Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan &
Marie-Louise Hoppenbrouwers Adjudant-secretaris van de Orde van Advocaten Gelderland kopie aan mogelijke belanghebbende en geïnteresseerden (allen per email) Nijmegen, 31 maart 2014
Onderwerp: advies & informatie
Beste Marie-Louise, Jouw brief aan de griffier van de Raad van Discipline bevat een paragraaf die mij noodzaak je een advies te geven. Verder informeer ik je over mogelijke consequenties bij het niet opvolgen van mijn advies, waarmee ik er op vertrouw goede voorlichting te geven. Voordat ik naar details ga, beschrijf ik eerst hoe ons contact vanaf mijn brief van 23 juli 2012 verlopen is. Ons contact kan worden bekeken vanuit verschillende invalshoeken, voorbeelden zijn: • procedureel: wie heeft welke rol; • wettelijk: wie heeft welke taak, recht, plicht; • historisch: hoe gaan zaken doorgaans; • positioneel: hoe zijn de verhoudingen en afhankelijkheden. Ik geloof niet, dat een deken of een adjudant-secretaris van een ander arrondissement, met mij, in hoofdlijnen, andere communicatie had gehad. Waarmee mijn verhaal hieronder, vanuit die gedachte, zeker niet te persoonlijk is. Al die anderen hebben het geluk dat ze mij niet als gesprekspartner hadden. Maar ze kunnen dus van dit feitenmateriaal leren en dus voor hen van betekenis. Vandaar de gekozen aanhef en de personen die kopie krijgen. Met mevrouw mr. Raffi van den Berg heb ik, op 14 maart 2014, een leuk telefoongesprek gehad. Mijn voorstel is, dat op landelijk niveau, op onze communicatie wordt ingezoomd. Hierbij de volgende reflectie vragen in gedachten: • Had ik het anders gedaan? • Hoe kijk ik hier procedureel tegenaan? • Wat is het juridische kader? • Hoe zit de toekomst er uit? Komen er meer van dit soort situaties? Terug naar 20 maanden communicatie, beter als stoeipartij te beschouwen. Uit mijn telefonisch gesprek met Paul Wilmink enkele weken na onze start, begrijp ik dat jij al geruime tijd jouw functie hebt, je bent dus ervaren. Binnen jouw ervaring lijkt het normaal geworden dat een rechtzoekende bij jou een klacht mag indienen. Als een Godin bepaal je en stuur je een en ander bij. Dan is het natuurlijk vervelend wanneer ik, die jouw invalshoek van positie (u bent afhankelijk van mij) niet erkent en zich focust op de invalshoek wettelijke taak, je tegenspeler wordt.
Emile Gemmeke
Excuses voor het met voeten treden van artikel 1 van de Grondwet, wanneer ik verwijs naar Advocatenwet artikel 46c sub 1, die heb ik nooit gekregen. Die staan nog open. Fijn was dat je dit helder op schrift stelde (email wo 8-8-2012 13:05), ik hou van feitenmateriaal: Ook heb ik u verteld dat het bestendig gebruik is dat de deken een klager alleen behulpzaam is bij het formuleren van de klacht als daartoe nut en noodzaak aanwezig is. U moet daarbij denken aan personen die niet in staat zijn hun gedachten te ordenen en/of aan papier toe te vertrouwen. Gezien de gevoerde correspondentie is dat in uw geval niet van toepassing. Ik ken het begrip gewoonterecht, maar dat lijkt mij hier echt niet van toepassing, waarmee er volgens mij duidelijk sprake is van discriminatie. Na een onvruchtbare periode besluit ik de deken direct aan te spreken. Dus stuur ik Paul Wilmink een email (8-8-2012 15:06 ) met daarin: • In mijn brief van 23 juli, gericht aan het bureau van de deken leg ik de aanzet tot een klacht neer. Hoewel niet expliciet verwoord, stel ik impliciet dat een gesprek mijn voorkeur heeft. • Op 31 juli ontvang ik een algemeen antwoord met het verzoek mijn klacht schriftelijk in te dienen. • In mijn antwoord van dezelfde dag vermeld ik art 46c sub 1 van de advocatenwet en verzoek om