Nieuwsbrief Zoetwatervoorziening Oost-Nederland
Zoetwatervoorziening Oost-Nederland
januari 2015
Samenwerking en samenhang in opgaven In 2014 is veel werk verzet voor Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Eind juni ondertekenden de regionale overheden, inclusief vrijwel alle gemeenten, en de maatschappelijke organisaties van Oost-Nederland de intentieverklaring Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. We mogen met trots terugkijken op deze gebeurtenis. Het is uniek in Nederland dat alle relevante partners de urgentie van de zoetwaterproblematiek op de Hoge Zandgronden inzien en zo nadrukkelijk de uitdaging gezamenlijk aangaan.
Verder heeft het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn-Oost in 2014 samen met de regio Zuid de gekozen strategie voor de hoge zandgronden uitgewerkt in een gezamenlijk uitvoeringsprogramma Hoge Zandgronden. De Deltacommissaris heeft dit uitvoeringsprogramma opgenomen in het Deltaprogramma 2015. Op Prinsjesdag heeft ook het kabinet de grote meerwaarde onderkend en het advies van de Deltacommissaris overgenomen. Dit zijn belangrijke stappen voor ons regionale programma.
resultaten, creëren we draagvlak en wordt het zichtbaar dat we met maatregelen invloed kunnen uitoefenen en ons weerbaarder maken tegen de effecten van de klimaatverandering.
In 2015 vertaalslag naar praktijk Samenwerking is cruciaal om het uitvoeringsprogramma Zoetwatervoorziening te realiseren en de effecten van de klimaatverandering in de volle breedte op te kunnen vangen. Het is noodzakelijk om de droogteproblematiek op de Hoge Zandgronden aan te pakken in samenhang met andere opgaven, zoals wateroverlast, waterkwaliteit en de natuuropgaven. Door deze samenhang te borgen in een gezamenlijk werkprogramma, hopen we in 2015 een vertaalslag te maken naar de praktijk.
Als gelijkwaardige partners gaan we vanaf 2015 aan de slag om concrete resultaten te boeken. De gemeenten weten als geen ander wat er leeft onder de mensen en waar de behoefte ligt. De waterschappen hebben kennis van het watersysteem en de kracht van de provincies is om de partijen samen te brengen en te faciliteren. Zoetwatervoorziening Oost Nederland laat zien hoe we in de toekomst samenwerken en verschillende doelstellingen in samenhang realiseren. Innovatief, efficiënt, effectief en met bewustwording en draagvlak bij bewoners.
Klimaatopgave ook in stedelijk gebied: draagvlak en bewustwording De klimaatopgave speelt in de volle breedte zeker ook in het stedelijk gebied. Met de steun van het Rijk, de provincies en de waterschappen worden de gemeenten in positie gebracht om knelpunten in hun bebouwde omgeving op het gebied van droogte, maar ook wateroverlast, aan te pakken. Zij krijgen zo de kans om initiatieven te verwezenlijken en de belangen te behartigen van hun bewoners. Het vereist echter wel lef om in tijden van crisis vooruit te kijken en gezamenlijk te investeren in een robuuste zoetwatervoorziening en klimaatbestendigheid. Met concrete voorbeelden en
Water in de stad helpt tegen hittestress en zorgt voor verkoeling. Ook kan water worden opgevangen en gecontroleerd worden vastgehouden in de stad, zodat wateroverlast wordt voorkomen. Die samenhang moeten we creatief en innovatief vormgeven.
Bert Boerman, Voorzitter Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn-Oost en Gedeputeerde provincie Overijssel Ruimte, Water en Jeugdzorg
1
Stand van zaken werkprogramma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland Op 27 juni 2014 ondertekenden de regionale overheid en verschillende maatschappelijke organisaties de intentieverklaring Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Deze partners hebben hierin onder meer afgesproken dat zij in 2015 een gezamenlijk werkprogramma willen vaststellen. De projectgroep ZON is hier direct mee aan de slag gegaan.
