Noord-Veluwe. Omgevingsdienst. Aan het college van Gedeputeerde Staten Postbus AK PUTTEN. Geacht college,

Omgevingsdienst

Noord-Veluwe

Aan het college van Gedeputeerde Staten Postbus 400 3880 AK PUTTEN

Zaaknummer Behandeld door Datum Betreft

:Z-13-00531 : R. Kleijn : 28 maart 2013 : Programmabegroting

Geacht college, Overeenkomstig artikel 27 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst NoordVeluwe doen wij u hierbij de ontwerp Programma begroting 2013 en de ontwerp Programmabegroting 2014-2017 toekomen. Deze begrotingen zijn in het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Noord-Veluwe vastgesteld op 14 maart 2013. Wij ontvangen uw reactie (conform artikel 27 lid 6 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Veluwe) graag uiterlijk 12 mei 2013, zodat wij uw reactie kunnen meenemen in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de ODNV op 24 mei 2013.

Bijlage(n)

Programmabegroting 2013 Programmabegroting 2014-2017

Omgevingsdienst

Noord-Veluwe

Programmabegroting 201 3

Inhoudsopgave 1. 2.

Inleiding Beleidsbegroting 201 3

5 6

2.1 Programmaplan 2.1.1 Programma MILIEUZORG 2.1.2 Overzicht ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

6 6 8

2.2 Paragrafen 2.2.1 Paragraaf WEERSTANDSVERMOGEN 2.2.2 Paragraaf HNANCIf RING

9 9 10

2.2.3 Paragraaf BEDRIJFSVOERING 3. Financiele begroting 201 3 3.1 Overzicht van lasten en baten per programma 3.2 Budgettaire uitkomst op hoofdlijnen

r ~

Omgevingsdienst Noord-Veluwe

11 13 13 14

yi

2 01

1.

Inleiding

Aanleiding oprichting Omgevingsdienst Noord Veluwe Het is noodzakelijk om de kwaliteit en professionaliteit van het toezicht, de handhaving, de vergunningverlening en de samenwerking binnen het omgevingsrecht te verbeteren. Dat vinden het Rijk, het IPO, de VNC en de Unie van Waterschappen. Voor burgers, vanuit de behoefte aan veiligheid. Voor bedrijven, vanuit de vraag naar gelijke behandeling, duidelijke vergunningen en professioneel toezicht en transparante handhaving. Het kabinet heeft daarom gekozen voor regionale samenwerking. In Gelderland is een stelsel opgezet van zeven Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's) / Omgevingsdiensten conform de uitgangspunten van de intentieverklaring Celderse Maat. Het uitgangspunt hierbij is: decentraal wat kan, centraal wat moet. Hierbij zijn we in staat de "nabijheid" van de omgevingsdienst bij de gemeenten te organiseren en zijn we ook in staat de robuustheid van de taakuitvoering te garanderen en een aantal taken in de samenwerking te beleggen. Strategic De missie, visie en beoogde uitstraling zijn als volgt te typeren: Missie De Omgevingsdienst Noord-Veluwe voert in samenwerking met de andere uitvoeringsdiensten in opdracht van de gemeenten en de provincie een deel van de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving uit op het gebied van fysieke leefomgeving. Visie De ODNV is de omgevingsdienst van de deelnemende partijen in de regio voor de uitvoering van de opgedragen taken op het gebied van fysieke leefomgeving. De ODNV is hierbij een natuurlijk verlengstuk van de deelnemende partijen. De dienstverlening die hierbij wordt geleverd is van professionele kwaliteit en voldoet aan de regionale maatlat als uitwerking van de kwaliteitscriteria. Beoogde uitstraling van de ODNV De ODNV is een professionele organisatie waar burgers, bedrijven, eigenaren en andere overheden veel vertrouwen in hebben: als de ODNV wordt ingeschakeld dan is het goed en krijg je kwaliteit. Medewerkers willen graag bij de ODNV werken. Ze hebben goede mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen, hebben uitdagend werk, professionele collega's en het feit dat ze bij deze ODNV hebben gewerkt staat goed op hun CV. De ODNV heeft een gedegen imago en er is een hoge bestuurlijke sensitiviteit. Ontwikkelingen Pakket 3 Wabo-taken en resterende milieutaken Na goedkeuring door de colleges van de gemeenten Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten worden de resterende milieutaken bij de ODNV ondergebracht. Deze taken maken al onderdeel uit van de proeftuin, die in het eerste kwartaal van 201 3 uitgevoerd wordt. Toetreding gemeenten Hattem, Heerde en Oldebroek (H20) De H20-gemeenten zullen in de loop van 201 3 een verzoek indienen om toe te treden tot de ODNV. Daarmee komt het aantal partners voor de ODNV op negen.

SP- 2 3 ~ 0 3 - 2 0 1 3 Omgevingsdienst Noord-Veluwe

5

2.

Beleidsbegroting 201 3

2.1

Programmaplan

2.1.1

Programma MILIEUZORG

2.1.1.1

Algemene informatie

2.1.1.1.1 Ontwikkelingen en trends In beginsel is de ODNV een beleidsarme organisatie dat een van te voren afgesproken takenpakket uitvoert. Hierbij geldt dat de gemeenten en de provincie verantwoordelijk zijn voor de beleidsvorming. Zij doen dat aan de hand van landelijke kaders, landelijke regelgeving en aanwezige eigen beleidsruimte. De eigen beleidsruimte wordt ingevuld aan de hand van gemeentelijke en provinciale bestuurlijke ambities. Het totaal aan landelijke en eigen regelgeving wordt vertaald in een set vastgestelde beleidskaders. 2.1.1.2

Doelstellingen en prestaties

2.1.1.2.1 Algemene programmadoelstelling De ODNV voert milieutaken uit voor de gemeenten Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten en provincie Gelderland. De ODNV is opgezet als een regionale uitvoeringsdienst voor de uitvoering van de vergunningverlening en handhavingstaken gerelateerd aan de Wet Milieubeheer en andere wettelijke milieutaken. Daarbij gaat het om de taakuitvoering voor bovengenoemde gemeenten als ook om de taakuitvoering voor dat deel van de provincie Gelderland dat binnen het gebied van de Noord-Veluwe valt. De doelstelling van de ODNV is om bij de uitvoering van de genoemde taken te voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria, specialismenvorming op inhoud, een constante en eenduidige uitvoering in de regio. 2.1.1.2.2 Doelstellingen en te leveren prestaties Op grond van het beoogde profiel en uitstraling heeft de ODNV een aantal kenmerken. Deze luiden als volgt: • De ODNV zorgt er voor dat de taakuitvoering voldoet aan de regionale maatlat als uitwerking van de • • • • •

kwaliteitseisen; De ODNV zorgt voor een goede afstemming/samenwerking en kennisdeling met de deelnemende partners en overige partijen in het stelsel van de omgevingsdiensten in Gelderland; De ODNV zorgt voor een uniforme taakuitvoering in de hele regio, met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties; De ODNV zorgt er voor dat de taken en dienstverlening op een professionele manier worden uitgevoerd; De ODNV stelt zich tot doel dat vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld en dat meldingen beoordeeld worden op juistheid en volledigheid (vergunningverlening); De ODNV zet zich ervoor in om te komen tot een zodanige naleving van de wettelijke voorschriften dat gezondheid, veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid optimaal worden bevorderd (handhaving).

