Notitie Van Abbemuseum Met deze commissienotitie streeft het Van Abbemuseum ernaar de commissie cultuur en de gemeenteraad van Eindhoven een breder beeld te geven van de plannen van het museum voor de komende jaren, onze visie op bezoekersbeleving, bezoekersaantallen en de financiële toekomst van het museum.
Beleidsontwikkeling Van Abbemuseum 2013-2016 Niet alleen het Van Abbemuseum, maar alle musea in Nederland staan onder enorme druk wat betreft de financiering van tentoonstellingen, projecten en aankopen door landelijke fondsen. Om op het huidige niveau te kunnen opereren, werft het Van Abbemuseum jaarlijks gemiddeld € 1.000.000 aan extra middelen van andere fondsen. Daarnaast genereert het Van Abbemuseum eigen inkomsten van gemiddeld € 800.000 per jaar. Rond 40% van zijn inkomsten zijn dus nu al door eigen inkomsten en bijdragen van derden gefinancierd. Het Van Abbemuseum ontplooit culturele ondernemerschap op verschillende niveaus, zoals internationale bruiklenen, zaalverhuur, sponsor- en fondsenwerving voor collectieaankopen of tentoonstellingen, advieswerkzaamheden, onderwijs en lezingen. Vanaf 2012 zullen de gevolgen van de huidige bezuinigingen op cultuur op landelijk niveau voelbaar worden, wat betekent dat het museum een vermindering van projectfinanciering door overheidsfondsen tegemoet zal zien. Dit is nog los van mogelijke bezuinigingen op provinciaal niveau en het verlies van inkomsten uit sponsoring wanneer de economie verder in recessie raakt. In een dergelijke situatie is het sowieso noodzakelijk om strategisch naar nieuwe manieren van financiering te zoeken en het huidige beleid te toetsen en aan te passen. Het museum is al enkele maanden met de wethouder in gesprek en werkt op dit moment het beleid 2013-2016 uit. Voor de voorliggende commissienotitie hebben wij een aantal kernpunten verzameld, die de richting van de toekomst in grote lijnen schetsen.
Van Abbemuseum nieuwbouw - Het transparante museum De kern van het museum is de collectie, die sinds 1936 eigendom van de stad en haar inwoners is. In de afgelopen jaren hebben we zeer intensief met deze collectie gewerkt en hebben we in wisselende tentoonstellingen en projecten laten zien dat een collectie op een verrassende en vernieuwende manier getoond kan worden. Het ‘Kijkdepot’ (waar burgers hun favoriete kunstwerk konden opvragen - in 2 jaar zijn 380 werken “op bestelling” op zaal getoond), het 'Living Archive', de serie 'Plug In - de collectie anders' en het programma 'Play Van Abbe' zijn hier sprekende voorbeelden van. Vanaf begin 2013 willen wij de gehele collectie van schilderijen tot installaties en van video’s tot tekeningen zoveel mogelijk laten zien in een semi-permanente opstelling in de nieuwbouw van het museum. We tonen de vele kunstwerken in chronologische volgorde op een manier die zowel aantrekkelijk als leerzaam is. De inrichtingskosten voor dit deel van het gebouw zullen eenmalig wat hoger zijn, maar daarna willen wij voor een periode van drie jaar alleen maar kleinere aanpassingen doen. Dit betekent dat het publiek veel van zijn oude favorieten kan zien, verrast kan worden hoe werken naast elkaar hangen en verschillende verhalen kan horen over de collectie in rondleidingen, wisselende audio- of i-podtours, zaalinformatie en in rollenspelen. Met verschillende ingrepen gaan wij deze relatief vaste presentatie steeds opnieuw activeren; bemiddeling – voor alle publieksgroepen - staat centraal.. Verder denken we voor de nieuwbouw na over een doorontwikkeling van het Kijkdepot. Wij bereiden op dit moment een XL versie voor waarbij de collectie wereldwijd volledig online beschikbaar komt. Zo krijgen naast het lokale publiek ook bezoekers van verder en toeristen de kans om een werk “in bestelling te nemen”, zowel op zaal als online. Daarnaast zal het museum toegankelijk zijn wanneer kunstenaars en de technische ploeg aan het
werk zijn tijdens de opbouw van een tentoonstelling, zodat het publiek contact kan leggen en een “kijkje in de keuken” kan nemen. Ook het openbaar maken van de meer interne museale werkzaamheden als behoud en beheer door bijvoorbeeld openbare restauratiewerkplekken en lezingen over transport en restauratie horen bij deze ontwikkeling. Want ook het gebied achter de schermen draagt bij tot kennisoverdracht tussen instituut en publiek en visa versa.
