321
5221
64
53
641
531, 532
71
77
711
7711
Personenautoverhuurbedrijven
712
7712, 7739
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
C
713
773
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
C
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke
72
58, 63
B
Datacentra
73
72
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
732
722
74
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
7481.3
74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
C
7484.4
82992
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
A
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
2
-
C
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m²
A
B1 C B1
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER B1
POST EN TELECOMMUNICATIE C
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek -
C
VERVOER OVER LAND
Post- en koeriersdiensten -
B1
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
Caravanstalling -
C B1 C
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen -
B1
Groothandel in machines en apparaten, opp >= b.o. 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
Taxibedrijven 1
C B1
Groothandel in overige intermediaire goederen
Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) -
C
B2
A B1
A
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
90
37, 38, 39
9001
3700
93 9301.3
OMSCHRIJVING CATEGORIE
SBI-2008 VNG-nr.
SBI-1993
MILIEUDIENSTVERLENING B
Rioolgemalen
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
96013
A
Wasverzendinrichtingen
SBI 93/08/SvB f maart 2012
5
B1
B1
195
Bijlage 3
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
0824.008793.00
196
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
0824.008793.00
< > = cat. e.d. kl. n.e.g. o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag
week jaar bodemverontreiniging continu divers luchtverontreiniging zonering op basis van Wet geluidhinder risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing) V Vuurwerkbesluit van toepassing G/P verkeersaantrekkende werking goederenvervoer/personenvervoer: 1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking 2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking 3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking
w j B C D L Z R
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
1
SBI-2008
01
011, 012, 013, 016
0113
0113
0163
011
016
016
016
016
016
016
0162
03
0311
0312
032
032
032
10, 11
101, 102
101, 102
101
101
101
101
101
SBI-1993
01
0112
0112
0112
0112
0112
014
014
014
014
014
014
0142
05
0501.1
0501.2
0502
0502
0502
15
151
151
151
151
151
151
151
-
VNG-nr.
6
5
4
3
2
1
0
-
2
1
0
-
4
3
2
1
0
7
6
5
4
0
champignonkwekerijen met mestfermentatie
bloembollendroog- en prepareerbedrijven
witlofkwekerijen (algemeen)
-
-
-
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. <= 500 m²
algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
-
-
-
-
visteeltbedrijven
-
slachterijen en pluimveeslachterijen
vetsmelterijen
bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1.000 m²
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1.000 m²
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
-
-
-
-
-
-
Slachterijen en overige vleesverwerking:
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven
-
Vis- en schaaldierkwekerijen
Binnenvisserijbedrijven
Zeevisserijbedrijven
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
KI-stations
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m²
-
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
champignonkwekerijen (algemeen)
-
Tuinbouw:
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
OMSCHRIJVING
30
GEUR 30
50
100
300
700
100
50
100
50
100
30
30
30
30
30
30
30
100
STOF 0
0
0
0
0
0
0
30
0
0
10
10
10
10
10
10
10
10
10
50
50
100
100
100
100
50
50
50
100
30
30
50
30
50
30
30
30
30
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
10
30
50
50
30
50
0
0
10
50
0
10
10
10
10
10
10
10
10
GEVAAR
2
R
R
R
R
30
GROOTSTE AFSTAND 50
50
100
300
700
100
50
100
50
100
30
30
50
30
50
30
30
100
D
D
2
CATEGORIE 3.1
3.1
3.2
4.2
5.2
3.2
3.1
3.2
3.1
3.2
2
2
3.1
2
3.1
2
2
3.2
INDICES
1 G
1 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
1 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
1 G
1 G
1 G
1 G
VERKEER
SBI-2008
101, 102
108
102
102
102
102
102
102
102
1031
1031
1031
1032, 1039
1032, 1039
1032, 1039
1032, 1039
1032, 1039
1032, 1039
104101
104101
104101
104102
104102
104102
1042
1042
1042
1051
1051
1051
SBI-1993
151
151
152
152
152
152
152
152
152
1531
1531
1531
1532,1533
1532,1533
1532,1533
1532,1533
1532,1533
1532,1533
1541
1541
1541
1542
1542
1542
1543
1543
1543
1551
1551
1551
VNG-nr.
2
1
0
2
1
0
2
1
0
2
1
0
5
4
3
2
1
0
2
1
0
6
5
4
3
2
1
0
8
7
loonslachterijen
conserveren
roken
verwerken anderszins: p.o. > 1.000 m²
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 1.000 m²
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
-
-
-
-
-
vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²
-
groente algemeen
met koolsoorten
met drogerijen
met uienconservering (zoutinleggerij)
-
-
-
-
p.c. >= 250.000 ton/jaar
-
p.c. >= 250.000 ton/jaar
-
p.c. >= 250.000 ton/jaar
-
gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton/uur
geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton/uur
-
-
Zuivelproducten fabrieken:
p.c. < 250.000 ton/jaar
-
Margarinefabrieken:
p.c. < 250.000 ton/jaar
-
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
p.c. < 250.000 ton/jaar
-
Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
jam
-
Groente- en fruitconservenfabrieken:
vervaardiging van aardappelproducten
-
Aardappelproductenfabrieken:
drogen
-
vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaarmaaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven:
-
-
OMSCHRIJVING GEUR 200
200
200
100
300
200
300
200
300
300
100
50
50
50
300
50
100
300
300
200
700
50
50
STOF 30
100
10
10
10
10
50
30
10
10
10
10
10
10
30
10
10
10
0
0
100
0
0
500
500
300
200
300
100
300
100
100
200
100
100
100
50
200
30
50
50
50
100
200
50
50
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
Z
Z
Z
Z
Z
50
50
50
30
200
100
50
30
10
30
10
10
10
50
50
10
30
30
0
30
30
10
10
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
500
500
300
200
300
200
300
200
300
300
100
100
100
50
300
50
100
300
300
200
700
50
50
GROOTSTE AFSTAND D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 5.1
5.1
4.2
4.1
4.2
4.1
4.2
4.1
4.2
4.2
3.2
3.2
3.2
3.1
4.2
3.1
3.2
4.2
4.2
4.1
5.2
3.1
3.1
INDICES
3
3 G
3 G
3 G
3 G
3 G
3 G
3 G
3 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
VERKEER
SBI-2008
1051
1051
1051
1052
1052
1061
1061
1061
1061
1062
1062
1062
1091
1091
1091
1091
1091
1091
1091
1092
1071
1071
1071
1072
1081
1081
1081
10821
10821
SBI-1993
1551
1551
1551
1552
1552
1561
1561
1561
1561
1562
1562
1562
1571
1571
1571
1571
1571
1571
1571
1572
1581
1581
1581
1582
1583
1583
1583
1584
1584
VNG-nr.