2.1.1.3

Wat gaan we er voor doen?

2.1.1.3.1. Effectindicatoren Het effect van de inspanningen van de ODNV kent geen eigen indicatoren. De ODNV opereert als een natuurlijk verlengstuk van de partners. De effecten van de inspanning van de ODNV zijn een integraal onderdeel van de milieurapportages (en eventueel daarin opgenomen indicatoren) die iedere partner afzonderlijk maakt. 2.1.1.3.2 Prestatie-indicatoren • vergunningaanvragen en meldingen worden in de dienstverleningsoverkomsten met de •

partners gestelde termijnen afgehandeld; het aantal reguliere bedrijfsbezoeken wordt op basis van de regionale maatlat uitgevoerd.


6

2.1.1.4

Wat hebben wij er voor over?

Omschrijving (bedragen x € 1.000,00)

Rekening

Begroting

2011

2012

Programmabegroting 2013 apr. t/m dec.

Lasten Pakket 1 Basistaken-pakket Pakket 2 Overige inrichtinggebonden

1 252

milieutaken Pakket 3 Wabo-taken en resterende milieutaken

366

Totaal Lasten

1.618

Baten Bijdrage Elburg Bijdrage Harderwijk

194 220 237

Bijdrage Ermelo

282

Bijdrage Putten Bijdrage Gelderland

336 349

Bijdrage Nunspeet

Totaal Baten Totaal qeneraal

1.618 0

SP ~ Omgevingsdienst Noord-Veluwe

0

2

9 - 0 3 - 2 01 7

2.1.2 2.1.2.1

Overzicht ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Algemene informatie

Het overzicht Algemene dekkingsmiddelen bevat de bestuurskosten, de kosten van specialistische taken, stelposten en de post onvoorzien. De specialistische taken worden op provinciaal niveau uitgevoerd. De Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) coordineert het ketentoezicht. De Omgevingsdienst De Vallei ziet toe op de kwaliteit van het Gelderse omgevingsdienstenstelsel. Dat wil zeggen dat deze dienst regelmatig het platform van directeuren bijeen roept om te bespreken of het Gelderse omgevingsdienstenstelsel in de praktijk daadwerkelijk de afgesproken kwaliteit levert. De Omgevingsdienst Veluwe Ussel (OVIJ) regelt de portaalfunctie voor externe (kennis) partners en de instandhouding van een kenniscentrum. Onder de stelposten vallen de stelpost loonmutaties, de stelpost prijsmutaties, de stelpost functiewaardering, promoties en periodieken, de stelpost opleiding (gedurende de eerste 4 jaar van de omgevingsdienst) en de stelpost taakstelling op primaire formatie. De taakstelling houdt een bezuiniging in op de primaire kosten over een periode van 5 jaar oplopend tot 7,5% structured. 2.1.2.2



Rekening

Beg rating

2011

2012


Lasten Bestuur Specialistische taken Stelposten Onvoorzien

4 115 126 19

Totaal Lasten

264

Baten Bijdrage Elburg Bijdrage Nunspeet Bijdrage Harderwijk

32 33 35

Bijdrage Ermelo

44


54 66



264 0

8

2.2

Paragrafen

2.2.1

Paragraaf WEERSTANDSVERMOGEN

Weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de ODNV in staat is en middelen beschikbaar heeft om substantiele tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. Weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, op te kunnen vangen. In het bedrijfsplan is vastgelegd, dat de ODNV geen reservepositie vormt. Door het ontbreken van een reservepositie wordt in eerste instantie de post Onvoorzien tot de aanwezige weerstandscapaciteit van de ODNV gerekend. In de begroting is een post Onvoorzien opgenomen van 1% van de begrote kosten. Daarna zal teruggevallen moeten worden op een hogere bijdrage van deelnemers. Weerstandscapaciteit

Begroting 2013 apr. t/m dec.

Reserves Onvoorzien Hogere bijdrage deelnemers

n.v.t. 19.000 p.m.

Totaal

19.000

Risico's. Deze begroting kent een aantal risico's waarvan de belangrijkste zijn: • Risico's taakuitvoering.

•

•

Hieronder verstaan we het risico van aansprakelijkstelling bij de reguliere taakuitvoering. Een deel van dit risico zal worden verzekerd; Bezuinigingstaakstelling. De omgevingsdienst heeft een bezuinigingstaakstelling meegekregen. De komende jaren zal deze taakstelling ingevuld moeten worden. Inpassing personeel. De inpassing van het personeel van de ODNV zal de komende maanden plaatsvinden. De personeelskosten zullen hoger dan geraamd uitvallen, grotendeels door inpassing in uitloopschalen. De begroting is gebaseerd op het maximum van functieschalen. Het nadeel is nu nog niet te kwantificeren. Na de afronding van het plaatsingsproces per 1 april 201 3 komt hier meer duidelijkheid over.

a r


2.2.2 Paragraaf FINANCIERING Volgens de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) is elke gemeenschappelijke regeling verplicht om een financieringsparagraaf in haar begroting en jaarrekening op te nemen. Daarin worden de ontwikkelingen aangegeven met betrekking tot de kasgeldlimiet, de ontwikkelingen wat betreft de rente risiconorm, de verwachte toe- of afname van geldleningen of uitzettingen en het verdere beleid ten aanzien van treasury. Deze paragraaf Financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het financieringsbeleid van de ODNV ligt vast in de volgende notities: • de financiele verordening (vastgesteld door het algemeen bestuur op 20 december 2012); • het treasurystatuut (vastgesteld door het algemeen bestuur op 20 december 201 2). In 201 3 zal invulling gegeven worden aan de financieringsfunctie, zoals opgenomen in het treasurystatuut. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet heeft tot doel de renterisico's op kortlopende (opgenomen) geldleningen te beperken. Jaarlijks wordt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden aangegeven welk bedrag een gemeenschappelijke regeling mag financieren met kortlopende geldleningen: de kasgeldlimiet. Het betreft een percentage (8,2%) van het totaal van de begroting. Deze limiet mag gedurende het begrotingsjaar in principe niet overschreden worden. Als de kasgeldlimiet structured wordt overschreden moet de kortlopende schuld omgezet worden in een langlopende schuld. De toeqestane kasgeldlimiet is als volqt: Begrotingstotaal (lasten) Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage

