Nota kunstgrasvelden voor voetbal en hockey in Breda
Nota Kunstgrasvelden voor voetbal en hockey in Breda
april 2008 Gemeente Breda
Inhoudsopgave
>
Samenvatting..................................................................................................................... 3
1 Inleiding.............................................................................................................................. 7
2 Voor- en nadelen van kunstgras....................................................................................... 9 2.1 Voordelen
9
2.1.1.voetbal
9
2.1.2.Hockey
10
2.2 Nadelen
11
3 Benodigde capaciteit in relatie tot beschikbare capaciteit........................................... 13
4 Vigerend beleid aanleg kunstgrasvelden...................................................................... 15 4.1 bestaand beleid aanleg kunstgrasvelden
15
4.2 ervaringen hockeyverenigingen
15
4.3 beoordeling vraagstelling hockeyverenigingen
16
4.4 Conclusie met betrekking tot bestaand beleid aanleg kunstgrasvelden
16
5 Bedrijfseconomische analyse.......................................................................................... 19
6 Kunstgras en de maatschappelijke functie van sport................................................... 21
7 Toepassing van kunstgrasvelden in Breda..................................................................... 23
7.1 Algemeen
23
7.2 Te hanteren criteria voor aanleg van kunstgrasvelden
24
7.3 Uitwerking
25
8 Financiële consequenties Nota kunstgrasvelden in Breda........................................... 29
Bijlage 1 Capaciteit voetbalcomplexen.......................................................................... 31
0256_08_notakunstgras_v1
Bijlage 2 Capaciteitsoverzicht hockey op basis van rekenmodel KNHB...................... 33
Nota kunstgrasvelden
1
Nota kunstgrasvelden
2
Samenvatting De introductie van kunstgrasvelden in de voetbalsport noopt de Gemeente Breda tot het ontwikkelen van een beleidslijn ter zake. Bij de ontwikkeling van een nieuwe beleidslijn voor de aanleg van kunstgrasvelden is de beleidslijn betrokken zoals die in 1998 is geformuleerd met betrekking tot de aanleg van kunstgrashockeyvelden. De aanleg van kunstgrasvelden kan bestaande of toekomstige capaciteitsproblemen op gemeentelijke sportcomplexen oplossen. Voorts kan bij aanleg van nieuwe complexen de grotere capaciteit van kunstgrasvelden resulteren in de aanleg van een beperkter aantal velden, waardoor minder grond nodig is en waardoor kosten van aanleg en onderhoud kunnen worden beperkt. Daarnaast biedt kunstgras nog tal van andere voordelen die met name betrekking hebben op kwaliteit en beschikbaarheid. In dat kader dient te worden vermeld dat het ook vanuit de bevordering van de sociale cohesie in buurten en wijken wenselijk kan zijn kunst grasvelden op gemeentelijke sportcomplexen aan te leggen. De aanwezigheid van een kunst grasveld biedt mogelijkheden om naast het regulier gebruik van het sportcomplex door de vaste gebruiker ook sportactiviteiten voor jongeren uit de buurt/wijk te laten plaatsvinden. De conclusie wordt getrokken dat de aanleg van kunstgrasvoetbalvelden op gemeentelijke sportcomplexen nu en in de toekomst toegevoegde waarde heeft en wenselijk is. De stichtingskosten van kunstgrasvoetbalvelden zijn zodanig hoog dat deze een obstakel vormen voor voetbalverenigingen om zelf dergelijke velden aan te leggen. De mogelijkheden voor verenigingen om de inkomsten van de vereniging te verhogen zijn beperkt. Om de aanleg van kunstgrasvoetbalvelden in Breda te effectueren is het wenselijk dat de gemeente het initiatief neemt. Eén van de consequenties daarvan is dat er een verschil ontstaat met de beleidslijn die sinds 1998 met betrekking tot de aanleg van kunstgrashockeyvelden wordt gehanteerd. Op basis van dat beleid zijn verenigingen zelf verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van kunstgrasvelden. De gemeente stelt eenmalig een bijdrage van € 50.000 beschikbaar aan verenigingen in de kosten van aanleg van een kunstgrasveld wanneer dat veld wordt aan gelegd op een bestaand natuurgrasveld. Voor extra uitbreiding van complexen met een kunst grasveld stelt de gemeente geen financiële bijdrage beschikbaar aan hockeyverenigingen. Op basis van het gelijkheidsbeginsel dient de bestaande regeling voor de aanleg van nieuwe kunstgrashockeyvelden te worden gewijzigd indien de gemeente besluit het initiatief tot aan leg en bekostiging van kunstgrasvoetbalvelden op zich te nemen. Hiermee wordt dan tevens tegemoet gekomen aan de wens van hockeyverenigingen om vergroting van de gemeentelijk financiële steun bij de aanleg van kunstgrashockeyvelden. De hockeyverenigingen geven aan dat het met het oog op de lopende verplichtingen (onder houd clubhuis, beheer en onderhoud bestaande kunstgrasvelden et cetera) steeds lastiger wordt de financiering van een nieuw kunstgrasveld rond te krijgen ondanks de eenmalige bijdrage van de gemeente. Dit wordt versterkt door de nog immer voortdurende groei van de ledenaantallen van de hockeyverenigingen (Breda is in Nederland en Europa de stad met het hoogste deelnamepercentage voor hockey) en de daarmee samenhangende behoefte aan uit breiding van veldcapaciteit. In het kader van de verdere invulling van het gemeentelijk initiatief tot aanleg en bekostiging van kunstgrasvelden dienen kaders te worden bepaald die aangeven wanneer een hockey- of voetbalvereniging bij de gemeente aanspraak kan maken op de aanleg van een kunstgrasveld. Daartoe worden de navolgende criteria voorgesteld.
Nota kunstgrasvelden
3
• Jaarlijks in september/oktober -na aanvang van het nieuwe seizoen- stelt de gemeente op basis van door de KNVB en KNHB aan te leveren info over aantal junioren en senioren en aantal competitieteams een berekening op waarbij de beschikbare veldcapaciteit op de gemeentelijke sportcomplexen wordt afgezet tegen de benodigde capaciteit. Bij de constatering van een capaciteitstekort op basis van het opgestelde overzicht neemt de gemeente onder voorwaarden het initiatief om te komen tot de aanleg en bekostiging van een kunstgrasveld.
• De voorwaarden die worden gesteld zijn:
– Er dient sprake te zijn van een overschrijding van de beschikbare capaciteit met tenminste 25% (gebaseerd op richtlijnen die de KNVB en KNHB hanteren in het kader van capaciteit berekeningen);
– De overschrijding van de beschikbare capaciteit met tenminste 25% dient op 2 achter eenvolgende peildata (september/oktober) te worden vastgesteld.
• Het bijbehorende tijdpad wordt dan als volgt:
– in januari vaststelling van een capaciteitstekort groter dan 25%;
– Op de peildatum (januari) van het daaropvolgende jaar opnieuw vaststelling van een
– Indiening van een verzoek tot beschikbaarstelling van een krediet voor aanleg van het
capaciteitstekort van tenminste 25%; kunstgrasveld bij de eerstvolgende Kadernota.
– Indien bij Kadernota besloten wordt tot toekenning van het voor aanleg van het kunstgrasveld benodigde investeringsvolume, wordt per 1 januari van het jaar van uit voering van de betreffende Kadernota gestart met voorbereiding en aanleg.
• Of en wanneer de gemeente overgaat tot de aanleg van een kunstgrasveld is afhankelijk van besluitvorming bij Kadernota.
• Het eigendom van de op basis van deze regeling aan te leggen kunstgrasvelden ligt bij de gemeente. Vanuit die hoedanigheid is de gemeente verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud van de velden en het groot onderhoud op termijn.
• Voor het gebruik van kunstgrasvelden wordt een aangepast huurtarief gehanteerd. Het tarief bestaat uit de in de in juni 2005 vastgestelde Tarievennota sport vastgestelde huur bedragen voor het gebruik van een natuurgrasvoetbalveld of hockeyveld verhoogd met een percentage van 20%. De kosten van aanleg van kunstgrasvelden variëren. Met de aanleg van een kunstgrasvoetbalveld is een bedrag van € 450.000 gemoeid en de kosten van een zandingestrooid kunstgras hockeyveld bedragen thans € 320.000,--. Voor de aanleg van kunstgrassportvelden is in het MIP een eenmalig investeringsvolume van € 1 mln. opgenomen. Voorts is bij Kadernota 2008 besloten € 700.000 extra beschikbaar te stellen voor aanleg van kunstgrasvelden en de realisering van een kleed - en wasaccommodatie zodat thans een eenmalig volume van € 1,7 mln. beschikbaar is. Indien een vereniging op basis van de regeling in de toekomst in aanmerking komt voor de aanleg van een natuurgras of kunstgrasveld zal bij Kadernota beoordeeld worden of de daar voor benodigde financiële ruimte beschikbaar is. Na aanleg van een kunstgrasveld zal het investeringsvolume voor het onderhoud van buiten sportaccommodaties zodanig moeten worden bijgesteld dat daarin rekening wordt gehouden met de kosten van toekomstige renovaties van het kunstgrasveld. Omdat de kosten van groot onderhoud van kunstgrasvelden (periodieke vervanging van de kunstgrasmat) hoger zijn dan de periodiek toplaagrenovatie van een natuurgrasveld dient rekening te worden gehouden met een toename van het voor onderhoud van sportaccommodaties benodigde investerings volume.
