AGRA-MATIC ADVIES
MILIEU
BOUW
PRëV|NS>>P f\
.N
Doe, nr.; Class, nr.:
O 3 MRT 2015
Afdeling.
Het college van Gedeputeerde Staten van Frysian T.a.v. Afdeling Stêd en Piattelan Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden
Beh. door; 1 Afd, Hoofd lAWB..webn voor Kennisg. aangenomen/tel. afgedaan
Doorkiesnr. : 0318-675414 Meppel, 2 maart 2015 Faxnr. : 0318-675 409 Betreft : Aanvraag Nb-wetvergunning Dorpsstraat 39 te Haule Geacht college, Bijgevoegd treft u de aanvraag voor een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet voor het bedrijf aan de Dorpsstraat 39 te Haule in vijfvoud aan. Het betreft het bedrijf van de heer R. Brouwer. Wij verzoeken u deze aanvraag in procedure te brengen. Wilt u de hieruit voortvloeiende correspondentie richten aan de aanvrager, als ook aan Agra-Matic B.V., t.a.v. de heer B. Dijkgraaf, Postbus 396, 6710 BJ Ede? Bij voorbaat dank. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, AGRA-MATIC B.V.
B. Dijkgr Speclatist vergunningen
Agra-Matic B.V. Rubensstraat 175 6717 VE Ede Postbus 396 6710 BJ Ede Telefoon 0318 - 675 400 Fax0318-675
[email protected] www.agra-matic.nl Bank ABN-AMRO 52.49.44.520 KvK 16035207 BTW-nummerNL-808.030.322.B08 BICABNANL2A IBAN NL14ABNA0524944520 Verkopen, leveringen en diénsten geschieden volgens onze Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden, welke laatstelijk gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel van Centraal Gelderland.
provinsje fryslän provincie fryslän ^ Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Aanvraag vergunning
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (één van) de beschermde natuurgebieden in Fryslän.
Let op! Voordat u de aanvraag indient, verzoeken wij u nadrukkeiijk om contact op te nemen met de provincie over de voorgenomen activiteit. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 89 95, via e-mail
[email protected] of via de website www.fryslan.nl/nb-wet. Gebruik bij het invullen van dit formulier de beschikbare gebiedsinformatie. U vindt de gebiedsinformatie (ook) op www.fryslan.nl/nb-wet. Verstrek alle gegevens in de Friese of Nederlandse taal. Als u het formulier met pen invuit en het antwoord past niet op het formulier, dan kunt u het antwoord op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijiage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. Lever het aanvraagformulier en de bijiagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4-formaat aan. Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan. Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dienen per additioneel gebied 4 extra exemplaren te worden aangeleverd. Mogelijk is het ministerie van Economische Zaken bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. Deze aanvraag is via de website www.fryslan.nl/nb-wet beschikbaar en in te vullen als PDF-bestand. (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
Heeft u vragen bij het invullen? Als u hulp nodig heeft bij het invuiien of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Fryslên. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 89 95, via e-maii
[email protected] of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
Concept Wij verzoeken u om uw aanvraag eerst in concept in te dienen. Neem van te voren contact op met de afdeling Stêd en Plattelên; 058 - 292 89 95.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
-r--,,.
•• -fr
Algemene gegevens
1.1
Aanvrager of gemachtigde Organisatie Naam
(i) dhr. O "levr.
Straat
Dorpsstraat
Postcode en plaats
8432 PM Haule
Telefoonnummer
0516-577484
R.H.L. Brouwer ^
huisnr. 39
Faxnummer E-mailadres
1.2
Gebruiker Organisatie Naam
(•) dhr. O mevr.
Straat
Dorpsstraat
Postcode en plaats
8432 PM Haule
Telefoonnummer
0516-577484
Mts. R.H.L. Brouwer en E. Biemold Brouwer. huisnr. 39
Ü
Faxnummer E-mailadres
1.3
Locatie activiteit straat
I huisnr. 3^^,,,
Dorpsstraat ^:SÉé
Postcode en plaats
8432 PM Haule
Omschrijving locatie*
Locatie betreft een bestaande veehouderij.
Kadastrale gegevens
Donkerbroek; sectie: H; nummer: 53
Ligging in gemeente
Ooststellingwerf
Voeg a/s bijlage een topografische kaarte bij. Zie 4.1.
' Indien locatie niet is gekoppeld aan een huisadres.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
>er" -v :..Ai,-iyssi:,.-«,: •. - .• .j
-«„ ^ *'
- '
W-
•:
. :-»?• r
A'- " " ' '
f
i^xi.-,
1.4
ä2^^t5
Natuurgebied(en) waarop project/handeling effect heeft* Naam
: Bakkeveense Duinen (4.900 meter) Wijnjeterper Schar (8.425 meter) / Van Oordt'sMersken (15.475 meter) Fochteloerveen (4.500 meter) Drents-Fries Wold (8.720 meter)
1.5
Korte omschrijving hoofdlijnen van de activiteit. De activiteit betreft het voortzetten van de bestaande veehouderij. Daarnaast wordt het huidige veebestand uitgebreid. Hiervoor wordt NH3 aangetrokken van een exteme locatie.
Voeg als bijlage een situatietekening bij. Zie 4.2.
1.6
1.7
Welke Nb-wetvergunning vraagt u aan? I I
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
\7]
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
I I
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wetvergunning is verleend.
Gegevens laatst verleende Nb-wetvergunning Naam activiteit Datum vergunning Nummer vergunning Voeg een afschrift bij van eerder verleende vergunningen. Zie 4.3.
' Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiedsinformatie. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nl/nb-wet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998(Nb-wet)
;«jj
.
•• —..--4 •? . -u ^ . -r- I
J; ,. ^,» •>,••, . •••• " ,
1.8
Wat is er veranderd ten opzichte van de laatst verleende vergunning? De dieraantallen binnen de gebouwen worden aangepast. Zie voor de dieraantallen per gebouw de bijgevoegde diertabel.
1.9
1.10
Gaat het om een vergunning met bepaalde of onbepaalde tijd? I I
Bepaalde tijd, van
[/I
Onbepaalde tijd
tot
Welke andere vergunningen vraagt u aan? Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc.
Soort vergunning
Datum aanvraag
Aanvragen/aangevraagd bij (instantie en afdeling)
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
rt'^ST •* '• -J
-.ÄX -
• *• •
••^rs^^jitfcr .r--^ Ä^ -«.
»i«. *"..
I
-
•
•
Beschrijving van de activiteit
2.1
Geef een gedetailleerde beschrijving van uw activiteit. Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten.Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase).Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn:
a) Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied? b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? c)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoalswijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water?
d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? e) Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. f)
Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.?
g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? h) Is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit?
i)
Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten.
j)
Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging.
k) Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem? I)
Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?
m) Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap? n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Beschrijving activiteit: De activiteit betreft het houden van dieren in de bestaande gebouwen. Er vindt geen nieuwbouw plaats. In de gebouwen worden de dieren gehuisvest conform de bijgevoegde diertabel. Het dichtstbij gelegen natura 2000 gebied ligt op een afstand van meer dan 4000 meter. Hierdoor is een toetsing op de emissie en depositie van NH3 voldoende. Alle andere effecten zijn uit te sluiten.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
"•-jkML—t*j» \~-ft
2.2
tf •
• ^-
'
^
Welke habitattypen en diersoorten worden mogelijk verstoord? Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (zoals Vochtige Heiden of Blauwgraslanden) en aanwezige diersoorten in het gebied (zie gebiedsinformatie) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van informatie op de website www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.aspx Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én in welke mate.
Storende factoren
Habitattypen
Diersoorten
Gevoelig voor deze storende factor
G ZG
=
Zeer gevoelig voor deze storende factor
NG
=
Niet gevoelig voor deze storende factor
7
=
Niet voldoende informatie om hierover een uitspraak te doen
NVT =
Deze storende factor is op deze natuurwaarde niet van toepassing
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
«!»
s .,4»-5-5 ''•„
-
•,
•'.'
'
•' . • , •
":®!
2.3
Van welke stapeling van negatieve effecten Is er sprake? Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kande (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen(cumulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente. Zover wij weten is er geen sprake van cumulatie door andere projecten in de omgeving van de Dorpsstraat39 te Haule.
2.4
Middels welke maatregelen kunt u de verstoringen beperken? Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen omeventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatrege len de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/ of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikke len en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning. Voorbeelden van mitigerende maatregelen: • het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; • de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruiktematerieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op eenovereengekomen afstand van de oever; • alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, • afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. • afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
»
•'
"•
* ^1**"
IP
"•*•''*..':.;:A>''i.'i
,-. *• ' -i *,
i?JS30^'-_^-
"Ä,'; •*;.
'fej
;.v''
De depositie op de natura 2000 gebieden neemt door het toepassen ven externe saldering niet toe. Overige p effecten zijn uit te sluiten gezien de afstand tot de natura 2000 gebieden.
Let op! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit onherstelbare, negatieve effecten kan hebben op het gebied en/of aanwezige relevante soorten, kan de provincie Fryslan u vragen om een aanvullende analyse: de zogenaamde 'passende beoordeling'. De provincie neemt in dat geval contact met u op. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een eventuele 'passende beoordeling', dan adviseren wij u om zelf contact op te nemen met de provincie Fryslan.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
wmm L
•.
vnil^lilli 1111,1, ..
V >•;: .='ir*.; .r :f; •%-
%''Äi5:-....
Voorwaarden en verplichtingen
De aanvrager verklaart: 3.1
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
3.2
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijnvoor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordelingen controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan demet behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voortsdat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats:
Haule
Datum: Naam ondertekenaar:
R.H.L. Brouwer
Functie / hoedanigheid ondertekenaar:
Eigenaar
Machtiging (bijvoegen indiende aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend):
Handtekening :
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Voorwaarden en verplichtingen
De aanvrager verklaart; 3.1 alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt. 3.2
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijnvoor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslên onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordelingen controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan demet behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren,-
3.4 ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voortsdat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats:
Haule
Datum; Naam ondertekenaar;
R.H.L. Brouwer
Functie / hoedanigheid ondertekenaar;
Eigenaar
Machtiging (bijvoegen indiende aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend); Handtekening
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
:-a«aü. «* M.: • , «f?,
«»v
^-N. •
Overzicht van bijlagen en checklist
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activi teit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaal 1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit tot de rand van het gebied(en). (Indien deactiviteit buiten het natuurgebied valt) Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven op tekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen. 3.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake is van een bestaande activiteit.