samen met mij de klachten op schrift te stellen. • Gisteren (7 augustus) ontving ik een kort antwoord met het verzoek contact op te nemen of om contactgegevens achter te laten. • Ik neem direct contact op, maar erg succesvol is dat niet, krijg een bandje dat ik “zo spoedig mogelijk” geholpen wordt. Vandaag opnieuw gebeld en 45 minuten die tekst gehoord. • Stuur de secretaresse van het bureau een email en zij belt mij 1,5 uur later. Welk aandachtgebied was voor Paul belangrijk, waar kwam zijn primaire focus? Eerst een analogie Een keurmeester van de keuringsdienst van waren (ik weet dat de club niet meer bestaat, het is een analogie, dus beeldvorming) loopt in een slachterij rond en wordt aangesproken door een werknemer, die joviaal zijn arm om hem heenslaat: “He man, blij dat je komt inspectere, wat hier gebeurd gaat niet lekker hoor. We hebbe geen tijd om goed te kijke en schoon te make … je wil niet wete hoeveel koeie hier met stront of puiste de koeling in gaan.” Wat vinden consumenten in Nederland, van de keurmeester, die de hand van deze werknemer wegslaat en hem indringend vertelt dat hij zelf wel de zaak kan beoordelen? Waarnaar hij vrolijk met de directeur een kopje koffie met een koekje nuttigt? Mijn antwoord is: teleurstelling en boosheid. Van een keurmeester wordt verwacht dat hij zegt: kunt u me aanwijzen welke kadavers in de koelcel vies zijn? Dus geen macht of positie als aandachtgebied. Maar wel gedegen aandacht voor de kwaliteit van ons voedsel. Toevallig recent in het nieuws geweest, ik haak graag in op de actualiteit. Wat deed Paul, mijn keurmeester der Advocaten? 2 van 9
Emile Gemmeke
Zowel in ons telefonisch contact, als ons gesprek enkele dagen later, is zijn focus: • U heeft ons niet te tutoyeren (duidelijke terechtwijzing, niet beseffende dat hier sprake was van uitlokking, namelijk door mij eerst als Jan-met-de-korte-achternaam te behandelen); • Mevrouw Hoppenbrouwers is geen secretaresse. Ze is een ervaren meester in de rechten! Opnieuw maatschappelijke positie, zich als God naast de Godin plaatsen; • “Uw klacht is bij voorbaat oninteressant, u kunt uw tijd beter besteden, uw expartner heeft het gewild” (dit laatste niet 100% letterlijk, maar gegeven non-verbale communicatie wel een goede vertaling). Dit terwijl details nog niet op tafel zijn gekomen, dus op basis van vooringenomenheid (het tegenovergestelde van objectiviteit). Op 21 augustus 2012 lijkt de toon gezet, ik maak voor Paul een mooi reflectie verslag. Dat is ook een van de bijlages bij het klaagschrift, informatie aan de Raad van Discipline. De focus van de Orde blijkt op eigen positie te zijn, niet op kwaliteit of inhoud. Uitsluitend als ik mij heel netjes gedraag, mag ik een klacht indienen. Waarmee mijn recht, vastgelegd in de Advocatenwet brut genegeerd wordt. De Nationale Ombudsman vraag ik om assistentie. Na enige briefwisselingen wordt, met plaatsvervangende ervaring, geïrriteerd reageert. Mijn conclusies is dat mevrouw mr. J.E. Passchier een te hoge sensibiliteit voor positie heeft en baalt van mijn inhoudelijke benadering. Dr. Alex Brenninkmeijer, vertrouwde op haar “deskundigheid” en ondertekende braaf haar handig geformuleerde antwoorden. Voorlopig resultaat: ik blijk op een soort bloklijst van de Nationale Ombudsman te staan. Waarmee dr. Alex Brenninkmeijer op mijn lijst staat van personen die mij nog excuses gaat aanbieden. Geloof me, die gaan nog komen. De parallellen zijn groot: Alex en Paul die vertrouwen op respectievelijk mevrouw Passchier en jou. Voor de fase waarin mijn casus “de staat van de rechtsstaat”, zich bevindt: perfect! (toevallig op de datum van het klaagschrift was