Nota kunstgrasvelden
4
Met betrekking tot de exploitatiekosten van kunstgras kan worden opgemerkt dat deze bij ombouw van een natuurgrasveld naar een kunstgrasveld kunnen worden opgevangen uit de voor onderhoud van het natuurgrasveld beschikbare exploitatiemiddelen. Bij uitbreiding van complexen met een extra natuurgras- of kunstgrasveld is ophoging van de exploitatiemiddelen onderhoud velden noodzakelijk. Met betrekking tot het reeds beschikbare arsenaal van kunstgrashockeyvelden in Breda wordt als standpunt ingenomen dat deze velden ongewijzigd eigendom blijven van de hockeyvereni gingen inclusief de daarmee samenhangende verantwoordelijkheid voor onderhoud en beheer. Verenigingen kunnen niet met terugwerkende kracht een beroep doen op de onderhavige kunstgrasregeling voor kunstgrasvelden die voor 2007 zijn aangelegd. De aanleg van kunstgrasvelden kan naast de genoemde capaciteitsredenen ook wenselijk worden geacht ter bevordering van de sociale cohesie in buurten en wijken. Sport vervult in toenemende mate een maatschappelijke functie en kunstgrasvelden creëren extra capaciteit en daarmee mogelijkheden voor structurele sportactiviteiten voor jongeren. Omdat de aanleg van kunstgrasvelden voor buurtactiviteiten bijdraagt in de bevordering van de sociale cohesie dient de bekostiging van dergelijke kunstgrasvelden door middel van cofinanciering plaats te vinden. De bijdrage vanuit de portefeuille sport in de aanlegkosten van het kunstgrasveld bedraagt maximaal 1/3 deel van de totale stichtings- en inrichtingskosten van een kunstgrasveld. Daarbij wordt de voorwaarde gesteld dat initiatiefnemer een garantie moet kunnen overleggen dat 2/3 deel van de aanlegkosten van het kunstgrasveld zijn afgedekt alvorens een claim kan worden gedaan op een 1/3-bijdrage vanuit de portefeuille sport. Ook hier geldt dat de beschikbaar stelling van een gemeentelijke bijdrage afhankelijk is van besluitvorming bij Kadernota.
Nota kunstgrasvelden
5
Nota kunstgrasvelden
6
1
Inleiding
In navolging van hockey, tennis en korfbal doet kunstgras nu ook in de voetbalwereld zijn intrede. Problemen met betrekking tot bespeelbaarheid van natuurgrasvoetbalvelden en dan met name stadionvelden zoals het veld in de Amsterdam Arena, hebben de komst van kunst grasvoetbalvelden gestimuleerd en versneld. De afgelopen jaren hebben vooral in het teken gestaan van productontwikkeling. De voetbalsport stelt andere eisen aan kunstgrasvelden. Waar bijvoorbeeld voor hockey een gesloten kunstgrasmat met korte vezel verlangd wordt om een zo vlak mogelijk veld te creëren en de weerstand die de bal ondervindt van de kunstgrasvezels zo beperkt mogelijk te laten zijn, verlangt de voetbalsport juist weer een kunstgrasmat met een lange vezel en een verende ondergrond zodat het gebruik van noppenschoenen mogelijk blijft en het stuitgedrag van de bal op een kunstgrasveld vergelijkbaar is met een natuurgrasveld. De kunstgrasmatten van de diverse producenten hebben zich in de afgelopen jaren in een snel tempo afgewisseld. Kunstgrasmatten waren soms na een periode van een jaar in technische zin al weer volledig achterhaald. In tegenstelling tot sommige andere gemeenten heeft de Gemeente Breda niet direct geïnvesteerd in de aanleg van kunstgrasvoetbalvelden. De verdere ontwikkeling van de kunstgrasmatten inclusief de verbetering van de speeleigenschappen en kwaliteit van de matten is gevolgd en afgewacht. Het feit dat de KNVB in navolging van de UEFA het spelen van competitiewedstrijden op amateur en professioneel niveau lange tijd niet heeft toegestaan is tevens bepalend geweest voor de afwachtende houding. De KNVB heeft sinds 2004 de kunstgrasvelden vrijgegeven voor het afwerken van officiële wedstrijden op alle amateurniveaus en zelfs op professioneel niveau. Met de sterk verbeterde kwaliteit van de kunstgrasmatten is dat de aanleiding geweest om de aanleg van kunstgras voetbalvelden in Breda te gaan overwegen. In 2006 is in het kader van de verplaatsing van de voetbalverenigingen vv Breda en TVC (fusie vereniging TVC Breda) per 1 augustus 2006 naar het sportcomplex Kwakkelhutstraat en de daarmee samenhangende opwaardering van het betreffende sportcomplex de eerste aanbe steding van een kunstgrasvoetbalveld door de Gemeente Breda geëffectueerd. Het veld is in augustus 2006 in gebruik genomen en de ervaringen van gebruikers zijn positief. Voorts is op het onlangs in gebruik genomen sportcomplex Tussen de Leyen aan de Seminarie weg een kunstgrasvoetbalveld aangelegd. Nu een start is gemaakt met de aanleg van kunstgrasvoetbalvelden op gemeentelijke sport complexen ontstaat de behoefte om ter zake beleid te formuleren en vast te stellen, waarin wordt aangegeven hoe de gemeente in de toekomst omgaat met de aanleg van kunstgrasvelden en welke criteria de gemeente daarbij zal hanteren. In deze nota wordt een concrete nieuwe beleidslijn uitgezet met betrekking tot kunstgrasvelden voor zowel voetbal als hockey. Kunst gras voor tennis blijft in deze nota verder buiten beschouwing. In de discussie over de eventuele gemeentelijke bemoeienis bij de aanleg van kunstgras voetbalvelden kan niet worden voorbijgegaan aan de beleidslijn zoals die in 1998 is vastgesteld voor de aanleg van kunstgrashockeyvelden. De gezamenlijke besturen van de Bredase hockeyverenigingen hebben in 2005 aandacht gevraagd voor de kosten van aanleg van kunstgrashockeyvelden en de financiële effecten die de aanleg en het onderhoud van kunstgrasvelden oplevert voor de verenigingen. De verenigingsbe sturen stellen dat het voor hockeyverenigingen steeds lastiger zoniet bijna onmogelijk wordt om met de eenmalige bijdrage van € 50.000,-- van de gemeente de aanleg van een nieuw kunst grashockeyveld te bekostigen. De hockeyverenigingen pleiten voor een heroverweging van het beleid met betrekking tot de aanleg van kunstgrashockeyvelden en het optrekken van de
Nota kunstgrasvelden
7
gemeentelijke bijdrage bij de aanleg van een kunstgrashockey veld. In deze nota zal nader op de vraagstelling worden ingegaan.