4.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit.
5.
Voeg indien van toepassing een afschrift toe van het Milieu-effectrapport/ de Strategische milieubeoordeling.
6.
Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe omtrent de voorgenomen activiteit.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u ... •
alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in behandelinggenomen.
•
de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen?
•
op alle bijlagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag?
•
het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud of meer? Wan neer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dienen per additioneel gebied 4 extra exemplaren te worden aangeleverd.
•
het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Frysiän, afdeling Stêd en Plattelên, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden (het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 in Leeuwarden).
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
r-'
Kijk voor een actueel overzicht van de vereisten op (klik op de link): http://www.fryslan.nl/2111/natuurbeschermingswetvergunning-en-ammonlakdeposltie.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
^likgraa^^Barj^ Prins, Aly [
[email protected]] vrijdag 16 januari 2015 11:05 Dijkgraaf, Bart gegevens NB dorpsstraat 39 Haule Dorpsstraat 39 beschikking 28 februari 2002.pdf; Dorpsstraat 39 tekening 28 02 2002.pdf; Dorpsstraat 39 tekening jongveestal 28 februari 2002.pdf
Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:
Goedemorgen, In de bijlagen de gevraagde gegevens. De in de beschikking van 28 februari 2002 genoemde oprichtingsvergunning van 17 december 1980 en uitbreidingsvergunning van 19 maart 1993 hebben wij niet (meer) beschikbaar, niet meer aanwezig op papier en ook niet digitaal. De reden hiervan is waarschijnlijk, dat het op een gegeven moment gebruikelijk was, vergunningen te vernietigen, zodra er een revisievergunning verleend was. Als bewijs van de eerder verleende vergunningen heb ik wel een controlebrief uit 1997 toegevoegd. De gegevens van Dorpsstraat 81 volgen in een aparte mail.
Met vriendelijke groet, Aly Prins juridisch medewerker team dienstverlening Ruimte Aanwezig op: ma, di, do, vrij
ooststellingweff
Bezoekadres 't Oost 11 8431 LE Oosterwolde Postadres Postbus 38 8430 AA Oosterwolde
Denk aan het milieu voor u besluit deze mail te printen
Algemeen bereikbaar T 14 0516 Internet @owerf www.ooststellingwerf.nl
Direct nummer T(0516) 56 6340 M Directe mail
[email protected] www.ooststellingwerf.nl
h'lilic-'i/v
Gemeente Ooststeliingwerf
BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER Op 25 oktober 2001 hebben wij een aanvraag op grond van de Wet niiiieube heer ontvangen van de lieer R.H.L. Brouwer. De aanvraag betreft een revisievergunning voor een melkveehouderij aan de Dorpsstraat 39 te Haule. De inrichting is kadastr aal bekend, gemeente Donkerbroek, sectie H, nr. 53. De aanvraag bestaat uit een aanvraagformulier, een plattegrondtekening en een situatietekening. Hiermee zijn voldoende gegevens verstrekt om een goede beoordeling van de aanvraag mogelijk te maken. De aanvraag maakt in zijn geheel dee l uit van de ontwerpvergunning. PROCEDURE Met betrekking tot deze aanvraag w orden de procedures op grond van hoof dstuk 13 v an de Wet milieubeheer en afdeling 3.5 van de Algemene wet be stuursrecht gevolgd. De aanvraag is verstuurd naar de regionale In spectie van Groningen, Friesland en Drenthe. Er is g een reactie ontvangen. De aanvraag en ontwerpbeschikking hebben ter inzage ge legen van 14 nov ember 2001 tot 13 december 2001. OVERWEGINGEN Het bedrijf is vergunningpl ichtig op grond van de volge nde categorieën van het In richtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; categorie 1.1 onder a; elektromotoren categorie 5.1: opslag brandbare vloeistoffen categorie 7.1 onder b: opslag van kunstmest categorie 8.1 onder a: het houden van dieren Voor het bedrijf is eerder een vergunning op grond van de Wet milieube heer verleend. Op 17 december 1980 is een oprichtingsvergunning en op 19 maait 1993 is een uitbreidingsvergunning verleend voor een melkveehouderij met een totale veebezetting van 75 stuks melkvee en 60 stuks jongvee. Op 19 maart 1993 is een kennisgeving mestbassins Wet milieubeheer gedaan. De aanvrager wil de veebezetting uitbreiden en wijzigen in 110 stuks melkvee en 80 stuks jongvee. Om deze uitbreiding te realiseren wordt de bestaande ligboxenstal aan de westzijde 15 met er verlengd en wordt de reed s eerder vergunde, maar gedeeltelijke gebouwde jongveestal geheel gerealiseerd. Veehouderijbedrijven dienen te voldoen aan de Interimwet Ammoniak en Veehouderij. Dit betekent da t van de in de inric hting vrijkomende ammoniak geen hogere depositie op het dichtstbijgelegen bosgeb ied groter dan 5 hectare mag ve roorzaken dan 15 MOL/ha/jaar. Een depositie hoger dan 15 MOL k an alleen wor den vergund indien deze ammoniak in het kader van het ARP Ooststellingwerf is aangekocht. De inrichting valt niet onder een catego rie die bij een Algemene Ma atregel van Bestuur krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer is aangewe zen en is daa rom vergunningplichtig op grond van de Wet milieubeheer. Er is dan ook terecht een revisievergunning aangevraagd Het bedrijf bestaat uit een bestaande en uit te breiden ligboxenstal (stal 1), een bestaande jongveestal (stal 2), een bestaande werktuigenberging (3), een bestaa nde vaste mestopslag (3), een bestaand mestbassin (4), een bestaande melkstal met tankloka al (1) en bestaande sleufsilo's voor kuil- en maisvoer.
A
-2-
Wij hebben de aanvraag getoetst aan de criteria die zijn gesteld in artikel 8.8 van de Wet mi lieubeheer. Deze criteria en de uitkomsten van de toetsing staan hieronder vermeld. Ingevolge artikel 8.8, eerste lid van de Wet milieubeheer dienen bij de beslissing op de aanvraag in ieder geval betrokken te word en; de bestaande toestand van liet milieu, voor zover de inrichting daar gevolgen voor kan hebben; de met betrekking tot de inrichting en he t gebied waa r de inrichting zal zijn of is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zi jn met he t oog op de bescherming van liet mi lieu; de ingebrachte adviezen en bedenkingen; de mogelijkheden tot bescherming van het mil ieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzak en, te voorkomen, dan wel zoveel mogelijk te beperk en, voorzover zij niet kunnen worden voorkomen. Ingevolge artikel 8.8, tweede lid van de Wet milieubeheer dient in ieder geval bij de beslissing op de aanvraag rekening gehouden te worden met: het geldende Milieubeleidsplan; de geldende richtwaarden indien deze vastg elegd zijn krachtens of overeenkomstig de betreffende bepalingen van de Wet milieubeheer. Ingevolge artikel 8.8, derde lid van d e Wet milieubeh eer dient in leder geval bij de beslissing op de aanvraag in acht te worden genomen: de geldende grenswaarden, voor zovei' de verplichtingen tot het in acht nemen daar van is vastgeleg d krachtens of overeenkomstig de betreffende bepalingen in d e Wet milieubeheer en voortvloeiende uit de Wet geluidhinder; de geldende regels gesteld bij de Algemene Maatregel van Bestuur ingevolge artikel 8,45 vaii de Wet milieubeheer (de zogenaamde instructie-Algemene Maatregel van Bestuur); de geldende regels gesteld bij de provinciale Milieu verordening ingevolge artikel 8.46 van de Wet milieubeheer, behoudens voor zover een aanwijzing van de minister afwijking noodzakelijk maakt; de aanwijzingen die met bétrekking tot de beslissing op de aanvraag door onze minister zijn gegeven. Door het in werking heb ben van de inrichting ku nnen met name de volgende aspecten gevolgen hebben voor het milieu: 1. Door het in werking zijn van het bedrijf ka n schade aan voor verzuring gevoelige gebieden ontstaan. 2. Door het in werking zijn van het bedrijf kan stankhinder voor de omgeving optreden 3. Door het in werking zijn van het bedrijf kan bodem verontreiniging ontstaan. 4. Door het in werking zijn van het bedrijf kan w aterverontreiniging ontstaan 5. Door het in werkin g zijn van het bedrijf ka n er verkeershinder ontstaan. 6. Door het in werkin g zijn van het bedrijf ka n geluidhinder voor de omgeving optreden. Met betrekking tot de bescherming van het mil ieu en het voo rkomen of beperken van mogelijke nadeli ge gevolgen voor het milieu, merke n wij het volgende op. Ad 1 De inrichting dient te voldoen aan de Interimwet Ammoniak en Veehouderij. De depositie op het dichtstbijzijnde voor verzuring gevoelig gebied mag niet m eer bedragen dan 15 MOL/ha/jaar. De afstand tot het dichtstbijzijnde voor verzuring gevoelig gebied groter dan 5 hectare (Blauwe bos 141) bedraagt 880 meter. De depositie is 14,88 MOL/ha/jaar. Dit voldoet aan de eis van 15 MOL/ha/jaar. De inrichting is niet gelegen binnen een afstand va n 500 nieter v an een natuurgebied wat onderdeel vormt van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS). Bedri jven binnen 500 meter van de EHS zullen na 1 j anuari 2002 beperkt worden in de uitbreiding s- en huisvestigingsmogelijkheden. Deze regeling is voor Dorpsstraat 39 niet van toepassing. Ad 2 De omgeving kan in verban d met de aanwezigheid van een aanta l woningen gekarakte riseerd worden als categorie II van de brochure Veehouderij en Hinderwet van 1986 . De afstand van melkveehouderijen tot
