Noord-Brabant, een provincie van wereldklasse

Noord-Brabant, een provincie van wereldklasse

Verkiezingsprogramma D66 Noord-Brabant Provinciale staten 2011-2015

Noord-Brabant, een provincie van wereldklasse D66 Noord-Brabant werkt voortdurend aan een duurzaam en vitaal NoordBrabant waarin het welzijn van alle Brabanders centraal staat. Met innovatief werk dat geen roofbouw pleegt op de natuurlijke grondstoffen en energievoorraden. Met Brabanders die trots zijn op hun mooie woonomgeving met een rijke natuur en een gunstig economisch klimaat. Een Noord-Brabant dat zich als een sterk merk stevig positioneert. Midden in Europa in goede economische en bestuurlijke samenwerking met Den Haag, de buurprovincies, Brussel, het Ruhrgebied en Vlaanderen.

Verkiezingsprogramma D66 Noord-Brabant 2011-2015

1

Inleiding Sinds het ontstaan van de provincies is er op bestuurlijk gebied veel veranderd. Zo ontstonden op landelijk en regionaal niveau nieuwe overlegorganen, publiekrechtelijke organisaties en bestuurlijke verbanden met buurlanden en met Europa. Die ontwikkelingen roepen de vraag op of er nog behoefte is aan de huidige provinciestructuur. Aanpassing van de plaats en positie van de provincie aan de 21ste eeuw is dringend gewenst. Anno nu is lang niet altijd duidelijk wie in bestuurlijk Nederland aan zet is. De financiële crisis in 2008 leidde tot de huidige economische recessie. Die recessie laat zich nu pas hard voelen door ingrijpende bezuinigingen van de overheid. De daarbij horende steunmaatregelen moeten worden genomen in een tijdperk waarin de landelijke politiek zich van een ongekend instabiele kant laat zien. Wij zijn ons bewust van de impact die de huidige onzekerheid heeft op de samenleving. Economische en politieke instabiliteit bieden ons echter ook de kans om het bestuurlijk apparaat van de provincie kleiner en slagvaardiger te maken. Dat betekent voor D66: het terugtreden van de provincie op haar kerntaken en daarbinnen de zaken die goed gaan behouden en verder ontwikkelen. D66 wil meer directe invloed van de Brabander op de kwaliteit van zijn woonomgeving, op de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid en op die van maatschappelijke organisaties. Eén kernvraag is: hoe investeer je zodanig in de Brabantse werkgelegenheid dat er ook in 2030 nog voldoende werk is en we concurrerend blijven ten opzichte van opkomende economieën? Een tweede kernvraag is: hoe maken we ons onafhankelijker van de energiebronnen van anderen en ontwikkelen we energiebronnen waarover wij zelf de regie kunnen voeren? Dit heeft als doel dat de Brabander ook in 2030 leeft in een welvarende en duurzame provincie met een rijke natuur. De derde kernvraag waar D66 een antwoord op wil geven is: hoe combineer je de innovatieve potentie van onze provincie met duurzaamheid? D66 wil hiermee bereiken dat in 2030 de milieubelasting sterk is verminderd en de kwaliteit van de woonen leefomgeving substantieel is verbeterd.


2

D66 Noord-Brabant gaat de toegevoegde waarde op de kerntaken van de provincie verhogen. Die kerntaken vindt u terug in dit verkiezingsprogramma van D66 Noord-Brabant dat is opgebouwd uit 5 paragrafen: 1. 2. 3. 4. 5.

Bestuur Duurzaamheid Ruimte en infrastructuur Economie Sociaal beleid en Cultuur


3

1. Bestuur De Brabantse burger heeft recht op een overheid die transparant is, die goed werk levert op een gezonde financiële basis. Daarbij is goede communicatie tussen overheid, burger, organisaties, bedrijven en onderwijs onontbeerlijk. D66 hecht daarbij in het bijzonder aan het betrekken van jongeren bij de provinciale politiek. Noord-Brabant is een herkenbare gemeenschap en van voldoende grootte. De verhouding tussen stad, platteland en spreiding en samenstelling van de inwoners zijn in balans. Naar de mening van D66 Noord-Brabant is handhaving van een sturende bestuurslaag tussen gemeenten en Rijk gewenst. Bovendien vindt D66 dat de provincie Noord-Brabant toegevoegde waarde levert aan bestuurlijk Nederland. Zij voert immers de bestuurlijke taken efficiënt en professioneel uit. Deze provincie is daarmee in aanzet een effectieve bestuurslaag. Belangrijk daarbij is wel, dat er kritisch gekeken blijft worden naar de taken en werkwijze van de provincie. Door het, door D66 gewenste terugtreden van de provincie op haar kerntaken, zullen overige taken zo nodig worden gedecentraliseerd naar de gemeenten. Continuering van de dienstverlening bij decentralisatie is voor D66 een hard punt. Wij ijveren voor een overdrachtsperiode met een einddatum die vastligt. Tijdens deze periode kunnen gemeenten voldoende kennis en bestuurskracht opbouwen om de nieuwe taken naar behoren uit te voeren. D66 wil democratische betrokkenheid van, en transparantie voor burgers; ook in deze processen. D66 hecht aan doorzichtige, bovengemeentelijke samenwerkingsverbanden met democratische controle. D66 zegt JA tegen: • Een provincie die zich beperkt tot haar kerntaken • Gemeenten die groot genoeg zijn om hun groeiend aantal taken uit te voeren • Het vergroten van de toegevoegde waarde van de provincie voor het welzijn van de Brabander