Nota kunstgrasvelden
8
Voor- en nadelen van kunstgras
2
2.1 Voordelen 2.1.1 Voetbal De vraag naar kunstgrasvoetbalvelden is in de afgelopen 2 jaar fors toegenomen. De discussie over de introductie van kunstgras in het voetbal kent een aantal pleitbezorgers. Ten eerste uiteraard de leveranciers van kunstgras, maar ook de KNVB. Zij benadrukken de sporttechnische eigenschappen van kunstgras. De wedstrijden en trainingen gaan vrijwel altijd door en er wordt sneller en aantrekkelijker gespeeld. Gemeenten leggen in het algemeen de nadruk op de ruimtebesparende effecten van kunst gras; voetbalvelden zijn ruimtevreters –en daardoor kostbaar- die bovendien nog een aanzienlijk deel van de tijd niet gebruikt worden. Gebruik van kunstgras leidt tot een efficiënter gebruik van grond waardoor complexen met een capaciteitsprobleem mogelijk op de huidige locatie gehandhaafd kunnen blijven. De aanleg van kunstgrasvelden kan interessant zijn: • als oplossing van een capaciteitstekort; • in het kader van de verbetering van de kwaliteit van velden; • vanuit financieel en bedrijfseconomisch perspectief en in het kader van ruimtebesparing bij de aanleg of verplaatsing van sportcomplexen. Onderstaand een opsomming van de voordelen van kunstgrasvoetbalvelden: a Grotere beschikbaarheid/bespeelbaarheid De bespeelbaarheid van natuurgrasvelden is beperkt. Traditionele natuurgrasvelden kunnen met behoud van de cultuurtechnische kwaliteit jaarlijks circa 400 uur bespeeld worden. De bespelingscapaciteit van kunstgrasvelden is in principe onbegrensd. Kunstgrasvelden kunnen 24 uur per dag bespeeld worden. Uiteraard zijn er organisatorische grenzen zodat de beschikbare bespelingscapaciteit nooit volledig benut zal worden. b
Lagere onderhoudskosten
Kunstgrasvoetbalvelden zijn aanzienlijk duurder in aanleg dan een natuurgrasveld. Daarentegen zijn de onderhoudskosten van kunstgrasvoetbalvelden weer in beperkte mate lager dan de onderhoudskosten voor natuurgras. In hoofdstuk 5 zal een nadere financiële uiteenzetting worden gegeven van de aanleg- en onderhoudskosten van natuurgras en kunstgras. c
Stabiele kwaliteit
Kunstgrasvelden hebben –uitgaande van uitvoering van een juist en volledig onderhoudspakketeen constante kwaliteit, terwijl de staat van een regulier voetbalveld afhankelijk is van diverse factoren zoals mate van bespeling, weer en kwaliteit van onderhoud. Op sportcomplexen waar grotere verenigingen zijn gehuisvest met een hoog aantal trainingsuren tekenen de trai ningsvelden zich al in de eerste helft van het voetbalseizoen; door de grote bespeling neemt het grasbestand af en worden velden op de meest intensief gebruikte delen (doelgebieden en middenveld) vrij snel kaal. Dit heeft naast de hoge bespelingsintensiteit ook te maken met het feit dat de natuurgrasvelden na het einde van het voetbalseizoen slechts een zeer korte periode van enkele weken tijd krijgen te herstellen. d Minder ruimtebeslag Zoals gezegd hebben kunstgrasvoetbalvelden een hogere bespelingscapaciteit dan de natuur grasvelden. Bij de aanleg of herinrichting van sportcomplexen kan ruimte worden bespaard door toepassing van kunstgrasvelden.
Nota kunstgrasvelden
9
De voornoemde sporttechnische en ruimtelijke aspecten spelen nadrukkelijk een rol bij over wegingen om kunstgras aan te leggen. Daarnaast biedt kunstgras echter de mogelijkheid om bepaalde ontwikkelingen te sturen. De navolgende ontwikkelingspotenties kunnen worden aangehaald. e Ontstaan van een ander type sportvereniging Ervaringen met kunstgras in de hockeysport leren dat een ander type vereniging kan ontstaan. De hogere bespelingsintensiteit van velden biedt ruimte voor meer gebruikers dus voor meer leden voor verenigingen. Verenigingen kunnen groeien waardoor er grotere en sterkere ver enigingen kunnen ontstaan. Voorts kunnen verenigingen tengevolge van de onbeperkte bespelingsmogelijkheden van kunstgrasvelden openstellingstijden van clubhuizen verruimen waardoor ook die onderdelen van de accommodatie effectiever benut kunnen worden. f Hoger maatschappelijk rendement Een hogere bespelingsintensiteit van velden leidt tot een hoger maatschappelijk rendement. Het gebruik wordt thans nog beperkt door beschikbaarheid van leiders, trainers en door regels die de KNVB oplegt met betrekking tot aanvangstijden van wedstrijden. Voor clubs en KNVB ligt hier een uitdaging om die onbeperkte bespelingscapaciteit zo optimaal mogelijk te benutten door wedstrijdtijden te verruimen en andere gebruikersgroepen op velden toe te laten. g Een betere spreiding van voorzieningen Kunstgras is een instrument om tot een betere spreiding van sportvoorzieningen te komen of juist bestaande sportcomplexen met capaciteits- en kwaliteitsknelpunten op de huidige locatie te behouden. Binnenstedelijke of gunstig gelegen sportcomplexen die te klein zijn of noodleidend zijn kunnen behouden blijven omdat de capaciteit en de functionaliteit voor de buurt of wijk waarin ze gelegen zijn vergroot worden. De voetbalsport stelt hoge eisen aan het kunstgras. Voetbal is een contactsport wat betekent dat spelers onvermijdelijk in contact komen met het kunstgras. Daarnaast is de sliding een niet weg te denken onderdeel van het voetbalspel. Contact met kunstgras moet derhalve mogelijk zijn zonder dat daardoor schaaf- en brandwonden ontstaan. Daarnaast dient bij voetbal ook het rol en stuitgedrag van de bal op kunstgras overeen te komen met het natuur gras. In de afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in productontwikkeling om het kunstgras voor voetbal aan de gestelde eisen te laten voldoen. 2.1.2. Hockey De voor de voetbalsport genoemde voordelen van kunstgras zijn onverkort ook van toepassing op de hockeysport. Kunstgras is in de hockeysport inmiddels niet meer weg te denken. Toe passing van kunstgras is door de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond weliswaar nog niet verplicht gesteld, doch de bond adviseert vanuit kwalitatief oogpunt wedstrijden te laten plaatsvinden op kunstgras. Een overwegend deel van de hockeyverenigingen in Nederland beschikt inmiddels over één of meerdere kunstgrasvelden en een zeer beperkt aantal vereni gingen is voor het spelen van wedstrijden nog geheel of gedeeltelijk afhankelijk van natuurgras. Het feit dat kunstgras in de hockeysport al jarenlang wordt toegepast en is uitontwikkeld heeft vooral te maken met de eigenschappen die het kunstgras moet bevatten. In de voetbalsport worden ten opzichte van de eisen die vanuit de hockeysport aan kunstgras worden gesteld nog aanvullende eisen gesteld aan het kunstgras die onder andere met het stuitgedrag van de bal en de mogelijkheid van het maken van slidings te maken hebben. Vooral de vlakheid van het veld is destijds de aanleiding geweest voor de ontwikkeling van kunstgras in de hockeysport. In de afgelopen jaren zijn er met betrekking tot kunstgrashockey velden nog wel ontwikkelingen geweest waarbij naast de bekende zandingestrooide kunstgras hockeyvelden de zogenaamde watervelden zijn geïntroduceerd, maar verder is sprake van een bestaand en bewezen product. Nota kunstgrasvelden
10
2.2. Nadelen Naast de in paragraaf 2.1. genoemde voordelen van kunstgras zijn uiteraard ook nadelen van kunstgras aan te geven. Onderstaand een korte opsomming van de nadelen van kunstgras. • De aanlegkosten van kunstgrasvelden zijn ten opzichte van natuurgrasvelden hoog. (in hoofdstuk 5 wordt een nadere uiteenzetting gegeven van de aanlegkosten van natuur grasvelden en kunstgrasvelden). • De kosten van groot onderhoud van kunstgrasvelden (periodieke vervanging van de kunst grasmat) zijn hoger dan de kosten van groot onderhoud van natuurgrasvelden. (voor een nadere toelichting wordt hier verwezen naar hoofdstuk 5) • Hoewel in de afgelopen jaren hard is gewerkt aan de verdere ontwikkeling van kunstgras bestaan er nog steeds verschillen tussen kunstgras en natuurgras. Veel gehoorde klachten van gebruikers over kunstgrasvoetbalvelden zijn:
– er kan bij voetbal geen sliding gemaakt worden op kunstgras zonder daarbij schaaf-
– het veld is ingestrooid met rubbergranulaat waardoor er vaak een rubberlucht boven
en/of brandwonden op te lopen; het veld hangt.