er een interessante bijeenkomst in de Eerste Kamer met dit thema en Alex als inleider) Fases: (1) misstanden vaststellen; (2) oplossingen formuleren; (3) realisatie. Gestructureerde aanpak heet dat. Ik vat de analogie met de keurmeester nog even samen: Dat de Advocatenwet mij het recht geeft een klacht in te dienen en jullie de plicht hebben die te onderzoeken! Dus volgens mijn beeld van “onderzoek“, dat lijkt op dat wat een goede keurmeester doet en de wetgever in diverse memories aan de Tweede Kamer formuleerde. Dus niet die bij dat kopje koffie, aan de directeur de retorische vraag stellen: “lijkt mij dat jullie een mooi bedrijf hebben”. Toen jij mijn klacht van 4 februari 2014 terugstuurde, toen was je volgens mijn onrechtmatig bezig. Ik leg dat hierna uit. Natuurlijk begrijp ik wel dat je mij uiterst lastig vindt. Dat ben ik vanuit jouw machtsperspectief ook zeker. 3 van 9
Emile Gemmeke
Die vermeende macht negeer ik immers even hard (wat ik mag) als dat jij onze wetten negeert (wat jij niet mag). Voor jou ben ik een luis-in-de-pels. Echter, daarnaast en vooral veel meer ben ik: positief ingesteld met gezonde zelfkritiek, maak ook fouten en bied dan excuses aan. Verder: ik ga altijd met open vizier de dialoog aan en laat de ander in zijn waarde en probeer de ander zijn positie te begrijpen. Stel wel gelijke eisen aan mijn gesprekspartner. Personen met goede bedoelingen ervaren mij dan ook als prettige gesprekspartner. In jouw brief van 11 maart 2014 heb je mij excuses aangeboden voor de vermelde reden van het retourneren van mijn klaagschrift, met de volgende tekst: Ook wijst u er terecht op dat in de Advocatenwet niet wordt bepaald dat klachten in tweevoud moeten worden ingediend. Deze mededelingen zijn niet juist, waarvoor mijn excuus. Dus omdat de door jouw vermelde reden niet deugde! Paul heb ik er op aangesproken dat het terugsturen zelf niet deugde, het was geen kwestie van “toevallig de verkeerde reden vermeld”. Het voortschrijden der inzichten gaat bij Paul echter vrij traag, stapje voor stapje, net in zijn brief van 28 maart 2014 zo’n stapje gelezen … maar hij is er nog niet, ik ga hem helpen, onderstaande is ook voor hem. De details, de feiten (ik hou van feiten). Op 4 februari 2014 heb je van mij ontvangen: • Het complete klaagschrift, 157 pagina’s A4, 80 grams; • De aanbiedingsbrief 2 pagina’s A4, 120 grams, vierde volzin luid: Bijgevoegde stukken lever ik hierbij digitaal. De USB-stick met de kopie, het tweevoud, netjes op de brief geplakt, vandaar ook iets dikker papier; • een USB-stick, waarop: o het bestand Compleet.pdf Bij printen het klaagschrift, dus: 157 pagina’s, de exacte kopie van het fysiek geleverde (!). Het tweevoud; o daarnaast ook diverse andere samenstellingen, een menu e.d.. Dus extra’s die handig kunnen zijn, maar niet nodig (!). o vooral handig wanneer er onderzoek wordt gedaan volgens mijn definitie. Dus lezen, beeldopbouw, opnieuw lezen, conclusies en vragen formuleren, niet met stom papier, maar fijn op de PC of tablet. Maar je vond de extra informatie van mij niet leuk, dat blijkt uit jou reactie. Dus de USB-stick heb je niet eens bekeken, ze is nog steeds hier onaangeroerd. Die zin over mijn dochter Marle in de aanbiedingsbrief, Marle die feitelijk slachtoffer is, die viel je waarschijnlijk te rauw op de maag. Volgens mij een foute gezichtshoek, fout aandachtgebied. Misschien ook de zin ”Bijgevoegde stukken lever ik hierbij digitaal” foutief gelezen als: “Bijlagen lever ik hierbij digitaal”. Dat er levering in tweevoud was, dat kan dus niet ter discussie gesteld worden. Wel stel ik op mijn beurt jullie leidraad ter discussie: (1) heeft geen juridische betekenis en (2) diverse details staan op gespannenvoet met de Advocatenwet. Alleen als dienstverlener kan je eisen stellen, zelfs wanneer je vanuit de overheid een monopolypositie hebt, zoals de NS. 4 van 9
