Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
maart 2014
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
Inhoud Inleiding 1. Context en Uitgangspunten 1.1. Context 1.2. Uitgangspunten 2. Doelen 2.1. Versterken eigen kracht 2.2. Voorkomen overbelasting mantelzorgers 2.3. Vergroten aantal vrijwilligers informele zorg 2.4. Versterken vrijwilligersorganisaties 3. Takenpakket 4. Organisatorische inbedding 5. Proces Bijlage 1
Huidige taken mantelzorg- senioren en vrijwilligersconsulent
2
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
Inleiding De gemeente Oldebroek wil de functies van mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent vernieuwen. De oorzaak hiervan is gelegen in de kerntakendiscussie. Deze discussie is in 2012 door het college van burgemeester en wethouders en de raad gevoerd en ging over de herijking van de verantwoordelijkheden van de overheid en de samenleving. Eén van de uitkomsten ervan was het schrappen van de functie van vrijwilligersconsulent per 1 januari 2015. In het voorjaar van 2013 heeft het college echter geconstateerd dat door transitie van de begeleiding van de Awbz naar de Wmo er meer vrijwilligers in de informele zorg nodig zijn. De rijksoverheid wil immers dat de samenleving een deel van deze begeleiding op zich gaat nemen. Hierdoor kan de transitie ook gepaard gaan met bezuinigingen. Het wegvallen van een professionele vrijwilligersconsulent staat haaks op deze ontwikkeling. Door het college is daarom de afdeling Samenleving van de gemeente Oldebroek gevraagd te onderzoeken hoe per 1 januari 2015 de professionele ondersteuning van het vrijwilligerswerk voortgezet kan worden. Het gaat hierbij zowel om de inhoud van de ondersteuning als om de financiering ervan. Uitbreiding onderzoek Naast de vrijwilligersconsulent zijn er in onze gemeente ook een mantelzorg- en een seniorenconsulent actief. Deze twee consulenten richten zich op het realiseren van informele zorg. Voor de mantelzorgconsulent geldt weliswaar dat zij zich bezig houdt met het ondersteunen van mantelzorgers, maar deze werkzaamheden dragen uiteindelijk bij tot het bewerkstelligen van informele zorg. Overigens behoort tot het huidige takenpakket van de seniorenconsulent naast het realiseren van informele zorg ook het adviseren en informeren van ouderen en het ondersteunen van de seniorenorganisatie in onze gemeente. In bijlage 1 bij deze notitie staan de volledige takenpakketten van de huidige drie consulentfuncties. Hierboven is gezegd dat ook de vrijwilligersconsulent zich in de toekomst bezig gaat houden met het realiseren van informele zorg. Alle drie de consulenten werken dus straks mee aan de realisatie van informele zorg. Voor de afdeling Samenleving is deze situatie aanleiding geweest om de vraag te stellen of de drie consulentfuncties nog apart en zelfstandig moeten blijven. De afdeling heeft deze vraag met nee beantwoord. Daarom is besloten het onderzoek naar de continuering van de functie van vrijwilligersconsulent uit te breiden. Het onderzoek gaat zich ook richten op de toekomst van de mantelzorg- en seniorenconsulent. Projectgroep Op 24 juni 2013 heeft er voor het onderzoek een brainstormsessie plaats gehad met een tweetal organisaties, een aantal deskundigen en de gemeente. Er is door de aanwezigen input geleverd met betrekking tot het kader waarin de inhoudelijke vernieuwing van de consulentfuncties plaats heeft, de beleidsdoelen die de (geïntegreerde) consulenten behoren te bereiken en hun toekomstige taken. De gemeente heeft vervolgens het voortouw genomen om een projectgroep in te richten die zich gaat bezighouden met de toekomst van de drie consulentfuncties. De projectgroep is in het afgelopen half jaar enkele keren bijeen geweest. De samenstelling ervan ziet er als volgt uit: Jolanda
