nr. 6 2007 Nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
● Pijn in beweging pag 4 en 13
● Strengere nascholingseisen in de toekomst? pag 6
● Januari 2008: EuroNeuro in Maastricht! pag 16
En verder: intermaxillaire fixatie: casusbespreking van de CKAP en de Juridische Commissie ● een simpele vraag: de DECS-studie ● mamma, ik wil anesthesioloog worden ● column CADW: For better or worse ● NVA 60+-club in Friesland ● anesthesiologie en muziek ● wat verder ter tafel komt
de anesthesioloog 6 • 2007
1
,k_:fe^i\jj
(.$(0AXelXip)''/
nnn%\life\lif%\l
D<::#DXXjki`Z_k K_\E\k_\icXe[j Jpdgfj`ldJ\Zi\kXi`Xk AXZbpmXe;lcd\e G%F%9fo(/ ,)0/Q>C@
COLOFON Redactieraad Redactieraad J. Klein M. Bijkerk J.W. Kallewaard C.J. van Oort S.A.B. Gijtenbeek
Bureauredactie J. Quadekker
Druk Graficiënt Printmedia, Laren De NVA Nieuwsbrief is een officieel orgaan van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie en wordt maximaal zesmaal per jaar gratis aan de leden toegestuurd. Deadline inzenden kopij voor volgende Nieuwsbrief maandag 11 februari 2008 Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie opgericht 24 januari 1948
Bureau NVA Mercatorlaan 1200 3528 BL Utrecht
Correspondentieadres Postbus 20063 3502 LB Utrecht
Telefoon 030 282 3385 030 282 3855 030 282 3387 030 282 3270 030 282 3880 030 282 3878
Algemeen nummer Patricia Liem Janine Spruit Sandra Gijtenbeek Marjolein Swinkels Carla Entrop
INHOUD
jaargang 3 • nummer 6 • december 2007
Voorwoord: ‘Pijn in beweging’ Voorwoord van de voorzitter van de Sectie Pijnbestrijding
4
Intermaxillaire fixatie: een casus Casusbespreking van de CKAP en de Juridische Commissie
5
Strengere nascholingseisen in de toekomst? Prof.dr. Johan Damen informeert u over de stand van zaken
6
Grote opkomst tijdens de European Conference on Paediatric Anaesthesia Verslag van het FEAPA congres in Nederland
8
Wetenschap: ‘Een simpele vraag: de DECS-studie’ Dr. Christa Boer interviewt dr. Diederik van Dijk en drs. Stefan Dieleman
10
Succesvolle 4e Wetenschapsdag Anesthesiologie Verslag van de Wetenschapsdag op 2 november jongstleden
12
Vervolg Pijn in beweging 13 Ontwikkelingen in de pijnbestrijding door dr. Frank Huygen, voorzitter Sectie Pijnbestrijding EuroNeuro 2008: dit jaar in Maastricht Een unieke multidisciplinaire bijeenkomst
16
Mamma, ik wil anesthesioloog worden Waarom u het lustrum niet mag missen
17
For better or worse Column van de Commissie voor Anesthesieonderwijs in Derdewereldlanden (CADW)
18
De Sectie Neuroanesthesiologie kijkt terug op een goed 2007 Een terugblik en een vooruitblik
20
NVA 60+-club in Friesland Verslag van het midweekarrangement in Leeuwarden
21
Wat verder ter tafel komt Bureau NVA Vacature Benoeming Gepromoveerd Overleden
22
Anesthesiologie en muziek Wel eens gehoord van Spinal Tap?
23
Congreskalender
24
Fax 030 282 3856
E-mail:
[email protected]
Website www.anesthesiologie.nl
de anesthesioloog 6 • 2007
3
Voorwoord Pijn in beweging
D
e behandeling van pijn is een onderdeel van de anesthesiologie dat een stormachtige ontwikkeling doormaakt. Als ik kijk naar datgene wat mij geleerd is tijdens mijn opleiding, nu ongeveer twaalf jaar geleden, en datgene wat ik tegenwoordig uitdraag aan mijn arts-assistenten en fellows, is er een groot verschil. Er is veel vooruitgang geboekt. Werden wij nog opgeleid tot ‘injectionists’, thans leiden wij mensen op tot ‘pijnspecialist’. Begrijp me niet verkeerd, ik heb een enorm respect voor mijn opleiders, zij waren echte pioniers die in het verlengde van hun vak als anesthesioloog gestart zijn met invulling te geven aan een leem-
4
de anesthesioloog 6 • 2007
te in de zorg, de behandeling van pijn. Met een aanvankelijk beperkte kennis bleven zij dicht bij huis. Vanuit de ervaring met locoregionale anesthesie lag het voor de hand door middel van invasieve pijnbestrijding patiënten te behandelen. Het is een voorrecht deel uit te maken van een uitdagende ontwikkeling die is gestart door de pioniers en die nog maar pas echt op gang is gekomen. In deze uitgave van de anesthesioloog praat ik u graag bij over alle ontwikkelingen op het gebied van pijn. Zie pag 13. Frank Huygen, voorzitter Sectie Pijnbestrijding
Intermaxillaire fixatie: een casus Commissie Kwaliteitsbewaking Anesthesiologische Praktijkvoering (CKAP) en Juridische Commissie Johannes Zwijsen
E
ind 2005 werd in de vergadering van de juridische commissie de volgende casus besproken. Een 19-jarige jongeman ASA 1, 1,90 m, 75 kg, ondergaat een splijtingsosteotomie wegens prognatie. De operatie en anesthesie verlopen zonder problemen. OK-duur ca. 2 uur. Bloedverlies 600 ml. Postoperatief worden de kaken met ijzerdraad gefixeerd. Bij uitleiding wordt er naloxon i.v. toegediend. Patiënt arriveert om 12.20 op de verkoeverkamer. Hij verblijft daar tot 13.50 en krijgt in die periode o.a. 30 mg morfine toegediend. Hij verlaat de verkoever in klinisch goede toestand. Om 14.00 uur op de verpleegafdeling wordt hij benauwd. De verpleegkundigen geven eerst zuurstof per neusslang, maar de toestand verslechtert snel en het reanimatieteam wordt geroepen. Beademing met masker en ballon blijkt niet mogelijk: het tangetje om de intermaxillaire fixatie door te knippen ontbreekt en orale intubatie blijkt onmogelijk vanwege zwelling van de tong. Uiteindelijk wordt er een noodtracheotomie verricht en slaagt de reanimatie in die zin dat er weer hartactie ontstaat. De hersenschade is echter zo aanzienlijk dat de patiënt enkele dagen later overlijdt. Gezien de evidente missers in bovenstaande casus – zoals de ruime morfinetoediening na de naloxon op OK bij uitleiding en het ontbreken van een geschikte kniptang die op duidelijke wijze aan het bed bevestigd was – leek het de commissie niet opportuun om hierover verder te berichten. Geruime tijd later echter is de NVA benaderd door de inspectie met het verzoek een richtlijn te formuleren. In augustus 2007 ontving het bestuur een brief van de secretaris van de Nederlandse Vereniging
voor Mondziekten, Kaak en Aangezichtschirurgie (NVMKA) waarin verzocht werd om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Kort samengevat stelde men daarin dat de noodzaak tot intermaxillaire fixatie is afgenomen, maar dat IMF nog steeds nu en dan geïndiceerd is. Tevens is de incidentie van ernstige problemen zeer laag (< 0,01%) en mochten deze ontstaan, dan ontstaan zij niet in de eerste 24 uur maar later. Tot nu toe geformuleerde aanbevelingen zouden wetenschappelijke onderbouwing missen. Geconcludeerd werd dat op lokaal niveau de behandelaars duidelijke afspraken moeten maken hoe te handelen bij een dergelijke patiënt. De CKAP en de Juridische Commissie zijn het met de NVMKA eens dat de door de IGZ gewenste richtlijn niet opportuun is voor een beperkt item, waarbij het maar zeer de vraag is of zo’n richtlijn calamiteiten kan voorkomen. Het maken van een lokale afspraak daarentegen zal doorgaans voldoende zijn om de meest essentiële zaken te regelen en de veiligheid te borgen. Men zal dan afspraken moeten maken over: • de aanwezigheid van een tangetje; te controleren bij ontvangst van de patiënt op OK op de checklist zoals die voor het R/L-protocol gebruikt wordt, • de vorm van postoperatieve pijnstilling met inachtname van VAS en sedatiescore, • de duur van postoperatieve bewaking op verkoever of PACU. Natuurlijk is het bovenstaande een kwestie van gezond verstand, maar uit deze casus, waarbij een jonge patiënt is overleden, moge blijken dat ook in de beste vakgroep de veiligheid in de praktijkvoering door onvoldoende (naleven van) afspraken ernstig in het gedrang kan komen.
