NORMBLADEN PVH (GIDSEN VOOR GOEDE PRAKTIJKEN)
I.
Toepassingsgebied: KATTEN
In Nederland leven 3.3 miljoen katten als gezelschapdier, waarvan 5 % raskatten (cijfers uit RDA rapport 2006). Daarnaast leven katten rondom de boerderijen waar ze als nutsdieren worden gezien – ter bestrijding van ongedierte- en als zwerfkatten (zowel in stedelijke als landelijke gebieden). Ze behoren tot de soort: Felis sylvestris Ze kunnen al geslachtsrijp worden vanaf 5 maanden. Poezen (die in een goede conditie verkeren en een optimale huisvesting hebben) kunnen het hele jaar door krols worden. De eisprong vindt pas plaats bij de dekking en de poezen zijn tijdens de krolsheid bereid zich te laten dekken door meerdere katers waardoor er kittens geboren kunnen worden met verschillende vaders (katers). De dracht duurt ca. 63 dagen en poezen kunnen 1-10 kittens per nest krijgen. Zodra de kittens gespeend zijn worden de poezen vaak snel krols, soms worden ze al krols als de kitten 1 week oud zijn. Katten die optimaal verzorgd zijn (door middel van geschikte en optimale voeding, leefomgeving en veterinaire verzorging) kunnen 16 jaar of zelfs ouder worden. De raskatten werden pas sinds tweede helft van de 19e eeuw gericht gefokt in Noordwest- Europa en zijn inmiddels globaal onderverdeeld in langhaar / halflanghaar / korthaar en naakt katten. Een aantal rassen behoren tot de zogenaamde natuurrassen, zoals de Maine Coon, Noorse Boskat, Siberische Kat, Turkse Van, Turkse Angora. De overige rassen zijn ontstaan door gericht katten van al bestaande kattenrassen onderling te kruising of door mutaties. Door de jarenlange selectie van de fokkers hebben de rassen verschillende uiterlijke kenmerken en rasgebonden karakters verkregen. II.
Voeding
Katten moeten altijd over vers drinkwater beschikken. De kat is een echte carnivoor. Dat wil zeggen dat ze vlees moet eten om te voorzien in bepaalde behoeften. Plantaardige eiwitten hebben een lagere biologische waarde dan dierlijke eiwitten. Ze worden minder goed benut. Het is daarom van belang dat in kattenvoeding de eiwitten uitsluitend of vrijwel uitsluitend van dierlijke oorsprong zijn. Deze informatie kan op de verpakking worden teruggevonden. ’Mee-eten met de pot’ of vegetarisch eten is niet geschikt als volledig voedsel voor de kat. Ongewenste voeding: • • • • • • • • •
•
•
(Orgaan)vlees, vooral van het varken, maar ook rauwe kip en rauwe vis mag niet rauw gegeven worden en moet dus altijd goed gekookt worden Beschimmeld of bedorven voedsel, voedsel met verlopen houdbaarheidsdatum Onvoldoende ontdooid diepvriesvoer of direct uit de koelkast verstrekt voer Botjes van wild en gevogelte zijn scherp en kunnen ernstige verwondingen veroorzaken Veel ongekookte vis of rauw ei kan een vitaminetekort veroorzaken Toevoegen van vitaminen- en mineralenmengsels is niet nodig en kan zelfs schadelijk zijn Hondenvoer als hoofdvoedsel; dit geeft vaak tekorten bij de kat Teveel lever of levertraan; dit geeft een overdosering van vitamine A Wanneer kittens eenmaal gespeend zijn, wordt er meestal geen melk meer gegeven. Tijdens de verdere ontwikkeling van het maag-darmkanaal neemt het vermogen om melksuiker te verteren dan af. Uiteindelijk zal het enzym, dat zorg draagt voor die vertering, helemaal verdwijnen. Volwassen katten kunnen dan ook last krijgen van diarree als ze gewone (koe)melk drinken en/of gaan overgeven. Mocht uw kat zich vreemd gedragen (braken, niet normaal reageren, ongecoördineerd zijn). na het eten van iets dat niet bestemd voor hem was, neem onmiddellijk contact op met uw dierenarts. Pure chocolade is giftig voor een kat.
