Oerol 2013-2016 Landschap, Locatie, Innovatie Stichting Terschellings Oerol Festival Aanvraag meerjarige activiteitensubsidie 2013-2016 Fonds Podiumkunsten Februari 2012
OEROL TEAM 2012 Marelie van Rongen, algemeen directeur Joop Mulder, creatief directeur Kees Lesuis, artistiek leider festival Mariska Verhulst, programmeur paspoortprojecten Harry Hamelink, muziekprogrammeur Marcel Haug, muziekprogrammeur Anemoon Elzinga, zakelijke ondersteuning artistiek team Ada Plinck, hoofd productie Mirjam Hartlief, controller/hoofd personeelszaken
Enny Breukel, financieel medewerker Esther Brinkman, coordinator reis & verblijf Ria Laanstra, hoofd marketing & communicatie Floor Vuurboom, marketing medewerker + medewerker Vrienden/Fonds Atelier Oerol Sandra Schneider, marketing medewerker + secretariaat Jeroen van den Berg, begeleider Atelier Oerol Hans Man in ‘t Veld, begeleider Atelier Oerol Maarten Naessens, productieleider Atelier Oerol
PROLOOG “Met plezier neem ik u mee in de volgende stappen van Oerol. 30 jaar geleden geboren uit de passie van één man, anno nu gedeeld met vele tienduizenden. Centraal in ons verhaal staat de tocht van honderden kunstenaars die hier op het eiland de ruimte vinden om te onderzoeken, creëren en te presenteren. De gedeelde fascinatie van makers en publiek
voor deze plek als podium vormt de basis van de collectieve ervaring die Oerol is. Graag vertel ik hoe wij met het team, makers, publiek, samenwerkingspartners en het FPK, juist nu de kunsten onder druk staan, vervolg willen geven aan dit verhaal”. Joop Mulder, oprichter/creatief directeur
1
A. Inhoudelijk plan
Hoge Fronten/Lieke Benders, Todos (2011)
1. WAT IS OEROL? MISSIE
ACTIVITEITEN VOOR PUBLIEK, INVESTEREN IN MAKERS
Oerol speelt een voortrekkersrol op het gebied van locatietheater.1 Het festival biedt makers – van veelbelovend tot gearriveerd, uit binnen- en buitenland – een openluchtlaboratorium én podium voor hun nieuwe werk. Het getijdenlandschap van Terschelling dient daarbij als inspiratiebron.
Tijdens Oerol, jaarlijks 10 dagen in juni, vinden over het hele eiland Terschelling in duinen, bos, dorpen, schuren en op het strand presentaties en voorstellingen plaats. Het publiek maakt op drie manieren kennis met het festival. Eén: door het programma van circa veertig landschap- en/of locatiegerichte voorstellingen van (muziek)theater- en dansgezelschappen. Twee: via Expeditie Oerol (voorheen paspoortroute). Dat zijn twintig tot vijfentwintig multidisciplinaire performances en installaties die doorlopend te bezoeken zijn. Drie: door middel van verdiepings- en ontmoetingsprogramma’s voor vakpubliek en algemeen publiek.
Het Oerol festival verbindt hoogwaardig, nieuw geënsceneerd werk met een buitengewoon groot, nieuwsgierig niet-vakpubliek. Een koppeling die op deze schaal elders in het theatercircuit minder vanzelfsprekend tot stand komt. Met deze verbinding wil Oerol helpen het maatschappelijk draagvlak voor de kunsten te versterken. Oerol wil zich verder ontwikkelen als vakfestival. Hierbij worden de natuurlijke locatie, historie en expertise ingezet om ontwikkelingen op het gebied van locatietheater verder te onderzoeken, te tonen en van een Europese context te voorzien. Oerol maakt het de maker mogelijk nieuwe artistieke strategieën te ontwikkelen waarbij theater, vormgeving, landschapsarchitectuur, muziek en performance gelijktijdig onderzocht, ontwikkeld en gepresenteerd kunnen worden.
Voor makers organiseert Oerol het hele jaar door activiteiten om hen bij te staan in de ontwikkeling van locatie- en landschapsgerichte voorstellingen. Atelier Oerol is hét voorbeeld waar de drie centrale eigenschappen van Oerol samenvallen. Het is een zorgvuldig uitgewerkt ontwikkel- en presentatietraject voor zeven geselecteerde makers in de fase tussen opleiding en gezelschap. Oerol wil nauw gaan samenwerken met het Over het IJ Festival, gevestigd op de NDSM-werf in Amsterdam Noord, ondermeer om dit traject verder vorm te geven (zie hoofdstuk 3).
HOOFDDOELSTELLING Om met minder middelen toch meer voor makers te kunnen betekenen, focust Oerol zich op haar essentie. In de drie cirkels staan de kerneigenschappen van Oerol: Landschap, Locatietheater, Onderzoek & Ontwikkeling. Het meest onderscheidende karakter van het festival is te vinden in het middelste gebied, waar de drie waarden samenvallen. De hoofddoelstelling voor 2013-2016 is het verdiepen van de reeds opgebouwde expertise en het vergroten van de zeggingskracht van het festival. Dit wil Oerol doen door dit karakteristieke, overlappende gebied in samenspraak met makers verder te ontwikkelen. Met deze kwalitatieve doelstelling wil Oerol een onderscheidende bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de podiumkunsten in Nederland en Europa.
Oerol biedt residenties aan gevorderde Nederlandse en internationale makers om ook vanuit het landschap materiaal te ontwikkelen. Oerol deelt haar expertise en initieert samenwerkingen en is daarom ook lid van verschillende netwerken. Het voornaamste speerpunt voor de komende periode is het nieuwe META programma in het Europese IN SITU netwerk voor ‘performing arts in public space’.
Landschap
Locatie theater
1 “OEROL HEEFT IN HAAR BIJNA DERTIGJARIGE GESCHIEDENIS BEWEZEN DAT ZIJ EEN VOORTREKKERSROL SPEELT OP HET GEBIED VAN LOCATIETHEATER. THEATERGEZELSCHAPPEN WORDEN DOOR HET FESTIVAL UITGEDAAGD OM HUN WERK IN EEN LOCATIE-SPECIFIEKE OMGEVING TE TONEN, WAARDOOR KUNST EN NATUUR EEN NIEUWE VERBINTENIS AANGAAN.” ADVIES RAAD VOOR CULTUUR, 4 OKTOBER 2010.
Onderzoek & ontwikkeling
2
Wilson/Mosk/Schweigman, Walking (2008) Scenografie van mens in relatie tot landschap en medemens. Bewustwording bevorderd door afstaan telefoon en horloge en door begeleiding in afstand en tred tot voorganger.
OVERZICHT OEROL FESTIVAL KERNACTIVITEITEN 2013-2016
Oerol presenteert zowel nieuwe makers als gevestigde collegae vanuit de gedachte dat zij zich aan elkaar en hun publiek spiegelen. De artistieke dynamiek die ontstaat door zowel onderzoeksprojecten als grote locatiespektakels te tonen, is kenmerkend voor de programmering.
Horizontale programmering: dagelijks te zien gedurende 10 dagen 35-40 locatievoorstellingen, podiumkunstenbreed (totale publiekscapaciteit 100.000): • Nederlandse locatieproducties ‘midden en kleinbedrijf’ (+/- 20 waarvan 5 i.s.m. Over het IJ Festival) • Nederlandse grootschalige ‘BIS’ locatieproducties (2-3) • Internationale/Europese locatieproducties (+/- 10 o.a. via IN SITU) • Atelier Oerol (i.s.m. Over het IJ Festival): om het jaar Opmaatroute 7 makers en om het andere jaar 5-7 producties 20-25 projecten i.h.k.v. Expeditie Oerol (totale publiekscapaciteit min. 100.000): • Multidisciplinaire performances in het landschap en in de straat. Doorlopend te bezoeken tussen 11 en 17 uur
In de afgelopen jaren heeft Oerol, met behoud van cruciaal draagvlak, artistieke aanscherpingen weten door te voeren. Onder leiding van Joop Mulder en artistiek festivalleider Kees Lesuis werd er gekozen voor een nóg meer landschapsgerichte programmering. Nieuwe creaties staan centraal en er is steeds meer plaats voor het ‘midden- en kleinbedrijf’ van theatergezelschappen, die veelal FPK-gesubsidieerd zijn. Atelier Oerol was de volgende stap in het ontwikkelen van de werkplaatsfunctie van het festival. Het ontwikkelen van de paspoortroute met doorlopende installaties en performances bleek een multidisciplinaire kweekvijver en een grote artistieke aanwinst. Daarnaast is er veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van Oerol’s Europese netwerk.
