http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute - Shetland Eilanden
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected] (verwijder GEENSPAM)
Noordzeefietsroute in 2004: Groot-Brittannië Shetland Eilanden Woensdag 30 juni, Lerwick, 45 km. We komen één uur in de ochtend vanuit Bergen in Lerwick aan. Het hek van de camping is open en de deuren van het toiletgebouw, waar je normaal een sleutel voor moet hebben, staan op een kier. Er is duidelijk rekening gehouden met de boot. We slapen uit en gaan het stadje in en wagen ons daarna aan een wandeling, die zoals gewoonlijk ontaardt in een ontdekkingstocht en natte voeten. Het begint te regenen om niet meer op te houden. De volgende ochtend regent het nog steeds, we besluiten nog een dagje te blijven. Na de middag wordt het droog. We maken een boottocht rond het eiland Bressay dat voor de kust van Lerwick ligt. Het gaat langs kliffen waarop vogels in groten getale broeden en we zien ook veel zeehonden dichtbij. Spectaculair; 30 pond per persoon, maar zijn geld dubbel en dwars waard. Vrijdag 2 juli, Lerwick - Voe, 93 km Mooi zonnig weer. We klimmen Lerwick uit en dalen af naar de westkust van Mainland met een prachtig vergezicht op White Ness. De vele kerken en kerkjes van een veelheid aan genootschappen waren ons al direct opgevallen. In het eerste dorpje dat we aandoen treffen we een wel zeer vroom uitziende bus aan. Op de achterkant prijkt: STREETS OF GOLD PRAYER SANCTUARY DON'T FOLLOW ME, FOLLOW JESUS I MAY BE SLOW I MAY BE STEADY I AM GOING TO HEAVEN BUT ARE YOU READY? Als ik foto's neem van het vehikel wordt mij een prentbriefkaart met foto's van de bus en een foldertje in de hand gedrukt door broeder Clifford. Hij blijkt uit Noord Ierland te komen en trekt iedere zomer "wherever the Lord tells him to go". Onder indrukwekkende luchten rijden we verder noordwaarts naar Voe. Daar staat een zogenaamde böd, een oud gebouw dat ingericht is als eenvoudige overnachtingsmogelijkheid. We laten daar onze bagage achter en maken nog een rondje naar het noorden van Mainland. Een wijds landschap zonder bomen, het heeft wel iets van Ierland, echter de kust is veel grilliger. Bij Graven komen we een aardig contrast tegen. Een groot olieterminal met op de voorgrond stapels versgestoken turf. Zaterdagdag 3 juli, Voe - Levenwick, 65 km. We rijden langs de oostkust terug naar het zuiden. Het blijft allemaal even mooi. Ook het stukje hoofdweg valt niet erg tegen. Na Tingwall, waar vroeger de volksvergaderingen gehouden werden, gaan we via een erg mooie weg langs een meer naar Scalloway. Dan volgt een drukke weg naar de kleine, hooggelegen, camping van Levenwick met uitzicht over zee. Zondag 4 juli, Levenwick - Sumburgh Head - Levenwick, 43 km. Vanuit Levenwick verkennen we het zuidelijkste puntje, Sumburgh Head. Dit is een vuurtorencomplex hoog op de rotsen, met steile kliffen. Naast veel andere soorten zeevogels zitten er veel papegaaiduikers. Ze zijn heel tam, soms komen ze op 4 m. afstand. Het is een uitgebreid complex, gedeeltelijk in verval; wat onder meer opvalt zijn de restanten van een enorme misthoorn. We fietsen terug langs de westkust. Een smal weggetje langs een meer dat in verbinding staat met de zee, daarna klimmen we en zien onder ons baaien met glashelder water. Van boven af zien we zeehonden onder water zwemmen. Maandag 5 juli, Levenwick - Lerwick - boot Kirkwall, 36 km. We luieren wat, breken op en fietsen naar Lerwick, nemen een fish and chips als maaltijd en gaan op de boot naar de Orkneys. Die gaat niet meer naar Stromness als de routebeschrijving aangeeft maar naar Kirkwall. Tanja zit achter een Murphy's Draught Irish Stout met nootjes als Fair Isle verbijschuift. Na aankomst vinden we in het donker vlot de camping. We zien tenten van Nico en Marja en Pieter en Ethel staan. We gebruiken de volgende dag om Kirkwall te bekijken en in de bibliotheek onze derde rondzendbrief naar het thuisfront te versturen.