€ 1.882.000,00 8,2%

Kasgeldlimiet

€ 1.882.000,00 x 8,2% = € 1 54.000,00

Renterisiconorm De renterisiconorm heeft betrekking op de lange financiering met een rentetypische looptijd van langer dan een jaar. Het renterisico mag de renterisiconorm in beginsel niet overschrijden. De toetsing vindt plaats via de paragraaf Financiering in de begroting (vooraf) en de jaarrekening (achteraf). In onderstaande tabel wordt de renterisiconorm berekend voor 201 3: (bedragen x € 1,00)

2013

1. 2. 3.(1+2)

Renteherzieningen Aflossingen

-

Renterisico

-

4.

Renterisiconorm

376.000

5a. (4>3) 5b. (3>4)

Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm

376.000

4a. 4b.

Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal jaar 201 3 Bij ministeriele regeling vastgesteld percentage

4. (4a x 4b)

Renterisiconorm


-

1.882.000 20% 376.000

10

2.2.3 Paragraaf BEDRIJFSVOERING 2.2.3.T

Algemene informatie

Hoewel de omgevingsdienst formeel van start is, zal het personeel met ingang van 1 april 201 3 in dienst treden. In het eerste kwartaal van 201 3 blijft het personeel in dienst van de gemeenten en provincie. De plaatsingsprocedure vindt in die periode plaats. Het personeel werkt wel vanuit de nieuwe werkplek bij de ODNV in het RNV-gebouw. 2.2.3.2 Doelstellingen en prestaties Organisatie Voor de inrichting/structuur van de ODNV zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: • de organisatie wordt aangestuurd door de directie; • de functiescheiding tussen vergunningverlening en handhaving/toezicht is geborgd; • het leidende inrichtingsprincipe is "slank en plat"; • het nieuwe werken, en in het bijzonder het flexibel werken, is de basis voor de werkwijze binnen de ODNV; • de huisvesting zal in de regio plaatsvinden; • er wordt een kwaliteitssysteem ingericht om te kunnen voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen. Opbouwfase. In de opbouwfase zal (tijdelijk) extra capaciteit nodig zijn ter ondersteuning van de directie. Deze extra capaciteit is nodig voor de bedrijfsvoering, middelen, risicomanagement en de kwaliteitsborging binnen de organisatie en de regie op ondersteunende c.q. facilitaire processen die zijn uitbesteed. Deze tijdelijke capaciteit wordt vanuit de projectbegroting gefinancierd. Flexibele schil. Om als organisatie flexibel te kunnen opereren zal er een zogenaamde flexibele schil worden gecreeerd. Deze ontwikkeling is al langer gaande. Veel organisaties dimensioneren de organisatie op een minimaal noodzakelijk niveau (dalbelasting) en huren extra capaciteit in bij pieken of expertise die ze niet in huis hebben. Hoe de flexibele schil er bij de ODNV uit gaat zien is erg afhankelijk van het resultaat van het plaatsingsproces. Op dat moment is pas bekend welke medewerkers bij de ODNV in dienst komen. Dan kan worden vastgesteld hoe groot het gat in de capaciteit is en welke expertise ontbreekt. Onderzocht wordt of het mogelijk is de gewenste flexibiliteit in het stelsel met de andere omgevingsdiensten in Gelderland te realiseren. Ontwerpcriteria De ontwerpcriteria/uitgangspunten voor de organisatiestructuur zijn: • de ODNV is een maatschappelijke onderneming die moet zorgen voor een goede dienstverlening, met een goede prijs/kwaliteitsverhouding door het waar nodig en mogelijk marktconform te werken; • afrekenbaarheid is leidend voor de structuur (en cultuur) om de gewenste kwaliteit van de dienstverlening te bereiken en te behouden; • een hierarchisch leidinggevend niveau (directie); • coordinatietaak bij senior medewerkers voor grote taakvelden (meewerkend voorman); • • • • •

samenhang in taakvelden is bepalend voor de organisatorische inrichting; verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen geheel bij de directie waarbij staffuncties adviseren, ondersteunen en toetsen; de PIOFACH taken worden niet in eigen beheer uitgevoerd; de ODNV is een backoffice-organisatie, waarvan de frontoffice bij de partners ligt; vergunningverlening en handhaving worden functioned gescheiden;

• •

meer concentratie van de specialismen om de gewenste kwaliteit te bereiken; organisatie moet eenvoudig kunnen worden uitgebouwd ten behoeve van WABO-taken.

SP- 2 9- Q 3" 2013 Omgevingsdienst Noord-Veluwe

Personeel Op personeelsgebied worden de volgende doelstellingen geformuleerd: • de ODNV draagt zorg voor een goede opleidings- en ontwikkelingsaanpak; • de ODNV gaat inzetten op 'Persoonlijk leiderschap' van de medewerkers; • de ODNV introduceert 'het nieuwe werken' (HNW) in de organisatie. Kritische succesfactoren: • voldoende deskundig en professioneel personeel is beschikbaar; • medewerkers en leidinggevenden zijn innovatief en gemotiveerd; • het belang van samenwerking is in- en extern bij iedereen duidelijk; • systemen voor het nieuwe en digitale werken zijn optimaal beschikbaar; • de ODNV is ruim gemandateerd om zelfstandig vorm te geven aan de uitvoering van toezicht en • •

handhaving (primaire taken); de ODNV is flexibel en kan inspelen op veranderingen en ontwikkelingen in taken; de ODNV is een lerende organisatie, volgens een kwaliteitszorgsysteem continu verbeterend, deskundig, betrouwbaar en transparant voor bevoegde gezagen;

2.2.3.3


Omschrijving

Rekening

Begroting

2011

2012

(bedragen x € 1.000,00)


Lasten Directie, Vergunningverlening,

Overige organisatiekosten

1.162 66 250

Totaal Lasten

1.478

Baten Doorbelasting Milieuzorg

1.478

Totaal Baten

1.478

Handhaving en Expert Centrale personeelsbudgetten

Totaal qeneraal


0

12

3. Financiele begroting 2013 3.1

Overzicht van lasten en baten per programma

( x € 1.000,00)

Rekening 2011 lasten baten

saldo

Begroting 2012 (na wijziging) lasten baten saldo

0

0

1.618

1.618

0

0

1.618

1.618

0

0 0

245 19

245 19

0 0

Programmabegroting 2013 (april t/m december) lasten baten saldo

Programma's, c.a. Milieuzorg Subtotaal programma's Algemene Dekkingsmiddelen Onvoorzien l/Tt Subtotaal Alg. Dekkingsmidd. en Onvoorzien Totaal programma's, c.a.

