NOVAKA ORGANiSATIE KANTOORBRANCHE

NOVAKA ORGANiSATIE KANTOORBRANCHE

1 3 DEC 2011

8S^

Ministerie SZW Directie UAW T.a.v. mevr. E. Wieland Postbus 90801 2509 LV DEN HAAC

Betreft: aanvraag Algemeen Verbindendverlclaring Ons kenmerk: vSk/jsdv Datum: 28 november 2011

Geaciite mevrouw Wieland, Namens de betreffende contractpartijen verzoek ik u een Algemeen Verbindendverklaring te verlenen voor de CAO voor de Boekhandel en Kantoorvakhandel 2010-2012. De betreffende stukken treft u bijgaand aan. De aanvraag betreft specifiek de passages die niet zijn gerenvoyeerd. De algemeen verbindendverklaring wordt verzocht voor de periode vanaf de dag van algemeen verbindendverklaring t o t e n met 31 maart 201.2. De hiervoor bedoelde contractpartijen zijn: ^~ • CNV Dienstenbond te Hoofddorp, contactpersoon de heerj. Warnaar; • Koninklijke Nederlandse Boekverkopersbond te Bilthoven, contactpersoon mr A. Kattenberg; • Novaka te Amsterdam, contactpersoon mr J. M. van Schaijk. Met vriendeJïike aroet, ..--'''^

M/ J / M , - ^ Schaijk, secretaris.

Movaka Orqanisatie Kantoorbranche 1 De i_airessestraat 109 | 1071 NX Amsterdam

4 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, onderdeel d, van liet Besluit aanmelding van collectieve ariaeidsovereenkomsten en het verzoeken om aigemeen verbindend verkiarlng)

B i j e e n a v v - v e r z o e k d i e n e n de r e p r e s e n t a t i v i t e i t s g e g e v e n s e n de h i e r v o o r g e i i a n t e e r d e o n d e r z o e k s m e t h o d i e i c t e w o r d e n o p g e g e v e n . Deze o p g a v e k a n w o r d e n ingediend aan de hand van dit formulier. Gebruikmaking van dit f o r m u l i e r is v e r e i s t b i j e e n r e p r e s e n t a t i v i t e i t s p e r c e n t a g e o n d e r d e 6 0 % e n ingeval beargumenteerde bedenkingen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven.

INHOUD 1 •

REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Wqr koe versaea evens o Direct aan de cao gebonden werkgevers o Werkgevers gebonden door de werkingssfeer Gegevens werkzame personen o Direct aan de cao gebonden personen en personen gebonden op basis van artikel 14 Wet op de CAO o Personen gebonden door de werkingssfeer

TOELICHTING

Gehanteerde onderzoeksmethode Gebruikte Wijze van Relatie tot Actualiteit

bronnen meting de werkingssfeer van de cijfers

M i n i s t e r i e v a n Sociale Z a k e n e n W e r k g e l e g e n h e i d Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving 24 augustus 2010

D e M i n i s t e r v a n Sociale Z a k e n en Werkgelegenheid,

J.P.H. D o n n e r

Pagina 1 von 16

I REPRESENTATIVITEITSOPGAVE

Het algemeen verbindend verklaren (avv) van bepalingen van een cao vereist dat naar het oordeel van de minister de cao-bepalingen waarop het avv-verzoek betrekking heeft, moeten gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen. Dit meerderheidsvereiste wordt bepaald aan de hand van de representativiteitsgegevens. De mate van representativiteit wordt ais voigt berekend: • •

het aantai personen werkzaam bij werkgevers gebonden door de cao, die naar aard van hun functie c.q. werkzaamheden binnen de werkingssfeer van de cao vallen (teller), gedeeld door het totale aantal personen, dat binnen de werkingssfeer van de cao zou vallen, indien de cao algemeen verbindend zou worden verklaard (noemer).

De In de cao gedefinieerde werkingssfeer dient als uitgangspunt voor het bepalen van het totale aantal personen dat in zowel de teller als de noemer wordt gehanteerd. Tot het aantal personen kunnen naast werknemers ook opdrachtnemers worden gerekend, indien In de cao geregeld Is dat deze ook op hen van toepassing is. Uitzendkrachten In dienst van een andere (uitzend)werkgever dienen niet te worden meegeteld. Gezien de verstrekkende consequenties van het algemeen verbindend verklaren van een cao is het noodzakelijk dat de representativiteitsopgave voldoet aan de eisen van: reproduceerbaarheid validiteit interne consistentie onderzoekstechnische kwaliteit, en actualiteit Het is een vereiste voor de beoordeling van het representativiteitscijfer dat dit reproduceerbaar is. Brongegevens, gebruikte enquête, uitgevoerde berekeningen, analyses en extrapolatie moeten beschikbaar zijn, zodat desgevraagd een accountant, dan wel het Ministerie van SZW op basis hiervan het cijfer zelfstandig kan reproduceren. Het begrip validiteit heeft betrekking op de vraag of daadwerkelijk is gemeten wat beoogd was. Is het te meten begrip, werkzame personen, op de juiste wijze gedefinieerd én zijn vervolgens de werkzame personen ook conform de operationalisering gemeten. Voor het begrip werkzame personen bijvoorbeeld speelt dan de werkingssfeer een rol en of op een juiste wijze Is gecorrigeerd voor werkzame personen die in de werkingssfeer worden uitgesloten. Bi] de Interne consistentie gaat het om gebruikte meeteenheden. De eenheid in de teller moet overeenstemmen met de gehanteerde eenheid in de noemer. In teller én noemer moeten standcijfers (gemeten op een bepaald moment) of stroomcijfers (gemeten over een periode) worden gebruikt. De definitie van werkzame personen moet in beide gelijk zijn. En ook de peildatum of de peilperiode moet in teller en noemer vergelijkbaar zijn. Bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek wondt nagegaan of voldaan is aan de vereisten van zorgvuldigheid. Het gaat hierbij om zaken als de gebruikte methode om de gegevens te verzamelen, de omvang van de enquête, de hoogte van de non-respons, de gebruikte weging, gehanteerde analyses en uitgevoerde berekeningen.

Pat!iiu2vi)iil6

De gegevens waarop het representativiteitscijfer is gebaseerd, mogen in principe niet ouder zijn dan één jaar, te rekenen vanaf de ingangsdatum van de cao. Om te kunnen beoordelen of aan deze criteria wordt voldaan, dient een toelichting te worden gegeven op de verstrekte werkgeversgegevens en gegevens over het aantal werkzame personen. Een uitgebreide beschrijving van de eisen die aan de representativiteitsopgave worden gesteld, is te vinden in het onderzoek dat Research voor Beleid in 2009 heeft uitgevoerd naar de kwaliteit van de representativiteitsgegevens bij avv-verzoekend Dit rapport is te vinden op de website cao.szw.nl.

Research voor Beleid, Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Stand van zaken 2003, Eindrapport, Zoetermeer, juni 2009 Paginn 3 van 16

WERKGEVERSGEGEVENS

1

Direct aan de cao gebonden werkgevers Hoeveel werkgevers vallen direct onder de werkingssfeer van de cao^? 1.315 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 31 december 2010 Werkgevers gebonden door de werkingssfeer Wat is het totale aantal werkgevers dat valt onder de werkingssfeer van de cao? 2.393 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 31 december 2010

De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkgevers dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van de cao valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing Is, dienen de vragen waarvoor een 'O' is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode {ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5).

Bestaande bronnen/bestanden Geef voor het uitgevoerde onderzoek naar de bij vraag 1 en 2 opgegeven aantallen een beschrijving van: • de gebruikte bronnen (ad. 2) • de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) • de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4)

Een werkgever valt direct onder de werkingssfeer van een cao als hij lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken Is bij de totstandkoming van de cao. Piifpna 4 vm 16

A d 1) Direct aan de CAO gebonden werkgevers Dit zijn zowet leden van Novaka (de branche- en werkgeversorganisatie voor de kantoorbranche in Nederiand) als die van KBb (Koninklijke Boekverkopersbond). Het aanta! is afkomstig uit zowel de ledenadministratie van Novaka ais die van KBb. Op de peildatum 31 december 2011 waren 192 bedrijven lid van Novaka en 1.123 lid van KBb. In totaal zijn er dus 1.315 bedrijven direct aan de CAO gebonden. A d 2) Werkgevers gebonden door de werkingsfeer Dit zijn alle bedrijven die behoren tot één van de volgende SBI-codes: - 466501 Groothandel in bedrijfsmeubels - 4666 Groothandel in kantoormachines (geen computers) - 4761 Winkels in boeken - 476201 Winkels In school- en kantoorbehoeften - 476203 Winkels in boeken, kranten, tijdschriften én kantoorbenodigdheden Het aantal bedrijven is afkomstig uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Op de peildatum 31 december 2010 waren 2.393 bedrijven met bovenstaande SBI-codes ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. httD://www.kvk.nl/handRlsreoister/zQekenframeset.asD?zk=0&uri=httDs://server.d b-kvk.nl

•

Er is gebruik gemaakt van meerdere bestanden. Geef onderstaand een beschrijving van; • de representativiteit van de bestanden (ad. 2) • uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) • de wijze van ^matching' van de bestanden (ad. 1) n.v.t.

D

De bronnen sluiten niet volledig aan bij de werkingssfeer, Geef een beschrijving van; • de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4)

n.v.t. Onderzoek •

Er is (aanvullend) steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1)

n.v.t.

Pagina 5 vm 16

Extrapolatie n

Onderzoeksgegevens zijn middels andere bronnen geëxtrapoleerd. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: • de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) • de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) • de verschillen tussen de bronnen (ad. 2)) • eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4)

n.v.t.

Peildatum n

Er zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de Ingangsdatum van de cao. Geef een beschrijving van: • de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) • de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5)

n.v.t. Overig •

Overige opmerkingen

n.v.t.

Pagina 6 van 16

GEGEVENS WERKZAME PERSONEN

D i r e c t a a n d e cao g e b o n d e n p e r s o n e n e n p e r s o n e n g e b o n d e n o p basis v a n a r t i k e l 1 4 W e t o p d e CAO^ Hoeveel personen worden direct dan wel op basis van artikel 14 van de Wet OP de CAO aan de cao gebonden?

15.000 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. Peildatum; 31 december 2010

Personen g e b o n d e n d o o r de w e r k i n g s s f e e r Wat is het totale aantal personen dat valt onder de werkingssfeer van de cao?

20.976 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn.

Peildatum: 31 december 2010 De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkzame personen dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van de cao valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een ' a ' is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek, en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat In op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3 ) ; de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4 ) ; en de actualiteit van de gegevens (ad. 5).

Bestaande; bronnen/bestanden Voor het geef een • de • de • de • de

uitgevoerde onderzoek, beschrijving van: gebruikte bronnen (ad. 2) bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) gehanteerde meeteenheid (ad. 3)

Een persoon valt direct onder de werkingssfeer van een cao als hij werkzaam is bij een werkgever die lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken Is bij de totstandkoming van de cao. Ook anders of niet georganiseerde werkzame personen in dienst van een aangesloten werkgever dienen dus te worden meegeteld, Pagina 7 van 16

n.v.t.

D

Indien gebruik is gemaakt van meerdere bestanden, geef een beschrijving van: • de representativiteit van de bestanden (ad. 2) • uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) • de wijze van matching van bestanden (ad. 1) n.v.t

•

Sluiten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer, geef een beschrijving van: • de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) n.v.t.

Onderzoek D

Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête, geef een beschrijving van: • de gehanteerde methodiek (ad. 1) • het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) • de respons (ad. 1) • de representativiteit van de steekproef (ad. 1) • eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) • toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 )

Pagina S van 16

A d 3) Direct aan de cao gebonden personen en personen gebonden op basis van artikel 14 Wet op de CAO Dit zijn alle personen die werkzaam zijn bij een bedrijf dat lid is van Novaka of van KBb. Om te bepalen hoeveel personen uiteindelijk bij deze leden in dienst zijn, hebben beide organisaties een telefonische enquête gehouden onder haar leden. Aan zowel leden van Novaka als leden van KBb is letteriijk aan de telefoon gevraagd hoeveel personen zij op 31 december 2010 in dienst hadden. Novaka In totaal hebben 149 van de 192 Novaka-leden aan de telefonische enquête deelgenomen en het aantal werknemers doorgegeven, oftewel 77,6 procent. Bij deze leden waren in totaal 4.292 personen op 31 december 2010 werkzaam. Om een schatting te maken van het aantal werknemers bij niet responderende leden zijn verschillende stappen gezet. In eerste instantie zijn de responderende Novaka-leden verdeeld over verschillende werknemersklassen. Hierna is het aandeel van de werknemersklasse In de respons berekend en ook het gemiddeld aantal werknemers per werknemersklasse (zie onderstaande tabel).

Werknemersklasse geen werknemprs 1 werknemer 2-4 werknemers 5-9 werknemers 10-19 werknemers 20-49 werknemers 50-99 werknemers 100-199 werknpmfirs 200 of meer werknemers

Aandeel 11,4% 5,4% 31,5% 24,8% 14,1% 5,4% 4,0% 2,0% 1,3%

Gemiddeld aantal werknemers 0,0 1,0 3,1 6,8 14,5 32,4 75,8 124.0 1.262,5

Op basis van bovenstaande aandelen is geschat hoeveel van de 43 nietresponderende Novaka-leden tot een bepaalde werknemersklasse behoren. Om vervolgens het totaal aantal geschatte werknemers te bepalen Is per werknemersklasse het aantal bedrijven vermenigvuldigt met het eerder berekende gemiddeld aantal werknemers. Op een dergelijke wijze is berekend dat bij de 43 niet-responderende Novaka-leden 1.246 werknemers in dienst waren.

Werknemersklasse qeen werknemers 1 werknemer 2-4 werknemers 5-9 werknemers 10-19 werknemers 20-49 werknemers 50-99 werknemers 100-199 werknemers 200 of meer werknemers Totaal

Aantal geschatte bedrijven

Aantal geschatte werknemers

5 2 14 11 6 2 2 1 1 43

0 2 42 72 88 75 131 107 729 1.246

In totaal komt het aantal werknemers bij Novaka-leden uit op 5.538 (4.292+1.246).

KBb In totaal hebben 806 van de 1.123 KBb-ledenaan de telefonische enquête deelgenomen en het aantal werknemers doorgegeven, oftewel 71,8 procent. Bij deze ieden waren in totaal 6.791 personen op 31 december 2010 werkzaam. Om een schatting te maken van het aantal werknemers bij niet responderende (eden zijn verschillende stappen gezet. In eerste instantie ztjn de responderende KBb-leden verdeeld over verschillende werknemersklassen. Hierna is het aandeel van de werknemersklasse in de respons berekend en ook het gemiddeld aantal werknemers per werknemersklasse (zie onderstaande tabel).

Werknemersklasse qeen werknemers 1 werknemer 2-4 werknemers 5-9 werknemers 10-19 werknemers 20-49 werknemers 50-99 werknemers 100-199 werknemers 200 of meer werknemers

Aandeel 0.0% 5,6% 41,9% 37,8% 9,6% 2,6% 0,6% 0,4% 0,5%

Gemiddeld aantal werknemers 1,0 2,9 6,5 12,8 33,0 62,0 133,0 340,0

Op basis van bovenstaande aandelen Is geschat hoeveel van de 317 nietresponderende KBb-leden tot een bepaalde werknemersklasse behoren. Om vervolgens het totaal aantal geschatte werknemers te bepalen is per werknemersklasse het aantal bedrijven vermenigvuldigt met het eerder berekende gemiddeld aantal werknemers. Op een dergelijke wijze is berekend dat bij de 317 niet-responderende KBb-leden 2.671 werknemers in dienst waren.

Werknemersklasse qeen werknemers 1 werknemer 2-4 werknemers 5-9 werknemers 10-19 werknemers 20-49 werknemers 50-99 werknemers 100-199 werknemers 200 of meer werknemers Totaal

Aantal geschatte bedrijven

Aantal geschatte werknemers

0 21 133 120 30 8 2 1 2 317

0 208 391 784 389 273 122 157 535 2,671

In totaal komt het aantal werknemers bij KBb-leden uit op 9.462 (6.791+2.671). Totaal ln totaaf waren er dus 15.000 personen (5.538 Novaka +9.462 KBb) op 31 december 2010 werkzaam zijn bij een bedrijf dat lid is van Novaka of lid van KBb.