Het verspreid museum De samenwerking met het Muziekgebouw Frits Philips, kunstenfestival Flux-s, GLOW, Baltan Laboratories, de Dutch Design Week etc. zijn niet gemotiveerd door marketingstrategieën en de behoefte om meer bezoekersaantallen te mogen vermelden. Het zijn bewuste beleidskeuzes gebaseerd op onze overtuiging dat een museum van de 21e eeuw een verspreid museum is dat ook buiten de muren zijn publiek kan ontmoeten. Wij geloven in de versterkende kracht van netwerken. Zo hebben wij in Glow 2010 en Flux-s 2009 en 2010 programma-inhoudelijke bijdrages geleverd juist ook buiten het museum in de stad. Om de band met het publiek te versterken, maar ook om nieuwe doelgroepen te bereiken en kunst in verschillende settings en op andere manieren te laten zien, willen we nog meer projecten in de stad gaan doen. Dat betekent dat we onze huidige samenwerking met bovengenoemde partijen behouden en uitbreiden met installaties in situ in de stad. Dit wil ook zeggen dat we projecten die zich richten op doelgroepen die verder af staan van de kunst doorontwikkelen, zoals het Woensel West project in samenwerking met Trudo, Endinet, Stichting Kunst en Openbare Ruimte (SKOR), Climate Focus en anderen. De samenwerking met partners uit andere disciplines willen wij verder versterken, zoals onze samenwerking met ontwerper Piet Hein Eek, het Maxima Medisch Centrum en andere grote partijen in de stad en elders in Nederland. Ook de samenwerking met andere Eindhovense instellingen, zoals Onomatopee, MU, Baltan en TU/e bouwen wij verder uit. Het museum zal ook in de komende jaren zijn opdracht serieus nemen om het museum, de collectie en last but not least Eindhoven internationaal op de kaart te zetten. We blijven ook in de toekomst internationaal werken met de collectie en delen onze kennis als instelling in projecten zoals Picasso in Palestine en de collectiepresentatie Etrange et Proche in het CAPC, Bordeaux en in toekomstige projecten met SALT, Istanbul, met National Gallery of Art, Prishtina, met Centro Reina Sofia, Madrid en met Platform FRAC, Parijs. Deze buitenlandse of niet-Eindhovense projecten genereren inkomsten die weer gebruikt kunnen worden voor activiteiten in Eindhoven en het museumgebouw. Maar ook draagt het tonen van de collectie in het buitenland via individuele bruiklenen of collectiepresentaties bij tot naamsbekendheid van het museum en de stad. En op basis van wederkerigheid zorgen ze voor goodwill om op een meer eenvoudige wijze bruiklenen van anderen te verwerven. In het kader van ons samenwerkingsverband L’internationale willen we ook de collecties van andere Europese musea aan ons binden. L’internationale is een Europese netwerk van vijf musea en (kunstenaars)archieven uit België, Nederland, Spanje, Slovenië en Slowakije, waarin op een intensieve manier kennis alsook collectieonderdelen worden uitgewisseld.
Van Abbemuseum oudbouw - Tijdelijke tentoonstellingen Afhankelijk van financiële mogelijkheden willen we in de oudbouw van het museum tijdelijke tentoonstellingen organiseren die inspelen op hedendaagse ontwikkelingen in de kunst. Dat kunnen grote retrospectieve tentoonstellingen zijn van belangrijke hedendaagse kunstenaars, die een breed publiek aanspreken (zoals de René Daniëls tentoonstelling die in mei 2012 opent), maar ook meer experimentele tentoonstellingen, die de voortrekkersrol van het museum duidelijk onderstrepen. De oudbouw van het museum wordt exclusief gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen en wordt onafhankelijker dan tot nu toe gepositioneerd. Dit creëert de
mogelijkheid om dit deel van het museum te verhuren aan externe partijen uit Nederland of het buitenland. Derden mogen dan natuurlijk ook grote, zogenoemde Blockbusters organiseren. In een dergelijke opzet laten we de aanzienlijke financiële investeringen, en daarmee dus ook het risico van een Blockbuster, over aan derden. Het publiek krijgt zo de kans om een historische schilderkunsttentoonstelling of een designtentoonstelling te zien, die ook volledig buiten het beleid van het museum kunnen liggen. Het Van Abbemuseum heeft in deze constellatie geen tentoonstellingskosten, geen risico en het museum kan inkomsten uit verhuur genereren die ten gunste van het tentoonstellingsbudget of de exploitatie kunnen gaan. Dat kan in de toekomst betekenen dat de oudbouw voor een periode van zes tot negen maanden per jaar verhuurd wordt. Deze beleidskeuze sluit aan bij het beleid van de gemeente om flexibeler om te gaan met het gebruik van haar gebouwen. Natuurlijk is het noodzakelijk deze strategie verder uit te diepen, vooral voor een heldere positionering van het Van Abbemuseum te zorgen en duidelijke kaders voor "verhuur" te schetsen.