1
http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute - Orkney Eilanden
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected]
Orkney Eilanden Woensdag 7 juli, Kirkwall - Evie, 46 km. Omdat we niet in Stromness aangekomen zijn, maar in Kirkwall, wijzigen we de route over het eiland. We rijden over Finstow langs de noordkust van Mainland naar Evie, op de kaart Stenso genoemd. We kunnen merken dat we richting zuiden gaan want we zien een, weliswaar verwaaide, palm in een tuin staan. We vinden een intiem campinkje waar slechts tenten toegelaten worden. Ik ga nog op pad om naar Roodkeelduikers te zoeken. Die zouden hier bij een meertje iets landinwaarts broeden. Ik heb geluk, ze zijn er. De Orkney-eilanden zijn veel meer in cultuur gebracht dan de Shetland-eilanden. De schapen hebben grotendeels plaats gemaakt voor koeien. Donderdag 8 juli, Evie - Stromness, 46 km De noord- en westkust zijn prachtig. Rotswanden afgewisseld met strandjes. We komen langs het beroemde opgegraven steentijddorp Skara Brae en nemen de tijd om het te bezoeken. Ernaast ligt een landhuis dat niet meer bewoond wordt maar nog kompleet ingericht is met veel persoonlijke attributen van de laatste bewoners. Een beetje benauwend en nogal burgerlijk. We nemen de weg tussen twee grote meren door, om een grote steencirkel te bezoeken. Dat is geen genoegen want het krioelt van de mensen die met busladingen aangevoerd worden. Stromness blijkt een van de leukste dorpen die we deze reis gezien hebben. Het is langgerekt langs het water gebouwd; de tijd lijkt er stilgestaan te hebben. De camping ligt op een smalle landtong. Allerlei zeevogels en Noordse Sterns vliegen af en aan, bijvoorbeeld Grote en Kleine Jagers. We zitten aan de rand van het water te eten. Plotseling duikt een Roodkeelduiker op, nog geen 5 meter uit de kant, wat verder duikt een zeehond op. Vrijdag 9 juli, Stromness - John o' Groats, 72 km We willen via Kirkwall naar de zuidpunt van de Orkneys om over te varen naar het vasteland van Schotland. Tot Kirkwall blijft de weg erg rustig, het landschap is mooi golvend. Heuveltoppen zijn niet in cultuur gebracht en zijn begroeid met heide en varens. Na Kirkwall gaan we richting zuiden. Het wordt steeds verlatener. We rijden over een aantal dammen, de Churchill barriers die in WO II tussen kleine eilanden gelegd zijn om vijandelijke duikboten de weg te versperren. Ze zijn aanvankelijk aangelegd door het laten zinken van schepen. Een gedeelte van de wrakken ligt er nog. Het haventje Burwick voor de veerboot naar John o'Groats bestaat uit niet meer dan een spookachtige, verlaten boerderij en een kerkje met kerkhof, dat nog steeds onderhouden wordt. Bij de boot zijn we de enigen en er hangt geen dienstregeling, zodat we in onzekerheid verkeren of er nog een boot komt. Na een poosje komen er wat mensen aan die ook de boot blijken te moeten hebben, we zijn opgelucht. Er verschijnt nog een bus met dagjesgasten. De boot blijkt een oude roestbak en is schandalig duur, 18 pond per persoon voor een overtocht van nog geen veertig minuten. De overtocht is wel mooi. Er vliegen zeevogels, waaronder veel papegaaiduikers langs. We stappen in John o'Groats in Schotland aan land. De goed georganiseerde camping is vlak bij de aanlegsteiger. De tent zetten we op in de beschutting van een walletje, omdat het hard waait vanuit zee. Met spijt laten we de mooie plekjes aan zee, met prachtig uitzicht, voor wat ze zijn. ----------------------
2
http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute: Schotland
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected]
