ODF Access versus Dark Fiber
FttH stertopologie versus FttO ringtopologie
BBned heeft met instemming kennis genomen van een reeks publieke uitingen van OPTA waarin herhaaldelijk gesteld wordt dat OPTA ‘’onvoldoende dynamiek in het zakelijke segment ziet’’ en dat ‘’extra ingrijpen nodig is’’. OPTA is eveneens duidelijk ten aanzien van beste remedie om duurzame concurrentie in Nederland te bereiken: ‘’Het uiteindelijke doel van het reguleringskader is het tot stand brengen van een situatie van duurzame concurrentie, ofwel effectieve concurrentie die voor haar bestaan en effectiviteit niet (meer) afhankelijk is van het bestaan van sectorspecifieke regulering. Een situatie waarbij diverse ondernemingen met elkaar concurreren met gebruikmaking van eigen infrastructuur (infrastructuurconcurrentie) is zo bezien duurzamer dan een concurrentiesituatie die afhankelijk is van het bestaan van bijvoorbeeld toegangsverplichtingen’’. BBned ervaart het daarom als buitengewoon teleurstellend dat toegang tot ODF access op zakelijke glasnetwerken (door OPTA gedefinieerd als ‘’dark fiber’’) niet wordt gereguleerd. Infrastructuurconcurrentie (op glasvezel) voor een groot deel van de zakelijke markt wordt helaas op voorhand uitgesloten. Het is immers niet realistisch te veronderstellen dat bedrijvenconcentraties (zoals bedrijfsparken) waar zakelijke glasnetwerken worden neergelegd, in een latere fase nog worden ontsloten door FttH ODF access of SDF access (zelfs als dat het geval zou zijn dan is de zakelijke markt al vergeven). De superieure functionaliteit, betrouwbaarheid en bandbreedtes van zakelijke glasnetwerken maakt concurrentie vanuit de MDF bij voorbaat kansloos. Toegang tot zakelijke netwerken wordt vooralsnog alleen gereguleerd op Wholesale niveau via de Huurlijnen markt. Infrastructuur aanbieders die zich richten op de zakelijke markt en met KPN de concurrentie willen aangaan op glasvezel, lijken buitenspel te worden gezet wat op termijn kan leiden tot marginalisering en zelfs uittreding. Hun businesscase wordt immers bedreigd door de razendsnelle uitrol van FttO (60-80% dekking van de zakelijke markt eind 2011) en het feit dat de FttO retail producten zijn gepositioneerd als een superieur substituut voor diensten over koper: meer bandbreedte voor minder geld. In deze presentatie wordt aangetoond hoe de FttO uitrol zich zal ontwikkelen, in hoeverre FttO over zakelijk glasvezel een (superieur) substituut is voor diensten over FttH ODF access & MDF access en dat er een gezonde businesscase zou moeten zijn voor alternatieve aanbieders die toegang wensen tot zakelijke glasvezel. Vervolgens wordt ingegaan op de motivatie die OPTA heeft aangedragen om dark fiber niet te rekenen tot de relevante markt voor ODF access.