Programma 2012: De stem van de kunstenaar In de jaren 2006 tot en met 2011 heeft het museum intensief met de collectie gewerkt - daarvoor hebben wij veel erkenning bij het publiek, maar ook in de nationale en internationale vakwereld gekregen. In het beleid voor 2013-2016 verwerken wij veel van deze ervaringen. Het programma voor 2012 is al gepland en staat in het teken van de 'stem van de kunstenaar'. Met uitzondering van de eerste drie maanden richten wij ons vooral op solotentoonstellingen. 2012 is hiermee dus ook een proloog voor het gebruik van de oudbouw vanaf 2013. In 2012 komt er een gevarieerd programma, dat conform de missie en visie van het museum zowel een breed publiek aanspreekt, maar hen tegelijkertijd ook uitdaagt, dat vernieuwend is en vragen stelt. Bijzonder aantrekkelijk voor een groter publiek is de tentoonstelling van de Eindhovense kunstenaar René Daniëls, die in mei 2012 opent en ingaat op de rol die de muziekscene van Eindhoven speelde in zijn oeuvre. Ook de tentoonstelling ‘Lissitzky – Kabakov’ is een publiekstrekkende presentatie met bijzondere bruiklenen. Ilya Kabakov [1933] is de meest invloedrijke levende Russische kunstenaar en hoort bij de tien belangrijkste levende kunstenaars ter wereld. Kabakovs oeuvre waarin beeldende kunst, literatuur en theatrale enscenering samengaan, gaat in dialoog met het oeuvre van zijn avantgardistische landgenoot Lissitzky. Dit kan gerust worden gezien als een ‘grensverleggende en bijzondere tentoonstelling’, die zijn gelijke in Nederland niet kent. januari – april: Spirits of Internationalism Een gelijktijdige tentoonstelling in het Van Abbemuseum in Eindhoven en het M HKA in Antwerpen, georganiseerd in het kader van het samenwerkingsverband L’Internationale en gericht op kunst uit de periode 1956-1986. maart – augustus: Yael Bartana - ... and Europe will be stunned Solotentoonstelling van de in Nederland wonende Israëlische kunstenares Yael Bartana met een videoinstallatie die dit jaar ook te zien was tijdens de Internationale kunstbiënnale van Venetië. Zij won hiermee ook de prijs voor het beste paviljoen. maart - augustus: Jewyo Rhii Deze van oorsprong Koreaanse kunstenares won dit jaar de Yanghyun Foundation Award en deze tentoonstelling toont een nieuw werk dat mogelijk is gemaakt door deze prijs. Ze maakt tekeningen en sculpturen die haar eigen lichamelijke grenzen aftasten en de bezoeker in haar positie verplaatsen. april - oktober: Collectie tot 1945 (werktitel) Een collectiepresentatie met kunstwerken uit de eerste helft van de 20e eeuw. Enkele worden met archiefmateriaal en documentatie in een breder perspectief getoond. Met werken van onder meer Braque, Chagall, Delaunay, Picasso, Van Doesburg, Mondriaan en Sluijters.