A d 4 ) Personen gebonden door de werkingssfeer Dit zijn alle personen die werkzaam zijn bij een bedrijf, ongeacht Novaka/KBblid of niet, met één van de volgende SBI-codes: - 466501 Groothandel in bedrljfsmeubels - 4666 Groothandel in kantoormachines (geen computers) - 4761 Winkels in boeken - 476201 Winkels in school- en kantoorbehoeften - 476203 Winkels in boeken, kranten, tijdschriften en kantoorbenodigdheden Het totaal aantal personen dat tn dienst is bij Nova ka/KBb-leden is al eerder berekend (zie 3). Om te bepalen hoeveel personen uiteindelijk bij niet-Ieden dienst zijn, is er van 22 juli t/m 3 augustus eveneens een telefonische enquête gehouden onder niet-Ieden. Aan niet-Ieden is ook letteriijk gevraagd hoeveel personen zij op 31 december 2010 in dienst hadden. De telefonische enquête is uitgevoerd door Stratus, een onafhankelijk onderzoeksbureau (zie ook httD://stratus.Danteia.nn. In totaal zijn 300 bedrijven telefonisch benaderd die geen lid zijn van Novaka of KBb en behoren tot de eerder genoemde SBI-codes en gevraagd hoeveel werknemers zij in dienst hadden op 31 december 2011. Het aantal niet-Ieden bedraagt 1.078 (aantal bedrijven met eerder genoemde SBI-codes (2.393) minus leden (1.315)). De respons onder niet -leden komt daarmee uit op 27,8 procent. De niet-Ieden zijn verder te verdelen naar verschillende werknemersklassen. In de gehouden telefonische enquête is nagenoeg dezelfde verdeling terug te vinden als in populatie.

Werknemersklasse geen werknemers 1 werknemer 2-4 werknemers 5-9 werknemers 10-19 werknemers 20-49 werknemers 50-99 werknemers 100-199 werknemers 200 of meer werknemers

Populatie 3.7% 38,9% 34,1% 13,9% 4,9% 2,5% 1,2% 0.6% 0,2%

Telefonische enquête 3,2% 40.5% 35,1% 11.3% 5.9% 2,7% 0,0% 0,9% 0,5%

Om een schatting te maken van het totaal aantal werknemers bij alle niet-Ieden is gebruik gemaakt van een ophoogfactor. Deze is gebaseerd op het gemiddelde aantal werknemers uit de telefonische enquête vermenigvuldigd met aanta! niet-Ieden. Het gemiddeld aantal werknemers (gewogen) bij responderende niet-Ieden is 5,54. Het aantai niet-Ieden bedraagt 1.078. Het geschatte totaal aantai werknemers bij niet-Ieden komt daarmee uit op 5.978 (1.078 * 5,54). Het totaal aantal werknemers in de kantoorvak- en boekhandel wordt gevormd door het aantal werknemers bij niet-Ieden op te tellen bij het aantal werknemers bij zowel Novaka- als KBb-leden. Het aantal werknemers komt daarmee uit op 20.978 (15.000 + 5.978).

Extrapolatie n

Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn geëxtrapoleerd, geef een beschrijving van: • de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) • de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) • de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) • eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4)

n.v.t.

Peildatum n

zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de ingangsdatum van de cao, geef een beschrijving van: • de reden waarom het niet mogelijk Is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) • de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5)

Paginal? van 16

Overig D

Overige opmerkingen

n.v.t.

Pagina 13 van 16

TOELICHTING De door cao-partijen bij een verzoek tot algemeen verbindend verklaren van caobepalingen aangeleverde representativiteitsgegevens dienen, ten behoeve van de beoordelingscriteria, te worden voorzien van een toelichting op de volgende punten: 1.

De wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd a. populatieonderzoek b. steekproefonderzoek c. extrapolatie

2.

De gebruikte bronnen voor het onderzoek a. uitgevoerde correcties '

3.

De wijze van meting a. aard van de gegevens

4.

De relatie tot de werkingssfeer van de cao a. uitgesloten werkzame personen b. vrijwillige aansluiting c. gedispenseerden

5.

De peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben

Op grond van paragraaf 4.1 van het Toetsingskader A W laat de minister periodiek en steekproefsgewijs onderzoek uitvoeren naar de kwaliteit van de representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Om dit te kunnen doen is het noodzakelijk dat het representativiteitscijfer reproduceerbaar is. Dit betekent dat alle oorspronkelijke (bron)gegevens die zijn gebruikt bij de opgave van de representativiteit bij het laatst ingewilligde aw-verzoek moeten worden bewaard, zodat deze desgevraagd beschikbaar kunnen worden gesteld. De oorspronkelijke gegevens worden dus niet bij het avv-verzoek meegestuurd. ad 1

Gehanteerde onderzoeksmethode

Het is noodzakelijk dat een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode wordt gegeven. Het gaat om de vraag hoe de gegevens zijn verzameld. Idealiter wordt er gebruik gemaakt van populatiebestanden, zowel voor wericgeversaantallen als aantallen werkzame personen die onder de werkingssfeer van de cao dan wel het avvbeslult vallen. Indien geen populatlegegevens beschikbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van steekproefonderzoek. Het gebruik van steekproefgegevens vereist dat een toelichting wordt gegeven op de uitvoering van de enquête, de respons, de representativiteit, verzamelde aanvullende Informatie, uitgevoerde berekeningen en schattingen. Aandachtspunten: Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode. Een beschrijving van de hierbij gebruikte bestanden. De manier waarop de steekproef is getrokken (waaronder het gebruikte stee kproefkader). De respons van de steekproef. De representativiteit van het steekproefonderzoek. Op bestanden toegepaste correcties ten opzichte van de populatie; Het gebruik van aanvullende informatie. De manier waarop berekeningen, schattingen en eventuele extrapolaties zijn uitgevoerd. Het is niet zorgvuldig om het aantal werkzame personen van niet-responderende bedrijven op nul in te schatten. Streef altijd naar de verkrijging van gegevens uit één bronbestand. Dit doet u door het bestand waarin de gegevens van de aangesloten werkgevers zijn opgenomen, te matchen met het bestand waaruit de totale aantallen werkgevers en werkzame Pagina 14 van 16

personen zijn opgenomen. Een nadere uitleg over de uitvoering van het matchen van bestanden is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avvverzoeken, Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 20 (zie de website cao.szw.nl). ad 2

Gebruikte bronnen

Een representativiteitsopgave moet een beschrijving bevatten van de gebruikte bronnen. Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. Ook zijn niet alle bronnen even volledig gegeven de werkingssfeer van de cao. Inherent hieraan Is het gebruik van meerdere bronnen. Van belang is dat de gebruikte bronnen en de daarbij gehanteerde berekeningen met het oog op de eis van reproduceerbaarheid goed worden beschreven en bewaard. Aandachtspunten: • Het is aan te bevelen zo min mogelijk bronnen te gebruiken. • Worden gegevens uit verschillende bronnen gebruiirt, dan vereist dit een toelichting op onderiinge vergelijkbaarheid waarbij aandacht nodig is voor dubbeltellingen, uitgesloten groepen werkzame personen en verschillen In meetmomenten. • Gebruik van branche- of sectoronderzoek vereist een toelichting op de representativiteit van de gegevens. Aandacht vereist de periode waarin het onderzoek is gehouden, de onderzoeksmethode en de relatie tot de werkingssfeer. • Ten aanzien van de gebruikte bronnen wordt aandacht gevraagd voor de vrijwillig aangesloten werkgevers, (gedeeltelijk) gedispenseende werkgevers en de actualiteit van de gegevens. ad 3

Wijze van meting

Uitgangspunt bij het berekenen van het representativiteitscijfer is dat de teller en de noemer worden uitgedrukt in dezelfde eenheid. Idealiter worden de teller en de noemer uitgedrukt in aantallen personen. Andere meeteenheden worden in principe afgeraden. Andere maatstaven die worden gebruikt om tot een berekening te komen van het aantal personen zijn de loonsom, aantal fte's of omzetgegevens. U dient dan wel aannemelijk te maken dat de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal personen zodat geen sprake is van een systematische eenzijdige vertekening van het representativiteitsgegevens. In geval van fte als meeteenheid moet aannemelijk worden gemaakt dat de parttimefactor van georganiseerde ten opzichte van ongeorganiseerde werkgevers vergelijkbaar is. Dit betreft de eis van interne consistentie. Teller en de noemer moeten in dezelfde eenheid worden uitgedrukt en de peildata moeten vergelijkbaar zijn. Aandachtspunten: • De wijze van meting moet dezelfde zijn voor teller en noemer. De eenheid moet gelijk zijn. Gegevens moeten ofwel standcijfers óf stroomcijfers zijn. • De gegevens moeten zijn uitgedrukt in dezelfde eenheid. In de teller aantallen personen dan ook in de noemer aantallen personen gebruiken. • Het gebruik van een andere meeteenheid dan aantallen personen vereist een gedegen toelichting op het gebruikte bestand en in hoeverre de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal werkzame personen. ad 4

Relatie t o t de werkingsfeer

De representativiteitsopgave dient gerelateerd te zijn aan de werkingssfeer van de cao. In de werkingssfeer uitgesloten categorieën werkzame personen moeten dan ook in de tellingen voor de representativiteitsopgave buiten beschouwing worden gelaten. Het is van belang dat daadwerkelijk gemeten wordt wat beoogd was. Het gaat hier om de validiteit van de gegevens. Aandachtspunten: • Aandacht voor vrijwillig aangesloten werkgevers die in de representativiteitsopgave niet moeten worden meegenomen. • De bronnen mogen niet vervuild zijn met werkzame personen die niet onder de werkingssfeer vallen. Hierbij kan gedacht worden aan onder andere uitzendkrachten en hoger personeel. Pagina 15 van 16

• •

ad 5

In de tellingen moeten van (onderdelen van) de cao gedispenseerden wel worden meegerekend, behalve indien sprake is van een integrale dispensatie vanwege een eigen rechtsgeldige cao. Indien gebruik wordt gemaakt van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds, dient -indien van toepassing- gecorrigeerd te worden voor jongere werkzame personen die wel onder de werkingssfeer van de cao vallen, maar niet deelnemen aan het bedrijfstakpensioenfonds. Ook dient gecorrigeerd te worden voor werkgevers die zijn vrijgesteld van het bedrijfstakpensioenfonds, maar niet zijn gedispenseerd van de cao. Actualiteit van de cijfers

Voor de representativiteitsopgave dient de datum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben te worden vermeld. Ais regel geldt dat gegevens, om te voldoen aan de eis van actualiteit, niet ouder dan één jaar mogen zijn gerekend vanaf de ingangsdatum van de cao. Tevens geldt dat de verschillende peildata niet te ver uit elkaar moeten liggen, omdat anders de interne consistentie van de representativiteitsopgave In het geding is. Als uitgangspunt hierbij geldt dat de peildata in principe niet meer dan één jaar uiteen mogen liggen. In geval de peildata te ver in het verieden liggen kunnen de gegevensbestanden op basis van de werkgelegenheidsontwikkeling in de branche worden geactualiseerd, oftewel geëxtrapoleerd. De marktontwikkelingen in het verieden vormen de basis om de huidige waarden met een zekere onzekerheidsmarge te voorspellen. Het is dan wel van belang om expliciet te vermelden op welke gegevens deze extrapolatie Is gebaseerd en hoe die is uitgevoerd. De bestanden die hiervoor gebruikt worden moeten vergelijkbaar zijn naar bijvoorbeeld verhouding voltijders-deeltijders of de verhouding grote-kleine bedrijven. Aandachtspunten: • De actualiteit van de gebruikte gegevens. Deze mogen gerekend vanaf de ingangsdatum van de cao in beginsel niet ouder zijn dan 1 jaar. Indien de gebruikte gegevens ouder zijn, dient vermeld te worden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (zie ook aanvulling bij de vraag over actualiteit). • Het toepassen van extrapolatie. Indien op basis van andere gegevensbronnen de gegevens voor de representativiteitsopgave zijn geactualiseerd dient aangegeven te worden welke bronnen gebruikt zijn en op welke wijze voor onderlinge afwijkingen tussen de bronnen is gecorrigeerd. Een nadere uitleg over de wijze van extrapoleren is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-ver2oeken, Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 21 (zie de website cao.szw.nl). • De peildatum dan wel de periode waarop de gegevens betrekking hebben. De teller en de noemer moeten betrekking hebben op dezelfde peilmoment dan wel betrekking hebben op dezelfde periode.

Pagina 16 van 16

CAO voor de Boekhandel & Kantoorvakhandel 2010-2012

De ondergetekenden: De Koninklijke Boekverkopersbond, gevestigd te Bilthoven en de Novaka Organisatie Kantoorvakhandel, gevestigd te Amsteidam, gezamenlijk nader te noemen partij te ener zijde en C.N.V. Dienstenbond, gevestigd te Hoofddorp, nader te noemen "de vakvereniging" als partij te andeter zijde, verklaren per 1 februari 2010 de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan.

INHOUDSOPGAVE Overgangsbepaling Invoerings bepalingen Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Ardkel 4. Arükel 5, Artikel 6. Arükel 7. Arükel 8. Arükel 9. Artikel 10. Artikel 11. Artikel 12. Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16. Arükel 17. Artikel 18. Artikel 19. Artikel 20. Artikel 21. Artikel 22. Artikel 23. Artikel 24. Artikel 25. Artikel 26. Artikel 27. Artikel 28.

Definities Werkingssfeer Algemene verplichtingen van de werkgever Algemene verplichüngen van de vakvereniging Verplichtingen van de werknemer Arbeidstijd, werkweek & Roosters Meerwerk en arbeid op inconvcnlënte uren Vergoeding meerwerk en arbeid op inconveniënte uren Salarisbepalingen Vakantie & vakanücbijslag Buitengewoon verlof Tijdelijke waarneming & promotie Plaatsing in een lager ingedeelde funcüe Reiskostenvergoeding Maaltijdvergoeding Arbeidsongeschiktheid Uitkering bij overlijden Beëindiging dienstbetrekking 65-jarige Pensioenvoorziening Proeftijd Opzegtermijn Branche RI&E Boekhandel en Kantoorvakhandel Vakbondsrechten bij fusie en reorganisatie Dispensatie Duur van de CAO Vaste Commissie Tussentijdse wijzigingen Bedrijfstakoverleg

Protocollaire Bepalingen Bijlage I :

Salaristabel

Bijlage II;

Reglement Vaste Commissie

Waar in de tekst van deze CAO de woorden 'hij', 'werkgever' en 'werknemer' worden gebruikt, worden hieronder mede begrepen 'zij', 'werkgeefster' en 'werkneemster'.