-3-
woningen dient minimaal 50 meter te bedragen. De uitbreiding van de stal is op geen andere plaats te realiseren omdat de gehele melkveestal in dat geval verplaatst zou moeten worden. Uitbr eiding in oostelijke of noordelijke richting wordt belemmerd door andere woningen en door de ligging van het mestbassi n en de jongveestal. Verplaatsing van het gehele bedrijf is be drijfseconomisch geen haalbaar alternatief. Door de uitbreiding van de stal uit te voeren met een centrale afzuiging van de stallucht in de nok van de bestaande stal, komt het emissiepunt niet dichter bij w oningen te liggen. De afstanden van de eniissiep unten tot de woningen Dorpsstraat 35, Dorpsstraat 37, Dorpsstraat 41 en 43 bedr agen in de bestaa nde situatie respectievelijk 60, 35,25 en 40 meter. In de nieuwe situatie bedragen de afstanden tot de woningen Dorpsstraat 35, Dorpsstraat 37, Dorpsstraat 41 en 43 respecti evelijke 60, 35, 25 en 40 meter. De afstanden zijn dus ongewijzigd ten opzichte va n de reeds vergunde situatie. De minimumafstand van de stalmuur tot woningen dient in ieder geval 25 meter te bedragen. De afstand tot de woningen Dorpsstraat 35 en 37 bedraagt 27 en 28 meter. Hiermee wordt voldaan aan de brochure. De jongveestal is op meer dan 50 meter van woningen gelegen. De richtlijn van Cumulatie van stankhinder 199 6 is niet v an toepassing omdat het hier een melkveehouderij zonder intensieve tak betreft. De inrichting voldoet aan de afstandseisen van stankhinder. De mestopslag wordt gerealiseerd in mestkelders waar van de totale inhoud 1.050 m ^ bedraagt . Er is tevens een opslag van \'aste mest op een mestplaat met afvoer naar de gierkelder. De mest wordt afg evoerd naar eigen land. Ad 3 Er vindt opslag plaats van diesel/gasolie in een stalen tank welke voorz ien is van een opvangbak . De mestsilo voldoet aan de Algemene Maatregel van Bestuur mestbassins. Ad 4 Er bestaat een geringe kans op watei verontreiniging. Het afvalwater afkomstig van de melktankreiniging wordt in de mestkelders opgevangen. Er vindt geen lozing pla ats van bedrijfsa fvalwater op het oppervlaktewater. De inrichting is we l aangesloten op de riolering . Ad 5 De verkeersaantrekkende werking van de inrichting i s gering. Een en ander za l niet leiden tot overschrijding van geluidsniveaiis door vrachtverkeer. Ad 6 In de vergunning zijn voorschriften ter beperking v an geluidhinder opgenomen. Het vullen v an de voersilo's en de afvoer van mest dient in de dagperiode te geschieden. Ten aanzien van de bestaande toestand van het m ilieu in rela tie tot de inrichting kan vermeld worden, dat voor de inrichting in het verleden vergu nningen ingevolge de Hinderwet of de Wet milieubeheer zijn verleend. Er zijn ons geen noemenswaardige omstandigheden en /of situaties bekend, als gevolg waarvan thans sprake zou zijn van een milieuhygiënis che onaanvaardbare situatie. Tevens zijn er redelijkerwijs geen ontwikkelingen te verw achten in de omgeving van het bedrijf, die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu. Het gemeentelijk milieubeleid is vastges teld in het Milieub eleidsplan. De onderhavige aanvraag is niet in strijd met dit plan. Verder zijn geen richtwaarden, grenswaarden, regels en aanwijzingei\ zoals bed oeld in de arti kelen 8.8 en 8.9 van de Wet milieubeheer, van toepassing. Wij komen tot de slotsom, dat door de inrichting mo gelijk te veroorzaken gevolgen voor het milieu, zodanig zijn dat de gevraagde vergunning kan worden verle end. Daarnaast zijn wij van mening dat, in het bela ng van het bescherm en van het milieu, aan dez e vergunning de nodige voorschriften moeten worden verbonde n.
-4-
Deze voorschriften liebben ten doel, gelet op artikel 8.11 van de Wet milieubeheer, nadelige gevolgen van de inrichting op het milieu te voorkomen dan wel de grootst mogelijke bescherming tegen die gevolgen te bieden, als voorkomen niet (geheel) mogelijk is. Wij hebben dan ook een revisievergunning verleend aan de heer R.H.L. Brouwer voor het ^'erandeI•en v an de melkveehouderij aan de Dorpsstraat 39 te Haule. Oosterwokie, 2 |
2002
Burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf,
E. Jonge^k, hoofd afdeling Milieu. De aan de^ revisievergunning verbonden voorschriften zijn de hierna volgende:
Dorpsstraat 39 Haiile
-1-
Voorschriften bij milieuvergunning Dorpsstraat 39 Haiile VOORSCHRIFTEN melkveeiiouderij
1.
2.
3.
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
In de gehele inriciiting mogen ten iioogste aanwezig zijn: aantal diersoort Uitvoeringsregeling Amin, en Veehoud december 2000 110 melkvee A.l.6; 80 jongvee, < 2 jaar A.3; Spoel- en schrobwater mag niet op een openbare riolering uit de veehouderij worden afgevoerd, noch in de bodem of oppervlaktewater worden geloosd^ dit water moet naar een mestdichte opslagruimte worden afgevoerd. Deze opslagruimte mag niet zijn vo orzien van een overstort. De opslag van vaste mest buiten de stal moet geschieden op een mestdichte mestplaat, die is voorzien van een opstaande rand of een gelijkw aardige voorziening; de stapeling van de mest moet zodanig geschieden dat uitzakkend vocht niet van de mestplaat kan vloeien. Dit vocht moet door middel van een gesloten, mestdichte riolei ing worden afgevoerd naar een mestdichte opslagruimte als bedoeld onder voorschrift 2. De afzuigiiig van de stallucht van de ligboxenstaliiitbreiding aan de westzijde dient centraal te gescliieden op een afstand van minimaal 13 meter van die westgevel, De ventilatieopeningen in de gevels van de ligboxenstaluitbreiding aan de westzijde mogen alleen dienen voor luchttoevoer; door onderdruk dient te worden voorkomen dat stallucht uit deze ventilatieopeningen kan vrijkomen. De inrichting moet te allen tijde in een schone en ordelijke toestand en de opstallen en installaties moeten in een goede staat van onderhoud verkeren. Behoudens ter bemesting van grond volgens de normale landbouwpraktijken mag het terrein van de inrichting niet worden bevloeid of op andere wijze van mest of gier worden voorzien, Bij het verwijderen van mest en gier mag de omgeving niet worden verontreinigd. Vaste mest moet worden getransporteerd in daarvoor geschikte transportmiddelen, die op correcte wijze zijn beladen. Ramen van de stallen moeten, voor zover zij geen functie hebben voor luchtverversing ia de stallen, gesloten worden gehouden. Deuren moeten gesloten zijn behou dens gedurende het doorlaten van personen, dieren en goederen. Wanneer in de stallen dan wel op of nabij het erf ongedierte (zoals ratten, muizen of insecten) voorkomt, dienen doelmatige bestrijdingsmaatregelen te worden getroffen. Kadavers van dieren mogen niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Zij dienen, in afwachting van afvoer uit de inrichting, te worden geborgen in een deugdelijke waterdichte verpakking of in een goed gesloten, speciaal daarvoor bestemde ruimte. De elektrische installatie mag geen storing veroorzaken in radio- of televisieontvan gst. Hinderlijke stofverspreiding bij het vullen van voedersilo's moet worden voo rkomen door het via ontluchting ontwijkende stof op doeltreffende wijze op te vangen, bijvoorbeeld doormiddel van een doekfilter . Het pneumatisch of mechanisch vullen van voedersilo's of tankwagens voor spoelwater is verboden tussen 19.00 uur en 07.00 uur. Binnen een afstand van 10 meter van nitraathoudende kunstmeststoffen mo gen zich geen KI- of K2(licht ontvlambare)-vloeistoffen bevinden en binnen 5 meter geen K3vloeistoffen (gasolie/dieselolie). VOORSCHRIFTEN luchtverontreiniging en stankhinder
Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen, luchtbehandelings installaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze bijlage geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen hinder wordt ondervonden buiten de inrichting.
Dorpsstraat 39 Haule
- 2-
VOORSCHRIFTEN elektrische installatie
1.
De elektrische installatie moet voldoen aan NEN 1010. Indien ruimten aanwezig zijn met gasontploffinggevaar moet de daarin aanwezige elektrische installatie bovendien voldoen aan NEN 3410 en het elektrisch materieel aan NEN 3125, NEN-en 50014 tot en met 50020, NEN 50023 en NEN 50039.
VOORSCHRIFTEN ter beperking van de geluidhinder
1.