mei – september: René Daniëls - Een tentoonstelling is ook altijd een deel van een groter geheel Retrospectief in samenwerking met het Museo Nacional Centre de Arte Reina Sofia, Madrid van de Eindhovense kunstenaar René Daniëls met schilderijen en tekeningen, gouaches en grafische werken uit de periode 1976 tot 1987. Voor het eerst getoond samen met schetsen, notities en documentatie uit zijn archieven en zijn recente werk, gemaakt na een hersenbloeding die hem het schilderen lange tijd onmogelijk maakte. Ook wordt een relatie gelegd met de alternatieve muziekscène in de jaren zeventig en tachtig, die een belangrijke inspiratiebron voor Daniëls is geweest. mei - juli: Uit de verzameling: Carl Andre (bibliotheektentoonstelling) Aan de hand van publicaties, uitnodigingskaarten, persberichten en recensies wordt in deze tentoonstelling een blik gegeven in de carrière van de Amerikaanse minimal art kunstenaar en dichter Carl Andre. juli – augustus: Zomertoer Ontdek de topstukken van het Van Abbemuseum aan de hand van een doe-het-zelf toer door het museum en geniet van een kop koffie of thee en iets lekkers in het Museumcafé. Geschikt voor de hele familie; voor kinderen tot en met 12 jaar zijn er leuke doe-opdrachten en een verrassing aan het eind. september – januari 2013: Uit de verzameling: Kunstenaarstijdschriften (bibliotheektentoonstelling) Een overzicht van tijdschriften gemaakt en uitgegeven door kunstenaars zoals Artzien, De Angst, Zien, Blind, Kunstm@rct en Re-magazine. september – januari 2013 Piero Gilardi Solotentoonstelling Een solotentoonstelling van de Italiaanse kunstenaar Piero Gilardi (Turijn, 1942) die past in de rij van solopresentaties in het Van Abbemuseum van ‘herontdekte’ kunstenaars als Allan Kaprow, Lee Lozano en Lynda Benglis. Gilardi’s kritische houding als kunstenaar, activist en theoreticus passen bij het Van Abbemuseum, net als zijn maatschappelijke projecten die een historische context vormen voor projecten als Woensel West. oktober - februari 2013 - David Maljkovic Solotentoonstelling De Kroatische kunstenaar Maljkovic [Ryeka,1973] becommentarieert met zijn video- en fotografische projecten de recente geschiedenis van Kroatië, door confrontatie van de jonge generatie met voormalige Sovjet invloeden in cultuur en architectuur uit de jaren ‘60 en ‘70. november - maart 2013: Lissitzky - Kabakov Een opmerkelijke ontmoeting tussen twee Russische grootheden uit de 20e eeuw: El Lissitzky en Ilya Kabakov, waarmee de gebroken kunstgeschiedenis van de Sovjet Unie overbrugd wordt. De Sovjet avant-garde en poststalinistische en de latere Russische kunst worden bij elkaar gebracht met werken van Lissitzky uit de Van Abbecollectie en verschillende Russische instellingen en met nieuw en ouder werk van Kabakov. De tentoonstelling reist aansluitend naar de Hermitage in St. Petersburg,de Staatsgalerie Tretjakow in Moskou en naar Amerika. Daarnaast neemt het Van Abbemuseum inhoudelijk weer deel aan de organisatie van het kunstenfestival Flux-S, de Dutch Design Week en GLOW. Buiten de eigen muren is het museum actief in projecten in de Eindhovense wijk Woensel West en in Istanbul, in een samenwerking met SALT Istanbul in het kader van het NederlandsTurks jaar 2012.
75 jaar Van Abbemuseum - 65 jaar daarvan vernieuwend en tegendraads – historisch besef over de rol en ontwikkeling van het Van Abbemuseum in Eindhoven Het Van Abbemuseum is niet pas sinds de komst van directeur Charles Esche een vernieuwend en provocerend museum, dat voor het zogenoemde 'brede' of 'massa' publiek een uitdaging is. De gemeente Eindhoven heeft altijd gekozen voor strijdbare en eigenzinnige directeuren, met een visie op de wereld en de kunst van morgen. Hierop is de naam en faam van het Van Abbemuseum gebouwd. Dat sluit zowel vandaag als ook in het verleden aan bij de kernwaarden van de gemeente Eindhoven. Veel huidige internationaal beroemde, en inmiddels op kunstbeurzen zeer goed verhandelde, kunstenaars hebben hun start gemaakt in het Van Abbemuseum. In de tijd
dat het Van Abbemuseum deze kunstenaars presenteerde, die thans in retrospectieven over de gehele wereld als “blockbuster-kunstenaars” worden gefêteerd, was er nog geen sprake van een Blockbuster. Ook toen werd het museum en zijn directeuren net zo vaak in de pers, bij stakeholders in de gemeente en anderen bekritiseerd en als te provocerend gezien. Discussies over bezoekersaantallen worden al tientallen jaren gevoerd. Het museum was slechts op een enkel moment in zijn geschiedenis een "Blockbuster". Dat was in het jaar na de opening van de nieuwbouw - de Blockbuster was echter het gebouw. In 2003 jaar kwamen 170.000 bezoekers het gebouw bewonderen. Een ontwikkeling die ieder nieuw gebouw kent - het publiek komt op dat moment voor het architectonische fenomeen, niet zozeer voor de kunst. De huidige directeur Charles Esche is net als zijn voorgangers een directeur met een duidelijke visie en gevoel voor de ontwikkelingen in de toekomst. De kunstenaars die Charles Esche de afgelopen jaren in het Van Abbe de ruimte heeft gegeven – ook de Nederlandse kunstenaars - zijn bijna uitsluitend zeer succesvol in het internationale circuit. Zij gaan dezelfde weg als de kunstenaars die het Van Abbemuseum in de decennia ervoor heeft ontdekt en de ruimte heeft gegeven: de weg van succes en internationale herkenning.