De FttO ambities van KPN KPN heeft in recente publicaties haar ambities ten aanzien van de FttO uitrol uiteengezet. Op basis van deze publicaties en aanvullende informatie, zal in deze presenatie een prospectieve analyse worden gemaakt ten aanzien van de ontwikkeling van de FttO uitrol. Een aantal citaten uit recente publicaties: Third quarter 2007 results: ‘’42K companies connected with FttO at Q3 2007 and 61K or nearly 10% of companies connected by YE 2007’’. Annual Results 2007 (Presentatie): ‘’Ambition to connect substantial part of business market by 2010’’. Annual Results 2007 (Presentatie): ‘’15 business parks connected to FttO each month’’ First Quarter Results Press Release, 29 April 2008: ‘’During Q1, KPN connected 11 business parks to Fiber-to-the-Office (FttO) and is targeting a 60% share of the Top 300 business parks in the Netherlands by the end of 2008’’. Half Year Results 2008 (Presentatie): ‘’FttO roll out started in 185 business parks’’. Opmerkelijk: In de Q3 resultaten 2007 wordt vermeld dat er 42K bedrijven waren aangesloten op FttO en dat dit aantal in Q4 naar 61K bedrijven zou groeien. Omdat FttO op bedrijventerreinen nog niet was gelanceerd, kan er geconcludeerd worden dat het hier alleen om FttO Stadsconnect aantallen gaat (dit is de enige publicatie waarin iets wordt prijs gegeven ten aanzien van de coverage van FttO Stadsconnect). FttO Stadsconnect groei werd door KPN dus geschat op meer dan 30% per kwartaal. Waarschijnlijk doelt KPN in de presentatie op het aantal bedrijven dat met FttO aangesloten kan worden. Deze cijfers zeggen meer over de snelheid waarmee de FttO uitrol wordt gerealiseerd dan over de feitelijke penetratie binnen het dekkingsgebied. De vraaggedreven uitrol van FttO Stadsconnect kenmerkt zich door een sterke correlatie tussen penetratie en dekkingsgebied. Indien een nieuwe klant in gebied wordt aangesloten waar nog geen glasvezel aanwezig was, dan worden nieuwe manholes geïnstalleerd en kunnen weer nieuwe klanten worden bereikt (tegen een acceptabel tarief). Op deze wijze stimuleert de penetratie de fijnere vermazing van het netwerk en daarmee het dekkingsgebied van FttO.
VERTROUWELIJK
Prospectieve Analyse FttO FttO Stadsconnect had in juli 2008 een dekking van [VERTROUWELIJK] procent van alle Nederlandse bedrijven. BBned schat dat de dekkingsgraad van FttO Stadsconnect tijdens de komende reguleringsperiode minimaal zal toenemen tot [VERTROUWELIJK] van alle Nederlandse bedrijven. FttO op bedrijventerreinen had in juli 2008 een dekking van [VERTROUWELIJK] procent van alle Nederlandse bedrijven. Rekening houdend met gemiddeld 225 bedrijven per terrein en een periode van 2008 tot en met 2011, zou KPN met FttO op bedrijvenparken [VERTROUWELIJK] procent van de Nederlandse bedrijven kunnen bereiken. De uitrol van ODF access door Reggefiber/KPN heeft een additioneel effect. Reggefiber FttH voorziet in de komende 3 jaar zo’n 2 miljoen aansluitingen te realiseren. Deze uitrol richt zich op de consumentenmarkt maar een voorzichtige schatting zou zijn dat het FttO dekkingsgebied hiermee met nog eens [VERTROUWELIJK] zou toenemen. Het totale FttO dekkingsgebied zal aan het einde van de reguleringsperiode tussen [VERTROUWELIJK] van de Nederlandse bedrijven beslaan. Rol van OPTA In tegenstelling tot FttH ODF access is KPN wel de (interne) leverancier van ODF access tot zakelijke glasnetwerken en kan regulering daarom effectief zijn (hoewel ook hier het gevaar bestaat dat regulering wordt ontdoken via de ‘’Reggefiber’’ constructie). Geholpen door de afwezigheid van regulering heeft KPN al een formidabele positie op de markt van zakelijke glasnetwerken opgebouwd. BBned hoopt dat OPTA hier spoedig concurrentie zal helpen realiseren.
