GEMEENTEBLAD
NIJMEGEN
Jaartal: 1994
Nummer: 93
Naam:
Bestemmingsplanvoorschriften
Bedrijvencentrum
Industrieplein
Publikatiedatum: 15 augustus 1994
Opmerkingen: (Kaart nr. 45.819)
Aantal bladzijden: 27
Verkoopprijs: f 2,70
2
BESTEMMINGSPLANVOORSCHRIFTEN behorende bij de herziening van het bestemmingsplan der gemeente Nijmegen ‘Bedrijvencentrum Industrieplein’, vastgesteld bij besluit van de Raad der gemeente Nijmegen d.d. 20 december 1989 afd. SI nr. 337/1989
3
HOOFDSTUK 1
DEFINITIES In het plan wordt verstaan onder: A.
1.
het plan: het onderhavige bestemmingsplan zijnde de kaart en deze voorschriften;
2.
de kaart: de tegelijk met deze voorschriften vastgestelde kaart nr. 45.819 waarop het plan is aangegeven;
3.
een gebouw: een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte;
4.
een bouwwerk: een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
5.
een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
6.
bebouwing: een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
7.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
8.
een bouwperceel: de grond die, overeenkomstig het bepaalde in deze voorschriften, behoort bij een bestaand of nog op te richten gebouw met of zonder bijgebouwen;
9.
een perceelsgrens: de grens van een bouwperceel;
10. de bebouwingsgrens: de als zodanig op de kaart aangegeven lijn, waarbinnen de toegestane bebouwing moet worden opgericht en die behoudens toegestane afwijkingen niet door bebouwing mag worden overschreden; ll. bebouwingspercentage: een op de kaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
4 Bestemmingsplan
B
‘Bedrijvencentrum
Industrieplein’
12
de bebouwde oppervlakte: de buitenwerks gemeten oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen en bouwwerken op 1 meter of hoger boven peil;
13
peil: a. voor een gebouw of een bouwwerk waarvan de voorgevel direct aan de weg grenst: het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte; b. voor een gebouw of een bouwwerk waarvan de voorgevel niet direct aan de weg grenst: het peil van het hoogste aangrenzenden terreingedeelte nabij de voorgevel van het gebouw; c. indien het gebouw of bouwperceel is gelegen in geaccidenteerd terrein of tussen twee wegen, geldt het peil van het hoogst aangrenzende weggedeelte of terreingedeelte nabij de voorgevel van het gebouw.
14
de hoogte van een gebouw: de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of het bouwdeel dat de plaats van de goot of het boeiboord inneemt boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers en antennes alsmede ketelruimten ten behoeve van centrale verwarmingsinstallaties vallen hierbuiten;
15
de hoogte van een bouwwerk: het hoogste punt dat een bouwwerk inneemt boven peil;
1.
Staat van Bedrijfsactiviteiten: een van het bestemmingsplan deel uitmakende lijst met bedrijfsactiviteiten;
2.
een bedrij fsgebouw: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat krachtens zijn aard e n i n d e l i n g i s b e s t e m d v o o r d e u i t o e f e n i n g v a n e e n o f m e e r bedrijfsactiviteiten en niet voor bewoning is ingericht;
3.
een garagebedrijf : een bedrijf , d a t u i t s l u i t e n d o f i n h o o f d z a a k i s g e r i c h t o p d e v e r koop en reparatie waaronder onder meer begrepen spuiten en uitdeuken, van motorrij tuigen, alsmede op de verkoop van motorbrandstoffen -uitgezonderd L.P.G.- en van olie en smeermiddelen;
4.
detailhandel: h e t b e d r i j f s m a t i g t e k o o p a a n b i e d e n , waaronder begrepen de uitstall i n g t e r v e r k o o p , h e t v e r k o p e n en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
5.
groothandel: h e t b e d r i j f s m a t i g t e k o o p a a n b i e d e n , waaronder begrepen de uitstall i n g t e r v e r k o o p , v e r k o p e n enlof leveren van goederen aan detaill i s t e n , wederverkopers, i n s t e l l i n g e n danwel aan personen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming bedrijfsmatig aanwenden, d e r h a l v e g e e n d e t a i l h a n d e l z i j n d e i n d e z i n v a n d e z e v o o r schriften;
6.