Ontwikkeling bezoekersaantallen De ontwikkeling van de bezoekersaantallen van het Van Abbemuseum zijn vaker onderwerp van discussie. Bij de planning van de nieuwbouw werd ooit uitgegaan van een gemiddeld bezoekersaantal van 100.000 bezoekers per jaar. Dat zijn twee tot drie keer zoveel bezoekers als het museum in de tijd daarvoor heeft gehaald. De 'verdubbelingsformule' bij een nieuw gebouw is een vaak (ook bij andere musea) gehandhaafde formule bij de inschatting van haalbare bezoekersaantallen. 1987-1994 1996 - 2000 2003 2004 2005-2010
Oudbouw voor de verbouwing Tijdelijk gebouw op de Vonderweg Openingsjaar nieuwbouw Eerste jaar na opening nieuwbouw Het nieuwe Van Abbemuseum
gemiddeld 42.000 bezoekers gemiddeld 31.500 bezoekers eenmalig 172.500 bezoekers 99.000 bezoekers gemiddeld 84.500 bezoekers per jaar
Een gezond streven voor de komende beleidsperiode van het Van Abbemuseum is een gemiddelde van 100.000 bezoekers per jaar. Daarbij moet het onderwerp van discussie worden of er extra nadruk gelegd moet worden op het werven van vol betalende bezoekers en of, en hoe, het museum kan beïnvloeden dat er meer toeristen (dat zijn meestal de vol betalende bezoekers) naar Eindhoven en het Van Abbemuseum komen. Het museum heeft in de afgelopen jaren een beleid gevoerd om de deuren te openen voor iedere burger. Als doelstelling van de Gemeente is op dit moment een bezoekersaantal van 72.000 tot 80.000 bezoekers gedefinieerd. De gratis donderdagavond werd vijf jaar geleden ingevoerd om iedere burger de kans te geven het museum te bezoeken, ook mensen die het geld hiervoor niet hebben. Deze gratis openstelling op donderdagavond heeft het museum €30.000 per jaar gekost, dit is in overleg met het toenmalige bestuur gegaan. Door de bezuinigingsmaatregelen van de gemeente heeft het museum dit beleid scherp bijgesteld. Sinds medio 2011 is het Van Abbe één avond per maand gratis geopend in plaats van vier tot vijf avonden. Deze gratis avond is, net als de museumnachten, de deelname aan 'Hallo Cultuur' en de vrije entree tijdens openingen van tentoonstellingen, onderdeel van een gastvrij beleid voor alle sociale klassen en geldbeurzen. Ook richt het museum zich nadrukkelijk op studenten, jongeren en kinderen - die allemaal geen vol betalend publiek zijn. Natuurlijk staat het de gemeenteraad vrij de directie te vragen om gereduceerd en gratis entree te beperken en de entreeprijzen te verhogen. Gezien de verhouding van het aantal tentoonstellingen die een bezoeker per keer kan zien en de totale m2 tentoonstellingsoppervlakte, liggen de toegangsprijzen echter binnen de marge van vergelijkbare musea in Nederland en zit er niet veel ruimte of elasticiteit in de prijs.
Het Van Abbemuseum en de ambities van de gemeente Eindhoven De kernwaardes van het Van Abbemuseum sluiten nauw aan bij de zogenaamde merkwaardes van de gemeente Eindhoven, die in de Citymarketingstrategie van augustus 2010 als volgt gedefinieerd zijn
grensverleggend inhoudelijk gedreven doelbewust vriendelijk inventief
In zijn Citymarketing definieert de gemeente Eindhoven geen klassieke toeristische doelgroepen of doelstellingen, zoals andere grote Nederlandse steden, die naast de zakelijke promotie ook duidelijk insteken op (inter)nationale toeristen. Doelgroepen van de gemeente Eindhoven zijn
(internationale) technologisch innovatieve bedrijven en researchinstituten (internationale) kenniswerkers (internationale) studenten (internationale) zakelijke bezoekers
De concentratie ligt daarbij op technologie, kennis en design. Een museum als het Van Abbemuseum ligt met zijn experimenteel, grensverleggend en uitdagend beleid volledig op de inhoudelijke lijn van de gemeente Eindhoven.