Het van de inrichting afkomstige equivalente geluidsniveau (L Aeq) mag, gemeten voor de gevels van dichtstbijgelegen woningen niet meer bedragen dan: 50 dB (A) van 07.00 uur tot 19.00 uur; 45 dB (A) van 19.00 uur tot 23.00 uur; 40 dB (A) van 23.00 uur tot 07.00 uur. Gemeten dient te worden volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai van 1999. 2. Onverminderd het gestelde in voorschrift 1 mogen incidentele verhogingen van geluidsniveaus, voor zover deze een gevolg zijn van de in d e inrichting aanwezige vast opgestelde toestellen en installaties, gemeten in de meterstand 'fast' als piekwaarde (Lmax) niet meer bedragen dan: 65 dB (A) van 07.00 uur tot 19.00 uur; 60 dB (A) van 19.00 uur tot 23.00 uur; 55 dB (A) van 23,00 uur tot 07.00 uur. 3. Het gestelde Lmax in voorschrift 2 is niet van toepassing op geluid afkomstig van transportverkeer gedurende de periode van 7.00-19.00 uur. 4. Alle lichtopeningen moeten steeds deugdelijk zijn beglaasd. 5. De deuren moeten gesloten worden gehouden tijdens het verrichten van lawaaimakende werkzaamheden; zij mogen slechts voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen worden geopend. 6. Gedurende het laden en/of lossen mag de motor van de bevoorradingswagen niet in werking zijn, behalve wanneer dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is. 7. Gedurende het laden en/ of lossen moet de autoradio van de bevoorradingswagen zodanig zijn afgesteld dat deze buiten de inrichting niet hoorbaar is. 8. Het warmdraaien van motoren van vrachtwagens op het terrein van de inrichting mag uitsluitend het leveren van remlucht ten doel hebben en mag niet eerder beginnen dan vijf minuten vooi" het vertrek van de auto.
Dorpsstraat 39 Haule
- 3-
VOORSCHRIFTEN voor de opslag van dieselolie in bovengrondse (horizontale) enkelwandige opslagtanks met een inhoud van maximaal 5 m3
1. 2.
3.
4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
15. 16. 17. 18. 19. 20.
Een tank moet vloeistofdicht zijn. De nominale plaatdikte van de tank bedraagt: - drie mm, indien de tank in staal is uitgevoerd, waarbij het staal tenminste voldoet aan de mechanische eigenschappen van FE 360 B volgens NEN-EN 10 025; - minimaal de dikte die gelijkwaardig is aan 3 mm dik staal ( mechanische eigenschappen van FE 360 B volgens NEN-EN 10 025), indien de tank uit een ander materiaal ot^ een andere kwaliteit staal is vervaardigd. Een tank moet omgeven zijn door een bak. De bak moet voldoende sterk zijn om weerstand te kunnen bieden aan de als gevolg van een lekkage optredende vloeistofdruk. De constructie van de bak dient zodanig t e zijn dat de in de bak aanwe zige dieselolie niet door de bodem en / of wanden van de bak buiten de bak kan komen. De inhoud van de opvangbak moet tenminste gelijk zijn aan de opslagcapaciteit van de tank. Zijn in de opvangbak meerdere tanks opgesteld en / of wordt (afgewerkte) olie De tank dient met twee zadels of vier poten te zijn uitgerust die zonder vervorming het gewicht van een volle tank kunnen dragen en die de onderzijde van de tank minimaal 150 mm van de bodem vrijhouden. Het uitwendige van een tank moet tegen corrosie zijn beschermd. Alle leidingen en appendages moeten vloeistofdicht zijn. De verbindingen van leidingen en flexibele verbindingsstukken moeten onder alle omstandigheden even sterk zijn als de rest van de leiding. De inwendige diameter van een eventueel op de tank aanwezige ontiuchtingsleiding of ontluchtingsopening dient tenminste 30 mm te bedragen. Een eventueel op de tank aanwezige vulleiding moet bij voorkeur zijn aangesloten boven het hoogst toegestane vloeistofniveau in de tank. De afleverslang dient in een deugdelijke staat van onderhoud te verkeren. Bij slijtage dient tot vervanging te worden overgegaan. Indien een tank is voorzien van een pei linrichting of vloeistofaanwijzer moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of breuk, onmogelijk is. Leidingen moeten afdoende tegen corrosie zijn beschermd. Een tank moet zijn omgeven door een bak. De bak moet voldoende sterk zijn om weerstand te kunnen bieden aan de als gevolg van een lekkage optredende vloeistofdru k. De constructie van de bak dient zodanig te zijn dat de in de bak aanwe zige dieselolie niet door opgeslagen in de bak, dan moet de opnamecapaciteit van de bak tenminste gelijk zijn aan de opslagcapaciteit van de grootste tank, vermeerderd met 10% van de gezamenlijke opslagcapaciteit van de overige tanks en / of vaatwerk. Een niet gecertificeerde opvangbak dient vóór ingebruikname op sterkte en op dichtheid beproefd te worden. Bij de beproeving dient de bak geheel gevuld te worden met water. Dit water dient gedurende tenminste 24 uur in de bak aanwezig te blijven. Het bevoegd gezag dient van de beproeving in kennis te worden gesteld om de gelegenheid te krijgen bij de beproeving aanwezig te zijn. Op plaatsen waar kans op verzakking bestaat moet een doelmatige fundering zijn aangebracht. Het leidingwerk, de afleverpomp, en vulslang / vulpistool in ongebruikte toestand, dienen binnen de projectie van de opvangbak gesitueerd te zijn. In de opvangbak zijn leidingdoorvoeringen niet toegestaan. Een in de buitenlucht opgestelde installatie (tank en appendages + bak) dient op een dusclanige wijze overkapt te zijn dat regenwater niet in de ba k terecht kan kome n. De installatie (tank met appendages / opvangbak, evt. afd ak) dient tenminste drie nieter van een erfscheiding te zijn gelegen. Een installatie moet voor onderhoud en inspectie op een doelmatige wijze bereikbaar zijn.
Dorpsstraat 39 Hauie
- 4-
21. Ten einde de eventuele aanwezigheid van water in de tank goed te kunnen vaststellen, moet de tank in de richting van het peitpunt onder een afschot van tenminste 1:100 zijn geplaatst. 22. Nabij opstelplaatsen van tankend materieel moet tenminste één draagbaar poeder blustoestel aanwezig zijn met een blusequivalent van tenminste 6 kg poeder. Het blustoestel moet onbelemmerd kunnen worden bereikt en moet steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn. Het blustoestel moet tenminste éénm aal per twee jaar door een erkend bedrijf op zijn goede werking worden onderzocht overeenk omstig NEN 2559. Na keuring moet op de blusser een sticker of label worden aangebracht, waar op tenminste de keurende instantie en de keuringsdatum is vermeld. Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. 23. In de omgeving van de installatie mogen tot op een afstand van vijf meter geen brandgevaarlijke activiteiten worden uitgeoefend. 24. De omgeving van de tank moet vrij van brandgevaarlijke stoffen worden gehouden. 25. Bij het vullen van ee n tank vanuit een tankwagen dient zorg gedragen te worden voor permanent toezicht. 26. Indien een dieselolietank opgesteld is op een zodanige wijze dat tijdens het vullen permanent toezicht op de tank niet mogelijk is, dient op de tankinstallatie een overvulbeveiliging aanwezig te zijn. De overvulbeveiliging moet zijn voorzien van een Kiwa-keur conform BRL-K 636. 27. Een tank mag ten hoogste voor 95% met dieselolie worden gevuld. 28. Na het aftanken van motorvoertuigen dient de pomp en /of het vulpistool zodanig beveiligd te worden dat onbevoegd gebruik niet mogelijk is. T evens dient na gebruik het vulpistool deugdelijk opgehangen te worden binnen de projectie van de bak. 29. Tenminste eenmaal per jaar moet een tank door of namens de vergunninghouder op de aanwezigheid van (condens)water worden gecontroleerd. Eventueel aanwezig water dient te worden verwijderd en als gevaarlijk afval te worden afgevoerd. 30. Door of namens de vergunninghouder moeten de tank, appendages en opvangbak tenminste eenmaal per jaar uitwendig visueel geheel worden geïnspecteerd op vloeistofdichtheid en waar nodig worden hersteld. 31. Er dient een logboek op het bedrijf aanwezig te zijn, waarin geregistreerd wordt, wanneer de jaarlijkse controle op aanwezigheid van water heeft plaatsgeliad en wanneer de jaarlijkse uitwendige inspectie plaatsgevonden heeft. 32. Tevens dienen de uitkomsten en eventuele vervolgacties van de controle en inspectie liierin te worden vastgelegd.
VOORSCHRIFTEN bewaring KI- en K2-vloeistoffen (meei' dan 20 liter KI of 400 liter K2) in emballage
1.
2.
Indien de in bewaring zijnde Kl-vloeistoffen in emballage meer bedraagt dan 20 liter of de gezamenlijke hoeveelheid K2-vloeistoffen in emballage meer bedraagt dan 400 liter, moeten deze KI- en K2-vloeistoffen met uitzondering van de werkvoorraden welke voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk zijn, worden bewaard in daarvoor geschikte losse kasten, bouwkundige kasten, kluizen of opslaggebouwen of in een daarvoor geschikt vatenpark, als gedefinieerd in publicatieblad P-162-2, uitgave 1988, van het directoraat generaal van de arbeid. De uitvoering van de in voorschrift 1 genoemde bewaarplaatsen, alsmede de bewaring van de in dez e bewaarplaatsen aan wezige stoffen moet geschieden met inachtneming van het gestelde in publicatieblad P-163-2 uitgave 1988, van het Directoraat Generaal van de Arbeid.
Dorpsstraat 39
-5-
Haiile
VOORSCHRIFTEN voor de afvalstoffen 1.
Afvalstoffen moge n niet worden ver brand, beho udens in die gev allen waar volgen s een gemeentelijke verordening verbranden van de betrokken uit de inrichting afkomstige afvalstoffen is toegestaan. 2. Afvalstoffen, niet zijnde snoeihout, bladeren en soortgelijke afvalstoffen, of met afvalstoffen verontreinigd water mogen niet in de bodem worden gebracht of terecht kunnen komen. 3. Afvalstoffen, niet zijnde snoeihout, bladeren en soortgelijke afvalstoffen, moeten op gezette tijden uit de inri chting worden afgevoerd. Het afvoeren moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden. 4. Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze geschieden. Van afvalstoffen afkomstige geur mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden. 5. Een riolering voor de afvoer van afvalwater moet vloeistofdicht zijn uitgevoerd. 6. Indien afvalwater via een vet- of olieafscheider wordt afgevoerd of een slibvanger passeert, moet deze zo dikwijls dit voor de goede werking daarvan noodzakelijk is, worden ontdaan van vet-, olie-of slibafzetting. 7. De afvoe r van gevaarlijke afval stoffen dient te geschieden via een erken de inzamelaar voor gevaarlijk afval.