Emile Gemmeke
Maar als uitvoerder van een wettelijke taak, kan je niet zomaar van alles en nog wat verzinnen. Ter illustratie: Stel het dekenberaad bepaald in de leidraad, dat aflevering van de klacht door kabouters moet gebeuren, leuk … maar onrechtmatig. Ik begrijp goed het verschil (sorry) de overeenkomst tussen “in tweevoud” en “door kabouters”. Namelijk, in principale, zijn beide een onrechtmatige beperkende voorwaarde voor c.q. eis gesteld aan de klager, die een wettelijk recht heeft (Advocatenwet). Fijn is dat Paul mij schrijft dat ik daadwerkelijk niet kon weten dat USB-stickies bij jullie tot jeuk zou leiden (formulering licht aangepast). Zijn laatste gezette kleine stapje. Paul’s denken blijkt nog vast het zitten in: “dekens hebben het recht voorwaarden te stellen”. Tja, als God kan je van kabouters dromen, maar ik ga zulke dromen niet laten uitkomen. Wel klopt dat de wetgever vergeten heeft voorzieningen op te stellen tegen dekens die, tijdens de voorvulling van deze functie (!), in de fout gaan. Ik heb daar een leuke studie over1. Ik weet niet of je moeder bent en dochters hebt. Misschien is er plaatsvervangende irritatie over mijn vasthoudendheid om die koe met stront (sorry, weer slip-of-the-tongue), die juriste die niet deugd, aan te wijzen, misplaatst. Plaatsvervangende irritatie past niet bij je maatschappelijke rol. Beter zou inlevend vermogen passen. Invoelen wat deze juriste heeft aangericht: veel strijd, eigen cliënten zwaar benadeeld, wederpartij ook, maar zelf natuurlijk maanden omzet (hoe luid gedragsregel 5?). Daarvoor is plaatsvervangende schaamte zeker terecht. Paul biedt mij op 14 maart 2014 schriftelijk excuses aan, voor de vertraging die de klacht heeft opgelopen, zonder op details in te gaan. Hij schrijft: Voor zover er sprake is van ontstane vertraging in de behandeling bied ik daarvoor mijn excuses aan. Omdat een groter publiek van onze stoeierij mag leren, geef ik even uitleg: Ik stel het op prijs wanneer iedereen zich aan onze regels houdt (oke … ik fiets wel eens door rood licht, ook mijn geest is zwak). Omdat zowel de terugzending onjuist was, alswel de vermelde reden (advocatenwet zou volgens jou tweemaal voorschrijven), stel ik de voorzitter van de Raad van Discipline op de hoogte. Als burger hoop je soms dat ergens hoger enige wijsheid en daadkracht zit. Van die brief krijgen Paul en jij twee dagen later een kopie per email. Daarin vermeld ik al een mogelijke oplossing voor de impasse (transparantie heet dat): o ingaan op deze kinderlijke uitdaging, dus: klacht wordt in tweevoud geprint op 250 grams papier, dat komt het gewicht van de klacht letterlijk ten goede (6x zo zwaar). Kopiëren wordt dan ”iets” moeilijker, wat zich vooral wreekt in de eindfase; o of nog leuker, voorgaande op A3 formaat, beter voor het gewicht van de klacht en het komt de leesbaarheid (niet leesgemak) ten goede; Uiteindelijk gekozen voor het laatste. Dus een drukkerij in Nijmegen heeft mijn eerder genoemde bestand “Compleet.pdf” afgedrukt op 280 grams papier. Een mooi resultaat, ik vond het wel leuk, wacht nog op Paul’s betaling van deze kosten. Hiermee volledig aan de gecommuniceerde wensen voldaan. Aan de wettelijke eisen voldeed ik allang, aan die eis in de leidraad, de kaboutereis, sorry het tweevoud, ook, maar nu zelfs voor een kind duidelijk. Tja, de elf kilo papier zijn “iets” minder handzaam dan de 750 gram en die USB-stick was natuurlijk super. Paul begint te begrijpen dat hij dit machtspelletje verliest, daarbij had ik voor meekijkers gezorgd. 1