een kantoor: een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van a d m i n i s t r a t i e v e en/of w e t e n s c h a p p e l i j k e a r b e i d ;
5 Bestemmingsplan ‘Bedrijvencentrum Industrieplein’
7.
bouwmarkt c.q. grootschalig doe-het-zelfbedrijf: e e n d e t a i l h a n d e l s b e d r i j f , waarbij bedrijfsmatig artikelen in de branches bouw- en doe-het-zelfmaterialen ter verkoop worden aangeboden. Onder bouwmaterialen worden gerekend: ijzerwaren, sanitair, elektra, bouwgrondstoffen, zoals cement, zand, stenen, hout en houtwaren, isolatiematerialen, keukens, kasten, wand- en vloertegels. Onder doe-het-zelfmaterialen worden gerekend: verf en verfwaren, behang en behangbenodigdheden, lijmen, kitten, vulmiddelen, hand- en elektrisch gereedschap. D e o v e r d e k t e v e r k o o p v l o e r o p p e r v l a k t e d i e n t t e n m i n s t e 1 . 0 0 0 m’ te bedragen;
8.
windturbine: een bouwwerk, dat dient voor het omzetten van energie van bewegende lucht in andere vormen van energie, z o a l s e l e k t r i c i t e i t e n w a r m t e .
6
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSCATEGORIE BI
Bedrijfsdoeleinden 1.
De gronden welke op de kaart zijn aangewezen voor "bedrijfsdoeleinden" (BI), zijn bestemd voor de oprichting van bebouwing ten behoeve van bedrijven zoals vermeld in de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten en voor de oprichting van bebouwing ten behoeve van maximaal een bouwmarkt c.q. grootschalig doe-het-zelfbedrijf.
2.
Op a. b. c. d.
3.
Voor het oprichten van bebouwing gelden de volgende bepalingen: a. de bebouwing mag uitsluitend worden opgericht binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsgrenzen, behoudens een verleende vrijstelling ingevolge hoofdstuk V, lid A; b. de maximum goothoogte van de bebouwing mag niet meer bedragen dan het aantal meters als op de kaart is aangegeven met dien verstande, dat per bouwperceel de op de plankaart aangegeven goothoogte voor maximaal 25% van de bebouwde oppervlakte met maximaal 6,00 meter mag worden overschreden; c. de bebouwde oppervlakte mag ten hoogste het op de kaart aangegeven bebouwingspercentage bedragen; d. uitgezonderd bij hoekpercelen en bij percelen waar op de kaart een zijdelingse bebouwingsgrens is aangegeven dient aan één zijde van het bouwperceel de afstand van de bebouwing tot de zijdelinge perceelsgrens over de volle diepte van het bouwperceel tenminste 3 meter te bedragen.
deze gronden zijn toegelaten: gebouwen; bijgebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; verhardingen, waaronder begrepen (ontsluitings)wegen en -paden en parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. bijbehorende voorzieningen, waaronder in ieder geval begrepen moet worden een waterpartij in de vorm van een overstortvijver men een oppervlak van minimaal 600 m'.
7
HOOFDSTUK 111
ALGEMENE BEPALINGEN Grond welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen bij de verlening van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, wordt bij de beoordeling van latere bouwplannen niet meer in aanmerking genomen. voor het op de kaart aangegeven tracé hoogspanningsleiding mogen a. binnen een strook van 22,5 meter ter weerszijden van het hart van de hoogspanningsleiding geen gebouwen of bouwwerken worden opgericht; b. Burgemeester en Wethouders kunnen van het gestelde sub a vrijstelling verlenen voor gebouwen en bouwwerken welke op grond van de gegeven bestemming zijn toegestaan, v o o r z o v e r u i t h e t o v e r l e g m e t de betrokken leidingbeheerder blijkt, dat daartegen uit hoofde van de bescherming van de hoogspanningsleiding geen bezwaar bestaat. 3. a. voor het op de kaart aangegeven tracé t r a n s p o r t l e i d i n g z u i v e r i n g a f valwater mogen binnen een strook van 4 meter ter weerszijden van de leiding geen gebouwen of bouwerken worden opgericht; b. Burgemeester en Wethouders kunnen van het gestelde sub a vrijstelling verlenen voor gebouwen en bouwwerken welke op grond van de gegeven bestemming zijn toegestaan na overleg met de betrokken leidingbeheerder.