1
0
2
1
0
2
1
0
6
5
4
3
2
1
0
2
1
0
2
1
0
2
1
5
4
3
p.c. < 500 ton/uur
-
p.c. >= 10 ton/uur
-
beender-, veren-, vis- en vleesmeelfabriek
drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit < 10 ton/uur water drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit >= 10 ton/uur water mengvoeder, p.c. < 100 ton/uur
mengvoeder, p.c. >= 100 ton/uur
-
-
-
v.c. >= 7.500 kg meel/week
-
v.c. >= 2.500 ton/jaar
-
-
cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
v.c. < 2.500 ton/jaar
-
Suikerfabrieken:
Banket, biscuit- en koekfabrieken
v.c. < 7.500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
-
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
Vervaardiging van voer voor huisdieren
-
-
destructiebedrijven
-
Veevoerfabrieken:
p.c. < 10 ton/uur
-
Zetmeelfabrieken:
Grutterswarenfabrieken
p.c. >= 500 ton/uur
-
Meelfabrieken:
consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
500
1000
500
100
100
30
200
300
200
700
300
700
700
300
200
50
100
200
10
50
-
overige zuivelproductenfabrieken
-
50 100 50
melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton/jaar
-
GEUR
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton/jaar
-
OMSCHRIJVING STOF 50
200
100
10
30
10
100
100
50
200
100
100
30
100
50
100
50
100
0
0
50
0
0
100
700
300
100
100
30
200
300
200
300
200
100
200
300
200
200
200
300
30
100
300
300
100
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
Z
Z
Z
Z
Z
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
50
200
100
30
30
10
30
50
30
50
30
30
50
50
30
50
50
100
0
50
50
50
50
GEVAAR
4
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
GROOTSTE AFSTAND 500
1000
500
100
100
30
200
300
200
700
300
700
700
300
200
200
200
300
30
100
300
300
100
D
D
D
CATEGORIE 5.1
5.3
5.1
3.2
3.2
2
4.1
4.2
4.1
5.2
4.2
5.2
5.2
4.2
4.1
4.1
4.1
4.2
2
3.2
4.2
4.2
3.2
INDICES
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
3 G
3 G
3 G
2 G
3 G
3 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
3 G
3 G
2 G
VERKEER
1089
1089
1089
1089
110101
110102
110102
110102
1589.2
1589.2
1589.2
1589.2
1591
1592
1592
1592
-
2
1
0
2
1
0
met poederdrogen
-
p.c. < 5.000 ton/jaar
p.c. >= 5.000 ton/jaar
-
-
Vervaardiging van ethylalcoholdoorgisting:
Destilleerderijen en likeurstokerijen
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
zonder poederdrogen
-
Soep- en soeparomafabrieken:
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
Tabakverwerkende industrie
VERWERKING VAN TABAK
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
Mouterijen
120
1089
1589.1
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
12
1089
1589
theepakkerijen
-
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
koffiebranderijen
-
160
108401
1587
2
1
16
1083
1586
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1107
1083
1586
0
Deegwarenfabrieken
1598
1083
1586
suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. <= 200 m²
-
1106
1073
1585
6
suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. > 200 m²
-
-
1597
10821
1584
5
4
Bierbrouwerijen
10821
1584
-
1105
10821
1584
3
cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² suikerwerkfabrieken met suikerbranden
-
1596
10821
1584
2
OMSCHRIJVING
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke
10821
1584
VNG-nr.
1593 t/m 1595 1102 t/m 1104
SBI-2008
SBI-1993 GEUR 200
10
300
300
10
300
200
300
200
300
100
200
200
200
100
500
50
30
100
300
30
100
STOF 30
0
50
30
0
50
30
30
50
50
10
50
30
30
10
30
30
10
30
30
10
30
50
100
100
100
30
300
200
200
50
50
50
50
50
50
30
200
10
30
50
50
30
50
C
C
C
C
C
C
C
C
30
50
30
50
0
50
30
30
30
50
10
50
30
10
10
10
10
10
30
30
10
30
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
R
R
R
R
R
200
100
300
300
30
300
200
300
200
300
100
200
200
200
100
500
50
30
100
300
30
100
GROOTSTE AFSTAND D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 4.1
3.2
4.2
4.2
2
4.2
4.1
4.2
4.1
4.2
3.2
4.1
4.1
4.1
3.2
5.1
3.1
2
3.2
4.2
2
3.2
INDICES
5
2 G
3 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
2 G
1 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
13
131
132
132
132
133
139
1393
139, 143
14
141
141
142, 151
15
151, 152
151
152
16
16101
16102
16102
16102
1621
162
162
SBI-1993
17
171
172
172
172
173
174,175
1751
176,177
18
181
182
183
19
191
192
193
20
2010.1
2010.2
2010.2
2010.2
202
203,204,205
203,204,205
VNG-nr.
1
0
2
1
0
-
-
-
2
1
0
-
aantal weefgetouwen >= 50
-
met zoutoplossingen
-
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
met creosootolie
-
Houtconserveringsbedrijven:
Houtzagerijen
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE
Schoenenfabrieken
Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel)
Lederfabrieken
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief van leer)
Vervaardiging kleding van leer
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken
Vervaardiging van textielwaren
Textielveredelingsbedrijven
aantal weefgetouwen < 50
-
Weven van textiel:
Bewerken en spinnen van textielvezels
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
OMSCHRIJVING GEUR 0
0
100
10
200
0
50
50
300
50
10
30
0
100
10
50
10
10
10
STOF 30
30
30
30
30
50
10
10
30
10
10
0
10
30
0
0
30
10
50
50
100
100
50
50
100
50
30
100
10
30
50
50
200
50
50
300
100
100
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
0
0
10
10
10
50
10
10
10
10
10
0
10
10
10
10
50
0
30
GEVAAR
6
R
GROOTSTE AFSTAND 50
100
100
50
200
100
50
50
300
50
30
50
50
200
50
50
300
100
100
D
CATEGORIE 3.1
3.2
3.2
3.1
4.1
3.2
3.1
3.1
4.2
3.1
2
3.1
3.1
4.1
3.1
3.1
4.2
3.2
3.2
INDICES
1 G
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
3 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
162902
17
1711
1712
1712
1712
1712
172
17212
17212
17212
18
1811
1812
18129
1814
1814
1813
1814
182
19
191
19201
19202
19202
19202
SBI-1993
205
21
2111
2112
2112
2112
2112
212
2121.2
2121.2
2121.2
22
2221
2222
2222.6
2223
2223
2224
2225
223
23
231
2320.1
2320.2
2320.2
2320.2
VNG-nr.
