NieuwsDräger
In deze uitgave o.a.: Dräger X-zone 5000 alarmversterker Pagina 03 De nieuwe Quaestor Pagina 05 Het PSS 5000 ademluchttoestel Pagina 07 D5000 draadloze branddetectie Pagina 09 CPS 7900; het Dräger topgaspak Pagina 11
D-29430-2009
Gasfilters uit kokosnootschalen Pagina 20
| juni
2010
02 |
Column HIJ DIE Z’N GEMAK NIET ZOEKT… Natuurlijk brengt de NieuwsDräger u geen oud nieuws. Aan oud nieuws hebben we niets. U wordt door de inhoud verrast, naar ik hoop. Dräger ontwerpt, ontwikkelt en verbetert techniek voor het leven. Het wordt steeds veiliger. En zelfs als het veilig genoeg is, dan kan het altijd nog makkelijker, handiger of duurzamer. Neem de Quaestor. De oude Quaestor deed het prima en was in menige adembeschermingswerkplaats een trouwe vriend, die met opgeheven hoofd de stormen trotseerde. Voor wie het niet direct visualiseert: de Quaestor is het
testapparaat met het rubberen kunsthoofd. Nooit chagrijnig en desnoods 24 uur per dag bereid – zuchtend – zijn werk te doen. Maar er wacht verlossing: een frisse wind waait door een nieuwe Quaestor. Hij heeft zijn oude naam behouden en persoonlijk vind ik dat wel prettig. Dan weten we waar we het over hebben. Onze Quaestor is, ondanks zijn aristocratische naam, een trotse arbeider die je na gedane arbeid niet in een kast moet opbergen. Daar kan hij onze veiligheid niet bewaken. Hoewel dat verplaatsen -zo lees ik- tegenwoordig wel makkelijker is. Hoeveel eenvoudiger de
Quaestor ons leven maakt leggen we u graag uit, en niet alleen in deze NieuwsDräger. U mag ons bellen. Een kind kan – bij wijze van spreken – de was doen, waarmee ik meteen maar even aan een ander lezenswaardig stuk refereer. Ik werk graag, maar heb van nature wel een hekel aan dubbel werk en aan overbodige of nutteloze procedures. Alles wat ons leven veiliger en gemakkelijker maakt, verdient het te worden toegejuicht. Laat mij dus alvast maar even juichen. Terwijl u kennisneemt van de laatste innovaties. Paul Roodenrijs
COLOFON NieuwsDräger is een uitgave van Dräger Safety Nederland BV, verschijnt twee keer per jaar in een oplage van 7.500 exemplaren en wordt kosteloos toegezonden aan al haar relaties en klanten. Redactie: Dräger Safety Nederland B.V., Postbus 310, 2700 AH Zoetermeer, tel. 079-3444666 Aan dit nummer werkten mee: Marc Ettema (eindredactie), Marcel Captijn (redactie), Paul Roodenrijs, Wilco Kurpershoek, Mark Schilte, Peter van Buuren, Gerrit Grefelman, Eric Brouwer, Hans van Moolenbroek, Gé Gordijn, Ton Sebel, Mascha Fiktorie, Edgar Otten en Twan van der Velden. Vormgeving: Dräger Fotografie: Dräger, istockphoto.com Hoewel Dräger de grootst mogelijke zorg aan de inhoud van deze uitgave besteedt mogen er geen rechten aan worden ontleend. Kijk op www.draeger.com voor alle productinformatie en nieuwtjes. Naast de gedrukte NieuwsDräger verschijnt er ook regelmatig een digitale nieuwsbrief. Aanmelden hiervoor kan via de website.
| 03
Flexibel gasalarm laat
D-27601-2009
zich duidelijk zien en horen
Dräger X-zone 5000 alarmversterker laat geen ruimte voor twijfel Portable gasmeters zoals de X-am 7000 zijn voorzien van een optisch en akoestisch alarm dat bij bepaalde instelbare gasconcentraties een vooralarm respectievelijk een hoofdalarm genereert. Deze voorziening is bedoeld om bij het overschrijden van een bepaalde concentratiegrens een ruimte of risicogebied tijdig te kunnen verlaten en maatregelen te nemen. Het is natuurlijk wel zaak dat een alarm direct wordt waargenomen door de werknemers, ook bij flink omgevingslawaai en bij beperkt zicht, bijvoorbeeld vanwege het dragen van gelaatsmaskers of bij gebruik van een laskap. Alarmversterking Een gasmeter met alarmvoorziening moet zodanig zijn opgesteld dat een risicogas goed wordt gedetecteerd. Dat is niet per definitie de plaats waar een optisch of akoestisch alarm het beste wordt opgemerkt. Bovendien zijn de geluidsdruk van een akoestisch alarm en de zichtbaarheid van de flitslamp van een persoonlijke multigasmeter afgestemd op inzet op of nabij de gebruiker. Door het gebruik van een alarmversterker is een alarm
altijd goed waarneembaar en indien gewenst ook op plaatsen buiten de te bewaken ruimte te signaleren. Opbouw en functionaliteit van de Dräger X-zone De X-zone is een robuuste verplaatsbare unit, waarin een (bestaande) X-am 5000 als meetinstrument wordt aangebracht. De meetgevoeligheid is dus van hetzelfde hoogstaande niveau als die van de multigastester en de sensorbezetting bepaalt de
D-27672-2009
04 |
gassen waarop kan worden gemonitord. Door het aankoppelen van een slang met een maximale lengte van 45 meter kan het apparaat indien nodig op ruime afstand van een gevarenzone worden opgesteld. De X-zone genereert een krachtig 105 dB(A) geluidsniveau en een rondom zichtbaar optisch signaal. Beiden zijn rondom hoor- danwel zichtbaar. Voor- en hoofdalarmen worden verschillend gesignaleerd (signaleringswijze is instelbaar), en desgewenst kan de X-zone een continu of periodiek life-signal afgeven. De X-zone beschikt ook over een 'repeaterfunctie', waarmee een alarm via een radiofrequent signaal kan worden doorgezonden aan andere X-zone's die bijvoorbeeld buiten een werkruimte of rond een gevarenzone worden opgesteld ('fenceline monitoring'). Hiervoor is geen zichtverbinding nodig; het 868 MHz signaal doordringt zelfs de meeste stalen tanks en gewapend betonnen constructies voldoende om een 'slave' te activeren. In de open lucht is een maximale afstand van ongeveer 300 meter (tussen telkens twee X-zone's) draadloos te overbruggen. Zonodig kunnen de X-zone’s ook met behulp van kabels onderling worden verbonden. Verbinding (pairing) met andere apparaten wordt via een status-LED aangegeven. Een ontvangen alarm zal op de X-zone in een afwijkende kleur signaleren (groen i.p.v. rood), zodat het direct duidelijk is dat de gevarenzone zich elders bevindt. Voor de X-zone zijn twee typen gel-accu's verkrijgbaar: één met een capaciteit voor 1 dag (24 uur) en een uitvoering die het apparaat een week (168 uur) van autonome voeding voorziet.
welkom middel om direct de veilige werkplekatmosfeer te kunnen bewaken. Het meetinstrument (de X-am 5000) is via een zeer eenvoudige handeling uitneembaar, en bewijst zijn voorbeeldige diensten in de normale operatie. Omdat de sensorbezetting van de multigastesters reeds is aangepast aan de processen op het terrein en in de installaties, is op deze manier altijd in een handomdraai een op het werk toegesneden alarm-unit voorhanden, zonder bewerkelijk onderhoud, afzonderlijke calibratie of nodeloos hoge investeringen. De accu’s van de X-am 5000 en de X-zone worden geladen met een conventionele lader, de X-zone kan zelfs met een contactloze inductielader geladen worden.
Een alarm wordt draadloos doorgegeven
Power Guard Lassen in explosiegevaarlijke zones vergt oplettendheid vanwege de voortdurend aanwezige ontstekingsbron. Het niet horen of zien van een alarm kan een catastrofaal gevolg hebben. Een van de accessoires van de X-zone is de zogenaamde 'Power Guard', een draadloos aangestuurde schakelkast die bij alarm automatisch de voeding van een lasapparaat of ander elektrisch gereedschap afschakelt. De X-zone beschikt tevens over een GPO-aansluiting (General Purpose Output) waarmee vele andere schakelingen kunnen worden aangestuurd. De X-zone vormt met al zijn eigenschappen niet slechts een nuttige aanvulling op het instrumentarium: in veel gevallen is hij ronduit onmisbaar.
CONTACT
Toepassing van de X-zone Met name bij korte shut-downs en onvoorziene werkzaamheden in explosiegevaarlijke gebieden of besloten ruimten op een plant is de X-zone een
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
| 05
De nieuwe Quaestor
D-7082-2010
D-6697-2010
Zoals in het oude Rome de Quaestor toezicht hield op de schatkist, zo zal de moderne Dräger Quaestor de onafhankelijke adembeschermingsmiddelen bewaken. Afgezien van de wettelijke plicht om te testen, leert de mens uit ervaring dat alles wat hij niet heeft gecontroleerd, niet naar verwachting werkt. Bovendien gaat het bij voorkeur fout op het meest ongewenste moment. Testen is het devies, en dat kan op zeer eenvoudige wijze.