Bezuinigingen door extra inkomsten – een beknopte reactie op het initiatiefvoorstel In het initiatiefvoorstel van de PvdA wordt een berekening opgesteld hoe het museum in de toekomst door extra inkomsten van (vol)betalende bezoekers zijn exploitatie aanvullend kan financieren. Er wordt daarvan uitgegaan dat binnen vier jaar een bezoekersaantal van 221.000 bezoekers een haalbare kaart is en – het meest belangrijke punt hier – dat dit een bezuiniging van rond € 1.000.000 op de exploitatie mogelijk zou moeten maken. Deze berekening van € 1.000.000 is geheel en alleen gebaseerd op de bezoekersaantallen van vijf andere – weinig vergelijkbare musea – zonder deze in een context te plaatsen. Om de berekeningen in het initiatiefvoorstel enigszins te kunnen toetsen op hun haalbaarheid, is het echter dringend noodzakelijk een context te schetsen. Voor deze commissienota kunnen wij slechts op enkele punten ingaan, die volgens ons in ieder geval geschetst moeten worden, wil je een betrouwbare vergelijking van de potenties van de diverse musea maken. Belangrijke aandachtspunten zijn naar ons idee bijvoorbeeld de omvang van een collectie en de vertegenwoordigde kunst stromingen in een collectie, gezien deze ook weer in verband staan met de bandbreedte van tijdelijke tentoonstellingen die je voor een museum gaat plannen. De Kunsthal Rotterdam laten wij bij deze aanvullende informatie buiten beschouwing. Een kunsthal is qua taakstelling en programmering niet te vergelijken met een museum, dat niet alleen presentatie taken heeft, maar ook een opdracht als erfgoedinstelling en kennisinstituut. Een vergelijking van inkomsten met de Kunsthal Rotterdam is echter ook volledig vertekenend, omdat bij de Kunsthal de Museumjaarkaart niet geldig is, wat voor alle anderen musea een belangrijke factor voor de gereduceerde entreegelden is.
Van Abbemuseum
Boijmans v.
Gem.museum
Groninger
Bonnefanten
Beuningen
Den Haag
Museum
Maastricht
135.000
40.000
12.000
Rotterdam Aantal objecten collectie
4.000
140.000
(manier van inventarisatie verschilt per museum)
Tentoonstellingsoppervl.
4.000 m²
13.000 m²
10.871 m²
4.654 m²
16.000 m²
3,3 x VAM
2,7 x VAM
1,2 x VAM
4,0 X VAM
Vertegenwoordigde
Moderne en
Oude Kunst vanaf
Moderne kunst,
Groninger
Moderne en
stromingen / sollecties
hedendaagse
de vroege
Prentenkabinet
cultuurgeschieden
hedendaagse
kunst (20ste en
middeleeuwen),M
(19de en 20 ste eeuw),
is,
kunst,
oderne kunst
Mode,
Moderne kunst,
Middeleeuwse
Hedendaagse
Muziekinstrumenten
Hedendaagse
sculptuur ,
kunst,
collectie,
kunst,
Vroege Italiaanse
Design
Kunstnijverheid,
Mode,
schilderkunst
(keramiek,
Design,
(16de – 17de
aardewerk, meubels
Kunstnijverheid,
eeuw),
etc.),
Diverse collecties
Limburgse kunst
Collectie Mesdag en
17de eeuwse
(19de en 20ste
Israëls
schilderijen,
eeuw)
ste
21 eeuw)
tekeningen, prenten, Aziatische keramiek
Gemeentelijke bijdrage
4.063
(x 1.000 euro)
10.044
9.768
4.871
4.432
2,5 x VAM
2,4 x VAM
1,2 x VAM
1,1 x VAM
(op basis van 2009 – 2010 was niet voor alle musea openbaar beschikbaar) Totale kosten
6.472
18.318
13.177
10.902
6.146
2,8 x VAM
2,0 x VAM
1,7 x VAM
0,9 x VAM
63%
55%
74%
45%
72%
Arbeiders
Toeristen en
Toeristen en
Toeristenstad
Toeristen en
(kenniswerkers)
studentenstad
studentenstad
(x 1.000 euro) (op basis van 2009 2010 was niet voor alle musea openbaar beschikbaar)
% Gemeentelijk bijdrage in verhouding tot kosten Stedelijke kenmerken
en studentenstad
studentenstad