VOORSCHRIFTEN brandpreventie en brandbestrijding 1.
Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandblusmiddelen of bra ndbestrijdingsinstallaties aanwezig zijn. H et bevoegd gezag ka n te aanzien van de aard, de capa citeit, het aa ntal, en de plaats va n brandblusmiddelen of brandbestrijdingsinstallaties nadere eisen stellen. 2. Brandbliisiniddeien moeten steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn en onbelemmerd kunnen wor den bereikt. Draa gbare blustoestellen, slang haspels en andere brandblusmiddelen of brandbestrijdingsinstallaties moe ten éénmaal per twee jaa r door een desk undige wor den geco ntroleerd op hu n deug delijkheid. Het ond erhoud van kleine brandblusmiddelen moet overeenkomstig NEN 2559 geschieden. 3. Draagbare blustoestellen moeten voldoen aan NEN 3211. 4. Een tot de inric hting beh orend geb ouw mo et van een zo danige bra ndwerende constructie zijn dat, gelet op de te verwachten vuurbelasting, in aanmerking nemende de in het gebouw aanw ezige toestellen en stoffen, de daarin uitgevoerde werkzaamheden en de binnen de inrichting aanwezige brandpreventieve en brandrepressieve voorzieningen, alsmede de braiidbestrijdingsmogelijkliedeu van de plaats elijke bran dweer, in gev al van brandoverslag en branddoorslag daarvan naar de niet tot de inrichting behorende gebouwen wordt voorkomen. Het bevoegd gezag kan te aanzien van de hiertoe aan te brengen voorzieningen nadere eisen stellen
Dorpsstraat 39 Hau Ie
-6-
VOORSCHRIFTEN afvalwater 1.
2.
Het is ver boden op de riolering op enigerlei wijze afvalwater te lo zen dat, of afval stoffen te lozen die door samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid; A nadelige gevolgen kunnen opleveren voor de riolering, de rioolwaterzuiveringsinstal latie of enig ander werk dat de waterbeheerder in b eheer heeft en w aarop de riolering is aangesloten of voor de goede werking daarvan; B. schadelijke of verontreinigend kunnen zijn voor het ontvangende oppervlaktewater. Het bedrijfsafvalwater moe t via een gesc heiden en ges loten stelse l, de bedrijfsriolering, worden ingez ameld en ge transporteerd en afz onder lijk wor den behandeld; deze bedri jfs riolering moet zijn ontworpen op de maximale te verwachten hoeveelheid bedrijfs afvalwater.
VOORSCHRIFTEN preventie Energie 1. 2. 3. 4. 5.
Toegepaste aardgasgestookte CV-ketels moeten bij nieuwbouw en vervangiirg zijn voor zien van een HR-keurmerk err van eetr gaskeur schone verbranding. Verwarmingsleidingen die zi ch bev inden in ruim ten wa ar geen ruim teverwarming nod ig is, moeten doelmatig zijn geïsoleerd. Bij de vervanging moet de toegepaste verlichting binnen de inrichting van het energiezuinige type zijn, tenzij aangetoond kan worden dat dit niet mogelijk is. Buiten de werktijden mag de temperatuurinstelling van de ruimteverwarming irr karitoorruiniten maximaal 15®C bedragen. In de inrichting moe t een ener gielogboek word en aan gelegd, dat ter inzag e beschikbaar moet zijn en waar ten minste de volgende zaken in moeten worden bijgehouden: - het aardgasverbruik in m3 per maand; - het elektriciteitsverbririk in kWh per maand.
Water 1. 2.
Gegevens over waterverbruik moeten geregistreerd worden in m3 per maand. Binnen de inrichting dient be wust te wo rden omgegaan me t wat er. Waterverspilling dient te wor den teg engegaan. Bij nie uwe aans chaffingen of bedr ijfsveianderingen moet op dit aspect gelet worden.
WET MILIEUßEHEER aanvraag vergunning - tevens beschrijving Agrarische sector Gemeente Ooslslellingwerf Datum;
GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF
Num
In vijfvDiKi Indien«
•- IQ/. 057
Burgemeester en wethouders van de ganeente Ooststelling^erf
U> ^ O/"
Datim Gegevens aaiivrager Naam aan vrager Adres Postcode (5^^^ Telefoon
Plaats
Vl giO \e" ^
Verzoekt voor de hleraider cmschreven inrichting een vergunning I nzake het O qpri chten en In werking hebben van 'P^iiitbreiden en/of wijzi^n van O veranderen van de gebezigde werkwijzen in • tijdelijk karakter/duur van de hierraxJer cnjschrevai inrichting en wel voor een teniïL jn van
Telefax
O Si G —
A 03 ^ "
Verzoekt i.v.m. het veranderen van de inrichtini of van de werking daarvan, voor welke reeds één •of meer vergunningen zijn verleend, een nievwe de hiercnder cmschreven inrichting of cndenielen daarvan waarmee d ie verandering sanenljon^ijt anvattende, vergunning (art. 8.4)
Aard van dc inrictiling Hi.er de aard. Indeling en Tiitvoering van de inrichting vermelden, waarbij de termixrologie van bi jlage I béhoreiKle b ij het Inrichtingen- en vergurmlngenbesilult is aan te houden, zijnde: Inrichting voor het cp bedrijfsmatige wijze: Ie kweken, fokken, mesten, houden, yerhandelai, Verladen of wegen van d ieren; 26 telen, behandelen, veriiandelen, cpslaan of overslaan van landhouwprodukten..
W\g.\\r\/€e
. Door de gemeente geneente vin yin te vullen wULen C«itc@:n:ie /
,
SBI-oode
a/1 /
i
'laats waar de Inrichting is of zal werden cnserid^ lam i nrichting VA'V ^ r O v V/^ — *0 t g W> o \ Ot ires Th or-^-SS 3stcode Plaats Vj P" O lofoon ^ é> Telefax dastrale ligging ^ Sectie -V^ Nr(s) ^ fy> U ~w-u~ntactpersoon lefcm -tTs ^ =S--3Ll_é=ïA,3rd, Teiefa:« C?
% .
raag zonodig voorlichting aan het gemeenteoestuur welke andere '/ergunningen u nodig heeft voor het in b«}Ijf stellen van rw inridrtlng. i j de eianvraag ov er te leggen: n boindcundige p lattegDandtekening ia .vijfvoud, schaal niet kleinen: dan 1 : 200, doch bij Vi»rkeur 1 : IfX), uit- en inweiidige sa renstelllng van de inrichting en toebeliorcn aangevende (grens van de inrichting, l.igng/indel ing gebouwen, functie werkruimten, plaaising afparatuia/installaties, aanckiidlng emissiepninten) . dé omiddellijke ongeving' van' de inrichtiiyj binnen een stxvaal van 2öO .meter (aantal/typs/besttanninjg ouwen en terreinen) (dezo tekening dateren en (xndertekenen).
5 OMV^ANG AANVRAAG Aantal te houden
MEST Mestsysteon drljÊDest, Inhoud I n vaste mest 3m »•
Diersoort Ä.
VDimB VERGCMqNG(£N) MEST Aantal vol Mestsysteem gens huidi drljfinest, ge vergun- vaste mest inhoufi iiing(en)
i
MMJVEE
1.
Melle- en kalfkDeien (evenals zoo^ooeien) 1.1 Grrfstal (max. gctp- en kelder breedte 120 cm per koe) 1.2 locpstal met h ellende vloer en glergpot of met roostervloer; belden met speelsysteem 1.3 Loqpstal met hellende, gecoate vloer en glergpot] tiöx, 3 m2 me stbesmeurd op pervlak per koe 1.4 Overige bedrijven * 2.
Vroiwelljk jongvee tot ca. 2 jaar
3.
Vleeskalveren van ca. O tót 6 maanden
4.
Vleesstieren (evenals overig , vleesvee) tot ca. 2 jaar
B.
SCHAPEN
1.
Schapen i ncl. larinieren t ot ca. 45 kg
C.
OïniiN
1.
Melkgelten incl. aanfók
D.
VARf®B
1.
Fókzeugen i ncl. biggen tot ca. 25 kg 1.1 Blggencpfok (gespeende biggen) 1.1.1 Vlakke, gecoate keldervloer met tandïjeugslschnifsysteem 1.1.2 Overige bedrijven 1.2 Kraamzeugen (incl. bl^en tot spenen) 1.3 Ccmbinatlehckken ( 1.1 en 1.2) 1.4 Qaste/dragende zetigen 2. 2.1 2.2 «v•
Cpfokzeugen van ca. 25 kg tot de eerste dekking op: Volledig roostervloer Gedeeltelijk roostervloer, gehele hok.onderkelderd zender stankafsluiter
U-O
O'
O
?ö
Wi-
„ V r^-sV«VYje-'S't
-5 5 OMVANG (vervolg) AANVRAAG Aantal te houden Dlerscx)rt G.
EEÏIEN
1.
Ouderdiexen van sl achteenden; van O to t 24 ma anden
2. 2.1 2.2
Slachteenden Binnen mesten Buiten mesten (per afgeleverde eend)
H.
EEESDIEREN
^ I.1 1,2
Nertsen, per fofcteef Open mestcpslag cnder kooi Dagontroesting met afv oer naar een gesloten put
2.
Zilvervossen
3.
Blauwvossen, per foknoer
I.
KCNIJNEN
1.
Voedster Incl. ramnen, cpfdodieren en slachtkonijnen
J.
PAREIHENCERS
i..
PAAKIH-'N
Volwassen paarden (3 jaar en onder) 1.1 Zender grasland 1.2 Met grasland 1.
2.