Schotland (vaste land) Zaterdag 10 juli, John o' Groats - Melvich, 64 km. We worden wakker met regen, maar gelukkig klaart het op. We hebben het plan bij de bekende wegwijzer van John o' Groats een foto te maken. Dit blijkt geld te kosten. Dan maar niet. We vinden een andere plek die aantoont dat we er echt geweest zijn. Met een lekker rugwindje peddelen we over een bijna vlakke weg op enige afstand van de zee richting westen. We komen langs de mooie baai bij Castletown, een haven met een vroegere industrie van natuursteenplaten, flagstones. Even verder aan de kust ligt Thurso, voor het uiterste noorden van Schotland een grote plaats. Het maakt een armoedige indruk. Het landschap wordt golvend en ruiger. In Melvich vinden we een kleine goed uitgeruste camping bij een café direct langs de weg. Zondag 11 juli, Melvich - Melness (bij Tongue), 53 km. De weg gaat veel op en neer maar gelukkig niet met al te steile hellingen. Het landschap is prachtig ruig en verlaten. De wegen smal met passeerplaatsen. In de verte zien we fietsers voor ons rijden. Het blijken Pieter en Ethel te zijn die we voor het eerst in Lillesand ontmoet hebben. De camping in Tongue bestaat niet meer en de jeugdherberg blijkt dit jaar gesloten. We vinden een klein en erg primitief campinkje in Melness, een paar km naar het westen van Tongue, direct aan zee. Een prachtige baai en strand met rotseilandjes voor de kust. Als je het krakkemikkige sanitair vergeet, een paradijsje. Maandag 12 juli, Melness - Lairg, 71 km. We komen weer door Tongue. Het enige winkeltje van het dorp is gelukkig open. De dames in de winkel beklagen ons. Ze vinden het weer deze zomer erg slecht. Volgens ons zeggen de Schotten dat elke zomer tegen de toeristen. We klimmen Tongue uit, de leegte in. Het is wel een belevenis de Hooglanden op de fiets. De plaatsen op de kaart stellen niets voor. Altnaharra blijkt uit ongeveer 10 verspreid liggende huizen te bestaan. Ten noorden van Altnaharra een enorm wijds landschap met meren en heuvels bedekt met gras, varens en mos. Ten zuiden van Altnaharra komen we beboste stukken tegen, die echter de weidsheid en kaalheid niet echt aantasten. Even hebben we stevige regen met laaghangende wolken. Dat moet je hier gehad hebben voor de sfeer. We hebben een lange afdaling naar Lairg. Dit blijkt weer in de bewoonde wereld te liggen met een perfecte camping. Er is een apart groot veld voor kampeerders. Een groot hotel is recent gesloten en staat leeg; een beetje spookachtig. Dinsdag 13 juli, Lairg - Tain, 44 km. Het landschap wordt parkachtig. We rijden langs de oever van de rivier de Shin en stoppen even bij watervallen waar we af en toe een grote zalm tegen de stroom op zien springen. We zijn al vroeg bij nichtje Eva in Tain, die heel handig voor ons, pas naar Schotland is verhuisd. We worden vorstelijk onthaald. Vooral haar eigengebakken brood gaat er goed in. Woensdag 14 juli, Tain - Fortrose, 43 km. We kiezen de route over Cromarty. Volgens informatie is het veer over de Cromarty Firth in de vaart, hoewel het vaak door technische problemen uitvalt. Vlak voor de pont bezoeken we het kerkje van Nigg met een sfeervol kerkhof. In de kerk een grote mooi bewerkte steen uit de Pictische periode. We komen bij de pont, wachten en ontdekken pas na een half uur het op een onhandige plek liggende bordje. De pont is door technische problemen uit de vaart. Echter, inboorlingen die even later aankomen, bellen wat en zeggen dat de pont toch zo komt. Pieter en Ethel komen toevallig ook aan. De pont, de Cromarty Rose, komt aan en blijkt een kleine roestbak, het kleinste autoveer van Groot Brittannië. We gaan aan boord. Een wachtende auto wil aan boord rijden als er een tweede aankomt. We moeten weer van boord. De twee auto's kunnen net samen op een draaischijf, ze worden gedraaid, dat gaat maar net. Dan mogen we weer aan boord. Een blik in de machinekamer leert dat het een vettige bende is met een mengsel van water en olie op de vloer klotsend. Tijdens de overtocht wordt Tanja overvloedig besproeid met zeewater. We klimmen Cromarty uit en hebben spoedig mooie uitzichten vanaf het Black Isle over de Moray Firth. Fortrose bevalt en we besluiten vroeg te stoppen en nemen de zuidelijke rustige camping. De campingbaas, die met de hand een kilt zit te naaien, garandeert met 95% zekerheid dat je op de punt van de landtong 's-avonds dolfijnen kunt zien. En ja hoor, we gaan staan en even later komen Flipper en z'n vriendjes langs, ondanks de klierende Franse pubers die stenen in het water staan te keilen.
