Nr. 2 - April 2012
DrentheMagneet
2
3
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
IBM en ASTRON geven impuls aan Drentse kenniseconomie Start DOME-Onderzoekscentrum
Redactioneel
Veel spinoff Het wetenschappelijk onderzoekscentrum dat voorlopig bij ASTRON wordt gevestigd zal bij aanvang circa twintig wetenschappelijk medewerkers tellen. Zij zullen fundamenteel onderzoek verrichten naar energieverbruik van supercomputers (green computing), naar het verwerken van extreme hoeveelheden gegevens en naar fotonische technologie (het overbrengen van gegevens via licht). Het aantal medewerkers zal, naarmate de samenwerking intensiever wordt, groeien. Op termijn zal het onderzoekscentrum verhuizen naar de toekomstige campus voor sensortechnologie in Assen. Buiten het onderzoekscentrum zal ook nieuwe hoogwaardige werkgelegenheid ontstaan. Zo biedt het DOME-project voor de kenniseconomie van (Noord-)Nederland veel voordelen. Het sensorcluster in het bedrijvennetwerk rond de LOFAR telescoop wordt aanzienlijk uitgebreid en versterkt, met name gericht op de topsector High Tech Systemen en
Je kunt alleen vermenigvuldigen als je ook (informatie) kunt delen! Je zou kunnen zeggen dat deze tweede editie van DrentheMagneet een ‘sprekend voorbeeld’ is van hoe de provincie Drenthe er in tijden van economische tegenspoed in slaagt haar rol op cultureel, economisch en ruimtelijk terrein op adequate wijze vorm te geven. We doen dat niet alleen, maar in nauwe samenwerking met de Drentse gemeenten, Drentse -, nationale - en soms ook internationale organisaties en natuurlijk met het bedrijfsleven en particulier initiatief. Uiteindelijk hebben we allemaal één overeenkomstige ambitie: onze mooie provincie Drenthe goed op de kaart zetten en duurzaam vooruit helpen. En dat is een mooi mission statement anno 2012!
Materialen (HTSM). Andere noordelijke clusters (zoals rond Life Sciences, Water, Agribusiness en Energie) profiteren van de uitkomsten van het onderzoek. Door het DOME-project wordt de kans vergroot op het realiseren van het Europees Centrum voor Radio Astronomie voor de Square Kilometre Array in Nederland. Ten slotte worden met DOME contacten gelegd en versterkt met instituten in heel Nederland en wereldwijd.
‘Het DOME-project is goed voor de hele samenleving’ Ard van der Tuuk, gedeputeerde economische zaken, is zeer positief over het initiatief: ‘Economisch is het een geweldige opsteker. Dit centrum geeft een belangrijke impuls aan onze regionale kennisinfrastructuur. Als provinciebestuur zullen we bovendien bevorderen dat het regionale bedrijfsleven aansluiting vindt en van de kennis en ontwikkelingen zal meeprofiteren. Via het gebruikersplatform kan het MKB aanhaken bij het onderzoek.’ Gedeputeerde Staten steunen het DOMEproject met vijf miljoen euro, naast vijftien
Thema economie & ruimte
2 Drenthe krijgt hightech onderzoekscentrum
Begin april maakten ASTRON -het Nederlands instituut voor radioastronomie in Dwingeloo- en IBM bekend nauw samen te gaan werken aan de ontwikkeling van supersnelle en energiezuinige computersystemen. Het samenwerkingsproject heet DOME, duurt in eerste instantie vijf jaar, heeft een waarde van 32,9 miljoen euro en vindt plaats in het nieuw opgerichte ASTRON & IBM Center for Exascale Technology, gevestigd bij ASTRON. De supersnelle en zuinige computers maken het straks mogelijk om de enorme hoeveelheden data van ´s werelds grootste en meest gevoelige radiotelescoop, de nog te bouwen internationale Square Kilometre Array (SKA), te kunnen analyseren, opslaan en duiden. In 2024 moet de Square Kilometre Array operationeel zijn in of Australië of ZuidAfrika. De telescoop kan straling uit het heelal waarnemen die meer vertelt over zijn oorsprong. Volgens schattingen van onderzoekers is er voor het aansturen van de telescoop een verwerkingskracht nodig die gelijk staat aan die van een miljard computers. Harry van Dorenmalen, Chairman IBM Europa zegt over deze stroom aan dataverkeer: ‘Neem het huidige wereldwijde internetverkeer per dag en vermenigvuldig dat met twee; dat is ongeveer de hoeveelheid data die dagelijks zal worden verzameld door de SKA-radiotelescoop. Dit is een extreme vorm van Big Data Analytics. Met DOME beginnen we aan een van de meest dataintensieve wetenschappelijke projecten die ooit gepland zijn. De toepassingen zullen uiteindelijk veel breder zijn dan alleen radioastronomisch onderzoek.’ Marco de Vos, managing director van ASTRON, vult hierop aan: ‘De enige acceptabele manier om dergelijke systemen te bouwen en te exploiteren, is het energieverbruik ervan drastisch terug te dringen. DOME biedt ons een unieke kans om nieuwe benaderingen op het gebied van Green Supercomputing uit te proberen. Dit is ook goed voor de hele samenleving.’
In dit nummer
miljoen euro Rijkssteun. Minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie zegt over DOME: ‘Met dit project halen we baanbrekend internationaal onderzoek naar Nederland. Het past in onze ambitie om door samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderzoekers ook op het gebied van hightech tot de wereldtop te blijven horen.’ F.H. Kijk voor meer info op: www.astron.nl
We zien in deze DrentheMagneet tal van inspirerende en interessante projecten aan ons voorbijtrekken. Een deel daarvan gaat over projecten of activiteiten die inmiddels achter ons liggen, een nog groter deel gaat over plannen en concrete initiatieven die op de nabije toekomst gericht zijn. Bij het inventariseren van onderwerpen voor dit nummer ervoeren wij al dat, hoewel soms met enige schroom, mensen zeer bereid zijn te communiceren over datgene wat hen in hun werk drijft en bezighoudt. We zijn het alleen (nog) niet zo gewend daar anderen nadrukkelijk deelgenoot van te laten zijn. En dat is nu precies wat we met DrentheMagneet beogen. Laat anderen zien wat je (in Drenthe) drijft, waar je voor gaat en staat. Eén van de geïnterviewden in dit nummer zegt ergens: ‘Je kunt alleen vermenigvuldigen als je ook kunt delen. Dat geldt ook voor kennis en informatie delen (….).’ En zo is het maar net. In dit uitgebreide nummer ruim aandacht voor tal van culturele - en ruimtelijk-economische onderwerpen. Zeer uiteenlopend en divers. Eigenlijk teveel om op te noemen. Daar gaan we nu dan ook niet aan beginnen. Kijkt u zelf, neem er de tijd voor. En laat ons weten wat u ervan vindt. Veel leesplezier. En tot de volgende editie die volgens plan nog vóór de zomervakantie verschijnt.
Thema cultuur
4 Uitreiking Drentse culturele prijzen 2012 6 Cultuur ‘beweegt’ kinderen 7 Week van de Amateurkunst (WAK) 8 Hip Hop met de hoofdletter H van Hoogeveen 10 Retropop – Drenthe’s grootste popfestival 11 !Reur! Het gruien en bluien van de ‘streektaolplant’ 12 De Verzameling Drenthe 13 Kort Nieuws
Thema economie & ruimte
14 Veenhuizen borrelt en bruist 15 Boek Bewogen Ruimte 15 Van Mond tot Mond 16 Eo Weijers prijsvraag ‘Nieuwe energie voor de Veenkoloniën’ 19 Column Anne de Jong 20 KEI-bijeenkomst: Samen staan we sterker 20 Nieuwe ronde Innovatief Actieprogramma Drenthe 21 Herstel Veenkoloniale vaarweg Erica - Ter Apel in 2013 gereed 22 Springboard verbindt noordelijke Life Sciences-sector 24 Dryport-congres A Smart Logistic Hub groot succes 26 Stichting Backoffice Parkmanagement Drenthe bundelt krachten 28 Met INTERREG de grens over 30 iAge: moderne technologie in strijd tegen krimp en vergrijzing 31 Geopark de Hondsrug gaat volgende fase in 32 Alfred Hafkenscheid, winnaar Drentse Culturele prijs 2012
Proefondernemen in Drenthe - 2012 11 en 12 mei 2012
Gerrit Kamstra http://proef.drenthe.nl/nl/site/proefondernemen
4
5
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Cultuurprijzen Drenthe uitgereikt tijdens Kunst en Cultuur Gala 2012
daar een tintje latin en funk. In 2011 won Want2Swing het 15e Nationaal Bigband Concours. De band speelt door heel Nederland en werkt momenteel aan haar derde cd. Want2Swing is een band met kwaliteit en ambitie die in meerdere opzichten swingt, aldus de jury.
Op vrijdag 30 maart 2012 zijn de Culturele prijzen van Drenthe uitgereikt, tijdens een avondvullend programma in Schouwburg Ogterop in Meppel, te midden van zo’n driehonderdvijftig feestelijk uitgedoste bezoekers. Zij waren er getuige van hoe bigband Want2Swing de Talentprijs ontving, het Drents JeugdTheatergezelschap De Reus winnaar werd van de Stimuleringsprijs, en last but zeker niet least, hoe beeldend kunstenaar Alfred Hafkenscheid de Grote Culturele Prijs van Drenthe in ontvangst mocht nemen. Na een diner met de financiers van het Gala opende de Drentse BluesOperaBand de avond in de grote zaal. De band was niet willekeurig gekozen; de Drentse BluesOperaBand maakte vorig jaar zomer furore in het gelijknamige openlucht muziektheaterspektakel van de PeerGrouP in Gieten (en later eenmalig in Carré). Dit grote succesnummer mocht volgens de organisatoren (K&C en provincie Drenthe) niet ontbreken tijdens het Gala. Tussen de prijsuitreikingen door waren er optredens van Tangarine (winnaar Talentprijs 2011), het pianoduo Timo en Salim (prijswinnaars tijdens het Prinses Christina Junior Concours) en pianoduo Martijn en Stefan Blaak. De presentatie was in handen van Alina Kiers en Frank den Hollander. In 1996 wonnen zij, als spelers van Theater te Water, de Grote Culturele Prijs van Drenthe. Bezoekers van het Gala waren ook getuige van de bijzondere muzikale samenwerking tussen Tangarine en de Drentse BluesOperaBand tijdens een uitvoering van Tangarine’s nummer Carry your stone. Een ander hoogtepunt was de rap van Steyn de Leeuwe, waarin alle winnaars van de Grote Culturele Prijs voorbijkwamen. Alfred Hafkenscheid een groot schilder De provincie Drenthe heeft een traditie in het uitreiken van de Grote Culturele Prijs van Drenthe. Sinds 1955 wordt deze oeuvreprijs al uitgereikt aan personen of instellingen in de provincie. Het is een kwaliteitslabel, waarmee de provincie blijk geeft van erkenning voor het werk van de winnaars. Een belangrijke maatstaf voor de prijs, die eens in de twee jaar wordt uitgereikt, is hoe inspirerend het werk is en wat de culturele en sociale betekenis ervan is voor de provincie. De prijs ging dit jaar naar de 75-jarige Alfred Hafkenscheid. Deze beeldend kunstenaar heeft in de bijna 45 jaar dat hij in Drenthe woont en werkt, een indrukwekkend oeuvre opgebouwd. Zijn werk is figuratief met een stille, doorleefde tragiek. Veel van het werk van Hafkenscheid is ge-
Drents Jeugdtheatergezelschap De Reus wint Stimuleringsprijs Tijdens het Kunst en Cultuur Gala Drenthe werd ook de winnaar van de Stimuleringsprijs bekend gemaakt. Deze prijs is toegekend aan DJT De Reus voor de bijzondere verdiensten die dit gezelschap heeft verricht op cultureel gebied voor kinderen tussen de 4 en 14 jaar. De kwaliteit van het repertoire en de bijzondere worteling in de Drentse samenleving wordt door de jury gewaardeerd, alsook de samenwerking met noordelijke partners. Het gezelschap is uniek in Drenthe en maakt onder leiding van Henk de Reus mooie voorstellingen met gedurfde thema’s, aldus de jury.
Alfred Hafkenscheid: authentiek, wars van conventies én verknocht aan Drenthe ïnspireerd op of door de Drentse natuur en laat zijn verknochtheid aan deze provincie zien. Hafkenscheid toont voortdurend dat zijn werk nergens anders dan in Drenthe had kunnen ontstaan. Bij de bekendmaking van de prijs zei de winnaar pas geleden: ‘Ik had het helemaal niet verwacht. Het overvalt je, normaal zit ik elke dag op mijn atelier en ben daar aan het werk. Ik leef vrij solitair, maar natuurlijk is het een mooie vorm van erkenning. Ik woon en werk hier sinds 1968, heb hier zelfs mijn vrouw ontmoet. Ik voel me zodoende nauw verwant met Drenthe!’ Hafkenscheid gebruikt de prijs voor het ontwikkelen van nieuw werk. Juryvoor-
zitter Bert Naarding over de winnaar: ‘Hafkenscheid heeft Drenthe, in de vele jaren dat hij hier actief is, zeer goed vertegenwoordigd. Hij is authentiek, wars van conventies en heeft een volkomen eigen stijl. Een bijzondere man.’ Talentprijs voor Want2Swing Want2Swing, de winnaar van de Talentprijs wordt door de jury geroemd om haar unieke bezetting van trompetten, trombones, saxofoons en ritme aangevuld met drie zangeressen. Want2Swing presenteert daarmee een gevarieerd repertoire. De muziek van de band uit Assen is te typeren als vocale souljazz met hier en
Bijzondere eervolle vermelding Mies van Hout Een bijzondere eervolle vermelding kreeg Mies van Hout, illustratrice van peuter- en kleuterboeken. Mies van Hout woont en werkt in Tynaarlo en illustreerde tientallen boeken. Zij werkt samen met gerenommeerde schrijvers en laat volgens de jury een uitzonderlijke artistieke kwaliteit zien. Veelzijdig, ambachtelijk, perfectionistisch met groot inlevingsvermogen en verbeeldingskracht zijn kernwoorden die de jury haar toedicht en die haar een eervolle vermelding opleverde. Andere genomineerden Er waren meerdere genomineerden voor de diverse prijzen. Hieronder een korte schets van de andere kandidaten. Trust Trust is een uit Nijeveen afkomstig semiakoestisch kwartet. De vier leden hebben
De Drentse BluesOperaBand liet nogmaals haar karakteristieke sound horen, in het Drents uiteraard! een voorkeur voor eerlijke, zoveel mogelijk akoestische muziek waarin melodie en harmonie centraal staan. De teksten zijn veelal autobiografisch. In april 2011 verscheen het tweede album 2trust, een afwisselende cd met ballades en up-tempo nummers. Geke Hoogstins Landschapskunstenaar Geke Hoogstins realiseerde in 2011 het project Walkyre Echo’s, een beeldende voorstelling met muziek en dans over voorhistorische tijden met verrassende parallellen naar de wereld van vandaag. Het project met muziek van Pink Floyd werd in september door duizenden mensen bezocht. !REUR! Het streektaalfestival !REUR! is de etalage voor de Nedersaksische taalcultuur. !Reur! vindt begin maart plaats (MeertmaondStreektaolmaond) met muziekoptredens, lezingen, cabaret en taalquizen op diverse locaties in Drenthe. De slotdag is traditiegetrouw in Emmen met optredens in bibliotheek Emmen, theater De Muzeval
Mies van Hout: uitzonderlijke artistieke kwaliteit en de participerende horeca (zie ook het artikel op p. 11 in dit nummer). Jury Cultuurprijzen Jaarlijks kunnen inwoners van Drenthe kandidaten aandragen voor de Talentprijs, de Drentse Stimuleringsprijs en één keer in de twee jaar voor de Grote Culturele Prijs van Drenthe. Uit de aanmeldingen voor de Talentprijs en Stimuleringsprijs worden door een provinciale jury drie genomineerden voorgesteld. De jury bestaat uit medewerkers van provinciale instellingen (Biblionet Drenthe, CBK Drenthe, RTV Drenthe, K&C en een afgevaardigde namens de Drentse theaters). Een onafhankelijke, landelijke jury bepaalt voor elke prijs de winnaar. Deze jury bestaat uit: Sicko Heldoorn (burgemeester Assen, voorzitter), Hans Haerkens (secretaris VNO/NCW), Jurienne Ossewold (directeur The Creative Media Consultancy), Victorine Koningsberger (adviseur kunst en cultuur) en Henk Scholten (directeur Theater Instituut Nederland). De aanmeldingen voor de Grote Culturele Prijs van Drenthe worden voorgelegd aan de Adviescommissie Culturele Prijs, onder voorzitterschap van Bert Naarding. Zij adviseert het College van Gedeputeerde Staten bij de toekenning van de Grote Culturele Prijs van Drenthe. Aranka Oosting, K&C Drenthe Foto’s K&C Drenthe: Sijtze Veldema
Bigband Want2Swing: vocale souljazz, machtige bezetting, met hier en daar een tintje latin en funk
DJT De Reus: uniek Drents gezelschap, mooie voorstellingen, gedurfde thema’s
Voor meer info zie: www.kcdr.nl
6
7
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
‘Het is goed voor de algemene ontwikkeling van de kinderen. Kinderen uit een dorp bezoeken niet zo vaak een cultureel museum’ (leerkracht groep 8)
‘Cultuur beweegt kinderen’ De afgelopen 10 jaar brachten 140.615 Drentse kinderen van 10 t/m 12 jaar een bezoek aan een museum, archief of theater in Drenthe. Voor velen van hen was het een eerste stap in een instelling die voor hen en hun ouders grotendeels onbekend was. Dankzij de subsidie Culturele Mobiliteit van de provincie Drenthe krijgen scholen een financiële impuls die het bezoeken van musea mogelijk maakt. In de plattelandsprovincie Drenthe zijn de organisatie en de kosten van vervoer voor scholen van doorslaggevende betekenis voor het wel of niet bezoeken van een museum, zo blijkt uit onderzoek. Door provinciale bezuinigingen staat de subsidie onder druk, terwijl het voor menig Drentse leerling een belangrijke eerste kennismaking is met erfgoed en kunst. Culturele Mobiliteit is in 2001 op initiatief van GS gestart met als doel om ieder kind in zijn/haar basisschoolperiode minimaal één keer een culturele instelling te laten bezoeken, om kennis te maken met professionele cultuuruitingen.