3
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
van Outersterp (seniorenconsulent Senioren Wezep Oldebroek), Hettie Schoonhoven (coördinator mantelzorgbeleid Regio Noord-Veluwe), Johan Neevel (vrijwilligersconsulent gemeente Oldebroek) en Guido Hooiveld (beleidsmedewerker Wmo gemeente Oldebroek, projectleider). Integreren In deze notitie schetst de projectgroep de lijnen hoe volgens haar de consulentfunctie er in de toekomst moet uitzien. Daarbij staat zij op het standpunt dat het goed is als de functies van mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent integreren. De redenen daarvan zijn dat deze consulentfuncties alle drie zullen meehelpen aan de totstandkoming van zorg uit de samenleving en dat hun werkzaamheden sterk met elkaar samenhangen. Afzonderlijke functies passen hier niet meer bij. De projectgroep heeft ook nog een andere reden voor haar standpunt dat het goed is dat de functies integreren. De omvang van de (huidige) functies van mantelzorg- en vrijwilligersconsulent is namelijk te klein. Dit belemmert een efficiënt functioneren en daarmee een efficiënte inzet van geld. Opbouw notitie De opbouw van de notitie is als volgt. In paragraaf 1 beschrijft de projectgroep waarmee bij de integratie rekening moet worden gehouden. Ook formuleert zij in deze paragraaf een aantal uitgangpunten voor de integratie. De consulenten zullen mee gaan helpen aan het realiseren van informele zorg. Paragraaf 2 bevat de doelen welke de gemeente met betrekking tot deze zorg nastreeft. In paragraaf 3 wordt het takenpakket benoemd dat de (geïntegreerde) consulenten in de toekomst gaan uitvoeren. Paragraaf 4 gaat in op hun toekomstige organisatorische inbedding. Deze notitie is besproken met de organisaties in de samenleving die betrokken zijn bij het verlenen van informele zorg. Op een aantal punten heeft dat geleid tot bijstelling. Hoe de projectgroep na de consultatieronde verder gaat, staat beschreven in paragraaf 5.
1. Context en Uitgangspunten 1.1. Context De vernieuwing en integratie van de drie consulentfuncties heeft plaats binnen een bepaalde context. Hiermee behoren we rekening te houden. Die context bestaat uit de volgende onderdelen: - transitie Awbz, transitie jeugdzorg, Participatiewet - versterking burgerkracht - Oldebroek voor mekaar - financiën/kerntakendiscussie Transities In de inleiding is al de transitie van de begeleiding vanuit de Awbz naar de gemeente genoemd. Deze transitie mag worden beschouwd als de directe aanleiding beschouwen voor de vernieuwing van de consulentfuncties. Maar niet alleen op het gebied van de langdurige zorg heeft momenteel een transitie naar de gemeente plaats. Ook op de gebieden jeugdzorg en werk & inkomen is hiervan sprake. Hierdoor neemt binnen het sociaal domein het belang van integraal beleid nog verder toe. De consulent nieuwe stijl zal terdege rekening moeten houden met dit belang.
