OBS Klein Schovenhorst

OBS Klein Schovenhorst ‘Meer dan alleen een school’

Schoolplan 2015-2019

Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

1

Inhoud 1.

Inleiding...................................................................................................... 4

1.1.

Doel en functie.......................................................................................... 4

1.2.

Interne samenhang ................................................................................... 4

1.3.

Relatie met andere beleidsdocumenten ........................................................ 4

1.4.

Totstandkoming ........................................................................................ 4

1.5.

Procedures ............................................................................................... 5

2.

Onze school ................................................................................................. 6

2.1.

Zakelijke gegevens .................................................................................... 6

2.2.

Historie van de school. ............................................................................... 6

2.3.

Bevoegd gezag en bestuursconcept ............................................................. 6

2.4.

Relatie met bovenschoolse organisaties........................................................ 9

2.5.

Leerlingen ................................................................................................ 9

2.6.

Ouders en verzorgers................................................................................10

2.7.

Personeel ................................................................................................10

2.8.

Medezeggenschap. ...................................................................................10

2.9.

Huisvesting en situering van de school in de omgeving .................................11

3.

Schoolontwikkeling en kwaliteitszorg .............................................................12

3.1.

Uitgangspunten en voorwaarden ................................................................12

3.2.

Visie op integrale kwaliteitszorg .................................................................12

3.3.

Kwaliteitszorgsysteem...............................................................................13

3.4.

Overlegstructuur ......................................................................................13

3.5.

Schoolontwikkeling in praktijk ....................................................................15

4.

Beleidsterreinen ..........................................................................................18

4.1.

Identiteit van de organisatie ......................................................................18

4.2.

Onderwijs ................................................................................................19

4.3.

Personeel en organisatie ...........................................................................20

4.4.

Communicatie ..........................................................................................21

4.5.

Huisvesting en inrichting ...........................................................................22

4.6.

Financiën.................................................................................................22

5.

Analyse huidige stand van zaken ...................................................................23

5.1.

Terugblik op de vorige schoolplanperiode ....................................................23

5.2.

Leerlingenpopulatie ..................................................................................24

5.3.

Personeel ................................................................................................26

5.4.

(Zelf)evaluatie en tevredenheid..................................................................27

5.5.

Eindopbrengsten. .....................................................................................28

5.6.

Kengetallen onderwijs. ..............................................................................28

5.7.

Functioneren leerlingen in het VO. ..............................................................28 Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

2

5.8.

Rapportages van derden. ..........................................................................29

5.9.

Toezichtsarrangement onderwijsinspectie ....................................................29

5.10.

Huisvesting ..........................................................................................29

5.11.

Conclusies n.a.v. de analyse ...................................................................29

6.

Actuele interne en externe ontwikkelingen ......................................................30

6.1.

Interne ontwikkelingen .............................................................................30

6.2.

Externe ontwikkelingen .............................................................................30

6.3.

Kansen en bedreigingen ............................................................................33

6.4.

Conclusies n.a.v. de analyse van de ontwikkelingen ......................................35

7.

Meerjarenbeleid ..........................................................................................35

7.1.

Totaaloverzicht van ontwikkelpunten / veranderonderwerpen. .......................35

7.2.

Streefdoelen. ...........................................................................................36

7.3.

Streefbeelden. .........................................................................................36

7.4.

Consequenties van het beleid.....................................................................38

7.5.

Motto ......................................................................................................43

7.6.

Planning afname vragenlijsten ...................................................................44

7.7.

Meerjarenplanning....................................................................................44

8.

Bijlagen .....................................................................................................47


3

1. Inleiding 1.1. Doel en functie Dit schoolplan heeft meerdere doelen:  het functioneren als een centraal document binnen de schoolontwikkeling;  het plannen en vormgeven van toekomstig beleid;  het geven van inzicht in de ambities en concrete plannen voor de komende jaren. Dit schoolplan heeft verder de volgende functies:  beschrijven (van bijvoorbeeld de missie, de visie en uitgangspunten);  verwijzen naar onderliggende documenten waarin bepaalde zaken nader omschreven en uitgewerkt zijn;  het op koers houden van de school bij de realisatie van het beleid tijdens de komende jaren;  het afleggen van verantwoording (intern en extern) over de deugdelijkheid en kwaliteit van ons onderwijs. Het schoolplan is statisch voor wat betreft de beschrijving van de missie, de visie en uitgangspunten. Vanwege de aan dit schoolplan gekoppelde jaarplannen is het ook een dynamisch document. Aan de hand van deze jaarplannen wordt voortdurend aan verbetering gewerkt. De plannen zullen jaarlijks geactualiseerd worden, afgestemd op de ontwikkelingen die zich voordoen. 1.2. Interne samenhang De hoofdstukken uit het schoolplan zijn onderling op elkaar afgestemd. Hoofdstuk 1 beschrijft doel, functie en structuur van het schoolplan. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de schoolorganisatie. Hoofdstuk 3 laat zien hoe schoolontwikkeling en kwaliteitszorg samenhangend vorm krijgen. De relevante beleidsterreinen en de daarvan afgeleide doelen voor de komende jaren worden uitgewerkt in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt beschreven wat de huidige stand van zaken is, en wat daarvan de consequenties zijn voor het toekomstig beleid. Vervolgens worden in hoofdstuk 6 de interne en externe ontwikkelingen geschetst die invloed hebben op het te voeren meerjarenbeleid. In hoofdstuk 7 tenslotte wordt dat meerjarenbeleid concreet uitgewerkt. De conclusies vanuit met name de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden daarin integraal verwerkt. De verschillende jaarplannen worden als bijlage toegevoegd. 1.3. Relatie met andere beleidsdocumenten Het schoolplan heeft een directe relatie met een aantal (beleids)documenten die binnen onze schoolorganisatie kaderstellend en richtinggevend zijn. Het betreft met name de volgende documenten: -

Strategisch beleidsplan 2013-2018 Meerjaren bestuursformatieplan 2015-2018 Meerjarenbegroting 2015-2018 Kaderstellende notitie Proo 2020

In hoofdstuk 4 verwijzen we naar bovengenoemde en andere relevante (borgings) documenten. 1.4. Totstandkoming Door het bestuur is een format voor het schoolplan vastgesteld. Dit format is gebaseerd op het format in het kwaliteitszorgsysteem Integraal. Uitgaande van dit raamwerk werkt de directie met de teamleden aan de totstandkoming van dit plan.


4

De medezeggenschapsraad is al in een vroeg stadium betrokken bij de totstandkoming van het schoolplan en stemt uiteindelijk in met het schoolplan. Er wordt gebruik gemaakt van de resultaten van een eigen SOAR-analyse en een kwaliteitsanalyse uit ParnasSys en Integraal. Op onderdelen zijn ook ouders betrokken bij de totstandkoming. Tevredenheidspeilingen onder ouders, een schoolzelfevaluatie, de uitkomsten van de laatste inspectiebezoeken en een analyse van de opbrengsten van de school worden ook gebruikt bij het opstellen van het schoolplan evenals evaluatie van het vorige schoolplan. Over het schoolplan heeft tussentijds overleg plaats gehad met het schoolbestuur. Het bestuur stelt het schoolplan vast. 1.5. Procedures 1. Opstellen en vaststellen van dit schoolplan Dit schoolplan is door de directie, passend binnen de kaders van het bestuursbeleid, in overleg met het personeel opgesteld en na instemming door de MR, door het bevoegd gezag vastgesteld. 2. Klachtenregeling In geval van klachten of geschillen is de klachtenregeling van toepassing.


5

2. Onze school 2.1. Zakelijke gegevens Brinnummer

08HO

Schoolnaam

OBS Klein Schovenhorst

Telefoonnummer

0341353543

Gemeente

PUTTEN

Provincie

Gelderland

Vestiging adres

P C Hooftstraat 35, 3881KC PUTTEN

Correspondentie adres

Postbus 209

Naam bevoegd gezag

Stichting Proo: Primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe

Correspondentie adres bevoegd gezag

Oosteinde 17 3842 DR HARDERWIJK

E-mail school

[email protected]

2.2. Historie van de school.

Klein Schovenhorst is in augustus 2011 gestart als zelfstandige basisschool. Daarvoor was het een dislocatie van De Schovenhorst. Op dit moment heeft de school rond de 48 leerlingen verdeeld over drie groepen: groep 1-2, groep 3-4-5 en groep 6-7-8. Met ingang van 1 augustus 2015 valt Klein Schovenhorst onder het Brinnummer van De Korenbloem. Gezien het aantal leerlingen kan Klein Schovenhorst niet als zelfstandige school verder bestaan. Klein Schoven horst wordt per 1 augustus een dislocatie van De Korenbloem. Het schoolgebouw bestaat uit 6 lokalen en een grote speelzaal. In de speelzaal wordt de kleutergym verzorgd voor groep 1-2. De overige groepen gebruiken de speelzaal regelmatig voor allerlei vieringen en presentaties. In het midden van de school bevindt zich een uitgebreid documentatiecentrum en een modern computersysteem. Ook zijn hier verschillende ruimtes waar rustig met leerlingen gewerkt kan worden die even iets meer aandacht nodig hebben. In ons gebouw is tevens Peuterspeelzaal ‘De Vrijbuitertjes’ gevestigd met 2 groepen. Een groep voor kinderen van 2-3 jaar en een groep voor kinderen van 3-4 jaar. De ruimte rondom de school is waar mogelijk aangepast aan de natuurlijke omgeving. Natuurlijk spelen en het thema ‘Spelen met Kunst’ voren de boventoon. Beide speelpleinen zijn door de plaatselijke kunstenaar i.s.m. eigen ideeën ontworpen en gerealiseerd. Voor de groepen 1 en 2 is er een speelplaats met een zandbak en klimtoestel, dicht bij de toiletten en ver van de straat. Voor de andere groepen is er een groot speelplein met daarop een zandbak, een klimmuur en verschillende spelmogelijkheden voor alle leerlingen. Dit geheel is afgezet door een deugdelijk hekwerk om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. 2.3. Bevoegd gezag en bestuursconcept

Onze school is één van de scholen van Stichting Proo, de stichting voor Primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe. Stichting Proo is een vernieuwende, professionele stichting. Inmiddels behoren 28 scholen tot onze stichting, verspreid over 8 gemeenten op de Veluwe. Ongeveer 240 enthousiaste medewerkers verzorgen elke dag onderwijs aan ruim 2700 kinderen. De scholen zijn verdeeld in 6 clusters met elk een meerscholendirecteur. Stichting Proo heeft een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. De heer B. Redder is voorzitter van het CvB. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het Bestuur en het beleid van Stichting Proo. Daarnaast fungeert de Raad ook als klankbord voor het College van Bestuur. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf personen: een voorzitter en vijf leden. Binnen de Raad van Toezicht zijn twee commissies ingesteld, de Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

6

remuneratiecommissie en de auditcommissie. Het Managementteam (MT) is integraal mede verantwoordelijk voor beleidsontwikkeling binnen Stichting Proo, en zorgt voor de uitvoering op schoolniveau. Het MT bestaat uit 6 meerscholendirecteuren, ieder met een eigen portefeuille. Zij is een adviesgevend orgaan. De Proo-scholen worden ondersteund door de medewerkers op het bestuurskantoor op de volgende gebieden: personeel, financiën, huisvesting, ICT, onderwijs en PR en communicatie. De GMR overlegt namens ouders en personeel en oefent invloed uit op het beleid van Stichting Proo over aangelegenheden die alle Proo-scholen aangaan. Naast instemmingsrecht heeft de GMR op veel punten adviesrecht. De gezamenlijke visie op bestuursniveau speelt een belangrijke centrale rol. De doelstellingen uit het strategisch beleidsplan 2013-2018 van stichting Proo vormen de leidraad voor dit schoolplan. Belangrijke speerpunten op het gebied van ons onderwijs zijn: - Een lerende en opbrengstgerichte cultuur - Kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten - Vernieuwend en eigentijds onderwijs - Een belangrijke rol voor informatietechnologie Teamleren biedt scholen kansen om van elkaar te leren. Dit wordt op schoolniveau vorm gegeven, maar ook op cluster- en bovenschools niveau.

Professioneel

Betrokken

Vernieuwend


7

Samenvatting strategisch beleidsplan stichting Proo

Hieronder is schematisch de structuur van dit strategisch beleidsplan weergegeven met de missie, visie, de kernwaarden en hoofddoelstellingen op de zes beleidsterreinen. H. 3 Missie en visie Kernwaarden: Professioneel Betrokken Vernieuwend Integrale doelstelling: Stichting Proo vormt de Toekomst

Hoofddoelstellingen op de beleidsterreinen

H. 5 Bestuur en Organisatie

H. 6 Onderwijs

H.7 Personeel

Professioneel en lerend

Opbrengstgericht / passend aanbod

Van kapitaal belang

1.

Stichting Proo is een professionele en transparante onderwijsorganisatie

1.

1

Stichting Proo zorgt voor competentiegerichte inzet van haar personeel

2.

Stichting Proo ontwikkelt een lerende en opbrengstgerichte cultuur

2

Professionalisering van alle medewerkers is primair gericht op realisatie van de doelstellingen van de Stichting

3

Stichting Proo zorgt voor duurzame inzet van haar personeelsleden en optimale arbeid- en leeromstandigheden

4

Stichting Proo stimuleert en faciliteert betrokken medezeggenschap

3.