Geïnteresseerde kunnen de link http://www.gemmeke.nl/AdviesVraagOverDeken.pdf gebruiken. 5 van 9
Emile Gemmeke
Waarom deze brief? In jouw aanbiedingsbrief van 27 maart 2014 aan de Raad van Discipline lees ik: Deze brief werd aan klager geretourneerd omdat de wijze van indiening niet voldoet aan het bepaalde in artikel 46c lid 1 Advocatenwet … Hiermee zet je mij bij de Raad van Discipline te kijk en leg de schuld van de vertraging bij mij! Onacceptabel ! Want dit is slechts 16 dagen nadat jij mij excuses aanbied omdat artikel 46c lid 1 door jou een foutieve vermelding was! Toch geen last van ernstige geheugenproblemen, hoop ik. Vanuit welk aandachtsgebied komt deze vermelding? Je had beter in bedekte verwoording iets kunnen schrijven als: Tot onze spijt is er enig oponthoud is geweest in de verwerking van de klacht omdat de indiening niet aan onze verwachtingen voldeed. Uiteindelijk hebben klager en de Orde consensus over de voortgang. Nog beter had je even geduld kunnen hebben, want: • mijn “gesprek” met Paul is nog niet afgerond, het gesprek over het terugsturen. Het volgende stapje gaat hij zeker maken, daarvan ben ik overtuigd. Immers, het gaat om elementaire principes van leren (psychologie). Goed gedrag belonen, fout gedrag straffen. Van te voren informeren & communiceren. Intelligente mensen kijken vooruit (raken de kachel niet, want zijn gewaarschuwd), andere personen zijn meer eigenwijs en hebben harde ervaring nodig (vingers branden) en voor sommige is er dat spreekwoord met een dier en een steen. Maar, wanneer de docent voldoende geduld heeft, wordt er altijd wel iets geleerd. Ik heb geduld, al 20 maanden getoond, kunnen er zo 20 bij. • ander detail is, dat je de klacht te vroeg doorstuurde. Het “onderzoek” was niet compleet, Reina komt met nieuwe elementen, waarop mijn reactie gevraagd moet worden. Paul heb ik dit al duidelijk gemaakt. Hij is immers verantwoordelijk. Tijd om eens de Advocatenwet artikel 46c sub 3 te lezen. Daar wordt door de wetgever expliciet een groep personen genoemd waartoe jij niet behoort. Volgens mij geeft de wetgever hier impliciet aan dat jij niet bevoegd bent tot het verrichten van het “onderzoek”, ook niet wanneer dat, conform een dwaling van het dekenoverleg, gereduceerd is tot eenvoudige stukkenuitwisseling. Analogie: mijn dochter zonder rijbewijs, mag niet “namens mij” de auto besturen, omdat ik wel een rijbewijs heb en er naast zit. 6 van 9
Emile Gemmeke
Advies Ga als adjudant-keurmeester in de juiste rol met focus op de juiste aandachtgebieden. Jij mag er voor zorgen dat de consument veilig vlees kan consumeren, dat is een eer! Koffie met koekjes, een babbel met de directeur lijken een hoger status te hebben dan tussen kadavers rondlopen, dat begrijp ik. Maar geloof me, anno 2014 heeft dan de moderne consument geen respect voor je. Dus laat de focus op status los. Zeker met mij als “tegenspeler”. Je maakt jezelf speelbal en stapelt fout op fout. Consequenties voor nu Ik accepteer niet dat iemand over mij leugens de wereld in slingert. Vijftig jaar lang ben ik veel te tolerant geweest (in mijn relatie). Daarna van ex-partner en haar advocate veel last gehad van deze techniek. Nu hanteer ik op dit gebied zerotolerance, dus wacht met geduld op jouw, graag deze keer ook welgemeende, excuses. Met deze brief geef ik “verweer” bij de Raad van Discipline op jouw valse beschuldiging, dat de vertraging door mij komt. Jij en Paul frustreren al 20 maanden een goede tuchtrechtsgang. Ik verwacht dus een kopie van jouw excuses ook die kant op. Van Paul