de anesthesioloog 6 • 2007
5
Strengere nascholingseisen i Commissie Nascholing Prof.dr. Johan Damen, voorzitter
Inleiding
thans het Centraal College Medische Specialismen m professionals op de hoogte te hou(CCMS), de kwantitatieve criteria voor de verden van de ontwikkelingen in hun plichte vijfjaarlijkse herregistratie van medische vakgebied is bij- en nascholing nodig, specialisten vastgesteld. De wettelijke grondslag maar nog steeds is niet aangetoond dat hierdoor voor de individuele herregistratie van de medisch ook de behandeluitkomst van de medische zorg specialist is vastgelegd in de wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (de wet BIG), verbetert.1 Ook is niet duidelijk welke de meest 1 die in december 1997 voor artsen is ingevoerd. effectieve opzet van bij- en nascholing is. In de De kwalitatieve criteria voor herregistratie zijn kliniek geïntegreerd onderwijs gaat gepaard veel later vastgesteld. De Landelijke Specialisten met meeste kans kennis, vaardigheden, attiVereniging, thans de Orde van Medische Specitudes en gedrag te beïnvloeden.2 Er is wel een alismen, formuleert in 1995 het kwaliteitsbeleid relatie tussen meer nascholing en betere prestavoor de medisch specialisten en bij- en nascholing ties tijdens de examens voor herregistratie van 3 is hiervan een onderdeel. In 1999 stelt de ledenverAmerikaanse chirurgen. In tegenstelling tot gadering van de NVA dat anesthesiologen per jaar de verwachting zijn er aanwijzingen dat toene15-40 uur aan bij- en nascholing moeten besteden mende ervaring van artsen gepaard kan gaan en per 5 jaar minimaal 200 uur. In 2002 zijn de drie met afnemende prestaties.4 colleges van de KNMG een project gestart om een De laatste jaren staan de kwaliteit en veiligheid samenhangend, actueel van de medisch speciaen juridisch correct stellistische zorg in het midNascholing in patiëntveiligheid zal sel van regelgeving voor delpunt van de belangwaarschijnlijk ook de cultuur in de de opleiding, erkenning stelling. Patiëntveiligheid ziekenhuizen gunstig beïnvloeden. en registratie van speciais thans onderdeel van listen, opleiders en opleide opleiding tot medisch dingsinrichtingen te realiseren. Dit project is eind specialist, maar meestal geen onderdeel van 2004 afgerond en per 1 januari 2006 traden de nascholing. Zaken die tijdens nascholing bijvoorspecifieke besluiten in werking (www.knmg.nl en beeld aan de orde zouden kunnen komen, zijn thegepubliceerd in de Staatscourant van 14 december oretische kennis over het ontstaan en voorkomen 2004, nr. 241). van fouten, maar ook meer op de praktijk gerichte Per 1 januari 2006 gelden voor alle medisch speinformatie zoals herkenning van eigen verdedicialisten een uniforme kwantitatieve eis van 16 gingsmechanismen, tonen van leiderschap, aanleuur per week patiëntgebonden werkzaamheden ren van voorbeeldgedrag en het creëren van veilige en uniforme kwalitatieve eisen van 40 uur geacfeedback in een lerende organisatie.5 Nascholing crediteerde nascholing per jaar en deelname aan in patiëntveiligheid zal waarschijnlijk ook de culde kwaliteitsvisitatie van de wetenschappelijke tuur in de ziekenhuizen gunstig beïnvloeden.5 vereniging. Als de medisch specialist niet kan Fouten zijn dan geen bedreigingen meer, maar aantonen dat hij/zij voldoet aan de gestelde eisen worden kansen voor verbetering van de veiligheid kan de Medisch Specialisten Registratie Commisen kwaliteit. sie (MSRC) besluiten tot herregistratie voor een kortere periode dan 5 jaar of tot herregistratie Huidige Nederlandse regelgeving onder de voorwaarde dat de medisch specialist In 1991 heeft het Centraal College voor de erkendirect na het expireren van de vigerende registraning en registratie van medische specialisten,
O
6
de anesthesioloog 6 • 2007
in de toekomst?
tie een individueel scholingsprogramma volgt en dit met goed gevolg afrondt.
in een portfolio, maar of dit de kwaliteit van de opleiding verbetert is onderwerp van discussie.8,9 Competentiegericht opleiden is schools en omslachtig en het gevaar dreigt dat de opleiding meer bureaucratisch wordt.10 Critici stellen dat competentiegericht opleiden ook vereist dat de opleiders hierin worden geschoold.10 Van de medisch specialist wordt verwacht dat hij/zij de professionele competenties op peil houdt.
De huidige medisch specialistische opleiding
De zeven competitiegebieden, ontleend aan CanMEDS 2000.
De opleiding van de Nederlandse medisch Volgens prof.dr. R. van Schilfgaarde, voorzitter specialist is gebaseerd op het verwerven van van de Stuurgroep Modernisering Opleidingen competenties, waarbij en Beroepsuitoefening Op dit moment kunnen medisch de nadruk ligt op teamin de Gezondheids6 specialisten nog zelf bepalen waarin work. Competenties zorg (MOBG), heeft ze willen nascholen, maar deze vrije patiëntveiligheid in de zijn clusters van vaarkeuze staat ter discussie. digheden, kennis, attiopleiding van medisch tuden, eigenschappen specialisten drie peren inzichten. Ze zijn contextgebonden, verbonspectieven (gepresenteerd op het symposium den met activiteiten of taken, veranderlijk in De zorg in de cockpit, 29 november 2006, Den de tijd en leerbaar. In het Kaderbesluit van het Haag*): CCMS worden in 2003 de eisen aan de arts in • Veiligheid in proces en product: de specialist opleiding tot medisch specialist omschreven moet zich veilig gedragen en deze compein zeven competentiegebieden (zie figuur), elk tentie integraal toepassen. Verder moet er 7 met vier bijbehorende kerncompetenties. Deze system-awareness gecreëerd worden en moet competentiegebieden en hun kerncompetenties men zich bewust zijn van het werken in een zijn ontleend aan het CanMEDS 2000 en zijn team. vervolgens aangevuld en aangepast aan de • Veiligheid in proces: dit perspectief richt Nederlandse situatie. Volgens het kaderbesluit zich op veiligheid in het leerproces van de moeten artsen in opleiding zelf hun vorderingen arts-assistent. Oefenen op mensen eist dat dit in de genoemde competentiegebieden bijhouden proces zo veilig mogelijk verloopt. • Geïntegreerde veiligheid: veiligheid moet geïntegreerd zijn in kennis, houding en vaardigheden. Communicatie
Maatschappelijk handelen
De problemen met de nascholing
Samenwerken
Medisch handelen Kennis en wetenschap Organisatie
Professionaliteit
Artsen kunnen zelf maar slecht aangeven waarin ze bij- en nascholing nodig hebben.11 Idealiter zou nascholing moeten aansluiten op de leemten in de kennis en vaardigheden van de medisch specialist.12 Hierbij gaat het naast kennis om vaardigheden zoals bijvoorbeeld communicatie, samenwerking en professionaliteit. De CanMEDS-competenties uit de opleiding zouden ook moeten terugkomen in de nascholing.12
* www.vmszorg.nl/2449/getfile.ashx de anesthesioloog 6 • 2007
7
De kwaliteit van de nascholing lijkt dankzij het huidige accreditatiesysteem geen probleem.12 Met de Gemeenschappelijke Accreditatie Internet Applicatie (GAIA), waaraan op korte termijn ook de NVA gaat meedoen (de NVA-leden zullen hierover apart worden geïnformeerd), is controle op de breedte van het nascholingsaanbod gemakkelijk bij te houden.12 Op dit moment kunnen medisch specialisten nog zelf bepalen waarin ze willen nascholen, maar deze vrije keuze staat ter discussie.12 Medici en overheden menen dat de eisen voor nascholing te ruim zijn geformuleerd. De kritiekpunten zijn:12 • er is slechts een globale toetsing, waardoor de nascholing niet systematisch aansluit op bestaande kennis (er is geen onderwijscontinuüm), • er zijn geen eisen voor de onderwerpenkeuze, waardoor artsen zeer eenzijdig kunnen nascholen, • er is geen inzicht in de mate van inmenging van de industrie in de nascholing. De KNMG zal de wetenschappelijke verenigingen vragen welke kennis en vaardigheden voor de uitoefening van het specialisme nodig zijn, zodat het curriculum van de nascholing hierop kan aansluiten. Per specialisme kan worden bezien of er verplichtingen moeten worden
gekoppeld aan onderdelen van de nascholing.12 De volgende stap is hoe de verworven kennis en vaardigheden kunnen worden getoetst. Het eerste kan worden bereikt door een toets af te leggen en het laatste kan waarschijnlijk het best aan de orde komen tijdens de functioneringsgesprekken, zoals de Orde van Medisch Specialisten (OMS) die nu ontwikkelt. Voor het totaal van praktijkaccreditatie, functioneringsgesprekken en nascholing zal de KNMG algemene normen opstellen, die moeten worden vertaald naar collegebesluiten.12 De KNMG heeft met het ministerie afgesproken dat er voor het eind van 2007 een plan voor een opleidingscontinuüm klaar is.12 De KNMG wil over 5 jaar een dekkend nascholingsaanbod en een ingevuld kwaliteitskader gereed hebben.12 Op 11 oktober 2007 was er tijdens het KNMGcongres Opleiden voor kwaliteit ook een workshop over nascholing.13 Aan de orde kwam onder andere de vraag of er in Nederland specialistenexamens moeten worden ingevoerd. Veel aanwezigen hadden het gevoel dat hieraan in de toekomst waarschijnlijk niet te ontkomen is, maar dat de relevantie hiervan waarschijnlijk beperkt is. Ook werd de vraag besproken hoe breed moet worden nageschoold. De meeste discussianten meenden dat men geen nascholing moet volgen in zaken die men in de praktijk niet
Grote opkomst tijdens European Paediatric Anaesthesia Sectie Kinderanesthesiologie A.N.J. Schouten, mede namens D.B.M. van der Werff, voorzitter
A
fgelopen september vond in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam de European Conference on Paediatric Anaesthesia (FEAPA) plaats. De sectie Kinderanesthesiologie bestond toen 25 jaar en had eerder aan het bestuur van de FEAPA gevraagd om voor 2007 gastheer en organisator te mogen zijn van dit jaarlijkse congres, dat steeds in een ander land wordt gehouden.