Op 10 oktober 2014 benoemde het RBO de volgende uitgangspunten voor het werkprogramma: - Het heeft een doorlooptijd van zes jaar: 2016 - 2021. - De ambitie van het regionaal bod (een investeringsprogramma van € 131 miljoen voor de komende zes jaar) is het uitgangspunt. - Bij de uitvoering staat de eigen verantwoordelijkheid van partijen voorop. - Het RBO behoudt een coördinerende rol, onder meer nodig voor afstemming en verantwoording naar het Rijk. - De inhoud moet zo concreet zijn en vertrouwen geven, dat er op basis van het programma afspraken met het Rijk gemaakt kunnen worden over co-financiering. - De projecten moeten in ieder geval voldoen aan de volgende criteria: • financieerbaar en uitvoerbaar binnen de gestelde termijn • bijdrage leveren aan het oplossen van de droogteproblematiek - Het formuleren en beschrijven van het voorzieningenniveau voor regio Oost is een onderdeel van het werkprogramma. - Na drie jaar is er een evaluatie van het werkprogramma en de gekozen werkwijzen. Tijdens een ambtelijke startbijeenkomst op 3 november 2014 met vertegenwoordigers van maatschappelijke partijen, zoals terreinbeheerders, LTO-Noord en de waterleidingsector, zijn afspraken gemaakt over het vullen van het werkprogramma. Daaruit is de volgende lijn gekomen: - De waterschappen zetten het regionaal bod van februari 2014 om naar concrete projecten/acties binnen hun werkgebied voor de komende zes jaar (2016 - 2021).
- De maatschappelijke organisaties formuleren eveneens hun ideeën en projecten als vervolg op het regionaal bod. - In de eerste helft van februari 2015 vindt per waterschapsgebied een bijeenkomst plaats om de uitwerkingen van de waterschappen en de maatschappelijke organisaties binnen het waterschapsgebied op elkaar af te stemmen en er één beeld van te maken. - Met de gemeenten vindt afstemming plaats om hun aandeel in het regionaal bod om te zetten naar projecten voor het werkprogramma. Planning In de maanden februari en maart 2015 bouwt de projectgroep ZON het werkprogramma verder op met de inbreng van de partners. Het concept werkprogramma wordt in april 2015 voorgelegd aan het RBO Rijn-Oost. Als het RBO instemt, wordt het werkprogramma voorgelegd aan de afzonderlijke besturen voor akkoord. Met de ondertekening van een bestuursovereenkomst medio 2015 streven de regio en het Rijk naar bekrachtiging van de afspraken. Pilotprojecten In de tweede helft van 2014 is een begin gemaakt om pilots uit te voeren voor Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Inmiddels zijn er drie pilots vanuit regio Oost aangemeld voor co-financiering vanuit het Deltafonds. De eerste betreft de plaatsing van een ‘slimme’ stuw op een agrarisch bedrijf binnen het waterschap Vechtstromen. In de tweede pilot verkent het waterschap Rijn en IJssel de optimalisatie van wateraanvoer en waterverdeling in en rond Zutphen. De laatste pilot bekijkt de gevolgen van het gebruik van gezuiverd afvalwater van de rioolwaterzuivering (RWZI) in Haaksbergen bij subinfiltratie door het waterschap Vechtstromen. Als de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater goed is en het de bodem- en de grondwaterkwaliteit niet ontoelaatbaar belast, kan effluent gerichter worden ingezet en kunnen vraag en aanbod meer op elkaar worden afgestemd. Meer informatie over de eerste twee pilots vindt u verderop in deze nieuwsbrief.
2
In gesprek over water op het water
Denkkracht omzetten in Doekracht Op 27 november 2014 organiseerde het deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma een bestuurlijke conferentie over de Zoetwatervoorziening van Nederland. Een divers gezelschap, met vertegenwoordigers van het ministerie, provincies, waterschappen, gemeenten en adviesbureaus, was aanwezig op de voormalige veerboot ‘De Ameland’ te Gouda. In deze inspirerende omgeving op het water hebben de bestuurders onder de titel ‘Samen werken, plannen realiseren’ met elkaar van gedachten gewisseld over het verbinden van de opgaven die we de komende jaren in onze regio’s moeten realiseren.