BBned is ervan overtuigd dat marktpartijen gericht op netwerk infrastructuur voor de zakelijke markt, een gezonde businesscase zouden moeten hebben op basis van ODF toegang over zakelijke glasnetwerken. BBned merkt daarbij wel op dat de schaalgrootte voor een gezonde businesscase alleen te realiseren is op Wholesaleniveau. BBned heeft de afgelopen maanden meermalen gepoogd ODF toegang te verkrijgen bij KPN maar is daarin niet geslaagd. [VERTROUWELIJK]
In randnummer 191 van het Ontwerpbesluit ULL wordt gesteld dat ‘’De belangrijkste argumenten waren dat verschillen in […..] en prijsstelling (de gemiddelde prijs van een huurlijn is circa 400 EURO terwijl de gemiddelde prijs van breedband internettoegang circa 30 EURO is) zodanig groot waren, dat sprake was van separate relevante markten. Deze argumenten blijven onveranderd geldig voor de komende reguleringsperiode.’’ De bovengenoemde prijsvergelijking tussen WBT en huurlijnen is verre van zuiver omdat een retail product gebaseerd op WBT lage kwaliteit vergeleken wordt met een retail product gebaseerd op Wholesale huurlijnen. Indien retail internettoegang (zakelijk SDSL) gebaseerd op WBT hoge kwaliteit wordt vergeleken met retail internettoegang (FttO) gebaseerd op Ethernet huurlijnen dan ziet het beeld er ineens heel anders uit: Bandbreedte
Bron
Prijs 1:10
KPN Zakelijk SDSL
2.3M/2.3M
www.kpn.com
€ 269,00
FttO Bedrijfspark
10M/10M
KPN FttO Orderformulier
€ 155,00
FttO Stadsconnect
10M/10M
KPN FttO Orderformulier
€ 290,00
Conclusie lijkt gerechtvaardigd dat KPN op retail niveau zakelijke internettoegang producten biedt op basis van glasvezel die qua functionaliteit en betrouwbaarheid superieur zijn aan zakelijke internettoegang producten op basis van koper en bovendien in absolute zin (FttO Bedrijfsparken) of relatieve zin (FttO Stadsconnect) goedkoper zijn in vergelijking met zakelijk DSL. Het is evident dat hier sprake is van dezelfde relevante markt en vraagsubstitutie.
In randnummer 414 en 415 van het Ontwerpbesluit ULL wordt opgemerkt dat er een onderscheid gemaakt dient te worden tussen zakelijke glasnetwerken (op basis van dark fiber cityringen) en FttH netwerken (op basis van ODF access). In randnummer 415 wordt uiteengezet dat ‘de voor dark fiber gebruikte netwerkimplementaties voor het realiseren van dedicated verbindingen (huurlijnfunctionaliteit) met hoge beschikbaarheid en hoge capaciteit niet geschikt zijn voor ODF access’. Eerste opmerking ten aanzien van de bovenstaande tekst is dat zakelijke glasnetwerken op basis van een ringtopologie eveneens worden ontsloten door een optisch distributie frame (ODF). Hoe zouden immers anders de individuele glasvezels moeten worden aangesloten op de access switch in een situatie waarbij er meerdere eindgebruikers moeten worden bediend? Ofwel, zakelijke glasvezelnetwerken worden eveneens gerealiseerd op basis van ODF access. Anderzijds is FttH ODF access onbelicht glasvezel (ofwel dark fiber). BBned hecht waarde aan correcte definities omdat met deze naamgeving een scheiding wordt gesuggereerd tussen ontbundelde diensten op basis van verkeerde uitgangspunten. Een tweede vaststelling is dat er de suggestie wordt gewekt dat aansluitingen vanaf een ‘zakelijke’ ringtoplogie dedicated zijn. In zowel een stertopologie (FttH) als in een ringtopologie (zakelijk) wordt inderdaad gebruik gemaakt van point-to-point aansluitlijnen tot aan de access switch (daarna wordt het overwegend ethernet). In beide topologiën zijn de aansluitlijnen dedicated. De vaststelling is dus correct maar gaat evengoed op voor FttH op basis van ODF access. Een derde opmerking heeft betrekking op de suggestie dat zakelijke glasnetwerken een hogere capaciteit zouden ondersteunen. Deze capaciteit wordt bepaald door de randapparatuur die op de glasvezels wordt aangesloten en heeft niets te maken met de glasvezel en/of topologie van het glasvezelnetwerk. Een stertopologie kan evengoed hoge bandbreedtes ondersteunen. Er zal in de consumentenmarkt overwegend gekozen worden voor het aanbieden van lagere en asymmetrische bandbreedtes. Deze keuzes zijn echter commercieel en worden niet bepaald door de eigenschappen van de onderliggende netwerktopologie.
