Verslag bijeenkomst 'Decentralisatie AWBZ naar Wmo' met cliëntenraden, vrijwilligersorganisaties en belangenbehartigers (over veranderingen lokaal sociaal domein; transitie Wmo) datum: datum vrijdag 18 oktober 2013 plaats: plaats wijkbureau Oost/Noordoost, F.C. Dondersstraat 1 in Utrecht Doel bijeenkomst Op vrijdag 18 oktober 2013 heeft de gemeente een bijeenkomst georganiseerd voor cliëntenraden, vrijwilligersorganisaties en belangenbehartigers. Het eerste doel was om de genodigden bij te praten over de ontwikkelingen in het sociale domein. De kranten staan er vol van. Wat betekent dit voor Utrechters en voor de Utrechtse clienten? Op welke manier bereidt de gemeente zich voor op de ontwikkelingen, en hoe kunnen de inwoners daar aan mee doen? Hoe werkt nu zo'n buurtteam? Deze vragen werden op de avond beantwoord. De gemeente had als tweede doel om de aanwezigen te vragen naar aandachtspunten, ideeën en suggesties vanuit de praktijk. Daarmee kunnen wij onze plannen verder aanscherpen en verbeteren. Opening wethouder Everhardt Everhardt Wethouder Victor Everhardt - van Wmo, Volksgezondheid, Diversiteit, Stationsgebied en Leidsche Rijn opent de middag. De veranderingen in de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) gaan wat voor iedereen betekenen. Of je nu cliënt bent, familielid of vriend. De regering denkt dat gemeenten deze ondersteuning zo goed kunnen regelen, dat zij ons een bonus korting van 25% geven. De veranderingen gaan in op 1 januari 2015. Er is nog veel voor te bereiden, dus die tijd is erg kort. Maar welke zaken er nu exact veranderen, daar is nog veel discussie over. Dat maakt het een lastige opgave. Daarom betrekken we ook graag de stad erbij. De wethouder is erg blij met deze bijeenkomst, omdat we zo samen de volgende stap kunnen zetten. De gemeente gaat door met de voorbereidingen. Nog voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 wil de wethouder helderheid geven over de Utrechtse aanpak. Centraal daarin zal staan dat de hoge kwaliteit van de ondersteuning gewaarborgd blijft. Dat gaat veel denkkracht vergen. De wethouder dankt alle aanwezigen alvast voor hun aanwezigheid en de tijd die zij er vanmiddag in steken. Presentatie Toke Tom, hoofd Maatschappelijke Ontwikkeling Vervolgens presenteerde Toke Tom - hoofd Maatschappelijke Ontwikkeling bij de gemeente - meer in detail wat er allemaal verandert en hoe Utrecht daarmee om wil gaan. De sheets van haar presentatie worden bij het verslag bijgevoegd. Tijdens de presentatie werden ook vragen gesteld. Niet alle vragen konden vanwege de tijd direct worden beantwoord. Hieronder de antwoorden op alle vragen, ook op de vragen waarop nog geen antwoord was gegeven. Vraag: Zijn Zijn de wijkbureaus met het invoeren van de buurtteams overbodig geworden? Nee. Bij een wijkbureau kun je o.a. terecht met vragen over verkeerssituaties en vragen over het onderhoud van het park. Een buurtteam is er specifiek voor vragen over sociale ondersteuning zoals financiële problemen of eenzaamheid. Vraag: Leggen de buurtteammedewerkers straks ook een eed af? Deze medewerkers leggen geen extra eed af. Dat hoeft ook niet, omdat het gaat om professionele krachten die nu ook al werkzaam zijn in de stad. In de sollicitatie procedure voor het buurtteam kijken we of deze professionals de meer generalistische werkwijze ook aankunnen. De capaciteitseisen liggen vast in het Werkkader Buurtteams. Via