8
de anesthesioloog 6 • 2007
De Federation of European Associations of Paediatric Anaesthesia, opgericht in 1993 in Rotterdam, is een overkoepelende federatie van nationale associaties en secties kinderanesthesiologie uit 32 landen in Europa. De FEAPA wil een internationaal forum zijn voor het uitwisselen van informatie, het bevorderen van de praktijkvoering van en opleiding in de kinderanesthesie in de breedste zin van het woord. Dat deze mis-
gebruikt maar wel in algemene vaardigheden zoals bijvoorbeeld communicatie en bejegening. Nascholing moet zijn afgestemd op de dagelijkse werkzaamheden van de medisch specialist. Ook meende men dat onderwijskundigen een grotere invloed moeten hebben op de methoden van nascholing. De Commissie Nascholing van de NVA zal, zodra de KNMG dat vraagt, na overleg met de leden formuleren aan welke kennis en vaardigheden anesthesiologen moeten voldoen en welke onderdelen van de nascholing verplicht moeten zijn.
5 Everdingen JJE van, Molendijk A, Harten WH van. Waarom zijn ziekenhuizen niet zo veilig als we willen? In: Everdingen JJE van, Smorenburg SM, Schellekens W, Molendijk A, Kievit J, Harten WH van, Mintjes-de Groot AJ, red. Praktijkboek patiëntveiligheid. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2006; 51-62. 6 Gans ROB. Modernisering Medische Vervolgopleidingen. De stem van de maatschappij. Med Contact 2007; 62: 968. 7 Stolker RJ. Modernisering van de opleiding anesthesiologie. NVA Nieuwsbrief 2007; 8: 3-5. 8 Vermeulen M. Het portfolio levert geen wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van de specialistenopleiding. Ned Tijdschr Geneeskd 2007; 151: 493.
Literatuur 1 Damen J. Bij- en nascholing: een ‘evidence based’ onderdeel van de kwaliteitsborging van de anesthesiologische zorg? Ned T Anesthesiol 2001; 14: 46-53. 2 Oxman AD, Thomson MA, Davis DA, Haynes RB. No magic bullets: a systematic review of 102 trials of interventions to improve professional practice. CMAJ 1995; 153: 1423-31. 3 Rhodes RS, Biesten TW, Ritchie WP, Malangoni MA.
9 Sluiter HE, Vos FYL de, Wever-Kroes EM. Het portfolio zal de kwaliteit van de specialistenopleiding vergroten. Ned Tijdschr Geneeskd 2007; 151: 492. 10 Halma C, Saasse JLCM van. Het nieuwe opleiden. Artsen wensen feedback op hun functioneren in de praktijk. Med Contact 2007; 62: 1600-2. 11 Duffy FD, Holmboe ES. Self-assessment in lifelong learning and improving performance in practice: physician know thyself. JAMA 2006; 296: 1137-9.
Continuing medical education activity and American
12 Pronk E. Strengere eisen voor herregistratie. De vrije
Board of Surgery examination performance. J Am Coll
keuze in nascholing staat ter discussie. Med Contact 2007;
Surg 2003; 196: 604-9.
62: 1587-9.
4 Choudhry NK, Fletcher RH, Soumerai SB. Systematic
13 KNMG-congres opleiden voor kwaliteit. Een terugblik
review: the relationship between clinical experience and
op de bijeenkomst van 11 oktober. Med Contact 2007; 62:
quality of health care. Ann Intern Med 2005; 142: 260-73.
1788-9.
Conference on
sie aanslaat blijkt wel uit het bezoekersaantal: ruim 400 deelnemers uit 39 Europese en nietEuropese landen. De prijs voor de Best Free Paper is gewonnen door Laura van Gulik van het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein met haar presentatie Trying to define blood pressure limits in paediatric anaesthesia. De komende FEAPA-congressen zullen plaatsvinden in Athene (2008) en Warschau (2009). Dit laatste congres
zal tevens de overgang inluiden van Federation naar Society.
Sectie Kinderanesthesiologie De volgende SKA-vergadering vindt plaats op maandag 14 januari 2008 in het AMC te Amsterdam. Het SKA-zomercongres wordt gehouden op vrijdag 20 en zaterdag 21 juni 2008.
de anesthesioloog 6 • 2007
9
Een simpele vraag: de DECS-studie Christa Boer PhD, Research Coördinator Perioperative Care, VU Medisch Centrum
Interview met dr. Diederik van Dijk en drs. Stefan Dieleman, afdeling Anesthesiologie, UMC Utrecht
tijd bekend dat dexamethason ontstekingsmarkers in het bloed doet dalen. Tegelijkertijd echter is het effect van dexamethason op de klinische outcome totaal onbekend. Door de hypothese in een grote patiëntenpopulatie te onderzoeken is n de jaren zestig verschenen het mogelijk om voor eens en altijd deze vraag te de eerste wetenschappelijke beantwoorden. De DECS-studie heeft binnen de artikelen over het gebruik van anesthesiologie overigens wel een uniek karakcorticosteroïden tijdens cardiothoter. Er zijn maar weinig anesthesiologische sturacale chirurgie ter bescherming dies waarbij postoperatieve outcome als primair tegen een systemische inflammaeindpunt wordt genomen. Vandaar dat we ook toire respons. Hoewel in veel kligrote patiëntenaantallen nodig hebben. nieken de toediening van een bolus In mijn beleving heb je vooral durf nodig om een dexamethason voor de ingreep dergelijke grote studie op te zetten. tegenwoordig tot het standaard anesthesieproTijdens het opzetten van de studie is gebleken tocol behoort, is het eigenlijk onbekend of het de dat vooral gevoel voor projectmanagement en patiënt echt helpt. Met die vraag worstelde prof. organisatievermogen belangrijk zijn. De haaldr. Cor Kalkman uit het UMC Utrecht enkele baarheid van de studie hangt af van een simjaren geleden ook. pele vraagstelling en een helder studieprotocol. De vraag of dexamethason beschermend werkt Daarnaast moet er voldoende draagvlak bestaan en leidt tot een betere postoperatieve outcome, binnen de anesthesiologische gemeenschap. Binlijkt simpel, maar is dat absoluut niet. Om deze nen de sectie Cardioanesthesiologie van de NVA vraag te beantwoorden is een grote, goed doorbleek verrassend veel belangstelling te bestaan dachte studie nodig. Het opzetten van een stuom gezamenlijk een dergelijke studie uit te voedie waarin bovengenoemde vraag wordt beantren. Op dit moment participeren er acht centra woord kostte Kalkman, in samenwerking met aan de studie, waarvan er drie al daadwerkelijk dr. Diederik van Dijk en drs. Stefan Dieleman, begonnen zijn met al drie jaar aan voorEr zijn maar weinig anesthesiologische het includeren van bereiding en organistudies waarbij postoperatieve outcome patiënten. satie. Deze inspanals primair eindpunt wordt genomen. ni ngen hebben Waarom vinden centra het leuk om mee te doen? uiteindelijk geleid tot de Dexamethasone for Centra doen mee omdat ze primair de vraagstelCardiac Surgery (DECS)-studie, waarbij patiënling relevant en de studievraag helder vinden. ten gerandomiseerd dexamethason of een plaDaarnaast hebben we geprobeerd te zorgen voor cebo toegediend krijgen voorafgaand aan de een eenvoudige uitvoering van de studie door ingreep. Er wordt expliciet onderzocht of patiënhet inschakelen van een trialbureau, een interten die dexamethason hebben ontvangen een net-based casereportformulier en patiëntenfolbetere overlevingskans hebben en minder postlow-up vanuit Utrecht. operatieve complicaties ontwikkelen. Op dit moment zijn circa 300 van de 4500 benodigde De cardiochirurgische populatie is een groep patiënpatiënten geïncludeerd. Er is dus nog een lange ten waarbij het perioperatieve risico al maximaal is weg te gaan. gereduceerd. Valt er dan nog wel een effect van dexamethason te verwachten? Komt het voor dat collega’s zeggen: ‘We weten toch al Tja, dat is natuurlijk de kernvraag. We weten dat dexamethason goed is’? dat in deze populatie het risico op complicaEr zijn zeker collega’s die aan ons vragen of de ties voor 90% wordt veroorzaakt door chirurDECS-studie wel nuttig is. Tenslotte is al geruime
I
10
de anesthesioloog 6 • 2007
gisch handelen. De andere 10% kan mogelijk worden gemoduleerd door anesthesiologisch ingrijpen. Wij zijn dan ook erg benieuwd naar het studieresultaat.