De nieuwe Quaestor is voorzien van een oprolbare middendrukslang
Na gebruik, schoonmaak of reparatie van ademlucht-, duik- en kringlooptoestellen en gelaatsstukken moet er een functionele controle worden uitgevoerd. Dat kan met een statische meting of met een dynamische beproeving. De meest volledige testen worden uitgevoerd met een meetsysteem dat alle functies beproeft en daarbij de praktijk zo goed mogelijk nabootst, inclusief extreme omstandigheden zoals die bijvoorbeeld optreden bij zware inspanning. Er mogen tenslotte geen levens in gevaar komen ten gevolge van haperende voorzieningen. Lekkages in gelaatsstukken, disfunctionerende ademautomaten, drukregelaars of gebrekkige montage, hoe onwaarschijnlijk ook, zullen tijdens een test onherroepelijk aan het licht komen en kunnen direct worden hersteld. Het vertrouwde zwarte kunsthoofd De Quaestor vormt al jaren een zeer betrouwbaar functioneel testapparaat. In essentie is het een ‘kunstlong’ onder een rubberen hoofd, waarmee een ademluchttoestel (met ademautomaat en
bijbehorend masker) worden beproefd. Het systeem zal een zo menselijk mogelijke sinusvormige verademing nabootsen, terwijl het automatisch registreert of het drukverloop in alle onderdelen binnen de toleranties blijft. Lekkages, openings- en sluitingsdrukken van ventielen en noodsignaleringen worden zoveel mogelijk automatisch getoetst aan de ontwerpnormen. De nieuwe Quaestor Na jaren van tevreden gebruik van de bestaande testmiddelen, met aan de top de Quaestor 3 en de Automatic, treedt de nieuwe generatie in hun voetsporen. Wat goed is blijft behouden, terwijl wat verbeterd kon worden nu ook verbeterd is. De kop is nu draaibaar, wat moeizaam manoeuvreren met slangen voorkomt. Bovendien is die kop niet langer opblaasbaar uitgevoerd, maar heeft een zacht aangezichtsdeel, dat voor de afdichting tegen het gelaatsstuk zorgt. Dat zachte deel is in een handomdraai uit te wisselen als er geen goede afdichting plaatsvindt.
06 |
D-6561-2010
D-6911-2010
Want wat je niet test, blijkt in de praktijk niet te werken…
Quaestor voorzien van een module voor het testen van gaspakken
Ook onverhoopte beschadiging zal niet langer vervanging van de volledige kop vereisen. De slang voor het aansluiten van de middendruk rolt zichzelf op in het inwendige en is dus nooit zoek, en ligt bovendien nooit in de weg. De elektronica van de Quaestor is gemoderniseerd en de gehele opbouw is uiterst modulair en servicevriendelijk gehouden. En het apparaat is -als verplaatsen nodig mocht zijn- door zijn lage gewicht veel hanteerbaarder dan de voorgangers. Uiteraard meet de Quaestor volgens de gestelde eisen in de NEN-EN 136/137/ 145/250. De opties De Quaestor modellen zijn (vol-)automatische dynamische testapparaten die van diverse opties te voorzien zijn. Zo is er een ‘soundbox’ met een (losse) infraroodsensor en een ingebouwde microfoon voor uitlezen van alle data en het testen van de akoestische signaleringen van de Bodyguard. Het geluidsniveau buiten de box blijft zodanig beperkt dat de onderhoudsfunctionaris belast met het testen geen gehoorbescherming meer nodig heeft. Via een venster in de box blijft het display van de Bodyguard (de manometer!) gewoon zichtbaar. Ook kan er een scharnierende beugel aan de linkerzijde van de kast worden gemonteerd (optie), zodat een ademluchttoestel eenvoudig kan worden opgehangen aan zijn eigen draagbanden en vervolgens worden aangesloten.
Software Dat aansluiten en eventueel in de soundbox plaatsen is voor het uitvoeren van alle testen en metingen slechts één keer nodig: middels de verschillende programma’s op een computer of laptop kunnen alle testroutines worden uitgevoerd. Een standaard USB-aansluiting is toereikend. Ook de software is aangepast en zeer eenvoudig te gebruiken. De toetscombinatie ‘Alt/Tab’ schakelt zonodig bliksemsnel van het ene naar het andere programma. Meerdere uitvoeringen De nieuwe Quaestor wordt geleverd in meerdere uitvoeringen. Net als de oude serie zowel in halfals volautomaat, respectievelijk de Quaestor 5000 en de Quaestor 7000. De verschillende modellen hebben – naast ademluchttoestellen en maskers – bijvoorbeeld de mogelijkheid ook kringlooptoestellen, gaspakken en duikapparatuur te testen. Behoeft de Quaestor nog meer aanbeveling?
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
D-4221-2010
D-4182-2010
| 07
Het PSS 5000 ademluchttoestel Aflossing van de wacht voor de PSS 90 De PSS 5000 is de iets eenvoudiger uitvoering van het PSS 7000 ademluchttoestel. Dat betekent dat de bestaande modellen PSS 100 en PSS 90 nu beide vervangen zijn door nieuwe typen.
Het belangrijkste verschil tussen het topmodel ‘7000’ en de ‘5000’ is de lengteverstelbaarheid van de rugplaat van het draagstel; bij de 7000 kan de lengte worden aangepast aan de lichaamslengte van de drager, bij de 5000 is gekozen voor een vaste, gemiddelde lengte, die echter door het verstellen van het bandenstel voor vrijwel alle gebruikers tot een ergonomisch juiste lichaamsbelasting leidt, zelfs bij dragers met een lichaamslengte van meer dan twee meter. Dräger heeft bij de ontwikkeling van het nieuwe ademluchttoestel uiteraard haar oor te luisteren gelegd bij vele gebruikers van de populaire PSS 90, met name bij brandweerkorpsen. Dat heeft geleid tot vele verbeteringen. Het bandenstel van de ‘90’ was vervaardigd van Nomex, een glad, chemisch resistent materiaal, dat echter een geringe neiging had tot glijden, mede afhankelijk van het type of materiaal van de kleding. Ter voorkoming kon weliswaar een losse borstriem worden toe-
gepast, maar Dräger is de uitdaging aangegaan om het verschijnsel te bestrijden zónder een dergelijke ingreep middels wijzigingen aan het bandenstel. Het bandenstel Een draagbandenstel mag eigenlijk geen vocht opnemen. Chemicaliën mogen niet indringen en moeten vlot afspoelbaar zijn. Een nat ademluchttoestel dat bij een brand voor een tweede inzet wordt gebruikt zal in een warme of hete omgeving snel opdrogen en een poreus materiaal of weefsel zal in natte toestand zelfs ‘uitstomen’, mogelijk met funeste gevolgen voor de levensduur. Dräger heeft voor de PSS 7000 en 5000 een nieuw materiaal ontwikkeld, dat vijf maal zo slijtvast is als het oude materiaal, slip- en gripvast, chemisch resistent en waterdicht. Het bestaat uit samengeperst chloropreen, een meer rubberachtig, vrij stroef kunststofmateriaal dat wegglijden definitief voorkomt. Zelfs bij onderdompeling of reiniging in een wasmachine neemt het geen vocht op. Het is bij droging ‘aan
D-162-2010
ST-9627-2006
08 |
de lucht’ al binnen twintig minuten droog. De draagbanden kunnen niet rafelen, ook niet in contact met ruwe kleding. De rugplaat De menselijke rug kan zich krommen en draaien, waardoor de heupen niet altijd in één lijn staan met de schouders. Bij een star draagframe wordt de drager dus gehinderd in zijn bewegingsvrijheid. Om die reden is rugplaat van de PSS 5000 voorzien van een dertig graden draaibaar ondergedeelte, waardoor de ‘statische lastverdeling’ van tweederde op de heupen en éénderde op de schouders zelfs bij een afwijkende houding gehandhaafd blijft. De rugplaat is aan beide zijden voorzien van de vertrouwde handgrepen, belangrijk voor het hanteren van het toestel maar vooral ook als houvast voor collega’s en bij reddingsacties. Ten opzichte van de vorige generatie ademluchttoestellen zijn de grepen vergroot, zonder daarbij een stootrisico te vormen.
Pneumatiek De mogelijkheden op het gebied van de ademluchtcomponenten zijn nagenoeg identiek aan die van de ‘7000’. Er kan dus gebruik worden gemaakt van het geavanceerde Bodyguard 7000 digitale manometersysteem, de Quick Connect snelkoppeling en er kan een telemetriezender centraal op de rugplaat worden gemonteerd. De middendrukleiding en de manometerleiding zijn opgenomen in de rugplaat. Nieuw is dat slangen naar wens links of rechts via geleidingskanalen in de rugplaat en daarna over de schouder kunnen worden geleid. Een tweede ademautomaatslang (voor redding en noodgevallen) kan dus altijd via het andere kanaal worden geleid en hoeft niet ‘buitenlangs’ met een fixatie aan een van de handgrepen te worden gebruikt. Al met al heeft de PSS 5000, zeker voor een 'midrange' ademluchttoestel, een flinke hoeveelheid unieke eigenschappen. Dräger is er daarom zeker van dat de '5000' snel een gewaardeerde plaats zal veroveren in de markt.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
| 09
DRAADLOZE BRANDDETECTIE
D-128-2010
D5000 uit te breiden tot voorbij het einde van de kabels
D-127-2010
Het Rode Kruis afdeling Den Haag, monumentaal pand voorzien van draadloze brandmeldinstallatie
Het D5000 branddetectiesysteem is niet langer gebonden aan fysieke bekabeling naar elke aangesloten melder. Met name als (een deel van) het te bewaken gebied regelmatig wordt heringericht of als bekabelen stuit op esthetische bezwaren of ‘onneembare’ barrières, is draadloze uitbreiding een uitkomst. Het installeren gaat sneller en flexibeler en detectie kan naar wens plaatsvinden op plaatsen waar kabels bezwaren zouden opleveren. De betrouwbaarheid en functionaliteit doen niet onder voor het conventionele systeem.