www.utrecht.nl/socialestadinontwikkeling kan iedereen dit document vinden. Kijk hiervoor onder Documenten en Links. Vraag: Komen er nou twee soorten soorten buurtteams? Of drie? Er komt in iedere buurt één buurtteam. Daar kun je zelf naar toe gaan, of bellen. Degene die je te woord staat, koppelt je aan de meest geschikt buurtteammedewerker. Achter de schermen zijn de medewerkers inderdaad in twee teams georganiseerd. Het ene team heeft meer verstand van de jeugdzorg en gezinnen. Het andere team het meer kennis van volwassenen en ouderen. Vraag: Wat gebeurt er straks met de wijkteams van U Centraal? Die wijkteams van U Centraal gaan per 1 januari 2015 op in de buurtteams. In de buurten waar een pilot
Pagina 1 van 5
loopt met de buurtteams, is dat nu al het geval. In buurten waar nog geen pilot buurtteams loopt, blijft het wijkteam U Centraal nog even bestaan. zijj de sluiting van het restaurant onderin Vraag: Hoe ver gaat de bevoegdheid van de buurtteams? Kunnen zi het verzorgingstehuis door Careyn stoppen? Nee, die bevoegdheid hebben zij niet. Careyn en andere thuiszorginstellingen zijn door de ontwikkelingen in Den Haag (extramuraliseren) aan het bezuinigen. Daarop heeft de gemeente geen invloed. We zijn wel met hen in gesprek en proberen met hen toekomst gericht na te denken. Buurtteams kunnen dit soort signalen wel opvangen en doorsluizen naar de juiste plek. Vraag: Worden de buurtteams ook geëvalueerd? Ja zeker. De eerste twee pilot-buurtteams zijn al geëvalueerd. Via www.utrecht.nl/socialestadinontwikkeling kan iedereen dit onderzoeksrapport vinden. Kijk hiervoor onder Documenten en Links. De vier nieuwe pilots worden straks ook weer geëvalueerd. En ook na 1 januari 2015 blijven we de buurtteams monitoren. Zo blijven we leren en ontwikkelen. Vraag: De gemeente gaat meer een beroep doen op vrijwilligers. Moeten zij dan straks ook professionele taken uitvoeren? uitvoeren? Nee, dat is zeker niet het geval. We gaan vrijwilligers niet vragen of verplichten om lijfgebonden zorg uit te voeren of andere zaken waarvoor je een opleiding moet hebben gevolgd. We gaan wel onderzoeken op welke manier professionals en vrijwilligers beter kunnen samenwerken. Vier gespreksgroepen Na dit plenaire gedeelte gingen we uiteen in vier groepen: de participatiesamenleving, buurtteams en aanvullende zorg, dagactivering en individuele voorzieningen. In iedere groep zaten twee gemeenteambtenaren voor het beantwoorden van vragen en het opschrijven van de adviezen. Terugkoppeling gespreksgroepen Alle groepen hebben hun adviezen voor de gemeente op flaps geschreven. Hieronder wat erop staat. Groep Participatiesamenleving • Dilemma: activeren van mensen die niets doen versus dwingen tot vrijwilligerswerk. Mag je mensen met een uitkering dwingen tot een tegenprestatie? Een advies voor de gemeente is om een aantal groepen te duwen naar vrijwilliger-inzet: hangjongeren, mensen die wachten in een asielzoekerscentrum, mensen die thuis zitten en niks doen voor een uitkering. Mocht de motivatie voor het doen van vrijwilligerswerk slecht zijn, geef hen dan keuzevrijheid in het type activiteit. Bijvoorbeeld de keuze tussen werken in een verzorgingshuis met ouderen of in een fietsenmakerij waar verstandelijk beperkten werken. • Een advies: de thuiszorgmedewerkers hebben een gouden signaleringsfunctie waarvan nog te weinig gebruik wordt gemaakt. Hetzelfde geldt ook voor de postbode en de