C
B
A
-
B
A
-
2
1
0
3
2
1
0
-
p.c. 3 - 15 ton/uur
p.c. >= 15 ton/uur
-
-
p.c. >= 3 ton/uur
-
Aardolieproductenfabrieken n.e.g.
Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie
Smeeroliën- en vettenfabrieken
Aardolieraffinaderijen
Cokesfabrieken
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT/KWEEKSTOFFEN
Reproductiebedrijven opgenomen media
Overige grafische activiteiten
Grafische reproductie en zetten
Binderijen
Grafische afwerking
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
Drukkerijen (vlak- en rotatiediepdrukkerijen)
Drukkerijen van dagbladen
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
p.c. < 3 ton/uur
-
Golfkartonfabrieken:
Papier- en kartonwarenfabrieken
p.c. < 3 ton/uur
-
Papier- en kartonfabrieken:
Vervaardiging van pulp
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
OMSCHRIJVING GEUR 300
300
50
1500
1000
0
30
30
30
0
10
30
30
50
30
30
200
100
50
200
10
STOF 0
0
0
100
700
0
0
0
0
0
0
0
0
30
30
30
100
50
30
100
10
200
100
100
1500
1000
10
30
10
30
10
30
100
100
200
100
100
300
200
50
200
30
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
Z
Z
Z
Z
Z
50
50
30
1500
100
0
10
10
0
0
0
10
10
30
30
30
100
50
30
50
0
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
300
300
100
1500
1000
10
30
30
30
10
30
100
100
200
100
100
300
200
50
200
30
GROOTSTE AFSTAND D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 4.2
4.2
3.2
6
5.3
1
2
2
2
1
2
3.2
3.2
4.1
3.2
3.2
4.2
4.1
3.1
4.1
2
INDICES
7
2 G
2 G
2 G
3 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 P
3 G
3 G
2 G
2 G
2 G
3 G
2 G
1 G
3 G
1 G
VERKEER
SBI-2008
210, 212, 244
20
2011
2011
2011
2011
2012
2012
2012
2012
20141
20141
20141
20141
20141
20141
20149
20149
20149
2015
2016
202
202
202
203
2110
2110
2110
2120
SBI-1993
233
24
2411
2411
2411
2411
2412
2413
2413
2413
2414.1
2414.1
2414.1
2414.1
2414.1
2414.1
2414.2
2414.2
2414.2
2415
2416
242
242
242
243
2441
2441
2441
2442
-
VNG-nr.
0
2
1
0
2
1
0
2
1
0
B2
B1
B0
A2
A1
A0
2
1
0
3
2
1
0
overige gassenfabrieken, niet explosief
overige gassenfabrieken, explosief
-
-
vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
-
vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
-
p.c. >= 50.000 ton/jaar
-
formulering en afvullen
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
-
Farmaceutische productenfabrieken:
p.c. < 1.000 ton/jaar
-
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
Verf, lak en vernisfabrieken
fabricage
-
Landbouwchemicaliënfabrieken:
Kunstharsenfabrieken en dergelijke
Kunstmeststoffenfabrieken
p.c. < 50.000 ton/jaar
-
Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische):
p.c. < 100.000 ton/jaar
-
Methanolfabrieken:
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
-
Organische chemische grondstoffenfabrieken:
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
-
Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:
Kleur- en verfstoffenfabrieken
luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton/dag lucht
-
Vervaardiging van industriële gassen:
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
OMSCHRIJVING GEUR 300
200
300
100
300
700
500
500
300
200
100
1000
300
300
100
200
100
100
10
10
STOF 10
10
30
10
50
30
300
0
0
0
0
30
10
50
30
0
0
0
0
10
300
200
200
30
100
300
500
300
200
300
200
500
200
500
300
200
500
500
700
100
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
Z
Z
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
500
300
300
500
1000
500
500
200
100
200
100
700
300
700
300
200
300
100
100
1500
GEVAAR
8
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
GROOTSTE AFSTAND 500
300
300
500
1000
700
500
500
300
300
200
1000
300
700
300
200
500
500
700
1500
D
D
D
D
D
D
D
D
CATEGORIE 5.1
4.2
4.2
5.1
5.3
5.2
5.1
5.1
4.2
4.2
4.1
5.3
4.2
5.2
4.2
4.1
5.1
5.1
5.2
6
INDICES
2 G
1 G
3 G
2 G
3 G
3 G
3 G
3 G
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
3 G
2 G
3 G
3 G
3 G
3 G
1 G
VERKEER
SBI-2008
2120
2120
2041
2042
2052
2052
2052
205902
205903
205903
2060
22
221101
221102
221102
221102
2219
222
222
222
222
23
231
231
231
231
231
SBI-1993
2442
2442
2451
2452
2462
2462
2462
2464
2466
2466
247
25
2511
2512
2512
2512
2513
252
252
252
252
26
261
261
261
261
261
VNG-nr.
4
3
2
1
0
-
3
2
1
0
2
1
0
-
B
A
2
1
0
2
1
verbandmiddelenfabrieken
-
met dierlijke grondstoffen
-
vloeroppervlak >= 100 m²
-
met fenolharsen
productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
-
-
glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar
glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton/jaar
glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton/jaar
glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton/jaar
-
-
-
-
Glasfabrieken:
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
zonder fenolharsen
-
Kunststofverwerkende bedrijven:
Rubberartikelenfabrieken
vloeroppervlak < 100 m²
-
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
Rubberbandenfabrieken
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
Overige chemische productenfabrieken n.e.g.