Het project is inmiddels uitgegroeid tot een succesvol museaal- en theaterproject voor de groepen 6, 7 en 8 in het basisonderwijs. En er zijn neveneffecten. Kinderen motiveren op hun beurt ouders en grootouders een bezoek te brengen aan dat leuke gebouw of die mooie expositie.
Deelname per gemeente in het seizoen 2010-2011
Aan het project Culturele Mobiliteit doen de volgende instellingen mee: • Drents Museum, Drents Archief, • Hunebedcentrum, • Herinneringscentrum Kamp Westerbork, • De Buitenplaats, • Het Gevangenismuseum, • Theater De Nieuwe Kolk, • Theater De Muzeval, • Theater De Tamboer en • Theater De Hofpoort. De kosten van het busvervoer worden op dit moment gefinancierd door • de provincie Drenthe, • Rabobank Assen-Beilen, • de deelnemende culturele instellingen en scholen.
Gemeente
Drents Museum
Hunebed centrum
Gevangenismuseum
Drents Archief// Museum
Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Buitenplaats
Theater
De stuurgroep Culturele Mobiliteit probeert financiële middelen te matchen om het project Culturele Mobiliteit te behouden voor Drenthe. Zij zet in op draagvlak en werkt aan cofinanciering.
Aa en Hunze
54
24
84
45
29
104
0
Assen
33
110
133
86
57
62
0
Borger-Odoorn
23
67
110
71
0
33
569
Coevorden
51
66
77
179
43
119
0
Emmen
296
270
216
146
555
283
768
Hoogeveen
134
28
65
120
75
50
1491
Meppel
71
91
54
107
66
53
0
Midden-Drenthe
38
155
88
166
0
0
461
Noordenveld
136
108
89
104
46
101
0
Tynaarlo
223
125
88
200
72
142
0
Westerveld
39
19
31
0
20
77
0
De Wolden
17
13
55
0
138
32
0
Totaal
1089
1193
1129
1224
1101
1056
3289
Educatieve programma’s stimuleren De theaters en musea die deelnemen aan Culturele Mobiliteit, ontwikkelen een op de doelgroep afgestemd programma. Kunsten en cultureel erfgoed worden in schoollesstof geïntegreerd en goed ontvangen. De musea in Drenthe zien kinderen duidelijk als aparte doelgroep. Met goede educatieve programma’s weten zij zowel kinderen als leerkrachten aan zich te binden. Uit evaluaties met scholen blijkt dat er grote tevredenheid bestaat over de programma’s van Culturele Mobiliteit. Onderzoek impact verdwijnen subsidie K&C heeft in opdracht van de stuurgroep Culturele Mobiliteit onderzocht wat de impact is van het verdwijnen van de subsidie binnen het project Culturele Mobiliteit. Aan het onderzoek heeft 50% (164 scholen) van alle Drentse basisscholen meegewerkt. Zij geven bijna unaniem aan (90%) niet in staat te zijn het bezoek en vervoer naar het museum zelf te organiseren. Volgens de scholen wordt de drempel hoger om aan culturele activiteiten mee te doen als het bezoek zelf moet worden geregeld. Intermediairs zijn succesvol Uit het onderzoek Kinderen en Museumbezoek (Paul Postma Marketing Consultancy, 2011) dat in opdracht van de Nederlandse Museumvereniging is uitgevoerd, blijkt
dat regionale intermediairs succesvol zijn in het bij elkaar brengen van het aanbod van musea en de vraag van scholen. Ook slagen zij er goed in om veel kinderen een museum te laten bezoeken tegen acceptabele kosten. Marjolein van der Meer, projectmedewerker Team Project in uitvoering, K&C Drenthe
Zeven Drentse gemeenten organiseren Week van de Amateurkunst (WAK) Zeven Drentse gemeenten doen in de eerste week van juni mee aan de Week van de Amateurkunst (WAK). Daarmee wordt het landelijke project, dat voor de tweede keer wordt gehouden, in Drenthe met drie gemeenten uitgebreid.
Ontmoet je Passie! is het thema van dit jaar. Amateurkunstenaars en amateurkunstverenigingen in alle disciplines worden uitgenodigd om deel te nemen. Zij verzorgen in de actieweek optredens, exposities, een workshop of een open repetitie. Doel is om het publiek kennis te laten maken met de vereniging en/of de activiteiten van de organisatie. De deelnemende gemeenten in Drenthe zijn: Assen, Coevorden, Emmen, Midden-Drenthe, Tynaarlo, Noordenveld en Westerveld. In elke gemeente is een WAK-coördinator aangesteld die partijen bijeenbrengt, kunstenaars in verschillende disciplines aan elkaar koppelt en zorgt voor de promotie. De WAK is een landelijk project dat dit jaar voor de tweede keer wordt georganiseerd. Het succes van de eerste editie heeft weerklank gevonden in het toenemende aantal deelnemende Drentse gemeenten. Ook landelijk organiseren steeds meer gemeenten de Week van de Amateurkunst.
Waar vorig jaar landelijk 60 gemeenten deelnamen, staat de teller begin april 2012 op 100 gemeenten. In 2011 namen er landelijk 60.000 kunstenaars deel aan de WAK en werden er zo’n 5.000 verschillende activiteiten georganiseerd. Ieder jaar reikt de WAK een prijs uit voor de beste amateurkunstgemeente, de BNGprijs. De geldprijs heeft een waarde van 20.000 euro. De winnende gemeente kan het bedrag inzetten om het lokale culturele leven te stimuleren. Vorig jaar ging deze prijs naar Tilburg. De Week van de Amateurkunst vindt plaats van 2 juni tot 9 juni.
Zie voor meer info: www.kunstfactor.nl/engine?app=kunstfac tor&service=classmanager:6783&cmd=ope n&id=2472
‘De gehele organisatie rondom Culturele Mobiliteit is zo goed geregeld, dat iedereen ook zeker aan zo’n activiteit deelneemt!’ (leerkracht groep 6)
8
9
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Demi Tanalepy is Urban Unity een droom die uitkomt: ‘Hiphop -zowel dans als rap- is voor mij een belangrijke vorm van expressie die ik graag deel met anderen. Urban Unity geeft me die kans.’ De rol van de workshopdocenten van Crime2Rhyme, Fresh Flix, NINA-Kleurt en Dance2Express is erg belangrijk. De meesten van hen zijn zelf afkomstig uit Hoogeveen en genieten binnen hun discipline veel aanzien. Dit werkt aanstekelijk op de jongeren. Ook de rol van Stichting Welzijnswerk (SWW) is van groot belang voor de hiphopschool. In samenwerking met deze partij worden er ontzettend veel wijkactiviteiten georganiseerd waar Urban Unity jongeren kan werven voor de hiphopschool. Een andere rol van SWW is het bewaken en uitvoeren van het sociale aspect van de hiphopschool: jongeren begeleiden die (thuis) problemen hebben, stagetrajecten aanbieden voor jongeren en het laten participeren van jongeren in de verschillende (externe) projecten van Urban Unity.
Gerrit Boer Fotostudio
Urban Unity – grootste Hiphopschool van Noord-Nederland
Hip Hop met de H van Hoogeveen Rapper Zukarn van Crime2Rhyme begon in 2005 met het geven van hiphop workshops in Hoogeveen. Onder de jeugd in Hoogeveen sloegen de sessies snel aan. Zukarn benaderde daarom verschillende partijen in Hoogeveen om de workshops verder te ontwikkelen. Samen met Stichting Welzijnswerk, Scala Centrum voor de Kunsten en de Gemeente Hoogeveen werd het project ‘Hoogeveen met de hoofdletter H van Hip Hop’ oftewel ‘De Hiphopschool’ bedacht. De provincie Drenthe zag ook de waarde van het plan en draagt financieel bij. Een uniek project voor Noord-Nederland waarin alle elementen van hiphop beoefend worden; van rap en streetdance tot muziek en graffiti.
De hiphopschool wil kwetsbare groepen jongeren cultureel en maatschappelijk activeren. Het leveren van een ‘tegenprestatie’ door deelnemers is daar onderdeel van. Bijvoorbeeld door het buurthuis schoon te maken na afloop van een workshop, of door te helpen bij een evenement. Ook moet de hiphopschool de onderlinge verbinding tussen groepen jongeren van verschillende komaf en uit verschillende wijken versterken.
Brede inzet Sinds de zomer van 2011 zijn er in Scala Centrum voor de Kunsten vaste momenten met breakdance en hiphopworkshops. Naast het vaste workshopaanbod verleent Urban Unity haar medewerking aan tal van projecten op basisscholen, voortgezet onderwijs en naschoolse opvang. Er wordt samengewerkt met culturele instellingen als de bibliotheek van Hoogeveen, Het Podium en De Tamboer. Nicky Nahafahik is docent graffiti en zegt over de kracht van die brede inzet: ‘Urban Unity biedt jongeren de unieke mogelijkheid hun talenten te ontwikkelen, creatieve vaardigheden te benutten, ondernemingszin te stimuleren en zich creatief te uiten.’ ‘Een droom die uitkomt’ Naast professionals uit de netwerkorganisatie krijgen jongeren les van uiteenlopende freelance kunstenaars, docenten en workshopleiders. Voor breakdance docente
‘De hiphop- en straatcultuur verbroedert; jongeren uit verschillende wijken spreken hier dezelfde taal. Ze knokken niet, maar rappen met elkaar dankzij de Hiphopschool’ (wethouder Ton Bargeman, Hoogeveen)
Niet knokken, maar rappen Wethouder Ton Bargeman ziet de Hiphopschool als succesvol resultaat van het Hoogeveense jongeren- en cultuurbeleid: ‘Via de Hiphopschool leren jongeren niet alleen muziek en dans, maar ze zien ook andere cultuuruitingen bij Scala. Bijvoorbeeld beeldende kunst of werk van een fotografiecursus. Het is goed te zien dat de hiphop- en straatcultuur verbroedert; jongeren uit verschillende wijken spreken hier dezelfde taal. Ze knokken niet, maar rappen met elkaar dankzij de Hiphopschool. En hangjongeren krijgen zo een alternatief aangeboden: ze kunnen iets leuks en positiefs doen, dat geeft zelfvertrouwen. In de workshops ontdekken ze echt hun talenten. Het succes komt daarom vooral door de jongeren zelf. Het is echt hun initiatief.’
Buiten het klassieke aanbod: Urban Culture Sinds de start van de hiphopschool vlak voor de zomer van 2010 is er veel gebeurd. In Het Podium vinden wekelijks verschillende workshops plaats in de oefenruimtes. Naast de workshops Rap, Record en Beats zijn er ook regelmatig Performance workshops. Deelneemster en stagiaire Priscilla: ‘Urban Unity betekent voor mij Toekomst. Een plek om je te ontwikkelen tot wie je uiteindelijk wil zijn.’ Haar collega Lars sluit zich daar graag bij aan. ‘Urban Unity betekent voor mij een locatie waar iedereen respect voor elkaar heeft en is voor mij een plek waar je sociale contacten kunt opbouwen.’
Gerrit Boer Fotostudio
Met de workshops van de hiphopschool worden enorm veel jongeren bereikt die normaal gesproken buiten het ‘klassieke’ culturele aanbod vallen. Sinds de hiphopschool is ondergebracht bij Scala en er een vast workshopaanbod is, lijkt de hiphopschool alleen maar populairder geworden. Jongeren voelen zich erg aangetrokken tot ‘Urban Culture’. Een groot deel van de jongeren wil zich verder ontwikkelen in kunstvormen als rap, breakdance en beats maken. Rapper Zukarn, initiatiefnemer van Urban Unity is nog steeds nauw betrokken als rap-, recorden beats docent. Over het succes zegt hij: ‘Urban Unity is een plek waar raakvlakken, maar óók de verschillen bijdragen aan het versterken van elkaars ontwikkeling. Grenzen worden geslecht door samen te werken op muzikaal, maatschappelijk, organisatorisch en educatief gebied.’ Voordelig Sinds de zomer van 2011 kunnen jongeren zich officieel inschrijven als lid van hiphopschool Urban Unity. Voor een voordelig jaartarief kunnen ze in het eerste jaar deelnemen aan alle workshops binnen het vaste aanbod. Ongeveer 65 jongeren staan op dit moment officieel als lid ingeschreven. Het aantal meisjes dat meedoet neemt steeds verder toe, op dit moment
meer dan dertig. De verwachting is dat het ledenaantal voor de zomer van 2012 rond de honderd ligt. Louwrens Wemekamp, communicatieadviseur gemeente Hoogeveen Meer info: www.urbanunity.nl
10
11
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Het gruien en bluien van de ‘streektaolplant’
Van geintje tot volwassen popevenement
Retropop – Drenthe’s grootste popfestival
Op zaterdag 9 juni vindt aan de Rietplas in Emmen de twaalfde editie plaats van RetroPoP. Dit jaar met UB40 als afsluiter en met Roger Hodgson (Supertramp), 10CC, Nik Kershaw en De Dijk als hoofdacts. Naast een enorm buitenpodium voor deze acts is er een grote tent waar top tributebands repertoire spelen van Joe Cocker, The Eagles, Bon Jovi en Phil Collins. Ook is er een discotent waar het publiek de hele dag uit zijn dak kan gaan. In 2011 was RetroPoP met 12.000 bezoekers, van wie een derde van buiten Drenthe komt, binnen no time uitverkocht. Voor de komende editie wordt op eenzelfde aantal ingezet. In de toekomst wil RetroPoP graag verder groeien, tot mogelijk 25.000 bezoekers. We spreken erover met Richard de Groot, één van de roergangers van het festival.