Diederik van Dijk
Stefan Dieleman
Bekostigen jullie de studie zelf? Niet helemaal. De DECS-studie wordt financieel ondersteund door ZonMW en de Nederlandse Hartstichting. In eerste instantie was het moeilijk om een derde geldstroom te ontvangen voor het project, maar toen we eenmaal een aantal patiënten hadden geïncludeerd werd dit wel mogelijk. Dit onderschrijft het belang van ‘pilots’ voor subsidieaanvragen. Het aantonen van de haalbaarheid van de studie is soms van doorslaggevend belang voor een geldverstrekker. Ook de AGIKO-plek van Dieleman wordt gefinancierd met de subsidies van ZonMW en de Hartstichting en hij hoopt te promoveren op de studieresultaten.
Wie zijn er betrokken geweest bij de studieopzet? De DECS-studie heeft een eigen stuurgroep. Het belang van het opstarten van een stuurgroep kwam al in de eerste vergadering naar voren. Tijdens deze vergadering werden er allerlei suggesties gedaan ter verbetering van het protocol en de uitvoering van de studie. Daarnaast is het erg leuk om met collega’s over de klinische problematiek te praten. In het UMC Utrecht waren wij bijvoorbeeld niet gewend om troponinespiegels te meten tijdens cardiochirurgie, terwijl in Breda veel belang wordt gehecht aan deze marker. Zo leidt de DECS-studie niet alleen tot wetenschappelijke samenwerking, maar tevens tot klinisch interessante discussies. Wat heeft de DECS-studie tot nu toe aan resultaten opgeleverd? Omdat de DECS-studie een gerandomiseerde, dubbelblinde studieopzet heeft mogen wij pas na het afronden van de follow-up van de laatst geïncludeerde patiënt de studie deblinderen. We kunnen tussendoor dus niets zeggen over
de verwachte resultaten. Sommige betrokkenen hebben echter wel een vermoeden welke patiënt wel of niet dexamethason heeft gekregen, maar dit is puur subjectief. Een leuke bijkomstigheid van de DECS-studie is dat veel betrokkenen substudies bedenken, onder andere naar werkingsmechanismen van dexamethason. Hierdoor ontstaat een wetenschappelijke gemeenschap om de studie heen, iets waar we binnen het vakgebied sterke behoefte aan hebben. Waarom is de DECS-studie van belang voor de experimentele anesthesiologie? In de cardiologie is het routine dat nieuwe farmaca worden uitgetest in klinische trials. Omdat anesthesiologen geen langdurige behandeling van patiënten initiëren is het vakgebied vaak niet interessant voor farmaceutische bedrijven. Toch zijn er een aantal anesthesiologische vakgroepen in Nederland die gestructureerde trials uitvoeren, zoals bijvoorbeeld de Isala Klinieken in Zwolle. De DECS-studie kan bijdragen aan de bewustwording van anesthesiologisch Nederland dat het realiseerbaar is om klinisch relevante en wetenschappelijk interessante vraagstellingen op te lossen. Daarnaast trekt de DECS-studie veel geïnteresseerden aan. Het is mogelijk om jonge onderzoekers een onderdeel van de DECS-studie te laten uitvoeren, waardoor zij echt kunnen proeven van de wetenschap. Juist het motiveren van jonge onderzoekers is van belang voor de toekomst van ons vak! Zijn jullie teleurgesteld wanneer blijkt dat dexamethason niet leidt tot een betere maar zelfs tot een verslechterde postoperatieve outcome? Nee, het maakt ons eigenlijk niet uit. Het enige is dat we hopen dat er inderdaad een verschil tussen dexamethason en placebo uitkomt. Het is natuurlijk verleidelijk om tussentijds te deblinderen, maar in overleg met het Juliuscentrum (centrum voor Epidemiologie Utrecht) hebben we besloten om dit niet te doen, behalve bij ernstige complicaties. En uiteindelijk is de belangrijkste vraag of de patiënt inderdaad beter af is met dexamethason. Zo ja, dan kan ik na de DECS-studie een bewuste, evidence-based keuze maken voor dit middel en bijdragen aan de verbetering van de perioperatieve veiligheid voor de patiënt.
de anesthesioloog 6 • 2007
11
Succesvolle 4e Wetenschapsdag Anesthesiologie 2007
M
aar liefst 288 mensen bezochten dit jaar de Wetenschapsdag Anesthesiologie: een record aantal deelnemers in vergelijking met voorgaande jaren. Voor een deel heeft deze groei te maken met de toenemende bekendheid van de Wetenschapsdag, maar de twee sprekers Maze en Franks hebben met hun buitengewoon interessante voordracht een belangrijk aandeel in het succes gehad.
Ook over het niveau van de andere voordrachten was iedereen zeer tevreden en de diversiteit aan onderwerpen, de informele sfeer en de toegankelijkheid werden bijzonder gewaardeerd. De award voor de beste voordracht ging naar arts-assistent E.G. Mik met zijn abstract Measuring mitochondrial oxygen tension in vivo: mitochondrial protoporphyrin IX as endogenous PO2 sensor. De heer Mik is volgend jaar terug te vinden in het programma van de anesthesiologendagen. De Wetenschapsdag 2008 vindt plaats op vrijdag 26 september 2008.
Prof.dr. Albert Dahan nodigde de heren Maze en Franks uit voor de Wetenschapsdag.
Egbert Mik ontving uit handen van prof.dr. Cor Kalkman de award voor de beste voordracht.
Wilt u in de column wetenschap een bepaald wetenschappelijk onderwerp aan bod laten komen? Stuur dan een mail naar
[email protected].
12
de anesthesioloog 6 • 2007
Pijn in beweging Sectie Pijnbestrijding Frank Huygen, voorzitter
Wat is pijn?
fysiologie die bijdragen aan een evolutionaire ijn is een complex proces. Aan de ene verbetering van pijnzorg. Omdat wij beter begrijkant is het een symptoom dat gezien kan pen hoe een tot pijn leidend mechanisme werkt, worden als een vitale functie die ervoor wordt het mogelijk een goede diagnose te stelzorgt dat wij overleven. Door pijn waarschuwt het len die leidt tot een meer gerichte interventie en lichaam dat er sprake is van beschadiging. Pijn is betere resultaten van onze behandelingen. Veel het primaire symptoom dat leidt tot de diagnose winst lijkt er te halen op het raakvlak van basaal van een aantal ziektebeelden. Zouden wij geen en klinisch onderzoek, het zogenaamde transpijn voelen, dan zouden wij niet overleven. Aan de lationele onderzoek. Jarenlang zagen we dat de andere kant is dit er mogelijk de oorzaak van dat, basaalonderzoekers in met name onderzoek met als wij te maken krijgen met een beschadiging of proefdiermodellen veel verder waren voor wat disfunctie van het pijnsysteem zelf, dit systeem zo betreft inzicht dan de klinisch onderzoekers. Uit enorm en bijna onontkoombaar op de voorgrond het chronisch-constrictieligatuurmodel van de nervus ischiadicus bij de rat was al jaren bekend komt te staan. Het symptoom pijn begint met een dat inflammatie met cytokines en neuropeptiden prikkel, je slaat bijvoorbeeld met een hamer op je een belangrijke rol speelden. Het duurde jaren duim. Die prikkel leidt tot een impuls. Een dergevoordat bij de mens aangetoond werd dat bij het lijke impuls loopt via perifere zenuwen naar het complex regionaal pijnsyndroom (posttraumatiruggenmerg en schakelt daar over op een lange sche dystrofie) vergelijkbare inflammatie een rol baan naar de hersenstam. Van daaruit gaat de impuls deels naar de hersenschors, waardoor wij speelt. Thans is dit aanleiding om met immunovoelen waar het pijn doet, logische medicatie zoals anti-TNF de effectiviteit en deels naar het limbiWaar eerder een zekere vorm van hiervan bij het complex sche systeem, waar de competitie bestond, lijkt er nu regionaal pijnsyndroom pijn zijn emotie krijgt. Pas zoveel werk te liggen dat er alleen als de impuls aankomt in maar winst gehaald kan worden uit te bestuderen. Proefdiermodellen zijn echter de hersenen krijgen we de samenwerking. beperkt door hun korte pijngewaarwording. Het levensduur en soms door hun speciesverschil. is niet een een-op-eensysteem. Impulsen kunnen Het is altijd de vraag of de bevindingen van afhankelijk van de omstandigheden in de schaproefdieronderzoek een-op-een vertaald mogen kelstations versterkt of verzwakt doorgegeven worden naar chronische pijnsyndromen. worden. Deels staat dit weer onder invloed van descenderende banen uit de hersenen die een inhiGrote uitdagingen liggen er op het gebied van berende functie uitoefenen. Tegen mijn patiënten de genetica. Dit geldt mogelijk zowel voor de zeg ik wel eens dat het geen telefoonlijn is die als vatbaarheid voor het verkrijgen van bepaalde je hem doorknipt leidt tot een afwezigheid van signaal, maar dat het veel meer een alarmsysteem pijnsyndromen als voor een verklaring voor is: bij beschadiging gaat het alarm juist af. Duiinterindividuele variabiliteit in effectiviteit van delijk is dat pijn vele dimensies kent. Zo maken bijvoorbeeld farmacologische behandelingen. wij onderscheid in de oorzaak, het symptoom, de Als genetica een rol speelt moet je ook markers beleving en het gedrag. kunnen vinden. Genexpressie leidt tot eiwitten die gebruikt kunnen worden voor de diagnostiek, de zogenaamde proteomics. SamenwerNieuwe ontwikkelingen in onderzoek king lijkt hier een sleutelwoord. Voor 2004 Het zijn vooral nieuwe inzichten in de patho-
P
de anesthesioloog 6 • 2007
13
waren in Nederland al onderzoekers actief op het gebied van het complex regionaal pijnsyndroom, en een grote BSIK-subsidie van 21 miljoen euro leidde tot een samenwerkingsverband tussen een aantal universiteiten en bedrijven. Dit onderzoeksconsortium is in korte tijd tot de top van de wereld doorgedrongen. Waar eerder een zekere vorm van competitie bestond, lijkt er nu zoveel werk te liggen dat er alleen maar winst gehaald kan worden uit samenwerking.
