De Kerkuil in 2011
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP Jaargang 25 Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
█
1 Inhoudsopgave
1
█
2 Inleiding
2
█
3 Broedresultaten
3
█
4 Regio’s
7
█
5 Jubilea…………..
13
█
6
16
█
7 Uilen en mensen
18
█
8 Mijmeringen bij het stoppen van een samensteller van 15 jaar Nieuwsbrief.
19
█
9 Digitale nestkaart
20
█
10 Camera-inspectie van uilenkasten bevordert veiligheid, efficiëntie en betrokkenheid
21
█
11 De Zoogdieren van Overijssel
25
█
12 Camrecorder in uilenkast
25
█
13 Heb geduld met kerkuilen
27
█
14 Coördinatoren werkgroepen
28
Bijlagen:
Bejaarden in de werkgroep…….
Ontwikkelingsstadia van Kerkuiljongen Broedplaatsformulier
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
2
█ 2 Inleiding
Nieuwsbrief jaargang 25: de kerkuilenwerkgroep West-Overijssel en Noordoostpolder bestaat 25 jaar. Op 10 maart 1987 werd op een bijeenkomst in Ommen het besluit genomen om de bescherming van de kerkuil in breder verband dan op lokaal niveau te organiseren. In die 25 jaar is er ontzettend veel gebeurd, met name de realisering van het belangrijkste doel: het aantal geregistreerde broedparen steeg in die periode geleidelijk van minder dan 40 tot 293 in het topjaar 2007. Dank zij de inzet van zoveel vrijwilligers en goedwillende eigenaars van gebouwen is dit mogelijk geweest. Vrijwilligers: een aantal zijn vanaf het eerste uur bij het beschermingswerk betrokken geweest. In deze nieuwsbrief aandacht hiervoor. Drie van onze voormalige leden, H.J. Mollink uit de regio Nijverdal , H. Verkouw uit de regio Dalfsen en Koops uit de regio Nijverdal, herdenken we in deze inleiding voor hun inzet en betrokkenheid. Hoewel de betrokkenheid van de leden van de werkgroep bij de ontwikkelingen van de kerkuil altijd groot is geweest, is de kleur van de haren in de loop der jaren behoorlijk veranderd. Toch staan er steeds meer technische middelen tot hun beschikking om de ontwikkelingen in een broedkist ook op hogere leeftijd te blijven volgen. Steeds meer kerkuilbeschermers houden zich bezig met de steeds goedkoper wordende camera’s die het voortdurende klimwerk naar de kasten beperken. Voordat je gaat investeren, moet je wel weten of het middel het juiste doel dient. Het afgelopen jaar is de moeilijke overstap van het verwerken van gegevens in een eigen databank naar die van SOVON gestart. Met name Hans de Jonge, Popko Hut en Jeroen Nienhuis (SOVON) hebben hun uiterste best gedaan. Er is een begin gemaakt! Niet alle regio’s is het nog gelukt om kennis te nemen van de digitale nestkaart. Voorlopig blijft het de nog de aandacht vragen van de werkgroep. 25 jaar een nieuwsbrief, onafgebroken. “Het wil immers die informatie verstrekken welke ten goede komt aan een actieve bescherming van de kerkuil” stond er in de nieuwsbrief van 1987. Dat doel geldt nog steeds, maar ook hier geldt: als de motivatie niet meer aanwezig is om, moet de werkgroep zich beraden. 2011 was een voor West-Overijssel en de Noordoostpolder een goed kerkuilenjaar. Landelijk was er een ander beeld. De voorjaarsbijeenkomst is hét moment om dit beeld onder de loep te nemen. Johan de Jong is hiervoor uitgenodigd. We hopen op een goed 2012.
Ger
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
3
█ 3 Broedresultaten broedseizoenen 1990 - 2011 Nr.
90
91 92
93
94
95
96
97
98
99
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
28
22 25
33
36
31
45
30 5
37 6
46 6
54 15
61 20
39 ***
40 9
50 7
54 5
43 3
49 10
41 15
40
34
32
5
3
3
1
1
7
1
4
2
5
---
2
4
3
8
8
Regio 1 2
a.Steenwijk b.Genemuiden/ Vliegvlug a. Mastenbroek/Noord
2
1
---
---
---
b.Mastenbroek
10
2
overig bij Regio Zwolle
3
2
Kampen bij Regio Zwolle
4
Staphorst
15
10 15
12
10
8
10
9
10
14
17
15
15
9
17
22
15
24
31
15
18
22
5
Zwolle
4
2
2
2
1
1
2
1
1
2
8
8
5
5
9
11
5
12
9
7
4
12
6
Dalfsen
1
1
1
2
0
0
1
---
2
3
3
4
3
3
9
9
4
8
8
6
5
6
7
Heino
2
1
1
3
2
2
2
2
2
2
4
7
7
5
6
8
6
9
15
4
5
6
8
Ommen
7
1
3
6
5
5
6
2
4
7
12
19
16
15
19
27
22
26
30
17
12
15
9
Hardenberg
15
5
6
10
9
19
23
6
7
15
20
32
29
17
22
29
21
27
27
19
17
22
10
a Nijverdal b Holten
6
1
2
7
6
7
7
4
5
8
14
21
17
10
10
18
13
16 6
14
5
6 3
9 3
11
Markelo
2
1
1
1
0
0
1
1
1
1
1
---
---
---
---
--
--
--
--
--
--
0
12
Bathmen
1
1
0
2
1
1
1
0
1
1
3
---
5
4
4
7
5
8
8
1
4
4
13
Deventer
6
5
4
5
2
2
2
1
2
1
2
1
2
3
2
9
1
5
6
4
--
4
14
1
0
3
2
2
2
2
2
1
1
4
4
8
2
5
5
5
7
1
5
6
7
7
8
7
7
12
14
20
21
14
20
20
16
6 3 25
6
15
a. Den Ham b. Vroomshoop Raalte
24
2 2 14
1 1 14
2 1 13
16
Avereest
1
3
4
4
3
3
5
3
4
6
7
10
8
6
6
6
6
14
14
7
6
6
17
Noordoospolder
7
8
2
12
14
11
17
8
11
13
23
22
22
14
23
21
13
22
21
17
19
16
18
Wijhe / Olst
---
--- ---
---
0
2
4
1
2
5
2
4
4
6
6
9
4
13
11
5
10
10
Totaal
109 65 76 110 99 102 143 83 107 145 205 248 203 163
217
257
182
167
204
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
293 286 173
jaargang 25
4
293
Broedparen Kerkuilen West Overijsel /NOP
300
286
257
248 250 217
205
204
203
200
182 151
143
150 110
108 100 65
173 167
163
107
99 102 83
76
50
0 2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
3500 3159 2923
3000
2785
2477
2500
2355
2100 1965
2000
2089 1956
1908 1798
1699
1500
1357 1149
1110
1062
1009 895
1000
796
762
717 597 400
500 100 131
182 178
220
256
215 226
276
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
0
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
5
3.1 Analyse Broedresultaten 2011 2011 was een goed jaar voor de kerkuilen in West-Overijssel – Noordoostpolder: een (voorlopige) toename van het aantal eerste broedsels van rond de 20 procent ten opzichte van 2010. De toename past bij het beeld van Noord- , West-Nederland en Brabant. Midden-Nederland (Veluwe, Betuwe, Twente, Achterhoek) en Zuid-Nederland (Limburg) geven een ander beeld: van -18 % (Limburg) tot -39 % (Twente) ten opzichte van 2010. Welke factoren deze ‘tweedeling’ hebben veroorzaakt is niet bekend en vraagt om nadere analyse. Opvallend is de relatief hoge ligging van de gebieden waar zich ‘problemen’ hebben voorgedaan. Muizenonderzoek in het noordoosten van de provincie geeft in ieder geval een hoog percentage veldmuizen aan. Op twee locaties (waarvan niet geheel zeker was of de braakballen in 2011 zijn gebraakt) was het percentage veldmuis 25 %, huisspitsmuis 25 % en vogels 27 %. Op 13 andere locaties uit dezelfde omgeving bedroeg het percentage veldmuizen gemiddeld 42 %. Dit percentage duidt op een relatief goed veldmuizenjaar / voedselaanbod. In de loop van het jaar kwamen uit