0

0

0

~~0

0

0 0

0

0

0

0

0

0

264

264

0

0

0

0

~~0

0

0

1.882

1.882

0

j

Resultaat voor bestemming

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

Mutaties reserves: Milieuzorg Algemene Dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering Totaal mutaties reserves Resultaat na bestemming

0

0

0 0

~0

0

0

~~0

0

0 0

- = voordeel


0

13

3.2

Budgettaire uitkomst op hoofdlijnen

Voor de exploitatie van de Omgevingsdienst Noord-Veluwe is een realistische maar zo scherp mogelijke begroting gemaakt. Alle mogelijke kosten voor de taakuitvoering zijn daarin opgenomen. De exploitatie is opgezet op basis van de wettelijk bepaalde kwaliteitseisen. Bij de exploitatiebegroting zijn de volgende aannames gehanteerd: • Het aantal in te brengen fte is bepaald op basis van de regionale maatlat; • Voor de formatieve overhead wordt uitgegaan van een afgesproken percentage van 27,3% van de totale formatie (Berenschotnorm). De provinciale expertgroep heeft geadviseerd dit percentage voor alle •

•

• •

•

omgevingsdiensten te hanteren; Voor de personeelslasten wordt uitgegaan van een gedifferentieerde zwaarte per functie, ook hier op basis van regionale maatlat en de landelijke kwaliteitscriteria (rapport KPMC). Dit houdt in dat voor zogenaamde zwaardere taken zwaardere functies worden ingezet. Dit resulteert in een drietal salarisklassen voor handhaving en een drietal salarisklassen voor vergunningverlening; De berekening van de loonkosten in de exploitatiebegroting is gebaseerd op de functieschaal voor de uitvoerende taken. Als de functiebeschrijvingen zijn vastgesteld, vindt een definitieve functiewaardering plaats; De formatie voor het primaire proces wordt onderverdeeld in directe uitvoering (90%) en administratieve ondersteuning (10%); De materiele overhead wordt berekend op basis van een gangbaar voorzieningen- en middelenniveau. Het hiervoor gehanteerde percentage materiele overhead is 40% over de formatie overhead. Dit percentage staat gelijk aan 1 5% over de primaire formatie. Ook hiervan geldt dat de provinciale expertgroep heeft geadviseerd dit percentage voor alle omgevingsdiensten te hanteren. Bij materiele overhead moet gedacht worden aan kosten voor huisvesting, inrichting, reiskosten (niet woon-werk verkeer), computerapparatuur, bureaukosten etc.; Het aantal productieve uren wordt vastgesteld op 1.400 uur per fte. De onderbouwing hiervan is als volgt; Aantal uren 1 fte (52 weken x 36 uur) Af: Verplichte feestdagen Vakantie/verlof Ziekte (norm 5%)

1.870 50 190 90 330

Bruto productieve uren Af: Opleiding, seminars e.d. (norm 3 % ) Overig waaronder werkoverleg

1.540 50 90

140 Totaal netto productieve uren (declarabele uren) 1.400 Verder is in de begroting rekening gehouden met een aantal kostenverhogende factoren. Inwerkingtreding van de omgevingsdienst vindt plaats op 1 april 2013, terwijl de ramingen gebaseerd zijn op prijspeil 2011. Om die redenen wordt voor loon- en prijscompensatie een aantal stelposten opgenomen. Vervolgens worden deze stelposten ook structureel geraamd. Respectievelijk zijn gehanteerd 1,5% en 2,0%; Voor onvoorzien wordt een bedrag opgenomen van 1,0% van de geraamde kosten in het betreffende jaar. Voor 201 3 gaat het om een bedrag van € 19.000,00; De omgevingsdienst heeft als uitvoeringsorgaan van de Wet Milieubeheer geen taken, die zich kenmerken als risicovol. Vanuit dat oogpunt bezien is er geen noodzaak, dat de Omgevingsdienst Noord-Veluwe een reservepositie opbouwt. Temeer, omdat om eerste tegenvallers op te kunnen vangen in de begroting al een post onvoorzien opgenomen wordt; In november 201 2 heeft de provincie de bedrijvenlijst geactualiseerd. De financiele vertaling hiervan is in deze begroting opgenomen. Daardoor wijkt de provinciale bijdrage af van de vastgestelde begroting uit het bedrijfsplan.

De exploitatiebegroting 2013 geldt voor de periode van 1 -4-201 3 tot en met 31 -1 2-201 3. Voor 2 posten in de begroting gaat dit niet op en zijn afwijkende ramingen opgenomen: •

Specialistische taken

Omgevingsdienst Noord Veluwe

14

Het stelsel van omgevingsdiensten in Gelderland wordt met ingang van 1 januari 201 3 opgebouwd en de bijdrage van € 1 1 5.000,00 op jaarbasis moet daarom integraal opgenomen worden in de begroting van de ODNV. Basis voor deze raming is een verdeling van de kosten op basis van inwoneraantal (50%) en een evenredige verdeling voor elke individuele omgevingsdienst (50%); Opleidingen Om de gewenste kwaliteitsverbetering te realiseren wordt de eerste 4 jaar voor opleidingen een extra budget opgenomen van 3,0% van de primaire loonkosten. Het opleidingsbudget wordt verhoogd met het genoemde percentage. Daarnaast zal er tijd en ruimte worden gereserveerd voor teamvorming, herijken van werkwijzen en het daarbij behorend gedrag.

Q - i't

Omgevingsdienst Noord Veluwe

15

Omgevingsdienst

Noord-Veluwe

Programmabegroting 2014-2017

O -

Inhoudsopgave 1. 2.