Kwaliteitsbeleid
en zoeken een verbinding tussen patiënt, behandelaars, zorgverzekeraars en overheid. In deze programma’s wordt op een nog hoger niveau getracht knelpunten in de zorg op te lossen. Een voorbeeld hiervan is het diseasemanagement-programma Dali voor pijn. Dali staat voor Dutch ALliance for Improvement of paincare. In zo’n programma wordt niet alleen geld ter beschikking gesteld om (onderzoeks)projecten uit te voeren, maar komt ook mankracht en kennis beschikbaar om knelpunten op regionaal en landelijk niveau op te lossen. Een andere belangrijke ontwikkeling in kwaliteitsbeleid is de oprichting van een stichting Databank Pijn. Met het laatste geld van de Pijnkenniscentra heeft de sectie Pijn van de NVA een databank opgericht die medio volgend jaar operationeel zal worden.
Nog vóór het tijdperk van de evidence-based medicine heeft de sectie Pijn van de NVA de eerste stap gezet in de zoektocht naar uniformiteit van behandelingen. Het boek Richtlijnen anesthesiologische pijnbestrijding dat halverwege de jaren negentig verscheen, was een prachtige uiting van kwaliteitsbeleid. De wereld staat echter niet stil. Niet alleen inhoudelijk maar ook methodisch Onderwijs en opleiding is deze kwaliteitsuiting inmiddels achterhaald. Duidelijk is dat er behalve aan kwalitatief hoogVooral de principes van evidence-based medicistaande zorg en onderzoek ook behoefte is aan ne hebben er de afgelopen jaren toe geleid dat er onderwijs en opleiding. De sectie Pijn van de nieuwere multidisciplinaire richtlijnen kwamen, NVA is hierin al jaren actief door een congres zoals de richtlijn Complex regionaal pijnsynaan te bieden; dit jaar voor de negende keer. Dit droom en zeer recent de richtlijn Oncologische congres heeft gaandeweg een meer internatiopijn. Zij maakten met naal karakter gekrename de leemtes in gen waar het gaat om Elke in Nederland opgeleide kennis zichtbaar. de sprekers. Sinds een anesthesioloog moet de behandeling van Richtlijnontwikkeling jaar wordt het congres oncologische pijn beheersen. zou een continuüm samen georganiseerd moeten zijn. Recent zijn we echter gehandicapt met de Vlaamse Anesthesiologische Vereniging geraakt door het wegvallen van de subsidie voor voor Pijnbestrijders. Het laatste congres trok richtlijnontwikkeling. Een nieuwe systematiek bijna 500 bezoekers. Naast deze congressen orgavan betaling voor kwaliteitsbeleid via DBC’s niseert de sectie Pijn sinds twee jaar tweemaal kan mogelijk oplossingen geven. In de loop der per jaar een onderwijsdag. Met lokale inhoudstijd is duidelijk geworden dat evidence-based deskundigen als spreker wordt in een cyclus richtlijnen vaak niet praktisch zijn; er moet een van vier jaar getracht een aantal topics van de vertaalslag naar de praktijk worden gemaakt. In pijnbestrijding te laten passeren. eerste instantie is getracht dit te doen door de ontwikkeling van afgeleide protocollen. Gezien Opleiding en onderwijs worden ook versterkt de complexe aard van onze zorg kan dit mogelijk door ‘vakboeken’. Er bestaan hiervan twee prachnog beter geschieden door de ontwikkeling van tige voorbeelden in de Nederlandse taal, samenzorgpaden: daarin wordt dan niet alleen het progesteld door ‘lokale experts’. Thans wordt er tocol beschreven, maar ook het gehele pad dat de gewerkt aan een nieuw Nederlandstalig boek dat patiënt doorloopt van aanvang tot einde van een zich vanuit de diagnose specifiek zal richten op behandeling. anesthesiologische behandelingen. Ook hiervoor Diseasemanagement-programma’s gaan nog een zijn weer een aantal ‘lokale experts’ benaderd. stap verder: zij zijn ziekenhuiszorg-overstijgend Een grote uitdaging ligt in het werven en behou-
14
de anesthesioloog 6 • 2007
den van nieuwe mensen. De nieuwe opleidingsvoor neuromodulatie (ruggenmergstimulatie en eisen geven door middel van het verdiepingsjaar intrathecale pompen) ertoe geleid dat er vanuit de mogelijkheid om binnen de opleiding naast de zorgverzekeraars erkenning en vergoeding is een verplichte stage pijnbestrijding, facultatief gekomen voor deze kostbare maar zeer effectiegedurende een langere periode zich te bekwave therapie. Maar er is enige verwarring omdat men in de behandeling van pijn. Uitgangspunt het voor overheid en zorgverzekeraars niet altijd hierbij is dat acute pijn, zoals postoperatieve pijn duidelijk is wie nu het aanspreekpunt is. Vanen oncologische pijn, behoort tot de competenuit de sectie Pijnbestrijding van de NVA en de ties van de algemene anesthesioloog. PerioperaNederlandse Vereniging voor de Bestudering tieve behandeling van pijn moet worden geleerd van Pijn is er dan ook een gezamenlijk initiatief ontstaan voor het oprichten van een Dutch Pain tijdens de stages op de operatiekamer. BehandeSociety. Ook hier geldt dat de competitie slechts ling van oncologische pijn is vooral een compevan beperkt nut is gebleken. Samenwerking tentie die in de verplichte stage aangeleerd moet blijft het sleutelwoord, maar een positief kritiworden. Elke in Nederland opgeleide anesthesiosche houding hoeft men niet uit de weg te gaan. loog moet de behandeling van oncologische pijn De sectie Pijn zal zeker blijven bestaan, maar beheersen. Daar waar wij primair opleiden voor zich nog meer dan nu richten op beroepsbelande periferie moet elke anesthesioloog op bijvoorgen, zoals dat nu tot uiting komt in intensieve beeld vrijdagavond tijdens de dienst een dergelijbetrokkenheid bij pijn-DBC’s. ke patiënt kunnen helpen, terwijl een patiënt met bijvoorbeeld lage rugklachten gemakkelijker tot maandag kan wachten en dan behandeld wordt De registratie tot pijnspecialist door een anesthesioloog die zich verder verdiept In het kader van kwaliteitsbewaking hebben heeft in de behandeling van chronische pijn. visitaties voor pijn ook altijd een belangrijke Een nieuwe ontwikkeling op dit gebied is zeker rol gespeeld, maar er zijn beperkingen. Door de betrokkenheid van de anesthesioloog die de stormachtige ontwikkeling van het vak is zich bezighoudt met de de omschrijving van dit behandeling van pijn deelgebied achtergebleOverleg met de zorgverzekeraars bij palliatieve zorg. Het ven. Op deelniveau zoals heeft geleerd dat er een sterke is niet toevallig dat de opleiding en onderwijs behoefte is aan kwaliteitseisen twee hoogleraren aneszijn wel goede initiatiethesiologie die zich bezighouden met pijn ook ven genomen, maar de tijd lijkt rijp voor draszeer expliciet palliatieve zorg in hun leeroptische stappen. De afgelopen jaren is de sectie dracht opgenomen hebben. Pijnbestrijding een aantal malen geconfronteerd Zoals al eerder weergegeven heeft pijn vele met de vraag van de zorgverzekeraars aan dimensies. Een anesthesioloog die zich in pijn welke eisen een anesthesioloog die de behandeverdiept, moet kennis hebben van deze dimenling van pijn uitoefent moet voldoen. Had die sies, daar voor een deel zelf competenties op vraag aanvankelijk nog betrekking op nieuw ontwikkelen en voor een deel kunnen acteren op te richten ZBC’s, vorig jaar werd hij ook voor in een multidisciplinair netwerk. Een actueel het eerst gesteld ten aanzien van een al jaren punt is de voorkoming van chroniciteit van pijn. goed functionerende grote polikliniek pijnbeVoorbeelden hiervan zijn de postchirurgische strijding in een algemeen ziekenhuis. Overleg pijn en de pijn bij discusproblematiek. met de zorgverzekeraars heeft geleerd dat er een sterke behoefte is aan kwaliteitseisen. ZorgverDe Dutch Pain Society zekeraars vinden in toenemende mate evidenceDat pijn zo ‘hot’ is mag blijken uit het feit dat based medicine belangrijk, maar hechten grote naast de sectie Pijn van de NVA zich ongewaarde aan datgene wat gebruikelijk is in de veer twintig andere organisaties in Nederland beroepsgroep. Wij moeten de handschoen dus oprapen en proactief anticiperen op deze signabezighouden met pijn. Dit heeft tot geweldige len van zorgverzekeraars. Passief afwachten prestaties geleid. Zo heeft een kwaliteitssysteem
de anesthesioloog 6 • 2007
15
zal ertoe leiden dat zij het initiatief nemen. Het instrument dat de sectie Pijn hiervoor wil gaan inzetten is de registratie tot pijnspecialist. Hiervoor is een uitgebreid document uitgewerkt dat thans de besturen en commissies van de NVA passeert alvorens naar de leden te komen. Een en ander gaat zijn beslag krijgen in het voorjaar van 2008. Uitgangsprincipe is dat vooralsnog iedereen die zich thans aantoonbaar in tijd bezighoudt met de behandeling van pijn, in aanmerking komt voor een retrograde erkenning. Deze zal overigens pas definitief toegekend worden na visitatie. Arts-assistenten die met goed gevolg de verplichte en verdiepingsstage pijn gevolgd hebben, komen in aanmerking voor een antegrade erkenning. In een periode van vijf tot tien jaar zouden we vervolgens een traject moeten doorlopen waarbij we de eisen langzaam verhogen. Hoewel een multidisciplinair toegankelijke registratie meer recht zou doen aan het multidimensionale karakter van pijn is vanuit praktische overwegingen vooralsnog gekozen voor een register alleen toegankelijk voor anesthesiologen.
