Zuid-Sudan, Ethiopië en Uganda
Noodhulp Zuid-Sudanese vluchtelingen Een jaar later
Zuid-Sudaneze vluchtelingen in Ethiopië
Land: Project: Rapportageperiode:
Zuid-Sudan, Ethiopië en Uganda Noodhulp Zuid-Sudaneze vluchtelingen december 2013 - december 2014
Zuid-Sudan, Ethiopië en Uganda Verdriet in Zuid-Sudan Zuid-Sudan werd in 2011 onafhankelijk van Sudan, na een burgeroorlog die in 1956 begon. Na de eerste euforie moest er hard gewerkt worden aan de opbouw van het land. Omdat ZOA al vanaf 1998 actief is in het land, was het logisch dat we ook volop bij de wederopbouw van het land betrokken waren, vooral op het gebied van onderwijs en voedselzekerheid. Eind 2013 ontstond er een conflict tussen de president en de vice-president, die tot de twee grootste stammen in het land behoren. Het conflict spreidde zich helaas over het land uit, met duizenden doden en honderdduizenden ontheemden tot gevolg. De vluchtelingen trokken naar veiliger gebied in Zuid-Sudan zelf, of ze trokken over de grens naar Ethiopië of Uganda. In alle drie de landen was ZOA al werkzaam, en ook hier was het niet meer dan logisch dat we betrokken waren bij de hulpverlening. Mèt de Zuid-Sudanezen zijn we verdrietig en boos over de nieuwe conflicten, en het onpeilbare verdriet dat mensen elkaar aan doen. Tegelijkertijd zijn we dankbaar voor de mogelijkheden die we hebben gekregen om deze mensen bij te staan. U heeft die hulp mogelijk gemaakt. We mochten 295.129 euro ontvangen voor de hulpverlening aan deze Zuid-Sudaneze vluchtelingen. Dank u wel! In deze rapportage vertellen we graag in woord en beeld wat uw gift betekend heeft.
Hulpverlening aan ontheemden in Zuid-Sudan Central Equatoria De vluchtelingenorganisatie van de VN, de UNHCR, meldt in december 2014 dat er 1.439.250 mensen in 1 Zuid-Sudan intern ontheemd zijn . De conflicten spelen zich met name af in het noordelijke gedeelte van Zuid-Sudan. Veel ontheemden trekken naar rustiger gebied, waaronder naar Central Equatoria. ZOA voerde hier een groot programma uit om de voedselsituatie te verbeteren. De komst van duizenden ontheemden zette de toch al kwetsbare voedselsituatie ernstig onder druk. Daarmee kwam ook de fragiele vrede in gevaar. De ontheemden kregen echter allemaal toegang tot een stukje land, zodat ze wel direct hun eigen voedsel konden verbouwen. Naast de eerste noodzakelijke hulp om te overleven – zoals eten, drinken en onderdak – bood dit een oplossing voor langere termijn. Met de distributie van zaaigoed, landbouw- en visserijgereedschap konden zowel vluchtelingen als de gastgemeenschap hoopvol de toekomst tegemoet.
Zaaigoeddistributie in Central Equatoria
1
www.unhcr.org, Regional Update 43, 1 – 5 December 2014
Na de distributie van zaaigoed ontvingen de mensen ook landbouwtraining. Hierboven toelichting op het zaaien in rijen, in plaats van uit de losse hand. Pibor, Jonglei Tegelijk was er een positieve ontwikkeling in Pibor. Strijdende stammen daar sloten vrede met elkaar in een conflict dat al langer liep en losstaat van de onlusten van december 2013. Duizenden mensen, die ruim een jaar in de bush hadden verbleven, keerden terug naar hun dorpen. Door de grootschalige verwoesting en plundering die had plaatsgevonden, waren ook deze gezinnen in eerste instantie afhankelijk van noodhulp. We konden 6.600 gezinnen helpen: 46.600 mensen. Ruim 11 duizend in Central Equatoria en 35 duizend in Jonglei.