Daarnaast dagelijks • ‘In Perspectief’ programma met ontmoetingsen verdiepingsactiviteiten voor publiek • Begeleiding en inhoudelijk programma op maat voor Europese professionals • Muziekprogramma op de festivalterreinen met een dagelijks wisselende invulling
De komende periode gaan we gedane investeringen verzilveren, een aantal recent ingezette lijnen doorzetten en gerichter pionieren. De programmering wordt in het geheel gerelateerd aan de drie kernwaarden van het festival: Landschap, Locatie, Onderzoek & Ontwikkeling. Dat geldt ook voor het straattheater en een deel van de muziekprogrammering. Het festival stelt zich daarnaast op als bruggenbouwer voor het nationale talent dat zich wil en kan ontwikkelen tot maker van internationaal locatietheater. De nieuwe Europese steun voor IN SITU – META betekent dat Oerol deze ambitie ook waar zal kunnen maken.
2. ARTISTIEKE VISIE EN AMBITIES
VIER AMBITIES IN DE PRAKTIJK
De intuïtieve keuze van Joop Mulder om op een atypische plek – het eiland Terschelling – een kunstenfestival te organiseren, blijft richtinggevend voor de huidige artistieke signatuur. Het eiland is uitermate geschikt om zonder druk van pers of peers experimenten aan te gaan. Weg van de stad en uit de eigen omgeving kunnen makers de werking van het landschap ervaren en deze optimaal gebruiken. Oerol nodigt makers uit de eigen heilige huisjes af te breken en vaste (theater)conventies te vermijden. Het festival vraagt makers om ontvankelijk te worden voor de stille, geïsoleerde maar ook ruige, weerbarstige omgeving en zo nieuwe gebieden in het werk op te zoeken. Het landschap dient niet als vrijblijvend decor, maar de voorstellingen en projecten gaan er een dialoog (of conflict) mee aan, dringen er in door. Het landschap heeft zich binnen het festival ontwikkeld tot ‘hoofdrolspeler’ in de dialoog tussen theatermakers, kunstenaars en het publiek.
#1 Pionieren in Landschapstheater In de ‘artistieke dialoog’ met het landschap zijn er op Oerol nieuwe vormen van locatietheater ontstaan, die zich begeven op het snijvlak van theater, beeldende vormgeving, landschapsarchitectuur, en performance. Wij noemen dit specialisme Landschapstheater. Deze voorstellingen en projecten creëren een nieuwe verhouding tussen landschap, object en performance, in een geregisseerde publiekservaring. Voorbeelden uit het verleden zijn: Walking (Wilson/Mosk/Schweigman, 2008), Harmonic Fields (Lieux Publics & Cie, 20092011) Saturn (Karl van Welden/Verenigde Planeten, 2010-2011) en in 2012 Contre Nature (Tryciclique Dol).
3
Nollekes theater (gerealiseerd in 2010). Gezamenlijk landschapsontwikkeling project van Oerol en Staatsbosbeheer i.s.m. Observatorium. Afplagmateriaal is gebruikt om vuilstortplaats om te vormen tot natuurtheater. In 2010 was op de Nollekes de voorstelling Eclips van The Glasshouse/Kees Roorda te zien.
Daan Roosegaarde — Liquid Space 6.1 (2009).
Voor 2012 is er HIMINN (Sytse Pruiksma e.a.) een laboratoriumproject dat het landschap centraal stelt, met muzikanten en videokunstenaars uit Friesland, IJsland en Scandinavie. De resultaten van dit lab worden dagelijks in concert- en videoprojecties met het publiek gedeeld. Voor 2012 en 2013 staat een onderzoek gepland naar een landschapsproject rond het oeuvre van componist John Adams, een initiatief van choreograaf Andreas Denk. Voor 2013 zijn we in gesprek met componist/theatermaker Pierre Sauvageot van Lieux Publics & Cie over zijn nieuwe landschappelijke geluidsinstallatie, geënt op een nieuwe interpretatie van ‘le sacre du printemps’.
Voor de komende periode staan de volgende projecten op stapel: Theater: Schweigman& – Erf (2013/2014) Boukje Schweigman onderzoekt middels een persoonlijke bewegingstaal de verhoudingen tussen ruimte, performance en publiek. Het idee en het beeld voor Erf is geïnspireerd op de familieopstellingen van Bert Hellinger, een psychotherapeutische methode waarbij familiepatronen inzichtelijk worden gemaakt door een opstelling in de ruimte. De voorstelling/installatie speelt zich af bij zonsondergang in een weids, oer-Hollandslandschap, een boerenerf aan een dijk. Het project wordt aan de hand van een residentie op locatie (2013) nader ontwikkeld en gaat in 2014 in première.
Multidisciplinair: In vervolg op Harmonic Fields (2009-2011) en een landschappelijke route in 2012 met paviljoens van Studio Dré Wapenaar als podia, start in de periode 2013/2014 de ontwikkeling van een tweetal grootschalige landschap performances. Deze projecten zullen, gezien hun schaal en de daarbij behorende additionele financiering, in etappes ontwikkeld worden en in 2014-2016 hun beslag moeten krijgen.
“Oerol was en is voor mij de grote inspiratiebron om locatie theater te maken, om de elementen in mijn werk te betrekken en het landschap een hoofdrol te geven. Oerol activeert een heel eigen vorm van locatietheater, Ik weet geen plek ter wereld zo ingesteld op theater in de natuur.”
Kunstenaarsgroep Observatorium maakte in 2009 met Oerol en Staatsbosbeheer van een oude afvalberg het Nollekes Natuurtheater op Terschelling. Observatorium doet artistieke interventies die de relatie tussen kunst, landschap en maatschappij op spanning brengt. Met Warten auf der Fluss, Ruhrgebied (2010) / Peage Sauvage, Estuaire Nantes (2012) is er steeds meer internationale erkenning voor hun werk. We willen met Observatorium een beeldende performance in het landschap realiseren omdat we verwachten dat hun werkwijze en andere invalshoek een innoverende bijdrage zal leveren aan het landschapstheater.
— Boukje Schweigman, 2012
Nick Steur (2013/2014) De jonge Nick Steur verraste vakgenoten en bezoekers in 2011 met zijn performance waarin hij al stenen stapelend zijn omgeving verkent. Steur deelt met Oerol een fascinatie voor landschapskunstenaar Andy Goldsworthy. Vanwege de eigenzinnige beeldtaal van Nick Steur en zijn kijk op de omgeving wil Oerol hem begeleiden in zijn volgende stap in het landschapstheater. Via onderzoek in 2012 naar een voorstelling in 2013/2014. Muzikale crossovers: In 2010 gebruikte muzikant Colin Benders (Kyteman) een met bos omgeven duingebied voor de start van het experimentele project Kytopia. Gedurende het festival fungeerde dit gebied als multidisciplinair laboratorium voor een grote groep jonge muzikanten en woordkunstenaars. Het publiek was overdag getuige van sessies en repetities waar regelmatig muzikanten uit het publiek aan deelnamen. ’s Avonds was het resultaat in de vorm van een concert te aanschouwen. Zodoende wil Oerol de komende jaren een verbinding tot stand brengen tussen de landschappelijke kwaliteiten én de mogelijkheden die het festival biedt, door de meerdaagse aanwezigheid van vele muzikanten en kunstenaars.
In een wereld die van analoog naar digitaal verandert maakt Studio Roosegaarde interactieve ontwerpen. Roosegaarde presenteerde eerder Dune (2008) en Liquid Space 6.1 (2009) op Oerol. Dune won de prestigieuze Chinese ‘succesful design award’ en Roosegaarde opereert inmiddels op het internationale podium. Oerol wil met Studio Roosegaarde een publiek interactief landschap ontwikkelen dat een hybride vorm van natuur, technologie en performance is. Op kleinere schaal organiseert het festival in het kader van de Expeditie Oerol jaarlijks (vanaf maart 2012) een ontmoeting tussen wetenschappers en kunstenaars in samenwerking met de Waddenacademie. Doel is de ontwikkeling van een concreet landschapsproject voor in de Expeditie route. Andere structurele samen-
4
BERG&BOS – Het jaar van de Schlager (Opmaatroute Atelier Oerol 2010)
Via Berlin/Orkater – Een mond vol zand (2009)
werkingspartners zijn AHK afdeling scenografie en TU Delft afdeling landschapsarchitectuur, die met studenten onderzoek doen en projecten presenteren in Expeditie Oerol.
nele, democratische en weldenkende mensen. DRIFT wordt de eerste zelfstandig geproduceerde muzikale locatievoorstelling van BERG&BOS, na het succesvolle Het jaar van de schlager (2011) dat in Atelier Oerol ontwikkeld werd. Het project wordt in twee fases ontwikkeld; in 2012 als proefvoorstelling op Over het IJ, en in 2013 gaat het in première bij Oerol.