Overgangsbcpafaig: Behoudens artikcl-35, zïjn dc hierna volgende artikelen 1 tot cn met 28, protocollaire bepalingen (m.u.v. dc bepaling ta.v. het-Qplcidingafonds) cn Bijlagen ccrat van toepassing per 1 januari 2010. Met-ingang van 1 oktober 2008 tot cn met 31 december 2009 gelden voor desbetreffende werkgevers- cn weflmcmcrs dc bepalingen van de laatst geldende CAO voor de Boekhandel respectievelijk CAO voof-de-Kantoorvakhandcl respcc'êevclijk dc Overgangscao Voormalig GNX*^, met dien verstande dat dc salarissen tot cn met een bedrag van bruto € 37.500,= (inclusief valtanticbijalag) op jaarbasis cn aalariaschalcn van dc betf&ffendc CAO ¥^or de Bocldiandcl cn CAO voor dc Kantoorvaldiandcl per 1 mei 2009 zullen worden verhoogd met 1,75% en per 1 augustus 2009 met 0,25Vo, zij het dat in groep A van deze CAO's tot cn met-dc 23-jarige leeftijd het tnifiifHtifft (jeugd)loon zal (bhjvcn) gelden. Invocringsbepafaigcn! Vóór uiterlijk 31-deccmbcr 2009 zal dc werkgever de functie van cllcc individuele werknemer hebben vastgesteld cn hebben ingedeeld in ccn functiegroep- De indeling geschiedt met ffiflchtncming van4ict bepaalde in het Handboek Fttnetie-indeling Boekhandel & Kantoorvaldiandcl. Dc werknemer ont^*aHgt uiterüjk op 31 december 2009 schriftelijk bericht omtrent dc indeling: Op basis van dc door de wcrkgcvct-^eor de wcrlmcmcr vastgestelde functiegroep wordt dc wericnemer per 1 januari--2010 ingedeeld in dc sala«9tabel-ats~epgenomcn in de hicfiia volgende Bijlage I. tjilgangspunt voor dc indeling is het aan dc weilmcmcr toegekende basissalaris per ultimo 2009, berekend op fiill time-basis. IndeHng geschiedt op het niveau-vati dc cccsthogcrc schaaltrcdc vande functiegroep waarin dc werloicmcr is ingedeeld. Het alsdan vcfltpcgcn tabelsalans op full-timc-basis wordt vervolgens herberekend naar rato van de omvang van het dienstverband van dc werlgicmep--Voor werknemers in dienst van werkgevers als bedoeld in artiltcl l.a.l van dc CAO voor de Kantoor^'^aldiandcl die daadwerkelijk arbeid kunnen verrichten op dc koopavond en/of zaterdagmiddag cn dienovereenkomstig worden gehonorcetxj c o n f o ^ dc specifieke daartoe ïn de GAO voor de Kantoorvaldiandcl opgenomen salaristabel, wordt het salaris tb.v. dc indeling per 1 januari 2010 in de salaristabel als opgenomen in Bijlage I herberekend naar het salarisniveau conform-de-tabct'voet wcrlmcmcrs die NIET daadwerkelijk arbeid op de keopavead en/of zaterdagmiddag kunnen verrichten. Ift-hct kalenderjaar 2010 kan dc wcrlaiemer geen aanspraak maken op tockcnnmg van ccn of meer schaalircdcn. E^e werkgever garandeert dc werknemer dat de overgang met Ingang van - 3r-jat«aari 2010 naar de nieuwe arbeidsvoorwaarden van dc CAO voor dc Bocldiandcl cn Kantoorvaldiandcl geen ncgaüeve invloed za^l-hebben op het basissalaris, dat wil'zeggen-het salaris inclusief ccn evenmele vóór 1 janaari 2010 toegekende persoonlijke toeslag en/of dienstjarentocslag, doch exclusief andersoortige toeslagen of vergoedingen.

Artikel 1.

Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. Werkgever: 1. iedere (rechts) persoon, wiens onderneming een detailhandclsbedrijf is. Het detailhandelsbedrijf is de distribuant die producten, meestal in klein verpakking, aan de finale afnemer (eindgebruiker en eindverbruiker) levert en de laatste schakel in het distributiekanaal is, veelal leverend aan de consument. De omzet in het detailhandelsbedrijf wordt in hoofdzaak (voor 50% of meer) gereahsecrd door de verkoop/exploitatie van boeken en/of rijdschriften en/of dc non-folio producten cd-i en cd-rom en/of kantoorbenodigdheden en/of kantoorinrichting en/of kantoormeubelen en/of kantoormachines en/of automatiseringsproducten (exclusief hardware- en softwareservices) en/of school-, schrijf- en tekenbehoeften en/of kunst schildersartikelen en/of papierwaren en/of papeterie artikelen. 2. iedere (rechts)persoon, in wiens onderneming de omzet in hoofdzaak gereahseerd wordt door de verkoop-/exploitatie van producten uit groep a in combinatie met producten uit groep b aan/ten behoeve van nagenoeg uitsluitend de bedrijfsmatige eindgebruiker: groep a. kantoorbenodigdheden en/of kantoorinrichting en/of kantoormeubelen en/of kantoormachines en/of automatiseringsproducten (exclusief hardware- en softwareservices) groep b.school-, schrijf- en tekenbehoeften en/of kunstschildersartikelen en/of papierwaren en/of papeterie-artikelen. b. Werknemer: c. Fulltimer;

d. Parttimer:

e. Vakantiekracht:

f. Afroepkracht; g. Stagaire:

de man of vrouw in dienstverband bij de werkgever. dc werknemer, wiens overeengekomen normale wekelijkse arbeidstijd gemiddeld 38 uren bedraagt, berekend over een periode van 26 aaneengesloten weken. de werknemer, wiens overeengekomen normale wekelijkse arbeidstijd minder dan gemiddeld 38 uren bedraagt, berekend over een periode van 26 aangesloten weken. degene die zich bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur van maximaal 2 maanden verbindt tot het verrichten van nietberoepsmatige arbeid bij een werkgever. degene die een dienst\xrband is aangegaan voor een, per afroep, telkens door de werkgever nader te bepalen aantal uren. degene die op basis van een stageovereenkomst onbetaalde arbeid (m.u.v. onkostenverj^oedmg) ten beliocve vau een werkgever verricht die

h. Feestdag:

i.. Schaalsalaris: j. Salaris: k. Uurloon: 1. Week: m. Functie: n. Ondernemingsraad;

geheel of nagenoeg geheel gericht is op scholing en/of vorming. Nieuwjaarsdag, de beide Paasdagen, Hemelvaartsdag, de beide Pinksterdagen en de belde Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van H.M. de Koningin wordt gevierd, alsmede 5 mei in een lustrumjaar, voor het eerst in het jaar 2005. het salaris als geregeld in bijlage I. het maandsalaris, vastgesteld overeenkomstig artikel 9. het uurloon is gelijk aan 12 maal het maandsalaris op fiilltime-basis, gedeeld door 1976 ( 52 x 38). een tijdseenheid van 7 opeenvolgende etmalen, waarvan het eerste aanvangt op maandagochtend 0:00 uur. het geheel van werkzaamheden op grond waarvan de werknemer conform de functiewaarderingsystematiek is ingedeeld. een ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de On dememingsraden. 4

0. Vaste Commissie: Artikel 2.

de commissie als bedoeld in artikel 26 van deze CAO,

Werkingssfeer

Deze overeenkomst is van toepassing op alle werkgevers en werknemers, met uitzondering van; a. Werkgevers/werknemers op wie de AUDAX-CAO of de CAO Van Dijk Educatie b.v. van toepassing is; b. Werknemers zijnde: • (statutair) directeur; » vakantiekracht; c- Stagiaires. Artikel 3. 1.

2. 3.

Algemene verplichtingen van de werkgever

De werkgever verpheht zich deze CAO te goeder trouw na te komen cn tijdens de duur van deze overeenkomst generlei actie te voeren ofte steunen, welke ten doel heeft wijziging te brengen in deze CAO. De werkgever zal met iedere werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan en daarin verwijzen naar deze OVO. De werk^ver zal ervoor zorg dragen dat aan iedere werknemer een exemplaar van deze CAO wordt uitgereikt.

Artikel 4.

Algemene verpUchtingen van de vakvereniging

1. De vakvereniging verpheht zich deze CAO te goeder trouw na te komen en tijdens de duur van deze overeenkomst generlei actie te voeren ofte bevorderen, welke beoogt wijziging te brengen in deze overeenkomst. 2. De vakvereniging staat er tegenover de werkgever voor in, dat zij met alle haar ten dienste staande middelen nakoming van deze overeenkomst door haar leden zal bevorderen. Artikel 5.

VerpRchtingen van de werknemer

1.

De werknemer is gehouden aUe hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voor zover deze redelijkerwijze kunnen worden verlangd, zo goed mogelijk uit tc voeren en daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften, ook ten aanzien van tijd en plaats waarop de werkzaamheden moeten worden verricht, in acht te nemen.

2.

De werknemer dient vooraf aan de werkgever schriftelijk mededeling te doen van de door hem te verrichten betaalde arbeid voor derden, het zaken voor eigen rekening doen of het als agent voor derden optreden. Tegen nevenfuncties als hier bedoeld, zal de werkgever geen bezwaar maken zolang zij naar het oordeel van de werkgever niet door omvang en/of aard een beletsel dreigen te vormen voor het naar behoren (kunnen blijven) vervullen van de eigen functie. Het is de werknemer, indien dc w^erkgever binnen 14 dagen na ontvangst van de schrifteUjke mededeling van de werknemer schriftelijk bezwaar heeft gemaakt, niet toegestaan bedoelde arbeid te verrichten. Het is de werkgever toegestaan de toestemming aan bepaalde voorwaarden te verbinden.

3.

De werknemer die arbeidsongeschikt wordt als gevolg van arbeid als in het vorige hd bedoeld, terwijl deze arbeid niet door de werkgever was toegestaan, ofwel niet aan de werkgever was medegedeeld, verliest elke aanspraak op de in artikel 16 geregelde aanvulling op de wettelijke vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid.

4.

De werknemer is gehouden tot geheimhouding van al hetgeen hem omtrent of in verband met dc ondememing van de werkgever bekend is geworden en waaromtrent hem geheimhouding is opgelegd en/of liij het vertrouwelijk karakter redehjkerwijze kon vermoeden, zulks tevens na beëindiging van het dienstverband.

Artikel 6. Arbeidstijd, werkweek &c roosters 1. De fulltime arbeidstijd bedraagt gemiddeld 38 uren per week, berekend per periode van 26 aaneengesloten weken, waarbij deze perioden elkaar niet mogen overlappen. 2. De werkgever kan er voor opteren zogenaamde flexibele roosters te hanteren. In dat geval vangt de eerste 26-weeks periode aan per de eerste dag van een kalenderkwartaal naar keuze van de werkgever. 3. In geval van hantering van flexibele roosters worden voor elk kwartaal door de werkgever de roosterbehoeften geïnventariseerd. Voor elke deelperiode van 4 aaneengesloten weken wordt door de werkgever een rooster vastgesteld voor het aantal in elk van de vier weken te werken uren en de momenten waarop arbeid dient te worden verricht. 4. De vaststelling van het rooster door de werkgever dient tijdig te geschieden en na overleg met betrokken werknemer(s). 5. Het is niet geoorloofd de werknemer voor meer dan de roostermaxima van 10 uren per dag respectievelijk 50 uren per week in te roosteren. Het is daamaast niet geoorloofd om de werknemer, berekend over een 26-weeks periode, meer dan 260 uren bovenop of minder dan het gemiddeld overeengekomen aantal uren in te roosteren. 6. De hoofdregel ïs dat het arbeidspatroon zodanig wordt vastgesteld dat de gemiddelde arbeidstijd over de 26-weeks periode geHjk zal zijn aan de gemiddeld overeengekomen arbeidstijd. 7. In het uiti^nderingsgeval dat meer of minder arbeid wordt verricht dan in het voorgaande lid bedoeld, dient de werkgever de meer gewerkte uren respectievelijk de werknemer de te weinig gewerkte uren in het op de 26-weeks periode aansluitende kwartaal in vrije tijd te compenseren respectieveUjk extra te werken, met dien verstande dat werkgever en werknemer in onderling overleg ook kunnen besluiten tot financiële afwikkeling per het einde van de 26-weeks periode. 8.

9.

Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt binnen de periode van vier aangesloten weken waan'oor een rooster geldt, wordt de werknemer geacht het ingeroosterde aantal uren arbeid te hebben verricht. In geval van voortduring van de arbeidsongeschiktheid na afloop van de periode van vier aaneengesloten weken waarvoor een rooster geldt, daaronder begrepen de periode van gedeeltelijke reïntegratie, wordt de werknemer geacht arbeid te hebben verricht overeenkomstig de overeengekomen gemiddelde arbeidstijd. In afwijking op het bepaalde in Hd 7 wordt een mogehjk tekort of overschot aan uren gecompenseerd binnen het eerste kwartaal waarin niet langer sprake is van arbeidsongeschiktheid. In het ge^'-al per het moment van beëindiging van het dienst\'erband een overschot respectievelijk een tekort aan gewerkte uren resteert, zal het overschot aan uren aan de werknemer dienen te worden uitbetaald respectievehjk het tekort aan gewerkte uren aan de werkgever dienen te worden vergoed. In geval van een tekort aan gewerkte uren is de werkgever gerechtigd te verrekenen met al datgene dat de werknemer uit welken hoofde dan ook van de werkgever te vorderen heeft of mocht krijgen, niets uitgezonderd.

10. Tenzij werkgever en werknemer anders overeenkomen of zijn overeengekomen, kan de werknemer niet worden verpheht: - tot het verrichten van arbeid op zondag; - op meer dan twee avonden per week, dan wel meer dan 26 zaterdagen per jaar arbeid te verrichten; - op meer dan vijf dagen per week arbeid te verrichten. Artikel 7. 1.

2. 3.

4.

Meerwerk en arbeid op inconveniënte uren

Onder meerwerk wordt verstaan: arbeid verricht buiten het aantal uren waar\'oor een werknemer in een week op basis van het vierweeksrooster is ingeroosterd, mits tevens in betreffende week meer dan 40 uren arbeid is verricht; Meerwerk zal zo min mogehjk worden opgedragen, Onder meerwerk wordt niet verstaan: a. de arbeid verricht door een werknemer die een salaris geniet hoger dan € 37.500,= (inclusief vakantiebijslag) bruto per jaar; b. de arbeid verricht door in- en verkooppersoneel in de buitendienst; Arbeid op de volgende uren wordt geacht inconvenient te zijn: a. de uren, liggende voor 7:00 uur en na 21;00 uur op maandag tot en met vrijdag, respectievelijk na 18;00 uur op de zaterdag; b. de uren op zondagen en feestdagen, als bedoeld in artikel 1 sub h.

Artikel 8.

Vergoeding meerwerk en arbeid op inconveniënte uren

1. De vergoeding voor arbeid op inconveniënte uren als bedoeld in artikel 7 hd 4, bedraagt het uurloon vermeerderd met de volgende toeslagen; Dag

Tijd

mat/m\T

21:00-07:00

zaterdag

00:00 - 07:00

zaterdag 18:00-24:00 zon- feestdag* 00:00 - 19:00 zon- feestdag*

19;00 - 21:00

zon- feestdag* 21:00 - 24:00 * 2.

3. 4.

vergoeding vergoeding ter in vervanging van vrije tijd vrije tijd in % (minuten) van het uurloon.

30 30 60 60 75 90

50% 50% 100% 100% 125% 150%

Zie artikel 1 sub h.

De vergoeding voor meerwerk als bedoeld in artikel 7 Hd 1 bedraagt: a. voor de eerste twee uur meerwerk; het uurloon vermeerderd met een toeslag van 15 minuten vrije tijd of 25% ter vervanging in geld; b. voor het derde en volgende uren: het uurloon vermeerderd met een toeslag van 30 minuten vrije tijd of 50% ter vervanging in geld. Indien op grond van het bepaalde in de artikelen 7 en 8 recht op meerdere toeslagen bestaat, kan uitsluitend aanspraak worden gemaakt op één toeslag, te weten de hoogste. De toeslag voor meerwerk en/of arbeid op inconveniënte uren wordt door de werkgever uitgekeerd in vrije tijd, tenzij werkgever en werknemer vergoeding in geld overeenkomen. De opgebouwde exüa vrije tijd zal in principe binnen uiterhjk 6 maanden na het ontstaan 7

5.

6.

7.

van de aanspraak daarop dienen te worden gegeven, bij gebreke waar\'an vervangende vergoeding in geld dient plaats te hebben. De extra vrije tijd kan eventueel in combinatie met aan de werknemer uit anderen hoofde toekomende vrije tijd worden gegeven, waarbij de werkgever rekening houdt met dc wensen van de werknemer. Indien de toeslag in geld wordt verstrekt, dan dient dit specifiek uit de loonspecificatie opgemaakt te kunnen worden. Verstrekking toeslag in geld geschiedt per het einde van de 26-weeks periode als bedoeld in artikel 6 lid 7. De werknemer die een salaris geniet hoger dan € 37.500,= (inclusief vakantiebijslag) bruto per jaar heeft geen aanspraak op de toeslag voor het werken op inconveniënte uren.

Artikel 9.

Salaris bepalingen

1. Met inachmeming van het bepaalde in het Handboek Functie-indeling Boekhandel & Kantoorvakhandel, als behorend bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, stelt de werkgever de functie van werknemer vast en deelt deze in een functiegroep in. 2. ledere werknemer ontvangt in de regel bij aansteUing, doch in elk geval uiterhjk binnen 1 maand na zijn aanstelling schriftehjk mededeling van de functiegroep waarin zijn functie is ingedeeld, van zijn schaalsalaris en eventueel van het aantal schaaltreden waarop zijn salaris is gebaseerd. Voor zover de indeling niet bij aanstelling is medegedeeld, zal de indeling met terugwerkende kracht gelden vanaf datum indiensttreding. 3.

4.