1
25-10-2009
www.huisdieren.nu
Rekening houdend met hun specifieke voedselbehoefte kunt u weliswaar zelf hun eten klaar maken, maar er zijn op de markt zeer veel soorten kant-en-klaar en volledig kattenvoedsel te koop van de diverse merken die verkrijgbaar zijn als droogvoer (kattenbrokken), blikvoer en vers vlees in kant-enklaar verpakkingen. Er is speciaal aangepast voer voor kittens, jonge, volwassen en oudere dieren en ook is er voer speciaal ontwikkeld voor specifieke rassen en dieren met bepaalde ziekten. Bij het voeren van katten is het belangrijk er mee rekening te houden dat katten vaak vele (20-30) kleine maaltijden gedurende het etmaal eten. Weeg de benodigde hoeveelheid voer die uw kat nodig heeft op één dag af. U kunt dit in een doseerapparaat doen. U kunt iedere keer kleine beetjes voer in een speciale voerbal stoppen, dan krijgt de kat ook veel beweging met het bemachtigen van het voer, Binnenkatten Katten die voornamelijk binnen zitten en weinig beweging hebben lopen een risico te vervetten. Te dikke katten krijgen last van hun conditie en worden slomer. Daarnaast kunnen ze allerlei gezondheidsproblemen ontwikkelen, zoals suikerziekte. Ook kunnen de dieren zichzelf dan niet meer goed wassen en verzorgen. Oud Oudere katten (meestal ouder dan ongeveer 12 jaar) worden wat strammer en nemen minder beweging dan jongere dieren en ze lopen daarmee het risico om te zwaar te worden. Het gebit verslechtert en het dier kan kiezen en tanden kwijt raken, waardoor de opname van voedsel moeilijker gaat. Ook merken we dat de spijsvertering van het oudere dier hogere eisen stelt. Ze hebben eerder last van braken of diarree bij vreemd voedsel of kunnen last van verstopping krijgen. Ook de opname en het gebruik van (essentiële) vetzuren verandert, wat zichtbaar is in de vacht. Deze kan wat stugger en minder glanzend worden. Er zijn speciale voedingen ontwikkeld voor de senior kat. De grootte van de brokjes en de samenstelling is hierin aangepast voor het oudere dier. Soms zijn er speciale ingrediënten toegevoegd die een rol spelen bij het voorkomen of tegengaan van overgewicht, gewrichtsproblemen of problemen bij de vertering. Jong Kittens drinken de eerste twee tot vier maanden melk bij hun moeder. Kittens die met kunstmelk worden gevoed, kunnen last krijgen van diarree of verstopping. In dat geval mag u beslist niet stoppen met voeden of de hoeveelheid kunstmelk verminderen. Kunstmatig gevoede kittens zijn namelijk extra gevoelig voor uitdroging. Als er wordt getwijfeld aan de conditie van de kittens, vraag dan de dierenarts om advies. U kunt de kittens gaan bijvoeren met wat vast voedsel als ze vier weken oud zijn en zo kunnen de diertjes geleidelijk aan gespeend worden. U kunt de droge brokjes in het begin weken in wat water of kant en klare vleesvoeding voor kittens. Er zijn speciale, complete kittenbrokjes verkrijgbaar die kleiner zijn dan het gebruikelijke droogvoer voor volwassen katten. Bovendien zijn ze rijker aan vetten en eiwitten. Op deze wijze zorgt u voor een probleemloze overgang van melk naar vast voedsel. In de natuur brengt de moeder haar kittens eerst gedode prooi, vervolgens een bijna gedode prooi. Tot slot leren ze vanaf ca. 7-8 weken jagen op levend prooi zoals muizen, mollen, ratten en ook op vogels. Speciaal voer voor verschillende rassen Er zijn voor diverse kattenrassen speciale voeders in de handel, gericht op de vachten en gebitten van deze rassen. De Brokjes hebben diverse vormen aangepast op de vorm van het gebit zodat de brokjes door deze katten gemakkelijk kunnen worden opgepakt en goed gekauwd kunnen worden. Voer voor zieke katten Diverse voeders in droge en natte vorm voor verschillende aandoeningen kunnen bij de dierenarts gehaald worden. Dit altijd in overleg met de dierenarts.
2
25-10-2009
www.huisdieren.nu
III.