Wat gaan we doen? •

• •

•

•

De provincie trekt zich terug op haar wettelijke taken in de zorg voor ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit, milieu, economische zaken en werkgelegenheid. D66 rekent de culturele infrastructuur ook daartoe. De ambtelijke organisatie zal vanuit deze visie worden opgezet. D66 blijft zich inzetten voor de in de afgelopen periode gerealiseerde instrumenten waarmee PS haar rol van beleidsmaker en controleur goed kan vervullen (zoals het Sturen met Kaders). De provincie betracht zorgvuldigheid bij de overdracht van taken aan gemeenten. D66 Noord-Brabant vertrouwt op de eigen kracht van gemeenten en laat de beoordeling van de noodzaak tot samenwerking met derden primair aan de gemeenten. Waar onvoldoende bestuurskracht aanwezig lijkt, stimuleert de provincie gemeenten hun krachten te bundelen. D66 Noord-Brabant ontraadt samenwerkingsvormen tussen gemeenten als er niet voldoende democratische controle is.


4

•

•

•

Een bestuurslaag heeft eigen middelen nodig. Indien de provinciale opcenten verdwijnen, zal de provincie naar alternatieve inkomensbronnen moeten zoeken. Te denken valt aan een heffing per capita en per m2 grondbezit. De provincie zet zich in om, in de haar bekende open werkwijze, naast bestaande maatschappelijke organisaties ook direct de burgers te betrekken. D66 stelt voor om jongeren sterker te betrekken bij de politiek door gericht onderzoeken te houden onder deze groep en het instellen van een jongerenraad met deelnemers uit de jongerenafdelingen van alle politieke partijen.


5

2. Duurzaamheid De Brabantse maakindustrie en de Brabantse agrarische sector horen tot de belangrijkste van Nederland. Tegelijkertijd waarderen Brabanders de natuur en het landschap in hun provincie. Er was van oudsher een balans tussen natuur en economische activiteiten, maar die moet nu vaak en zwaar worden bevochten. D66 zal in geval van spanning tussen economische ontwikkeling en verbeteren van het milieu in het algemeen kiezen voor het verhogen van de leefbaarheid en verbeteren van het milieu. D66 kiest hiervoor, omdat naar onze mening het verhogen van de immateriële waarden als gezondheid en kwaliteit van de woonen leefomgeving een hogere bijdrage levert aan het welzijn van de Brabantse burger dan economische groei. De nieuwe balans moet gevonden worden in de ontwikkeling van Noord-Brabant tot een provincie waarin industrie, handel en biotechnologie zich op basis van duurzaamheid zullen ontwikkelen. Vanuit het vertrouwen in de eigen kracht van burgers, ondernemers en Brabantse (kennis)instellingen zien wij in duurzaamheid juist een enorme kans tot ontwikkeling van Noord-Brabant tot één van de meest duurzame regio's van Europa. Duurzaamheid wordt door D66 breed opgevat. D66 is van mening dat de huidige activiteiten en ingrepen niet ten koste mogen gaan van toekomstige economische mogelijkheden en immateriële waarden. Daarom moeten bijvoorbeeld grondstoffen zo doelmatig gebruikt worden dat volgende generaties er ook nog over kunnen beschikken. En we moeten ze zo toepassen dat de volgende generatie afval en restmateriaal weer als nieuwe grondstof kan benutten. Deze ambitie vraagt om een stevige regierol van de provincie. Noord-Brabant ligt centraal tussen belangrijke industriegebieden en heeft een belangwekkende veelzijdige industrie. Mede daardoor kampt Noord-Brabant echter ook met ernstige milieuproblemen, vooral als het gaat om de vervuiling van lucht, water en bodem. Deze problemen vragen om concrete aandacht van de provincie. D66 zegt JA tegen: • Alternatieve vormen van transport om de overlast van het vervoer over de weg en het spoor te beperken • Het doorgaan van saneren van vervuilde grond waarbij de rekening bij de vervuiler wordt gelegd • Het pakken van kansen die nieuwe situaties zoals verzilting bieden

Wat gaan we doen? a. Milieu • Kwaliteit van de lucht: Er gaan veel goederenstromen door Noord-Brabant met gevolgen voor vorming van fijnstof, externe veiligheid, geluidsoverlast en verzurende uitlaatgassen. Ter compensatie van de overlast en voor behoud en verbetering van het leefklimaat wil D66 daarom andere en betere logistieke middelen, zoals vervoer per buis en over water. Tevens zijn aanpassingen van het bestaande vervoer van gevaarlijke stoffen over spoor noodzakelijk.