4
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
Versterking burgerkracht Het rijk is van mening dat de overheid teveel zorgtaken naar zich heeft toegetrokken. Een deel moet de samenleving opnieuw op zich nemen. Dit is één van de dragende principes van de transitie van de begeleiding. Met de kanteling van de Wmo heeft de gemeente hiermee al een begin gemaakt. Sinds 1 januari 2014 werkt de gemeente met een gekantelde Wmo-Verordening. Dit betekent dat de gemeente bij de uitvoering van de huidige Wmo uitgaat van de kracht van de burger. De transitie van de begeleiding maakt het noodzakelijk dat burgerkracht nog verder en breder wordt versterkt . De gemeente heeft hierbij ook een verantwoordelijkheid en een taak. Versterking van burgerkracht heeft overigens niet alleen betrekking op de kracht van de individuele burger maar ook op die van lokale vrijwilligersorganisaties. In het najaar van 2013 heeft de gemeente haar visie op het sociale domein vastgesteld (beleidskader Sociaal domein voor mekaar). Daarin komt versterking burgerkracht terug in de beleidsuitgangspunten eigen kracht en kracht in de samenleving. Eigen kracht houdt in dat zorgvragers zelf de regie (weer) nemen. Onderdeel hiervan kan het inschakelen zijn van de sociale omgeving voor het leveren van ondersteuning en zorg. Zo mogelijk helpt de gemeente bij het activeren van een sociaal netwerk of het bouwen hieraan. Het beleidsuitgangspunt kracht in de samenleving heeft te maken met het belang van vrijwilligers en mantelzorgers. Door de decentralisatie van de begeleiding en de bezuinigingen binnen de Wmo zal het belang van hen nog verder toenemen. Oldebroek voor mekaar De decentralisatie van de begeleiding is mede ingegeven door de gedachte dat de samenleving meer zelf behoort te doen. De gemeente Oldebroek is in 2012 een proces gestart waarbij deze gedachte ook een belangrijk uitgangspunt is. Dit proces heet Oldebroek voor mekaar. Het heeft ook consequenties voor de inhoud van de vernieuwde en geïntegreerde consulentfunctie. De huidige vrijwilligersconsulent is vooral bezig met het ondersteunen van sport- en vrijetijdsverenigingen. Vanwege Oldebroek voor mekaar staat de gemeente op het standpunt dat deze verenigingen zich in de toekomst op eigen kracht moeten redden, zonder gemeentelijke ondersteuning. Omdat Oldebroek voor mekaar ook betekent dat in de toekomst de samenleving meer en meer met eigen initiatieven komt, is het wel goed als de toekomstige consulent ruimte in zijn takenpakket krijgt deze initiatieven te ondersteunen en te faciliteren. De hoofdtaak van deze consulent echter zal het realiseren en versterken van informele zorg zijn. Daar ligt immers een grote beleidsopgave voor de gemeente. Financiën De kerntakendiscussie heeft er toe geleid dat het budget voor de mantelzorg- en seniorenconsulent verlaagd is van een bedrag van € 85.000 tot een bedrag van € 60.000. Voor de vrijwilligersconsulent is er per 1 januari 2015 geen dekking meer. De vernieuwing van de drie consulentfuncties wil de projectgroep echter in eerste instantie los bezien van het financiële kader. De transitie van delen van de Awbz en andere ontwikkelingen, de inhoud dus, zijn hierbij leidend. Daar rolt ook een formatieplaatje uit. Wel kan de projectgroep nu al stellen dat ze het met de genoemde € 60.000 niet
5
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
gaat redden. De huidige omvang van de functie van de mantelzorgconsulent (10 uur per week) is al niet toereikend en door de transitie wordt er een grotere inzet van de consulenten verwacht.1
1.2. Uitgangspunten Voor de vernieuwing van de drie consulentfuncties hanteert de projectgroep een tweetal uitgangspunten, te weten: - loslaten doelgroepenbenadering - ruimte voor innovatie. Loslaten doelgroepenbenadering De mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent werken op dit moment voor drie verschillende doelgroepen. De mantelzorgconsulent werkt zoals het woord al zegt voor mantelzorgers, de seniorenconsulent uiteraard voor de doelgroep ouderen en de vrijwilligersconsulent voor de vrijetijdsverenigingen. De integratie van de drie consulentfuncties leidt er toe dat de projectgroep de doelgroepenbenadering loslaat (dit loslaten is daarom eigenlijk meer een gevolg van de vernieuwing en integratie dan een uitgangspunt). De toekomstige consulent moet zowel mantelzorgers, ouderen en andere zorgvragers kunnen bedienen. De doelgroep omvat in feite straks alle burgers van min 9 maanden tot 100 jaar. Ruimte voor innovatie De langdurige zorg wordt in de nabije toekomst meer door de samenleving uitgevoerd. De consulent nieuwe stijl speelt hierbij een ondersteunende rol. Dat de samenleving meer aan zet komt bij de verlening van de langdurige zorg, is een behoorlijke verandering. De toekomstige consulent moet daarom de ruimte hebben nieuwe werkwijzen en producten te ontwikkelen.