Paarden in opfok (jcjnger dan 3 jaar)
MEST Mestsysteem drljftiest, inhctd In vaste mest m3
VEROWINGfEN) MEST Aantal vol Mestsysteen gens huidi drijfinest, MKXxi i n ge vergun- vaste mest m3
ningCen)
-6 VenfilaHc Op mttairlijke wijze Ct> mechanische wijze
m boven h et maaiveld/daklijn . ^ ^ l C m b oven h et maaiveld/daklijn (.VTT- a- VrC-^ K \c\ Vu-
^" )
Aantal elektrische ventilatoren stuks (met milieukoker) Aantal elektrische ventilatoren stuks (met regenkap) Qnschrijving van het stalventilatiesysteem is toegevoegd
•
D O
jVIeclianiscli Vermogen
"=S'K.t 'S e.W.V.K V-
Elektrorotoren Verbrandingsmotoren
Ao^
-x
)^
kW Y IV \AX
SJookinstaHafie Stal nr.
Soort brandstof
Capaciteit kH ( nominaal)
Chemische arvaisfoffen O Afgewerkte o lie D O lle/vetafzetting a Zand c .q. slii>afval a Accu's p T.L.-buizen P Ollefilters D Ve rfresten
lokatie
Hax. verbruik kg/h of mS/h
Hoeveelheid in (kg/jr)
Schoorsteenhoógte (in m boven da k)
Wijze van opslag
Thermishe is olatie index (It)
C)pslagc^in m3
Max. verbruik per jaar (in3)
Afvoerfrequentle Inzaanelaar per jaar
Q
p
P N.v.t. Opslag brandbare stoffen Soort
lype cpslagA" Hoeveelheid (csndergr./bovengr.)
Datiïu I nstallatie
Bij ondergrondse opslag tank- en installatie-certificaten bijvoegen. N.v.t.
Nr. op tekening
- y
Bedrijfsafyahvafer
(é, a a D
a
In gemeenteriool Op cip en water In septictank Iri bodem , N.v.t. Zand c .q. sllbvangei^ Vetafscheider Waterzuiverip^lnstallatle Olie/boijdne-afschelder BezitikWjver
Af- en aanvoerbewegingen vraclitwagens en/of fractorcii Vrachtwagens
tussen 07.00 en 19.00 xmr per dag/per week/per maand tussen 19.(X) en 23.00 uur per dag/per week/per maand tussen 23.00 en 07.00 uur per dag/per week/per maand
D D
{
Tractoren a
tussen 07.00 en 19.C©-uur per dag/per week/per maand tussen 19.00 en 23.00 uur per dag/per week/per maand tussen 23.00 en 07.00 uur per dag/per week/per maand
•
D
ncstrijdiiigsmiddelcii D a 0
N.v.t. Bestrljdingsmlddelerikast, niet betreedbaar i Betreedbare bestrljdinganiddelenkast Hoeveelheden d ie maxitiaal aanwezig z ijn per soort:
^ 1
•
W
kg/1 kg/1 kg/1 kg/1 kg/1
Opslag overige stoffen Worden i n het bedrijf • Kunstinestsiloj aantal a Brijvoederlnstallatie' a Heelsilo; aantal lo ja, Soort stof
stuks 4_ stuks
Hoeveelheid
VerpakklngjC.q. type cpslag
-
- 8 Amnioniak-iiifwerp beperkende maatregelen Wbrdai er speciale voorzieningen getroffen ter beperking van de uitrorp van cimicniak en/of stankveroorzakende stoffen? • Nee
j^Ja, Stal(len) nr,;
^5'^ (
Vborzieiilngen: Voorzieningen; Voorzieningen; Voorzieningen:
• QrBchrijvlng van bovenstaande u ltrstjrpbestrijdlngpmaatregelen is toegevoegd, a Certificaten van de stal of bedrijf zijn toegevoegd. Nailerc gegevens
Q.^ djg
b
"S-VA-^
\MQ 'rcA-'^ QXQ. Vo^(l-V-)d— f^:Vca\ CA¥ <^-Q\J O-tX-C^ . ng ake w e -i' %Ver \t C>\ CskoQ/N ^
K)oroi^
U loiTu-. Qvgw-) Q^e Vo o U VO
H i t4- Oi«^r ov y. •s'Ve?^ \r> o. vsj
y>
^
Toekomstige ontwikkelingen Hier vermelden de redelijkenvijs binnen afzienbare tijd te verwachten milieurelevante ontwlkkellngenj zoals aard/cmvang van wijzigingen of uitbreidingen van de inrichting of veranderingen van de in de inrichting ge bezigde werkwijzen. En in hoeverre nevenindustrieën in de nabijheid zullen worden g evestigl.
a N.v.t.
Firma stenpel,
De aanv rager ( handfSiening)
Behoort bij besluit van burgemeester en wethaslers van de gemeente Ooststellingjerf d.d. nr. De se cretaris, Bijlagen
stuks
Behqptï bij besluit van benw^^ d.d. ZQ-OZ'ZööZ f. E. Jongedijk hfd. afd. Milieu
«j.
Qi©(nni@©(n)b
Aan Mts. W. en R. Rrouwer en H. Kok
Ons kenmerk: milieu
Dorpsstraat 39
Onderwerp: controle Wet milieubeheer.
8432 PM
HÄULR
Oosterwolde,
? ß DEC. 1997
Geachte heren. Op 21 november 1997 is in het kader van do Wet milieiibeheer een controle afgelegd bij uw bedrijf. Voor uw bedrijf is op 17 december 1980 een oprichtingsvergunning verleend. Vervolgens is op 19 maart 1993 een uitbreidings/wijzigingsvergunning verleend voor het houden van 75 stuks melkvee en 60 stuks jongvee. Tijdens het bezoek is gebleken, dat er niet genoeg blusmiddelen aanwezig zijn. Er dient bij de werkplaats en hij het tanklokaal een brandblusser te worden geplaatst. U dient ervoor te zorgen, dat binnen twee maanden na het verzenden van deze brief, de benodigde blusmiddelen zijn geplaatst. Na genoemde termijn zal een hercontrole bij iiv7 bedrijf worden afgelegd. Hoogachtend, Burgemeester en vtfethouders van Ooststel 11ngwerf, hen,
, hoofd afdeling Milieu.
Bijlage: 1 postbus 38, 8430 AA OosterKolde, bezoekadres: Kulpenstreek 4, telefoon (0510) 5(i 0339, K.F. Thijssen, faK 56 63 46
£^/>o
zm ra^CTEH B.V. Tel. 0516 - 5774 74
O«: ^
RWwwc*wiw>«*mwMw*euww«8e«u«*rtw»ymaeww*we»iwroiu«iw*Ä
I Gemeente OoststeiÜngweii
i
.^ -
I Datum: Z^-r
? NuTnmen '^ÖT.
.•
• '3
J ' . -'
11 ^0
3 00
,300
240
n
/^oö
r^/9/9 T 3g
PLATTEGROND •
HA U
Jo/UéV^^S^^^
/r /öo
•BLRO 2.
Diertabel datum:
29-1-2015
NAAM AANVRAGER
R . Brouwer
ADRES
Dorpsstraat 39
POSTCODE en PLAATS
0432 PM Haide
AGRA-MATiC ADVIES
«»lltU
louw
TEL.
: 031847 S400
FAX.
: 031BB75409
ADRES BEDRIJF
Dorpsstraat 39
E-MAIL
: infoQagra-matlc.nl
PLAATS BEDRIJF
0432 PM Haule
adviseur
: A. Petter
RAV
Fljrtstof
Fïostof
factor/dier
totaal In OU/s
in pr/dler/k
tcdaal in gr/H
712,50
0
0.00
110
8.850
39,00
0
0.00
38
380
3.9
195.00
0
0.00
38
1.900
0
0,00
0
0.00
0
0
0
0.00
0
0.00
0
Aantal KgNH, kgNH3
Stal
code
BWUGL-nummer
dieren
p.pl.p.j.
totaal
M^dtoaien
Hgtxecenslal
A 1.100.1
Jongvee tot 2 jaar
B^wxenstal
A3
Vaditioneel
75
9,5
av.L
10
3.9
Jongvee lot 2 jaar
Jongveeetal
A3
n.v.l.
00
TOTAAL
946,50
RAV Dterceteqorie
Stal
code
MeWioctcn
ligboxenstal
A 1.1001
Jongvee tot 2 Jaar
llgtMxenstal
A3
Jongvee tot 2 Jaar
Jongveestal
A3
Aantal KgNH, kgNH3
Geuremissie
F^nstof
Fijnstor
dieren
p.pl.p.l.
totaal
factor/dief
totaal In OU/s
In ar/dler/)r
totaal In ar^r
trsdltioneet
110
9,5
1045,00
0
0,00
118
12.980
n.v.t.
30
3.9
117,00
0
0.00
38
1.140
n.vt.
90
3,9
195,00
0
0.00
38
1.900
0
0.00
0
0.00
0
0
0
0.00
0
0.00
0
BWUGL-twtnmer overige hulavestingssyslemen, beweiden
Overige hulsvesting
TOTAAL
1357,00
Aantal DBfcalegone
Hutev«8tlngssyatwiii llgbaxenetaJ
Jongvee lot 2 )aar Jongvee lot 2 Jaar
TOTAAL
Jongveeslal
Al.100.1
0 11 130
0.00
0,00
Kg NH, kg NH3
SWL/GL-nummefl dlewn I p.pl.p.|,{
totaal
Fljnstor factofMIer totaal
In OU/a
0 16.020
In af/dl«/|r
FIJnatof totaal InSUL
1045.00
0,00
12980
Overige twlsvesting
132.00
0,00
1.292
Overige twlavestlr«
179.40
0,00
1.740
Overige hulBveetlr«
19,00
0,00
340
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
overtgeKi
1376,00 voUoetaantMslliv
I
Natura 2000 gebieden en bedijfslocatie Weper 2 te Oosterwolde en Dorpsstraat 39 te Haule.
