DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen
NIZOZEMŠTINA – ROZŘAZOVACÍ TEST Úrovně A1 – C2 1. Zij ________ een zus. a. heb b.heeft c. hebt
2. Waarom ___________ je Nederlands? a. studeren b.studeert c. studeer
3. Waar ga je __________? a. vandaan b. - - c. heen
4. Spreek je nog haar ouders wel eens? Ja, ik bel _____________ regelmatig. a. hen b. jullie c. haar
5. Ik ________ liever nog even hier. a. blijv b. blijf c. blijve
6. Heeft zij al een studieboek? a. Nee, ze heeft niet studieboek. b. Nee, ze heeft nog geen studieboek. c. Nee, ze heeft nog studieboek niet. E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen
7. Spaans… a. spreek ik elke dag. b. ik spreek elke dag. c. elke dag spreek ik.
8. Welterusten! a. Slaap zacht! b. Fijne avond! c. Veel plezier! 9. Wilt u de kaas even…? a. passen b. proeven c. proberen
10. Hoe laat kom je thuis? a. Het is half drie ´s middags. b. Om 10 uur ´s avonds. c. Gisteren om 10 uur ´s ochtends.
11. _____ ik je straks terugbellen? a. mog b. mag c. kun
12. Hoe spreek je dit rare woord _____? a. uit b. aan c. af
13. Zij heeft een __________ tas. a. zwart b. zwartte c. zwarte E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen
14. Hoe was het feestje gisteren? a. Het was heel gezellig. b. Het was toch niet zo gunstig. c. Het was wel heel langzaam. 15. Zij spreekt goed Nederlands, maar … a. haar broer spreekt alleen Tsjechisch. b. haar zus ook goed Engels spreekt. c. zij ook later nog Engels wil studeren.
16. Waarom heb je de vaas juist in deze winkel __________ ? a. gekookt b. gekocht c. gekoopt 17. Haar vriend vindt dat… a. zij overdag te veel rookt. b. overdag zij te veel rookt. c. zij rookt overdag te veel.
18. Waarom heb je dat nog niet _________ ? a. geprobeerd b. probeert c. geprobeert 19. Als je nog geen Nederlands spreekt, … a. moet je zeker een cursus volgen. b. je moet zeker een cursus volgen. c. je zeker een cursus moet volgen. 20. Ze zijn al 3 jaar bij elkaar, maar ze hebben nooit ________ . a. samengewoond b. bijgewoond E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen c. meegewoond
21. Lara heeft tegen de hele famile ____________. a. geliggen b. gelegen c. gelogen 22. Ofschoon ze elkaar nog niet zo goed kennen, … a. gaan ze samen met vakantie. b. gaan ze nog niet samen met vakantie. c. willen ze met vakantie niet naar Parijs gaan.
23. Ik denk dat ze ______ vergist. a. haar b. zich c. zelf
24. Ik reken niet meer _____ hem. Hij komt altijd te laat. a. op b. aan c. met
25. Dit ________ groeit heel snel. a. boomje b. boomtje c. boompje
26. _______ ze had gedoucht, ging ze nog even lezen. a. daarom b. nadat c. tijdens
E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen
27. Zij is heel nieuwsgierig _______ het resultaat van het moeilijke examen. a. naar b. op c. voor
28. Marjolein is net verhuisd. Ze wil nog de keuken een beetje ___________ en dan is alles klaar. a. opluchten b. opknappen c. opofferen
29. Dit radioprogramma is een beetje saai, maar het duurt slechts dertig minuten. a. Dat valt mee. b. Dat valt tegen. c. Dat is lang!
30. Zijn antwoord vind ik helemaal niet logisch. a. Dat is heel goed bedacht. b. Dat slaat wel ergens op. c. Dat slaat helemaal nergens op.
31. Het examen was heel moeilijk. Hoe komt het dat jouw resultaat zo goed is? ______________ ? a. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? b. Hoe is het mogelijk dat je hebt gefaald? c. Ben je weer gezakt voor het examen?
32. Kan ik haar vandaag nog bellen? a. Nee, ze is vandaag jammer genoeg niet bereikbaar. b. Nee, ze is vandaag jammer genoeg niet bruikbaar. c. Nee, ze is vandaag jammer genoeg niet verkrijgbaar.