2. Doelen Het doel dat de gemeente met betrekking tot de informele zorg nastreeft is het versterken van deze zorg, zowel in omvang als in kwaliteit. De consulenten leveren in hun werk een bijdrage aan de realisatie hiervan. Het algehele doel is onder te verdelen in een aantal subdoelen. Deze zijn: - versterken eigen kracht - voorkomen overbelasting van mantelzorgers - vergroten aantal vrijwilligers informele zorg - versterken vrijwilligersorganisaties. Hieronder staan de subdoelen nader uitgewerkt.
1
Overigens is het aantal uren van de mantelzorgconsulent vanaf 1 februari 2014 tijdelijk uitgebreid met 6 uur. Deze uitbreiding duurt tot en met 31 december 2014.
6
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
2.1. Versterken eigen kracht De transitie van de begeleiding is tegelijkertijd een transformatie. Immers, deze vorm van zorg gaat niet alleen over van het rijk naar de gemeente, deels zal ze ook anders uitgevoerd worden. De samenleving zal zelf meer zorgtaken op zich moeten nemen. Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven gaat de gemeente met de gekantelde huidige Wmo hier al vanuit. Volgens de gekantelde werkwijze gaat de lokale overheid gaat eerst na wat een zorgvrager nog zelf kan. Kan hij niet voor zichzelf zorgen, dan zal de gemeente samen met de burger bezien wat zijn sociale omgeving kan. Vaak is het dan noodzakelijk het netwerk van iemand te activeren of op te bouwen. Samenvattend kan dus gesteld worden dat voordat de lokale overheid in beeld komt als verstrekker van betaalde voorzieningen, eerst naar de eigen kracht van de samenleving wordt gekeken (zie ook het beleidsuitgangspunt eigen kracht uit de nota Sociaal domein voor mekaar. Visie en kader). Het moge duidelijk zijn dat door de gekantelde uitvoering van de Wmo de eigen kracht van de burger versterkt moet worden. De transitie van de begeleiding maakt de noodzaak hiertoe nog groter. Voor de goede orde merkt de projectgroep hier nog op dat versterking eigen kracht niet een beleidsdoel is dat de gemeente alleen met betrekking tot het verlenen van zorg wil bereiken. Ook binnen het proces van Oldebroek voor mekaar streeft de gemeente naar het realiseren van dit doel.
2.2. Voorkomen overbelasting mantelzorgers Mantelzorgers zullen straks de zorg gaan verlenen die de overheid niet meer verstrekt. Voor een groot deel zal dit automatisch gaan. Mantelzorg is immers geen bewuste keuze. De meeste mensen nemen gewoonweg mantelzorgtaken op zich. Uit de praktijk blijkt dat veel mantelzorgers op een gegeven moment overbelast raken, waardoor de zorg die zij geven in de knel komt. De gemeente Oldebroek wil met haar beleid overbelasting van mantelzorgers voorkomen. Respijtzorg is hier een belangrijk middel. Van belang is dat mantelzorgers die overbelast dreigen te worden, dit tijdig aangeven. Een ander belangrijk middel om overbelasting te voorkomen is het versterken van het sociaal netwerk van de zorgbehoeftige waaraan de mantelzorger zorg verleent. Er moet dan worden nagegaan wie binnen het sociale netwerk taken van de mantelzorger, al dan niet tijdelijk, kan overnemen. Te denken valt hierbij aan familie, vrienden, buren, verenigingen en het kerkelijk netwerk.
2.3. Vergroten aantal vrijwilligers informele zorg Een samenleving die zelf meer (informele) zorg moet verlenen, heeft meer vrijwilligers nodig. Maar die komen er niet vanzelf. De lokale overheid zal hier nadrukkelijk op moeten sturen. Vandaar dat vergroting van het aantal vrijwilligers een belangrijk beleidsdoel van de gemeente Oldebroek is. Uiteraard is het ook van belang dat de huidige vrijwilligers niet afhaken en behouden blijven voor het verrichten van vrijwilligerswerk. De gemeente kan dit echter niet zelf voor elkaar krijgen. De inzet van haar maatschappelijke partners is hierbij noodzakelijk.