Pibor is, vooral in de regentijd vanaf april, vrijwel onbereikbaar over de weg. Hulpgoederen werden per helicopter gebracht. Michael Kamya, projectcoördinator: “De meeste ontheemden worden opgevangen door familie. Dat legt veel druk op de gastgemeenschappen. Veel huishoudens sloegen al maaltijden over. ZOA heeft meer dan vierduizend van deze getroffen gezinnen geholpen met voedsel en distributie van zaden en gereedschap. De mensen zijn al begonnen met het oogsten en merken al verbetering in hun leefomstandigheden. De voedselprijzen zijn omlaag gegaan. Voor de crisis was een emmer cassavechips 12 SSP, nu is dat 8 SSP. Dat is een positief signaal voor wat betreft de beschikbaarheid van voedsel!” Het verhaal van Rose Nyoka Rose hoort bij een groep vooruitstrevende boeren, waarmee ZOA al meer dan vijf jaar werkt. Ze is getrouwd met Charles Mubarak en samen hebben ze vijf kinderen; twee meisjes en drie jongens. Toen in december het conflict uitbrak en er vluchtelingen in het gebied kwamen, besloten Rose en haar man om een gezin van tien op te nemen in hun huis. Een man en vrouw met acht kinderen. Rose legt uit: “Ze zijn verre van familie en voor mij en Charles was het geen vraag of we nu onze familie wel of niet in huis moesten nemen.”
3
In december 2013 waren Rose en Charles net begonnen met het oogsten van hun cassave. De voorraad raakte veel sneller op dan gepland en Rose was blij toen er voedsel uitgedeeld werd aan de vluchtelingen. Normaal gesproken konden Rose en haar gezin drie dagen met een emmer cassavemeel doen, maar met de tien extra gasten verbruikten ze een emmer per dag. Ze hebben hun aantal maaltijden verminderd van drie naar twee per dag, voor zowel de volwassenen als de kinderen. Als gastgezin ontvingen Rose en Charles groentezaden van ZOA. Dat was een welkome gift. Normaal kochten Rose en Charles zaden op de markt, maar hun uitgaven waren nu veel te hoog om een dergelijk investering te doen. Ze hadden gespaard voor een fiets, maar ook die konden ze nu niet kopen. Dit seizoen zullen ze verder gaan met de verkoop van okra (een groente) om inkomen te verdienen voor hun familie. Ze hebben advies gekregen over hoe ze verschillende groenten het beste kunnen laten groeien. Rose en Charles werken samen met het vluchtelinggezin op de boerderij en hebben een kwekerij aangelegd, vlakbij de grond waar ze cassave op verbouwen. De man van het gezin dat bij Rose in huis gekomen is, is van plan om alleen naar Juba te gaan om te zoeken naar werk. Zijn vrouw en kinderen blijven, uit angst voor geweld. Totdat het gevluchte gezin meer concrete plannen kan maken voor de toekomst krijgen ze onderdak bij Rose en Charles.
Rose aan het werk op de boerderij
De kwekerij van Rose en Charles
Hulpverlening aan Zuid-Sudaneze vluchtelingen in Ethiopië Sinds het begin van het conflict, eind 2013, zijn in Ethiopië zo’n tweehonderdduizend Zuid-Sudaneze 2 vluchtelingen gearriveerd, waarvan zo’n 85– 90 procent vrouwen en kinderen . ZOA was als enige internationale hulporganisatie aanwezig in het dorp Tirgol, aan de grens. Al op 2 januari startten we een noodhulpprogramma en bouwden we een watersysteem, 165 latrines en startten we een goede en hygiënische verwerking van afval op door speciaal omheinde afvalputten te graven. Bij al deze onderdelen werden vluchtelingmedewerkers geworven en getraind om voorlichting te geven en toe te zien op het juiste gebruik. Met deze nadruk op water, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne is het gelukt om de gezondheidssituatie onder controle te houden. Ondanks de komst van duizenden vluchtelingen naar een dorpje zonder verdere voorzieningen is er geen sprake geweest van de uitbraak van ziektes.