Toepassingen Met het draadloze systeem kan in principe een volledige installatie worden opgebouwd. Alle brandmelders, handmelders en akoestische of optische alarmgevers kunnen via basisstations met de centrale worden verbonden. In een normale installatie is dat niet gebruikelijk, maar een volledig draadloos detectiesysteem kan bijvoorbeeld worden ingezet als een vaste installatie buiten bedrijf moet worden gesteld vanwege een grote verbouwing of als er sprake is van een tijdelijke behoefte. Met name bij dynamische bedrijfsprocessen, regelmatige herinrichting van productielijnen of in flexibele kantoortuinen biedt draadloze extensie een zeer praktische aanvulling op een bestaande installatie. Naar keuze kunnen melder-
lussen worden uitgebreid met één of meer basisstations, waarop tot dertig melders kunnen worden aangemeld. Alle melders worden, net zoals bij bedrade melders, individueel op de D5000 brandmeldcentrale weergegeven. Ook bij de beveiliging van monumenten, waar het doorboren van wanden onwenselijk of niet toegestaan is, bij zeer dikke muren en bij brandwerende scheidingswanden waar elke nieuwe onderbreking onmiddellijk een gecertificeerde schuimafdichting vereist, kan de draadloze techniek uitkomst bieden. Vides, atria, bordessen en zelfs liftkooien of andere bewegende of afgesloten ruimten hoeven niet langer onneembare vestingen te zijn op het gebied van branddetectie.
D-129-2010
D-130-2010
10 |
De verbinding Iedere draadloze melder beschikt over een zendontvanger in de sokkel, die in verbinding staat met een basisstation. Dat basisstation kan bij de centrale zijn geplaatst, of zijn opgenomen in een nabije melderlus. In de praktijk zal een strategische plaats worden gekozen om met de zeer lage zendvermogens over een betrouwbare en storingsvrije link te beschikken. In het open veld is de te overbruggen afstand maximaal 300 meter. In gebouwen zal dat doorgaans beperkt blijven tot circa 30 meter, uiteraard afhankelijk van de hoeveelheid barrières die door het signaal genomen moeten worden. Door gebruik te maken van geavanceerde zendtechnieken zoals "frequentie hopping" en speciaal toegewezen frequentiebanden kan een zeer betrouwbare verbinding worden gegarandeerd. De kwaliteit van alle verbindingen wordt voortdurend bewaakt, zodat het onverhoopt uitvallen van een link direct wordt gesignaleerd en gemeld op de brandmeldcentrale, net zoals dat bij bekabelde melders geschiedt. Identificatie en lokalisatie Om signalen van conventionele melders te verwerken, zijn deze opgenomen in één van de melderlussen van de brandmeldcentrale. Elke melder heeft een individueel digitaal adres, zodat de centrale ‘weet’ waar een melding vandaan komt en deze op een brandmeldpaneel kan signaleren. Ook draadloos gekoppelde melders krijgen een uniek eigen adres, zodat een brandmelding voor de D5000 net zo lokaliseerbaar is als een melding van een vast bekabelde melder.*
Functionaliteit melders De draadloze techniek van iedere melder, ongeacht of dat een temperatuurmelder of een rookmelder is, is ondergebracht in de montagesokkel of voetplaat (bij de handbrandmelder) van de melder. Hierin is ook de dubbel uitgevoerde batterijvoeding ondergebracht, goed voor ten minste drie jaar bedrijf. De batterijconditie wordt continu bewaakt. Ruimschoots voordat volledige uitputting optreedt presenteert de brandmeldcentrale een waarschuwing dat de batterijen van de betreffende sensor aan vervanging toe zijn. De melders en sensoren zijn identiek aan de bestaande bedrade uitvoeringen en dus net zo betrouwbaar. Normering De normen voor automatische brandmeldinstallaties zijn vastgelegd in de NEN-EN 54-serie. Uiteraard zijn de gestelde eisen zwaar: de gevolgen van een haperende installatie kunnen in het geval van een brand aanzienlijk zijn. Dräger draadloze componenten voldoen aan de recent gepubliceerde NEN-EN 54-25, hetgeen op korte termijn formeel bevestigd zal worden door het Duitse VDS, dat als Notified Body het systeem aan keuring onderwerpt. Tot het moment dat dit certificaat wordt verstrekt, zullen de eisende partijen akkoord moeten gaan met het gebruik van de draadloze componenten. NieuwsDräger zal uiteraard verslag doen van de ontwikkelingen.
CONTACT * Het gebruik van draadloze componenten is niet slechts voorbehouden aan de Dräger D5000 brandmeldcentrale. Via potentiaalvrije contacten in het basisstation kunnen de meeste bestaande Dräger-centrales of centrales van andere fabrikanten ook van draadloze onderdelen worden voorzien. Meldingen zullen dan echter niet tot de individuele melder kunnen worden herleid.
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger FDS: 079-3444851
| 11
Veilig in een persoonlijke
D-3558-2010
ST-9481-2006
cocon
Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn te beschouwen als een noodzakelijk kwaad. Ze zijn soms lastig en onhandig, maar ze vormen een onmisbaar laatste redmiddel als bronmaatregelen onmogelijk zijn of onvoldoende soelaas bieden. Het gaspak is het voorbeeld bij uitstek. Dräger realiseert zich als geen ander dat werken in een gaspak geen pretje is en investeerde daarom fors in ontwikkeling van een licht en comfortabel pak, dat bovendien alle bestaande modellen en uitvoeringen overtreft in bescherming en ‘bruikbaarheid’. Chemical Protective Suits (CPS) of ‘gaspakken’ bieden de gebruiker bescherming tegen een veelheid van gevaarlijke stoffen die de gezondheid bedreigen. Ze bieden een compleet van de omgeving afgesloten binnenmilieu, waarin de drager met minimale gezondheidsrisico’s zijn werk kan uitvoeren, zelfs in zones waar de atmosfeer levensbedreigend is. Er bestaan uitvoeringen voor éénmalig gebruik (disposable) en duurzame modellen die reinigbaar zijn (reusable).
D-3803-2010
CPS 7900; het Dräger topgaspak
Toepassing Speciale teams van de brandweer, het leger (NBC-strijdmiddelen) en anderen die het gevaar lopen om blootgesteld te worden aan gevaarlijke stoffen maken gebruik van gaspakken. Met name voor stoffen met een MAC (H)-aanduiding is het louter beschermen van de ademhaling onvoldoende: blootstelling van de huid dient te worden voorkomen. De lijst van stoffen waartegen de werknemer zich met een gaspak dient te beschermen is flink en bevat zowel gassen als vloeistoffen en vaste stoffen. Daar zitten vrij alledaagse stoffen bij zoals H2S (rioolgas), methanol, chloor of ammonia(k), strijdmiddelen als Sarin en mosterdgas, maar ook een breed scala koolwaterstoffen, zuren, logen en andere zeer gevaarlijke producten en agentia.*
De CPS 7900 is voorzien van een extra groot vizier
D-3580-2010
12 |
NORMEN
De CPS 7900 voldoet aan de volgende normen: - EN 943-1:2002 (industriële toepassingen) - EN 943-2:2002 (toepassingen voor Emergency Teams) - EN 1073-02 en -01 (radioactieve deeltjes) - EN 14126 (biologische agentia) - vfdb-Richtlinie 0801:2006-11 (Duitse brandweer) - SOLAS II-2, Reg.19 (International shipping approval)
D-3551-2010
en aan de volgende ‘aanvullende’ normen: - NFPA 1991:2005 (US fire fighters) (in behandeling) - UK CBRN BS8467 - ATEX Zone 0
Eisen aan een gaspak Ergonomie, zicht, comfort en economische randvoorwaarden zijn bepalend voor het ontwerp en de uitvoering van het pak. Het bieden van doeltreffende bescherming tegen een zo breed mogelijk spectrum gevaarlijke stoffen staat voorop. Die bescherming moet ook zijn gewaarborgd onder mechanisch zware omstandigheden en in een groot temperatuurbereik, zonder dat het materiaal te stug wordt bij koude of zijn sterkte verliest bij warmte. De drager moet zich ongehinderd kunnen bewegen, zijn resterende luchtvoorraad in de gaten kunnen houden en eventuele communicatiemiddelen kunnen gebruiken, liefst zonder dat de werkzaamheden moeten worden onderbroken. Tenslotte is de inzettijd beperkt en moet het werk zo efficiënt mogelijk kunnen plaatsvinden. De nieuwe Dräger gaspakken voldoen uiteraard aan de toepasselijke Europese normen (vanwege de antistatische eigenschappen is het pak zelfs ATEX** getest) en bovendien aan de -op bepaalde punten zwaardere- NFPA-eisen.