Inleiding Beleidsbegroting 2014-201 7 2.1 Programmaplan 2.1.1 Programma MILIEUZORG 2.1.2 Overzicht ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

5 6 6 6 8

2.2 Paragrafen 2.2.1 Paragraaf WEERSTANDSVERMOGEN 2.2.2 Paragraaf FINANCIERING 2.2.3 Paragraaf BEDRIJFSVOERING 3. Financiele begroting 2014-201 7 3.1 Overzicht van lasten en baten per programma 3.2 Budgettaire uitkomst op hoofdiijnen

9 9 10 11 13 13 14

D


J J ~ i U1

1.

Inleiding

Aanleiding oprichting Omgevingsdienst Noord-Veluwe Het is noodzakelijk om de kwaliteit en professionaliteit van het toezicht, de handhaving, de vergunningverlening en de samenwerking binnen het omgevingsrecht te verbeteren. Dat vinden het Rijk, het IPO, de VNC en de Unie van Waterschappen. Voor burgers, vanuit de behoefte aan veiligheid. Voor bedrijven, vanuit de vraag naar gelijke behandeling, duidelijke vergunningen en professioneel toezicht en transparante handhaving. Het kabinet heeft daarom gekozen voor regionale samenwerking. In Gelderland is een stelsel opgezet van zeven Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's) / Omgevingsdiensten conform de uitgangspunten van de intentieverklaring Gelderse Maat. Het uitgangspunt hierbij is: decentraal wat kan, centraal wat moet. Hierbij zijn we in staat de "nabijheid" van de omgevingsdienst bij de gemeenten te organiseren en zijn we ook in staat de robuustheid van de taakuitvoering te garanderen en een aantal taken in de samenwerking te beleggen. Strategic De missie, visie en beoogde uitstraling zijn als volgt te typeren: Missie De Omgevingsdienst Noord-Veluwe voert in samenwerking met de andere uitvoeringsdiensten in opdracht van de gemeenten en de provincie een deel van de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving uit op het gebied van fysieke leefomgeving. Visie De ODNV is de omgevingsdienst van de deelnemende partijen in de regio voor de uitvoering van de opgedragen taken op het gebied van fysieke leefomgeving. De ODNV is hierbij een natuurlijk verlengstuk van de deelnemende partijen. De dienstverlening die hierbij wordt geleverd is van professionele kwaliteit en voldoet aan de regionale maatlat als uitwerking van de kwaliteitscriteria. Beoogde uitstraling van de ODNV De ODNV is een professionele organisatie waar burgers, bedrijven, eigenaren en andere overheden veel vertrouwen in hebben: als de ODNV wordt ingeschakeld dan is het goed en krijg je kwaliteit. Medewerkers willen graag bij de ODNV werken. Ze hebben goede mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen, hebben uitdagend werk, professionele collega's en het feit dat ze bij deze ODNV hebben gewerkt staat goed op hun CV. De ODNV heeft een gedegen imago en er is een hoge bestuurlijke sensitiviteit. Ontwikkelingen Pakket 3 Wabo-taken en resterende milieutaken Na goedkeuring door de colleges van de gemeenten Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten worden de resterende milieutaken bij de ODNV ondergebracht. Deze taken maken al onderdeel uit van de proeftuin, die in het eerste kwartaal van 201 3 uitgevoerd wordt. Toetreding gemeenten Hattem, Heerde en Oldebroek (H20) De H20-gemeenten zullen in de loop van 201 3 een verzoek indienen om toe te treden tot de ODNV. Daarmee komt het aantal partners voor de ODNV op negen.

U


"> R 1

5

2.

Beleidsbegroting 2014-201 7

2.1

Programmaplan

2.1.1

Programma MILIEUZORG

2.1.1.1

Algemene informatie

2.1.1.1.1 Ontwikkelingen en trends In beginsel is de ODNV een beleidsarme organisatie dat een van te voren afgesproken takenpakket uitvoert. Hierbij geldt dat de gemeenten en de provincie verantwoordelijk zijn voor de beleidsvorming. Zij doen dat aan de hand van landelijke kaders, landelijke regelgeving en aanwezige eigen beleidsruimte. De eigen beleidsruimte wordt ingevuld aan de hand van gemeentelijke en provinciale bestuurlijke ambities. Het totaal aan landelijke en eigen regelgeving wordt vertaald in een set vastgestelde beleidskaders. 2.1.1.2


2.1.1.2.1 Algemene programmadoelstelling De ODNV voert milieutaken uit voor de gemeenten Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten en provincie Gelderland. De ODNV is opgezet als een regionale uitvoeringsdienst voor de uitvoering van de vergunningverlening en handhavingstaken gerelateerd aan de Wet Milieubeheer en andere wettelijke milieutaken. Daarbij gaat het om de taakuitvoering voor bovengenoemde gemeenten als ook om de taakuitvoering voor dat deel van de provincie Gelderland dat binnen het gebied van de Noord-Veluwe valt. De doelstelling van de ODNV is om bij de uitvoering van de genoemde taken te voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria, specialismenvorming op inhoud, een constante en eenduidige uitvoering in de regio. 2.1.1.2.2 Doelstellingen en te leveren prestaties Op grond van het beoogde profiel en uitstraling heeft de ODNV een aantal kenmerken. Deze luiden als volgt: • De ODNV zorgt er voor dat de taakuitvoering voldoet aan de regionale maatlat als uitwerking van de • • • • •

kwaliteitseisen; De ODNV zorgt voor een goede afstemming/samenwerking en kennisdeling met de deelnemende partners en overige partijen in het stelsel van de omgevingsdiensten in Gelderland; De ODNV zorgt voor een uniforme taakuitvoering in de hele regio, met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties; De ODNV zorgt er voor dat de taken en dienstverlening op een professionele manier worden uitgevoerd; De ODNV stelt zich tot doel dat vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld en dat meldingen beoordeeld worden op juistheid en volledigheid (vergunningverlening); De ODNV zet zich ervoor in om te komen tot een zodanige naleving van de wettelijke voorschriften dat gezondheid, veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid optimaal worden bevorderd (handhaving).

2.1.1.3

Wat gaan we er voor doen?

2.1.1.3.1. Effectindicatoren Het effect van de inspanningen van de ODNV kent geen eigen indicatoren. De ODNV opereert als een natuurlijk verlengstuk van de partners. De effecten van de inspanning van de ODNV zijn een integraal onderdeel van de milieurapportages (en eventueel daarin opgenomen indicatoren) die iedere partner afzonderlijk maakt. 2.1.1.3.2 Prestatie-indicatoren • vergunningaanvragen en meldingen worden in de dienstverleningsoverkomsten met de •

partners gestelde termijnen afgehandeld; het aantal reguliere bedrijfsbezoeken wordt op basis van de regionale maatlat uitgevoerd.