verschillende hoeken berichten binnen over het grote aantal 2e broedsels. Dit duidde ook op een goed kerkuilenjaar. Hoe groot het percentage 2e broedsels in werkelijkheid is geweest, is niet duidelijk. Veel regio’s hebben de ‘gewoonte’ om zich niet al te druk te maken over het 2e broedsel. Het gaat immers om de vraag: heeft er een kerkuil gebroed? Het landelijk beeld van de 2e broedsels onderscheidde zich sterk van die binnen het werkgebied van West-Overijssel en de Noordoostpolder: 3,5 % tweede broedsels tegenover een landelijk gemiddelde van 7 %.Binnenkort (voorjaarsbijeenkomst) zal er onder andere meer zicht zijn op (de tweedeling in) het landelijk verspreidingsbeeld.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
6
4 Regionieuws 4.1 Steenwijk
Wolter Engelsman
- Broedseizoen 2011 In het broedseizoen 2011 telden wij 32 broedgevallen, tegen 34 in het jaar ervoor, nagenoeg gelijk dus. Door huiselijke omstandigheden konden we dit seizoen ook niet zo intensief alle kasten controleren. Wij zullen er ongetwijfeld wel één gemist hebben. Na het broedseizoen zijn we in het najaar begonnen om een paar te hoog hangende kasten, wat lager te plaatsen. We hebben een 3-delige ladder, waarmee we in de nok van de hoogste boerderijen kunnen komen. Toen we begonnen met de kasten regelmatig te controleren(ruim 25 jaar geleden), waren wij evenveel jaren jonger en was het gesleep van de zware ladder geen probleem. Maar nu we alle drie ruim de 70 gepasseerd zijn en er wat lichamelijke mankementen de kop op steken, krijgen we de indruk , dat de ladder ieder jaar zwaarder wordt. Met wat zuchten en steunen krijgen we de ladder nog wel op de plek, maar dan komt een keer een eind aan. Door de herplaatsing van de kasten kunnen we nu met de lichtere 2-delige ladder alle kasten bereiken. - Meer dan 25 jaar Kerkuilen ( “Ik wist wel dat jullie gek waren”) Als ik wat snuffel in de oude papieren, blijkt , dat we in het jaar 1982 begonnen zijn met de serieuze registratie van de broedgevallen van kerkuil. Voor 1982 hadden we hier en daar wel een kast hangen, maar van een enige administratie was geen sprake. In die jaren mochten we een groot aantal kerkuilen geboren en groot zien worden, maar wij hebben natuurlijk ook minder leuke ervaringen gehad. Opgeteld komen wij voor onze nestkasten op een respectabel aantal van 3030 jongen en 673 eieren, waarvan we de uitkomst niet weten. In totaal hebben er in onze kasten dus tenminste 3703 eieren gelegen. Het gebeuren rond het ophangen van een der eerste kasten, kan ik mij nog goed herinneren. Wij hadden met een boer afgesproken, om een kast bij hem in de schuur op te hangen. Dit moest na werktijd, dus ’s avonds gebeuren. Overdag begon het echter te sneeuwen en te waaien, waardoor er al gauw hier en daar sneeuwduinen ontstonden. Maar jong, enthousiast en niet voor een kleintje vervaard, gingen we ’s avonds toch op pad. De kist werd op het bagagerek, op het dak van een Volkswagen kever gesjord. De boer had wel een ladder. We kwamen echter niet verder dan de hoofdweg. De weg naar de boerderij, nog een paar kilometer te gaan, was geblokkeerd door sneeuwduinen. Geen nood, de kist werd aan een touw gebonden en achter ons aangesleept naar de boerderij. Toen we bij de boer aanbelden, zagen we eruit alsof we van de Noordpool kwamen. De deur ging al gauw open en werden we eerst even vreemd aangekeken. Hetgeen hij toen zei, zal ik nooit meer vergeten: “Ik wist wel, dat jullie gek waren. Maar dat jullie zo gek zijn , dat wist ik nog niet. Kom er in, krijg je eerst koffie” Prachtig toch? We hebben jarenlang een goede relatie met hem onderhouden. En menig kerkuilenjong is daar groot geworden. Helaas is deze man inmiddels overleden. Nieuwe bewoners, boerderij verbouwd, geen liefhebbers, dus kerkuilenkast weg.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
7
- Raadsels Wie zich bezighoudt met kerkuilen en het controleren van nestkasten, heeft ongetwijfeld ervaren, dat ieder jaar weer verassingen en vragen loskomen Wij konden op één adres dit jaar de nestkast niet controleren, omdat de schuur vol stond met bouwmaterialen. Geen doorkomen aan. Volgens de bewoner zaten er wel jongen in de kast. Hij hoorde ze regelmatig blazen. Nauwelijks een week later kregen we een e-mail met de mededeling, dat hij een gewonde volwassen kerkuil op het erf had gevonden en had deze naar het vogelasiel gebracht. Daar het niet zeker was of de kerkuil uit onze kast kwam en we ook niet bij de kast konden komen, moesten we maar lijdzaam afwachten. Een week of vier later, weer een e-mail met het bericht, dat er tenminste 3 jongen uitgevlogen waren. We kunnen dus wel aannemen, dat de gewonde kerkuil niet uit onze kast kwam. ‘ Was de indringer door één van onze kerkuilen uit de nestkast aangevallen? We weten het niet. Het zal wel een raadsel blijven wat er is gebeurt. Het broedsel in de nestkast was in ieder geval geslaagd. Paul Uijttenboogaart
4.2 Raalte Gropje’s avonturen
Aan het eind van het broedseizoen werden we gebeld door mensen die in het weekend een kennis hadden geholpen met een verhuizing uit een illegaal kraakpand . Bij vertrek lag er op de betonvloer een jonge kerkuil(± 2 weken) die ze vervolgens mee hebben genomen naar huis. Al spoedig hadden ze door dat het diertje niet geschikt was als huisdiertje en dat het ook voedsel nodig had. Toen we bij hen kwamen bleek dat terugzetten geen optie was aangezien het pand niet meer bereikbaar was. Het plaatsen in een ons bekend kerkuilen broedgeval kon ook niet meer aangezien we rond dat tijdstip geen broedgeval meer hadden. Officieel hadden we het diertje, intussen Gropje gedoopt, naar een erkend vogelasiel moeten sturen, maar aangezien we bij Jan een prima opvanghuis hebben, hebben we hem gehouden. Jan heeft al vaker zieke en gewonde dieren tijdelijk opgevangen en had erg veel ervaring met het voeren(stoppen) van uilen. Zijn bijnaam is niet voor niets “Der