2.4. Versterken vrijwilligersorganisaties Vrijwilligersorganisaties die zich richten op zorg zijn belangrijk voor het verlenen van informele zorg. Zij hebben immers zicht op de bij hen aangesloten vrijwilligers. Ook rusten deze organisaties hen toe
7
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
voor en ondersteunen hen bij het verlenen van vrijwilligerswerk. De grotere opgave waarvoor de lokale samenleving op het gebied van de informele zorg komt te staan, vereist sterke vrijwilligersorganisaties. Het is van belang dat zij bij hun werkzaamheden ondersteuning krijgen.
3. Takenpakket De integratie van de mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent betekent dat er één type consulent ontstaat. Voorlopig geeft de projectgroep dit type de werknaam consulent informele zorg mee. In deze paragraaf staan de taken benoemd die deze consulent straks moet gaan uitoefenen. Voordat de opsomming van deze taken begint wil de projectgroep eerst nog aandacht vragen voor het volgende. De transitie van de begeleiding van het rijk naar de gemeente maar ook de decentralisatie van de jeugdzorg heeft tot gevolg dat de samenleving meer zorg op zich moet nemen. Hierdoor zal de druk op de consulent informele zorg toenemen. De projectgroep voorziet dat met de huidige taakomschrijvingen van de functies van mantel- senioren- en vrijwilligersconsulent de workload enorm toeneemt. Het is niet denkbeeldig dat er dan drie en vier wellicht consulenten informele zorg nodig zullen zijn. Dit staat haaks op de gedachte dat de samenleving zelf meer aan zet komt. De projectgroep is daarom van mening dat de uitvoerende taken van de huidige consulenten meer door vrijwilligersorganisaties en burgers verricht moeten worden. De consulent informele zorg moet meer in een ondersteunende en adviserende rol komen. De verschuiving in het soort werkzaamheden van de consulent in acht nemend, komt de projectgroep tot het volgende takenpakket: - adviseren en ondersteunen van vrijwilligersorganisaties - ondersteuning van mantelzorgers - geven van informatie en voorlichting - coördineren van vraag en aanbod - pr en communicatie - deskundigheidsbevordering/trainingen - opstellen en bijhouden sociale kaart - bemiddelen bij fondsen en bedrijven. Adviseren en ondersteunen van vrijwilligersorganisaties In hoofdstuk 2 is gezegd dat de transitie van de begeleiding van de Awbz naar de Wmo tegelijkertijd ook een transformatie is. Dit heeft ook gevolgen voor de werkzaamheden van de vrijwilliger. De nadruk daarin zal meer komen te liggen op ‘zorgen dat’ dan op ‘zorgen voor’. Zo is het beter dat een vrijwilliger een zorgvrager helpt zijn sociale netwerk te activeren dan dat de vrijwilliger zelf alle zorg en ondersteuning op zich neemt. De projectgroep verwacht dat op deze manier de vrijwilliger in staat is meer zorgvragers te ondersteunen. Uiteraard kunnen vrijwilligers bij de uitoefening van hun nieuwe rol behoefte hebben aan advies. Ook kunnen zij in hun werkzaamheden aanlopen tegen vragen en problemen. Voor advies en ondersteuning kunnen zij terecht bij de vrijwilligersorganisaties. Mocht een vrijwilligersorganisatie geen advies, antwoord of oplossing kunnen geven, dan kan zij terugvallen op de consulent informele zorg.