4.

Er is een grote, onderlinge betrokkenheid van medewerkers, ouders en leerlingen

Stichting Proo staat garant voor kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten

2.

Stichting Proo werkt aan vernieuwend en eigentijds onderwijs

3

Informatietechnologie speelt een belangrijke rol

Stichting Proo voert een evenwichtig spreidings- en instandhoudingsbeleid

H. 8 Communicatie

H. 9 Huisvesting

H. 10 Financiën

Klantgericht met een sterk profiel

Duurzame schoolgebouwen met uitstraling

Beleidsmatig en kansrijk

1.

De scholen van Stichting Proo hebben een herkenbare sterke marktpositie op De Veluwe

2.

Professionele communicatie, extern en intern staat centraal

1.

1. De veilige schoolgebouwen van Stichting Proo hebben een duurzame uitstraling

2.

Stichting Proo heeft een evenwichtig en duurzaam scholenbestand.

2.

Er is een transparant systeem van financiële planning en control op centraal en schoolniveau Stichting Proo is een financieel solide organisatie


8

2.4. Relatie met bovenschoolse organisaties

Onze school behoort tot het samenwerkingsverband: Onderwijszorgkoepel Noord-Veluwe samen met de scholen uit Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Zeewolde, Nunspeet, Elburg en Epe Deze regionale indeling is door de minister vastgesteld. Het beleid van de samenwerkingsverbanden heeft invloed op het onderwijs op onze school. 2.5. Leerlingen

De locatie Klein Schovenhorst telde op 1 augustus 2011 40 leerlingen. Zoals boven vermeld staan deze ingeschreven op 2 verschillende brinnummers, 7 in groep 7 en 8 van brinnummer 08HO en de overige op 10 UZ (Schovenhorst). Dit heeft consequenties gehad voor de analyse van leeropbrengsten en de leerlingenpopulatie. Klein Schovenhorst heeft vanaf schooljaar 2011-2012 een grote instroom van leerlingen gekregen. Een groot deel van deze leerlingen betreft NT2 leerlingen en doelgroepleerlingen VVE. In schooljaar 2012/2013 bedroeg het percentage gewichtenleerlingen: 50%. Op 1 oktober 2013 telde de school 66 leerlingen met een gewichtenpercentage van 48%. De school heeft veel zorgleerlingen waarvan 4 met een rugzak. Op 1 oktober 2014 zaten er 45 kinderen op Klein Schovenhorst. Dat is een sterke daling van het aantal leerlingen. Oorzaken: veel verhuizingen, minder aanmeldingen, enige verwijskinderen en er waren enkele ouders die geen vertrouwen in school meer hadden. Op 1 oktober 2015 zitten er 40 kinderen op Klein Schovenhorst. Zie voor de prognoses de tabellen in hoofdstuk 5. Anderstaligen Er zijn 14 kinderen met een weging van 0,3 en 9 van 1,2. Totaal een percentage van 58%. Van de gewogen kinderen zijn er 5 uit Polen, 1 uit Litouwen en 2 uit Griekenland. Er zit 1 Pools kind in groep 5, 2 in groep 6 en 2 in groep 8. De 2 kinderen uit Griekenland zijn in 2013 en 2012 gekomen en zitten respectievelijk in de groepen 1/2 en 6 en het kind uit Litouwen zit in groep 1/2. Er gaan 5 anderstalige kinderen per week naar een NT2 klas, 2 dagdelen per week. Leerlingen met een eigen leerlijn (OPP) en leerlingen met een bijzondere onderwijsbehoefte De kinderen met een eigen leerlijn (OPP) hebben een didactische achterstand van minimaal een jaar (= 10 mnd.) en de kinderen met een bijzondere onderwijsbehoefte minimaal 5 mnd. Er zitten in totaal 8 kinderen op school met een eigen leerlijn (OPP), dan wel met een bijzondere onderwijsbehoefte In leerjaar 4 zitten 2 leerlingen met een OPP en in leerjaar 5 2. In leerjaar 6 zit er 1 en in leerjaar 8 2. In leerjaar 1/2 zit 1 leerling met een bijzondere onderwijsbehoefte. Leerlingen met een E-score op een of meer vakken krijgen een bijzondere aantekening op het groepsplan, d.w.z. dat de leerkracht weet welk kind welke instructie nodig heeft. Kinderen minder dan een half jaar in Nederland worden niet getoetst en zijn in het bovenstaande niet meegenomen. Dit vereist een aanpassing van het lesaanbod voor deze specifieke doelgroep leerlingen, waarvoor eind 2013 een aanzet is gegeven. Per groep wordt in de inleiding van het groepsplan specifiek


9

beschreven wat de kenmerken van de leerlingpopulatie zijn en wat dit betekent voor het onderwijs in de groep. Gelet op de leerlingenpopulatie krijgt onze school middelen voor bestrijding onderwijsachterstanden, waaronder vroegschoolse educatie. Voor de aanwending hiervan is een Plan van Aanpak Jonge Kind en Taalbeleid1 geschreven. De directeur brengt de leerlingenpopulatie in beeld m.b.v. de gewichtenregeling en NOAT gegevens. Vanuit deze analyse wordt inrichting gegeven aan de volgende punten:  specifiek lesaanbod voor deze doelgroep  leerlingvolgsysteem voor deze doelgroep  samenwerking met de peuterspeelzaal  samenwerking met voortgezet onderwijs  communicatie met de ouders van deze doelgroep Er vindt periodiek overleg plaats met de leerkrachten van de Schakelklas/Taalklas Met behulp van het leerlingvolgsysteem worden de ontwikkelingen van individuele leerlingen nauwlettend gevolgd om zorg op maat te geven. Klein Schovenhorst scoort tot en met schooljaar 2011-2012 boven of gelijk aan het landelijk gemiddelde met de Cito Eindtoets. In het schooljaar 2012-2013 liggen de Tussen- en Eindopbrengsten onder het landelijk gemiddelde en in het schooljaar 2013-2014 ook. De individuele scores laten een beeld zien van vooruitgang. Schooljaar 2014-2015 laat zien dat de Eind-CITO boven het landelijk gemiddelde is vergeleken met andere scholen met vergelijkbare leerlinggewichten. De resultaten op toetsen van het CITOleerlingvolgsysteem laten een stijgende lijn zien. 2.6. Ouders en verzorgers

Het team van Klein Schovenhorst werkt graag samen met ouders aan de ontwikkeling van het kind, ieder met een eigen rol en verantwoordelijkheid. We vinden het belangrijk en we stellen het op prijs wanneer een ouder betrokken is bij wat het kind doet en meemaakt op school. Deze betrokkenheid kan op verschillende manier worden vormgegeven. De ouderparticipatie uit zich in de begeleiding en organisatie van activiteiten, de medezeggenschapsraad of bijvoorbeeld hulp bij de bibliotheek. De ouders zijn ook nauw betrokken bij het onderwijs en hun kind. Zij vragen steeds meer maatwerk en zorg voor hun kinderen. Zij willen meer inzicht in de voortgang van hun kind. Ouders hebben net als de leerkrachten hoge verwachtingen van hun kinderen. De moderne informatica geeft de ouders de gelegenheid zich te verdiepen in datgene wat zij van het onderwijs willen weten. 2.7. Personeel

Op Klein Schovenhorst zijn een meerscholendirecteur, een locatieleider, een IB-er, leerkrachten, een administratief medewerkster (1 dagdeel) en een conciërge (op afroep) werkzaam. Het team van Klein Schovenhorst bestaat veelal uit ervaren leerkrachten, waarbij iedere leeftijdscategorie evenredig is vertegenwoordigd. In de jaargids vindt u het volledige overzicht van alle geledingen. 2.8. Medezeggenschap.

De wijze waarop de medezeggenschap is geregeld is vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Scholen en het MR-reglement van de school.

1

Zie Plan van Aanpak Jonge Kind en Taalbeleid. Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

10

Onze school kent een medezeggenschapsraad (MR), waarin de lokale schoolbelangen worden behartigd en waarin ouders en personeel evenredig vertegenwoordigd zijn. De meerscholendirecteur van de school heeft mandaat om met hen het overleg te voeren over schoolspecifieke zaken. De MR kent instemmingsrecht ten aanzien van het schoolplan. Bovenschools zijn de scholen vertegenwoordigd in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) en is de bestuurder de gesprekspartner ten aanzien van het overleg over de bovenschoolse zaken en zaken die de organisatie betreffen. De GMR bestaat uit 12 personen met evenveel vertegenwoordigers uit de oudergeleding als uit de personeelsgeleding. De GMR heeft een eigen website onder de Proo website. Gerelateerde documenten: - Wet medezeggenschap scholen - Statuut Medezeggenschap Proo - Regelement Medezeggenschapsraad 2.9. Huisvesting en situering van de school in de omgeving

Klein Schovenhorst is in augustus 2011 gestart als zelfstandige basisschool. Daarvoor was het een dislocatie van De Schovenhorst. Het schoolgebouw bestaat uit 6 lokalen en een grote speelzaal. In de speelzaal wordt de kleutergym verzorgd voor groep 1-2. De overige groepen gebruiken de speelzaal regelmatig voor allerlei vieringen en presentaties. In het midden van de school bevindt zich een uitgebreid documentatiecentrum en een modern computersysteem. Ook zijn hier verschillende ruimtes waar rustig met leerlingen gewerkt kan worden die even iets meer aandacht nodig hebben. In het gebouw is tevens Peuterspeelzaal ‘De Vrijbuitertjes’ gevestigd met 2 groepen. Een groep voor kinderen van 2-3 jaar en een groep voor kinderen van 3-4 jaar. De ruimte rondom de school is waar mogelijk aangepast aan de natuurlijke omgeving. Voor de groepen 1 en 2 is er een speelplaats met een zandbak en klimtoestel, dicht bij de toiletten en ver van de straat. Voor de andere groepen is er een groot speelplein met daarop een zandbak, een klimmuur en verschillende spelmogelijkheden voor alle leerlingen. Dit geheel is afgezet door een deugdelijk hekwerk om de veiligheid van de kinderen te waarborgen.


11

3. Schoolontwikkeling en kwaliteitszorg Schoolontwikkeling is een cyclisch leer- en ontwikkelproces waarbij het gaat om het borgen en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs is in kaart gebracht door middel van (zelf)evaluatie. De zelfevaluatie resulteert in de vaststelling van gerealiseerde kwaliteit en van nog te ontwikkelen punten. De gerealiseerde kwaliteit wordt geborgd en ontwikkelpunten worden opgenomen in een meerjarenplanning. Op basis van deze meerjarenplanning worden jaarplannen opgesteld. De persoonlijke ontwikkeling van medewerkers wordt afgestemd op de veranderonderwerpen van de school. De inzet en betrokkenheid van alle belanghebbenden in dit proces is essentieel. 3.1. Uitgangspunten en voorwaarden Professionele schoolcultuur en betrokkenheid op elkaar

Een belangrijke voorwaarde voor schoolontwikkeling is de aanwezigheid van een professionele cultuur. In een professionele schoolcultuur handelen teamleden vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor zowel opbrengsten als voor processen die hierop van invloed zijn. Om deze professionele cultuur te stimuleren, stuurt de schoolleiding expliciet op versterking van vakmanschap, betrokkenheid, verantwoordelijkheid en samenwerking die gericht is op kwaliteitsverbetering. Jaarlijks worden activiteiten met dit doel ingepland. Om deze professionele cultuur te stimuleren is op stichtingsniveau in 2014 een vierjarig professionaliseringstraject vastgesteld, met Masterclasses voor alle personeelsleden, Train de trainer programma’s voor de leden van de driehoek (de meerscholendirecteur, de locatieleider en de IB-er) op clusterniveau, leiderschapstrainingen voor meerscholendirecteuren en locatieleiders en studiedagen voor de intern begeleiders. Dit is zichtbaar in onze jaarplannen. Een klimaat waarin alle belanghebbenden zich positief betrokken tonen op elkaar is in sterke mate van invloed op het verandervermogen van de school. Integrale benadering

Gelet op de meerwaarde van de integrale benadering kiezen we er nadrukkelijk voor om de persoonlijke ontwikkeling af te stemmen op de schoolontwikkeling. Dat komt tot uitdrukking, doordat we de verbinding leggen tussen doelen van de school en de vakbekwaamheid van de medewerkers. De persoonlijke ontwikkeling van het team als geheel en van ieder teamlid afzonderlijk kan niet los gezien worden van de ontwikkeling van de school. Integrale evaluatie

In onze oordeelsvorming onderzoeken we de samenhang tussen de verschillende beleidsen kwaliteitsterreinen. Hoe is de kwaliteit van het onderwijsleerproces van invloed op de onderwijsresultaten? Welke relatie en wisselwerking zien we tussen de verschillende kengetallen? Welke relatie zien we tussen opbrengsten of kwaliteit van de leerling ondersteuning en bekwaamheden van het personeel. Enz. 3.2. Visie op integrale kwaliteitszorg Om schoolontwikkeling te realiseren werken we met een systeem voor kwaliteitszorg. Kwaliteitszorg is een leerproces, waarbij de school zelf, volgens een beargumenteerde planning, systematisch, de kwaliteit van het onderwijs bespreekt, beschrijft, realiseert, beoordeelt en/of laat beoordelen en evalueert. Bij kwaliteit gaat het dan om zowel de eisen die de overheid hier aan stelt, de zogenoemde basiskwaliteit, als om de ambities die de school zelf heeft geformuleerd. Een goed kwaliteitszorgsysteem helpt bij het voortdurend beantwoorden van belangrijke kwaliteitszorgvragen rondom de volgende vier aspecten: de processen binnen de school, het handelen van de medewerkers, de opbrengsten van de leerlingen en de