t
8
HOOFDSTUK IV
TOEPASSING VAN ARTIKEL 11 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING Planwijziging I.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ru imtelijke Ordening het plan te wijzigen, indien het betreft: a. aanvulling c.q. wijziging van de bij deze voorschriften gevoegde en daarvan onderdeel uitmakende "Staat van Bedrijfsactiviteiten", gehoord de Inspecteur van Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu; b. de bouw van een windturbine met een maximale hoogte van 30 meter met dien verstande dat aan de toepassing van deze bevoegdheid een milieuhygiënisch onderzoek (waarvan een akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder onderdeel uitmaakt) dient vooraf te gaan, gehoord de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu in de provincie Gelderland.
II. Burgemeester en Wethouders maken van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld sub 1.a en b slechts gebruik, nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken.
9
HOOFDSTUK V
TOEPASSING VAN ARTIKEL 75 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING A. Het bouwen buiten de bebouwingsgrens Burgemeester en Wethouders kunnen van de verplichting de bebouwing op te richten binnen de bebouwingsgrens vrijstelling verlenen voor het bouwen buiten de bebouwingsgrens, indien het betreft: a. ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en van schoorstenen en overstekende daken; b. luifels, ingangspartijen, en laadperrons, mits zij de bebouwingsgrens met niet meer dan 1.50 meter overschrijden; C . stoepen, bordessen, toegangsbruggen, funderingen, kelderingangen en -koekoeken en hellingbanen, mits zij niet hoger worden opgetrokken dan 1 meter boven peil; d. putten, leidingen en goten voor de aan- en afvoer of de verzameling van water en rioolstoffen; e. erfafscheidingen tot een maximale hoogte van 2.00 meter; f. geheel onder peil gelegen kelderruimten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 5.00 meter. B. Algemeen 1.
Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. betreffende de gronden gelegen binnen het plan, met vrijstelling van de bepalingen van dit plan, voor het oprichten van kleine gebouwtjes ten openbare nutte, zoals gasdrukregel- en meetstations, traforuimten en telefooncellen met per gebouwtje een maximale oppervlakte van 20 m', geen grotere hoogte dan 3.00 meter en met een maximale inhoud van 50 m"; b. tot het overschrijden van de binnen het plan aangegeven hoogteen breedtematen met maximaal 5% van de toegestane maten; c. tot de overschrijding van de bij het plan aangegeven bebouwingspercentages tot maximaal 70% indien dit om bedrijfstechnische redenen noodzakelijk is; d. voor de vestiging van een bedrijf dat als zodanig niet vermeld is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten maar naar zijn aard en invloed kan worden geacht te behoren tot een groep van gelijkwaardige bedrijven zoals vermeld in de Staat van Bedrijfsactiviteiten mits vooraf een advies ontvangen is van de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu in de provincie Gelderland.
11. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid tot vrijstelling in de gevallen genoemd onder 1, onder a. en d. eerst gebruik nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld eventuele bezwaren schriftelijk bij hen kenbaar te maken.
