Nota van zienswijzen Bestemmingsplan Gerbergaweg Schepersweg
Afdeling Plannen & Projecten Sector Ruimte Gemeente Roermond
Het ontwerpbestemmingsplan Gerbergaweg Schepersweg heeft vanaf 25 mei 2011 gedurende zes weken (tot en met 5 juli 2011) ter inzage gelegen, na voorafgaande publicatie op 24 mei 2011 op de Gemeentepagina in de Trompetter, op www.roermond.nl en in de Staatscourant. Gedurende de periode van terinzagelegging was het ontwerpbestemmingsplan digitaal raadpleegbaar op de websites www.ruimtelijkeplannen.nl en www.ruimtelijkeplannen.roermond.nl. Gedurende de termijn van terinzagelegging heeft een ieder de mogelijkheid gehad zienswijzen omtrent het ontwerpbestemmingsplan in te dienen. Er zijn vier zienswijzen ontvangen. Gedeputeerde Staten van Limburg hebben bij brief van 30 mei 2011 (kenmerk: CAS201100007287 DOC201100068828) aangegeven geen aanleiding te zien om een zienswijze in te dienen. Hieronder worden de ontvangen zienswijzen samengevat, waarbij de reactie van de gemeente is weergegeven. Ad. 1 a) In het bestemmingsplan wordt een groene afscheiding tussen de bedrijfskavels en het perceel gelegen aan de Hoofdstraat 47 mogelijk gemaakt, doch niet vastgelegd. Verzocht wordt om ter plaatse van de erfgrens een groenzone van 5 meter op te nemen. Standpunt gemeente Een brede groenzone wordt ter plaatse niet wenselijk geacht, omdat het onderhoud ter plaatse moeilijk te regelen is. Een onderhoudsvriendelijkere optie is een groene afscheiding. Het opnemen van een groenbestemming betekent echter nog niet dat de verplichting bestaat om ter plaatse een groene afscherming aan te brengen. De initiatiefnemer voert overleg met indiener om privaatrechtelijke afspraken te maken over de afscherming tussen het bedrijfskavel en het woonperceel. Het bestemmingsplan regelt dat ter plaatse geen bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan. Met een aanduiding is geregeld dat enkel parkeervoorzieningen zijn toegestaan. b) De maximale bouwhoogte voor de bedrijfskavels bedraagt 8 meter. In het plan zijn echter algemene wijzigings- en afwijkingsmogelijkheden opgenomen van respectievelijk 25% en 15%. Indiener verzoekt de wijzigings- en afwijkingsmogelijkheden voor de bedrijfsbestemming uit te sluiten. Standpunt gemeente De toepassing van algemene wijzigings- en afwijkingsmogelijkheden is een bevoegdheid en geen verplichting. Bij de beslissing over de toepassing van deze mogelijkheden moet dus een afweging worden gemaakt, waarbij ook de belangen van de omliggende woningen een rol spelen. Zo kan de omgevingsvergunning om af te wijken enkel worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Tot slot wordt opgemerkt dat tegen een wijzigingsplan of tegen een verleende omgevingsvergunning rechtsbeschermingsmogelijkheden open staan. c) Binnen de bestemming Bedrijf – 1 worden bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan, waaronder detailhandel in auto’s en motoren. Dit betreft bezoekersintensieve bedrijven, waarbij tevens sprake zal zijn van geluidsoverlast van motoren. Verzocht wordt detailhandel in auto’s en motoren uit te sluiten op de gronden grenzende aan het perceel Hoofdstraat 47. Standpunt gemeente
