NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed, kan de Stichting VermogensPlanning niet aansprakelijk worden gesteld voor enige advisering en/of uitvoering op grond van of mede op grond van dit nieuwsbericht
Recent heeft de Administratie op Fisconet een circulaire gepubliceerd (Circulaire nr. 16/2006 dd. 31 juli 2006) waarin ze haar standpunt uiteenzet met betrekking tot het heffen van successierechten op levensverzekeringen afgesloten door echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Op basis van deze Circulaire kan de Administratie op het ogenblik van het overlijden van de eerststervende echtgenoot de afkoopwaarde of vermogenswaarde van een gemengde levensverzekering (bv. Tak 21 en Tak 23) als een actief bestanddeel van het gemeenschappelijk vermogen beschouwen en conform artikel 1. W.Succ. onderwerpen aan successierechten. Voorwaarde is evenwel dat het kapitaal werd opgebouwd met gemeenschappelijke gelden. Bovenstaande zienswijze van de Administratie is analoog met de burgerrechtelijke kwalificatie krachtens dewelke voor de vereffening van het gemeenschappelijk vermogen het reeds opgebouwde kapitaal als een gemeenschappelijk goed van de echtgenoten wordt beschouwd (cfr. Arrest van het Arbitragehof nr. 54/99 van 26 mei 1999 en rechtspraak van diverse lagere rechtbanken). In de Circulaire worden een aantal toepassingsvoorbeelden in extenso uitgewerkt. In bijlage kopie van de Circulaire.
Stichting VermogensPlanning | Sint-Michielslaan 2 | B-1150 Brussel Tel +32(0)2 738 06 61 |Fax + 32 (0)2 738 06 62 | ING 330-1001396-22 | BTW BE 0872.625.460 www.stichtingvermogensplanning.be |
[email protected] De Stichting VermogensPlanning is een private stichting opgericht volgens Belgisch recht
CIRC 31.07.06/1 Circulaire nr. 16/2006 dd. 31.07.2006 Levensverzekeringen - Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen ONDERWERP VAN DE CIRCULAIRE. 1. Onderhavige circulaire heeft tot doel het standpunt van de Administratie uiteen te zetten naar aanleiding van de rechtspraak en rechtsleer inzake de artikelen 127 en 128 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst (W.Landv.) Zij tracht na te gaan in welke mate dit invloed heeft op de berekening van de successierechten wanneer een levensverzekering is afgesloten door echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Deze circulaire sluit aan bij de aanschrijving nr.3 van 29 april 1997 waarvan de in hoofdstuk IV vermelde fiscale implicatie nauwkeuriger wordt uitgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de in onderhavige circulaire ingenomen standpunten. UITEENZETTING. 2. Art.127 W.Landv. bepaalt dat de aanspraken ontleend aan de verzekering die een echtgenoot, gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen, ten behoeve van de andere echtgenoot of voor zichzelf heeft bedongen een eigen goed van de begunstigde echtgenoot is. Vervolgens stelt art.128 W.Landv. dat aan het gemeenschappelijk vermogen geen vergoeding verschuldigd is tenzij de premies die met gemeenschappelijke gelden werden betaald kennelijk de mogelijkheden van dat vermogen te boven gaan. 3. Het Arbitragehof bevond in haar arrest nr. 54/99 van 26 mei 1999 de artikelen 127 en 128 W.Landv. strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Deze strijdige artikelen hebben immers tot gevolg dat, wanneer één van beide onder een stelsel van gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten een levensverzekering heeft