Huisvesting:
Ligplek en krabplank Katten dienen een droge, schone en tochtvrije ligplaats te hebben. Liefst ook een hoge plek waar ze rustig kunnen liggen zonder gestoord te worden. Een plekje in de zon voor het raam en voor of bij de verwarming/kachel is ook zeer gewenst. Een kussentje of mandje is daar prima geschikt voor. Katten kunnen prima binnen gehouden worden mits ze de ruimte krijgen waar ze kunnen spelen, klimmen en springen. Een rondom afgesloten (dus ook gedeeltelijk overdekte) buitenren is erg fijn voor katten. Voor katers en poezen die als fokdieren gebruikt worden gelden speciale huisvestingsnormen. Zeker wanneer de kat(ten) niet naar buiten kunnen zullen ze heel blij zijn met een krappaal, die een voldoende hoogte (1.5 m hoog) moet hebben zodat ze zich volledig uit kunnen rekken en de nagels slijpen. Met voldoende goede krabpalen kun je voorkomen dat de katten meubels en behang gebruiken voor hun nagels. Zorg voor gemakkelijk en goed te reinigen eet en drinkbakken. Huisgenoten en spelen Sociaal contact met andere katten of huisdieren is alleen maar leuk als uw kat het goed kan vinden met andere katten of huisdieren, en de dieren op de juiste wijze met elkaar in contact worden gebracht. Sociaal contact met mensen betekent vaak spelen met uw kat, veel aaien en knuffelen met uw kat. Maar ook trainen met uw kat. U kunt uw katten bijvoorbeeld ook trainen om een parcours af te leggen, net zoals dat met een hond op de hondenschool bij een cursus behendigheid gebeurt. Zorg voor voldoende en veilige (!) speeltjes in huis zoals pingpong balletjes, speelgoed muisjes en kartonnen dozen waar u wat gaten in maakt. Een paar kranten om in te ravotten is ook altijd dolle pret. Er zijn katten die zichzelf vermaken, maar meestal zult u degene zijn die hiervoor het initiatief moet nemen. Doorgaans vinden katten speeltjes die appelleren aan hun jachtinstinct erg leuk, bijvoorbeeld een balletje of muisje dat u weggooit of een veer aan een stok die u beweegt. Zorg dat u een gevarieerd aanbod aan speeltjes heeft en geef ze niet allemaal tegelijk aan uw kat. Hierdoor kunt u gemakkelijk (dagelijks) afwisselen en blijven de speeltjes interessant. Een voerbal met gaten, waar de brokjes uit vallen als de kat de bal in beweging brengt kan ook erg leuk zijn, bovendien heeft u daarmee de gelegenheid uw kat kleine porties voer over de dag verspreid te geven en tegemoet te komen aan haar natuurlijke voedingsbehoefte. Zo kunt u uw kat ook laten ´werken´ voor zijn dagelijkse brokken. Een deel van de van de katten houdt van valeriaan of kattenkruid en bij veel katten werkt valeriaan, net als bij mensen, ontspannend en verminderd het stress. U kunt uw ‘oude’ speeltjes met valeriaan of kattenkruid weer als een nieuw speeltje laten ruiken! Of leg een theelepeltje valeriaan of kattenkruid op de vloer, grote kans dat uw kat het opeet of er in gaat liggen rollen. Mocht uw kat na het eten van de valeriaan duf worden, moet u de volgende keren minder valeriaan gebruiken. Kattenbak Er moeten genoeg kattenbakken aanwezig zijn, het te adviseren aantal is afhankelijk van het aantal katten (vuistregel 1 kattenbak per kat +1 extra). Katten hebben namelijk de natuurlijke behoefte om zich op een andere plek te ontlasten dan waar ze urineren. Er zijn veel verschillende soorten kattenbakken, met deksels of filters enz. Het maakt niet zoveel uit wat voor kattenbak de kat krijgt*, als hij zich er maar plezierig bij voelt. De kattenbak moet altijd gemakkelijk bereikbaar zijn en ook op een rustig plekje staan. De bak moet vaak schoongemaakt worden omdat een kat heel hygiënisch is en hij anders een afkeer kan krijgen van de kattenbak en dan elders gaat plassen. Maak er een gewoonte van de kattenbak minimaal elke dag leeg te scheppen en 1x per week schoon te maken met een sopje. Als u meerdere katten heeft is het belangrijk om de kattenbakken te verspreiden door het huis.
3
25-10-2009
www.huisdieren.nu
Er zijn vele soorten grit in de handel die het schoonmaken vergemakkelijken. Sommige katten willen niet in een kattenbak met kap. Deze kappen zitten erop voor de eigenaren, om het grit en luchtjes in de bak te houden Kattenluik Wanneer een kat buitenkomt, willen ze graag van binnen naar buiten lopen en weer terug wanneer het hen uitkomt. Dit kunnen ze heel lang volhouden, doordat katten graag de vrijheid hebben om hun ‘territoriumronde’ te doen. Een uitkomst hiervoor is het kattenluikje. Door een kattenluikje in de deur kan een kat steeds naar buiten en binnen. Het luikje moet net zo groot als uw kat zijn en circa 15 centimeter boven de onderkant van de deur hangen. Maar pas op want een kattenluikje kent ook nadelen. Om de overige katten uit de buurt buiten te houden is het mogelijk om een elektrisch luikje te gebruiken, waardoor alleen de eigen kat, met het juiste zendertje naar binnen kan. Ook is het mogelijk om het luikje op slot te doen, zodat de kat 's nachts niet naar buiten kan. Het is beter om uw kat 's nachts niet naar buiten te laten. Omdat het buiten veel rustiger is, waagt de kat zich veel verder van huis en kan daardoor sneller verdwalen. In het voorjaar worden de jonge vogels in de vroege ochtend vaak slachtoffer van de kat. Ook is de temperatuur in het algemeen veel lager dan overdag en hoewel een gezonde, doorvoede kat goed tegen de koude kan, is vochtige kou niet goed en moet hij een droog en tochtvrij plekje kunnen opzoeken. Niet iedere buur zal blij zijn met uw kat in hun tuin, houdt daar rekening mee.
IV.