Gegenereerd op: 21-01-2015 met AAgro-Stacks Versie 1.0 Naam van de berekening: 20150119_AVM_vergunning 1980 Gemaakt op: 19-01-2015 16:39:30 Zwaartepunt X: 216,400 Y: 561,500 Cluster naam: Brouwer R., Dorpsstraat 39 te Haule Berekende ruwheid: 0,15 m
Emissie Punten: Volgnr. 1 2
BroniD ligboxenstal jongveestal
X-coord. 216 368 216 378
Hoogte 1,5 1,5
Y-coord. 561 454 561 485
Gem.geb. hoogte 1,5 1,5
Diam. 0,5 0,5
Uittr. snelheid 1,00 1,00
Gevoelige locaties: Volgnummer 1 2 3 4
Naam Drents-Friese Wold Wijnjeterper Schar Bakkeveense Duinen Fochteloërveen
X coördinaat 213 396 208 151 215 707 219 377
Depositie 0,11 0,08 0,34 0,26
Y coördinaat 553 257 563 404 566 351 557 816
Details van Emissie Punt: ligboxenstal (3146)
I I
Volgnr. 1 2
Code A 1.100.1 A3
Type melkvee jongvee
Aantal 75 10
Emissie 9.5 3.9
Totaal 712.5 39
Details van Emissie Punt: jongveestal (3147) Volgnr. 1
Code A3
Type
jongvee
566500 565995 565490 564985 564480 563975 563470 562965 562460 561955 561449 560944 560439 559934 559429 558924 558419 557914 557409 556904
Aantal 50
Emissie 1 Totaal 3,9 i 195
y
/ / \ \ ) // J
—
-T "
f
\
) /
V
rs (- 7 •
^ 0 5-
\ /
>(
41 5&
\ \
j
/
7
/
/
V
(
-3GÖ
>/
r
O
A 1&-
c
y
! *•
n5-
rs .0
z Crrs. 1.0^ JÊ
O u> O in O O O) O CM (M
O CM •ïf eO
lO O O u> *- CO in lO co CM O) O) O CO "ï xr ir> in to co
<M CM CM
CM
CM CM CM
T"
T—
?t
T—
T—
CM CM
CM
*-
40
to
to <35
to
K cO CJ> 00 00 Cl
CM CM CM CM CM
CM
to CD BO O) <35 C3> rt O) 01 O O CM <M CM CM CM
Emissie 752 195
Gegenereerd op: 21-01-2015 met AAgro-Stacks Versie 1.0 Naam van de berekening: 20150119_AVM_vergunning_2002 Gemaakt op: 19-01-2015 16:50:12 Zwaartepunt X: 216,400 Y: 561,500 Cluster naam: Brouwer R., Dorpsstraat 39 te Haule Berekende ruwheid: 0,15 m
Emissie Punten: Volgnr. 1 2
BronlD ligboxenstal jongveestal
X-coord. 216 362 216 378
Y-coord. 561 452 561 485
Hoogte 1,5 1,5
Gem.geb. hoogte 1,5 1,5
Diam. 0,5 0,5
Uittr. snelheid 1,00 1,00
Gevoelige locaties: Volgnummer 1 2 3 4
Naam Drents-Friese Wold Wijnjeterper Schar Bakkeveense Duinen Fochteloërveen
X coördinaat 213 396 208 151 215 707 219 377
Y coördinaat 553 257 563 404 566 351 557 816
Depositie 0,15 0,12 0,49 0,37
Details van Emissie Punt: ligboxenstal (3146) Volgnr. 1 2
Code A 1.100.1 A3
Type melkvee jongvee
Aantal 110 30
Emissie 9.5 3.9
Totaal 1045 117
Details van Emissie Punt: jongveestal (3147) Volgnr. 1
566500 565995 565490 564985 564480 563975 563470 562965 562460 561955 561449 560944 560439 559934 559429 558924 558419 557914 557409 556904
Code A3
Type jongvee
Aantal 50
Emissie 1 Totaal 3.9 1 195
r~
4Un
/ X
s -\ \
./ \
f{ \
V
/ \ ) /
J
\
( )
i \
K \
r1
" 1üil
•Qr - 0 U
\
}
—, lï^
- 70
/
)
) r/ >•
- 2 &s /\
/' y/
0
r/'
!•
ü
- 25 A
1u OU>OU>OU>OU>OIAv-U)^(0^(0«-(D OO^»-CMCMC0ir>Tl-Ttini0<£i
S3 SI Si
Emissie 1 162 195
Gegenereerd op: 28-01-2015 met AAgro-Stacks Versie 1.0 Naam van de berekening: 20150128_AVM_aanvraag_2015 Gemaakt op: 28-01-2015 14:07:33 Zwaartepunt X: 216,400 Y: 561,500 Cluster naam: Brouwer R., Dorpsstraat 39 te Haule Berekende ruwheid: 0,15 m
Emissie Punten: Volgnr. 1 2 3
BronlD ligboxenstal jongveestal melkstal/jongvee
Y-coord, 561 454 561 485 561 437
X-coord. 216 361 216 378 216 372
Hoogte 1,5 1,5 1,5
Gem.geb. hoogte 1,5 1,5 1,5
Gevoelige locaties: Volgnummer 1 2 3 4
Naam Drents-Friese Wold WIjnjeterper Schar Bakkeveense Duinen Fochteloërveen
X coördinaat 213 396 208 151 215 707 219 377
Y coördinaat 553 257 563 404 566 351 557 816
Depositie 0,15 0,12 0,49 0,37
Details van Emissie Punt: ligboxenstal (3146) Volgnr. 1
Code A 1.100.1
Type melkvee
Aantal 110
Emissie 9.5
Totaal 1045
Details van Emissie Punt: jongveestal (3168) Volgnr. 1
Code A3
Type jongvee
Aantal 34
Emissie 3.9
Totaal 132.6
Details van Emissie Punt: melkstal/jongvee (3180) Volgnr. 1 2
Type jongvee fokstieren
Code A3 A7
566500 S6S99S 565490 564985 564480 563975 563470 562965 562460 561955 561449 560944
Aantal 46 2
Emissie 3.9 9.5
Totaal 179.4 19
i-
iV
/
«IRA
ipi l
\ \
/ ( \ ; /
\ ) /
J ( ) /
i
c s
560439
559934 559429
558924 558419 557914 557409 556904
N
...
•—
\
}
)
:7-
)
y/
1 L Xi \ I
Ir
^^sLo— - 2L6
-^,o- o|,o
O
e
_
S5S^
lO
Diam. 0,5 0,5 0,5
Uittr. snelheid 1,00 1,00 1,00
Emissie 1 045 133 198
I
Cluster: Ambtenaar: Doorkiesnummer: Oils kenmerk;
VROM A. Prins-Olijve (0516) 56 6340
Aan de heer W. Koops Weper2 8431 RH OOSTERWOLDE
Onderwerp: controle Wet milieubeheer. Oosterwolde,
28
Geachte heer Koops, Op 3 april 2007 heeft de heer A.Prins van de afdeling VROM een bezoek afgelegd bij uw bedrijf in het kader van de Wet milieubeheer. Wet en regelgeving Voor de melkrundveehouderij is een milieuvergunningverleend op 20 augustus 1984, voor het houden van 101 stuks melkvee en 74 stuks jongvee. Daarnaast is een melding artikel 8.19 Wet milieubeheer gedaan op 12 mei 1989 voor een machineberging en mestkelder. Sinds 6 december 2006 is het BesluitLandbouw milieubeheer in werking getreden. Dit Besluit geeft algemene regels voor veehouderijen en vervangt de vergunningplieht. Gebleken is, dat ook uw bedrijf onder deze algemene regels valt. Dit betekent, dat de milieuvergunning en de artikel 8.19 melding van rechtswege zijn vervallen en de voorschriften van hetBesluit Landbouw in de plaats zijn gekomen van de voorschriften van de milieuverguiming. Er hoeft geen melding te worden gedaan, omdat de milieuvergunning als melding geldt. Tijdens het bezoek is geconstateerd, dat er momenteel circa 35 stuks zoogkoeien worden gehouden. Naleving voorschriften De bij het Besluit behorende voorschriften stuur ik u samen met deze brief toe. Aan de voorschriften van het Besluit wordt — voor zover gecontroleerd - voldaan.
Vragen? Als u meer informatie wenst, kunt u contact opnemen met de heer A. Prins, telefoon 0516-566341 of mevrouw A. Prins-Olijve. „MeJ. vriendelijke groet, \èester en wethouders van Ooststellingwerf,
ïdijk, afdelingsmanager VROM.