6

2.1.1.4



Rekening

Begroting

2012

2013 apr. t/m dec.

Lasten Pakket 1 Basistaken-pakket Pakket 2 Overige inrichtinggebonden milieutaken Pakket 3 Wabo-taken en resterende

2015

Doorkijk

2016

2017

2018

1.671

1.671

1.671

1.671

1.671

366

487

487

487

487

487

0

0

0

0

0

0

1.618

2.1 58

2.1 58

2.158

.2 158

2.158


194 220 237

258 295 31 5

258 295 31 5

258 295 315

258 295 315

258 295 315

Bijdrage Ermelo

282

375

375

375

375

375


336 349

448 467

448 467

448 467

448 467

448 467

1.618

2 158

2.158

2.158

2.158

2.158

0

0

0

0

0

0

milieutaken Totaal Lasten


1.252

Proqrammabeqrotinq 2014

S P - 2 9 - Q 3 " 2 6 1 3


7

2.1.2 2.1.2.1

Overzicht ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Algemene informatie

Het overzicht Algemene dekkingsmiddelen bevat de bestuurskosten, de kosten van specialistische taken, stelposten en de post onvoorzien. De specialistische taken worden op provinciaal niveau uitgevoerd. De Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) coordineert het ketentoezicht. De Omgevingsdienst De Vallei ziet toe op de kwaliteit van het Gelderse omgevingsdienstenstelsel. Dat wil zeggen dat deze dienst regelmatig het platform van directeuren bijeen roept om te bespreken of het Gelderse omgevingsdienstenstelsel in de praktijk daadwerkelijk de afgesproken kwaliteit levert. De Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) regelt de portaalfunctie voor externe (kennis) partners en de instandhouding van een kenniscentrum. Onder de stelposten vallen de stelpost loonmutaties, de stelpost prijsmutaties, de stelpost functiewaardering, promoties en periodieken, de stelpost opleiding (gedurende de eerste 4 jaar van de omgevingsdienst) en de stelpost taakstelling op primaire formatie. De taakstelling houdt een bezuiniging in op de primaire kosten over een periode van 5 jaar oplopend tot 7,5% structured. 2.1.2.2



Rekening

Begroting

2012

2013 apr. t/m dec.


2014

Doorkijk

2016

2017

2018

Lasten Bestuur Specialistische taken Stelposten Onvoorzien

4 11 5 126 19

5 115 159 25

5 115 166 25

5 115 174 25

5 115 144 25

5 115 183 25

Totaal Lasten

264

304

311

319

289

328


32 33 35

36 38 40

37 39 41

39 40 42

35 36 38

39 42 44

Bijdrage Ermelo

44

51

52

53

48

54


54

64

66

62 77

78

65 80

59 73

67 82

264

304

311

319

289

328

0

0

0

0

0

0

Totaal Baten Totaal generaal


8

2.2

Paragrafen

2.2.1 Paragraaf WEERSTANDSVERMOGEN Weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de ODNV in staat is en middelen beschikbaar heeft om substantiele tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. Weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, op te kunnen vangen. In het bedrijfsplan is vastgelegd, dat de ODNV geen reservepositie vormt. Door het ontbreken van een reservepositie wordt in eerste instantie de post Onvoorzien tot de aanwezige weerstandscapaciteit van de ODNV gerekend. In de begroting is een post Onvoorzien opgenomen van 1% van de begrote kosten. Daarna zal teruggevallen moeten worden op een hogere bijdrage van deelnemers. Weerstandscapaciteit

Begroting 2014

Reserves Onvoorzien Hogere bijdrage deelnemers

n.v.t. 25.000 p.m.

Totaal

25.000

Risico's. Deze begroting kent een aantal risico's waarvan de belangrijkste zijn: • Risico's taakuitvoering. Hieronder verstaan we het risico van aansprakelijkstelling bij de reguliere taakuitvoering. Een deel van dit risico zal worden verzekerd; • Bezuinigingstaakstelling. De omgevingsdienst heeft een bezuinigingstaakstelling meegekregen. De komende jaren zal deze taakstelling ingevuld moeten worden. • Inpassing personeel. De inpassing van het personeel van de ODNV zal de komende maanden plaatsvinden. De personeelskosten zullen hoger dan geraamd uitvallen, grotendeels door inpassing in uitloopschalen. De begroting is gebaseerd op het maximum van functieschalen. Het nadeel is nu nog niet te kwantificeren. Na de afronding van het plaatsingsproces per 1 april 2013 komt hier meer duidelijkheid over. • Conceptbestuursakkoord Btw-compensatiefonds. Tussen het rijk, het IPO en de VNC wordt onderhandeld over het btw-compensatiefonds. De definitieve uitkomst is nog niet in te schatten. Het rijk was voornemens het fonds af te schaffen. Dit zou betekenen dat de btw-component kostenverhogend werkt voor de deelnemers van de ODNV. In provinciaal verband is met de Belastingdienst overeengekomen dat de Celderse omgevingsdiensten onder het regime van fiscaal ondernemerschap vallen. Daarbij is uitdrukkelijk kenbaar gemaakt, dat bij afschaffing van het btw-compensatiefonds het gekozen model heroverwogen zal worden. Of en in welke mate dit een nadeel voor de deelnemers betekent, valt op dit moment niet in te schatten.