In randnummer 415 wordt voorts vastgesteld dat ‘door het construeren van ringen is het mogelijk om een zakelijke eindgebruikerlocatie via twee geografisch gescheiden routes aan te sluiten, zodat er een redundante verbinding ontstaat, die een hoge beschikbaarheid kan garanderen’. De bovenstaande tekst is correct. In Figuur II wordt deze situatie afgebeeld. [VERTROUWELIJK] Op een zeer klein percentage na worden zakelijke eindgebruikers aangesloten op een wijze vergelijkbaar met een situatie zoals is weergegeven in Figuur I. Ondanks de aanwezigheid van het ringnetwerk worden zakelijke gebruikers aangesloten met point-to-point aansluitlijnen in een stertopologie. Ofwel, de onderliggende topologie van FttH eindgebruikers en zakelijke glasvezel eindgebruikers is nagenoeg altijd dezelfde. De voorgenomen uitsluiting van regulering van zakelijke glasnetwerken op basis van de onderliggende topologie doet daarom geen recht aan de marktsituatie waarin een zeer klein percentage werkelijk redundantie afneemt. De kosten voor het aanleggen van de tweede route ten behoeve van het realiseren van redundantie (Route B in figuur II) zijn transparant (graaf en eventueel herbestratingkosten kosten langere route en extra glasvezel). Deze kosten zijn situatie afhankelijk en daarom moeilijk generiek vast te stellen. Het is daarom voor te stellen dat ODF access op zakelijke glasnetwerken wel wordt gereguleerd (maar wellicht tegen een toeslag op de FttH tarieven - zoals bekend van het Premium serviceniveau bij MDF access) maar dat prijzen voor een tweede route (Route B in Figuur II) door de markt worden bepaald.
Figuur I
Ring topologie (CityRing) Bedrijf X is op het ODF aangesloten via Route A (enkelvoudig dus stertopologie)
Figuur II
Ring topologie (CityRing) Bedrijf X is op het ODF aangesloten via Route A en Route B (redundant dus maakt wel gebruik van ringtopologie)
KPN Retail heeft recent een redundantie dienst in de markt gezet op basis van een wireless HSDPA back up verbinding. Bij het wegvallen van de FttO primaire route wordt de HSDPA secundaire route geactiveerd (meestal SIM kaart en optische WAN interface in één gateway). De dienst wordt onder de naam Data Connectivity verkocht en biedt snelheden tot en met 3,8Mbps. Het toekomstige HSDPA release 7 kan bandbreedtes tot en met 42Mbps ondersteunen. Wimax is een ander wireless alternatief. Met de inzet van wireless technieken heeft KPN (retail) geen cityring topologie nodig om toch een hoge beschikbaarheid te kunnen garanderen. Een FttO propositie (inclusief bijbehorende prijsstelling) via FttH ODF access zullen we zeker gaan tegen komen. Het combineren van een gereguleerde component (FttO) en een ongereguleerde component (HSDPA) biedt tal van mogelijkheden voor strategisch productontwerp. KPN kan er bijvoorbeeld voor kiezen om de backhaul (naar een PoP op een bedrijventerrein) niet meer redundant uit te voeren, wat zou resulteren in lagere beschikbaarheid van de aansluitingen naar de eindgebruiker. KPN retail kan HSDPA afnemen maar de alternatieve aanbieder (zonder eigen HSDPA netwerk) moet een wireless dienst afnemen bij een derde partij (indien mogelijk). Deze situatie is niet theoretisch. KPN heeft aangekondigd ‘’voorlopig’’ alleen enkelvoudige SDF backhaul aan te bieden (beschikbaarheid 99,8%). KPN retail lost dit op met HSDPA back up verbindingen (beschikbaarheid van 99,99%). Gevolg is dat SDF access af lijkt te vallen als access alternatief voor de zakelijke markt.