Bij de functiegroepen 1 tot en met 9 behoren de salarisschalen als opgenomen in bijlage I, die, tot en met het 23-ste levensjaar van dc werknemer, gebaseerd zijn op de leeftijd van de werknemer. Met ingang van het 24-ste levensjaar wordt de hoogte van het salaris bepaald door het aantal aan de werknemer toegekende schaaltreden in de voor hem geldende functiegroep. De werknemer die bij aanstelling in een leefrij ds schaal is ingedeeld, heeft, uiterhjk op de eerste dag van de maand waarin hij jarig is, recht op het salaris dat krachtens de geldende fiinctiegroep met zijn leeftijd overeenstemt, onverminderd hetgeen hieromtrent in de Wet

Minimumloon cn Minimum Vakantiebijslag is en wordt bepaald. 5. Aan de werknemer die de 24-jarige leeftijd heeft bereikt en voor wie één of meer schaal trede(n) is/zijn vastgesteld, zal/zullen een of meer schaal tr ede (n) worden toegekend, indien dit naar het oordeel van de werkgever op grond van normaal goed functioneren gerechtvaardigd is, met dien verstande dat toekenning slechts mogelijk is voor zover het maximum aantal schaaltreden in de geldende functiegroep nog niet is toegekend. Voor zoveel mogelijk zal de werknemer voor het einde van het kalenderjaar schriftelijk worden meegedeeld hoeveel schaaltreden zijn toegekend. Indien één of meer sch aaltrede (n) is/zijn toegekend, zal het salaris met ingang van de eerste dag van het nieuwe kalenderjaar worden verhoogd met de toegekende schaaltrede(n).De werknemer aan wie geen schaaltrcdc wordt toegekend, wordt hier\'an tijdig voor het einde van het kalenderjaar of, indien Hd 6 van toepassing is, voor 1 juh en onder vermelding van redenen schrifteHjk op de hoogte gesteld. 6.

7.

8.

In afwijking op het in hd 5 bepaalde, zal de werknemer die in de periode van de zevende tot en met de twaalfde maand van enig kalenderjaar in dienst Is getreden, een eventuele schaaltredeverhoging eerst worden toegekend per 1 juh opvolgend. In geval op basis van het in artikel 6 bepaalde door de werkgever flexibele roosters worden gehanteerd en de werknemer als gevolg daarvan, gemeten over een kalendermaand, meer respectievehjk minder uren arbeid heeft verricht dan de overeengekomen arbeidsduur, wordt de werknemer niettemin beloond op basis van de overeengekomen arbeidsduur. Van een wijziging van zijn functie respectievelijk functiegroep ontvangt de werknemer 8

van de werkgever schriftelijk mededehng, onder vermelding van zijn nieuwe indeling. 9. In functiegroep 1 gelden steeds de wetteüjke minimum(jeugd)lonen tot en met de 23jarige leeftijd. 10. Van partthners wordt het (schaal)salaris naar evenredigheid van de omvang van het dienstverband vastgesteld. 11. De werknemer die een salaris geniet hoger dan een bedrag ter grootte van € 37.500,= (inclusief vakantiebijslag) bruto per jaar, kan over het meerdere boven dat bedrag geen aanspraak maken op cao-loonsverhogingen. Artikel 10. 1. 2.

3. 4. 5.

6. 7. S.

9.

10.

11. 12.

Het vakantiejaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei. De fulltimer heeft over elk heel vakantiejaar aanspraak op 182 vakantie-uren. De w e r l ^ ver is verpheht een zodanige registratie van vakantie-uren te voeren, dat daaruit te allen tijde bhjkt over welk saldo aan vakantie-uren de werknemer beschikt. De fuUtimer die tenminste 25 jaar, dan wel 40 jaar bij dezelfde ondememing werkzaam is geweest, heefi: recht op 15, onderscheidenlijk 30 extra vakantie-uren per vakantiejaar. De fulltimer die de leeftijd van 50, 55, dan wel 60 jaar heeft bereikt, heeft recht op 8, 15, onderscheidenlijk 22 extra vakantie-uren per vakantiejaar. Ingeval van samenloop van aanspraken krachtens het derde en vierde Hd, heeft de werknemer uitsluitend aanspraak op extra vakantie-uren krachtens het Hd dat hem het meest verstrekkende recht toekent. De aanspraak op vakantie-uren van de parttimer wordt naar evenredigheid van de omvang van het dienstverband verminderd. De aanspraak op vakantie-uren van de werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst is (geweest), wordt naar evenredigheid verminderd. De werlïgever stelt de tijdvakken van de vakantie tijdig en zoveel mogehjk rekening houdende met de wensen van de werknemer vast, doch in ieder geval zodanig dat de werknemer, wiens aanspraken daartoe toereikend zijn, in een vakantiejaar ten minste één maal gedurende twee opeenvolgende weken geen arbeid behoeft te verrichten; Indien voor een onderneming een vakantiesluitingsregeling geldt, kan de werkgever de aaneengesloten vakantie geheel of gedeeltehjk met de in deze regeling vastgestelde periode laten samenvallen. De werkgever kan maximaal 23 vakantie-uren, verdeeld over maximaal 3 dagen, als verplichte uren vrijaf aanwijzen. Collectieve aanwijzing van verpHchte uren vrijaf dient voor aanvang van het kalenderjaar plaats te hebben en in overleg met de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of werknemers te geschieden. Een vakantiedag waarop de werknemer arbeidsongeschikt is, geldt niet als een vakantiedag. De vakantiebijslag bedraagt conform de Wet IVIinimumloon en Vakantiebijslag 8% van het (bruto) loon over het vakantiejaar en wordt uiterhjk voldaan ter gelegenheid van de salarisbetaling over de maand mei.

Artikel 11. !.

Vakantie &c vakantiebijslag.

Buitengewoon verlof

Een werknemer heeft in onderstaande gevallen recht op buitengewoon verlof met behoud van loon gedurende de daarbij aangegeven tijd: a. bij eigen huweUjk: de dag van het huwehjk en de daaropvolgende dag; b. bij eigen 25-, 40- en 50-jarig huweHjksfeest, dan wel dienstjubüeum: de desbetreffende dag;

c. d. e.

f

g.

bij de bevalling van zijn echtgenote: de dag van de bevalling en de twee daaropvolgende dagen; het huwehjk van een kind, broer of zus: de dag van het huwehjk; bij het overhjden van de echtgenote/echtgenoot, eigen of aangehuwd kind, kleinkind: een korte naar billijkheid te berekenen tijd, doch maximaal de dag van overhjden tot en met de dag van de begrafenis/crematie; bij het overhjden van een (schoon)ouder, grootouder, broer, zuster, zwager of schoonzuster: de dag daaraan voorafgaande en de dag van de begrafenis/crematie zelf; in geval van eigen verhuizing; de dag van verhuizing, doch maximaal 1 dag per kalenderjaar.

Onder ouder, kind, broer of zuster worden mede begrepen stiefouder, stiefkind en stiefbroer of-zuster, alsmede pleegouder, pleegkind, pleegbroer of-zuster. 2.

Met echtgenoten of gehuwden worden gehjk gesteld, ongehuwden die zich bhjvend hebben gevestigd in een woonsimatie, welke vergehjkbaar is met die van gehuwden, dit aan de werkgever kenbaar hebben gemaakt en bedoelde simatie tenminste zes maanden heeft geduurd én op het moment van het zich beroepen op het in dit artikel bepaalde nog steeds voortduurt.

3.

Daarnaast wordt aan de werknemer buitengewoon verlof met behoud van loon verleend: a. voor het bijwonen van vergaderingen van werknemersorganisaties als kaderHd of afgevaardigde: gedurende ten hoogste in totaal drie dagen per kalenderjaar; b. na opzegging van de dienstbetrekking door de werkgever voor het solliciteren of voor het op uitoodiging mondehng toeUchten van een solHcïtatie: de daarvoor benodigde tijd;

Artikel 12.

TijdeUjke waarneming & promotie

1. TijdeHjke waarneming: a. Werknemers die üjdeHjk een functie volledig waarnemen welke hoger is ingedeeld dan hun eigen fiinctie, bHjven ingedeeld in de functiegroep en de salaris die met hun eigen functie overeenkomen. b. Indien dc tijdehjke waarneming tenminste zes weken aaneengesloten heeft geduurd, ontvangt de werknemer met ingang van de zevende week voor deze waarneming een toeslag. Deze toeslag bedraagt 50% van het verschil tussen het salaris behorende bij de hogere functiegroep en het feitehjke salaris van de waarnemer. Hierbij wordt uitgegaan van een voor de waarnemer geHjk aantal schaaltreden. c.

2.

Indien de waarneming twaalf weken aaneengesloten heeft geduurd, ontvangt de werknemer met ingang van de dertiende week een toeslag van 100%i van het in sub b bedoelde verschil. d. Aan de werknemer die in een kalenderjaar eenzelfde hoger ingedeelde functie reeds twee maal heeft waargenomen, telkens voor een periode van tenminste zes weken aaneengesloten, zal voor dc duur van de volgende waarneming van deze functie in dat jaar een toeslag worden toegekend van 100% van het in sub b bedoelde verschil. e. Een toeslag wordt niet toegekend aan de werknemer voor wie bij de indeHng van zijn functie met het eventueel waarnemen van een hogere functie rekening is gehouden. Promotie: a. Werknemers die definitiefin een hoger ingedeelde functie worden aangesteld, worden, tenzij in deze overeenkomst anderszins is bepaald, in de regel in de

10

overeenkomende hogere functiegroep ingedeeld met ingang van de betalingsperiode volgend op die waarin de promotie heeft plaatsgevonden. b. Indien een werknemer promoveert van een lagere naar een hogere functiegroep, dan wordt hem eerst een schaaltrede toegekend van de oorspronkeHjke functiegroep, of, indien het maximum in deze groep reeds bereikt is, een theoretische schaaltrede gcHjk aan de laatste schaaltrede, waarna de werknemer wordt ingeschaald op het naasthogere salaris van de hogere functiegroep.

Arükel 13. Plaatsing in een lager ingedeelde funcüe. 1. De werknemer die wegens functionele ongeschiktheid of met zijn instemming op voorstel van de werkgever wordt geplaatst in een lagere functiegroep ingedeelde functie, wordt, met in gang van de betaalperiode volgend op die waarin de plaatsing in de lagere functie is geschied, ingedeeld in de met de functie overeenkomende lagere functiegroep. 2. Het verschil tussen het oorspronkeHjke salaris en het nieuwe salaris zal worden toegekend in de vorm van een persoonHjke toeslag. Deze persoonhjke toeslag zal worden afgebouwd in een periode van ten hoogste vier jaren, doch met tenminste 2% van het oorspronkeHjke salaris per jaar. Artikel 14. Reiskostenvergoeding 1.

2.

3.

De reiskosten* woon-werkverkeer worden door de werkgever op declaratiebasis vergoed, indien de afstand tussen het woon- en werkadres meer dan 10 kilometer bedraagt, met dien verstande dat de reiskosten woon-werk slechts tot een afstand van maximaal 30 kilometer mssen het woon- en werkadres** worden vergoed en overigens tot een maximum van de kosten openbaar vervoer tweede klasse. Indien de werknemer in opdracht van de werkgever reist, worden de reiskosten op declaratiebasis vergoed op basis van de kosten openbaar vervoer tweede klasse, dan wel op basis van het fiscaal onbelast te vergoeden bedrag per kilometer***, indien sprake is van gemotoriseerd afgelegde kilometers, anders dan met openbaar vervoer. Er bestaat geen recht op vergoeding van reiskosten, indien en voor zover de werkgever in (de kosten van) vervoer heeft voorzien.

*

Indien anders dan met vervoer tegen betaUng(sbewijs) wordt gereisd, worden de reiskosten geacht overeen te stemmen met het fiscaal onbelast te vergoeden bedrag per kilometer. ** Hiermee is een afstand enkele reis van maximaal 30 kilometer bedoeld. In de kalenderjaren 2008 en 2009 € 0,19 per kilometer.

Artikel 15.

Maaltijdvergoeding

De werknemer heeft recht op een maaltijdvergoeding ter grootte van het netto door de Belastingdienst vastgestelde normbedrag voor een warme maaltijd, indien de werkzaamheden vóór of op 13;00 uur aanvangen en voortduren tot 21:00 uur of later, een en ander tenzij de werkgever zelf een maaltijd verstrekt.

11

Artikel 16. 1.

Arbeidsongeschiktheid

Indien de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht, omdat hij daartoe in verband met arbeidsongeschiktheid wegens ziekte verhinderd was, behoudt de werknemer gedurende de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid aanspraak op doorbetaHng van het voUe loon, zulks evenwel onder aftrek van ten hoogste één wachtdag. Met ingang van de 53*^ week tot en met uiterHjk de 104= week van arbeidsongeschiktheid behoudt de werknemer zijn aanspraak op doorbetaHng van 7 0 % van dat loon.

2.

Het loon, bedoeld in Hd 1, wordt verminderd met; a.

het bedrag van enige geldeHjke uitkering die de werknemer toekomt krachtens enige wetteHjk voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de werknemer deelneemt, voor zover deze uitkering betrekking heeft o p de bedongen arbeid waaruit loon wordt genoten.

b.

het bedrag van de inkomsten, door de werknemer in of buitendienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht gedurende de rijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten.

c.

inhoudingen krachtens de bepaHngen van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel, alsmede andere overeengekomen of reguhere inhoudingen.

3.

V o o r het bepalen van het tijdvak van 104 weken, bedoeld in het eerste Hd, worden ziekteperioden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.

4.

D e werknemer heeft het in het eerste Hd bedoelde recht niet, althans v o o r zover de wet zulks toelaat: a.

indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstelHngskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie opgestelde belastbaarheideisen niet juist kon worden uitgevoerd;

b.

voor de tijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn genezing wordt belemmerd of

c.

voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdehjk

vertraagd; grond passende arbeid, als bedoeld in artikel 7:658a Hd 4 BW, v o o r de werkgever of voor een door de werkgever aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht; d.

voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdehjke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door h e m aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn o m de werknemer in staat te stellen passende arbeid als bedoeld in artikel 7:658a Hd 4 B W te verrichten.

e.

voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdehjke grond weigert mee te werken aan het opsteUen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 7;658a Hd 3 BW.

f.

V o o r de tijd gedurende welke hij zonder deugdehjke grond zijn aanvraag voor een uitkering als bedoeld in artikel 64 Hd 1 van de Wet Werk en I n k o m e n naar Arbeidsvermogen later indient dan aldaar is voorgeschreven.

ToeHchting bij Hd 1; Op grond van dwingende bepalingen in hei Burgerlijk Wetboek (artikel 7: 629) behoudt de werknemer in geval van ^ekle minimaal recht op het wettelijk minimum (jeugd)loon gedurende de eerste 5 2 weken van te. 12

Artikel 17.

Uitkering bij overhjden

1. De werkgever is verpheht aan de nagelaten betrekkingen van de werknemer over de periode vanaf de dag na overhjden tot en met de laatste dag van de tweede maand na die, waarin het overhjden plaatsvond, een uitkering te verlenen ten bedrage van het loon dat de werknemer laatsteHjk rechtens toekwam. 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nagelaten beüekkingen verstaan de langstlevende der echtgenoten dan wel geregistreerde partners van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde dan wel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde, bij ontstentenis van deze de minderjarige kinderen tot wie de overledene in famiUerechtehjke betrekking stond en bij ontstentenis van dezen degene met wie de werknemer in gezinsverband leefde en in wiens kosten van bestaan hij grotendeels voorzag. Van ongehuwd samenleven als bedoeld in de eerste zin is sprake indien twee ongehuwde mensen een gezamenhjke huishouding voeren, met uitzondering van bloedverwanten in de eerste graad. Van een gezamenhjke huishouding als bedoeld in de tweede zin is sprake indien de betrokkenen hun hoofdverbhj f hebben in dezelfde woning en zij bHjk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het le\'"eren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel op andere wijze in eikaars verzorging voorzien. 3.

4.

De overHjdensuitkering als bedoeld in het eerste Hd, kan worden verminderd met het bedrag v-an de uitkering dat aan de nagelaten betrekkingen ter zake van het overhjden van de werknemer toekomt krachtens een wetteHjk voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering en krachtens de Toeslagenwet. Het bepaalde in Hd 1 geldt niet indien de werknemer onmiddelHjk voorafgaande aan het overhjden door toepassing van artikel 7:629 Hd 3 BW geen aanspraak had op loon als bedoeld in artikel 7:629 Hd 1 BW / artikel 16 hd 1 of indien tengevolge van het toedoen van de werknemer geen aanspraak bestaat op een uitkering krachtens dc Ziektewet of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen..