aangegaan om de goede afloop van de terugbetaling van een gemeenschappelijke lening te waarborgen en - nadat die terugbetaling is gedaan - om een kapitaal op te leveren enkel voor hemzelf indien hij een overeengekomen leeftijd zou bereiken (en dus niet de langstlevende echtgenoot) en bovendien de premies met gemeenschappelijke gelden werden betaald, dat kapitaal eigen is en slechts aanleiding geeft tot vergoeding als de premies overdreven zijn. Het betrof hier een gemengde levensverzekering aangegaan door één echtgenoot in zijn eigen voordeel, die tevens als waarborg diende voor een gemeenschappelijke lening. Het was dus geen schuldsaldoverzekering, noch een levensverzekering tot reconstructie van geleend kapitaal. Alhoewel een arrest van het Arbitragehof geen werking erga omnes heeft en de uitspraak bijgevolg beperkt blijft tot het rechtscollege dat de prejudiciële vraag heeft gesteld, kunnen andere rechters wanneer de problematiek zich opnieuw stelt, dit arrest volgen. 4. Het voormelde arrest van het Arbitragehof werd reeds door verschillende rechtbanken zowel in eerste aanleg als in beroep ingeroepen om te oordelen dat de artikelen 127 en 128 W.Landv. niet van toepassing zijn op de vermogenswaarde (afkoopwaarde) van een gemengde levensverzekering. De rechtspraak stelt dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de gewaarborgde prestatie van een gemengde levensverzekering ( het kapitaal dat uitgekeerd wordt bij het einde van het contract of bij vervulling van de
Stichting VermogensPlanning | Sint-Michielslaan 2 | B-1150 Brussel Tel +32(0)2 738 06 61 |Fax + 32 (0)2 738 06 62 | ING 330-1001396-22 | BTW BE 0872.625.460 www.stichtingvermogensplanning.be |
[email protected] De Stichting VermogensPlanning is een private stichting opgericht volgens Belgisch recht
voorwaarde) en de vermogenswaarde (afkoopwaarde) van een gemengde levensverzekering opgebouwd door de gestorte premies tijdens de duur van het contract. In tegenstelling tot de bepalingen van de artikelen 127 en 128 W.Landv. moet de vermogenswaarde van een gemengde levensverzekering als een gemeenschappelijk goed worden beschouwd indien de gestorte premies betaald werden met gemeenschappelijke gelden van de beide echtgenoten (zie Hof van beroep te Brussel, 12 september 2000 ,J.T. 2000, 807; Hof van beroep te Gent, 4 maart 2004, N.J.W. 2004, 847; Chroniques notariales, 10/2005, vol.42, blz. 151-154). Andere rechtspraak herkwalificeert zelfs gemengde levensverzekeringen als spaarcontracten of beleggingsovereenkomsten zodat de artikelen 127 en 128 W.Landv. hierop niet toepasselijk kunnen zijn (zie Hof van beroep te Luik dd. 3 februari 2003, Tijdschrift voor Notarissen – December 2004, Nr.12, blz.670-2004; Rechtbank van eerste aanleg te Brugge van 15 januari 2002 en 20 maart 2002, Tijdschrift voor Notarissen – December 2004, Nr.12, blz.673-2004, voetnoot 41; Rechtbank van eerste aanleg te Brussel van 1 september 2003 , Tijdschrift voor Notarissen – December 2004, Nr.12, blz.674-2004). Volgens de rechtspraak en rechtsleer moet er dus een onderscheid worden gemaakt tussen gewone levensverzekeringen en levensverzekeringen die in feite een spaarverrichting zijn en zouden de artikelen 127 en 128 W.Landv. wel van toepassing blijven op de gewone zuivere levensverzekering maar niet meer op de gemengde levensverzekeringen, de groepsverzekeringen, pensioenverzeke-ringen, gemengde levensverzekeringen met het oog op de reconstructie van het kapitaal van een lening en de schuldsaldoverzekeringen (zie Tijdschrift voor notarissen December 2004, nr. 12: "Artikel 124 W. Landv. In het licht van recente rechtspraak", nr.9, voetnoten 20 tot en met 28). 