RetroPoP wordt georganiseerd door negen mannen die elkaar kennen via het zaalvoetbal. In 2002 zaten de heren van Zalavolbate (anagram voor zaalvoetbal) na afloop bij elkaar. Ze wilden wat leven brengen in de Emmense uitgaanswereld, bedachten een naam (Back to the 80-ies), een goed doel (geld verdienen stond niet voorop), huurden een plaatselijke discotheek af en verkochten binnen een week alle 900 kaarten. Er waren ook al snel diverse sponsoren. Het smaakte naar meer. De jaren daarop was theater de Muzeval de locatie en de 1350 kaarten waren ook toen snel verkocht. Daarna volgde drie jaar lang de Giraf, met 2500 plaatsen. In 2008 werd de overstap gemaakt van binnen- naar buitenlocatie. De schaal werd groter, er kwam een nieuwe naam (Back to the 80-ies werd RetroPoP) en de Grote Rietplas in Emmen was voortaan ‘the place to be.’ Wat begonnen was als een geintje, is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen festival, met grote namen, sponsoren en veel media-aandacht o.a. via Radio2. Wensstichting Richard de Groot is penningmeester van wat inmiddels de vereniging Zalavolbate heet. Richard: ‘Het vriendenteam van Zalavolbate -we voetballen nog steedsstaat als altijd aan de basis. Tweewekelijks vergaderen we over Retropop. Alle grote beslissingen qua programmering, veiligheid,
tarieven, catering, worden daar genomen. Jaren geleden al hebben we besloten de uitvoering uit te besteden. Samen met een compagnon -die ook voetbalt- run ik het evenementenorganisatiebureau No Limit events. Sinds 2005 zijn wij de producent die Retropop uitvoert. Dat werkt prima. In 2006 heeft Zalavolbate een eigen wensstichting opgericht waarmee we ons richten op zieke kinderen in de Drentse regio die we een leuke dag willen bezorgen. Ik denk dat we hiervoor in al die jaren toch zeker 75.000 euro hebben ingezameld. Een apart bestuur ziet erop toe dat alles eerlijk verloopt.’
Laagdrempelig én hoogwaardig Hoe positioneren jullie RetroPoP? Richard: ‘Als een laagdrempelig, hoogwaardig muziekfestival voor liefhebbers van 25 tot 60 jaar. Dat laagdrempelige zie je terug in onze tariefstelling. Tickets kosten € 43,50. Daarin is de BTW-verhoging verwerkt. Dat is niet duur voor een evenement met bekende nationale en internationale acts, dat van één tot één uur duurt. We kunnen de prijs relatief laag houden omdat zeker 35% van ons budget uit sponsoring komt. Ruim 150 bedrijven, het merendeel uit de regio afkomstig, steunen ons via diverse sponsorarrangementen. Zowel op de dag zelf -er is ook een speciale VIP-tent- als in het voortraject bieden we sponsoren veel waar voor hun geld. Bedrijven zien het als een leuk uitje en een mooie manier van netwerken. In de komende jaren zouden we graag verder willen groeien richting 20.000/25.000 bezoekers. Daar zijn zeker mogelijkheden voor. Je praat dan wel over een tweedaags festival. Er ligt een gezonde, sterke basis die we kunnen uitbouwen. En dat hoegenaamd zonder subsidie. Wat dat betreft passen we zeer in deze tijd!’ F.H. Op 9 juni is ook de EK-voetbalwedstrijd Nederland-Denemarken. Op grote schermen is deze match op het terrein te volgen. Meer info: www.retropop.nl
Streektaol en streektaolcultuur; de bouwstienen van de regio waor oj opgruit. Met daj opgruit wil ok zeggen dat de streektaol en de streektaolcultuur met je metgruit. Juust dat wil het streektaolfestival !REUR! zien laoten. !REUR! stiet veur de hedendaagse stand van zaken in de streektaol en de streektaolcultuur. Dichters, schrievers en mezikaanten komt oet het hiele Nedersaksische taolgebied hen Drenthe um van zuch te laoten heuren en zien. Zie bint het water dat de ‘streektaolplant’ gruien en bluien lat en zie zörgt dat der beweging en untwikkeling blif.
!REUR! kik ok wieder as dat, want op ’t pregram is ok een dudelke stee veur lezings van taolwetenschappers en underzukers. Op !REUR! wordt met riegelmaot boeken, cd’s en aandere oetgaven of initiatieven prissenteerd. In die zin drag !REUR! bij an de verneiïng van de streektaolcultuur. Het festival wordt deur de schrievers en mezikaanten ok zien as ien van de belangriekste podia um zuchzölf te prissenteren, juust umdat het een grèens-overschrijdend en grèensverleggend festival is. Umdat het gien zölfverheerlijkende bijienkomst worden möt, wordt an taofel proot deur middel van forumdiscussies met lu, die een dudelke miening hebt over de zin en onzin van streektaol. !REUR! is een festival dat in het pregram kritisch kik naor de inhold van het anbod en de untwikkelings goed in de gaten holdt, zodat het kan een reële spiegel an het pebliek veurholden kan. Samenwarkingsverbanden Um een bepaolend podium te kunnen weden veur de streektaolcultuur bint der samenwarkingsverbanden met verscheiden vaste media-partners as het Dagblad van het Noorden, RTV Drenthe, RTV Oost, Radio 5 en RTV Emmen. Wieder wordt der algedurig zöcht naor neie invalshoeken um de streektaolcultuur zo bried meugelk in de samenleving te premoten; de sociaalmaatschappelke sector, het underwies, het bedriefsleven en de zörg wordt zoveul as ’t kan betrökken in de activiteiten. Het streektaolfestival !REUR! is dit jaor begund met het previnciale bibliotheken pregram. In verscheiden grotere bibliotheken deur Drenthe hen wordt optredens en veurdrachten organiseerd in samenwarking met Biblionet Drenthe en het Drents Netwerk bibliotheken. Ok wuur deur RTV Emmen (in samenwarking met !REUR!) een Drèents dictée holden in de Bibliotheek in Emmen. De lusteraars kunden ok metan doen (via het internet of radio) en in de bibliotheek zölf waren der een hiele koppel prominenten, die zuch in het dictée vastbeten. Op de veuraovend van de ofslutende dag is het festival deelstreken in Emmen met een horecapregram. In de dielnimmende horeca speulden bekende streektaolbands um het oetgaonspebliek te vermaken met een optreden. Oet de schade stappen Ok dit past hielemaol in de doelstelling van het festival. !REUR! wil ok geern dat de streektaolcultuur oet de schade stapt,
die het met zuch metdrag en nei pebliek benaodern. Op dizze wieze wil !REUR! berieken dat streektaolcultuur zuch nuzzelt tussen het reguliere cultuuranbod, want as unbekend unbemind is, dan is het tegendiel ok waor. Op de ofslutende festivaldag in Emmen begunt in Bibliotheek Emmen al vro het literaire pregram. RTV Drenthe is der ok weer bij met een live radio-oetzending van ‘Hemmeltied’ en dippeteerde R. Munniksma döt het pregram lös. Wieder is het een kommen en gaon van dichters, schrievers, zangers, zangeressen, bands, wetenschappers, prominente gasten enzowieder. As de aovend valt giet het ofslutende meziekfestijn van start in Theater De Muzeval dat lösdaon wordt deur börgenmister Bijl. Op de veer podia speult der negen bands. Al dizze bands beheurt tot de eredivisie van de streektaolmeziek oet Grunningen, Drenthe, Overiessel, Gelderlaand, Nedersaksisch Duutslaand en Frieslaand. Het aovendpregram wordt veur tillevisie registreerd deur een samenwarkingsverbaand tussen RTV Oost en RTV Drenthe. Later in de meert-streektaol-maond wordt dit op beide zenders oetzunden. De inholdelke kwaliteit en de open en gemoedelijke sfeer van het festival !REUR! waren ok dit jaor weer een feest veur de roem 2500 enthousiaste bezukers die het festival bezöchten. Bert Kamping, prejectleider !REUR Foto’s: Harry van der Veen
12
13
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
De Verzameling Drenthe
Kort
Eén project. Drie voorrondes. Tweehonderd amateur en professioneel beeldend kunstenaars. Negen juryleden. Vierhonderd werken. Negentig geselecteerde werken. Eén eindtentoonstelling. Zeventienhonderdvijftig bezoekers. Dertienhonderd stemmen. Negen genomineerden. Drie eervolle vermeldingen. En drie prijswinnaars.
Dit is kort gezegd het resultaat van De Verzameling Drenthe, een project dat begin dit jaar is gerealiseerd voor amateur - en professioneel beeldend kunstenaars wonend of geboren in Drenthe. Doel van het project was kunstenaars een podium te bieden, de kennis en vaardigheden van de kunstenaars te vergroten en een actueel beeld geven van het beeldend talent in de provincie Drenthe. Deelnemers grepen De Verzameling Drenthe en masse aan om commentaar te krijgen op hun kunstwerken en zo verder te komen in hun ontwikkeling.
Kenniscentrum Events van start!
Publieksprijs
Wout Wachtmeester, Necessary Structures
Masterclass van Sam Drukker Uit de negentig werken in de eindtentoonstelling in het CBK Emmen koos een vakjury de winnaar van de Juryprijs (€ 1.500,-) en de Talentprijs (€ 1.000,-), bestemd voor een kunstenaar jonger dan 35 jaar. Het publiek kon stemmen op hun favoriete kunstwerk. Het kunstwerk met de meeste stemmen kreeg de Warenhuis Vanderveen Assen Publieksprijs (€ 2.000,-). De winnaars en alle genomineerden krijgen een tentoonstelling in de ruimte van CBK Drenthe in Warenhuis Vanderveen in Assen en mogen in mei een masterclass volgen van de landelijk bekende kunstenaar Sam Drukker.
Stichting Bevrijdingsfestival Drenthe gevormd De nieuwe stichting van het Bevrijdingsfestival Drenthe is inmiddels gevormd. Deze stichting zal samen met de organisator Diner Mobile uit Assen zorgdragen voor het Bevrijdingsfestival Drenthe voor de jaargangen 2012, 2013 en 2014. De inzet van bestuur en organisatie is erop gericht het een feest van de hele provincie te laten zijn. Juryprijs
Ria Penthum, Wat nergens op lijkt is echt
Lunchvoordrachten Rond de tentoonstelling met de winnaars worden in Warenhuis Vanderveen van 9 mei t/m 20 juni drie lunchvoordrachten cultuur georganiseerd onder de naam Kadetje Cultuur. De eerste op 9 mei met een lezing van Sam Drukker. De tweede lunchvoordracht op 31 mei is van de fotograaf Sake Elzinga. En de derde lezing op 28 juni zal worden verzorgd door de schrijver Marcel Möring.
Talentstage op Bevrijdingsfestival Assen Het Bevrijdingsfestival Drenthe krijgt dit jaar voor het eerst een Talentstage. Dit betekent dat naast optredens van bekende artiesten als Alain Clark en Direct ook Drentse poptalenten de kans krijgen op te treden voor een groot publiek. K&C en SENA hebben dit podium geregeld. Op de SENA Talentstage kan het publiek optredens verwachten van nieuwe Drentse poptalenten, maar ook van talenten van buiten Drenthe die een link met Drenthe hebben. SENA financiert de kosten van het podium en de optredende acts. Dit betekent dat ook deelnemers aan de SENA Performers POPnl Award op dit podium te zien zullen zijn.
De Verzameling Drenthe is een samenwerking tussen: • RTV Drenthe (zeven programma’s), • CBK Emmen, • CBK Drenthe Assen en • Kunsthuis de Secretarie in Meppel. Sponsors en subsidiegevers zijn: • Provincie Drenthe, • Fonds Cultuurparticipatie, • Prins Bernhard Cultuurfonds, • SNS REAAL fonds, • Beringer Hazewinkel fonds en • Warenhuis Vanderveen Assen.
Meer info: www.bevrijdingsfestivaldrenthe.nl
Talentprijs
Samuel Overgoor, Slak
Zie verder: www.bevrijdingsfestivaldrenthe.nl
Music in the Woods 2012 Op donderdag 31 mei en vrijdag 1 juni 2012 vindt de 11e editie plaats van het tweedaagse klassiek openluchtfestival Music in the Woods. Op beide dagen beginnen de concerten om 20.00 uur. Op 31 mei kunt u genieten van Het Drents Symfonie Orkest en het Lingener Kammer Orchester die zullen samenspelen. Het Haydn Jeugd Strijk Orkest speelt op 1 juni. Uitgangspunt voor Music in the Woods is het laten samensmelten van klassieke muziek met de unieke natuurlijke (openlucht) omgeving van de Drentse bossen. De invallende duisternis en de entourage geven het festival haar unieke karakter. De concerten vinden plaats in de bossen van Odoorn, nabij de uitspanning Poolshoogte (N34, afslag Exloo). Music in the Woods wordt georganiseerd door de gelijknamige stichting en bestaat sinds 2002 toen de gemeente BorgerOdoorn culturele gemeente van Drenthe was. De afgelopen jaren is een samenwerking ontstaan met orkesten uit het Duitse deel van de Eems-Dollard Regio (EDR). Zo vindt dit jaar, voor de vierde keer op rij, ook een concert plaats bij de molen in het Duitse Haren (Emsland). Voor meer informatie over programma, toegangsprijzen en route zie: www.musicinthewoods.nl
Drenthe heeft het! Een evenementencultuur waar de maatschappij profiteert van evenementen in sociaal, maatschappelijk, economisch, cultureel en ruimtelijk perspectief. Op 23 februari is het Kenniscentrum Events gelanceerd. Een (online) organisatie die adviseert, begeleidt en organiseert op het gebied van Evenementen in Drenthe. Evenementenorganisatoren, vrijwilligers, bedrijven en gemeenteambtenaren kunnen aankloppen bij het Kenniscentrum Events. Ze worden voorzien van informatie en advies over de evenementenambities in Drenthe en er wordt ingezet op kennisdeling. Het Kenniscentrum Events werkt onder andere aan een specifieke evenementenkalender, een vrijwilligersdatabank en organiseert jaarlijks diverse bijeenkomsten. Een belangrijk doel is het vergroten van de maatschappelijke spin-off bij (sport) evenementen. Kenniscentrum Events is mede opgericht door Recreatieschap Drenthe, Kunst & Cultuur Drenthe en Marketing Drenthe. Het Kenniscentrum is gehuisvest bij SportDrenthe en maakt onderdeel uit van een van de uitvoeringsprogramma’s van Drenthe 2028. Meer info: www.kenniscentrumevents.nl of via SportDrenthe, Mieke Zijl:
[email protected] /0528-233775.
Presentatie E-team bestaande uit: Jos Vaessen, Herman Strijbosch, Jaap Timmer, Hans Jansens, Yvonne Tamminga, Hans Slender, Evert ten Napel en Hans de Lang.
