Nieuwsbrief Zoetwatervoorziening Oost-Nederland
Zoetwatervoorziening Oost-Nederland
februari 2016
In 2015 ondertekenden in regio Oost 107 partijen de regionale bestuursovereenkomst. Het gaat om vier provincies, vijf waterschappen, ruim zeventig gemeenten, terreinbeheerders, verenigingen voor particuliere grondeigenaren, natuur- en milieufederaties, LTO, drinkwaterbedrijf Vitens en Waterleidingsmaatschappij Drenthe. Vervolgens is deze overeenkomst op rijksniveau bekrachtigd met de ondertekening door minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). Met deze twee belangrijke mijlpalen in 2015 zijn de financiering en het commitment voor de eerste uitvoeringsperiode 2016 – 2021 geregeld. Op deze manier maken partijen een gezamenlijke start om te zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende zoetwater en om de droogteproblematiek tegen te gaan.
Uitvoering een stap dichterbij Het afgelopen jaar heeft regio Oost laten zien dat ze bereid is om
Kaderrichtlijn Water (KRW). Daarmee bundelen we krachten en
haar nek uit te steken. Nu is het zaak om slagvaardig aan het werk te
werken we efficiënter. Bovendien liften we mee met andere
gaan met de uitvoering van het programma. Als we laten zien dat we
ontwikkelingen. Toen we startten, was er bijvoorbeeld sprake van
de financiën van het Rijk voor de eerste periode op een goede manier
een diepe economische crisis. Inmiddels is een positieve tendens
besteden, dan zal het in een later stadium gemakkelijker zijn om voor
voelbaar en wordt er weer gebouwd in de stad. Bij het bouwen
eventuele tekorten financiële tegemoetkomingen te vragen. We
en/of (her)inrichten van een wijk, denken gemeenten slim na over
moeten zichtbaar resultaat boeken.
de temperatuurbeheersing en de watervoorziening voor de directe omgeving.
Het omzetten van onze papieren voorstellen in uitvoerbare en zinnige maatregelen vereist een daadkrachtige aanpak. We richten ons op
De betrokkenheid van alle partners die werken aan waterkwaliteit en
drie pijlers:
waterkwantiteit is er al voordat we starten en dat is heel waardevol.
• Concrete projecten voor beter waterbeheer en
We hebben samen met de eindgebruikers gesproken over het nut
snelle zichtbare resultaten • Voorzieningenniveau tegen wateroverlast en droogte helder en duidelijk op de kaart zetten in 2021 • Klimaat adaptieve stad met een goede balans van maatregelen voor extreme natte en droge perioden
en de noodzaak van de droogteproblematiek. Nu kunnen we samen aan oplossingen werken die passen in de praktijk. De plannen zijn ambitieus, maar we hebben het voor elkaar gekregen om deze grotendeels financieel te dekken. Het is nu het goede moment en dat moeten we benutten!
We nemen voorlopig geen onomkeerbare besluiten en voeren geen
Hans Pereboom,
maatregelen uit, waarvan we niet zeker weten dat ze bijdragen aan
Vertegenwoordiger regio Oost in het
een betere zoetwatervoorziening. We realiseren stapsgewijs een visie
Bestuurlijk Platform Zoetwater en dagelijks
op waterbeheer voor 2050 die grotendeels ook gebaseerd is op
bestuurder waterschap
praktijkervaring die we gaandeweg opdoen.
Drents Overijsselse Delta
De aanpak is integraal. Dat wil zeggen, waar mogelijk laten we de maatregelen om de droogteproblemen aan te pakken, deel uit maken van andere projecten op het gebied van wateroverlast en 1
Zoetwaterconferentie 2015 Tijdens de landelijke conferentie op 19 november 2015 is veel aandacht besteed aan het voorzieningenniveau. Duidelijk is dat iedere partner hierin een ander perspectief heeft. Dat is ook logisch, want het verschil in mogelijkheden voor wateraanvoer en beschikbaarheid van water in Nederland is heel divers. Tijdens de conferentie gingen de bestuurders met elkaar in gesprek over wat nodig is in Nederland. Het is goed om begrip te krijgen voor elkaars situatie en inzicht in de knelpunten die zich daarbij kunnen voordoen. Alleen op die manier kunnen grensoverschrijdende afspraken worden gemaakt voor de aanpak van droogte, zoals we ook doen voor het Peilbesluit IJsselmeer. In ieder geval is afgesproken dat elke regio pilots gaat uitvoeren om ervaring op te doen met het opstellen van het voorzieningenniveau. In 2018 komen deze ervaringen bij elkaar en worden verdere stappen gezet naar een landsdekkende invulling.