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
Fotochemische productenfabrieken
zonder dierlijke grondstoffen
-
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
formulering en afvullen geneesmiddelen
-
OMSCHRIJVING GEUR 500
300
30
30
50
300
200
100
200
50
300
300
200
50
50
500
100
300
300
10
50
STOF 200
100
100
30
30
50
50
10
50
10
50
30
30
10
10
30
10
30
100
10
10
300
100
300
100
50
100
100
50
100
30
300
300
100
50
100
100
100
50
200
30
50
C
C
C
C
C
C
C
Z
Z
50
30
50
30
30
200
100
50
50
30
100
200
200
50
50
50
50
50
100
10
50
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
500
300
300
100
50
300
200
100
200
50
300
300
200
50
100
500
100
300
300
30
50
GROOTSTE AFSTAND D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 5.1
4.2
4.2
3.2
3.1
4.2
4.1
3.2
4.1
3.1
4.2
4.2
4.1
3.1
3.2
5.1
3.2
4.2
4.2
2
3.1
INDICES
9
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
3 G
2 G
3 G
3 G
3 G
3 G
2 G
3 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
231
231
232, 234
232, 234
232, 234
233
233
2351
2351
2351
235201
235201
235201
235202
235202
235202
23611
23611
23611
23611
23612
23612
23612
2362
2363, 2364
2363, 2364
2363, 2364
2365, 2369
2365, 2369
2365, 2369
SBI-1993
2612
2615
262, 263
262, 263
262, 263
264
264
2651
2651
2651
2652
2652
2652
2653
2653
2653
2661.1
2661.1
2661.1
2661.1
2661.2
2661.2
2661.2
2662
2663, 2664
2663, 2664
2663, 2664
2665, 2666
2665, 2666
2665, 2666
VNG-nr.
2
1
0
2
1
0
2
1
0
3
2
1
0
2
1
0
2
1
0
2
1
0
B
A
2
1
0
vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
-
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton/dag
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton/dag
-
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
-
p.c. >= 100 ton/uur
-
p.c. < 100 ton/dag
p.c. >= 100 ton/dag
-
-
Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:
p.c. < 100 ton/uur
-
Betonmortelcentrales:
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
p.c. < 100.000 ton/jaar
-
Kalkzandsteenfabrieken:
zonder persen, triltafels en bekistingtriller
-
Betonwarenfabrieken:
p.c. < 100.000 ton/jaar
-
Gipsfabrieken:
p.c. < 100.000 ton/jaar
-
Kalkfabrieken:
p.c. < 100.000 ton/jaar
-
Cementfabrieken:
Dakpannenfabrieken
Baksteen en baksteenelementenfabrieken
vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
-
Aardewerkfabrieken:
Glasbewerkingsbedrijven
Glas-in-loodzetterij
OMSCHRIJVING GEUR 30
10
30
10
50
30
10
30
10
10
50
30
50
30
30
10
50
30
30
10
10
10
STOF 200
50
200
50
50
200
50
200
100
100
500
200
500
200
500
300
200
200
50
10
30
30
300
100
300
100
100
300
100
700
300
200
300
200
300
200
1000
500
200
200
100
30
50
30
C
C
Z
Z
Z
Z
Z
Z
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
200
50
10
10
30
30
30
30
30
30
50
30
50
30
50
30
100
30
30
10
10
10
GEVAAR
10
R
R
R
R
R
R
R
R
R
GROOTSTE AFSTAND 300
100
300
100
100
300
100
700
300
200
500
200
500
200
1000
500
200
200
100
30
50
30
2
CATEGORIE 4.2
3.2
4.2
3.2
3.2
4.2
3.2
5.2
4.2
4.1
5.1
4.1
5.1
4.1
5.3
5.1
4.1
4.1
3.2
2
3.1
INDICES
3 G
2 G
3 G
3 G
2 G
3 G
2 G
3 G
2 G
2 G
3 G
2 G
3 G
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
1 G
VERKEER
SBI-2008
237
237
237
237
237
2391
2399
2399
2399
2399
2399
2399
2399
2399
2399
24
241
241
241
245
245
245
243
243
243
244
244
244
244
SBI-1993
267
267
267
267
267
2681
2682
2682
2682
2682
2682
2682
2682
2682
2682
27
271
271
271
272
272
272
273
273
273
274
274
274
274
VNG-nr.
zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²
met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton/jaar
met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton/jaar
-
-
-
p.c. >= 100 ton/uur
-
overige isolatiematerialen
-
B0
A2
A1
A0
2
1
0
2
1
0
2
1
0
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
-
p.o. >= 2.000 m²
-
p.o. >= 2.000 m²
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
-
Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke:
p.c. < 1.000 ton/jaar
-
Non-ferro-metaalfabrieken:
p.o. < 2.000 m²
-
Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
p.o. < 2.000 m²
-
IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:
p.c. < 1.000 ton/jaar
-
Ruwijzer- en staalfabrieken:
VERVAARDIGING VAN METALEN
200
100
50
30
50
30
1500
700
200
asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton/uur
D1 -
50
200
100
500
300
10
30
10
10
10
100
Minerale productenfabrieken n.e.g.
steenwol, p.c. >= 5.000 ton/jaar
-
Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):
p.c. < 100 ton/uur
-
Bitumineuze materialenfabrieken:
Slijp- en polijstmiddelenfabrieken
zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²
-
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
GEUR
D0 Asfaltcentrales: p.c. < 100 ton/uur
C
B2
B1
B0
A2
A1
A0
4
3
2
1
0
OMSCHRIJVING STOF 300
100
50
30
100
30
1000
500
100
50
50
100
200
200
100
30
200
100
30
30
700
300
700
300
1000
500
1500
700
300
200
100
100
300
200
100
50
700
300
50
100
C
C
C
Z
Z
Z
Z
Z
Z
Z
Z
50
30
50
30
50
30
300
200
50
30
50
50
30
50
30
10
10
10
0
0
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
R
R
R
700
300
700
300
1000
500
1500
700
300
200
100
200
300
500
300
50
700
300
50
100
GROOTSTE AFSTAND D
D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 5.2
4.2
5.2
4.2
5.3
5.1
6
5.2
4.2
4.1
3.2
4.1
4.2
5.1
4.2
3.1
5.2
4.2
3.1
3.2
INDICES
11
2 G
1 G
3 G
2 G
3 G
2 G
3 G
2 G
3 G
3 G
2 G
2 G
2 G
3 G
3 G
1 G
2 G
1 G
1 G
1 G
VERKEER
SBI-2008
244
244
2451, 2452
2451, 2452
2451, 2452
2453, 2454
2453, 2454
2453, 2454
25, 31
251, 331
251, 331
251, 331
251, 331
251, 331
2529, 3311
2529, 3311
2529, 3311
2521, 2530, 3311
255, 331
255, 331
255, 331
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
SBI-1993
274
274
2751, 2752
2751, 2752
2751, 2752
2753, 2754
2753, 2754
2753, 2754
28
281
281
281
281
281
2821
2821
2821
2822, 2830
284
284
284
2851
2851
2851
2851
2851
2851
VNG-nr.