Postbu
430 AA Oosterwolde, bezoekadres: 't Oost 11, telefoon (0516) 56 62 22, fax (0516) 56 62 16 e-mail:
[email protected]
I GEMEENTE OOSTSTELLINQWERF
AZ,
Burgemeester en wethouders van OOSTSTELLINGWERF; gezien de op
21 april I983
ontvangen aanvraag van de heer M, Koops te Oosterv/olde, ' Vfeper 2, voor een vergunning ingevolge de Hinderwet voor het
f
oprichteh en in werking hebben van een rundveehouderij met diverse electromotoren met een gez9-menlijk vermogen van ongeveer 8 kV/, de opslag van gasolie in een boven grondse tank met een inhoud van 1200 liter,alsmede de opslag van mest, op het perceel kadastraal bekend, Oostervjolde, sectie E, nr« 599» plaatselijk bekend, Oosterv/olde, V/eper 2; overwegende/ dat de procedure overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3 van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne is uitgevoerd; dat door de inrichting mogelijk te veroorzaken gevaar, schade of hinder voldoende kan worden ondervangen door de hierna te noemen voorwaarden; gelet op de desbetreffende artikelen van de Hinderwet;
besluiten :
de gevraagde vergunning te verlenen', één en ander overeenkomstig een bij dit besluit behorend en als zodanig gewaarmerkt exemplaar van het verzoekschrift met tekening, en verder onder de volgende voorwaarden :
I
1. De inrichting moet te allen tijde in een schone en ordelijke toestand en de opstallen en installaties moeten in een.goede staat van onderhoud verkeren. 2. Behoudens ter bemesting van grond volgens.de normale landbouwpraktijken mag het terrein van de inrichting niet worden.bevloeid of op andere wijze van mest of gier worden voorzien. 3. Bij het verwijderen van mest en gier mag de.omgeving niet worden verontreinigd. Transport van dxinne mest en gier moet daarom geschieden in volledig gesloten tankwagens, die in een zindelijke staat moeten verkeren. Vaste mest moet worden getransporteerd in daarvoor geschikte transportmiddelen, die op correcte wijze zijn beladen. 4. Ramen van de stallen moeten, voor zover zij geen functie hebben voor lucht verversing in de stal, gesloten worden gehouden. Deuren moeten gesloten zijn behoudens gedurende het doorlaten van. personen, dieren of goederen. 5. Wanneer in de stallen dan wel op of nabij het erf ongedierte (zoals ratten, muizen of insecten) voorkomt, dienen doelmatige bestrijdingsmaatregelen te worden getroffen. 6. Het voer, met uitzondering van ruwvoer, moet worden bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaatsen, die rat- en rauiswerend zijn ingericht. 7. Op het terrein van de inrichting raag geen mest worden gedroogd of verbrand. 8. Kadavers van dieren mogen niet op het terrein van de inrichting worden begravenZij dienen, in afwachting van afvoer uit de inrichting, te worden geborgen in een deugdelijke waterdichte verpakking of in een goed gesloten, speciaal daar voor bestemde ruimte. 9. De elektrische installatie mag geen storing veroorzaken in radio- of televisie ontvangst. 10. Dunne mest, gier, spoel- en/of schrobwater moeten uit de stal worden afgevoerd naar de hiervoor bestemde vloeistofdichte opslagruimte. Indien deze opslag ruimte niet onder de stal is gelegen, mpet het transport naar de opslagruimte geschieden door middel van een gesloten riool of een daaraan gelijkwaardige voorziening. De opslagruimte mag niet zijn voorzien van een overstort. 11. De gezamenlijke opslagcapaciteit van de kelders moet minimaal 575 m3 bedragen, 12. Het pneumatisch vullen van voedersilo's of tankwagens voor gier of dunne mest is verboden tussen 20.00 uur en 07.00 uur. 13. Hinderlijke stofverspreiding bij het vullen van voedersilo's moet worden voor komen door het via ontluchting ontwijkende stof op doeltreffende wijze op te vangen, bijvoorbeeld door middel van een doekfilter. 14. In de inrichting mogen ten hoogste stuks rvindvee aanwezig zijn. 15. De in de opstallen aanwezige vaste mest moet zoveel mogelijk dagelijks worden verzameld en overgebracht naar een niet vloeistof doorlatende mestplaat, waarvan de plaats op de tekening is aangegeven. De stapeling van de mest op deze plaat moet op zodanige wijze geschieden, dat alle uitzakkende vocht binnen de rand van de plaat wordt opgevangen en afgevoerd naar de gierkelder. 16. In de tanks mag slechts gasolie worden opgeslagen, waarvan het vlampunt, bepaald volgens de methode Pensky-Martens bij 101,325 kPa, hoger dan 55° c is gelegen. 17. De stijfheid en de sterkte van de tank moeten voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van overdruk bij vulling of ©vervulling te voorkomen, terwijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd. 18. De tank (horizontaal, ten hoogste 50 m3 inhoud en vertikaal met bolle fronten, ten hoogste 30 m3 inhoud) moet een cylindrische vorm hebben en zijn vervaardigd van gewalst staal, dat ten minste voldoet aan de eisen voor Fe 37B, volgens Euronorm 25-67, tabel 2; de dikte van de voor de tankwand gebruikte plaat moet ten minste 3 mm bedragen. De bodems moeten bol zijn en zodanig gevormd, dat de bevestigingsnaad van de bodem aan de romp in het cylindrische deel van de tank is aangebracht; de bodems moeten minstens even sterk zijn als de romp van de tank; alle lassen moeten doorgelast zijn en overigens voldoen aan de eisen van goed vakmanschap. 19. De tank moet zijn voorzien van afsluitbare openingen, waardoor het inwendige wandoppervlak kan worden onderzocht.
I I
K.
20. De ondersteunende constructie van de tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan; op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, dient een doelmatige fundatie te worden aangebracht, 21. De tank moet op ten minste 3 m van een gebouw- of erfscheiding zijn geplaatst. 22. De tank moet zijn voorzien van een ontluchtingspijp met een inwendige middel lijn van ten minste 10 ram; de ontluchtingspijp moet tegen inregenen zijn be schermd. 23. In elke aansluiting op de tank beneden het hoogste vloeistofniveau moet zo dicht mogelijk bij de tankwand een stalen afsluiter zijn geplaatst; deze moet zodanig zijn uitgevoerd, dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan wel is gesloten. 24. Het uitwendige van de tank en de leidingen moet deugdelijk tegen corrosie zijn beschermd, bijvoorbeeld door een oppervlaktebehandeling en het direct daarna aanbrengen van een doelmatige verf. 25. De gehele installatie van de tank(s) en de leidingen moet.vloeistofdicht zijn, hetgeen vóór het in gebruik nemen, ten overstaan van een daartoe aangewezen ambtenaar, door een beproeving moet worden aangetoond, 26. Het vullen van de tank moet geschieden door middel van een aan de vulleiding gekoppelde,losslang en met zodcuiige voorzorgen, dat lekken en morsen van vloeistof wordt voorkomen. 27. De tank mag slechts voor 95% worden gevuld. 28. Onmiddellijk nadat de vloeistof in de tank is overgebracht en de losslang is afgekoppeld, moet de vulleiding met een goed sluitende dop of een afsluiter worden afgesloten, 29. Het equivalente geluidniveau (L Aeq) van de In de inrichting vast opgestelde machines en motoren raag, gemeten op een contour van 50 meter van die inrichting, niet meer bedragen dan: 45 dB (A) van 07.00 uur tot 19.00 uur; 40 dB (A) van 19.00 uur tot 23.00 uur; 35 dB (A) van 23.00 uur tot 07.00 uur. De piekwaarde (L max) mag gedurende het gehele etmaal de 45 dB (A) niet over schrijden. Gemeten dient te worden volgens meetmethode Al van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai IL - HR - 13 - Ol, van maart 1981, op een hoogte van 1.50 meter." Oosterwolde,
g Q ÄÜG. 1984
Burgeme^tgr^eiriJethoil^ers voornoemd,
, secretaris.
burgemeester,
I I I
I I I I
HINDERVffiT
verzoek om vergunning tevens beschrijving
Gemeente Odsbieüinyw
er{
Aan het college van burgemeester en wethou•ders van Ooststellingwerf te O 0"S T E R W O L D E
Datum; " Nummer:
--
'
DATUM
: 14 april 1983 NAAM VAN VERZOEKER : M. Koops POSTADRES ; Weper 2 8431 RH TELEFOON : 05160 " 3959 '
TE Oosterwolde POSTCODE :
verzoekt
.Q B C
)
•
van/voor
vergunning tot het oprichten of in. werking hebben
u ..
vergunning tot het uitbreiden of wijzigen d anwel de gebezigde werkwijze.(n) te veranderen een nieuwe, de gehele inrichting omvattende, vergunning S2) (aard van de inrichting)
, rundveehouderij
plaats waar de inrichting is of zal worden gevestigd ADRES .KADASTRAAL BEKEND GEMEENTE NUMMER (S)
TE Oosterwolde
Weper 2 ^ : :
1, a. Zullen in de inrichting verwarmingstoe stellen en verwarmingsketels aanwezig zijn? b. Zo ja, dan de'nominale capaciteit hier van vermelden in kcal/h of eventueel de produktie van stoom of damp in kg/h, de soort brandstof, alsmede het maximale brandstofverbruik in kg.of ,m3.per uur. 2, a. Zullen in de inrichting^j^randbare vloei stoffen aanwezig zijn? b. Zo ja, dan hier vermelden of aard van de vloeistoffen, de hoeveelheden en de wgze van opslag. 3. a. Zullen in de inrichting chemische stof fen aanwezig zijn? b. Zo ja, dan hier vermelden de soorten chemische stoffen, de hoeveelheden en de wijze van opslag. 4. Hoe worden de rookgassen afgevoerd?
SECTIE :
1
'
150 It. gasboiler
-ja dieselolie 2 X 600 It. bovengronds neen
dubbelwandige kanalen
1 I i
5, Hoe worden de dampen afgevoerd?
niet geforceerd
6. Hoe wordt het van de inrichting afkomstige afvalwater geloosd? 7, Wordt verwacht dat de inrichting luchtver ontreiniging zal veroorzaken? Zo ja, dan hier aangeven de aard en de hoe veelheid,alsmede de maatregelen die zullen worden genomen ter beperking of voorkoming van de luchtverontreiniging. 8. Is er van de inrichting ook geluidsoverlast te vrezen? Zo ja, dan hier aangeven de aard en de hoe veelheid, alsmede de maatregelen die zullen worden genomen ter beperking of voorkoming, van de geluidsoverlast, . ^ 9, Worden er gassen ih drukhouders bewaard in de inrichting? Zo ja, dan hier de aard, hoeveelheid en de wijze van opslag van dë.gassen vermelden. 10. Verwacht u dat er tegen uw aanvraag om hinderwetvergunning bezwaren zullen worden ingebracht?
gem. riool
neen
neen
neen
heen
Deze ruimte gebruiken voor eventuele uitgebreide toelichting op een of meer van de hier voor gegeven antwoorden.
van
Behoort bi) besluit ven ' Oosisteliingwerf 1%. <9, /-•"A -1
<9 <j
•
fO
bijgevoegd; een situatietekening
-
• .
een bouwkundige plattegrondtekening in
(in 7-voud) blad(en)
(in 7-voud)
«4-
handtèJ^^^iiTg verzoeker,
hi -