Eigenschappen Het CPS 7900 gaspak, het topmodel uit de serie, is leverbaar in vijf maten voor lichaamslengten van 1,55 meter tot 2,15 meter. Het biedt ruimte aan grote ademluchtcilinders of dubbelpakketten, heeft een lichtlopende gasdichte rits die naar wens naar boven of naar beneden opent en het is voorzien van standaard polsringen die ondanks hun minimale buitendiameter ook grote handen moeiteloos laten passeren. Aangevulkaniseerde sokken zijn er in drie maten, waarbij de over de veiligheidslaars te dragen flap voldoende lang is om inwateren te voorkomen. De binnenzijde van het pak is voorzien van een manometerhouder in het blikveld, een portofoonzak en een goed bereikbare bevestiging voor een push-to-talk knop. In gebruik is het pak bestand tegen temperaturen van -80° tot +70° Celcius. Het pak is economisch en comfortabel en biedt door het grote vizier een optimaal zicht. De CPS 7900 wordt naar keuze geleverd in de kleuren oranje, blauw of legergroen.
| 13
CPS 7900, dankzij D-mex zeer breed inzetbaar Een gaspak mag zich niet gedragen als een harnas. Bewegingen moeten met minimale hinder kunnen worden gemaakt, zonder dat er grote inspanning voor nodig is. En daarbij mag een pak natuurlijk niet inscheuren of anderszins beschadigen. Gaspakken zoals de Dräger CPS 7900 zijn gemaakt van laminaat, een materiaal dat is samengesteld uit vele verschillende lagen om naast de chemische resistentie de vereiste mechanische sterkte te verkrijgen, met behoud van de souplesse en een laag eigen gewicht. Het CPS 7900 pak weegt slechts 5,1 kg (zonder laarzen); een hele prestatie gezien de eigenschappen. De kwaliteit van een gaspak wordt voor een groot deel bepaald door het materiaal. Het nieuwe laminaat D-mex, een Dräger patent, kenmerkt zich door een zeer brede chemische resistentie en lange doorslagtijden. Daarnaast heeft het een grote treksterkte, zelfs bij zeer lage temperaturen. Temperaturen tot – 80° Celsius, zoals die bijvoorbeeld kunnen voorkomen bij gebruik van CO2-blussers of bij contact met vloeibare ammoniak leiden niet tot breuk! Stiksels en naden kunnen in een gaspak een zwak punt zijn of worden: een genaaid pak behoeft bovendien nabewerking om de naad gasdicht te maken, waartoe bijvoorbeeld stroken laminaat over de naad worden gelijmd. Het nieuwe Dräger gaspak, de CPS 7900, heeft thermisch gevulkaniseerde naden, waardoor er geen risico bestaat dat stiksels het materiaal doen inscheuren of dat een lijmlaag aangetast kan raken. Dit maakt een overgarment overbodig. D-mex is dusdanig soepel dat er probleemloos sokken van kunnen worden gemaakt, het ruikt neutraal (geen hinderlijke uitdamping van weekmakers) en het is stil bij het maken van bewegingen. Dat laatste vereenvoudigt bijvoorbeeld de onderlinge communicatie. Een pak gemaakt van D-mex kan tot vijftien jaar worden opgeslagen met behoud van de oorspronkelijke kwaliteiten, zelfs bij temperaturen die wisselen tussen –30° en +60° Celsius. Service Reusable gaspakken kunnen eenvoudig worden gereinigd, te beginnen met decontaminatie ‘onder de douche’. Doordat ademluchtapparatuur zich in het pak bevindt, behoeft deze niet apart te worden behandeld. De CPS 7900 heeft aan de zijkant een koppeling voor een externe luchtvoorraad, zodat de voor de decontaminatieprocedure benodigde tijd (en de wachttijd) niet in mindering hoeven te worden gebracht op de effectieve inzettijd. Na het uittrekken zijn de pakken machinaal te reinigen en indien gewenst met een doek af te drogen. Handschoenen zijn eenvoudig te wisselen en bovendien zijn kleine reparaties (gaatjes in het pak)
door de gebruiker zelf te plakken. Lekdichtheidstesten zijn uit te voeren met de bestaande Dräger testmiddelen. De service-intervallen zijn lang: pas na vijf jaar origineel gesealde opslag is een tussentijdse inspectie en lektest vereist. Natuurlijk zijn de service-eisen overeenkomstig zwaarder bij frequente inzet. Systeemcomponenten en accessoires Het pak is te gebruiken in combinatie met de gangbare maskers, airlinesystemen en externe (nood)luchtvoorraad, vele communicatiesystemen en biedt zelfs ruimte aan een veiligheidshelm. Conform de eisen voor de CE-markering is het pak ook als samenstel met alle Dräger ademluchttoestellen en airlinevoorzieningen gekeurd. D-connect voorziet in een D-ring voor bevestiging van een gids- of reddingslijn, een persoonlijke gasdetector, zaklantaarn, tracker of gereedschapstas. Een speciale mechanisch beschermende langwerpige transportzak voor zowel hangend als liggend vervoer houdt het pak snel toegankelijk. Ten behoeve van gaspaktrainingen is een speciaal (duidelijk herkenbaar) oefenpak van voordeliger materiaal beschikbaar. Oefeningen leiden dus niet tot schade aan de inzetpakken en houden deze bovendien te allen tijde beschikbaar. Jarenlange ervaring en input van de gebruikers hebben geleid tot de nieuwe CPS 7900, een pak dat zich in korte tijd ongetwijfeld een plaats aan de top zal veroveren. Wereldwijd. * meer informatie over gevaarlijke stoffen zie onze online database VOICE ** ATmosphère EXplosible (ATEX)
De Europese ATEX richtlijn 94/9/EG (bekend als ATEX 95) is met name bedoeld voor elektrische en niet-elektrische apparaten en de ATEX richtlijn 1992/92/EG (ATEX 137) bevat voorschriften voor werkgevers om de veiligheid van werknemers die werkzaam zijn in explosiegevaarlijke zones te waarborgen. ATEX is dus geen norm voor persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een gaspak. Wel kan een pak met betrekking tot bijvoorbeeld de antistatische eigenschappen getoetst worden aan de ATEX richtlijnen. De nieuwe Dräger gaspakken zijn door een Notified Body zelfs succesvol getest voor gebruik in Zone 0, gebieden waar continu of gedurende langere tijd gevaar voor gasexplosies bestaat. De uitstekende antistatische eigenschappen van D-mex hebben ervoor gezorgd dat Dräger nu beschikt over een pak met uitzonderlijk brede gebruiksmogelijkheden; uniek in zijn prijsklasse.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
14 |
FE STANDALONE BLUSMODULE
D-131-2010
De kleine automatische brandblusser die niet kan falen
Branden beginnen doorgaans klein en op een zeer aanwijsbare plaats. Met name in elektrische verdeel- of schakelkasten of in apparatenracks waarin zich elektrische of elektronische apparatuur bevindt kan zich een defect voordoen waardoor de temperatuur oploopt en brandbare materialen vlamvatten. Hoe dichter bij de bron het gevaar kan worden bestreden, hoe beter. Met een FE (Fire Extinguisher) autonome blusmodule op de risicoplek is een brand al uit voordat deze tot grote schade kan leiden.
Doelgericht en lokaal blussen Met name in technische ruimten of in de nabijheid van processen bevinden zich schakelkasten of aparte compartimenten waarin zich elektrische of elektronische componenten bevinden. De genoemde kasten zijn dikwijls gesloten uitgevoerd vanwege de veiligheid, voor de benodigde koeling of tegen indringen van stof en/of agressieve, vochtige of zelfs mogelijk brandbare atmosferen daarbuiten. Een automatische branddetectie- of blusinstallatie buiten deze gesloten kasten zal laat reageren op een beginnende brand in een dergelijke kast; namelijk pas op het moment dat rook begint uit te treden of als de temperatuur in de ruimte eromheen te hoog oploopt. In de meeste gevallen is dat ruimschoots te laat: de apparatuur in de kast is verloren en er is al een flinke brandhaard ontstaan. Lokale branddetectie en blussing in de kast voorkomt verdere uitbreiding. Het zorgt ervoor
dat de schade beperkt blijft, dat veel van de apparatuur te redden is en dat productieprocessen slechts kort of zelfs geheel niet hoeven te worden stilgelegd. Betrouwbare FE blusmodule in de kast Meestal bieden apparaat- of verdeelkasten -bijvoorbeeld aan de binnenzijde van de deuren- voldoen-
FE BLUSMODULE EN DE NORMEN
De FE blusmodule voldoet aan alle toepasselijke Europese normen en heeft dus een CE-markering. Naast de genoemde verklaring van conformiteit is een aanvullende verklaring voor productcertificatie (EN 45011) afgegeven op basis van de beoordelingsrichtlijn BRL K21014 van Kiwa Certificatie en Keuringen en de Europese Normen EN 54-4 en EN 54-25 door TÜV Rheinland EPS BV.