Donderdag 15 juli, Fortrose - Brodie Castle, 75 km We klimmen niet terug naar de route maar volgen de betrekkelijk rustige weg langs de kust. Bij Inverness is het op de kaart aangegeven geplande pad langs de kust er nog niet. We willen echter niet de route door de stad
3
http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute: Schotland
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected]
volgen en zoeken moeizaam onze weg richting Culloden. Je moet betalen om dit beroemde slagveld op te mogen. Het lijkt niet dat we veel missen als we het niet bezoeken. Door prachtig parkachtig en soms bebost landschap, af en toe stevig klimmend, gaan we richting Nairn. De camping daar, zo'n aangeharkt groot geval, blijkt geen plaats meer te hebben. We karren door over vrij vlakke wegen naar Brodie Castle waar een camping aangegeven is op de Sustrans-kaart. Het blijkt een goede maar nogal dure camping bij een herberg. Vrijdag 16 juli, Brodie Castle - Findochty, 75 km De ochtend start met lichte regen, maar het klaart op. We rijden door mooi golvend landschap met door bomen begeleide wegen. Indrukwekkend grote bomen in de weilanden en het bos. We pauzeren een poos op het centrale plein van Elgin om mensen te kijken. Het is een levendige stad. We lopen een rondje rond de mooie ruïne van een kathedraal en stappen weer op de fiets richting west. De oude spoorbrug over de mooie rivier de Spey is nu fietspad. Omdat het kleine plaatsje Findochty er zo leuk uitziet en er een aantrekkelijk ogende camping direct aan de kust is besluiten we te blijven. Wat later zitten we op de rand van een klif met uitzicht op zee te eten. Het bevalt zo goed dat we besluiten de volgende dag hier te blijven. Zaterdag 18 juli, Findochty - Cuminestown, 71 km De geplande route over de klifs tussen Findochty en Portknockie blijkt al klaar. Daarna volgt een oude spoorweg langs de rand van het klif met beneden golfvelden en rijden we over een indrukwekkend voormalig spoorwegviaduct. We volgen de kust tot Banff, gaan dan landinwaarts langs de rivier de Deveron. Het landschap is pastoraal, golvend, veel graanvelden en door bomen begeleide wegen. Na Cuminestown vinden we een kleine afgelegen camping met een prachtige grasmat, maar wat verwaarloosd sanitair. Maandag 19 juli, Cuminestown - Aberdeen, 75 km We fietsen over stille wegen naar Maud, waar het fietspad over de voormalige Formartine & Buchan spoorweg begint. Maud ziet er wat armoedig uit. Er blijkt een wijk te zijn die Neuk heet! De spoorweg blijkt zo goed te bevallen dat we, als de route er vanaf gaat, we hem blijven volgen tot Dyce, even voor Aberdeen. Kruip-door, sluip-door en hobbelend over keitjes bereiken we het centrum van Aberdeen. Het moderne gedeelte vinden we koud winderig en ongezellige. Het Tourist Office weet niets van de campings die in de buurt van de route liggen, niet eens dat ze bestaan. Na wat hevige stortbuien en gezoek vinden we een door de stad ingehaalde verwaarloosde camping, Nigg Holyday Camp, met veel vervallen stacaravans. Hij wordt voornamelijk bevolkt door mensen die in Aberdeen werken. Tan is wel een beetje depri van de kille stad en het drukke verkeer en de haveloze camping. Dinsdag 20 juli, Aberdeen - Johnshaven, 54 km Was bij de reis naar het noorden door Denemarken de wind bijna steeds uit het noorden, nu is hij steeds zo als dat hoort, dus uit het zuidwesten, dus weer hebben we steeds tegen. Het landschap is mooi, maar niet spectaculair. Een beetje als Noord-Frankrijk. De plaatsen aan zee zijn fraai. Stonehaven met een beetje deprimerend ouder toeristisch publiek. Inverbie heeft veel potentie als ze die bouwvallige lelijke loodsen uit dat prachtig rivierdalletje zouden weghalen. We volgen een erg fraai pad langs de kust van Inverbie via Gourdon naar Johnshaven. Het is een oude spoorbaan benenden langs de klifs. Johnshaven is een authentiek ogend vissershaventje. Het ziet er welvarend uit in vergelijking met dorpen in de omgeving. Tanja zou hier wel eens een huisje willen huren. Woensdag 21 juli, Johnshaven - Monifieth, 73 km We worden met regen wakker maar gaan toch maar op pad. Het klaart snel op en het wordt mooi weer. De eerste grotere stad is Montrose. Er is behoorlijk wat gedaan om de stad er aardig uit te laten zien, maar er zijn veel leegstaande winkels. Tot Arbroath, een ouderwetse Britse badplaats, is de route prachtig met imposante lanen. De kust daar bestaat net als bij Johnshaven uit lage rotsrichels. Tussen Arbroath en Monifieth blijkt de route ingrijpend gewijzigd, loopt over wat grotere wegen maar is vrij rustig. Donderdag 22 juli, Monifieth - Markinch, 66 km Vandaag moeten we door het stedelijke gebied van Dundee naar de brug over de Firth of Dundee. De route blijkt direct langs de kust te lopen en is aangenaam. We krijgen dan een stukje stad, maar we staan bij de fietslift naar de bijna twee kilometer lange brug voor we het weten. We pauzeren bij de, slechts door plezierjachten gebruikte, haven van Tayport. Door veel bos gaan we naar Leuchars met een erg mooi Romaans kerkje. De rest van de route blijkt sterk afwisselend, van erg saai tot een pastoraal stuk langs een rivier en een beek en een stuk met prachtige uitzichten. De camping van Markinch blijkt een soort landgoedcamping. Door de vele tegenwind zijn we toe aan een rustdag en besluiten een dagje te blijven.