#2: Verdieping van locatietheater Met het eiland als geconcentreerde werkplek is Oerol de ‘creatieplek’ onder de zomerfestivals: een plaats waar voorstellingen ontstaan, getoond worden en vaak elders een weg vinden. Het relatieve isolement wakkert ook de discussie aan naar een verbreding van de sociale werkelijkheid die niet direct op het eiland te vinden is: de stad, de industrie, het kosmopolitisme. Dit is de belangrijkste inhoudelijke motivatie om in de komende periode een intensieve samenwerking aan te gaan met Over het IJ Festival, waarbij natuurlandschap en industrieel grootstedelijk gebied beiden worden onderzocht.
Het artistieke potentieel van zowel Via Berlin als BERG&BOS is in relatief korte tijd zichtbaar geworden in de presentatie van hun eerste projecten op beide festivals. Voor beiden geldt dat ze vakmanschap koppelen aan nieuw repertoire in een eigen muzikaal en theatraal universum. Beide gezelschappen zien het werken op locatie als een uitbreiding van hun artistieke vocabulaire en hebben de wens hun werk zowel in de context van theaters als op locatie te presenteren.
Op 26 januari jongstleden hebben Oerol en Over het IJ Festival een convenant gesloten. Dit convenant heeft als inhoudelijk doel artistieke verdieping en kwaliteitsverhoging van het locatietheater in al haar verschijningsvormen. De reden voor het convenant is de gedeelde passie én een gedeelde artistieke visie van de beide festivals. De gezamenlijke activiteiten bedragen 25 % van de locatietheaterprogrammering van Oerol en 50 % van die van Over het IJ Festival. Deze samenwerking op twee unieke en zeer verschillende lokaties betekent voor de makers een mogelijke verrijking van hun ‘palet’ en een vergroting van hun aantal speelbeurten.
Noord Nederlands Toneel (2013) Op basis van een meerjarenafspraak met NNT zijn we voor 2013 met Ko van den Bosch in gesprek over een grootschalige voorstelling onder zijn regie, gebaseerd op Kaspar Hauser van Peter Handke, in co-productie met Club Guy & Roni en in samenwerking met beeldend kunstenaar Zoro Feigl. Dit project zal naar model van het werkproces met anoukvandijk DC een stadversie (over het IJ) en een landversie (Oerol) krijgen. Deze samenwerking bouwt voort op de wederzijdse lange voorgeschiedenis van Over het IJ met Alex D’electrique en de gesprekken tussen Oerol en NNT.
We kiezen – in gezamenlijkheid – makers die hebben aangegeven dit stad/land onderzoek met ons aan te willen gaan zoals: Elien van den Hoek / Houten Huis, Orkater, NUT/DUS, Warme Winkel, Alexandra Broeder, Ilay den Boer, Jetse Batelaan, Thibaud Delpeut, MAX/MAAS, Dries Verhoeven en Project Wildeman.
Oerol, Over het IJ Festival en Theaterfestival Boulevard constateren gezamenlijk een gemis in het aanbod van kwalitatief, groot gemonteerd locatietheater van Nederlandse bodem voor een groot publiek. Productionele capaciteit aan de kant van de gezelschappen en een gegarandeerd groot afzetgebied bij meerdere festivals zijn voorwaarden om deze leemte te kunnen vullen. Bovenstaande festivals, aangevuld met Karavaan en Cultura Nova, hebben een intentieovereekomst met het Zuidelijk Toneel, Het Nationale Toneel, Toneelgroep Maastricht, Toneelgroep Oostpool, Tryater en het Noord Nederlands Toneel dat elk gezelschap voor het zomertheatercircuit ééntot tweemaal in de vier jaar een locatieproductie maakt met een publiekscapaciteit van 400 tot 1000 personen per voorstelling.
Orkater / Via Berlin i.s.m. Slagwerk Den Haag en Ragazze Kwartet – Val van een leider (2013) Na de indringende muzikale uitvoeringen van Mond vol zand en Vanaf nu heet je Pjotr het derde deel in trilogie over persoonlijke dilemma’s in oorlogstijd. De eigen theatraal muzikale werkwijze van de jonge makers van Via Berlin, waarbij locatie, inhoud en muziek elk een onmisbare bijdrage leveren aan de dramaturgie en verhaal, wordt nu aangevuld met de kwaliteiten van Slagwerk Den Haag.
Merlijn Twaalfhoven – Resonance – Een rustpunt in een hectische wereld (2014) Een muzikaal project met zangers – eilanders en toeschouwers – van alle leeftijden. Een klankwereld waarin het verschil tussen uitvoerder en luisteraar verdwijnt. Het maken van muziek wordt het zorg-
BERG&BOS – DRIFT (2013) DRIFT is een een snelle, interactieve montagevoorstelling over beschaafde, geduldige, ratio-
5
Lieux Publics – Harmonic Fields (Oerol 2011, coproductie). Residentietraject, pilot in 2009, in 2011 traject van ca. 1 km, instrumenten op wind. Actieve houding van publiek om geluiden goed waar te nemen. Tegelijkertijd landschapsbeheer i.s.m. Staatsbosbeheer (vertrapping grond door 22.000 bezoekers leidde tot gewenste verstuiving).
aan een actuele ontwikkeling in het locatietheater waarin jonge makers hun publiek opzoeken buiten de bestaande structuren van het theater en concepten ontwikkelen in directe wisselwerking met (toevallig) publiek. Vaak zonder subsidie en met een ondernemend verdienmodel. Terloops voelen ze de samenleving aan de tand. Zo maakte Circus Treurdier op Oerol 2011 de voorstelling ‘Iedereen te koop’. De groep zong en speelde op straat alleen maar reclames van sponsors. Pas als toeschouwers ervoor betaalden speelde Circus Treurdier eigen werk voor hen. Maar alleen voor de juiste prijs. In de Straat Expeditie krijgen nieuwe artistieke en zakelijke strategieën een plek.2
vuldig samen delen van tijd. Meditatief, hallucinerend en verstild. Vanuit hetzelfde artistieke vertrek punt ontstaan twee verschillende versies op Oerol en Over het IJ. Het onderzoek naar de rol van het publiek als deelnemer sluit aan bij de ambitie van Oerol om meer participatieve projecten onderdeel van het programma uit te laten maken.
#3 Onderzoek en ontwikkeling De derde belangrijke ambitie in de komende periode is investeren in onderzoek en ontwikkeling. Een intensief, meerjarig traject is Atelier Oerol, dat in het hoofdstuk Innovatie verder wordt toegelicht. Oerol wil daarnaast jonge en gevorderde makers faciliteren in residenties, die optimaal gebruik maken van de aanwezige expertise en de eilandlocatie. Het betreft jaarlijks tien meerdaagse werkbezoeken in de volgende categorieën:
#4 Verzilveren van de Europese springplankfunctie Via het nieuwe IN SITU – META programma kan Oerol voor het eerst met haar partners als Europese coproducent optreden en makers mobiliteit bieden. Iedere partner brengt voorstellingsplannen van makers in. Bij drie of meer geïnteresseerd partijen ontvangt de maker een coproductiebijdrage.
A. Onderzoek & Ontwikkelresidentie (conceptontwikkeling) Doel van deze residenties is een nadere kennismaking met het eiland en het festival, en verdere uitdieping ondervraging van de plannen, om vervolgens te komen tot een onderbouwd concept voor een nieuw locatieproject. Nick Steur, Alexandra Broeder en Project Wildeman zijn potentiele kandidaten in 2013-2014. B. Schrijfresidentie (schrijven op locatie) Met de schrijfresidentie stimuleert Oerol het ontstaan van nieuwe theaterteksten vanuit een locatiegerichte gedachte. Voor 2013-2014 denken we hierbij o.a. aan Ko van den Bosch, Rick van den Berg, Thibaud Delpeut, Dagmar Slamolen en Peer Wittebol. C. Festivalresidentie (onderzoek met publiek) In het maakproces van sommige locatieprojecten speelt de participatie van het publiek een essentiele functie in de verdere ontwikkeling van het concept. In dergelijke gevallen vindt de residentie plaats tijdens het festival. Harmonic Fields (20092011) kwam op deze wijze tot stand.