Artikel 18.

Beëindiging dienstverband bij AO W-gerechtigde leeftijd

De dienstbetrekking tussen de werkgever en de werknemer eindigt uiterHjk op de eerste dag van de maand, waarin door de werknemer de AOW-gerechrigde leeftijd wordt bereikt, tenzij anders overeengekomen wordt door werkgever en werknemer.. Artikel 19;—Pensioenvoorziening 4i—Voor wat bcttcft evenmele pcnsiocfifeehten gelden dc bepalingen van het pcnsiocnrcglcment van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detatlhittidel-: Qr.—Het in het eerste hd bepaalde is niet van toepassing als dewcrligevcr niet gehouden ia aan dc BcdrijfstakpcnsiocnrcgcHng voor dc Detailhandel, dan wcldaapv-an-is-^jgcstcld. In geval van vrijsteüing geldt dc pcnsiocnregchng die totdc vrijsteüing heeft geleid. 3. In geval dc werkgever niet gehouden is aan de BcdrijfstakpcnsiocnrcgcHng voor dc Detailhandel gelden dc bcpahngen-^an dc Stichting Bcdrijfstalcpcnsioenfonds Metaalnijverheid, althans indien dc werkgever onder dc wcrlangssfccr van bedoeld pensioenfonds valt cn overigens uitsluitend voor zover bepalingen vcrpHehtgi|n gesteld. Artikel 20.

Proeftijd

Dc eerste twee maanden van de dienstbetrekking zuUen, tenzij schrifteHjk anders wordt overeengekomen, als proeftijd gelden. Dit geldt ook voor overeenkomsten voor bepaalde duur voor korter dan twee jaren en voor overeenkomsten voor bepaalde duur waar\'an het einde 13

niet op een kalenderdamm is gesteld. E e n proeftijd van meer dan twee maanden mag niet worden overeengekomen. Artikel 2 1 .

Opzegtermijn

1.

Opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te hebben.

2.

D e door de werkgever in acht te n e m e n termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging; a.

korter dan 5 jaar heeft geduurd: 1 maand;

b.

5 jaar of langej", maar korter dan 10 jaar heeft geduurd; 2 maanden;

c.

10 jaar of langer, maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden;

d.

15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden.

3.

D e door werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt 1 maand.

4.

Werknemer en werkgever kunnen schrifteHjk van het in het vorige Hd bepaalde afwijken, met dien verstande dat de termijn van opzegging voor de werknemer niet langer mag zijn dan drie maanden en niet langer dan die voor de werkgever geldt.

5.

Indien wordt overeengekomen dat de termijn van opze^;ing voor de werknemer meer dan 1 maand zal bedragen, zal de w^erkgever een zelfde opzegtermijn in acht dienen te nemen als werknemer in acht dient te nemen. M o c h t de werkgever o p grond van het in het tweede hd bepaalde evenwel een langere termijn van opzegging dienen te hanteren dan is overeengekomen, dan dient de werkgever de in het tweede Hd genoemde langere termijn in acht te nemen.

6.

Indien de toestemming als bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de termijn van opzegging bedoeld in het tweede hd verkort met 1 maand, met dien verstande dat dc resterende termijn van opzegging tenminste 1 maand zal bedragen.

Artikel 22. Branche R I & E Boekhandel cn Kantoon^'akhandel CAO-partijen hebben de digitale branche-RI&E voor de Boekhandel en Kantoorvakhandel doen ontwikkelen. D e z e geldt als instrument dat de goedkeuring en instemming heeft van dc bij deze C A O betrokken vakbonden en zal als zodanig door werkgevers kunnen worden gehanteerd. Artikel 23. 1.

Vakbondsrechten bij fiisie en reorganisatie

In geval van, de werkgelegenheid substantieel binnen de onderneming beïnvloedende, beleidsvoornemens ten gevolge van fusie of reorganisatie, wordt de werkgever dringend aanbevolen om: • tijdig (in een stadium waarin de besluitvorming n o g kan worden beïnvloed), de bij de totstandkoming van deze C A O betrokken vakvereniging informatie ter zake te verschaffen; * en, indien en voor zover betrokken werkgever bekend is dat één of meer van zijn werknemers hd is van de vakvereniging, in overleg met de vakvereniging te treden.

2.

Indien een voorgenomen besluit leidt tot ontslag e n / o f overplaatsing van tenminste vijf werknemers, dan wel - indien dit aantal werknemers groter is- 2,5% van het totaal aantal werknemers, is de werkgever gehouden de bij de totstandkoming van deze C A O betrokken vakvereniging zo spoedig mogehjk te informeren en in overleg met deze te treden.

3.

D o o r de werkgever, dan wel één der partijen in het kader van dit artikel beschikbaar gestelde informatie zal, indien de inbrenger daarom verzoekt, onder geheimhouding

14

4.

worden behandeld, in die zin dat deze slechts met instemming van de inbrenger op enigerlei wijze naar buiten mag worden gebracht. Teneinde de nadelige gevolgen voor werknemers van een besluit als bedoeld in het tweede hd zoveel mogcHjk te beperken, zal de werkge\'er in overleg met bedoelde vakvereniging een sociaal plan opsteUen.

Artikel 24.

Dispensatie

1. Aan de werkgever kan op diens verzoek voor maximaal de duur van deze CAO vergunning worden verleend om geheel of gedeeltehjk af te wijken van de bepalingen van deze overeenkomst of van haar bijlagen. Een verleende vergunning kan te aUen tijde worden ingetrokken of gewijzigd. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden. 2. Een verzoek tot vergunning moet worden ingediend bij de "Vaste Commissie" als bedoeld in artikel 26 van deze CAO. Artiltcl 25.—Duur van dc CAO •i-.—Deze CAO treedt in werldng op 1 februari 201Q-cn eindigt op 31 maart 2012. 2-,—Indien geen der partijen dc CAO uiterhjk 3 maanden voor-het cindc van dc contractapcriode aan aUc overige partijen heeft opgezegd, wordt deze overeenkomst geacht met één jaar tc zijn verlengd, cn zo vervolgens. ^.—Opzegging dient tegcschicdeft per aangetekend schrijven. 4-.—De Qpzc^ing als bedoeld tn het vorige-Hd, heeft geen betrekking op dc geldigheidsduur van artikel 26 van deze CAO. Bij dc opzegging zal de gcldighcidaduur van dit artikel aülzwijgcnd worden vcrlcngd-tot het moment w^aarop ccn nieuwe CAO tot stand is gekomen, tenzij partijen anderszins ovcfccnkomen; Artikel 26.

Vaste Commissie

Partijen stellen een commissie van goede diensten in, nader te noemen '^aste Commissie", waarvan de samensteHing, taken, bevoegdheden en de werkwijze zijn geregeld in bijlage II. Artikel 27-.— Tusscntijdao wijzigingen Ittdien bindende voorschriften van overheidswege op bijvoorbeeld gebieden als arbeidsmarktbeleid, loonverming, sociale verzekering en arbeidsduur wijzigen, dan zullen partijen zo spoedig mogcHjk met elkaar in overleg üedcn, met dien verstande dat wijzigingen m dc loon- cn inkomstenbelasting-als ccn Icwcstic msscn overheië-en burger worden bcsehoHwd, waarvan dc eventueel nadcHgc gevolgen derhalve voor rekening en nsico van do wcritncmcr blijven. Artikel 28.—Bedrijfstakoverleg Eén maal per kalcnderjaaf zal msscn CAO partijen overieg plaatshebben omtrent de ecofiemischc situaüc binnen cn do vooruitzichten van dc branche. Artikel 29. 1.

Opleidingspakket

Zo werkgever en werknemer op basis van de uitkomsten van het jaarhjkse functioneringsgesprek gezamenHjk van oordeel zijn dat het volgen van een opleiding bij zou kunnen dragen aan een goede uitoefening van de functie, dan wel bcvorderhjk zou kunnen zijn voor de ontwikkeHng van de werknemer, dan zal werkgever een bijdrage 15

2.

leveren in de kosten verbonden aan de uiteindeHjk door de werkgever vast te stellen opleiding. De bijdrage als in het voorgaande Ud bedoeld, bedraagt in 2010 1% van het bruto loon inclusief vakantiebijslag van desbetreffende werknemer over 2009 en in 2011 1% van het bruto loon inclusief vakantiebijslag van desbetreffende werknemer over 2010. Voor zover in 2010 het beschikbare bedrag niet is besteed, wordt het restant toegevoegd aan het voor 2011 beschikbare bedrag. Afgezien van de geldeHjke bijdrage ten behoeve van de opleiding wordt dc werknemer eenmahg een halve dag (3,8 uren) doorbetaald studieverlof toegekend, berekend op basis van een fulltime dienst^'crband.

3.

Zo de opleiding van de werknemer mocht bestaan in de Vakopleiding Novaka Academy, dan wel Module 1 en 2 van de Vakopleiding Boekhandel en de werknemer de opleiding aantoonbaar met goed gevolg heeft voltooid, dan heeft de werknemer recht op een eenmaHge diploma- of certificaatuitkering ter grootte van € 100,= bruto, te voldoen bij de salarisbetaling van maand volgende op de maand waarin het diploma of certificaat is behaald.

4.

Dit artikel en aUe hieruit voortvloeiende aanspraken, vervaUen per 31 maart 2012.

16

Protocollaire bcpaKngcn ; a) Partij tc ener zijde verpheht zich om zich in tc spannen steeds ccn adequaat zorgvcrzekcrmgsproduct tc doen aanbieden met ccn optimale prija/ltu^ohtcitvcrhoudmg voor zowel dc basisdcldting als dc aanvullende pakketten. Er zal continue gestreefd worden naar een zo gunstig mogcHjkc premie in relatie tot een zo uitgebreid mogcHjkc dekking: b) Zodra dc ont^itdtcHngen met bctrckking^-e•^po&tagcnt3chappcn-dutdeh)k vorm hebben gelcregen,-ettücn CAO-partijen in overleg treden voor wat betreft opname cn specifieke benocmmg van-dc funcüe van mcdcwefker postagentschap c.q. varianten daarop in het Handboek functic-indcHng Boekhandel & Kantoorvakhandcl. e) CAO-partijen zuüen zich optimaal inspannen om zo spoedig mogehjk ccn namens CAOpartijen paritair gcHjkcHjk te financicrcn-en-paritair tc besturen Opleidingsfonds te reaHscrcn. d) CAO-partijen zuHcn lopende dc CAO dc geldeHjke kosten en baten voor werkgevers cn wcrlmcmcra onderzoeken ala gevolg van dc overgang naar het vernieuwde arbeidsvoorwaardenpakket per 1 januari 2010. e) CAO-paftijcn zuUcn cr voor zover als mogcHjk-fe^toe tc zien cn bevorderen dat dc CAO; daaronder begrepen het Handboek funcüe indeHng, in al haar doelstellingen cn bcpahngcn te goeder trouw w^ordt nagekomen; f) Voor zover rcdchjkeru'ijs verlangd han-^wordcn, zal partij tc ener zijde dc fiscale rcgchng omtrent leaseêctscn onder dc aandacht brengen van workgevcra. g) CAO-partijen zuHcn zich gczamcnhjk inspannen om dc CAO voor dc Boekhandel cn Kantoorvakhandel 2010—3012 algemeen verbindend tc doen vctklarcn-

17

BIJLAGE I Salaristabel per 1 februari 2010 Functieniveau/^

1

2

3

4

17.58

420,01

I-.0.22

483,01

502.98

5

6

7

9,81

553,02

575,89

592,81

u 15

• 3,32

637,02

663,37

682,87

-a

0,76

735,01

765,42

787,92

829.02

858,28

- 6,03

861,03

896,63

923,00

971.13

1005,41

9,14

1015,03

1057.00

1088,08

1144,83

1185,23

1 -3.1.1

1190 03

12W,24

12"'= W

1 U2.2II 138<>.5<»

8

9

c

.

iült

1 =''l.f)2

1400.0'!

1457,W

15Ö0.XI

1579.06

1634,80

1833.13

2005.72

1

1417,11

1419,95

1430,41

1489,01

1533,91

1615,24

1670,39

1881.99

2064,23

2

1450,42

J 447,98

1460,77

1520,10

1567,01

1651,43

1705,98

1930,85

2122,74

3

1476,01

1491,14

1551,19

1600,11

1687,60

1741,57

1979,71

2181,25

4

1504,02

1521,52

1582,28

1633,21

1723,78

1777,16

2028.57

2239,76

5

1551,88

1613,36

1666,32

1759,95

1812,76

2077,43

2298,27

is

6

15S2,28

1644,45

1699,43

1796,13

1848,35

2126,29

2356,78

u

7

1675,54

1732,53

1832,34

1883.95

2175,15

2415,29

1765,59

1868,51

1919,53

2224,01

2473,80

9

1955,13

2272,87

2532,31

IÜ

1990,71

2321,73

2590,82

11

2370,59

2649,33

12

2419,50

2707,88

1 (/5

8

In groep 1 tot en met de 23-jarige leeftijd geldt steeds het wetteHjk minimum (jeugd)loon. De bij de leef tijdschalen van functiegroep 1 genoemde percentages duiden op percentages van het minimumloon. De tabel geeft maandlonen weer op basis van een full-time dienstverband van gemiddeld 38 uren.

18

Bijlage II Reglement van de Vaste Commissie. Artikel 1.

Samenstelling

De Vaste Commissie bestaat uit evenveel werkgeversleden als er werkgeversorganisaties partij zijn bij déze overeenkomst en een geHjk aantal werknemersleden. Voor elk Hd van de Commissie wijst de desbetreffende partij een plaatsvervanger aan. De werknemersleden en hun plaatsvervangers worden benoemd door dc vakvereniging. De werkgeversleden en hun plaatsvervangers worden benoemd door de KoninkHjke Boekverkopersbond en de Novaka Organisatie Kantoorvakhandel. Indien er een vacature ontstaat, dient hierin zo spoedig mogehjk te worden voorzien door de partij welke het Hd of de plaatsvervanger, wiens plaats is opengevallen, heeft benoemd. De commissie benoemt uit de werkgeversleden een voorzitter en uit de werknemersleden een vice-voorzitter. De commissie kiest uit haar midden twee secretarissen, één aangewezen door de werkgeversleden en één aangewezen door de werknemersleden. Deze secretarissen vormen het secretariaat en zijn belast met alle secretariaatswerkzaamheden die uit het werk van de commissie v
Taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak en is bevoegd om: het op verzoek geven van een bindend advies over de gevolgde procedure ter zake van funcüe-indehng en/of de door de werkgever vastgestelde functiefamihe en/of de indehng in de salaristabel door werkgever, ingeval hierover geen overeenstemming is bereikt mssen werkgever en werknemer; verzoeken tot dispensatie te behandelen als bedoeld in artikel 24 en het afgeven van vergunningen daaromtrent. het op verzoek uitleggen c.q. interpreteren van bepaHngen van deze overeenkomst en bijlagen; Artikel 3.

Verzoek functie-indeling

Alvorens een verzoek bij de Vaste Commissie kan worden ingediend, dient werknemer een schrifteHjk, gedagtekend, ondertekend en met redenen omkleed bezwaar te hebben ingediend bij de werkgever c.q. degene die ter zake namens de werkgever optreedt tegen de gevolgde procedure en/of de vaststelling van de functiefamihe en/of de indeHng in de salaristabel. Werkgever besluit schrifteHjk, gedagtekend, ondertekend en gemotiveerd op het bezwaar van werknemer binnen een termijn van 30 dagen, ingaande op de datum dagtekening van het bezwaarschrift. Verzuimt werkgever binnen deze termijn te besluiten, dan staat de werknemer beroep open bij de Vaste Commissie, zo ook in het geval de werkgever binnen de termijn een besluit neemt waar de werknemer zich niet ln kan vinden. In het geval binnen de onderneming een Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging is ingesteld, kan de werkgever besluiten deze voor advies te consulteren. 19

Een vefzoek bij de Vaste Commissie dient schrifteHjk te worden ingesteld binnen 30 dagen, ingaande op de datum van het besluit op bezwaar van de werkgever, dan wel, indien de werkgever verzuimt binnen de gestelde termijn te besluiten, ingaande op de laatste dag van de termijn waarbinnen op het bezwaar diende te worden besHst. Het beroepschrift is aUeen dan ontvankeHjk als het tijdig en schrifteHjk is ingediend bij het secretariaat van de Vaste Commissie, gedagtekend en ondertekend is, voldoende gemotiveerd is en daarenboven bevat: de volledige naam en het volledige adres van de werknemer; naam en adres van de werkgever; een afschrift van de brief van de werkgever inhoudende de vaststelling van de functie, de functiefamihe en het functieniveau; een afschrift van het bezwaarschrift en, zo aanwezig, een afschrift van het besluit op bezwaar van de werkgever; een zo nauwkeurig mogeHjke omschrijving van het geschil en de vordering van de wei'knemer. Indien de Vaste Commissie daartoe termen aanwezig acht, kan de Vaste Commissie besluiten een ingesteld beroep dat niet aan aUe vereisten voldoet ont\'ankeHjk te verklaren, al dan niet onder gehoudenheid binnen een door de Vaste Commissie te steUen termijn alsnog adequate invulling aan aUe vereisten te geven. Artikel 4.