4
http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute: Schotland
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected]
De volgende dag luieren we wat, doen inkopen en zijn er in een supermarkt getuige van hoe het personeel een winkeldief smerig hard en gemeen aanpakt. Hij ligt op de grond en wordt door een paar man vastgehouden. Ze trekken hem op en geven hem en passant en smerig knietje midden in z'n gezicht. We vragen om de chef en vertellen hem dat hij zijn personeel beter moet instrueren, dat dit niet kan. Zaterdag 24 juli, Markinch - Edinburgh (Musselburgh), 81 km We zijn vlot in Kirkcaldy aan de kust. We volgen na een stevige klim de bewegwijzering die nu de gestippelde route blijkt te volgen. Deze is nogal moeilijk berijdbaar, meer iets voor de MTB; en dan hebben we nog geluk want in onze richting gaat het steil naar beneden. In de omgekeerde richting wordt het met bagage zeker een flink stuk lopen. Verder nogal gezoek in Burntisland en met hevige regen en tegen wind in naar de ongeveer twee kilometer lange brug over de River Forth. De route door Edinburgh maakt eigenlijk en bezoek aan de stad overbodig. Je komt langs de belangrijkste plekken. We komen op een prettige manier de stad door. De camping in Musselburgh heeft een gunstige busverbinding met Edinburgh. De volgende dag bezoeken we met stralend weer Edinburgh. Een beetje erg toeristisch. Om de andere straathoek staat iemand op een doedelzak te blazen. Later horen we dat Pieter en Ethel wel met de fiets Edinburgh ingegaan zijn. Toen ze na internetten in de bibliotheek, terugkwamen bleken beide fietsen verdwenen. Voor hen helaas een droevig einde van de reis. Maandag 26 juli, Musselburgh - Melrose, 89 km Door afwisselend landschap rijden we richting Moorfoot Hills. De klim blijkt een makkie. In de afdaling en daarna krijgen we weer het echte Highlands-gevoel tot we de rivier de Tweed bereiken waar het landschap parkachtig wordt. En ja, daar zijn de schapen die de wol voor de beroemde wollen stoffen leveren. We volgen ongeveer de rivier, door prachtig landschap tot Melrose. Dinsdag 27 juli, Melrose - Berwick-upon-Tweed, 78 km De abdij van Melrose bekijken we voor we op pad gaan. Al vlot rijden we op een recht golvende brede asfaltweg die verboden is voor alle snelverkeer. We dalen af naar de rivier de Tweed en gaan een smalle hangbrug over. Over een eigenaardig wegennet met uitsluitend haakse hoeken volgen we de Tweed op afstand. Berwick-upon-Tweed, net over de grens met Engeland, blijkt een aardig toeristisch plaatsje. We krijgen een plekje op een strookje gras vlak bij de slagboom van de camping, echter met mooi uitzicht op zee. Voordat we Engeland inrijden lassen we een dagje rust in. ----------------------
5
http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute: Engeland
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected]
Engeland Donderdag 29 juli, Berwick-upon-Tweed - Warkworth, 83 km. We zijn nog maar net op weg of ons pad door een weiland boven op de klifs, wordt versperd door een weliswaar adolescente maar reeds reusachtige zwarte stier. Helaas staat hij voor het hekje waar we doorheen moeten en bovendien loeit hij af en toe dreigend. Ervan uitgaande dat de boer een echt gevaarlijke stier daar niet los zal laten lopen, schuiven we er toch maar voorzichtig langs. Dat voelt toch niet lekker zo vlak voor de kop van zo'n kolos langs. Het wordt saai, maar alweer een mooie afwisselende route. Mooie landschappen, door bomen en hagen omsloten velden, klifkusten, indrukwekkende kastelen en een paar aardige kustplaatsjes. Geen moeilijke dagtocht tot we bijna aan het eind besluiten de alternatieve route te volgen, rough & steep in places. Er volgen grove keien, en een maar net een voet breed, soms steil, pad door hoge brandnetels en bramen. We komen op een kleine gezinscamping met veel lawaaiige kinderen. Die besluiten te gaan voetballen, echter met het doel direct voor onze tent. Het werd koken met veel hindernissen. De ouders vonden het wel goed zo, die waren van ze af. We hebben het dan maar niet over de doordringende, op de keel slaande brandlucht van de afvalverbranding van een naburig bouwbedrijf. Bij navraag bleek dat normaal te zijn. De bazin van de camping overhandigde persoonlijk de teiltjes warm water voor de afwas, dat kon je zelf niet tappen. Ook de sleutel voor de douche overhandigde