12

ontwikkelcapaciteit van de organisatie. De uitwerking van deze aspecten is opgenomen in het kwaliteitszorgdocument. 3.3. Kwaliteitszorgsysteem. Schoolontwikkeling

Voor het systeem van kwaliteitszorg maken we gebruik van Integraal. Met behulp van dit instrument kunnen vragenlijsten in het kader van de zelfevaluatie uitgezet worden bij de medewerkers. Dezelfde vragenlijsten kunnen binnen een interne of externe audit gebruikt en ingevuld worden. Met behulp van Integraal wordt ook vormgegeven aan het peilen van de tevredenheid van personeel, ouders en leerlingen. De combinatie van vragenlijsten geeft inzicht in de kwaliteit die wordt nagestreefd. De vragenlijsten worden afgenomen aan de hand van een beargumenteerde planning die beschreven is in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid. Ook het oordeel van de inspectie wordt opgenomen in het systeem. De resultaten van de verschillende vragenlijsten worden samenhangend getoond in de cockpit van Integraal. Vanuit de cockpit worden jaarplannen geschreven. Opbrengsten en kengetallen onderwijs

Naast de resultaten uit de vragenlijsten worden ook de resultaten van tussentijdse- en eindopbrengsten, de gegevens over sociale vaardigheden en de kengetallen onderwijs vanuit ParnasSys en ZIEN! getoond in de cockpit van Integraal. Voor verschillende resultaten wordt de vergelijking gemaakt met de inspectienormen en de schoolspecifieke streefdoelen. Persoonlijke ontwikkeling

Integraal wordt ook ingezet voor de persoonlijke ontwikkeling. De medewerkers organiseren door het uitzetten van competentievragenlijsten hun eigen 360-graden feedback. Ook schrijven ze met behulp van Integraal hun persoonlijk ontwikkelingsplannen en geven ze de gesprekkencyclus vorm. Voor de functies schoolleider, interne begeleider en leerkracht zijn er vragenlijsten die de vereiste vakbekwaamheid beschrijven. De inhoud van deze competentievragenlijsten en de vragenlijsten schoolontwikkeling is op elkaar afgestemd. De vragenlijsten zijn ook afgestemd op de standaarden voor leerkrachten en schoolleiders. Vakbekwaamheidsdossier

Elke medewerker beschikt over een vakbekwaamheidsdossier. Dit is te onderscheiden van het personeelsdossier of maakt daar onderdeel van uit. Het personeelsdossier is het zakelijk dossier van het bevoegd gezag. Het vakbekwaamheidsdossier is het dossier van de werknemer, gericht op de persoonlijke ontwikkeling onder verantwoordelijkheid van de werkgever. Het vakbekwaamheidsdossier bevat naast gegevens van de betrokkene in ieder geval een beschrijving van opleiding, ontwikkeling en ervaring, een overzicht van competenties, plan voor de persoonlijke ontwikkeling en verslagen van gesprekken rondom de persoonlijke ontwikkeling. Binnen ParnasSys-Integraal leggen medewerkers hun vakbekwaamheid-dossier aan. 3.4. Overlegstructuur Overleggen hebben een belangrijke plaats binnen schoolontwikkeling. Hier wordt de dialoog gevoerd over wat goed onderwijs is. Het proces van kwaliteitsborging en verbetering start als het ware binnen deze overleggen. Daar vindt analyse en interpretatie van gegevens plaats, waarna de vastgestelde veranderonderwerpen en vereiste vakbekwaamheden worden vastgesteld. Het proces wordt ook binnen deze overleggen afgerond in de vorm van evaluatie. Teamoverleg

Het teamoverleg vervult een belangrijke rol binnen de kwaliteitszorg. Binnen dit overleg worden veel fasen uit het proces van kwaliteitszorg uitgevoerd. In het teamoverleg worden de veranderonderwerpen besproken waaraan gewerkt gaat worden. Bijbehorende doelen en uit te voeren activiteiten worden vastgesteld. Tegelijkertijd wordt besproken welke vakbekwaamheden hiervoor vereist zijn en wat dat betekent voor de persoonlijke Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

13

ontwikkeling van de medewerkers. Om de voortgang van de ontwikkeling te volgen, wordt er tijdens het teamoverleg regelmatig gerapporteerd over de voortgang en over het effect van de verbeteractiviteiten. Driehoeksoverleg De driehoek bestaat uit de meerscholendirecteur, de locatieleider en de Ib'er. De driehoek vergadert in keer de 5 á 6 weken en geeft leiding aan de schoolontwikkeling en het schoolbeleid.

Clusteroverleg. Het clusteroverleg bestaat uit de meerscholendirecteur met de locatieleiders en IB’ers uit het cluster. Het cluster overlegt één keer in de 6 á 8 weken In dit overleg komen bovenschoolse thema’s aan de orde, zoals:       

Passend onderwijs Arrangementen NT2 Professionalisering, TdT en Masterclasses PR en Imago-ontwikkeling Vakantieregeling Formatie en groepsbezetting.

Groepsbesprekingen. Op Klein Schovenhorst wordt gewerkt met groepsplannen. Elke planperiode duurt 6-8 weken en verloopt volgens een cyclisch proces. De leerkracht maakt een analyse van de groep, evalueert de groepsresultaten en bespreekt deze met de intern begeleider in een groepsbespreking. Dit vormt de basis voor de nieuwe groepsplannen. Groepsbesprekingen vinden plaats in de periode september/oktober, december, februari/maart en mei. Leerlingbesprekingen. Groepsbesprekingen worden gevolgd door leerlingbesprekingen. Wanneer uit de groepsanalyse blijkt dat leerlingen extra ondersteuning nodig hebben of zich opvallend Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

14

positief of negatief ontwikkelen, worden deze leerlingen besproken met het gehele team. De coördinatie hiervan ligt bij de intern begeleider. Wanneer er dringende onderwerpen zijn, dan kunnen er extra leerlingbesprekingen ingepland worden door de intern begeleider. Data-besprekingen. Drie keer per jaar wordt met het gehele team het onderwijsleerproces geëvalueerd op basis van toetsgegevens: naar aanleiding van de toetsen van ons leerlingvolgsysteem in februari en juni en naar aanleiding van de Cito Eindtoets in april / mei. Train-de-trainer Het traject train-de-trainer is stichtingsbreed opgezet. Alle meerscholen directeuren, locatieleiders, intern begeleiders en leerkrachten van de werkgroep taallezen worden getraind om het technisch- en begrijpend leesonderwijs en het woordenschatonderwijs een kwaliteitsimpuls te geven. Dat is 4 keer per jaar. Bovengenoemde mensen worden getraind om het geleerde in de masterclasses in de school te implementeren en te borgen. Masterclasses Alle leerkrachten van stichting Proo worden op technisch- en begrijpend leesonderwijs en het woordenschatonderwijs geschoold. De masterclasses worden 3 keer per jaar georganiseerd. Voortgang directie Wekelijks is er een overleg van meerscholen directeur met locatieleider. Lopende ontwikkelingen en “waan van de dag” worden dan besproken. Studiedagen De school organiseert in een schooljaar voor alle leerkrachten 5 à 6 studiedagen. De onderwerpen voor die studiedagen worden door de opgestelde jaarplannen bepaald. Gesprekkencyclus

De persoonlijke vakbekwaamheden worden binnen de gesprekkencyclus besproken. Na bespreking en vaststelling van de te ontwikkelen vakbekwaamheden stelt iedere medewerker zelf een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Dit persoonlijk ontwikkelingsplan wordt besproken met de leidinggevende en, al dan niet aangepast en vervolgens vastgesteld. Om de voortgang van de ontwikkeling te volgen worden regelmatig gesprekken gevoerd, waarin de uitvoering van het persoonlijk ontwikkelingsplan ter sprake komt. Er wordt geëvalueerd welke vakbekwaamheden eigen gemaakt zijn en er wordt afgesproken welke vakbekwaamheden nog eigen gemaakt moeten worden in het persoonlijk handelen. De gesprekkencyclus bestaat uit twee 'typen' gesprekken, te weten het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek. Deze gesprekken komen aan de orde binnen een cyclus van twee jaar. 3.5. Schoolontwikkeling in praktijk Missie, visie en uitgangspunten bepalen

Als eerste stap op weg naar het nieuwe schoolplan zijn de missie, visie en uitgangspunten besproken, waar nodig aangepast en weer opnieuw vastgesteld. Zelfevaluatie

Voorafgaand aan de nieuwe schoolplanperiode is door middel van zelfevaluatie de kwaliteit van de school als totaliteit in beeld gebracht. Dit is gedaan met behulp van de vragenlijsten van Integraal en met behulp van de kengetallen en opbrengsten zoals die


15

getoond worden in de cockpit van Integraal. Onderzocht is (zie hoofdstuk 4,5 en 6) hoe deze zich verhouden tot de basiskwaliteit en de schooleigen ambities. Meerjarenbeleid

De uitkomsten van de zelfevaluatie zijn leidend voor de schoolontwikkeling in de komende schoolplanperiode. De door het team gekozen verbeterpunten zijn ‘uitgezet’ in een meerjarenbeleid. Jaarplannen

Vanuit dit meerjarenbeleid worden er per schooljaar één of meerdere jaarplannen geschreven met als doel de kwaliteit te verbeteren en te verduurzamen. De jaarplannen worden gemaakt in het programma Integraal. Elk afzonderlijk jaarplan beschrijft een veranderonderwerp. Per veranderonderwerp wordt aangegeven welke activiteiten daarvoor uitgevoerd gaan worden (wie, wat, hoe, wanneer enz.) en wat de gewenste situatie is die bereikt moet worden. Beschreven wordt welke competenties nodig zijn om de gewenste kwaliteit te realiseren. Er wordt vastgesteld of en hoe behaalde successen gemeten zullen worden. Aan het einde van een schooljaar worden de voor dat schooljaar geldende jaarplannen geëvalueerd en worden de jaarplannen voor het volgende schooljaar opgesteld. Zie voor het meerjarenbeleid en de jaarplannen hoofdstuk 7 en de bijlage ‘Jaarplannen’. Persoonlijk ontwikkelingsplan

Elke medewerker beschikt over een actueel persoonlijk ontwikkelingsplan. Dit plan beschrijft de doelen die de medewerker nastreeft in het kader van zijn persoonlijke ontwikkeling en wat daarvoor nodig is aan scholing, ondersteuning, begeleiding enz. De medewerkers stellen hun ontwikkeldoelen zoveel mogelijk af op de doelen van de school. Het plan wordt afgesloten met een evaluatie. Voortgang volgen

Om de voortgang en het effect van de uitvoering te volgen, worden de volgende activiteiten ondernomen: - Analyseren van de midden-en eindtoetsen van CITO en de leeropbrengsten. Dit wordt gedaan door de leerkrachten voor de eigen groep. De schoolleider doet dit op leerjaar- en op schoolniveau. - Analyseren van de overige opbrengsten en ken- en stuurgetallen die in verband staan met de kwaliteit die de school in het betreffende schooljaar wil realiseren - Op minimaal één moment in het jaar een zelfevaluatie met behulp van onderdelen van vragenlijsten vanuit Integraal. Deze staan in direct verband met de gewenste kwaliteit die de school in het betreffende schooljaar wil realiseren. Er worden selecties samengesteld uit de verschillende vragenlijsten. Om de schoolspecifieke ambities te onderzoeken, worden indien van toepassing, eigen vragen samengesteld en afgenomen. - De schoolleider onderzoekt de voortgang van de gewenste kwaliteit voor het betreffende schooljaar, onder andere door middel van observaties in de groepen. Deze observaties worden besproken met de leerkrachten. - Medewerkers gaan onderzoek doen naar de eigen competenties in verband met de gewenste kwaliteit voor betreffend schooljaar. Zij organiseren met het oog daarop jaarlijks feedback met behulp van de competentievragenlijsten vanuit Integraal. De school stelt jaarlijks voor de verschillende functies binnen de school competentievragenlijsten samen die direct samenhangen met de gewenste kwaliteit. - Er wordt een kwaliteitsagenda opgesteld waarin alle activiteiten in functie van kwaliteitszorg opgenomen zijn. De kwaliteitsagenda maakt inzichtelijk:  welke activiteiten op welk moment in het schooljaar uitgevoerd worden in het kader van observatie, zelfevaluatie en analyse;  op welk momenten in het schooljaar en met wie communicatie plaatsvindt over de voortgang van de plannen op basis van de verkregen observatie- en evaluatiegegevens.


16

-

-

Het resultaat van de evaluaties wordt vastgelegd in de opgestelde jaarplannen. Indien uit de verzamelde gegevens blijkt dat de voortgang onvoldoende is, wordt de aanpak bijgesteld. Overige evaluatie-instrumenten die de school inzet, zijn:  Onderwijskundig jaarverslag  Monitor Onderwijs Zorgkoepel Noord-Veluwe  Tussentijdse evaluaties van invoering methoden.  Elke vier jaar vindt een risico-inventarisatie plaats met behulp van een instrument als Arbomeester.