meteropnemer. Waar moeten zij heen met hun signaal? Ze kunnen naar vrijwilligersorganisaties, de sociaal makelaar, en straks ook het buurtteam. Zijn er misschien teveel instanties? • Om meer te kunnen vragen van de samenleving kun je van alles doen, maar het kost gewoon tijd. Groep Dagactivering Dagactivering • Intensivering dialoog tussen instelling, cliëntenraad en ervaringsdeskundigheid. • Hoe samenwerking met de regio rond gespecialiseerde vormen van dagactivering? • Met elkaar creatieve oplossingen verzinnen. • Goede balans vinden tussen enerzijds werk/activering en anderzijds samen een kop koffie drinken. • Deskundigheid begeleiders dagactivering van gemengde groepen (VG, Psy, Versl). • Klachtmelding t.a.v. dagactivering. • Vouchers is goed middel om clienten met de voeten te laten stemmen over de kwaliteit van het aanbod. • Zorgplicht invoeren? • Cliëntenorganisaties kunnen ook instellingen 'keuren'. Groep Hulp bij het huishouden • Communicatie: informeer de burgers. • Vraag de cliënten welke ondersteuning nodig is in het huishouden. • Hulp bij het huishouden is ook sociale begeleiding. • Welke standaard schoon/hoeveelheid schoonmaaktijd hanteert de gemeente? • Continuïteit in schoonmaak personeel.
Pagina 2 van 5
•
Betrouwbaarheid hulpen (VOG).
Groep Aanvullende zorg en buurtteams • Let op de aanzuigende werking. Verborgen vragen die manifest worden. • Communiceer meer over de veranderingen en over de uitvoering. Ook werden verschillende vragen gesteld en beantwoord in de groepen. Hieronder de vragen en antwoorden. Vraag: Hoe werkt het buurtteam samen met de eerste lijn en de huisarts? Is het straks zo dat ik van het buurtteam naar de huisarts wordt gestuurd, en weer terug? Nee, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Het buurtteam en de huisarts werken allebei dicht bij de bewoners, in de woonwijk. Zij kennen allebei de buurt van binnen en van buiten. Zij moeten dus ook nauw samenwerken. In de pilots oefenen we daar ook mee. Voordat ze mensen naar elkaar doorverwijzen, kunnen ze even met elkaar bellen bijvoorbeeld. We merken dat huisartsen blij zijn dat ze zich meer op de puur medische zaken kunnen gaan richten. Want mensen die erg vaak bij de huisarts komen, voor eenzaamheid of stress, kunnen veel beter door het buurtteam worden geholpen. Dat scheelt de huisarts veel werk. Vraag: Hoe pakken we de problemen aan in wijken waar nog geen buurtteam is? is? In die wijken verandert nu nog niets aan de huidige ondersteuningsstructuur. Dus de problemen worden aangepakt, op dezelfde manier als de laatste jaren. Vraag: Hoe worden de buurtteams nu gefinancierd? Dat gebeurt uit de bestaande middelen. De gemeente en de verschillende zorginstellingen leveren er nu personeel en budget voor. Vraag: Hoe zorgt de gemeente voor mensen met ZZP klasse 1 en 2? Die mensen mogen nu inderdaad bij de gemeente aankloppen om gecompenseerd te worden voor hun vragen. De Wmo is nu nog niet veranderd. Ze kunnen dus aanspraak maken op de voorzieningen die nu onder de Wmo vallen, zoals hulpmiddelen en hulp in de huishouding. Vraag: Hoe groot wordt een buurtteam? Dat ligt niet helemaal vast. Het worden teams van 8 tot 15 medewerkers, afhankelijk van het aantal huishoudens en de problematiek in dat gebied. Vraag: Mag je straks nog zelf kiezen voor een zorgaanbieder? Ja dat kan soms. Je gaat in eerste instantie altijd naar het buurtteam dat hoort bij de buurt waar je