NIZW nummer 2 Fe b r u a r i 2 0 0 4
F
actsheets van het Expertisecentrum
Opvoedingsondersteuning van NIZW Jeugd zijn publicaties waarin zeer beknopt de stand van zaken van een onderwerp of thema uit de opvoedingsondersteuning is beschreven. Ze zijn bedoeld voor professionals en vrijwilligers – werkzaam op uitvoerings-, beleids- of managementniveau, of bij een opleiding – die op zoek zijn naar bondige informatie over het betreffende onderwerp. Deze factsheet gaat over de opvoedingsondersteuning in de jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Wat is opvoedingsondersteuning?
O
pvoedingsondersteuning is het geheel van maatregelen, voorzieningen, structuren en activiteiten die erop gericht zijn de mogelijkheden van het (primaire) opvoedmilieu aan te spreken, te verrijken en/of te optimaliseren teneinde kinderen en jeugdigen optimale opvoedingsen ontwikkelingskansen te bieden (Vandemeulebroecke, Nys e.a. 2002). Of zoals Hermanns het kort en krachtig uitdrukt: ‘Opvoedingsondersteuning is ouders helpen opvoeden.’ Vanuit de Wet collectieve preventie volksgezondheid is opvoedingsondersteuning een kerntaak van de JGZ als deel van Voorlichting, advies, instructie en begeleiding van het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg. En dat is al heel lang zo. De eerste moedercursus was er al in 1899.
Zes functies van opvoedingsondersteuning in de JGZ
2
O 1. 2. 3. 4. 5. 6.
pvoedingsondersteuning omvat de volgende zes functies:
Informatie en voorlichting over ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Pedagogische advisering en lichte pedagogische hulp. Signalering, vroegtijdige onderkenning en verwijzing. Praktische, instrumentele steun. Versterken van de zelfhulp en sociale ondersteuning van kinderen en ouders. Bevorderen van een stimulerende pedagogische en fysieke omgeving.
De jeugdgezondheidszorg ondersteunt ouders vanuit haar preventieve oriëntatie op het CB, tijdens het periodiek gezondheidsonderzoek, op spreekuren en tijdens huisbezoeken bij de gewone, dagelijkse opvoedingsvragen en bij lichte problemen als er ‘opvoedingsspanning’ optreedt. De JGZ doet niet aan pedagogische hulpverlening. Over het domein van de JGZ in de opvoedingsondersteuning (zie figuur 1) bestaat een tamelijk grote consensus.
FUNCTIES
ERNST OPVOEDINGSVRAGEN
OPVOEDINGSONDERSTEUNING
GEWONE
OPVOEDINGS-
OPVOEDINGS-
OPVOEDINGS-
OPVOEDINGS-
SPANNING
CRISIS
NOOD
JGZ
JGZ
SITUATIE INFORMATIE
JGZ
JGZ
JGZ
JGZ
JGZ
JGZ
JGZ
JGZ
JGZ
JGZ
VOORLICHTING PEDAGOGISCHE ADVISERING/LICHTE PEDAGOGISCHE HULP SIGNALERING/VTO DOORVERWIJZEN PRAKTISCHE INSTRUMENTELE STEUN VERSTERKEN VAN NETWERK/ SOCIALE STEUN BEVORDEREN
JGZ
STIMULERENDE PEDAGOGISCHE OMGEVING Figuur 1. Domein van de JGZ in de opvoedingsondersteuning
Doelstelling
D • • • •
e opvoedingsondersteuning van de JGZ richt zich op ouders en opvoeders met als doel:
het versterken van de competentie, vaardigheden en draagkracht van opvoeders; het verminderen van de draaglast van ouders; het versterken van het sociale netwerk rondom kinderen en gezinnen; het bevorderen van een stimulerende pedagogische omgeving voor kinderen en ouders.
Opvoedingsondersteuning = competentiebevordering + pedagogische preventie Het richt zich op het versterken van de pedagogische draagkracht, vaardigheden en het zelfvertrouwen van ouders. Belangrijk is om goed in te schatten hoe de verhouding is tussen die draagkracht en draaglast. Soms is het belangrijk om de draaglast van ouders te verlichten door het mobiliseren van praktische hulp of opvang voor kinderen. Naast proactieve doelstellingen heeft opvoedingsondersteuning een preventief doel in het voorkomen van pedagogische problematiek. Het gaat om het tijdig signaleren dat het niet goed gaat met de ontwikkeling van het kind en de opvoeding door de ouders. Het terugdringen van potentiële risicofactoren is een belangrijk aangrijpingspunt voor preventie.