Tierverpleger” De muizen in de regio hebben het erg zwaar gehad.Klapvallen werden gezet om aan voldoende voedsel te komen. Ik had zelfs een leerling die triomfantelijk de door haar katten gevangen muizen aan mij overhandigde. In de plaatselijk dieren winkel konden we ook ingevroren ééndagskuikens krijgen. Gropje groeide als kool. We kregen 22 augustus een diertje van 150 gram die vervolgens goed groeide.29 augustus woog het 234 gram, 3 september 298 gram, 7 september 324 gram en rond 14 september woog het ongeveer 350 gram. Uiteindelijk hadden we een fraaie kerkuil met een prima verenkleed die echter nog wel prooiervaring moest hebben. In een grote glazen bak(200 x 150 x 100 cm) heeft Jan enkele levende muizen en dwerghamsters opgeofferd om ervoor te zorgen dat Gropje ervaring als jager kreeg. Daarbij mocht hij, toen hij de hamsters haalde, van de eigenaar van de dierenwinkel niet hardop praten om de tere zieltjes van de winkelende jeugd niet te beschadigen. Uiteindelijk hebben we Gropje losgelaten in een uilenkast in de buurt van Kesteren in de Betuwe. Tot op heden is hij daar echter niet meer gesignaleerd. Nu maar hopen dat hij het daar redt. Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
8
Hollands welvaren
Hapklare brokken
Gropje met zijn knuffel
Gropjes nieuwe onderkomen
Een prachtige jonge uil geworden
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
9
4.3 Wijhe
Hans de Jonge
Hallo beste Uilenbroeders. Wij de uilenwerkgroep IVN “de Grutto” Olst/Wijhe proberen een bijdrage te leveren aan het in stand houden en mogelijk uitbreiden van Kerkuil en de steenuilen. Het is bekend dat de uilenkasten ook door andere zoogdieren gebruikt worden als broed of overwinteringsplek. Soms komt men opmerkelijke bewoners tegen. Zo kwamen bij de nacontrole en het schoonmaken van de steenuil kasten door Jan Holtkuile en Wim Denekamp in een steenuil kast een bijzondere vondst tegen. Bij het opbeuren van het deksel van de kast hingen er drie vleermuizen aan het deksel vast. We zijn later nog terug geweest om te kijken of de vleermuizen nog aanwezig waren, en om foto’s te maken, de vorst was toen al ingetreden en de vleermuizen zaten helaas niet meer in de kast. We hebben de eigenaar gesproken die zei dat hij in de zomer vaak de vleermuizen zag vliegen. Volgen hem wonen ze in de schuur, waarschijnlijk zijn ze daar weer naar toe verhuisd. Bij de voorjaars controle van de steenuil kasten, lag er in een kast een eendenei. Omdat de kast hangt bij de voorzitter van de IVN dachten we dat hij een grap met ons had uitgehaald, we hebben hem ‘s avonds gebeld maar het bleek geen grap te zijn. Wij vermoeden dat het ei er neergelegd is door een marterachtige soort. De steenmarter gebruikt regelmatig de steenuil kast als slaapplek ook die zij we tijdens de controle al tegen gekomen. Het is eigenlijk wel even schrikken als je de kast opendoet en je kijkt een steenmarter in de ogen. De steenmarter schrok natuurlijk ook en nam gelijk de benen. Wie er het hardst schrok de controleur of de steenmarter dat laten we maar even in het midden. We tegenwoordig vaak tegen komen bij de kerkuilen dat de kast nog wel eens bezet wordt door een holenduif. De steenmarter nemen wij in de kerkuil kast nog niet waar. Kauwtjes willen we ook nog wel eens tegen komen, we hebben een kast staan in de kerktoren in Olst die wordt vaak door kauwen bezet. Door middel van een sluis erin te maken met een scherpe bocht hopen we de kauwtjes te weren en hopen dat een kerkuil weer de kast gaat bezetten. Er zullen vast meer van deze opmerkelijke waarnemingen zijn die het vermelden waard zijn, misschien kunnen die ook via de nieuwsbrief gemeld worden. Hans de Jonge Uilenwerkgroep IVN de Grutto Olst/Wijhe.
4.4.Ommen
Han Bouman
- DE KERKUIL IN OMMEN IN 2011 De broedresultaten van de kerkuil in Ommen zijn dit jaar gelukkig weer wat positiever te noemen ten opzichte van vorig jaar. We hebben wel eenzelfde soort winter gehad dan in 2010, maar waarschijnlijk is het muizenbestand in de winter wat beter geweest waardoor er meer voedsel voor de uilen aanwezig was. Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
10
We hadden dit jaar in onze regio 16 broedsels, dus 3 meer dan in 2010. Het aantal uitgekomen jongen is ook behoorlijk gestegen, n.l. van 36 naar 61 dat is een stijging van 69 %. Zo,n stijging op een verschil van 3 nesten betekend dus dat er per nest meer eieren zijn gelegd en er meer jongen zijn uitgekomen. Het gemiddeld aantal jongen per nest was 3,8 tegen 2,8 in 2010. Kijken we naar het totaal van het ons omringende gebied dan is er een gemiddelde stijging van het aantal jongen van 2,9 in 2010 naar 3,6 in 2011. Alle jongen zijn geringd en van een ring van het Vogeltrekstation voorzien. Een van de broedsels was een tweede legsel, waarvan het eerste ei werd gelegd op 12 juli. Er werden in totaal 7 eieren in het nest gelegd. Ook zijn er 7 jongen uitgekomen, waarvan er vrij snel 3 zijn gestorven. Tijdens de poging om de 4 overgebleven jongen te ringen ontdekten we dat er nog 3 grote jongen waren gestorven. Er is van dit grote nest dus maar 1 vliegvlug jong overgebleven. Dit jong is geringd en veilig uitgevlogen. De eerste eileg was dit jaar op 3 april, dezelfde datum als in 2010. De meeste legsels werden geproduceerd in de week van 15 tot 22 april. plaats Ommen Hardenberg/Gramsbergen * Dalfsen Den Ham/Vroomshoop
nesten
jongen
16 14
61 46
4 3
15 11
gemiddeld aantal jongen 3.8 3.2 3.7 3.6
datum 1e eileg 03-04-2011 31-03-2011 09-04-2011 11-04-2011
totaal 37 133 3.5 * hier zijn meer broedsels geweest, in de tabel alleen de broedsels waarvan de jongen geringd zijn In het ons omringende gebied is het aantal nesten en jongen ook gestegen ten opzichte van 2010. Tijdens de controles zijn er ook een aantal kasten aangetroffen waarin slechts 1 kerkuil verbleef. Misschien dat er zich in het komende jaar een tweede uil bijvoegt om zodoende weer een paar te vormen. Als deze trend zich voortzet komen we misschien over een paar jaar weer op het niveau van 2007, toen hadden we 29 geslaagde broedsels.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
11
4.5. Zwolle
Arnold Verhoeven Van
Naar
Van nieuwsbrief jaargang 1
naar jaargang 25.
