No. 618 !30 Nov, - 19351
TELEFOON OP ALLE KAMEMSS Wat de Unnenjuffcouw van Hotel „Atlantic" kreeg te hooren. toen ze wegens ziekte van de telefoniste de telefooncentrale moest bedienen, en ze alle verbindingen door elkander liet loepen ....
£
^ —j^i
r
„Hal - lo juf-frouw, hier ^
S
-$■*-
m W^f
1
r r
9
1
ka.- mer acht, Wilt U
ï
1
1
öö
j
w
me vlug ver - bin - den Met
'
•■-
^=^
$^
e
mm 4 i iürt
^
ï
P
P f
r nrp r
m
É t=t
^^
a—■
^
^=Fg ^
1 i l
J
5f=¥:
zou U wil -1 en .
S*
f 1
•
f m
E
^
— kus - sen, Maar
.
■^-
U kunt ze bo - ven vin - den .. — Juf -frouw tje luis-tert U eens goed. Ik
!
i
^^ ^
^-»
P3E
wt
veer - tien rol - len
ä
^
kast - pa - pier,
IM
ï
aü=-l
^
pi
£
*—
Woorden en Muziek van GUUS BETLEM Jr.
van die
nièu - we
ÉÉÜÉ
^ sloo - pen,
hè?
Met
en - tre - deux
i
tus - sehen!
^—^
?^?=£
— Juffrouw, is er voor mij misschien Iets met de post gekomen ? Eén brief en... . — twintig meisjes, ja. Twee zijn er aangenomen. Ze lijken me heel handig toe Net wat we hebben moesten. Alleen de... — bcenen voor de soep Zijn véél te zware knoesten!
d'r
=?=^
— U spreekt hier met Mevrouw van Dam, Juffrouw, ik wou U's vragen. Wilt U, wanneer m'n man straks komt Hem dan.... — naar boven dragen, Twee koffers en een handvalies, En zeg, die gast van negen Moet aanstonds — kokend opgediend. En flink met spek doorregen!"
I SE
Toen slaakte ik een luiden gil, Want, ach 'k kon alles hooren, En 't laatste klinkt soms in m'n droom Nü, 's-nachts nog in m'n ooren. Zélf stond ik aan de telefoon. Had nét gehoor gekregen — Toen ben ik radeloos gevlucht. I K was die gast ... van negen i 11 "■•*»>,
HMAISON
ODIOT 7 PLACE DE L.A MADELEINE. PARUS
Fabriek van Artistiek / Zilverwerk Gevestigd m 7690
Specialiteit voor geschenken ïn zilvei en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE VcTschijiu wekclijk-i — Prijs per kwarmai I. 1.')
^^^^^^^^^^
J.-.l.en Adm. Galqcwater 22, Leiden. Tel. 760. Postrekenina 41»«0
.
^^^_--^^^_^^iÜ^_
IEESTER
AFBEELDIN IN KLEUR MULTICOLQ PICTURE
i^" ■
"
■
Suzy Vernon schrijft: „Velouty de Dixor" „is de kostbare talisman „voor schoonheid en „jeugd voor de moderne „vrouw".
TANDPASTA in tuben ä 25 & 60 cts.
:II M^B .... ^W K'. IS. te ALKMAAtë. Anna Meagle is de mees( beroemde fLngelsche filmacérice. Haar ware naam is Marjorie Robertson. Zij debuteerde in 1926 op het tooneel en speelde in 1930 haar eerste {ilrarol. Geboren 20 October te Londen. N. M. te TILBURG. In het vervola niet meer dan drie vragen per week s.v.p. Adolf Wohlbtück heeft deze liederen niet zelf gezongen. „Hartedief ' is in het Fransch nagesynchroniseerd. Hansi Knoteck is den 2den Maart ja»ig. Zij woont Jakobstrasse 6 te Leipzig. James Dunn is den 2den November jarig. Zijn adres is Fox-studios, Movietone-City, Californië. Franchot Tone (kortgeleden in het huwelijk getreden met Joan Crawford), is den 27sten Februari jarig. Zijn adres is Metro-Goldwyn-Mayer-studlos, Culver-City, California. T. v. L. te ROTTERDAM. Wendt U tot den heer Loet C. Barnstijn, Benoordenhoutscheweg 2 te 's-Gravenhage. Leo Meyer woont te Amsterdam, hij is niet meer als productieleider in Filmstad werkzaam. W. L. te 's-Gravenhage. Carl Etlinger is te Weenen geboren. Hij is den lOden Oct. jarig. Josef Lewinsky ontdekte hem voor het tooneel, Murnau voor de film. Zijn eerste filmrol speelde hij in „Phantom ". In 1930 vertrok hij naar Hollywood, in 1932 kwam hij weer naar Neu-Babelsberg. In het Duitsch schrijven en niet vergeten een antwoordcoupon in te sluiten. D. E.E. K. te SCHpVENINGEN. Deze rol werd gespeeld door Carl Ludwig Diehl. Hij is den 14den Augustus als zoon van prof. dr. Karl Diehl te Halle ad. Saaie geboren. Was officier en kwam in 1918 op de tooneelschool van Max Reinhardt. Zijn adres is Miquelstrasse 88 te Berlijn. Hij is getrouwd met Mary von Rufïin.
Jeugd en Charme... Dat is de innigste wensch van iedere vrouw: jeugd en charme te behouden. Velouty de Dixor stelt een ieder hiertoe in de gelegenheid. Samengesteld uit een zachte crème en een onweegbare poeder geeft Velouty de Dixor binnen 10 seconden aan gelaat, handen, armen en decolleté een blijvende (rissche en schoone teint en een donzige matheid. Gebruik dagelijks een weinig Velouty en U zult Uw natuurlijke gratie en charme behouden.
vfeLOUTy de T)IXQ,R, De origineele combinatie van crème en poeder. Verkrijgbaar van af 30 cts. in alle goede parfumerie-en kapperszaken in 5 tinten: Blanche, Naturelle, Ivoire, Ocre en SoleilDoré (de laatste geeft aan de huid een zongebruinde kleur). dmrxllK. I ^^ W
< >rn een rrloris er
~ * *e ontvangen van de drie voornaamste kleuren, is het voldoende naam en adres te zenden, alsmede (0.25 aan postzegels aan de Import, voor Nederland: N.V. v. d. Laaken's Handels Maatschappij, Leidschekade 98 W, Amsterdam-C, Telefoon 36372
„Ich liebe alle Frauen" werd in ons land onder den titel „Verliefd . .. maar op wie?" vertoond. M. v. Z. te DRIEBERGEN-RIJSEN:
M. F. K. N. v. L. te 's.GRAVENHAGE. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Hilde Hildebrand 10 September. Mary Jane Irving 20 October. Herbert Marshall 23 Mei. W. G. te HAARLEM. De ware naam van Joan Marsh is Nancy Ann Rosher. Zij debuteerde in de film „Hearts aflame '. Zij is den lOden Juli te San Joaquin Valley, Californië geboren. Haar adres is MetroGoldwyn-Mayer-studios, Culver-City, Californië. Niet vergeten voor foto drie ant' woordcoupons in te sluiten. T. H. K. te AMSTERDAM. Hierbij de gevraagde adressen. Ruby Keeler, Warner Bros-studios, Burbank, Californië. Madge Evans, Metro - Goldwyn - Mayer - studios, Culver-City, Californië. Martha Eggertb, Universal-studios, Universal-City, Californië. N. B, R. te ROTTERDAM. Barry Nortons ware naam is Alfredo Biraben. De Araerikaansche ster Janice Adalr heet in werkelijkheid Beatrice Duffy en Harry Greens ware naam is Harry Bitzer. De gevraagde foto's hebben wij U toegezonden.
Jeanne van Schaik—Willing, Softe Blank. Derde druk, goedkoope uitgave. Querido's U.-M. N.V., Amsterdam. Ing. / 2.25 ; geb. / 2.90. Het is helaas een niet veel voorkomend feit, dat een oorspronkelijke Nederlandsche roman in nog geen twee jaren een derden druk beleeft. Mevr. Van Schaik verstaat de kunst het vrouwenleven uit te beelden op een uiterst gevoelige wijze, zonder terug te schrikken voor de eerlijke beschrijving der realiteit. Zij blijft daarbij ook de aandacht boeien. Er „gebeurt" wat in haar boeken. Het zijn niet alleen gevoelsbeschrijvingen. Er zit werkelijkheid in. Dat maakt het begrijpelijk hoe- de levensontwikkeling van Sofie Blank, het kindje van Lotte Dobroszinsky en Marius Blank, den zoon van den eigenaar van de likeurstokerij „Het Vergulde Haantje", er bij het lezende publiek zoo goed inging.
L. v. St. te AMSTERDAM. ledere abonné heeft recht op twee gratis filmfoto s. Lilian Harvey zal nog een film in Engeland spelen. Zii is niet verloofd of getrouwd. R. G. te ROTTERDAM. Jan Kiepura is den 16den Mei in Polen geboren. Hij is getrouwd met Martha Ejfgerth. Zijn adres is 5451 Marathon Street, Hollywood. Zijn film
Het Nevada Breiboek no. 1. Uitg. N.V. Van Holkema en Warendorfs Uitg.-Mij., Amsterdam. Prijs /0.65. Een album met practische modellen Er staan 16 verschillende afbeeldingen met beschrijvingen in, zoowel van blouses, japonnen, manJ tclkostuums als van een heeren-slipover en een jongenstrui, doch jammer genoeg is van de
BURG. In deze rubriek vermelden wij alleen de adressen van filmsterren. Wendt U tot impresario Ernst Krauss, Marnlxstraat 425, Amsterdam.
OT^Aö^^BOEKEM
Hat bekend« fllmilerretje Baby Leroy, wiens ware naam Welnbrener luidt, li opnieuw door de Paramount geëngageerd, om een belangrijke rol In een nieuwe film te spelen. Baby xal erg iljn best moeten doen, want hll heeft In de lieftallige Shirley Temple een concurrente gekregen, die xeker niet onderschat mag worden. In de Maurice Chevcdier-fllm „A bedtime story' vond zijn debuut als Monsieur Baby plaats en ofschoon hij daarna nog verscheidene rollen vervulde, heeft hij rijn eerste succes nooit kunnen evenaren. Thans ziet men te Hollywood vol verwachting naar de eerste resultaten van Baby Leroy« nieuwste werk uit, want wanneer het hem lukt Shirley te overtreffen, zal dit de Paramount zeker geen windeleren leggen.
aardige jurk op den omslag en van de -damesblouse geen beschrijving gegeven. Een goede gedachte is het om achter in het boekje de patronen af te beelden van al de modellen, met de diverse maten er bij. Louise Franken, Een meisje keert terug. Uitg. N.V. Hollandia Drukkerij, Baarn. Prijs ing. /2.75 ; geb. / 3.50. Louise Franken heeft haar intrede als schrijfster gemaakt met De Andere en Zij. Thans is haar nieuwe boek verschenen, met als titel „Een meisje keert terug". Het speelt in dezen tijd, in Amsterdamsche, Joodsche kringen. Het meisje is Ellen Kraus, dat in haar prilste jeugd bij Sander de Wit, den schoenmaker, den zonderling en droomer, is ondergebracht geweest, omdat haar moeder weggeloopen was. Later ging zij naar haar familie in Duitschland. Sander heeft het kind niet vergeten, doch toen zij als een volwassen meisje bij hem binnentrad, dorst hij niet gelooven, dat zijn meisje was teruggekeerd. Ellen kan het bij haar bekrompen familie niet uithouden, en ... . Doch waarom zou ik het geheele verhaal in een „nutshell" vertellen. Het boek is binnen uw bereik. Louise Franken schrijft vlot.
tfräiK^ät
"
■
■
■
.
"5T^ tenis over haar liefde voor een ander. Wanneer hij echter hoort, dat het om Andrews gaat, kent zijn woede geen grenzen.... zijn strijdmakker heeft hem achter zijn rug de liefde van zijn vrouw ontstolen! Van dat moment af leeft Stevenson slechts voor zijn wraak. Hij weet een opdracht in den Soedan te krijgen en arriveert zoo op zekeren dag in het fort, dat Andrews bezet houdt. Het fort is een van de meest vooruitgeschoven posten der Britsche troepen, en Andrews heeft het op patrouille geheel uitgemoord aangetroffen. Sindsdien houdt hij het met een handjevol mannen zelf bezet, en heeft boodschappers naar het hoofdkwartier gezonden om versterking aan te vragen. Andrews is zeer verrast en verheugd over het plotseling opdagen van Stevenson, doch deze openbaart hem wiens vrouw het was, wier liefde hij heeft veroverd en hij trekt reeds zijn revolver om Andrews zonder'pardon neer te schieten, als een plotselinge aanval der inboorlingen op het fort beide mannen aan hun plicht herinnert. Zij zetten hun persoonlijke vijandschap opzij en helpen den wilden aanval af te slaan. Dit gelukt, maar iedereen in de post is zich er van bewust, dat zij het weldra hard te verduren zullen krijgen, want alles wijst er op, dat er onder de negers een groote opstand is uitgebroken. Vooral maken zij zich bezorgd over de aanrukkende hulptroepen, die, onbekend met dezen nieuwen stand van zaken, hun dood tegemoet zullen loopen. De bezetting verlaat derhalve in den nacht het fort om de versterkingen tegemoet te trekken. Spoedig worden zij echter door de wilden omsingeld, die hen van één zijde aanvallen met een geweldigen boschbrand en van de andere zijde met geweerkogels en pijlen. Slechts Andrews en Stevenson weten door het vuur te ontkomen, waarbij zij nog eenmaal bijna vertrapt worden door een vluchtende kudde olifanten. Het is Stevenson geweest, die het gevaar het eerst zag, en ^Andrews bijtijds waarschuwde. Andrews heeft deze waarschuwing wel het laatst van zijn doodsvijand verwacht,, maar Stevenson antwoordt daarop ruw, dat zij voorloopig geen tijd hebben hun persoonlijke veete uit te vechten en dat het er nu om gaat te voorkomen, dat de hulptroepen in een hinderlaag zullen vallen. Met de tanden op elkaar marcheeren de doodelijk vermoeide mannen verder door een troosteloos woestijngebied. En al spoedig komen de inboorlingen hen weer op het spooir. Wanneer de kogels hen om de ooren beginnen te fluiten, is de eenige oplossing, dat een van hen verder trekt en de ander tracht de wilden op een afstand te houden met hun revolvers. Andrews neemt de laatste taak op zich en Stevenson gaat verder. Vooraf heeft er een verzoening plaats, waarmee Stevenson erkent, dat Andrews niet kon weten, dat het juist zijn vrouw was. .Als Stevenson met de hulptroepen komt aangesneld, is de toestand voor Andrews zeer kritiek geworden. De huzaren voeren echter een indrukwekkende charge uit en redden den uitgeputten kapitein. Helaas wordt Stevenson bij dezen laatsten aanval doodelijk gewond. . . . Steryend in Andrews' armen beveelt hij Rosefliary in diens zorgen aan. 1. In de bergen. — 2. Cary Grant en Claude Rains. — 3. Claude Rains en Cary Grant — 4. Cary Grant, Kathleen Burke en Claude Rains. — 5. Gertrude Michael en Claude Rains.
K
apitein Michael Andrews van het Britsche tank-corps is door ongeregelde troepen der Koerden gevangen genomen en wordt in de smerige gevangenis van een klein Turksch dorp geworpen. Des nachts komt tot zijn verbazing een der officieren van de Koerden hem bevrijden en verklaart een agent van den Geheimen Dienst der Britten te zijn. Zijn naam wil hij echter niet bekend maken. Beide mannen vluchten te paard naar de stammen der Balkaris. Deze stammen zijn den Engelschen zeer goed gezind en nu de rooflustige Koerden de Balkaris willen overvallen om zich hun kudden toe te eigenen, besluit de agent van den Geheimen Dienst de Balkaris over te halen uit hun dorpen weg te trekken en veiliger oorden op te zoeken. Hij stuit daarbij op het verzet van een Britsch administratief officier, die in het voornaamste dorp der Balkaris is gestationneerd, genaamd Gullen. Gullen is van meening, dat het plan niet is uit te voeren, omdat men met de kudden door woestijnen zal moeten trekken, rivieren oversteken en bergen beklimmen. Maar de geheimzinnige agent zet door en de groote volksverhuizing begint. De moeilijkheden, die overwonnen moeten worden, zijn inderdaad vele en telkens weer wijst Gullen op de roekeloosheid van de onderneming. Ook voedt hij hij Andrews de gedachte als zou de geheimzinnige aanvoerder een verrader zijn. Dit vermoeden schijnt eensklaps zijn bevestiging te vinden. ... Andrews ziet hoe zijn naamlooze gezel zich op Gullen stort en dezen neersteekt. Onmiddellijk stormt Andrews op den aanvaller aif, doch breekt daarbij zijn been. Als hij den agent rekenschap vraagt van zijn daad, maakt deze hem attent op de heliograaf, waarmee Gullen aan het seinen was.... en nu blijkt, dat in werkelijkheid Gullen de verrader was, die hun bewegingen aan den vijand overseinde. Men weet ten slotte gelukkig aan de Koerden te ontkomen, de agent trekt opnieuw de binnenlanden in, en Andrews wordt naar een hospitaal in Kairo overgebracht. Terwijl zijn been langzaamaan geneest, wordt hij daar verliefd op de charmante verpleegster Rosemary. Zij beantwoordt zijn liefde maar bekent, dat zij bij het begin van den oorlog getrouwd is, en zich onder haar meisjesnaam als verpleegster heeft laten inschrijven, omdat getrouwde vrouwen niet werden aangenomen. Haar man is bij den Geheimen Dienst en sinds drie jaar heeft zij niets meer van hem gehoord.
Kort nadat Andrews hersteld is, verschijnt Rosemary's man echter eensklaps weer ten tooneele. . . . het is de agent van den Geheimen Dienst, die Andrews in Koerdistau heeft leeren kennen. Zijn naam is John Stevenson. Als Rosemary Michael Andrews vertelt, dat haar man terug is, weet de laatste echter niet, dat het zijn vriend is, want Stevenson heeft zijn naam immers nooit genoemd. Rosemary weigert haar man te verlaten, omdat Stevenson zeer jaloersch is en zij Andrews niet aan zijn wraak wil blootstellen. De situatie schijnt draaglijker te worden, als Andrews naar den Soedan wórdt gedetacheerd, maar Stevenson merkt, dat Rosemary iets drukt en ontlokt haar een beken-
■ ■ ■- i~* ,>.-■
J
-.^«J^—
.■■■.-.:.