2
12
11
10
1
0
B1
B
A
2
1
0
3
2
1a
1
0
-
2
1
0
2
1
0
B2
B1
p.o. >= 2.000 m²
-
p.c. >= 4.000 ton/jaar
-
p.c. >= 4.000 ton/jaar
-
gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
in open lucht, p.o. < 2.000 m²
in open lucht, p.o. >= 2.000 m²
-
-
-
p.o. >= 2.000 m²
-
algemeen
stralen
metaalharden
lakspuiten en moffelen
scoperen (opspuiten van zink)
-
-
-
-
-
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke
Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels
p.o. < 2.000 m²
-
Tank- en reservoirbouwbedrijven:
gesloten gebouw
-
Constructiewerkplaatsen:
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
p.c. < 4.000 ton/jaar
-
Non-ferro-metaalgieterijen/-smelterijen:
p.c. < 4.000 ton/jaar
-
IJzer- en staalgieterijen/-smelterijen:
p.o. < 2.000 m²
-
OMSCHRIJVING
50
GEUR 50
100
30
30
50
30
50
10
30
50
30
50
30
30
30
200
100
200
100
200
50
STOF 50
30
50
200
50
30
30
30
30
100
50
200
50
30
30
100
50
100
50
100
100
100
100
200
100
50
100
200
200
500
300
300
200
50
100
500
300
500
300
1000
500
C
C
C
C
Z
Z
Z
Z
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
30
50
50
30
50
10
30
30
30
50
30
30
30
10
30
50
30
50
30
100
50
GEVAAR
12
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
500
GROOTSTE AFSTAND 100
100
100
200
100
50
100
200
200
500
300
300
200
50
100
500
300
500
300
1000
D
D
D
D
D
D
CATEGORIE 3.2
3.2
3.2
4.1
3.2
3.1
3.2
4.1
4.1
5.1
4.2
4.2
4.1
3.1
3.2
5.1
4.2
5.1
4.2
5.3
5.1
INDICES
2 G
2 G
1 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
3 G
2 G
3 G
2 G
1 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
3 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2561, 3311
2562, 3311
2562, 3311
259, 331
259, 331
259, 331
259, 331
259, 331
27, 28, 33
27, 28, 33
27, 28, 33
27, 28, 33
28, 33
27, 28, 33
26, 28, 33
26, 28, 33
26, 27, 33
271, 331
271, 273
SBI-1993
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2852
2852
287
287
287
287
287
29
29
29
29
29
29
30
30
31
311
312
VNG-nr.
-
A
-
3
2
1
0
-
B
B
A2
A1
A0
2
1
9
8
7
6
5
4
3
thermisch vertinnen
mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
anodiseren, eloxeren
chemische oppervlaktebehandeling
emailleren
-
-
-
-
-
p.o. >= 2.000 m²
-
p.o. >= 2.000 m²
met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren ! = 1 MW
-
-
-
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
Elektromotoren- en generatorenfabrieken, inclusief reparatie
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
p.o. < 2.000 m²
-
Machine- en apparatenfabrieken, inclusief reparatie:
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
p.o. < 2.000 m²
-
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) Overige metaalbewerkende industrie
-
thermisch verzinken
-
OMSCHRIJVING GEUR 200
200
30
30
50
50
30
30
30
50
30
10
10
30
100
50
50
30
100
100
STOF 10
30
10
30
30
30
30
30
30
100
50
30
30
30
50
10
10
50
50
50
30
30
30
50
300
200
100
50
100
500
200
50
100
100
100
100
100
100
100
100
Z
Z
50
50
10
30
30
30
30
10
30
30
30
10
30
50
50
30
30
30
50
50
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
200
200
30
50
300
200
100
50
100
500
200
50
100
100
100
100
100
100
100
100
GROOTSTE AFSTAND D
D
D
D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 4.1
4.1
2
3.1
4.2
4.1
3.2
3.1
3.2
5.1
4.1
3.1
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
INDICES
13
1 G
1 G
1 G
1 G
3 G
3 G
2 G
1 G
2 G
3 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
273
272
274
293
2790
26, 33
261, 263, 264, 331
2612
26, 32, 33
26, 32, 33
29
291
291
291
29201
29202
293
30
301, 3315
301, 3315
301, 3315
301, 3315
SBI-1993
313
314
315
316
3162
32
321 t/m 323
3210
33
33
34
341
341
341
3420.1
3420.2
343
35
351
351
351
351
VNG-nr.
3
2
1
0
-
2
1
0
A
-
-
p.o. >= 10.000 m²
-
houten schepen
kunststof schepen
metalen schepen < 25 m
-
-
-
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS)
Auto-onderdelenfabrieken
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
Carrosseriefabrieken
p.o. < 10.000 m²
-
Autofabrieken en assemblagebedrijven:
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke, inclusief reparatie
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
Fabrieken voor gedrukte bedrading
Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke, inclusief reparatie
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN
Koolelektrodenfabrieken
Elektrotechnische industrie n.e.g.