Van 37 broedparen
naar soms bijna 300.
Van dia’s en analoge foto’s
naar digitaal en photoshop.
Van landkaarten en inventarisatieatlassen
naar GPS en TomTom.
Van broedplaatsformulier
naar digitale nestkaart.
Van heel af en toe een vliegende uil
naar 24 uur per dag te zien via de webcam.
Van 05234- 63958
naar
[email protected]
Van jonge enthousiaste lenige controleurs
naar ervaren stramme uilenmannen.
Van via via horen waar een uil zit
naar waarneming.nl
Van het boek “de Kerkuil” van Johan de Jong
naar http://www.kerkuil.com
Van Ger Snaak
naar Ger Snaak.
Van met een Volkswagen Golf 1
naar met een Volkswagen Golf 5 op pad.
Van bellen
naar e.mail en SMS.
Van typen, tekenen en stencilen
naar Word, scannen en printen.
Van
naar
Van nu
naar de volgende 25 jaar.
Van Kerkuil
naar Kerkuil en dat ze nog maar lang rondvliegen.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
12
4.6. Kampen Roelof Kreeft, Jan Klomp, Albert de Kleine en Jos van den Berg zijn tussen 1986 en 2005 de coördinatoren geweest van de regio Kampen. Daarna werd het stil………. Tot nu is het niet gelukt om in die regio een nieuwe coördinator te vinden. Al verschillende keren is geprobeerd om de leemte op te vullen (onder andere door Hilbert Folkerts). Op dit moment wordt er gewerkt om via de locale medio aandacht te vragen voor dit probleem. In deze nieuwsbrief willen we ook een oproep doen voor het aantrekken van een nieuwe coördinator in deze regio. Er zijn een aantal broedsels die -helaas- op dit moment niet meer worden gecontroleerd.
█ 5. Jubilea………….. De kerkuilenwerkgroep West-Overijssel en Noordoostpolder bestaat in 2012 25 jaar. Al die jaren hebben mensen zich bezig gehouden met het beschermen van de kerkuil. Sommigen kort, anderen vanaf het begin in 1986, dus ook 25 jaar! Vijfentwintig jaar als vrijwilliger je willen inzetten voor die ene uil, de kerkuil. Wat moet je dan een gedrevenheid hebben. Eind jaren 70 van de vorige eeuw ontstond er langzaam een geweldige beweging. Het rapport van Rome schokte de wereld …….. Stille figuren (o.a. Sjoerd Braaksma) verzamelden gegevens over de kerkuil. Publicaties volgden met verontrustende cijfers. En dan komt Johan de Jong. Hij geeft als landelijk coördinator de vrijwilliger het gevoel dat, wil je iets doen aan bescherming, draagvlak in de regio voorwaarde is voor een oplossing en dat de persoonlijke inzet van Jan, Piet, Klaas en Kees uit de buurtschappen belangrijk is! Zo zijn ze begonnen, al die mensen in de regio’s die het zo lang hebben volgehouden. Een pluim voor de jubilarissen! Toch een persoonlijk woordje voor…….
- Henri Tjoink Henri Tjoink en zijn kleinzoont bekijken een kerkuil, vlak voor het ringen (2008)
In 1986 koos je als coördinator van de regio Markelo voor aansluiting bij de kerkuilenwerkgroep WestOverijssel en Noordoostpolder. Gedurende al de jaren daarna werkte je in alle stilte aan de verbetering van de broedmogelijkheden van de kerkuil in je regio. Elk jaar bezocht je trouw de jaarlijkse bijeenkomsten, niet als een persoon die het ‘wel even wist’, meer als iemand met `een luisterend oor. Je was er en je wilde wat doen, elke keer als er een beroep op je werd gedaan. Ik herinner me de braakballen van je: een waterspitsmuis, vlak bij de bron van de Regge, maar ook de gewone bosspitsmuis en de tweekleurige bosspitsmuis. Je had het druk met je werk, maar desondanks: je bleef doorgaan, ook al voelde je de ‘concurrentie’ van anderen binnen je werkgebied. Je zocht niet de confrontatie, integendeel: het ging je altijd om de kerkuil!
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
13
Als werkgroep willen we je dank voor die 25 jaar.
zeggen
Lijst van regio-coördinatoren, 1987
- Jos Homma 25 jaar coördinator van de regio Heino! Tot op hoge leeftijd heb jij je ingezet voor de kerkuilbescherming, altijd opgewekt. Met veel plezier kon je vertellen over ‘jouw kerkuilen’. Tot het jaar 2000 varieerde het aantal broedsels tussen de 1 -3, daarna wisselden de aantallen tussen de 5-15 broedsels per jaar. Je dacht niet alleen na over het lot van de kerkuilen, ook was je begaan met het ‘lot’ van de ringer. Ooit schreef je mij: ‘Een heel slecht broedjaar en ik vond het niet de moeite waard om telkens de ringer Gerritsen uit Olst te laten komen om te ringen”. Jos, je was een doener! Het invullen van de registratieformulieren was niet je grootste hobby. Je stuurde me dan maar een mailtje met de mededeling : ‘Hierbij de minimale gegevens……..’. In 2008 begon je te spreken over je (hoge) leeftijd, in 2009 maakte je melding van het overdragen van het stokje aan anderen en vroeg je om assistentie. Het werk moest verder! Je was altijd duidelijk in je mening, maar wilde niet die niet opleggen, ook niet vlak voor het moment dat jij de coördinatie uit handen gaf: ‘’Ik heb deze mail van jou doorgestuurd naar mijn opvolgers en ik weet niet wat zij ermee doen’. Jos, ik heb genoten van je inzet, je uitstraling, je plezier in het beschermingswerk. Het was fantastisch, bedankt daarvoor!!