■
■■
■•■
■:
■■•
'^wm^rnmmmm. oe Wendy ßarne gekleed ga
^ T^^w-r
Lumin a-film. Regle: Walter Janssen.
*
Rolverdeeling: Mevrouw Sleber Erich Sieber. haar kleinzoon Heinrich Peter» Marfl0«' *«" docht« Walter Naumann. Siebers vriend Hermann Wagner, sigarenwinkelier Hannl Wittier, zijn nichtfe
.->■■
rl
i
.rT.....
Adele Sandrock Wolfgang Liebeneiner Wilhelm Krüger Carola Höhn Erich Kestin Paul Henckels Annle Markart.
B :t mi ci,t f brlek V n dtn he EtiM..f't!;'£j,"v '".\lldtnd f1 , " e " Vetm " "9-verliefd op diens dochter Margot, J' !* , ' 9 et ^f. ï^? ^,uS,.0"1 ; u* ■ 7?' ." " V «DO '"»■tilnnige jongeman, die het leven maar als een P Z ch h f, noe ka, l tPl ! j ** ' ß**** « ■ ■ « M 9 maar eens terugkomen, zegt de oude heer Peters. t ? 1 u« j «ro°"noed" ,,1",ak, ^ 'O'flen over de weinig ernstige levensbeschouwing van haar kleinzoon. De Zondag Pr 8 9 de V andere cla en Äl L t ! . .t . y". "FK" " "8" "' 5f B Prob«rt 1") " W» '««1 ■»»fl'liil' op te doen lijken! Hl komt telken, te laat op zijn bureau en brengt alle vrije oogenblikken bij zijn buurman Wagner door. die behalve sigarenwinkelier. ook agent van een loterij Is. " Op zekeren morgen komt Erich weer veel te laat en hij heeft net zijn chef en Margot weer in een eenigsiins Vttt0 , ner b a k<,m, ,torne,, met d Il A^^ '' ■"ifr"^' y i ""if « -«Reeling, dat Erich een enorm bedrag uit de loten, gewonnen heeft. Na aftrek vu alle onkosten zal er nog twee en zeveatig duizend mark overblijven
Laemmle heeft als directeur van de UniversalFilmmaatschappiJ Ie Hollywood bedankt.
Tijdens de opnamen voor de film „The littlest rebel" werd de acteur Charles Bickford door een leeuw aangevallen en ernstig gewond.
Als Wendy uitgaat, draagt zij over haar witte avondjapon dezen stijlvollen mantel van donkere crêpe ondulé met wijde mouwen en een stijven opstaanden kraag.
Een flatteuze dracht vormt dit ensemble, bestaande uit een rok van grove wollen stof, een geruit jasje met effen voering en een blouse van hetzelfde materiaal als de mantelvoering.
Shirley Temples salaris Is van 1 200 dollar tot 2500 dollar per week verhoogd.
Mae West gaat optreden in een variété en heeft een contract afgesloten voor tien weken. Salaris 15000 dollar per week."
Deze foto toont U de actrice in een fraai négligé van doffe zijde, geborduurd met zilverdraad en afgezet met randen van lamé.
Wendy Barrie lanceerde in Hollywood een geheel nieuwe dracht voor 's avonds, bestaande uit een soort sjaal van loovertjes, die om het hoofd en de schouders wordtgeslagen. Foto's Paramount
— 6 —
tóSAte»,
Erich zou Erich niet zijn als hij niet raar met zijn pas verworven schat omsprong. Eerst richt hij een feestavond in, die heelemaal niet slaagt en waarvan Margot en haar vader zelfs boos wegloopen, en dan laat hij zich verleiden om zich te Interesseeren voor een industrieele onderneming, die achteraf blijkt een groote zwendelaffaire te zijn en waarbij hij al zijn geld kwijt raakt, bijna zoo snel als hij het verkregen heeft. Maar toch heeft het Erich één geluk gebracht: hij Is nu genezen van zijn lichtzinnigheid. Hij besluit nu ernstig te gaan werken, maar niet in zijn woonplaats, waar een ieder hem met den vinger nawijst. Neen, bij wil ergens opnieuw beginnen. Maar nu toont de oude heer Peters zijn grootmoedigheid en Margot haar liefde. Beiden dringen er op aan. dat hij weer in zijn oude betrekking terugkeert, wat bij maar al te graag doetl En zelfs zijn kansen op Margots hand zijn verbeterd. De lei heeft Erich z6Aveel goed gedaan, dat de oude heer Peters wel toe wil staan, dat Margot en Erich in de toekomst een paar worden.
1. Annle Markart. — 2. Adèle Sandrock en Carola Höhn. — 3. Paul Henckels en Else Reval. — 4. Erich Kestin en Wolfgang Liebeneiner.
■ ^$m^m
W^èmmr-nr^^^'
^J*.*^,^..
____^__^__
V*
DOOR
EDGAR
[SCHRIJVER VAN
RICE
BURROUGHS
DE TARZAN-VERHALEN] \
(Vervolg) De aardbewoner Carson Napier vliegt met een raket naar de planeet Venus. Aan boord van een schip, dat de Venussiaansche zeeën bevaart, ontmoet hij Duare, een prinses uit het land Vepaja, van wie hij veel gaat houden, evenals zij van hem. Bij een verblijf aan de kust echter wordt hij gevangen genomen door Thoristen, vijanden van het land Vepaja, en weggevoerd. Duare weet hij nog net op tijd door een Angan, een gevleugeld mensch, naar het schip terug te zenden. Hij wordt gebracht naar de kamer met de zeven deuren, waar hem de dood in den vorm van de vreeselijkste kwellingen wacht. Hij weet echter te ontsnappen door langs een touw in de balken te klimmen en zoo het gebouw te verlaten. Over een balkon bereikt hij een aangrenzend huis, waar hij Duare weer vindt, die door Moosko, een leider der Thoristen, gekweld wordt. Er ontstaat een hevige vechtpartij tusschen Carson en Moosko, waarbij de laatste gedood wordt. Als Carson daarna Duare in zijn armen wil sluiten, zegt ze echter, dat ze niet van hem houdt, dat het een vergissing is geweest. Carson besluit toch te trachten Duare te redden. Ze weteA ongemerkt de stad te verlaten, doch ze vinden de zee niet terug en verdwalen. In een woud worden ze gevangen genomen door kloonobargan, harige, op apen gelijkende menschen, die hen ontwapenen en meevoeren. Ze zullen gebraden en opgegeten worden, doch eer het zoover is, worden de wilden aangevallen door een troep wilde dieren. Ze slaan op de vlucht en laten Carson en Duare alleen. Deze weten te ontsnappen en dwalen nu dagen achtereen door het oerwoud zonder een uitweg te vinden. Eindelijk slaagt Carson er in vuur te maken en een pijl en boog te vervaardigen. Eindelijk vinden ze een uitweg uit het woud en dalen ze af naar een vallei. Onderweg wordt Carson echter aangevallen door een afschuwelijk monster. Duare weet het dier zoo te verwonden met Carsons pijl, dat het Carson loslaat. Het was toen, dat ik begreep dat het dier totaal verblind was door de wonde in zijn oog. Een gevaar]yk'= risico nemend, sloeg ik mijn arm om Duare heen en liet me over den uitstekenden rand van het plateau glijden, waarop het dier ons aangevallen had. Ik moest dit risico echter wel nemen, omdat we, indien we gebleven waren waar we ons bevonden, door den woedend heen en weer zwiependen staart van het monster te pletter geslagen zouden zijn. Het geluk was ons dienstig, en we bereikten veilig en wel een iets lager gelegen plateau. Boven ons hoorden wy het woedend gesis van den hagedis en het slaan van zijn staart tegen de steenen. Vreezend dat het ondier naar beneden mocht komen, haastten wij ons onzen weg te vervolgen, een nog grooter risico nemend dan wij reeds hadden gedaan. Wij bleven niet eerder staan dan toen wy den betrekkelijk vlakken grond aan den voet der stellte hadden bereikt. Toen zetten wy ons neer om wat te rusten, terwyl we allebei hijgden van de inspanning. „Ik heb je bewonderd," zei ik tegen Duare. „Je hebt je leven gewaagd om het mijne te redden. Je maèt een weinig van mij houden." „Misschien was ik slechts bang alleen te zullen achterblijven," zei ze. „Misschien was het niets anders dan egoïsme." „Dat geloof ik niet," wierp ik haar tegen. De waarheid was evenwel, dat ik het niet wilde gelooven. Een andere verklaring was my veel aangenamer! „In ieder geval hebben wy nu ontdekt," wie het pad langs die steilte gemaakt heeft," zei Duare. „En dat onze mooie vallei niet zoo veilig kan zijn als we dachten," vulde ik aan. „Maar het dier verliet de vallei en ging het bosch in," zei ze. „Daar leeft het waarschynlijk." „Het kan zijn, maar we zullen toch goed doen, voortdurend op onze hoede te zijn." „En nu heb je geen speer meer, en dat is een groot verlies, want het is door je speer, dat je nog in leven bent!" „Een eindje verder naar beneden," wees ik met mijn vinger, „bevindt zich een lang en smal bosch, dat de windingen van een rivier schijnt te volgen. Daar kunnen we materiaal vinden om een andere speer te maken — en ook water! Ik ben totaal uitgedroogd, zoo'n hevigen dorst heb ik."
„Ik ook,' zei Duare. „Én ik heb honger ook. Misschien kun je nog een anderen basto dooden." Ik lachte. „Dit keer zal ik voor jou ook een speer en een pijl en boog maken. Te oordeelen naar hetgeen je reeds gedaan hebt, schijn Je beter bastos te kunnen dooden dan ik." Langzaam wandelden wy over zacht gras van een bleekviolette kleur naar het bosch, dat ongeveer op een mijl afstand lag. Overal om ons heen groeiden bloemen. Er waren purperen bloemen en blauwe bloemen en bleek-gele bloemen; en hun bladeren waren al even zonderling en onaardsch als de bloemen zelf. Er waren bloemen en bladeren van een kleur, die geen naam heeft, kleuren zooals nog nooit een aardsch oog ze vóór my gezien had. Dergelijke dingen deden my de zonderlinge geïsoleerdheid van onze zintuigen begrypen. Ieder zintuig leeft in zyn eigen wereld, en hoewel het een geheel menschenleven met zyn medezintuigen waarneemt, weet het niets van hun wereld. Myn oogen zien een kleur; maar myn vingers, mijn ooren, mijn neus, myn smaak zullen die kleur nooit kennen. Ik kan ze zelfs niet eens zóó beschrijven, dat een van uw zintuigen ze zóó zullen zien, als ik ze zie, wanneer het een nieuwe kleur is, die u nog nooit hebt waargenomen. Evenmin kan ik op voldoende duidelyke wyze een geur of het aanvoelen vai* een of ander vreemd voorwerp beschrijven. Alleen maar door vergelyking zou ik u het landschap kunnen laten zien dat zich voor onze oogen uitstrekte, en er is niets in uw wereld, waarmee ik het zou kunnen vergelyken — de gloeiende mistbank vóór ons, de bleeke, zachte pastelkleuren van het veld en het bosch èn de verre, mistige bergen — geen diepe schaduwen en geen schelle lichten — vreemd en mooi en onheilspellend — verleidelijk, uitdagend, aantrekkelijk, steeds verlokkend tot verder onderzoek, tot nieuwe avonturen.... Overal om ons heen op de vlakte, die zich tusschen de steilte en de bergen uitstrekte, bevonden zich boomen, en onder hen liggend of grazend op het gras bevonden zich dieren, die geheel nieuw voor my waren, die ik nóch op Venus, nóch op aarde ooit had gezien. Dat er echter een groote verscheidenheid van soorten was, viel my direct op. Sommigen waren groot en log, anderen klein en lenig. Allemaal bevonden ze zich echter op tè grooten afstand dan dat ik ze in byzonderheden kon waarnemen; en daar was ik m&ar bly om, want ik vermoedde dat er onder die talrijke wilde dieren althans een aantal zou zyn, dat gevaarlyk voor den mensch was. Maar evenals alle dieren, behalve hongerige vleescheters en menschen, vertoonden zy geen neiging om ons aan te vallen zoo lang wij het hun niet lastig maakten of wy niet te dicht bij hen kwamen. „Ik zie, dat we hier geen honger behoeven te lijden," zei Duare. „Ik hoop, dat een paar van die kleine dieren goed zullen zijn om te eten," lachte ik. „Ik ben er zeker van, dat die groote daar onder dien boom verrukkelijk zal smaken; die een, die naar ons kijkt," zei Duare, en ze wees naar een kolossaal ruig dier, dat wel zoo groot was als een olifant. Duare had zeker gevoel voor humor! „Mogelijk denkt hy hetzelfde van ons," veronderstelde ik. „Daar komt-ie al." Het kolossale dier kwam naar ons toe. Het bosch bevond zich nog op een honderd meter afstand. „Zullen we vluchten?" vroeg Duare. „Ik ben bang, dat dit fataal zou zyn. Je moet weten, dat bijna ieder dier instinctief alles achtervolgt, wat voor hem wegloopt. Ik geloof, dat wy het beste doen door gewoon verder te loopen in de richting van het bosch, zonder ons buitensporig te haasten. Indien het dier niet harder gaat loopen, zullen wy de boomen vóór hem bereiken; indien wy er hard heen loopen, bestaat de kans, dat het ons inhaalt, want van alle schepselen schijnt de mensch de langzaamste te zyn." Terwijl wij doorliepen, wierpen wy onophoudelijk blikken achter ons naar het verschrikkelijke dier dat ons volgde. Het toonde echter geen enkel spoor van opwinding of overdreven haast; de groote passen die het nam verminderden den afstand tusschen ons evenwel voortdurend. Ik merkte dan ook, dat hij ons zou hebben ingehaald voordat wij het bosch bereikt zouden hebben. Ik voelde my met mijn speelgoedboog en kleine pijlen ., volslagen hulpeloos tegenover dezen torenhoogen berg van spieren! „Loop w t vlugger, als je kunt, Duare," zei ik.
- 8 -
•^--■r-^^' -
*_^—
:..,-.,.„.
rttyk.*,,^
-T»I»J»H.^IP1H-'W-^I. ■:.>...
■
m ,y r
jtf-v^
...
-
Ü
■
>!