Nota kunstgrasvelden
11
Nota kunstgrasvelden
12
Benodigde capaciteit in relatie tot beschikbare capaciteit
3
In de bijlagen behorende bij deze notitie treft u een overzicht aan van de benodigde capaciteit op voetbalcomplexen versus de beschikbare capaciteit . Wanneer de tekorten aan velden worden afgezet tegen overschotten aan velden op enkele complexen leidt dat tot de conclusie dat de thans beschikbare capaciteit van voetbalvelden nagenoeg volledig overeenkomt met de beno digde capaciteit. Het overzicht toont aan dat er sportcomplexen zijn met een restcapaciteit, doch anderzijds zijn er ook enkele complexen waar sprake is van een tekort aan veldcapaciteit. Dit roept de vraag op of in het algemeen voor zowel hockey als voetbal een verwijzingsbeleid kan worden toegepast, waarbij een vereniging die een tekort aan veldcapaciteit heeft gebruik gaat maken van restcapaciteit op een ander sportcomplex. In theorie kan deze vraag bevestigend beantwoord worden. In de praktijk zal een dergelijke oplossing slechts in een beperkt aantal situaties kunnen worden toegepast. Alle voetbal- en hockeycomplexen in Breda hebben een hoofdgebruiker. De hoofdgebruiker is de vereniging die het betreffende complex wekelijks gebruikt en daar een eigen clubhuis heeft gerealiseerd. Als een vereniging gebruik moet gaan maken van veldcapaciteit op een ander complex krijgt men onvermijdelijk te maken met de hoofdgebruiker van het complex. Naast het feit dat verenigingen medegebruik door andere vereniging vaak zien als een bedreiging en aantasting van hun gebruiksrechten zijn er ook vaak praktische knelpunten. Speelschema’s en gebruiksschema’s van kleedlokalen moeten in elkaar gepast worden en daarbij spelen dan beperkingen met betrekking tot aanvangstijden van wedstrijden die de sportbonden voor schrijven. Voorts betekent medegebruik van een complex dat een vereniging elftallen moet gaan aan wijzen die op het andere complex moeten gaan voetballen of hockeyen. Dit betekent dat men vaak extra moet gaan reizen en dat de binding met de eigen vereniging wordt aangetast. Bij medegebruik van buitensportcomplexen is derhalve sprake van emotionele aspecten die nadrukkelijk een rol kunnen spelen in de wijze waarop verenigingen met de situatie omgaan. Tot slot kan nog worden gewezen op het feit dat vereniging kan worden geconfronteerd met een derving van inkomsten in het eigen clubhuis als elftallen op een ander complex moeten gaan spelen. Medegebruik van een andere complex is uitsluitend mogelijk als het complex waarop restca paciteit beschikbaar is in de directe omgeving van het eigen complex is gelegen en als het medegebruik van tijdelijke aard zal zijn. In Breda zijn in de afgelopen jaren op een tweetal gemeentelijke buitensportcomplexen ervaringen opgedaan met medegebruik door andere verenigingen. De ervaringen met dit medegebruik zijn voor zowel de gemeente als de betrokken verenigingen negatief.
Nota kunstgrasvelden
13
Nota kunstgrasvelden
14
Vigerend beleid aanleg kunstgrashockeyvelden
4
4.1. Bestaand beleid aanleg kunstgrashockeyvelden In 1998 heeft een ambtelijke werkgroep zich gebogen over de mogelijkheid van privatisering van gemeentelijke sportaccommodaties. Uitkomst van dat onderzoek was dat privatisering zou kunnen worden toegepast bij de aanleg van kunstgrashockeyvelden en, als pilot, bij het onderhoud van tennisparken. De uitkomsten van het onderzoek werden door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad overgenomen waarna een verdere uitwerking en concretisering moest plaatsvinden. Voor de aanleg van kunstgrashockeyvelden heeft dat geresulteerd in een concrete regeling. Een hockeyvereniging die een kunstgrashockeyveld wil aanleggen op een bestaand natuur grasveld ontvangt van de gemeente op tweeërlei wijze medewerking. Ten eerste stelt de gemeente door middel van een huurconstructie de voor aanleg van het veld benodigde grond aan de vereniging beschikbaar om niet. Voorts ontvangt de vereniging een eenmalige financiële bijdrage in de kosten van aanleg van het kunstgrashockeyveld. Het betreft dan het bedrag (€ 50.000,--) dat de gemeente dient te investeren bij de eerstvolgende renovatie van het natuurgrasveld waarop het kunstgrasveld wordt aangelegd. Verenigingen moeten behoudens de gemeentelijke bijdrage de aanlegkosten van een kunstgrasveld zelf financieren. Het dagelijks onderhoud alsmede de kosten van vervanging van het veld op termijn zijn tevens een volledige verantwoordelijkheid voor de hockeyverenigingen. Volledigheidshalve wordt benadrukt dat de regeling niet van toepassing is op uitbreidingen van sportcomplexen door middel van de aanleg van een extra kunstgrashockeyveld. De vrijval van middelen in de exploitatie sport door het wegvallen van onderhoudswerkzaam heden aan het natuurgrasveld is nadrukkelijk buiten de afspraken gehouden omdat de exploi tatie van de sportaccommodaties door diverse oorzaken in de afgelopen jaren steeds meer onder druk is komen te staan. De vrijval van middelen wordt aangewend ter dekking van knelpunten binnen die exploitatie. In de afgelopen jaren zijn op basis van voornoemde regeling in totaal 7 kunstgrashockeyvelden op diverse sportcomplexen in Breda aangelegd door verenigingen. 4.2. Ervaringen hockeyverenigingen De besturen van de Bredase hockeyverenigingen hebben reeds in 2005 aandacht gevraagd voor de aanleg van kunstgrashockeyvelden. De vereniging stellen dat ontwikkelingen binnen de hockeywereld een intensievere ondersteuning vanuit de gemeente noodzakelijk maakt. De verenigingen doelen dan met name op de groei die de hockeysport meemaakt. Tengevolge van die groei zijn verenigingen genoodzaakt te investeren in de aanleg van extra kunstgras hockeyvelden. Met de aanleg van een dergelijk veld is een investering van circa € 320.000,-gemoeid. Dat de Bredase hockeyverenigingen geconfronteerd worden met een onafgebroken groei van het ledenaantal kan bevestigd worden op basis van de huidige ledenaantallen van de verenigingen. De besturen van de Bredase hockeyverenigingen verzoeken de gemeente de beleidslijn voor aanleg en bekostiging van kunstgrashockeyvelden (tevens vastgelegd in de Sportnota 2001) te heroverwegen. Achtergronden die de verenigingen daarbij aangeven zijn: • De sterke groei van de hockeysport; • De hockeysport voldoet aan een duidelijke behoefte in de stad zowel voor breedtesport als voor topsport; • Voor het creëren c.q. het onderhouden van een topsportaccommodatie wordt de hockey sport buiten de beleidsplannen c.q. de financiële ondersteuning van de gemeente gehouden; Nota kunstgrasvelden
15
• Privatisering dient naar de mening van verenigingen ondersteund te worden door een extra financiële injectie om verenigingen in staat te stellen privatisering gezond en verant woord door te voeren; • Een verdere verhoging van de contributie is ongewenst en onacceptabel;
4.3. Beoordeling vraagstelling hockeyverenigingen De kosten van aanleg van kunstgrashockeyvelden zijn in de afgelopen jaren gestegen. Vereni gingen worden bij de aanleg van kunstgrasvelden met een grotere investering geconfron teerd. In tegenstelling tot bij voetbal is kunstgras in de hockeysport een absolute must. Het knelpunt waarmee hockeyverenigingen vooral te maken hebben ligt in het feit dat men eerst moet investeren in de aanleg van een nieuw kunstgrasveld alvorens weer leden te kunnen aannemen en verder te groeien. Voor de bekostiging van het kunstgrasveld zijn meer contributie betalende leden nodig. Er is feitelijk sprake van voorfinanciering van een veld. Met name de kleinere hockeyverenigingen ondervinden problemen met die voorfinanciering. De eenmalige gemeentelijke bijdrage van € 50.000,-- stelt de verenigingen nog altijd voor een investering van circa € 270.000,--. Daarnaast worden de verenigingen vanuit hun eigenaarsrol geconfron teerd met exploitatiekosten (dagelijks onderhoud) van het veld en groot onderhoud (vervanging kunstgrasmat en hekwerken) op termijn. Verder is de gemeentelijke eenmalige bijdrage in de kosten van aanleg van kunstgrashockey velden in de afgelopen jaren niet geïndexeerd terwijl de aanlegkosten van kunstgrasvelden gestegen zijn. Op basis van de voornoemde feiten kan de vraag vanuit de hockeyverenigingen tot ophoging van de gemeentelijke bijdrage gedeeltelijk worden gerechtvaardigd, waarbij uiteraard discussie blijft over de vraag hoe hoog de eenmalige gemeentelijke bijdrage zou moeten zijn. 4.4. Conclusie met betrekking tot bestaand beleid aanleg kunstgrashockeyvelden Op basis van het voornoemde kunnen de volgende conclusies worden getrokken: • De regeling voor ombouw van natuurgras naar kunstgras voor hockey is in de afgelopen jaren succesvol geweest. Op basis van de regeling zijn 7 nieuwe kunstgrasvelden aangelegd door de hockeyverenigingen; • Mede vanwege de onderhoudsverplichtingen (kosten dagelijks onderhoud en groot onder houd) met betrekking tot bestaande kunstgrashockeyvelden wordt het voor hockeyvereni gingen steeds lastiger om de financiering van de aanleg van een nieuw kunstgrasveld rond te krijgen en daarmee een capaciteitsprobleem op de bestaande velden op te lossen; • De contributies van de Bredase hockeyverenigingen zijn in vergelijking met de contributies van andere buitensportverenigingen hoog. Een verdere verhoging van de contributie ter bekostiging van nieuwe kunstgrasvelden verhoogt de drempel om lid te worden van hockey verenigingen. Met de komst van de kunstgrasvoetbalvelden komt de discussie over de aanleg en bekostiging van nieuwe kunstgrashockeyvelden in een ander daglicht te staan. Op basis van het gelijkheids beginsel zal voor de aanleg van nieuwe kunstgrassportvelden een uniform beleid moeten worden vastgesteld dat van toepassing is op zowel hockey als voetbal. Indien het vigerend beleid met betrekking tot de aanleg van kunstgrashockeyvelden van toe passing wordt verklaard op kunstgrasvoetbalvelden kan de verwachting worden uitgesproken dat in Breda geen kunstgrasvoetbalvelden door voetbalverenigingen worden aangelegd. Daar voor zijn 2 verklaringen aan te voeren. Ten eerste liggen de investeringskosten voor aanleg van een kunstgrasvoetbalveld circa 35 tot 40% hoger dan voor een kunstgrashockeyveld.