5. Een gewone, zuivere levensverzekering is een overeenkomst waarbij een kapitaal wordt uitbetaald bij het overlijden van het verzekerd hoofd ongeacht of de verzekering is aangegaan door een echtgenoot in zijn eigen voordeel of in het voordeel van de andere echtgenoot. De overeenkomst waarbij een kapitaal wordt uitbetaald ofwel bij het overlijden vóór het bereiken van een bepaalde datum of leeftijd ofwel bij het bereiken van die bepaalde datum of leeftijd is een gemengde levensverzekering. Ook de levensverzekeringen gekend als TAK 21 (beleggingsverzekering met een gewaarborgd rendement) of TAK 23 (beleggingsverzekering gekoppeld aan een beleggingsfonds zonder gewaarborgd rendement), zijn gemengde levensverzekeringen. 6. Op basis van voormelde rechtspraak en rechtsleer wordt op burgerlijk vlak bij de vereffening-verdeling van het gemeenschappelijk vermogen van echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen voor het bepalen van het eigen of gemeenschappelijk karakter van hun goederen een onderscheid gemaakt tussen het kapitaal dat wordt uitbetaald ingevolge de contractuele bepaling van de overeenkomst en tussen de afkoopwaarde of vermogenswaarde van dergelijke overeenkomsten bij de vereffening van het stelsel. Zo zal de vermogenswaarde of afkoopwaarde van de gemengde levensverzekering op het ogenblik van de ontbinding van het stelsel ondanks de bepalingen van de wet op de Landverzekeringsovereenkomst als een bestanddeel van het gemeenschappelijk vermogen worden beschouwd indien het kapitaal werd opgebouwd met gemeenschappelijke gelden. Naar analogie met de visie op burgerlijk vlak zal de Administratie voor de heffing van het successierecht de afkoopwaarde van een gemengde levensverzekering op het ogenblik van het overlijden van de eerststervende echtgenoot eveneens als een bestanddeel van het gemeenschappelijk vermogen beschouwen indien het kapitaal werd opgebouwd met gemeenschappelijke gelden.
Stichting VermogensPlanning | Sint-Michielslaan 2 | B-1150 Brussel Tel +32(0)2 738 06 61 |Fax + 32 (0)2 738 06 62 | ING 330-1001396-22 | BTW BE 0872.625.460 www.stichtingvermogensplanning.be |
[email protected] De Stichting VermogensPlanning is een private stichting opgericht volgens Belgisch recht
Om uit te maken of de premie(s) voor de gemengde levensverzekering werd(en) betaald met gemeenschappelijke gelden of met eigen gelden van een echtgenoot, moeten de gewone regels van het burgerlijk wetboek worden toegepast (in casu de artikelen 1399, 1400,5° en 1404 B.W.). Vermits voor een roerende wederbelegging geen formaliteiten vereist zijn, wordt ze geacht te zijn gedaan vanaf het ogenblik dat de verwerving door middel van eigen gelden geschiedt. Voor verwervingen die deels met eigen middelen en deels met gelden van het gemeenschappelijk vermogen werden gefinancierd, zijn de regels van de artikelen 1402 en 1403 B.W. van toepassing : de afkoopwaarde van de gemengde levensverzekeringsovereenkomst moet als een eigen goed van een echtgenoot worden beschouwd indien de premie(s) werd(en) betaald voor meer dan de helft met eigen gelden van die echtgenoot en als een gemeenschappelijk goed indien meer dan de helft van de premie(s) werd betaald met gemeenschappelijke gelden.