6

•

•

Kwaliteit van de bodem: De bodemvervuiling in Noord-Brabant is hoog. De bodemsanering van bedrijventerreinen in de huidige vorm moet worden voortgezet op basis van het principe ‘De vervuiler betaalt”. Inzet van het rijk is hierbij onontbeerlijk. Kwaliteit van het water: De keuze voor verzilting dient te worden gecombineerd met het vinden van nieuwe kansen voor de landbouw, zoals nieuwe teelten. Het verhogen van de bergingscapaciteit bij hoog water en de stijging van de zeespiegel zijn goede gronden voor het ontwikkelen van nieuwe mogelijkheden zoals watersport, recreatie en woningbouw.

D66 zegt JA tegen: • Het gebruiken van Essentgelden voor het duurzamer maken van de Brabantse energie • Het inzetten op alternatieve energiebronnen • Het verbeteren van de teruglevering van stroom door kleinschalige leveranciers

b. Energie • De opbrengst uit de verkoop van het energiebedrijf Essent moet deels worden ingezet voor het duurzaam maken van de Brabantse energie; dat geldt voor de productie, het transport en het gebruik van energie. D66 zet in op zowel kleinschalige als grootschalige projecten. D66 kiest bij uitbreiding van windenergie voor aansluiting op al bestaande projecten. Een ander deel van de Essent-gelden moet worden gebruikt voor natuur- en landschapsontwikkeling. • D66 wil dat het gebruik van alternatieve energiebronnen zoals zonneenergie, waterstof, landbouwproducten en biomassa (inclusief een eventuele ringleiding voor gas uit biomassa) verder wordt verkend. Deze laatste toepassingen mogen niet ten koste gaan van de voedselproductie. Daarnaast heeft de ontwikkeling van algenkweek onze aandacht. • D66 wil doorgaan met het zoeken naar mogelijkheden van kleinschalige waterkracht. • Ook willen we dat de teruglevering aan het net voor kleinschalig aangeboden stroom wordt verbeterd. • De provincie moet daarvoor haar unieke positie als afnemer gebruiken ter ondersteuning van kleinschalige leveranciers zonder dat daarbij de marktwerking rondom prijsvorming gestoord wordt. Daarbij kunnen de risico’s voor de consument verlaagd worden.

D66 zegt JA tegen: • Een voorbeeldfunctie van de provincie bij hergebruik grondstoffen • Een leidende positie van Brabantse bedrijven en instellingen bij de ontwikkeling van duurzame producten

c. Grondstoffen • Stimuleren van het hergebruik van producten en afvalstoffen. • De provincie dient een voorbeeldfunctie te vervullen door in contracten met afvalverwerkers zo veel mogelijk hergebruik van afval op te nemen en bij het inkoopbeleid duurzaamheid expliciet als uitgangspunt te nemen. • D66 wil een betere koppeling van kennis in het bedrijfsleven met kennis binnen het onderwijs. Een voorbeeld is de combinatie TUe, de Design Academy en de Noord-Brabantse industrie. D66 wil hiermee innovatieve en duurzame productiemogelijkheden realiseren die aansluiten op de creatieve maakindustrie waar Noord-Brabant al zo sterk in is.


7

3. Ruimte en infrastructuur Ruimte is in onze provincie schaars. Bovendien is er veel woon-werkverkeer. Door de centrale ligging van de provincie in Europa is het aanbod in transitverkeer relatief bijzonder hoog. Toeristen en recreanten verblijven graag in Noord-Brabant. In de visie van D66 ontwikkelt Noord-Brabant zich tot een sterke regio waar op kwalitatief goede wijze kan worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd; gebruik makend van de ruimtelijke kwaliteiten van de provincie en met inzet van een innovatief en duurzaam beleid in de ruimtelijke ordening. Die blijft samen met mobiliteit daarom het belangrijkste aandachtspunt voor de provincie. Onderlinge afstemming van gemeentelijk ruimtelijk beleid is soms lastig wanneer uiteenlopende kortetermijnbelangen conflicteren met elkaar en met het langetermijnbelang. De provinciale structuurvisie is geen vrijblijvende handreiking aan ruim 60 Brabantse gemeenten. De regierol van de provincie betekent ook durven ingrijpen. D66 zegt JA tegen: • Het afronden van de Ecologische Hoofdstructuur • Het investeren in de kwaliteit van het landschap