K3SPN
f-
^ '
#
^^
■■m&. ■c*«S
f :A
•W^kß
AFBEELDN IN KLEUR MULTICOU PICTURE
mm^mmmm'.'•■'
Ze deed wat ik zei, maar na een paar stappen keek zij om. „Waarom kom je ook niet?" vroeg zij. „Vraag niets," viel ik uit, wat kortaf. „Doe wat ik je zeg." /.e bleef staan en wachtte op my. „Ik zal doen wat ik wil" zei ze; „en ik wil niet, dat je je weer voor my opoffert. Indien jy gedood wordt, wil ik met je gedood worden. En wees zoo goed er aan te denken, Carson Napier, dat ik de dochter ben van een jong en dat ik niet gewoon ben, dat iemand my beveelt." „Als ik geen dringender zaken aan de hand had, zou ik j€ een draai om je ooren geven," bromde ik. Ze keek me verschrikt aan; toen stampte zy met haar kleine voetje op den grond en begon te huilen. „Je durft alleen maar zoo tegen my op te treden, omdat er niemand is, die mij kan beschermen," pruilde ze. „Ik haat je Je je „Maar ik probeer je te beschermen, Duare; en je" maakt het alleen maar moeilyker voor my." „Ik wil niet beschermd worden; ik zou liever dood willen zijn. Het is eervoller dood te zyn, dan zoo te worden aangesproken — ik ben de dochter van een jong." „Ik geloof dat je dat al verscheidene keeren hebt eezead " antwoordde ik koel. ' Ze wierp haar hoofd in den nek en liep boos door, zonder me meer een blik waardig te keuren. Zelfs haar kleine schouders en rug lieten zi«i, dat zy woedend en in haar waardigheid be0 leedigd was. Ik had mijn boog in de eene hand, maar myn pylen liet ik in den ruwen koker, dien ik had gemaakt om ze over myn rechterschouder te kunnen dragen. Ik was verstandig genoeg om te begrypen, dat zy op dien hangen, pezigen berg geen andere uitwerking zouden hebben dan dat zy het dier woedend zouden maken. Nadat ik was blyven staan, kwam het beest langzamer, bijna behoedzaam nader. Twee kleine oogen, die ver van elkaar af stonden, keken my doordringend aan; twee groote ooren staken naar voren; snuivende neusgaten stonden wyd open. Nader kwam hy, nu zeer langzaam. Een beenige uitwas die van zyn snuit naar zyn hoofd liep, rees overeind tot hy zich aan myn verbaasde blikken voordeed als een rechtopstaande horen. Hy stond recht naar voren, in een hoek van vijf en veertig graden '— een verschrikkelyk aanvalswapen! Ik bewoog my niet. Myn ervaring met aardsche dieren had my geleerd, dat slechts weinige aanvallen als zy daartoe niet geprovoceerd worden, en ik zette myn leven op de kans, dat deze zelfde regel ook op Venus zou gelden. Maar er zyn andere provocaties dan die welke vrees of woede opwekken; een zeer krachtige byvoorbeeld is honger. Dit dier leek my echter een planteneter te zyn, en ik hoopte maar, dat ik my daarin niet vergiste. Maar ik kon den basto niet vergeten; die leek eenigszins op een Amerikaanschen bison, en tóch was hij een vleeschetcr. Dichter en dichter naderde het zonderlinge dier — langzaam heel langzaam, alsof hy niet goed durfde en twyfelde. Als een levende berg torende hy voor my op. Ik voelde zyn heeten adem
op myn zoo goed als naakte lichaam, maar nog beter róók ik zyn adem — den zoetigen, weinig offensieven adem van den graseter. Myn hoop nam toe. Het dier stak zyn snuit naar my toe; een dof gerommel steeg op uit zyn spelonkachtige borst; de verschrikkelyke horen raakte my aan; toen voelde ik den koelen, natten snuit. Het beest besnuffelde my. Langzaam ging de horen naar beneden. Plotseling, een soort gegrom hooren latend, draaide het zich om en galoppeerde weg, ,zyn staart recht de hoogte in en allerlei bokkesprongen makend, zooals ik het vaak een jongen stier had zien doen. Het was een zonderling schouwspel — als een stoomlocomotief die koorddanste. Ik begon te lachen, mogelyk wel wat zenuwachtig, want myn knieën waren plotseling heel zwak en beveng geworden. Indien ik niet in werkelykheid vlak bij den dood was geweest, dan had ik het toch in ieder geval gedacht. " Toen ik my omkeerde en naar het bosch liep, zag ik dat Duare daar naar my stond te kyken, en toen ik haar genaderd was, ontdekte ik, daf zy beefde en haar oogen groot waren van angst. „Je bent erg dapper," zei ze. Haar boosheid scheen verdwenen. „Ik weet dat je zoo bent blyven staan opdat ik gelegenheid had om te vluchten." „Ik kon werkelyk niet veel anders doen," verzekerde ik haar. „En nu dat achter den rug is, laten we nu zien of wij iets te eten kunnen vinden — iets dat wat kleiner is dan die berg van biefstuk en roastbeef. Ik geloof, dat wy het bosch moeten ingaan tot wy by de nyier komen, die er door stroomt. Misschien vinden wy een drinkplaats of een doorwaadbare plek, waar de dieren gewoon zyn te komen." „Er zyn verscheidene dieren daar op de vlakte, die klein zijn," zei Duare. „Waarom ga je daar niet jagen?" „Er zyn wel genoeg dieren, maar niet genoeg boomen," antwoordde ik lachend. „Misschien hebben we boomen noodig als we gaan jagen. Ik weet niet genoeg van de dieren hier om onnoodige risico's te loopen!" We gingen het bosch in en liepen onder de teergekleurde bladeren en tusschen de zonderling gevormde stammen met hun lakachtigen glans van witte en roode en gele en blauwe kleuren. Even later ontdekten wy een kleine rivier, die rustig voortstroomde tusschen haar violette oevers en tegelykertijd ontdekte ik een klein dier dat stond te drinken. Het was ongeveer zoo groot als een geit, maar het leek niet op een geit. Zyn scherpgepunte ooren waren voortdurend in beweging, alsof het onafgebroken bedacht was op het minste of geringste gevaar; zyn staart met een kwastje onderaan zwiepte nerveus heen en weer. Een ring van korte horens omgaf zyn nek, precies daar, waar de kop eindigde. Ze wezen eenigszins naar voren. Er moeten er minstens een dozyn geweest zyn. Ik begreep eerst niet wat voor doel zy konden hebben, tot ik my opeens de vere herinnerde, aan welks verschrikkelyken muil ik zoojuist ontsnapt was. Die halsband van korte horens moest stellig wel ieder dier hebben afgeschrikt dat gewoon was, zijn prooi heel in te slikken! Voorzichtig duwde ik Duare achter een boom en kroop naar voren, een pyl op myn boog zettend. Toen ik mij gereed maakte om te schieten, hief het dier zyn kop op en draaide zich zelf om. Waarschijnlyk had het mij gehoord. Ik was achter hem naar hem toegekropen, maar doordat hij van stand veranderd was, had hij nu zyn linkerzy naar my toegekeerd en ik schoot myn eersten pyl precies in zyn hart. Even later kampeerden wij naast de rivier en dineerden smakelyk met sappige coteletten, heerlyke vruchten en het heldere water uit den kleinen stroom. De omgeving, waarin wy ons bevonden, was een idylle gelyk. Vreemde vogels zongen boven onze hoofden, viervoeters, die in boomen leefden, zwaaiden zich tusschen de takken heen en weer en brachten onderwijl zangerige, melodieuze geluiden voort. „Het is hier prachtig," zei Duare droomerig. „Ik wou, dat ik niet de dochter van een jong was." HOOFDSTUK ZEVEN. Het sombere kasteel. Wy betreurden het allebei, dat wy die heerlyke plek verlaten moesten, en zoo bleven wy er twee heele dagen treuzelen terwyl ik wapens maakte voor Duare en een nieuwen speer voor myzelf. Ik had een klein platform ingericht in een boom, die over de rivier groeide, en daar waren wy des nachts tamelyk veilig voor roofdieren, terwyl de zachte muziek van het kabbelende water ons in slaap zong — een slaap, die soms plotseling onderbroken werd door het woedende gebrul van op roof uitzynde dieren of door de kreten van hun slachtoffers, terwijl het verwyderde loeien en blaffen van de groote kudden op de vlakte een harmonieuze begeleiding vormde van dit primitieve leven. Het was onze laatste avond aan de rivier. Wy zaten op ons platform en keken naar de visschen, die in en uit het water beneden ons sprongen. „Ik zou hier voor altyd gelukkig kunnen zyn, — met jou, Duare," zei ik. (Wordt vervolgd).
d Tauber en zijn verloofde Diane Napier, zooals zij optreden in de Nova-film „Zijn hartewensch".
fe^l^Oaaa^fe.--. .^
, ....^.^a:...^-..-.. .-... ^.
^-^
-■■^ u-^
■" ---,•'•- :,,-■-..■.-:..
-^-^^r^?«T---?r|^?5^WR^^
mBTcmRCRi/' ■yri:V:-.:\
e
een complee vernaa
v^;^-.;
3 i.\ ;■ ■>
Lvarez
Notty ontkende alles. Haar moeder was al zeven jaar dood. Zij noch haar moeder hadden ooit in de buurt van Coliston Streetgewoond.Ze had een kamer samen met een vriendin op Haverford Terrace. De vriendin was ziek en ze was op weg naar huis met medicijnen, die ze gehaald had. Ze had het fleschje bij zich. Ze was vvinkeljuffrouw, deelde ze verder mee in een sigarenzaak op Tottenham Court Road. _U kunt me niet vasthouden," eindigde ze, bijna huilend. .Ik heb dien man nooit eerder gezien! Welk bewijs is er, dat zijn heele verhaal geen verzinsel is ? En dat is het . . . ."
i. schien ook nog Dresden en München." kousen en grijze pumps met hooge n met naar Het was een warme dag, de zee Londen? Ü behoort hakken aan, passeerde de beide manT "^ Londen was kalm en het promenadete^ zien, voor u naar de States nen. Naast haar liep een kleine, ge dek van de pas uit xMew New York teruggaat. ' zette man met donkere, schitterend< schitterende „Gaat a naar Londen, Mr. Sturge ? vertrokken mailboot was stampvol pasoogen en een klein, zwart snorretje. De Ja." sagiers, die heen en weer wandelden — vrouw, die omstreeks de dertig moest „Waarom reist u dan met een lachend, pratend, gesticuleerend — of zijn, was slank en lenig en buitengeFransche boot, die Engeland niet aanalleen maar lui in hun dekstoelen zaten, woon mooi, ofschoon er een ontevreden doet ?" zich koesterend in de milde Junizon, uitdrukking op haar gezicht lag. Ze „Ik ben achter kopij aan. Eerst kennismakend met hun medereizigers, had donker; krullend haar, donkerin Fransch, of Engelsch herinneringen Parijs, dan Londen." blauwe oogen, fijne gelaatstrekken en „U zult zeker blij zijn, als u in Lonuitwisselend aan vroegere reizen en het kunstmatige rood van haar lippen den terug bent ?" andere schepen. contrasteerde opvallend met de matte Sturge knikte bevestigend. Een slanke man, met een marmer, „sunburn"-teint van haar wangen. Ze „Zeker. New York is prachtig, gladgeschoren gezicht met scherpe trekhad een air, alsof ze zich verheven Chicago is prachtig, Parijs is prachtig, ken en een schildpadden bril op, die voelde boven alle anderen aan boord, maar Londen geeft je wat geen andere ook in een der dekstoelen zat, monhet laatdunkend air van iemand, die stad ter wereld geven kan." sterde met een ernstige gelaatsuitdrukzich wel bewust is van zijn rijkdom, „Romantiek," vulde Temperley aan, macht en geboorte, iemand, die weet, king de voorbijwandelende passagiers: „avontuur, roem. Ja, dat is Londen. Als mannen, vrouwen en kinderen, alsof hij dat elk van zijn wenschen bevredigd hun karakters poogde te analyseeren, Je in Londen succes hebt, ligt de wereld kan worden. voor je open." Met een lachje dansend of in elk geval hun nationaliteit proNeem nu eens die jonge vrouw in in zijn oogen keerde hij zich naar beerde vast te stellen. het grijs daar," hernam Temperley, Sturge toe. Sturge, de journalist, liep op hem toe. „wat weet die van het werkelijke leven ? „Hoe komt u er eigenlijk bij, dat Ze is rijk, ze is nog jong, ze is een „Mr. Temperley!" schoonheid. Geen vrouw, die niet uit De man met den schildpadden bril ik nooit in Londen zou zijn geweest?" vervolgde hij na een korte pauze. keek op. een gefortuneerd, aanzienlijk milieu De journalist haalde de schouders op. „Ik geloof niet " begon hij. Zijn stamt, heeft deze ondefinieerbare sfeer, „Dat kan ik zoo niet zeggen. Misvoorhoofd trok in rimpels. als ik het zoo noemen mag, om zich heen. Voor mijn gevoel is ze een verSturge glimlachte en noemde zijn schien, omdat ik er nooit iets van gehoord of gelezen heb." Hij lachte. „Dus naam. persoonlijking van Fransche aristocratie." „Ik heb een trip door de Vereenigde u kent Londen?" ,lk ken Londen misschien net zoo Staten gemaakt voor de Londensche ,Wees voorbereid op een schok. Mr. ,Daily Messenger". Ik heb u een paar &0^d als u- Ik ker} het Londen van de Temperley," lachte Sturge. „Om te 'be maa naanden geleden ontmoet in Boston, achterbuurten opzij van Edgware Road, ginnen is die jonge vrouw niet méér Fransch dan u of ik. Ze is een EngelMr. Temperley, op een tentoonstelling en de winkeltjes van gebakken visch, de pandjeshuizen, de koffiestalletjes, die sehe. Dat wil zeggen, wettelijk gesprovan uw schilderijen." s nachts open zijn. Ik ken Soho en de ken is ze nu Fran^aise, door haar „Wel ja, dat is ook zoo," riep Temperley uit. Hij maakte aanstalten om schafthuizen van Greek Street. Ik weet huwelijk met een Franschman. Ze is wat het zeggen wil zonder een cent in overeind te komen, maar Sturge weerrijk, ongetwijfeld, maar ik heb reden je zak in Londen rond te loopen." hield hem. om aan te nemen, dat ze voor haar „Dus u bent niet een van die be„Blijft u rustig zitten," zei hij en liet huwelijk een balletmeisje was of iets van zich in den lecgen stoel naast den ander genadigde stervelingen, die nooit ardien aard. In ieder geval is ze van moede hebben gekend?" vroeg Sturge. vallen. „Op weg naar Parijs?" zeer nederige afkomst, al moet ze een „O hemel, neen," zei Temperley. „Inderdaad. En verder Florence. Misaangeboren aanleg voor „high life" „Mijn vrouw en ik kunnen u geschiedehebben!" nissen uit onze pas getrouwde dagen „Hoe weet u dat in vredesnaam alleln (7N 11 'Q— c -+ TJ Londen vertellen, waarvan u de maal ?" riep Temperley verbaasd uit. UOiiy OOUWmeeoier haren ten berge zouden rijzen!" Hij „Wij krantenmenschen hooren een tipte de asch van zijn sigaar en glimOe ihans op onse voorplaat afgeheelcboel en onze menschenkennis beelde film-actrice, Dolly Bouwmeeslachte in zichzelf. „Sommigen van de voegt de losse stukken aan -elkaar.'" ter, vertolkt eenbelangrijke rol inde millionnairs, die wc hier aan boord „Als u gelijk hebt, moet ze geweldig ^Ncderlandsche tlfn-toonfiim „Tientje hebben, filmmagnaten, petroleum-, kapienter zijn." peiers, poste restante". Toen de tlfa toen- en staalkoningen of hun vrouwen. „Voor een Engelsch meisje zeker." haar voor deae rolprent engageerde, zouden geamuseerd of verbaasd zijn, „U praat als of Engelsche vrouwen speelde xij juist in de Souwmeesterals ze begrip hadden van de doodsniet intelligent zijn. De meest gewiekste Kevue. Oolly sei de revue vaarwel angsten, die wc uitstonden, als we door vrouw, die ik ooit in mijn leven onten vertrok naar oerlijn, waar ze zoode vrees voor den honger benauwd moet heb, was een Engelsche. Ze was veel succes Qogsite, dat men haar werden I" een groote flimtoekomst voorspelde. Sturge grinnikte. Tiex was echter niet de eersie maal, dal ze voor de camera stond, want „U bent toch niet zoo naïef, om te in de £oel C. Barnstijn-film .,©e familie meenen, dat die menschen hun heele SIGAREN van mijn vrouw" vervulde ze evenleven in het geld gezwommen hebben ?" eens een belangrijke rol. Ook voor de „Misschien niet," meende Temperley. tooneelliefhebbersis ©ollygeen onbe'sMorgens, „Maar een deel van hen zéker." kende, want het vorige seizoen trad ze op bij „Oe Tlagespelers" in „Verdrief 's Middags, IL gaat voorbij", Zooais men ziet is deze temperamentvolle actrice een allround Een jonge vrouw, in een grijs mantel's Avon ds. artiste, en ongetwijfeld zullen we haar pak met een rose zijden das om haar nog vaak in de film ofop het tooneel hals en een rose baret op, grijs-zijden kunnen bewonderen.
CWJvo^
|-L^UYVXX7
„De ware dichter schrijft niet voor geld of roem," zegt een criticus. „Hij doet het omdat hij eenvoudig niet anders kan." — In vele gevallen is dat geen excuus! „Als er iets gebeurt, dat u buiten uzelf brengt, verlies dan uw zelfbeheersching niet, maar tel tot tien," lezen wij. — Boksers kunnen dit gevoeglijk aan den scheidsrechter overlaten. „Let op. Jan! Motorpolitie om je snelheid te contro11.* eeren!
■ ' m, i
.f,,,,,!/.., ...«na....,- ,
„Ik geef dit stuk een week," schreef onlangs een tooneel-recensent. — Hij' vermeldde er niet bij hoe lang hij den auteur nog gaf!
.Wat voor een scheerkwast, rap pie \ r
I
Een architect voorspelt, dat het niet lang zal duren of alle lantaarnpalen zullen verdwenen zijn. — Er is reeds een protestvergadering gehouden van laat huiswaarts keerende fuifnummers. „Gewoonlijk is er wel degelijk een reden waarom een man niet kan leeren dansen," zegt een instructeur. — Dikwijls zijn er zelfs twee redenen: zijn voeten I
„Jammer, kerel, maar ik vrees, dat ik je niets kan leenen. Ik kan Jat kar ~ iin op 't oogenblik zelf maar net mijr hoofd boven water houdenl
„Ik vroeg alleen of er iemand op 't tooneel wil komen een aart yjt een k kaart uit dit d' pakje te halen. U heelt nergens , . .. i" bang voor te zijnl'
om Ti
„Als men naar een verkooping gaat, moet men goed wakker zijn," waarschuwt een afslager. — Inderdaad hoorden wij onlangs van een kennis, die zich bij een dergelijke gelegenheid wat slaperig gevoeld had en een gipsen voorstelling van de drie gratiën, benevens een rieten maatpop te danken had aan zijn knikkebollen.
- 13 -
- 12 ~—.-..*. ■ ■,'„.,. i..„»—^—^ .
;-■
U
--..M^M^aMMri
?™**m<mmmmmmm
"""■""
'
Onlangs las ik, dat de burgemeester van New York. die niet met zich laat spotten, en het geboefte niet met glacé-handschoentjes wenscht aangepakt te zien, den agenten, welke ond?r zijn beheer staan, van een heel ander soort handbedekking ' gaat voorzien, electrische handschoenen. Als ze je daar mee aanpakken, dan krijg je een schok, waardoor er zelfs bij den ergsten gangster geen gang meer in blijft zitten. Een „splendid" idee. Die Amerikanen zijn toch maar kerels. Als ze nou hun dollar maar weer op ƒ 2.50 brachten, een millioentje of twintig, vijf en twintig, meer bloembollen en anderszins van ons kochten, dan waren we aardig op weg om aan hun kant en aan dezen kant den boel in het rechte spoor te brengen. Het is wel een beetje ergerlijk, dat ze met die kleinigheden zoo lang wachten. Doch jullie begrijpt, dat ik daarover ditmaal niet alleen wilde praten. Die electrische handschoentjes van de New Yorksche schokkissen (van smerissen kan zeker niet meer gesproken worden in verband met de ordebewaarders in Nieuw Amsterdam aangezien ze 'm niet langer smeren, maar wel electrisch schokken) brachten me op het idee. dat die uitvinders op electrisch gebied toch eigenlijk nog langzaam zijn. Ik zal probeeren ons Weekblad, het Weekblad, een schokje te geven. Om bij de politie te blijven. Ze vertellen, dat in een academiestad, niet ver van de plaats, waar ons blad. om zoo maar , ereis te zeggen, elke week opnieuw geboren wordt, de studentjes 's avonds na twaalf uur. uit pure brooddronkenheid (het brood dan gedoopt in een welbekend Schiedamsch product) den euvelen moed hebben, om de klabakken, of dewel hoofdbedeksels der municipale ordebewaarders af te slaan. Een goed Leidsch agent, bezorgt dit ergernis, de stad heeft extra kosten, wanneer ze dit soort boosdoeners elke maal weer „opbrengen": En het zou telkens weer moeten gebeuren. Als de gemeenteraad eenmaal het geld hielp opbrengen voor de aanschaffing van met electriciteit geladen helmen, uit was het dan met de pret (is het niet ergerlijk, dat je zoo iets nog pret moet noemen) en geen studentje zou zich meer vergrijpen aan de hoofdbedekking van een agent. Dronken zouden ze niet langer meer zijn, want niets ontnuchterd zoo als een fiksche schok! Een andere mogelijkheid. M'n vrouw en met haar honderdduizenden andere vrouwen klagen er steen en been over, dat'de ..bel niet stilstaat". Den heelen dag door wordt er aan getrokken door menschen, die ons met hun diensten gelukkig willen maken. Ik heb over dit onderwerp vroeger wel ereis geprutteld. Heeren uitvinders, maakt een bel met een knop, die electrische schokken en geen electrisch getingel veroorzaakt, uit is het dan met een deel der ellende der Nederlandsche en andere huisvrouwen. Want zoo'n bel kan een prachtig exportartikel worden. D'r zijn nog vele andere mogelijkheden, waaraan, blijkbaar uit ergerlijke nalatigheid niet wordt gedacht. Een wil ik er nog noemen. Een middel tegen menschen, die boeken leenen en ze niet teruggeven. Een electrisch apparaatje in zoo'n boek, ingesteld b.v. op 'n week. Na afloop van dien tijd krijgt de man of de vrouw, die „vergat" het boek terug te geven een schok.... Enfin de rest begrijpen jullie wel. PETRUS PRUTTELAAR. ^.-^^^^,.,,.,,^..,..^,.,,.,:...-A»-- M
, ,„,. _..^. _.