TOEPASSINGSVOORBEELDEN. Het betreft in alle voorbeelden echtgenoten (E1 en E2) gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen en er wordt vanuit gegaan dat de premies werden betaald met gemeenschappelijke gelden. 7. Gewone, zuivere levensverzekeringen die enkel het risico "overlijden" dekken. 7.1. E1 onderschrijft een levensverzekering op zijn hoofd waardoor bij zijn overlijden aan E2 een kapitaal wordt uitbetaald. (E1 is zowel verzekeringnemer als verzekerde en E2 is begunstigde): 7.1.a) bij overlijden van E1: het kapitaal wordt op basis van het verzekeringscontract uitbetaald aan E2 en is in zijnen hoofde voor de helft belastbaar in de nalatenschap van E1 op basis van artikel 8 W.Succ vierde lid vermits de premies met gemeenschappelijke gelden werden betaald. In het geval E2 reeds vóóroverleden zou zijn, komt het kapitaal toe aan de verzekeringnemer (Art. 111 W.Landv.) en zal het als een eigen goed van E1 in zijn nalatenschap worden belast op basis van artikel 1 W.Succ. Indien er een secundaire begunstigde werd aangeduid, zal artikel 8 W.Succ. in hoofde van die secundaire begunstigde toepassing vinden op de totaliteit van het uitbetaalde kapitaal. 7.1.b) bij het vóóroverlijden van E2: contractueel volgt er geen uitbetaling van het kapitaal. Het reeds via de gestorte premies opgebouwde kapitaal is op basis van de W.Landv. eigen aan de verzekeringnemer (E1). In de nalatenschap van E2 is er uit hoofde van de zuivere levensverzekering niets belastbaar. 7.2. E1 onderschrijft een levensverzekering op het hoofd van zijn echtgenoot E2 waardoor bij het overlijden van E2 aan hemzelf (E1) een kapitaal wordt uitbetaald. (E1 is verzekeringnemer en begunstigde, E2 is verzekerde): 7.2.a) bij het vóóroverlijden van E1: contractueel volgt er geen uitbetaling doch het via gestorte premies opgebouwde kapitaal is op basis van de W.Landv. eigen aan verzekeringnemer (E1). Bijgevolg zal de afkoopwaarde van de levensverzekering in nalatenschap van E1 als een actief bestanddeel van zijn eigen vermogen worden belast basis van de artikelen 1 en 15 W.Succ in hoofde van de erfopvolgers van E1.
Stichting VermogensPlanning | Sint-Michielslaan 2 | B-1150 Brussel Tel +32(0)2 738 06 61 |Fax + 32 (0)2 738 06 62 | ING 330-1001396-22 | BTW BE 0872.625.460 www.stichtingvermogensplanning.be |
[email protected] De Stichting VermogensPlanning is een private stichting opgericht volgens Belgisch recht
de de de op
7.2.b) bij het overlijden van E2: het kapitaal wordt op basis van het verzekeringscontract uitbetaald aan E1 en is in zijnen hoofde voor de helft belastbaar in de nalatenschap van E2 op basis van artikel 8 W.Succ. vierde lid vermits de premies met gemeenschappelijke gelden werden betaald. 8. Gemengde levensverzekeringen die zowel het risico "overlijden" als het risico "leven" dekken. In de voorliggende gevallen zal de verzekeraar overgaan tot uitbetaling van een kapitaal ofwel bij het bereiken van een bepaalde leeftijd van de verzekerde (bv. 65 jaar), ofwel bij het overlijden van de verzekerde vóór het bereiken van die bepaalde leeftijd. Dezelfde oplossingen gelden in het geval de overeenkomst in de uitkering van een kapitaal voorziet ofwel bij het verstrijken van een vaste termijn van bv 10 jaren ofwel bij het overlijden van de verzekerde vóór het verstrijken van die vaste termijn. 8.1. E1 sluit een verzekeringsovereenkomst af waardoor enerzijds aan E1 bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar een kapitaal wordt uitbetaald of anderzijds - indien E1 overlijdt vóór het bereiken van de leeftijd van 65 jaar - bij het overlijden van E1 het reeds opgebouwde kapitaal aan E2 wordt uitbetaald. (E1 is zowel verzekeringnemer, verzekerde als begunstigde tenzij hij overlijdt vóór zijn 65 jaar, dan is E2 begunstigde): 8.1.a) als E1 de eerststervende echtgenoot is en: •