a. Natuur en landschap De kwaliteit van natuur en landschap van Noord-Brabant staat voor D66 bovenaan. Natuur heeft een intrinsieke waarde: zij is waardevol in en van zichzelf. Daarnaast is het van groot belang ruimte te maken voor robuuste natuur vanwege biodiversiteit en klimaatadaptatie. Het klimaat verandert, daarmee dus ook de natuur. De natuur moet echter wel de ruimte krijgen om te kunnen veranderen, zich aan die klimaatsverandering aan te passen. Dat kan alleen als natuur robuust is. Om dit te realiseren moeten alle mogelijke instrumenten, van grondruil tot onteigening, ingezet kunnen worden. Natuur vormt ook een belangrijk element van de toeristische aantrekkingskracht van Noord-Brabant. Daarnaast (en daarmee) is natuur een belangrijke economische vestigingsfactor voor bedrijven en hun werknemers. Voor investeringen in de Ecologische Hoofdstructuur moeten financiële middelen worden vrijgemaakt. Ecologische en landschappelijke inpassing van wonen, werken en infrastructuur kunnen zeer kostbaar zijn. Er is al heel veel geïnvesteerd in grondaankopen voor nieuwe natuur. De economische crisis mag die investering niet teniet doen door het proces nu tijdelijk stop te zetten. De grote hoeveelheid (ruil)grond moet de komende periode worden ingezet voor het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur. In geval van compensatie moet de provincie er streng op toezien dat deze ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd binnen een afgesproken, controleerbare termijn. Voor D66 kan alleen sprake zijn van compensatie binnen de Ecologische Hoofdstructuur in een enkele uitzonderingssituatie (bijvoorbeeld: laatste agrarische percelen binnen een EHS-gebied, die blokkerend werken op een heel gebied).


8

D66 zegt JA tegen: • Het regionaal afstemmen van bouwafspraken • Een sterkere focus op de kwaliteit van de woningbouw

b. Wonen

D66 zegt JA tegen: • Het herontwikkelen, vitaliseren en beter benutten van huidige bedrijventerreinen • Het stimuleren van intensiever ruimtegebruik en ketenvestiging op bedrijventerreinen • Het stimuleren van werkgelegenheid in toerisme en recreatie • Het beperken van het aantal landbouwhuisdieren in Noord-Brabant

c. Werken

Ook Noord-Brabant zal niet ontkomen aan de krimp en de vergrijzing van de bevolking. Daarnaast trekken steeds meer Brabanders naar de steden. In de kleine kernen komen deze ontwikkelingen versneld samen. De gevolgen kunnen op termijn ingrijpend zijn. D66 wil de ontwikkeling en het gebruik van technologische mogelijkheden, die zijn gericht op het langer zelfstandig kunnen blijven wonen van ouderen en inwoners die zorg nodig hebben, bevorderen; Ook op grotere afstand van verzorgingsinstellingen. De woningmarkt zit op slot. D66 ziet volkshuisvesting als een kerntaak van de rijksoverheid en gemeenten. Landelijk komt geen nieuw beleid van de grond, provinciaal kan er slechts in beperkte mate iets aan worden gedaan. D66 is van mening dat binnen deze beperkte ruimte PS nadrukkelijk mag sturen op de afstemming van de woningbouw tussen de gemeenten en de kwaliteit van de woningbouw. Niet het aantal woningen moet bij die planontwikkeling voorop staan, maar de kwaliteit van de locatie en de woonomgeving. Inbreiding, het gebruik van vrijkomende ruimten binnen de bebouwde kom, heeft prioriteit boven verrommeling in het buitengebied. Overleg tussen gemeenten is noodzakelijk, de provincie neemt het initiatief.

D66 geeft de hoogste prioriteit aan een langetermijnvisie op een duurzame Brabantse economie. Daarbij wordt ingezet op de eigen innovatieve kracht van de industrie en de agrarische sector. De landbouw heeft tevens een belangrijke functie in de inrichting en het behoud van een leefbaar en levendig platteland. In de visie van D66 zijn agrarische activiteiten veelal ook industriële activiteiten en die moeten in dat geval door de overheid als zodanig worden behandeld. D66 is daarom voorstander van een duurzame en verantwoorde inpassing van een verminderd aantal Landbouw Ontwikkelings Gebieden (LOG’s) en een vermindering van het aantal dieren. Speciale aandacht moet daarbij gegeven worden aan aspecten van volksgezondheid en dierenwelzijn. D66 vindt dat landbouw net zo min schadelijke effecten mag hebben voor de volksgezondheid als andere vormen van bedrijvigheid. Grootschalige agrarische bedrijven horen niet in het buitengebied, maar op agrarische bedrijventerreinen. Werkgelegenheid is zeer belangrijk. Economische dragers zijn nodig om steden, dorpen en kleine kernen vitaal te houden. D66 wil verrommeling van het landschap aanpakken en voorkomen. Er is in Noord-Brabant voldoende ruimte om te werken, maar die ruimte is niet efficiënt geordend. Een relatief hoog aantal Brabantse steden en dorpen beschikt over bedrijventerreinen die niet volledig worden benut.