9

2.2.2 Paragraaf FINANCIERING Volgens de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) is elke gemeenschappelijke regeling verplicht om een financieringsparagraaf in haar begroting en jaarrekening op te nemen. Daarin worden de ontwikkelingen aangegeven met betrekking tot de kasgeldlimiet, de ontwikkelingen wat betreft de rente risiconorm, de verwachte toe- of afname van geldleningen of uitzettingen en het verdere beleid ten aanzien van treasury. Deze paragraaf Financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het financieringsbeleid van de ODNV ligt vast in de volgende notities: • de financiele verordening (vastgesteld door het algemeen bestuur op 20 december 2012); • het treasurystatuut (vastgesteld door het algemeen bestuur op 20 december 2012). In 201 3 zal invulling gegeven worden aan de financieringsfunctie, zoals opgenomen in het treasurystatuut. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet heeft tot doel de renterisico's op kortlopende (opgenomen) geldleningen te beperken. Jaarlijks wordt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden aangegeven welk bedrag een gemeenschappelijke regeling mag financieren met kortlopende geldleningen: de kasgeldlimiet. Het betreft een percentage (8,2%) van het totaal van de begroting. Deze limiet mag gedurende het begrotingsjaar in principe niet overschreden worden. Als de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden moet de kortlopende schuld omgezet worden in een langlopende schuld. De toeqestane kasgeldlimiet is als volqt: Begrotingstotaal (lasten) Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage

€ 2.462.000,00 8,2%

Kasgeldlimiet

€ 2.462.000,00 x 8,2% = € 202.000,00

Renterisiconorm De renterisiconorm heeft betrekking op de lange financiering met een rentetypische looptijd van langer dan een jaar. Het renterisico mag de renterisiconorm in beginsel niet overschrijden. De toetsing vindt plaats via de paragraaf Financiering in de begroting (vooraf) en de jaarrekening (achteraf). In onderstaande tabel wordt de renterisiconorm berekend voor 201 3: (bedragen x € 1,00)

2014

2013

1. 2. 3. (1+2)

Renteherzieningen Aflossingen

4

Renterisiconorm

492.000

5a. (4>3) 5b. (3>4)

Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm

492.000

4a 4b. 4. (4a x 4b)

Renterisico

Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal jaar 201 3 Bij ministeriele regeling vastgesteld percentage Renterisiconorm


2016

2015

-

-

-

-

-

-

-

-

2.462.000 20% 492.000

10

2.2.3 Paragraaf BEDRIJFSVOERING 2.2.3.1

Algemene informatie

Hoewel de omgevingsdienst formeel van start is, zal het personeel met ingang van 1 april 2013 in dienst treden. In het eerste kwartaal van 201 3 blijft het personeel in dienst van de gemeenten en provincie. De plaatsingsprocedure vindt in die periode plaats. Het personeel werkt wel vanuit de nieuwe werkplek bij de ODNV in het RNV-gebouw. 2.2.3.2


Organisatie Voor de inrichting/structuur van de ODNV zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: • de organisatie wordt aangestuurd door de directie; • de functiescheiding tussen vergunningverlening en handhaving/toezicht is geborgd; • • • •

het leidende inrichtingsprincipe is "slank en plat"; het nieuwe werken, en in het bijzonder het flexibel werken, is de basis voor de werkwijze binnen de ODNV; de huisvesting zal in de regio plaatsvinden; er wordt een kwaliteitssysteem ingericht om te kunnen voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen.

Opbouwfase. In de opbouwfase zal (tijdelijk) extra capaciteit nodig zijn ter ondersteuning van de directie. Deze extra capaciteit is nodig voor de bedrijfsvoering, middelen, risicomanagement en de kwaliteitsborging binnen de organisatie en de regie op ondersteunende c.q. facilitaire processen die zijn uitbesteed Deze tijdelijke capaciteit wordt vanuit de projectbegroting gefinancierd. Flexibele schil. Om als organisatie flexibel te kunnen opereren zal er een zogenaamde flexibele schil worden gecreeerd. Deze ontwikkeling is al langer gaande. Veel organisaties dimensioneren de organisatie op een minimaal noodzakelijk niveau (dalbelasting) en huren extra capaciteit in bij pieken of expertise die ze niet in huis hebben. Hoe de flexibele schil er bij de ODNV uit gaat zien is erg afhankelijk van het resultaat van het plaatsingsproces. Op dat moment is pas bekend welke medewerkers bij de ODNV in dienst komen. Dan kan worden vastgesteld hoe groot het gat in de capaciteit is en welke expertise ontbreekt. Onderzocht wordt of het mogelijk is de gewenste flexibiliteit in het stelsel met de andere omgevingsdiensten in Gelderland te realiseren. Ontwerpcriteria De ontwerpcriteria/uitgangspunten voor de organisatiestructuur zijn: • de ODNV is een maatschappelijke onderneming die moet zorgen voor een goede dienstverlening, met een goede prijs/kwaliteitsverhouding door het waar nodig en mogelijk marktconform te werken; • afrekenbaarheid is leidend voor de structuur (en cultuur) om de gewenste kwaliteit van de dienstverlening te bereiken en te behouden; • een hierarchisch leidinggevend niveau (directie); • coordinatietaak bij senior medewerkers voor grote taakvelden (meewerkend voorman); • samenhang in taakvelden is bepalend voor de organisatorische inrichting; • • • • •

verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen geheel bij de directie waarbij staffuncties adviseren, ondersteunen en toetsen; de PIOFACH taken worden niet in eigen beheer uitgevoerd; de ODNV is een backoffice-organisatie, waarvan de frontoffice bij de partners ligt; vergunningverlening en handhaving worden functioned gescheiden; meer concentratie van de specialismen om de gewenste kwaliteit te bereiken;

•

organisatie moet eenvoudig kunnen worden uitgebouwd ten behoeve van WABO-taken.

SP - 2 9- 03 - 2 0 1 3


11

Personeel Op personeelsgebied worden de volgende doelstellingen geformuleerd: • de ODNV draagt zorg voor een goede opleidings- en ontwikkelingsaanpak; • de ODNV gaat inzetten op 'Persoonlijk leiderschap' van de medewerkers; • de ODNV introduceert 'het nieuwe werken' (HNW) in de organisatie. Kritische succesfactoren: • voldoende deskundig en professioneel personeel is beschikbaar; • medewerkers en leidinggevenden zijn innovatief en gemotiveerd; • het belang van samenwerking is in- en extern bij iedereen duidelijk; • systemen voor het nieuwe en digitale werken zijn optimaal beschikbaar; • de ODNV is ruim gemandateerd om zelfstandig vorm te geven aan de uitvoering van toezicht en • •

handhaving (primaire taken); de ODNV is flexibel en kan inspelen op veranderingen en ontwikkelingen in taken; de ODNV is een lerende organisatie, volgens een kwaliteitszorgsysteem continu verbeterend, deskundig, betrouwbaar en transparant voor bevoegde gezagen;

2.2.3.3


Omschrijving

Rekening

Begroting

2012

2013 apr. t/m dec.