| 15
de ruimte voor het aanbrengen van een autonoom blustoestel. De FE blusmodulen zijn compact en functioneren geheel zelfstandig. De blusmodule bestaat uit een cilinder waarin zich de bluscomponent bevindt die in staat is om klasse A-, B-, C- en F-branden (resp. vaste stoffen, vloeistoffen, gassen en vetbranden) snel te doven, zonder daarbij nevenschade aan te richten. De FE20 blusmodule (20 gram blusstof) is een smalle cilinder van slechts 18 cm hoog, en geschikt voor kasten tot 0,24 kubieke meter, terwijl het grotere model, de FE80 tot 0,89 m3 is te gebruiken. Het systeem staat bovendien cascadering toe, waarbij maximaal vier blusmodules onderling kunnen worden gekoppeld. Op deze manier zijn volumes tot maximaal 3,56 kubieke meter te beveiligen. Meer dan een blusautomaat De FE blusmodule is voor het correct functioneren niet afhankelijk van de buitenwereld. Er dient een voedingsadapter te worden aangesloten, maar ook zonder deze voorziening zullen de back-upbatterijen de module gedurende minstens twee jaar operationeel houden. De FE blusmodule is een branddetector met twee sensoren: een CO-sensor en een temperatuursensor. Een blussing wordt niet louter door CO-detectie of door een verhoogde temperatuur gestuurd; pas bij een combinatie van deze factoren, beide bij zorgvuldig gekozen drempelwaarden, zal de blussing worden aangestuurd. Dat voorkomt het ongewenst in werking komen van de blussing. De FE blusmodule kent drie alarmmeldingen: vooralarm, brandalarm en de melding van de blussing. Deze toestanden worden zowel door LED’s als door een zoemer kenbaar gemaakt. Het vooralarm reageert zowel op plotselinge veranderingen van de koolmonoxideconcentratie als van de temperatuur, zonder dat de situatie kritiek is. Het brandalarm gaat af als de toestand wél kritiek is, en de blussing zal binnen tien seconden aanvangen. In die korte periode kan de blussing door de FE blusmodule nog worden voorkomen door het indrukken van een toets op de module. De FE blusmodule kan worden gedeactiveerd voor onderhoudsdoeleinden,
bijvoorbeeld als er in de directe omgeving wordt gelast. Een potentiaalvrij contact biedt de mogelijkheid om een koppeling tot stand te brengen met een brandmeldinstallatie of om externe signalering aan te sturen; het betreft immers de toestand in een kast, die anders gemakkelijk onopgemerkt zou kunnen blijven. Dit contact is vrij programmeerbaar; dat wil zeggen dat het naar keuze zal bekrachtigen bij een vooralarm, bij hoofdalarm, en/of bij een storing. Fail-safe Bij normaal bedrijf zal de blusmodule worden geactiveerd door de gecombineerde signalen van de koolmonoxidesensor en de temperatuursensor, of door een eventueel gekoppelde andere blusmodule. Zelfs in het haast ondenkbare geval dat de elektronische detectie en activering compleet is uitgevallen zal hij nog steeds in actie komen bij een brand. In dit geval door de onderhoudsvrije, fail-safe thermische activering van de blusstof. Hiertoe is een ‘lont’ aangebracht die bij hoge temperatuur zonder tussenkomst van de elektronica de blusstof doet uitstromen. Na gedane arbeid Nadat er een blussing heeft plaatsgevonden moet de FE blusmodule worden vervangen en de omgeving worden gereinigd. Afgezien van de batterijen bevat de FE blusmodule geen milieubelastende stoffen, dus het afscheid hoeft niet op gewetensbezwaren te stuiten. Misschien alleen een beetje vanwege het feit dat een betrouwbare vriend na het verrichten van nuttig werk de deur moet worden gewezen…
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger FDS: 079-3444851
BLUSSTOF
De FE blusmodule maakt gebruik van een aerosolvormende vaste blusstof. Deze stof blust buitengewoon effectief en wordt thermisch geactiveerd. Het is een negatieve katalysator, die de reactie van brandbare stof met zuurstof stopt. Vergeleken met eenzelfde aantal grammen van het inmiddels niet meer leverbare Halon is deze blusstof ongeveer 10 maal zo effectief. Vergeleken met kooldioxide is deze blusstof zelfs dertig maal effectiever. Bovendien is het niet schadelijk voor de mens, het is zeer milieuvriendelijk, het tast de ozonlaag niet aan, het is niet corrosief, langdurig houdbaar en compact. Elektronische componenten, metalen oppervlakken en printplaten ondervinden geen schade door blootstelling. Na blussing volstaat droge reiniging. Contact met water is echter ongewenst. Vele transportmiddelen, machines en ruimteschepen worden voorzien van blusmiddelen op basis van aerosolvormende vaste blusstoffen.
16 |
Alle events zijn op het paneel te lezen
D-10277-2009
Visualisatie gasdetectiesystemen
Overzicht op afstand via de RVP-panelen Gasdetectie geschiedt op risicoplaatsen. Een enkel systeem kan een grote hoeveelheid detectoren omvatten, die bovendien verspreid zijn in een gebouw of op een productielocatie. De centrale -het woord zegt het al- bevindt zich doorgaans op een centrale plaats en is daar uiteraard te bedienen en uit te lezen. Deze situatie is niet altijd ideaal: soms dient monitoring op een andere plek te geschieden, bijvoorbeeld tijdens de nacht, als een locatie onbemand ‘draait’ of als de aanwezigheid van mensen tijdelijk niet gewenst is. Remote monitoring Monitoring en analyse van meetgegevens is noodzakelijk om processen veilig te doen plaatsvinden. Dat vergt permanente aandacht. Natuurlijk kunnen gasdetectiesystemen externe alarmgevers aansturen, maar die zullen pas aanspreken bij het overschrijden van bepaalde ingestelde drempelwaarden. De door een alarm geboden informatie is onmisbaar, maar weinig specifiek. Voor een volledig en veilig management zijn meestal meer gegevens nodig, liefst op een strategische plek bij een procesoperator, soms op het eigen bureau, in een portiersloge of bij een deskundig ingenieur die zich aan de andere kant van de aardbol bevindt. Dräger heeft er de voorzieningen voor. RVP 2400, 3900 en 5000 De bekende Dräger gasmeetcentrales Regard 2400/2410, 3900/3910 en 5000 zijn allen voorzien
van een RS485 datapoort, die (aanvullende) communicatie met de buitenwereld verzorgt. Via deze datapoort kan een speciaal voor visualisatie van de gegevens van de gasmeetcentrale gemaakt stof- en vloeistofdicht TFT touch-screen worden aangestuurd. Dat kan via een twee-aderige kabelverbinding tot op een maximale afstand van 1200 meter. Het kleurenscherm presenteert naar keuze de meetgegevens van de afzonderlijke sensoren als balken (bar graphs) of in de vorm van een tabel. On line kunnen de naam van het gas, het type gas, meetbereik, de concentratie en de aanwezige alarmen en fouten worden weergegeven. Alle alarmen en gebeurtenissen -‘events’kunnen vanaf het paneel worden teruggevonden, inclusief de tijd, het kanaal en het type alarm. Bijvoorbeeld één RVP 3900 paneel kan tot maximaal acht centrales met in totaal 128 kanalen verwerken. Aan de interfacing van de centrales met het proces verandert het display niets: het
ST-8600-2007
| 17
dichtsturen van kleppen, doormelden aan andere systemen en alle andere sturingen blijven op de oorspronkelijke -veilige- manier plaatsvinden. Datalogging, web- en netwerkopties De visualisatiepanelen uit de RVP-serie zijn desgewenst uit te rusten met een optionele datalogger die alle gemeten waarden gedurende een periode van 31 dagen vastlegt in het interne geheugen. Deze data kan extern worden gebruikt (bijvoorbeeld in Microsoft Excel®) door deze via een CompactFlash geheugenkaart of een USB memory stick over te dragen naar een computer. RVP-panelen zijn als optie in een bestaand datanetwerk (LAN) op te nemen, waardoor alle aangesloten computers (via het IP-adres) toegang kunnen krijgen. Een gewone internetbrowser volstaat om toegang te krijgen tot alle actuele data, inclusief het datalog. Via het world wide web kan dat zelfs vanaf de andere kant van de aardbol.
VISION 32 SOFTWARE RVP-visualisatiepanelen zijn betrouwbare, ‘dedicated’ voorzieningen. Eenvoudig, robuust en geschikt voor de werkvloer. Verregaand geautomatiseerde processen worden in toenemende mate gemonitord en bestuurd vanuit separate controlekamers. ‘Remote’ kan dan betekenen dat een veelheid aan systemen vanaf één computer wordt gemonitord en bestuurd. Dräger is in staat om Regard gasdetectiesystemen via Modbus of Profibus interfacekaarten (gateways) uit te lezen op elke Windows NT 4.0 (of hoger) computer. De daarvoor gebruikte Vision32 visualisatiesoftware kan alle gemeten gasconcentraties, (alarm)statusveranderingen en foutmeldingen op een op het proces afgestemde manier in beeld te brengen. Een tijdsdiagram of een bargraph voor een individueel kanaal is in een oogwenk beschikbaar. De functionaliteit is dus vergelijkbaar met het RVP-paneel, maar kan extra voordelen bieden. De computer kan plattegronden presenteren en eventueel tegelijk andere taken uitvoeren.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger GDS: 079-3444814
18 |
KLEINE WASJES, GROTE WASJES
D-134-2010
De brandweerhelm in de wasmachine
Volgens Twan van der Velden, materiaalbeheerder van het brandweerkorps Uden, is het onderhoud van de persoonlijke uitrusting zeer belangrijk. Gelaatsmaskers, uitrukpakken en brandweerlaarzen worden tot in de puntjes verzorgd vanuit het oogpunt van hygiëne. Dat is voor niemand een punt van discussie. Vreemd genoeg komt de helm er doorgaans bekaaid vanaf, terwijl het zweet regelmatig van het gezicht gutst. Vooral als een helm wordt overgedragen aan een ander is dat geen frisse zaak. Machinewassen Twan: ”Toen we bij Dräger het idee opperden om de ‘zweetmutsen’ in de wasmachine te duwen bleek de vraag – het idee was niet helemaal nieuw voor ze – op het juiste moment te komen ondanks dat er wel wat wenkbrauwen werden gefronst. Ik vind het een logische gedachte, want alles moet gereinigd worden en we moeten steeds efficiënter werken. Dit zou een grote stap voorwaarts zijn ten opzichte van het handwerk met een borsteltje en wat zeepsop. Het idee was nog nooit beproefd, maar we wilden wel zeker weten dat het geen versnelde slijtage zou veroorzaken of dat het de beschermende eigenschappen van de helmen zou aantasten. Dräger en Diversey, de leverancier van de reinigingsmiddelen, zijn ermee aan de slag
gegaan en hebben het idee in het laboratorium beproefd. Helmen zijn 32 keer gewassen en er is een wasprogramma en een speciale waszak ontwikkeld. Wij kregen op zeker moment het groene licht en zijn nu een half jaar bezig met machinaal wassen van helmen. Prima! Wij zijn er dan ook zeer content mee. En natuurlijk; het biedt een veel betere, gegarandeerde hygiëne voor de gebruikers, geeft ons tijdwinst en voorkomt een hoop ‘minder inspirerend werk’.” Waar moet je op letten bij het machinaal wassen? Twan: “Om te beginnen staat Dräger er alleen achter met de HPS 6200 helm, het voorgeschreven reinigingsmiddelen en werkwijze, en moet de head-
| 19
set eruit. Vervolgens moet de helm met de schaal naar beneden in een speciale gevoerde waszak. Je moet ook opletten dat de machine goed gevuld is; in onze 15 kg-machine gaan vier helmen en wordt de rest van de ruimte met zacht vulmateriaal volgestopt. Dat voorkomt ‘rondstuiteren’ van de helmen. Het wasprogramma werkt met een speciaal wasmiddel op 30 graden en centrifugeert niet, dus drogen gaat in de droogkast. Eerst even uitdruipen boven een bak; vooral de neklap bevat een hoop water. Dat drogen moet wel goed gebeuren, want een vochtig binnenwerk isoleert niet, en het kan zelfs gaan stomen als je in een brandende ruimte komt.” Hoe vaak was je helmen? Twan: “Dat doen we niet vaker dan nodig. Dus alleen na een vuile brand of als een helm overgedragen wordt omdat er een personeelswisseling plaatsvindt. Misschien komt dat per helm gemiddeld op vier keer per jaar. We hebben een paar reservehelmen (de ‘washelmen’) die we vaker onder handen nemen.”