Het voorzieningenniveau zoetwater geeft inzicht in de verwachte beschikbaarheid van zoetwater in normale en droge situaties, nu en in de toekomst. Het geeft duidelijkheid over de inspanning die de waterbeheerders daarvoor plegen. Op basis daarvan kunnen overheden en gebruikers in gesprek over optimalisatie en zo nodig nieuwe afspraken maken over maatregelen en inspanningen voor een goede zoetwatervoorziening.
Deltacongres 2015 Op 5 november 2015 heeft wederom een Deltacongres plaatsgevonden in de Brabanthallen te Den Bosch. We hadden daar samen met regio Zuid ook een stand op de informatiemarkt. We hebben vooral het werkprogramma en de interactieve projectenkaart laten zien. Zo hebben we de specifieke aanpak voor de hoge zandgronden onder de aandacht gebracht. Het congres was de moeite meer dan waard. De ruimte leende zich goed voor veel dialoog. De ‘Delta-community’ was goed vertegenwoordigd en zeer tevreden. Bron foto: www.deltacommissaris.nl
Project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON) naar uitvoeringsfase Op 23 maart 2016 vindt de startbijeenkomst plaats van de uitvoeringsfase. Dat is tevens de officiële afronding van de voorbereidingsfase waarin veel werk is verzet om de uitvoering straks efficiënt en soepel te laten verlopen. Jan Kreling is sinds de start van het project in 2010 projectleider. Hij blikt terug en staat tevens stil bij de aanleiding van het project. Bij de start van het project ZON was het volgens Jan Kreling al snel duidelijk dat er een omslag in denken nodig was, om nut en noodzaak van de droogteproblematiek onder de aandacht te brengen. “De visie op waterbeheer in de 60-er en 70-er jaren richtte zich vooral op de verbetering van de voedselproductie. We wilden de waterhuishouding verbeteren ten behoeve van de landbouw en de productie verhogen. Waar nodig werd de grondwaterstand effectief verlaagd. Dit had als ongewenst neveneffect dat
2
nabijgelegen natuurgebieden verdroogden. In de 80-er en 90-er jaren werden de eerste effecten van de klimaatverandering zichtbaar. Met de kennis van de afgelopen jaren blijkt het noodzakelijk om de visie op waterbeheer bij te stellen en meer te sturen op het vasthouden van water waar mogelijk, in plaats van snel afvoeren. In de praktijk blijkt echter dat het risico van wateroverlast als groter wordt ervaren dan de problematiek rondom droogte. Soms wordt droogteschade nog niet als kostenpost
gezien, terwijl dit wel degelijk het geval is. De afgelopen jaren hebben we met het programma Zoetwatervoorziening bij kunnen dragen aan bewustwording hierin. We werken aan een nieuwe balans tussen te nat en te droog.” Droogteproblematiek voor iedereen van belang Het project ZON staat voor bescherming tegen droogte voor diverse functies, zoals natuur, landbouw, maar ook in de stad. “De voorbereidingsfase is een intensief traject geweest, met als resultaat dat waterschappen, provincies, terreinbeheerders, drinkwaterbedrijven en meer dan 90% van de gemeenten in de regio Oost de bestuursovereenkomst getekend hebben,” licht Jan Kreling toe. “De betrokkenheid van gemeenten heeft te maken met het fenomeen ‘hittestress’ in het stedelijk gebied. Langdurige droogte leidt tot onaangename situaties en zelfs tot een hoger sterftecijfer van ouderen. Een stad met een goede ‘klimaatbeheersing’ door bijvoorbeeld groen blauwe structuren, zorgt voor verkoeling op warme dagen en een prettiger leefklimaat. Voor gemeenten bieden het Deltaprogramma en het project ZON ruimte om de klimaatbestendigheid te agenderen.” Wat betekent de overgang naar de uitvoering? De organisatiestructuur voor ZON Oost-Nederland zal gelijk blijven. Zo zullen het landelijk Bestuurlijk Platform Zoetwatervoorziening, het Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Oost en de projectgroep ZON blijven bestaan. De samenstelling zal mogelijk nog wel wijzigen. Bovendien zal het trekkerschap nu worden vervuld door de waterschappen in de persoon van Geert Groenewold van het waterschap Drents Overijsselse Delta, terwijl dit tot nu toe door de provincie Overijssel werd vervuld. “In de