Gezondheid:
Vaccinaties. Het is van belang de kat te laten vaccineren en het dier daarmee te beschermen tegen voorkomende virusziekten. Laat u hierover informeren door de dierenarts. Kitten
9 weken 12 weken Volwassen 1 jaar 2 jaar 3 jaar 1 per jaar niesziekte 1 x per 2 à
katten/niesziekte katten/niesziekte katten/niesziekte Niesziekte katten/niesziekte 3 jaar kattenziekte
Een enting tegen hondsdolheid (rabiës) is niet nodig tenzij de kat mee wordt genomen naar het buitenland en kan dan vanaf een leeftijd van drie maanden voor de eerste keer worden toegediend. De vaccinatie is, afhankelijk van de gebruikte entstof en de eisen van het land van invoer, één tot drie jaar geldig. Dieren dienen dan vrijwel altijd ook gechipt te worden. Kattenleukemie (FeLV) is een infectie die wordt veroorzaakt door een virus. Het virus wordt overgebracht via speeksel en bloed. De ziekte heeft in ongeveer een derde van de gevallen een dodelijk afloop, maar komt gelukkig niet veel voor in Nederland. Het kan wel een probleem zijn in gebieden met veel zwerfdieren. Voor katten die met dergelijke dieren in aanraking komen is een jaarlijkse vaccinatie tegen kattenleukemie mogelijk. Ook hier kan de dierenarts het beste adviseren of dit zinvol is. Ontworming Kittens: Op een leeftijd van 4, 6 en 8 weken (vóór de vaccinatie) en vervolgens met 16 en 24 weken. Moederpoes: Tegelijk met de kittens. Alle andere katten: vier keer per jaar Alle producten ter bestrijding van spoelwormen, die verkrijgbaar zijn bij dierenarts of de dierenspeciaalzaak, zijn effectief tegen wormen. Ze bestrijden echter niet allemaal even goed de 4
25-10-2009
www.huisdieren.nu
larven die zich in de darm ontwikkelen. Ook kunnen er na de ontworming weer nieuwe wormen bij komen via de moedermelk of via herbesmetting. Daarom moet de behandeling na één tot twee weken herhaald worden, afhankelijk van het middel. Voor kittens is het beter om te kiezen voor een wormmiddel dat ook de larven doodt (larvicide werkzaamheid) en dat nauwkeurig toegediend kan worden op lichaamsgewicht. Let op: niet alle wormmiddelen zijn bij zowel de volwassen kat als kittens te gebruiken. Laat u over het gebruik van wormmiddelen goed informeren door de dierenarts of in de dierenspeciaalzaak. Huisdieren kunnen last hebben van verschillende soorten lintworm. In Nederland wordt nagenoeg alleen de katten- en hondenlintworm (Dipylidium caninum) aangetroffen. (Bij de kat ook Taenia vanuit knaagdieren) Deze worm wordt door vlooien overgebracht. De infectie is niet schadelijk voor de kat, maar kan wel jeuk rond de anus veroorzaken. Een besmetting met lintworm is te herkennen aan de ‘maden’ of ‘rijstkorreltjes’ rond de anus van de kat, in de ontlasting of op de slaapplaats van de kat. Dit zijn de rijpe stukjes die aan de staart van de lintworm loslaten en als een zakje met eitjes het kattenlichaam verlaten.
De bestrijding van een lintworminfectie is tweeledig: ontworming en tegelijkertijd vlooienbestrijding, want vlooien brengen de eitjes over. Ontworming moet plaatsvinden wanneer lintworm wordt waargenomen. Er zijn combinatiepreparaten verkrijgbaar die zowel spoel- en lintworm bestrijden.
Vlooien en andere op de kat voorkomende parasieten Naast parasieten die leven in het lichaam van de kat, zijn er ook verschillende soorten die leven op de kat. Sommige zijn bekend, zoals de vlo, maar er zijn ook parasieten die minder vaak voorkomen Vlooien zijn de meest voorkomende parasieten bij huisdieren. Het zijn insecten die een bloedmaaltijd nodig hebben om zich voort te kunnen planten. Uit de vlooieneitjes in de omgeving van de kat komen larven die voornamelijk van vlooienontlasting (onverteerd bloed) leven, maar ook eten de larven ander organisch materiaal zoals lintwormeitjes, waardoor vlooien de besmettingsbron zijn voor lintworm. Vlooienlarven zijn lichtschuw en leven het liefst in een warme, ietwat vochtige omgeving. Daar verpoppen ze in een cocon (pop) die wel twaalf maanden in een ruststadium kan blijven. Door trillingen in de omgeving (meestal het langslopen van een mens of dier) komt de pop uit en de volwassen vlo zal een geschikt gastdier bespringen. In uitzonderingsgevallen, zoals een vlooienplaag en/of een tekort aan gastdieren, worden ook mensen besprongen en gebeten. Vlooien kunnen vooral kittens veel last bezorgen. Omdat ze bloed zuigen, kan bij aanwezigheid van veel vlooien zelfs een levensbedreigende bloedarmoede optreden. Daarnaast veroorzaken vlooien veel jeuk en onrust. Bij dieren die