14
15
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Investeren is meer dan ergens je bedrijf vestigen
Boek Bewogen Ruimte -
Veenhuizen borrelt en bruist
over de ruimtelijke ontwikkeling van Drenthe 1942-1970
Op vrijdagmiddag 16 maart vond in Veenhuizen de aftrap plaats van de campagne Proefondernemen in Veenhuizen waarin het ontwikkelingsbureau Veenhuizen, Marketing Drenthe en NRC Handelsblad samenwerken aan het creëren van nieuwe kansen op werk én het vinden van goede herbestemmingen voor historische gebouwen, vaak Rijksmonumenten, in en om Veenhuizen. Met een aanwezigheid van ruim 130 gasten, afkomstig uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden, was het een druk bezochte bijeenkomst, die in mei een vervolg krijgt met een weekend Proefondernemen in Veenhuizen.
Op 30 maart verscheen het langverwachte boek Bewogen Ruimte van Bernhard Hanskamp over de ontwikkeling van Drenthe in de periode 1942-1970. Op 2 april verzorgde de auteur een lezing in het provinciehuis over zijn boek. Deze periode blijkt met terugwerkende kracht cruciaal voor hoe Drenthe zich nu openbaart. De basis voor het behoud van open ruimtes, de zorg voor welzijn, werk en wonen en de goede inpassing van nieuwe wegen is in die periode gelegd. Krachtige bestuurders met visie en gemotiveerde ambtenaren droegen zorg voor Drenthe. Bernhard heeft jaren intensief onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen in die periode.
Veenhuizen is volop in beweging. De nominatie om Veenhuizen samen met de andere Koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid in Drenthe, Overijssel en België op de Unesco Werelderfgoedlijst te plaatsen, draagt hier zeker aan bij. Extra impulsen, zoals de bijeenkomst van 16 maart, om Veenhuizen op de kaart te zetten als een aantrekkelijke vestigingsplaats voor nieuwe bedrijven blijven welkom. We spreken hierover met Wim de Bruijn, projectmanager van het Ontwikkelingsbureau Veenhuizen en één van de gangmakers van het ‘nieuwe Veenhuizen.’
Voorwoord (van het boek ‘Bewogen Ruimte’) De provincie Drenthe beseft al vroeg dat ruimte schaars is en dat er afspraken moeten worden gemaakt over het toekomstig gebruik ervan. In 1941 legt het provinciaal bestuur zichzelf een nieuwe taak op, de provinciale ruimtelijke ordening. Ook al heeft de Duitse bezetter Provinciale Staten naar huis gestuurd, het betreft wel degelijk een Drents initiatief en niet een uitvinding van de bezettingsmacht. Dat neemt niet weg dat deze taak, omdat zij uit de oorlogstijd stamt, tot ver in de jaren zeventig met regelmaat tot onaangename discussies leidt in Provinciale Staten van Drenthe.
Op wat voor soort bedrijvigheid richt Veenhuizen zich? Wim: ‘We kijken vooral naar kansrijke sectoren in de zorg, onderwijs, maar ook naar woningbouwcorporaties en ambachtelijke bedrijven. We zoeken ook een bepaald soort ondernemers. Mensen die willen halen én brengen. Die natuurlijk ondernemer zijn in hart en nieren, en hun energie en inzet niet alleen in hun eigen bedrijf willen stoppen, maar evenzeer in het verder tot ontwikkeling brengen van dit gebied, daarover willen meedenken. Die wederkerigheid is voor ons erg belangrijk. Met de campagne Proefondernemen in Veenhuizen willen we hier extra aandacht voor genereren. Heel concreet moet dit ertoe leiden dat we in het weekend van 11 en 12 mei hier zo’n twintig ondernemers uit heel Nederland tijdens een proefweekend laten ervaren hoe dynamisch, gastvrij en ondernemend Veenhuizen is. Natuurlijk is onze intentie dat een flink deel van hen besluit een vestiging in Veenhuizen te openen.’ Wat droeg de bijeenkomst op 16 maart hieraan bij? Wim: ‘Wat heel goed werkt, is dat je op zo’n moment mensen uit allerlei geledingen bij elkaar hebt. Van Tweede Kamerleden, Drentse statenleden, raadsleden van de gemeente Noordenveld tot ondernemers en vertegenwoordigers van instellingen aan toe. Een goede mix ook van bedrijven en organisaties die hier al zitten en die hier mogelijk naartoe komen. De helft van het werk is natuurlijk het netwerken, dat gaat vanzelf als je daar de juiste condities voor schept. Maar een inspirerend verhaal werkt ook prima. En die waren er. Alexander Rinnooy Kan had een goed verhaal naar aanleiding van een recent SER-rapport over vitale krimpregio’s. Hoewel hij benadrukte dat Veen-
huizen op zich geen krimpregio is, zijn er enkele perspectieven -je kunt het ook voorwaarden noemen - die tevens voor de regio Veenhuizen opgaan. Hij noemde er drie: het hebben van een lange termijnvisie, innovatief willen denken en nadrukkelijk uitgaan van samenwerking tussen diverse partijen. Ook wees Rinnooy Kan op de wisselwerking tussen economie en cultuur, waarbij cultuur in het algemeen het positieve imago van een regio versterkt en daarmee bijdraagt aan gunstig vestigingsklimaat. Ook in de bijdrage van Hans van der Vlist, voorzitter van de Bestuurscommissie Veenhuizen, was samenwerking met andere partijen de rode draad. Vanuit de constatering dat Veenhuizen nog steeds veel Rijksbezit kent qua gebouwen zonder een duidelijke bestemming, hield van der Vlist een pleidooi richting o.a. (Drentse) natuurbeschermingsorganisaties en woningbouwcoöperaties om hen hier warm voor te maken. Het zou mooi zijn als er ook op dat vlak beweging komt.’
Veenhuizen is een aantrekkelijke vestigingsplaats voor nieuwe bedrijven. De campagne Proefondernemen in Veenhuizen onderstreept dit!
De geschiedenis van de ruimtelijke ontwikkeling in het naoorlogse Drenthe is nog grotendeels een zwart gat. Veel materiaal is al vernietigd. De hoogste tijd om vast te leggen hoe die ontwikkeling nu eigenlijk is verlopen. Welke commissarissen van de Koningin, welke gedeputeerden, welke Statenleden en welke ambtenaren maakten hierbij het verschil?
Op tal van punten heeft Drenthe een afwijkend karakter. Na de oorlog is het verreweg de dunst bevolkte provincie, waar vrijwel alle beken midden in het eigen gebied ontspringen. Van oudsher zijn er relatief veel grote grondgebonden landbouwbedrijven. Het is dan nog de provincie met de meeste werkloosheid en de laagste inkomens. In de Provinciewet heeft Drenthe dan zelfs nog een concreet omschreven ‘achterstandspositie’, wat aanleiding geeft tot veel frustratie.
Met dit boek is Drenthe de eerste provincie die haar naoorlogse ruimtelijke ontwikkeling op schrift stelt. Vanwege de omvang beperkt de periode zich tot 1970. Duidelijk wordt dat Drenthe in de periode na de oorlog er echt toe doet. Zonder kennis van het verleden geen duidelijke keuzes voor de toekomst. Jacques Tichelaar Commissaris van de Koningin in de provincie Drenthe
Is er in grote delen van het land na de oorlog sprake van wederopbouw, in Drenthe gaat het vooral om opbouw. De achterstanden moeten worden ingehaald. In twintig jaar tijd groeit Drenthe in economische zin uit tot een normale gemiddelde provincie. Deze stormachtige ontwikkeling concentreert zich vooral rond de grote plaatsen Assen, Hoogeveen en Emmen. Met de onderkenning dat ruimte schaars is, zijn scherpe en consequente keuzes gemaakt, waardoor de kwaliteiten op het gebied van natuur, cultuur en landschap nadrukkelijk behouden zijn.
F.H. Kijk voor meer info op: http://proef.drenthe.nl/nl/site/proefondernemen (proefondernemen in Veenhuizen’ www.toekomst-veenhuizen.nl (plannen Veenhuizen) Foto’s: FotoAccent
Van Mond tot Mond Van half april tot begin juni 2012 organiseert de PeerGrouP vier‘weekendrestaurants’ in de Drentse Monden-streek in de Veenkoloniën. De restaurants vinden plaats in leegstaande gebouwen die - voor de duur van een weekend - plaats bieden aan 50 gasten per avond (vrijdag en zaterdag) en middag (zondag). Op de kaart staat een uitgebreid en eersteklas streekmenu van PeerGrouP-kok en beeldend kunstenaar Elles Kiers. Naast het menu kunt u kiezen uit theatrale sidedishes van lokale aard én aan tafel wordt verslag gedaan van actuele en historische situaties in de Drentse Monden. Van Mond tot Mond wordt gevolgd door RTV Drenthe en uitgezonden op tv. Het eerste weekendrestaurant vindt plaats in een voormalige plantenkas in
Valthermond op vrijdag 13 en zaterdag 14 april 2012. Aanvang 19.00 uur (duur van de avond circa 2,5 uur). Van Mond tot Mond kost € 55,00 (incl. eten en drinken) per persoon. Het eten is zowel vegetarisch als met vlees of vis. Op zondag is een aangepaste en verkorte versie van het restaurant: het kliekjesrestaurant. Dit restaurant is vooral een familierestaurant en begint om 14.30 uur. Dit menu op zondag kost € 10,00. (Op zondag is RTV Drenthe niet aanwezig.) Speeldata 2012 vr 13 / za 14 / zo 15 april Kas, Kavelinge 44, Valthermond vr 27 / za 28 / zo 29 april Kerk, Zuiderdiep 123, 2e Exloërmond vr 18 / za 19 / zo 20 mei Basisschool, Wilgenlaan 1, Nieuw-Buinen vr 1 / za 2 / zo 3 juni openluchtrestaurant in leegstaande akker of veld.
16
17
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Eo Weijers prijsvraag ‘Nieuwe energie voor de Veenkoloniën’ Realistische, ruimtelijke toekomstscenario’s voor een bijzondere regio De Eo Weijers prijsvraag, dit jaar voor de negende keer uitgereikt met als thema ‘krimp, energietransitie en ruimtelijke kwaliteit in de Veenkoloniën’, is gewonnen door Bureau Atelierbruut uit Amsterdam. De uitreiking van de prijzen op 22 maart in een volgepakt congrescentrum Beresteyn in Veendam, door de voorzitter van de Eo Wijers-stichting Hans Leeflang, was een feestelijke happening, bijgewoond door honderden gasten, onder wie veel van de 36 deelnemende teams.
De winnende inzending van Bureau Atelierbruut onder de titel Samen Pionieren, blinkt volgens de jury uit door ‘een uitstekende analyse en methode om diverse problemen te signaleren en in goede banen te leiden. Het laat ook ruimte om andere initiatieven te absorberen.’ De jury spreekt over ‘een soort acupunctuurplanning.’ De tweede prijs, 7Sprong, van de bureaus Terra Incognita en WING, reikt een werkwijze aan die tot de verbeelding spreekt en fenomenen als landbouw en water ruimtelijk weet te koppelen. Veennet (3e prijs) van Posad Spatial Strategies, Machiel Bakx en Michiel Brouwer, is een integraal plan met een interessante inzet van netwerken en bouwstenen. De inzendingen zijn beoordeeld door een vakjury en een streekjury. De drie prijswinnaars ontvangen geldprijzen van respectievelijk 18.000, 14.000 en 11.000 euro. De jury heeft verder twee stimuleringsprijzen
verstrekt aan jonge inzenders en drie eervolle vermeldingen verleend. Alle winnaars en hun inzendingen zijn samengebracht in het juryrapport dat beschikbaar is op www.eowijers.nl. Plannen met draagvlak De deelnemers stonden voor de opgave om het Veenkoloniëngebied, ondanks een krimpende bevolking, nieuwe economische en maatschappelijke perspectieven te bieden, met behulp van de ‘puzzelstukjes’ bevolking, landbouw, water en energie. Belangrijk uitgangspunt bij het invullen van de opdracht was om inwoners en maatschappelijke organisaties bij de voorstellen te betrekken, zodat er ook draagvlak ontstaat om de voorgestelde veranderingen tot stand te laten komen. Volgens de vakjury is dat goed gelukt. De 36 teams van professionals -oud en (vaak) jong-, hebben geïnvesteerd in het begrijpen van
‘Waardevolle ideeën waarmee de streek echt verder kan’
Eo Weijers-stichting De Eo Weijersstichting wil als onafhankelijk netwerk een bijdrage leveren aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van Nederland op bovenlokaal schaalniveau. Om dit doel te bevorderen steunt de Eo Wijers-stichting opdrachtgevers in de publieke en de private sfeer die zich over bestuurlijke grenzen heen inzetten voor concrete projecten en programma’s die ruimtelijke kwaliteit beogen te bereiken. Eerdere edities/prijsvragen betroffen Nederland Rivierenland (de winnende inzending Plan Ooievaar leidde tot het natuurpark De Gelderse Poort), Stad en Land op de helling (over de grensregio MaastrichtHeerlen-Aken-Luik), Het stromend Stadsgewest (Ecoregio Breda), Inside Randstad Holland, Wie is er bang voor het lege programma? (NoordNederland), Grenzeloze beweging (Utrecht – Oberhausen), Tegen de stroom in en met de stroom mee (Beerze-Reuzel en IJmeer) en Buiten in de Randstad (over Deltapoort en de Vechtstreek). De stichting dankt haar naam aan prof. ir. Leonard Wijers (1924-1982),hoogleraar in Delft en directeur van de Rijksplanologische Dienst. Hij was inspirator van het ruimtelijk ontwerpen op het regionale schaalniveau.
de streek en het leggen van contacten met mensen uit de Veenkoloniën. De winnende inzendingen geven creatieve voorstellen hoe inwoners, bedrijven, coöperaties en overheden in de Veenkoloniën, met inzet van bewezen succesvolle projecten, een beweging op gang kunnen brengen die aansluit bij de wensen van de bevolking en leidt tot versterking van de economische structuur en de ruimtelijke kwaliteit.
De overheid speelt een bescheiden rol in de meeste plannen; het versterken en verbinden van initiatieven komt vooral van onderop, vanuit de burgers zelf
V.l.n.r.: Hans Leeflang, Baukje Galama, Rein Munniksma
Regionale ingrediënten De Eo Wijers-stichting organiseerde de prijsvraag samen met de Agenda voor de Veenkoloniën, de provincies Groningen en Drenthe, acht gemeenten en twee waterschappen. Baukje Galama, burgemeester van Stadskanaal en vice-voorzitter van de Agenda voor de Veenkoloniën, en de Drentse gedeputeerde voor Ruimtelijke Ontwikkeling Rein Munniksma toonden zich tijdens de prijsuitreiking zeer verheugd over de kwaliteit van de inzendingen en van de winnaars in het bijzonder. Baukje Galama: ‘Fantastisch dat we zoveel waardevolle ideeën hebben gekregen!’ Rein Munniksma vult aan: ‘Daarbij is goed voldaan aan de wens om ingrediënten aan te leveren waarmee we als streek ook écht verder kunnen gaan!’ De bestuurders van de Groningse en Drentse krimpregio’s en die van de Agenda gaan met de drie prijswinnaars bespreken hoe tot realisatie van hun ideeën kan worden gekomen. Ook de drie eervolle vermeldingen worden daarbij betrokken. Alle waardevolle ideeën combineren Alle 36 inzenders worden bovendien uitgenodigd voor een derde Veenmarkt om hun ervaringen met de prijsvraag en met de Veenkoloniën te evalueren. Wageningen University and Research krijgt de opdracht om ook uit alle niet prijswinnende inzendingen waardevolle ideeën te halen die bij de ontwikkeling van de Veenkoloniën een rol kunnen spelen. De voorzitter van de Eo Wijers-stichting, Hans Leeflang -directeur Kennis, Informatie en Strategie op het ministerie van Infrastructuur en Milieu-, noemt het team van Samen Pionieren een boeiende winnaar ‘omdat ze geen ruimtelijk toekomstplan schetsen, maar innovatieve voorbeelden uit het hele land introduceren
ter inspiratie van de burgers en bedrijven in de Veenkoloniën. Ze geven de overheid een bescheiden rol in het versterken en verbinden van initiatieven van onderop.’ Jurering De voorzitter van de vakjury is ir. Yttje Feddes, Rijksadviseur voor het Landschap. Zij schrijft in het juryrapport dat de prijsvraag en de inzendingen wijzen op een paradigmawisseling in de wereld van ruimtelijke ontwikkelaars en ontwerpers: ‘Ontwerpen gaat meer dan ooit over het smeden van nieuwe allianties en over een andere houding van ontwerpers in het proces. Eerst wordt -ontwerpendde opgave, timing en processtructuur doordacht, daarna komt pas de ruimtelijke oplossing aan de orde.’