Jos Homma, 4 oktober 2011
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
14
- Wolter (Engelsman) en Jaap (de Jong)
Jaap
Het ‘trio’ uit Steenwijk, waarvan Wolter en Jaap twee markante personen waren. Als er een groep binnen de kerkuilenwerkgroep was die iedereen zich zal blijven herinneren, dan is het wel de ‘Steenwijkgroep’. Wolter en Jaap: wat vormden jullie een schitterend duo (de laatste jaren aangevuld met Lienus). Wat hebben jullie de jaarlijkse voorjaarsbijeenkomsten kleur gegeven, vanaf het eerste moment. Wat hebben jullie veel werk verzet! Jaar in, jaar uit stonden jullie op de eerste plaats bij de vraag: welke regio heeft de meeste broedsels? Jarenlang was er ook de vraag: heeft de regio Steenwijk het grote aantal broedsels te danken aan de provincie Friesland, of heeft Friesland (de provincie met de meeste kerkuilen) dit allemaal te danken aan de regio Steenwijk? Tot op de dag vandaag is deze vraag voor iedereen, behalve Jaap, nooit beantwoord. Jullie waren in staat om het beschermingswerk te koppelen aan luim. Jullie waren nauwgezet, standvastig in je opvattingen: niet zeuren, aanpakken! Beiden hebben jullie meegewerkt om ‘alles uit de kast te trekken’ om de Steenwijkse club bekend te geven in de regio. Toch waren jullie twee verschillende persoonlijkheden. Jaap: je wist altijd heel precies hoe het wel of niet moest, je was wars van al dat onderzoek. Het prijsgeven van al die coördinaten vergrootte alleen maar de kans op verstoring door ongewenste bezoekers. Geen oog voor onderzoek? Jawel, het braakbalonderzoek was een ander verhaal. Dan dumpte je de hele inhoud van een kerkuilenkast in een plastic zak, bracht deze naar Hardenberg en dacht: ‘Zo, die kan voorlopig even verder’. Jaap: je was een fantastisch lid van de werkgroep. Dank voor alle positieve herinneringen en je bijdragen voor het beschermen van de kerkuil! Wolter: de sturende kracht van de werkgroep. Je was gedisciplineerd: jaarlijks een van de eersten die de inventarisatieformulieren inleverde, je kwam je afspraken na (bijvoorbeeld in de vorm van het leveren van een bijdrage aan de nieuwsbrief), je wilde een ringvergunning voor ‘jullie’ kerkuilen. Wolter, bedankt voor je inzet!
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
Wolter
jaargang 25
15
█ 6. Bejaarden in de werkgroep……. Een zorg voor veel natuurbeschermingsorganisaties is de vergrijzing van hun leden. Dit kan betekenen, dat (a) jongeren geen belangstelling hebben voor het vrijwilligerswerk, of (b) de leden zich zó prettig voelen binnen de werkgroep dat ze van geen ophouden weten. Hoe dan ook, de kerkuilenwerkgroep West-Overijssel en Noordoostpolder heeft twee actieve leden die de 80 jaar zijn gepasseerd. Bij een 25 jarig bestaan van de werkgroep lijkt het gepast om deze mensen ook hier even in het zonnetje te zetten.
- Fred Roelofs Op 1 januari 1995 werd je op 67 jarige leeftijd coördinator van de kerkuilenwerkgroep (IVN) in de regio Nijverdal-Hellendoorn, opvolger van wijlen Gerrit Niessink. Je werd door hem geïntroduceerd met de woorden: ‘Ook hij vertrouwt erop dat in de komende jaren de samenwerking op dezelfde prettige wijze zal worden voortgezet”. Fred, ‘de komende jaren’ heb je nadien ingevuld: 17 jaar, nu 84 jaar oud. We zijn je als werkgroep veel dank verschuldigd: je kennis (niet alleen van kerkuilen), je rust en motiverende houding, je plezier, je ……… Laat ik het hier bij houden! Op dit moment heb jij je coördinerende taak overgedragen, maar blijft nog actief binnen de werkgroep. Fantastisch! Als werkgroep willen we je ontzettend bedanken voor het vele werk met dezelfde woorden die Gerrit Niessink bij zijn overdracht als coördinator mailde: ‘Een hartelijk dank voor de prettige samenwerking in de afgelopen jaren………………..”.
- Jan van Buren Sinds 1989 is de nu 86 jarige Jan van Buren de coördinator geweest van de regio Avereest. In 2011 heeft Jan, na 22 jaar, de coördinatie overgedragen aan Judith Schmidt uit Linde. In januari 2012 vertelde je: ‘Ik luister op de achtergrond nog een beetje mee’. In alle bescheidenheid kon je vertellen over je betrokkenheid bij het beschermen van de kerkuil. Je was een zeer trouwe bezoeker van de voorjaarsbijeenkomsten, altijd correct Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
16
in het benaderen van mensen. Je was geduldig, zelfs al moest jij je registratieformulieren voor een tweede keer invullen / versturen, omdat je eerste zending ‘verloren’ was gegaan. Jan, je inzet is altijd hoog gewaardeerd. Je vertelde: ‘De laatste tijd heb ik er een beetje bij gehangen’ en jij verontschuldigde je dat je waarschijnlijk niet meer op de volgende voorjaarsbijeenkomst zou komen. De kerkuilenwerkgroep is je veel dank verschuldigd en wenst jou nog vele jaren gezondheid toe. Bedankt, Jan!
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
17
█ 7 Uilen en mensen
Peter van Dam
Vanaf het moment dat we zo’n prachtige website hebben, en waarschijnlijk hier en daar ook eerder, worden we regelmatig bestookt vanuit de schoolgaande jeugd met de vraag naar alles wat maar mogelijk is om te helpen bij het voorbereiden van een spreekbeurt of het maken van een werkstuk. Eigenlijk is dat een ideaal uitgangspunt om wat te doen aan natuureducatie over de kerkuil. Het is werkelijk fantastisch dat wij niet de boer op hoeven om de jeugd te bereiken. Via Internet heeft de jeugd ons zelf al gevonden. Vervolgens is het aan ons om ‘de bal in te koppen’. De eerste lesbrief is klaar: ‘Uilen en mensen’. Hij verschijnt in januari op de website en kan door iedereen worden gedownload. Het is geen kant en klare spreekbeurt en ook geen kant en klaar werkstuk. Het blijft natuurlijk de bedoeling dat de kinderen er zelf ook nog iets aan doen. Het is wel een beknopt overzicht van wetenswaardigheden over uilen en de kerkuil in het bijzonder. Stof waarvan de kinderen gebruik kunnen maken. Binnenkort verschijnt een aanvullend ‘document’ met tips voor de kinderen, die vragen beantwoordt zoals “Hoe maak ik mijn spreekbeurt aantrekkelijk?” of “Hoe kom ik aan braakballen?”. De lesbrief wordt afgesloten met een hoofdstukje over de roofvogel- en uilenshows. Daarin wordt uitgelegd waarom daaraan een einde zou moeten komen. We vinden dat heel belangrijk in deze bijna vergane tijd van Harry Potter, waarin het houden van uilen min of meer aantrekkelijk wordt voorgesteld. In de nabije toekomst zal bij jullie de vraag naar uilenballen waarschijnlijk groter worden. Ik hoop dan ook maar, dat jullie de braakballen, die niet worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, beschikbaar willen stellen aan de jeugd of aan een onderwijzer die graag met zijn klas wil pluizen. Ik hoop ook, dat jullie de moeite nemen om bij het schoonmaken van een kast geschikte braakballen te verzamelen voor dit educatieve doel. Laatst stonden braakballen te koop op Marktplaats: dat mag en kan toch niet de bedoeling zijn. Het is heel waarschijnlijk, dat de lesbrief de komende jaren inhoudelijk voortdurend wordt bijgesteld. Daarvoor gebruiken we dan graag informatie uit het land en als het mag mooie foto’s die door jullie zijn of nog worden gemaakt. Ik houd me aanbevolen.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
18
█8
Mijmeringen bij het stoppen van een samensteller van 15 jaar Nieuwsbrief.