Verantwoording

Er wordt belang gehecht aan tijdige en transparante verantwoording. Dit gebeurt in de eerste plaats met dit schoolplan. Dit wordt toegestuurd naar de onderwijsinspectie en ligt voor iedereen ter inzage op school. Daarnaast is er de schoolgids. In de schoolgids worden de plannen in het kort beschreven. De schoolgids wordt aan alle ouders uitgereikt en ligt ook op school ter inzage. We publiceren de schoolgids daarnaast op onze website. Wanneer er een verslag is van de onderwijsinspectie worden de conclusies samengevat en opgenomen in de schoolgids. Het inspectierapport wordt gepubliceerd op de website en ligt op school ter inzage. In de jaarplannen worden de geplande activiteiten en de doelen die we daarmee willen bereiken beschreven. De schoolleiding verantwoordt zich door middel van de verantwoordingsrapportage aan het bevoegd gezag. Door middel van het jaarverslag wordt officieel verantwoording afgelegd. Het jaarverslag wordt op de website gepubliceerd en indien gewenst op papier verstrekt.


17

4. Beleidsterreinen Voor de verschillende beleidsterreinen wordt de visie van de school weergegeven en verwezen naar gerelateerde beleidsen borgingsdocumenten. Aandachtspunten en doelen vanuit de beleidsterreinen, voor de komende schoolplanperiode zijn verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’. 4.1. Identiteit van de organisatie In artikel 46 van de wet op het primair onderwijs wordt het karakter van het openbaar onderwijs omschreven. Deze omschrijving vormt voor de scholen van de Stichting Proo een belangrijke leidraad bij de inrichting van de dagelijkse onderwijspraktijk op de scholen. Dit komt terug in de missie van onze stichting. De actieve pluriformiteit wordt vorm gegeven door op de scholen actieve aandacht te besteden aan de verschillende levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in onze multiculturele samenleving. (Leren) omgaan met vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en samenwerking zijn vormingsgebieden die naast het leren (het verwerven van kennis en vaardigheden) in onze scholen de nodige aandacht krijgen. De algemene toegankelijkheid komt tot uitdrukking in het feit dat er voor elk kind op onze scholen plaats is, behoudens medische en onderwijskundige beperkingen. Iedereen is welkom, ongeacht godsdienst, levensovertuiging of geaardheid. De kernwaarden van stichting Proo zijn: -

Professioneel Betrokken Vernieuwend

De missie van Stichting Proo: Stichting Proo biedt toekomstgericht onderwijs, gericht op de totale ontwikkeling van al haar leerlingen en met hoogst haalbare opbrengsten in een veilige omgeving waar een ieder respectvol met elkaar omgaat. Stichting Proo legt op een professionele en inspirerende wijze De basis voor de toekomst van onze leerlingen waarbij de ouders de eerste actieve partner zijn. De visie van Stichting Proo: We zijn een aantrekkelijke aanbieder van basisonderwijs op de Veluwe. We realiseren onze missie door een professionele leergemeenschap te zijn, waarin onze kernwaarden tot uitdrukking komen in ons dagelijks handelen. Het werken aan een ontwikkelingsgerichte, lerende cultuur is feitelijk de kern waarop wij het strategisch beleid van onze stichting duurzaam beklijven. Coöperatief leren, leren van elkaar, doelgericht en planmatig onderwijs gecombineerd met hoge verwachtingen van leerlingen is de basis voor het handelen.


18

Schoolconcept Klein Schovenhorst

Visie: ‘Ons beeld van de ideale Klein Schovenhorst over 4 jaar’.

De ‘Ideale’ Klein Schovenhorst in 2020:          



Heeft een sterke profilering (bv.) als ‘techniek-school’, waarin ‘het werken met techniek’ geïntegreerd en projectmatig in het onderwijsprogramma opgenomen is. Heeft Passend Onderwijs, waarbij kinderen (mede)-eigenaar zijn van het leren. Het onderwijs sluit aan bij de leerbehoeften en –mogelijkheden van elk kind. Creëert een sterk positief pedagogisch klimaat, waarin de samenwerking met ouders, een veilig klimaat, ‘er bij horen en meetellen’ de pijlers zijn voor het verzorgen van onderwijs. Werkt met een planmatig en beredeneerd aanbod voor alle leerlingen. Heeft op een geïntegreerde wijze aandacht voor de creatieve ontwikkeling van kinderen en de musische vorming, zoals drama, dans, beeldende vorming en muziek. Houdt rekening in het programma met de meervoudige intelligentie van kinderen, zoals: woordknap, rekenknap, beeldknap, muziekknap, beweegknap, samenknap, zelfknap en natuurknap. Heeft een goede doorgaande lijn van Voorschool – Basisschool – Voortgezet onderwijs. Zorgt voor een sterke samenwerking met externe organisaties. Ziet de ouders als partners en maakt gebruik van de kwaliteiten en mogelijkheden van ouders in school, waaronder het gebruik maken van de beroepen van ouders. Bestaat uit een sterk professioneel team. Kenmerkend voor dit team zijn: passie voor kinderen, gedrevenheid voor het goed onderwijs en het behalen van goede resultaten, ontwikkelingsgericht, flexibel, ondernemend en zorgen voor continuïteit. Is een ondernemende school voor het nemen van initiatief, verantwoordelijkheid en het eigenaarschap van de gewenste ontwikkelingen.

Gerelateerde documenten

-

Schoolgids Strategisch beleidsplan 2013-2018

4.2. Onderwijs Inrichting van het onderwijs

De organisatie van het onderwijs is zo ingericht dat er gewerkt wordt overeenkomstig artikel 8 lid 1-11 uit de WPO. Bij de inrichting van het onderwijs worden eigen accenten gelegd, die bepaald worden door de identiteit van de schoolorganisatie, zoals hierboven verwoord in paragraaf 4.1. Hoe dit concreet gestalte krijgt in de praktijk, is uitgewerkt in verschillende documenten zoals: schoolgids, schoolondersteuningsprofiel, de jaarplannen, het zorghandboek en het kwaliteitshandboek. Kerndoelendekkend

Het leerstofaanbod omvat alle wettelijk voorgeschreven leer- en vormingsgebieden. Binnen dit aanbod worden eigen accenten gelegd, die bepaald worden door de identiteit van de schoolorganisatie, zoals hierboven verwoord in paragraaf 4.1. Dat kan bij de leergebieden betekenen dat het aanbod meer omvat dan de kerndoelen voorschrijven. Bij de vormingsgebieden zal dat vooral tot uitdrukking komen in de invulling, waarbij het onderwijskundig en pedagogisch kader van de school leidend is. Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

19

De -

komende schoolplanperiode vragen o.a. de volgende zaken aandacht: Technisch lezen en begrijpend lezen Woordenschat Wetenschap en techniek Invoeren nieuwe methode sociaal-emotionele ontwikkeling (Vreedzame school).

Schoolondersteuningsprofiel

In het schoolondersteuningsprofiel legt het schoolbestuur ten minste eenmaal per 4 jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Ook staat hierin welke ambities de school heeft voor de toekomst. De schoolleiding stelt in samenspraak met het team het schoolondersteuningsprofiel op. Het schoolondersteuningsprofiel wordt door het bevoegd gezag vastgesteld. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise ze nog moet ontwikkelen en wat dat betekent voor de (scholing en toerusting van) leraren. De school publiceert het profiel via publieke kanalen zoals bijvoorbeeld schoolgids en website, zodat iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) kan zien welke ondersteuning de school biedt. De -

komende schoolplanperiode vragen vooral de volgende zaken aandacht: De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van de leerlingen. Handelingsgericht en opbrengstgericht werken optimaliseren. Het personeel werkt continu aan hun bekwaamheid en competenties. De school voert een helder beleid op het terrein van de leerlingondersteuning. Coöperatieve werkvormen verder vormgeven. Differentiatie vanuit de groepsplannen verder vormgeven. Eigenaarschap bij leerlingen stimuleren.

Gerelateerde documenten

-

Schoolondersteuningsprofiel Inspectiekader 0 - meting OZKNV Schoolgids Zorghandboek Zelfevaluatie (‘Integraal’) Vragenlijsten en tevredenheidspeilingen (van ‘Integraal’)

4.3. Personeel en organisatie Schoolontwikkeling

Het team werkt vanuit vertrouwen goed samen aan schoolontwikkeling. Onze medewerkers tonen een goede inzet en zijn vakbekwaam. Het team beschikt over voldoende zelfsturend vermogen en veranderkracht om het onderwijs met succes te verbeteren. De school werkt datagestuurd, planmatig en resultaatgericht aan de verbetering van haar onderwijs op basis van gedegen analyse. De activiteiten moeten bijdragen aan het bereiken van de missie en de visie van de school. De schoolorganisatie en het onderwijs dat op school wordt gegeven, moeten op adequate en professionele wijze geleid worden. Daarbij heeft de schoolleiding oog voor alle betrokkenen bij de schoolorganisatie en voor het geboden onderwijs. De schoolleiding beschikt over passende vakbekwaamheden. Het bestuur volgt en stimuleert op effectieve wijze de kwaliteit van het onderwijs Organisatiebeleid

Er wordt een goed personeelsbeleid gevoerd. Binnen Proo staat leren van en met elkaar centraal. De doelen en aanpak van het bestuur, directie en team zijn in lijn met elkaar. De personeelsleden verzorgen het onderwijs vanuit een gezamenlijke visie, gebaseerd op het schoolconcept (zie paragraaf 1 van dit hoofdstuk). Van de collega’s wordt verwacht dat ze loyaal in hun functie staan. In de praktijk betekent dit dat ze zich volledig inzetten voor hun werk en dat ze zich blijven ontwikkelen ten behoeve van goed onderwijs. De Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

20

schoolleiding heeft hierin een stimulerende en ondersteunende rol. Wat betreft stimulering en ondersteuning gaat de aandacht met name uit naar beginnende leerkrachten en naar alle leerkrachten in situaties waarbij vernieuwingen worden ingevoerd en geborgd. Ook voor de oudere leerkrachten hebben we in het kader van duurzame inzetbaarheid extra aandacht. Leraren worden aangesproken op hun professionaliteit. Een goed personeelsbeleid en een prettig leef- en werkklimaat moet er aan bijdragen dat het personeel zich betrokken voelt bij het werk en bij de school De administratie en procedures zijn helder, transparant en inzichtelijk. De wettelijk verplichte documenten en procedures worden zorgvuldig gehanteerd. Gerelateerde documenten

-

Personeelsbeleidsplan Bestuursformatieplan Meerjarenbestuursformatieplan Strategisch beleidsplan Professinaliseringsplan 2014-2018

4.4. Communicatie In onze communicatie streven we ernaar goed te luisteren, in te leven en feedback te geven. Binnen onze school is er sprake van een professionele cultuur. We zijn ons ervan bewust dat goede communicatie essentieel is en voortdurend de aandacht vraagt. We vinden het belangrijk om met alle belanghebbenden, zowel intern als extern tijdig, adequaat en doelmatig te communiceren. Interne communicatie

Interne communicatie vraagt een inspanning van alle betrokkenen. Er is sprake van een functionele overlegcultuur en overlegstructuur. Alle interne communicatie moet gezien worden in het belang van goed onderwijs voor de kinderen en een goede werksfeer voor schoolleiding en leraren. De interne informatievoorziening draagt er aan bij dat teamleden tijdig, open en volledig geïnformeerd worden. Samenwerking met ouders

Ouders geven in vertrouwen het onderwijs en een deel van de opvoeding uit handen aan de basisschool. Goede communicatie is essentieel, in het belang van de kinderen en in het belang van de onderlinge relatie. De informatievoorziening houdt rekening met verwachtingen van ouders en stelt ouders in staat om te begrijpen, mee te leven en mee te denken. Er is een schoolcultuur waarin teamleden vanuit een proactieve houding een goede samenwerking met ouders bevorderen. De school stelt ouders in staat mee te denken over de ondersteuning van het kind in de groep en denkt actief mee met ouders over de ondersteuning thuis. De school stelt ouders in staat op een bij de school passende wijze mee te denken over het schoolbeleid. De school bevordert dat ouders mee kunnen doen en mee kunnen leven. Communicatie met externen

De communicatie met externen staat in dienst van het op school gegeven onderwijs en degenen die daarbij zijn betrokken. Een goede communicatie met externen is representatief voor de onderwijscultuur en onderwijsstructuur van de school. De communicatie is transparant. Gerelateerde documenten

-

Schoolgids Klachtenregeling Document ?

Denk bij gerelateerde documenten bijvoorbeeld ook aan: het communicatieplan enz.


21

4.5. Huisvesting en inrichting De mensen die hun werk in en om de school doen, de kinderen die de school bezoeken en ook overige bezoekers in de school, moeten gebruik kunnen maken van adequate voorzieningen (werkruimtes, ict-voorzieningen enz.). Een goede inzet van middelen, adequate voorzieningen en een prettig leef- en werkklimaat draagt er aan bij dat het personeel zich betrokken voelt bij het werk en bij de school. Gerelateerde documenten

-

Huisvestingsplan (Meerjaren) onderhoudsplan Notitie Spreiding en Instandhoudingscholen.