In 2012 is Oerol vanuit IN SITU coproducent van de Terminator Trilogie van het Belgische FC Bergman en in 2013 zal Land’s End, de nieuwste creatie van het Vlaamse gezelschap Berlin getoond worden. Ook met de volgende Europese makers beogen we vanuit IN SITU nieuwe innovatieve projecten te onwikkelen: Jeppe Kristensen/Fix & Foxy (Denemarken), Tricyclique Dol (Frankrijk), Kurt Demey (Belgie), Zimmerfrei (Italië) en Invisible Playground (Duitsland). In het IN SITU netwerk zullen onder andere de volgende Nederlandse theatermakers worden geintroduceerd met het oog op de ontwikkeling van een internationale coproductie en tournee: Boukje Schweigman, Alexandra Broeder, Dries Verhoeven, Lieke Benders, de Waterlanders en Madeleen Bloemendaal. Oerol organiseert een programma op maat voor een beperkte groep Europese professionals (20), om hen gedurende het festival persoonlijk te kunnen begeleiden. Een grotere groep professionals kan gebruik maken van de speciale voorverkoop, een ontmoetingsprogramma en een professionalsbalie tijdens het festival. De georganiseerde bezoeken van Europese professionals aan Oerol hebben vruchten afgeworpen. De artistieke leiding van Oerol is uitgenodigd om als curator een programmaonderdeel in het kader van Marseille Provence Culturele Hoofdstad 2013 vorm te geven en voor een Nederlandse locatiegerichte focus in het programma van festival Teatro a Corte, Turijn (Italië 2013). Daarnaast hebben de volgende Europese festivals/instellingen intenties geuit om in 2013-2014
Op Expeditie in de straat Eveneens onderdeel van de ambitie onderzoek en ontwikkeling is een nieuwe benadering van het straattheater. De druk bezochte dorpsstraten van Midsland en West worden als locatie onderdeel van Expeditie Oerol. Dit betekent dat Oerol niet langer straatartiesten vraagt een act te doen, maar met de lokale ondernemers en bewoners de straat aanbiedt als locatie aan een nieuwe generatie makers, zoals Circus Treurdier (Thomas Spijkerman) of Nieuwe Helden (Lucas de Man). Oerol biedt hiermee ruimte 2 THEATERMAKER NR 7 OKTOBER 2011 PG. 36
6
Karl van Welden – Saturn (Atelier Oerol 2011). Cirkel van monolithisch ogende observatiepunten. Als toeschouwer neem je individueel plaats in de observatieposten, die inzoomen op details in het natuurpanorama. De lens gidst je blik naar de intimiteit van geïsoleerde figuren in de verte. Duin, vlakte en einder scheppen afstanden of proberen ze te overbruggen. Het landschap als bemiddelaar tussen handelingen op mensenmaat en kosmische dimensies. De bezoeker bepaalt zijn eigen tijd, de performers spelen onafgebroken door.
1+1=3 Het belang van het beoogde traject overstijgt dat van de individuele maker, samenwerkingspartners of het festival zelf. Door op deze wijze een opkomende generatie makers ontwikkelingsmogelijkheden te bieden en kwetsbare, nieuwe, diverse locatieprojecten te produceren willen we met Atelier Oerol bijdragen aan de versterking en de innovatie van talentontwikkeling in de veranderende podiumkunsten keten. Door gerichte samenwerking, waarin concentratie van expertise en een efficiëntere besteding van middelen tot stand komen, wordt een antwoord geboden op de dreigende verschraling van het aanbod.
te experimenteren met een uitwisseling van Atelier en Expeditie makers via residenties en projecten: Le Citron Jaune, Port Saint Louis (Frankrijk), La Fai Ar (Frankrijk) en Norwich/Norfolk festival (Verenigd Koninkrijk). Op de lange termijn (2015) beoogt Oerol een nieuw Europees netwerk te leiden met instellingen van binnen en buiten de kunst. Het doel zal zijn om de relatie cultuur, natuur en maatschappij te bevragen. Onlangs won Oerol een SICA-pitch voor het netwerkidee met het meest actuele Europese potentieel.
Professionals
2009
2010
2011
146
190
180
Nederlands
117
156
140
Internationaal
29
34
40
Waarvan
Niet-Europees
11
9
4
Europees
18
25
36
Samenwerking Over het IJ Festival Als onderdeel van het convenant beogen Oerol en Over het IJ Festival hun trajecten voor afgestudeerde makers vanaf 2013 samen te voegen. Dit betekent dat de beide festivalleiders samen één aansturende persoon kiezen voor het Ateliertraject en de expertise en financiële middelen van de beide festivals in dezelfde zeven makers geinvesteerd worden, in plaats van twaalf verschillende zoals nu. Met deze krachtenbundeling willen we verdunning van talent voorkomen. Door beide locaties, het (ei)landschap en het industrieel erfgoed, als onderzoeks- en presentatiegebied aan te bieden brengen we een artistieke dialoog op gang die de individuele locatie overstijgt. Dit geeft de deelnemer een rijkdom aan invalshoeken. In de productiefase van het traject worden coproducenten zoals gezelschappen en Europese partners betrokken om het werk van de makers een nog bredere inbedding en afzet te geven.
IN SITU - META programma 2011-2016 Europees netwerk voor hedendaagse podiumkunsten in de publieke ruimte Doel kennisdeling, coproductie en mobiliteit 9 Kernleden Oerol (NL) Artopolis (HU), Čtyři dny (CZ) , KIT (DK), Košice 2013 (SK), La Strada (AT), Lieux publics (FR), Provinciaal Domein Dommelhof (BE), UZ Arts (GB) 10 partners o.a. les Tombees de la nuit (FR), ODA Teatri (XK), La Paperie (FR), Fundacion Municipal de Cultura de Valladolid (ES), Atelier 231 (FR), Chalon dans la rue / L’Abattoir (FR) Totaal budget 2011-2016 4,4 miljoen (2,2 Europese commisie, 2,2 miljoen contributie door de partners zelf) Totaal activiteitenbudget Oerol 2011-2016 € 357.000 (waarvan € 275.000 contributie door Oerol) verdeeld over: Seminars: honorarium kunstenaars € 9.000 Coproducties € 157.000 Reis/verblijf europese groepen € 191.000
Samenwerking Theaterschool/DasArts Oerol heeft met de Theaterschool/DasArts (Marijke Hoogenboom, Barbara van Lindt, Peter de Kimpe) van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten een pilotovereenkomst gesloten voor 2012. We onderzoeken samen in het lopende Atelier traject hoe we de ontwikkeling van afgestudeerde makers vanuit de masteronderwijs- en de kunstpraktijk kunnen optimaliseren, juist nu met het wegvallen van vele productiehuizen. Biedt de koppeling van festival en school meerwaarde voor de maker en het vakgebied locatie- en landschapstheater? De Theaterschool/ DasArts participeert actief in het workshopdeel met de huidige deelnemers. Doorlopend is er kritische reflectie op het traject als geheel. De resultaten van de pilot worden in 2013 geïmplementeerd en leiden naar verwachting tot een kwaliteitsslag. Er zijn ambities om deze nieuwe vorm van kennisdeling duurzaam in de organisaties in te bedden en we onderzoeken een combinatie met locatiegerichte onderwijselementen in de masterruimte bij de Theaterschool/DasArts.
3. INNOVATIE; ATELIER OEROL Sinds de jaren 90 biedt Oerol plek aan nieuwe makers in het festival. Eerst middels schuurtjestheater, later een werkplaats en meer recentelijk door de oprichting van Atelier Oerol. Het ondersteunen van nieuwe makers op zichzelf achten we niet innovatief. De werkwijze die Oerol voorstaat en de beoogde samenwerkingen in het toekomstige Atelier Oerol traject zijn dat wel. Met de toekenning van de innovatietoeslag voor Atelier Oerol kunnen we in vier jaar ongeveer 18 nieuwe locatiegerichte makers ondersteunen en nieuwe presentatievormen met een fors publiek realiseren.
7
Tjon Rockon – Free Mason (2011) Atelier Oerol
anoukvandijk dc – Mensch (2011)
4. BIJDRAGE AAN DE PODIUMKUNSTEN
Traject In vogelvlucht zien we Atelier Oerol als een traject verspreid over twee jaar dat plek biedt aan vijf tot zeven afgestudeerde makers die zich willen verdiepen in het fenomeen ‘locatie- en landschapstheater’. Het traject omvat het eerste jaar meerdaagse workshops en residenties op locatie en leidt tot de realisatie van een kleinschalige performance of onderzoekspresentatie. Deze zogeheten ‘Opmaat’ wordt tijdens de festivals aan het publiek getoond, bij Oerol in de ‘Opmaatroute’. In het tweede jaar onwikkelt en realiseert de maker op basis van de opgedane ervaringen een volwaardige productie. Bij Oerol presenteren in 2012 Ilmer Roozendaal, Sophie Doeland, Akwasi Ansah, Marieke van Veen, Marieke Splint, Gertjan Biasino en Wilhelmer van Elferink een opmaat. Vanaf 2013 wordt er in samenspraak met Over het IJ Festival geselecteerd.