Pagina’s die altijd maar weer gevuld moeten worden; Auto: vele kilometers makend door het prachtige Sallandse coulissenlandschap; Uilen, uilen, altijd maar weer die Kerkuilen; Ladders: steeds weer op en af, elk jaar wat minder soepel; Uren achter de computer, en aan de telefoon met Ger; Inleiding: stimulerende woorden door de coördinator; Jongen: elk jaar weer een verrassing wanneer, waar en hoeveel; Terugmeldingen van (geringde) uilen, meestal verkeersslachtoffers; Tekstverwerking en de lay-out van de nieuwsbrieven 1997 tot en met 2011; Enthousiaste verhalen en weetjes uit de regio’s; Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep: een bindmiddel voor de uilenmensen; Broedgevallen: meer of minder in overzichtelijke tabellen; Oelen? Jao die zit hier wè; Ontwikkelingsstadia van de jongen: van ei via “aapje” tot prachtbeest; Ger Snaak, schrijver van stukjes, “muizenman” en inspirator; Absolute top tot nu toe in 2007: 293 broedparen in ons gebied; Afscheid van mensen: moeilijk maar de herinnering blijft; Roofvogel/Uilenshows: stoppen daarmee!! Tenslotte: Paul bedankt!!! Januari 2012, Jan Legebeke Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
19
█ 9 Digitale nestkaart 2011 zou het jaar worden dat de gegevens over de kerkuil vanuit en in een eigen databank beschikbaar zouden komen via de ‘Digitale nestkaart’ van SOVON. Hoe is de huidige stand van zaken? In de eerste plaats wil de redactie Hans de Jonge en Popko Hut bedanken voor hun inzet en geduld om het een en ander te realiseren. In de loop van 2011 zijn er meerdere bijeenkomsten geweest om de ‘digitale overgang’ naar SOVON mogelijk te maken. Voor een deel van de regio’s heeft dat geen problemen opgeleverd, omdat er al de nodige ervaring was hoe je met de nestkaarten van SOVON moest omgaan. Voor regio’s die voor het eerst met de digitale kaarten worden geconfronteerd, was dit andere koek: “Hadden we het oude systeem nog maar…’. Sommige regio’s hebben daarom ook de oude papieren registratieformulieren weer ingevuld, opgestuurd en mogelijk gedacht: ‘Ik heb er tijd genoeg aan besteed, hier heb je mijn gegevens, succes ermee”. Echter: er is geen weg terug. De komende tijd zal er nog ‘iets’ moeten gebeuren om de hier en daar ontstane frustratie weg te krijgen. Mogelijk hangt het een en ander samen met de verschillende doelen van de kerkuilwerkgroepen en SOVON. De kerkuilwerkgroepen willen alles in het werk stellen om het aantal broedsels te vergroten. Een eenmalig bezoekje aan een kast wordt daarom als voldoende beschouwd om vast te stellen of er in de kast ook gebroed wordt. Het aantal eieren, jongen e.d. is wel van belang, maar niet het belangrijkste. Het ringen van jonge kerkuilen is misschien wel belangrijk, maar staat ook niet voorop! SOVON daarentegen heeft baat bij zoveel mogelijk controledata, ringgegevens, na-controle e.d. Wanneer je niet over voldoende gegevens beschikt, , kan dat problemen geven met het verzenden en de acceptatie van de gegevens (tenzij je de trucjes kent). Op de voorjaarsbijeenkomst worden een aantal problemen (opnieuw) besproken en worden er oplossingen geboden. Mogelijke besluiten van de landelijke bijeenkomst van coördinatoren zullen dan eveneens aan de orde komen. Ondanks alle inzet heeft de organisatie richting regio’s ook enige steekjes laten vallen. Door het regelmatig verplaatsing van data is in ieder geval 1 regio (Heino) uit beeld geraakt en onkundig gebleven van het nieuwe ‘systeem’, waarvoor excuses.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
20
█ 10 Camera-inspectie van uilenkasten bevordert veiligheid, efficiëntie en betrokkenheid Henk Bulder, Stichting Weidevogelbescherming De Monden, Buinerveen 2011 Aanleiding Als 63 jarige met hoogtevrees durf ik geen ladder meer op. Mijn kompaan bij het beschermen van uilen, die een paar jaar ouder is dan ik, heeft er gelukkig minder moeite mee. Toch beginnen de jaren te tellen en een ongeluk zit in een klein hoekje zoals we al meermalen hebben meegemaakt. Gereedschap dat valt komt vaker voor. Een hele kast die naar beneden komt zeilen is ons in de afgelopen 7 jaar slechts een keer overkomen. Een ladder die niet helemaal stabiel staat is meer regel dan uitzondering. Er komt een dag dat het ondanks een veiligheidsgordel voor een vrijwilliger minder gunstig afloopt. Reden genoeg om eens wat meer over veiligheid na te denken. Een kerkuilkast ophangen doe je, als de plaats tenminste goed gekozen is, in principe maar een keer. Omdat lang niet alle kasten broedgevallen kennen, komt een kast gemiddeld hooguit eens in de 5 jaar aan de beurt om schoon te maken. Het merendeel van het werk bestaat dus uit het vier keer per jaar inspecteren van de kasten op broedgevallen (eind april, eind juni, eind augustus en eind oktober). Ladder van de aanhanger losmaken, ladder sjouwen, ladder opstellen, veiligheidsgordel om, ladder opklimmen, zekeren, kast inspecteren, ontzekeren, ladder af, ladder inschuiven, ladder sjouwen, ladder vastsjorren op de aanhanger, praatje met de kastbeheerder en op naar de volgende kast. Juist omdat de inspecties meer dan 95% van het werk vormen valt daar wat efficiëntie en veiligheid betreft de meeste winst te behalen. Op zoek naar een geschikte oplossing Omdat je in het kader van “beleef de lente” steeds meer hoort over nestkasten die zijn uitgerust met camera’s leek het ons wel wat om eens te kijken of dat ook bij de inspectie van uilenkasten een oplossing zou kunnen zijn. Omdat een en ander als je 35 kasten hebt financieel al snel uit de klauw loopt, was een van de randvoorwaarden dat het niet veel mocht kosten. Kasten zijn donker en hebben dus een verlichting nodig om überhaupt iets te kunnen uitrichten met een camera. Omdat bij de meeste kasten geen stroomvoorziening in de buurt is en het gebruik van batterijen geen optie is omdat je dan al snel vaker de ladder op moet om de batterijen te vervangen, kwamen we na wat experimenteren met fietslampjes etc. uit op een webcam voorzien van led-verlichting die zijn stroom krijgt via de usb-kabel waarmee je hem op een computer aansluit. Dat is nog niet het hele verhaal bleek ons in de praktijk. Een usb-verlengkabel bij kasten die niet hoger dan 5 meter hangen werkt prima. Bij kasten die hoger hangen kun je niet volstaan met nog een extra verlengkabel. Het blijkt dat je dan een signaalversterker nodig hebt. Al met al heeft het wel even geduurd voordat we de optimale combinatie van apparatuur hadden gevonden.