De streekjury stond onder voorzitterschap van Leontien Kompier, burgemeester van Vlagtwedde. De streekjury heeft in het bijzonder gelet op maatschappelijk draagvlak, uitvoerbaarheid van de winnende inzendingen en de mate waarin de plannen aansluiten bij het karakter van de Veenkoloniën. F.H. Foto’s: Hans Banus Zie verder: www.eoweijers.nl Voor nadere informatie:
[email protected]
18
19
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Veenlust - Impressies van een prijsuitreiking De drie prijswinnaars nader beschouwd 1e prijs: Samen Pionieren Samen pionieren geeft een analyse die consequent wordt vertaald in een strategie van vier tijdslijnen die staan voor de ontwikkelingen die op de Veenkoloniën afkomen wanneer niet wordt ingegrepen, van nu tot 2040. Deze tijdslijnen geven de vier belangrijkste thema’s weer waarmee de Veenkoloniën te maken hebben: bevolkingsontwikkeling; economie en landbouw; natuur, water en klimaat; en woningbouw. De tijdslijnen geven ook aan wanneer en hoe bewoners zelf kunnen interveniëren om te voorkomen dat hun leefomgeving te ver achteruit gaat. De kritieke grenzen in de tijd worden in de tijdslijnen weergegeven en toegelicht. Om bewoners te helpen interveniëren, worden ‘bouwstenen’ geïntroduceerd: succesvolle en/of winstgevende initiatieven waarmee bewoners en bedrijven zelf aan de slag kunnen: ‘niet oplossen vóór, maar oplossen mét’.
2e prijs: 7Sprong 7Sprong anticipeert op de aankomende wijziging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), waarin de EU meer eisen zal stellen aan boeren die subsidie willen ontvangen: een bepaald percentage van de grond moet een duurzame maatschappelijke meerwaarde opleveren. 7Sprong gaat ervan uit dat 7% van het areaal wordt ingezet voor collectieve afspraken, het wisselgeld waarmee de transitie op gang wordt gebracht. Er is behoefte aan leefcomfort en betrokkenheid, aan menselijke maat en kleinschaligheid. Tegelijk vragen marktmechanismen en efficiency in voorzieningen om de grote schaal. De inzending richt zich op enkele cruciale factoren zoals een ‘cluster gezinscomfort’ of de ‘sociale supermarkt’.
3e prijs: Veennet Veennet is een voorstel tot een investeringsprogramma. Een coöperatie die bestaat uit initiatiefrijke inwoners, ondernemers en de overheden in een netwerk van initiatieven, met één gemeenschappelijk doel: een vitale en weerbare regio. Veennet stelt het gezin centraal. De basisgedachte betreft het creëren van streekeigen, zelfvoorzienende netwerken die het huidige gemis aan infrastructuur kunnen oplossen. De redenering is: als er nog maar één school resteert, zorg dan in ieder geval voor een mooi fietspad ernaartoe. Dat fietspadennetwerk lijkt wat subtiel, maar is in het landschap een belangrijke troef. De landschappelijke interventies zijn daarmee minimaal, maar wellicht staat Veennet daarmee wel heel dicht bij de meest haalbare of waarschijnlijke werkelijkheid.
Vrijdag 22 maart was ik voor het eerst weer eens in het centrum van Veendam. Lang niet geweest. Vroeger kwam ik hier nog wel eens, om waterpolo te spelen, een weekend lang in het zanderige buitenbad aan de Langeleegte. Vanuit Emmen reden we dan voor ons gevoel urenlang door de uitgestrekte vlakte van de Veenkoloniën, langs lange rechte lijnen als de Mondenweg en langs eindeloze kanalen bedekt met het vuil-gele schuim van de aardappelmeelfabrieken - of was het strokarton? Altijd hadden we wind tegen, waardoor de kwalijk riekende Veendammer Wind zich al van verre wist aan te kondigen. Zuchtend van opluchting bereikten we het centrum van Veendam. Daar was schouwburg Veenlust, ons baken voor de komende avond, met de discotheek waarvan ik de naam ben vergeten. Maar de Veendammer Lust ben ik zeker niet vergeten, die tot diep in de nacht door ons ontluikende pubers in deze eigenwijze provinciestad werd ontdekt. ‘Ach ja, das war einmal’. Veendam is nu modern, met een nieuw theater: cultuurcentrum van Beresteyn. De zanderige poel is al decennia geleden vervangen door een modern overdekt zwembad. En de schuimvlokken op de kanalen zijn verdwenen. De Veenkoloniën zijn in de vorige eeuw al schoongemaakt, aangeharkt en opgeknapt. En het resultaat mag er zijn. Maar het is niet genoeg. We vinden dat het beter kan, en beter moet. We, dat zijn de provincies Drenthe en Groningen en de gemeenten. Dat zijn ook de pakweg 250 ontwerpers veelal uit de Randstad, die zich hebben gestort op het land van de lange lijnen. Die zich in het kader van de Eo Wijers-prijsvraag suf hebben gepiekerd hoe je van rechthoeken cirkels kunt maken, of van aardappelloof olifantengras. Zesendertig teams die daar in spanning zaten af te wachten in het donker van de theaterzaal van Beresteyn, totdat hun ontwerp werd uitgeroepen tot meest aansprekend, haalbaar, origineel, of -en dat was een belangrijk criterium- aansluitend bij de bewoners van deze vermaledijde streek. Even leek het erop dat theatergezelschap de PeerGrouP de prijs zou winnen, want in de lange aanloop naar de ultieme onthulling werden deze kunstenaars door menig spreker gekenschetst als ontwerpteam avant la lettre, dat voor de hele meute aan bezig was om de wet van de stimulerende achterstand te benutten in het voordeel van de Veenkoloniale bewoners. Wat vooral van nut was geweest om bij de overambitieuze planologen het ‘kwartje te laten vallen’, zoals de juryvoorzitters dat treffend verwoordden. Want natuurlijk zaten er vooral gedreven, hoog opgeleide en verrassend veel jonge ontwerpers in de zaal die nog nooit in het oosten van Groningen en Drenthe waren geweest. Die samengebalde ontwerplust, die mij deed denken aan al die opgehoopte hormonale driften van onze feestelijke afsluitingen der Veendammer waterpolotoernooien uit de jaren zeventig, moest wel in de juiste banen worden geleid om ze niet te laten ontaarden in een onstuitbare tsunami van ruimtelijke plannenmakerij en vooruitgangsdenken zonder dat de gemiddelde bewoner van Gasselternijveenschemond daar nog ene jota mee van doen heeft. Kortom: kom met een procesverhaal, en niet met de zoveelste ‘we gooien het hier wel eens eventjes helemaal op de schop’blauwdruk. Ik moet toegeven, dat is voor een groot deel gelukt. Onder de indruk geraakt van zoveel ‘streekeigen’ en ‘zelfvoorzienende’ oplossingen toog ik huiswaarts. Met de streekeigen tekst van Bert Hadders en zijn Nozems nog nadreunend in mijn door lentezon en zendingsdrang oververhitte brein: ‘Elvis, Koning van de Buunermond!’ Waarmee hij maar wil zeggen: jullie kunt met zijn allen nog zoveel willen bedenken, ‘maor wie bliev’n hier aigen baos’. Anne de Jong, senior beleidsmedewerker Cultuur, Provincie Drenthe
20
21
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
KEI-bijeenkomst: Samen staan we sterker
Herstel Veenkoloniale vaarweg Erica - Ter Apel in 2013 gereed
In het kader van het programma KEI (Kader voor Economische Investeringen) vond op 15 maart j.l. een themamiddag plaats in het Drents Museum rond het onderwerp samenwerking. Gedeputeerde Ard van der Tuuk presenteerde hier de ‘Herijking & Jaarprogramma 2012’ van het Kader voor Economische Investeringen.
De waterwegenkaart van Noord-Nederland vertoont in zuidoost-Drenthe een gat. Toervaarders moeten nu een flink eind omvaren omdat er tussen het Drentse Erica en het Groningse Ter Apel een ‘missing link ’ is. Gelukkig komt daar verandering in. Vanaf 2007 is er hard gewerkt aan het herstel en deels nieuw graven van een vaarweg van circa twintig kilometer. Het eerste deel van Ter Apel tot het Veenpark in Bargercompascuum is in de zomer van 2010 opgeleverd. Thans werkt men aan het tweede, meer complexe deel: het grotendeels nieuw graven van een kanaal van het Veenpark tot aan de Bladderswijk bij Oranjedorp, die aansluit op de Hoogeveense vaart. In juni 2013 is het hele tracé klaar. Het kanaal Erica-Ter Apel zorgt er dan voor dat het vaarwegennetwerk van Groningen, Friesland, Overijssel en Noord-Duitsland niet alleen met elkaar verbonden is, maar ook met het Rijn-IJssel- en IJsselmeergebied. En dat schept allerlei nieuwe mogelijkheden.
In zijn welkomstwoord haakte directeur Michel van Maarseveen direct al in op het thema door de ongeveer 120 gasten voor te houden dat succesvolle exposities -zoals die in het recente verleden in het Drents Museum zijn gehouden- niet mogelijk waren zonder een intensieve samenwerking. In het KEI en het daarbij behorende Jaarprogramma 2012 staan de doelen en activiteiten die de provincie en haar partners en relaties dit jaar op economisch terrein willen realiseren. Vijf thema’s staan daarbij centraal: innovatie, arbeidsmarkt & onderwijs, vestigingsklimaat, vrijetijdseconomie en agribusiness & biobased economy & energie. Gedeputeerde Van der Tuuk gaf aan dat er steeds nauwer wordt samengewerkt met de belangrijkste uitvoeringspartners: de Kamer van Koophandel, de NOM en Syntens. Het stimuleren van innovatie bij het MKB -waar praktisch alle Drentse bedrijven bij zijn aangesloten- is hierbij van groot belang. De economische situatie is er, sinds
de vaststelling van het Kader voor Economische Investeringen ruim een jaar geleden, niet beter op geworden. Van der Tuuk: ‘Wij hebben wel ambities, maar minder geld. Het college van GS heeft het KEI-programma daarom herijkt. We brengen meer focus aan in onze rol en taken, instrumenten en in de samenwerking met anderen. Waar mogelijk leggen we verbindingen met het Topsectorenbeleid van het Rijk en het Europese beleid vanuit het motto samen staan we sterker.’
van Jan Schutrups van het familiebedrijf Schutrups Schoenen in Exloo. Vanuit de strategie ‘Ieder zijn eigen individuele zool’ en door partijen bij elkaar te brengen, weet hij schoenen en zorg te combineren. De schoenenzaak is inmiddels uitgegroeid tot kenniscentrum ‘Feet for Life’. Kijk ook op: www.provincie.drenthe.nl/ thema/bedrijf-economie/kader-economische/
Robin van Galen, coach van het damesteam waterpolo dat in 2008 Olympisch Goud veroverde, liet vervolgens zien dat een goede samenwerking de sleutel is voor succes. Op inspirerende wijze vertelde hij over de fases die ‘zijn vrouwen’ en hij hadden doorlopen en die uiteindelijk resulteerden in de hoogste onderscheiding op sportgebied. De middag in de Statenzaal van het Drents Museum werd afgesloten met een enthousiast betoog
Aftrap nieuwe ronde Innovatief Actieprogramma Drenthe Tijdens een speciale voorstelling van ‘Theater te Water’ in het Drents Museum op 22 maart gaf gedeputeerde Ard van der Tuuk de aftrap voor het Innovatief Actieprogramma Drenthe 2012-2014. In interviewvorm -onderdeel van de voorstelling- prees de gedeputeerde de innovatiekracht van het Drentse MKB, daarbij verwijzend naar de resultaten van vorige tenders van het IAD. Voor de nieuwe ronde van het Innovatief Actieprogramma hebben de provincie Drenthe en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) € 2,8 miljoen beschikbaar gesteld voor innovatieve ideeën van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. De provincie gaat samen met een aantal partijen een plan van aanpak opstellen voor het MKB. Volgens Van der Tuuk wordt nagedacht over de thema’s innovatie, ondernemerschap en internationalisering. ‘Daarin betrekken we onze ervaringen en kijken we naar wat in deze onzekere tijden financieel mogelijk is.’ Voor het IAD 2012-2014 hebben de provincie, SNN, de Kamer van Koophandel, Syntens Innovatiecentrum en de NOM als voorwaarde gesteld dat voorgedragen projecten behoren tot de sectoren agribusiness, sensortechnologie, energie of healthy ageing én dat initiatieven
gezamenlijk worden ingediend. Dat kan samen met één of meerdere ondernemers of met een onderwijs- of kennisinstelling. Afhankelijk van het ingediende project is een subsidie mogelijk van maximaal 30 procent van de kosten met een maximum variërend van € 15.000,- tot € 60.000,-. Meer informatie: www.kvk.nl/IAD
Tijdens de eerste fase is het oude, in onbruik geraakte kanaal Ter ApelEmmercompascuum-Bargercompascuum verbreed, uitgediept en gemoderniseerd (sluizen, bruggen). De tweede fase bestaat uit het aanleggen van het kanaal dat de Hondsrug (onderdeel van Geopark de Hondsrug) en het Oosterbos (eigendom van Staatsbosbeer) bij Klazienaveen doorkruist. Belevingskanaal Wouter Smid, projectleider Gebiedsontwikkeling vaarverbinding Erica-Ter Apel, is nauw bij de uitvoering betrokken. Wat is het belang van het nieuwe kanaal? Wouter Smid: ‘Voor de toervaarders is het geweldig dat deze verbinding er straks is. Schepen tot 27 meter lengte en bijna 5 meter breed met een maximale doorvaarthoogte van 3,50 meter kunnen hier straks varen. Ooit waren de kanalen gegraven voor de ontginning van het gebied en het afvoeren van turf met de zogenaamde zeiltjalken. Voor beroepsvaart is het niet meer interessant; in Emmen kunnen vrachtschepen komen tot maximaal driehonderd ton. Door de aansluiting van het Erica-Ter Apel kanaal op het Haren-Rütenbrock-kanaal ontstaat er een directe vaarverbinding tussen Nederland en Duitsland. Zowel in de noord-zuid -, als in de oost-westrichting biedt dit nieuwe dimensies. Je kunt straks veel makkelijker van de Friese meren naar Duitsland. Of vanuit Groningen of Haren a/d Ems (Duitsland) afzakken richting IJssel. Maar ook Berlijn en Mecklenburg worden zo bereikbaar. Duitsland is een echt vaarland. Duitse toervaarders zijn in het algemeen jonger en trekken er eerder met hun gezin op uit dan Nederlanders. De uitdaging voor de dorpen en attracties die langs het kanaal liggen of in de buurt daarvan, is om de toervaarders straks te verleiden een tussenstop te maken van een of enkele dagen. Er worden thans volop plannen ontwikkeld wat je allemaal kunt doen. Van een Bed&Breakfast, tot een sloepen-, fiets- of wandeltocht met onderdak; het IJstijdpad, gelegd met zwerfkeien die bij de aanleg van het kanaal vrijkwamen, is daar een goed voorbeeld van. Er komen voorzieningen voor sportvissers en watersporters en uiteraard een schipperskwartier. Ook attractieparken als het Veenpark, het Griendtsveen -met het WorldLife
ParkResort en golfbaan- en de nieuw te bouwen dierentuin van Emmen zullen profiteren van het nieuwe kanaal. Het kanaal is kortom een katalysator die aanzet tot allerlei nieuwe activiteiten en initiatieven; we noemen de nieuwe vaarweg daarom ook wel het Belevingskanaal.’ Uiteraard wordt ook de mogelijkheid geboden om wonen aan doorgaand vaarwater te ontwikkelen, een nieuw woonmilieu in deze omgeving. Het hele project is begroot op 35 miljoen euro en wordt gefinancierd door een brede coalitie van partijen: de gemeente Emmen, de provincies Drenthe en Groningen, de Waterschappen, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, het Europese Interreg programma en de Stichting Recreatietoervaart Nederland. F.H. Zie voor meer info: www.ericaterapel.nl
Het kanaal is een katalysator die aanzet tot allerlei nieuwe activiteiten en initiatieven
22
23
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Hoe een knooppunt voor de medische technologie ontstaat Springboard verbindt vanuit Roden de noordelijke Life Sciences-sector
Wie zijn kennis deelt, krijgt waardevolle feedback, vergroot zo zijn eigen kennis en daarmee het innovatieve vermogen Gedeputeerde Ard van der Tuuk overhandigt de SNN-beschikking aan Arno Gielen, directeur van TCNN Eén van de pareltjes van Drenthe. Zo omschreef Commissaris van de Koningin in Drenthe Jacques Tichelaar Springboard onlangs. Als Springboard een parel is, dan moet er ook een oester zijn. Dat is het bedrijf Cordis, tot midden 2009 in Roden gevestigd. In dit geval werd de parel pas zichtbaar na sluiting van de oester. Dat klinkt paradoxaal. Reden voor een nadere kennismaking met Springboard. Op 17 oktober 2007 kondigde Cordis Corporation, producent van vooral diagnostische katheters, de sluiting aan van haar vestiging in Roden. Het directe gevolg was dat ruim 900 mensen hun baan verloren. Maar zij gingen bepaald niet bij de pakken neerzitten. Direct na de aangekondigde sluiting richtte een groot aantal (ex)Cordis-medewerkers de vereniging Springboard op, als ‘springplank’ naar de toekomst i.c. het creëren van nieuwe perspectieven. Met dat doel ging het bestuur van Springboard op bezoek bij burgemeester Van der Laan van Noordenveld. Hun boodschap was duidelijk: ‘Jammer dat Cordis uit Roden vertrekt, maar als we de hoogopgeleide Cordis-werknemers voor het Noorden kunnen behouden, hebben we goud in handen!’ Hans van der Laan, burgemeester gemeente Noordenveld: ‘De activiteiten van Springboard passen uitstekend bij de ambities van de gemeente Noordenveld. Van oudsher hebben zich altijd veel kennisintensieve bedrijven in Roden gevestigd. Speciaal voor deze sector hebben wij het Kennispark Haarveld ontwikkeld. Het Springboard-netwerk maakt Roden nog aantrekkelijker als vestigingsplaats.’