verwacht ik dat hij de excuses voor de vertraging concreet maakt, dat is niet vanaf 20 februari 2014, toen hij zijn vingers brandde aan elf kilo papier, dat was vanaf 4 februari 2014 (of 20 maanden). Uit zijn brief van 28 maart 2014 begrijp ik dat hij hier vooralsnog halsstarrig in is. Mogelijke consequenties voor later Op deze hobbelige weg tot een tuchtrechtzaak lijk ik in de rol van advocaat (of OM) te zitten. Misschien is dan, volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline, ook op ons van toepassing wat beklaagde, Reina Ester, in haar brief van 21 maart 2014 formuleert: De advocaat behoeft in het algemeen ook niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. In helder Nederlands: ik mag voor mijn recht gaan en het hoeft mij niet te boeien welke schade er ontstaat bij andere partijen. Deze stelling heb ik al enige jaren helder op mijn vizier, het is mijn “ding”, en handel erna. Wel met het verschil dat ik wel ethisch, fatsoenlijk en eerlijk ben en blijf. Mijn voorkeur is met goede dialogen problemen op te lossen. Wanneer je de gedragsregels uit de kast pakt, wel even goed afstoffen, want volgens mij zijn ze nooit gelezen, dat lijkt dat veel op gedragsregel 3. Ook is het mijn voorkeur dat iedereen in zijn rol blijft en deze netjes vervult. Nu je toch de gedragsregels in handen hebt, kijk dan even naar nummertje 9: eigen verantwoordelijkheid serieus nemen (dus ook fouten durven toegeven).
7 van 9
Emile Gemmeke
Momenteel heb ik een indrukwekkende lijst van juristen en hun fouten waarvan ik nog uitleg of excuses wil krijgen. Die zijn er voldoende, ik geeft je even een indruk: • Rein-Jan Hoekstra; • De Nationale Ombudsman: goed instituut, zolang je maar geen kritiek op hun vakbroeder hebt. • De vorige en huidige landelijke deken, Walter Hendriks zal zich nauwelijks bewust zijn van mijn notities, maar die zijn niet mis2. • Natuurlijk “onze” deken Paul Wilmink. • Diverse rechters, griffiers, voorzitters van besturen en raden, waarvan er … diverse in de Raad van Discipline zitten. Dus een mooie samenstelling maken voor een zitting die recht doet aan het begrip onpartijdig, wordt een toenemende uitdaging. Ook de nieuwe voorzitter mr. M. van Osch heeft zich al persoonlijk gediskwalificeerd. Waar ik, zo’n 20 maanden geleden, graag een goed juridisch gesprek had, voel ik mij nu in een soort schaakspel, waarin jij een pionnetje bent. Pionnen offer je op voor stukken hoger in rang of voor spelpositie. Dat laatste is de opzet van deze brief: spelpositie. Jij gaf mij met jouw fout de gelegenheid. Hoe groot is het speelveld, het schaakbord? Groot, de aandacht voor de staat van de rechtsstaat is toenemend actueel, waarmee aandacht voor specifieke delen van de ruïne groeiend is. Ook binnen de eigen gelederingen, maar daar lijkt het dit onder een dikke laag eigendunk en machtspositie te liggen. Dus deze laag moet eerst verwijderd worden. Opnieuw een analogie. Om die laag te verwijderen moet deze aan flarden geschoten worden, dus dat vraagt om enige munitie. En die munitie, die heb ik ondertussen heel veel. Echter zonder wapen is munitie niets. Voor mijn munitie (feiten van systeemfalen) heb ik een wapen nodig dat heet: publiciteit, media, politiek, boek, website, community of zo. Al die personen, die baadt hebben bij die dikke laag eigendunk en positie, zijn “veilig” zolang mij dat wapen ontbreekt. Om een stukje munitie te “ontmantelen”, zijn excuses vaak een succesvol het middel. Op deze wijze heeft Ronald Plasterk recent een bommetje onder zijn carrière ontmanteld. Het heeft mijn voorkeur met juristen samen te werken om de staat van de rechtstaat op orde te brengen. Het heeft