9

Ruimte voor bedrijven blijft nodig maar kan veelal worden gevonden door bestaande bedrijventerreinen beter te benutten, te herstructureren en soms te vernieuwen. Nieuwe terreinen kunnen alleen nog bij hoge uitzondering worden aangelegd, wanneer in regionaal verband is aangetoond dat het onmogelijk is de behoefte te accommoderen op een van de bestaande terreinen. Dat is het geval wanneer een ongewenste verplaatsing van bedrijven uit de stad, kern of dorp moet worden voorkomen. De behoefte aan bedrijfsruimte kan worden beïnvloed door ontwikkelingen zoals nieuwe kantoorconcepten en productieverplaatsing. Deze veranderingen vragen om een proactieve aanpak, gericht op kwaliteit, bundeling en stapeling van economische krachten en regionale specialisatie. D66 zegt JA tegen: • Het doorontwikkelen van de elektronische snelweg • Een spoorverbinding Breda Utrecht • Het ontlasten van de Brabantroute door minder goederentransport • Meer hoogwaardige fietspaden • Alternatieve vervoersvormen zoals buisleidingen • Het in evenwicht houden van welzijns- en economische belangen bij de ontwikkeling van Eindhoven Airport • Het oplossen van de huidige knelpunten in het wegennet

d. Infrastructuur Infrastructuur is de essentiële schakel tussen wonen, werken en recreëren. De provincie beschikt over goede internationale autowegverbindingen, een internationale luchthaven en een internationale HSL-verbinding. Het goederentransport vraagt om een herbezinning. Noord-Brabant is een belangrijke transitregio voor goederentransport. Het gevolg hiervan zijn zowel een overbelast wegennet als veel vrachtverkeer door (kleine) kernen. D66 is van mening dat het onderzoek naar de mogelijkheden van ondergronds transport, zoals buisleidingen, gestimuleerd moeten worden. Ook het gebruik van waterwegen levert een belangrijke bijdrage aan het verminderen van het goederenvervoer over de weg. Bereikbaarheid van grote steden blijft een probleem. Slimmer gebruik van alternatieven moet de bereikbaarheid van de steden verbeteren, zoals een sterke inzet op regionaal OV. Op enkele knelpunten na, zoals rond Eindhoven en Helmond, en op de A4, A16 en A27 is het wegennet in Noord-Brabant voldoende fijnmazig en wijdvertakt. D66 is geen voorstander van meer strekkende meters wegen die natuur en landschap doorsnijden. D66 kiest nadrukkelijk voor het beter inzetten van alternatieven voor het autogebruik zoals een spoorverbinding Breda - Utrecht. De uitbreiding van Eindhoven Airport brengt voor de direct omwonenden nadelen met zich mee. Voor D66 moeten de voordelen op economisch gebied dan ook substantieel meerwaarde hebben voor Noord-Brabant. Bovendien moeten deze nadelen worden gecompenseerd. Tot nu toe heeft er grote nadruk gelegen op de financieel-economische aspecten; D66 Noord-Brabant wil in het vervolgtraject nadrukkelijker de samenhang tussen de belangen van de inwoners, het milieu en de economie voor heel Noord-Brabant in deze discussie betrekken. Slechts onder die voorwaarden kan D66 ermee stemmen.


10

Wat gaan we doen? a. Natuur en landschap • Afronden van de Ecologische Hoofdstructuur. • Behoud van bestaande provinciale regelingen ten behoeve van natuur- en landschapsontwikkeling. • Investeren in kwaliteit van het landelijk gebied • Investeren in kwaliteit van de uitlopers van het stedelijk gebied b. Wonen • Bij de bouw accent verleggen van kwantiteit naar kwaliteit en regionale afstemming van bouwafspraken c. Werken • D66 wil focus op duurzame herontwikkeling en revitalisering van bedrijventerreinen met inpassing in het landschap. • Bij de revitalisering pleit D66 voor een duidelijke prioriteitsstelling. D66 legt de prioriteit bij toekomstgerichte bedrijventerreinen. • Nieuwe bedrijvenlocaties moeten op provinciaal niveau worden aangewezen. • Ketenvestiging wordt gestimuleerd (de reststroom van het ene bedrijf vormt de grondstof voor een ander). Segmentatie in samenstelling van bedrijven op het bedrijventerrein kan leiden tot samenhang tussen bedrijven, waardoor bedrijfsterreinen efficiënter worden benut en minder beslag zal worden gelegd op ruimte en wegen. • D66 wil meervoudig grondgebruik en stapeling ook op bedrijventerreinen en kantorenlocaties. • Kleinschalige bedrijvigheid moet zich kunnen ontwikkelen. Zodra bedrijven uitgroeien boven een te bepalen schaalgrootte moeten zij zich kunnen verplaatsen naar een (regionaal) industrieterrein. • Op verantwoorde wijze natuur en landschap benutten voor recreatie en toerisme en zo werkgelegenheid stimuleren. d. Infrastructuur • Elektronische snelweg: Inzet op een technisch geavanceerde infrastructuur zodat ook thuiswerken mogelijk is en met de noodzakelijke aandacht voor sociale netwerken. • Spoorwegen: Inzetten op het herstel van het nachtnet op het traject Tilburg – ’s-Hertogenbosch en het behoud van het nachtnet op de huidige trajecten in Noord-Brabant. Verder tegengaan van het gebruik van de Brabantroute voor goederentransport. Inzetten op een spoorverbinding Breda- Utrecht Verkiezingsprogramma D66 Noord-Brabant 2011-2015