Waar zit je winst? Twan: “Het scheelt vooral tijd. De demontage van het binnenwerk is niet meer nodig, en bovendien doet de machine het grondig. Waarmee ik niets kwaads wil zeggen over de manier waarop de onderhoudsmedewerkers te werk gaan. We wassen tot acht helmen op een dag, maar de meeste tijd gaat in het drogen zitten. Eerst vier stuks in de droogkast, eventueel in combinatie met een paar pakken, en dan nadrogen aan de lucht.” Heeft machinaal wassen ook nadelen? Onderhoudsmedewerker Edgar Ottens: “Soms is het bijna onmogelijk om een ernstige brandlucht geheel uit een helm te krijgen. Daar wordt door Dräger overigens wel aan gewerkt. En vettige sporen van bijvoorbeeld haargel kunnen erg hardnekkig zijn. Daar kun je met een handborsteltje en wat zeep wel wat aan doen voordat de helmen de machine in gaan. Machinewassen blijft een spoelproces met hulpmiddelen om vuil van het oppervlak los te weken en in de oplossing te brengen, maar dat doet hij hij wel overal. Wij zijn er op de werkvloer in ieder geval erg content mee.”
D-132-2010
LUV Binnen de Intergemeentelijke Brandweer Landerd, Uden, Veghel, (LUV) zijn de taken onderling verdeeld. Landerd concentreert zich op gezamenlijk oefenen en opleiden, Uden doet materieel en logistiek en Veghel coördineert de preventietaken van de brandweer binnen de regio.
D-133-2010
Twan van der Velden: met tijdwinst en een betere hygiëne is iedereen tevreden.
De wasmachine moet altijd volledig gevuld zijn.
Gerrit Versteegden, Leon van Haandel, Marcel van Helvoirt en Edgar Ottens zijn de vier vaste onderhoudsmedewerkers in Twan’s team die zich in LUV op de post Uden bezighouden met het reinigen en onderhouden van alle materieel, van tankautospuiten tot communicatiemiddelen en persoonlijke uitrustingsstukken. Dat doen ze dus niet alleen voor het Udense korps (45 vrijwilligers) maar ook voor Landerd (twee posten, totaal 35 manschappen) en Veghel (50 vrijwilligers). Landerd Uden Veghel is onderdeel van de brandweerregio Brabant-Noord.
20 |
PRIMA NIEUWE WIJN IN DITO FLESSEN
D-163-2010
ST-979-2008
Wat een filterbus met een kokosnoot te maken heeft
Dräger innoveert voortdurend. Niet alleen om de klanten te verzekeren van nog betere producten, maar Dräger voert tevens een actief beleid om het milieu te ontzien. De nieuwe lijn gas- en dampfilterbussen is daar een sprekend voorbeeld van.
Gas- en dampfilterbussen bevatten gezuiverde koolstof (C6, een element ofwel enkelvoudige chemische stof) met een structuur die een maximaal ‘contact’ waarborgt, zodat de koolstof in staat is om ongewenste bestanddelen uit de ingeademde lucht te verwijderen. Om een idee te krijgen van het gezamenlijk oppervlak van de actieve kooldeeltjes in een filterbus: denk in de orde van grootte van vele voetbalvelden… Kolenmijnen De voornaamste grondstof waaruit de inhoud van filterbussen wordt vervaardigd is steenkool. Steenkool is miljoenen jaren geleden ontstaan uit plantaardige resten en wordt uit de aardbodem gewonnen. Niet iedere kolenmijn levert steenkool die geschikt is voor gebruik in filters. Er kunnen componenten in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid, waardoor kostbare extra zuivering nodig zou zijn, of de structuur kan minder geschikt zijn. Dräger filterbussen werden tot en met 2009 gemaakt met cokeskool uit afgelegen mijnen in bijvoorbeeld Rusland of Canada. Duitse steenkool was weliswaar nabij, maar ongeschikt. Cokeskool moet worden gezuiverd via een thermisch proces en daarna in de juiste vorm in de behuizing
gebracht. De ABEK filters (voor organische dampen, zure gassen, zwavelige dampen en ammoniak) worden bovendien geïmpregneerd met een speciale katalysator. Actieve kool De werking van ‘koolstofgevulde gas- en dampfilters’ berust op adsorptie (zie kadertekst). Zuivere koolstof is in staat om zeer veel verschillende moleculen aan zich te binden. Omdat dat aan de oppervlakte plaatsvindt, is het van belang om dat oppervlak zo groot mogelijk te maken, en bovendien te zorgen dat er veel ‘contact’ is tussen het verontreinigde gasmengsel en de koolstof. Een zeer fijne en tegelijk open structuur is nodig om het adsorptieproces optimaal te laten plaatsvinden, terwijl de koolstof toch voldoende samenhang moet hebben om op zijn plaats te blijven. Zogenaamde ‘actieve’ kool heeft diverse bewerkingen ondergaan om de adsorptie te maximaliseren. Kokosnootschalen De koolstof voor de inhoud van Dräger gas- en dampfilterbussen komt sinds kort niet meer uit kolenmijnen maar wordt gemaakt van kokosnootschalen; de houtachtige omhulling van de kokos-
D-1332-2010
ST-1167-2003
| 21
Doorsnede van een combinatiefilter.
noot. Dat biedt verschillende voordelen: het zelf ‘verkolen’ van een plantaardige stof garandeert een constante kwaliteit, en de grondstof is vrij van gasvormige koolwaterstoffen en radioactieve bestanddelen. De bron hernieuwt zich en is in principe onuitputtelijk, en de inkoopsprijs is niet afhankelijk van schaarste op de energiemarkt of van (politieke) omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de exploitatie van mijnen. Bovendien zijn de arbeidsomstandigheden in kolenmijnen een bron van voortdurende zorg. Kokosnootschalen zijn een bijproduct van de fabricage van kokosolie en de winning van het eetbare vruchtvlees. Dräger ontziet bovendien het milieu door gebruikte filterbussen te recyclen, iets dat we al jaren voor u doen.
Hg P3 die ook in een ‘extended capacity’ uitvoering beschikbaar zijn. Deze hebben een minimaal 30% hogere afvangcapaciteit! Verpakking Behalve het nieuwe fabricageproces is er nóg een innovatie: de bekende Dräger RD90 aluminium filterbussen worden nu verpakt in speciale aluminium foliezakken, onder onderdruk. Deze verpakkingen hebben het voordeel van een licht gewicht, garanderen een lange ‘shelf life’, zijn ruimtebesparend en het is bovendien zeer gemakkelijk te zien als ze een lekje vertonen, waardoor het filter niet meer bruikbaar is.
CONTACT
Identieke kwaliteit De basiseigenschappen van de van kokosschaal gemaakte filters blijven hetzelfde, met uitzondering van de typen A2, A2P3, A2B2E2K2 en A2B2E2K2
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
ADSORPTIE VERSUS ABSORPTIE
Het woord ‘adsorptie’ wordt regelmatig gezien als een alternatieve of wetenschappelijke spelling van ‘absorptie’. Dat is echter niet juist: het betreft twee wezenlijk verschillende verschijnselen. Adsorptie is het fenomeen dat moleculen van een gas (of vloeistof) aanhechten aan het oppervlak van een vaste stof of eventueel een vloeistof. Bij absorptie -met een bvindt de binding niet alleen op het grensvlak plaats
maar ook in het inwendige van de materie, de ene stof moet dan in de andere oplossen. Bij koolstoffilters berust de werking op adsorptie, vandaar dat er bij het productieproces een zo groot mogelijk contactoppervlak tussen het passerende gasmengsel en de actieve koolstof wordt nagestreefd. Alleen bij een zeer fijne structuur zullen ongewenste bestanddelen voldoende worden afgevangen.