voorbereidingsfase hebben we goede afspraken kunnen maken over de uitvoering in de vorm van het Werkprogramma Zoetwatervoorziening. De zinvolle maatregelen zijn beschreven, de financiering is geregeld en we hebben draagvlak van de belangrijkste partners voor onze ambities. Dat betekent dat we hele grote stappen hebben gezet en daar ben ik heel tevreden over,” aldus Jan Kreling. “In de volgende fase moeten we aan de slag en laten zien dat we de maatregelen gaan uitvoeren. Dat doen we zo effectief mogelijk. De kracht van onze aanpak is dat er op een groot aantal plekken door allerlei organisaties en partijen maatregelen uitgevoerd worden. Door de waterschappen, door de gemeenten, door de terreinbeheerders, door de landbouw, enz. Overal komen straks ‘sponzen’ te liggen die water vasthouden. Door het netwerk van sponzen steeds intensiever te maken, komt er in de regio Oost in droge perioden steeds meer water beschikbaar. De uitvoering koppelen we aan andere lopende projecten. Dat hoeft niet per se groot te zijn: we zoeken naar allerlei meekoppelkansen en bewegen mee met de dynamiek van andere opgaven. Bij alle voorstellen moeten we ons afvragen: wat levert het meeste op? De komende jaren willen we ook leren van alles wat we doen. Een belangrijke kennisvraag voor ons is: wat leveren al die afzonderlijke maatregelen nu bij elkaar op voor een groter gebied? Welke maatregelen blijken het meest effectief. Daarmee krijgen we inzicht voor het nog beter opzetten van de volgende uitvoeringsperiode na 2021. Zo kunnen we werken aan de visie op waterbeheer tot 2050.” Jan Kreling is tevreden over de resultaten die de afgelopen jaren zijn geboekt: het Deltaprogramma kent een aanpak die werkt. Het Werkprogramma ZON is echt van ons gezamenlijk. We kunnen nu met deze gezamenlijke inzet onze ambities waar maken.
3
Waterhuishouding op peil samen met de ondernemers
Stroomgebied Witteveensleiding In het stroomgebied van de Witteveensleiding moest waterschap Groot Salland, nu waterschap Drents Overijsselse Delta, maatregelen treffen om de doelen voor de Kaderrichtlijnwater (KRW) te realiseren. Een mooi moment om samen op te trekken en te zoeken naar een oplossing die ook gunstig is voor de landbouw in dat gebied. Dit leverde een vruchtbare samenwerking op tussen het waterschap, LTO Salland en de circa 75 agrarische grondeigenaren. De maatregelen leveren een hogere waterkwaliteit op, maken het mogelijk om water (tijdelijk) te bergen en zorgen voor een betere waterhuishouding ten gunste van de flora en fauna in en om de watergangen en de landbouw in dit stroomgebied, waardoor de opbrengsten zullen stijgen. Het gebied waar het waterschap aan de slag moest met de KRW-opgave, is het benedenstroomsdeel van de Witteveenseleiding. In dit deel worden de oevers natuurlijk ingericht en wordt meer ruimte voor water gegraven. Verder worden stuwen vispasseerbaar gemaakt. Voor de herinrichting van de waterloop is (landbouw)grond nodig, omdat de oevers breder worden. Uit overleg tussen de eigenaren en LTO Salland bleek dat er kansen lagen in het gebied om de situatie van de landbouw te verbeteren én de Europese doelen te realiseren voor een hogere waterkwaliteit. Natte percelen ophogen Jurgen Neimeijer ging als projectleider bij LTO Salland aan de slag met het stroomgebied. “Tegen de Sallandse Heuvelrug zijn de gronden veelal te droog voor de landbouw. Stroomafwaarts liggen een paar natte plekken. De grond die is afgegraven voor waterberging is gebruikt door aanliggende eigenaren voor het ophogen van percelen en de herinrichting van erven. Verbeteren bodem win-win Een belangrijke factor voor gewasopbrengst op percelen is de bodemkwaliteit (bodemvruchtbaarheid en -structuur). Deze elementen dragen ook bij aan het verbeteren van de
waterhuishouding in een gebied. Op deze manier snijdt het mes aan twee kanten. “We hebben veldbijeenkomsten georganiseerd, waarbij de grondeigenaar samen met een bodemdeskundige het eigen perceel analyseert,” licht de projectleider toe. “De kwaliteit van de bodem wordt in kaart gebracht en de specialist adviseert de ondernemer hoe hij of zij het beste met het perceel kan omgaan voor een duurzaam gebruik van de grond. Een bodem met een betere kwaliteit, is een goede buffer en werkt als een spons. In droge tijden wordt water langer vastgehouden en in natte tijden trekt het water gemakkelijker weg. Bovendien kunnen veel bedrijven hun opbrengsten verhogen als zij voorkomen dat bodems verdichten