4.6. Financiën De middelen die ter beschikking worden gesteld, worden doelmatig ingezet. De middelen voor inzet van personeel worden ingezet op basis van het aantal leerlingen van onze school en de zorg die deze leerlingen nodig hebben. De middelen ten behoeve van scholing worden voor een belangrijk deel ingezet op basis van plannen van geheel stichting Proo, vaak in de vorm van collectieve scholing. De belangrijkste budgetten waar de school zelf voor beschikt zijn voor leermiddelen, licenties en energie. Jaarlijks wordt over de realisatie van de budgetten verantwoording afgelegd. Gerelateerde documenten:     

Jaarbegroting stichting Proo Deelbegroting Meerjarenbegroting stichting Proo Jaarrekening stichting Proo Strategisch Beleidsplan


22

5. Analyse huidige stand van zaken

De analyse van de huidige stand van zaken geeft een beeld waar de school goed in is en waar de risico’s en ontwikkelpunten liggen. Risico’s en ontwikkelpunten vragen de komende schoolplanperiode aandacht. De sterke punten worden benut om in de komende vier jaren de risico’s en ontwikkelpunten in positieve zin om te buigen. Aandachtspunten en doelen voor de komende schoolplanperiode zijn verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’. 5.1. Terugblik op de vorige schoolplanperiode Tijdens de voorgaande schoolplanperiode zijn de volgende zaken gerealiseerd: 1. Ingebruikname Parnassys webbased leerlingvolgsysteem en leerlingadministratiesysteem 2. Invoering leerlingvolgsysteem ZIEN! (sociaal emotioneel) en KIJK! (gr 1-2) 3. Methode sociaal emotionele ontwikkeling; Vreedzame school; start basisopleiding team in samenwerking met De Korenbloem. 4. Inzetten coöperatieve werkvormen in onderwijsaanbod 5. Handelings- en opbrengstgericht werken: a. Twee HGW periodes met groepsbezoek en groepsbespreking. b. Leerkrachten maken analyse groeps- en leerlingniveau. c. Leerkracht is eigenaar. d. Weekplanner waarop lesdoelen, verlengde instructie en aanpak worden vermeld. e. Op twee vakgebieden groepsplannen: Technisch Lezen, Rekenen. 6. Testen methode Nieuwsbegrip; volgend schooljaar invoering Nieuwsbegrip XL 7. Oriëntatie en aanschaf methode Engels. 8. Invoering beredeneerd aanbod met observatielijsten bij de kleutergroepen (Kijk!) 9. Meer- en hoogbegaafdheid; Digitale plusklas Stichting Proo en Plusklas. 10. Gesprekkencyclus a. Invoering gesprekkencyclus (POP- POP gesprekken- Functioneringsgesprek en Beoordelingsgesprek) b. Bekwaamheidsdossier zijn bijgewerkt van iedere leerkracht. 11. Collegiale consultaties 12. Klassenbezoeken IB-er, locatieleider (en MSD, indien gewenst/noodzakelijk). 13. Directiestructuur en clustervorming a. Nieuwe directiestructuur + evaluatie b. Onderlinge samenwerking in cluster is gestimuleerd; er wordt nu meer gebruik gemaakt van elkaars kwaliteiten. c. Overleg cluster locatieleiders en IB-ers. d. Overleg driehoek (Locatieleider, IB-er en MSD) 14. Samenwerkingpartners. a. Warme overdrachten (VVE) leerlingen b. Gemeenschappelijke activiteiten, promotie van activiteiten, zoals; Sinterklaas c. Uitwisselen speelmaterialen 15. Zorgstructuur a. IB-er is naar een begeleidende rol gegroeid. b. Zorgmap in Parnassys; waarin de signaleringslijsten, de groepsplannen, de onderwijsbehoeften en de diverse instructiegroepen worden beschreven. c. Vast op de agenda van de teamvergadering; leerlingbespreking d. Eén keer per 6 weken een zorgvergadering e. Groepsbezoeken, groepsbesprekingen f. Overleg driehoek Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

23

16.

17.

18. 19. 20. 21. 22.

23.

24. 25. 26. 27. 28.

g. Groepsplannen (rekenen en technisch lezen) Integraal -> Kwaliteitszorg a. Tevredenheidsonderzoeken (leerkrachten-ouders- leerlingen) b. Zelfevaluatie team c. Schoolplan Technisch lezen en woordenschat a. Professionalisering; 3 masterclasses Stichting Proo b. Kwaliteitskaart Technisch Lezen Methodevernieuwing: Taalbeleidsplan en VVE. Invoering methode Estafette. Invoering Wereld in Getallen. Directie instructiemodel a. Doelgericht werken; doelen zijn overal zichtbaar b. Groepsbezoeken om voortgang te monitoren. Professionele Leergemeenschappen/Professionalisering a. Drie Masterclasses van Stichting Proo (Technisch Lezen en woordenschat) b. Kwaliteitskaart Technisch Lezen c. Train de Trainer bijeenkomsten driehoek d. Cursus Meldcode e. Beredeneerd aanbod Communicatie en PR: Uitgangspunt en kader wordt gevormd door strategisch beleidsplan van Proo: ‘Communicatie en PR’. Instellen werkgroep ‘Communicatie en PR’ die cluster- breed en schoolspecifiek het betreffende onderdeel in het strategisch beleidsplan gaat uitwerken richting de indicatoren voor dit beleid. De werkgroep bestaat uit MSD/L.L., leerkrachten, ouders. Inspectie intensief toezicht: a. Positieve ontwikkeling en beoordeling: basisarrangement. b. Werkpunten opgenomen in verbeterplannen.

5.2. Leerlingenpopulatie

Verdeling Leerlinggewicht: Realisatie

Peildatum: 1 oktober

2011/2012

2012/2013

2013/2014

2014/2015

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Totaal aantal leerlingen

7

100%

60

100%

61

100%

45

100%

Gewicht 0,3

4

57.1%

21

35.0%

21

34.4%

13

28.9%

Gewicht 1,2

0

0.0%

9

15.0%

8

13.1%

8

17.8%

Geen / Onbekend

3

42.9%

30

50.0%

32

52.5%

24

53.3%

Verdeling Leerlinggewicht: Prognose


2015 / 2016

2016 / 2017

2017 / 2018

2018 / 2019

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Totaal aantal leerlingen

40

100

40

100

45

100

50

100

Gewicht 0,3

14

35

12

30

12

27

15

30

Gewicht 1,2

9

23

10

25

15

33

15

30

Geen / Onbekend

17

42

18

45

18

40

20

40


24

Aantallen per leeftijd: Realisatie

Peildatum: 1 oktober 2011/2012

2012/2013

2013/2014

2014/2015

4 jaar

0

5

10

5

5 jaar

0

11

3

7

6 jaar

0

4

8

2

7 jaar

0

8

5

5

8 jaar

0

6

6

5

9 jaar

0

10

7

4

10 jaar

1

9

10

7

11 jaar

5

4

10

7

12 jaar

1

3 7

2 60

Aantallen per leeftijd: Prognose

3 61

45

Peildatum:1 oktober 2015 / 2016

2016 / 2017

2017 / 2018

2018 / 2019

4 jaar

3

6

6

8

5 jaar

5

3

6

7

6 jaar

6

5

3

7

7 jaar

2

6

6

4

8 jaar

5

2

7

6

9 jaar

5

5

2

7

10 jaar

4

4

5

2

11 jaar

6

6

4

5

12 jaar

3

3 40

Ondersteuningszwaarte

6 40

4 45

50


Totaal aantal leerlingen op peildatum

01-10-2015

Aantal leerlingen met een: - Ontwikkelingsperspectief

7

Aantal leerlingen met onderwijs- of ondersteuningsbehoeften op het gebied van: - Dyslexie

3

- Dyscalculie

-

- Motoriek

2

- Gehoorproblematiek

-

- Zichtproblematiek

-

- enz.

NT2-leerlingen (Taalklas): 6


25

5.3. Personeel Geslacht

Aantal

Dienstjaren school

Aantal

Man

3

<5

9

Vrouw

8

6 – 10

1

Onbekend

0

11 – 15

1

16 – 20

0

20 – 25

0

Leeftijdcategorie

Aantal

< 20 jaar

0

> 25

0

20 – 30 jaar

2

Onbekend

0

31 – 40 jaar

2

41 – 50 jaar

3

Dienstjaren onderwijs

51 – 60 jaar

1

<5

1

> 60 jaar

3

6 – 10

6

Onbekend

0

11 – 15

2

16 – 20

0

WTF

Aantal

< 0,3

4

0,3 – 0,6

3

> 0,6

3

Inschaling

Onbekend

1

LA

Aantal

20 – 25 > 25

2

Aantal

LB Personeelstype

Aantal

Niet onderwijsgegevend

4

Onderwijsgevend

7

Onbekend

0

Specialisatie op het gebied van Gedrag

LC

Aantal medewerkers

Extern beschikbaar Kenniscentrum + samenwerkingsverband

Dyslexie Dyscalculie Motoriek Gehoorproblematiek Zichtproblematiek Enz.


26

5.4. (Zelf)evaluatie en tevredenheid In de schoolperiode 2014 tot 2015 zijn met behulp van het kwaliteitsmanagementsysteem ‘Integraal’ verschillende vragenlijsten afgenomen. De scores voor de onderwerpen zijn weergegeven in onderstaande tabel. De evaluaties van deze vragenlijsten en de daar op gebaseerde verbeterplannen zijn opgenomen in de bijlagen van het schoolplan. Arbo-beleid. In de periode 2013 tot 2014 is in het kader van het ARBO-beleid een RI&E uitgezet onder het personeel. Op grond van het geringe aantal leerkrachten kunnen geen algemene conclusies worden getrokken.


27

5.5. Eindopbrengsten. CITO Eindtoets

2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015

Percentage gewogen leerlingen

57%

50%

48%

47%

Aantal leerlingen in leerjaar 8

2

7

8

7

Aantal deelnemers aan toets

2

5

8

7

Taal

65.0

57.4

60.9

45,0

Rekenen

35.0

31.0

38.8

49,0

Studievaardigheden

26.0

20.8

25.4

Totaalscore

528.9

523.8

528.5

533,9

2011/2012

2012/2013

2013/2014

2014/2015

Kleutergroepverlenging

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Doublures leerjaar 3-8

1.5%

0.0%

0.9%

0.9%

14.3%

5.0%

3.3%

6.7%

Leerlingen leerjaar 4-8 met een verkorte schoolloopbaan

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Uitstroom leerjaar 7 naar LWOO of PRO

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Uitstroom leerjaar 8 naar LWOO of PRO

0.0%

42.9%

1.7%

0.0%

Uitstroom naar SBO

1.7%

0.0%

0.0%

3.2%

Uitstroom naar SO

0.0%

0.0%

0.0%

1.6%

Uitstroom naar BAO

89.9%

0.0%

11.3%

40.3%

Instroom vanuit BAO

0.0%

1.9%

77.4%

18.8%

Terugplaatsing vanuit SBO

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Terugplaatsing vanuit SO

0.0%

0.0%

0.0%

0.0%

Leerlingen met een indicatie

0.0%

5.0%

4.9%

2.2%

5.6. Kengetallen onderwijs. Doorstroming

Leerlingen ouder dan 12 jaar

5.7. Functioneren leerlingen in het VO. Het schooladvies wat wordt gegeven door de school, is een gedragen besluit door het hele team. Door regelmatig met het team te spreken over leerlingen worden ontwikkelingen nauwlettend gevolgd. De leerkracht van groep 8 bereidt dit advies uiteindelijk samen met de IB-er en de schoolleiding voor, alvorens het wordt besproken met de ouders/verzorgers. Leerlingen die naar verwachting extra-ondersteuning in het VO nodig hebben, worden via warme overdracht overgedragen. Dit houdt in dat contact wordt opgenomen met het VO. In de driehoek ouders – PO – VO worden afspraken gemaakt op welke wijze en op welke termijn deze leerling waar een passend plek in het VO krijgt. Basis voor de warme overdracht vormt het ontwikkelingsperspectief. De leerlingen waarbij de verwachting is dat ze het VO zonder extra ondersteuning kunnen doorlopen worden ook doorgesproken met betrekking tot werkhouding en gedrag. Dit gaat op verzoek van de leerkracht van groep 8. Ook monitoren we als school of onze adviezen kloppend zijn geweest. Als school worden we op de hoogte gehouden van de resultaten die de leerlingen behalen in het VO. Op die manier kunnen wij ook achteraf kijken of de juiste besluiten zijn genomen of dat we bijvoorbeeld aanpassingen binnen ons onderwijsaanbod moeten doen. Het blijkt dat de adviezen die we geven bijna altijd overeenkomen met de verwachte loopbaan van de leerling.