In randnummer 415 wordt verder gesteld dat ‘door deze wijze van aanleg, gaan met zakelijk dark fiber aanzienlijk hogere kosten gepaard dan met aansluitnetwerken op basis van ODF access’. Zoals eerder gezegd worden zakelijke glasnetwerken eveneens ontsloten op basis van ODF access maar OPTA doelt hier bijna zeker op FttH netwerken. De reactie zal dan ook als zodanig worden beschreven. In Figuren III tot en met V wordt met eenvoudige voorbeelden aangetoond dat het aanleggen van een ringstructuur voor zakelijke glasnetwerken nauwelijks meer aanlegkosten met zich meebrengt in vergelijking met een FttH sternetwerk. Figuur III toont de situatie waar in een bepaalde gemeente Y een sternetwerk is aangelegd. Deze gemeente heeft 10.000 woningen er is gemiddeld 20 meter fiberduct per woning nodig. Figuur IV toont de situatie waarin er een ring is gerealiseerd door alle uitlopers met elkaar te verbinden. De maximale afstand tussen de uitlopers en de ODF is 5 kilometer (diameter is 10 kilometer). Het gebied is perfect rond wat de meest nadelige situatie is om de uitlopers met elkaar te verbinden en hiermee een ringtopologie te realiseren. Immers hoe ‘platter’ het gebied, hoe korter de afstand tussen de uitlopers. Om alle uitlopers redundant aan te sluiten, hoeft echter geen complete ring aangelegd te worden. Het aaneensluiten van tweetal uitlopers creëert immers kleinere ringen wat een besparing van 50% realiseert op het aan te leggen glasvezel geul (fiber duct). In Figuur V wordt aangetoond dat bij relatief ongunstige omstandigheden (een relatief grote maximale afstand van de uitlopers ten opzichte van de ODF, een gemiddeld aantal meters geul per eindgebruiker en relatief weinig woningen per km2) er desondanks maar 7,85% procent extra glasvezel geul aangelegd hoeft te worden om redundantie op het FttH netwerk te verwezenlijken. Normaliter zijn in het dichtbevolkte Nederland gunstiger omstandigheden en daalt dit percentage. De kosten van een ring topologie zijn derhalve niet substantieel hoger in vergelijking met de kosten voor het aanleggen van een ster topologie.
Figuur III
ODF 5 km
5 km
Gemeente Y 10.000 woningen x 20m fiber duct per woning = 200km fiber duct
Figuur IV
ODF 5 km
5 km
Gemeente Y 5km + 5km = 10km diameter x π (3,14) = 31,4 km Volledige ring is echter niet nodig voor redundantie (zie next slide)
Figuur V
ODF 5 km
5 km
Gemeente Y Lengte ring = 31,4km / 2 = 15,7km 15,7km / 200km x 100% = 7,85% extra fiber duct Note: bij een meer langwerpige vorm van de ring, daalt percentage extra duct!