2
www.unhcr.org, browse by country: 2015 UNHCR Country Operations Profile - Ethiopia 4
De aanleg van de latrines was zwaar werk, omdat de grond enorm hard is. Directeur Johan Mooij In de loop van het jaar ontwikkelde de hulpverlening verder, vanaf juni onder leiding van ZOA-directeur Johan Mooij, die ruim een half jaar als programmamanager aan de slag ging. Het regiokantoor van ZOA is in de provinciehoofdstad Gambella. Om een idee te krijgen van de afstanden: het is van daar naar Tirgol twee dagen reizen. Dit maakt het vervoer van personeel en van hulpgoederen lastig, bovendien is het zwaar voor staf om zo afgelegen te zitten. Inmiddels is ZOA actief in vier gebieden in de provincie Gambella, met hulpverlening aan ZuidSudaneze vluchtelingen en de Ethiopische omringende bevolking. We besteden in ons werk veel aandacht aan milieubescherming, o.a. door de distributie van houtbesparende oventjes. De aanwezigheid van de vluchtelingen doet een zwaar beroep op de schaarse hulpbronnen, zoals hout en water. Door hierin de hulpende hand te bieden, dragen wij ook bij aan verminderde spanning tussen Ethiopiërs en Zuid-Sudanezen.
5
Het verhaal van een pas aangekomen vluchtelingengezin: Koane en Nyazoki (beiden 30 jaar) hebben anderhalve dag gelopen voordat ze in Tirgol aankwamen, samen met hun twee kleine dochters, en dat terwijl Koane (niet op de foto) schotwonden aan zijn benen heeft. Nu is het wachten. Wachten op registratie zodat zij verderop naar een vluchtelingenkamp kunnen. De tijd dringt, het begint te regenen en Koane wil zo snel mogelijk een tent kunnen opslaan voor zijn vrouw en jonge kinderen. Tijdens de gevechten in het dorp is Koane door schotwonden gewond geraakt aan beide benen. Helaas genezen de wonden niet goed door slechte medische behandeling. Hij loopt nu op krukken. Zijn ogen staan dof, hij is moe, terneergeslagen… Wat is zijn toekomst? Zou hij ooit zijn beroep van veehouder weer kunnen oppakken op zijn geboortegrond? Naast hem zitten zijn vrouw en twee dochters. Het is bijzonder dat dit gezin nog compleet is, maar wat zijn hun omstandigheden vreselijk. Vol trots stelt Nyazoki haar dochters voor… Nyakume (5) en Nyarisot (3). Ze vertelt ‘Nyakume zat in Zuid-Sudan al in groep 1 en het gaat erg goed op school!’ Koane en Nyazoki hopen weer terug te kunnen naar Zuid-Sudan. Maar er moet dan wel eerst vrede zijn…
Hulp aan Zuid-Sudaneze vluchtelingen in Uganda Bijna 125.000 mensen zochten een veilig heenkomen vanuit Zuid-Sudan in Uganda, waarvan zo’n zeventig 3 procent jonger dan 18 jaar is . Door de snelle toename van het aantal vluchtelingen ontstond er acuut tekort aan water en waren de sanitaire voorzieningen volstrekt ontoereikend. Bovendien stelde het grote aantal kinderen de districtsoverheid voor grote uitdagingen met betrekking tot onderwijs. ZOA startte werkzaamheden in Rhino Camp in januari 2014. De eerste activiteit was de aanleg van negen waterpompen. Er was vanuit gegaan dat daarmee twintigduizend Zuid-Sudaneze vluchtelingen toegang zouden krijgen tot veilig drinkwater, maar na oplevering bleken er veertigduizend mensen gebruik van te maken, zowel vluchtelingen als de omringende bevolking. Hoewel dit nog aan de internationale standaard van 500 mensen per pomp voldoet, hebben de pompen daardoor wel meer last van storingen. Ook is de druk op de pompen laag. Maar in het extreem droge gebied betekenen de pompen toch levensreddend toegang tot water.