10
HOOFDSTUK Vl
GEBRUIKSBEPALINGEN 1. Het is verboden gebouwen, bouwwerken en werken en/of bijbehorende tuinen en open erven of andere terreinen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit het plan voortvloeiende bestemming. Onder strijdig gebruik wordt mede verstaan: a. een gebruik voor detailhandel; b. een gebruik ten behoeve van bedrijven zoals vermeld in het Besluit categorie A-inrichtingen ex artikel 16 Wet geluidhinder. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een gebruik dat bestond ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan en dat afwijkt van de in het plan aangegeven bestemming en/of voorschriften, zolang in de aard van dat gebruik geen wijziging wordt gebracht, danwel de met het bestemmingsplan bestaande strijdigheid wordt verminderd en voorts niet op schoolgebouwen, voor zover het bepaalde in lid 1 in strijd is met de onderwijswetgeving omtrent de beëindiging van het gebruik overeenkomstig de bestemming. Burgemeester en Wethouders verlenen van het bepaalde in sub 1 vrijstelling, als strikte toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. Burgemeester en Wethouders maken van de bevoegdheid als bedoeld onder 3 slechts gebruik, nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegenheid zijn gesteld hun bezwaren tegen het verlenen van de vrijstelling schriftelijk bij hen kenbaar te maken. Overtreding van het bepaalde in lid 1 van dit hoofdstuk is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
11
HOOFDSTUK ‘AI
SLOTBEPALING Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: ‘Bestemmingsplanvoorschriften Bedrijvencentrum Industrieplein’. Vastgesteld bij besluit van de Raad der gemeente Nijmegen d.d. 20 december 1989 afd. SI nr. 33711989. Goedgekeurd ingevolge artikel 28 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 29 mei 1990 nr. RG90.3151 -RWG/G5217. Dit besluit is niet onherroepelijk ingevolge artikel 29, lid 1 van genoemde wet. Behoort bij Koninklijk Besluit d.d. 25 november 1992 nr. G01.92.0117.
12
STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN Opslag gevaarlijke stoffen Niet reactieve gassenopslag. Brandbare vloeistoffen in ondergrondse tanks klasse kl. Brandbare vloeistoffen in ondergrondse tanks klasse k2 en k3. Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks klasse k2 en k3 max. 5 ma. Laboratoria: chemisch, isotopen (c lab). Luchtbehandelingsinstallaties voor detailhandel. Total energy installatie (gasmotoren). Noodaggregaten ten behoeve van elektriciteitsopwekking. Vorkheftrucks met verbrandingsmotor. Vorkheftrucks elektrisch gedreven.
Landbouw, veeteelt, bosbouw en visserij Plantsoenendiensten, hoveniersbedrijven. Agrarische administratieve dienstverlening.
Voedings- en genotmiddelenindustrie Banketbakkerij. Broodbakkerij minder dan 2.500 kg meel/week: bestemd voor winkelbedr. ter plaatse. Broodbakkerij minder dan 2.500 kg meel/week: bestemd voor toelevering aan derden. Deegwarenfabrieken. Tabakverwerkende industrie exclusief fermentatie.
Textielindustrie Wolspinnerij e.d. Katoenspinnerijen. Katoenweverijen, -spoelerijen en naaigarenfabrieken. Tricot- en kouzenindustrie. Textielwarenindustrie. Touwslagerijen.
Kledingindustrie Confectiekledingindustrie. Loonconfectiefabrieken. Maatkledingbedrijven. Pelsbereiderijen, bontfabrieken en bontwerkerijen. Hoeden-, petten- en andere mode-artikelenfabriek.
Bestemmingsplan ‘Bedrijvencentrum Industrieplein’
Lederwarenindustrie Schoenindustrie. Lederwarenfabrieken (exclusief kleding).
Hout- en meubelindustrie Parket- en hardhoutvloerenfabrieken. Hout- en emballageindustrie. Borstelwarenfabrieken. Mandenmakerijen. Vlechtwarenfabrieken. Grafkistenfabrieken. Rietmeubelfabrieken. Matrassenfabrieken. Woningstoffeerderij. Keukeninrichtingen.
Grafische industrie, uitgeverijen Handelsdrukkerij (klein) en kopieerinrichting (boekdruk, offset, fleXOgrOfie e.d.). Chemigrafische bedrijven. Loonzetterijen. Zeefdrukkerijen. Uitgeverijen (uitsluitend kantoor). Binderijen e.d.
Chemische
industrie
Aardewerkindustrie:
klein (elektrische ovens g.d. 40 kW totaal).