in hun jeugd veel vlooienbeten hebben opgelopen bestaat ook een verhoogde kans op vlooienovergevoeligheid. Elke nieuwe vlooienbeet kan dan een jeukreactie oproepen van alle eerder opgelopen steekplaatsen. Bij een kat die veel buiten leeft zal de eigenaar vaak maar weinig ‘jeukgedrag’ waarnemen, terwijl de kat wel degelijk een ernstige infectie kan hebben. Ook zijn er veel katten die dit gedrag minder in openbaarheid vertonen. Het bijten, likken en krabben kan na verloop van tijd ernstige huidbeschadigingen veroorzaken. Er zijn veel middelen verkrijgbaar om vlooien te bestrijden. Overleg met de dierenarts of dierenspeciaalzaak wat in uw geval de beste behandeling is. Luizen komen bij de kat sporadisch voor en zijn meestal het gevolg van een nestinfectie. Schurft bij katten wordt veroorzaakt door een mijt en infectie ontstaat na direct contact met een besmet dier, vaak een symptoomloze drager (een dier zonder klinische klachten). Buiten het lichaam zijn de mijten maar enkele uren tot enkele dagen levensvatbaar. De cyclus van schurft duurt twee tot 5
25-10-2009
www.huisdieren.nu
drie weken, zodat een eventuele infectie bij kittens pas na die leeftijd kan worden waargenomen. Schurft gaat gepaard met huidafwijkingen. Die beginnen voornamelijk rond de kop en breiden zich dan uit over de rest van het lichaam. De heftige jeuk en het vele krabben leiden tot beschadigingen, korsten en kaalheid. De diagnose kan door de dierenarts worden gesteld door microscopisch onderzoek van een huidafkrabsel. Voor een effectieve bestrijding moet de kat eenmaal per vijf dagen worden gewassen met een schurftdodend middel gedurende minimaal een maand. Ook nieuwere spot-on preparaten zijn werkzaam tegen deze schurftmijten. Heeft de kat direct contact gehad met andere dieren, dan moeten ook die behandeld worden. Mandjes en andere ligplaatsen dienen ook grondig schoongemaakt te worden. De vachtmijt (Cheyletiella) is een parasiet ter grootte van een speldenknop en leeft van huidschilfers. Vachtmijt wordt voornamelijk overgebracht door direct contact met besmette dieren, maar ook door insecten als vlooien, luizen en vliegen. De symptomen bestaan uit (soms heftige) jeuk, overmatig schilferende huid en losse haren. De dierenarts stelt de diagnose aan de hand van de aanwezige klachten en door onderzoek van haren en huidschilfers met behulp van een vergrootglas of microscoop. Het materiaal voor dit onderzoek wordt vaak verzameld met de stofzuiger of met behulp van een plakbandje. Besmetting van de kat met Cheyletiella kan ook jeuk veroorzaken bij de eigenaar. Vooral op de buik kan hevige irritatie optreden. Zodra de kat behandeld is, verdwijnen ook de verschijnselen bij de eigenaar vanzelf. De behandeling van vachtmijt bestaat uit wassen of poederen van alle dieren, eenmaal per vijf dagen gedurende vier weken. Hiervoor zijn speciale producten verkrijgbaar. Ook moeten mandjes en andere ligplaatsen grondig worden schoongemaakt. De oormijt, of oorschurft, is een klein mijtje in de gehoorgang van de kat en veroorzaakt vaak een oorontsteking met overproductie van roodbruin tot zwart oorsmeer (korrelig als tuinaarde) en ernstige jeukklachten. Vaak krabt het besmette dier de huid rond de oren en de nek kapot, waardoor er een ontsteking ontstaat. De dierenarts kan een oormijtinfectie vaak eenvoudig vaststellen door met een otoscoop in het kattenoor te kijken. De besmetting kan worden bestreden met zalf, een injectie of een spot-on preparaat. Alle in huis aanwezige dieren moeten regelmatig gecontroleerd en behandeld worden, anders blijven ze de infectie op elkaar overdragen. Jonge katjes zijn overigens erg gevoelig en raken gemakkelijk besmet met oormijten. Besmetting op jonge leeftijd resulteert soms in een overproductie van oorsmeer gedurende de rest van het kattenleven. Daarom moeten kittens nauwgezet gecontroleerd en zonodig adequaat behandeld worden. Een schimmelinfectie kan bij een kat aanwezig zijn zonder dat dit zichtbaar is. Zo’n dier wordt dan een ‘drager’ genoemd. Wanneer er wel klinische verschijnselen optreden, bestaan die uit korstjes en soms kale plekken. Een schimmelinfectie gaat bij een kat gewoonlijk niet gepaard met jeuk. Een schimmelinfectie is door de dierenarts soms aan te tonen met een speciale lamp of microscopisch onderzoek, maar vrijwel altijd is onderzoek door middel van een kweek noodzakelijk. Is er sprake van een infectie, dan moeten alle in huis aanwezige behaarde dieren (niet vis of vogel…) gedurende langere tijd