Dispensatieverzoek & verzoek uitleg/interpretatie

Verzoeken tot dispensatie of uiüeg/interpretatie worden schrifteHjk ingediend bij het secretariaat van de commissie. liet verzoek dient gedagtekend, ondertekend en gemotiveerd te zijn en een duidehjke omschrijving te bevatten van de besHssing die de indiener wenst. Artikel 5. Werkwijze Vaste Commissie Indien de Vaste Commissie daartoe termen aanwezig acht, zal de Vaste Commissie zal geen besHssitig nemen dan nadat parrijen die zijn betrokken bij het verzoek of het geschil in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord door hetzij de Vaste Commissie, hetzij de secretarissen gezamenUjk. Men kan zich daarbij laten bijstaan door een deskundige. De Vaste Commissie mag aUeen een besHssing nemen in een vergadering waarbij ten minste één werkgeversHd en ten minste één werknemersHd of hun respectievelijke plaatsvervangers aanwezig zijn. Is daaraan niet voldaan, dan wordt zo spoedig mogehjk, doch uiterHjk binnen 14 dagen een nieuwe vergadering gehouden. AUe besHssingen worden met gewone meerderheid van stemmen genomen. Indien de commissie wegens staking der stemmen niet tot een besHssing kan komen, houdt zij zo spoedig mogehjk, doch uiterHjk binnen 14 dagen, een tweede vergadering. Indien de stemmen opnieuw staken, zal de Vaste Commissie geen uitspraak kunnen doen en betrokkenen hiervan in kennis stellen. In verzoeken met betrekking tot de funcüe-JndeUng kan de Vaste Commissie zich laten bijstaan door deskundigen. Voor het overige regelt de commissie voor zover nodig zelf de wijze van de behandeHng van aan haar oordeel onderworpen verzoeken, alsook de termijn waarop wordt besHst.

20

Artikel 6. Bijzondere bcpahng De werkgever is verpheht de werknemer, die als partij door de Vaste Commissie wordt opgeroepen, in de gelegenheid te steUen om met behoud van salaris aan deze oproeping te voldoen.

21

Handboek Functie-indeling voor de Boekhandel en Kantoorvakhandel Mei 2009

CONSULT

DE LEEUW HRM Adviseurs

Opmerking: 1. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CAO-partijen en De Leeuw Consult is het niet toegestaan (onderdelen van) het functie-indelingssysteem aan derden ter hand te stellen en/of wijzigingen aan te brengen in het functie-indelingsinstrument. 2. In het Handboek Functie-indeling wordt gesproken over "de functionaris" naar wie met "hij" wordt gerefereerd. Voor "hij" dient uiteraard ook "zij" te worden gelezen.

Inhoudsopgave Hoofdstuk: 1. Inleiding

4

2. Sleutelbegrippen en het indelingsinstrument

5

3. Het proces van indelen van functies

7

4. De spelregels

11

5. Conversietabel Opleidingen

13

6. Formulier Functieprofiel

15

7. Indelingsformulier

19

8. Niveaubladen Boekhandel en Kantoorvakhandel

20

De Leeuw Consult

Mei 2009

3

1. Inleiding Het Handboek Funcrie-indeling geldt als bijlage bij de nieuwe CAO voor de boekhandel en kantoorvakhandel. Met behulp van dit Handboek dienen de functies binnen uw bedrijf te worden ingedeeld. Samen met deskimdigen van de CAO-partijen in de Boekhandel en de Kantoorvakhandel is in 2007/2008 door de Leeuw Consuh (HRM adviseurs) een Handboek Functie-indeling voor de Boekhandel en de Kantoorvakhandel (in het vervolg kortweg Handboek genoemd) ontwikkeld. Dit Handboek is gebaseerd op een integraal systeem van functiewaardering, de CATS methode. CATS® staat voor: Commercieel, Administratief, Technisch en Sociaal. In het eerstvolgende hoofdstuk worden de in dit Handboek voorkomende begrippen en het indeelinstrimient toegelicht. Hoofdstuk 3 biedt een handleiding voor het te volgen proces bij het indelen van functies. In hoofdstuk 4 zijn een aantal spelregels opgenomen, die op het indelen van functies van toepassing zijn. Hoofdstuk 5 geeft een toelichting op de voorkomende opleidingsniveaus. In hoofdstuk 6 is een model formulier functieprofiel opgenomen en in hoofdstuk 7 een model indelingsformulier. De functiefamilies en fiinctieniveaus zijn in hoofdstuk 8 weergegeven. Voor elke functiefamilie met functieniveaus, is een voorblad ontwikkeld. Het voorblad geeft algemene informatie over de functies die kunnen worden ingedeeld in de functiefamilie.

De Leeuw r.nnsiilt

i

^ " ^ ''fifiQ

2. De sleutelbegrippen en het indelingsinstrument Het Handboek gaat uit van functiefamilies. De functies die werden aangetroffen in de Boekhandel en Kantoorvakhandel en onder de CAO vallen, zijn gegroepeerd in negen functie families. Tot een functiefamilie behoren functies, die naar aard en inhoud min of meer gemeenschappelijk zijn, doch naar niveau kunnen verschillen. Voor de functieniveaus binnen de functiefamilies zijn niveaubeschrijvingen opgesteld. Deze beschrijvingen zijn gerelateerd aan de functies die binnen de Boekhandel en Kantoorvakhandel door De Leeuw Consult zijn onderzocht met behulp van de functiewaarderingsmethode CATS® Een functieniveau bestaat uit vier niveaukarakteristieken. Met behulp van deze niveaukarakteristieken, kan worden bepaald op welk niveau - lees: in welke fimctie/salarisgroep - de functie thuishoort. Beslissend voor de indeling is de feitelijke inhoud van de functie. Aan de CATS -methode zijn de volgende vier niveaukarakteristieken ontleend; • Complexiteit; • Regelcapaciteit; • Afbreukrisico; • Fysieke aspecten. Over de vier niveaukarakteristieken, zijn negen gezichtspunten verdeeld. Deze negen gezichtspunten zijn kenmerkend voor de CATS®-functiewaarderingsmethode, waarop dit Handboek is gebaseerd. De gezichtspunten zorgen zonder overlappingen voor een complete belichting van een functie, zodat deze vanuit de optiek van elk gezichtspunt apart kan worden geanalyseerd en gewaardeerd. De wijze waarop de negen CATS'^-gezichtspunten over de vier eerder genoemde niveaukarakteristieken zijn onderverdeeld, is in het volgende overzicht te zien.

De Leeuw Consult

5

Mei 2009

De vier karakteristieken met de negen gezichtspunten:

A. Complexiteit • Heterogeniteit; • Kennis: B. Regelcapaciteit • Zelfstandigheid:

•

Contacten Intern:

•

Leidinaaeven:

C. Afbreukrisico • Contacten Extern: •

Afbreukrisico:

•

Speciale Eisen:

D, Fysieke Aspecten • Fvsieke Aspecten:

De Leeuw Consult

Aard van en samenstelling van verschillende aspecten binnen de functie. Benodigd opleidingsniveau om de functie te kunnen uitoefenen.

Mate van vrijheid om eigen tijd in te delen; Mate van vrijheid om vorm te geven aan het werk; Mate waarin toezicht wordt uitgeoefend; Niveau van de beslissingen die zelfstandig genomen worden (bestellen, inkopen, aanname personeel, kortingen e.d.). Aard en diepgang van de te onderhouden contacten binnen de eigen organisatie. Aantal medewerkers, waar leiding aan wordt gegeven.

Aard en diepgang van de te onderhouden contacten buiten de eigen organisatie. Het risico van schade voor de organisatie door fouten bij de uitoefening van taken en verantwoordelijkheden, alsmede de mogelijkheden om deze fouten te voorkomen ofte herstellen. Bijzondere, aan de functie verbonden eisen zoals discretie, geheimhouding van vertrouwelijke informatie, e.d.

De omstandigheden waaronder gewerkt wordt.

Mei 2009

3. Het proces van indelen van functies Tips voor het verzamelen van informatie over organisatie en functies Hieronder is het proces van indelen in het kort samengevat:

.stiiii l: (>niuikkcl ccn iKvld \tiu dc liinciic %\ Fase 1: runirtiCfiocuiriVQ-r. . ^-

Sl:ip 2: \ n : i h - c c r d c ruuLric op dc /\\:ijilcl-cp;ilciul kciintcrkcn

i .•.:-ji--'-

'•:•.:.

S l i i p . ^ : li«-N.-||iijt k,ri hc^picck dc l"ijiiciich(.-,i.hri|\inii MK-Ï dc mcifcwcrkcr

St;)p 4: MLP^KII vk- liUKiicrcnniiic

Sian 5: /otk cn Icc-dc ni\c.iuivschiii\i!i-jc'ï ••s.

" ^ • d ^ . Fase 2: Het-ioflclt:» v^n Ait fv.nctiè

Snipfi: Sicl hel iii\c:ui vjM

Slap ": Mc\tNli'; hel LICM'/CII iii^ciiii dm.i \cri!tli:\"ri| incl huiic: cii lnüci nivc.iii

SUip N: I cc dc indi'liii;: \.i^i cn ]nrikkt.iict'.

De Leeuw Consult

Mei 2009

I A\v J: Ufi (i|islrllt'n \iiij ti'ij luiK'Eic
Zorg voor een duidelijk organogram. Voorbeeld: Filiaaimanager

Assistent bedrijfsleider

Assistent bedrijfsleider

Winkelmedewerker

Winkelmcdewerker

Winkelmedewerker

Winkelmedewerker

Stap 1: Oiiluikkcl ^cr •••Lcld MJ:I dc functie Inventariseer wat de belangrijkste hoofdtaken zijn van de functie. Ga vervolgens per hoofdtaak na welke activiteiten worden uitgevoerd. ikc:i merkon

Een hulpmiddel hierbij is het vragenformulier voor een functieprofiel (hoofdstuk 6). Sl:ip3: licsc^iiii: en hc^p|•cck hd fiiiiciicpruiic! inoi de medewerker Met behulp van de informatie verkregen in stap 1 en 2 kunt u de functie beschrijven cn daarna bespreken met de medewerker(s) die de functie uitoefent. De werkgever stelt de definitieve fiinctie vast. Het functieprofiel vormt het uitgangspunt voor de indeling. NB.: Het functieprofiel is slechts een typering van de werkzaamheden en niet een uitputtende opsomming.

I a*>tf 1 : I k t i n d i l i i k % J i i ik- luriLlic

Stap 4:

I^C(M:II

dc lnncliiM^itiuiic

Aan de hand van de functie-informatie wordt de functiefamilie bepaald. Binnen de Boekhandel en Kantoorvakhandel worden negen functiefamilies en negen functieniveaus onderscheiden (zie onderstaande functiematrix). Indien sprake is van een samengestelde- of combinatiefunctie, kunt u spelregel 4 van hoofdstuk 4 toepassen.

De I .eeuw Consult

M p i 9009

1 •Hi - , '•

,

III' iiinlii-

,

„ ,,

.V. FiMi.ack

If £t"fcn

M ftr'' •

'

t

•'

1 u e s

•

i

X

Toelichting functiematrix:

: niveaubeschrijving beschikbaar *

.: parallelle niveau omschrijving beschikbaar

Via deze ftinctiefamilie kunnen ook functies biimen een Postagentschap of Servicepunt worden ingedeeld. De ontwikkeling van het fenomeen Servicepunt of Postagentschap in de Boekhandel en Kantoorvakhandel is op het moment van publicatie van dit Handboek nog onduidelijk. Om deze reden zijn de specifieke kenmerken (zoals de verwerking van afstortingen, de uitgifte van OV-kaarten, het omzetten van kentekenbewijzen, de aanvullende meerweekse cursus, etc.) van de functie medewerker Servicepunt of Postagentschap niet in een niveau-omschrijving meegenomen. De functie medewerker Servicepunt of Postagentschap dient vooralsnog met behulp van de huidige niveauomschrijvingen en spelregels te worden ingedeeld.

**

Via deze functiefamihe kunnen ook functies bij bedrijven, gespecialiseerd in abonnementen en vervolg werken, worden ingedeeld. ** * Via deze functiefamilie kunnen ook magazijn- en expeditie functies worden ingedeeld. Op de horizontale as van de Functiematrix zijn de functiefamilies vermeld. Binnen elke functiefamilie is sprake van verschillende functieniveaus^ die in zwaarte oplopen. Op de verticale as zijn deze verschillende niveaus met een cijfer vermeld. De grijsgearceerde vlakken in de matrix zijn de niveaus die zijn beschreven in Hoofdstuk 8 van het Handboek. Stap 5: Zoek en lees de niveaubeschrijvingen Ga naar de functiefamilie waarin de functie thuishoort. Neem de functiebeschrijving (opgesteld in stap 3) er bij en lees de niveaubeschrijvingen door (zie hoofdstuk 8),

De Leeuw Consult

Mei 2009

Voor elke functiefamihe zijn niveaubeschrijvingen opgesteld voor de in praktijk voorkomende niveaus. Een niveaubeschrijving is een algemene beschrijving van een functieniveau binnen een functiefamilie. Het zijn "normbeschrijvingen" waarmee de werkelijke functies vergeleken kunnen worden. Een niveaubeschrijving is dus geen functiebeschrijving. De niveaubeschrijvingen passen dan ook nooit volledig op een individuele functie. Elke niveaubeschrijving dient u "verticaal" te lezen. Vervolgens dient u ter vergelijking "horizontaal" het eventuele lichtere of zwaardere niveau te bekijken, zodat u de verschillen waarneemt. Het kan voorkomen dat binnen één functiefamilie enkele zwaartebepalende kenmerken (zoals contacten intern, leidinggeven) op verschillende niveaus gelijk zijn. Stap 6: Stel het niveau vast (gebruik dc spelregels van hoiïfÉituk 4) Door de functiebesclii'ijving te vergelijken met de ni\'eaubeschrijvingen stelt u vast welke niveaubeschrijving het beste past bij de functiebeschrijving. Stap 7: Vergelijk het gekozen niveau met het h o g e r c | e ^ S g S Indien u de functie in een niveau heeft ingedeeld, lees dan ook altijd de niveaubeschrijving een niveau lager en hoger door. Bepaal vervolgens het niveau. St:ip S: I * ' ^ ^ jndcliiii: v:i»ii c:i iiiliiimccr dc bc'.i'i'kkcr.cii Leg per fimctie de gehanteerde overwegingen vast hoe u tot de indeling bent gekomen. Informeer vervolgens de functionarissen over de indeling. Een hulpmiddel hierbij is het indelingsformulier (hoofdstuk 7).