Het jaar 2014 stond in het teken van plannen maken en het regelen van commitment en financiering. De voorbereidingen zijn nu rond, zodat in 2015 de schakeling kan plaatsvinden naar de praktijk. Tijdens de discussieronde is uitvoerig besproken hoe de betrokken partners met zijn allen kunnen zorgen dat ambities waar worden gemaakt. Waar lopen ze tegen aan? Wat hebben ze nodig? Hoe wordt denkkracht omgezet in doekracht? Samen beter resultaat Tijdens de conferentie zijn de deelnemers tot de conclusie gekomen dat de regio’s zo snel mogelijk moeten komen met concrete initiatieven. Voorbeelden die inspirerend en aanstekelijk werken voor anderen. Mensen uitdagen om te innoveren, om met nieuwe ideeën lastige situaties op te lossen. De regio’s moeten zorgen voor een grote betrokkenheid en breed laten meedenken en –werken. Samen bewustwording creëren over de noodzaak van een robuust watersysteem en draagvlak voor de maatregelen. Het opstellen van het uitvoeringsprogramma Hoge Zandgronden en het ondertekenen van de intentieverklaring hebben in 2014 gezorgd voor bestuurlijke commitment binnen de regio Oost-Nederland. Ook zijn hiermee de financiëring en de samenhang met andere opgaven voldoende geborgd. Alle partijen zijn nu aan zet om samen met de gebruikers in stedelijk en landelijk gebied tot concrete maatregelen te komen. De randvoorwaarden zijn ingevuld, dus nu kan het. De kunst zal zijn om het vooral niet te complex te maken en snel zichtbaar resultaat te boeken. Het uitvoeren van pilots is hiervoor een kans bij uitstek. Daarmee inspireren we ook andere betrokkenen. Door samen aan de slag te gaan, creëren we vertrouwen en draagvlak. Zo zetten we het proces in beweging en bereiken we stap voor stap een duurzaam eindresultaat.
Lees meer over de conferentie in het verslag. Deze is beschikbaar op www.zoetwatervoorzieningoostnederland.nl.
In kleine groepjes werd gediscussieerd over het succesvol uitvoeren van het deelprogramma Zoetwatervoerziening Hoge Zandgronden. De belangrijkste conclusie voor onze regio was: Zo snel mogelijk zichtbare resultaten boeken en aan de slag met concrete initiatieven.
Gustaaf Eiffel bouwde in 1887 de Eiffeltoren voor de wereldtentoonstelling in 1889. De toren straalt nu kracht uit, maar destijds was het vertrouwen van burgers en stadsbestuurders niet vanzelfsprekend. Door met meer dan 500 mensen aan het gebouw met 1.500 ijzerdelen en 2,5 miljoen klinknagels te werken, is het imposante ‘kunstwerk’ deeltje voor deeltje uitgegroeid tot de trots van Frankrijk, of zelfs Europa. De zoetwaterproblematiek is net als de realisatie van de Eiffeltoren een grootse opgave. Ook hier is breed draagvlak, vertrouwen en samenwerking een eerste randvoorwaarde.
3
Pilots Hoge Zandgronden regio Oost Uit analyses voor regio Oost is gebleken dat er nu al een flinke jaarlijkse droogteschade is in de landbouw van zo’n 6% en er vallen nu al over een groot gebied beken droog. Bij het doorzetten van de klimaatverandering nemen deze effecten drastisch toe. Binnen het programma Hoge Zandgronden Regio Oost gaan we in 2015 van start met drie concrete pilots. Pilots waarmee we op zoek gaan naar (innovatieve) oplossingen om de droogteproblematiek in de regio Oost tegen te gaan door bijvoorbeeld de wateraanvoer te optimaliseren of meer inzicht en invloed te krijgen op de waterverdeling. Door klimaatverandering nemen de kansen op droogte, maar ook op wateroverlast toe. Watertekort èn wateroverlast veroorzaken bovendien in ‘droge’ periodes kwaliteitsverlies van het beschikbare water en daarmee gaat het dus ook over waterkwaliteit en kwaliteit van leefomgeving. De pilots sluiten aan bij lopende initiatieven om bestaande knelpunten in het gebied op te lossen en bij te dragen aan het verminderen van de droogteproblematiek van de Hoge Zandgronden. Deze bestaande projecten ontvangen cofinanciering vanuit het landelijke Deltafonds en het programma Zoetwatervoorziening Oost Nederland (ZON). Pilot ‘slimme’ stuw Waterschap Vechtstromen gaat bij melkveehouder Bakhuis in de omgeving van Arriën de komende jaren experimenteren met een ‘slimme’ stuw. Deze stuw is ontwikkeld door de Bakelse Stroom, KnowH2O en Avallo. De stuw wordt dit winterseizoen in een waterloop geplaatst en kan via een vlottermechanisme (automatisch) meebewegen met het door het waterschap
Principeschetsen van de ‘slimme stuw’.