22 |
ONAFHANKELIJKE ADEMBESCHERMING BIJ CURSUS GASMETEN
ST-6045-2004
Combinatietraining afgestemd op de praktijk
Het Dräger OpleidingsCentrum (DOC) volgt nieuwe ontwikkelingen op de voet. De inhoud van trainingen wordt met grote regelmaat aangepast aan de behoefte in de markt, de regelgeving en de technische ontwikkelingen. Dat geldt zeker voor de cursus 'Gasmeetdeskundige (gasvrij geven van zeecontainers en bulkladingen). Het 'gassen' van containers staat volop in de belangstelling. De schaalgrootte van het probleem en de ernst van de risico's rechtvaardigen dat alleszins. De media besteden regelmatig aandacht aan het onderwerp en ook de Arbeidsinspectie heeft het terecht op de agenda. Dräger neemt intussen haar rol als opleider serieus en ziet een flinke uitbreiding van het aantal cursisten. Gegaste containers en blootstellingsrisico's De gevolgen van blootstelling aan met name 1,2dichloorethaan, methylbromide en fosfine en andere 'zenuwgassen' kunnen zeer ernstig zijn. Acuut, maar ook op termijn kunnen chronische
effecten optreden door herhaalde blootstelling aan lage concentraties. Gelukkig wordt er steeds vaker gemeten voordat containers worden geopend. Zelfs dan blijft het gevaar van blootstelling aanwezig. Een meting direct achter de deur is niet per definitie maatgevend voor de gehele ruimte. Met name containers waarin het 'ontsmettingsgas' tijdens de reis wordt ontwikkeld eisen flinke voorzorgsmaatregelen. De plakken of zakjes materiaal die fosfine genereren worden voor het laden van een container in de ruimte gelegd of gehangen. Deze zijn bedoeld om gedurende enige weken een voor organismen dodelijke atmosfeer te
ST-9476-2008
ST-11190-2008
| 23
Als adembescherming nodig is mag het gebruik ervan geen verrassing opleveren.
creëren. De snelheid waarmee de reagentia het gas afgeven is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur. Bovendien neemt de bevrachter het niet altijd even nauw met de vereiste dosering; spaarzaamheid loont bovendien nauwelijks, omdat de toegepaste stoffen niet erg duur zijn. Een in het ruim (koel) vervoerde container die vervolgens in de zon wordt geplaatst, kan een zeer gevaarlijke stijging van de gasconcentratie te zien geven. Soms zodanig dat het openen van deuren of het betreden ervan zonder toereikende persoonlijke beschermingsmiddelen onverantwoord is. Onafhankelijke adembescherming Stickers of borden zouden moeten aangeven dat er zich in een container toxische gassen kunnen bevinden. Het aanbrengen gebeurt helaas niet altijd even zorgvuldig, dus controle blijft nodig. Een container is een besloten ruimte. In besloten ruimten is het risico van bedwelming, vergiftiging of verstikking door een zuurstoftekort groot. Men kan zich weliswaar tegen bijvoorbeeld formaldehyde beschermen met maskers met filterbussen (type B-P), maar voor een gas als methylbromide geldt in Nederland een dusdanig lage grenswaarde dat afhankelijke adembescherming geen optie is. En er zijn al helemaal geen combinatiefilters die bescherming bieden tegen alle gassen die we in containers aantreffen. Bovendien is gebruik van afhankelijke adembescherming in een besloten ruimte niet toegestaan, zodat afhankelijke adembescherming alleen mag worden toegepast als de container niet wordt betreden. Bij onbekende concentraties, bij concentraties die snel kunnen stijgen door het beroeren van de inhoud of bij zuurstoftekort is men aangewezen op onafhankelijke adembescherming, eventueel in combinatie met chemisch beschermende kleding. Verantwoorde toepassing kan en mag alleen met een goede, praktische opleiding.
Tandemtraining De driedaagse cursus gasmeten in containers bevat uiteraard het onderwerp persoonlijke bescherming, maar het is géén volledige, afdoende gebruikerstraining adembescherming. Dräger biedt daarom een praktische training onafhankelijke adembescherming als eendaagse aanvulling op de cursus gasmeetdeskundige. De gasmeetcursus kan nog steeds zónder aanvulling worden gevolgd, maar de tandemtraining is een prijsgunstige combinatie, die bovendien een breed inzetbare en bevoegde deskundige oplevert. De combinatietraining wordt op diverse locaties gegeven; voor de onafhankelijke adembescherming is een oefenlocatie in Europoort beschikbaar. Als de faciliteiten daar geschikt voor zijn kan de training – bij een minimum van 6 deelnemers – ook bij de opdrachtgever plaatsvinden.
N.B: Recent is ook het 'Handboek Containergassen' gepubliceerd. Deze uitgave van EVO, belangenorganisatie in de transportsector, en Nieuwsblad Transport kwam tot stand met medewerking van onder andere de Arbeidsinspectie, arbodiensten en Dräger. (http://www.nieuwsbladtransport.nl/containergassen)
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Dräger OpleidingsCentrum: 079-3444750
24 |
ST-564-2004
Slimme klep vult cilinders
handiger en beter De Automatic Selector Unit (ASU) Een Bauer ademluchtcompressor is voorzien van een drukgestuurde schakelaar, die de compressor afschakelt bij het bereiken van een ingestelde maximale druk. Als die druk terugloopt doordat er bijvoorbeeld een cilinder wordt gevuld, zal de schakelaar beneden een bepaalde waarde de compressor weer inschakelen. Het verschil tussen uit- en inschakeldruk wordt de 'hysteresis' genoemd. Als deze (vast ingestelde en voorgeschreven) waarden zeer weinig verschillen, zal frequent worden in- en uitgeschakeld. Dat is onwenselijk, en er zijn manieren om frequent schakelen te voorkomen. Drukverloop en gedrag van installatie en mens In- en uitschakelen van de compressor zal minder frequent optreden als er een 'open' verbinding zou bestaan met een te vullen cilinder, maar omdat de maximale vulsnelheid van een cilinder is begrensd vanwege de daarbij mogelijk optredende thermische effecten, zal vooral een compressor met een grote capaciteit regelmatig stoppen en hernieuwd starten. Dat zorgt voor extra mechanische belasting, de compressor draait niet voldoende warm en de smering is minder goed dan bij langere bedrijfscycli. Al met al komt het de levensduur van de compressor en van andere componenten van de vulinstallatie zeker niet ten goede. Een flinke buffervoorraad zorgt voor een soepeler verloop van het vulproces en vermindert het aantal schakelmomenten.
Tijdens het vullen van ademluchtcilinders wordt de lucht die via de vulbalk aan de cilinders wordt toegevoerd in eerste instantie vooral geleverd door de opgebouwde voorraad uit de buffercilinders. Op zeker moment schakelt de compressor in doordat de inschakeldruk wordt 'onderschreden'. Vanaf dit moment dragen zowel de buffervoorraad als de compressor enige tijd bij aan het vullen. Als de druk in de buffervoorraad nog verder daalt (gelijk geworden aan de inmiddels bereikte druk in de cilinder(s) aan de vulbalk), wordt de lucht geheel door de compressor geleverd. Deze dient vanaf dat moment niet alleen de cilinder(s) aan de balk te vullen, maar helpt ook de buffervoorraad weer op peil te brengen. Het opbouwen van de normale werkdruk in het buffervat vergt veel lucht en kost dus tijd. In de praktijk zal men vooral bij een compressor met beperkte capaciteit dan vaak de
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
ST-716-2004
| 25
buffervoorraad afsluiten, waardoor alle compressorlucht rechtstreeks aan de vulbalk wordt geleverd, en het vullen sneller verloopt. Begrijpelijk, maar niet aan te raden. Zéker niet als het gevolg is dat de compressor frequent uit- en inschakelt. Automatic Selector Unit (ASU) De automatische selectorunit van Bauer is een externe voorziening die wordt aangebracht in het leidingstelsel waarmee compressor, buffercilinders en vulbalk aaneengekoppeld zijn. Deze 'klep' voert de in de vorige paragraaf beschreven handeling als het ware automatisch uit en zorgt zo voor een efficiënt gebruik van de buffervoorziening. De ASU verricht zijn taken op een gemoedelijke manier en voorkomt dat vergeten wordt de buffervoorraad weer aan te vullen. De compressor zal nimmer staan 'hikken', drukpieken worden voorkomen en het vullen verloopt zowel vlotter als veiliger. Cilinders zijn in één werkgang te vullen zonder dat 'navullen' (na afkoeling op druk brengen) noodzakelijk is.
naar de buffer geleid. Pas als de vereiste einddruk (nagenoeg) is bereikt, zal de selector de luchtopbrengst van de compressor volledig naar de buffervaten sturen. Uitbreiden bestaande vulinstallatie In principe kan elke Bauer vulinstallatie met drukgestuurde compressor door Dräger met een automatische selectorunit worden uitgerust, ongeacht of de buffervoorraad is ondergebracht in een enkelvoudige cilinder, een parallelle batterij of een aantal gecascadeerde cilinders met overloopkleppen. Omdat buffercilinders niet behoeven te worden losgenomen is geen hernieuwde Keuring Voor Ingebruikname (KVI) vereist. Dräger brengt graag aanvullend advies uit over het nut en de voordelen bij uw specifieke vulinstallatie.
VOORDELEN VAN DE AUTOMATIC
Werking De automatische selectorunit heeft drie aansluitingen voor respectievelijk compressor (toevoer), buffervaten (selectieve toe- en afvoer) en vulbalk (afvoer). Na aankoppelen van de te vullen cilinders en openen van de afsluiters zal de selector lucht betrekken uit de buffervoorraad, tot het moment dat deze gelijk is geworden aan die in de cilinder(s). Daarna wordt de lucht direct betrokken uit de compressor. Het vullen van de cilinders verkrijgt daarmee voorrang boven het hervullen van de buffervaten (een eventueel 'teveel' aan opbrengst van de compressor wordt echter al
SELECTOR UNIT
– optimaal gebruik van de buffervoorziening – afgevulde cilinders blijven op een hoge einddruk na afkoelen – langere bedrijfscycli van de compressor, dus minder slijtage – beperkter aantal cycli waardoor vervangen van filterhuizen minder vaak hoeft plaats te vinden (PED-richtlijn) – buffercilinders altijd op druk, zodat men in tijd van nood niet onaangenaam wordt verrast
26 |
COMMITMENT OP LANGE TERMIJN
D-10989-2009
Pre-Development betekent verder kijken dan de neus lang is
Dräger koestert een wijd vertakte denktank die voortdurend nieuwe technieken ontwikkelt en evalueert. Dat vereist een fijn gevoel voor de behoefte van de gebruiker van de toekomst.