De Leeuw Consult

10

Mei 2009

4. De spelregels

Bij het indelen van functies moeten een aantal spelregels gehanteerd worden, te weten: 1. Let op de karakteristieken: Als twee van de eerste drie karakteristieken (Complexiteit, Regelcapaciteit en Afbreukrisico) naar één niveau verwijzen, dan is dat doorslaggevend; ook al neigt één van deze drie karakteristieken naar een ander niveau. 2. Verwerving kennisniveau: Hoe het kennisniveau bereikt is, doet niet ter zake. U moet zich de vraag stellen welk opleidingsniveau nodig is voor het uitoefenen van de functie, ongeacht de diploma's die de functievervuiler al dan niet heeft. 3. Vervanging leidinggevende: Voor zowel het hiërarchisch als functioneel leidinggeven zijn de aantallen werknemers, aan wie een functionaris leiding geeft, globaal aangegeven en indicatief Geringe afwijkingen naar boven of beneden hoeven niet tot een ander functieniveau te leiden. Indien vervanging van de direct leidinggevende (bijvoorbeeld tijdens langdurige vakantie of ziekte) structureel is en duidelijk van tevoren is bepaald, maakt dit deel uit van de functie. Is er sprake van incidentele vervanging, zie dan artikel 12 van de CAO. 4. Samengestelde / Combinatiefuncties: A. Het kan voorkomen dat medewerkers structureel functies uitoefenen die zo veelzijdig zijn, dat ze bij bijvoorbeeld twee functiefamilies thuishoren. Maak dan twee keer een functiebeschrijving en doorloop twee keer het indelingsproces. Het zal waarschijnlijk niet zo zijn dat de medewerker in beide functiefamilies op hetzelfde niveau uitkomt. De medewerkers worden vervolgens, naar de aard van de door hen in hoofdzaak te verrichten werkzaamheden, ingedeeld in een functiegroep respectievelijk salarisgroep. B. Zijn verschillende niveaus van toepassing binnen eenzelfde functiefamilie, bijvoorbeeld bij combinatiefuncties, dan telt het zwaarste niveau wanneer dit de aard van de door de functievervuUer in hoofdzaak te verrichten werkzaamheden betreft. 5. Bevoegdheidsvereiste: Een bevoegdheidsvereiste, bijvoorbeeld de eisen rond BHV (Bedrijfs Hulp Verlening), staat buiten de indeling. Een wettelijk vereiste bevoegdheid is in feite een selectie-eis die niet in een functie-indelingsmethodiek thuishoort, maar afzonderlijk moet worden toegepast.

De Leeuw Consult

11

Mei 2009

6. Hoog- en laagseizoen: leidinggeven In sommige organisaties (o.a. de Educatieve Boekhandels) is er onderscheid te maken tussen een hoog- en laagseizoen. Dit heeft met name gevolgen voor het aantal medewerkers op de afdeling logistiek en daardoor voor het aantal medewerkers waaraan leiding wordt gegeven. Bij het indelen van een functie waarbij bovenstaande aan de orde is, geldt de volgende spelregel: Neem het aantal medewerkers (dit zijn de vaste medewerkers plus het aantal seizoensgebonden fulltimers én parttimers) waaraan per maand van het jaar leiding wordt gegeven, tel vervolgens de aantallen bij elkaar op en deel het totaal door 12. U heeft dan het (rekenkundig) gemiddelde aantal werknemers waaraan leiding wordt gegeven. Baseer hier de indeling op. Voorbeeldsom: Gedurende de maanden januari t/m mei, wordt leiding gegeven aan 5 medewerkers. In de maand juni, wordt leiding gegeven aan 15 medewerkers. In de maanden juli en augustus, wordt leiding gegeven aan 30 medewerkers. In de maanden september t/m december, wordt leiding gegeven aan 5 medewerkers. Gemiddeld wordt dan aan (5+5+5+5+5+15+30+30+5+5+5+5) / 12 = 10 medewerkers leiding gegeven.

De Leeuw Consult

12

Mei 2009

5. Conversietabel Opleidingen In het Handboek Functie-indeling Handboek wordt per niveau vermeld welke kennis naar niveau en inhoud vereist is (ongeacht de diploma's die functie vervul ler wel/niet heeft). Hierbij is gebruik gemaakt van de opleidingsterminologie van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Omdat deze terminologie, zeker voor wat betreft VMBO en MBO, vragen kan oproepen, treft u hiema een korte toelichting op de leerwegen in het VMBO en de niveaus in het MBO aan. Tevens is een conversietabel opgenomen om opleidingen uit de periode voor de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, met huidige opleidingen te kunnen vergelijken. Let u wel op: het onderwijs- en opleidingsveld in Nederland is erg divers. De onderstaande conversietabel is daarom slechts indicatief en geeft geen volledig beeld / overzicht. Het VMBO kent de volgende leerwegen. • De basisberoepsgerichte leerweg bereidt de leerlingen voor op de basisberoepsopleidingen m het MBO. o De kaderberoepsgerichte leerweg bereidt de leerlingen voor op de middenkader en vakopleidingen in het MBO. • De gemengde leerweg bereidt de leerlingen voor op de middenkader en vakopleidingen in het MBO. • De theoretische leerweg bereidt de leerlingen voor op de middenkader en vakopleidingen in het MBO of op de HAVO. VMBO "Nieuw" Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Theoretische leerweg

"Oud" VBO / MAVO-C MAVO-D

Het MBO kent vier niveaus (1,2,3 en 4) • Niveau 1: De assistentenopleiding bereidt leerlingen voor op eenvoudige, uitvoerende werkzaamheden. « Niveau 2: De basisberoepsopleiding bereidt leerlingen voor op uitvoerende werkzaamheden. • Niveau 3: De vakopleiding bereidt leerlingen voor op het vakbekwaam en onafhankelijk verrichten van werkzaamheden. • Niveau 4: De middenkaderopleiding bereidt leerlingen voor op verantwoordelijk en zelfstandig werken en tot het uitvoeren van een breed scala aan werkzaamheden. De specialistenopleiding bereidt leerlingen voor op het vakbekwaam en zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden in een bepaalde specialisatie.

De Leeuw Consuh

13

Mei 2009

MBO "Nieuw " Niveau 1: Assistenten opleiding Niveau 2: Basisberoepsopleiding Niveau 3: Vakopleiding

"Oud" Primaire opleiding leerlingwezen / Kort MBO Secundaire opleiding leerlingwezen / Tussenopleiding / Lange vakopleiding MBO MTS/MEAO

Niveau 4: Middenkaderopleiding / Specialistenopleiding

De Leeuw Consult

14

Mei 9.009

6. Formulier functieprofiel Basisgegevens: Naam van de functie: Datum: Plaats ÏD de organisatie: Rapporteert aan of werkt onder leiding van:

(functienaam)

Geeft leiding aan:

(naam van de afdehng/functies)

Organogram:

Doel van de functie (de reden waarom de functie in het leven is geroepen):

Resultaatgebieden/Hoofdtaken: (Vat de belangrijkste werkzaamheden (hoofdtaken) samen, bij voorkeur gegroepeerd naar soorten werkzaamheden waarop men beoordeeld kan worden. Noem maximaal vijf hoofdtaken en per hoofdtaak enkele activiteiten.) Hoofdtaak (omschrijving)

De Leeuw Consult

Activiteit (omschrijving)

15

Mei 2009

Complexiteit Heterogeniteit Geef een indicatie van de frequentie waarmee werkzaamheden variëren. Kan de flmctievervuller langere tijd aaneen met één taak bezig zijn of brengt het werk met zich mee dat de ftmclie vervul ler gedurende de dag met meerdere taken bezig is. Vermeld - indien van toepassing - onvermijdbare bezwarende accuratesse en/of tijddwang (bij een bepaald soort werk of in bepaalde perioden).

Kennis Beschrijf het opleidingsniveau en theoretisch kennisniveau dat noodzakelijk is voor een goede functie-uitoefening.

Regelcapaciteit Zelfstandigheid Beschrijf de vrijheid in tijdsindeling met een situatieschets of voorbeeld. Geef de vrijheid weer in werkaanpak en vormgeving; noteer gebondenheid door voorschriflen, regels, procedures, vermeld te maken keuzen en te nemen beslissingen. Beschrijf de mate van toezicht op de functie met een situatieschets of voorbeeld. Probeer de werk- en beslisruimte, de op te lossen problemen en de vereiste ervaring weer te geven. Zelfstandigheid m.b.t, indelen van de eigen tijd:

Zelfstandigheid m.b.t, de werkaanpak:

Zelfstandigheid in termen van toezicht door leidinggevende:

Zelfstandigheid te nemen beslissingen:

De Leeuw Consult

16

Mei 2009

Contacten intern Geef aan welke contacten binnen de organisatie noodzakelijk zijn voor het functioneren en geef per contact aan hoe frequent dit is èn wat het resultaat dient te zijn van het contact.

Leidinggeven Geef aan of de functionaris leiding geeft en aan hoeveel mensen.

Afbreukrisico Contacten extern Geef aan welke contacten met derden benodigd zijn voor het functioneren (ook frequentie, het te behalen resultaat, te realiseren zaken).

Afbreukrisico Omschrijf kort de mogelijke schade die door menselijke fouten in de fiinctie-uitoefening kan ontstaan, of controles zijn ingebouwd (zoja, welke) en waardoor het risico van afbreuk zich minder snel zal voordoen.

De Leeuw Consult

17

Mei 2009

speciale eisen Beschrijf de eventueel opgedragen geheimhouding. Vermeld de eventueel aanwezige kans dat de functionaris weerstand moet bieden aan "druk" van buiten.

Fysieke aspecten Beschrijf de werkomgeving; noteer (structurele ) hinderlijke factoren in de werkomgeving Vermeld lichamelijk zware elementen in het werk.

Overige informatie Is er nog sprake van andere voor de fimctie van belang zijnde informatie?

Voor akkoord:

Voor akkoord / gezien:

Leiding

Fimctiehouder

De Leeuw Consult

18

Mei 2009

7. Indelingsformulier Hieronder is een leeg indelingsformulier opgenomen. Dit of een soortgelijk formulier kan worden gebruikt om het indelingsbesluh met de daarbij behorende overwegingen vast te leggen. Indelingsformulier Doel: Vastieggen per functie van het indelingsbesluit met overwegingen Bedrijf: Functienaam: Functiem.: Datum: FunctiefamiUe(s): Karakteristieken

liesluit

Opmerkingen

Complexiteit:

Regelcapaciteit:

Afbreukrisico:

Fysieke aspecten

1 iiiiJiiiiiilfil:

Overwegingen:

De Leeuw Consult

19

Mei 2009

De Leeuw Consult

21

Mei 2009

Voorblad Functiefamilie Verkoop Winkel (functieniveaus 2 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze fijncties zijn gericht op het in de winkel/vestiging verkopen van (diverse) producten aan klanten. Tevens verricht de functionaris licht administratieve en logistieke werkzaamheden. Op de hogere niveaus wordt tevens leiding gegeven. 2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen

-

-

Kassahulp Kassamedewerker Vestigingsmedewerker Winkelmedewerker Medewerker Klantenservice (Assistent) Verkoper Senior Verkoper Afdelingshoofd Teamleider Filiaalchef (Assistent) Bedrijfsleider Vestigingsmanager

De Leeuw Consult

22

Mei 2009

o o

n

4^ a ab u

gJ ^ fl

iii li ögs i

[3 -o



C

>3

-o o De VOO

s es

>3 -Si „

(S


-

Z- S IJ

.£•§0

o o ,c .c

f1 en =

1 ^^ : ^

'5

^ ^ 'SE 1

« "

^"

-a s

u o E

Accura tesse Tijddw.

p. o e

"3 '!J

5:s

M^

^iJ

C

-S

r^

•—•

Q > «: S s s

g

U

1

.« o. s tb

E o u

ö!

O CN

•a

1^ S > u

'^5 «I -^fU a

4>

a

c

on S

1 =cSi 'E1

T3

N

—

(U

J3

« sw:

JI:

:£ o

« 3

S u

j=

J

a HE o S S E^

"3.:^! oSi'-i2'™5 c ^ ïl n.— K ? = r: D. «> tx O w 5 -. §.2ïï Ö 5 = ö ^ . i ^ J2 =

O J^ (/•: J

J3 • _

E

-a üC

'S > ts G

o

u

C

•o c

ö y §

• 'S o

.£ =y

ra

IJ

Bl - r

" >

3 tx

^

N Ï: = S

c o

*-• u

^

•5 -S M •5 G = Q - S 9- c

=

c

^

3 =i5 :s S N

« —^ T3

E Ö u c o J3 - a

S s

o

4>

^ r? ti

^

ÖD

; g^ "

JJ S, > ^ ' t fc ; > c b -5 « "Ö • " c ^

c

I•a

c

w

-3 j 2

-*

« 3 c 2 • c: t^

u

•a S •a

c

"^

:§ s-i c •-.EN

,^

.—• UJ |U c — *

-?^ ïk O 5

.2? É

•E .Ê Ë - ^

.E-S

ë 5 -c

^" '^ •§ ^ I

a

OD o

S .

.E _ g .

Ifl

o o

! g-S Ë £

S A

1= R

P S <5

C i 2 ï S a . < a S S ï =

>

J s „ u " 'B .£3 Q

tjD^

c o U 3

••« f.)

fl fl

o. £ o

o o

1= O

U u

S

:3

D. -4-t

u

fl

s Eb

a

E Uo

s

^ ^


>!

LE.

u

Q

Functiefamilie

De Leeuw Consult

9^

M P Ï 70C\Q

Voorblad Functiefamilie Verkoop Buitendienst (functieniveaus 7 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op het benaderen van bestaande en potentiële relaties met als doel het verkopen van (diverse) producten en actief relatiebeheer. 2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen

'

(Jimior) Accountmanager Vertegenwoordiger Relatiebeheerder Senior accountmanager Key accountmanager

De Leeuw Consult

27

Mei 2009

0^ O

o

z

s

5 a

00

^ g ö Q S O

o

I OJ

u

e fl

o.

e

roi

- ]

Q

Functiefamilie

De Leeuw Consult

29

Mei 2009

Voorblad Functiefamilie Verkoopondersteuning (functieniveaus 4 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op het ondersteunen en faciliteren van (winkel)verkoop en buitendienst. De functionaris verricht naast commerciële werkzaamheden ook administratieve werkzaamheden. 2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen -

Callcenter Medewerker (inbound en outbound) Medewerker Titelinvoer Medewerker Commerciële Binnendienst Medewerker Aboimementen en Vervolgwerken Medewerker Klantenservice Medewerker Marketing Medewerker Public Relations

De Leeuw Consult

30

Mei 2009

-3

o o fN

'S

•a

1^

iii

o U 3

u

o.

u B S

o. E o

Q CA

<

^

ON

O O tN

*S

(N

c o U

^ O. CQ

fl fl

Q.

S o U

"E BH

s

Functiefamilie Logistiek

De Leeuw Consult

33

Mei 2009

Voorblad Functiefamilie Logistiek (functieniveaus 1 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op het verzorgen en beheersen van interne en/of exteme goederenstromen. Daamaast kan het voorkomen dat de functionaris (licht) administratieve werkzaamheden verricht. Op de hogere niveaus wordt tevens leiding gegeven.

2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen

-

-

Medewerker Magazijn Chauffeur Medewerker Expeditie Logistiek Medewerker Supervisor Expeditie Teamleider Magazijn Hoofd Magazijn

De Leeuw Consuh

34

Mpi 7nnQ

ON

O

o

.i;

4J

r:


.^ C ra u

c T3 3

^ ^

Q o

=1 ^v.

S £>

J2 >

fi-^

a t.ï?

„

•5)È

o

•^ '-5 S ï! u •-^ 3 •a a e o

ë e-

•3

OJ

-Ë 0 o

i ^> OJ

E

IJ ' M O

so -:^

II

BJi

s s

-i > s jïj

c3 j f

W

Ö y c S

- i^ :s '3 •o

Q.

Cl.

• ö - ^ •-C SJ

ÜU OJ U ^-'

Q.

5 6^2 o 5 c3 u

.^ u > c u a d ro & > B .= c > 1

TJ «U

CJ

Oi) •o

c:

JJ S o ;72 a

*" ra 'i 3

'UZS o U =s

u

fl S

O.

E o U

s

Q

0\ O O

._. ^ § ë aj e o «D « BJ)

G a c g £ u

^ • ^

'S

< s A

'Eii >

00 q flj

o 'S w

NJ

u

-S

ö o U a>

fl S

Q

E

unnen leid ces, foutiev pitaatsbesla kans op fcontrole.