- .
winkeljuffrouw in een sigarenzaak in Tottenham Court Road. Ik kende haar goed." „Dat is natuurlijk een interessante geschiedenis! Vertelt u alstublieft. Mijn journalistenneus ruikt kopij." „Er valt niet veel te vertellen." „In Tottenham Court Road, zegt u?" moedigde Sturge aan. „Ja. In Noordelijke richting gerekend, links. Ik kocht daar altijd sigaretten, op mijn weg naar huis. Het was een mooi meisje, met goudblond haar, heel jong, een jaar of achttien, en met een eigenaardige, bekoorlijke, gesluierde stem. Ze praatte vaak met me over New York. Ze was moe van Londen, vertelde ze. Welnu, ik ook — evenals mijn vrouw." „Op uw weg naar huis ? Als de vraag niet onbescheiden is — —" ,.Absoluut niet. Mijn vrouw en ik hadden een kamer — één kamer — aan den anderen kant van Euston Road — en we hadden geen geld." „Heelemaal niet ?" „Zoo ongeveer niets. En geen crediet. En dat „ongeveer niets" was juist tot „heelemaal niets" gereduceerd, zoodat we dé wanhoop nabij waren, toen een oude Schot, die in Califomië fortuin had gemaakt, mij opdroeg het portret van zijn vrouw te schilderen. Het was niet het soort werk, waarop ik erg gebrand was, maar ik kon me de luxe niet permitteeren een kans om vijftig pond te verdienen, te laten loopen." „Alweer een onbescheiden vraag," viel (Bturge in. „Waarom was u er niet erg op gebrand ?" „Zijn vrouw was al vijfentwintig jaar dood en ik moest haar portret schilderen naar een verbleekte foto uit de tachtiger jaren. Hij zei, dat ze een mooie vrouw was geweest, maar op de foto was daar niet veel van te merken, zoodat het een allesbehalve gemakkelijk karwei was. Maar het slot was, dat hij meer dan tevreden was, zooals het was uitgevallen en toen ik het afgeleverd had, vroeg hij mij met hem te gaan dineeren. Bij het afscheid gaf hij me precies tweemaal zooveel als overeengekomen was — zóó in zijn schik was hij. Honderd pond kreeg ik! U kunt zich voorstellen, hoe ik mij voelde." „Ja, daar is niet veel fantasie voor noodig," lachte Sturge. „Ik liep als op wolken," ging Tcmperley voort. „Ik was letterlijk dronken, niet van den wijn, dien ik aan tafel had gehad, maar omdat mijn vrouw en ik nu naar New York terug konden. Den volgenden dag nam ik me voor, zou ik direct passage nemen. Ik ging een rustige zijstraat in, met donkere, gesloten winkels aan twee kanten, en zag een groepje van drie menschen onder een straatlantaarn staan. Een van hen was een politieagent, de andere een grof en zwaargebouwd man met een weerzinwekkend, misdadig gezicht — de derde persoon was een meisje in een langen, donkeren mantel. Ik zou voorbijgeloopen zijn, als het meisje mij niet bij mijn naam had aangeroepen." „Mr. Temperley," zei ze, „blijft u alstublieft een oogenblikje staan." Ik voldeed aan het verzoek en her-
■■-
,.■',:
FIL.M STERRE M "ABC 10^
20 YANKEES
De goedkoopst« AMERIKAANSCHE IMPORT SIGARETTEN van prima kwaliteit Imp.: ALVANA . DEN HAAG
kende het meisje uit den sigarenwinkel, „Mr. Temperley," vervolgde ze, „zegt u alstublieft tegen hen wie ik ben." „U bent Miss Beaufort," zei ik, „Miss Netty Beaufort." „Zie je wel!" riep het meisje triomfantelijk uit. „Het is een leugen," verklaarde de man met het gemeene gezicht — een gemeener tronie dan ik ooit daarvoor of daarna gezien heb — „een vervloekte, weloverwogen leugen." Ik had geen lust met hem in discussie te treden en zei alleen maar: „,Zeg dat nog eens en je kunt een opstopper tegen je neus krijgen!" De bedreiging scheen den kerel te intimideeren. Op een veel minder hoogen toon zei hij: „Als ze tegen u zei, dat haar naam Beaufort was, waarom vertelde ze mij dan, dat ze Warren heette ?" „Maar dat heb ik niet gezegd," protesteerde het meisje. „Zóó, hèb je dat niet gezegd!" klonk het schamper. „Straks zul je me waarschijnlijk ook nog vertellen, dat je geen geld van mij gestolen hebt." „Dat heb ik ook niet," antwoordde het meisje fel. „Hoe kan ik geld van u gestolen hebben, als ik u nooit te voren gezien heb ? Ik wil naar huis ..." „Dat gaat u ook," troostte ik haar. Maar de politieagent maakte bezwaar. Hij zei, dat hij bang was, dat ze niet naar huis kon gaan, nu nog niet ten minste. Daarop deed het meisje haar verhaal: „Hij kwam me in de straat tegen, Mr. Temperley, pakte mij bij den arm en beschuldigde mij, geld van hem te hebben gestolen. Ik heb hem nooit van mijn leven gezien." Zoo langzamerhand hadden zich een man of twintig om ons groepje verzameld, meest leegloopers, die er . niet al te gunstig uitzagen, en aangezien ik honderd pond in mijn zak had, was ik blij, dat de politieagent er bij was. „Agent;" zei ik, „ik ken deze jongedame al ongeveer acht maanden — ik (Uervolg op pagina 21)
GERMANIA
PAOLIERI
LINDA PARKER
is in Italië geboren en heeft haar opvoeding in de onmiddellijke omgeving van Parijs genoten. Na haar eindexamen aan de tooneelschool kreeg zij een gunstig filmengagement te Rome aangeboden en na eenigen lijd vervulde zij reeds belangrijke rollen in Fransche en Italiaansche films. In verscheidene rolprenten speelde zij te zamen met haar beroemden landgenoot Ennio Cerlesi.
■
"■-^- -
-aaaüü&i
werd te Cambridge. Massachusetts, geboren. Haar ouders zonden haar naar Engeland om haar opvoeding te voltooien. Op de terugreis naar Amerika bleef zij nog een jaar in Zwitserland om de Fransche taal te bestudecren. In Californie begon zij haar loopbaan bij de Laguna Beach Community Players. Reeds spoedig kreeg zij een langdurig filmcontract aangeboden. Zij speelde o.a. een belangrijke rol in de Paramountfilm ..Kiss and make up".
LEE PARRY CECILIA PARKER
DITA
is den 26sten April te Fort William. Canada, geboren. Zij begon haar artistieke loopbaan als danseresje, doch dit beroep bevredigde haar niet en daarom probeerde zij haar geluk bij de film. Het duurde echter eenigen tijd voordat men haar filmtalent ontdekte. Voor de Fox speelde zij in ..The rainbow trail" en ..Mystery ranche". Thans is lij bij de Metro-Goldwyn-Mayer geëngageerd. In de film ..De bonte sluier" stelt zij de zuster van Greta Garbo voor.
PARLOS
ware naam Is Gerda Kornstedt en zij werd .den Hden September te Stettin geboren. Zij doorliep het gymnasium te Berlijn en begon daarna haar artistieke loopbaan als danseres en gymnastiekleerares. Zij bezocht tevens de toenmalige filmschool der Ufa en vervulde een kleine rol in ..Geheimnisse des Orients". In Amerika trad Dita op voor Warner Bros en MetroGoldwyn-Mayer. Teruggekeerd in Duitschland speelde zij o.a. in „Melodie des Herzens". ..Tropennächte" en ..Blonde Ware". Zij filmt thans nog maar zelden.
aanschouwde den 27sten Januari te München het levenslicht. Haar vader was de bekende tenor Jose Benz en hierdoor kwatn Lee reeds vroeg met de theaterwereld io aanraking. In München stond zij voor 't eerst voor het voetlicht. Richard Eichberg, met wien zij later in 't huwelijk trad, doch van wlen zij zich wederom liet scheiden, ontdekte haar filmtalent. Een van haar eerste films was ..Monna Vanna". Haar laatste films zijn: ,,Liebe auf den ersten Ton" en „Het ABC der liefde". Zij is kortgeleden met Dr. Lossberg in het huwelijk getreden.
PAT PATERSON. JEAN PARKER is den Uden Augustus te Deer Lodge, Montana in Amerika geboren. Zij genoot haar opleiding in de Nuttect School en blonk toen reeds in vele takken van sport uit. Op de Olympische Spelen te Los Angeles zegevierde zij in een zwemnummer. waardoor haar foto verscheen in vele Amcrikaansche dagbladen. Regisseur Irving Thalberg ontdekte haar voor de film en na een geslaagde proefopname debuteerde zij in ..Divorce in the family". Haar meest recente films zijn: ..Dame voor een dag". ..Little woman' en ..Sequoia". Zij heeft thans een langdurig contract bij de Metro-Goldwyn-Mayer aanvaard.
DANIELE PAROLA. Deze Fransche actrice werd den 275ten^ Maart te Parijs geboren. Terwijl zij zich in Duitschland ophield, werd zij ontdekt door Carl Froellch. die haar een belangrijke rol toevertrouwde in zijn film ,.Mitternachtsliebe". Hierna speelde zij in de Fransche versie van ,.F.P. 1 antwortet nicht" en ..Zigcunerbaron". In Hollywood speelde zij voor Metro-Goldwyn-Mayer in de Fransche versie van ..Lustige Witwe". Tot haar films behooren: .LInconstante" en ..Dans une lie perdue".
Zij werd den 7dcn April te Bradford, Engeland, geboren. Haar vader, een bekend wolfabrikant, was er zeer op tegen, dat zij aan 't tooneel zou gaan. Zij liep daarom van huis weg en sloot zich bij een reizend tooneelgezelschap aan. Een Londensch productieleider hoorde haar zingen voor de radio en bood haar terstond een contract aan. In Engeland speelde rij o.a. in de films ..The right to love" en ..Bitter sweet". In 1933 ging Pat naar Amerika, waar rij bij de FOJ: geëngageerd, werd om de hoofdrol te vervullen in ..Bottoms up". Zij is getrouwd met den Franschen filmacteur Charles Boyer.
— 15 —
- 14 ■
is de dochter van een dokter. Zij werd te Brooklyn geboren en bracht haar prille jeugd grootendeels door met reizen. Zij bezocht een lyceum te New York en later eveneens de tooneelschool. Haar filmdebuut was een klein rolletje bij de Metro-Goldwyn-Mayer. Zij filmt thans veel en heeft een groote toekomst voor zich.
^^j^'^^faüaaaih^^^a
^^■^v.
^
i
i
-•L••^N■ÜM.,"?'^'. -.-":-'1 "^J-l,-:-.-:j-1^--.. ■
<
: ■, -^fPi^
i
Remaco-film. Rolverdeeling:
, MetroGoldwyn-Mayer-film. Regie: William K. Howard. Rolverdeeling: Vanessa Helen Hayes Ellis Otto Kruger Barney Henry Stephenson Judith ....> May Robson Adam .....;. Lewis Stone Benjie Robert Montgomery Marion Agnes Anderson.
Kathryn Phillips Karen Morley. Ray Phillips Edward Arnold. Bobby Phillips Frankie Thomas. Howard Benson Robert Shayne. Kleine Bobby is het kind van ouders, wier liefde voor elkaar veranderd is in onverschilligheid. Wat in 200'n geval vaak gebeut, gebeurt ook hier, Bobby's moeder gaat van een anderen man houden! Zij scheidt van Bobby's vader en trouwt met dien anderen man. De rechtbank beslist, dat Bobby acht maanden van het jaar bij zijn moeder èn de overige vier bij zijn vader zal doorbrengen. Het kind vindt het echter zóó vreeselijk, dat zijn moeder met een anderen man — hoewel deze heel vriendelijk voor hem is — getrouwd is, dat hij, als hij naar zijn vader gaat, zijn moeder in de overtuiging achterlaat, dat hij zich bij haar nooit gelukkig zal voelen! Bij zijn vader, zijn besten vriend, is hij een tijdlang volmaakt gelukkig, totdat een jonge vrouw haar intrede in het huis doet. Zij zal binnenkort Bobby's stiefmoeder worden. Deze schok is te groot voor den jongen en hij wordt gevaarlijk ziek. De dokter deelt den beiden ouders mede, wat de diepere oorzaak van deze ziekte is, en dat zij het kind niet zoo tusschen elkaar „verdeelen" moeten, willen zij het in gezondheid groot zien worden. In de zelfzucht van hun nieuwe liefden, waarbij voor Bobby geen plaats meer is, besluiten de ouders dan. Bobby naar een internaat te zenden. Als ze echter na eenigen tijd een bezoek aan de school brengen komen ze tot het inzicht, dat ze Bobby het slachtoffer hebben laten worden van hun mislukte huwelijk. Ze hoeren namelijk ongezien een gesprek tusschen Bobby en een anderen tongen, waarin de eerste zich bitter over ouders en ouderliefde uitlaat. Voor de moeder is het dan echter te laat om haar kind de kwelling van nog een tweeden vader te besparen. Voor den vader echter nog niet en hij besluit ter wille vam zijn jongen van het nieuwe geluk, dat hem wacht, afstand te doen en slechts voor Bobby te leven.
Vanessa en Benjie houden veel van elkander, doch door een misverstand raken ze uit elkaar en trouwen ze beiden met een ander, die natuurlijk de verkeerde is! Benjie trouwt met de zuster van den waard eener herberg, waar hij zich in een wanhopige bui eens bedronken heeft, en Vanessa met een veel ouderen, rijken man. Eerst als het te laat is, zien ze hun vergissing in. Gedurende langen tijd ontmoeten ze elkaar niet, doch dan kruisen hun wegen zich weer toevallig. Het blijkt dan, dan Benjie door zijn vrouw verlaten is, terwijl hij in Egypte voor Engeland gestreden heeft, en daar een arm heeft verloren. Hun liefde is nog steeds even diep en Benjie smeekt Vanessa haar man in den steek te laten en met hem te vluchten. Doch bij Vanessa wint het plichtsbesef het van de liefde: zij kan haar echtgenoot, die oud en ziekelijk is geworden, nu niet alleen laten en ze weigert daarom aan Benjie's smeekingen gehoor te geven. Ellis, Vanessa's man, verrast hen echter bij dit onderhoud, dat van Benjie's kant nogal vurig gevoerd wordt en is zoo verontwaardigd, dat hij hen beiden het huis uitjaagt. Ze brengen nu samen eenige gelukkige dagen door in hun geboortestreek, waar ze heengegaan zijn, totdat het bericht komt, dat Ellis stervende is. Vanessa gaat dan onmiddellijk naar huis terug en vindt haar man heel zwak en — misschien daardoor? — vergevensgezind. Zij wijdt zich nu geheel aan zijn verpleging en-bant iedere gedachte aan Benjie uit haar hoofd om Ellis, die haar met hart en ziel liefheeft, zijn laatste dagen zoo licht mogelijk te maken. Gelukkig slaagt ze hierin. De dood is echter onverbiddelijk en na korten tijd eischt hij Ellis op. Dan is Vanessa's taak vervult, en kan zij de roepstem, van haar hart volgen en Benjie's liefde in volledige overgave vervullen.
1. Edward Arnold en Frankie Thomas. — 2. Karen Morley en Frankie Thomas. — 3. Edward Arnold en Karen Morley.
1. Lewis Stone en Robert Montgomery. — 2. Robert Montgomery en Helen Hayes. — 3 May Robson en Helen Hayes.
._:
■—^~
'hs
- . ■ ■.
'
-:
.
,
:
■-
'■
■
^-
■
'
■^^.v^:,.-.^- .
.■ -
'.
■
^_
v
"^w^wmmmmmm^m
^^^^^■^^"■^^
■
AH© h®t lowon ®®n üipSsDmmf
riieUVAP uUde «~«
IDA RUBINSTEIN, Te New York zal ,,Faust" als kleurenfilm worden opgenomen. Onder regie van John Ford speelt Katharine Hepburn de titelrol in de R.K.O. Radio-film „Mary of Scotland". Adele Sandrock is geëngageerd voor de Mondial-film ,,Rendez-vous in Weenen". Deze rolprent zal door Viktor Jansen in scène worden gezet. Anny Ondra speelt de vrouwelijke hoofdKATHARINE HEPBURN rol in ,,Donogoo Tonca", welke onder regie van Reinhold Schünzel wordt opgenomen. Shirley Temple zal dit seizoen vier nieuwe rollen in Fox-films spelen. Deze films zijn getiteld „Littlest rebel", „Captain January", „Betsy takes air" en „Poor little rich girl". Douglas Fairbanks Jr. en Elissa Landi vervullen de hoofdrollen in de Criterionproductie „The amateur gentleman". Onder regie van Arthur Woods vertolken Charles Buddy Rogers en Mary Brian de belangrijkste rollen in de Br. I.P.-film „Once in a million". ELISSA LANDI Leslie Banks, Geraldine Fitzgerald en David Home spelen in „White man's honour". De buitenopnamen worden in Afrika gemaakt. George Arliss is geëngageerd voor de Gaumont British-film „The mind of Mr. Reeder".