worden gewassen met een speciale shampoo en eventueel ook aanvullend worden behandeld met tabletten. Scheren van de dieren vormt vaak ook onderdeel van de behandeling. Ook de omgeving moet grondig worden gereinigd: schimmelsporen kunnen lange tijd besmettelijk blijven en daardoor is een schimmelinfectie soms erg moeilijk te bestrijden. Een schimmelinfectie kan ook besmettelijk zijn voor de mens, dit geeft dan vaak veel jeuk. Bij huidklachten dient men contact met de huisarts op te nemen. Elektronische identificatie Bij de dierenarts kan men sinds enige jaren huisdieren laten ‘chippen’. Dit gebeurt door middel van een eenvoudige injectie waarmee een zogeheten chip of transponder onder de huid wordt 6
25-10-2009
www.huisdieren.nu
aangebracht. Deze chip is iets groter dan een rijstkorrel en bevat een unieke identificatiecode die met een speciaal afleesapparaat gelezen kan worden. De meeste eigenaren laten hun kat identificeren en registreren in de hoop dat ze daardoor hun huisdier weer snel in de armen kunnen sluiten in geval van vermissing. Jaarlijks belanden duizenden weggelopen of verdwaalde honden en katten in het asiel. De meeste dierenambulances, asielen, dierenartsen en de reinigingsdiensten van veel gemeenten in ons land zijn inmiddels uitgerust met een afleesapparaat: een gechipt dier zal zijn eigen huis dus vrijwel zeker terugzien. Registratie Een dier met een transponder kan geregistreerd worden bij verschillende databanken in Nederland. Bij het chippen wordt op een registratieformulier een van de barcodestickers met de identificatiecode van de chip geplakt en worden de gegevens van het betreffende dier, de eigenaar en de dierenarts ingevuld. Dit formulier wordt naar de databank gestuurd. Een aantal databanken stuurt de eigenaar vervolgens een registratiecertificaat en een mutatiekaart. Veel Databanken zijn (via internet) meestal 24 uur per dag bereikbaar om informatie op te vragen over een bepaald transpondernummer. Het is wel erg belangrijk dat uw gechipte kat op het juiste adres geregistreerd, zodat het nummer van de chip altijd gekoppeld is aan de juiste gegevens van de eigenaar van het dier. En dat u een verhuizing tijdelijk doorgeeft. Kijk op www.chipnummer.nl of uw kat goed geregistreerd staat. Gebitsproblemen Een kat heeft vaak last van tandplak en tandsteen. Dit beschadigt het tandvlees en vervolgens de wortels van tanden en kiezen die los gaan zitten. Slechte adem, ontsteking en uitvallen van gebitselementen is het gevolg. In deze gevallen is behandeling onder narcose nodig bij de dierenarts. Dit alles kan op relatief eenvoudige wijze worden voorkomen. Probeer een kat als kitten al te wennen aan het dagelijks tandenpoetsen. Hiervoor zijn speciale tandenborsteltjes en tandpasta bij de dierenarts en dierenspeciaalzaak verkrijgbaar. Doe dit bijvoorbeeld ’s avonds. Zo behoudt u zo lang mogelijk een glanzend en gezond gebit bij een kat die niet uit de bek stinkt. Er kunnen ook speciale brokken en kauwproducten voor het gebit gebruikt worden die de vorming van tandsteen tegengaan. Castratie De meeste katers en poezen waar men niet mee wil fokken worden gecastreerd (bij poezen wordt dit vaak nog sterilisatie genoemd, feitelijk vindt er een castratie plaats). Dit voorkomt ongewenst gedrag (sproeien) en vechten van katers en het krols worden van de poes. Wanneer dit gebeurt op een leeftijd vanaf vijf tot zes maanden en dus voor de eerste krolsheid, dan vermindert tevens het risico op melkkliertumoren en suikerziekte op oudere leeftijd. Kittens van huiskatten gaan vaak al heel jong naar de nieuwe eigenaar, zodra ze vast voedsel kunnen eten rond de 7-8 weken. Een gezond kitten heeft schone ogen, neus en anus en een vaste ontlasting, is nieuwsgierig, speelt en is niet bang. Raskat kittens mogen niet voordat ze 13 weken oud zijn naar de nieuwe eigenaar. Dat is omdat de kattenverenigingen bepaald hebben dat alle kittens eerst geënt moeten worden tegen kattenziekte en niesziekte, minimaal 2 weken voor ze verhuizen. Een andere reden is dat de kittens dan langer kans hebben zich vollediger te ontwikkelen bij de moederpoes samen met hun nestgenoten. Alle kittens moeten in ieder geval 1 maal geënt worden als ze 12 weken oud zijn om zodoende een jaar goed beschermd te zijn. Ze moeten minimaal 1 kilo wegen. Witte katten kunnen doof zijn, dit kunt u laten testen bij enkele dierenartsen. Indien uw kat doof is, kunt u deze kat beter niet onbeschermd buiten laten lopen.
7
25-10-2009
www.huisdieren.nu
V.