8
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
Het aantal (zorg)vrijwilligers zal moeten toenemen. Het merendeel van de werving zal via de vrijwilligersorganisaties lopen. Zij staan immers middenin de samenleving en beschikken hierdoor over vele contacten. De consulent informele zorg gaat de vrijwilligersorganisaties hierin adviseren en ondersteunen. Naar de toekomst toe is het ook goed als vrijwilligersorganisaties hun eigen vrijwilligers kunnen helpen bij het activeren van netwerken van zorgvragers. Het is een taak voor de consulent informele zorg om de organisaties dit te leren (train de trainer) en hierin te ondersteunen. Onder adviseren en ondersteunen van vrijwilligersorganisaties door de consulent informele zorg vallen ook beleidsmatige werkzaamheden. Zo is het van belang dat dat de consulent ontwikkelingen van buiten voor de organisaties naar binnen vertaald. Verder moet advisering en ondersteuning ook gericht zijn op het bevorderen van de samenwerking tussen genoemde organisaties. Samenwerking zal vanwege de nieuwe situatie op het gebied van de informele zorg van groot belang worden. Ondersteuning van mantelzorgers De kans dat mantelzorgers overbelast raken is groot, zoals in paragraaf 2.2. is geschetst. Van belang is daarom dat ze tijdig ontlast worden, bijvoorbeeld door inschakeling van respijtzorgers. De consulent kan mantelzorgers ondersteunen bij het regelen van tijdelijke zorg. Onder de taak ondersteuning mantelzorgers valt ook het adviseren van hen. Dit adviseren kan overigens ook door vrijwilligers verricht worden. Hierin kunnen zij getraind en ondersteund worden door de consulent. Mantelzorgers geven vaak aan dat lotgenotencontact voor hen belangrijk is. Daarom vindt de projectgroep dat de consulent informele zorg hen moet ondersteunen bij het organiseren van dit soort contacten. Het uiteindelijke doel is hierbij, ingegeven door de gedachte van Oldebroek voor mekaar, dat vrijwilligers, ex-mantelzorgers of mantelzorgers zelf de organisatie van de lotgenotencontacten op zich nemen. Volgens de gekantelde werkwijze voert de gemeente als een zorgvrager zich tot haar wendt allereerst een gesprek (het keukentafelgesprek) met hem. In dit gesprek gaat de gemeentelijke Wmo-consulent na in hoeverre de zorgvrager zichzelf nog kan redden en of er een beroep kan worden gedaan op zijn sociale omgeving. Als deze zorgvrager al een mantelzorger heeft, dan is het uitgangspunt dat deze het gesprek bijwoont en daaraan deelneemt. Mocht een mantelzorger behoefte hebben aan ondersteuning bij het gesprek, dan kan de consulent beter het gesprek in tweeën knippen: een gesprek met de zorgvrager en een gesprek met de mantelzorger. De ondersteuning van de mantelzorg kan volgens ons verricht worden door de consulent informele zorg of door hem getrainde vrijwilligers. Informatie en Voorlichting Niet elke vraag die bij de consulent informele zorg binnenkomt, zal een directe, concrete vraag om zorg zijn. Burgers vragen bijvoorbeeld naar de weg in het doolhof aan zorgorganisaties en regelgeving. Soms vragen zij om advies voor een bepaalde situatie. Het is van belang dat de consulent informele zorg de veelheid en diversiteit aan vragen op het gebied van zorg kan beantwoorden. Dit draagt immers, zij het indirect, ook bij tot het verkrijgen van de gevraagde zorg.
9
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
De groep vrijwilligers en mantelzorgers verandert voortdurend. Het is daarom goed als de consulent informele zorg regelmatig voor nieuwelingen voorlichtingsbijeenkomsten houdt. Ook nieuwe ontwikkelingen binnen de zorg kunnen aanleiding zijn tot voorlichtingsbijeenkomsten. Verder kan de consulent informele zorg voor (potentiële) zorgvragers voorlichtingsbijeenkomsten organiseren die gericht zijn op het versterken en aanboren van eigen kracht. Coördineren van vraag en aanbod De consulent informele zorg heeft door haar contacten met zorgbehoeftigen zicht op de vraag aan zorg. Vraag naar (informele) zorg kan ook komen vanuit de professionele zorgorganisaties. Omdat de consulent in nauwe verbinding zal staan met de vrijwilligersorganisaties heeft zij ook het aanbod aan vrijwilligers in beeld. Vanwege haar inzicht in de vraag naar zorg en het aanbod aan vrijwilligers zien wij het coördineren hiervan als taak voor de consulent weggelegd. PR en communicatie Het belang van het verlenen van langdurige, informele zorg dient voortdurend onder de aandacht van de samenleving te worden gebracht. Actieve pr en