3
Doelgroepen
O
pvoedingsondersteuning is in de eerste plaats bedoeld voor alle ouders. Soms zijn er andere opvoeders in het spel, zoals grootouders, opvangouders, leidsters in de kinderopvang. Soms is de ondersteuning er voor een specifieke groep: • ouders met kinderen in een bepaalde leeftijd (baby’s, peuters, basisschoolkinderen, pubers); • ouders met specifieke vragen of problemen (drukke kinderen, chronisch zieke kinderen, vluchtelingenouders, gescheiden ouders); • ouders die wonen in een bepaalde (achterstands)wijk; • ouders van eenzelfde etnisch-culturele achtergrond; • ouders en/of kinderen in specifieke risicosituaties; • moeders respectievelijk vaders.
4
Opvoedingsondersteuning wil dialooggestuurd zijn. De JGZ wil de ondersteuning bieden in samenspraak met en afgestemd op de behoeften van de ouders. Dat neemt niet weg dat veel ouders ten minste enige schroom ervaren en soms zelfs bang zijn om met hun opvoedingsproblemen naar buiten te treden.
Deelnemers
B
ijna alle ouders (97%) krijgen, zeker in de eerste jaren, van de JGZ-verpleegkundige of -arts wel eens voorlichting of advies over de opvoeding, gevraagd of ongevraagd. Veel minder ouders, schattingen wijzen in de richting van 10% tot maximaal 30%, nemen deel aan een specifiek programma op het gebied van opvoedingsondersteuning. Veel weten we nog niet over die deelname. Wat wel bekend is: • in 2002 is blijkens de cijfers uit vijf steden de oudercursus Opvoeden: Zó! in totaal 77 keer uitgevoerd; • de Opvoedwinkel in Den Bosch krijgt jaarlijks 3500 vragen van ouders; • in 2003 namen in 15 plaatsen ca. 600 moeders deel aan Moeders Informeren Moeders (MIM), begeleid door circa 280 vrijwilligers; • in Den Haag verzorgden voorlichters eigen taal en cultuur van de GGD in 1999 in totaal 118 bijeenkomsten over opvoeding en verzorging; • bij 21 thuiszorgorganisaties nemen ouders deel aan het groepsconsultatiebureau, waarin opvoedingsvoorlichting en sociale steun een grote rol spelen; in zes gezondheidscentra in Almere kiest 18% van de ouders voor het groepsconsultatiebureau als alternatief voor het individuele consultatiebureau; • aan het huisbezoekprogramma Home-Start deden in 2002 in 38 plaatsen 1038 gezinnen met 2387 kinderen mee; zij zijn begeleid door 777 vrijwilligers.
In bijna alle behoefteonderzoeken valt de geringe bekendheid op van het aanbod van opvoedingsondersteuning, zowel bij ouders als bij verwijzers. Dat geldt overigens niet alleen voor het aanbod van opvoedingsondersteuning van de JGZ.
De aanbieders
I
n de JGZ krijgen ouders steun bij de opvoeding en verzorging van hun kind van de volgende personen en functies. 1. Verpleegkundigen. Opvoedingsondersteuning past binnen het verpleegkundige domein. ‘Verplegen is het ondersteunen van mensen in veranderende levensomstandigheden’, stelt Neumann. Een kind krijgen is ook zo’n verandering die iemands leven drastisch beïnvloedt. Het systematisch signaleren van de balans tussen draagkracht en draaglast en aansluitend ondersteunen van ouders is een basale taak voor de 5100 verpleegkundigen in de JGZ. Die taak maakt deel uit van de producten Inschatten zorgbehoefte en Voorlichting, advies, instructie en begeleiding van het Basistakenpakket JGZ. 2. Jeugdartsen. Over de opvoeding worden de 1900 artsen JGZ, evenals huisartsen, vaak geraadpleegd door ouders. Zij gaan na – dan wel sluiten uit – of de ondersteuningsvraag vanuit een lichamelijke, psychische, cognitieve, sociale of spraak-/taalontwikkelingsachterstand voortkomt. 3. Pedagogen en psychologen. Deze professionals werken aanvullend op de verpleegkundigen en jeugdartsen. Zij coachen de verpleegkundigen bij moeilijke casussen, bieden consultatie en deskundigheidsbevordering. Soms ondersteunen ze de ouders tijdelijk zelf of houden ze spreekuur. 4. Voorlichters eigen taal en cultuur. 5. Vrijwilligers, die een belangrijke rol spelen in socialesteunprogramma’s als MIM en HomeStart. 6. De samenwerkingspartners van de JGZ. Vaak werkt de JGZ samen met de preventieafdelingen van Bureau Jeugdzorg of de GGZ, met S&O, Stichting Welzijn. In twee derde van de regio’s voert men samen opvoedingssteunpunten of opvoedspreekuren uit; in 73% van de gemeenten vormt men samen een buurtnetwerk jeugdhulpverlening.