E1 overlijdt meer dan 3 jaar nadat hij 65 jaar werd:
Het kapitaal werd aan E1 uitbetaald op het ogenblik dat hij 65 jaar werd. Vermits die uitbetaling gebeurde meer dan 3 jaar vóór zijn overlijden is hierop geen successierecht verschuldigd. •
E1 overlijdt binnen de 3 jaar nadat hij 65 jaar werd :
Het kapitaal werd aan E1 uitbetaald op het ogenblik dat hij 65 jaar werd. De uitbetaling gebeurde evenwel binnen de 3 jaar vóór zijn overlijden. Het uitbetaalde kapitaal heeft zich in principe vermengd met het gemeenschappelijk roerend vermogen tenzij er wederbelegging plaatsvond. Het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ. is toepasbaar op het uitbetaalde kapitaal. •
E1 overlijdt op een leeftijd jonger dan 65 jaar:
Het reeds opgebouwde kapitaal wordt uitbetaald aan E2 en is belastbaar in de nalatenschap van E1 voor de helft in hoofde van E2 op basis van artikel 8, vierde lid W.Succ. 8.1.b) als E2 de eerststervende echtgenoot is en: •
E2 overlijdt meer dan 3 jaar nadat E1 65 jaar geworden is:
Het kapitaal werd aan E1 uitbetaald op het ogenblik dat hij 65 jaar werd. Vermits die uitbetaling gebeurde meer dan 3 jaar vóór het overlijden van E2 is hierop geen successierecht verschuldigd.
Stichting VermogensPlanning | Sint-Michielslaan 2 | B-1150 Brussel Tel +32(0)2 738 06 61 |Fax + 32 (0)2 738 06 62 | ING 330-1001396-22 | BTW BE 0872.625.460 www.stichtingvermogensplanning.be |
[email protected] De Stichting VermogensPlanning is een private stichting opgericht volgens Belgisch recht
•
E2 overlijdt binnen de 3 jaar na dat E1 65 jaar geworden is:
Het kapitaal werd uitbetaald op het ogenblik dat E1 65 jaar werd. De uitbetaling gebeurde evenwel binnen de 3 jaar vóór het overlijden van E2. Het uitbetaalde kapitaal heeft zich in principe vermengd met het gemeenschappelijk roerend vermogen tenzij er wederbelegging plaatsvond. Het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ is toepasbaar op het uitbetaalde kapitaal. •
E2 overlijdt op een ogenblik dat E1 jonger is dan 65 jaar:
Op dat ogenblik heeft er zich nog geen uitbetaling voorgedaan. Het reeds opgebouwde kapitaal wordt voor de vereffening van het gemeenschappelijk vermogen van de echtgenoten E1 en E2 op burgerlijk vlak beschouwd als een gemeenschappelijk goed van de echtgenoten. Het successierecht is op basis van artikel 1 W.Succ. verschuldigd op de afkoopwaarde van de verzekeringsovereenkomst als actief bestanddeel van het gemeenschappelijk vermogen. 8.2. E1 sluit een verzekeringsovereenkomst af waardoor enerzijds aan E2 bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar een kapitaal wordt uitbetaald of anderzijds - indien E2 overlijdt vóór het bereiken van de leeftijd van 65 jaar - bij het overlijden van E2 het reeds opgebouwde kapitaal aan E1 wordt uitbetaald. (E1 is verzekeringnemer, E2 is verzekerde en begunstigde tenzij hij overlijdt vóór zijn 65 jaar, dan is E1 de begunstigde): 8.2.a) als E1 de eerststervende echtgenoot is en: •
E1 overlijdt meer dan 3 jaar nadat E2 65 jaar werd:
Het kapitaal werd aan E2 uitbetaald op het ogenblik dat hij 65 jaar werd. Vermits die uitbetaling gebeurde meer dan 3 jaar vóór het overlijden van E1 is hierop geen successierecht verschuldigd. •
E1 overlijdt binnen de 3 jaar nadat E2 65 jaar werd:
Het kapitaal werd aan E2 uitbetaald op het ogenblik dat hij 65 jaar werd. De uitbetaling gebeurde evenwel binnen de 3 jaar vóór het overlijden van E1. Het uitbetaalde kapitaal heeft zich in principe vermengd met het gemeenschappelijk roerend vermogen tenzij er wederbelegging plaatsvond. Het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ is toepasbaar op het uitbetaalde kapitaal. •
E1 overlijdt op een ogenblik dat E2 jonger is dan 65 jaar:
Op dat ogenblik heeft er zich nog geen uitbetaling voorgedaan. Het reeds opgebouwde kapitaal wordt voor de vereffening van het gemeenschappelijk vermogen van de echtgenoten E1 en E2 op burgerlijk vlak beschouwd als een gemeenschappelijk goed van de echtgenoten. Het successierecht is op basis van artikel 1 W.Succ. verschuldigd op de afkoopwaarde van de verzekeringsovereenkomst als actief bestanddeel van het gemeenschappelijk vermogen. 8.2.b) als E2 de eerststervende echtgenoot is en: •
E2 overlijdt meer dan 3 jaar nadat hij 65 jaar geworden is:
Het kapitaal werd aan E2 uitbetaald op het ogenblik dat hij 65 jaar werd. Vermits die uitbetaling gebeurde meer dan 3 jaar vóór het overlijden van E2 is hierop geen successierecht verschuldigd.
Stichting VermogensPlanning | Sint-Michielslaan 2 | B-1150 Brussel Tel +32(0)2 738 06 61 |Fax + 32 (0)2 738 06 62 | ING 330-1001396-22 | BTW BE 0872.625.460 www.stichtingvermogensplanning.be |
[email protected] De Stichting VermogensPlanning is een private stichting opgericht volgens Belgisch recht
•
E2 overlijdt binnen de 3 jaar nadat hij 65 jaar geworden is:
Het kapitaal werd uitbetaald op het ogenblik dat E2 65 jaar werd. De uitbetaling gebeurde evenwel binnen de 3 jaar vóór het overlijden van E2. Het uitbetaalde kapitaal heeft zich in principe vermengd met het gemeenschappelijk roerend vermogen tenzij er wederbelegging plaatsvond. Het wettelijk vermoeden van artikel 108 W.Succ is toepasbaar op het uitbetaalde kapitaal. •
E2 overlijdt vóór dat hij 65 jaar werd:
Het reeds opgebouwde kapitaal wordt uitbetaald aan E1 en is belastbaar in de nalatenschap van E2 voor de helft in hoofde van E1 op basis van artikel 8, vierde lid W.Succ. De onder punten 7 en 8 vermelde oplossingen gelden eveneens indien beide echtgenoten (E1 en E2) gezamenlijk de bedoelde overeenkomsten hebben afgesloten. 9. In het geval dat de gemengde levensverzekering werd afgesloten door een bepaalde echtgenoot (b.v. E1) en er bewezen is dat de premie(s) werd(en) betaald met eigen gelden van die echtgenoot (E1) dan is er geen successierecht verschuldigd op de afkoopwaarde van de verzekeringsovereenkomst bij het vóóroverlijden van de andere echtgenoot (E2). Het opgebouwde kapitaal of de afkoopwaarde van de overeenkomst is dan immers geen bestanddeel van het gemeenschappelijk vermogen maar is dan ontegensprekelijk een eigen goed van de langstlevende echtgenoot (verzekeringnemer). NAMENS DE MINISTER : De administrateur-generaal, D. DE BRONE
(28/08/2006 Bron: www.fisconet.be)
Stichting VermogensPlanning | Sint-Michielslaan 2 | B-1150 Brussel Tel +32(0)2 738 06 61 |Fax + 32 (0)2 738 06 62 | ING 330-1001396-22 | BTW BE 0872.625.460 www.stichtingvermogensplanning.be |
[email protected] De Stichting VermogensPlanning is een private stichting opgericht volgens Belgisch recht