Soortspecifiek gedrag
Katten leven van nature solitair of in groepen (als er voldoende voedsel in het gebied aanwezig is). Deze groepen zijn meestal samengesteld uit poezen en hun ‘familieleden’. Geslachtsrijpe jonge katers leven of in de buurt van de groep of worden door de volwassen dominante kater gedwongen de groep te verlaten. Poezen die in groepen leven helpen elkaar soms onderling bij het verzorgen en grootbrengen van hun kittens. Ze willen echter ook de mogelijkheid hebben om alleen te kunnen zijn. Een kat gaat zijn eigen gang, eet en drinkt wanneer hij/zij daar zin in heeft en zoekt gezelschap bij mensen of andere dieren als hij daar behoefte aan heeft.
Indien uw kat niet voldoende afleiding heeft, dan kan hij zich gaan vervelen. Uit stress, doordat hij zijn natuurlijke gedrag niet kan uitvoeren, en door verveling kan uw kat allerhande ongewenst gedrag ontwikkelen. Daarom is het van groot belang om voor dat u aan een kat begint, alle volgende zaken goed in orde te hebben. Katten zijn gedurende het etmaal korte perioden actief afgewisseld met langere tussenperiodes van rust. ‘s ochtends vroeg en ‘s avonds zijn ze vaak het meest actief - net als hun prooi. Buiten kunnen katten hun natuurlijk gedrag volgen en naar hartenlust jagen op hun voedsel. Ze gebruiken hun poten, klauwen, om de prooi te vangen en te verwonden waarna ze de prooi doodbijten. Aangezien niet iedere jachtpoging eindigt met buit, jagen katten altijd op snel bewegende prikkels, ongeacht of ze wel of geen honger hebben. Volwassen katten die alleen binnenhuis leven vervangen dit natuurlijke jachtgedrag door ‘spelen’ met bewegende speelgoed muizen, propjes enz. , Pas op dat de kat niet in het spel armen en benen als prooi ziet en deze flink kan beschadigen, zeker kinderen kunnen hier enorm van schrikken. Katten hebben een territorium dat zij middels geurvlaggen (urine) en kopjes geven (er zitten klieren op de wangen met een geurstof)en krabben met de nagels afzetten. Communicatie door middel van geuren is het meest belangrijk voor katten. Daarnaast gebruiken katten hun lichaamshouding en geluiden om met elkaar te communiceren. Indien een kitten aangeschaft wordt als gezelschapsdier is het belangrijk dat de kat in de kittenperiode (minimaal vanaf 3 tot 7 weken leeftijd) op een prettige wijze gewend is aan mensen en huiselijke geluiden. Deze goed gesocialiseerde kittens kunnen beter omgaan met stress waardoor probleemgedrag minder snel ontstaat. Ondanks het feit dat katten graag af en toe alleen zijn, is te veel alleen zijn slecht voor ze en genieten ze veel meer als er minstens nog één kat is om mee te spelen, slapen en eten. Katten die naar buiten kunnen via een kattenluik, kunnen daar andere katten opzoeken als ze daar zin in hebben. Als een nieuwe kat of kitten geïntroduceerd wordt in een huis waar al een kat leeft, doe dat dan altijd geleidelijk om agressie en stress te voorkomen. Tip: laat de nieuwkomer eerst apart in een kamer wennen en laat ze snuffelen onder de deur. Als ze niet blazen en aan elkaars geur gewend zijn, kan de deur op een kiertje. Gaat dat goed, dan kunnen ze –in het begin onder begeleiding- samen in huis zijn. Bij de raskatten zien we duidelijk verschillende karakters bij verschillende rassen. Van rustige katten tot zeer levendige katten die altijd bij je willen zijn en liefst het huishouden regelen. Vaak verstaan deze actieve katten de kunst van het uitbreken uit tuinen en niet goed gesloten ramen/horren. De langharen, de Perzen hebben heel veel vachtverzorging nodig. De halflangharen hebben vaak genoeg aan 1 x per week een borstelbeurt, voor de kortharen volstaat 1 maal per week een korte borstel beurt. De naaktkatten, de Sphynxen moeten gesponst worden. Deze katten eten overigens ook veel meer dan de behaarde rassen om een stofwisseling actief te houden om warm te blijven. Indien de kat het niet naar zijn zin heeft kan er voor de eigenaar, maar ook voor de kat zelf probleemgedrag ontstaan. Veel probleem gedrag is te voorkomen, verhelpen kan ook, maar lang niet in alle gevallen. Het zal veel tijd, liefde voor de kat en energie kosten, om probleemgedrag om te buigen. 8
25-10-2009
www.huisdieren.nu