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen wordt de milieuzonering in het plangebied aangepast Er wordt bepaald dat bedrijven in categorie 2 enkel zijn toegestaan vanaf een afstand van 30 meter vanaf de bestaande woning. Naast de woning Hoofdstraat 47 zijn enkel categorie 1 bedrijven toegestaan. Een bedrijf met detailhandel in auto’s en motoren wordt aangemerkt als een categorie 2 bedrijf en is dus ter plaatse niet toegestaan. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de ingediende zienswijze. d) De afstand van bedrijven in milieucategorie 3 tot woningen dient minimaal 50 meter te bedragen. Voorts zijn er binnen categorie 3 bedrijven waarvoor een afstand van 100 meter geldt. Verzocht wordt categorie 3 bedrijven op een afstand van 50 meter vanaf de woning aan de Hoofdstraat 47 toe te staan. Standpunt gemeente De milieuzonering in het bestemmingsplan wordt aangepast naar aanleiding van de ingediende zienswijzen. Dit betekent dat categorie 3.1 bedrijven enkel worden toegestaan op een afstand van 50 meter van de woningen. Categorie 3.2 bedrijven worden enkel toegestaan op een afstand van minimaal 100 meter van de bestaande woningen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de ingediende zienswijze. Overigens geldt voor een deel van de bedrijfsbestemmingen, nu reeds een bedrijfsbestemming in het vigerende bestemmingsplan Zuidelijke stadsrand. In dit bestemmingsplan zijn categorie 3 inrichtingen onbeperkt toegestaan en de maximale hoogte is 15 meter, tevens zijn de bouwvlakken groter. Het voorliggende bestemmingsplan vormt voor dit deel dus een beperking van de huidige mogelijkheden. e) In het bestemmingsplan worden maximaal bedrijven tot en met categorie 3 toegelaten. In de bedrijvenstaat behorende bij het bestemmingsplan zijn ook bedrijven in de categorieën 4 en 5 opgenomen. Daar deze niet gevestigd kunnen worden, wordt verzocht om deze categorieën uit de bedrijvenstaat te verwijderen. Standpunt gemeente In de Staat van Bedrijfsactiviteiten, behorende bij het ontwerpbestemmingsplan zijn bedrijven tot en met milieucategorie 5 opgenomen. Dit is teruggebracht naar milieucategorie 4.1. Dit neemt niet weg dat in de bedrijfsbestemmingen is opgenomen dat enkel bedrijven in de categorieën 1, 2 of 3 zijn toegestaan. Door in de Staat van Bedrijfsactiviteiten ook een hogere categorie op te nemen, wordt het onderscheid tussen de verschillende categorieën duidelijker. Hetgeen in de bestemmingsomschrijving staat opgenomen, blijft echter leidend. Daarnaast kan de inhoud van de Staat van Bedrijfsactiviteiten van belang zijn bij de toepassing van de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden naar een hogere categorie (onder de voorwaarde dat de activiteiten naar hun aard en invloed op de directe omgeving gelijk kunnen worden gesteld met een ter plaatse toegelaten milieucategorie). f)
In de toelichting is opgenomen dat bedrijfsactiviteiten uitsluitend inpandig zullen plaatsvinden. Dit is niet in de regels vastgelegd.
Standpunt gemeente De zinsnede dat bedrijfsactiviteiten uitsluitend inpandig zullen plaatsvinden heeft betrekking op de strook naast het perceel Hoofdstraat 47. Hier is met een aanduiding in de regels vastgelegd dat geen bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan, maar enkel parkeervoorzieningen. In de toelichting zal duidelijker worden vermeld dat dit enkel voor deze strook geldt.