11

•

•

•

•

•

Openbaar vervoer: De overheid stimuleert klantgericht ondernemerschap bij de vervoerders door het stellen van de juiste kaders en door de inzet van sterke financiële prikkels op reizigersgroei en klanttevredenheid. Eigen vervoer: Fiets: nog meer inzetten op vooral hoogwaardige fietspaden. D66 wil recreatief gebruik van waterwegen stimuleren. Vrachtvervoer: Onderzoek naar de toepassing van buisleidingen voor groot- en kleinschalig vervoer (zoals kleinere containers in binnensteden) Alternatieve vervoersvormen worden bestudeerd, de automotive campus in Helmond kan sturend zijn. De provincie onderzoekt als 'leading customer' nieuwe mogelijkheden. Zwaarder inzetten op vervoer over water, zeker nu het SeineScheldekanaal wordt gerealiseerd. Vliegverkeer: Eindhoven Airport krijgt, onder voorwaarden, de ruimte voor nietmilitaire groei die wordt bepaald door economische en maatschappelijke ontwikkelingen. D66 wil de militaire activiteiten verplaatsen naar een gebied met een lagere bevolkingsdichtheid. Wegverkeer: D66 dringt aan op een actieve aanpak van de ruit Eindhoven – Helmond, met een robuuste compensatie en aandacht voor het leefklimaat in wijken en dorpen in de nabijheid van deze wegen. We zetten ons in voor maatregelen ter verbetering van de doorstroming, de veiligheid en de oversteekbaarheid van de N65, gekoppeld aan de ontwikkeling van de economische en ecologische potentie van de aangrenzende gemeenten Aandringen op de actieve aanpak van de knelpunten op A4, A16 en A27. D66 geeft in het bijzonder aandacht aan plaatsen waar sprake is van cumulatie van infrastructurele problemen.


12

4. Economie De provincie Noord-Brabant heeft een strategische ligging tussen Vlaanderen, Ruhrgebied en Randstad. Daarnaast bepaalt de ligging in een delta in grote mate de focus op logistiek in het westen. De bijdrage van Noord-Brabant aan het Bruto Nationaal Inkomen en het Bruto Binnenlands Product is van niet te overschatten belang. Daarnaast heeft volgens het onafhankelijk platform Kennisland de provincie Noord-Brabant de grootste potentie om Nederland als kennisland te ontwikkelen. Belangrijke dragers hiervan zijn de parels van NoordBrabant: Brainport (met uiteenlopende ontwikkelingen in o.m. elektronica en Health care), Dinalog (topinstituut voor logistiek), ‘food-, farma- en health’complex , World Class Maintenance (hoogwaardig onderhoud voor m.n. vliegtuig- en procesindustrie) en de automotive ontwikkelingen (ontwikkeling in nieuwe verkeerssystemen). Voor de aantrekkingskracht van Noord-Brabant zijn de volgende thema’s van belang: • Kenniseconomie • Bereikbaarheid • Kwaliteit van het leven • Duurzaamheid en energie • Natuur en landschap Noord-Brabant is een unieke provincie die landschappelijk schoon koppelt aan een groot aantal (vaak technisch geavanceerde) bedrijven en aan een diversiteit aan onderwijsinstellingen. In het economisch krachtenveld kiest D66 voor een actieve, integrale benadering vanuit de zogenoemde 3 O’s: 1. Ondernemers: zoeken naar kansen en mogelijkheden op de regionale markt dan wel op de Europese of wereldmarkt; 2. Onderwijsinstellingen: versterken en uitdragen van kennis en vaardigheden, zowel in de richting van het individu als in de richting van het bedrijfsleven; 3. Overheid: faciliteren van bedrijfsleven en onderwijs en verbinden van beide partijen. De industriële productie is van strategisch belang voor de ontwikkeling van kennismanagement en innovatie. In het bijzonder wil D66 een stimulerende rol spelen in het opbouwen van nieuwe industriesectoren in duurzame energie, de high tech en de ambachtelijke maakindustrie. Deze ontwikkeling past naar de mening van D66 uitstekend in de keuze voor duurzaamheid en de bevordering van het immateriële welzijn van de inwoners. Voorop staan excellentie van werk en kennis voor iedereen in de arbeidsmarkt en talentontwikkeling voor het individu. D66 Noord-Brabant ziet de unieke potentie van Noord-Brabant voor vakkundige makers en innovatieve denkers. Noord-Brabant moet zich daarom inzetten op slimme en creatieve ambachtelijkheid. Concurrentie met lagelonenlanden op gebied van grootschalige goedkope bulkproductie maakt kwetsbaar en is daarom niet aantrekkelijk. Verkiezingsprogramma D66 Noord-Brabant 2011-2015