Lampenfabrieken
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
Elektrische draad- en kabelfabrieken
OMSCHRIJVING GEUR 50
100
30
30
30
100
200
100
30
50
30
1500
30
200
100
100
STOF 100
50
30
10
10
10
30
10
0
10
0
300
10
30
30
10
200
100
50
100
200
200
300
200
30
50
50
1000
30
30
100
200
C
C
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
30
50
10
30
30
30
50
30
0
30
30
200
10
300
50
100
GEVAAR
14
R
R
R
R
R
R
R
R
GROOTSTE AFSTAND 200
100
50
100
200
200
300
200
30
50
50
1500
30
300
100
200
D
D
D
CATEGORIE 4.1
3.2
3.1
3.2
4.1
4.1
4.2
4.1
2
3.1
3.1
6
2
4.2
3.2
4.1
INDICES
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
3 G
3 G
1 G
1 G
2 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
301, 3315
301, 3315
3831
302, 317
302, 317
302, 317
303, 3316
303, 3316
303, 3316
309
3099
31
310
9524
321
322
323
324
32991
32999
38
383201
383202
383202
383202
383202
383202
SBI-1993
351
351
3511
352
352
352
353
353
353
354
355
36
361
361
362
363
364
365
3661.1
3661.2
37
371
372
372
372
372
372
VNG-nr.
C
B
A2
A1
A0
-
2
1
-
2
1
0
2
1
0
4
onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen
-
met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW
-
met proefdraaien motoren
-
v.c. >= 100.000 ton/jaar
-
Afvalscheidingsinstallaties
Rubberregeneratiebedrijven
v.c. < 100.000 ton/jaar
-
Puinbrekerijen en -malerijen:
Metaal- en autoschredders
VOORBEREIDING TOT RECYCLING
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
Sociale werkvoorziening
Speelgoedartikelenfabrieken
Sportartikelenfabrieken
Muziekinstrumentenfabrieken
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
Meubelfabrieken
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
zonder proefdraaien motoren
-
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
algemeen
-
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
Scheepssloperijen
metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW
-
OMSCHRIJVING GEUR 200
300
30
30
30
30
0
30
30
30
30
0
50
30
30
100
50
50
50
100
30
100
STOF 200
50
200
100
100
10
30
10
10
10
10
10
50
30
10
30
30
30
30
200
50
100
300
100
700
300
500
50
30
50
50
30
10
10
100
100
100
1000
200
300
100
700
50
500
C
C
Z
Z
Z
Z
50
50
10
10
30
30
0
30
30
10
10
0
30
30
30
100
30
30
30
100
30
50
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
R
R
300
300
700
300
500
50
30
50
50
30
30
10
100
100
100
1000
200
300
100
700
50
500
GROOTSTE AFSTAND D
D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 4.2
4.2
5.2
4.2
5.1
3.1
2
3.1
3.1
2
2
1
3.2
3.2
3.2
5.3
4.1
4.2
3.2
5.2
3.1
5.1
INDICES
15
3 G
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
1 P
2 G
2 G
2 G
1 G
1 P
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
36
36
36
SBI-1993
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
41
41
41
VNG-nr.
gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth
warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth
-
-
covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa
< 10 MVA
10 - 100 MVA
100 - 200 MVA
200 - 1.000 MVA
>= 1.000 MVA
-
-
-
-
-
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
-
-
Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe:
-
kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth
-
Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe)
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A
gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
gasontvang- en -verdeelstations, categorie D
D3 -
D4 -
D5 -
A1
A0
-
E2
E1
blokverwarming
-
-
met chloorgas
Waterwinning-/bereidingbedrijven:
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER
stadsverwarming
-
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
gascompressorstations vermogen >= 100 MW
D2 -
E0
gascompressorstations vermogen < 100 MW
D1 -
D0 Gasdistributiebedrijven:
C5
C4
C3
C2
C1
C0
B2
B1
B0
A5
A3
A2
A1
A0
-
OMSCHRIJVING GEUR 50
10
30
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
50
100
30
100
100
100
STOF 0
0
10
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
50
50
30
100
100
700
50
30
100
50
30
10
500
300
500
300
100
50
30
100
100
500
500
500
700
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
Z
Z
Z
Z
Z
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
1000
10
50
50
10
10
200
100
50
50
50
30
10
30
30
100
100
100
200
GEVAAR
16
R
R
R
R
R
R
R
GROOTSTE AFSTAND 1000
30
100
50
30
10
500
300
500
300
100
50
30
100
100
500
500
500
700
D
CATEGORIE 5.3
2
3.2
3.1
2
1
5.1
4.2
5.1
4.2
3.2
3.1
2
3.2
3.2
5.1
5.1
5.1
5.2
INDICES
1 G
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
2 G
2 G
1 G
1 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
36
36
36
36
36
41, 42, 43
41, 42, 43
41, 42, 43
41, 42, 43
41, 42, 43
432
4322
4321
45, 47
451, 452, 454
451
45204
45204
45204
45205
453
46
4621
4621
4622
SBI-1993
41
41
41
41
41
45
45
45
45
45
453
453
453
50
501, 502, 504
501
5020.4
5020.4
5020.4
5020.5
503, 504
51
5121
5121
5122
A2
VNG-nr.
1
0
-
C
B
A
-
2
1
0
-
B3
B2
B1
B0
bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling
1 - 15 MW
>= 15 MW
-
-
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1.000 m²: b.o. <= 2.000 m²
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m²
-
-
Groothandel in bloemen en planten
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders
GROOTHANDEL EN OPSLAG
Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
Autowasserijen
Autospuitinrichtingen
Autobeklederijen
Autoplaatwerkerijen
Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie)
Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
Elektrotechnische installatie
Installatie sanitair/centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij
Bouwinstallatie algemeen
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m²
-
Bouwbedrijven/aannemers algemeen
BOUWNIJVERHEID
< 1 MW
-
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
-
OMSCHRIJVING GEUR 10
100
30
0
10
50
0
10
10
10
10
50
10
0
10
10
0
0
0
10
STOF 10
100
30
0
0
30
0
30
10
0
10
30
10
10
30
30
0
0
0
0
30
300
50
30
30
30
10
100
100
30
30
50
30
30
50
100
300
100
30
50
C
C
C
C
Z
0
50
30
10
0
30
10
10
10
10
10
30
30
10
10
10
10
10
10
30
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
30
300
50
30
30
50
10
100
100
30
30
50
30
30
50
100
300
100
30
50
GROOTSTE AFSTAND
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 2
4.2
3.1
2
2
3.1
1
3.2
3.2
2
2
3.1
2
2
3.1
3.2
4.2
3.2
2
3.1
INDICES
17
2 G
2 G
2 G
1 P
3 P
1 G
1 G
1 G
2 G
2 P
1 G
1 G
1 G
1 G
2 G
2 G
1 P
1 P
1 P
1 G
VERKEER
SBI-2008
4623
4624
46217, 4631
4632, 4633
4634
4635
4636
4637
4638, 4639
464, 46733
46499
46499
46499
46499
46711
46711
46711
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
SBI-1993
5123
5124
5125, 5131
5132, 5133
5134
5135
5136
5137
5138, 5139
514
5148.7
5148.7
5148.7
5148.7
5151.1
5151.1
5151.1
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
VNG-nr.