DE VROUWELIJKE MAECENAS n het Parijs van een vijf en twintig jaar g-eleden, (Jat beschavingsbrandpunt van het vooroorloogsch Europa, openbaarde zich aan het meest geblaseerde en cosmopolitische publiek dat men zich denken kan, een danseres, een mime en declamatrice eigenlijk meer, die zich het eerst in de vioegste Russische balletten van Serge de Diaghilev deed kennen. Het was Ida Rubinstein, van oorsprong een Poolsche, door het groote fortuin van haar vriend, een Engelsch biermagnaat, in staat gesteld lateimet eigen troepen te schitteren, als danseres, tooneelspeelster, declamatrice. Dat zij dit alles met evenveel talent deed, zou overdreven zijn te zeggen, doch in elk geval moet men erkennen dat vooral dank zij de „Balletten Ida Rubinstein" meesterwerken als de Bolero van Ravel, volgens haar opdracht gecomponeerd en ten tooneele gebracht, de wereld werden geschonken in een vooral voor artisten financieel moeilijken tijd, die zonder haar gullen steun anders waarschijnlijk nooit het licht hadden gezien. In 1909 maakte de vorstelijke tooneelverschijning, in sleepende gewaden gedrapeerd, het zuivere profiel door donkere haarvlechten en schitterende diademen omlijst, geweldigen opgang. In 1934 zien wij dezelfde silhouet, waarop die tijd geen veranderenden invloed schijnt te hebben uitgeoefend, in de groote opera te Parijs, temidden van haar eigen balletgroep als danseres en voordraagster. Zij declameert er gedichten van André Ghide, danst op voor haar gecomponeerde muziek van Strawinsky en Honegger, verschijnt in voor haar geteekende gewaden van Hugo en Benois. Zoo men ziet, weet zij zich altijd met de meest klankrijke namen te omringen, die een glans van gevestigden roem ook op haar doet afdalen, een roem die niet altijd gewettigd is door haar uitvoerend talent. Hoe dan ook, voor haar onvermoeid streven de jonge artistengeneratie een kans te geven — ook al is de bedoeling haar eiger persoonlijkheid zoo goed mogelijk te doen uitkomen niet te miskennen — en voor haar veelzijdigheid, die aan klassieken spitser.dans een tooneeltalent paart, die het waagde zelfs groote rollen als „La Dame aux Camélias" aan te durven, moet men waardeering hebben. In een klein „hotel particulier" in een aristocratische wijk van de hoofdstad, slijt zij den tijd dien zij, niet aan mondaine of artistieke verplichtingen gevolg gevend, met werken doorbrengt. Zeer moeilijk is het toegang te verkrijgen tot deze vrouw, die met bewonderenswaardigen ijver haar leven met studie vult, alhoewel haar schoonheid, ontwikkeling en groot fortuin, haar een schitterend wereldlijk en meer oppervlakkig leven mogelijk zou kunnen maken. Eiken morgen na den vroegen rit in het Bois zijn het de acrobatische dansoefeningen, de declamaties en stemoefeningen, de conferenties met schilders en musici en choreografen voor nieuwe ideeën en nieuwe balletten, die haar aandacht vragen, want nauwelijks is het eene jaarprogramma dat het groote seizoen van Parijs opent begonnen, of er wordt reeds gedacht aan nieuw werk. Dit seizoen trouwens werd ook
IDA RUBINSTEIN
Holland in het succes betrokken daar de begeleidende koormuziek van Strawinsky s ballet „Persephone" door het Amsterdamsche Kinderkoor „Zanglust" werd uitgevoerd. Dit is een voorbeeld van Ida Rubinsteins onvermoeid streven uit alle landen het beste te halen, indien zij daarmee het peil van haar opvoeringen kan helpen verhoogen. Dat geld hierbij geen rol speelt is voorzeker een benijdenswaardige vergemakkelijking van haar taak.. Wanneer zij haar huis tijdens een officieele receptie met een groote en zeer voorname menigte vult, is het haast onmogelijk de door beroemdheden omringde vrouw te naderen. In een fluweelen of goudgedrapeerd kleed, met langen sleep en wijde mouwen, op de meest voordeelige wijze tegen een donkeren achtergrond opgesteld, zoodat haar beroemde gebaren, de arabesken van de als vleugels fladderende armen prachtig uitkomen, recipieert zij. Al wat artistiek Europa aan belangrijks telt, heeft haar huis bezocht. Veel schilders werden door haar prachtig profiel geïnspireerd... helaas dat zij haar groote ambitie van klassieke danseres ook nu nog wil uitleven, waarbij de harmonieuze plastiek van haar gebaren verstoord wordt in het moeizaam willen bereiken van wat niet meer van haar leeftijd is... Doch in haar eigen omgeving, gastvrouw" alleen, is zij bewonderenswaardig en wanneer zij dan op een „intieme" bijeenkomst, waar toch nog een dertigtal gasten zijn, persoonlijk contact met haar aanwezigen kan maken, voelt men ook iets van de groote ambitie en de groote en onverflauwde
geestdrift die deze vrouw blijft bezielen en die haar heele leven in den dienst van de" schoone kunsten heeft gesteld. Wat een genot is het haar aan het praten te krijgen, anecdoten te hooren ophalen van haar samenwerking met groote mannen. Claude Debussy op pantoffels, de onvergetelijke dansers Nijinski in het korte tricot van de balletoefening, Pavlova die andere onsterfelijke, zooals zij achter de coulissen was. Heel den strijd van de vooroorlogsche nieuwe kunstrichting heeft zij meegemaakt, het verwarde en veelzijdige streven van de twintiger jaren, de modernste tendenzen... alles heeft haar groote belangstelling en ieder nieuw kunstidee, dat levensvatbaarheid schijnt te hebben, heeft haar steun. Men heeft haar wel verweten dat zij, alvorens te helpen, een minimum van gevestigden roem vraagt, maar wie kan haar kwalijk nemen dat zij in een verwarden tijd, aan alle zijden om steun gevraagd, voorzichtig zijn wil? Een fiasco van haar eigen werk door al te groote vooruitstrevendheid wil zij niet wagen. Hoewel, ook de mannen van gevestigde reputatie die mét haar werken, hebben wel momenten van minder gelukkige inspiratie-
Claire Trevor en Paul Kelly vertolken onder regie van Allan Dwan de hoofdrollen in de Fox-film „The song and dance man". Jane Withers is geëngageerd voor de film „Paddy O'Day". Regisseur is Lewis Seiler. In „Champagne Charlie" spelen Edmund CLAIRE TREVOR Lowe en Rochelle Hudson de belangrijkste rollen. Edward Sutherland zal Martha Eggerths eerste Amerikaansche film „Song of joy" regisseeren.
Haar grootsten artistieken triomf vierde zij wel in de gemimeerde, gedanste, gedeclameerde opera van Debussy „Le martyre de St. Sebastien". Haar grootste triomfen als gastvrouw viert zij steeds in haar eigen omgeving, tijdens die feesten waarvoor heel Parijs intrigeert om een invitatie te bemachtigen. En als mènsch is zij zeker op haar best in kleinen kring, vrij van pose en oppervlakkige vriendelijkheid.
M I J N H EER u wilt uw vrouw of uw aanstaande of uw dochter een aardig geschenk geven voor haar SinterklaasI
N AT U U R L IJ K! Maar ge weet niet wat.
EEN GOEDE RAAD Geef haar een abonnement op het practisch weekblad
HET RUK DER VROUW Het kost U f. 5.20 om een jaar lang haar dit blad toe te laten zenden en slechts f. 2.60 voor de toezending van 26 nummers. Elke week zal zij U dankbaar zijn.
GEBRUIK ONDERSTAANDEN BON U gelieve er voor te zorgen dat op 5 December a.s. een exemplaar-van Het Rijk der Vrouw wordt gezonden aan
en dat haar 55 weken achtereen dit blad wordt gezonden. H:_..._>..
glr»>r Ik op Uw a'rono. 41680 i»na Ik U par poitwli»!
lervoor —■
Naam:
'.
:
. ,. ,,—■———:
i
i
(.5.20.
een van rrrr »•«•■• bedraa ^ — ^ v. TUU (.2.60. a
:.
Adres: Door te halen wat niet verlangd wordt. Den bon uitknippen en invullen en in open enveloppe als drukwerk zenden aan: Administratie HET RIJK DER VROUW, Galgewater 22, Leiden - 19 -
1» — AaJÉU-.., ,,..,^^.-.,.
De populaire filmartist AI Jolson in zij" werkkamer. Al maakt op het oogenblik een tournee door Amerika. (too W.rn.r Brot)
1
i
■■*
- -
AAMBEIEN.... Men is lusteloos, prikkeli)aar en zonder levenslust! Een verschrikkelijke toestand. Die onverdragelijke pijnen moeten verdwijnen. U zoudt daarom toch werkelijk eens :1e door den dokter zoo zeer aanbevolen
ANUSOL-A AMBEIE N SUPPOSITORIËN „GOEDECKE" moeten inbrengen. Het middel is in de geheele wereld bekenden U zult er zich over verheugen hoe snel en afdoende Uw pijnen en ongemakken verdwijnen. ANUSOLis bij apothekers verkrijgbaar in doozen met loodje.
:
(Uervolê van pa£. 14) heb haar haast iederen dag gezien en gesproken. Het lijkt me toe, dat we hier met een geval van persoonsverwisseling te doen hebben." „Mogelijk," meende de politieagent, „maar ze zal toch mee moeten naar het bureau." „Mr. Temperley," zei het meisje, „ik heb u eens geholpen, weet uwel? Misschien wilt ü mij nu helpen..." „Met het grootste genoegen," antwoordde ik grif. „De eene dienst is den anderen waard." Sturge, die gespannen had zitten luisteren, kwam met een vraag tusschenbeide. „Ze had ü eens geholpen, Mr. Temperley ? Hoe ?" „Op een avond, kort nadat mijn vrouw en ik in Londen waren aangekomen, trachtte een man, in een dichte menigte in een station van den ,.underground" mijn portefeuille te rollen. E?at meisje, Netty Beaufort, had het in de gaten en wist'het te verhinderen. Ze greep hem zelfs, maar hij was te vlug en te sterk voor haar. Hij rukte zich los en ging er vandoor. Of ik haar dankbaar was! De vijftig pond in mijn portefeuille waren het eenige geld, dat ik bezat en ik zou niet geweten hebben wat ik moest beginnen, als die vent zich er mee uit de voeten had gemaakt. En nu had ik honderd pond en hoe eerder we zouden betalen wat we schuldig waren en naar New York vertrekken, hoe liever het me was. Ik liep daar nog over te peinzen, toen we al bij het politiebureau waren en in de kamer van den inspecteur werden gebracht. De man, wiens gezicht me zoo antipathiek was en die Morse bleek te heeten, dischte zijn historie op, waarvan ik, zooals te begrijpen is, geen woord geloofde." „En hoe was die historie ?" wilde Sturge weten. „Wel, u hebt nooit in uw leven zoo'n absurde geschiedenis gehoord! Hij zei, dat hij Miss Warren — hij noemde haar Warren — in een trein had ontmoet. Ze had haar paraplu laten vallep en hij had die opgeraapt. Op die manier, vertelde hij, waren ze in gesprek geraakt. Ze had hem den weg naar een of andere straat gevraagd, en hij had gezegd, dat hij juist dien kant uit moest en dat het hem een groot genoegen zou zijn haar te begeleiden. Toen hij afscheid nam, had hij gevraagd of hij haar mocht komen opzoeken en zij had gezegd: „Waarom niet?"
LILIAN HARVEY IN DE Br.
P.-FILM „DE BALLERINA", DIE ONDER REGIE VAN PAUL MERZBACH TE LONDEN WERD OPGENOMEN
DE FILMSTER HELEN HAYES, naar een teekening van Arturo Sanchez.
Toen hij zoover gekomen was, zei het meisje, dat er geen woord waar was van wat hij beweerde. De inspecteur, een aardige kerel met iets vaderlijks over zich, verzocht haar geduld te hebben, tot het haar beurt was. Morse ging verder. Hij vertelde, dat hij Miss Warren was gaan bezoeken, die met een zieke moeder op kamers woonde boven een bakkerswinkel in Coliston Street. Hij ^.s, e^ ,verscheidene keeren geweest. Hij had haar meegenomen naar schouwburgen, dancings en restaurants. En toen hij haar drie weken kende, had hij haar gevraagd zijn vrouw te willen worden. Dat maakte het meisje razend. Ze viel uit: „Straks zul je ook nog beweren, dat ik ja gezegd heb!" Morse antwoordde kalm: ,,Dat deed je ook!" En daarop het meisje weer: Jou leugenaar!" De vaderlijke inspecteur beduidde haar opnieuw, dat ze zwijgen moest. Morse vertelde verder. Hij zei, dat hij haar moeder had leeren kennen, haar 21 —
^■A^.
,
oom, haar neef James en een hoop kennissen van haar. Haar oom had hem verteld, dat haar vader bij zijn dood veel schulden had nagelaten en dat haar moeder heur gezondheid had ondermijnd met haar pogingen om door hard werken, die schulden af te betalen. Daarom drong de familie er op aan, had de oom er bij gevoegd, dat, als hij met Miss Warren trouwde, hij iets voor de moeder moest doen. Hij had zich laten bepraten; hij was verliefd en verliefde mannen rekenen nu eenmaal niet. Hij had haar honderd pond gegeven. Ongetwijfeld een royaal cadeau, Mr. Sturge!" III. Temperley hield zijn hoofd schuin en keek Sturge aan. „Nu komt het mooiste van de geschiedenis. Netty werd steeds woedender en het kostte den vaderlijken inspecteur de grootste moeite haar tot kalmte te brengen. Toen hij daar eenigszins in geslaagd was, vroeg de inspecteur aan Morse, welke beschul-
■
^
had een kleine woordenwisseling met zijn betere helft naar aanleiding van het feit, dat hij te laat thuis kwam voor het eten. „Jij bent overal en altijd te laat," mopperde mijn nicht. ,,Zelfs toen wij trouwden, was je te laat om mij naar het stadhuis te brengen!" ,,Ja," zuchtte mijn neef, „maar blijkbaar nog niet laat genoeg!" Rechter: „Hoc oud bent u?" Vrouwelijke getuige: „Eenentwintig jaar en eenige maanden." „Hoeveel maanden precies? U weet, we moeten nauwkeurig zijn." „Honderdentwintig maanden." Langs den weg liepen een man en een vrouw. De laatste schopte het arme kleine mannetje, dat voor haar liep, een flink standje. Plotseling zag de vrouw een stier, die achter hen aan den weg af kwam rennen. Zoo vlug ze kon, verstopte ze zich in de heg, doch haar metgezel liep, onbewust van het naderende gevaar, verder. De stier nam hem op de horens en smeet hem in de modderige sloot naast den weg. Daarna vervolgde hij zijn tocht. Het mannetje kroop weer uit de sloot en zag zijn vrouw naderbij komen. Hij schepte moed en zei: „Marie, als je me weer wilt verbergen, kun je het dan niet een beetje zachter doen?" Tommy's moeder kwam met de flesch levertraan. Zoonlief keek haar lang en doordringend aan en zei: „Moeder, kan u een geheim bewaren?" Op moeders bevestigend antwoord vervolgde de jongen: „Levertraan is toch het geheim van een goede gezondheid, nietwaar?" „Natuurlijk," beaamde moeder. „Nou, bewaart u het dan maar," raadde Tommy. Jongeman: „Ja, mijnheer, ik heb een plan, waardoor u zich heel wat geld kunt besparen!" Vader: „Goed, neem haar en wees gelukkig met haar!" Bezoekster: „Wel Jantje, hoe gaat het op school?" Janf;e (zeven jaar oud): „O, best, maar ik ben toch nog een stuk achter bij de andere jongens. Ik kan wel op mijn hoofd staan, .rnaar ik moet mijn voeten nog tegen den muur zetten!" .
„Vader," zei kleine Thijs, „krijg ik een cent?" Vader keek hem afkeurend aan en zei: „Vind je nou eigenlijk niet, dat je al veel te groot bent om je vader om centen te vragen?" „Ja, eigenlijk wel," antwoordde Thijs. „Geeft u me dan maar een dubbeltje."
diging hij tegen het meisje kon inbrengen, als hij haar het geld gegeven had? En toen — luister goed, Mr. Sturge, naar de enormiteit — beweerde Morse, dat hij haar het geld eigenlijk niet had gegeven! Hij liet in het midden, of hij het haar had willen geven, maar in ieder geval was, juridisch gesproken, de schenking nog niet tot stand gekomen. Hij had haar de honderd pond laten zien voor het huis waar zij woonde. Netty had de bankbiljetten van hem aangenomen en gezegd, dat zij ze haar moeder wilde laten zien. Hij had er nog niets van gezegd, dat zij of haar moeder ze mocht houden. Of hij even wilde wachten, had ze gevraagd. Hij had gewacht. Hij wachtte een half uur. Toen hij aanbelde om te vragen, hoelang Miss Warren — voor hèm was ze Miss Warren — nog van plan was hem te laten wachten, had de hospita verklaard, dat ze niet in huis was. Ze woonde daar trouwens al weken niet meer in huis, kwam alleen maar af en toe bij de oude vrouw. Ze was eenvoudig de eene deur ingegaan en de andere, die in een steeg uitkwam, weer uitgewandeld! Mèt het geld, dat, als hij het haar zou hebben gegeven, alleen gegeven zou zijn onder conditie, dat ze met hem trouwde. Niet om er mee vandoor te gaan! Dus had ze zich aan diefstal schuldig gemaakt, of aan oplichting, dat moest de inspecteur maar uitzoeken..." Dat was Morses verhaal. Netty ontkende alles. Haar moeder was al zeven jaar dood. Zij noch haar moeder hadden ooit in de buurt van Coliston Street gewoond. Ze had een kamer samen met een vriendin op Haverford Terrace. De vriendin was ziek en ze was op'weg naar huis met medicijnen, die ze gehaald had. Ze had het fleschje bij zich. Ze was -winkeljuffrouw, deelde ze verder mee, in een sigarenzaak op Tottenham Court Road. „U kunt me niet vasthouden,'' eindigde ze, bijna huilend. „Ik heb dien man nooit eerder gezien! Welk bewijs is er, dat zijn heele verhaal geen verzinsel is ? En dat is het..." „Ik kon zien, dat de inspecteur het inwendig met haar eens was, maar Jjij moest zijn plicht doen — met kennelijken tegenzin. „Ik moet de beschuldiging accepteeren," zei hij. „Maar ik ben bereid u vrij te laten tegen borgstelling. Miss Beaufort. Als u die niet kunt storten, moet ik u hier houden, tot u morgenochtend voor den politierechter wordt geleid." „Mr. Temperley zal wel voor de borgstelling willen zorgen," verklaarde ze op een toon van volkomen zekerheid. Eer ik het zelf wist, had ik er uitgeflapt: „Natuurlijk!" De inspecteur vroeg mijn naam en adres, verlangde mijn paspoort te zien, toen hij hoorde, dat ik Amerikaan was, en legde mij toen uit, dat, daar ik geen ingezetene van Londen was, doch een daar tijdelijk vertoevend buitenlander, het bedrag der borgstelling in overeenstemming daarmede moest worden vastgesteld. In dit geval, honderd pond! Ik begreep, dat ik er aan zat. Netty had mij eens geholpen en ik moest haar helpen. Ik zou voorgoed mijn zelf_ 22 —
respect verliezen, als ik dit aardige meisje, dat met medicijnen op weg was naar een zieke vriendin, in den steek liet. De inspecteur gaf twijfel te kennen, of ik zoo'n groot bedrag in contanten bij me zou hebben. Niet zonder trots haalde ik mijn portefeuille te voorschijn en deponeerde mijn twee biljetten van vijftig pond op zijn lessenaar. Hij gaf me een kwitantie en legde mij uit, waar ik mij den volgenden ochtend moest vervoegen. Als Miss Beaufort op de zitting van den politie-rechter verscheen, kon ik mijn geld terugkrijgen. Als ze wegbleef, was ik het kwijt; dat wist ik. , Morse maakte eenige spottende opmerkingen over dwazen, die geld te veel hebben. Ik vertelde hem, dat ik er prat op ging een menschenkenner te zijn. Ik wist, dat er geen fatsoenlijker meisje in Londen bestond dan Netty. Ik draaide hem mijn rug toe en luisterde naar de verdere zakelijke mededeelingen van den inspecteur. Ik kan natuurlijk niet zeggen, dat ik me erg op mijn gemak voelde, Mr. Sturge. Gesteld, dat Netty iets overkwam! Gesteld, dat mijn vrouw op de een of andere manier achter de geschiedenis kwam. Ik had haar nooit verteld, hoe Netty mij geholpen had — ik had haar heelcmääl nooit over Netty gesproken. Natuurlijk niet omdat ik wat te verbergen had, maar och... u weet hoe vrouwen zijn." IV. Na een paar bedachtzame trekken aan zijn sigaar zette de schilder zijn relaas voort. \ „Nu wil ik nog wel graag uw vingerafdrukken hebben," zei de inspecteur tegen Netty. „Ik had erg met het meisje te doen. Haar oogen waren wijd van ontzetting. ;)U — — u bedoelt," stamelde ze, „u wilt me behandelen als een gewone misdadigster..." „Ik ben verplicht te zeggen," antwoordde de inspecteur, „dat nu er een cautie voor u gesteld is, ik geen recht heb het te eischen." „Dan maak ik bezwaar," verklaarde Netty. „Ik beschouw het als een beleediging voor een respectabel meisje om zooicts te verlangen." De inspecteur zag geen reden, waarom we langer zouden wachten. We waren vrij om te gaan. Op straat zei Netty: „Ik vraag me af, of ik er uit zie als het meisje, dat het geld van dien man gestolen heeft ?" Ik antwoordde: „En ik vraag me af, of een dergelijk meisje wel bestaat!" Van d^t standpunt had ze de zaak nog niet bekeken; misschien was die Morse nóg slechter dan ze had gedacht. Daarop vroeg ze me, hoe het kwam, dat ik zooveel geld bij me had — ze wist, dat ik er niet al te best bijzat. Ik vertelde haar van het schilderij. Ze zei, dat ik bij mijn hulpvaardigheid niet tekort zou komen. Haar bus kwam langs, ze stapte in en hartelijk wuivend nam ze afscheid. Ik wandelde naar huis."