woont. Mocht blijken dat je aanvullend nog zorg nodig hebt, dan heb je daarin keuzevrijheid. Vraag: Hoe zorgt de gemeente dat je in verschillende buurten toch dezelfde hulp krijgt? De grote verandering is dat we dat niet meer gaan garanderen. Iedereen is uniek, en we helpen iedereen op maat. Wat wel gelijk is, is dat de buurtteams allemaal volgens dezelfde aanpak werken. En de ondersteuning die je krijgt, daar zijn kwaliteitseisen aan verbonden. De gemeente monitort en evalueert de buurtteams intensief. Mochten er opvallende verschillen ontstaan, dan gaan we in gesprek om de oorzaak te onderzoeken en eventueel te verhelpen. Vraag: Hoe gaan we om met een instabiele doelgroep? De buurtteams zijn zeer geschikt om zorg te kunnen opschalen en afschalen, afhankelijk van de vraag. We weten dat het kenmerkend is voor sommige gezondheidsproblemen, dat het de ene week erger is dan een andere week. In weken dat het goed gaat, houdt het buurtteam de vinger aan de pols. Ze zorgen dat er af en toe iemand langs komt om in de gaten te houden of het nog goed gaat. Zo wordt snel gesignaleerd of meer zorg nodig is. Doordat het niet vast ligt in een indicatie, is de buurtteammedewerker ook vrij om direct te handelen. Als iemand echt heel erg instabiel is, zal doorverwijzing plaats vinden naar de aanvullende zorg. Vraag: Waarom is bij de uitbreiding van de pilots voor vier nieuwe teams gekozen? En wa waarom juist deze buurten? Uit de eerste twee pilots kwamen veel nieuwe onderzoeksvragen naar voren. Er waren vier extra pilots nodig om die te kunnen onderzoeken binnen de financiële kaders. Een van die vragen was bijvoorbeeld hoe een buurtteam kan werken in een sterkere buurt. Daarom is voor een buurt in Leidsche Rijn gekozen. We zijn ook in gesprek gegaan met instellingen. Een stap die we wilden maken met de uitbreiding, is dat de gemeente iets meer op afstand gaat zitten en het werk uitbesteedt. Een organisatie als de SBWU werkt veel in
Pagina 3 van 5
Kanaleneiland, vandaar dat zij graag daar wilden zitten met een pilot. Al deze factoren bekijkend, zijn we tot de huidige vier nieuwe buurten gekomen. Vraag: Kan je met alle vragen naar het buurtteam? Ja. Er is altijd iemand die naar je luistert en je de goede weg op helpt. Als je bij het buurtteam eigenlijk aan het verkeerde adres bent, dan verwijst het buurtteam je door naar de juiste plek. Vraag: Hoe gaan buurtteams om met diversiteit? De buurtteams zijn in hun werk constant alert op de in Utrecht aanwezige diversiteit. Dat vraagt een gevoelige houding van medewerkers voor verschillende culturen en het vraagt om kennis en kunde. De buurtteams kijken niet alleen naar interculturele diversiteit, maar ook naar gender, leeftijd, seksuele oriëntatie en (arbeids)handicap. De buurtteams werken aan een netwerk met verschillende (culturele) organisaties in de buurt. Ook werken zij aan diversiteit in het personeelsbestand. Vraag: Wat gebeurt er aan scholing in de buurtteams? De buurtteamwerkers krijgen scholing en trainingen gericht op het werken als generalist, werken met eigen kracht, analyseren van informeel netwerk, ze krijgen coaching en supervisie en basisscholingen op de verschillende vakgebieden die zij nodig hebben in hun werk. Vraag: Hoe borgen we kwaliteit van de buurtteams? De kwaliteit van de buurtteams gaan we continu monitoren. Hiervoor stellen we verschillende meetindicatoren op. Zo gaan we monitoren op tevredenheid, of