ze persoonlijk tegen betaling van het verschuldigde bedrag. Een eenzame fietser die om zeven uur aankomt en om plaats voor één nacht vraagt, kan doodrijden. De camping blijkt vol te zijn. Er was zeker nog wel plaats voor een tent of tien. Vrijdag 30 juli, Warkworth - South Shields (bij Newcastle), 70 km. Tot Lynemouth volgen we rustige wegen langs de kust. Daarna fietspaden langs drukke wegen. Af en toe wat gezoek vooral in Blyth, waar de route wat anders loopt dan de kaart aangeeft. In deze plaats komen we op de route ongeveer twintig maal het bordje tegen cyclists dismount; bij bushokjes en zijwegen bijvoorbeeld. We slaan er maar geen acht op. Nu volgt een aardig pad door de duinen en een aaneenschakeling van wandelpromenades, strandjes, badende mensen en veel volk. Tynemouth oogt opvallend welvarend. We rijden niet door naar het centrum van Newcastle maar nemen het gloednieuw ogende grote voetveer over de Tyne naar South Shields. We doen inkopen in een druk winkelgebied. De aardige camping ligt dicht bij de kust. Even na ons komt een grote groep bepakte fietsertjes aan. Het blijkt een groep kinderen uit een weeshuis in Duitsland. Het gaat er leuk, maar behoorlijk gedisciplineerd aan toe. Zaterdag 31 juli, South Shields - Stockton on Tees, 70 km. We volgen zo'n beetje de kust over fietspaden tot Sunderland. Ook deze plaats oogt welvarend. We komen door het winkelcentrum, drinken er onze koffie op een bankje en kijken naar het winkelend publiek. We zoeken onze weg door de stad, komen in het arme Ryhope, waar we de oude spoorlijn oppikken. We zullen nu tot Stockton over oude spoorlijnen rijden. De Noordzeeroute kiest soms een omweg, maar we willen snel in Stockton zijn. Achteraf is onze keuze maar gelukkig, want we verliezen deze dag heel veel tijd met het zoeken van de weg in de stedelijke gebieden. Nadeel van het volgen van de oude spoorlijnen is wel dat je niet veel zien van de dorpen en steden. Er ontbreken nogal wat bordjes in de stedelijke gebieden. In Stockton raken we het spoor helemaal bijster door ontbreken van bordjes. We vinden door vragen uiteindelijk de weg naar de camping. Die is duur, 16 pond, maar goed. Voorlopig zijn we de stedelijke gebieden zat. Te veel gezoek. Zondag 1 augustus, Stockton-on-Tees - Sutton-under-Whitestonecliffe, 64 km. Langs de zuidoever van de rivier de Tees richting Middlesbrough door de rafelranden van de stad. Na het centrum komen we door wijken met veel zwerfvuil. Na twee uur kruip-door sluip-door zijn we eindelijk in landelijk gebied en rijden we over kleine wegen. In Stainton ontmoeten we een kruidenier die de Zuiderzeeroute gefietst heeft en ook grote fietstochten wil gaan maken. Een man spreekt ons aan die in Rotterdam en in Bergen op Zoom gewerkt heeft. Veel Engelsen hebben wel iets met Nederland lijkt het wel. We gaan richting de Yorkshire Moors. Daar is het direct al raak; een helling van 20%. Er zal nog een erg steil onverhard stuk volgen. Uiteindelijk belanden we op een verwaarloosd sta-campinkje waar ze eigenlijk geen trekkers accepteren; maar nu we er toch zijn kunnen we er wel blijven voor twee pond per dag. We besluiten hier een dagje uit te rusten. Dinsdag 3 augustus, Sutton-under-Whitestonecliffe - Bishopsthorpe, 63 km. We beginnen aan de laatste klimmetjes van de North York Moors. Eén van de klimmetjes is op de kaart aangegeven met twee pijltjes. Als er onder aan de klim een bordje verschijnt dat 10% aangeeft, halen we opgelucht adem. Het is een mooie tocht door landschap met veel mooie bomen en heggen. We komen twee Nederlandse fietsers tegen, Frank en Dagmar, die een stuk van de route in omgekeerde richting doen en wisselen
6
http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute: Engeland
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected]