4
ingestelde peil benedenstrooms. Vervolgens wordt gemonitord of de gewenste en verwachte effecten ook gaan optreden. Het idee achter de ‘slimme’ stuw is dat een groter gebied dan voorheen – zonder extra werk – voorzien kan worden van een beter peilbeheer. De stuw is ‘slim’, omdat rekening wordt gehouden met de natuurlijke eigenschappen van het landschap. Zeker daar waar de waterlopen op het laagste punt in het stroomgebied liggen, zoals in de beekdalen, zal het door het waterschap ingestelde peil voor de hogere delen in het stroomgebied te laag zijn. De stuw kan automatisch, zonder centrale sturing, in de watergang van het perceel een waterstand realiseren die tussen 0,3 en 0,5 meter hoger is dan benedenstrooms. Zo kan de grondgebruiker eerder in het voorjaar de waterstand in de perceelsloot verhogen of een groter verschil aanbrengen tussen de boven- en benedenstroomse waterstand. Bovendien helpt deze constructie om piekafvoeren te voorkomen.
Pilot voor meer inzicht en grip op waterbeheer en -verdeling in Zutphen Water is een belangrijk element in de Hanzestad Zutphen. Deze grote stad heeft in verhouding veel oppervlaktewater. Niet alleen doordat de Berkel van oudsher door de historische kern stroomt, maar ook door de aandacht voor waterelementen in de nieuwbouwwijken. De wateraanvoer in het stedelijk gebied van Zutphen is echter beperkt doordat de natuur en landbouw die bovenstrooms van de stad liggen ook gebruik maken van het water. Voor zandige gebieden in Nederland is dit een veel voorkomend probleem.
Deze pilot onderzoekt hoe het water beter kan worden verdeeld onder verschillende afvoersituaties. Tevens wordt het watersysteem meer klimaatbestendig gemaakt, waardoor toekomstige waterkwaliteitsproblemen in Zutphen worden voorkomen of beperkt. Door spaarzaam en slim om te gaan met het beperkte water, houden we water beschikbaar voor drogere perioden en wordt ook de waterkwaliteit verbeterd. Dat vergroot tevens de beleving van het stedelijke water en het woongenot. De ervaringen worden gebruikt voor optimalisatie van het waterbeheer in ander stedelijk gebied. Ysbrand Graafsma van waterschap Rijn en IJssel maakt deel uit van de projectgroep ZON: “Wij hebben geïnventariseerd in welke gebieden grote knelpunten lagen en welke projecten we het komende jaar wilden opstarten. Deze pilot in Zutphen is mede voorgedragen, omdat samen met de gemeente al voorbereidingen waren getroffen om onder meer de route voor vismigratie door de stedelijke kern van Zutphen te verbeteren. Door nu slim te investeren in relatief eenvoudige aanpassingen, kunnen in 2015 een verhoogd gebruiks- en woongenot met geringe kosten worden bereikt in het stedelijk gebied.” Meer informatie? Neem voor de pilot van de Berkel in Zutphen contact op met de projectleider Karel Hesselink,
[email protected], 0314 369 369. Voor meer informatie over de slimme stuw kunt u contact opnemen met Bas Worm,
[email protected], 088 220 33 33.