Het vakgebied locatietheater verenigt per definitie diverse disciplines. Middels crossovers zoekt Oerol vanuit de podiumkunst naar de grenzen van locatietheater. Met de programmering van volledige voorstellingen en kleinere experimenten zoals uitgewerkt in bovenstaande hoofdstukken kan Oerol die variëteit in de volle breedte blijven tonen. Het landschapsspecialisme gaat voorbij aan de romantisering van het landschap en wordt verrijkt in de dialoog met stedelijke partner Over het IJ Festival. Oerol combineert bovendien presentatie van jonge en ervaren makers met een stevige dosis creatie- en ontwikkelingsmogelijkheden in Atelier Oerol. In de residenties is plaats voor onderzoek en reflectie, wat een schaars goed is in een stelsel waar marktwerking een grote rol gaat spelen. Oerol staat ook hier voor een werkwijze die in samenspraak met partners ontstaat. De nieuwe vakkennis die dit oplevert, wordt gedeeld en is breder toepasbaar dan alleen op Oerol zelf. Deze kennisoverdracht is mogelijk via de Europese netwerkactiviteiten die gericht zijn op daadwerkelijke coproductie en uitwisseling met vakgenoten om zodoende bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuwe locatietheaterprojecten in een Europese context. Door het leggen van bovenstaande verbindingen functioneert Oerol als vakfestival en publieksfestival in één.
Publiek De Atelier deelnemer kan dat wat in de luwte via workshops ontwikkeld is direct aan een algemeen publiek toetsen in het festival. Dat geldt voor de proeves in de opmaatroute en voor de producties in het tweede jaar. De toeschouwer wordt bij het creatieproces betrokken. Oerol is dan ook bij uitstek een plek om vragen te stellen over de relatie tussen kunst en publiek en in wisselwerking nieuwe presentatievormen te onderzoeken. Fonds Atelier Oerol Oerol legde in 2011 een eerste fundament voor de structurele financiële verankering van het Atelier middels de oprichting van het Fonds Atelier Oerol. Meerjarige donateurs zorgen voor een startkapitaal van € 50.000 per jaar. De huidige benodigde aanvullende middelen zijn eenmalig en stoppen per december 2012. Met de innovatietoeslag van het FPK en het vierjarig perspectief dat dat biedt kan Atelier Oerol vanaf 2013 vernieuwd vormkrijgen.
Zonder volledig te kunnen of willen zijn, beoogt Oerol met het festival een weerslag te geven van de actuele ontwikkelingen in het locatietheater in het algemeen, en het landschapstheater in het bijzonder. In die zin streeft het festival ‘state-of the art’ na. Wij beogen ook in de volgende jaren de hieronder geciteerde quote van de Raad waar te maken.
“De koppeling van onderzoeken en spelen in een festival met veel publiek en een groot percentage nationale en internationale professionals is uniek en waardevol in Nederland, zeker voor jonge theatermakers”
“De Raad is van mening dat de brede opzet van het festival ervoor zorgt dat het zowel jonge als gevestigde makers een bijzonder podium biedt. Die variëteit leverde diverse vormen van locatietheater op, waarbij alle uithoeken van Terschelling werden geëxploreerd. Door de grote aandacht die jonge makers krijgen op het festival, levert het ook een substantiële bijdrage aan talentontwikkeling voor makers die ervaring willen opdoen in locatietheater. De kracht van het festival is daarnaast gelegen in de grote publieke functie. Oerol trekt een groot publiek dat op het eiland wordt meegesleept in de alomtegenwoordigheid van het theater: tijdens het festival is de kunst het onontkoombare gespreksonderwerp.” — Raad voor Cultuur advies oktober 2010
— Klemens Patijn, theatermaker Deelnemer Atelier Oerol 2011
8
Theatre du Centaure – Isola Bianca FLUX (2008)
Het NUT – Celebration 2, een ode aan de mislukking (2011)
5. PLAATS IN HET VELD EN BIJDRAGE AAN PLURIFORMITEIT
De inhoudelijke verdieping die we willen aanbrengen kan direct worden getoetst aan het publiek. Bijzonder daarin is dat we niet alleen het uiteindelijke voorstellingsresultaat tonen in het festival, maar ook de experimenten en onderzoeksprocessen. Doordat de maker zijn werk tussendoor aan een grote groep toeschouwers kan toetsen ontstaan nieuwe vormen waarin de actieve houding van het publiek soms letterlijk het presentatiekader bepaalt. We zien het festival als proces waarin artistieke vernieuwing en verdieping hand in hand gaan met de kunstbeleving van een groot, ontvankelijk publiek. Dat is de kracht van ons verhaal.
Locatietheater is al lang niet meer het primaat van Oerol alleen. Het festival vervult haar voortrekkersrol vanuit het gegeven dat locatietheater het DNA van Oerol is. Makers die daadwerkelijk een relatie met het landschap willen aangaan kunnen gebruik maken van de in 30 jaar opgebouwde locatieexpertise, kennis van de eilandhistorie en de vele internationale contacten. Het eiland Terschelling, maar ook het gecombineerd tonen van de combinatie ontwikkeling, creatie, en presentatie zijn allen onderscheidend ten opzichte van collegainstellingen. Hetzelfde geldt voor de coproductiemogelijkheden voor makers in het nieuwe Europese META programma. Volstrekt uniek is echter het ontvankelijke publiek en de schaalgrootte waarop Oerol opereert.
“Als we niet willen dat de moeilijke kunstvormen marginaliseren, moeten we geen kunst maken voor een publiek, maar een publiek kweken voor de kunst.” — Evelyne Coussensover Oerol in: De strategie van de embedded culture; het Oerolfestival op Terschelling, in: Etcetera 122, Belgie, september 2010 De betekenis van schaalgrootte en bereik voor makers Oerol kiest voor een horizontale programmering. Dit betekent dat alle 35-40 voorstellingen en 20-25 Expeditie-projecten de gehele festivalperiode te zien zijn. Dit biedt bezoekers overzicht in het volle programma en de groepen een aanzienlijk aantal speelbeurten en optimaal publieksbereik. Oerol verkoopt uitzonderlijk veel kaarten, zo’n 130.000 (betaald). De bezettingsgraad van de voorstellingen is hoog met gemiddeld 85%. Voor de makers betekent dit zo goed als gegarandeerd publiek. Onderscheidend is ook de kwaliteit van het bezoek dat ondermeer gemeten kan worden in herhaalbezoek. 80% is terugkerend bezoeker, 30% daarvan komt al langer dan 8 jaar. Dit betekent dat publiek in het festival ook daadwerkelijk mee kan groeien met de maker van onderzoek tot eerste voorstelling en daarna. Oerol trekt onder de festivals het meeste nationale publiek.4 Oerol genereert zeer veel media aandacht, van de nationale dagbladen en international vakpers tot radio en tv. In 2011 zond Mediapartner AVRO opnieuw 5 avonden, live vanaf Terschelling, Opium op Oerol uit. Het NOS journal, NOS headlines, NOVA en Netwerk besteden items aan het festival. We introduceren makers zorgvuldig bij deze media en geven ze daarmee nationale zichtbaarheid.
Pionierend publiek Alle bovenstaande ambities bestaan niet zonder het onderscheidende publieksbereik. Dat maakt Oerol zo krachtig: er is altijd publiek, groot in getal en nieuwsgierig van aard. Ze komen niet voor één specifieke voorstelling maar voor het meerdaagse avontuur dat Oerol heet. In weer en wind op de fiets, van voorstelling naar voorstelling, dicht op de huid van de maker. Een tijdelijke utopische zone waar ondergedompeld in theater de scheidslijnen tussen omgeving en podium, performer en bezoeker vervagen. Het eiland dient als katalysator van de verbeelding en brengt maker en publiek in dezelfde activerende en pionierende conditie. ‘The situation for art in Europe is difficult, more each day. But Oerol Festival is a rare event : it takes the risk of creation, it reclaims a new artistic movement – art and environment – to make it grow more and more across the European continent, it invents a new relationship between art and citizen.’ — Pierre Sauvageot, compositeur/artiste, directeur Lieux Publics
4 ZIE PAGINA 10 VAN RAPPORT ANDERSSON ELFFERS FELIX IN OPDRACHT VAN HET MINISTERIE VAN OCW, MEI 2011: ‘BETEKENIS VAN CULTURELE (INTER)NATIONALE PLATFORMS; FESTIVALS IN DE BASIS INFRASTRUCTUUR’.