informatie uit. Het is leuk om weer door de stad York te wandelen, maar het is wel erg druk en toeristisch. We vinden dicht bij York een camping aan de rivier de Ouse. Woensdag 4 augustus, Bishopsthorpe - Barton-upon-Humber, 86 km Tot nu toe hebben we in G.B. elke dag wel regen gehad. Vannacht regende het en bij het opbreken begint het weer te regenen. Een verrassing is de kerk van Howden, erg fraai, een gedeelte is ruïne. Grappig daar de kinderspeelhoek in de kerk, vlak naast grafmonumenten en een oude draagbaar op wielen met doodskist. Het stopt met regenen en het wordt voor het eerst deze tocht zelfs een beetje warm. We volgen in grote trekken de rivier de Ouse. De huizen langs deze rivier zijn van heel mooie baksteen gemaakt. Tot vlak voor de brug over de rivier de Humber gaat der route door vlak maar afwisselend land. Op aanraden van diverse fietsers gaan we niet richting Hull maar direct de brug over. Hull schijnt een ramp te zijn om er per fiets de weg te vinden. In Barton-upon-Humber, direct over de brug, vinden we een uiterst nette camping met het bord: Kinderen niet welkom. Donderdag 5 augustus, Barton-upon-Humber - Market Rasen, 55 km Eerst bezoeken we wat kerken waarvan de St. Peter's Churh de meeste indruk maakt. Hij bevat nog voorRomaanse, Saksische, elementen. (In G.B. noemen ze Romaans Norman omdat in de tijd van de Noormannen veel kerken in die stijl gebouwd zijn.) We fietsen door golvend landschap met maar een enkele pittige helling. Mooi afwisselend en rustig. Veel mooie meidoornhagen langs de wegen, indrukwekkende bomen en korenvelden. In Market Rasen treffen we een familie uit Tuitjehorn aan die van Hull naar Harwich rijdt op gewone Hollandse fietsen. Jaap en Hetty Baartse met zoon Martijn en vriend Mark en dochter Mieke. Ze torsen een onuitputtelijke verzameling spellen en stripboeken met zich mee. We nemen ter plekke ons petje af. Vrijdag 6 augustus, Market Rasen - Coningsby, 77 km Was het gisteren al lekker weer nu hebben we voor het eerst warm weer. We peddelen door aangenaam landschap naar Lincoln. De kathedraal is een bezoek waard. De route volgt verder zo ongeveer de rivier de Witham. Geen spectaculair, maar wel aangenaam landschap. Het wordt echt warm weer en we kunnen al snel aan niets anders meer denken dan aan een koud ijsje. We kammen Fiskeron uit op ijsjes, maar niks. Die luxe is ons kennelijk niet gegund. De camping in Woodhall spa vinden we te aangeharkt en druk. De eerstvolgende is veranderd in een complex huisjes en caravans. De volgende langs de Witham vlak voor Tattershall Bridge is ruim en rustig. We worden zeer vriendelijk ontvangen. Zaterdag 7 augustus, Coningsby - Fleet Hardgate, 60 km 's-Morgens is het prachtig weer. We besluiten een rustdag in te lassen. In de loop van de ochtend melden we dat we graag willen blijven. Maar helaas, er is maar één toerplaats op de camping en die is voor de avond besproken. We moeten weg. We bieden aan ons tentje te verplaatsen gezien de ruime grasvelden op de camping moet dat geen probleem zijn voor één nacht. Nee, dat kan niet, er is maar één toerplaats. We vragen ons af of we iets verkeerd gedaan hebben en pakken ons boeltje. Buren in de stacaravans vragen waarom we plotseling opbreken. Zij begrijpen er ook niets van. We peddelen door een afwisselend Hollands landschap richting Boston. Van verre zien we de toren de Boston Stump staan. Langs kleine weggetjes door vlak land trappen we tegen de inmiddels opgestoken harde wind. We zijn nooit ver van de zee. We houden de volgende dag rust. We kwamen tot nu toe wel op campings waar we ons handwasje (twee fietsbroeken) niet mochten uithangen; dat moest in de droger. Hier is het uitdrukkelijk verboden een handwasje te doen in de toiletruimte en in de afwasruimte. Op de vraag: "waar dan?", werden we verwezen naar een buitenkraantje met koud water op 30 cm afstand van het stortputje voor afvalwater. Je moest daar maar op je hurken je wasje doen. Maandag 9 augustus, Fleet Hardgate - King's Lynn, 62 km Het landschap is bijna Nederlands. Heel leuk om te fietsen. Veel mooie kerkjes. We kunnen de camping bij King's Lynn niet vinden. Navraag bij het Tourist Office van King's Lynn blijkt dat we er praktisch langs gereden zijn maar dat hij niet aangegeven is. Het begint te regenen, we hebben geen zin om terug te rijden, dus we nemen de jeugdherberg die hartje stad ligt. Dinsdag 10 augustus, King's Lynn - Little Snoring, 70 km Ondanks de regen gaan we op pad door een glooiend landschap met veel houtwallen en mooie kerkjes. Typisch zijn de hele of gebroken ronde keien waaruit kerken en sommige huizen gebouwd zijn. De regen gaat af en toe over in hoosbuien. Hier en daar staan de straten blank. In het pelgrimsplaatsje Walsingham zoeken we onderdak, maar alles is vol. We gaan van de route en maken een doorsteek naar Little Snoring omdat we info hebben dat daar een camping is. Wonder o wonder, als we de tent willen gaan opzetten wordt het droog.