28

5.8. Rapportages van derden. Inspectietoezicht en -onderzoek. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 12 december 2013 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op Klein Schovenhorst. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 26 februari 2014. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In dat kader heeft de inspectie op 11 december 2014 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd om na te gaan of de in het toezichtplan genoemde tekortkomingen waren opgeheven. Toen is geconstateerd dat de onderzochte onderdelen sterk waren verbeterd. Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie op 8 juni 2015 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Toezichtarrangement: Basisarrangement. Op grond van de bevindingen tijdens dit onderzoek kent de inspectie van het onderwijs aan Klein Schovenhorst het basisarrangement toe. De kwaliteit van het onderwijs is weer van voldoende niveau. Tevens concludeert de inspectie dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. Zie bijlage: inspectierapport juni 2015. 5.9. Toezichtsarrangement onderwijsinspectie Door de onderwijsinspectie toegekend:basisarrangement.

is

per

8

juni

het

volgende

toezichtsarrangement

5.10. Huisvesting De school heeft de beschikking over de volgende fysieke voorzieningen: Invalidentoilet

Time-out ruimte

Rolstoeltoegankelijk

Peuterspeelzaal

Parkeergelegenheid voor en naast de school

Keuken

Speelzaal

5.11. Conclusies n.a.v. de analyse Na analyse van kengetallen in bovenstaande paragrafen, zijn de volgende conclusies getrokken: - Borgen doorgaande lijnen en ingezette ontwikkelingen (o.a. beredeneerd aanbod, HGW). - Methode/aanpak sociaal emotionele ontwikkeling implementeren om sociale veiligheid te borgen. - Verder ontwikkelen planmatige zorg. - Meer gebruik maken van elkaars kwaliteiten (schoolniveau-clusterniveau en Stichtingsniveau) - Focus blijven houden op gestelde doelen, zodat de werkdruk acceptabel blijft. - Leerling participatie verder ontwikkelen De conclusies hebben geleid tot plannen voor de komende schoolplanperiode. Deze plannen zijn verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’.


29

6. Actuele interne en externe ontwikkelingen Bij de toekomstige ontwikkeling van onze school wordt rekening gehouden met de diverse externe en interne ontwikkelingen. In dit hoofdstuk schetsen we deze ontwikkelingen. Consequenties voor de komende schoolplanperiode worden verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’. 6.1. Interne ontwikkelingen Met ingang van het schooljaar 2015-2016 zijn er officieel twee openbare scholen (De Schovenhorst en De Korenbloem) van Stichting Proo in de gemeente Putten. Klein Schovenhorst is per augustus 2015 administratief gefuseerd met De Korenbloem. Klein Schovenhorst blijft als zelfstandige dislocatie van De Korenbloem bestaan. Stichting Proo wil dat elke school ‘een eigen gezicht’ krijgt, zodat er binnen een gemeente diversiteit wordt geboden. Klein Schovenhorst heeft de ambitie om zich sterk te profileren en verder te ontwikkelen. Dat vertaalt zich in: -

Goed en passend onderwijsaanbod en doorgaande lijnen van peuterspeelzaal basisschool - BSO en VO. Onderwijsinnovatie, streven naar continue verbetering en vernieuwing. Verder professionaliseren van schoolleiding en het team van leraren.

Het collectief leren en samenwerken (kennisdeling) kan worden versterkt. De komende schooljaren willen we collegiale visitaties en hulp inzetten om het leren van en met elkaar te bevorderen. Op het gebied van PR, marketing en communicatie is het afgelopen jaar al een flink initiatief gezet op dit te verbeteren. Er is een specifieke PR-groep die hiervoor het initiatief neemt en de school op een positieve manier in de omgeving neerzet. Het personeelsbestand van de is de afgelopen jaren veranderd, maar de Stichting heeft wel als uitgangspunt om op elke school een stabiel basisteam te creëren. Door tijdelijke krachten en aangevraagde mobiliteit van personeel kunnen er wisselingen optreden in het personeelsbestand, dat zijn omstandigheden waar minimale invloed op uit te oefenen is. Wisselingen kunnen echter ook heel verfrissend zijn, omdat bestaand beleid weer met nieuwe ogen wordt bekeken, wat kan zorgen voor verbeteringen. In een veranderende wereld, waar we kinderen opleiden voor beroepen die op dit moment nog niet bestaan, moeten we er als school voor zorgen dat we kinderen vaardigheden aanleren, waar ze in de 21ste eeuw mee uit de voeten kunnen. Het strategisch beleidsplan van Stichting Proo sluit hierop aan en geeft concrete uitgangspunten waar scholen mee aan de slag kunnen. 6.2. Externe ontwikkelingen We hebben gedurende de schoolplanperiode als school te maken met de volgende externe ontwikkelingen: 1. 2. 3. 4. 5.

Bestuursakkoord primair onderwijs Onderwijsinspectie CAO PO Gemeentelijke ontwikkelingen Passend onderwijs


30

Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de volgende documenten: - Bestuursakkoord primair onderwijs, versie juli 2014 incl. bijlage. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/07/10/bestuursakkoord-voorde-sector-primair-onderwijs.html (Definitieve versie 10 juli 2014)

-

Actuele interne en externe ontwikkelingen schoolplanperiode 2015-2019 Strategisch beleidsplan stichting Proo met aanvulling n.a.v. bestuursakkoord

Ad 1. Bestuursakkoord. Op 10 Juli 2014 is het bestuursakkoord gesloten tussen de staatssecretaris OCW en de PO raad, sectororganisatie en belangenbehartiger van schoolbesturen in primair onderwijs. In het akkoord staan de doelstellingen en ambities voor de periode tot 2020. Deze zijn verwerkt in het strategisch beleidsplan van de stichting. Het gaat onder meer om de volgende, voor onze school belangrijke onderwijskundige ontwikkelingen en doelstellingen: ICT

Doelenstellingen: - In 2015 hebben de schoolbesturen een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT, gebaseerd op hun visie op onderwijs. - 90% van de scholen gebruikt in 2020 dagelijks digitaal leermateriaal in het primair proces. - Daartoe hebben de leraren voldoende ICT-basisvaardigheden en zetten ze deze in hun lespraktijk in. Toptalenten

Doelstelling: - Alle scholen herkennen toptalenten en bieden hen een uitdagend onderwijsaanbod. Voorkomen zittenblijven

Doelstelling: - Het percentage zittenblijvers in de basisschoolperiode is in 2020 teruggebracht van 3% naar 2% per jaar, met name door het verlagen van het aantal zittenblijvers in de onderbouw. Techniekonderwijs

Doelstelling: - Scholen bevorderen, met het oog op de brede vorming van leerlingen, het onderzoekend leren van leerlingen, onder andere door een aanbod op het gebied van ‘wetenschap en technologie’, zoals afgesproken is in het Techniekpact. Cultuureducatie

Doelstelling: - Scholen verbeteren, met het oog op de brede vorming van leerlingen, de kwaliteit van cultuureducatie door uitvoering van het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ en het uitvoeren van afspraken uit het ‘Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs’. Gezonde kinderen die meer bewegen in en rondom schooltijd

Doelstellingen: - Scholen committeren zich aan de doelen uit de agenda Sport en Bewegen om vanaf 2017 minimaal twee lesuren per week bewegingsonderwijs te bieden; waar mogelijk streven scholen naar drie lesuren bewegingsonderwijs. - In 2017 zijn op lokaal niveau afspraken gemaakt met als uitgangspunt het streven naar méér bewegingsonderwijs en een versterking van het buitenschoolse aanbod. - Vanaf 2017 worden alle lesuren bewegingsonderwijs gegeven door een bevoegde leerkracht (ALO of PABO met LO-bevoegdheid).


31

Ad 2. Onderwijsinspectie Het gaat onder meer om de volgende, voor onze school belangrijke onderwijskundige ontwikkelingen: Toezichtsarrangement

De inspectie hanteert voor de scholen nu de oordelen ‘zeer zwak’, ‘zwak’ en ‘basiskwaliteit’. De overheid wil dat er in plaats van het oordeel ‘basiskwaliteit’ een onderscheid komt in ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’. Ook scholen die ‘goed’ zijn, moeten zich verbeteren en daarbij ondersteund worden. Sociale veiligheid

Vanuit de politiek en de inspectie is er meer aandacht voor het onderwerp sociale veiligheid. Het voornemen een anti-pestwet in te dienen heeft de staatssecretaris Dekker inmiddels laten varen. Het initiatief om dit ingrijpende probleem aan te pakken ligt nu bij de scholen zelf. Er zullen vanuit de overheid waarschijnlijk wel eisen gesteld gaan worden over het wat (beleidsdoelen), maar het is aan de scholen ‘hoe’ zij sociaal veiligheidsbeleid gaan vormgeven. Scholen moeten hier werk van gaan maken. Ad 3. CAO PO 2014-2015 http://www.poraad.nl/content/onderhandelaarsakkoord-cao-po-2014-2015

De bapo wordt afgeschaft. Hiervoor in de plaats komt een regeling waarbij alle werknemers in het primair onderwijs uren krijgen om te besteden aan professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Te denken valt aan tijd voor intervisie, mobiliteit, coaching en dergelijke. Dit is een belangrijke stap in het toekomstbestendig maken van de cao. Voor werknemers die 10 jaar voor hun pensioen staan is een bijzonder budget in tijd beschikbaar. Met een eigen bijdrage is dit ook besteedbaar aan verlof. Beginnende leerkrachten krijgen met de nieuwe cao extra mogelijkheden om zich te ontwikkelen. In drie jaar kunnen zij hun niveau opbouwen van startend leerkracht tot basisbekwaam. Om de werkdruk aan te pakken stapt het primair onderwijs over op een veertigurige werkweek en is het mogelijk nieuwe afspraken te maken over taken en taakverdeling. In plaats van het huidige basismodel, waarin een fulltimer maximaal 930 uur van de 1659 beschikbare uren per jaar lesgeeft, kunnen scholen overstappen op een overlegmodel over de werkverdeling, waarin de zwaarte van het werk (klassengrootte, zorgleerlingen, etc.) wordt meegewogen en geen sprake is van een maximum aan de lessentaak. Hiervoor is wel instemming van de PMR en een meerderheid van het personeel nodig. Ad 4. Gemeentelijke ontwikkelingen De gemeentelijke ontwikkelingen hebben betrekking op de Huisvesting en de Jeugdhulp. Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp. Daarnaast voeren gemeenten en schoolbesturen lokaal overleg om het onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven in een Lokale Educatieve Agenda (LEA). Verplichte thema’s zijn onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Steeds vaker komen ook andere thema’s die op lokaal niveau spelen aan de orde. Denk daarbij aan verzuimbeleid, leerlingenvervoer, de brede school, doorlopende leerlijnen, taalbeleid en veiligheid in en om de school. Ad 5. Passend Onderwijs

Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat de school per 1 augustus 2014 ervoor verantwoordelijk is om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun keuze. Verwachten ze dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, dan geven ze dit meteen aan. Ook als ouders hun kind bij meerdere scholen hebben aangemeld, moeten ze dit bij de aanmelding


32

aangeven. In dat geval krijgt de school van eerste voorkeur de zorgplicht. Dat betekent dat die school de taak heeft om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Om ervoor te zorgen dat alle kinderen een passende plek krijgen, hebben scholen regionale samenwerkingsverbanden gevormd. In deze samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook maakt het samenwerkingsverband afspraken met de gemeenten in de regio over de inzet en afstemming met (jeugd)zorg. De samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor extra ondersteuning. Dit wordt verdeeld op basis van de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de scholen. Zo is meer maatwerk mogelijk en het geld kan zo veel mogelijk worden gebruikt voor ondersteuning op de reguliere school en in de klas. Uit de middelen betaalt het samenwerkingsverband ook het voortgezet speciaal onderwijs ((v)so) voor het aantal leerlingen dat vanuit het samenwerkingsverband daar is ingeschreven. 6.3. Kansen en bedreigingen Samen met het team is er een analyse gemaakt van de huidige situatie en zijn er ambities geformuleerd voor de komende vier schooljaren. Er is bewust gekozen voor een SOAR-analyse, omdat dit een positieve insteek heeft. Versterken waar je goed in bent, zonder de zwakten en bedreigingen over het hoofd te zien.


33

SOAR analyse, (Strengths, Opportunities, Aspirations, Results) INTERN

EXTERN

STERKTE:

KANSEN:

HEDEN



Een positief en veilig pedagogisch klimaat.  De kleinschaligheid en de individuele aandacht voor elke leerling.  Het planmatig en gedifferentieerd werken met een beredeneerd aanbod.  Ervaring op het gebied van opbrengstgericht werken op basis van een doordacht verbetertraject.  Professionaliteit in het pedagogisch en didactisch handelen, w.o. IGDImodel, groepsplannen, individuele handelingsplannen.  De gedrevenheid en passie van een sterk team: samen leren en ontwikkelen.  De focus op resultaten en opbrengsten met als doel om de kwaliteit van het onderwijsproces te verbeteren  Een eigen kleutergymzaal.  Een peuterspeelzaal in hetzelfde gebouw. AMBITIES:

TOEKOMST

        

Imago van de school versterken. Een professioneel en vast team. Goed onderwijs: vernieuwend, toekomstgericht, alleen kwaliteit telt! Groeiend aantal leerlingen. Doorgaande lijn: voorschool, po en vo. Betere samenwerking PSZ. Eigenaarschap van het leren door de leerlingen: leren leren, metacognitief leren. Meer aandacht voor drama, dans, muziek, beeldende vorming. Engels voor groep 1 tot en met 8.

    



Samenwerken met peuterspeelzaal en VVE. Het onderwijs in de etalage zetten d.m.v. PR. Ouderparticipatie versterken: ouders als partners. Uitdragen van passend onderwijs. Betere informatievoorziening in de keten van de zorg (logopedie, taalklas, fysio, etc.). Kleinschaligheid.