Opstarten nieuwe bedrijven De gemeente Noordenveld heeft de handschoen van Springboard opgepakt en vond direct medestanders in de provincies
Drenthe en Groningen. Maar ook de NOM (Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij) en het UMCG (Universitair Medisch Centrum Groningen) onderkenden al snel de meerwaarde van Springboard voor de noordelijke Life Sciences-sector. Medio 2008 startte een Masterclass Ondernemerschap Life Sciences, waaraan 23 ex-Cordismedewerkers meededen. Het resulteerde in de start van niet minder dan negen nieuwe bedrijven. Eén daarvan, IMDS uit Roden, is bijzonder succesvol gebleken en biedt inmiddels werk aan ruim 50 mensen! Jan Degenhart, projectleider Springboard 2.0: ‘De vereniging Springboard bestaat allang niet meer uit alleen ex-Cordismedewerkers. Inmiddels zijn 40 bedrijven aangesloten, grotendeels afkomstig uit het MKB en breder dan alleen de medischtechnologische branche. Ook toeleverende bedrijven -denk aan instrumentenmakers, ICT-bedrijven en verpakkingstechnologenzijn lid geworden van Springboard.’
De vereniging Springboard was niet alleen nauw betrokken bij de organisatie van de masterclass, maar maakt zich ook sterk voor het ontsluiten van de generieke kennis van ex-Cordis-medewerkers voor -primair- de noordelijke Life Sciencessector. Zo werden er diverse netwerkbijeenkomsten georganiseerd, waarvoor veel belangstelling was.
Dit succes smaakte naar meer. De volgende stap was een plan voor een meer structurele ondersteuning van de noordelijke Life Sciences-sector via het project Springboard 2.0. Doel is om de medische technologie in het Noorden te ontwikkelen tot een topsector, waarin bedrijven en kennisinstellingen nauw samenwerken en zo nieuwe bedrijvigheid en innovatie stimuleren en realiseren. Dit gebeurt onder de paraplu van het Healthy Ageing Network Noord Nederland (HANNN), dat zich breed richt op het zo gezond en vitaal mogelijk ouder worden. Springboard 2.0 heeft inmiddels een subsidie voor ruim vier jaar gekregen van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, met cofinanciering van de drie noordelijke provincies en de gemeente Noordenveld. Op 2 december 2011 ging het project officieel van start in het voormalige Cordis-complex, dat nu ‘Health Park North’ heet en waar inmiddels tal van kleinere en grotere Life Sciences-bedrijven zijn gevestigd. Binnen Springboard 2.0 werken acht Life Sciences-partijen samen. Behalve de vereniging Springboard zijn dat het Technologie Centrum Noord-Nederland, de Hanzehogeschool Groningen, het ROC Friesland College, het HANNN, de NOM en de bedrijven IMDS en Polyvation. Masterclasses en netwerkactiviteiten Vanuit Springboard 2.0 worden o.a. masterclasses georganiseerd: vier op HBO- en vier op MBO-niveau. De Hanzehogeschool Groningen en het Friesland College nemen de invulling hiervan grotendeels voor hun rekening. Over vier jaar moeten de masterclasses tot het reguliere aanbod van beide
instellingen behoren. In de masterclasses worden ideeën en innovaties omgezet in nieuwe bedrijven en producten (ook bekend als valorisatie). De doelgroep betreft onderzoekers, wetenschappers, productontwikkelaars en studenten, afkomstig uit het bedrijfsleven of één van de kennisinstellingen. De verwachting is dat uit de masterclasses tenminste twaalf nieuwe bedrijven zullen voortkomen. Ook dragen de masterclasses bij aan een steeds groter wordende groep hoogopgeleide professionals, waardoor Noord-Nederland voor Life Sciences-bedrijven aantrekkelijker wordt als vestigingslocatie. Voor Springboard 2.0 zijn netwerkvorming en het actief verbinden van bedrijven, zowel onderling als met kennisleveranciers, erg belangrijk. Daarom zullen er regelmatig, in samenwerking met het MKB, waar het leeuwendeel van het noordelijk bedrijfsleven toe behoort, netwerkbijeenkomsten plaatsvinden rond innovatie en het optimaal toegankelijk maken van kennis.
Health Park North (het voormalige Cordis-complex) waar Springboard is gevestigd
Ard van der Tuuk, gedeputeerde Economische Zaken provincie Drenthe: ‘Life Sciences is één van de speerpunten van Noord-Nederland en Springboard past daar uitstekend in. Maar Springboard wil méér; een verbinding leggen tussen het MKB en het Topsectorenbeleid van het Rijk. En dat is met name in onze regio van groot belang.’
‘Kennis delen is kracht’ In het internettijdperk heeft het aloude adagium ‘Kennis is macht’ plaatsgemaakt voor ‘Kennis delen is kracht’. Wie zijn kennis deelt, krijgt waardevolle feedback, vergroot zo zijn eigen kennis en daarmee het innovatieve vermogen. Springboard 2.0 wil dit nieuwe principe faciliteren door het actief verbinden van netwerken. Bestaande kennis komt zo beschikbaar voor een veel grotere groep, wat aanzet tot nieuwe veelal brancheoverstijgende innovaties. De nieuw verkregen kennis wordt binnen het project gevaloriseerd en -met name- binnen de kennisinstellingen geborgd. Het bedrijf IMDS uit Roden, een spin-off uit de eerste Masterclass, is een goed voorbeeld van deze nieuwe, op samenwerking gerichte aanpak.
Tijdens de startbijeenkomst werd een heus netwerk gebouwd
Turks bedrijf in cardiovasculaire producten, zich met een researchafdeling in Assen!
Jan de Vries, commercieel directeur IMDS, Roden: IMDS is gespecialiseerd in het ontwikkelen van medische hulpmiddelen, variërend van eigen producten tot ontwikkeling in opdracht van derden. Wij beheersen het hele proces: van basisidee tot eindproduct -wij zeggen: van zand tot klant-, inclusief alle strenge eisen, die aan producten in de Life Sciences-sector worden gesteld”.
Bart Jan Korteling, algemeen directeur Alvimedica, Assen: ‘Bij de ontwikkeling van nieuwe medische producten zijn vele disciplines betrokken. Springboard zorgt voor een netwerk waar al deze disciplines aanwezig zijn. Voor ons moederbedrijf reden om juist in Noord-Nederland een vestiging te openen.’
De komende vier jaar zal Springboard haar toegevoegde waarde in de praktijk moeten bewijzen, niet alleen in Roden maar in heel Noord-Nederland. Het eerste resultaat is er al: eind 2011 vestigde Alvimedica, een
Nog even terug naar de beeldspraak Jacques Tichelaar. Beleidsmatig mag Springboard een parel worden genoemd, maar eigenlijk wil het niets liever zijn dan een oester. En zorgen voor het juiste
klimaat waarin vele parels kunnen groeien. Noord-Nederland hoopt op een rijke oogst!
Luuk Ronde, beleidsmedewerker economische zaken gemeente Noordenveld Foto’s: FotoAccent
24
25
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Herman Journée (directieadviseur Strategische Ontwikkeling Havenbedrijf Amsterdam), Jan Gelderland (managing director van North Sea Terminal Bremerhaven), Maarten de Wijs (business manager Logistics Havenbedrijf Rotterdam)
Dryport-congres A Smart Logistic Hub groot success
De toekomst van logistiek Nederland
‘A Smart Logistic Hub’ was de titel van het Dryport-congres dat op 16 februari in Hotel Van der Valk in Emmen georganiseerd werd. Op de agenda stond het logistieke aanbod van de regio en het benutten van gezamenlijke kansen. Geert Roeles, wethouder Economische Zaken van de gemeente Coevorden, opende het congres. ‘Meer dan 260 aanmeldingen voor dit congres, dat zegt veel over het belang van het onderwerp: de toekomst van logistiek Nederland.’ ’s Middags luisterden de aanwezigen naar verschillende sprekers uit logistiek Nederland, aan elkaar gepraat door dagvoorzitter Rob Spierings. Een impressie.
Gedeputeerde Henk Brink: ‘We kunnen trots zijn op wat hier gebeurt!’ ‘De regio Emmen-Coevorden heeft de kwaliteiten om uit te groeien tot een logistieke hub van betekenis in het nationale en Europese speelveld. De strategische ligging, de ruimte, de congestievrije grensovergang, de Euroterminal. En als grootste industriële cluster van Noord-Nederland is er ook ladingspotentieel vanuit de regio zelf.’ Brink is bijzonder gecharmeerd van de ontwikkelingen rondom dryport. ‘En dat zeg ik niet omdat het in de speech staat. We kunnen trots zijn op wat hier gebeurt!’
Wim Bens, directeur van Dinalog, topinstituut Logistiek:
Eric Laenens, directeur Procter & Gamble Benelux (foto hierboven):
‘Het geld ligt nog op straat!’ ‘In 2020 moet Nederland marktleider zijn op het gebied van logistiek en aansturing van internationale goederenstromen. Dinalog wordt de centrale plek waar bedrijven, kennisinstellingen en overheid hun krachten bundelen. In een wervelende presentatie schotelde Bens de aanwezigen de nodige cijfers, feiten en ambities voor. ‘We willen van Nederland een regieland maken en om de regie te voeren hoef je niet in de buurt te zitten, als je maar mensen en data tot je beschikking hebt. Denken vanuit de klant, kennis en innovatie zijn daarbij erg belangrijk.’ Bens benadrukt dat er nog veel kansen en mogelijkheden liggen. ‘We kunnen de dingen nog veel slimmer doen. Een vestiging van Albert Heijn XL krijgt 13 volle vrachtwagens per dag. Een winkelcentrum met een vergelijkbaar aanbod heeft 1900 vrachtwagens per dag nodig voor de bevoorrading. Als we elkaar zo nu en dan een hand zouden geven, ligt het geld op straat. We hoeven het alleen maar te zien en op te rapen. Innovatie is geen zaak van intelligentie, maar van wil en durf en vooral van samenwerking.’
‘De enige goede trein is een volle trein’ ‘Duurzaamheid is heel belangrijk voor Procter & Gamble. En dan niet alleen in woorden, maar ook in daden. In 2015 willen we 30% van de lading die nu nog over de weg gaat, vervoeren via rail en water. Om dat te bereiken, gaan we een pan-Europees transportnetwerk creëren en daarvoor hebben we een aantal centrale
Pieter Kraaijeveld (Prorail): ‘We hebben nog een cadeautje voor Coevorden!’
Samen maakt sterk! terminals nodig. We kijken ook actief naar mogelijkheden om samen te werken met anderen. Immers, de enige goede trein is een volle trein!’ Sinds 2002 rijdt een pet food-trein voor Procter & Gamble tussen Coevorden en de Rotterdamse haven. ‘Dat zijn 3000 treinen over de afgelopen tien jaar ofwel 50.000 trucks minder op de weg. De directe spoorverbinding tussen de terminal en de productiefabriek is een volgende stap. Dit is nog maar het begin!’
‘Beter één modaliteit goed dan meerdere half´ Voor de zeehavens zijn de dryports belangrijk. ‘De grond in de zeehavens is duur, goederen moeten daar zo kort mogelijk blijven. We hebben de locaties in het achterland nodig, ook voor zaken als inklaring en natuurlijk vanwege de ruimte en de betaalbare grondprijzen.’ Daarbij is regionale clustervorming in het achterland van belang. ‘Het aantal hubs moet beperkt blijven om een dikke vervoersstroom te krijgen.’ Op de lange termijn is synchromodaliteit een must, denken de heren. Maar ze plaatsen wel kanttekeningen. ‘Het spoor op zich moet heel goed functioneren; beter één modaliteit goed dan meerdere half. En er is nog veel efficiencywinst te behalen in de afzetketens!’