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
21
Simpele installatie De camera is voorzien van een knijper. Door een klein klosje aan het deksel van de kast te schroeven kan de camera daaraan met de knijper vastgezet worden. Voor het
het uitrichten en scherpstellen van de camera is het handig om een stukje papier midden in kast op de bodem te leggen. Door een gleufje in de deksel of de zijwand te raspen kan de kabel naar buiten geleid worden. Een stofkapje aan het eind van de kabel voorkomt dat de usb-steker door schijterij van de uilen wordt aangetast. Ook de installatie van de software is uiterst simpel. Omdat de camera ondersteboven hangt moet met de software het beeld alleen even rechtop gezet worden. Het maken van opnamen is al even simpel met “start capture” en “stop capture”. Bij het opslaan van de file alleen niet vergeten de extensie .avi mee te geven zodat de opnamen ook weer afgespeeld kunnen worden. Financiële plaatje Voor kasten tot 5 meter komen de materiaalkosten op 12,50 euro. Voor kasten tot 10 meter op 25 euro. Verder heb je als vrijwilligerscombinatie nog een netbook, notebook of laptop nodig (als je die niet hebt dan is een netbook van rond de 225 euro het goedkoopst). Dankzij een bijdrage van de Rabobank Borger-Klenckeland konden we beide vrijwilligerscombinaties in onze regio in zuidoost Drenthe uitrusten met een netbook. Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
In de praktijk is gebleken dat de meeste kastbeheerders enthousiast zijn als ze horen dat je een camera in de kast zou willen plaatsen waarmee ze zelf via hun eigen laptop het wel en wee van de uilen kunnen volgen. Voor de overgrote meerderheid is het ook geen probleem om een eenmalige bijdrage van 25 euro te leveren. Alleen aan kastbeheerders zonder computer, ruwweg een kwart, kun je een dergelijke bijdrage niet vragen. Met de eenmalige bijdragen van 25 euro kun je toch alle kasten budgettair neutraal van camera’s voorzien omdat maar ruwweg een derde van de kasten hoger dan 5 meter hangt. Kastbeheerders worden ambassadeurs Juist omdat de kastbeheerders enthousiast zijn als er eenmaal een camera hangt laten ze je al snel via e-mail weten dat er een broedgeval is. Wij kondigen onze inspectierondes altijd een week van te voren per e-mail aan. Het blijkt dan dat bijna alle kastbeheerders met een computer al voor de inspectie laten weten of er een broedgeval aanwezig is of niet. Dat betekent dat we eigenlijk alleen nog bij de kastbeheerders langs moeten die niet over een computer beschikken. Zo worden kastinspecties een fluitje van een cent. Efficiënter en veiliger kan het echt niet. Verder blijkt dat de uil zich absoluut niet stoort aan het licht van de camera. Door de camera hoeven de uilen bij de inspectie dus niet meer te worden gestoord tijdens het broeden. Bij het gebruik van ladders vloog de uil in 9 van de 10 gevallen al de kast uit nog voordat we de deksel hadden kunnen openen. Kastbeheerders laten de beelden van de uilen aan familie, vrienden en kennissen zien zodat ook zij enthousiast worden en beter begrijpen waarom die kast daar hangt. Op die manier dragen zij het beschermingswerk uit en worden zo ambassadeurs voor de uilenbescherming.
Nog veiliger Toch kan het nog veiliger. Ook bij het ophangen van de kast en bij het schoonmaken van de kast kan het veiliger. Allereerst hebben we de vrijwilliger die onder aan de ladder staat uitgerust met een veiligheidshelm waardoor vallend gereedschap nooit tot een
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
23
hoofdverwonding kan leiden. Verder hebben we onze nieuwe kasten zo ontworpen dat ze lichter zijn, makkelijker zijn op te hijsen en te plaatsen en ook veel makkelijker zijn schoon te maken (zie onze website www.weidevogel.info voor een uitgebreide beschrijving). Tenslotte gebruiken we een drietal verschillende ankers waarmee de vrijwilliger zich in alle gevallen kan zekeren ook bij kasten die aan een muur hangen, bij kasten die aan een houten wand hangen of bij kasten die aan verticale gebinten of in bomen zijn opgehangen.
Ook bij steenuilen werkt het
Dezelfde camera gebruiken we inmiddels ook in steenuilkasten. Nadat we de knijper hebben verwijderd integreren we de camera in het anti-marterschot dat aan het dak van de kast (deksel) vast zit. Uit voorzorg, omdat de kast immers in weer en wind hangt, hebben we zowel de kabelaansluiting bij de camera als de koppeling van de usb-verlengkabel in epoxyhars gegoten zodat we absoluut zeker zijn dat er geen vocht bij de elektronica kan komen. Alle camera’s blijven het hele jaar door hangen zonder problemen. Installeren hoeft dus maar een keer. Mocht u naar aanleiding van dit verhaal vragen hebben neem dan even contact op via onze website. Daar vindt u onder “in de media”/tv ook de uitzendingen die RTV-Drenthe aan het onderwerp heeft besteed.