RESULTATEN:     

Meer kinderen van de PSZ naar groep ½. Resultaten minimaal op inspectienormen (basisarrangement of hoger). Elk kind mede-eigenaar van het eigen leerproces. Elk kind leert op eigen niveau. Voldoende leerlingen voor drie combinatiegroepen. Vergroten van het marktaandeel openbaar onderwijs.

Ook de ouders/verzorgers zijn betrokken geweest bij het ontwikkelen van het nieuwe schoolplan. Zij hebben de mogelijkheid gekregen om tijdens een koffie-uurtjes/ MR vergadering zich uit te spreken over hun ideale school. De opvattingen, wensen en beelden die ouders hebben komen veelal overeen met de ideeën zoals die in het team naar voren zijn gekomen.


34

6.4. Conclusies n.a.v. de analyse van de ontwikkelingen Na analyse van kengetallen in bovenstaande paragrafen, zijn de volgende conclusies getrokken:            

Samenwerken met peuterspeelzaal en VVE ontwikkelen en versterken. Doorgaande lijn: voorschool, po en vo. Imago van de school versterken. Het onderwijs in de etalage zetten d.m.v. PR. Ouderparticipatie versterken: ouders als partners. Uitdragen van passend onderwijs. Betere informatievoorziening in de keten van de zorg (logopedie, taalklas, fysio, etc.). Kleinschaligheid is een grote kans voor passend onderwijs. Een professioneel en vast team. Goed onderwijs: vernieuwend, toekomstgericht, alleen kwaliteit telt! Groeiend en stabiel aantal leerlingen. Eigenaarschap van het leren door de leerlingen: leren leren, metacognitief leren. Meer aandacht voor drama, dans, muziek, beeldende vorming. Engels voor groep 1 tot en met 8.

De conclusies hebben geleid tot plannen voor de komende schoolplanperiode. Deze plannen zijn verwerkt in hoofdstuk 7 ‘Meerjarenbeleid’.

7. Meerjarenbeleid 7.1. Totaaloverzicht van ontwikkelpunten / veranderonderwerpen. Onderwijs en zorg. -

-

Verder ontwikkelen en uitdragen van passend onderwijs. Betere informatievoorziening in de keten van de zorg (logopedie, taalklas, fysio, etc.). Goed onderwijs: vernieuwend, toekomstgericht, alleen kwaliteit telt! Eigenaarschap van het leren door de leerlingen: leren leren, metacognitief leren. Meer aandacht voor drama, dans, muziek, beeldende vorming. Samenwerken versterken met peuterspeelzaal. VVE ontwikkelen en versterken. Doorgaande lijn: voorschool, po en vo. Samenwerking met partners in de school verstevigen. Engels voor groep 1 tot en met 8. Profilering Wetenschap & Techniek; vaardigheden 21ste eeuw ICT als hulpmiddel verder integreren in het onderwijs, eigen vaardigheid en mediawijsheid. Vreedzame school implementeren. Methode/aanpak sociaal emotionele ontwikkeling implementeren om sociale en emotionele veiligheid te borgen. Taalbeleidsplan voor VVE populatie implementeren Handelingsgericht en opbrengstgericht werken optimaliseren Coöperatieve werkvormen verder vormgeven Differentiatie vanuit de groepsplannen verder vormgeven Borgen en evalueren van ingezette ontwikkelingen en behaalde resultaten op basis van het verbeterplan.

Personeel en organisatie. - Imago van de school versterken. Het onderwijs in de etalage zetten m.b.v. PR-groep. - PR en communicatieplan door alle betrokkenen, initiatief bij PR-groep - Kleinschaligheid van onze school is een grote kans voor vormgeven van passend onderwijs. Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

35

-

Verdere professionalisering van het team, bv competentieontwikkeling mbv Integraal Teamleren verder vormgeven en stimuleren Werken aan een groeiend en stabiel aantal leerlingen (min. 50 ll). Meer gebruik maken van elkaars kwaliteiten (schoolniveau-clusterniveau en Stichtingsniveau) Focus blijven houden op gestelde doelen, zodat de werkdruk acceptabel blijft: veerkracht en (mentale) gezondheid bewerkstelligen. Versterken en uitbreiden lokale samenwerking van het cluster.

Ouders/verzorgers. -

Ouderparticipatie versterken: ouders als partners. Gebruik maken van kennis en kwaliteiten ouders.

7.2. Streefdoelen. -

Ons schoolklimaat wordt bepaald door veiligheid, rust en regelmaat Op onze school wordt handelings- en opbrengstgericht gewerkt. Op onze school is Passend Onderwijs ingevoerd Op onze school wordt systematisch en gestructureerd aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Op onze school wordt in groep 1 t/m 8 Engels gegeven Op onze school worden de kinderen voorbereid op de overgang naar het voortgezet onderwijs. Op onze school worden coöperatieve werkvormen toegepast in de lessen Op onze school werken wij aan onze eigen professionalisering Wij staan als school in contact met onze omgeving Op onze school worden de vaardigheden van de 21ste eeuw aangeboden Samen met onze partners willen wij een doorgaande lijn voor kinderen realiseren. Op onze school is de ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie hoog. Op onze school maken wij gebruik van elkaars kwaliteiten Op onze school bieden wij kinderen kennis en vaardigheden bij op het gebied van burgerschap en cultuureducatie. Op onze school is er een aanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen.

7.3. Streefbeelden. In deze paragraaf worden de streefbeelden van een aantal veranderonderwerpen beschreven. De concrete uitwerking van deze onderwerpen is terug te lezen in de jaarplannen. Per jaarplan staan er ongeveer 4 centrale thema’s op de planning, dat kan betekenen dat we niet alle gestelde doelen kunnen realiseren in de komende schoolplanperiode. Daarnaast worden in deze paragraaf ook de streefbeelden beschreven die zijn meegenomen vanuit de zelfevaluatie van Integraal. In paragraaf 7.8 worden deze onderwerpen weggezet over vier jaren. In de jaarplannen worden de doelen en normen verder geconcretiseerd. Onderwijs en zorg -

-

Handelingsgericht en opbrengstgericht werken; In de afgelopen schoolplanperiode is er al een mooie start mee gemaakt en dit moet over vier jaar op een goede manier onderdeel uitmaken van de manier van werken. Coöperatieve werkvormen; toepassen tijdens de instructies, waardoor kinderen met elkaar discussiëren over de leerstof, ze elkaar uitleg geven en informatie en elkaar aanvullen. De kinderen zoeken samen naar een oplossing en helpen elkaar.


36

-

-

-

-

-

Differentiatie vanuit de groepsplannen verder vormgeven; Het doel is om alle leerlingen een bepaald niveau te laten behalen door te variëren in de instructiewijze en de instructietijd. Eigenaarschap bij leerlingen stimuleren; leerlingen presteren beter als zij intrinsiek gemotiveerd zijn. Het leerproces van leerlingen wordt gestimuleerd als zij de leersituatie functioneel en betekenisvol vinden en zich eigenaar voelen van hun leerproces. Door expliciet aandacht te besteden aan zelfbeoordeling, wordt ingespeeld op het creëren van een onderwijsleersituatie die leerlingen uitdaagt tot actief handelen, onderzoeken en verwoorden van wat ze denken. Taalbeleidsplan voor VVE populatie implementeren; zie taalbeleidsplan Profilering Wetenschap & Techniek; vaardigheden 21ste eeuw; Onderzoekend en ontwerpend leren stimuleert de nieuwsgierigheid en zorgt er ook voor dat kinderen kritisch denken en creatief zijn. Engels groep 1 t/m 8; Vanaf jonge leeftijd kinderen in aanraking laten komen met Engels, zodat de spreek-, luistervaardigheid groter is bij het verlaten van het primair onderwijs. Borgen en evalueren; zorgen dat de ingezette ontwikkelingen op een goede manier blijven voortbestaan en niet verwateren. ICT als hulpmiddel verder integreren in het onderwijs, eigen bekwaamheid verder ontwikkelen en meer aandacht besteden aan mediawijsheid Vreedzame school. Methode/aanpak sociaal emotionele ontwikkeling implementeren om sociale veiligheid te borgen. Verder ontwikkelen planmatige zorg, waarbij de voortgang wordt gemonitord door middel van een jaarlijkse zelfevaluatie. Passend onderwijs; alle kinderen moeten een passende onderwijsplek krijgen, waarbij de school in het schoolondersteuningsprofiel aangeeft wat zij kunnen bieden. Aanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen; naast aanbod in de klas; digitale plusklas en de plusklas in samenwerking met De Korenbloem en De Schovenhorst. Aanbod burgerschap en cultuureducatie; bevorderen van culturele, persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen.

Personeel en organisatie -

-

-

Afgelopen schooljaar is de Stichting gestart met het organiseren van Professionele leergemeenschappen; o.a. Masterclasses voor alle personeelsleden. De komende jaren wordt dit voortgezet en zal er steeds meer gedifferentieerd worden om zo het personeel te voorzien van kennis op maat. Elk schooljaar staat er een ander thema centraal, dit wordt verder beschreven in de jaarplannen. Teamleren (PLG); op een lerende manier werken in een team; het vermogen hebben om te blijven reflecteren op het handelen en het leerproces, de opvattingen en de manier van leren en vervolgens de uitkomst hiervan om te zetten in acties maar ook open te staan voor (nieuwe) ontwikkelingen binnen en buiten de school en daarop te anticiperen. De concrete uitwerking wordt beschreven in de jaarplannen. Competentieontwikkeling; Integraal biedt de mogelijkheid om competenties van personeel in beeld te brengen en de ontwikkeling te volgen. PR en communicatieplan; Een schoolspecifiek plan op basis van Stichtingsbrede uitgangspunten. Meer gebruik maken van elkaars kwaliteiten (schoolniveau-clusterniveau en Stichtingsniveau); doel: kennis delen, leren van en met elkaar. Focus blijven houden op gestelde doelen, zodat de werkdruk acceptabel blijft. Het doelenbord zorgt voor inzichtelijkheid van het jaarplan en urgentiebesef. Inzet personeel; na een aantal jaren wisselen van groep; daardoor wordt de organisatie flexibeler en minder kwetsbaar.


37

Ouders/verzorgers -

Ouderportaal Parnassys; Ouders krijgen op die manier inzicht in de behaalde resultaten van hun kind(eren) en de hulp die eventueel extra wordt geboden. Gebruik maken van kennis en kwaliteiten ouders; doel: kennis delen, leren van en met elkaar.

Contacten extern -

-

In gesprek met de partners om o.a. samen het thema ‘Ouderparticipatie’ verder uit te werken. Overige thema’s die voor de komende schooljaren op het programma staan zijn; a. VVE kinderen overdracht en aanbod b. Gemeenschappelijke themaweken/ thema’s c. Een doorgaande lijn aansluitend op ons onderwijsaanbod d. Eén pedagogisch klimaat berust op dezelfde aanpak Versterken en uitbreiden lokale samenwerking. Als school maak je onderdeel uit van de maatschappij. Burgerschapsvorming is een onderwerp dat binnen ons onderwijsaanbod aan de orde komt. Het brengt kinderen de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Een gedeelte van de burgerschapsdoelen komt aan de orde binnen het lesaanbod, voor het andere gedeelte moeten we in contract treden met de omgeving.

7.4. Consequenties van het beleid Onderwijs De resultaten van de tussenopbrengsten en eindopbrengsten moeten aan de basisnormen van de inspectie voldoen. Dat vraagt in eerste instantie een blijvende en belangrijke focus en investering van tijd van de leerkrachten. Personeel en organisatie Stichting Proo is een lerende organisatie die kwalitatief hoogwaardig onderwijs biedt waarin het gedrag van leerlingen, ouders en medewerkers zich kenmerkt door het nemen van verantwoordelijkheid, een respectvolle omgang met elkaar en de omgeving, kritisch denkvermogen, proactief handelen, leren van elkaar en een hoog niveau van vakmanschap. Dat betekent concreet dat wij ons op verschillende manier (masterclasses, team leren) continu blijven ontwikkelen om er voor te zorgen dat wij de leerlingen bieden waar ze recht op hebben, namelijk goed onderwijs. De beschreven koers in dit schoolplan vraag optimale kennis en vaardigheden van de leerkrachten. Communicatie Wij zien onze ouders als partners in de ontwikkeling en opvoeding van hun kinderen en onze leerlingen. Dat betekent dat: - wij ons op de hoogte willen stellen van de opvattingen en verwachtingen van ouders over de school. We houden daar rekening mee. - wij ons laten informeren over de opvattingen en bevindingen van ouders over de ontwikkeling van hun kind op school en thuis - wij ouders tijdig en regelmatig informeren over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind(eren) - wij ouders betrekken bij activiteiten - wij onderwijs ondersteunend gedrag van ouders in de thuissituaties stimuleren - wij ouders actief betrekken bij het onderwijs en stimuleren openheid en uitwisseling over verwachtingen en grenzen Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

38

Voor de school is het belangrijk dat om de opbrengsten van dit beleid met ouders en externen te delen. Huisvesting en inrichting Door het teruglopende aantal leerlingen zal de inrichting van de school verder moeten worden geoptimaliseerd naar de huidige situatie; er worden wellicht ruimten gesloten en materialen afgestoten. Ook worden mogelijkheden tot verhuur van ruimte onderzocht. Financiën Stichting Proo heeft sinds januari 2015 de financiële-, salaris- en personeelsadministratie uitbesteed aan Onderwijs Bureau Twente (OBT). Voor het voeren van de algehele financiële administratie en beheer zijn op het bestuurskantoor een controller en een portefeuillehouder aangesteld. Stichting Proo heeft een planning- en controlecyclus vastgesteld die bestaat uit een begrotingscyclus en een verantwoordingcyclus middels een jaarrekening en jaarverslag. Jaarlijks worden de scholings- en investeringswensen in beeld gebracht en op basis van het budget en het strategisch beleidsplan wordt gekeken welke verzoeken kunnen worden gehonoreerd. Voor het jaar 2015-2016 is er een investeringsbedrag toegekend om een methode/aanpak sociaal emotionele ontwikkeling aan te schaffen. Voor scholing komt het team van Klein Schovenhorst in aanmerking voor de masterclasses en training Vreedzame School. Streefdoelen en normen vanuit Integraal Planmatige ondersteuning Waarnemen en begrijpen De leerkracht signaleert tijdig voorsprong en achterstand in ontwikkeling van kinderen. De leerkracht geeft logische verklaringen voor de ontwikkeling van resultaten. De leerkracht heeft per kind inzicht in de stimulerende en belemmerende factoren met betrekking tot de ontwikkeling. De leerkracht stelt de onderwijsbehoeften van de kinderen vast. De leerkracht laat ouders actief meedenken over de begeleiding van hun kind in de groep. De leerkrachten volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen bijzondere zorg nodig hebben. De school heeft heldere procedures en regels betreffende kleutergroepverlenging opgesteld.