In randnummer 415 wordt het volgende opgemerkt ‘De goedkoopste zakelijke Wholesale glasaansluiting (Wholesale Ethernet Access) kost bij [VERTROUWELIJK], terwijl de commerciële tarieven die Reggefiber in Almere rekent voor ODF access in de buurt liggen van de [VERTROUWELIJK]’. Deze vergelijking gaat mank. Hier wordt een ULL product vergeleken met een Wholesale Huurlijn product. ODF access is immers een bouwsteen van WEAS, zoals MDF access (ULL) een bouwsteen is van KPN ILL huurlijnen. Uiteraard is er geen vraagsubstitutie tussen WEAS en ODF access, want de eerste bevindt zich in een onderliggende markt ten opzichte van de laatste. Belangrijker nog is de vraag of de onderliggende topologie een belemmering zal zijn voor KPN om bepaalde zakelijke diensten wel of niet aan te gaan bieden. Het is zeer onwaarschijnlijk dat KPN een andere FttO propositie zal hanteren omdat het onderliggende netwerk toevallig wordt ontsloten op basis van FttH ODF access (zou KPN daar een parallel netwerk gaan aanleggen?). Voor de incidentele klant die redundantie wenst, zijn er immers oplossingen. Met andere woorden, op zowel Wholesale niveau als retail niveau zal er substitutie zijn tussen zakelijke glasnetwerken en FttH ODF access. Deze situatie zal overigens alleen voorkomen in de steden waar FttO Stadsconnect en FttH ODF access netwerken (deels) zullen overlappen. Omdat gebiedsgewijze aanleg goedkoper is dan vraaggestuurde aanleg, zullen nieuwe FttO eindgebruikers op FttH ODF access netwerken worden aangesloten indien deze beschikbaar komt (in de praktijk zullen de bestaande geulen van het FttO Stadsconnect worden gebruikt voor FttH ODF access waardoor een scheiding tussen de netwerken – en topologie – feitelijk wordt opgeheven).
In randnummer 417 wordt opgemerkt dat er geen aanbodsubstitutie zou bestaan tussen dark fiber en ODF access omdat aanbieders van dark fiber aanzienlijke investeringen moeten doen in hun netwerk uitrol om ontbundelde toegang tot FttH netwerken via ODF access te kunnen aanbieden (hier bedoelt OPTA waarschijnlijk afnemen in plaats van aanbieden). Deze vaststellingen zijn niet correct. KPN biedt op retail niveau producten aan op basis van ODF access over zakelijke glasnetwerken waarbij de ODF is geïnstalleerd in een wijkcentrale (stedelijke gebieden – FttO Stadsconnect) of in een straatkast/kleine PoP (bedrijfsparken – FttO). Zie Figuur VI. In het geval van FttO Stadsconnect zijn er nagenoeg geen kosten voor een OLO om het zakelijke type ODF access te gaan aanbieden omdat de OLO overwegend aanwezig is in de wijkcentrale omdat daar eveneens MDF access wordt aangeboden. Deze wijkcentrales zijn overwegend aangewezen als Metro Bridge Locaties of Metro Core Locaties in het ALL IP netwerk van KPN en zullen dus open blijven. In het geval van FttO op bedrijfsparken moet de OLO investeren in backhaul en collocatie. Backhaul en collocatie zijn echter aangewezen als noodzakelijke faciliteiten met betrekking tot het aanbieden van SDF access. Het ligt voor de hand deze faciliteiten eveneens te reguleren ten behoeve van het aanbieden van zakelijk ODF access. Een OLO zou dan, zonder te hoeven investeren in eigen backhaul en collocatie, toegang kunnen krijgen tot zakelijk ODF access.