Nota kunstgrasvelden
16
Ten tweede is de financiële draagkracht van hockeyverenigingen hoger dan van voetbalvereni gingen doordat de contributies voor hockey aanzienlijk hoger zijn dan voor voetbal. Indien voetbalverenigingen kunstgrasvelden zelf moeten financieren kan dat uitsluitend worden gerealiseerd door het fors verhogen van de contributies. Een dergelijke maatregel zal vervolgens weer leiden tot een afname van de ledenaantallen van voetbalverenigingen. Een dergelijk effect staat haaks op het uitgangspunt in de Sportnota om zo veel als mogelijk mensen aan het sporten te krijgen en te houden. Juist door de in verhouding lage contributie zijn voetbal verenigingen nog relatief laagdrempelig. Kunstgrasvelden kunnen zoals gezegd een oplossing bieden bij capaciteitsproblemen op bestaande sportcomplexen. Op of nabij het meerendeel van de gemeentelijke buitensport complexen zijn nauwelijks ruimtelijke mogelijkheden aanwezig om extra sportvelden aan te leggen. Sportcomplexen liggen vaak volledig ingekapseld in bebouwing. Om tot een vergroting van de veldcapaciteit te komen was tot heden de complete verplaatsing van complexen naar andere locaties (vaak aan de rand van dorp of stad) de enige optie. Verplaatsing van de bestaande sportcomplexen kan consequenties hebben voor de spreiding van de sportcom plexen over de gemeente, de afstand van gebruikers naar de sportcomplexen en voor de leef baarheid in wijken. Hoewel er in vergelijking met natuurgras een fors prijskaartje hangt aan kunstgrasvelden is het toch aantrekkelijk te investeren in kunstgras omdat juist kunstgras de mogelijkheid kan bieden om de capaciteit van bestaande sportcomplexen nog verder te ver groten zonder dat deze verplaatst moeten worden. Het is derhalve van belang dat in de toekomst in de Gemeente Breda kunstgrasvelden voor voetbal en hockey worden aangelegd. Daarom wordt voorgesteld het initiatief tot de aanleg en bekostiging van nieuwe kunstgrasvoetbalvelden primair bij de gemeente te leggen. Dit impliceert tevens dat de bestaande beleidslijn voor de aanleg van kunstgrashockeyvelden wordt gewijzigd. In hoofdstuk 7 zullen de uitgangspunten nader worden geformuleerd en toegelicht.
Nota kunstgrasvelden
17
Nota kunstgrasvelden
18
5
Bedrijfseconomische analyse
Onderstaand volgt een vergelijkend overzicht van de aanleg en onderhoudskosten van kunst gras- en natuurgrasvoetbalvelden alsmede de kosten van afschrijving en onderhoud. Voorts is in het overzicht het maximale theoretisch aantal speeluren van kunstgras versus natuurgras weergegeven. Voor een nadere toelichting op de kosten van aanleg en onderhoud van natuurgrasvelden en kunstgrasvelden wordt hier kortheidshalve verwezen naar de bijlagen.
Kunstgras
Natuurgrasveld
Voetbal
Hockey
Training
Wedstrijd
– Toplaag
€ 250.000
€ 160.000
€ 40.000
€ 40.000
– Sporttechnische laag
€ 100.000
€ 80.000
– Onderbouw
€ 100.000
€ 80.000
€ 60.000
€ 60.000
Totaal aanlegkosten
€ 450.000
€ 320.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 25.000
€ 16.000
€ 3.335
€ 5.000
– Sporttechn. Laag 20 jr
€ 5.000
€ 4.000
– Onderbouw 30 jr
€ 3.335
€ 2.670 € 2.500
€ 2.500
€ 33.335
€ 22.670
€ 5.835
€ 7.500
€ 7.000
€ 7.000
€ 9.000
€ 9.000
€ 40.335
€ 29.670
€ 14.835
€ 16.500
Aanlegkosten
Afschrijving
– Toplaag 10 jr
– Onderbouw 24 jr Totaal afschrijving Onderhoudskosten Totaal jaarkosten Overzicht in euro’s inclusief BTW prijspeil 2006
Op basis van bovenstaand overzicht kunnen de volgende conclusies worden getrokken: • de aanlegkosten en daarmee samenhangend de afschrijvingskosten van kunstgrasvelden zijn aanzienlijk hoger dan natuurgrasvelden; • de onderhoudskosten voor kunstgras zijn lager dan voor natuurgras, doch het verschil is qua omvang beperkt;
Nota kunstgrasvelden
19
Nota kunstgrasvelden
20
Kunstgras en de maatschappelijke functie van sport
6
Dat sport een bijdrage kan leveren aan maatschappelijke doelstellingen is al lang bekend. Het is één van de uitgangspunten van het breedtesportbeleid van de Gemeente Breda, zoals vast gelegd in de Sportnota 2001. Sport kan een functie hebben op verschillende terreinen: – gelegenheid bieden om andere mensen te ontmoeten en bijdragen aan het voorkomen van sociaal isolement; – gelegenheid bieden prestaties te leveren en die te meten met prestaties van anderen; – bijdragen aan een gezonde en actieve leefstijl; – bijdragen aan psychosociaal welbevinden; draagt bij aan zelfredzaamheid; – bijdragen aan de opvoeding van jongeren (aanleren regels, samenwerken, omgaan met tegenstander en scheidsrechter en omgaan met teleurstelling en emotie); – mogelijkheden bieden voor maatschappelijke integratie; – gelegenheid bieden vrijwilligerswerk samen met anderen uit te voeren, ervaringen op te doen en verantwoordelijkheid te dragen. Sport draagt in hoge mate bij aan de participatie van de Bredase burger aan de (lokale) samen leving en past daarmee in de visie van de Gemeente Breda om die participatie te bevorderen. De laatste jaren zijn er steeds meer sportverenigingen die (al dan niet projectmatig) de poorten letterlijk en figuurlijk openen en hun sport (-accommodatie) ten dienste stellen van maat schappelijke doelstellingen. Verenigingen die van hun accommodatie een ‘open sportcentrum’ willen maken. In zo’n open sportcentrum bieden verschillende partijen, zoals onderwijs, kinder opvang, jongerenwerk en andere sportverenigingen, sportieve activiteiten aan. De sportaccom modatie krijgt met een breder activiteitenaanbod een bredere maatschappelijke functie. De Gemeente Breda waardeert deze ontwikkeling en heeft binnen haar reguliere subsidieregels beperkte mogelijkheden om deze initiatieven te ondersteunen. De Gemeente Breda onderkent ook dat activiteiten, die in dit kader worden geïnitieerd, tot een verhoogd gebruik van de sportaccommodatie leiden. Omdat het wekelijks gebruik van de natuurgrasvelden gelimiteerd is vanuit het belang van het behoud van de cultuurtechnische kwaliteit van deze, kunnen de wijkactiviteiten tot overbespeling en daarmee tot versnelde slijtage van de velden leiden. Een oplossing voor deze negatieve effecten van een positieve ontwikkeling is het vervangen van natuurgras door kunstgras. We spreken dan over een kunstgrasveld met maatschappelijke functie. Vanuit haar faciliterende rol wil de Gemeente Breda in het kader van haar beleid aangaande kunstgrassportvelden en onder voorwaarden een bijdrage leveren aan de realisatie van kunstgras velden ter vervanging van natuurgrasvelden en met het doel de sociale cohesie in wijken door middel van sport te versterken.