9
Firma Rieks Swarte/PeerGrouP – Waai (2009)
Noordergraaf & Detmers – Tillefoan (2010)
6. ONDERNEMERSCHAP “Bij tegenwind zijn Joop en Kees de optimisten; zij verwachten dat de wind zal draaien. Ik ben meer de realist en stel de zeilen vast bij. Dat maakt ons een goed optimistisch-realistisch team. De financiële uitdagingen die voor ons liggen zijn heel groot maar klagers zijn we allemaal niet bij Oerol. Om met Don Draper uit Mad Men te spreken: “Verandering is niet goed of slecht. Het is er gewoon. Doe er wat mee!” — Marelie van Rongen, algemeen directeur
6A. PUBLIEK EN MARKETING In het verlengde van de artistieke visie op de actieve rol van het publiek benadert Oerol bezoekers steeds meer als deelnemers. Op deze wijze willen we uiting geven aan de betrokken relatie tussen makers en publiek. Omvang publiek Oerol wil transparant zijn over haar bereik zodat dat te vergelijken is met andere festivals. Het festival trekt dagelijks 10.000 tot 15.000 Oerol bezoekers, waarvan de meesten gemiddeld drie dagen blijven. Het komt neer op minimaal 55.000 unieke bezoekers die samen jaarlijks 100.000 voorstellingskaarten afnemen (betaald) en ruim 30.000 Expeditiepassepartouts (betaald).4 Passepartouts geven toegang tot meerdere projecten. In totaal worden meer dan 290.000 unieke bezoeken afgelegd aan betaalde en vrij toegankelijke activiteiten samen.5 Qua omvang streeft Oerol voor de periode 2013-2016 geen publieksgroei na. Dit is inhoudelijk niet wenselijk en de maximale capaciteit van het eiland is bereikt. Er wordt soms gesproken alsof het grote publiek vanzelfsprekend is, maar in 2011 was er voor het eerst sprake van een lichte daling in het aantal bezoekers en de bezettingsgraad. Oerol is alert op de vergrijzing. Publieksbehoud en nieuwe, jongere aanwas zijn ook in de komende periode speerpunten. 4 MET EEN EXPEDITIE PASSEPARTOUT KAN MEN OVER 10 DAGEN CIRCA 20-25 KORTE THEATER/PERFORMANCE PROJECTEN, LANDSCHAPS-THEATER, INSTALLATIES EN HET CENTRALE FESTIVALHART MET DIVERSE OPTREDENS DOORLOPEND BEZOEKEN. DEZE BEZOEKEN ZIJN MEETBAAR PER LOCATIE. DE BEZOEKEN OP DE VRIJ TOEGANKELIJKE PLEKKEN (STRAAT EN MUZIEKPODIUM HET GROENE STRAND) ZIJN GESCHAT. IN TOTAAL ZIJN ER 296.625 UNIEKE BEZOEKEN AAN DE BESCHIKBARE LOCATIES GEBRACHT. 5 DIT AANTAL IS GEBASEERD OP HET EXACTE AANTAL EXTRA BOOTOVERTOCHTEN EN HAVENGELDEN IN DE OEROL-PERIODE. ANDERE FESTIVALS REKENEN HET TOTAAL AANTAL BEZOEKERS N.A.V. HUN AANWEZIGHEID PER DAG IN DE FESTIVALLOCATIES (BETAALD OF ONBETAALD) MAAL HET TOTAAL AANTAL FESTIVALDAGEN. IN DAT GEVAL ZOU HET BIJ OEROL GAAN OM 10 DAGEN X 10.000-15.000 = 100.000 TOT 150.000 BEZOEKERS.
Leeftijdopbouw < 18 jaar 18 - 25 26 - 35 36 - 45 46 - 55 56 - 65 > 65
2009 0.30 2.78 14.49 22.85 31.06 23.44 5.07
percentage % 2010 2011 0.25 0.17 2.96 2.54 14.95 13.86 21.08 27.76 30.90 30.17 24.18 20.10 5.69 5.41
Opleiding Basisonderwijs LBO / VMBO / MAVO HAVO VWO MBO HBO / WO Geen enkele
2009 0.07 3.54 4.49 2.19 10.62 77.44 1.66
2010 0.06 2.88 4.05 2.51 9.45 80.22 0.83
2011 0.08 3.53 4.20 2.10 9.92 79.87 0.29
Herkomst Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland Anders
2009 2.92 1.38 10.57 13.51 6.25 1.12 6.37 23.63 5.53 12.66 0.69 14.78 0.58
2010 2.89 1.46 9.03 14.13 6.56 1.18 6.31 23.35 5.72 12.76 0.73 15.31 0.59
2011 2.86 0.95 8.62 13.96 5.88 0.95 7.00 24.07 5.47 13.09 0.87 15.53 0.75
Met wie bezoeken Alleen Met familie / partner Met vrienden Met school / in studieverband Met collega’s / werk
2009 4.14 42.23 51.83 0.48 1.33
2010 3.61 41.24 53.48 0.40 1.26
2011 5.07 42.80 51.36 0.09 0.68
Herhalingsbezoeken Nee 1 - 2 keer eerder 3 - 4 keer eerder 5 - 6 keer eerder 7 - 8 keer eerder Vaker dan 8 keer eerder
2009 15.34 19.17 18.11 14.25 8.05 25.08
2010 14.06 19.65 16.76 13.92 8.45 27.16
2011 13.12 19.20 16.84 14.35 7.55 28.95
Rapportcijfer/waardering 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2009 0.10 0.18 0.26 0.32 0.66 2.16 17.18 53.39 21.88 3.87
2010 0.03 0.11 0.14 0.28 0.71 2.48 18.97 51.52 21.28 4.47
2011 0.08 0.04 0.21 0.21 0.70 2.24 16.38 53.44 22.68 4.02
10
Melle Smets – Tent station (2007)
Eric Staller – Holey Roller (2010)
Samenstelling publiek Onderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy wees uit dat Oerol een heel sterk merk is. “Na de Uitmarkt is Oerol het meest bekende theaterfestival in Nederland. Oerol wordt beleefd als non-conformistischer, gedurfder en unieker dan gemiddeld bij de andere festivals met landelijke merkbekendheid.” Oerol kent haar publiek goed. Jaarlijks publieksonderzoek en klanttevredenheidsonderzoek zorgen voor betrouwbare cijfers waardoor goed zicht is op de samenstelling van het publiek. Zoals eerder aangehaald is er sprake van frequent herhaalbezoek. Onderscheidend is dat Oerol het culturele hoogtepunt is van het jaar van vele respondenten. De gemiddelde Oerolbezoeker is geen reguliere schouwburgganger of kunstkenner. We hebben groei gerealiseerd in de bezoekersgroep van 36 tot 45 jaar. Voor Oerol betekent dat een gewenste verjonging. We ambiëren richting 2016 een groei van 10% in de leeftijd van 26 tot 45 jaar. Benadering doelgroepen: gesegmenteerde communicatie Logischerwijs is er een concentratie aan marketing & communicatie rondom de festivalperiode. In 2011 is Oerol begonnen met berichtgeving over onze activiteiten buiten de festivalperiode. Het biedt het publiek een belangrijke kijk achter de schermen en bevordert het ‘deelnemerschap’. Zo kent Oerol periodieke nieuwsbrieven die doelgroepgericht geschreven worden voor bijvoorbeeld De Vrienden van Oerol, de professionals en de donateurs van Fonds Atelier Oerol. Voor nieuwe bezoekers is de verstrekte informatie niet altijd even inzichtelijk. Met betere communicatie zal Oerol haar toegankelijkheid vergroten. Via arrangementen (zoals met het CJP) of gegidste routes met combinatietickets wordt het publiek wegwijs gemaakt in het grote aanbod. Online Een verdergaande toepassing van social media past bij de benadering van een jonger publiek. De online toegankelijkheid wordt in 2012 verbeterd (o.a. nieuwe website). In 2011 is een mobiele site ontwikkeld voor directe toegang tot alle actuele programmainformatie. In 2012 gaan we de toepassing van sociale media verbreden. Oerol biedt nu teveel eenrichtingsverkeer terwijl sociale media gaat over samen delen en reactiemogelijkheid bieden. Een tiental van Oerols ‘volgers’ wordt gevraagd als ‘ambassadeur’ van Oerol; In 2016 zijn er 10.000 volgers op Twitter en volgt Oerol zelf 1.000 personen. De Facebook-volgers zijn in 2016 gestegen van 2.740 naar 5.000. In 2016 raadpleegt 80% van de Oerol-bezoekers het programma en aanvullende informatie online.