Aan de lopende band: duurtests garanderen betrouwbaarheid in de praktijk – zoals hier bij drugtesten.
Dr. Kai Kück pakt een boek van de plank en wijst op de afbeelding op de omslag, die een soort schematisch patroon toont, en vraagt wat wij denken dat het voorstelt. Het blijkt een grafische voorstelling van een spoorboekje te zijn. Welkom in de wereld van het hoofd Pre-Development van Dräger, waar innovaties geboren worden uit de creatieve en menigmaal verbijsterende ideeën van de teamleden. Er werken veertig wetenschappers, waarvan velen over de doctorstitel beschikken. Ongeveer hetzelfde aantal universitaire studenten werkt aan hun promotieonderzoek. “Wij hechten veel waarde aan wereldwijde samenwerking met gerenommeerde universiteiten, instituten en laboratoria,” zegt Dr. Kück. Hij benadrukt tevens dat alle collega’s hun eigen netwerk meebrengen, dat zij niet slechts onderhouden door het bezoeken van wetenschappelijke congressen. Pre-Development. Het klinkt als het soort ivoren toren waarin iedereen zijn eigen doel nastreeft. “Vrijheid is belangrijk voor creativiteit,” betoogt Kück, terwijl hij tevens benadrukt dat zijn werk bij Dräger zo doelgericht mogelijk moet zijn, “ook in gevallen waar twee doodlopende wegen samen een supersnelweg blijken te vormen.” Falen hoort bij het innovatieproces: “Eén van mijn taken is het zo vroeg mogelijk herkennen van onherroepelijk doodlopende paden en het zo vroeg mogelijk stoppen van dergelijke projecten.
mensenlevens. Tijdens zijn universitaire studie Medische Techniek en zijn aansluitende doctoraalstudie in de V.S. heeft hij herhaaldelijk het vitale belang ondervonden van goede interactie tussen gebruikers en technici waar het gaat om baanbrekende innovaties. “De meeste van onze activiteiten op dit gebied,” zo vertelt hij, “vinden plaats op het grensvlak tussen de eigenlijke technische research en productontwikkeling.” Pre-Development gaat namelijk vooraf aan het werk van de klassieke “Research and Development” afdeling, dat wordt gevolgd door prototypes, productie en marktintroductie. Het is een proces dat gemiddeld enkele jaren vergt. Weinig bedrijven investeren nog in dit soort afdelingen. “Ons werk is een langetermijninvestering die tijd kost.” Hoe ziet de toekomst er over tien of vijftien jaar uit? De invloed van de informatietechnologie is onmiskenbaar. Het gaat niet alleen om het verzamelen van data, vanaf de vitale kenmerken van drugsgebruik bij werknemers in risicovolle beroepen of het determineren van gassen, maar ook om een duidelijke manier van presenteren; het zodanig samenvatten dat ze gebruikt kunnen worden voor het nemen van beslissingen. “In de toekomst zul je minder technologie zien,” zegt Kück, “omdat vele ontwikkelingen worden gerealiseerd in software. Dat ‘verdwijnt’ dan als het ware in de apparatuur.”
Werken op het grensvlak “Wij kunnen niet slechts perfecte technische concepten ontwikkelen: wij moeten ook de manier waarop onze klanten kunnen werken substantieel verbeteren middels technologie.” En de resultaten moeten superieur zijn in betrouwbaarheid; tenslotte is Dräger altijd bezig met de allerbelangrijkste zaken:
Focus op de essentie Kück: “We willen geen typemachines blijven verbeteren zonder dat we ons ervan bewust zijn dat die in de echte wereld lang geleden al vervangen waren door computers.” Dräger’s Drugtest 5000 (zie NieuwsDräger 1 van 2009) biedt al een glimp van een toekomst waarin complexe metingen auto-
D-10984-2009
| 27
Systematische gevoeligheid: Dr. Rainer Polzius combineert een hoge gevoeligheid voor drugs met zware praktijkomstandigheden.
matisch, on-the-spot en met hoge nauwkeurigheid worden uitgevoerd, bijvoorbeeld om het werk van politieambtenaren bij drugscontroles te vereenvoudigen. En om een snel resultaat te krijgen. De technologie moet enerzijds soepel aansluiten bij bestaande en bewezen processen, terwijl het anderzijds ook extreem betrouwbaar dient te zijn en een significante vooruitgang moet leveren. Dit kan alleen worden bereikt als de apparatuur eenvoudig of zelfs intuïtief te bedienen is. Dit is waar psycholoog Maral Haar zich mee bezighoudt. De advocaat van de gebruiker “Ik moet begrijpen hoe anderen denken en werken.” Zo beschrijft Haar het belang van haar specialisme, zowel als discipline als in haar huidige functie. Zij ziet zichzelf als ‘de advocaat van de gebruiker’. Haar belangrijkste zorg is de praktische bruikbaarheid van producten en werkprocessen. “Om dat te kunnen beoordelen bezoek ik toekomstige gebruikers op hun werkplek en kijk ik naar hun werk.” Op deze manier leert zij hoe het werk eruit ziet ‘in het hoofd van de eindgebruiker.’ Haar’s studies wijzen bijvoorbeeld uit wat gebruikers werkelijk verwachten van een warmtebeeldcamera, hoe ze de apparatuur behandelen en welke functies -inclusief de intuïtievevoorhanden moeten zijn, zonder een apparaat te ‘overladen’. Drugtesten heeft potentieel Dr. Rainer Polzius houdt ervan om technisch en wetenschappelijk enthousiasme te combineren met pragmatisme. De biochemicus was lid van het team
dat de DrugTest 5000 ontwikkelde; een apparaat waarbij de bescheiden behuizing in tegenspraak is met het feit dat het complexe reacties volledig automatisch uitvoert. “Wij detecteren met hoge betrouwbaarheid een variëteit van typische gebruiksdrugs via het speeksel,” zegt Polzius, die blij is dat de laatste research op dit gebied de gevoeligheid voor cannabis (THC) met een factor vijf heeft verhoogd, terwijl de betrouwbaarheid van de weergegeven en opgeslagen meetresultaten daar niet onder te lijden heeft. De unit is een tamelijk zeldzaam voorbeeld van PreDevelopment die zich de hele weg naar de marktintroductie heeft voortgezet. De reden voor dit ongebruikelijke proces is dat er niet veel experts in staat zijn om biochemische processen om te vormen voor toepassing in de ruige alledaagse praktijk.” Bovendien moet de kennis van ieder element in de ontwikkelde procesketen op dezelfde plaats beschikbaar zijn. De deskundigen hebben ook expertise in huis op bijvoorbeeld het gebied van monoklonale antilichamen, die met specifieke typen drugs reageren, met hoge gevoeligheid en selectiviteit. En ze hebben bovendien ervaring in het omzetten van deze reacties van laboratoriumschaal naar de echte wereld. Een ander voorbeeld is een nieuw ontwikkelde temperatuursensor, die de kerntemperatuur van een volwassen menselijk lichaam kan meten, enkel en alleen via huidcontact. Non-invasief dus. Vorig jaar is deze technologie al in de ruimte toegepast voor onderzoeksdoeleinden. Daarbij ging het tevens om testen voor de mogelijke toepassing bij een toekomstige reis naar Mars. Hoewel oorspronkelijk ontwikkeld voor strikt medische toepassingen, zou dat over enige jaren ook kunnen worden gebruikt binnen de brandweer. Koch en zijn team zijn momenteel juist doende deze toepassing te onderzoeken. Dat brengt totaal verschillende uitdagingen met zich mee, zoals het vinden van een geschikte plaats voor een sensor onder een veiligheidshelm, zonder dat de functionaliteit wordt aangetast. Ongelimiteerde mogelijkheden “Ons strategisch langetermijnwerk zal de toekomst van de veiligheidstechniek vormgeven, en in mijn optiek zal het volharden in het leveren van innovatiepotentieel. Het is niet te verwachten dat dat in één of twee decennia uitgeput raakt,” concludeert Kück. De werkomgeving zal opnieuw veranderen, voor de veiligheidsfunctionarissen en voor hun ‘klanten’, ook wat de kosten betreft. “Deze correlatie zullen we bij geen enkele innovatie uit het oog verliezen,” voegt hij toe. “En we blijven waakzaam voor wat zich verder aandient. We zullen altijd in staat zijn om technologie aan te bieden die even geavanceerd is als betrouwbaar, en dat biedt uiteindelijk betere inzetbaarheid en gebruiksgemak.”
Draadloze alarmketen
Dräger X-zone 5000: seriegeschakelde veiligheid Hypermoderne bewaking: de Dräger X-zone 5000 is in combinatie met de X-am 5000 of X-am 5600 geschikt voor het gelijktijdig bewaken van 1 tot 6 gassen. De draagbare, robuuste en waterdichte alarmversterkers maken de meervoudige gasdetectieinstrumenten in een handomdraai tot een uniek systeem.
2132
MEER INFORMATIE: WWW.DRAEGER.COM