Nota kunstgrasvelden
21
Nota kunstgrasvelden
22
Toepassing van kunstgrasvelden in Breda
7
7.1 Algemeen In hoofdstuk 4 wordt geconcludeerd dat het -om in de toekomst in Breda nieuwe kunstgras velden aan te leggen- wenselijk is dat de gemeente ter zake het initiatief neemt. Voorgesteld in de navolgende situaties te opteren voor aanleg van kunstgrasvelden: 1. bij aanleg van nieuwe sportcomplexen of verplaatsing van bestaande sportcomplexen. Hier geldt de financiële en bedrijfseconomische benadering. Per situatie zal onderzocht moeten worden of met toepassing van kunstgras de benodigde capaciteit kan worden bereikt. Mogelijk kan het aantal aan te leggen natuurgrasvelden worden beperkt. Consequentie daarvan is dat de aankoop van de benodigde grond voor aanleg van het complex kan worden beperkt. Ter indicatie; voor de aanleg van een wedstrijdvoetbalveld is circa 8.000 m2 grond nodig. Op basis van de interne afspraken dient voor een vierkante meter grond met bestemming sport doeleinden € 55,-- te worden afgedragen aan het Grondbedrijf. Het bezuinigen van een natuurgrasveld kan dus tot een bezuiniging van € 440.000,-- op de grondkosten leiden. Daar naast kan aanleg van kunstgrasvelden nog besparingen in de onderhoudskosten opleveren. Zo zijn bijvoorbeeld de onderhoudskosten van 2 kunstgrasvelden beperkter van omvang van de onderhoudskosten van 3 natuurgrasvelden. 2. bij capaciteitsproblemen op sportcomplexen Kunstgrasvelden kennen in tegenstelling tot natuurgras geen maximale bespelingscapaciteit. In theorie kunnen dergelijke velden 24 uur per dag bespeeld worden. De werkelijke bespeling van deze velden wordt door organisatorische aspecten beïnvloed en beperkt. Door het ombouwen van natuurgras naar kunstgras kan de beschikbare capaciteit worden verhoogd en mogelijk weer in overeenstemming worden gebracht met de benodigde capaci teit. Hiermee kan worden bereikt dat bestaande sportcomplexen binnen wijken kunnen worden gehandhaafd hetgeen aansluit bij het uitgangspunt in de Sportnota Breda om sportcomplexen zoveel als mogelijk op wijkniveau te handhaven. 3. om uiteenlopende sportactiviteiten op gemeentelijke buitensportcomplexen mogelijk te maken vanuit het belang van sociale cohesie in wijken De gemeentelijke voetbalcomplexen zijn evenwichtig verspreid over de gemeente. Uit het capaciteitsoverzicht in de bijlagen blijkt dat de beschikbare veldcapaciteit op de voetbal complexen voor een overwegend gedeelte wordt benut door de voetbalverenigingen die gehuis vest zijn op die complexen. Het dagelijks extra belasten van de natuurgrasvelden met buurt sportactiviteiten levert onvermijdelijk problemen op voor de kwaliteit van de natuurgrasvelden omdat er dan sprake is van overbespeling. De ombouw van een natuurgrasveld naar kunst gras lost deze problematiek volledig op. Bij de aanleg van kunstgrasvelden kan bij de inrichting ook specifiek rekening worden gehouden met het gebruik van het veld voor andere sporten. Daarnaast levert de aanwezigheid van een kunstgrasveld ook voordelen op voor de vaste gebruiker van het sportcomplex omdat het veld voor zowel trainingen als wedstrijden gebruikt kan worden.
Nota kunstgrasvelden
23
7.2 Te hanteren criteria voor de aanleg van kunstgrasvelden Nu de gemeente voorstelt het initiatief te nemen voor de aanleg van kunstgrasvelden voor voetbal en hockey is het van belang dat criteria worden bepaald die aangeven wanneer tot de aanleg van een kunstgrasveld kan worden overgegaan. Wanneer gesproken wordt over de aanleg van een kunstgrasveld kan dat op 2 wijzen plaatsvinden, te weten de aanleg van een extra veld danwel de ombouw van een bestaand natuurgrasveld naar een kunstgrasveld. Onderstaand zijn de criteria verder uitgewerkt die van toepassing zijn bij de in hoofdstuk 7.1 onder 1 en 2 genoemde situaties (aanleg of verplaatsing van sportcomplexen en bij capaciteits problemen). a de benodigde veldcapaciteit is bepalend voor de aanleg en bekostiging van kunstgras sportvelden. Dit sluit aan bij de Sportnota 2001 die aangeeft dat de gemeente voorziet in een op de behoefte afgestemd aantal sportvoorzieningen. Sportvelden, waaronder hockey velden en voetbalvelden, worden tot de basisvoorzieningen gerekend waarvoor de gemeente zichzelf een verantwoordelijkheid toekent; b Voor hockey is uitsluitend nog de aanleg van kunstgrasvelden aan de orde. Het kan dan gaan om ombouw van een bestaand natuurgrasveld naar kunstgras of de uitbreiding van een bestaand sportcomplex met een kunstgrasveld. De gemeente zal met name vanwege het kwaliteitsaspect niet investeren in de aanleg van natuurgrashockeyvelden; c Bij voetbal bestaat in het kader van het capaciteitsvraagstuk per sportcomplex nog de afweging tussen uitbreiding met natuurgras of kunstgras of ombouw van natuurgras naar kunstgras. De gemeente maakt voornoemde afweging en betrekt de vereniging bij die afweging. Bij het maken van die afweging zijn aspecten zoals de ruimtelijke mogelijkheden op of nabij het sportcomplex voor de aanleg van extra velden alsmede de te verwachten aanleg- en onderhoudskosten medebepalend. d Voor een kunstgrashockeyveld wordt een zogenaamd zandingestrooid kunstgrasveld als norm gehanteerd. Een waterveld gaat boven de norm. Indien een vereniging een water veld wil aanleggen draagt de gemeente uitsluitend bij tot de norm voor een zandinge strooid kunstgrasveld; e De gemeente bekostigt de aan te leggen kunstgrasvelden en wordt in dat kader tevens eigenaar van het veld. Het onderhoud van de kunstgrasvoetbalvelden zal mede vanuit de eigenaarpositie door de gemeente worden uitgevoerd. Bij eventueel aan te leggen kunst grashockeyvelden zal tussen de betreffende vereniging en de gemeente overleg moeten plaatsvinden over de vraag of de gemeente het onderhoud gaat uitvoeren danwel dat de vereniging in combinatie met het onderhoud van reeds bestaande kunstgrasvelden het onderhoud van het nieuwe veld gaat verzorgen. De gemeente is bereid de uitvoering van het onderhoud van bestaande kunstgrasvelden te combineren met het onderhoud van nieuw aan te leggen velden. Over de daarbij te stellen (financiële) condities zal nader over leg tussen de gemeente en verenigingen moeten plaatsvinden. f Onder de aanleg van een kunstgrasveld wordt verstaan, de aanleg van het veld (onder bouw, sporttechnische laag en toplaag), de bijbehorende functionele hekwerken (ballen vangers en leunhekwerk), doelen, en verhardingen rond het veld. Veldverlichting en dug-outs worden op basis van het bestaande beleid niet gerekend tot de bij een kunstgrasveld behorende voorzieningen. Voorts dient specifiek bij de aanleg van kunstgrasvelden vanuit capaciteitsoogpunt rekening gehouden te worden met de volgende aanvullende criteria: • Per sportcomplex wordt de capaciteitsgrens bepaald en vastgelegd door de gemeente.
Bij het vaststellen van die grens wordt rekening gehouden met eventuele uitbreidings
mogelijkheden van het bestaande complex. Bij het bereiken van de capaciteitsgrens
aanvaardt de gemeente geen inspanningsverplichting voor een eventuele verplaatsing van
het betreffende sportcomplex.
Nota kunstgrasvelden
24
• Voor de jaarlijks op te stellen capaciteitsberekening van de gemeentelijke sportcomplexen wordt voor kunstgrasvelden uitgegaan van een bespelingsnorm van 35 uur per week. (op zaterdag en zondag van 09.00-16.00 uur en op maandag tot en met vrijdag 4 uur per dag). Bij deze norm wordt in voldoende mate rekening gehouden met organisatorische beperkingen van verenigingen. Voor de natuurgrasvelden wordt op basis van de normen van de sportbonden voor wedstrijd
velden uitgegaan van 10 uur per week en voor trainingsvelden 15 uur per week.
• De tariefstelling voor de huur van kunstgrasvelden kan aansluiten op de bestaande tarievensystematiek voor gemeentelijke sportaccommodaties. In de tarievenregeling is het incidenteel en seizoenstarief voor het gebruik van natuurgrasvelden bepaald. Bij de vaststelling van dat tarief is 20% korting toegepast op het tarief in verband met de mogelijke afgelasting van trainingen en wedstrijden vanwege onbespeelbaarheid van velden. Omdat op kunstgrasvelden onder nagenoeg alle omstandigheden gesport kan worden kan het tarief voor kunstgrasvelden worden vastgesteld op het tarief voor gebruik van een natuurgrasvelden opgehoogd met 20%.