Sturge brak zijn overpeinzingen met een vraag af. „Natuurlijk was u uw geld kwijt, nietwaar ?" „Wacht, tot u gehoord hebt, wat er verder gebeurde. Ik kwam thuis. Mijn vrouw was buiten zichzelf van ongerustheid. Dacht dat ik minstens vermoord of door een auto aan stukken gereden was. Ik stelde haar gerust. Ik had na het diner met den ouden Schot gezellig zitten napraten en ongemerkt was het laat geworden. „Hoe is het nu met het schilderij ?" vroeg ze. Ik vertelde haar, dat hij het niet alléén had gekocht, maar er zóó mee ingenomen was, dat hij er tweemaal zooveel voor zou betalen als afgesproken was. Mijn vrouw was dol van blijdschap. „En het geld ?" vroeg ze. Nu zat er helaas niets anders op dan te liegen. Ik antwoordde, dat ik het geld den volgenden dag zou krijgen en dat ik dan meteen passage naar New York zou nemen. Ik zei, dat onze kansen zich ten goede gekeerd hadden ... En toch, Mr. Sturge, ik kon hoe langer hoe moeilijker het beklemmend voorgevoel van mij afzetten, dat ik het geld had verloren; dat een of andere onvoorziene omstandigheid Netty verhinderen zou op de zitting van den politierechter te verschijnen ... En mijn voorgevoel bedroog mij niet. Mr. Sturge." „Dus u was uw geld inderdaad kwijt, zooals ik daarnet al vermoedde ?" „Ik was mijn geld kwijt." „Neemt u me niet kwalijk. Mr. Tem-
Tobli film.
Regie: E. W. Emo. Rolverdeeling: Adeo; een vogclhaadelaar alt Tirol Wolf Albach-Rclty Chriltl .......... Maria Andergast De kcurvont . Hase Ztsch-Ballot JDe keurvorstln . . . , . , . . . Lil Dagover Graaf Stanitlatu. de adjudant van den keurvorst Georg Alexander Baron Wcbi Max Gttlttorff Gravin Adelheid, hofdame van de keurvontin Gen ia Nlkolajewa Schneck, de dorpuchout . . . . . Jakob Tiedtke
perley, maar het was ook wel 'n beetje naïef van u, om op die manier in de bres te springen voor een meisje, waarvan u eigenlijk niets wist..." Weer was er een pauze, ditmaal om den schilder gelegenheid te geven een nieuwe sigaar van zijn metgezel te accepteeren en die aan te steken. Sturge volgde zijn voorbeeld. „Ja, ik was naïef," gaf Mr. Temperley toe. „Maar hoort u verdfer, Netty's zaak was nog niet voor geweest, toen ik in de rechtszaal kwam. Ik ging op de publieke tribune zitten, luisterde afwezig naar de afdoening van een paar andere zaken en keek om mij heen, of ik haar ook zag. Netty was nergens te bekennen, maar wel zag ik Morse, die me nog afgtootendcr voorkwam dan den vorigen avond en ik bedacht hoc absurd het was, dat een meisje als Netty Beaufort een dergelijken gemeenen kerel beloofd zou hebben, zijn vrouw te worden. De leugen lag er duimendik bovenop ... De zaak was aan de beurt. We wachtten op Netty. Ze was er niet. De politie-rechter boog zich voorover en sprak met den griffier. Morse en zijn advocaat praatten met een paar beambten in de zaal. Iemand riep met luider stemme haar naam: „Netty Beaufort." Het was de stem eens roependen in de woestijn. Netty kwam niet opdagen. „Ik wankelde op mijn beenen, tóen ik de zaal verliet. Netty, die ik volkomen vertrouwd had, had me in den steek gelaten! Ik vroeg me met ont-
Vredlg en gerutt is het leven van dan man met aan leven jverzekeringspolit der HAV BANK te Schiedam. zetting af, hoc ik het aan mijn vrouw moest vertellen. Had het meisje op stuk van zaken misschien niet begrepen, dat ik mijn honderd pond zou verbeuren, als ze niet verscheen ? Morse kwam me achterop en zei: ,,Je bent je duiten kwijt, hè ? Die rakker heeft jou op dezelfde brutale manier honderd pond afgezet als mij. Ik heb net zoo vast in haar geloofd als jij, maar jij zult nu ook wel wijzer zijn!" „Ze heeft je niet afgezet," beet ik hem toe. „Ze gaf voor, dat ze verliefd op me was," luidde het antwoord. „Stel je niet aan," zei ik. ,,,Welk meisje zou nu op jou verliefd worden ?" Hij hief met een dreigende beweging zijn wandelstok op. Maar hij sloeg niet. Hij zei minachtend:
Adam, de vogelhaodelaar, geeft den bewonen van het TirooUchc dorpje Schwanau den raad. de wilde iwijnen te doeden, die hun akkers rmncerca. Dexe zwijnen hooren eigenlijk gejaagd te worden door den keurvont of lijn jachtmeester. maar deze laattte !• ren beetle lui en laat de dieren maar loopeo. De dorpsbewoners volgen Adam» raad op, maar juist als rij van de geslachte dieren een feestmaal honden, nadert de keurvorst met rijn Jachtmeester.
Enkele oogenblikken staarde Mr. Temperley voor zich uit, in zichzelf glimlachend en met dèn blik dwalend langs de blauwe zee en de blauwe lucht. Den feestvierden slaat de angst om het hart. en d« dorpsschout tiet lichzelf al op water en brood achter
raad. Op lijn advies mimen de dorpelingen vliegensvlug het diner op en verven eenige onschuldige hulsvarken« donker om ze het uiterlijk van wilde zwijnen te geven en laten ze dan in de bosschen los. Behalve.dit gebeuren vindt er in de film ook nog iets anders plaats namelijk een kleine schermutseling tusichen den keurvorst, die In echtelijke trouw te kort is geschoten, en xljn gemalin, en een Idylle tusschen de bekoorlijke hofdame van de keutvontta en den jachtmeester van den keurvorst ' Ook om dew verwikkelingen tot een gunstig* ontknooping te voeren, levert Adam lijn actief aandeel, ca tot belooning verwerft hij een tak vol dukaten, die hem ia staat stelt met Christi, zijn bruid, in een huisje In de Tlroiet bergen te trekken, waarmee het gelukkige
l
.
ALLE VETWORMPJES VOOR GOED VERDWENEN.
Ik viel in hel geheel 24 K.G. af.
„Dat meisje is door en door slecht, kwam vallen, die de borgstelling wilde maar ze is verduiveld knap en daarom betalen. En een tweede reuzenbof was, laat je je door haar beetnemen. Je. dat niemand in het politiebureau haar bent week, zooals alle mannen -7 en kende. Als ze den nacht in de cel had nu je zoo diep teleurgesteld b&nt, zal moeten doorbrengen, en ze hadden haar Een dankbare verbruiker van Facil ik je maar niet te zwaar aanrekenen vingerafdrukken genomen, dan was ze schrijft ons als volgt: er 's morgens bij geweest! Ze hebben wat je zegt." op Scotland Yard haar vingerafdrukken, „In het geheel viel ik 24 KG. af Dit vertoon van schampere groothaar foto en haar strafregister. Uit na een kuur van 4 maanden, gemoedigheid prikkelde mij, in de stemdurende welken tijd ik 5 buisjes ming waarin ik verkeerde, meer dan het feit, dat u zich borg voor haar geFacil-Pastilles gebruikte. Mijn geeen vloed van scheldwoorden of een steld heeft," voegde hij er vertrouwelijk bij, „maak.ik op, dat u geen misbruik wicht . was toen normaal en is nu klap zouden hebben gedaan. Ik was ook sedert 2 jaren normaal gemezelf geen meester meer -- mijn vuist zult maken, van wat ik u onder de bleven. Ik neem nu slechts 3 maal schoot uit, gereed om hem een stomp roos vertel. . ." per dag een Facil-Pastille en houd te geven. Maar op hetzelfde oogenblik VI. verder geen dieet." voelde ik mij bij mijn pols gegrepen Ik knikte alleen maar. Ik was te E. J. en ik hoorde een stem bij mijn oor: verbouwereerd om iets te zeggen. „Kalm aan. Mr. Temperley!" „Wel," hernam de donkere man, „dat Facil heeft vele menschen geholpen Ik draaide mij om en zag een donbaantje van haar in den sigarenwinkel en is absoluut onschadelijk. Neemt- U keren, breedgeschouderden man van was alleen maar een doekje voor het nu ook een besluit. Koopt U nog vanmiddelbaren leeftijd, in een donkerbloeden — een soort permanent alibi, daag bij Uw apotheker of drogist een blauwe overjas en met een slappen als u het zoo noemen wilt. Het moest buisje Facil-Pastilles ä f 3 —> v(>1hoed op. Ik verzocht hem mijn pols dienen om naar buiten den indruk te doende voor een kuur van 3 weken. los te laten. Hij weigerde. Daarop wekken, dat ze een gewoon, respectabel U zult over het resultaat tevreden zijn! wendde hij zich tot Morse: „Verdwijn burgermeisje was. Ze heet net zoo min Kit#11 het eerste alsjeblieft, of je zult eerder in de zaal Beaufort als Warren! Maar ze is een FAtllL het grootste van den politierechter terug zijn dan je goed kind en ze heeft u niet vergeten. lief is. Gauw 'n beetje, we kunnen Ze was donker en plomp, toen de hier geen ordeverstoorders voor het leggen, dat er een misverstand in het politie haar twee jaar geleden arresgerechtsgebouw gebruiken." spel moest zijn en dat ik maar eens in teerde en ze is nu blond en slank, maar Morse droop af. vingerafdrukken spreken een onweermijn leven, en dat nog wel voor een „Bent u een agent in burger ?" vroeg legbare taal! Als zij tegen de lamp ge: paar dagen, in Chicago was geweest ik" den breedgeschouderden man. loopen was, zouden we er allemaal bij en daar nooit iets met de politie uit„Dat is, wat Morse dacht," lachte staande had gehad, had hij mij een geweest zijn. Snapt u — haar medehij.' „Neen, dat ben ik niet." klein pakje in de hand geduwd en werkers, om het maar eens deftig uit Ik keerde mij om en liep door, maar haastte zich verder. Toen ik het pakje te drukken. Ik bijvoorbeeld ben oom de onbekende liep met mij mee. opende, vond ik vijftien bankbiljetten James, waarover die Morse het gehad „Mr. Temperley," zei hij, „u stortte heeft. Doordat u de borgstelling stortte, van tien pond — — honderd vijftig gisteravond een borgstelling voor Miss hebt u ons allemaal gered. U herinnert pond!" Beaufort, nietwaar?" Weer hield de schilder zijn hoofd "umij zeker niet, wel?" eindigde hij. „Ja," antwoordde ik, „en ze het mij schuin om Sturge aan te kijken en er Neen, ik herinnerde hem mij niet in "den steek. Ze verscheen niet op en zei dat ook. Ik was mij niet bewust, was een twinkeling achter zijn brillede zitting." hem ooit te voren gezien te hebben. glazen. „Maar ze zou gekomen zijn, als „Eigenaardige geschiedenis, niet ?" zei „Neen, u herkent mij niet," ging hij ze 'had gekund," verklaarde de man. hij. „En waar, woord voor woord. Maar voort, „omdat ik mijn haar kort heb „Ze is toch niet ziek?" zei ik, „en ik laten knippen en mijn snor heb afgeik kan u verzekeren, dat ik me danig wil u wel eerlijk bekennen. Mr. Sturge, het hoofd heb gebroken over de zonderschoren. Ik was een ItaliaaVisch musicus, dat de hoop, dat ik mij ten slotte toch linge mededeeling van dien donkeren den laatsten en eenigen keer, dat u mij niet zoo bitter in de mcnschelijke natuur man, dat ik in Chicago moeilijkheden zag. Weet u niet meer, dat ik den had vergist, mijn hart sneller deed vorigen winter in een station van den met de politie had gehad. Het heeft kloppen. ,underground" uw portefeuille trachtte een heelen tijd geduurd voor ik be„Ze is niet ziek," lichtte de dongreep, waarom het meisje haar trawante rollen?" kere, breedgeschouderde man in; „ze „Was ü dat?" riep ik uit. „Maar het ten deze onwaarheid op de mouw heeft zich misschien nog nooit zoo begespeld heeft, tot het me plotseling was juist Miss Beaufort, die u in de haaglijk gevoeld als nu. Ze is op weg door den geest flitste, dat ze misschien, gaten kreeg en probeerde u vast te haar kornuiten kennende, gedacht heeft, naar Parijs." houden ?" Op dat oogenblik wist ik, dat de onDe donkere man gaf mij een ondat er meer kans was, dat ze me mijn sympathieke Morse géén leugenaar was; geld zouden teruggeven, wanneer ze deugend knipoogje. „Ze heeft haar woord gebroken," „Zoo was het eigenlijk niet precies, te kennen gaf, dat ik ook tot hun zei' ik. „Ze is niet eerlijk, niet belachte hij. „Maar ze had in de gaten, edele gilde behoorde! Er bestaat nu trouwbaar." dat een oude dame op het perron, die eenmaal zooiets als een eere-code onder „Dat is ze wèl," verklaarde de man dieven. En de vertrouwelijkheid van ik niet lang te voren haar handtasch met nadruk. „Netty is het eerlijkste, behad helpen verliezen, me herkende den donkeren man zal dan ook wel trouwbaarste kind ter wereld — je kunt en het eenige wat er op zat, was net toe te schrijven zijn aan het feit, dat om zoo te zeggen een huis op haar te doen of ze me vastgreep, om te voorhij een soort collega in mij zag en bouwen. Maar de dingen zijn nu ^eendaarom rekende op mijn stilzwijgendkomen, dat u of een ander dat deed maal niet altijd zooals ze lijken." en me zoo gelegenheid te geven om heid. Mogelijk heeft hij zelfs in mijn „Wat bedoelt u?" vroeg ik. te ontsnappen. Ja, ja, laat Netty maar borgstelling een daad van kameraad„Wel dit. Het was een geweldige schap gezien. Zijn uitlatingen wezen schuiven!" Hij wachtte even. Toen: bof, dat er juist iemand uit den hemel „Mr. Temperley, het wordt mijn tijd om te gaan. Ik zei daarnet dat Netty eerlijk en betrouwbaar is. Dat is VERWACHT: Een lllmwerlc uit M.tro Goldwyn-Mayer'« 1935ze. Ze zal nooit een kameraad in den 1936 productie, 'n opesteek laten. Ze heeft ons allerlei over rette vol «mg en humor: MET HANS ALBERS EN u verteld gisteravond. Ze zei, dat u hier was, omdat u in Chicago moeilijk„DIE ONDEUGENDE MARIETTA" ANNABELLA heden had met de politie en dat we met JEANETTE MACDONALD alles voor u moesten doen wat we wordt uitgebracht door N, V. Flima en NELSON EDDY konden. En dat hebben we gedaan." Amsterdam I in de hoofdrollen „En daarop, vóór ik begreep wat hij bedoelde en vóór ik hem kon uitEen nieuw star-duo aan 't tilmllrmamentl
VARIÉTÉ
\
— 24 :■;
'
•
^
„Nu vraagt men, hoe Ik mijn leinl zoo mooi houd." „Drie jaar lang had ik last van vetpuistjes. Mijn gezicht was niet om aan te zien. Toen ik een advertentie van Radox las, ging ik het direct probeeren en nu vragen mijn kennissen, hoe ik mijn teint zoo mooi houd. Na mijn eigen ervaring vind ik, dat iedereen vetpuistjes heel spoedig kan kwijtraken. Ik gebruik Radox als volgt: een groote theelepel in een kop heet water en daarmee stevig op de leelijke plekken wrijven. Ook doe ik altijd een lepel Radox in mijn waschwater om de huid frisch te houden." • A. G. te E. Radox maakt in water zuurstof vrij, het natuurlijke, zuiverende middel, dat de poriën grondig reinigt en tevfens voorkomt, dat de leelijke vetpuistjes ooit weer terugkomen. Probeer Radox vanavond nog en zorg, dat ge het steeds bij de hand hebt, wanneer ge Uw gezicht wascht. Binnen korten tijd zult ge trotsch kunnen zijn op Uw frissche, aantrekkelijke teint. Radox is verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten a f 0.75 per pak, omzetbelasting inbegrepen. Nu ook verkrijgbaar in kleine pakjes ä f o.i21/2- Importeurs: N.V. Rowntree Handels-Mij., ..lieerengracht 209, Amsterdam (C). ten minste in die richting... Maar," eindigde Mr. Temperley, „het grootste raadsel was toch die belooning van vijftig pond! Als ik die aan Netty te danken had, was ze toch in zeker opzicht een goed, nobel meisje, wat ze verder ook voor ondeugden mag bezitten." „Ze zal wel nooit een voet in Engeland meer durven zetten," meende Sturge. „Ik denk niet, dat Netty zich van iets zal laten terughouden, waar ze zin in heeft. Dat type staat voor niets." VII. De jonge vrouw in het grijze wan-delpak met de rose zijden das en de rose baret op, die op en neer had gewandeld met den kleinen gezetten Franschman, kwam op hen toe. Ze keek naar den schilder met den gespannen blik van iemand, die in het onzekere verkeert omtrent de identiteit van een persoon, die hij ontmoet. Onwillekeurig stond Temperley op. „Bent u Monsieur Teniperley?" vroeg ze toen, in een met een sterk Fransch accent gekleurd Engelsch, waarvan ze de woorden eenigszins scheen te moeten zoeken. De schilder antwoordde bevestigend.