39

Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen Het percentage zittenblijvers is jaarlijks lager dan 2%.

Planmatig handelen Analyses leiden tot beredeneerde keuzes met betrekking tot aanbod, instructie, verwerking en leertijd. De ontwikkelingsperspectieven, groeps- en hulpplannen zijn van hoge kwaliteit. Bewaakt de voortgang van ontwikkelingsperspectieven, groeps- en hulpplannen. Evaluatie door de leerkracht leidt tot onderbouwde keuzes voor het vervolg. De leerkracht bereikt dat leerlingen ‘eigenaar’ zijn van hun handelingsplan. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de leerlingen. De school voert de zorg planmatig uit. De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg

Organisatie en aansturing De interne begeleider implementeert criteria en richtlijnen m.b.t. het bieden van extra ondersteuning. De school is in staat vroegtijdig leer-, opgroei en opvoedproblemen te signaleren. De school hanteert een sluitende aanpak op sociale veiligheid en gedragsproblemen. De school hanteert een adequaat protocol voor medische handelingen. De interne begeleider implementeert criteria en richtlijnen m.b.t. het opstellen en uitvoeren van ontwikkelingsperspectieven. De interne begeleider implementeert criteria en richtlijnen om een ononderbroken ontwikkeling van kinderen te bevorderen. De interne begeleider evalueert systematisch de kwaliteit van de uitvoering van waarnemen, begrijpen, plannen, handelen en evalueren. De interne begeleider ondersteunt leerkrachten systematisch in de fasen van waarnemen, begrijpen, plannen, handelen en evalueren.


40

De interne begeleider implementeert richtlijnen en procedures om goede samenwerking met ouders/verzorgers over de begeleiding van het kind te realiseren.

Leerlingondersteuning De leerkracht komt direct in actie wanneer kinderen extra begeleiding nodig hebben. De leerkracht gaat met ouders in gesprek om een compleet beeld te krijgen van het kind. De leerkracht denkt samen met de ouders na over wat de beste begeleiding is voor hun kind.

Cultuur Personeelsleden zijn tevreden over de wijze waarop ouders actief betrokken worden bij de ondersteuning van hun kind. Ouders zijn tevreden over hoe men op school met hen samenwerkt rondom de begeleiding van hun kind.

Resultaten onderwijs Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.

Zorg voor kwaliteit Voorwaarden voor kwaliteit De school verzamelt systematisch informatie over de kenmerken van de leerlingenpopulatie. De school stemt het onderwijsleerproces af op de kenmerken van de leerlingenpopulatie. De school zorgt voor een heldere (aan)sturing en het richting geven (waar dat kan wordt ruimte geboden en verantwoording gegeven). De school werkt met een kwaliteitszorgsysteem en zet Parnassys daarbij in.

Systeem voor zelfevaluatie De school analyseert systematisch het onderwijsleerproces. De school plant ieder jaar activiteiten in om de kwaliteit van het onderwijs te borgen en te verbeteren. De school onderzoekt systematisch de effecten van de genomen verbetermaatregelen.


41

Resultaten De resultaten van de leerlingen voor de Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Onderwijs Onderwijsleerproces De kwaliteit van de instructie, de afstemming en het leerstofaanbod zijn op een voldoende niveau. De bekwaamheid van de leerkrachten in de 7 essenties van goed les geven zijn op een voldoende niveau. De didactiek van het begrijpend lezen is in een doorgaande lijn beschreven: dit geeft leerkrachtenvaardigheden en de kennis van het onderwijs in begrijpend lezen aan. De leerkrachten verzorgen effectief rekenonderwijs door het voldoende verzorgen van o.m. een doorgaande lijn, een effectieve instructie, een optimale afstemming en een adequaat leerstofaanbod, strategieën voor leren en denken. De leerkrachten verzorgen effectief spellingonderwijs door het voldoende verzorgen van o.m. een doorgaande lijn, een effectieve instructie, een optimale afstemming en een adequaat leerstofaanbod, strategieën voor leren en denken. Leerstofaanbod Engels wordt wekelijks de groepen 1 t/m 8 aangeboden Wetenschap & techniek wordt wekelijks in de groepen 1 t/m 8 aangeboden Muziek wordt wekelijks in de groepen 1 t/m 8 aangeboden Lessen cultuureducatie worden wekelijks in de groepen 1 t/m 8 aangeboden De school werkt met een nieuwe rekenmethode Er is een passend aanbod voor de A+ leerlingen Samenwerking en communicatie met ouders Ouders worden structureel bevraagd hoe de leerkrachten de begeleiding en ondersteuning van die kinderen vorm kunnen geven Sociale veiligheid Leefklimaat op de school Er is een klimaat waarin iedereen zich veilig voelt.


42

De methodiek “kanjertraining” is ingevoerd.

Leerlingparticipatie Leefklimaat in de groep De leerkracht werkt met de groep doelgericht aan het realiseren van een positief groepsklimaat.

Leerklimaat in de groep De leerkracht bereikt dat kinderen van en met elkaar leren. De leerkracht bereikt dat kinderen zelfstandig leergedrag ontwikkelen.

Instructie De leerkracht bereikt dat kinderen in eigen woorden kunnen zeggen wat ze aan het einde van de les moeten weten of kunnen. De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Imago De PR & imago (speerpunt en focus).

7.5. Motto Het schoolplan draagt het volgende motto: De missie van Klein Schovenhorst luidt: ‘Meer dan alleen een school’. Wij willen voor onze leerlingen meer dan alleen een school zijn. Het veilige en vertrouwde gevoel dat de leerlingen hebben, is iets waar wij trots op zijn. De aandacht voor normen en waarden en het accepteren van elkaar zoals je bent, staan op Klein Schovenhorst hoog in het vaandel. Binnen de groepen wordt er veel met elkaar gesproken over het omgaan met elkaar. Sfeer, veiligheid en openheid, je op je gemak en gewaardeerd voelen, zijn onderwerpen die synoniem geworden zijn voor Klein Schovenhorst. Het zijn onderwerpen waar wij ook in de toekomst veel aandacht aan zullen besteden. Wij houden binnen ons gehele onderwijs rekening met de basiswaarden van de democratische rechtstaat. Dit zijn:  Vrijheid van meningsuiting  Gelijkwaardigheid  Begrip voor anderen  Verdraagzaamheid  Autonomie Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

43

 Afwijzen van onverdraagzaamheid  Afwijzen van discriminatie Deze basiswaarden maken het mogelijk dat leerlingen en leerkrachten in harmonie met elkaar kunnen samenleven, met daarbij de mogelijkheid om van elkaar te mogen verschillen. 7.6. Planning afname vragenlijsten Planning voor de komende vier jaren voor het uitzetten van de vragenlijsten uit Integraal en de RI&E (via Arbomeester). vragenlijst

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

Zelfevaluatie

Maart-april 2016

Facultatief

Facultatief

Maart 2019

Op onderdelen

Op onderdelen

personeelstevredenheidspeiling

Januarifebruari 2016

Leerling tevredenheidspeiling

Februari 2016

1ste kwartaal 2017

Najaar 2015

Najaar 2016

RI&E ZIEN

Februari 2017

1ste kwartaal 2017

Ouder tevredenheidspeiling Competentievragenlijst

1ste kwartaal 2019 1ste kwartaal 2019 1ste kwartaal 2019 Najaar 2017

Najaar 2018

Voorjaar 2018 Januari/juni

Januari/juni

Januari/juni

Januari/juni

7.7. Meerjarenplanning In deze paragraaf worden de doelen per schooljaar weergegeven. De concrete uitwerking van de doelen zijn terug te vinden in de jaarplannen.

Schooljaar

20152016

20162017

20172018

20182019

Passend Onderwijs, waarbij kinderen (mede)-eigenaar zijn van het leren. Het onderwijs sluit aan bij de leerbehoeften en –mogelijkheden van elk kind.

x

x

x

x

Ontwikkeling en profilering (bv.) als ‘techniek-school’, waarin ‘het werken met techniek’ geïntegreerd en projectmatig in het onderwijsprogramma opgenomen is. Vaardigheden 21e eeuw. Vreedzame school: implementatie van methode/aanpak sociaal emotionele ontwikkeling.

x

x

x

x

x

x

x

x

Onderwijskundige thema’s.


44

Ontwikkelen en versterken van een sterk positief pedagogisch klimaat, waarin de samenwerking met ouders, een veilig klimaat, ‘er bij horen en meetellen’ de pijlers zijn voor het verzorgen van onderwijs. Handelings- en opbrengstgericht werken, w.o. het werken met een planmatig en beredeneerd aanbod voor alle leerlingen.

x

x

x

x

x

x

Op een geïntegreerde wijze aandacht voor de creatieve ontwikkeling van kinderen en de musische vorming, zoals drama, dans, beeldende vorming en muziek. Rekening houden in het programma met hoogbegaafdheid en de meervoudige intelligentie van kinderen, zoals: woordknap, rekenknap, beeldknap, muziekknap, beweegknap, samenknap, zelfknap en natuurknap. Engels in groep 1 t/m 8.

x

x

x

x

x

x

Visieontwikkeling op ouderparticipatie ontwikkelen samen met externe partners.

x

x

x

Personeel en professionalisering. Professionalisering: werken aan een sterk professioneel team. Kenmerkend voor dit team zijn: passie voor kinderen, gedrevenheid voor het goed onderwijs en het behalen van goede resultaten, ontwikkelingsgericht, flexibel, ondernemend en zorgen voor continuïteit. Werken aan een ondernemende school voor het nemen van initiatief, verantwoordelijkheid en het eigenaarschap van de gewenste ontwikkelingen. Gesprekkencyclus

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Competentievragenlijsten Integraal

x

x

x

x

Masterclasses

x

x

x

x

Teamleren

x

x

x

x

Ontwikkelen van een goede doorgaande lijn van Voorschool – Basisschool – Voortgezet onderwijs. Versterken samenwerking met externe organisaties.

x

x

Ouders als partners. Gebruik maken van de kwaliteiten en mogelijkheden van ouders in school, waaronder het gebruik maken van de beroepen van ouders. RI&E

x

Overgang PO-VO

x

x

x

x

Versterken lokale samenwerking op clusterniveau.

x

x

x

x

Organisatie en ouders.

x

x x

x

x

x

Kwaliteitsontwikkeling. Schoolplan 2015-2019 - OBS Klein Schovenhorst -

45

Tevredenheidsonderzoeken

x

Zelfevaluatie

x

OZKNV (zorg)

x

x x

x

x

Cursus Meldcode

x x

Methodevernieuwing

x

x

x

Huisvesting en Financiën. Verbeterpunten oppakken op basis van Integraal tevredenheidspeilingen.

x

x


46

8. Bijlagen 1) Vaststellingsformulier 2) Jaarplan(nen) 3) Methode aanbod


47

Bijlage 1 Vaststellingsverklaring Schoolplan 2015-2019

School: _______________________________________________________

Adres: ________________________________________________________

Postcode en plaats: ______________________________________________

Het schoolplan is besproken in de teamvergadering van

d.d. ______________

Handtekening directeur _____________________

Het schoolplan is besproken in de vergadering van de MR /Adviesraad van bovengenoemde school, die ingestemd heeft met / positief geadviseerd heeft over

d.d. ______________

Handtekening voorzitter MR / adviesraad

_______________

Het schoolplan is vastgesteld door het bevoegd gezag van bovengenoemde school

Plaats _______________________________

Naam _____________________

d.d. ________________

Functie _____________________

Handtekening ____________________

Bijlage 2 Jaarplannen


48

OBS Klein Schovenhorst

Recommend Documents