Mocht zich probleem gedrag voordoen, ga dan eerst naar de dierenarts en laat uw kat helemaal nakijken, om zeker te zijn dat uw kat gezond is en er geen medische reden is voor het gedrag. Uw dierenarts kan u indien nodig doorverwijzen naar een gediplomeerd kattengedragstherapeut. Gedragsproblemen zoals: onzindelijkheid, markeren met urine en sproeien worden in een aparte GGP besproken. Er zijn vele soorten van agressie, deze worden eveneens in aparte GGP’ s besproken. Kat en andere dieren Katten worden vaak samengehouden met andere huisdieren; samen met een hond, een vogel, konijn of een klein knaagdier. Veel katten sluiten vriendschap met de hond in huis, er zijn zelfs katten die prima samen kunnen leven met konijnen of vogels. Toch zijn er wel aandachtspunten om een kat samen te houden met andere huisdieren. Als roofdier heeft de kat het instinct om achter bewegende kleine dieren aan te gaan. Dit betekent dat een fladderende vogel, een rennende hamster of een springend konijn aangevallen kan worden door een kat. Als katten als jonge kitten opgroeien met deze huisdieren en niet leren jagen van hun moeder, is de kans groter dat de kat kan samenleven met het andere dier zonder dat dit gevaar loopt. Maar het is altijd belangrijk om te realiseren dat het instinct om iets wat beweegt na te jagen, in elke kat zit. Een kat mag dus nooit alleen gelaten worden met losvliegende parkieten of loslopende muizen. De kat is zelf een roofdier, maar kan ook als prooi gezien worden door grotere dieren, bijvoorbeeld een hond. Een hond kan soms prima in huis leven met de eigen kat in huis, maar buiten achter katten aanjagen. Als katten samen gaan wonen met andere dieren, is het belangrijk om ze voorzichtig onder begeleiding kennis te laten maken. Voorkom dat de kat gaat najagen of dat de kat zelf nagejaagd wordt. Als een kat moet wennen aan een hond is het belangrijk om de hond de eerste keren aan te lijnen of in een bench te plaatsen. Beloon rustig (niet agressief gedrag) bij beide dieren. Als je merkt dat het goed gaat kun je het los proberen. Pas als het langere tijd goed gaat tussen de kat en de hond, kunnen ze zonder toezicht bij elkaar gelaten worden. Het is wel altijd heel belangrijk dat de kat kan vluchten naar een hogere plek, veilig weg van de hond. Als een kat moet wennen aan vogels of bijv. muizen, is het altijd verstandig om deze kleine dieren in een kooi te laten en ze nooit alleen te laten. De kat blijft een roofdier en de kleine dieren blijven zich als prooidier gedragen; snel wegrennen bij gevaar. De kat moet leren niet op de kooi te liggen en de dieren met rust te laten.
Kat en kinderen Kinderen en katten kunnen beste vrienden zijn. Maar beiden, zowel de kat als het kind, moeten leren met elkaar om te gaan. Kinderen moeten leren een kat te respecteren en niet steeds op te tillen en mee te slepen. Katten moeten leren dat kinderen leuk zijn; veel katten die niet opgegroeid zijn met kinderen zijn bang voor ze omdat kinderen zich anders gedragen dan volwassenen. Uit onderzoek weten we dat kinderen die respectloos met dieren omgaan dat later ook doen met mensen en kinderen die opgroeien met dieren eerder sociaal gedrag ontwikkelen. Kortom; het is belangrijk dat ouders kinderen goed begeleiden met hun kat.
Hoe pakt u de omgang tussen kat en kind aan? Bij de jonge kinderen is het goed om altijd er bij te zijn als de kat en het kind in een kamer zijn en het kind tijdig af te leiden of rustig bij de kat weg te halen wanneer u ziet dat de kat de benaderingen door het kind niet prettig vindt. U kunt aan het kind uitleggen wat de kat allemaal doet: “kijk hij eet een snoepje…”. Helemaal leuk is het natuurlijk als de kat kunstjes kan. En katten zijn slimme dieren, dus leren ze vlot. Maar een kat kan zich niet verplaatsen in een kindje en weet niet waar diens kwetsbaarheid ligt. En het kindje is nog te klein om zich te realiseren dat alleen al het wijzen naar het oogje van de kat tot een krab zou kunnen leiden.
9
25-10-2009
www.huisdieren.nu
Wat leert u uw kinderen als u een kat in huis neemt? Een kind kunt u leren om de kat te respecteren: dat houdt o.m. in dat wanneer de kat slaapt deze niet wakker gemaakt mag worden. En dat er een privéplekje is voor de kat waar hij ook niet gestoord mag worden als deze wakker is (een “buut vrij” plek). Een kind kan heel goed leren om rekening te houden met de kat. Andersom kan dat immers niet verwacht worden… Niet altijd zijn uw buren blij met het feit dat uw katten in hun tuin komen. Sommige katten gaan ook bij buren naar binnen. Ga hierover het gesprek aan met elkaar en probeer oplossingen te vinden en afspraken daarover te maken. Eén mogelijkheid is, koop voor uw buren een feromonenspray als uw kat de tuinmeubelkussens bij de buren besproei Verdere informatie: Website: www.huisdieren.nu
10
25-10-2009
www.huisdieren.nu