0
3
2
1
0
2
1
0
5
2
1
0
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton
munitie
-
-
kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m²
-
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³
bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³
bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
o.c. >= 100.000 m³
tot vloeistof verdichte gassen
-
-
-
-
-
-
-
bovengronds, < 2 m³
bovengronds, 2 - 8 m³
bovengronds, 8 - 80 m³
-
-
-
Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):
ondergronds, K1/K2/K3-klasse
-
Groothandel in vloeibare brandstoffen:
klein, lokaal verzorgingsgebied
-
Groothandel in vaste brandstoffen:
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
-
Groothandel in vuurwerk en munitie:
Groothandel in overige consumentenartikelen
Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
Groothandel in tabaksproducten
Groothandel in dranken
Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën
Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen
Groothandel in huiden, vellen en leder
Groothandel in levende dieren
OMSCHRIJVING GEUR 10
10
0
50
100
50
30
10
30
10
10
50
10
0
10
10
10
10
30
10
10
0
10
30
50
50
STOF 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
500
50
0
0
0
10
10
10
10
0
0
0
10
0
10
10
0
0
50
50
50
30
10
30
10
10
500
50
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
100
C
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
100
50
30
300
500
200
50
10
100
50
10
100
30
30
50
10
10
10
0
0
0
0
50
50
0
0
GEVAAR
18
R
R
R
R
R
R
R
V
V
R
R
GROOTSTE AFSTAND 100
50
30
300
500
200
50
30
100
50
10
500
50
30
50
30
30
30
30
30
30
30
50
50
50
100
D
D
D
CATEGORIE 3.2
3.1
2
4.2
5.1
4.1
3.1
2
3.2
3.1
1
5.1
3.1
2
3.1
2
2
2
2
2
2
2
3.1
3.1
3.1
3.2
INDICES
1 G
1 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
1 G
1 G
1 G
3 G
2 P
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46712
46713
46721
46721
46721
46722, 46723
4673
4673
4673
46735
46735
46735
4674
4674
4674
46751
46752
46752
46752
46752
46752
SBI-1993
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.3
5152.1
5152.1
5152.1
5152.2 /.3
5153
5153
5153
5153.4
5153.4
5153.4
5154
5154
5154
5155.1
5155.2
5155.2
5155.2
5155.2
5155.2
VNG-nr.
2
1
0
6
5
4
2
1
0
2
1
0
0
2
1
ondergronds, < 80 m³
ondergronds, 80 - 250 m³
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
o.c. >= 100.000 m³
-
-
-
-
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
grote hoeveelheden (> 150 ton) en/of laag beschermingsniveau
-
-
opslag oppervlak >= 2.000 m²
-
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
-
algemeen: b.o. <= 200 m²
-
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
-
kleine hoeveelheden < 10 ton
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau
-
-
-
Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of in gasflessen
Groothandel in kunstmeststoffen
Groothandel in chemische producten
algemeen: b.o. > 2.000 m²
-
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
algemeen: b.o. > 200 m²
-
Zand en grind:
algemeen: b.o. > 2.000 m²
-
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
Groothandel in metalen en -halffabrikaten
opslag oppervlak < 2.000 m²
-
Groothandel in metaalertsen:
Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen)
Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld
kleine hoeveelheden < 10 ton
-
Gasvormige brandstoffen in gasflessen
bovengronds, 80 - 250 m³
-
OMSCHRIJVING GEUR 0
0
0
30
50
0
0
0
0
0
0
0
50
30
100
10
30
10
0
100
50
30
10
30
STOF 0
0
0
30
10
0
0
10
30
10
10
10
500
300
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30
30
30
50
30
100
30
50
100
700
300
30
10
30
10
0
50
50
30
10
30
Z
500
30
10
30
100
0
10
0
0
10
10
10
10
10
50
50
500
30
10
500
200
200
50
300
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
500
30
10
30
100
30
50
30
100
30
50
100
700
300
100
50
500
30
10
500
200
200
50
300
GROOTSTE AFSTAND D
D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
CATEGORIE 5.1
2
1
2
3.2
2
3.1
2
3.2
2
3.1
3.2
5.2
4.2
3.2
3.1
5.1
2
1
5.1
4.1
4.1
3.1
4.2
INDICES
19
1 G
1 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
3 G
3 G
2 G
1 G
2 G
1 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1G G
2 G
VERKEER
SBI-2008
4676
4677
4677
4677
4677
466
466
466
466
466, 469
47
952
49
493
493
494
494
52
522
52102, 52109
52109
5221
5221
53
531, 532
SBI-1993
5156
5157
5157
5157.2/3
5157.2/3
518
518
518
518
519
52
527
60
6022
6023
6024
6024
63
631
6312
6312
6321
6321
64
641
VNG-nr.
-
3
2
B
A
-
1
0
-
-
3
2
1
0
1
0
1
0 10
-
overige
overig met oppervlak <= 2.000 m²
-
-
Post- en koeriersdiensten
POST EN TELECOMMUNICATIE
Caravanstalling
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
Loswal
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
0
10
10
0
30
10
0
-
goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m²
0
10
0
0
0
0
0
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m²
Touringcarbedrijven
Taxibedrijven
VERVOER OVER LAND
Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
machines voor de bouwnijverheid
-
Groothandel in machines en apparaten: 0
10
-
overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m²
10
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m²
autosloperijen: b.o. <= 1.000 m²
10
10
GEUR
Autosloperijen: b.o. > 1.000 m²
Groothandel in overige intermediaire goederen
OMSCHRIJVING STOF 0
0
0
0
10
30
0
0
0
0
0
0
10
10
10
10
30
10
30
10
30
30
100
30
50
50
50
100
100
30
10
30
30
50
100
50
100
50
100
30
C
C
C
C
C
C
C
C
C
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
0
10
30
10
50
30
30
30
0
0
10
0
0
0
10
10
10
10
30
10
GEVAAR
20
R
30
GROOTSTE AFSTAND 30
30
100
30
50
50
50
100
100
30
10
30
30
50
100
50
100
50
100
D
D
2
CATEGORIE 2
2
3.2
2
3.1
3.1
3.1
3.2
3.2
2
1
2
2
3.1
3.2
3.1
3.2
3.1
3.2
INDICES
2 P
2 P
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
3 G
2 G
2 P
1 P
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
VERKEER
SBI-2008
77
7711
7712, 7739
773
7733
62
62
58, 63
72
721
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
812
74203
82991
82992
37, 38, 39
3700
3700
3700
3700
3700
381
381
SBI-1993
71
711
712
713
7133
72
72
72
73
731
74
747
7481.3
7484.3
7484.4
90
9001
9001
9001
9001
9001
9002.1
9002.1
VNG-nr.