7
http://home.hccnet.nl/d.sparreboom Noorzeefietsroute: Engeland
Dirk Sparreboom en Tanja Boxman
[email protected]
Woensdag 11 augustus, Little Snoring - Norwich, 55 km Op onze eerste koffiestop op een mooi kerkhof, komt de familie Baartse langspeddelen. Die heeft het weer van gisteren ook redelijk goed overleefd. Ten noorden van Reepham nemen we een tot fietspad omgebouwde spoorlijn, de Marriot's Way, genoemd naar een spoorwegingenieur. We peddelen met stralend weer naar Norwich. Op de camping treffen we de Baartsjes weer. Er loopt als beheerder een soort sergeant-majoor met snor rond, die voor wat betreft motoriek zo uit een aflevering van Monty-Pyton weggelopen lijkt. De volgende dag bezoeken we het bijzonder leuke Norwich. Eigenlijk leuker dan York. Vrijdag 13 augustus, Norwich - Saxmundham, 79 km We nemen afscheid van de Baartsjes, zij gaan over Woodbridge. Wij hebben die route al eens gefietst. Er is nu een veer van Felixstowe naar Harwich dus we gaan richting kust. Aan het landschap ligt het niet, dat is als de vorige dagen mooi, afwisselend, meidoornhagen, grote bomen en korenvelden. Heel de dag regent het echter met af en toe flinke buien. Gelukkig is het niet koud. Vrijdag 14 augustus, Saxmundham - Shottisham, 51 km Omdat er slecht weer voorspeld wordt besluiten we vrij snel naar de boot in Harwich door te karren. We bespreken de boot voor zaterdagmiddag. Het landschap is zoals steeds aangenaam, de wegen uiterst rustig. Heel bijzonder vinden we de biologische varkensfokkerijen waar we langs komen. Vrij rondlopende grote zeugen die op grote velden achter schrikdraad gehouden worden. De biggetjes echter kunnen onder het schrikdraad door en lopen helemaal vrij rond, maar stormen af en toe in een massale ren op ma af. Wroetende en in de modder rollende varkens zien er toch iets leuker uit dan die concentratieloodsen in Nederland. We komen terecht bij een aardige campingbaas met de vieste douchebak van de hele reis, en dat zegt wat. Zaterdag 15 augustus, Shottisham - Harwich - Vlaardingen, 46 km We moeten het veer over de rivier de Deben, dat hebben we al eens gedaan, het bleek een gemotoriseerde roeiboot. Daarna over van Felixstowe naar Harwich waarvan we de tijden niet weten. We gaan vroeg op weg en hebben geluk. We zijn daarom al vroeg in Harwich en hebben tijd om wat rond te kijken en in de zon te zitten op een bankje aan zee. Het is lekker weer. Een bankje verder strijkt een ouder echtpaar neer. Ze beginnen aan een picknick en knopen een gesprek aan. Als ze horen van onze tocht, trekken ze een uitstekende fles koele droge witte wijn open en vieren met ons het einde van de reis. Even na middernacht komen we in Hoek van Holland met de boot vanuit Harwich aan en fietsen naar huis. Nog geen half uur na de thuiskomst gingen de hemelsluizen open. Dat was een beetje symbolisch voor deze fietstocht. In Schotland en Engeland hebben we bijna elke dag regen gehad, maar vaak werd het droog vlak voor vertrek of begon het te regenen vlak na aankomst op de camping. Gelukkig hebben we ook wat dagen in de regen gefietst, daarom weten we nu dat onze fietstassen echt waterdicht zijn zoals de fabrikant beweert.
----------------------
8