_u u on

3 u >

_2

ë o

n

•o

u

u . ^ = ^•^ "^

s

_ .a S « 2

o. C c

>

u

u

« ii

sra

^

OJJ C o JJ o

u

> j = i-

3

C c ^-- U

. 2 CL

ïï

'S

co ^ 'E u

ia

u tr u > ao u

u u

60

'Uten en onzorgv rtragingcn in de vo late leveringen e timaal transport tdekken en herstcll

o

OD

'S

•I? u •o

1

u c u

o .-3

u •3

u

= •O

o OJ j , G. C Q

E

s.g

.5 = u o .:£ • o u u

q_

•O

w

eu >

j= OJJ u JI:

'•B m

c c

u o r75

e c

• * - '

¥ 3^ QO

=

tu

u c> u >»a u. ra c ra E-

J^

•ö u

u

J "!> .Ï> £ •13

g w

'-C

:; **

s 534 OU

E»

Sra 3

O

o

U

w

3

1 W

fl

tS b

3

s _U o ^

u

o. E o u

Q enf

;=

d, > f? o 5 -^ .2 P -S c c

<*-

„

00;—1

-1 n t: g = -

c .ïï W 3 ^

g-S g s "^g Os 3 fflt

c

00' Bil £ 5 Cc a . ^ o> S w 60 >! »

ï :"^ 5; ^ 1 5

-~ 5 "

-E -^ sn 3

V5 RJ fl i ; i^

§•51

£.^ I -^ 1 £H .. ÜJ s e

' -c iS <

SP

* « ^ a g ^^lll il ^ ^ f ^8|g

o

S c P^ Ê Ë ^ ^

= Ofl g - e

- S .2 f -S

E. Ji •= S " S '^

. . 'C u = K w ë

5 •^ -C > Ig P 3 J2 1 •^ r i 3 C S" - 3 , •=! -M j ; c

«f.^^

ra ê

&•§£?§•£ a

i

w H J

,0 .-O

t> w »

BC

• ^ 3

§11 is» -H, y S "^ ^ -- .— II ^ S> 3 5 s £! . ^ « (S = u . 2 . ^ ra ^ - 3
^•^ F ö 5 S c ip q

^ •^

P s

10

c w 2 ^ C ,SP c OJ TJ | 5 ^ g ^ 3 '

S ^ u

o

?J

E '5

c Ti ^ 2 -= ri ^ • - 3 5 ^ t^ S " % : ra c P •a.4i Ü "> so w' ^ "3 .2' =

to

00

ë 3 *

•S J i ^ •^ u - ' S S c K ?!•.£•—v^ S ^ S 0 0 c

ï-SPa

3

a -r ^

- QO _ ;3 c

~ "^ è = S «

^•^^illl^ililllll u

c

3

a E

c5

e w -ïi

-ïï

Functiefamilie

De Leeuw Consult

39

Mei 2009

Voorblad Functiefamilie Inkoop (functieniveaus 4 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op (het voorbereiden van) inkoopwerkzaamheden en/of het assisteren bij en het uitvoeren van diverse inkoopactiviteiten. Daamaast kan het voorkomen dat de functionaris administratieve, coördinerende en informerende werkzaamheden verricht.

2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen -

Administratief Medewerker Inkoop Medewerker Bestelafdeling Medewerker Herbevoorrading Hoofd Bestelafdeling (Junior) Inkoper Senior Inkoper Hoofd Inkoop

De Leeuw Consult

40

Mei 2009

O O

2 c

i:2 rara ^3

rara E u

00

^^ u . o •—••

"2 P b o o

^1> dJ

3 OJ

S •

o fl

^

S 4J

ir.



1» OU 3

^

U.^

15

> « ra

o. o

z.f-u

•a

OJ

a 32

<

N 13

"5 Eo

Ë

•a

E:

J ^= >

Je ra o u c C u SE E w

k.

c ^-.^ ra > ra

S O

S

U

•••

s 'S o

fl fl

(D

a. E o

I s

3

c w] .2 00 u •§ w c5 3 c O u E c u u OJ OD o 3 3 •3 u o o o 3 Q d .ï<: t> u boq .ï^ eo 3

Bi

>

•

^

ë

< s

^u

c

o

^

«> ra g u S

o o O.

<

CN

o

4^

u

•ra • * *

u

fl fl

a

E e

U

Functiefamilie Financiële Administratie

De Leeuw Consult

43

Mei 2009

Voorblad Functiefamilie Financiële Administratie (functieniveaus 3 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op het correct, tijdig en volledig vastleggen en/of verwerken van (financieel) administratieve gegevens. Daamaast richten de functies zich op het afhandelen en het rapporteren over de gegevens en het verschaffen van (management)informatie. Tevens het controleren van activiteiten en het analyseren van gegevens.

2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen -

Administratief Medewerker Medewerker Crediteurenadministratie Medewerker Debiteurenadministratie Salarisadministrateur Boekhouder Hoofd (Financiële) Administratie (Assistent) Controller

De Leeuw Consult

44

^''^''""'»

HQ °

'•B

0^ O O

> a u .E 00 3

o "ü T3 -O

"h ^ § 'S " • c ' u

J:

"&(

T3 ra

E J

; 00 ÏÏ i; tj

•s s § u C

3

.,

s: o UJ

u

'S u XI

Ö

s Ê:E

^

^ S P

«

<^i Si ° g^

1 S

S

T-S

S

ll

•—

fO

.3 K Q

—

i<:

C 3

G. O «

c

w u > 3ra u"

£ 3 u

c

u

" 'S

3

>< E - = .u

c

° gg

•=

'7! gu , ,2? 2 ? u- .5 c. ab

c g-a U "

U 3 Cl. ?n

ojj o 2p t> . 3 •* O

c !rï 'i'

g g^

N C

C O > w Ö °"3 D. ;." O 3. u

u

™ g

X -E u.

•w

u

E CJ

ra c o u

> .:^


y

y

Sa ^ Ï.ë5

p.

1

1 u ra^

c

^ iS

o

dj

3

^^ [/• 1) U N

J ra

g '^ ^ •S V

fl

s

ü

.3

u

u

00 o

E "2

s

eP-a -H

<

ra -B S

Ji ••• u

o. M

fl « fl

ï =

•••

•4^

fl fl

"5

HE"

2

=

ra ,H g i= -S "• K

o-a Q

S

-^ O

1 u

S

y •= 'ÏJ

S

3 3 U U

U 'S

g ^

5

w 'S a "O

'

••= c

d

=

o o

-S " K 8

2 E

c 2 ra u •fe ï ^op- •^ 3 • - ö F.
c

? IJ

= !« " *-

.1^ ra o c3 - ^ 00 3

c

«

E U Ofl £P g PP OJ a

5

:3'

E

e - Dü

3

"

1=1

3 o E S ^•3i

5

•ti

01

1,11

^:H 3

g-G

W t5 - 3

— iii

w c

l l •O a>

-^

3 3 u

M

"1

C u U -o

^1 t l gë 'Ü 3

3 J^

.^

ö | —

3 U

" E E B

2O T3 o wjii w

3 O

c OJ

•^^ c

3 iS "E

c u

E °D 73 u

ü .3 .3 ra "ÖJ ao

iE

3 "2 2

Ob's

•^ . 3

öb 3 .

s

'S

>

60 U t r ro 3 c o u ra OD > c

ü

u

ii

3 E

ï

>

^

u

" ' S

-o

E °

u

ro 3 O

o.

y

3

•=

4J

c

ro

.Ï;

_J

2.ë IJ _

=' E

00 c •5 3 O

ü u

o

3 .H^ =

1-1 •-

«•E c

oa N

il

??&^

l"i

3

£^ 3 00 k^ k-

T3 U

y -3 3 E öo > ? aü 3 : :

2 pp.ïï

-fi -P S ,2. 'S c o u

ro

u ,o

3

U 'H-j

o s

X.E

• « ^

S

-a

.SQ

u:

c o

u u

•a

fl

'S

S o ra > f: > .2 u 'ïï^ c Ö

a.

E o

Q

OS O O

TT

a.E, u

•^

'•B p

£

S

CL o

^ ë "

g n

0 ' S c:

Ë l -§-ï

OJ

D c0 sü T; 'S ?^ o. E ra Ofl 0

"O 3

•B

5

00 u •4> u = x: 0 .c

H 3

o -o 3 ^ t> x 3 J3 3

I 3g

•a

Xi 00 u

.-.g-g

1-3 S

11

Cfl o o Q

i sg 3 -o _ O3 _q o -3

O

c o U u -J

.« a

Q

u

E

BO

e • * .

(ï

Functiefamilie ICT en Techniek

De Leeuw Consult

48

K^^; onnn

Voorblad Functiefamilie ICT en Techniek (flmctieniveaus 6 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op technische apparatuur en (automatiserings)technische processen alsmede het bieden van (gebruikers)ondersteuning. De functies houden zich bezig met het installeren en onderhouden van apparatuur, systemen en hard- en software bij klanten.

2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen

-

Helpdeskmedewerker Sefvicemonteur Applicatiebeheerder Systeembeheerder Medewerker Webbeheer Technisch Consultant Developer Database Coördinator

De Leeuw Consult

49

Mei 2009

•ffg-ëJ i

« = k, S 3 Ö w

C

o

ro 3 rr- •.c C 3 o u

c

•f i * # S

-S ^

. .c

•o ^ 5 2 3 =

>ra -c

£

C te

:s'

"fill il

T3

ra

Q.

^^llg u

tn

r- . 3 •— 3 :—1

C

:

u 1-

-a -a

g-

fc

ra y '

«

^ J i 'S £ 5 ' " e S. ö

2Ig 5? =

5
Ifl

g ê « ^ ~ ' "^""

•= >

c

= 5

> j t :r § 3 ï E -c :g -^

.3 y

5

C S 5' S 1 « TZ, . g ^

fffïlfllllljl

i:^

g Ö "O "5 -S

'5

-

lip"

Ö .2 so

ra

-

^

£ o

Ï3 g y t> «

« i>

-

_ ^-Sj.E^ ? S ^ S'-B E f^ - -^ E -E 5 Ö § - f -S 3 fe ÈpS 5; S ïï S -^ CK tgl M irra <" ft ö

5ï ra IJ

l:ll.fi:flll

C ïï -^ *i

_

e

Li

•~ï ra " ; Q. £S •^^ > 1/; l i O^ ^

^

^

^ § ^ Ë-f

J

3

.SOS S g E•—

S

•

.3 3 e

ra o

O O

ë 3 f? c '"• S o 11 «i lU - --*1 S ~ i^ s: j _ . ^ f> u ej •g :3> 2 " Ml S -^ u P y

•£- • ' ^S3

P t/- -

•5

""Or.

g S c ï =uS as a SC o 1/1 c

c

£

5 fe

'^-^

ê

s

t» 3 .c ^ — .itfraNnoWiu

3 ^ - a

U = .3 '5 °i ü g (B

Q.

S£oflg-S| c Ü -g 2 S

•o

M

feó'

C o ? s : öft

s = £

u>

-CJ

1>

'S .5 g I '^ -g•-< E

W)•^

C J^ S 3 60

s

cv

«0^ ••c o S 3

fa,

c ^ . ^

^a-2^

> is ^ f - ë B ^ 3

a

's ^

is V j ^

Tï * e >- f c C - 3 o 00 o .^ • - U UI 3 > 3 t3

E^

E^ ï ï ^ ^

aa.^

I g-S l i l = .« - -o f I S S 3 ""f

J-lg-gglE s § ^^e

•^ t= 7 -5 Mi u •31 u -o cu.E -a ~ ,

^

OJ ^

S)

•-"^ 5 .2 -^ " j .2 .^ ^ 2 § l) •o

3-S

w =

1- S 3

^ 3I -f2J I 'I 1? _

I|"!:i^f|

^^^F«I|

4)

-^ •£

- 3 1 - ; - ^

> >-.

O

^

3 . ^ 1 S ^ S

S EÏï-Ba - E ' 5 = Ü o 4 i V '•5SIJ g - s c J " ^ > 2 u , 5 g

c

N

&s

" ' "ö — K F S • - £i = o ? 1- Ë , ü

5

"I'S!

<w CO W ^

~<

o

P s j ^ s f ^•E.-£ g i f - E

H c

U N

3 .c

•ü '^^^ c ' " . 5 J;^ Ö o . 5 .2 - ^ u

.c

£ -T5 - -

u te y ^ s 3

3

O E 3 ë y SSfoJ ' .0

o

to

3. a

f S-f B « = i5 -^

£=

o w>

S c .ÏÏ 00 5*

" •- 3

Ui ^

5

t t H ë ^ s-

C

<J aj b

^

tn

V. ^'S «^3 I

"

§•

o

B 3 %

c .C '-G ' 3

,-; C - j ; g ^

"o" t i l t l

ra tS 'S

.

.5^

..C> U 3 ' S

_•= . w I w .•:^ 2 Ml at, uME

Si C

G, «

5 ïï -o S

Ö O «I 13 ö .SP § 5^

•-•£ = ^ ^ - S ^ ö ^ l ^

_ ^ ra . i i S -S -o


u

•y E . Ü -^

-^ll i l ^1 i-ö s * ^-^-^ilf g-i " f

•5 >-.« P 5

S c =^ -t _i . ^ 3 e i S ai) c -p S i i

t.

E%StE||

3 .0 " > 3

i.

5= c

O

^•11 .V

32

U

s='Jf|3|||l||S

CJ 3 £

3^ a

""^f^^i

,B0

^

ö

00 O 41

S E S 2 •§ S^ S § I c fï- — -o 2 3 ^ -5 - 3 E D. g 5 u 1;=

^^^'S-M •4-1 Ol

£

o

P j> o. S

ö

I3C

a

Os O O tN

'S JS

H e ii H U

OJ n

v

c o U 3 tu

O.

E

0\

o o

(N

(N

S

3 3

3

Wl

W C 3 -Ü OJ CJ • 5 ^

3 £

E M S B Si O

Ui ^ 1=1° ^ E ls|ï| Sc c

^

S " o 3 ë j= E y " -^

Ö ^

- 3 T3 . _

lilil ^

3

00 u

> —

Ül

3 3 9-~ _

"Es

*= X 5

a

r- o

£

E-S

^ c 'S CD'S

lil3 o <— 3 . 3 Ü-, O OJ

a

c o

o

I

o»

a>

•4-t

a 3 ta

y

00

u o "H

lU

a. E o

11

Q

Functiefamilie P&O en Secretariaat

rip I PPI1W rnnsiilt

53

Mei 2009

Voorblad Functiefamilie P&O en Secretariaat (functieniveaus 3 t/m 9)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op de interne betrekkingen en het ondersteunen van de bedrijfsleiding.

2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen -

Telefoniste/Receptioniste Secretaresse (Administratief) Medewerker P&O

De Leeuw Consult

'ï4

K * „ ; '^nnn

O O (N

R .3

A

u

+J

ua u u fl

o

3 C

•"

£i

2 ïï u5 - 3 3 2

E a

n « o > 3 : o^

52 3 K 0- o P •£ <~-. o

1- o u > u :3i

I .^ J a I

OH

O

U

'i

Oi

• * *

fl s

CL

o

s

D

0^ O (N

in

•S9

'i-%

a1 o u u ïï

• * *

u

•.3 a> C3 - o

b c

B ii

^

•

^

=

O c o

ta

a

3 4> lU

_1

ii

O.

•+-•

u S 3

ta

D.

E o

OJ

3

D

0^ O O (N

«n

UJ

>

3 Ofl

«

3

•5 3

•r-

•3

3 OJ

1 "Bfl S.EP CJ

3 0 ^ E ,; oü.a CS

3

M

>

'E

3

i

u

3

,HI 5:^

II

u •3 U

00-3

o

o

3

• E S Q

3 -a u O (3

2 ^ 3

*-

:^ Si

CS R ••• IU

« w b w w C/!

•^v DU i:ïJ

fl

0 ^

.2 C 1 I

=

/ 5 g g-

-4irf

5 1

o ., o ^ g "-S 3 Cl 5v S. 3 Jd E -•= o j ;

£

'3

II

p a: 00 5

" •s ï •r= -ë ^ 1 Ê 2 -^

'"

o 5

u

ö K c •"^ k2 . =^ !••3 j t n aHJ U JraJ3 : ^ c a o. d > j ^E O Q 0 o

on o •— „ O 3 . Qfl

•ii. . 3

o U

1

3 u u

•>M •«rt

fl s

o. E

s

Functiefamilie Facilitaire Zaken

De Leeuw Consult

is

Voorblad Functiefamilie Facilitaire Zaken (functieniveaus 2 t/m 4)

1. Algemeen De werkzaamheden binnen deze functies zijn gericht op het verlenen van facilitaire/huishoudelijke diensten alsmede op het uitvoeren van werkzaamheden in keuken en/of restaurant. 2. Enkele voorbeelden van mogelijk voorkomende functiebenamingen -

Medewerker huishoudelijke dienst Interieurverzorger Medewerker restaurant Horecamedewerker

De Leeuw Consult

59

Mei 2009

o o

O

c: £i

il> DO 3

3 O

3 U

E

>

u u 3 TI 2u u

^

c o U 3

fl 3

o. E o

CJ