In Perspectief Sinds 2009 wordt een verdiepings- en ontmoetingsprogramma georganiseerd onder de noemer ‘In Perspectief’ voor algemeen publiek. Doel is enerzijds de bezoeker persoonlijk en inhoudelijk met makers in gesprek te brengen en ervaringen te delen. Anderzijds willen we publiek uit hun reguliere bezoekpatroon halen en verleiden tot andere keuzes. In beide gevallen gaat het om de betrokkenheid die we willen creëren bij het nieuwe werk van de makers. Er zijn lezingen over kunst & wetenschap, meet & greets met makers op locatie, talkshows en gegidste routes. Dit programmaonderdeel komt tot stand met steun van het VSBfonds en Oerol wil deze samenwerking graag continueren. Prijsbeleid In 2011 hebben we de kaartprijzen fors verhoogd tot de grens van de door Beerda onderzochte prijselasticiteit. Oerol hanteert een hoge kaartprijs vergeleken bij de andere zomerfestivals. Vanaf 2012 geldt voor Oerol voor het eerst het verhoogde btw-tarief op de kaartverkoop. Voor een verdere kaartprijsverhoging om de bezuinigingen te kunnen opvangen zien we beperkte mogelijkheden. Expeditie Oerol, toegankelijk middels de aanschaf van een passepartout/polsbandje van ongeveer € 20, is een laagdrempelig maar hoogwaardig programma element. Hiermee wil Oerol de jongere generatie verleiden tot meer dan alleen een bezoek aan het muziekpodium op het Groene Strand. Relatiebeheer De Stichting Vrienden van Oerol bestaat 25 jaar en kent inmiddels 9.000 (!) Vrienden. De ledenadministratie en het relatiebeheer van het nieuwe Fonds Atelier Oerol en De Vrienden van Oerol gebeurt sinds 2012 geheel intern door een medewerkester van Oerol. In 2012 wordt daarvoor de benodigde database ontwikkeld.
6B. FINANCIERING EN BEDRIJFSVOERING De financiering en organisatievorm van Oerol zijn nauw verwoven met de historie van het festival. Pionier Joop Mulder zorgde voor nauwe betrokkenheid van velen op het eiland en daarbuiten. We kennen daardoor vele formele en informele aandeelhouders die niet alleen emotioneel verbonden zijn maar vaak ook een financiële band hebben met het festival. Er spelen veel belangen, lokaal, maar inmiddels ook regionaal, nationaal en internationaal. Het relatiebeheer van alle verschillende stakeholders is daardoor een complexe materie. De financieringsstromen zijn even divers. Heel veel kleine bijdragen bouwen het grote festival. Relatiebeheer en fondsen-
11
Janne Schra – Janne hoort stemmen (2011) A capella onderzoek met publiek.
Verdiepingsprogramma, meet & greet op locatie na afloop van Het is een godswonder dat we nog leven (in gesprek met theatermakers Annelies van Hullebusch en Steven de Jong; 2011)
werving gaan daardoor hand in hand. De financieringsmix van Oerol zou een (externe) fondsenwerver rechtvaardigen. De situatie van Oerol vraagt juist om een persoonlijke en intensieve aanpak. Hierin werken creatief directeur en oprichter Joop Mulder, algemeen directeur Marelie van Rongen en hoofd marketing nauw samen. Joop Mulder is ondergebracht aan de beheerskant van de begroting omdat hij als boegbeeld van het festival de meest cruciale relatiebeheerder en fondsenwerver is. Voor de komende periode blijft dat in sterke mate gelden. Joop Mulder deelt zijn creatieve expertise met Kees Lesuis, die in 2009 doorstroomde naar artistiek leider van het festival. Op basis van hun gedeelde visie scout Kees de makers en stelt hij het jaarlijkse programma samen. Eenmaal op het eiland, begeleidt Joop Mulder met zijn specifieke kennis de makers van idee naar uitvoering op locatie. Oerol kent een bijzondere financieringsmix die vaak tot voorbeeld wordt gesteld. De eigen inkomsten zijn met 77% (waarvan 52% publieksinkomsten) zeer hoog. De afhankelijkheid van overheidssubsidies met 18% lijkt laag. In een stabiel politiek-economische tij is een dergelijke financieringsmix misschien een voordeel. Echter de komende periode raken de BTWverhoging en de gevolgen van de economische crisis bij private fondsen en sponsoren Oerol harder dan anderen omdat Oerol grotendeels daarvan afhankelijk is. Oerol heeft het dreigende tekort laten berekenen. Met de gedwongen overstap vanuit de BIS (€ 419.000 per jaar) naar het FPK verliest Oerol sowieso € 119.000 op jaarbasis. Dit in het positieve scenario waarbij u onze aanvraag met € 250.000 en de toeslag van € 50.000 besluit te honoreren. Tel bij dat verlies de gevolgen van de BTW-verhoging, het niet kunnen vervangen van een vertrekkende sponsor en minder incidentele inkomsten op en er is per 2013 een gat van ruim € 400.000 euro op jaarbasis.
diverse sponsoring, horeca
structurele subsidie
incidentele subsidie
Tijd voor het goede nieuws. Oerol heeft een maximale inspanning geleverd met gemeente, provincie, partners en met de eigen staf om u dit plan voor te leggen waarin we het tekort van € 400.000 denken te kunnen overbruggen en de artistieke ambities voor 2013- 2016 kunnen waarmaken: Provincie en gemeente springen bij De provincie Friesland verhoogt haar bijdrage van € 250.000 incidenteel naar € 325.000 structureel per jaar. De gemeente Terschelling onderzoekt de mogelijkheid haar bijdrage van € 50.000 naar jaarlijks € 100.000 te verhogen voor 2013-2016. Van beide geldt een cofinancieringsvraag richting FPK. Het betreft een historische beweging in een regio waar cultuurfinanciering niet vanzelfsprekend is. We gaan intern besparen en reorganiseren De MT leden spannen zich gezamenlijk in voor een besparing van 10% op de activiteitenbudgetten. Van gesprekken met de grote leveranciers tot slimmer werken met tijdelijk personeel en het terugbrengen van de bureaukosten. Alle mogelijkheden worden in 2012 onderzocht. Het aantal fte’s blijft beperkt. We zetten in op een Vrienden voor Vrienden wervingscampagne Daarnaast zijn de donatiebedragen voor de huidige 9.000 betalende Vrienden van Oerol naar boven aangepast. Voor Fonds Atelier Oerol wordt binnen een afstudeerproject een ‘geefcarrousel’ opgezet om via de huidige donateurs de kring te vergroten. We beogen groei van deze donaties naar € 240.000 in 2013. We beogen naast artistiek inhoudelijk ook zakelijk slimmer samen te werken met Over het IJ Festival Bij voldoende basisfinanciering van de twee individuele organisaties (Oerol meerjarenaanvraag FPK en Over het IJ Festival meerjarenaanvraag Amsterdam) treedt het convenant in werking. Dan voegen we onze Ateliertrajecten samen en gaan de organisaties samenwerken in een gedeelte van de programmering. Dit levert een efficiencyslag op van 10% in het artistieke team. Oerol en Over het IJ Festival zien op de lange termijn ook besparingsmogelijkheden op het gebied van marketing en gezamenlijke inkoop. Daarnaast zien we samen wel kansen op de sponsormarkt omdat we in gezamenlijkheid meer zichtbaarheid kunnen bieden. Over het IJ Festival en Oerol bereiden zich in 2012 voor zodat bij goed bericht de samenwerking per 1 jan 2013 direct kan starten.
kaartverkoop
12
Festivalhart de Westerkeyn
Muziekpodium het Groene Strand
Budgetneutrale dekking van nieuwe activiteiten. De Europese bijdrage voor IN SITU – META maken de activiteiten in het netwerk mede mogelijk. De residenties worden voor lage kosten gerealiseerd doordat er gebruik wordt gemaakt van de aanwezige expertise van Joop Mulder en Kees Lesuis, van de bestaande werkruimtes en van het eiland. Overige activiteiten blijven in omvang gelijk of worden gerealiseerd middels verschuivingen binnen de begroting (budgetneutraal) of via verwachte, beperkte incidentele financiering (bv. VSBfonds). Deze gezamenlijke inspanningen zullen bijdragen aan de overbrugging van het genoemde tekort van € 400.000. Inclusief het bij het FPK aangevraagde bedrag van € 250.000 en € 50.000 is de begroting sluitend. De gevraagde bijdrage lijkt in onze totaalbegroting van € 3.885.000 een klein en daardoor wellicht misbaar bedrag. De werkelijkheid is precies andersom. Het is een cruciaal aandeel binnen de financieringsmix vanwege het meerjarige karakter. De meerjarige FPK bijdrage fungeert als vliegwiel voor het werven van de additionele middelen en waarborgt de continuiteit van de organisatie. Het is een ingang voor matching door andere fondsen, overheden vooral ook in Europa. Voor aan te trekken sponsoren biedt het zicht op bestaanszekerheid. Het is de onmisbare basis van waaruit we ondernemen en pionieren, zakelijk en artistiek.