„U bent mij natuurlijk vergeten," sprak ze verder. „Ik had u — eh — direct behooren te herkennen, maar ik deed het niet. voor ik uw naam hoorde. Ik heb u lang geleden in Londen ontmoet." Ze lachte, terwijl zij zich al pratend een weinig van Sturge verwijderde en Temperley langzaam met haar meeliep. „Het is lang geleden, dat we elkaar in Londen ontmoet hebben." Haar Engelsch was nu opeens niet aarzelend meer en geheel vrij van accent. „Dus u bent het!" riep Temperley uit. „Ik heb u nooit bedankt," vervolgde de mooie jonge vrouw, thans weer geheel de moeilijk Engelsch sprekende vreemdelinge. „Ik had er geen gelegenheid toe. Ik moest onmiddellijk naar Parijs vertrekken — om de zuster van een zieke vriendin een belangrijke boodschap over te brengen." Ze lachte, een coquetten, zelfbewusten lach. „U ziet zeker wel aan mij, dat ik het goed maak, nietwaar ? En als het geen indiscrete vraag is, monsieur Temperley, hoe gaat het u tegenwoordig ?" Enkele minuten later kwam de schilder bij Sturge terug. De journalist lag achterover in zijn dekstoel te rooken. „Onder ons gezegd en gezwegen," zei hij' met • een verstolen lachje, „die knappe jonge vrouw in 't grijs, schijnt op stuk van zaken nog een oude kennis van u te zijn!" „Dat is ze inderdaad," gaf Temperley op ernstigen toon toe. „We herkenden elkaar niet direct — het is enkele jaren geleden sinds we elkaar het laatst gesproken hebben. Ze heet Madame Cadoret, de echtgenoote van een bekenden, gefortuneerden zijdefabrikant. Ze is op de terugreis naar Parijs, ha een bezoek aan New York, waar haar man voor zaken moest zijn. Ik vroeg haar of ze ook nog naar Engeland ging, maar dat is ze niet van plan; Engeland, zei ze, trekt haar niet, in het minst aan ..."
.
.
Een minuut voor U gaat slapen ...
Meer tijd hebt U niet nooHig, om Uw handen voor den nadeelipen invloed van Jiuishoudelijk werk, beroep, sport of sleeht weer te behoeden. Zoo eenvoudig. zoo gemakkelijk is de verzorging der handen met Kaloderma-Gelée! Doe een beetje Kaloderma-Gelée 's avonds voor 't naar beil gaan — na 't wasschen zoolang de huid nog vochtig is — op Uw handen. Het voorkomt absoluut dat ze rood en ruw worden, onverschillig hoezeer Uw handen van ruw werk in huishouden en beroep — hoe zeer ze ook van slecht weer te lijden mogen hebhen. Het houdt Uw handen zacht en jong en maakt reeds ruw geworden huid in één nacht weer glad en soepel, l^- Maakt U eens deze eenvoudige proef: Wrijft U een weinig Kaloderma-Gelée op handrug, pols en vingers. Masseert en kneedt ze een minuut lang krachtig. U zult zien dal de huid de Gelee in dien korten tijd geheel in zich heeft opgenomen en merkbaar gladder en elastischer is geworden. I-aat de Kaloderma-Gelée gedurende den nacht inwerken en let op het resultaat! ÏS.B. Kaloderma-Gelée maakt niet lettig en ia ilnarom bijsonder aangenaam in hel gebruik.
kALODLRMA-GELLK liet beste ter verzorging der handen \ WOLFF & SOHN
KARLSRUHE
De filmster Dorothy Lee speelt een belangrijke rol in de RKO.-Radiolilm „The Rainmakers" — 25 -
ilÉiÉ^
■
^n
CJ t
jTr^ww'ufs-T^w^ ■
DENKGYMN AS IT I E K
nze
N IEU WE
.(fiftocv^**
OPGAVEN
^t.
■o-
■5--'
SÜT /
^^t^C^^^ ^1/
^JW ^^bJn^J- 4 y^^^y^d yS^^^^k ^X\
^#jn[%0\JBsS ^
^
Vraag driehonderd twee en vijftig
^M^^^ HHHHHHHI ■
In deze roulette moeten voorden worden ingevuld in de richting van de vyzers van de klok en in eder nummervak één leter) van de volgende beeekenis:
,.In statu quo" beteekent letterlijk: de toestand waarin, dus de toestand, waarin iets zich op een bepaald oogenblik bevindt. Deze uitdrukking wordt voornamelijk in de diplomatie gebruikt.
In ieder vakje moet de eerste letter ingevuld worden van hetgeen de teekeningct)ea voorstellen, Tc2amen vormen deze letters woorden, die beteekenen: Horizontaal: zijrivier van de Weichsel. gemeente in België. gemeente in België. dee! van een ontkenning (Fransch), 10. reeds. 11. jaargetijde. 13. afkorting. 1. 4, 7. 9,
15. persoonlijk voornaamwoord. 16. waterweg van Utrecht naar de Zuiderzee. 19, deel van een schip, 21, lidwoord (Fransch), 22, zijrivier van de Wezcr in Midden-Duitse hl and. 24. stad in Duitschland. 25. dorp in gemeente Gramsbergen. Verticaal: 1. gemeente in België, 2. gemeente in de provincie Limburg,
- 3, bekende afkorting. 4, gemeente in de provincie Drentl. 5, een vijandelijk schip aan boord klampen. 6, naam van een meer in Ierland. 8. afkorting. 12. afkorting van een windstreek, 14. afkorting van een muziekterm. 16, toespijs. 17, plaats in België. 18, afkorting. 20. vierkante decameter. 23. bergplaats.
0—21: 2—34: 6—13: 16—30: 8—10:
vaartuig gedicht visch muzieknoot Japansche munt
16: vruchtennat 33—1: afkorting van: dat is 1—20: geluid van een ezel 14—31: meisjesnaam 9—18: honingwater 18—7: telwoord 7—35: voorzetsel 3—26: lidwoord. Bü juiste invulling zijn er drie woorden ontstaan, n.1. van:
1
12
x
5^ 3
HONINGRAATRAADSEL
0—34: varenslied der Venetiaansche gondeliers 6—16: sap van een vrucht 33—26: grond waarin veel kiezelschalen voorkomen. De drie eerste letters van elk woord vormen tezamen den naam van eeij lijn die twee niet opeenvolgende hoekpunten van een veelhoek verbindt.
X-RAADSEL
KAMRAADSEL
^
De toekenning der prijzen en troostprijzen geschiedt volgens een systeem, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen op het verkrijgen der prijzen hebben. DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 10 December in te zenden aan de redactie van dit blad Galgewatcr 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 10 Dec.
^^^L.^^\\
TP£^T^^Ay^^^^^^r^l
V.
)eOpk«^S
ONZE PRIJZEN Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 6 prijzen van ƒ2.50 elk en 24 troostprijzen.
C. & Th.-INVULRAADSEL ROULETTERAADSEL
GEÏLL. KRUISWOORDRAADSEL
Wat is de Yankee Doodle? Voor de goede oplossers stellen wij als hoofdprijs een lot van de loterij der Joodsche Invalide benevens vijf troostprijzen beschikbaar, die zullen worden verdeeld op een manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen op het verkrijgen van een der prijzen hebben. Oplossingen a.u.b. vóór 14 December zenden aan ons adres: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden^ De abonné's uit overzeesche gewesten hebben tot 30 Januari gelegenheid ons hun inzendingen te doen toekomen. Op briefkaart of enveloppe gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 3^6,
Met de juiste oplossing Van deze vraag verwierf de heer H. Morra te Eindhoven den hoofdprijs, terwijl de troostprijzen ten deel vielen aan den heer J. Dingjens te Maastricht, den heer K. v. Rijsinge te Den Haag, den heer J. Weyerman te Den Haag, mevrouw M. v. d. Mey te Utrecht, den heer P. W. Spronk te Nunspeet.
IJZEN
VOOR
Vraag driehonderd zes en vijftig
' %\ x
Vul horizontaal woorden in die beteekenen: 1. Bekende koning van Perzië — 2. Stadhouder van de oude Grieksche keizers in Italië — 3. Grondstelling — 4. Buiging (in de spraakkunst) — 5. Bijlagen (Latijn) — 6, Bol (van een lens).
WOORDRANGSCHIKKINGSRAADSEL Vul in: Horizontaal: 1. herbergier
Om de cijfers — te beginnen bij en in de richting van de pijltjes — woorden invullen, die beteekenen: -^1, bewaren. 2, plaats in Overijscl.
— 26-
3, 4, 5, 6, -7. 8.
verborgen. bewijsvoering. vaartuig. som. wegnemen. beheer.
9. gemeente in België, provincie Namen. 10. buurtschap in de gemeente Tegelen (Limburg). 11. iemand met blond haar. 12. voorheen de adellijke geslachten in Venetië,
1. 2. 3. 4. 5.
Verticaal: voorspijs rakelings snel langs iets gaan beginsel ramp windstreek.
Te gebruiken letters: a, a, a, a, e, d, d, ■> e, e, e, e, e, e, e, e, h, i, i, k, 1, 1, 1, 1, D. n, n, n, n, n, o, o, r, r, r, s, t, t, v.
—-
De volgende woorden moeten zuó in volgorde geplaatst worden, dat op de kruisjes een spreekwoord ontstaat. X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X . X X X X X nieuwtje Hoefijzer bedingen gevallen -- betonnen — annaline — gedaante — trezorie — geestrijk. — 27-
. nn . . ndr . D J11 ; B ^ v wm % -i st ï- r 3 tt / Kr 'i g ". r Lil D V- g o v v r Fay Wr a^; W ^ 11 V Fr' c" tsch . sk . r S . m . H -; t nz R '* hm a. nn Li.lu*.n H*rv«H Ba-b^u L-Cra f " Ros* B 4,rs/n ■< . rs . f. Gr . bl . . Co-rd 1c Hd'hn K(lih.ccT Lna. dfc Mcll^ Op de plaats van de stippen moeten op zoodanige wijze letters ingrevuld worden, dat ze tezamen met de reeds geplaatste medeklinkers namen van filmsterren vormen. De eerste letters vormen van boven naar beneden gelezen den naam van een bekenden Duitschen filmster. Onder degenen, die ons voor 10 December goede oplossingen zenden, zullen wij een hoofdprijs van f- 2.50 en als troostprijzen tien foto's van filmsterren verdeelen. Antwoorden adresseeren aan de redactie van dit blad. Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe s.v.p. duidelijk vermelden: C. & Th.-Invulraadsel.
OPLOSSINGEN C. & TH.-PÜZZLES NO. 615 KNIPPUZZLE De tien foto's vielen ten deel aan: den heer J. Slager, R'dam; mej. M. van Beek, Apeldoorn; mej. D.Arends, Eindhoven; den heer W. v. d. Berg, Utrecht; mej. M. Pieters, Den Haag; den heer A.Zwaan,Adam; mej. C. Robert Den Haag; mej. G. v. Beurden, Tilburg; mej. G. Claudette Colbert Hilferink, Den Galen, A'dam. Haag; den heer W. G. MONOORAMRAADSEL Greta Garbo en Herbert Marshall in „De bonte sluier" De hoofdprijs viel ten deel aan mej. S. Mechanicus te A'dam, de troostprijzen aan mej. A-van Haaren te Venray, mej. L. v. d. VHs te Vlaardingen, mevr. J. Rueck te Den Haag. De prijzen, die wij onder onze abonné's uit overzeesche gewesten verdeelden, vielen ten deel aan: mej. F. Swart, Batavia (hoofdprijs); mej. J van Rheenen, Djokja (troostprijs); mej. T, Hille, Banjoemas (troostprijs); mej. H. Noord, Makassar (troostprijs); den heer R Moekarfojo. Soerakarta (hoofdprijs); mej. E. Smidt, Soerabaja (troostprijs); mej. L. L. Hoa, Menado (troostprijs); mevr. N Breur, Soerabaja (troostprijs); mevr. P. v. d. Hoff, Malang (hoofdprijs); den heer Tossin Tarmidie, Radjapolah Tasikmalaia (foto van Kay Francis).
.IWr^
D^E
v^:;- ;r£7^'^^ ■■V-V^vv-^ ...:.-; ^:^^^■4:;;.;/■A ^,v,^-: v
y^^y^YE^
UIT H6T €nC€LKH VRfl Een uur later was Madame Gloria gereed haar reis te vervolgen. Restow had gelijk — Drayton had het in hun afwezigheid druk gehad. Hij had den eersten druk nog niet gekocht, maar alle voorbereidingen getroffen, dat Restow dezen kon koopen. Restow plaagde Drayton vriendelijk, gaf na eenig heen en weer praten toestemming tot den aankoop, wenschte zichzelf geluk met zoo'n ijverigen bibliothecaris en werd ten slotte door Madame Gloria weggehaald om in gezelschap van zijn secretaris getuige te zijn van het gelukkige weerzien met haar python. Typhoon, de cobra's Romeo en Julia en haar andere aangebeden kruipende lievelingen. Lindsay kwam tot de ontdekking dat ze leefden in een overver-
-
hit slangenhuis achter het zwembassin onder de hoede van een jongen Egyptenaar, Ibrahim. „Hun giftenden zijn zeker uitgetrokken?" vroeg Lindsay, toen Madame de glazen voorzijde van de kooi opende, de reptielen den een na den ander er uit nam en op liefkoozenden toon toesprak. Restow schudde het hoofd. „Ze zegt, dat ze immuun is. Ik griezel altijd van die beesten of iemand met een kouden vinger mijn ruggegraat aanraakt, maar haar doen ze niets, Ibrahim evenmin. Hij komt uit een slangenbezweerdersfamilie — vijftig geslachten lang hebben zij met slangen omgesprongen — misschien wel sedert Pharao. — Ibrahim! Hoe lang is die slangenbeweging al bij jullie in de familie?
Ibrahims grijns ontblootte zijn hagelwitte tanden. Hij droeg een helderbruin pak en een zwierige roode fez. „Altijd, meester," zei hij en grijnsde weer. Lindsay keek naar de laatste kooi links. Op den schoonen, met zand bestrooiden vloer lagen bewegingloos twee kleine slangen van een dof-bruinachtige kleur. Ze hadden blijkbaar pas voedsel gehad. „Wat zijn dat?" vroeg hij snel. Ibrahim grijnsde ten derden male. „Karaits, meester — Indische slang. Kwade rakker, de karait." Lindsay bleef nog even kijken. In gedachten zag hij iets bewegen onder den zoom van een kussensloop. Zijn oogen bleven nog even strak gericht op de twee slangen; toen keerde hij zich om. HOOFDSTUK XXXII. DE
LOKSTEM
VAN
HET
GEVAAR.
Lindsay ging in de stad eten. Hij geloofde niet, dat hij gevolgd werd, maar nam toch extra voorzorgen in acht. Na het diner ging hij naar een groot bioscooptheater, en zag kans er na tien minuten ongemerkt uit te glippen. Tegen den tijd dat hij bij Santa kwam, was hij er zeker van, dat hij veilig was. De winkel was donker, maar op het moment dat hij klopte, werd hij opengedaan — door Jimmy. Ze liepen door naar de achterkamer, waar Elsie op een hoek van de tafel zat, met bungelende beenen en haar oogen groot en helder. „En?" zei ze, toen de deur dicht was. Ze was in gespannen verwachting en 'n oogenblik gaf de houding van haar hals en de vorm van haar kin hem die verrassende gewaarwording, die hem aan Marian deed denken. Ze hadden geen enkelen trek gemeen — gezichtsvorm, oogen, haar en teint waren verschillend — maar toch was er iets, iets ondefinieerbaars, dat zijn innerlijk beroerde. „Fijn, dat jullie alle twee ^ijn gekomen." Hij voelde dat Jimmy een verdedigende houding aangenomen had. „Thurloe, ik weet niet, wat jij weet. Maar dat wil ik je wel zeggen, dat Elsie zich in een allesbehalve veilige situatie bevindt." ' „Precies. Maar wiens schuld is dat?" „De mijne niet," antwoordde Lindsay. „Dat zal ze je zelf kunnen vertellen. Het komt, omdat ze 't een en ander weet. Ik zou graag willen, dat ze me alles vertelt wat ze weet en dan hoeft ze nergens meer in gemengd te worden." „Wat wil je weten?" vroeg Elsie.
OSKAR HOMOLKA ALS PAUL KRUGER IN DE GAUMONT BRITISH-FILM „RHODES OF AFRICA"
Onze medewerker Godfried de Groot maakte deze goedgeslaagde foto van de talentvolle Nederandsche tooneelspeelster Carla de Raedt.