Een ander punt dat hier sterk mee samenhangt maar mogelijk nog een veel grotere uitdaging is, is dat de zorgverzekeraars vinden dat er te veel poliklinieken pijnbestrijding zijn. Zij hebben het gevoel dat er niet in elk ziekenhuis zo’n polikliniek moet zijn. Wij als sectie zijn het hier totaal niet mee eens: wij vinden een polikliniek pijnbestrijding een basisvoorziening. Om toch tegemoet te komen aan de bezwaren van de zorgverzekeraar zou een zekere vorm van regionalisatie met verschillende niveaus van voorzieningen voor pijnbestrijding een oplossing kunnen zijn. Analoog aan de International Association for the Study of Pain kan er gedacht worden aan indelingen van poliklinieken pijnbestrijding (de basisvoorziening), op regionaal niveau versterkt door pijnbehandelcentra en landelijk versterkt door pijnbehandel- en researchcentra. Pijn is een gebied in beweging en er is veel over te zeggen. Gesteund door 240 leden van de sectie Pijn zal er in de komende jaren nog veel werk verricht moeten worden om de stormachtige groei in goede banen te leiden. Het is in ieder geval geweldig om midden in dit veld te mogen staan.
EuroNeuro 2008: dit jaar in Maastricht Prof.dr. Cor Kalkman 17-19 januari Van 17-19 januari wordt in het MECC in Maastricht het multidisciplinaire congres EuroNeuro georganiseerd. De organisatie van deze tweejaarlijkse meeting is dit jaar in Nederlandse handen. Multidisciplinair De doelgroep van EuroNeuro bestaat uit anesthesiologen, intensivisten, neurologen, neurochirurgen en basiswetenschappers. Het bijzondere aan deze bijeenkomst is dat zij specialisten bijeenbrengt die normaal gesproken elkaars congressen niet bezoeken. Ook IC-verpleegkundigen en anesthesiemedewerkers zijn van harte welkom. De onderwerpen en sprekers zijn zo gekozen dat het multisciplinaire aspect van de behandeling van patiënten met aandoeningen van het zenuwstelsel maximaal tot zijn recht komt. Veelzijdig Een greep uit de onderwerpen die aan de orde komen: behandeling van traumatisch hersenletsel, hyper-
16
de anesthesioloog 6 • 2007
glykemie en neurologische uitkomst, therapeutische hypothermie(Pro/Con-debat), subarachnoïdale bloeding, carotisdesobstructie, neuro-imaging, neuromonitoring, ruggenmergletsel, neuroprotectie, postoperatieve blindheid, postoperatief delier, postoperatieve neurocognitieve dysfunctie, monitoring van anesthesiediepte en sedatie op de ICU, systemische complicaties van neuro-IC, neuropathische pijn, postoperatieve pijn, trigeminusneuralgie en ruggenmergstimulatie. Ook wordt er aandacht besteed aan (zeer) nieuwe ontwikkelingen zoals brain-computer interfaces, neuroregeneratie en stamcellen. Uniek Kom samen met uw neuroloog en/of neurochirurg in januari naar Maastricht voor een unieke meeting! Zie voor het programma, accommodatie en het laatste nieuws de EuroNeuro-website www.euroneuro.eu.
Mamma, ik wil anesthesioloog worden 12e lustrum op 26 januari 2008
A
ssistenten, ervaren anesthesiologen, gepensioneerden én alle partners zijn van harte uitgenodigd voor het 12e lustrumcongres met feestavond. De lustrumcommissie heeft een bijzonder programma samengesteld. De middag wordt geopend door de voorzitter van de Lustrumcommissie, Egbert Hidding. Hij zal vervolgens met assistent David Schokman een tweespraak houden waarin het thema verder wordt uitgediept. Julia Franken is coassistent en schrijft regelmatig columns in Medisch Contact. Op geestige en scherpzinnige wijze vertelt zij in haar columns over haar ervaringen als jonge arts in het ziekenhuis. Speciaal voor deze gelegenheid schreef zij een column die ze zal voorlezen. ‘Buiten de gebaande paden van de anesthesiologie’ is de titel van de lezing van Tom Porcelijn. Zijn loopbaan verliep via andere wegen dan die van de meeste anesthesiologen. Welke keuzes maakte hij en waarom?
1SPHSBNN B
KBOVBSJ FMVTUSVN
FMVTUSVN
Het congresgedeelte wordt afgesloten door Heleen Crul. Zij is freelance jounaliste, schrijfster en columniste en wordt veel gevraagd voor bijdragen aan tijdschriften, tv- en radioprogramma’s en als spreker of dagvoorzitter op symposia. Zij verzorgt regelmatig lezingen waar‘Mamma, bij het thema ‘generaties’ ik wil centraal staat. Bovendien anesthesioloog worden’ is zij de vrouw van een gepensioneerd anesthesioloog en kan zij dus ook uit eigen ervaring spreken. Nog voordat Ernst van der Pasch zijn artsenstudie afrondde, koos hij definitief voor het podium. Zijn nieuwste programma Get A Life draait momenteel in dé grote theaters van
Nederland, maar niet op 26 januari: dan wordt Get A Life exclusief voor ons gespeeld. De feestavond wordt ingeluid door een spectaculair optreden van de Beatles Revival. De treffende gelijkenis is bijna griezelig: dezelfde kapsels, identieke kostuums, apparatuur van hetzelfde merk. Deze perfecte ‘stage look’ is helemaal compleet dankzij de net als bij Paul McCartney linkshandig gespeelde bas. De grootste gelijkenis is op muzikaal vlak: elk nummer wordt tot in detail zo perfect gebracht dat menig Beatleskenner dit authentieke geluid niet kan onderscheiden van het originele. Sinds de oprichting van de Beatles Revival hebben deze heren uit Praag al meer dan 1100 concerten gegeven in Europa. Tot slot zorgt NVA-deejay Aubrey Molina ervoor dat in de resterende uurtjes niemand stil kan blijven zitten... De lustrumcommissie: Egbert Hidding (vz) Jan Klein (vz NVA) Marieke Staatsen (CAGA) Sandra Gijtenbeek (bureau)
Wilt u meer informatie en/of wilt u zich inschrijven? Kijk dan op www.anesthesiologie.nl of neem contact op met Sandra Gijtenbeek
[email protected] of tel. 030 2823270
de anesthesioloog 6 • 2007
17
For better or worse Commissie voor Anesthesieonderwijs in Derdewereldlanden (CADW) Peter M.J. Rosseel, secretaris
A
ls Nederlandse anesthesioloog mogen we best een beetje fier zijn op wat er werd bereikt sinds prof. dr. B. Smalhout in 1972 zijn ophefmakende inaugurele rede De dood op tafel uitsprak. De patiëntveiligheid staat nu op een hoog peil. Nieuwe gebieden worden verder ontwikkeld, zoals de perioperatieve geneeskunde en de pijnbestrijding. We krijgen erkenning voor wat we doen. Ons beroep, inclusief de opleiding, wordt goed georganiseerd en bewaakt. We werken prettig en efficiënt samen met anesthesiemedewerkers, intensive care-verpleegkundigen, pijnverpleegkundigen, etc. Ook financieel zijn we goed af, en we mogen niet mopperen over gebrek aan vrije tijd. Het kan uiteraard altijd beter en daarom doen we volop aan verbetering van kwaliteit en effectiviteit, we sleutelen aan risicobeheersing en doen aan research. Mopperen doen we ook, maar dat zit in de aard van het beestje. Toch is er genoeg reden tot zorg we als we kijken naar de toestand van de anesthesiologie in de ontwikkelingslanden, die we tegenwoordig uit een soort schaamtegevoel Derde Wereld of Zuiden noemen. Laten we het hier verder maar bij het Zuiden houden, dan kunnen we het nog associëren met het Zonnige Zuiden. Binnen de NVA zijn er nogal wat anesthesiologen die in het Zuiden ervaring hebben opgedaan als tropenarts of als anesthesioloog. Zij hebben zelf ondervonden hoe anders het is voor de patiënt als anesthesiologie niets of nauwelijks iets voorstelt. In een land als Tsjaad met 9 miljoen inwoners, is er welgeteld één anesthesioloog, dr. Kaboro, in het Centrale Ziekenhuis in de hoofdstad N’Djaména; ik ken en beklaag hem. Anesthesieverpleegkundigen zijn er niet in elk ziekenhuis aanwezig en hebben in de regel geen of nauwelijks opleiding gekregen, laat staan bijscholing. Zuurstof is niet in elk ziekenhuis aanwezig en ook essentiële geneesmiddelen en anesthetica