Joachim Berends (bestuursvoorzitter Bentheimer Eisenbahn, directeur Euroterminal Emmen-Coevorden): ‘Euroterminal Coevorden als de puls voor de zeehavens in het westen’ ‘Coevorden staat al op de internationale transportkaart van Europa. We hebben een shuttleverbinding tussen Coevorden en Rotterdam en dat gaan we verder uitbouwen. Drie keer per week rijdt een trein richting Polen, dagelijks richting Ludwigshaven. De verbinding met Scandinavië biedt enorme kansen. Onze actieradius ligt in een straal van 50 kilometer rondom Coevorden. Tweederde in Nederland, een derde in Duitsland. We combineren het beste van iedere kant.’ Als enige grens-
overschrijdende bedrijvenpark is Europark erkend als GüterVerkehrszentrum (GVZ). ‘Dat maakt direct duidelijk dat we beschikken over basisfuncties op het gebied van productie en logistiek.’ Vanaf midden 2012 is er een directe verbinding tussen Emmen en de terminal. Dan rijdt er ook dagelijks een trein van Emmen naar Rotterdam en Ludwigshaven. ‘In 2020,’ stelt Berends, ‘zijn wij dé terminal als het gaat om goederenvervoer richting Oost-Europa en Scandinavië. Het hart van containeroverslag ligt in de havens. Maar iedere bloedsomloop heeft een puls nodig en ETC wil die puls zijn voor de zeehavens in het westen.’
Pieter Kraaijeveld (directeur Vervoer en Dienstregeling ProRail): ‘Een lonkend perspectief voor de BV Nederland!’ ‘We moeten vervoer en dienstverlening efficiënter en effectiever organiseren. Daar komt nog bij dat we samen met NS vanaf 2015 160 miljoen euro moeten bezuinigen. Daarom gaan we met een nieuwe bril kijken naar ons netwerk.’ Het huidige fijnmazige netwerk is ooit aangelegd met het oog op onder meer kolenterminals in de steden en de dagelijkse aanvoer van post en pakketpost. ‘Een groot deel van dit netwerk en bijbehorende systemen, wordt niet meer gebruikt, maar moet wel gewoon onderhouden worden. Als blijkt dat onderdelen niet gebruikt worden, gaan we saneren. ProRail anno 2025: eenvoudiger emplacementen, langere sporen, gesaneerde wissels, en minder complexe onderdelen. Wat ons betreft een lonkend perspectief voor de BV Nederland!’ Voor Coevorden heeft Kraaijestein nog een cadeautje in petto: ProRail gaat een deel van het spoor elektrificeren, zodat de trein niet meer met een dieselloc van het station naar de terminal gesleept hoeft te worden.
Stephan Satijn (wethouder Economie van de gemeente Venlo) : GOLD: ‘We gaan onze rol als logistieke hotspot herpakken’ Het einde van de dag was gereserveerd voor de feestelijke ondertekening van het GOLD-convenant, als bezegeling van de samenwerking tussen de Nederlandse achterlandregio’s Dryport EmmenCoevorden, Knooppunt Zwolle-KampenMeppel, Stadsregio Arnhem-Nijmegen, Logistieke hotspot Venlo-Venray en de gemeente Sittard-Geleen. Stephan Satijn: ‘We gaan samenwerken aan de versterking van de logistieke achterlandregio’s in Gelderland, Overijssel, Limburg en Drenthe. De beginletters vormen samen het woord GOLD. Vandaag leggen we deze samenwerking vast in het convenant ‘GOLD- Logistieke Achterlandregio’s. Daarmee gaan we onze rol als logistieke hotspot herpakken. We geloven erin dat samen sterk maakt.’
Even later staan de bestuurders van de betreffende regio’s op het podium. Het convenant wordt symbolisch getekend op een metersbreed foamboard. Een voor een worden de handtekeningen er met viltstift opgezet. Henk Kohsiek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu neemt het convenant in ontvangst om deze aan minister Schultz van Haegen te overhandigen. ‘Een mooi moment, nu deze regio’s elkaar gevonden hebben. Fantastisch!’ Meer informatie over het Dryportcongres, de presentaties en Dryport EmmenCoevorden is te vinden op www.dryportemmencoevorden.nl. Foto’s: @ Jan Anninga
26
27
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Krachten bundelen in de Stichting Backoffice Parkmanagement Drenthe Ondernemingen zijn vaak gevestigd op industrie- of bedrijventerreinen en per gemeente of regio veelal verenigd in parkmanagementorganisaties (PMO’s). Bedrijven kunnen lid worden van zo’n PMO en genieten zo diverse voordelen. En dan gaat het niet alleen om lagere tarieven door collectieve inkoop, maar vooral ook om het op peil houden van de fysieke kwaliteit van het bedrijventerrein en het versterken van de lokale economische structuur. Drenthe telt momenteel zes parkmanagementorganisaties: in Coevorden, Emmen, Meppel, Noordenveld, Assen en Hoogeveen (de laatste twee sinds 2007). In Westerveld en Tynaarlo werkt men aan de opzet van een PMO. Om in de toekomst het Drentse bedrijfsleven vanuit de PMO’s nóg beter te kunnen faciliteren is op 12 maart in het Drents Museum de Stichting Backoffice Parkmanagement Drenthe gestart.
Voorzitter van de nieuwe stichting is dhr. Dries de Wit, tot 2011 directeur van een installatiebedrijf met vestigingen in Emmen, Almere en Groningen, bestuurslid KvK Noord-Nederland en voorzitter van de VPB, de Vereniging Parkmanagement Bedrijventerreinen Emmen. We vroegen hem wat de stichting beoogt. Er zijn nu zes PMO’s in Drenthe en twee i.o. Is daarmee de grens bereikt of zit er nog groei in? Dries de Wit: ‘Onze ambitie is dat alle bedrijventerreinen in Drenthe uiteindelijk in PMO-verband met elkaar samenwerken, al dan niet via clustering. Maar het moet absoluut vanuit de bedrijven zelf komen, we werken puur bottom-up. Mogelijk komen er dus nog een paar PMO’s bij.’ Wat wordt de belangrijkste taak van de nieuwe stichting? ‘We wisselen niet alleen ervaringen uit van alle Drentse PMO’s, maar bieden ook ondersteuning bij de uitvoering van projecten naar alle deelnemers. En we willen natuurlijk zoveel mogelijk met één stem spreken, dan ben je een duidelijke en sterke gesprekspartner richting overheden, arbeidsmarktinstellingen en ook leveranciers. Omdat de stichting voortkomt uit de Drentse PMO’s, is onze hoofdtaak het naar een (nog) hoger plan tillen van waar de PMO’s mee bezig zijn, maar dan vanuit een vertegenwoordigende, zo je wilt formele setting. De kerntaken van de PMO’s zijn: het aspect van het gezamenlijk ondernemen in de vorm van collectieve inkoop en netwerkfuncties, het faciliteren van zaken aangaande duurzaamheid, afval, veiligheid en een goed vestigingsklimaat én het sturen van kennis rond beschikbaarheid van personeel en de samenwerking met arbeidsbureaus, het UWV, etc.
Kunt u van dit laatste een voorbeeld geven? ‘Kijk naar de regio Emmen, met van oudsher een sterke maakindustrie, een relatief laaggeschoolde bevolking en een hoge werkloosheid. De maakindustrie verandert dankzij technologische innovaties in rap tempo, waarbij een steeds sterkere behoefte ontstaat aan hoogwaardige kennis en dus aan hoger opgeleid personeel. Daar ligt een enorme uitdaging; voor de regio, voor de bedrijven, voor de VPB als vertegenwoordiger van die bedrijven en ook voor onze stichting.’ Waar zetelt de stichting, wie werken er? ‘De stichting is gehuisvest in het kantoor van de VPB in Emmen. Directeur is Herman Idema, tevens parkmanager van de VPB. We werken met een kleine staf, delen diensten en faciliteiten met de VPB en huren waar nodig projectcapaciteit in. De rol van de provincie, en meer in het algemeen van de regionale en lokale overheden (gemeenten) in dit hele proces als aanjager van publiek-private samenwerking moet hier overigens zeker worden benadrukt.’ Wat moet de stichting na één jaar bereikt hebben? ‘Het zou mooi zijn als de aangesloten PMO’s straks aangeven dat ze niet meer zonder de dienstverlening van de stichting willen, omdat ze de meerwaarde in het (beter) samenwerken, jezelf verder ontwikkelen en het op de kaart zetten van Drenthe duidelijk ervaren.’ F.H.
Wat doen de PMO’s in Assen, Emmen en Noordenveld? Om een goed beeld te krijgen van de inzet en activiteiten van de diverse Drentse parkmanagementorganisaties geven de parkmanagers van Assen, Emmen en Noordenveld een korte schets van hun organisatie.
Assen Bert Vorenkamp, manager Vereniging Parkmanagement Assen: ‘Ondernemers en de gemeente hebben in 2007 in AssenNoord op de bedrijventerreinen Messchenveld en Peelerpark een parkmanagementvereniging opgezet. Inmiddels hebben alle bedrijventerreinen in Assen parkmanagement. De vereniging bestaat momenteel uit 240 leden en is sterk groeiende. Het parkmanagement Assen bestrijkt zo’n 650 ha, met duizenden arbeidsplaatsen. Locatie Teijin Aramid Emmen
‘De samenwerking met de provincie -vaak in een rol als stimulator, regisseur en aanjager- verloopt prima en wordt door PMO-leden hoog gewaardeerd’ (Bert Vorenkamp) ‘Je kunt alleen vermenigvuldigen als je ook kunt delen. Dat geldt ook voor kennis en informatie delen en beleidsmatig samen optrekken. Gemeenten moeten bijvoorbeeld meer in regionaal verband gaan doen omdat bedrijven zich niets van gemeentegrenzen aantrekken’ (Herman Idema) ‘Lokale projecten die nu soms net boven je macht liggen, kun je straks gezamenlijk vanuit de stichting realiseren, met de provincie als verbindende factor. Parkmanagement is bij uitstek een zaak van het bedrijfsleven én van de overheid. Je hebt elkaar nodig’ (Wim Klok) Meer info: www.parkmanagementdrenthe.nl
Recente PMO-activiteiten Assen In het begin gaat parkmanagement over zaken als openbaar groen, lantaarnpalen, zeg maar de basisinfrastructuur. Gezamenlijke inkoop is ook altijd een dankbaar onderwerp, maar waar het écht om draait is belangenbehartiging. Dat is het hart van de vereniging. Duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen, een schone en veilige werkomgeving, waardevastheid van onroerend goed, etc. We zijn momenteel ook bezig met glasvezel, een keurmerk veilig ondernemen bedrijventerreinen, een kwaliteitsmeter veilig uitgaan en een keurmerk veilig winkelgebied i.s.m. citymanagement Assen. We onderzoeken of we met ons afval in Assen lokaal energie kunnen opwekken. Dat is zeer duurzaam en bespaart ook nog eens geld. Verder zijn we als parkmanagement gesprekspartner van de gemeente inzake de ontwikkeling van nieuw gebied, revitalisatie en de Florijnas.
Emmen Herman Idema, manager Vereniging Parkmanagement Bedrijventerreinen Emmen (VPB): ‘De VPB is sinds 2003 actief, beheert in totaal 1.030 ha aan bedrijventerreinen in de gemeente Emmen, waaronder Bargermeer - met 850 ha het grootste aaneengesloten bedrijventerrein van Noord-Nederland. We hebben circa 305 leden die 11.000 Fte aan werkgelegenheid vertegenwoordigen. Dagelijks zijn meer dan 18.000 mensen werkzaam op de bedrijventerreinen, ofwel 40% van de totale beroepsbevolking. Emmen huisvest daarmee de grootste industrieconcentratie in Noord-Nederland, met een sterke aanwezigheid in de sectoren High tech Systemen & Materialen, Logistiek, Chemie, Agrofood en Tuinbouw. Recente PMO-activiteiten Emmen HR-managers van diverse bedrijven zijn tijdens een HRM+ ontbijtsessie bijgepraat over arbeidsmarktbeleid en de betrokkenheid van provincie, gemeenten en ondernemers. Vragen die aan bod kwamen: invulling van vacatures, met name qua technisch personeel; regiostimuleringsbeleid van provincie en gemeenten, hoe houd je hoger opgeleiden in de regio en maak je als overheid de vertaalslag naar ondernemers. Een andere activiteit betrof een ontbijtsessie rond werk & mantelzorg. Wat is mantelzorg, hoe herkennen ondernemers een mantelzorger, op welke wijze raakt mantelzorg het werk en welke ondersteuning biedt de overheid? Inmiddels zijn drie ondernemers een onderzoek binnen hun bedrijf gestart om te inventariseren hoe mantelzorg-vriendelijk men is.’
Noordenveld Wim Klok, manager Vereniging Parkmanagement Noordenveld: ‘Officieel bestaat onze vereniging sinds 2002, maar onze voorganger -Drentsche bedrijfslocaties -DBL, stamt uit 1997. Het Parkmanagement Noordenveld omvat vier terreinen in Roden en het industrieterrein in Peize. De vereniging heeft ongeveer 70 leden. Aanvankelijk richtten we ons het gezamenlijk inkopen van diensten als energie, telefonie (vast en mobiel), ict-dienstverlening, leaseauto’s, sneeuwruimen, gebouwenonderhoud, afvalinzameling en terreinbeveiliging. Wij noemen dat het laaghangende fruit. Het werkt. Zo leverde de gezamenlijke afvalinzameling een besparing op van gemiddeld 35%. Samen met de terreinbeveiliging d.m.v. surveillance (tussen 20.00 tot 06.00 uur) zijn dit verplichte onderdelen voor onze leden. Recente PMO-activiteiten Noordenveld Een meer recente focus is het hergebruik van energie en water en het aanleggen van glasvezel e.d. Ons project energiebesparing op bedrijfspanden laat besparingen zien van 28% op elektra en 30% op gas, getest bij tien bedrijven. Op dit moment ligt het accent op het elektronisch beveiligen van de diverse terreinen, de ontwikkeling naar een energie neutraal bedrijventerrein, nieuwe vormen van transport en, indien aan de orde, het sneeuwvrij maken van de wegen op de bedrijventerreinen.’
Herman G. Idema parkmanager Emmen, Bert Vorenkamp parkmanager Assen, Wim Klok, parkmanager Noordenveld
28
29
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Drenthe is er klaar voor!
Met INTERREG de grens over Europa mag zich verheugen in meer aandacht dan ooit, het bestaansrecht van de Euro is tot in de wachtkamer van de tandarts een gespreksonderwerp. Je zou bijna vergeten dat er al tientallen jaren in betrekkelijke rust gebouwd wordt aan een sterker Europa. Een van de instrumenten die daarvoor al sinds 1990 worden ingezet is INTERREG, een subsidieprogramma om de economische samenwerking over de grens te versterken. Nationale grenzen verhinderen dat die samenwerking als vanzelf tot stand komt. Daardoor worden kansen gemist.
Met INTERREG A krijgen overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven in de grensregio’s een duwtje om de weg naar het buurland, en vooral naar de kansen die daar liggen, te vinden. Voor Drenthe, in het bijzonder de grensgemeenten Emmen en Coevorden, is INTERREG een belangrijk instrument. Er is met behulp van INTERREG al veel tot stand gebracht. Bijvoorbeeld de aansluiting van de A37 op de Duitse A31, waardoor we vanuit Noord-Nederland sneller Oost-Europa en het Ruhrgebied kunnen bereiken. Op de grens liggende initiatieven als het Europark in Coevorden en het Internationaal Natuurpark Bargerveen hebben met INTERREG flinke stappen vooruit kunnen zetten. Onder impuls van Europa richt INTERREG zich de laatste jaren meer op innovatie in het bedrijfsleven. Innovatie is nodig om internationaal te kunnen concurreren en dat is een belangrijk doel van Europa. Recent is vanuit Drenthe een aantal projecten gelanceerd dat daar blijk van geeft (zie inzet). Drenthe toont hiermee aan op het hoogste niveau mee te kunnen doen!