Plaats van handeling
O
pvoedingsondersteuning in de JGZ vindt plaats tijdens spreekuren – bijvoorbeeld op een van de 1360 consultatiebureaus of op school - of tijdens huisbezoeken. Ook kent men groepsgewijze opvoedingondersteuning en kunnen professionals of vrijwilligers thuis ondersteuning bieden. In onder meer het groeiboekje, opvoedbrochures, ledenmagazines, cursuskranten, op internetsites of via felicitatiediensten is informatie altijd beschikbaar. Nieuwe vormen om de opvoedingsondersteuning aan te bieden zien we in bijvoorbeeld het Ouder-Kind-Centrum, de ‘tupperware’ huiskamervoorlichting, de moedercentra, de internetsites of de preventieve zorgteams.
5
Verschillende programma´s en methodieken
U
it Nederlands-Belgisch onderzoek in 2002 kennen we het aanbod van de jeugdgezondheidszorg aan ouders van kinderen van 0 tot 4 jaar (zie tabel 1).
Tabel 1. Opvoedingsondersteunende activiteiten van organisaties in de preventieve zorg voor 0- tot 4-jarigen Opvoedingsondersteunende activiteiten
Organisaties N=60
1. Voorlichting en informatie 6
• Individuele voorlichting tijdens consultatiebureau
56
• Inloopcontacten
42
• Telefonische adviescontacten
56
• Opvoedtelefoon
7
• Themabijeenkomsten (verschillende thema’s)
47
• Oudercursus voor ouders van peuters
44
• Groepsconsultatiebureau (> 2 consulten in groepsverband)
24
• Gordoncursus
20
• Opvoeden: Zó!
37
• Toeleiding naar VVE
41
2. Pedagogische advisering en lichte hulp • Advies tijdens de consulten
56
• Spreekuur opvoedingsondersteuning / Opvoedbureau / Opvoedwinkel
52
• Huisbezoeken
60
• Pedagogische hulp aan huis
20
• Video-hometraining of video-thuisbegeleiding
47
• Lichte pedagogische hulpverlening
43
• Oudercursus Druk gedrag
20
3. Signalering • Signalering volgens Integraal dossier JGZ
60
• Buurtnetwerk jeugdhulpverlening
51
• VTO Samenwerkingsverband / Team Integrale Vroeghulp
35
• Specifieke signalering (CBCL / KIPPPI / kindermishandeling)
47
4. Praktische steun • (Shantala) babymassage
11
• Praktische pedagogische thuishulp
9
• Spel aan huis
15
5. Sociale steun en zelfhulp • Oudercursus Als je pas een baby hebt
24
• Home-Start
19
• Moeders Informeren Moeders/MIM
15
6. Bevorderen van een stimulerende, pedagogische omgeving
5
Voor ouders van kinderen van 4 tot19 jaar is het aanbod opvoedingsondersteuning beperkter. In tabel 2 vindt u de programma’s die Blokland e.a. in 2003 vonden bij de GGD-en. Tabel 2. Opvoedingsondersteunende activiteiten in de preventieve zorg voor 4- tot 19-jarigen 1. Voorlichting en informatie • Oudercursussen: - Opvoeden: Zó! + Opvoeden Zo verder - Opvoeden in beeld - Praten met jonge kinderen - Beter omgaan met pubers - Opvoeden (g)een kunst • Themamiddagen voor moeders • Huiskamervoorlichting via de tupperware-methode • Opvoedtelefoon • Voorlichting tijdens het spreekuur van de verpleegkundige en arts JGZ • Voorlichting en advies tijdens het periodiek gezondheidsonderzoek 2. Pedagogische advisering en lichte hulp • Advisering tijdens het spreekuur van de verpleegkundige of arts JGZ • Steunpunt opvoedingsvoorlichting of opvoedspreekuur • Drogebedtraining • Oudercursus Druktemakers of Problemen… wie ik? 3. Signalering • Mobiel team • Preventief zorgteam • VTO / Integrale vroeghulp • Buurtnetwerk jeugdhulpverlening 0 tot 12 jaar • Signalering met de KIPPPI of protocol kindermishandeling / seksueel misbruik 4. Praktische steun • Spel aan huis 5. Sociale steun en zelfhulp • Home-Start 6. Bevorderen van een stimulerende, pedagogische omgeving • Stop de pestkop • Armoede en gezondheid • Communities that Care • Beleids- en/of uitvoeringsnetwerk lokaal jeugdbeleid
Over de omvang van dit aanbod en het bereik van deze programma’s is te weinig bekend om het in landelijke cijfers weer te geven. Opvoedingsondersteuning wordt op organisatieniveau in de JGZ niet algemeen geregistreerd.