18
de anesthesioloog 6 • 2007
als ketamine en opiaten zijn niet altijd verzekerd. Disposables en basisanesthesiemateriaal als bv. laryngoscoop zijn niet aanwezig of defect, laat staan apparatuur als monitoren, anesthesiemachines e.d.1 Anesthesie komt er neer op ‘pushing ketamine’ zonder veel notie wat er gebeurt, laat staan wat te doen in geval van bv. ademhalingsproblemen of zelfs maar apneu. Dit alles terwijl er legio indicaties zijn voor levensreddende chirurgie als sectio, ingeklemde liesbreuken, acute buiken om nog te zwijgen van een groeiend aantal verkeerslachtoffers, die vaak met meerderen tegelijk worden binnen gebracht. Dr. Kaboro in Tsjaad staat niet alleen; in veel landen is de situatie nauwelijks beter.2-4 Anesthesie-related mortality wordt dan uitgedrukt in percenten. En daarbovenop komt nog de sterfte van patiënten die niet geopereerd werden omdat er eenvoudig weg geen anesthesie beschikbaar is. Er is een rechtstreeks verband tussen het gebrek aan anesthesiekwaliteit en maternale en perinatale sterfte.5 Er zijn overigens landen waar er meer anesthesiologen zijn; zo is er bv. in Haïti een dertigtal anesthesiologen voor 8 à 9 miljoen inwoners. Maar zoals vaak: die werken die niet in de moeilijk bereikbare perifere ziekenhuizen. Naast dramatische voorbeelden van anesthesie zoals bv. in Tsjaad, Guinée, Angola, Somalië, Haïti e.a. zijn er nog een heleboel landen en gebieden waar de anesthesie er misschien beter aan toe is, maar toch zelfs nog ver verwijderd is van de situatie zoals door prof. Smalhout beschreven in zijn inaugurele rede: landen als Ivoorkust, Benin, Zimbabwe, Nigerië, Ethiopië, Malawi, Indonesië, Suriname, om er maar een paar te noemen. Daarbij moeten we ook goed beseffen dat in al deze landen de gezondheidszorg en zeker ook chirurgie en anesthesie vaak niet betaalbaar zijn voor het gros van de bevolking. Anesthesie in het Zuiden kan niet gezien worden buiten de algemene context van die landen.
Het budget Gezondheidszorg stelt er niet veel voor, evenmin als dat van Onderwijs. Waar artsen goed zijn opgeleid worden ze in toenemende mate weggelokt naar de Verenigde Staten en nu ook Europa. Het is onzin om zelfs maar te willen verwachten dat de beschikbaarheid van anesthesiologen in elk ziekenhuis(je) een oplossing zou kunnen vormen voor dit probleem. Maar het zullen wel anesthesiologen moeten zijn die in hun land een rol hebben te vervullen; de anesthesioloog zal niet degene zijn die de individuele patiënt anesthesie geeft, maar de organisator, animator, trainer en supervisor van goed geschoolde anesthesiemedewerkers, intensive care-verpleegkundigen, etc. Hij zal moeten ijveren en lobbyen voor de plaats die de anesthesiologie dient te krijgen als onmisbaar onderdeel in de Gezondheidszorg. Dit betekent zorgen dat anesthesieservice beschikbaar komt met alles wat daarbij hoort; continuïteit, aangepaste anesthetica, opiaten, apparatuur en monitoring, recovery, intensive care, financiering en nog zoveel meer.
siologen actief in de Derde Wereld, anderen willen initiatieven in die richting ontplooien. We proberen de voeling van de achterban met de activiteiten van de CADW en de anesthesieproblematiek in het Zuiden te verbeteren. Dit is alvast de eerste van een reeks columns die in De Anesthesioloog zal verschijnen over de activiteiten van de CADW.
[email protected]
Literatuur 1 Secka G, Lokoussou T, Kaboro M, Chobli M. Pratique de l’anesthésie au Tchad en 2002. RAMUR 2004; 9: 3, 8. 2 Lokoussou TH, Zoumenou E, Secka G, Ouro Bang’na B, Le Polain B, Veyckemans F, Baelemans Ph, Chobli M. Anesthesia in French Speaking Africa Sub-Saharan Africa: an overview. Acta Anaesthesiologica Belg 2007; 58: 197-210. 3 Hodges SC, Mijumbi C, O Kello M, Mc Cormick BA, Walker IA, Wilson IH. Anaesthesia services in developing countries: defining the problems. Anaesthesia 2007; 62: 4-11. 4 A Froese. Anesthesia and the role of short-term service
Moet deze anesthesioloog dat alleen doen? Als u het aan de Commissie Anesthesie Onderwijs Derde Wereld (CADW) vraagt niet. We zijn bescheiden maar actief bezig met het geven en bevorderen van onderwijs in de Derde Wereld. Liever onderwijs dan dat we zelf anesthesie geven. Er zijn in Nederland heel wat anesthe-
delivery in developing countries. Can J Anaesth. 2007; 54(11): 940-6. 5 Enohumah KO, Imarengiaye CO. Factors associated with anaesthesia-related maternal mortality in a tertiary hospital in Nigeria.Acta Anaesthesiologica Scand 2006; 50: 206-10.
de anesthesioloog 6 • 2007
19
De sectie Neuroanesthesiologie kijkt terug op een goed 2007 Sectie Neuroanesthesiologie Markus Klimek, voorzitter
I
n maart vond de tweede NANCHO plaats, en weer was er een goede opkomst en een levendige interactie tussen neuroanesthesiologen en neurochirurgen, deze keer bijvoorbeeld over locoregionale anesthesie voor herniaoperaties en de zittende positie bij operaties van infratentoriële tumoren.
Verder was de sectie betrokken bij landelijke bijeenkomsten over het neurotrauma-management, de neuro-intensive care en de zorg voor patiënten met neurovasculaire aandoeningen. Deze activiteiten zullen zich ook in 2008 voortzetten.
Naast de landelijke activiteiten en NANCHO III op 14 maart 2008 (graag alvast in de agenOp de anesthesiologendagen werd een levende da zetten!) komt vooral EuroNeuro 2008 van discussie gehouden over de vraag of een aan17-19 januari in Maasdachtsgebied neuroanestricht in de aandacht te thesiologie in het vijfde 14 maart 2008 staan (zie ook pag. 16 opleidingsjaar zinvol is NANCHO III en www.euroneuro.eu). of niet – want volgens Bij EuroNeuro wordt op onze informatie wachinternationaal niveau ten wij nog steeds op de over alle neuroanesthesiologisch interessante eerste aios die hiervoor kiest. Desondanks was aspecten gesproken en nagedacht. de conclusie dat wij deze mogelijkheid zeker We weten zeker dat ons aanbod ook in het nieuniet moeten schrappen: ook niet-neurochirurwe jaar brede belangstelling krijgt, niet alleen gische centra voelen behoefte aan collega’s met van de ‘dedicated people’ in onze groep. bijzondere ervaring in deze patiëntengroep.
Oproep tot het indienen van aanvragen voor een
NVA Young Investigator Grant 2008 € 50.000 voor een periode van twee jaar Meer informatie over het aanvragen van de Grant en het aanvraagformulier vindt u op de website van de NVA: www.anesthesiologie.nl onder het kopje Wetenschap.
20
de anesthesioloog 6 • 2007
NVA 60+-club in Friesland Elsje Pot
D
e NVA 60+ -club heeft dit najaar voor de dertiende keer een midweekarrangement georganiseerd. Tweeëndertig deelnemers kwamen op 23 oktober naar het Oranjehotel in Leeuwarden. Na aankomst werd met stralend helder weer vanaf grote hoogte kennis gemaakt met de stad: op speciaal verzoek kreeg het gezelschap toegang tot het panoramadek van de 114 meter hoge Achmeatoren. De tweede dag stond een tocht met een comfortabele bus door de provincie Friesland op het programma, waarbij de Dekemastate in Jelsum, het Planetarium in Franeker en de aardewerkfabriek in Makkum werden bezocht. Met een blauwe lucht, een vliesje ijs op de sloten en rijp op de weilanden liet de noordelijke provincie zich van zijn mooiste kant zien. De laatste dag werd doorgebracht in de oude binnenstad van Leeuwarden met o.a. een rondleiding in museum de Princessehof en een stadswandeling met een enthousiaste gepensioneerde docent als gids. Bij het samenstellen van het stadsprogramma is dankbaar gebruik gemaakt van de suggesties van anesthesioloog Henk Koning uit Leeuwarden.