door bijvoorbeeld zware machines. Ook kijkt een deskundige mee ten aanzien van erfafspoeling. Zo kan schoon (regen)water worden opgevangen en het voedingsrijke water worden hergebruikt voor het land. In een bedrijfswaterhuishoudingsplan geven we een totaal advies. Hierbij maken we inzichtelijk waarin de ondernemer zou kunnen investeren voor een beter eindresultaat en wat de terugverdientijd is van deze investering.” Betere bodemkwaliteit op droge percelen Hoewel er bovenstrooms van de Witteveenseleiding geen KRWopgave ligt, liggen hier wel kansen voor verbetering. De percelen zijn namelijk over het algemeen relatief droog. Waterschap en LTO Salland werken samen met de grondeigenaren om de waterhuishouding in dat gebied te verbeteren ten gunste van de landbouw en van de natuur. Een volgende stap in het project is dat we met een aantal ondernemers uit het gebied specifiek op hun bedrijf kijken naar verbeteringen in bodem en water en verwachten dat ondernemers zeker zullen investeren in verbetermogelijkheden,” vertelt Jurgen. Investering in de waterhuishouding levert het bedrijf op de langere termijn zeker iets op, maar ook voor de sector als geheel is dit goed. We halen de belangrijkste tips op en laten zien dat we actief meewerken aan het verbeteren van de waterkwaliteit in ons land.”
4
Landgoederen investeren in vasthouden van water door beter bodembeheer
Pilotproject ‘Bodem onder ons bestaan’ Landgoedeigenaren zetten zich sinds jaar en dag in om het landschap van hun landgoed in tact te houden. Het landschap is vrijwel altijd een variatie van bos, natuur en landbouw, waardoor een kleinschalig landschap ontstaat. De landgoedeigenaren kunnen bijdragen aan het realiseren van de instandhoudingsdoelen voor de natuur, omdat zij inkomsten verkrijgen door de pacht van hun landbouwgronden. De pachters met hun agrarische onderneming zijn voor de groei van hun gewassen afhankelijk van een gezonde bodem. Overijssels Particulier Grondbezit (OPG) start nu mede op verzoek van hun leden het project ‘Bodem onder ons bestaan’ voor toekomstbestendig bodembeheer.
Joukje Bosch van OPG is de drijfveer achter het pilotproject dat is aangedragen binnen het project Zoetwatervoorziening OostNederland (ZON). “Een goed beheer van de landbouwgrond is voor de pachters en landgoedeigenaren van groot belang. Mede op verzoek van onze leden, gaan we op zoek naar duurzame oplossingen die passen bij het duurzaam behoud van de landbouwfunctie op landgoederen. Op die manier dragen de inkomsten uit de pacht bij aan het herstel en behoud van landschapselementen en erfgoed op het landgoed. Al generaties lang betalen rendabele functies de onrendabele functies op landgoederen. Een gezonde en levendige bodem betekent een betere landbouwproductie en dus hogere opbrengsten. Een bodem waarin meer organische stof en bodemleven zit, neemt echter ook meer water op en kan op termijn bijdragen aan het verbeteren van de zoetwatervoorziening. Het project is dus een echte win-win-situatie.”
Kleinschalige agrarische bedrijfsvoering is anders De pachters van landgoederen kunnen zich onderscheiden in de markt door het aanhaken bij een ‘landgoedmerk’. Op deze manier worden nicheproducten herkend als ‘duurzaam en lokaal geproduceerd’. Dat vraagt dat de bedrijfsvoering van agrarische ondernemers op landgoederen anders is dan bij een reguliere agrariër. In hun bedrijfsvoering houden zij rekening met beperkingen, zoals de instandhoudingsdoelen voor natuur, het kleinschalige landschap en nu in het bijzonder met de zorg voor een levende en gezonde bodem. Voor deze ondernemers is het van extra groot belang om alle percelen optimaal te kunnen benutten. Een gezonde bodem houdt meer water vast en betekent meer opbrengsten Een ‘gezondere’ bodem met veel organische stof betekent meer opbrengsten voor de agrarische ondernemer, maar zorgt ook voor het beter vasthouden van water in de grond. “Onze leden zijn
landgoedeigenaren,” legt Joukje uit. “Zij en hun pachters hebben er baat bij om hun grond duurzaam te behouden, schade te voorkomen en de kwaliteit van de bodem te versterken. Met het pilotproject kijken we samen met de landgoedeigenaren en pachters hoe we de bedrijfsvoering kunnen aanpassen, zodat de kwaliteit van de bodem verbetert en dus meer oplevert.”