■
.■ .-
■•. ■■:.■:<.;.■.. ..s/i.-..- , ',:;;.'-' , ::,':';i .:'■
'
■
„Een en ander omtient Drayton." „Wat ik weet, heb ik je al verteld." „Het spijt mij," — hij aarzelde even — „maar ik moét het vragen — is hij je vader?" „Wat?" barstte Jimmy uit. Elsie knikte. Ze had een hooge kleur, haar oogen stonden helder en hard. „Wil je me nu alles van hem vertellen?" drong Lindsay aan. Ze keek heelemaal niet naar Jimmy. Eerst keek ze Lindsay aan, toen sloeg ze de oogen neer. „Hij is een duivel," begon ze. „Dit is wel het beste bewijs — acht jaar lang woon ik niet meer bij hem en ik ben nog zoo bang voor hem, dat ik van angst zou flauwvallen als ik hem van aangezicht tot aangezicht ontmoette." Ze zweeg, hief met een ruk haar hoofd op en zei: „Hij heeft mijn moeders dood op zijn geweten." Er kwam een kreet over Jimmy's lippen. Hij trad naderbij, legde een arm om haar heen en keek Lindsay uitdagend aan. Elsie nam geen notitie van hem. „Zoolang ik mij herinneren kan, zijn we bang voor hem geweest. Ze — was niet sterk. Ze — kon het niet meer verdragen. Acht jaar geleden stierf ze." „In 1922?" vroeg Lindsay. Elsie knikte. „Je vroeg me over Trevor Pothering. Hij was bij ons in pension — zóó ken ik hem. Ik was toen dertien. Toen mijn moeder stierf, kwam die man — Drayton — weer terug. Hij kwam en ging. Soms zagen we hem in geen maanden en dan kwam hij plotseling weer opdagen.'' Ze keek Lindsay met een troebelen, haast boozen blik in haar oogen aan. „Je laat me aan dingen denken, die ik liefst vergeten wil." Lindsay had een schok gekregen. Hij was met zijn gedachten nog bij haar verklaring dat Trevor Pothering — Proth — bij de Mannings gewoond had. Als dat zoo was, had hij Manning gekend. Manning was Drayton. Drayton had Proth acht jaar geleden gekend! Dat stond als een paal boven water. Het zou kunnen beteekenen dat Froth acht jaar geleden betrokken was geweest in Draytons ondernemingen. In ieder geval beteekende het dat wanneer hij, Lindsay, voor Proth moest doorgaan, hij een heel wat moeilijker taak op zich had genomen dan hij gedacht had. Had hij Drayton ooit misleid? Hij meende van wel. Ja, nu hij het overdacht, was hij er van overtuigd. Als Drayton achterdocht gekoesterd had, zou hij hem niet in de Gladisloe-geschiedenis gebruikt hebben. Maar daarna was, door het een of ander, zijn argwaan gewekt. Marians aanwezigheid in Parijs was geen toeval geweest. Iemand had de bedoeling gehad ze daar te confronteeren. Drayton? En wat dacht Drayton nu? Een hevige angst voor Marian greep hem plotseling aan. Hij fronste de wenkbrauwen. Elsie staarde hem aan. „Het spijt me," zei hij. „Ik moet je dit alles vragen. Nu over Pothering — kende Drayton hem?" Hij moest zekerheid hebben. „Ja, natuurlijk — dat heb ik je immers ai verteld? Hij woonde bij ons. Luisterde je dan niet?" „Geloof je dat Proth — hem hielp bij zijn ondernemingen?" Elsie werd purper. „Ik weet het niet — soms dacht ik van wel — o, ik weet het niet.'' Dus een jaar of acht had Proth getracht beide partijen te vriend te houden. Een ge-
GESFßEKira MET MIJN
Donkerbruine BLONDINES
...waarom Blind?
U kimt Uw donker geworden, brvingetiot blond kur 2 tot 4 tinten lichter maken.. • in één shampoo zonder bleekmiddel.
irw@@maia>II Kaftihi®Fora© lHI@ipllsum. Links, zooals zij optreedt in „Sylvia Scarlett" en rechts in „Alice Adams' vaarlijk spel! Geen wonder, dat zijn zenuwen óp waren. Lindsay vroeg: „Wil je verder gaan?" „Wat wil je nog meer weten? Mijn moeder stierf en Trevor hielp me om weg te komen. Hij stuurde me naar een kostschool." „Trevor?" „Ja — hij hield veel van me. Hij Het me tot mijn achttiende jaar op school. Toen wilde hij met mij trouwen. Ik kan het je gekust vertellen omdat hij het zelf tegen iedereen zei. Hij zei, dat hij mij had opgevoed om later met me te trouwen." Jimmy's arm viel van haar schouders. Ze had er tegen aan geleund. Ze keek rond en zei met trillende stem: „Wees geen idioot, Jimmy." „Ga je met hem trouwen?" vroeg Jimmy met een bleek gezicht. Geen van tweeën schenen te beseffen, dat Lindsay er bij was. Elsie sprak niet. Ze hief haar oogen op en keek hem strak aan. Toen wendde ze haar blik af. Lindsaw wachtte even, en zei toen: „Hij noemde zich Manning. Hoe was zijn voornaam?" „Robert." „Geloof je dat Manning zijn echte naam was?" „Ik weet het niet." „Heeft je moeder wel eens verteld, hoe zij hem ontmoet heeft — of iets anders van hem? Had hij een beroep?" „Ze heeft me nooit iets verteld. Ze was aldoor bang. We praatten nooit over hem. Als hij er was, bleef ik uit de buurt en als hij er niet was, probeerde ik niet aan hem te denken." * „Was hij veel weg?" „Haast altijd. Soms zagen we hem in geen maanden en dan kwam hij voor een nacht — twee nachten — een week en dan verdween hij weer." „Maar je hebt hem sedert T922 niet meer gezien?" „Neen — tot onlangs." Ze leunde opnieuw achterover — Jimmy's arm was er - 30 -
weer. Zijn hand rustte een moment op haar schouder. „Heeft je moeder je ooit verteld, dat je een zuster had?" vroeg Lindsay na een pauze. Hij zag haar een kleur krijgen. Ze zei: „O!" met een verschrikte stem; en toen: „Een zuster?" „Ja?" „Ik geloof —: van wel —"
„Je gelooft het?" „Ja — toen ze ziek was, praatte ze veel. Meestal kon ik er niet uit wijs worden. Ze praatte over een zekeren Lee, maar soms zei ze steeds maar „Marian — Marian" telkens weer. Een keer hoorde ik haar zeggen: „Marian is veilig" en „die kleine schat is er ten minste voorgoed uit." En dan pakte ze mijn pols en zei: „Ik heb er nooit spijt van gehad, maar het heeft mijn hart gebroken. Marian is veilig — ze had er niet tegen gekund — jij bent sterker — ze had het niet kunnen dragen." „Wat denk jij, dat ze bedoelde?" vroeg Lindsay. Elsie keek hem vragend aan. „Ik dacht, dat ze praatte over een zusje, dat gestorven was. Toe, vertel me wat ze bedoelde — toè." „Ze bedoelde, dat je een zuster hebt, die leeft,'' zei hij vriendelijk. Ze sprong van de tafel en kwam naar hem toe. „Weet je 't zeker?" „Ja, meisje.'' Ze keerde zich half om. „O, Jimmy!" „Wil je me als zwager accepteeren?" vroeg Lindsay lachend. Elsie pakte Jimmy bij den arm. „Als zwèger?" • Lindsay zag dat Jimmy Thurloe opvroolijkte. „Marian en ik zijn verloofd!" Hij vertelde Marians geschiedenis zoo beknopt mogelijk. En tegelijk besefte hij hoe groot het gevaar was, waarin Marian verkeerde. (Wordt vervolgd)
U kunt Uw oogen niet sluiten voor het feit, dat onseverfd natuurblond haar het aantrek* kclijktt is. zoowel in de oogen van mannen ■U van vrouwen. Maar wanneer het vaalbruin en mat wordt, doet dit afbreuk aan Uw geheelc persoonlijkheid- Het mist dan die verlokkende kleuren volheid, die echte blondines zoo beminnelijk en aantrekkelijk maakt Nu kunt U die bekoorlijke, natuurlijke blonde kleur terugkrijgen — doch niet met gewone shampoo. Nurblond — de heerlijke shampoo-wasaching — maakt Uw haar niet alloen 2 lot 4 tinten lichter, maar het doet Uw baar levens glanzen als zijde en bet geeft een zachtheid en schoonheid, die men alleen aantreft bij van nature goud' blond haar — zonder gebruik van kleurstoffen, henna, kamille, peroxyde. of schadelijke middelen' Nurblond wordt gebruikt door milliocoen — het maakt elke permanentwave duurzamer. Probeert het zelf eens. Overal verkrijgbaar- Let op de Hollandsche verpakking, daar alleen DEZE de deugde lijkheïd waarborgt. Imp-: Firma B. Meindersma. Den Haag-Amslerdam-Sneek.
NUR.BLOND DE SPECIALE SHAMPOO VOO» BLONDINES
■"VT-Vryat 'at krijgen we nu opeens veel U/A/ Nederlanc idsche films te zien! yy) V V plotseling ,,de groote Is dat p mode".'"' ,,Dat heeft met mode niets te maken, Pietersen. Maar het is op het oogenblik het gunstigste seizoen voor de bioscopen, én omdat de Nederlandsche films duurder zijn dan de andere, moeten ze ook in het beste seizoen uitgebracht worden, om de kosten te dekken." ,,Dat begrijp ik. Ik vond ,,Het mysterie van de Mondscheinsonate" een heel aardige film. Maar er zijn toch eenige dingen in, die ik niet begrepen heb." ,,Wat bijvoorbeeld, Pietersen?" ,,Nu, om eens wat te noemen: De inspecteur van politie heeft door de telefoon om i i uur 20 in het huis van den vermoorde de Mondscheinsonatc hooren spelen. Hij zegt, dat hij, omdat hij weet, dat er niet op de piano is gespeeld, bij alle radio-zendstations heeft geïnformeerd, maar men heeft op den avond van den moord geen Mondscheinsonate uitgezonden. Later blijkt Hilversum, tijdens een technische storing gedurende het Kurhausconcert. een gramophoonplaat met deze muziek uitgezonden te hebben." „Inderdaad, Pietersen, dat was een grove fout. In het draaiboek staat het niet, maar een vergissing kan voorkomen." ,,Dan begrijp ik ook niet, wat die scène voorstelt, waar Katharina aan den vijver zit en steentjes in het water gooit."
„Dan.gooit ze een sleutel in het water." ,,Hoe weet jij dat? Dat heeft niemand van het publiek gezien." ,,Ik ook niet, maar ik heb het den productieleider gevraagd. Er zijn echter nog meer regie-fouten, hoewel ik dat niet zoo heel erg vind. De hoofdzaak is, dat het een behoorlijke film geworden is. We moeten nu eenmaal nog veel leeren en zelfs in de beste Duitsche en Amerikaansche detectivefilms komen bij nadere beschouwing fouten voor." ,,Dan zou ik je nog het volgende willen vragen: Denk jij ook niet, dat het aanbeveling zou verdienen op school gebruik te maken van de sprekendefilm? Films over vreemde landen lijken mij bij aardrijkskundelessen een ideale leermethode." ,.Een beetje duur' Maar inderdaad heeft men in Engeland proeven genomen met sprekendefilms, om te zien hoe deze voldeden bij het onderwijs. Voor dit doel was er een draagbare projectie-inrichting opgesteld. Men gebruikte sprekendefilms op het gebied der aardrijkskunde." „Waar was dat?" „In de Rawtenstal-districten van Lancashire. Volgens den directeur der school is de cinematografie een van de meest belovende hulpmiddelen bij het onderwijs. Om hiervan een zoo gunstig mogelijk gebruik te kunnen maken is het noodig daarvoot filmbibliotheken in te richten, waarvoor hij aansluiting zocht bij de autoriteiten en bij de verschillende commercieele ondernemingen, die zich bezighouden met het maken of verhuren van films," „In ieder geval is dit dus de eerste stap in een nieuwe richting."
G. 3. GRAAUW. Doekhandel. A'dam-C. Kelzersgr. 168. Tel. 4450S. Postgirorekening 48605 Gem. Giro G 2021
Het laatste wereldsucces der Romanlitteratuur Is thans compleet verkrijgbaar Betaalbaar met slechts II.— per maand of meer
HERVEY ALLEN is één der grootste Amerikaanse schrijvers van deze tijd. — Met zijn trilogie:
1. DE KLEINE MADONNA 2. HET BRONZEN SPIEGELBEELD 3. DE EENZAME TWEELINGBROEDER heeft hij zich een wereldreputatie verworven. De verkoop reikt ver over het
HERVEyAuBN
MILLIOEN
EXEMPLAREN
Het boek is ook In Nederland, reeds dadelijk bij de verschijning van „DE KLEINE MADONNA", een groot succes geworden. De pers was eenparig in haar lof. - „De Telegraaf" schreef bij de verschijning van dit eerste deel: „Terwijl men zich overal ter wereld het hoofd breekt over wat de roman van deze tijd moet zijn, kan zijn en zal zijn — kiest het grote lezerspubliek van tijd tot tijd een boek zonder zich om al die bespiegelingen te bekommeren." „Poëzie, religie, moraal, hartstocht, geluk, recht, liefde en plichtsbesef zijn ingeschapen menselijke behoeften, hun botsing en bloei boeit ieder. Het zijn een aantal van de gevoelswortels zonder welke een mens verdort. Geen „best seller" kan het er zonder stellen. Het zijn dezelfde wortels waarmee een meesterwerk zich voedt." Deze wortels voeden het werk van Hervey Allen en daarom heeft het grote lezerspubliek z ij n roman boven alle andere van de laatste tijd gekozen. De drie boeken (tezamen ruim 1200 bladzijden) zijn In voortreffelijk Nederlands vertaald door de schrijfster J. HEDLEY-ROGGEVEEN, terwijl de illustratie, die algemene bewondering wekt en zich volkomen aan de inhoud van het boek aanpast, aan den heer G. V. A. ROLING werd toevertrouwd. X 11 TH De prijs per deel bedraagt ƒ3.90 gebonden in prachtband met stofomslag in drie kleuren. Tezamen slechts t I l./U, betaalbaar in maandelijkse termijnen van ƒ 1.— of meer. Franco toezending tegen inzending van onderstaand bestelbiljet. Elk boek is ook afzonderlijk verkrijgbaar. BESTELBILJET Ondergetekende wenst franco te ontvangen van G. J. GRAAUW, Boekhandelaar, Amsterdam-C, Keizersgr. 168, Telefoon 44505, Postgirorekening 48605, Gem. Giro G 2021: 1 ex. HERVEY ALLEN 1. DE KLEINE MADONNA; 2. HET BRONZEN SPIEGELBEELD; 3. DE EENZAME TWEELINGBROEDER, alle gebonden in keurige banden voor de prijs van ƒ11.70 en wenst dit bedrag te betalen in maandel. termijnen van ƒ1.— of meer. Naam:
Straat:
Woonplaats:
'
'.
v
Nó. 619 17 Dec. ■ 1935
VADERS WIEGELIED» Nadruk verboden
ADR. NUGTEREN
G. J. DE MUNNIK
ppS ppgÉffel^iiiipïM 1. Je leest en 2. Als Va-der 3. Of als de
'if
m
i
m
^
s f
t
PfS
„Moedervreugd" wordt uit - ge - beeld, in zijn mak - ke - lij - ken stoel, noemt: ,, Een flin - ke keel op - zet'.
ff^f
§3
hoort zoo vaak een wie -ge - lied - je, na een dag van moeizaam wer-ken peu - ter juist als Pa wil sla - pen,
iJ^
Sä i
't Is steeds voor zijn en op Va dan lijkt
waar - in de weer neer-valt dat wat men
T=^
£=3
^-^ #*£
ipp«
^^ ^^^
^^^
T-T
^
moe-ders, dat het is ge - schre-vcn, knie- ën zit de klei - ne kleu - ter, ui - ter -lijk ont-stemd te we - zen
m
dus zijn wij. heeft Va-der maar net als
^m
£3=j3 * W 7=f T va-ders wer-ke-lijk mis-deeld! Maar'k weet beslist, ook va-ders zingen somtijds. Maar zóó, dat and'ren't zingen hooren F«
^
soLzoonwonde ijkge-voel! Dan stree-len zachtkens zijn ver-eel-te knuisten het kin-der-kop-,e. Ze Ter Sh j töch'het bed. Loopt mopprend rond, maar kijkt terwijl naar Moeder, hoe die het kle.-ne
^
m
fe
f
^^^
)i: ;•
endehandjes ke - rel-tje weer
#
^^^^^^^^^^^m.
Ik pre-sen - te'er U : „Va - ders wie - ge - lied!" En däär-om nu eens anders dan ge - woon-lijk. die gróó-te man. soms zélf nog kind te zijn. .. Dan blijkt de groo - te for-sche. stoe-re wer - ker al bromt hij he-vig op den rust-ver - stoor-der. Tóch was-ie heel in - wen - dig on - ge - rust!
niet, klein, sust, I
3
'S!f?-
£inij- n
J^L
t
i
mm
^
^P
Een vader toont niet aan de buitenwereld als moeder dat-ie van zijn peuter houdt, maar als de puk soms anders is dan anders dan heeft hij 't juist als Moeder gauw benauwd! Naar buiten lijkt hij koud en stug te wezen, maar weet hij zich een keertje onbespied, leeft hij zich uit en zingt, maar dan met daden, een zacht ontroerend „Vaders wiegelied!"
En soms (als hij alleen is in de kamer. En zéker weet. geen mensch ziet wat-ie doet) Dan duikt zijn hoofd in 't kioderledikantje, en knuffelt daar zijn ..eigen jongen" goed. Dan fluistert hij óók kleine lieve woordjes, dan is-ic trotsch. als hij een lachje ziet. dan fluistert hij in 't kleine roze oortje zijn jubel uit als 't mooiste wiegelied...
^
Niet alleen leggen wij in onzen studio het geluid van Uw stem of instrument op een Gramophone-plaat voor eeuwen vast maar ook groote werken door koren en orkesten.
Van 1 tot 3 personen F. 3.50 en hooger naar groot te van het gezelschap. Succes ver-
NVWILLEM Het
R.K. Matrozen knapenkoor Sprenger's Microphone!
voor
SPRENGER'S STUDIO
Passage 46 - Den Haag - Telel. 113778 Red. en Adm. Oalgewater 22. Leiden. Tel. 760. Postrekening «880
VerschUnt wekelyks — Prys per kwartaal f. ï.9r>
» ■'■'■ l
CINEMA EN THEATER!
f
SHIRLEY TEMPLE FOTO FOX I
.
-.