13

Andere economische kansen voor Noord-Brabant liggen op het terrein van de vrijetijdseconomie. Deze sector is een groeiende “motor” in onze economie op zowel het platteland als in de steden. Vrijetijdseconomie en de creatieve economie kunnen gezamenlijk bijdragen aan innovatieve, duurzame en vernieuwende impulsen voor de Brabantse samenleving. Door het bevorderen van diversiteit en uitwisseling van kennis wil D66 de stabiliteit op de arbeidsmarkt verhogen zodat in tijden van recessie de markt minder heftig reageert. D66 zegt JA tegen: • Het versterken van de banden tussen overheid, onderwijsinstellingen en ondernemingen • Het stimuleren van 'het nieuwe werken' • Het promoten van de merknaam 'Brabant' • Het investeren in de economische 'Parels van Brabant' • Het versterken van de (inter)nationale positie en netwerk • Het duurzaam maken van de economie • Het verder ontwikkelen van de creatieve maakindustrie • Het stimuleren van een duurzame vrijetijdseconomie

Wat gaan we doen? • •

•

•

• • • •

•

•

De provincie vervult een faciliterende rol in de vergunningverlening, steunt de start van kleinschalige pilots en bevordert de kennisinfrastructuur. Verbinden van de drie O’s om samen te werken bij bijvoorbeeld de inrichting van het beroepsonderwijs met praktijkcentra in het kader van privaatpublieke samenwerking. De provincie stelt op korte termijn een agenda op voor de kenniseconomie in Noord-Brabant met concreet geformuleerde doelstellingen en beoogde resultaten. Daarmee beoogt D66: de samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen en bedrijven te versterken, bijvoorbeeld door meer kennisvouchers het stimuleren van het campusmodel voor het bij elkaar brengen van kennisinstellingen en bedrijven en industrieel onderzoek en innovatie te bevorderen. Onderwijs- en onderzoeksinstituten zal worden gevraagd om samen met het bedrijfsleven een economisch verantwoord, duurzaam en ondernemend programma op te stellen voor de vrijetijdseconomie in Noord-Brabant op langere termijn. D66 wil meer inzetten op het zogenoemde “nieuwe werken” en dat de provincie daarom daar zelf het voorbeeld in geeft. De provincie continueert de promotie van de merknaam Noord-Brabant in samenwerking met betrokken regio’s en partnerorganisaties. De provincie onderzoekt de 'best practices' op het gebied van kenniseconomie en innovatie en deelt deze kennis met betrokken partijen. D66 is van mening dat de provincie maximaal inzet op de huidige en toekomstige “Parels van Brabant” op basis van de huidige clusterindeling, synergie tussen de clusters en kansen. Ten behoeve van kennisontwikkeling en economische belangen moet nadrukkelijk buiten onze provinciegrenzen richting Europa en Azië de samenwerking worden gezocht. In het kader van de promotie van Noord-Brabant ondersteunt D66 de pogingen internationale topsportevenementen naar de provincie te halen. In aansluiting op een landelijke voorbereiding van een toewijzing zal in overleg met de andere provincies en Vlaanderen moeten worden beslist welke topsporten en topsportfaciliteiten Noord-Brabant kiest.


14

5. Sociaal beleid en Cultuur Sociaal beleid en Cultuur staan dicht bij de burger en hebben daarmee veel directe invloed op de kwaliteit van het leven. Het sociaal beleid zorgt voor kansen om vooruit te komen en voor ondersteuning voor wie dat nodig heeft. Cultuurbeleid ontwikkelt en verbindt mensen. We ontlenen onze identiteit aan cultuur, het is een factor bij de keuze voor woonplaats en bepaalt de kwaliteit van leven, ontspannen, wonen en werken. De provincie heeft op deze terreinen meestal contact met uitvoerende organisaties en niet met de burgers zelf. D66 vindt dat overheden zo dicht mogelijk bij de burger moeten staan. Onder andere door de bezuinigingsmaatregelen vinden op dit moment veel discussies plaats over de taken van provincies. Sociaal beleid is een terrein waarop de provincie een steeds kleinere rol zal spelen. Op cultureel gebied gaat de provincie zich voornamelijk bezighouden met regio-overstijgende en infrastructurele projecten. D66 zegt JA tegen: • Het versterken van de kwaliteit van de jeugdzorg • Het bewaken van de kwaliteit van de jeugdzorg gedurende de periode van overdracht naar gemeenten • Het concentreren van de sociale ondersteuning bij gemeenten • Het betrekken van alle groepen mensen bij de samenleving