OPG organiseert een basiscursus bodembeheer voor landgoedeigenaren en hun pachters. “Door het injecteren van mest, gaat het leven in de bovenste bodemlaag dood,” vertelt Joukje Bosch. “Ook intensieve teelten zoals bijvoorbeeld maïs zorgen voor een sterke afname van de organische stof en het bodemleven en daarmee een afname van de kwaliteit van de bodem. Daarnaast zorgen zwaardere machines voor verdichting van de grond. De cursus geeft inzicht in de samenstelling van de bodem, de effecten van het huidige beheer en de effecten van een andere bedrijfsvoering. We werken hierbij samen met het project ‘Vruchtbare kringloop’ van Vruchtbare Kringloop Overijssel (VKO). We vertalen de aanbevelingen voor een effectief bodemgebruik naar de situatie van de landgoederen. Bovendien kijken we naar het landgoed als integraal geheel. Wie teelt wat? Welke percelen hebben wateroverlast en welke hebben te maken met droogte? Zo willen we tot een optimale totaalsituatie komen per landgoed.” Het tweede onderdeel van ‘Bodem onder ons bestaan’ is het herstel van historische watersystemen op drie landgoederen. “Door de gronden, met gebruikmaking van oude systemen, te bevloeien met kalkrijk water, worden nutriënten beter opgenomen in de bodem. De kwaliteit van de bodem verbetert hierdoor, waardoor het percentage organische stof wordt verhoogd. Ook dit draagt bij aan een beter bodembeheer en het vasthouden van water in de bodem. De best practices uit deze pilot vertalen we vervolgens door naar andere landgoederen.”
5
Startbijeenkomst 23 maart 2016 Op 23 maart 2016 organiseert het project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON) in Zwolle een startbijeenkomst om de uitvoeringsfase officieel te openen. De bijeenkomst (van 10.00 - 16.00 uur) is bedoeld om deze mijlpaal als startmoment te markeren, waarbij we nu echt aan de slag kunnen. De doelgroepen zijn met name bestuurders, leidinggevenden en projectleiders.
Tijdens de startbijeenkomst is er een expositie van pilotprojecten en goede voorbeelden. Betrokkenen bij het programma ZON zijn van harte welkom. Begin februari worden de uitnodigingen verstuurd. Indien u deze niet ontvangt, maar toch aanwezig wilt zijn, kunt u zich aanmelden via
[email protected].
Het programma ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: 1. Plenair gedeelte met: Het grote verhaal van de opgave en de uitvoering 2. Lunch 3. Actieve workshops • Gebiedsgericht en integraal ontwerpen met zoetwatermaatregelen • Opschalen: van pilot naar gangbare praktijk • Belangen verenigen 4. Plenaire afsluiting
2016-068
Het project
Colofon
Zoetwatervoorziening Oost-Nederland is een project van het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn-Oost. Door de klimaatverandering zullen perioden van droogte langer aanhouden en vaker voorkomen. In gebieden waar niet of nauwelijks sprake is van wateraanvoer, kan dit droogteschade opleveren voor de economie, de natuur en de leefomgeving. We moeten regionaal, maar ook landelijk, actie ondernemen. Zoetwatervoorziening Oost-Nederland levert de regionale inbreng in het deelprogramma ‘Zoetwater’ van het Deltaprogramma. Met deze nieuwsbrief brengen wij u op de hoogte van de laatste stand van zaken van het project. Het project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland is een samenwerkingsverband tussen de provincies Overijssel, Drenthe, Gelderland en Utrecht, de waterschappen Drents Overijsselse Delta, Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe en Vechtstromen en de gemeenten. Het totale gebied wordt Regio Oost genoemd.
Uitgave: februari 2016
6
Realisatie: Kernteam Zoetwatervoorziening Oost-Nederland Projectleider Jan Kreling (provincie Overijssel) Postbus 10078 8000 GB Zwolle Meer informatie? Of wilt u zich aanmelden, afmelden of wijzigingen doorgeven met betrekking tot deze nieuwsbrief? Neem contact op met: projectsecretaris Rolf Koops,
[email protected], 06 50 90 26 79. Kijk ook op: www.zoetwatervoorzieningoostnederland.nl.