Uit dit overzicht wordt zichtbaar hoe voorzichtig men moet zijn met vergelijkingen tussen musea - een museum als het Gemeentemuseum met een veelvoud aan verschillende collecties en kunststromingen is weinig vergelijkbaar met een specialistisch Van Abbemuseum. In een dusdanig rudimentaire vergelijking moet naast de genoemde parameters ook de toeristische potentie van de steden en hun toeristisch beleid aandacht krijgen. Groningen heeft het geringste aantal inwoners in de eigen provincie, maar wel de meeste hotelovernachtingen van alle steden, namelijk 325.000 per jaar, dicht gevolgd door Rotterdam en Den Haag. Last but not least is het beleid van de instellingen natuurlijk bepalend. Alle in het initiatiefvoorstel genoemde instellingen hebben – door de breedte en de grootte van hun verzamelingen – de kans een meer divers publiek aan te spreken dan het Van Abbemuseum dat kan doen. Dat is onafhankelijk van het feit of zij een meer laagdrempelig of uitdagend beleid maken. Hier gaat het alleen maar om hoeveel verschillende doelgroepen je raakt je met je kerncollectie(s) en je tentoonstellingsbeleid, dat natuurlijk altijd in verband staat met je collectie. Daarbij kiest het Gemeentemuseum Den Haag duidelijk voor een Blockbuster strategie, het Groninger Museum met veel van zijn tentoonstellingen voor een zeer laagdrempelige benadering, het Boijmans van Beuningen en het Gemeentemuseum kunnen alleen al door hun enorme collecties heel divers insteken en het Bonnefanten Museum Maastricht heeft een klassieke en bevestigende benadering in een heel toeristische stad. Met deze overzichten willen wij een context te geven voor de potentie van het museum en streven we er niet naar om het inderdaad lagere aantal (vol)betalende bezoekers van het Van Abbemuseum te verdoezelen. Het is echter niet voldoende om je blind te staren op de verhoging van bezoekersaantallen en willekeurige nieuwe doelstellingen voor bezoekers en inkomsten hieruit te bepalen.
Museum
Plaats
% volbetalende bezoekers tov inwoners (bron: Inwoners 2010 Raaijmakers)
% betalende bezoekers tov inwoners (bron: Raaijmakers)
% totaal bezoekers tov inwoners (bron: NMV* 2010)
Van Abbemuseum
Eindhoven
215.986
4%
24%
56%
Boijmans van Beuningen
Rotterdam
610.174
10%
29%
49%
Gemeente Museum Den Haag
Den Haag
494.898
13%
49%
59%
Groninger Museum
Groningen
190.148
39%
108%
120% (2009)
Bonnefanten Museum
Maastricht
119.658
38%
79%
85%
* NMV = Nederlandse Museum Vereniging
Het initiatiefvoorstel van de PvdA gaat ervan uit dat het Van Abbemuseum in 2015 dezelfde positie met betrekking tot volbetalende bezoekers moet hebben als het Boijmans van Beuningen in Rotterdam en het Gemeentemuseum in Den Haag. Twee musea, die gemiddeld 3 keer zo groot zijn als het Van Abbemuseum, met collecties die vele keren groter zijn als die van het Van Abbemuseum, en met een begroting die 2,8 respectievelijk 2,0 keer zo groot is als het Van Abbemuseum. Daarbij is het de vraag of een blockbuster-strategie de juiste strategie is om dat te behalen. Voor het bereiken van een breder publiek en het trekken van vooral veel publiek en om de genoemde cijfers te halen zou een zogenoemde blockbuster natuurlijk een mogelijke oplossing kunnen zijn. Een oplossing om bezuinigingen van € 1.000.000 per jaar te rechtvaardigen is een blockbuster tentoonstelling met zekerheid niet. Hoogwaardige en unieke blockbuster tentoonstellingen met werken uit de klassieke moderne, met veel en waardevolle bruiklenen uit het buitenland zijn vooral zeer kostbaar. De kosten voor een blockbuster tentoonstelling met minimaal 50 bruiklenen wereldwijd van een kunstenaar of kunstenaars, wiens werken al