a. Sociaal beleid Op landelijk niveau is het beleid gericht op concentratie van de sociale ondersteuning op één plek, dicht bij de mensen en onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. D66 Noord-Brabant juicht dit toe, maar erkent dat een aantal gemeenten een forse inhaalslag moet maken om deze taken uit te kunnen voeren. Ten aanzien van de jeugdzorg heeft het Rijk besloten deze per 2015 over te laten gaan naar de gemeenten. In aanloop naar deze overgang, wil D66 dat de provincie tijdens de overdracht van de jeugdzorg juist een stap vooruit zet. Kwaliteit borgen en juist investeren in kwaliteitsverbetering en aansluiting met lokale jeugdzorg. We blijven streven naar tijdige en effectieve hulp van hoge kwaliteit voor kinderen en ouders. D66 gaat hier bij uit van de eigen kracht van het kind en ouders. Zij moeten de ruimte krijgen om zelf een bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van de problemen. D66 vertrouwt ook op de professionals in de jeugdzorg. Investeren in opleiding, creativiteit, innovatie en kennisuitwisseling zijn voor D66 belangrijke uitgangspunten in een proces van verandering. D66 streeft naar een sterke vereenvoudiging in de jeugdzorg. Het indicatieproces gaan we sterk versimpelen en wat D66 betreft komt er enkel een indicatiestelling als het echt nodig is. In een vroeg stadium moeten kind en ouder hulp kunnen krijgen op een logische plaats, dicht bij huis en dicht bij school. D66 wil investeren in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg om problemen vroeg te signaleren en vroeg hulp te kunnen bieden, maar ook om nazorg verder uit te bouwen. D66 wil duurzaam investeren in deze jongeren en ondersteunen in de kansen die ze zelf via onderwijs en opleiding kunnen pakken.


15

De provinciale steunfuncties op het gebied van zorg, welzijn, jeugd en andere functies op het sociale beleidsveld behoren naar de mening van D66 niet tot de provinciale kerntaken. Deze functies maken tot 2014 nog gewoon onderdeel uit van het provinciaal beleid. De afbouw van deze steunfuncties moet naar de mening van D66 op zorgvuldige wijze plaatsvinden. D66 zegt JA tegen: • Het behouden en beheren van het cultureel erfgoed • 'Brabant Culturele Hoofdstad 2018'

b. Cultuur Kunst en cultuur zijn er voor alle mensen, voor alle bevolkingsgroepen, ongeacht opleidingsniveau en inkomen. Bij kunst en cultuur gaat het om de creatie én de beleving daarvan. Het gaat om het bewaren van een gezamenlijk verleden en het ontwikkelen van een verbindende, nieuwe identiteit. Een rijke culturele omgeving is een onderschatte factor bij de keuze van een vestigingsplaats door individuele burgers en bedrijven en instellingen. Vanuit deze gedachten beziet D66 de rol van de provincie op het beleidsterrein kunst en cultuur. Noord-Brabant kent een breed scala aan culturele voorzieningen van hoge kwaliteit. Versnippering en overlapping in het culturele aanbod in de provincie moet voorkomen worden. Samengaan van activiteiten en versterken van de onderlinge samenhang kan hiervoor een oplossing zijn. D66 kiest voor een regisserende en stimulerende rol van de provincie in het verder ontwikkelen van de culturele infrastructuur. Het streven om Noord-Brabant in 2018 als culturele hoofdstad van Europa te profileren komt voor uit deze overwegingen en wordt daarom van harte gesteund. D66 wil de provincie speciaal laten waken over Brabants cultureel erfgoed. Bij de zorg voor monumenten moet niet alleen gekeken worden naar de historische achtergrond maar meer ook naar toekomstige functies. Monumentenzorg is niet het bewaren van bakstenen maar het opnieuw laten leven van gebouwen in de maatschappij door ze te gebruiken. Voor wat betreft de regionale media hecht D66 Noord-Brabant grote waarde aan persvrijheid. D66 blijft van mening dat geen nadere randvoorwaarden moeten worden gesteld aan het doorgeven van de Rijkssubsidiegelden voor de media.

Wat gaan we doen? • • •

Behoud en beheer van het Brabants cultureel erfgoed van vroeger en nu Steunen van Brabant Culturele Hoofdstad 2018 Verstevigen band musea, bibliotheken, onderwijs en bedrijfsleven


16

Noord-Brabant, een provincie van wereldklasse

Recommend Documents