communicatie met betrekking tot deze zorg zijn daarvoor noodzakelijk. Het is aan de consulent informele zorg om hier vorm aan te geven. Ook dient door middel van pr en communicatie de informatie- en adviesfunctie van de consulent informele zorg bekend te zijn. Deskundigheidsbevordering/trainingen De decentralisatie van de begeleiding betekent dat vrijwilligers te maken krijgen met nieuwe zorgvragen. Ook de aard van hun werkzaamheden verandert voor een deel. Om de gevraagde zorg te kunnen leveren, is het noodzakelijk dat zij deskundigheidsbevordering ontvangen. De consulent informele zorg is hiervoor verantwoordelijk. Omdat er telkens nieuwe vrijwilligers komen, zal deskundigheidsbevordering een permanente taak zijn. Opstellen en bijhouden sociale kaart Voor het goed verrichten van hun werkzaamheden is het van belang dat de vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, professionals en de consulent beschikken over een sociale kaart die op orde is. Uit de praktijk is gebleken dat het bijhouden van deze kaart bij een professional moet worden belegd, anders is de kans te groot dat deze onvolledig wordt. De projectgroep wil de verantwoordelijkheid voor het actueel houden van de sociale kaart neerleggen bij de consulent informele zorg. Sinds 1 januari 2014 is de website Jalp in de lucht. Op deze site is informatie te verkrijgen over de Wmo. Ook staan op deze site de namen van organisaties die betrokken zijn bij de uitvoering van de Wmo. In de toekomst zou Jalp als sociale kaart kunnen fungeren. Bemiddelen bij fondsen en bedrijven Maatschappelijke initiatieven op het gebied van de langdurige informele zorg kunnen geld kosten. In veel gevallen zal de overheid deze initiatieven niet (meer) financieren. Fondsen en bedrijven kunnen dan uitkomst bieden. Het is daarom goed als iemand binnen de gemeente de weg weet naar deze fondsen en bedrijven. Het op peil houden van de kennis hierover en het adviseren en ondersteunen
10
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
van burgers hierbij zien we als een taak weggelegd voor de consulent informele zorg.
4. Organisatorische inbedding De huidige drie consulenten zijn bij verschillende organisaties ondergebracht. De vrijwilligersconsulent was tot voor kort in dienst van de gemeente bij het onderdeel Sociaal Cultureel Werk. Dit onderdeel is per 1 januari 2014 opgehouden te bestaan. Voorlopig werkt de vrijwilligersconsulent voor de afdeling Samenleving van de gemeente Oldebroek. De mantelzorgconsulent is in dienst van Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe. Bij deze organisatie is ook de seniorenconsulent in dienst. In de praktijk werkt deze functionaris echter voor Senioren Wezep Oldebroek. De integratie van de mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent moet uiteraard een einde maken aan de organisatorische verbrokkeling. De ‘geïntegreerde’ consulenten zullen in dienst komen van één organisatie. In dit verband is het volgende van belang. De gemeente is van plan volgend jaar een organisatie op zetten voor de uitvoering van in ieder geval de vernieuwde Wmo en de Participatiewet2 (Zie de Uitgangspuntennotitie inrichting sociaal domein in Oldebroek). Deze wetten beslaan een groot deel van het sociaal domein. De op te zetten organisatie voor de uitvoering van de Wmo en de Participatiewet noemen we verder in deze paragraaf dan ook uitvoeringsorganisatie sociaal domein. Deze organisatie komt waarschijnlijk buiten de gemeentelijke organisatie te staan. Uiteraard moet de nieuwe uitvoeringsorganisatie bijdragen aan een integrale uitvoering van de twee genoemde wetten. Naast de Wmo en de Participatiewet beslaat ook de nieuwe Jeugdwet het sociaal domein. De uitvoering van deze wet wordt belegd bij het basisteam CJG. Dit basisteam gaat onderdeel uitmaken van een regionale organisatie. Het basisteam en de uitvoeringsorganisatie sociaal domein dienen goed op elkaar aan te sluiten. Het basisteam CJG is per 1 januari 2014 van start gegaan. Mocht blijken dat een regionale organisatie voor de uitvoering van de Jeugdwet onvoldoende werkt, dan kan nog worden besloten het basisteam CJG op te nemen in de uitvoeringsorganisatie sociaal domein. De werkzaamheden van de consulenten informele zorg dragen bij aan de uitvoering van de Wmo, de Participatiewet en de Jeugdwet. Het is daarom een logische keuze om hen binnen de uitvoeringsorganisatie sociaal domein te plaatsten. Op die manier kan er een goede samenwerking ontstaan met de Wmo- en de Wwb-consulenten.