B
A
B
A3
A2
A1
A0
-
-
-
B
-
-
100.000 - 300.000 i.e.
>= 300.000 i.e.
-
-
Gemeentewerven (afvalinzameldepots)
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke
Rioolgemalen
< 100.000 i.e.
-
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
MILIEUDIENSTVERLENING
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
Veilingen voor landbouw- en visserijproducten
Foto- en filmontwikkelcentrales
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
Datacentra
Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
Personenautoverhuurbedrijven
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
OMSCHRIJVING GEUR 30
50
30
500
300
200
0
50
10
50
30
0
0
10
10
10
10
STOF 30
30
0
10
10
10
0
30
0
10
10
0
0
0
0
0
0
50
50
10
300
200
100
10
200
30
30
30
30
10
30
50
50
30
C
C
C
C
C
C
C
Z
Z
30
10
0
10
10
10
0
50
10
30
30
0
0
10
10
10
10
GEVAAR
GELUID
AFSTANDEN IN METERS
R
R
R
50
50
30
500
300
200
10
200
30
50
30
30
10
50
50
30
GROOTSTE AFSTAND D
D
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
2
CATEGORIE 3.1
3.1
2
5.1
4.2
4.1
1
4.1
2
3.1
2
2
1
2
3.1
3.1
INDICES
21
2 G
2 G
1 P
3 G
2 G
2 G
2 P
3 G
2 G
1 P
1 P
1 P
1 P
2 G
2 G
2 G
2 P
VERKEER
381
382
382
382
382
382
382
382
382
382
382
382
382
382
382
382
96
96011
96011
96012
96013
9002.1
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
93
9301.1
9301.1
9301.2
9301.3
SBI 93/08/SvB b maart 2012
SBI-2008
SBI-1993
C
VNG-nr.
A
B
A
-
C5
C4
C3
C2
C1
C0
B
A7
A6
A5
A4
A3
A2
A1
A0
kabelbranderijen
verwerking radioactief afval
pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)
oplosmiddelterugwinning
afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW
verwerking fotochemisch en galvanoafval
-
-
-
-
-
-
niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jaar
belucht v.c. < 20.000 ton/jaar
belucht v.c. > 20.000 ton/jaar
gft in gesloten gebouw
-
-
-
-
Wasverzendinrichtingen
Chemische wasserijen en ververijen
Tapijtreinigingsbedrijven
Wasserijen en linnenverhuur
OVERIGE DIENSTVERLENING
niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jaar
-
Composteerbedrijven:
Vuilstortplaatsen
mestverwerking/korrelfabrieken
-
Afvalverwerkingsbedrijven:
Vuiloverslagstations
OMSCHRIJVING GEUR 0
30
30
30
200
200
100
700
300
300
10
300
100
50
0
100
500
200
STOF 0
0
0
0
50
200
100
300
100
200
10
200
0
10
10
50
10
200
30
30
50
50
100
100
100
100
50
300
30
300
10
30
200
30
100
300
C
C
C
C
Z
AFSTANDEN IN METERS GELUID
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
0
30
30
30
100
30
10
30
10
10
30
50
30
10
1500
10
10
30
GEVAAR
22
R
R
R
R
GROOTSTE AFSTAND 30
30
50
50
200
200
100
700
300
300
30
300
100
50
1500
100
500
300
D
D
CATEGORIE 2
2
3.1
3.1
4.1
4.1
3.2
5.2
4.2
4.2
2
4.2
3.2
3.1
6
3.2
5.1
4.2
INDICES
1 G
2 G
2 G
2 G
3 G
3 G
2 G
2 G
2 G
3 G
1 G
3 G
1 G
1 G
1 G
1 G
3 G
3 G
VERKEER
197
Bijlage 4
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Staat van Horeca-activiteiten
0824.008793.00
Staat van Horeca-activiteiten Categorie I 'lichte horeca' Horeca bedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend overdag en 's avonds zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van etenswaren, maaltijden en dranken al dan niet in combinatie met het tegen vergoeding verstrekken van logies. Hierdoor veroorzaken zij slechts beperkte hinder voor omwonenden. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a.
Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca Horeca bedrijven zoals: - broodjeszaak, crêperie, croissanterie; - cafetaria, koffiebar, theehuis; - lunchroom; - ijssalon; - snackbar;
1b.
Overige lichte horeca Horeca bedrijven zoals: - Bed & Breakfast; - bistro, eetcafé; - hotel; - hotel-restaurant; - kookstudio; - poffertjeszaak/pannenkoekenhuis; - pension; - restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); - shoarmazaak/grillroom; - wijn- of whiskyproeverij.
1c.
Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking Horeca bedrijven zoals: - bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een vloeroppervlak1) van meer dan 400 m²; - restaurant met bezorg- en/of afhaalservice.
Categorie 2 'middelzware horeca' Bedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend ook delen van de nacht zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en maaltijden. Hierdoor kunnen zij aanzienlijke hinder voor omwonenden veroorzaken: Horeca bedrijven zoals: bedrijven uit categorie 1 die gelet op de aard van hun omgeving ook delen van de nacht geopend zijn; bar, bierhuis, café, pub; biljartcentrum; café-restaurant.
1) Zie toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
SvH 2011
Staat van Horeca-activiteiten
2
Categorie 3 'zware horeca' Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met etenswaren en maaltijden en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: Horeca bedrijven zoals: bar-dancing; dancing; discotheek; nachtclub; zalenverhuur/partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
SvH 2011
kaart(en)