g) Verzocht wordt inzicht te verschaffen in de geluidssituatie als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen en zonodig maatregelen te treffen. Standpunt gemeente Onder andere in verband met het aspect geluid is in het bestemmingsplan een milieuzonering opgenomen. Bedrijven met een hogere geluidsbelasting vallen onder een hogere milieucategorie en moeten op een grotere afstand van woningen gesitueerd worden. Bedrijven die weinig geluidsoverlast veroorzaken vallen onder een lagere categorie en kunnen op een kortere afstand van woningen gevestigd worden. Indien zich een concreet bedrijf ter plaatse vestigt, passend binnen de toegelaten milieucategorie, dan moet dit bedrijf voldoen aan de van toepassing zijnde milieuregels. Overigens geldt voor een deel van de bedrijfsbestemmingen, nu reeds een bedrijfsbestemming in het vigerende bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand. In dit bestemmingsplan zijn categorie 3 inrichtingen onbeperkt toegestaan en wordt geen verder onderscheid gemaakt. De nu opgenomen milieuzonering vormt dus een beperking ten opzichte van de huidige situatie en daarmee een verbetering ten opzichte van de nabijgelegen woningen. h) In het kader van de economische uitvoerbaarheid wordt verzocht inzicht te geven in een planschaderisicoanalyse. Standpunt gemeente In verband met het aspect planschade is in de realiseringsovereenkomst met de ontwikkelaar van de bedrijfspercelen vastgelegd dat deze eventueel te betalen planschade aan de gemeente vergoedt. De zakelijke inhoud van deze overeenkomst heeft ter inzage gelegen. Voor wat betreft de percelen, waarvan de gemeente de ontwikkeling voor haar rekening neemt, is in de exploitatieopzet rekening gehouden met eventuele planschade. Mogelijk te vergoeden planschade vormt dus geen belemmering voor de economische uitvoerbaarheid van het plan. Ad. 2 a) Verzocht wordt inzicht te geven in de te nemen maatregelen ten aanzien van de te bouwen bedrijfsgebouwen in samenhang met geluid. Standpunt gemeente Er wordt verwezen naar de reactie onder 1g. b) Vanwege het hoogteverschil tussen de nieuwe bedrijfskavels en de omliggende percelen is de bouwhoogte van 8 meter volgens indiener te hoog. Dit zal leiden tot een grote beperking van dagen zonlichtinval. Bovendien verdwijnt het vrij uitzicht. Dit alles zal leiden tot waardevermindering. Standpunt gemeente Voor een deel van de bedrijfsbestemming geldt in het vigerende bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand reeds een bedrijfsbestemming. Op dit deel is reeds bebouwing toegestaan met een maximale bouwhoogte van 15 meter. In het voorliggende plan is dit teruggebracht tot 8 meter. Bovendien zijn de bouwvlakken kleiner geworden. Voor een klein deel is sprake van een nieuwe bedrijfsbestemming. Op dit deel is in het vigerende bestemmingsplan sprake van een wijzigingsbevoegdheid naar ‘woondoeleinden’. Het was dus reeds te verwachten dat ter plaatse ontwikkelingen zouden kunnen plaatsvinden. In verband met de woningen aan de Schepersweg is aan de straatzijde een groenbestemming opgenomen om een goede aansluiting te creëren van de bedrijfsbestemming naar de woonbestemming. In de bedrijfsbestemming is een bouwvlak opgenomen, om te zorgen voor een goede stedenbouwkundige inpassing van de gebouwen. Naar aanleiding van de reacties op het voorontwerp is de maximale hoogte van de bedrijfsgebouwen reeds
teruggebracht van 11 meter naar 8 meter. Voor wat betreft mogelijke schaduwwerking wordt opgemerkt dat gezien de ligging van het bouwvlak ten opzichte van de bestaande woningen aan de Schepersweg mogelijke schaduwwerking beperkt wordt tot de ochtend gedurende de winterperiode. In de loop van de ochtend verdwijnt de schaduwwerking voor deze woningen. De schaduwwerking is dus beperkt en van een onevenredige aantasting van de bezonning is geen sprake. Een beperking van daglicht is gezien de afstand (minimale afstand bouwvlak tot aan de woning bedraagt 25 meter) tussen de woningen en de bouwvlakken niet aan de orde. Ten aanzien van het verdwijnen van vrij uitzicht wordt opgemerkt dat ter plaatse sprake is van een stedelijke omgeving op de overgang tussen een woonomgeving en het bedrijventerrein. Het ruimtelijk beleid in Nederland is gericht op inbreiden in plaats van uitbreiden in het buitengebied. Het opvullen 1 van deze locatie past hierbij. Er bestaat geen blijvend recht op een vrij uitzicht . In verband met de door inspreker gevreesde waardevermindering, wordt gewezen op de mogelijkheid om een verzoek om vergoeding van planschade in te dienen. Belanghebbenden kunnen een verzoek doen indien schade wordt geleden in de vorm van een waardevermindering als gevolg van de vaststelling van het bestemmingsplan. Dit verzoek dient gericht te worden aan het college van B&W, binnen vijf jaar nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. c) De afstand van bedrijven met milieucategorie 3 tot woningen dient ten minste 50 meter te bedragen. Standpunt gemeente Er wordt verwezen naar de reactie onder 1d. d) In de toelichting is opgenomen dat bedrijfsactiviteiten uitsluitend inpandig zullen plaatsvinden. Dit is niet in de regels vastgelegd. Standpunt gemeente Er wordt verwezen naar de reactie onder 1f. e) In het kader van de economische uitvoerbaarheid wordt verzocht inzicht te geven in een planschaderisicoanalyse. Standpunt gemeente Er wordt verwezen naar de reactie onder 1h. Ad. 3 a) Uit de overwegingen omtrent het wettelijk kader van de bestemmingsplanwijziging blijkt dat niet een afzonderlijke overweging is gemaakt van het beleid ten opzichte van de verschillende bestemmingen. Standpunt gemeente In hoofdstuk 2 van de toelichting wordt uitgebreid ingegaan op nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid. In de structuurvisie Roermond, vastgesteld door de gemeenteraad op 29 maart 2001, wordt gesproken over enerzijds afronding van de woonbebouwing in Merum en anderzijds
1
Zie o.a. uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, d.d. 21 april 2010, zaaknummer 200904821/1/R3
afronding van het bedrijventerrein ten noorden van Solvay. Voorts wordt aangestipt dat sportvoorzieningen aanpassing behoeven. Uiteraard komen de verschillende functies in de toelichting aan de orde. Er wordt rekening gehouden met de aanleg van een vierde voetbalveld, een groensingel, enkele bedrijfskavels, enkele nieuwe woonkavels en ruimte voor een maatschappelijke functie in de vorm van een kinderdagverblijf. b) Het is onvoldoende duidelijk dat het nieuwe bedrijventerrein niet een uitbreiding betreft van het reeds bestaande Solvay-terrein, maar dat het gaat om een nieuw op te richten terrein. Standpunt gemeente Het voorliggende bestemmingsplan omvat de mogelijkheid om nieuwe bedrijfskavels te realiseren in aansluiting op het bestaande bedrijventerrein ‘Merum’. Het bedrijventerrein Solvay ligt verderop ten zuidwesten van de Schepersweg. Het grootste gedeelte van de gronden met de bedrijfsbestemming heeft in het vigerende bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand reeds een bedrijvenbestemming. De gronden krijgen in het voorliggende bestemmingsplan opnieuw een bedrijvenbestemming. De bouwvlakken worden echter beperkt, evenals de maximaal toegestane bouwhoogte. Tevens wordt de milieuzonering gespecificeerd. Feitelijk worden de reeds bestaande mogelijkheden hierdoor beperkt. c) De overweging dat geen onderzoek naar akoestiek hoeft plaats te vinden wanneer sprake is van een 30 km-zone is volgens inspreker niet juist. Een goed akoestisch onderzoek naar de gevolgen van de nieuwe bestemmingen op de reeds bestaande woningen ontbreekt, waardoor de ruimtelijke onderbouwing op dit punt onzorgvuldig is. Standpunt gemeente Op basis van de Wet geluidhinder is het niet noodzakelijk om geluidsonderzoek uit te voeren wanneer een bouwplan niet in een invloedszone van een weg gelegen is. Een 30 km-weg kent geen invloedszone. Het is daarom niet noodzakelijk een geluidsonderzoek uit te voeren. Er dient dan wel duidelijk te zijn dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat met betrekking tot de te realiseren functies. Voor wat betreft de nieuwe woonkavels geldt dat het aantal verkeersbewegingen niet zodanig toeneemt dat het geluid van het verkeer het woon- en leefklimaat aantast. Voor wat betreft de bedrijfskavels is onder meer vanwege het geluidsaspect een milieuzonering opgenomen in het bestemmingsplan. Zie de reactie onder 1g. Binnen de bestemming Maatschappelijk is een bouwvlak opgenomen. Buiten het bouwvlak mogen geen buitenactiviteiten plaatsvinden, enkel parkeervoorzieningen zijn ter plaatse toegestaan. Op basis van globale verkeersberekeningen en door de toepassing van milieuzonering, waarin het aspect geluid ook is meegenomen, kan geconcludeerd worden dat ter plekke een goed woon- en leefklimaat te garanderen is en dat het dus niet noodzakelijk is om nader geluidsonderzoek uit te voeren in het kader van de bestemmingsplanprocedure. d) De bestemming maatschappelijk is onvoldoende concreet en brengt derhalve veel onzekerheden met zich mee. Vanwege het beginsel van rechtszekerheid dient deze bestemming niet als zodanig te worden opgenomen. Bovendien is de plantoelichting hiervoor niet zorgvuldig, omdat niet is berekend naar wat er maximaal mogelijk is. Standpunt gemeente De bestemming Maatschappelijk zal nader geconcretiseerd worden, door in het bestemmingsplan op te nemen dat enkel de functie kinderopvang (inclusief buitenschoolse opvang) is toegestaan. In het bestemmingsplan is opgenomen dat aan de parkeernorm op eigen terrein moet worden voldaan. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning wordt hieraan getoetst.