‘In het Agrobiopolymerenproject werken hele productieketens nauw samen, van restafval tot eindproduct, in een grensoverschrijdende samenwerking. Tamelijk uniek’ (Anita Buijs, projectmanager EDR) Nieuw INTERREG programma Het huidige vierde INTERREG programma wordt in 2013 afgerond. Daarna start een nieuw programma, INTERREG 5, dat zal lopen van 2014 tot 2020. De voorbereidingen voor dat programma
zijn al begonnen. Europa vraagt ons naast innovatie ook duurzaamheid een goede plek in het programma te geven. Hoe zit het met de kosten van INTERREG? Voor elke Brusselse euro moet de regio ook een euro inleggen. Dat is in tijden van bezuinigingen niet eenvoudig, want INTERREG is een programma van tientallen miljoenen euro’s. Alle betrokkenen moeten daarom hun steentje bijdragen. Als er projecten kunnen worden ingebracht die aansluiten bij de eigen wensen, moet dat mogelijk zijn. Samen met de EDR (de Eems-Dollard Regio), die het INTERREG programma uitvoert, zal de provincie overheden, bedrijven en onderwijsinstellingen benaderen met de vraag welke innovatieve en groene ideeën zij op tafel kunnen leggen. Daarvoor zullen dit jaar workshops en conferenties worden georganiseerd. De hier gepresenteerde projecten kunnen daarbij als voorbeeld dienen: Agrobiopolymeren, Groen Gas en SmartBot sluiten nauw aan bij provinciale beleidsprioriteiten en mochten op een flinke provinciale bijdrage rekenen, temeer daar aanzienlijke bijdragen zijn verworven vanuit Duitsland en Nederland. De projecten zijn niet alleen op innovatie gericht maar ook op duurzaamheid! De conclusie moet zijn dat Drenthe klaar is om met INTERREG 5 de grens over te gaan, op zoek naar nieuwe duurzame economische kansen. Iedereen is uitgenodigd hiervoor ideeën aan te dragen!
We presenteren hiernaast drie vanuit Drenthe geleide projecten in het lopende INTERREG A programma.
Marijke Bijzitter, Herrie Caspers, Interregionale programma’s provincie Drenthe Meer weten? Herrie Caspers, provincie Drenthe, +31 592 365662,
[email protected] Hermann Wessels, EDR-INTERREG, +31 597 521818,
[email protected]
Agrobiopolymeren Het doel van dit project is om uit organische grondstoffen ‘biopolymeren’ te ontwikkelen. Deze bio-grondstoffen moeten de huidige grondstof aardolie vervangen en als basis dienen voor nieuwe producten. Er nemen 25 bedrijven en instellingen deel aan dit Nederlands-Duitse initiatief. Het project beslaat verschillende toepassingsgebieden. Er wordt onder andere gewerkt aan het ontwikkelen van tapijt, draad voor de tuinbouw, industriële garens, matten voor gras-
Drenthe is er klaar voor om met INTERREG 5 de grens over te gaan, op zoek naar nieuwe duurzame economische kansen. Iedereen is uitgenodigd hiervoor ideeën aan te dragen!
zoden, melkbekers en deksels en een bepaald type snelweggoot. ‘Het unieke aan dit project is dat er een hele productieketen in samenwerkt. De agrarische sector stelt restafval beschikbaar en de industrie vervaardigt daaruit een eindproduct. Dat wordt mede mogelijk door grensoverschrijdende samenwerking. Zo komen de geschikte bedrijven met de nodige know how bij elkaar,’ legt Anita Buijs uit, projectmanager bij EDR.
Smartbot (Slimme multi-sensor robots) We beseffen het nauwelijks, maar sensoren maken deel uit van ons dagelijks leven. We vinden ze onder andere in gebouwen om de temperatuur te meten of in de landbouw om de juiste dosering gewasbestrijdingsmiddelen per m2 te gebruiken. ‘SmartBot’ is een samenwerkingsproject tussen 24 partners uit Duitsland en Nederland, met als doel multisensor robotplatforms te ontwikkelen voor maritieme -, landbouw- en industriële toepassingen. SmartBot bestaat uit drie deelprojecten: • Roboship (scheepvaart): een autonome intelligente robot voor de inspectie en reparatie van ballastwatertanks van schepen. • Sinbot (industrie): een pilot voor intelligent gebruik van industriële robots in een productieomgeving. • AgroBot (landbouw): (semi-) autonome robotsystemen in dynamische omgevingen in de landbouw.
Groen Gas Het project Groen Gas richt zich op het wegnemen van knelpunten in de groen gas waardeketen en het bouwen van een grensoverschrijdend groen gasnetwerk. Duitsland heeft een voorsprong op het gebied van productie en beschikt over veel van de in te zetten technologieën. Nederland heeft echter veel kennis op het gebied van gas en gasdistributie en ontwikkelt concepten als de ‘groen gas hub’ die ook in Duitsland toepasbaar zijn. In beide landen en
in de deelnemende regio’s is veel aandacht voor de economische effecten van de zich ontwikkelende duurzame energiesector. De groen gas strategie werkt aan het oplossen van knelpunten ten aanzien van de grensoverschrijdende handel in groen gas en het positioneren van groen gas binnen de energiehuishouding. Samen werken, samen leren en samen verbeteren staan centraal. Het project wordt geleid door de provincie Drenthe.
Binnen het project SmartBot worden robots ontwikkeld die uitgerust zijn met tal van sensoren (multi-sensor robots). Door sensortechnologie en ICT te combineren kunnen deze robots autonoom opereren. Denk daarbij aan het uitvoeren van inspecties in de ballasttank van een schip. Ruimtes die voor mensen (bijna) ontoegankelijk zijn (zie foto). Het project wordt geleid door het instituut INCAS3 in Assen.
30
31
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
iAge: benut moderne technologie in strijd tegen krimp en vergrijzing
komende periode zullen de inwoners en de toeristen in het Hondsruggebied veel van ons zien en horen. Zoals bijvoorbeeld de schapentrektocht die op 28 maart van start ging, waarbij 250 schapen met hun schaapherders van het Bargerveengebied over de oude prehistorische route op de Hondsrug naar Groningen lopen, waar ze een half jaar blijven in het kader van ecologisch groenbeheer. Andere voorbeelden zijn de openingen, half mei, van twee expeditiepoorten (de plek waar een van de Hondsrugverhalen wordt verteld) in het Veenpark en in het Hunebedcentrum. Op 10 mei wordt een nieuwe kunstroute van Adri Verhoeven geopend met prachtige kunstwerken, gemaakt van zwerfstenen.
Begin februari reisde een Drentse delegatie naar de Duitse stad Kiel voor een eerste ontmoeting met Europese partners in het Interregproject iAge. iAge -de naam staat voor e-Inclusion in Ageing Europe- beoogt het bevorderen van de regionale economische ontwikkeling en de leefbaarheid in gebieden die sterk vergrijzen. De provincie Drenthe is één van de leading partners van het project en organiseert medio april een vervolgconferentie in Drenthe.
Tot 2030 zal het aantal 65-plussers naar verwachting met meer dan 50% toenemen. Als gevolg daarvan stijgt de vraag naar zorg de komende jaren aanzienlijk, terwijl het moeilijker wordt om voldoende en goed opgeleide werknemers te vinden. De deelnemers aan iAge zoeken met behulp van ICT en moderne technologie naar een betere en slimmere organisatie van voorzieningen. Dat komt de leefbaarheid in de betrokken gebieden ten goede. Hoe pakt dit in Drenthe uit? Projectleider Martien Haasjes licht toe: ‘De gemeente Aa en Hunze is een mooi voorbeeld. Daar hebben ze al ervaring opgedaan met het project Wegwiezers waarbij dienstverlening aan burgers op afstand kan worden ingeroepen. Via een internetverbinding met beeld kunnen inwoners met medewerkers van de gemeente contact krijgen. Hierdoor kunnen ze met eenvoudige vragen gewoon terecht in hun eigen dorp en hoeven ze niet altijd meer naar het gemeentehuis in Gieten toe. Deze ervaring willen we gaan gebruiken in iAge, waar het dus gaat om toegankelijkheid van arbeidsmarkt en zorg. Sensortechnologie Bovendien: Drenthe is sterk in ontwikkelingen op het gebied van sensortechnologie. Voor ons een goede uitgangspositie om voorzieningen beter en slimmer te organiseren. Binnen het Hanze Institute of Technology zit veel kennis rondom ICT en het gebruik van sensoren. Uiteindelijk gaat het daarbij ook om de vraag: waar is behoefte aan bij de doelgroep en waar kunnen zij mee uit de voeten? Er is al heel veel mogelijk, technisch gezien, maar de mensen die deze toepassingen moeten gebruiken zijn niet altijd goed in beeld, of ze kennen de mogelijkheden helemaal niet. Het Drentse deel van het project richt zich op het langer actief betrokken houden van oudere werknemers in de Drentse samenleving, ook als vrijwilliger of mantelzorger. Daarnaast wordt ingezet op kennisbehoud door kennisoverdracht van ervaren werknemers aan jongeren. Ook de hulpvrager kan langer zelfstandig blijven wonen. Hiermee wordt de regionale economie versterkt. Internationale startconferentie Over de conferentie in april zegt Haasjes: ‘Op 19 april vindt in Drenthe de internationale startconferentie plaats van
het project. Tijdens deze dag worden de verschillende aspecten van iAge in een breed perspectief behandeld. Wij nodigen hier partijen uit de zorg, ondernemers, onderzoeksinstellingen en overheden uit, om mee te discussiëren over de thema’s die we willen gaan aanpakken. Als we echt iets willen realiseren, hebben wij betrokkenheid van al deze partijen nodig. Met de resultaten van de conferentie willen we de komende 2,5 jaar aan de slag.’ Het streven is zoveel mogelijk partijen vanuit Drenthe en de andere noordelijke provincies bij het project te betrekken. Drenthe voert haar deel van het project uit samen met het Hanze Institute for Technology, STAMM-CMO en de gemeente Aa en Hunze. De andere Nederlandse partners in het iAge-project zijn het Zorg Innovatie Forum, dat zich inzet voor structurele vernieuwingen in de zorg, de Hanzehogeschool Groningen en de gemeente Hardenberg. Daarnaast nemen kennisinstellingen en overheden in Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Schotland en België deel aan het project. Het iAge-project is onderdeel van het Europese programma Interreg IV B 2007-2013 dat de samenwerking bevordert tussen de Europese regio’s rondom de Noordzee. F.H.
iAge: ICT en moderne technologie zorgen voor een betere en slimmere organisatie van voorzieningen .
Geopark de Hondsrug gaat volgende fase in Vorig jaar is het project Geopark de Hondsrug van start gegaan. Samen met bijna alle organisaties die actief zijn in het Hondsruggebied zijn we een avontuur aangegaan om een internationaal Geopark onder toezicht van Unesco te worden. Er zijn momenteel 88 Geoparken in de wereld. Het zijn allemaal gebieden met een unieke geologische geschiedenis gecombineerd met een bijzondere cultuurhistorie. Het Hondsruggebied is zo’n uniek gebied. Het is een systeem van meerdere zand- en keileemruggen die uitsteken in het landschap, ontstaan in de eennalaatste ijstijd zo’n 150.000 jaar geleden. De langste rug is de eigenlijke Hondsrug, zeventig kilometer lang, van het Bargerveengebied achter Emmen tot aan de stad Groningen.
De hele menselijke geschiedenis van het gebied heeft te maken met deze ruggen, ze lagen namelijk hoog en droog in het landschap en dus kon je er mooi op wonen en werken. Niet voor niets zijn bijna alle hunebedden in dit gebied te vinden en is Groningen ontstaan via de handelsroute die via Coevorden naar het noorden ging. Nog altijd is de relatie tussen het ijstijdenlandschap en de cultuur te zien, kijk maar naar de dorpen in het gebied. Ze liggen allemaal keurig in rechte lijnen op de ruggen van het Hondsrugcomplex.
Het Hondsruggebied is zo uniek, omdat het ijstijdenlandschap en de cultuur hier heel dicht bij elkaar komen Eerste Nederlandse Geoparkcongres We zijn inmiddels een jaar verder, het project is in volle gang en er is veel voorbereidend werk verricht. Op 23 maart vond het eerste Nederlandse
Geoparkcongres plaats in het Hunebedcentrum. Ruim honderdtwintig deelnemers konden daar horen wat er allemaal is gebeurd en staat te gebeuren, Unesco deed de toezegging ons te willen helpen, alsook de directeur van het dichtstbijzijnde Geopark in Osnabrück (Duitsland). De
Nieuwe belevingspunten Intussen is ook de nieuwe website in de lucht waar mensen hun eigen expeditie kunnen samenstellen. Dit is een groeimodel, de komende jaren komen er telkens nieuwe expedities bij en wordt de site bijzonder in zijn soort. En dan nog al die andere zaken waar inwoners en bezoekers binnenkort mee worden geconfronteerd: nieuwe wandelroutes, nieuwe belevingspunten in het landschap, nieuwe exposities, onderwijsprojecten, cursussen in het kader van de Hondsrugacademie, nieuwe folders, een nieuwe app voor op de smartphone, voorbereiding voor het aankleden van het Iestiedpadtien (langs het nieuwe kanaal Erica - Ter Apel) en vele andere projecten.
Harrie Wolters, adjunct-directeur Hunebedcentrum Het project is te volgen via www.geoparkdehondsrug.eu. Voor bezoekers in het gebied is de nieuwe website www.geoparkdehondsrug.nl van belang. Foto’s en filmpjes van het Hondsruggebied zijn te vinden op: www.dehondsruginbeeld.nl
Drenthe, april 2012 Cultuur - Economie & Ruimte
Alfred Hafkenscheid – winnaar Culturele Prijs Drenthe 2012 Tekening: Albert Rademaker, winnaar Culturele Prijs Drenthe 2010
Colofon DrentheMagneet is een uitgave van de provincie Drenthe en verschijnt drie keer per jaar. Aan dit nummer werkten mee: Marijke Bijzitter, Wim de Bruijn, Herrie Caspers, Martien Haasjes, Jeroen Hartsuiker, Frank Heijster, Anne de Jong, Bert Kamping, Bettina Lenders, Monique Leijn, Marjolein van der Meer, Aranka Oosting, Willem Paas, Frits Roemers, Luuk Ronde, Jan Stam, Alfred Stokman, Rienk Vegelin, Louwrens Wemekamp, Harrie Wolters, Mieke Zijl Eindredactie en productie: M!C - Meesters in Communicatie – Frank Heijster, Gerrit Kamstra Grafische productie: Koninklijke drukkerij van Gorcum, Assen Oplage: 1.500 exemplaren Omslagfoto: Beeldimpressie van de SKA-telescoop die vanaf 2024 in Australië/Zuid-Afrika operationeel is; ASTRON en IBM starten in Drenthe nu een hightech onderzoekscentrum voor de ontwikkeling van supersnelle en energiezuinige computersystemen die straks de enorme datastromen hiervan kunnen analyseren, opslaan en interpreteren; foto ASTRON Redactie-adres Provincie Drenthe | Afdeling SEO, team Cultuur | Postbus 122 | 9400 AC Assen | Pdf-versies van DrentheMagneet, inclusief dit nummer, zijn te downloaden via: http://www.provincie.drenthe.nl/thema/cultuur/verkrijgbare/ De volgende uitgave van DrentheMagneet staat gepland voor juni 2012.