7. SPREIDING Oerol is het enige grootschalige culturele evenement in de gemeente Terschelling en in de provincie Friesland. Met 647.000 inwoners kent Friesland de grootste bevolking van de drie Noordelijke provincies Friesland, Groningen en Drenthe. In tegenstelling tot de buurprovincie is de culturele infrastructuur in Friesland zeer ijl. Friesland kent weinig culturele instellingen en het avontuurlijk kwaliteitsaanbod is zeer beperkt. Vanuit haar fysiek geïsoleerde plek weet Oerol makers en publiek uit heel Nederland te activeren. Met deze aanvraag beoogt Oerol dan ook een grote bijdrage te leveren aan de spreiding.
EPILOOG Wij danken u voor uw aandacht en hopen dat het FPK met ons wil investeren in dit plan. Uw meerjarige bijdrage van € 250.000 + € 50.000 kan het vliegwiel zijn voor een springlevend midden- en kleinbedrijf in het locatietheater. Zodat wat nieuw en soms nog kwetsbaar is, zijn weg blijft vinden naar het grote publiek. Het team van Oerol
6C. CULTURAL GOVERNANCE Oerol volgt de Code Cultural Governance. Kees van Twist bereikte als voorzitter in 2012 de maximale bestuurstermijn en is op 26 januari jongstleden vervangen door Els H. Swaab. Samen met Marcel Beerthuizen, Tessa Boerman, Willem Mier en Ben Warner vormt zij het bestuur van Oerol dat gemiddeld 6x per jaar bijeenkomt.
13
B. Toelichting op begroting, dekkingsplan en kengetallen
Toelichting Begroting De begroting voor 2013/2014 kent een totaal van €3.885.000 ten opzichte van €4.208.249 in 2011 inclusief de €250.000 plus €50.000 innovatietoeslag van het NFPK. We verwachten geen verschillen tussen 2013 en 2014. De aantrekkingskracht van het eiland is de kracht van Oerol maar ook sterk van invloed op de kosten. De reis, verblijfsen vervoerskosten van alle medewerkers, artiesten en middelen (en de organisatie daarvan) is een onderscheidend kenmerk van de begroting. Anderzijds dragen veel eilandpartijen ook aanzienlijk bij aan Oerol in geld en natura. In de begroting zijn alleen de financiële bijdragen meegenomen. Publieksinkomsten: De publieksinkomsten dalen deels als gevolg van de BTW verhoging, waar Oerol in 2012 voor het eerst mee te maken krijgt. De kaartprijzen liggen op Oerol al hoog en de kosten voor de theatergroepen om te komen zijn door de eilandlocatie ook aanzienlijk (reis, verblijf, transport). Daarom kan de verhoging niet in zijn geheel worden doorberekend aan publiek of gezelschap. De doorberekening van 13% meer btw zou een nog lager bedrag opleveren maar Oerol ziet kans door de invoering van een algemeen toegangsbewijs de daling in publieksinkomsten te beperken. Sponsorinkomsten, private fondsen: Oerol weet twee hoofdsponsoren te behouden maar verliest in 2013 een grote subsponsor. Ondanks inspanningen om nieuwe bedrijfssponsoren te vinden is er nog geen resultaat. De markt zit met de economische crisis op slot en oerol kan met de 10 dagen die het festival duurt beperkte zichtbaarheid bieden. Als het convenant in werking treedt ziet Oerol in samenwerking met Over het IJ voor de lange termijn wel kansen. Bijdrage uit private middelen: Oerol ziet middels intensieve campagnes mogelijkheden voor enige groei in de private donaties. De Vrienden van Oerol en de Fonds Atelier Oerol groeien van €167.000 naar €220.000 in 2013 en het Fonds Atelier Oerol van €40.000 naar €60.000. Het Garantiefonds van Terschellinger ondernemers blijft Oerol steunen op hetzelfde niveau als voorheen, ook op het eiland is sprake van teruglopend bezoek en houden bedrijven de hand op de knip. Provincie en Gemeente: De verhoging van de subsidie door de Provincie Friesland van €250.000 naar €325.000 is toegezegd als co-financiering met het Fonds. Van de Gemeente Terschelling is €50.000 gegarandeerd en een verhoging met €50.000 is in beraad. Door deze structurele bedragen zijn er geen incidentele bijdragen meer mogelijk vanuit de lokale overheden. Beheerslasten/ personeelslasten: De beheerslasten worden beperkt en bedragen totaal €550.000. Oerol brengt de personeelslasten terug mede door slimmer samen te werken met Over het IJ in gedeelde teams. Oerol huurt haar huisvesting tegen een gunstige prijs van het Garantiefonds. Overige programmakosten: Dit is de ‘contributie’, die Oerol zelf bijdraagt in IN SITU. Deze komt als coproductiebijdrage direct ten goed aan de geselecteerde theatermakers en wordt gematched aan de batenzijde met coproductiebijdrage vanuit de europese subsidie (overhead netwerk is hier buiten beschouwing gebleven).
Toelichting FTE Oerol beperkt het aantal fte t.o.v 2011. Vast team: Onder de 5,47 fte voor vast personeel zijn alleen de 6 personen met een contract voor onbepaalde tijd gerekend. Dit zijn: De algemeen directeur, creatief directeur, artistiek leider, hoofd financien en personeel, hoofd productie en hoofd marketing. Oerol kent een tweede groep die wij ook rekenen tot ons vaste team omdat zij jaar rond, sommigen 3 dagen in de week, anderen gemiddeld maar 1 dag, met ons werken. Dit zijn: de assistent (zakelijk) voor de artistieke leiding, medewerker administratie, medewerker telefoon/receptie, coördinator reis/verblijf, programmeur expeditie, programmeurs muziek (duo), artistiek begeleiders van Atelier Oerol. De straat-programmeur komt va 2013 te vervallen aangezien de straat ondergebracht wordt in Expeditie Oerol. Deze tweede groep bedraagt samen 4,27 fte. Het vaste team samen is dus: 9,74 fte. Tijdelijk personeel: in de 9,5 fte zijn bovenstaande 4,27fte meegerekend en zijn de niet-vaste contracten opgenomen en de freelancers die alleen in de periode vooraf aan het festival werkzaam zijn. Variërend van 2 weken tot en met 4 maanden. Tot deze laatste groep behoren onder andere de coördinartoren van de 700 vrijwilligers, het hele productie en technische team. Niet meegerekend zijn al het horeca/cateringpersoneel en het externe kaartverkoopbureau. Toelichting Kengetallen In het Inhoudelijke deel bij ‘ondernemerschap; marketing’ is toegelicht hoe we zo transparant mogelijk trachten te laten zie hoeveel activiteiten en bezoekers we bereiken. Het digitale kengetallen formulier liet weinig plek tot nuancering. Wat de afgelopen jaren betreft, hebben we de normen voor kengetallen van OCW gehanteerd. We hebben deze zo goed mogelijk aan uw wensen aangepast. Wij vragen u vooral contact op te nemen als u dit toch anders wenst. Voor de zekerheid: Totaal aantal activiteiten in de kernprogrammering: tot de kernprogrammering rekenen wij de 40 voorstellingen en 25 Expeditie-projecten (inclusief de nieuwe Expeditie in de straat). Deze zijn allen 10 dagen te zien, vaak meerdere keren per dag. Dat levert een minimaal aantal van 650 kernoptredens op (van 65 verschillende groepen). De overige activiteiten zijn de dagelijkse wisselende, losse muziek optredens en andere presentaties. Aantal bezoekers: Dagelijks zijn er circa 15.000 Oerolbezoekers op het eiland. Dit is vrij precies te meten door de gegevens van de rederijen en havens. Dit aantal maal 10 dagen is in totaal 150.000. Het gaat om ongeveer 55.000 unieke bezoekers die gemiddeld 3 dagen verblijven. Aantal bezoeken: Oerol beoogt in 2013 ruim 100.000 betaalde theaterkaarten en 30.000 betaalde expeditiepassepartouts te verkopen (120.000 in 2011). Omdat de passepartouts toegang geven tot meerdere activiteiten (de 25 expeditieprojecten, de muziekoptredens op festivalterrein de westerkeijn) gaat dit om meer dan 30.000 bezoeken. De gemiddelde capaciteit op de Expeditie-route (hier worden bezoeken geteld) bedraagt in 2013 100.000. Hiermee komt het totaal aantal afgelegde betaalde bezoeken aan de kernprogrammering op 200.000. Aangezien de helft van de muziekoptredens ook alleen met betaald passepartout toegankelijk is, bedraagt het totale aantal betaalde afgelegde bezoeken aan alle programmering 250.000. Het muziekpodium het Groene Strand is vanwege haar openbare ligging niet afsluitbaar.
14
Stichting Terschelling Oerol Festival Zuid Midslandweg 4 8891 GH Terschelling-Midsland Tel. 0562-448448 www.oerol.nl
[email protected]
Jellie Schippers, De onnoembaren (2008)