wereldwijd bekendheid hebben en op de markt voor meerdere miljoenen verhandeld worden, liggen voor een museum van de grootte van het Van Abbemuseum snel bij een budget van ca. € 700.000 per tentoonstelling (voor een looptijd van ca. 4 maanden) en met een voorbereidingstijd van meerdere jaren, om de bruiklenen uit alle delen van de wereld te halen. Verzekerings- en transportkosten voor dusdanige projecten zijn exorbitant. Omdat dusdanige projecten in Nederland erg moeilijk te financieren zijn heeft de Turing Foundation bijvoorbeeld de Turing Prijs uitgeroepen. Een prijs, die het maken van tentoonstellingen met grote buitenlandse bruiklenen mogelijk kan maken. Eens in de twee jaar kan een museum € 450.000 winnen voor een dergelijk duur project. De toekomstige afname in financieringsmogelijkheden door landelijke fondsen zal daarbij de concurrentie op de beschikbare middelen aanjagen. Het Van Abbemuseum gelooft dat juist het varen van een eigen koers en het kiezen van een niche positie meer mogelijkheden biedt om een sterk imago op te bouwen dat juist aantrekkelijk is door zijn eigenzinnigheid. Zowel het Boijmans van Beuningen als ook het Gemeentemuseum Den Haag maken zulke grote en zeer dure tentoonstellingen als onderdeel van hun beleid, maar zien dat zeker niet als middel om hun exploitatie te financieren. Integendeel, deze tentoonstellingen zijn niet gegarandeerd winstgevende ondernemingen. Er is altijd nog een stevige financiering door derden nodig om de kosten te dekken. Om kosten te delen en te reduceren worden blockbuster tentoonstellingen normaliter ook als tournee gepland, wat betekent dat het museum ook hier weer veel voorbereidingsjaren in moet steken.
De potentie en toekomst van het Van Abbemuseum Voor de toekomst – ook de financiële – van het Van Abbemuseum is het noodzakelijk binnen de kracht en potentie van het museum te werken en niet te proberen concepten van andere musea blind te kopiëren. Het museum was en is een museum van hedendaagse kunst, ook in de ogen van de ‘grondlegger’ Henri van Abbe. Als het trouw blijft aan zijn verleden , moet het de Eindhovenaren en de bezoekers uit alle wereld uitnodigen en meenemen in zijn experimenten in de hedendaagse kunst en op strijdbare posities. De kracht van het Van Abbemuseum lag en ligt in zijn vernieuwende karakter, in het lef dat het museum al meer dan 65 jaren toont om anders te zijn, tegendraads, tegen de wind in. Het museum heeft een uitstekende internationale reputatie, een zeer goed netwerk zowel lokaal als ook internationaal en veel steun uit het Eindhovense zakenleven. Het werkt met concepten van morgen en dat zouden wij als stad moeten ondersteunen en niet onderuithalen. Willen wij in tijden van bezuinigingen en economische recessie daarin slagen een duurzaam antwoord te vinden, dat dicht bij het Van Abbemuseum staat en dicht bij Eindhoven, dan is het nodig de experimentele geschiedenis van het Van Abbemuseum voor ons te laten werken. Het Van Abbemuseum moet uitgenodigd worden een beleidsplan uit te werken, dat aansluit bij een transparant en verspreid museum; dat op intelligente manier met het fenomeen blockbuster omgaat en verrassende financieringsmodellen hiervoor voorstelt, zoals bijvoorbeeld het verhuren van de oudbouw en het tijdelijke maken van tentoonstellingen op andere plaatsen in de stad; dat rekening houdt met de kracht van Eindhoven en Brabant, namelijk in bredere verbanden te denken en netwerken ook financieel in te zetten. Naast het onderzoeken van de mogelijkheden voor het aanspreken van een lokaal publiek en het verhogen van inkomsten uit ticketverkoop of verhuur van ruimtes, is juist het uitdagende beleid van het Van Abbemuseum geschikt voor andere bronnen en modellen van inkomsten. Ontwikkeling van commerciële bruiklenen, een verdere uitbouw van advieswerkzaamheden in het nationaal en internationaal circuit en het opbouwen van een
hechtere verbinding met private collectioneurs, sponsoren en mecenas zijn van even groot belang om de financiering van het Van Abbemuseum zeker te stellen. Als directie van het Van Abbemuseum zijn wij bereid deze uitdaging aan te gaan, als we een brede visie op het beleid kunnen ontwikkelen en als we gebruik kunnen maken van al de mogelijkheden van ons museum, Eindhoven en de kunstwereld om zowel financieel gezond als artistiek leidend te blijven.
Eindhoven, 13 oktober 2011 Van Abbemuseum