7
Beleid en wetgeving
D
8
e opvoedingsondersteuning in de JGZ heeft een helder omschreven wettelijk kader: de Wet collectieve preventie volksgezondheid. In dat kader vormt het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg het raamwerk voor de uitvoering van de JGZ. Een van de zes kerntaken is ‘Voorlichting, advies, instructie en begeleiding’. Opvoedingsondersteuning maakt deel uit van die kerntaak, maar heeft ook verbindingen met de taken ‘Inschatten zorgbehoefte’ en ‘Signalering’ en ‘Beïnvloeden gezondheidsrisico’s’. Tot het landelijk, uniforme deel van de taken kunnen gerekend worden: • gestandaardiseerd en bewezen effectief advies, voorlichting, instructie en begeleiding bij de opvoeding; • opvoedingsondersteuning op indicatie; • signalering van zorgwekkende opvoedingssituaties en kindermishandeling. Bijna al het aanbod van opvoedingsondersteuning wordt tot het maatwerkdeel gerekend, in het kader van het gemeentelijk beleid op maat in te vullen. Daartoe vormt het lokaal preventief jeugdbeleid in combinatie met het gemeentelijk gezondheidsbeleid en het lokaal sociaal beleid het voornaamste beleidskader. De gemeentelijke taken in de opvoed- en opgroeihulp en de gezinsondersteuning zijn als volgt geformuleerd (VWS 2003): 1. Informatie 2. Pedagogische hulp 3. Signalering 4. Toegang en toeleiding tot het hulpaanbod 5. Coördinatie van zorg De JGZ draagt aan de vier eerstgenoemde taken substantieel bij.
Onderzoek naar opvoedingsondersteuning in de JGZ
D
e JGZ – en in het bijzonder van de verpleegkundige – geeft door haar combinatie van interventies aan ouders de mogelijkheid om gerichte voorlichting en advies te krijgen in de verzorging en opvoeding van het kind. Dat concluderen Buskop-Kobussen en Cox (2003) in hun reviewstudie naar de effectiviteit van de verpleegkundige voorlichting in de JGZ. Het resultaat is een betere interactie van ouder en kind, meer inzicht in gezondheidsgedrag en meer inzicht in de rol als ouder. De professionele steun op het consulstatiebureau maakt ouders zelfbewuster en competenter, zeker als die steun aansluit bij het niveau en de onzekerheden van de ouder en gevolgd wordt door een huisbezoek. De kindermishandeling neemt af. In het licht van de preventie van probleemgedrag onder jongeren wijzen Ince e.a. (2001) op preventieve programma’s van gezins- en ouderondersteuning, waarvan de effectiviteit als veelbelovend kan worden gezien. In dit kader worden vooral huisbezoekprogramma´s en oudercursussen genoemd. Het RIVM (Dirkmaat, Van Genugten en De Wit, 2003) rekent opvoedingsondersteuning tot de preventieprogramma’s, die mogelijk kosteneffectief of kostenbesparend zijn, maar waarvoor onvoldoende informatie of onvoldoende kwalitatief goede informatie is gevonden. Een vergelijkbare constatering doet men in de Programmeringsstudie effectonderzoek jeugdgezondheidszorg (Juttmann, Raat e.a. 2002): ‘Zowel de uitvoerders als de deskundigen in de JGZ vinden dat onderzoek naar de effecten van groot belang is, maar wij wijzen erop, dat allereerst theoretisch goed
onderbouwde preventieve interventies op dit gebied moeten worden ontwikkeld.’ Opvoedingsondersteunende programma’s van de JGZ, waarvan de effectiviteit is vastgesteld of als veelbelovend is aangemerkt, zijn: • de individuele pedagogische advisering en voorlichting tijdens consulten en huisbezoeken; • sommige oudercursussen (Opvoeden: Zó!, Praten met kinderen, Drukke kinderen); • de gezinsinteractietraining (niet veel toegepast in de JGZ); • MIM; • Home-Start; • de signalering van pedagogische en psychosociale problemen, waaronder kindermishandeling.