3
www.unhcr.org, browse by country: 2015 UNHCR Country Operations Profile - Uganda 6
Gatwech Phar Cuol “Ik ben leider van het cluster Tika 4 in dit kamp. Toen we hier aankwamen, waren we afhankelijk van vrachtwagens die water kwamen brengen. Er was één waterpomp voor drie clusters van dit kamp. Ik ben dan ook erg blij met de waterpomp die ZOA heeft aangelegd. We hebben nu water dichtbij. Het gaat nog niet altijd goed, omdat er veel mensen gebruik van moeten maken, en er soms weinig water uit de pomp komt. Dan moet je een paar minuten wachten en dan nog een keer pompen. Vanwege te intensief gebruik raakte de pomp ook buiten gebruik, maar ZOA stuurde een technicus die ‘m repareerde. Toch is de druk op het water nog laag, ik denk dat meer waterpompen wel erg goed zou zijn. Bedankt, ZOA, voor jullie steun!” Vervolg Na deze primaire hulp hebben we voor elke waterpomp een gebruikerscomité van tien mensen opgericht en getraind. De trainingsonderwerpen waren ‘wat is veilig water’ en ‘onderhoud van de pomp’. Deze comités zijn verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de pompen, onder supervisie van een technicus in dienst van ZOA. Daarnaast hebben we zeventien mensen – dertien mannen en vier vrouwen – opgeleid om voorlichting te geven over goede hygiëne en sanitaire maatregelen, om op die manier de uitbraak van besmettelijke ziekten te voorkomen. Deze mensen hebben in totaal zesduizend vluchtelingen bereikt met hun voorlichting. Ondersteuning onderwijs De Tika basisschool ontving twee watertanks. De school had tot dan geen eigen toegang tot water. 1338 leerlingen maken gebruik van het water. Bovendien kunnen vluchtelingen ook gebruik maken van dit water, indien de pompen in het kamp buiten gebruik zijn. Bij de Yoro basisschool is een toiletblok geplaatst met vijf toiletten en een urinoir. Van de nu in totaal tien toiletten maken 1194 leerlingen en docenten gebruik. Dit is nog altijd ruim boven de nationale standaard van 1 op 35 voor meisjes en 1 op 45 voor jongens. 1025 Leerlingen van vijf scholen ontvingen lesmaterialen, zoals boeken en pennen, en voorbereidingsmaterialen voor de docenten. We leverden tien mobiele schoolborden voor lessen die onder bomen en in tenten werden gegeven door UNICEF. Tien leerkrachten zijn geworven onder de vluchtelingen en ouders, en we betaalden hun salaris tot eind 2014. Ook leverden we 100 tafels en bankjes, elk geschikt voor drie leerlingen. Naar nu blijkt maken er in totaal wel 400 leerlingen gebruik van. Door de aanwezigheid van water, latrines, materialen èn docenten is de aanwezigheid van leerlingen op de scholen toegenomen. Toegang tot onderwijs blijft echter een lastig probleem, vooral vanwege het gebrek aan geschikte leerkrachten.
7
Het verhaal van Mary Ayuen, vluchteling en vegetariër Ik ben één van de leden van het gebruikerscomité voor de Tika 4-waterpomp, die door ZOA is aangelegd. Na de training ben ik door de mensen uit ons gedeelte van het kamp gekozen tot pompbeheerder. Dat betekent dat ik de hele dag bij de pomp ben en daardoor kan helpen bij het juiste gebruik van de pomp. Daardoor is hij een stuk minder vaak buiten gebruik dan eerst. Terwijl ik hier dus bij de pomp aan het werk was, merkte ik dat er ook nog heel wat water wegloopt. Toen ik het daar met de ZOA-medewerker over had, moedigde ze me aan om in de buurt van de pomp een groentetuin te beginnen met behulp van water dat anders verloren zou gaan. Ik kreeg zaden en verbouw nu groenten. Als vegetariër ben ik dol op groenten. Maar we kregen hier alleen bonen en mais, dus mijn groentetuin is een welkome aanvulling op mijn maaltijden. Bovendien ben ik nu nog vaker in de buurt van de waterpomp, zodat ik mijn beheerderstaak goed kan uitvoeren en er ook minder conflicten zijn rondom de waterpomp. Ik hoop dat ik alles wat ik hier leer mee terug kan nemen naar Zuid-Sudan, wanneer daar de vrede weer is hersteld.
8