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
24
█ 11 De Zoogdieren van Overijssel Twaalf jaar na het verschijnen van het eerste boek ‘De zoogdieren van Overijssel’ (1999) verscheen in november 2011, onder dezelfde naam, een tweede boek. De Zoogdierwerkgroep Overijssel is er in geslaagd om 40 jaar onderzoek naar zoogdieren in Overijssel bereikbaar te maken voor een breed publiek. Het beeldmateriaal is uitnodigend, de tekst is laagdrempelig gehouden om zoveel mogelijk mensen te bereiken. De kaarten laten een groei zien aan mensen die het de moeite waard vinden om waarnemingen door te geven aan een organisatie die erin is geslaagd hiermee een beeld te vormen van de verspreiding van 51 soorten zoogdieren. Natuurlijk is het boek niet volledig, het geeft een momentopname weer. Als dit boek mensen opnieuw weet te stimuleren om door te gaan met het verzamelen en doorgeven van waarnemingen, heeft het alleen daarom al aan een doel beantwoord. De moeite waard om dit boek aan te schaffen. De kerkuilenwerkgroep West-Overijssel en Noordoostpolder feliciteert de Zoogdierenwerkgroep Overijssel met deze uitgave. ISBN 978 90 5294 510 1, Uitgeverij Profiel Bedum.
█ 12 Camrecorder in uilenkast Bij deze zend ik u beelden gemaakt met een door Multracam ontwikkelde camera. Multracam is gestopt met het vervaardigen van deze camera’s en ik heb dit overgenomen van Multracam. Deze camera's zitten al in een aantal nestkasten van kerkuilen (www.kerkuiltexel.nl, http://www.droonessa.nl/site/page7.aspx) en ook in een paar bosuilenkasten. Mocht u dus op het internet een camera geplaatst in een nestkast tegenkomen, goede kans dat deze Speciaal ontwikkelde uilencamera is. Deze camera's worden speciaal op order gemaakt. 1/4" inch CCD TCKUC KleurenDomeCamera 480TVL 2,8mm of 3,6mm / 90 graden kijkhoek Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
25
Speciale IR-Led's (diodes) 880nm golflengte "licht" 80 graden stralingshoek Focus staat scherp op objectdistance 15cm Wheatherproof 12VDC Heb in de bijlage de beelden van de camera’s 1 camera heeft een lens van 3.6 mm de ander 2.8 mm Beide camera’s met de zelf geplaatste ir diodes . Ben zelf zeer tevreden over het resultaat in de toch klein steenuilkasten. De beelden beginnen op 18 cm uit de ingang maar als je echt wil filmen tijdens het broeden en voeren is het mooier om 2 cams te gebruiken zodat je ook de prooien aanvoer ziet door het gat. Mocht er interesse zijn in mijn camera,s dan hoor ik het wel. Bij de kerkuilen hebben wij er goede resultaten bij zonder verstoring. Op de camera,s zit een levertijd van ± 2 weken i.v.m. zelf maken. Stuur deze mail door naar andere uilen liefhebbers of kast controleurs met vermelding van mijn website en email. Groet Jan v/d Star www.kerkuiltexel.nl
[email protected] 06-55335464
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
26
█ 13 Heb geduld met kerkuilen Boven aan onze adressenlijst met kerkuilkasten staat een oude boerderij; Zelhorst uit 1632. Het was ons eerste adres bij de oprichting van de Kerkuilenwerkgroep Raalte Boven op de hanenbalken staat vanaf 1 maart 1989 een kast voor kerkuilen. Op de hooizolder heerst rust en de uilen zouden er makkelijk in en uit kunnen vliegen. Op het erf was genoeg voedsel te vinden en de omgeving was geschikt als jaaggebied. Kortom een prachtige plek met veel mogelijkheden. Jaar in jaar uit bleek echter weer dat de kast onbewoond was. We begonnen al te twijfelen of er ooit nog een uil zou broeden. Rond 2000 echter troffen we voor het eerst een (succesvol) broedpaar aan. De jaren die volgden waren daarna steeds succesvol zodat we de afgelopen zomer(2011) een oorkonde hebben kunnen uitreiken voor het feit dat er 10 jaar een kerkuil gebroed heeft. De eigenaar heeft duidelijk hart voor de zaak en is altijd op de hoogte van wat er zich op de hooizolder afspeelt. De jonge uilen gebruiken dan ook de hooizolder als oefenruimte
Het uitreiken van de oorkonde gaat altijd gepaard met de passende woorden van Jan.
De , door Jan aangepaste, oorkonde en een uilenboek werden met grote dank in ontvangst genomen. Zo zie je maar weer dat Kerkuilenbescherming vaak een zaak is van de lange adem
Paul Uijttenboogaart
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
27
█ 14 Coördinatoren werkgroepen R. nr. 1a 1b 2a 2b 3 4 5 6 7 8 9 10a b 11 12 13 14a b 15
Regio Steenwijk VWG vliegvlug Mastenbroek-N VWG vliegvlug Mastenbroek overig Kampen Staphorst Zwolle Dalfsen Heino Ommen Hardenberg Nijverdal Hellendoorn Markelo Bathmen Deventer Den Ham Vroomshoop Raalte
16 17
Avereest Noordoostpolder
18 19
Wijhe / Olst Holten
Coördinator W.Engelsman H. Folkerts H. Folkerts
Telefoon 0521 516455 0522 257282 0522 257282
e-mail
[email protected] [email protected] [email protected]
A. Verhoeven W.van der Molen A. Lassche A. Verhoeven J. Salomons
038 4655964 038 33187077 0529 483822 0384 655964 0529 433088
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
H. Bouman G. Snaak F. Roelofs A. van Baren G.J.H. Tjoink L. Hotsma R. Wijnbergen J. Vrijlink K. Smelt J. Legebeke P.Uijttenboogaart J.Schmidt S. Haantjes F. Bijmold H. de Jonge A. Driessen
0523 251520 0523 856980 0548 618597 0546-674049 0547 272864 0570 541970 0570 641461 0546 672664 0546 643614 0572 357782 0572 352647 0523 616098 0527 613476
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
0570 522629 0548 363192
Provinciale Coördinator (West-Overijssel/Noordoostpolder) G.Snaak, Ondermaat 66, 7772 JD Hardenberg Tel. 0523 856980 (e-mail:
[email protected]) Coördinatoren aangrenzende gebieden: -Groningen -Friesland -Drenthe -Twente -Achterhoek-Noord -Veluwe
A. Eijkenaar A. v.d. Wal F. Geene P. van Heek A. Meenink H. van Diepen
Tel. 05097 561872
[email protected] Tel: 0512 516309 Tel: 0591 514433
[email protected] Tel: 074 2911337 Tel: 0545 292532
[email protected] Tel:0578615114
[email protected]
Landelijke coördinator: J. de Jong
Lipomwyk 2, 9247 CH Ureterp
Tel:0512 303174 (e-mail:
[email protected])
Redactie nieuwsbrief: Ger Snaak en Paul Uijttenboogaart (e-mail:
[email protected]) Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
jaargang 25
28
Ontwikkelingsstadia van Kerkuiljongen
Na ± 32 dagen komt het eerste ei uit
1 dag
± 2 weken
± 4 weken
± 3 weken
± 5 weken
± 7 weken
Nieuwsbrief Kerkuilenwerkgroep West-Overijssel /NOP
± 6 weken
± 8 weken
jaargang 25
29