(bedragen x € 1.000,00)


Doorkijk

2016

2015

2017

2018

Lasten Directie, Vergunningverlening, Handhaving en Expert Centrale personeelsbudgetten Overige organisatiekosten

1 162 66 250

1.552 84 335

1 552 84 335

1.552 84 335

1.552 84 335

1.552 84 335

Totaal Lasten

1.478

1.971

1.971

1.971

1.971

1 971

Baten Doorbelasting Milieuzorg

1.478

1 971

1.971

1.971

1.971

1.971

Totaal Baten

1.478

1.971

1.971

1.971

1.971

1.971

0

0

0

0

0

0

Totaal qeneraal


12

3. Financiele begroting 2014-2017 3.1

Overzicht van lasten en baten per programma

(x€ 1.000,00) lasten

Rekening 2012 baten

saldo

Begroting 2013 (april t/m december) lasten baten saldo

lasten

2014 baten

saldo

lasten

2015 baten

saldo

Program m abegroting 2016 lasten baten saldo

lasten

2017 baten

saldo

doorkijk 2018 lasten baten saldo

Program ma's, c.a. Milieuzorg Subtotaal programma s

0

0

Algemene Dekkingsrriddelen Onvoorzien

0

1.618

1.618

0

2.158

2.158

0

2.158

2.158

0

2.158

2.158

0

2.158

2.158

0

2.158

2.158

0

0

1.618

1.618

0

2.158

2.158

0

2.158

2.158

6"

2.158

2.158

0~

2.158

2.158

5"

2.158

2.158

6"

0 0

245 19

245 19

0 0

279 25

279 25

0 0

286 25

286 25

0 0

294 25

294 25

0 0

264 25

264 25

0 0

303 25

303 25

0 0

Subtotaal Alg. Dekkingsmidd. en Onvoorzien

0

0

0

264

264

0

304

304

0

311

311

6"

319

319

0"

289

289

0~

328

328

0~

Totaal programma's. c.a.

0

0

0

1.882

1.882

0

2.462

2.462

0

2.469

2.469

0~

2.477

2.477

0~

2.447

2.447

0~

2.486

2.486

0~

Resultaat voor bestemming

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

T"i Mutaties reserves: Milieuzorg Algemene Dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering Totaal mutaties reserves

0

Resultaat na bestemming

0

0 0

0

0

0 0

0

0

0 0

0

0

o~ 0

- = voordeel

r-4-


13

0

0

o" 0

0

0

0* 0

0

0

o" 0

3.2

Budgettaire uitkomst op hoofdiijnen

Voor de exploitatie van de Omgevingsdienst Noord-Veluwe is een realistische maar zo scherp mogelijke begroting gemaakt. Alle mogelijke kosten voor de taakuitvoering zijn daarin opgenomen. De exploitatie is opgezet op basis van de wettelijk bepaalde kwaliteitseisen. Bij de exploitatiebegroting zijn de volgende aannames gehanteerd: • Het aantal in te brengen fte is bepaald op basis van de regionale maatlat; • Voor de formatieve overhead wordt uitgegaan van een afgesproken percentage van 27,3% van de totale formatie (Berenschotnorm). De provinciale expertgroep heeft geadviseerd dit percentage voor alle omgevingsdiensten te hanteren; • Voor de personeelslasten wordt uitgegaan van een gedifferentieerde zwaarte per functie, ook hier op basis van regionale maatlat en de landelijke kwaliteitscriteria (rapport KPMG). Dit houdt in dat voor zogenaamde zwaardere taken zwaardere functies worden ingezet. Dit resulteert in een drietal salarisklassen voor handhaving en een drietal salarisklassen voor vergunningverlening; •

• •

•

De berekening van de loonkosten in de exploitatiebegroting is gebaseerd op de functieschaal voor de uitvoerende taken. Als de functiebeschrijvingen zijn vastgesteld, vindt een definitieve functiewaardering plaats; De formatie voor het primaire proces wordt onderverdeeid in directe uitvoering (90%) en administratieve ondersteuning (10%); De materiele overhead wordt berekend op basis van een gangbaar voorzieningen- en middelenniveau. Het hiervoor gehanteerde percentage materiele overhead is 40% over de formatie overhead. Dit percentage staat gelijk aan 1 5% over de primaire formatie. Ook hiervan geldt dat de provinciale expertgroep heeft geadviseerd dit percentage voor alle omgevingsdiensten te hanteren. Bij materiele overhead moet gedacht worden aan kosten voor huisvesting, inrichting, reiskosten (niet woon-werk verkeer), computerapparatuur, bureaukosten etc.; Het aantal productieve uren wordt vastgesteld op 1.400 uur per fte. De onderbouwing hiervan is als volgt: Aantal uren 1 fte (52 weken x 36 uur) Af: Verplichte feestdagen Vakantie/verlof Ziekte (norm 5%)

1.870 50 190 90 330

Bruto productieve uren Af: Opleiding, seminars e.d. (norm 3%) Overig waaronder werkoverleg

1.540 50 90

140 Totaal netto productieve uren (declarabele uren) 1.400 Verder is in de begroting rekening gehouden met een aantal kostenverhogende factoren. Inwerkingtreding van de omgevingsdienst vindt plaats op 1 april 2013, terwijl de ramingen gebaseerd zijn op prijspeil 2011. Om die redenen wordt voor loon- en prijscompensatie een aantal stelposten opgenomen. Vervolgens worden deze stelposten ook structureel geraamd. Respectievelijk zijn voor loon- en prijsmutaties 1,0% en 2,5% gehanteerd; Voor onvoorzien wordt een bedrag opgenomen van 1,0% van de geraamde kosten in het betreffende jaar. Voor 2014 en verder gaat het om een bedrag van € 25.000,00; De omgevingsdienst heeft als uitvoeringsorgaan van de Wet Milieubeheer geen taken, die zich kenmerken als risicovol. Vanuit dat oogpunt bezien is er geen noodzaak, dat de Omgevingsdienst Noord-Veluwe een reservepositie opbouwt. Temeer, omdat om eerste tegenvallers op te kunnen vangen in de begroting al een post onvoorzien opgenomen wordt; In november 201 2 heeft de provincie de bedrijvenlijst geactualiseerd. De financiele vertaling hiervan is in deze begroting opgenomen. Daardoor wijkt de provinciale bijdrage af van de vastgestelde begroting uit het bedrijfsplan; De exploitatiebegroting 201 3 geldt voor de periode van 1 april 201 3 tot en met 31 december 2013. Echter voor de posten 'Specialistische taken' en 'Opleidingen' geldt dit niet. In de begroting is voor 2013 een volledig jaarbudget voor deze posten opgenomen.


14

Noord-Veluwe. Omgevingsdienst. Aan het college van Gedeputeerde Staten Postbus AK PUTTEN. Geacht college,

Recommend Documents