mijn voorkeur dat met rede en maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel deze laag van eigendunk en machtpositie geleidelijk oplost in plaats van aan flarden wordt geschoten. Lijkt mij ook jouw belang. Uitsluitend voor het alternatieve negatieve scenario heb ik dat wapen nodig, om al die munitie te kunnen afvuren. Ik had een bijlage willen maken voor wat Walter boven zijn hoofd hangt. Het ontbrak mij aan tijd, deze reactie wilde ik niet een dag uitstellen, zou zomaar anders verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Daarbij is mijn schrijfsnelheid laag, ben dyslectisch en wat taalongevoelig, fouten corrigeren kost veel tijd (en er blijven er veel door heen slippen). Dus er volgt nazending. 8 van 9 2
Emile Gemmeke
De kans op dat wapen heb jij aanzienlijk vergroot: Want het is wel lachen, dat ik het nette klaagschrift per direct retour krijg. De elf kilo onhanteerbaar papier voorzien van enige subtiele opmerkingen en vragen blijkt, iets vertraagt, gewoon het klacht proces in te gaan. Mooi contrast, aangevuld met jouw opmerking aan Heleen, is hiervan een korte en krachtige binnenkomer bij de media te maken. Gegeven onze rollen en jouw achterban: niet erg handig. Resumerend Een ander was waarschijnlijk in dezelfde ellende beland. Ik zie jou gedrag als typerend voor de cultuur onder juristen (wat de rest nu misschien ontkend, hetgeen zou laf zijn). Vandaar dat ik vind dat op landelijk niveau deze casus besproken mag worden. Niet om jou te kijk te stellen, maar vanwege die reflectie vragen. Zouden anderen wezenlijk anders gehandeld? Mijn antwoord heb je, ik neem het in deze voor je op. Een gesprek daarover, daarvoor kom ik graag naar Den Haag of Arnhem. Ik kan goed begrijpen dat mijn reactie niet fijn binnenkomt. Maar ik hoop dat zoiets uitsluitend het eerste gevoel is. Dat daarna meer objectief en in het juiste perspectief mijn reactie beschouwd wordt, dus dat verstand gaat overheersen. Dat de staat van de rechtsstaat op orde komt. Misschien dat ik in deze omvangrijke brief ergens een vreselijke fout maak en iemand ten onrechte veroordeel. Dan sta ik zeker open voor betere inzichten, ik leer graag, ook van mijn fouten. Waar nodig zal ik ook oprechte excuses aanbieden, waar nodig ... Vooralsnog gaat elke jurist een dialoog met mij uit de weg, krijg ik ontwijkende antwoorden etc. etc. … dus blijven we stukken op het schaakbord verplaatsen en win ik slechts langzaam positie. Ondanks dat ik voor mijn recht mag gaan en het hoeft mij niet te boeien welke schade er ontstaat bij andere partijen (Reina Ester vrij geciteerd), probeer ik in alle redelijkheid te zoeken naar opties die beter zijn dat die drie wanhopige vaders in 2013 vonden. Elk ook het dupe van een vechtscheiding: • 7 mei, Jeroen Denis pleegt zelfmoord nadat hij zijn zoontjes Ruben en Julian om het leven heeft gebracht, uitgebreid in de publiciteit; • 8 september, Bernd pleegt zelfmoord nadat hij zijn zoontjes Jasper, Marijn (10) & Seth (2) om het leven heeft gebracht. • 7 november, in Reuver pleegt een man zelfmoord nadat hij zijn dochtertje van 3 jaar om het leven heeft gebracht. Gisteravond in het nieuws, de gevolgen van vechtscheidingen. Het stapje dat de kinderombudsman zet is in de goede richting. Ook al is het, mijns inziens, te klein en ligt de focus te veel bij symptoom bestrijding. De rol van de advocaten en rechters is vooralsnog te beperkt onderwerp en over het toezicht op de advocatuur hoorde ik niets. Daarmee lijkt mij daarmee de mogelijkheid om op dit punt van verleden te leren nihil. met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (digitaal verstuurd zonder ondertekening) 9 van 9