e) De normafstand van bedrijfsfuncties ten opzichte van woonfuncties wordt niet correct gehanteerd. De normafstanden van 30 en 50-100 meter dienen te worden gehanteerd om een goed woon- en leefklimaat te garanderen. Met name ten opzichte van de woning aan de Schepersweg 7 worden de diverse afstanden niet gehaald. Standpunt gemeente Er wordt verwezen naar de reactie onder 1c en 1d. f)
Uit te planregels blijkt dat ter plaatse detailhandel in auto’s gevestigd mag worden. Hierbij is geen aanduiding gegeven voor de omvang. Uit de plantoelichting volgt bovendien niet dat rekening is gehouden met een garagebedrijf ter plaatse en de geldende afstandsnormen.
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is de milieuzonering in het plangebied aangepast. Er is bepaald dat bedrijven in categorie 2 enkel zijn toegestaan vanaf een afstand van 30 meter vanaf de woningen. Een bedrijf met detailhandel in auto’s en motoren wordt aangemerkt als een categorie 2 bedrijf en is dus niet toegestaan binnen een afstand van 30 meter van de woningen. Op de bedrijfskavels, die zijn gelegen op een afstand van meer dan 30 meter van de woningen is detailhandel in auto’s en motoren wel toegestaan. Er wordt dus wel rekening gehouden met de afstandsnormen. g) In het kader van de bestemmingsplanprocedure wordt overwogen dat niet de milieuwetgeving aan de orde is, maar de vraag of er voor omwonenden een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. Standpunt gemeente In verband met het woon- en leefklimaat is in het bestemmingsplan een milieuzonering opgenomen. Deze is aangepast naar aanleiding van de ingediende zienswijzen. Met de milieuzonering worden de richtafstanden die worden geadviseerd aan te houden tussen woningen en bepaalde categorieën bedrijven vastgelegd in het bestemmingsplan. Daarnaast moeten bedrijven voldoen aan de van toepassing zijnde milieuregels. h) In de toelichting is niet berekend wat de gevolgen zijn van de nieuwe bestemmingen ten aanzien van parkeren en verkeersbewegingen. Dit betreft met name het parkeren voor de nieuwe bedrijven, alsmede de toename van verkeersbewegingen als gevolg van de planologische wijziging. Standpunt gemeente In verband met het parkeren is in het bestemmingsplan geregeld dat voldoende ruimte aanwezig moet zijn om zowel het parkeren als het eventueel laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Hiervan kan worden afgeweken indien anderszins in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. De toetsing vindt plaats in het kader van de omgevingsvergunning die nodig is om de gebouwen te kunnen oprichten. In het nieuwe plangebied worden parkeerplaatsen gerealiseerd als onderdeel van de nieuw aan te leggen openbare ruimte binnen de bedrijfsbestemmingen. De bedrijfsbestemmingen laten de aanleg van deze parkeerplaatsen toe. Het zijn nieuwe parkeerplaatsen, die aangelegd zullen worden op het terrein dat nu braak ligt, als onderdeel van de totale te realiseren infrastructuur. Het betreft dus geen bestaande openbare ruimte. Voor wat betreft verkeer kan op basis van een uitgevoerde berekening, aan de hand van gegevens van het CROW, worden geconcludeerd dat het aantal verkeersbewegingen ten gevolge van de nieuwe ontwikkelingen slechts beperkt toeneemt ten opzichte van de huidige situatie. Bovendien
betreft het voor een deel ontwikkelingen die reeds zijn toegestaan op basis van het vigerende bestemmingsplan. Voor het bedrijventerrein wordt een verkeersgeneratie van 138 motorvoertuigen per etmaal verwacht. De ontsluiting van de nieuwe bedrijfskavels vindt plaats via het bestaande bedrijventerrein en dus niet voor de woningen aan de Schepersweg/ Hoofdstraat. Voor de kinderopvang wordt een maximale verkeersgeneratie van 165 motorvoertuigen per etmaal verwacht. Als gevolg van de aanleg van het sportveld worden geen extra verkeersbewegingen verwacht. Voor de nieuwe woningen wordt een verkeersgeneratie van 26 motorvoertuigen per etmaal voorzien. De extra verkeersgeneratie leidt niet tot knelpunten in de verkeersafwikkeling. i)