• Bij de aanleg van kunstgrasvelden voor voetbal wordt voor wat betreft de benodigde kleedwasaccommodatie uitgegaan van een norm van 2 kleedlokalen per kunstgrasveld. Deze kleedlokalen hebben gezamenlijk een vloeroppervlak dat overeenkomt met het vloeroppervlak van 3 ‘normale’ kleedlokalen. Het extra vloeroppervlak is nodig om meer gebruikers te kunnen huisvesten. Op een kunstgrasveld kan een grotere belasting aan dan een natuurgrasveld waardoor gelijktijdig meer spelers gebruik kunnen maken van het veld. Bij de ombouw van een bestaand natuurgrasvoetbalveld dient dan rekening te worden gehouden met de bouw van 1 extra kleedlokaal (er zijn reeds 2 kleedlokalen beschikbaar voor het bestaande veld). Bij aanleg van een extra natuurgrasveld wordt de norm van 2 normale kleedlokalen aangehouden en bij de aanleg van een extra kunstgrasveld 2 grote kleedlokalen.
Bij hockey wordt in zeer beperkte mate gebruik gemaakt van beschikbare kleedwas accommodatie. De praktijk is dat leden zich overwegend thuis omkleden en nauwelijks gebruik maken van kleedwasaccommodatie. Op basis van die constatering wordt uitbreiding van kleedlokalen bij de aanleg van kunstgrashockeyvelden uitgesloten.
• In het verleden door verenigingen aangelegde kunstgrasvelden (voor 2007 aangelegd) blijven buiten het bereik van deze regeling. Verenigingen zijn door het ledenaantal en de hoogte van de contributie in staat geweest die velden aan te leggen en te onderhouden.
• Verenigingen die al een bijdrage hebben ontvangen voor de aanleg van een kunstgrasveld om capaciteitsredenen (na 2007 aangelegd) komen niet meer in aanmerking voor een bijdrage voor de aanleg van een kunstgrasveld in het kader van sociale cohesie.
7.3. Uitwerking Op basis van de voornoemde uitgangspunten kan de uitwerking -onderscheiden naar aanleg van velden vanuit capaciteitsoverwegingen en aanleg in het kader van de bevordering van sociale cohesie in buurten en wijken- er procedureel als volgt uitzien: Aanleg kunstgrasvelden om capaciteitsredenen
• Jaarlijks in januari stelt de gemeente op basis van door de KNVB, KNHB en verenigingen aan te leveren info over aantal junioren en senioren en aantal competitieteams een bere kening op waarbij de beschikbare veldcapaciteit op de gemeentelijke sportcomplexen wordt afgezet tegen de benodigde capaciteit.
• Bij de constatering van een capaciteitstekort op basis van het opgestelde overzicht neemt de gemeente onder voorwaarden het initiatief voor wat betreft de aanleg van een extra veld en de bekostiging daarvan. Het kan dan betreffen:
– de ombouw van een natuurgrasveld naar kunstgras voor hockey
– de aanleg van een extra kunstgrashockeyveld
– de ombouw van een natuurgrasveld naar een kunstgrasveld voor voetbal
– de aanleg van een extra natuurgrasveld
– de aanleg van een extra kunstgrasveld
Nota kunstgrasvelden
25
• De voorwaarden die worden gesteld zijn:
– Er dient sprake te zijn van een overschrijding van de beschikbare capaciteit met tenminste 25% (gebaseerd op richtlijnen die de KNVB en KNHB hanteren in het kader van capaciteit berekeningen);
– De overschrijding van de beschikbare capaciteit met tenminste 25% dient op 2 achter eenvolgende peildata (januari) te worden vastgesteld.
• Het bijbehorende tijdpad wordt dan als volgt:
– in januari vaststelling van een capaciteitstekort groter dan 25%;
– Op de peildatum (januari) van het daaropvolgende jaar opnieuw vaststelling van een
– Indiening van een verzoek tot beschikbaarstelling van een krediet voor aanleg van het
– Indien bij Kadernota besloten wordt tot toekenning van het voor aanleg van het
capaciteitstekort van tenminste 25%; kunstgrasveld bij de eerstvolgende Kadernota. kunstgrasveld benodigde investeringsvolume, wordt per 1 januari van het jaar van uit voering van de betreffende Kadernota gestart met voorbereiding en aanleg.
Aanleg kunstgrasvelden vanuit belang sociale cohesie in buurten/wijken
• De initiatiefnemer:
Het initiatief om een aanvraag voor een kunstgrasveld met een maatschappelijke functie in te dienen kan komen van de hoofdgebruiker van de buitensportaccommodatie of een derde partij. In ieder geval dient de hoofdgebruiker betrokken te zijn bij het initiatief en dient de initiatiefnemer een rechtspersoon te zijn die verantwoordelijk wordt voor cofinan ciering en het, samen met betrokken maatschappelijke organisaties, opstellen en uitvoeren van een activiteitenprogramma.
• Activiteitenprogramma:
De initiatiefnemer dient een programma van activiteiten op te stellen met de duidelijke doelstelling om bij te dragen aan de maatschappelijke functie van sport op diverse terreinen. Bij het opstellen van dit programma en de uitvoering ervan, moeten de in de wijk opererende maatschappelijke organisaties betrokken zijn.
In ieder geval zijn dit (vertegenwoordigers van):
– Basis- en voortgezet onderwijs;
– Kinderopvang en buitenschoolse opvang;
– Jongerenwerk en sociaal cultureel werk (Vertizontaal);
– Sportstimulering en vrijwilligersondersteuning (Breda-Actief);
– Ouderenwerk;
– Gezondheidszorg;
– Overige sportverenigingen;
– Overige wijkorganisaties en -voorzieningen.
Het activiteitenprogram dient een financiële paragraaf te bevatten, waaruit blijkt op welke wijze het programma in meerjarenperspectief gefinancierd en ingebed gaat worden.
• Cofinanciering:
De hoogte van de gemeentelijke bijdrage in het aanleggen van een kunstgrasveld met een maatschappelijke functie bedraagt maximaal eenderde van de totale kosten van aanleg en inrichting van een kunstgrasveld. De overige tweederde van de investering moet door de initiatiefnemer gefinancierd worden. Achtergrond van deze cofinanciering is het uitgangs punt van een gedeelde verantwoordelijkheid voor het gebruik van het veld door de initiatief nemer, de hoofdgebruiker en de betrokken maatschappelijke organisaties en overige gebruikers. Hierbij wordt de initiatiefnemer gewezen op mogelijkheden van medefinan ciering door maatschappelijk betrokken organisaties en bedrijven. Ook kan financiering gevonden worden in (meerjaren) huurovereenkomsten met gebruikers.
Nota kunstgrasvelden
26
• De aanvraag
Een aanvraag voor een gemeentelijke bijdrage in een kunstgrasveld met een maatschap pelijke functie dient, gelet op het bovenstaande, de volgende onderdelen te bevatten:
– Identificatie van de initiatiefnemer; rechtspersoon, doelstelling en statuten;
– De locatie waar het kunstgrasveld als vervanging een bestaand natuurgrasveld gereali
– Een activiteitenplan als hierboven bedoeld;
– De wijze van cofinanciering. (Niet hoe die gerealiseerd zou kunnen worden, maar hoe
seerd zou moeten worden;
die gerealiseerd gaat worden). De aanvraag wordt door de gemeente beoordeeld, eventueel na ingewonnen advies van derden. Wanneer de aanvraag aan de criteria voldoet kan een bijdrage toegekend worden. Deze toekenning is mede afhankelijk van de mate waarin het kunstgrasveld een aanvulling is op bestaande voorzieningen en hoe deze geografisch over de stad gespreid zijn. En natuurlijk binnen de financiële mogelijkheden die gemeente voor de uitvoering van dit beleid ter beschikking heeft.
• Realisatie en exploitatie
Bij de toekenning wordt het kunstgrasveld (als ieder ander) onder verantwoordelijkheid van de Gemeente Breda gerealiseerd. De gemeente wordt/blijft eigenaar van het veld. De exploitatie van het veld valt onder de verantwoordelijkheid van de rechtspersoon van de initiatiefnemer en binnen de grenzen zoals die door de Gemeente Breda bij de toekenning worden aangegeven.
Het bijbehorende tijdpad wordt dan als volgt:
– Indiening van een verzoek tot beschikbaarstelling van een krediet voor aanleg van het kunstgrasveld bij de eerstvolgende Kadernota.
– Indien bij Kadernota besloten wordt tot toekenning van het voor aanleg van het kunstgrasveld benodigde investeringsvolume, wordt per 1 januari van het jaar van uit voering van de betreffende Kadernota gestart met voorbereiding en aanleg.