5
Gemeenten leveren belangrijke bijdrage aan ZON Sinds oktober 2014 maakt Vincent van Uem namens de gemeenten deel uit van de kerndelegatie van het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) voor Zoetwater-voorziening Oost-Nederland (ZON). In het RBO neemt hij deel vanuit de gemeenten in de Achterhoek. Vincent van Uem is sinds 2010 wethouder van de gemeente Oost Gelre. Daarvoor is hij bijna 30 jaar werkzaam geweest voor het waterschap Rijn en IJssel. Gemeenten leveren volgens Van Uem een wezenlijke bijdrage aan het programma van ZON. “In de jaren ’90 heeft een kentering plaatsgevonden in de wijze waarop de waterschappen hun watersysteem inrichtten. Er is meer aandacht om het watersysteem robuuster te maken en zo de effecten van de klimaatverandering beter op te kunnen vangen. Sindsdien zorgen gemeenten dat het regenwater van verhard oppervlak in stedelijk gebied, zoals daken, parkeerplaatsen en wegen, niet meer op de riolering wordt geloosd. Zo wordt schoon regenwater opgevangen en worden de waterzuiveringen minder belast. Bovendien zorgt de opvang van regenwater voor minder wateroverlast in de laaggelegen gebieden. Daar waar dat kan, houden we water langer vast en zorgen we ervoor dat schoon regenwater infiltreert in de bodem.”
stressniveau. Dat betekent een prettiger leefomgeving, maar ook een kans om meer en beter overmatig water op te vangen.” Volgens Vincent van Uem zit de oplossing dan ook veelal in het stapelen van functies. “De ruimtelijke inrichting van gebieden biedt veel kansen om slimmer om te gaan met water, maar we moeten dat wel samen doen. Water houdt zich niet aan de grenzen van gemeenten, waterschappen en provincies. Zonder eilandjes kunnen we slimmer, efficiënter en vooral goedkoper onze doelen realiseren. Bovendien draagt water in grote mate bij aan de beleving. Een mooi park met een waterpartijtje nodigt uit om iets te doen, te spelen, te vissen, maar vooral om te genieten. Water is dus een belangrijke bron voor prettig wonen en werken, mét een hoge recreatieve waarde.”
Deze denkwijze sluit volledig aan bij ZON. “Het programma ZON borgt het klimaatbesef en kijkt hoe we efficiënt en spaarzaam om kunnen gaan met water”, legt de wethouder uit. “Water dat we vasthouden, kunnen we gebruiken voor gebieden die (tijdelijk) te droog zijn, zoals gronden met een natuur- en landbouwfunctie. De gemeenten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan oplossingsrichtingen voor de droogteproblemen die er zijn. Zo hebben de gemeenten in de Achterhoek te maken met een krimpende bevolking. Hierdoor ontstaat er veel leegstand van onder andere overheidsgebouwen en scholen. Deze gebouwen kunnen we slopen en de vrijkomende ruimte groen inrichten. Groen verlaagt de temperatuur in de binnenstad en vermindert het
2015-004
Het project
Colofon
Zoetwatervoorziening Oost-Nederland is een project van het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn-Oost. Door de klimaatverandering zullen perioden van droogte langer aanhouden en vaker voorkomen. In gebieden waar niet of nauwelijks sprake is van wateraanvoer, kan die droogte schade opleveren voor de economie, de natuur en de leefomgeving. We moeten regionaal, maar ook landelijk, actie ondernemen. Zoetwatervoorziening OostNederland levert de regionale inbreng in het deelprogramma ‘Zoetwater’ van het Deltaprogramma. Met deze nieuwsbrief brengen wij u op de hoogte van de laatste stand van zaken van het project. Het project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland is een samenwerkingsverband tussen de provincies Overijssel, Drenthe, Gelderland en Utrecht, de waterschappen Groot Salland, Reest en Wieden, Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe en Vechtstromen en de gemeenten. Het totale gebied wordt Regio Oost genoemd.
Uitgave: januari 2015
4
Realisatie: Kernteam Zoetwatervoorziening Oost-Nederland Projectleider Jan Kreling (provincie Overijssel) Postbus 10078 8000 GB Zwolle Meer informatie? Of wilt u zich aanmelden, afmelden of wijzigingen doorgeven met betrekking tot deze nieuwsbrief? Neem contact op met: projectsecretaris Rolf Koops,
[email protected], 06 50 90 26 79. Kijk ook op: www.zoetwatervoorzieningoostnederland.nl.