Het was een bijzonder genoeglijk weerzien. Ter gelegenheid van het 12½-jarig bestaan van de NVA 60+-club bracht Peer Mulder tijdens het aperitief een zelfgeschreven lied over de gepensioneerde anesthesioloog ten gehore, waarbij hij zichzelf aan de piano begeleidde. Ook Wieb Cornet verraste de deelnemers met zijn briljante pianospel. Voorzitter Jan Jager blikte terug op de afgelopen periode en bedankte iedereen voor de enthousiaste deelname. Hij vertelde echter opnieuw zich zorgen te maken over de geringe belangstelling onder de anesthesiologen die recent hun praktijk hebben neergelegd. Wellicht is het toch niet algemeen bekend dat deze club in 1994 is opgericht om de contacten te onderhouden. Twee keer per jaar is er een sociaal evenement: in het voorjaar een dag in combinatie met de jaarvergadering, in het najaar een driedaags arrangement. Partners zijn daarbij van harte welkom.
Ook lid worden? De contributie bedraagt € 12 per jaar. U kunt zich opgeven bij een van de bestuursleden: J. Jager, voorzitter, of mevrouw H. Bongertman-Diek, secretaris penningmeester (adres en telefoon vindt u in de ledenlijst) of bij het secretariaat van de NVA60+-club: (0346) 25 77 73, epotnva@ xs4all.nl.
2008 De voorlopige planning voor 2008: de jaarvergadering van de club vindt plaats op woensdag 16 april in het midden van het land, het najaarsarrangement loopt van maandag 27 tot donderdag 30 oktober. De leden van de NVA 60+-club ontvangen hierover binnenkort bericht.
de anesthesioloog 6 • 2007
21
Wat verder ter Wat verder ter tafel komt Ledenlijst Het bureau van de NVA roept u op om uw adreswijzigingen of wijziging van werkadres tijdig door te geven. Omdat de papieren ledenlijst niet meer wordt uitgegeven is het van nog groter belang dat u uw actuele gegevens zelf aanlevert. Persoonlijke gegevens worden omwille van privacybescherming niet op de website geplaatst, maar wijzigingen van persoonlijke gegevens kunnen wel via de website worden doorgegeven via het submenu ‘eigen gegevens wijzigen’ onder Ledenlijst. Voorheen was het e-mailadres op de website het algemene mailadres van de correspondent van de vakgroep of maatschap. Op veler verzoek wordt het e-mailadres dat op de website wordt vermeld, vervangen door het door u opgegeven eigen mailadres. Bij opgave van privé én werkmailadres wordt het werkmailadres weergegeven.
Kerstvakantie Het bureau van de NVA is tussen kerst en oud en nieuw gesloten.
Vacature Twee vacatures binnen SIC-bestuur De komende jaren zijn de volgende thema’s uiterst belangrijk in de zorg: de positionering van de intensive care geneeskunde en de kwaliteitsbewaking daarvan. Vindt u het een boeiende uitdaging om vanuit de NVA actief bij te dragen aan verdere uitbouw van hoogwaardige intensive-care-geneeskunde in Nederland? Zo ja, neemt u dan contact op met het bureau van de NVA
[email protected] of bel: 030 2823387. Het SIC-bestuur neemt dan contact met u op. Uiteraard kunnen ook anesthesioloog-intensivisten hun interesse kenbaar maken. Het SIC-bestuur roept vooral kandidaten uit kleinere ziekenhuizen op te reageren.
Benoeming Tijdens het XVe Nationale Congres van de Scientific Society of Anaesthesiology in Bulgaria heeft prof. Knape uit handen van de voorzitter, professor Smilov, het erelidmaatschap van genoemde vereniging toegekend gekregen in aanwezigheid
22
de anesthesioloog 6 • 2007
van de Bulgaarse staatssecretaris voor Volksgezondheid. De aanleiding daartoe was een succesvolle bemiddeling door prof. Knape bij de Bulgaarse overheid, waardoor het besluit van de overheid om de opleidingsduur voor het specialisme Anesthesiologie te verminderen, te niet werd gedaan. Dit is in overeenstemming met de Europese richtlijnen.
Promoties 25 mei 2007 J..H. Vranken, Universiteit van Amsterdam The Good, the Bad and the Ugly, Treatment of Neuropathic Pain 31 mei 2007 H.C. Rettig, Erasmus Universiteit Rotterdam An evaluation of two ‘new’ approaches of the brachial plexus for anaesthesia of the upper extremity 8 oktober 2007 W.A. Visser, Radboud Universiteit Nijmegen Distribution of sensory blockade in thoractic epidural anesthesia 18 oktober 2007 Mw. H.M.M. Willigers, Universiteit Maastricht Anesthesiological strategies to modulate the surgical stress response: a focus on the cardiovascular consequences 24 oktober 2007 A. Yassen, Universiteit Leiden Mechanism-based pharmacokineticpharmacodynamic modeling of the efficacy and safety of (semi-)synthetic opioids 19 november 2007 Ch. Keijzer, Vrije Universiteit Amsterdam Interactions of inhalational anesthetics and carbon dioxide absorbents
Overleden oktober 2007 Oud-lid mw. M.H. Bettman op 81-jarige leeftijd. Bij leven werkzaam in het Binnengasthuis te Amsterdam. september 2007 F.W. Carsjens op 86-jarige leeftijd. Bij leven werkzaam in het Algemeen Ziekenhuis Baarn.
Anesthesiologie en muziek: Spinal Tap Gertie Filippini Een tijd geleden was ik in de Bijenkorf op de audiovisuele afdeling en daar lag tussen een stapel movies een dvd met de titel This is Spinal Tap. Uit nieuwsgierigheid kon ik die niet laten liggen; voor € 7,95 was het een koopje. Spinal Tap is een rockumentaire over een heavy-metalband met deze naam. Eens, lang geleden, hadden ze een grote hit. Nu, bijna twintig jaar later, klampt Spinal Tap zich nog steeds vast aan de oude glorietijd met een door ongeluk geplaagde tour door Amerika. Het is niet de bedoeling alle details te verklappen, maar toen ik deze foute film (mockumentary) gezien had, had ik zowaar last van een lichte vorm van postspinale hoofdpijn. De muziek heeft een zweempje van hits uit de jaren tachtig; het repertoire zit ergens tussen Sexpistols en het extreme Slipknot. Oordeel zelf: google op ‘spinal tap’ en u vindt de nodige hits van deze rockband; er is zelfs een fanclubsite. U kunt een keuze maken uit titels als ‘Warmer than hell’ en ‘Back from the dead’. Luister desgewenst naar samples bij Amazon.* Inmiddels zijn er meerdere Spinal Tap-films en Tap-like-movies. Mocht u youtube bezoeken, dan vindt u een ander soort anesthesiemuziek bij de Londense groep The Amateur Transplants, die de parodie Anaesthetists Hymn heeft geschreven. Eén troost: het nummer Careless Surgeon, ook van dezelfde groep, komt inhoudelijk harder aan… * http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/B00004WGVR/spinaltapfan-20. This is Spinal Tap (KINOWELT© 1984, distributie RCV Entertainment 8 713045205140).
He t be en het stuur b van d ureau e wenst NVA u fijn e feestd agen!
de anesthesioloog 6 • 2007
23
Congreskalend Congreskalender
De volledige congreskalender en meer informatie over de hieronder genoemde congressen en bijeenkomsten vindt u op www.anesthesiologie.nl
2008 2007
21 december
8th Cristmas Echo
Brussel
9 januari Congres Respiratoire insufficiëntie en beademing: mythen, missers en maatwerk
Ede
17 januari
EuroNeuro 2008
Maastricht
24 januari
Advanced Life Support (ALS)
Houten
26 januari NVA-Lustrumcongres: ‘Mamma, ik wil anesthesioloog worden’
Groenekan
13 februari
Nederlandse Intensivistendagen 2008
Ede
2 maart
WFSA World Congress of Anaesthesia 2008
Kaapstad
13 maart
Toegang tot de luchtweg
Groningen
20 maart
Advanced Life Support (ALS)
Houten
28 maart
Anesthesia and perioperative care in the older patient
Rotterdam
2 april
FEEA-cursus
Den Haag
9 april
FEEA II-cursus
Den Haag
21 mei 2nd Annual Pediatric Anesthesiology and Critical Care Medicine Conference
Boston
22 mei
NVA 12e Anesthesiologendagen 2008
Maastricht
31 mei
ESA Euroanesthesia 2008
Kopenhagen
12 juni Nierinsufficiëntie, elektrolystoornissen en metabole ontregelingen op de IC (NEMO)
Ede
19 juni
Toegang tot de luchtweg
Maastricht
11 september
Neurologische problematiek op de IC
Ede
25 september
FEAPA: European Conference on Paediactric Anaesthesia
Athene
1 oktober
FEAA III-cursus
Den Haag
30 oktober
Toegang tot de luchtweg
Groningen
11 december
Mechanische-beademingsdagen 2008
Ede