Figuur VI
Twee FttO situaties: ODF in een straatkast (bedrijvenparken - te ontsluiten met ODF backhaul) ODF in een Central Office: >1 OLO is overwegend aanwezig in CO omdat hier eveneens MDF access wordt afgenomen
Voorts staat in randnummer ‘FttH netwerken worden typisch gebiedsgewijs aangelegd, waarbij de aanlegkosten gespreid kunnen worden over een groot aantal aansluitingen, opdat met een relatief lage opbrengsten per aansluiting genoegen kan worden genomen. De aanleg van dark fiber naar zakelijke eindgebruikers kenmerkt zich in hogere mate door een vraag gestuurd karakter per afzonderlijk (grote bedrijfslocatie) of beperkt aantal individueel aan te sluiten eindgebruikerlocaties (zoals bedrijventerreinen). Aangezien dit relatief hogere kosten per aansluiting met zich meebrengt, is een dergelijke aanleg alleen rendabel als de opbrengsten veel hoger zijn dan op een FttH aansluiting gebruikelijk is.’ Eerste kanttekening is dat zowel KPN FttO op bedrijvenparken als FttH netwerken gebiedsgewijs worden aangelegd. In de huidige FttH projecten in Amsterdam (GNA) en Enschede (KPN) wordt het glasvezel door iedere straat in het dekkingsgebied aangelegd en worden alleen de woningen waarmee met de eigenaren een FttH contract is overeengekomen, daadwerkelijk aangesloten. In het geval van FttO op bedrijfsparken wordt door KPN dezelfde aanpak gehanteerd (in Almere wordt geëxperimenteerd met het vooraf aansluiten van alle woningen in het dekkingsgebied). Het ‘vraaggestuurde karakter’ is daarom alleen van toepassing op FttO Stadsconnect dat in de verstedelijkte gebieden wordt aangeboden door KPN. Hierbij dient wel aangetekend te worden dat in 84% van de aan te sluiten bedrijven het eenmalige aansluitbedrag [VERTROUWELIJK] en het eenmalige aansluitbedrag dat KPN hanteert voor FttH op 425 EURO is vastgesteld (zie WBA CM prijslijst v1.4 – tarief voor NLS type 8). In verreweg de meeste situaties waarin bedrijven worden aangesloten op FttO komt het ‘vraaggestuurde karakter’ niet tot uitdrukking in de prijs.
Tweede kanttekening betreft de opmerking in randnummer 417 ten aanzien van de hogere kosten per aansluiting in het geval van ODF access over zakelijke glasnetwerken. De lagere dichtheid op bedrijvenparken resulteert inderdaad in hogere kosten per aansluiting. De observatie dat er hogere opbrengsten tegenover hogere kosten mogen staan, is daarom een logische. Het is echter niet vanzelfsprekend dat zakelijk ODF access buiten de relevante markt wordt gehouden omdat ‘een dergelijke aanleg alleen rendabel is als de opbrengsten veel hoger zijn dan op een FttH aansluiting gebruikelijk is.’ Het aanleggen en onderhouden van koper aansluitingen in gebieden met een lage dichtheid resulteert immers ook niet in uisluiting van de relevante markt ondanks dat de kosten per aansluiting hier vele malen hoger zijn. Tegen de hogere kosten in minder gunstige gebieden staat eveneens niet een hoger MDF access ULL tarief. Idem voor het SDF access SLU tarief in gebieden met lage dichtheid. Dat is ook niet noodzakelijk want de ULL/SLU koper aansluitlijn is een bouwsteen voor Wholesale en retail zakelijke producten (huurlijnen, Datacom-koper, WBT hoge kwaliteit, ISDN-30, etc) die ruimschoots de hogere opbrengsten realiseren. Het is inderdaad niet gebruikelijk dat FttH aansluitingen deze opbrengsten kunnen genereren maar het is te verwachten dat de opbrengsten van zakelijke diensten, waarvoor ODF access een bouwsteen is, de hogere kosten ruimschoots dekken. Uit de propositie op retail niveau blijkt dat de kostenstructuur per zakelijke eindgebruikerlocatie volledig transparant is voor KPN. Zo wordt voor FttO Stadsconnect (vraag gestuurd) een vast hoger access tarief gerekend in vergelijking met FttO op bedrijvenparken (gebiedsgewijs). KPN kan bovendien vooraf een indicatie geven welk FttO aansluittarief er wordt gehanteerd [VERTROUWELIJK] en geeft vervolgens een bevestiging. Deze methode is exact vergelijkbaar met de tarief bepaling van New Line Service bij MDF/SDF access. Het aanbieden van zakelijk ODF access waarbij kostenverschillen worden uitgedrukt in de prijs is al gangbaar bij MDF access. Kostenverschillen zouden zeker geen beletsel hoeven zijn om zakelijk ODF access aan te bieden. ODF access zou bijvoorbeeld aangeboden kunnen worden met een premium toeslag (zoals dat bijvoorbeeld ook gebeurt voor additionele serviceniveaus op MDF/SDF access).