De toekomst
D
e jeugdgezondheidszorg staat voor de uitdaging haar aanbod van opvoedingsondersteuning op gemeentelijk niveau transparant en duidelijk te maken: voor de ouders, voor de financiers en voor samenwerkingspartners. Zichtbaar maken van de effecten zal een belangrijke, eerste stap zijn. Kwaliteitsverbetering van de uitvoering van opvoedingsondersteuning gepaard aan beleidsmatige inbedding in het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg is een tweede. Ten slotte zal een heldere communicatie met ouders en verwijzers over een scherpomlijnd aanbod van opvoedingsondersteuning vanuit de JGZ – geruggesteund door en ingebed in gemeentelijk jeugden gezondheidsbeleid – nodig zijn om de reikwijdte en effectiviteit te kunnen vergroten.
9
Literatuur Meer informatie over opvoedingsondersteuning in de jeugdgezondheidszorg vindt u in de volgende publicaties. Blokland, G., J. Cordus e.a. Opvoeden doe je niet alleen. Den Haag: VNG, 2002 Blokland, G., B. Prinsen e.a. De jeugd heeft de toekomst. Preventie van psychosociale problematiek bij jeugdigen, maatwerk van de GGD. Utrecht: NIZW / GGD Nederland, 2003 10
Buskop-Kobussen, M. en K. Cox Jeugdgezondheidszorg. Jongerden, I. en Y. Heijnen-Kaales, State of the art studie verpleging en verzorging. Utrecht: Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging, 2003 Dirkmaat, T., M. van Genugten en G. de Wit De kosten-effectiviteit van preventie. Bilthoven: RIVM, 2003 Ince, D., M. Beumer e.a. Veelbelovend en effectief. Herziene editie CtC Gids. Utrecht: NIZW, 2004 Juttmann, R.E., H. Raat e.a. Programmeringsstudie effectonderzoek jeugdgezondheidszorg. Deel 1-3. Rotterdam/Leiden: Erasmus Universiteit / TNO-PG, 2002 Konings, A., C. van Egten e.a. De allerjongsten. Handreiking sluitende aanpak 0-6 jarigen. Den Haag: VNG, 2001 Kooijman, K. en B. Prinsen Meten + delen. Signalering van zorgwekkende opvoedingssituaties in de jeugdgezondheidszorg. Utrecht: NIZW, 2003 Prinsen, B., K. Verhegge en I. ten Thije Met ouders samen. Opvoedingsondersteuning in de preventieve zorg in Nederland en Vlaanderen. Utrecht/Brussel: NIZW / Kind en Gezin, 2002 Vandemeulenbroecke, L., K. Nys e.a. Gezinspedagogiek deel II: opvoedingsondersteuning. Leuven/Apeldoorn: Garant, 2002 VWS Notitie verduidelijking gemeentelijke taken op het terrein van opvoed-, opgroei- en gezinsondersteuning geschakeld aan de jeugdzorg. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2003 VWS Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2001
Adressen en websites Informatie over opvoedingsondersteuning in de jeugdgezondheidszorg kunt u vinden op de website www.opvoedingsondersteuning.info. U kunt ook bellen of mailen met: Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning NIZW Jeugd Postbus 19152 3501 DD Utrecht Telefoon (030) 230 65 61 E-mail
[email protected] Relevante websites zijn: www.thuiszorg.nl www.ggd.nl
Deze factsheet is een uitgave van het Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning van NIZW Jeugd. Van deze factsheet staat een pdf-uitgave op de website van het expertisecentrum: www.opvoedingsondersteuning.info Eerder verschenen in de reeks factsheets: Oudercursussen Parenting support in the Netherlands
© 2004 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Redactie: Bert Prinsen, Geraldien Blokland, Christa Stigter en Henk Dries Fotografie: Klaas Fopma, p. 2 Wiesje Peels, p. 9 NIZW Uitgeverij Postbus 19152 3501 DD Utrecht Telefoon (030) 230 66 07 Fax (030) 230 64 91 E-mail
[email protected] Website www.nizw.nl
11
12