E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen 33. Het was een vreselijke situatie! Heel bizar! Heb je zoiets ooit _________? a. meegemaakt b. opgemaakt c. afgemaakt 34. Vera: ´Ik heb het heel druk.´ Vera zei dat zij het heel druk _______. a. had b. heeft c. zou hebben
35. Marijke zit op de School voor Toerisme en __________ nu stage bij een reisbureau. a. maakt b. loopt c. gaat
36. Wat is __________ van zijn afwezigheid? Hij is ziek. a. de reden b. het probleem c. het gevolg
37. Eerlijk gezegd lag de oplossing ______________ . De oplossing was vrij eenvoudig en logisch. a. achter de rug b. op de hand c. voor de hand 38. Welke vraag heeft dezelfde betekenis als het spreekwoord ´beter hard geblazen dan de mond gebrand´? a. Je moet voorzichtig zijn. b. Je moet rustig zijn. c. Je moet goed naar anderen luisteren.
39. Ik weet dat je dat geld hard nodig heeft. Ik zal het vandaag nog naar je __________ . a. betalen E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen b. overmaken c. besteden
40. __________ ik elke dag hard werk, zit hij steeds voor de buis. a. Vanwege b. Want c. Terwijl
41. Wat kan je in een magazijn zien? a. veel artikelen over mode b. allerlei producten c. bekende mensen
42. Wanneer heb je voor het laatst in deze club _________? a. opgetreden b. gezingt c. gegaan
43. Dit gebeurt nu heel vaak. Het wordt langzamerhand eerder ________ dan ___________ . a. probleem - oplossing b. regel - uitzondering c. oorzaak - gevolg 44. Wat betekent deze zin: ´Ik zie er tegenop.´? a. Ik vind het niet makkelijk om te doen. b. Het lijkt me heel interessant. c. Dat zal toch geen probleem zijn. 45. Welk woord heeft ongeveer dezelfde betekenis als ´geld beleggen´? a. geld uitgeven b. geld verliezen c. geld investeren E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen
46. Dit was een grote fout! a. Had ik dat maar nooit gedaan! b. Dat zou ik nooit doen! c. Dat heb ik niet gedaan!
47. Hij is vijf jaar geleden overleden. Hij _________ in deze rivier. a. dook b. viste c. verdronk
48. Welke zin is niet correct? a. Hij staat bekend om zijn gemene grapjes. b. Claudia is bevallen met een dochter. c. Mijn vader is op zoek naar een nieuwe auto. 49. Zij voelt zich de hele dag beroerd. Zij voelt zich ___________ . a. rot b. kiplekker c. eenzaam 50. Welk woord hoort niet in deze rij thuis: kip, haan, kalkoen, hen, fazant,… a. kuiken b. veulen c. eend
51. _____ de Sovjet-Unie Tsjecho-Slowakije binnenviel, was hij toevallig in de Verenigde Staten. a. omdat b. toen c. als
52. In de buurt van Napels is een vliegtuig van de Italiaanse luchtmacht in zee ___________ . a. gestoord b. gestord E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen c. gestort
53. Mijn buurman is een heel wrede man. Hij heeft gisteren weer zijn hond _________ . a. geslagen b. geslaan c. geslaagd
54. Zij ______ haar zontje om zijn bord leeg te eten. a. dwang b. dwong c. dwung
55. Mijn nieuwe collega is heel gierig. a. Hij wil helemaal niet werken. b. Hij wil geen geld uitgeven. c. Hij wil de hele dag over onze collega´s roddelen.
56. Onze buren hebben de muziek altijd ___________ aanstaan. Soms kunnen we elkaar bijna niet verstaan. a. keihard b. glashard c. bikkelhard
57. Hij wil daar niet op ingaan. a. Hij wil dat niet uitleggen. b. Hij wil er niet op reageren. c. Hij wil dat niet begrijpen.
58. Je kunt geen appels met __________ vergelijken! a. groente b. veren c. peren
59. Welke woorden zijn synoniemen (hebben dezelfde betekennis)? E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen a. huilen - luieren b. stichten - oprichten c. vreemdgaan - wandelen 60. Wat betekent de uitdrukking ´met een mond vol tanden staan´? a. Heel onvriendelijk zijn. b. Scheve tanden hebben. c. Niet weten wat te zeggen.
E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net
DUTCH FOR YOU Nederlands voor anderstaligen
E-mail:
[email protected] Web: www.dutchforyou.net