Nota kunstgrasvelden
27
Nota kunstgrasvelden
28
Financiële consequenties nota kunstgrasvelden in Breda
8
In hoofdstuk 5 is een uiteenzetting gegeven van de kosten van aanleg van de verschillende soorten velden. De gemeente is thans eigenaar van de natuurgrassportvelden op de gemeentelijke buiten sportcomplexen. Vanuit die eigenaarsrol heeft de gemeente de zorg voor het onderhoud van de velden. Daarbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds de kosten van het dagelijks onderhoud (maaien, verticuteren, bemesten etc) en anderzijds het groot onder houd (toplaagrenovaties). Het dagelijks onderhoud wordt bekostigd vanuit de exploitatiebe groting terwijl in de huidige systematiek de kosten van renovaties afgedekt moeten worden uit de middelen die jaarlijks in het MIP voor sportaccommodaties worden toegekend. Indien de gemeente besluit kunstgrasvelden aan te leggen of extra velden realiseert, leidt dat tot financiële consequenties. De stichtingskosten zullen moeten worden afgedekt, er zullen exploitatiekosten ontstaan en op termijn zal groot onderhoud moeten worden uitgevoerd waarvoor financiële middelen noodzakelijk zijn. In onderstaand overzicht zijn de financiële effecten zichtbaar gemaakt.
Stichtingskosten
Ombouw natuurgras naar kunstgras
Uitbreiding natuurgras/kunstgras
Uitbreiding kleedkamers
€ 320.000 / € 450.000
€ 100.000 natuurgras en
1 kleedlokaal
€ 450.000 kunstgras
2 kleedlokalen € 200.000 2 grote kleedlok. € 300.000
Exploitatiekosten
Groot onderhoud
Beschikbare exploitatiemiddelen
Betreft uitbreiding van areaal.
Betreft uitbreiding areaal.
voor natuurgrasveld zijn toereikend
In exploitatiebegroting zal per veld
In exploitatiebegroting zal per
voor onderhoud kunstgrasveld
voor onderhoud 7.000 extra worden
kleedlokaal een extra bedrag moeten
opgenomen.
worden opgenomen.
Beschikbaar volume voor renovatie
Betreft uitbreiding areaal. In meer-
Betreft uitbreiding areaal.
natuurgrasveld is ontoereikend voor
jarenonderhoudsplanning moet extra
Jaarlijkse storting in onder-
vervanging kunstgrasveld. Ophoging
veld worden opgenomen waardoor
houdsvoorziening dient te
volume is noodzakelijk
ophogingvolume noodzakelijk is.
worden opgehoogd.
Op basis van de thans beschikbare informatie over de ledenaantallen, aantallen teams en beschikbare veldcapaciteit op de voetbal- en hockeycomplexen is een inschatting gemaakt van de te verwachten effecten indien besloten wordt tot toepassing van de in hoofdstuk 7 genoemde uitgangspunten en criteria. Met betrekking tot de voetbalcomplexen wordt geconstateerd dat op een zestal voetbal complexen overbespeling van velden plaatsvindt waarbij de voornoemde 25% gehaald wordt, te weten: a. sportcomplex Hooghuijs (vv The Gunners) b. sportcomplex Paradijs (vv WDS) c. sportcomplex Molengracht (vv Jeka) d. sportcomplex Blauwe Kei (vv Baronie) e. sportcomplex Heksenwiel (vv Boeimeer) f. sportcomplex Tussen de Leyen (vv Jeka) De ruimtelijke mogelijkheden om die complexen uit te breiden met een extra veld ontbreken. Op het sportcomplex Heksenwiel wordt vanuit sociale cohesie een kunstgrasvoetbalveld aan gelegd.
Nota kunstgrasvelden
29
De aanleg van 5 kunstgrasvoetbalvelden op termijn leidt tot een investering van € 2.250.000,-in aanlegkosten van de velden en vervolgens nog tot een ophoging van het volume voor groot onderhoud. Daarnaast dient met de aanleg van de kunstgrasvelden rekening te worden gehouden met de bouw van extra kleedwasaccommodatie. Op 5 van de 6 genoemde sport complexen zal een extra kleedlokaal moeten worden worden gebouwd. Op het sportcomplex Hooghuijs wordt reeds voldaan aan de gestelde norm met betrekking tot kleedkamercapaciteit. De totale kosten van deze kleedwasaccommodaties zijn te becijferen op € 500.000,--. Met betrekking tot de hockeycomplexen wordt kan worden gemeld dat er thans op 2 complexen sprake is van een overbespeling van 25% of meer te weten het sportcomplex Galderseweg (BNMHC Zwart-Wit) en het sportcomplex Burg. De Manlaan (BHBC). Met de aanleg van 2 kunstgrashockeyvelden is een investeringsbedrag gemoeid van € 700.000. Tot slot dient opgemerkt te worden dat voornoemde verwachtingen zijn gebaseerd op thans bekende informatie over ledenaantallen en teams. De ledenaantallen van de verenigingen zullen in de komende jaren door diverse factoren zoals toename van de bevolking van Breda, trends in de sportbeoefening en wijzigingen in deelnamepercentages voor de diverse sporten in beweging blijven. Derhalve dient rekening te worden gehouden met de aanleg van meer kunstgrasvelden in de toekomst. Het jaarlijks op te stellen overzicht van beschikbare veldcapa citeit versus benodigde capaciteit zal de ontwikkelingen zichtbaar moeten maken.
Nota kunstgrasvelden
30
B1
Capaciteit voetbalcomplexen
Sportcomplex
Vereniging
Blauwe Kei
Baronie
Aantal teams
Aantal Zaterdag Zondag Zaterdag velden competitie- competitie- wedstrijd beschikbaar tijd in uren tijd in uren velden nodig 66
5+
24,10
9,62
3
Zondag wedstrijd velden nodig
Trainingsvelden nodig
2
Tekort
3
-1 -1
Heikant
Beek Vooruit
51
4
20,60
10,5
3
2
2
Kadijk
Advendo
33
4
12,54
7
2
2
2
Wisselaar
Barca
Jeugdland
UVV’40
Kwakkelhutstraat TVC/Breda
6
1+
2,37
2,62
1
1
1
25
3+
8,85
3,50
1
1
1
21
3
9,45
4,37
2
1
1
Hooghuijs
Gunners
26
2
13,62
0
2
0
1
Ruitersboslaan
SAB
23
3
7,89
5,25
1
1
1
Lage Kant Noord PCP
15
2
4,6
6,13
1
1
1
Tussen de Leyen
Jeka
84
6+
32,45
11,37
5
2
3
Postillonstraat
Groen Wit
19
2+
6,2
4,37
1
1
1
De Gouwen
DIA
29
4
11,77
5,25
2
1
1
-1
-1
Heksenwiel
Boeimeer
41
4
17,12
7
3
2
2
-1
Paradijs
WDS’19
26
2+
11,41
4,37
2
1
1
-1
Roosberg
Bavel
41
4+
15,81
7,87
2
2
2
Uitgangspunten Gebaseerd op gegevens KNVB seizoen 2007/2008 Berekening op basis van 50% thuis/50% uit Berekend op speeltijd incl. rust en excl. wisseltijd Competitietijd op zaterdag/ speelmarge ( 7,5 uur )= aantal velden Competitietijd op zondag/speelmarge (5,5 uur ) = aantal velden Trainingsvelden zoals berekend door KNVB
Nota kunstgrasvelden
31
Nota kunstgrasvelden
32
B2
Capaciteitsoverzicht hockey op basis van rekenmodel KNHB
Op basis van de van de hockeyverenigingen en KNHB ontvangen informatie kan het volgende beeld worden geschetst met betrekking tot de benodigde veldcapaciteit (kunstgras) versus de beschikbare capaciteit. Voorts is van een viertal verenigingen een meerjarenperspectief ontvangen op basis waarvan een verwachting kan worden uitgesproken over de op langere termijn (tot 2015) verwachte capaciteit. Vereniging Push
capaciteit beschikbaar
zaterdag
zondag
KG
natuur
mini
2007
2010
2015
2007
2010
2015
6
1,5
1
6,76
7,66
7,88
4,30
4,60
5,11
5,14
7,21
3,38
3,55
3,95
Zwart-Wit
3
2
0
4,02
Breda
3
2
0
4,55
3,30
Prinsenbeek 3
0
0
3,38
5,00
Teteringen
0,5
0
1,54
2,26
2
2,84
1,00
1,33
0,83
0,99
1,36
Op basis van bovenstaande tabel kunnen de navolgende conclusies worden getrokken: Vereniging Push
2007
2010
2015
tekort
overschot
tekort
overschot
tekort
overschot
-
-
1
-
2
-
-
4
-
Zwart-Wit
1
-
2
Breda
1
-
1
1
Prinsenbeek -
-
2
-
2
Teteringen
-
0,5
-
-
1
Totaal
2
0,5
5
-
10
-
Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat er thans een tekort is aan 2 kunstgrashockeyvelden. In 2010 loopt dit tekort op naar 5 velden en in 2015 is dat tekort toegenomen tot 10 kunstgrasvelden.
Nota kunstgrasvelden
33
Nota kunstgrasvelden
34