Uit de waterparagraaf volgt niet dat de percelen van omwonenden aanzienlijk lager gelegen zijn dan de percelen voor de bedrijfsbestemming. Er wordt uitdrukkelijk verzocht om onderzoek te doen naar de gevolgen van bebouwing en de waterafvoer die mogelijk via de percelen van de woningen zal lopen.
Standpunt gemeente Onderdeel van het infiltratieonderzoek en waterparagraaf (Aeres, d.d. 22-12-2010) is een hoogtekaart. Er is dus wel rekening gehouden met de hoogteverschillen in het terrein. In de waterparagraaf is onderbouwd dat infiltratie in de bodem plaats kan vinden. Wanneer infiltratie niet volledig mogelijk is in het geval van een overvloedige regenbui zal er voor gezorgd worden dat het water afgevoerd wordt. In het civieltechnisch ontwerp zal hier rekening mee gehouden worden door er voor te zorgen dat het regenwater niet naar omliggende percelen van omwonenden wordt afgevoerd maar in de richting van de beken die rondom het plangebied gelegen zijn. Voor wat betreft de openbare ruimte die in het plan wordt aangelegd is in de Technische Inrichtingeisen van de gemeente Roermond opgenomen dat de waterhuishoudkundige gevolgen van het plan niet op andere gebieden afgewenteld mogen worden. In de realiseringsovereenkomst met initiatiefnemer is vastgelegd dat daaraan voldaan moet worden. j)
Verzocht wordt de opmerkingen van het Waterschap ten aanzien van de onderhavige plannen, planologisch zodanig vast te leggen dat deze gegarandeerd zijn voor omwonenden.
Standpunt gemeente Met de opmerkingen van het Waterschap wordt rekening gehouden bij het opstellen van het civieltechnisch ontwerp en bij de planuitwerking. Deze detailaspecten kunnen niet in de regels van het bestemmingsplan worden opgenomen, aangezien het om aspecten gaat die de civieltechnische inrichting van het gebied betreffen of de bouwtechnische kant. Voor het overige wordt verwezen naar de reactie onder i. k) In het kader van de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt gesteld dat er geen noodzaak bestaat voor het thans aanleggen van nieuw bedrijventerrein, mede gezien de leegstand op het nabijgelegen bedrijventerrein. Standpunt gemeente Voor een groot deel is de realisatie van het bedrijventerrein reeds planologisch geregeld. Met het vigerende bestemmingsplan worden de bouwvoorschriften beperkt en wordt de milieuzonering aangepast. De planologische uitbreiding van de bedrijfsbestemming betreft slechts een beperkte uitbreiding. In deze beperkte uitbreiding van het bedrijventerrein Merum wordt ruimte geboden aan vrije kavels. Bedrijven krijgen de mogelijkheid om hier zelf voor een invulling te zorgen. Er worden met name kansen aangeboden aan startende en doorstartende ondernemers, omdat de kavels in een relatief goedkoop segment in de koopsector worden geprojecteerd. Het wordt daarmee interessant gemaakt om een bedrijfspand te kopen. Deze aangeboden bedrijvigheid is op dit moment nog
onvoldoende aanwezig in Roermond. Toevoeging van deze bedrijvigheid zorgt voor een nog grotere diversiteit in bedrijfsgebouwen, die de moderne gemengde uitstraling van het bedrijventerrein vergroten. l)
Vermindering van het woongenot is gelegen in te verwachten overlast als gevolg van bedrijvigheid, met name het uitzicht en dag- en zonlichttoetreding vanwege de hoogte van de bedrijven. Voorts wordt gevreesd voor geluidsoverlast en overlast als gevolg van verkeerstoename.