klanten inderdaad één plan en één regisseur hebben gekregen, hoe vaak wordt doorverwezen naar aanvullende zorg. Ook moet er een score op de Zelfredzaamheidsmatrix worden gehaald. In het Uitvoeringsplan komt een beschrijving van de kwaliteitsmetingen te staan. Deze is waarschijnlijk eind 2013 openbaar. Vraag: Hoe volgen we hoe het met cliënten gaat? Dit doen we aan de hand van tevredenheidsonderzoeken onder cliënten en we monitoren de leefgebieden van de zelfredzaamheidsmatrix. Vraag: Hoe verloopt de toegang tot de (aanvullende) zorg? De toegang verloopt altijd via de buurtteams en voor de OGGZ-doelgroep( mensen zonder postcode) via het stedelijke Front Officeteam. De buurtteams kunnen mensen met een zeer specifieke zorgvraag of zeer instabiele cliënten met een zeer intensieve zorgvraag doorverwijzen naar de aanvullende zorg. Daarover vindt dan afstemming plaats met de cliënt en de specialist in de aanvullende zorg. Vraag: Hoe zorgen we dat mensen mensen die nu begeleid worden vanuit een zorginstelling, straks naar het buurtteam willen gaan. Hoe voorkom je dat mensen dan afhaken? Er zal een zorgvuldige overdracht plaats vinden. We gaan hierover nog goed communiceren met de cliënten en de aanbieders. Vraag: Hoe zien we de preventieve kant van buurtteams? Buurtteams werken laagdrempeling en outreachend. Dat betekent dat ze naar de mensen toe gaan. Bijvoorbeeld met spreekuren op verschillende plekken. Zij zijn zichtbaar in de wijk en weten wat er speelt. Daardoor kunnen zij sneller inspelen op situaties en kunnen zij voorkomen dat de problemen groter worden. Vraag: Hoe verloopt de aansluiting met de wijkteams van Careyn? De buurtteams werken nauw samen met de teams van Careyn en hebben veel overleg. Soms pakt Careyn de begeleiding van iemand mee, soms schakelt het buurtteam het team van Careyn in. Vraag: Zitten nu de 'beste' professionals in de buurtteams? De professionals die nu geselecteerd zijn voor de buurtteams sluiten met hun kijk op hun vak, hun manier van werken en hun ervaring goed aan bij de werkwijze die we met de buurtteams willen. Ze zijn dus heel goed en geschikt voor het buurtteam. Afsluiting door wethouder Everhardt Wethouder Victor Everhardt sloot de middag af. Hij is zeer dankbaar voor ieders komst en inzet. Het is nuttig om deze input te krijgen, op dit moment in het proces. De gemeente gaat de opmerkingen die zijn gemaakt, gebruiken bij de afwegingen en voorbereidingen. De wethouder vindt ook dat het afstemmen met
Pagina 4 van 5
cliëntenraden, vrijwilligersorganisaties en belangenorganisaties een goede plek moet krijgen in het vervolg. We moeten blijven afstemmen, nadenken en blijven leren. Ook als het straks 2015 is. Veel deelnemers van de middag willen graag weten hoe zij betrokken kunnen blijven en wat de gemeente met de input gaat doen. De opmerkingen, vragen en input komen in het verslag te staan. De gemeente gaat ze gebruiken bij de verdere voorbereidingen. Ook gaan we een vervolgbijeenkomst organiseren. We komen dan terug op de verschillende opmerkingen van vandaag en op welke manier ze in het Uitvoeringsplan zijn geland. We zien u dan graag weer. Op de website www.utrecht.nl/socialestadinontwikkeling kunt u informatie vinden en op de hoogte blijven van de laatste stand van zaken. In januari 2014 wordt het Uitvoeringsplan Meedoen naar Vermogen in een RIA (raadsinformatie avond) behandeld. Daar kunt u inspreken.
Pagina 5 van 5