Metaalproduktenindustrie Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: mech. opp. behandeling (slijpen, polijsten). Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: galvaniseerbedrijven (nikkel, chroom, zink, koper).
Machine-industrie Machine-industrie:
(productie)vloeroppervlakte k.d. 2.000 m'.
Elektrotechnische industrie Elektrische
apparatenfabrieken.
Instrumenten- en optische industrie Instrumenten- en optische industrie.
14 Bestemmingsplan
‘Bedrijvencentrum
Industrieplein’
Overige industrie Foto- en filmlaboratoria. Speelgoedartikelenfabrieken. Sportartikelenfabrieken. Sociale werkplaatsen: zonder lakspuiterijen. Koelinstallaties van 1,s tot 300 KW.
Productie en distributie van elektriciteit,
gas, water
en warmtevoorziening
Transformatorstations: k.d. 10 MWe. Transformatorstations: tussen 20 en 200 MWe. Gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen, ca. B en C). Gasontvang- en verdeelstations (cat. D). Waterdistributiebedrijven: pompstations k.d. 1 MW. Waterdistributiebedrijven: pompstations tussen 1 en 15 MW. Warmtevoorzieningsbedrijven: blokverwarming. Warmtevoorzieningsbedrijven: stadsverwarming. Windmolens max. hoogte 30 meter (behoudens het bepaalde ín hoofdstuk IV lid 1 onder b.). Bouwnijverheid Bouwinstallatiebedrijven. Natuursteen Bewerkingsbedrijven.
Groothandel Zaaizaad en pootgoed. Fijne zaden en peulvruchten. Bloemen, planten en tuinbenodigdheden. Wilde dieren, siervogels e.d. Textielgrondstoffen en -halffabrikaten. Leder en -halffabrikaten van leer. Non-ferro-metalen en -halffabrikaten. Rubber. Machines, technische benodigdheden. Verpakkingsmaterialen. Vakbenodigdheden e.d. Meubels, antiquiteiten en dergelijke. Huishoudelijke artikelen, ijzerwaren, auto-accessoires, houtwaren e.d. Verf en behang. Textielwaren, schoeisel e.d. Voedings- en genotmiddelen (plantaardig). Voedings- en genotmiddelen (dierlijk). Farmaceutische, medische, kosmetische artikelen en reinigingsmiddelen. Papier, boeken en kantoorbehoeften. Optische, fotografische, sportartikelen e.d. (zonder vuurwerk). Optische, fotografische, sportartikelen e.d. (met vuurwerk).
Tussenpersonen in de groothandel Tussenpersonen in de groothandel: kantoren k.d. 150 m' vloeroppervlakte.
15 B e s t e m m i n g s p l a n ‘Bedrijvencentrum
Industrieplein’
Reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen Schoen- en andere lederwarenreparatiebedrijven. Autobeklederijen. Autoreparatiebedrijven: zonder tectyleerderij en spuiterij. Fietsen-, bromfietsen- en motorfietsen-reparatiebedrijven. Uurwerkreparatiebedrijven. Goud- en zilversmederijen. Reparatiebedrijven voor elektrische gebruiksgoederen. Reparatiebedrijven voor muziekinstrumenten.
Transport Taxistandplaatsen. Touringcarbedrijven. Goederenwegvervoerbedrijven: zonder schoonmaken tanks. Autoparkeer- en stallingsbedrijven. . Pomp- en compressorstations.
Hulpbedrijven van het vervoer Hulpbedrijven vervoer (uitsluitend kantoorfuncties). Veen- en pakhuisbedrijven.
Communicatiebedrijven Telefoon-, telegraafdiensten en dergelijke Postdiensten.
Overige dienstverlenende bedrijven Polderbemalingsinrichtingen. Schoonmaakbedrijven. Schoorsteenveegbedrijven. Glazenwasserijen en schoonmaakbedrijven. Autowasserijen. Wasserijen en strijkinrichtingen. Chemische wasserijen en ververijen. Wasverzendinrichtingen. Stoppage- en oppersinrichtingen. Wasserettes, wassalons. Tatijtreinigingsbedrijven. Kappersbedrijven en schoonheidsinstituren.