Standpunt gemeente Naar aanleiding van de reacties op het voorontwerp is de maximale hoogte van de bedrijfsgebouwen reeds teruggebracht van 11 meter naar 8 meter. Voor wat betreft mogelijke schaduwwerking wordt opgemerkt dat gezien de ligging van het bouwvlak ten opzichte van de bestaande woningen aan de Schepersweg mogelijke schaduwwerking beperkt wordt tot de ochtend gedurende de winterperiode. In de loop van de ochtend verdwijnt de schaduwwerking voor deze woningen. Voor de woningen aan de Hoofdstraat is de schaduwwerking eveneens beperkt tot het najaar en de winterperiode. De schaduwwerking is dus beperkt en van een onevenredige aantasting van de bezonning is geen sprake. Een beperking van daglicht is gezien de afstand tussen de woningen (afstand bouwvlak tot aan de woningen Schepersweg 7 / Hoofdstraat 45 bedraagt tenminste 22 meter) en de bouwvlakken niet aan de orde. Voor wat betreft geluid en verkeer wordt verwezen naar de reactie onder punt 3h. en onder 1g. m) Voor zover het ontwerpbesluit hogere grenswaarden betrekking heeft op de woningen gelegen aan de Schepersweg 7 en Hoofdstraat 45, wordt gesteld dat onvoldoende (bron)maatregelen zijn genomen en dat onvoldoende aandacht besteedt is aan de belangen van de bewoners aldaar. Standpunt gemeente Het ontwerpbesluit hogere grenswaarden heeft alleen betrekking op de nieuwe woningen ter plaatse van de huidige boerderij aan de Gerbergaweg 2. Voor de woningen gelegen aan de Schepersweg 7 en Hoofdstraat 45 zijn bij besluit van 26 januari 1999, kenmerk MBG 98059494/979 van het ministerie van VROM hogere grenswaarden van 55 dB(A) vastgesteld ten gevolge van het industrieterrein Solvay (toen nog Natronchemie). Het ontwerpbesluit betreft dus niet de woningen van cliënten. Ad. 4 a) De grond grenzende aan de achtertuin van de woning aan de Gerbergaweg 4 heeft thans de bestemming ‘agrarisch’. In het nieuwe bestemmingsplan krijgt deze grond de bestemming ‘wonen’. Dit houdt in dat wellicht ooit woningbouw zal worden toegestaan, hetgeen de privacy van indiener kan aantasten en de waarde en de verkoopbaarheid van het registergoed negatief kunnen beïnvloeden. Standpunt gemeente De gronden achter het perceel aan de Gerbergaweg 4 krijgen weliswaar de bestemming ‘wonen’ in onderhavig bestemmingsplan, er is ter plaatse echter geen bouwvlak opgenomen. Het bouwen van een nieuwe woning is daar dus niet toegestaan. De 3 nieuwe woningen worden aan de straatzijde gesitueerd, ter plaatse van het bouwvlak. b) Indiener is van mening dat de monumentale boerderij, gelegen aan de Gerbergaweg 2, niet gesloopt mag worden omdat het cultureel erfgoed betreft. De boerderij heeft echter niet de status van een beschermd monument.