5. Proces De projectgroep vindt het van belang om de vernieuwing en integratie van de mantelzorg- seniorenen vrijwilligersconsulent in gesprek met de samenleving vorm te geven. Daartoe heeft ze een eerdere versie van deze notitie besproken met de Wmo-raad en het Senioren Platform. Ook is over de notitie 2
De Participatiewet is een ineenschuiving van de huidige Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wet arbeidsongeschiktheid jongeren.
11
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
een presentatie gehouden voor het Platform Informele Zorg. De belangrijkste feedback die de projectgroep van deze gremia heeft teruggekregen, betrof de hoeveelheid taken van de toekomstige consulent en de aard van zijn werkzaamheden. Naar aanleiding van deze feedback heeft de projectgroep notitie bijgesteld. De projectgroep heeft het juist gevonden het accent in het takenpakket van de consulent te verschuiven van uitvoering naar advisering. Hierdoor is het mogelijk een reëel aantal taken bij de consulent informele zorg neer te leggen. De accentverschuiving in het genoemde takenpakket houdt tevens in dat de samenleving uitvoerende taken van de consulent zal moeten overnemen. Dit past in het gedachtengoed van de transitie Awbz-Wmo en Oldebroek voor mekaar. Nu de projectgroep de relevante gremia uit de samenleving heeft geraadpleegd, legt ze deze notitie ter vaststelling voor aan het college. Zodra het college groen licht geeft voor de lijn beschreven in deze notitie, dan gaat de projectgroep over tot het opstellen van een voorstel voor de nieuwe vormgeving van de huidige consulentfuncties. In april 2014 is dit voorstel gereed. De projectgroep gaat vervolgens opnieuw naar de Wmo-raad, het Senioren Platform en het Platform Informele Zorg. Aan hen wordt dit voorstel voorgelegd. Na deze consultatie maakt de projectgroep het voorstel definitief en biedt ze dat het college aan. Voor de zomervakantie kan de raad dit voorstel behandelen. Als de raad er mee instemt, kan de tijd na de zomervakantie worden gebruikt om de nieuwe functie consulent in formele zorg in te regelen zodat ze staat per 1 januari 2015.
12
Notitie vernieuwing en integratie mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent
Bijlage 1 Huidige taken mantelzorg- senioren- en vrijwilligersconsulent Mantelzorgconsulent • Mantelzorgers ondersteunen in hun positie, door informatie, advies en begeleiding te geven. Dit kan individueel of groepsgewijs, zoals met de koffieochtenden. • Ondersteuning gebeurt in de vorm van educatie, regelen respijtzorg, regelen financiële tegemoetkoming, praktische en/of emotionele hulp. • Aandacht is er voor specifieke groepen, zoals jonge mantelzorgers en ex-mantelzorgers. Seniorenconsulent • Senioren met vragen op het gebied van welzijn, zorg, wonen, financiën en vervoer informeren en adviseren. Dit kan individueel en groepsgewijs, zoals met voorlichtingsbijeenkomsten. • Senioren Wezep Oldebroek adviseren over haar beleid en diensten, nieuwe activiteiten ontwikkelen en uitzetten in de organisatie. • Initiatieven nemen en aanbevelingen doen om te komen tot een optimale afstemming tussen de verschillende organisaties in de keten. Vrijwilligersconsulent • Matchen van vraag en aanbod • Deskundigheidsbevordering bij sport en vrijetijdsverenigingen • Ondersteunen van vrijwilligers en sport en vrijetijdsverenigingen • Het geven van informatie, advies en voorlichting • Het verzorgen van de PR en communicatie
13