Standpunt gemeente De boerderij aan de Gerbergaweg 2 heeft geen monumentale status en behoort niet tot beschermd cultureel erfgoed. Dit vormt dus geen belemmering voor de sloop van het pand. De beoordeling van een aanvraag om het pand te slopen vindt plaats in het kader van de omgevingsvergunning voor het slopen en niet in het kader van voorliggend bestemmingsplan. c) Op grond van de verbeelding behorende bij het ontwerpbestemmingsplan concludeert indiener dat de woonbestemming voorziet in ten minste 3 woningen en dat deze woningen gerealiseerd kunnen worden tot op de perceelsgrens. Derhalve bestaat de mogelijkheid om tegen de bestaande woning gelegen aan de Gerbergaweg 4 aan te bouwen. Hierdoor zou de woning aan de Gerbergaweg 4 de status van vrijstaande woning verliezen. Standpunt gemeente In het bestemmingsplan is geregeld dat de afstand van de hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrenzen tenminste 3,00 m dient te bedragen. Tevens is opgenomen dat maximaal 3 vrijstaande woningen zijn toegestaan. Ter verduidelijking zal het bouwvlak hierop worden aangepast. Het is dus niet mogelijk om rijtjeswoningen of een woning aansluitend aan de woning van inspreker te realiseren. d) Door de bouw van de nieuwe woningen worden de rust en vrijheid ernstig verstoord, hetgeen leidt tot ernstige aantasting van de privacy en tot waardevermindering van het perceel aan de Gerbergaweg 4. Standpunt gemeente Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om drie extra woningen te realiseren. Het betreft dus een zeer kleinschalige ontwikkeling. In het vigerende bestemmingsplan is ter plaatse een agrarisch bedrijf toegestaan. Er is reeds woningbouw voorzien, gelet op de opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Een woonfunctie past ter plaatse beter in het gebied. Het betreft immers een locatie tussen bestaande woningen, aan de rand van de woonbebouwing in Merum. Door de beperkte toevoeging van woningen en gelet op de sanering van het agrarisch bedrijf wordt ter plaatse geen onevenredige aantasting van de rust, vrijheid of privacy voorzien. Voor wat betreft een mogelijke waardevermindering wordt verwezen naar de reactie onder 2b. e) Door de bouw van de woningen zal de verkeersintensiteit in de omgeving ernstig toenemen, hetgeen mogelijk zal leiden tot onveilige verkeerssituaties en parkeeroverlast. Standpunt gemeente Er wordt verwezen naar de reactie onder 3h. f)
Indiener verwacht schade aan zijn opstallen als gevolg van grondverschuiving door bouwactiviteiten.
Standpunt gemeente Het ontstaan van eventuele schade als gevolg van de uitvoering van werkzaamheden is een privaatrechtelijke kwestie. Indien sprake is van schade moet dit tussen de private partijen onderling worden opgelost. g) Vanwege het hoogteverschil verwacht indiener geconfronteerd te worden met schadeclaims van toekomstige buren die mogelijk wateroverlast kunnen krijgen als gevolg van wegstromend water ten gevolge van hoosbuien.
Standpunt gemeente Dit betreft een privaatrechtelijke kwestie tussen private partijen.
Aanpassingen in het vast te stellen bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerp Hieronder worden de aanpassingen weergegeven die in het vast te stellen bestemmingsplan worden doorgevoerd naar aanleiding van de zienswijzen en/of ambtshalve. Ondergeschikte ambtshalve aanpassingen worden niet genoemd. • De milieucategorieën voor de bedrijfsbestemming zijn gewijzigd, zodat alle normafstanden uit de VNG-brochure in acht genomen worden. • Een overzichtskaart van het bedrijventerrein is toegevoegd, waarop duidelijk zichtbaar is welk gedeelte van het bedrijventerrein planologisch nieuw bedrijventerrein betreft. • Met betrekking tot de parkeeraanduiding binnen de bedrijfsbestemming is duidelijker opgenomen dat uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding geen buitenactiviteiten mogen plaatsvinden. • De maatschappelijke bestemming is uitsluitend bestemd voor kinderopvang. • Bij de maatschappelijke bestemming is een parkeeraanduiding aangebracht, zodat buiten het bouwvlak geen activiteiten plaatsvinden anders dan parkeren. • Het bouwvlak binnen de bestemming Wonen is aangepast, zodat deze 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrenzen van de bestaande woningen blijft.